3 minute read

vol leven VALLEI

Next Article
kort

kort

Het RivierPark Maasvallei is uitgegroeid tot één van de meest bijzondere natuurgebieden van Europa. Dat is te danken aan een natuurontwikkelingstraject dat dertig jaar geleden werd ingezet. Het onderzoek Maas in Beeld brengt de transformatie van de riviervallei in beeld.

In de jaren ’90 was de Maas een grillige regenrivier die voor heel wat wateroverlast zorgde. De natuurwaarde was ook niet hoog. Aan beide oevers van de rivier beseften de overheden dat het anders moest. België en Nederland sloegen de handen in elkaar voor de ontwikkeling van de natuur in RivierPark Maasvallei. Ecoloog Kris Van Looy stond, toen nog als medewerker bij het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, mee aan de wieg van het project. “Ik kreeg de gelegenheid om een natuurontwikkelingsplan uit te werken en de kansen voor de natuur in het gebied te onderzoeken”, zegt hij. “De provincie Limburg was vanaf dag één betrokken bij de ontwikkeling van deze grensoverschrijdende plannen. Jarenlang hadden we maandelijks overleg. Het Regionaal Landschap Hoge Kempen doopte zich om tot Regionaal Landschap Kempen en Maasland en zette mee haar schouders onder de inrichting van het RivierPark.”

De initiatiefnemers startten met een reeks ingrepen die de rivier uit haar strakke keurslijf bevrijdden en de na- tuur weer ademruimte gaven. Zo werd in Herbricht en Maaswinkel de rivier verbreed. De dijken werden verder gelegd en er kwamen nevengeulen zodat de rivier verder kon stromen.

Kris: “Op korte tijd zag ik de Maasvallei veranderen: van een grootschalig maïsakkerland met enkele doodse grindplassen naar een natuurlijke vallei met waardevolle habitats en talloze nieuwe soorten.”

Vier keer meer planten

Om de ontwikkelingen in kaart te brengen, startten Kris en zijn collega’s met het onderzoek Maas in Beeld.

Kris: “Elke tien jaar maken we een volledige inventarisatie op van elk natuurterrein binnen het RivierPark. We kijken naar karakteristieke soorten voor elk habitat: planten, insecten, vissen, vogels en zoogdieren. We werken met een standaardlijst van een 100-tal soorten. Op elke standplek noteren we de aantallen en coördinaten van elke afzonderlijke soort. Zo kunnen we perfect vergelijken met de vorige inventarisaties.”

De resultaten zijn spectaculair, zegt Kris. “Zelfs de meest optimistische initiatiefnemers staan perplex. We boekten de voorbije dertig jaar een grote winst binnen de soorten die al aanwezig waren, maar we zien ook dat er steeds meer nieuwe soorten bijkomen. Het aanbod bloemen en planten verdrievoudigde. Het aantal soorten vlinders en libellen verdubbelde. En dat terwijl de biodiversiteit overal onder druk staat. Dat de verbeteringen duidelijk te linken zijn aan onze inspanningen, is een ongelooflijke opsteker.”

Unieke soorten

Natuurontwikkeling of niet, de Maasvallei was sowieso al een unieke biotoop. Kris: “De rivier telt heel wat stroomminnende vissoorten die je enkel hier aantreft. Op de grindbanken leeft een uitgebreide groep van oeverloopkevers en vind je een typisch ooibos van bittere wilgen en zwarte populieren. De rivier voert kalkrijk water aan en doet zo stroomdalgraslanden ontstaan: een biotoop waarin kalkflora zoals veldsalie, zacht vetkruid en harige ratelaar floreren. Ook in de ruigten en bossen tref je kenmerkende soorten aan, zoals mossen die tegen stammen groeien in de overstroomde bossen. Die soorten zijn uniek in Vlaanderen. Daarom is het ook zo belangrijk dat we dit stukje natuur beschermen.”

Heel wat diersoorten hebben de voorbije dertig jaar een comeback gemaakt in de riviervallei, vertelt Kris. “De boomkikker kwam hier bijna niet meer voor, maar kent opnieuw een spectaculaire groei. De rugstreeppad was zelfs helemaal verdwenen, maar vond zijn weg terug naar de rivier. Van een aantal soorten hadden we dertig jaar geleden niet durven dromen dat ze hier zouden voorkomen. Toch duiken de zwarte ooievaar, zilverreiger, zwarte wouw en kraanvogel hier nu gewoon op. Binnenkort mogen we nieuwe toppredatoren verwachten, zoals de visarend en de otter. Vanuit het zuiden duiken ook nieuwkomers op in de Maasvallei, waaronder vlindersoorten die nieuw zijn in Vlaanderen zoals het kaasjeskruiddikkopje en het staartblauwtje.”

Klaar voor de zeearend

Kris Van Looy kan met veel tevredenheid terugkijken op dertig jaar natuurontwikkeling. Maar het werk is niet af, zegt hij. “Er zijn nog heel wat onbenutte kansen. Het beheer van stuwen en de waterverdeling naar de kanalen kan optimaler, wat heel wat problemen voor het waterleven zou oplossen. Het zou ook absoluut nuttig zijn om de totale natuuroppervlakte nog te verdubbelen, idealiter met aansluitingen met het Nationaal Park Hoge Kempen en het Kempen~Broek. Als we dat voor elkaar krijgen, mogen we hier wellicht zelfs soorten zoals de zeearend, wilde kat en boommarter verwelkomen. Ze zijn meer dan welkom.” www.rivierparkmaasvallei.eu

This article is from: