1 minute read

Om op te eten

Next Article
zonder afval tuin

zonder afval tuin

In 2007 hebben mijn man en ik een imkercursus gevolgd. We waren meteen verkocht en zijn onmiddellijk erna met ons eerste bijenvolk gestart. Sindsdien leven we op het ritme van de bijen (lacht). In de zomer smelten we vuile ramen uit de bijenkasten. In de winter gaan de propere waswafels opnieuw de kasten in. Nu de lente eraan komt, wordt het imkeren wat intensiever. Vanaf eind maart kijken we om de negen dagen de kasten na, om te controleren of de bijen nog tevreden zijn over hun koningin. Anders maken ze een nieuwe koningin aan en gaan ze zwermen. In april trekken we ook naar fruitboeren in de buurt, om hen te helpen met de bestuiving. Natuurlijk besteden we veel aandacht aan onze tuin. Die is een oase van bloemen en bloeiende planten, het jaar rond. We kiezen bewust voor soorten die veel nectar of stuifmeel aanmaken: dat hebben de bijtjes graag.

De honing die onze bijen produceren, oogsten we. We verkopen ze in onze imkerij, waar we er ook tal van honingproducten mee maken zoals waskaarsen, handcrème en natuurlijke zeep. Ik vind het heel fijn om nieuwe producten met was of honing te bedenken. Wat ik ook graag doe, is mijn kennis over bijen doorgeven. Zo mocht ik vorig jaar enkele bijenworkshops geven op scholen in Limburg. De kinderen reageerden heel enthousiast. Ze wisten wel al wat over honingbijen, maar wilde bijensoorten kenden ze nog niet. Zelf leer ik ook nog elke dag bij over de beestjes. Of ik wel eens gestoken word? Ja, maar dat went wel. Het gebeurt ook niet vaak. Bijen steken alleen als je ze stoort. Als mijn man en ik de kasten rustig inspecteren, worden we zelden gestoken. Op die manier dwingen de bijen ons om tot rust te komen.”

This article is from: