PWN Jaargids Natuur & Beleving 2019

Page 1

JAARGIDS NATUURBEHEER 2019

Als wij goed zijn voor de duinen, zijn de duinen goed voor ons.



Jaargids natuurbeheer

2019


INHOUD

7

Onze missie

8

Voorwoord

10

Schone natuur, schone bronnen, schoon drinkwater.

Sjakel van Wesemael, directeur Natuur en Beleving “We beheren met de kracht van de natuur”

Het seizoen 2019/2020 In vogelvlucht langs bijzondere hoogtepunten en nieuwe inzichten.

Hoofdstuk 1

PWN als duinbeheerder Prachtige natuur, bijzonder cultureel erfgoed en geologische rijkdom. Onze duingebieden zijn uniek en kennen een bijzondere geschiedenis. Over de gebieden, de belangrijkste thema’s en het belang van onderzoek.

12

Hoofdstuk 2

32

Duinsysteem en drinkwater De duinen vormen een voor Europa uniek ecosysteem, waar drinkwaterwinning en natuur elkaar duurzaam versterken. De grote variatie in habitats en soorten maakt de natuur puur en veerkrachtig. Wat zijn de grote trends?


Het unieke duinecosysteem van Noord-Holland vertegenwoordigt een grote waarde. Dankzij het beleid van de afgelopen decennia zien we de soortenrijkdom weer toenemen. Veel van de zo kenmerkende plant- en diersoorten doen het goed.

PWN versterkt de unieke kracht van elk natuurgebied. Dat is werk van de lange termijn. Het natuurbeheer is

70

Hoofdstuk 4

Natuurbeheer in 2019

50

erop gericht de natuur alle ruimte te geven. Want als de duinen kunnen floreren, krijgen we daar een enorme vitaliteit voor terug.

De duinnatuur is het waard om goed voor te zorgen. Want als wij goed zijn voor de duinen, zijn de duinen goed voor ons. Dus koesteren en onderhouden we de duinnatuur, liefst samen met zoveel mogelijk betrokkenen.

86

Hoofdstuk 5

Ons samenspel met de omgeving

Hoofdstuk 3

Soorten en biodiversiteit

5


Jaargids natuurbeheer 2019


Onze missie: schone natuur, schone bronnen, schoon drinkwater Onze duinen behoren tot de meest gevarieerde en soortenrijke landschappen van Nederland. Hier vind je een grote verscheidenheid aan milieutypen: droog en nat, kalkrijk en kalkarm, winderig en luw, zout en zoet, warme zuidhellingen en juist koele noordhellingen. De milieufactoren in dit ecosysteem gaan geleidelijk in elkaar over, wat bepalend is voor de biodiversiteit.

PWN is verantwoordelijke voor twee grote duingebieden in NoordHolland, elk met hun unieke identiteit en kracht: het Noordhollands Duinreservaat en het Nationaal Park Zuid-Kennemerland en is daarmee de grootste duinbeheerder in Nederland. Ons natuurbeheer is erop gericht om die zo speciale kracht van de duinnatuur de ruimte te geven en waar nodig verder te versterken. We laten de duinen sterk zijn door landschapsvormende processen te stimuleren. En we kijken in elk gebied waar we natuurlijke processen en oude cultuurlandschappen nog beter tot hun recht kunnen laten komen. Zo werken we dag in dag uit aan gezonde duinen. Een aaneenschakeling van de meest gevarieerde gebieden, waarin volop te genieten valt. Een gezonde levensader, die onze kust natuurlijk

Het gevarieerde landschap, de bodemsamenstelling, zout spatwater,

beschermt en bijdraagt aan schoon drinkwater voor bijna 800.000

strandzand dat de duinen in stuift, de zon die een zandhelling opwarmt.

huishoudens en bedrijven in Noord-Holland.

Dit alles maakt de duinen tot een uniek ecosysteem waarin de meest bijzondere soorten floreren. Bijvoorbeeld kalkminnende planten zoals

In dit jaarrapport zetten we uiteen wat de bijzondere dynamiek in

slangenkruid, ruig viooltje en grote tijm. Daar komen zeldzame insecten

de duinen is. We delen bovendien de inzichten die het vele onderzoek

op af, zoals de duinparelmoervlinder, blauwvleugelsprinkhaan en wilde

in de duinen oplevert. Ook leggen we verantwoording af over onze

bijen. En dat trekt bijzondere reptielen en vogels aan, zoals de zand-

opdracht die we al meer dan 80 jaar uitvoeren: natuurbeheer volgens

hagedis, boomleeuwerik en nachtegaal. Ook groter wild voelt zich in

de nieuwste inzichten voor vitale, veerkrachtige duinen.

de duinen thuis, zoals de boommarter, vos en sperwer. En tot slot vind je er grote grazers, zoals het konikpaard en de wisent.

7


Jaargids natuurbeheer 2019

We beheren met de kracht van de natuur De duinen zijn onze levensader. Hier vind je lucht, ruimte, vergezichten en prachtige planten en dieren. Je vindt er natuur met ongelofelijk veel vitaliteit, variatie en dynamiek. Een uiterst waardevol ecosysteem, en dat ligt gewoon bij ons om de hoek.

Wat de duinnatuur met ons doet, beseffen we denk ik meer dan ooit nu de coronapandemie ons dagelijks leven zo ingrijpend raakt. Onze gebieden hebben nog nooit zoveel bezoekers getrokken. Uit de hele regio zoeken mensen de duinen op om er te sporten, te wandelen of gewoon om in de natuur nieuwe energie op te doen. En zo ervaren we opnieuw hoe waardevol het eigenlijk is dat we zoveel ongereptheid in de buurt hebben. Zoveel positiefs in tijden dat het tegenzit — het is er gewoon, voor ons allemaal. Ook internationaal vallen de duinen van Noord-Holland op vanwege hun unieke karakter. Dat ze een Natura2000-status hebben komt doordat er nergens in de wereld zo’n groot gebied is met zoveel ongerepte duinnatuur bij elkaar. Zonder lintbebouwing langs de kust en zonder de privéstranden die we uit andere landen kennen. Onze duingebieden hebben zo puur kunnen blijven, doordat ze ook voor ons drinkwater zorgen. Water en natuur gaan hier immers al honderd jaar een mooi samenspel aan. Want dankzij de puurheid van de natuur zijn de duinen goed voor ons drinkwater, en andersom is het dankzij de drinkwaterwinning dat pure natuur hier de hoogste prioriteit heeft. Dit samenspel heeft onomstotelijk geleid tot een regionale borging van unieke, internationale waarden. Bij alle betrokkenen ervaren we een enorme gedrevenheid om met elkaar deze waarden te beschermen. Brede samenwerking Voor het werk in de duinen zoeken we dan ook zoveel mogelijk de samenwerking op met onze omgeving. Bijvoorbeeld met al die 450 vrijwilligers die zich voor de natuur inzetten, van snoei- en plagwerk tot het systematisch tellen van al die vlinders, vleermuizen en loopkevers. Of met terreinbeherende organisaties en ideële instellingen zoals de Vlinderstichting, stichting Oer-IJ en Sovon Vogelonderzoek Nederland. We merken ook dat mensen graag meedenken over nieuwe natuur en dat ondersteunen we van harte. Zo hebben we bij de natuurontwikkeling van de Castricumse binnenduinrand intensief samengewerkt met omwonenden. Een waardevol proces, dat leidde tot waardevolle ideeën voor het gebied.


Voorwoord

Heel bijzonder vind ik ook de manier waarop we nu in gesprek zijn met een particuliere bewonersstichting, die een groot deel van haar privéterrein door PWN wil laten beheren. De stichting staat erop dat we haar gronden ontwikkelen tot net zo bijzondere natuur als de omringende duinen. Een beetje op een indianenmanier: we bezitten de grond niet, maar krijgen alle ruimte om ook hier de natuur weer natuur te laten zijn. En dat is alleen maar mooi, want voor de natuur bestaan er natuurlijk geen grenzen tussen privé en openbaar terrein. Ik zie deze vraag als een ultiem compliment voor ons beleid, waarbij we inzetten op professioneel beheer om de natuur de ruimte te geven. We zijn bij PWN ontzettend trots dat we in Noord-Holland zoveel draagvlak hebben bereikt voor onze visie. En dat we in het hart van al deze samenwerkingen kansen krijgen om de eigen kracht van de natuur nog sterker te maken. Natuur in het hart Samenwerken is mensenwerk. We merken dat de natuur ook iets doet met de mensen die met ons optrekken. Wie meewerkt in de natuur kan niet onberoerd blijven bij zoveel schoonheid. De natuur komt in je hart en gaat daar nooit meer weg. Daarom willen we zoveel mogelijk mensen verbinden met de duinen. Het is dé manier om te borgen dat al dit waardevols ook voor de toekomst behouden blijft. Tegelijkertijd krijgen we ook steeds meer ondersteuning uit wetenschappelijke hoek. Niet alleen van universiteiten die met ons willen samenwerken voor natuuronderzoek, ook van de in 2019 opgerichte Natuurwetenschappelijke adviescommissie. Deze toetst of ons beheer in wetenschappelijk opzicht recht doet aan de natuurwaarden in de gebieden. Ik prijs me gelukkig dat we topwetenschappers uit binnen- en buitenland bereid hebben gevonden om kritisch met ons mee te denken en waar nodig ons een spiegel voor te houden. Het onafhankelijke karakter van dit wetenschappelijke orgaan geeft ons beleid een stevig fundament en vergroot ons netwerk voor natuurbeheer tot op het hoogste niveau. Deze jaargids staat weer vol met verhalen over de natuur en ons duinbeheer, aangevuld met al het onderzoek dat voor goed natuurbeheer zo noodzakelijk is. Onze waardevolle duinnatuur is een serieuze zaak — ze vormt een rijk en compleet systeem, dat ons voedt en beschermt tegen de zee. Daar doen we met elkaar natuurlijk graag iets voor terug. Sjakel van Wesemael, Directeur Natuur en Beleving 9


Jaargids natuurbeheer 2019

Het seizoen 2019/2020 in vogelvlucht Nieuwe natuurgebieden binnenduinrand Bij Castricum versterkten we De Zanderij en Duin en Bosch door de binnenduinrand te ontwikkelen. Bij Bergen kochten we De Voert aan en maakten we een paddenpoel gevuld met prachtig schoon kwelwater uit het duin.

Laat je opleiden tot Natuurbeheerder bij PWN Een erkende mbo-opleiding voor mooi werk in de natuur.

92 78 We leren kunstmatige intelligentie insecten tellen

30

Meer natuurverhalen uit de duinen op Nature Today naturetoday.com

Nieuwe windsleuven stuiven als een dolle

75


Het seizoen 2019/2020 in vogelvlucht

Ringen naaldbomen goed voor insecten De eerste successen van een duurzame techniek.

Natuurwetenschappelijke Adviesraad toetst duinbeheer PWN

92 84 Oermoeder overlijdt, de kudde neemt afscheid Het gedrag van wisenten bij een sterfgeval in het Kraansvlak.

In 2019 aanzienlijk minder insecten Verschillende onderzoeken in onze duingebieden laten zien dat er in 2019 aanzienlijk minder insecten waren dan het jaar ervoor. Zo hebben kevers en libellen waarschijnlijk erg te lijden gehad van de extreem droge zomer in 2018. Ook zien we verschuiving van soorten bij nachtvlinders doordat de zomers warmer zijn geworden.

Nestkasten tapuit succesvol

55

62 11


Jaargids natuurbeheer 2019

Hoofdstuk 1 PWN als duinbeheerder Welkom in de duingebieden van PWN De duinen zijn natuurgebied, recreatiegebied, waterwingebied ĂŠn zeewering tegelijk. Met een prachtige natuur, bijzonder cultureel erfgoed en een enorme geologische rijkdom. Een bijzonder landschap, met soorten die uniek zijn voor Nederland en Europa. Daar zijn we zuinig op. Want als wij goed zijn voor de duinen, zijn de duinen goed voor ons.


Hoofdstuk 1 PWN als duinbeheerder


Jaargids natuurbeheer 2019

De rol van PWN

Lekker drinkwater en gezonde duinnatuur In opdracht van de provincie Noord-Holland beheert PWN het overgrote deel van de Noord-Hollandse duinen. De provincie heeft als grondeigenaar een overeenkomst met PWN om betrouwbaar en veilig drinkwater te leveren, de bijbehorende natuur duurzaam te beheren en voor passende recreatiemogelijkheden te zorgen.


Hoofdstuk 1 PWN als duinbeheerder

PWN als drinkwaterbedrijf PWN voorziet bijna 800.000 huishoudens en bedrijven in Noord-Holland

PWN stimuleert recreatie in de duinen actief voor zover het gaat om

van drinkwater en gebruikt voor de zuivering van bijna de helft van

beleving en duurzame vormen van natuurgerichte recreatie.

haar drinkwater de duinen van het Noordhollands Duinreservaat.

Onze boswachters zijn naast bewaker van de natuur ook gastheer en

Hier bevinden zich twee infiltratiegebieden voor drinkwater, ecologisch

onderzoeker. Een groep van 450 vrijwilligers ondersteunt onze inspan-

ingepast met duinvalleien en waterzuiverende rietmoerassen.

ningen en zet zich in voor beheer, onderzoek en in onze bezoekerscentra.

De gebieden laten voorgezuiverd IJsselmeerwater bezinken en infiltreren in het duinzand. Na enkele weken wordt het water weer opgepompt en als drinkwater verspreid.

Strategische sturing binnen de sector Natuur en Beleving PWN hanteert een heldere strategie om sturing te geven aan haar

PWN als duinbeheerder

opdracht voor natuurbeheer en recreatie. Daarin staat uiteraard de cyclus

De Noord-Hollandse duinen die PWN in opdracht van de provincie

van plan-do-check-act (pdca) centraal. De stap ‘check’ is wezenlijk voor

beheert zijn de basis voor meer dan 50% van de Nederlandse

goed natuurbeheer en hangt nauw samen met onze kennis en het vele

biodiversiteit. Ze worden nationaal en internationaal gerespecteerd

onderzoek dat we in de duingebieden initiëren. Door goed te evalueren,

om hun bijzondere natuurwaarden, zijn aangemerkt als Natura2000-

signaleren en onze kennis uit te breiden stemmen we ons beleid voor

gebieden en bestrijken een oppervlak van ruim 7.300 hectare.

natuur en beleving steeds opnieuw af op de waargenomen ontwik-

Het natuurbeheer van PWN ligt vast in tienjaarlijks beleid dat wordt

kelingen. Daarbij zijn we blij met de hulp van medewerkers en al die

voorgelegd aan het provinciebestuur: de Beheernota Natuur en

vrijwilligers die zich verbonden voelen met de natuur.

Recreatie 2015-2025. Het beheer voert PWN uit op basis van de nieuwste wetenschappelijke inzichten, vaak gevolgd door verder onderzoek. Zo wordt geleerd van de resultaten, wat kennis oplevert nieuwe plannen om het beheer verder te verbeteren. Bij alle werkzaamheden houdt PWN zich aan de Gedragscode Flora- en Faunabeheer en staan de beheerders nauw in contact met andere terreinbeherende organisaties.

Synergie tussen drinkwater en natuur Door de wisselwerking tussen water en natuur is de bedrijfsvoering van PWN al decennia gebaseerd op drie essentiële, nauw samenhangende

Deze kerngedachte is uitgekristalliseerd in onze strategie, met vier

elementen: schone natuur, schone bronnen en schoon drinkwater.

pijlers waarop PWN haar invloed uitoefent. Als eerste werkt PWN aan

Het één kan niet zonder het ander. Sterker, PWN werkt voortdurend

veerkrachtige ecosystemen, die in staat zijn zichzelf te herstellen van

aan synergie tussen deze elementen, hetgeen op alle fronten tot

allerlei verstoringen. We verbinden gebieden, stimuleren de natuurlijke

bijzondere resultaten leidt.

verstuiving en verwijderen woekerende exoten. Dat zorgt voor prachtige natuur. Zo komen we bij de tweede strategische pijler: beleven. PWN wil

Een voorbeeld: ingenieuze techniek maakt het mogelijk dat voor

bezoekers van de duinen deze natuur laten beleven. Want via beleven

de infiltratie van voorgezuiverd water nog maar 6% van het duin-

komt de natuur in het hart en voelen mensen zich betrokken. Voor mooie

oppervlak hoeft te worden gebruikt voor drinkwaterzuivering.

natuur opkomen en bijdragen aan bescherming is zo nog maar een

Dankzij deze relatief nieuwe manier van infiltreren herwint het zoete

kleine stap.

grondwater zijn natuurlijke niveau, ontstaan er weer natte duinvalleien en komen de zo kenmerkende soorten terug. Per saldo onttrekt PWN

PWN staat als producent van drinkwater en natuurbeheerder midden in

geen grondwater meer aan de duinen. Alleen in perioden van extreme

de samenleving. Door te werken aan de derde pijler, actief verbinden,

droogte of bij calamiteiten maken we aanspraak op de mogelijkheid

betrekken we onze omgeving bij de natuur en ons werk. Alles wat we

om tijdelijk de zoetwatervoorraad in de duinen voor drinkwater

doen is doordacht en gebaseerd op kennis en relevante ontwikkelingen.

te gebruiken.

Door onderzoek en via gesprekken met stakeholders proberen we die ontwikkelingen vroegtijdig te signaleren, de vierde pijler. Onderzoek is

Recreatie en omgeving De duinen trekken jaarlijks bezoek van zes miljoen recreanten. PWN zet zich in voor recreatie in evenwicht met de draagkracht van de natuur,

er ook op gericht om te toetsen in hoeverre we onze doelen halen, de ‘check’ in de pdca-cyclus. Dit houdt ons scherp, zorgt dat we van onze acties leren en waar nodig tijdig kunnen bijsturen (act).

zoals uitgewerkt in onze visie Duurzaam toerisme en recreatie.

15


Jaargids natuurbeheer 2019

Overzicht

De gebieden die PWN beheert De Noord-Hollandse duinen vormen een belangrijke schakel in het kustgebied van Noord-Frankrijk tot Denemarken. In de smalle kuststrook liggen de duingebieden als parels aaneengeregen, met smalle verbindingen ter hoogte van zeedorpen. Europese hotspot biodiversiteit Met een lengte van 20 kilometer is het Noordhollands Duinreservaat

De duinen zijn belangrijk voor het voortbestaan van een aantal be-

het grootste aaneengesloten natuurgebied. De beheergebieden van

dreigde soorten, zoals de tapuit, bruine eikenpage en hondskruid. Het

PWN, tussen Wijk aan Zee en Bergen, zijn samen 5.176 hectare groot.

duinlandschap is bovendien aangewezen als een van de kerngebieden

Even zuidelijker, tussen IJmuiden en Zandvoort, liggen de gebieden

in het Nederlandse natuurnetwerk, de Ecologische Hoofdstructuur. Het

de Kennemerduinen en het Kraansvlak. Samen met enkele kleinere

geldt tevens als hotspot van biodiversiteit in het Europese netwerk van

gebieden bestrijken deze beheergebieden een oppervlak van

natuurgebieden, Natura 2000. De PWN-duinen worden vanuit Natura

1.815 hectare.

2000 vooral beschermd vanwege de duingraslanden, de ‘grijze duinen’, met hun kenmerkende planten- en dierensoorten. Binnen Europa kent

Duizend jaar van grote waarde De duinen die wij nu zien, zijn zo’n duizend jaar oud. Al eeuwen heeft de mens geprobeerd het duingebied naar zijn hand te zetten. Bijvoorbeeld voor de jacht, voor landbouw, bosbouw en om konijnen te fokken. Samen met de biodiversiteit van het duingebied vertegenwoordigt dit erfgoed een grote waarde. Onze duinen behoren tot de meest gevarieerde en soortenrijke landschappen van Nederland. Ze tellen sinds 1990 wel 29 soorten zoogdieren, 131 broedvogelsoorten, 41 libellensoorten, 38 dagvlindersoorten en bij benadering 850 soorten vaatplanten. De biodiversiteit is groot. Van veel soortgroepen komt ruim de helft van de Nederlandse soorten in onze duinen voor.

Nederland het grootste oppervlak aan grijs duin, een habitattype dat voor een groot deel in de PWN-duinen voorkomt. Veel ecologische rijkdom hangt samen met het kalkgehalte van de bodem. Een levend duin is een dynamisch landschap, met grote invloeden van zee, wind, zout en zand. Dit zorgt voor een voortdurende verjonging – de ideale omstandigheden voor bijzondere plant- en diersoorten. Ook de oude cultuurlandschappen, verspreid over het gebied, dragen aan de biodiversiteit bij. En doordat het duin ook zoetwaterreservoir en kustverdediging is, hebben we verstedelijking buiten de deur kunnen houden.


Hoofdstuk 1 PWN als duinbeheerder

17


Jaargids natuurbeheer 2019

Noordhollands Duinreservaat Het Noordhollands Duinreservaat is een van de grootste natuurgebieden in ons land. Het gebied strekt zich uit van de terreinen van Tata Steel bij Wijk aan Zee tot de Schoorlse Duinen. Het is zo’n 20 kilometer lang en gemiddeld 2,5 km breed, met een oppervlakte van 5.176 hectare. Het gebied omvat duinen, strand, binnenduinrandbossen met veel reliëf en enkele kleinere natuurgebieden. Het gebied kan worden bezocht met een duinkaart, parkeren is gratis. In het Noordhollands Duinreservaat komen veel plant- en diersoorten voor. Dit heeft alles te maken met de uitgestrektheid en afwisselende begroeiing. Ook de hoogte, de vochtigheid, het kalkgehalte en het menselijk gebruik in het verleden hebben gezorgd voor een verscheidenheid aan soorten. Bijzonder is dat vanaf Bergen dwars door het gebied de grens loopt tussen kalkrijk en kalkarm zand,

Het Noordhollands Duinreservaat vervult een belangrijke recreatieve functie in de regio. De duinen hier bieden ruimte voor verschillende soorten natuurgerichte recreatie, zoals wandelen, paardrijden en moutainbiken.

Infiltratiegebieden In de duinen van het Noordhollands Duinreservaat liggen de twee infiltratiegebieden van PWN: het Kieftenvlak (Ikief) en in Castricum (Icas). Hier vind je ook de plek waar voorgezuiverd IJsselmeerwater het duin in wordt gelaten. Het water, in Andijk voorgezuiverd, komt via een 52 kilometer lange pijpleiding uit in Heemskerk en wordt vervolgens het duin in gepompt. Voor veel bezoekers is inlaatpunt ‘de kwal’ bij infiltratiegebied Castricum een herkenbaar punt. Vanaf deze plek stroomt het water zichtbaar de bezinkbekkens in. Het water sijpelt vervolgens door het schone duinzand naar beneden, om na drie weken weer als zuiver drinkwater te worden opgepompt. Ná de stap van duinfiltratie wordt het water bij de fabriek in Heemskerk gemengd met water met een heel laag kalkgehalte. Zo kunnen we zacht water leveren.

wat zorgt voor een extra rijkdom aan soorten. Ook zie je in het gebied nog sporen terug van het Oer-IJ, de meest Noordelijke

Landgoed Marquette

monding van de Rijn tweeduizend jaar geleden.

Ten noorden van Heemskerk, in het polderland net buiten het duingebied, beheert PWN het landgoed Marquette. Kasteel Marquette is op dit moment een hotel en wordt nog steeds particulier bewoond.


Hoofdstuk 1 PWN als duinbeheerder

Laatste fase vernieuwing oprijlaan Marquette In het voorjaar van 2019 kreeg de majestueuze oprijlaan van landgoed Marquette 48 nieuwe bomen, de laatste fase van een jarenlange verjonging. De oprijlaan werd eind 19de eeuw aangeplant met beuken en lindes. De afgelopen jaren werden de oude bomen zo slecht dat ze een gevaar voor bezoekers begonnen te vormen. In fasen is daarom de oprijlaan vernieuwd, dit keer met koningslinden. Deze hebben een gunstiger effect op het bodemleven, waardoor onder de bomen prachtige bloemenweides tot ontwikkeling kunnen komen. De koningslindes hebben bovendien een langere levensverwachting en zijn goed bestand tegen wisselende waterstanden.

Het Huldtoneel tegenover de Marquettelaan aan de weg van Castricum

In de duinen liggen veel kleine akkertjes, ofwel landjes, uit vroeger tij-

naar Beverwijk is een historische plaats, waar vroeger hulde betoond

den. Kustbewoners veranderden het omringende landschap en de flora

werd aan de graven van Holland. Al in 800 na Christus lag er op de

en fauna door vele eeuwen van meer of minder intensief duingebruik.

plaats van het huidige kasteel een oude strandwal, een versterking die

Daardoor wijkt het landschap sterk af van het overige duin. Het is er

mogelijk door Noormannen is opgeworpen.

opener, doordat het duin veel werd belopen en er allerlei houtachtig gewas werd weggehaald. Soms werden er slootjes aangelegd, die

PWN beheert het landgoed en de omliggende polders al sinds 1982.

je nu nog als greppels in het duin kunt aantreffen. De bodem werd

Dit heeft geleid tot een toename van het aantal weidevogels, zoals

vruchtbaar gemaakt met alles wat de zee te bieden had. En door

kieviten, tureluurs en grutto’s. Het landgoed is voor het publiek te be-

begrazing en betreding raakte de kalkrijke bodem goed gemengd met

zoeken over wandel- en fietspaden. Ook worden er excursies verzorgd.

schelpsplinters en voedingsstoffen.

Krengenbosch

Dit alles maakte dat we er nu een enorme soortenrijkdom aantreffen.

Iets ten noorden van landgoed Marquette beschikt PWN over het Krengenbosch. Een groene enclave in het agrarische polderlandschap. Net als het Noorderveld en enkele aangrenzende percelen dient het gebied als waterberging en wordt het beheerd als natuurgebied.

In en rond de akkerranden zijn vooral de meer aan ruigte gebonden wilde planten te vinden, zoals wilde peen, zandhaver, stinkende ballote en wilde asperge. Ook sikkelklaver en aardaker groeien hier. De aardaker is een rode lathyrussoort die op de Rode Lijst van bedreigde soorten staat. De eveneens bedreigde kustbehangersbij is afhankelijk van deze plant.

Wimmenummerduinen De ’Duinen van Six’ heten ze nog steeds bij de bewoners van Egmond aan Zee. Maar sinds de Amsterdamse koopmansfamilie Six in 1992 hun duinterrein aan de provincie verkocht, werd het onder de naam ‘Wimmenummerduinen’ aan het Noordhollands Duinreservaat toegevoegd. Het gebied ten noorden van Egmond aan Zee is uniek vanwege zijn karakter van een oud zeedorpenlandschap.

19


Jaargids natuurbeheer 2019

Nationaal Park Zuid-Kennemerland

Het Kraansvlak

Het Nationaal Park Zuid-Kennemerland (NPZK), 3.800 hectare groot, strekt zich uit tussen Zandvoort en IJmuiden. Het gebied omvat duinen, strand, binnenduinrandbossen met veel reliĂŤf en historische landgoederen. Het is een van de 20 Nationale Parken en een toonbeeld van wat de Nederlandse natuur te bieden heeft. De gebieden zijn vrij toegankelijk, alleen voor parkeren moet worden betaald.

In het zuiden van Nationaal Park Zuid-Kennemerland vinden we het

PWN beheert samen met Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer

het Nationaal Park. Hier zijn nog uitgestrekte vlakten van de zeer kwets-

het prachtige duinlandschap en de planten en dieren die er leven.

bare duinroosvegetatie te vinden. Ook de fauna is goed ontwikkeld;

De beheerders werken samen met IVN, gemeenten, Hoogheem-

dat geldt zowel voor de zoogdieren, de amfibieĂŤn als de vogels.

raadschap van Rijnland, de provincie Noord-Holland en particulieren.

Dit heeft onder meer te maken met het feit dat het Kraansvlak tot

Het beheergebied van PWN is grofweg te verdelen in twee gebieden:

de rustigste duingebieden van de vastelandskust behoort. Sinds 2007

het Kraansvlak en de Kennemerduinen.

grazen hier ook wisenten, de laatst overgebleven wilde rundersoort in

438 hectare grote Kraansvlak. Voor een goede balans tussen natuur en recreatie heeft PWN dit gebied in drie zones ingedeeld. De eerste zone, tegen de bebouwing van Zandvoort aan, is vrij toegankelijk en wordt intensief gebruikt als recreatieterrein. Door deze zone loopt het toeristische fietspad het Duinpieperpad. De tweede zone, die verder van de bebouwing ligt, wordt beweid door runderen en paarden die met hun graaswerk een bijdrage leveren aan de terugkeer van de oorspronkelijke flora en fauna. Buiten het broedseizoen is deze zone beperkt toegankelijk via een smal en kronkelend zandpad. De derde zone, de kern, is puur voor de natuur: een rustgebied voor vogels en wild. Het gebied is wat flora en vegetatie betreft een van de rijkste delen van

Europa. Ook konikpaarden begrazen het gebied.


Hoofdstuk 1 PWN als duinbeheerder

In het Kraansvlak zijn paraboolduinen te vinden. We proberen deze van

De duinvalleien zijn weer een stuk natter, maar de bovenlaag is

oorsprong stuivende duinen weer te activeren, zodat er meer dynamiek

vaak nog te voedselrijk. Daardoor kan een plant als duinriet alles

en dus meer variatie aan planten- en diersoorten ontstaat. Een tot

overwoekeren. Om de bijzondere plantengroei terug te krijgen,

de verbeelding sprekend natuurherstelproject is het Verlaten Veld,

heeft PWN op een aantal plaatsen natuurherstelprojecten uitgevoerd.

een oude duinvallei. Om zo’n oud duin weer te kunnen laten stuiven groeven we in 1998 de voedselrijke grond af. Ook werd een beboste

Een prestigieus voorbeeld van dynamisch duinbeheer is de Noordwest

duintop gekapt. Het duin is in beweging gekomen en ‘loopt’ nu lang-

Natuurkern langs de Zeereep. Hier zijn vijf windsleuven in de duinenrij

zaam in noordoostelijke richting.

uitgegraven. Zo heeft de wind weer vrij spel en kunnen nieuwe duinen ontstaan. Het duin verjongt en krijgt weer ruimte om de komende

De Kennemerduinen

decennia met de zeespiegel mee te stijgen.

Centraal in Nationaal Park Zuid-Kennemerland liggen de Kennemerduinen. De natuurlijke opeenvolging van verschillende landschappen - van strand tot bos – zorgt hier voor veel variatie in begroeiing en een enorme diversiteit aan flora en fauna. Er zijn grote hoogteverschillen en open gebieden met zicht op duinmeren en grillig gevormde boompartijen. Tussen de duinenrijen liggen enkele brede valleien, van oudsher met meren en een grote variatie aan planten. Sinds de beëindiging van de drinkwaterwinning in 2002 herstelt de grondwaterstand zich.

21


Jaargids natuurbeheer 2019

Geschiedenis

Eeuwenlange wisselwerking tussen natuur en cultuur De duinen die wij nu zien, zijn zo’n duizend jaar oud. Al eeuwen heeft de mens geprobeerd het duingebied naar zijn hand te zetten. Bijvoorbeeld voor de jacht, voor landbouw, bosbouw en om konijnen te fokken.


Hoofdstuk 1 PWN als duinbeheerder

Al vroeg bewoond De Noord-Hollandse duinen zijn een monumentaal voorbeeld van

Hoewel het huidige duinlandschap zo’n duizend jaar oud is, blijkt uit

het Nederlandse duinlandschap. Het gebied is in vijfduizend jaar tijd

archeologische vondsten dat er ruim daarvoor al mensen leefden. In

ontstaan als gevolg van bijzondere klimatologische en geologische

de vroege middeleeuwen zijn de strandwallen in West-Nederland de

omstandigheden en door invloeden van de mens. Eerst was er een

enige bewoonbare plekken tussen zee en moeras. Bij de vorming van

zandige kust met strandwallen, lage duinen en zeegaten. Rond het

jonge duinen ontstaan er ook de eerste vissersdorpen. Vanaf 1300 laten

begin van de jaartelling verdwenen de buitenste strandwallen in zee

de Graven van Holland verstuivingen vastleggen. Tegelijkertijd zorgen

en verzandden de zeegaten. Duizend jaar later zetten zee en wind het

ze juist voor meer verstuiving, door de konijnenstand voor de jacht

zand weer landinwaarts af: de zogenaamde jonge duinen met hun

kunstmatig hoog te houden.

specifieke vorm. Vanaf 1800 maakt Nederland werk van een goede kustverdediging, onder meer door de buitenste duinenrij (de zeereep) vast te leggen met helmgras en als een zeedijk te beheren. Grote verstuivingen zijn vanaf die tijd nog maar zeldzaam; er worden zelfs pogingen tot landbouw gedaan. Zo ontstaan er grote landbouwcomplexen rond duinboerderijen in het Noordhollands Duinreservaat. In Zuid-Kennemerland worden bijna alle duinvalleien ingezet voor aardappelteelt.

Archeologie in beeld De duingebieden bij Castricum zijn archeologisch erg interessant. Waar 5000 jaar geleden de zee nog vrij spel had, maakte het 2000 jaar geleden deel uit van het oer-IJ. Na de eerste duinen kwamen er al snel kleine akkers en boerderijen. Maar de verstuiving ging door en zo’n duizend jaar geleden trokken de eerste landbouwers hier weg. Het zand over de oude akkers groeide uit tot een twintig meter dit pakket, dat pas sinds een eeuw werd afgegraven voor zandwinning. De afgegraven vlakten dienden tot voor kort nog als bollenland. Bij de ontwikkeling van het nieuwe natuurgebied De Zanderij kom je al deze ontwikkelingen in de aardlagen tegen. Tijdens de Archeologiedag van 2019 stelden we een kuil open voor het publiek, samen met Stichting Oer-IJ, Provincie Noord-Holland, gemeente Castricum, Hollandia Archeologen en Huis van Hilde. Helaas moest de activiteit worden afgelast. Door extreme regenval was de kuil vol water gelopen.

Archeologisch pollenonderzoek bij Egmond In opdracht van Hollandia Archeologen werden monsters van archeologische opgravingen bij Egmond-Waterrijk onderzocht op pollen. Hoe was de vegetatiesamenstelling in de tijd dat de mens invloed op het gebied begon te hebben? Dat die menselijke invloed groot was, blijkt uit de vele pollen van met name rogge met de daarbij behorende onkruiden zoals bolderik, een typisch wintergraanonkruid met giftige zaden. Interessant is het voorkomen van één pollenkorrel van boekweit (Fagopyrum esculentum). Dit product werd in onze streken verbouwd vanaf het eind van de 14e eeuw en was tot in de 20e eeuw met rogge een belangrijke voedselbron in streken met voedselarme zandgronden. Opvallend was verder dat dennenbosjes met eiken en een enkele hazelaar de restanten lijken te representeren van het oorspronke­ lijke bos op de oudere duinen.

23


Jaargids natuurbeheer 2019

bunkers Antlantikwall verdroging

spartelvijvers duinen raken overwoekerd

kon en xo t st e om opk g sla eer tof n t i ks es te erf nam nst jne oni te k

g ro

is oer st t

II

me

sen 1930

WO

bos

g

ing

inn

gin

1900

om

d aal nt n

opk

pla

rw ate st w

tleg

uw

pen

dbo

dor

lan

ze e

s r va

tot

an

vanaf 1800

aan

om

sta

en

lige

ing

cha

opk

ots

to e

g ro

pog

an

en uin gd gin tleg ht jac de oor et v

sta

rond 1300

ont

va s

ont 1000

ste

z i tg e nu

nen

n

en

alle

gat

dw

ze e

zan

va n

dui

iek

en

0

eer

ijne

ge

am

jon

dyn ze e

< 3000 vC

1940

1950

zeewering akkertjes

1914: eerste duincamping (Bakkum)

De invloed van waterwinning

Natuur en cultuur

Rond 1900 komt grootschalige waterwinning op gang. Lange tijd

Door alle ontwikkelingen van de afgelopen eeuwen zijn natuur

benutten we het duinwater voor de drinkwatervoorziening. Daardoor

en cultureel erfgoed nauw met elkaar verstrengeld geraakt.

verdrogen de duinen langzaam maar zeker. Om dit te keren, werken

Nog steeds zie je in het landschap op verschillende plekken

we sinds midden vorige eeuw in het Noordhollands Duinreservaat

eeuwenoude gebruikspatronen, zoals het zeedorpenlandschap.

met infiltratiegebieden. Voorgezuiverd IJsselmeerwater laten we in

Kenmerkend zijn de duinakkertjes, dichtgegroeide windkuilen en

de duinbodem bezinken en winnen we verderop weer terug. Sinds in

bijzondere flora. Het gevolg van eeuwenlang betreden, verrijken

2002 ook de drinkwaterwinning in de duinen van Zuid-Kennemerland

en beweiden. Deze landschappen worden al sinds jaar en dag

werd stilgelegd, zien we dat het duinmilieu weer aanmerkelijk

om deze rijkdom beheerd.

vochtiger wordt. In de afgelopen eeuw is de duinnatuur sterk beĂŻnvloed door lucht-

Bosaanplant In de jaren 30 ontstaan er door werkverschaffingsprojecten her en der naaldbossen in de duinen. Het zijn productiebossen, met Oostenrijkse dennen. In de Tweede Wereldoorlog komen er in het hele duingebied bunkers als onderdeel van de Atlantikwall. Pas in de jaren zeventig komt het natuurbeheer zoals wij dat nu kennen op gang.

verontreiniging. Met name de neerslag van stikstof zorgt voor eenzijdige begroeiing en een veranderende samenstelling van de bodem. Stikstofminnende planten en exoten overwoekeren zeldzame soorten die juist als pionier op kale grond langzaam groeien. We versterken nu de kracht van de duinen door ze open te houden en de natuurlijke duindynamiek zoals het stuiven te bevorderen.


Hoofdstuk 1 PWN als duinbeheerder

grootschaliger dynamiek, meer kalk

soortenrijke duinmeertjes

verdroging stopt opener structuur

rijkere duingraslanden

naa ldb os wo rd t s

gen

ep

llei

t

en

f bo

lag

loo

afp

n va

zo m

e eer in z

dui

bos

eze

etie

2010

ve n

t te l na

en

u i tg

ppl

g

2007

leu

ste

erk

en

dsu

din

r

trij

hee

r

2000

hogere natuurwaarden

s ind 5w

her

nw

ent

zan

bes

ate

kw

rbe

drin

te n

tuu l na

tie

exo

re e

l t ra

is 6w

ctu

ope

stru infi

1970

het landschap verjongt

verstuiving komt langzaam op gang

duinmilieu wordt weer vochtiger

2013

2017 maatregelen PAS 2018 natuurbrug Duinpoort

2003 grote grazers 2002 waterwinning Zuid-Kennemerland stopgezet zeereep mag weer stuiven

6 miljoen recreatieve bezoekers zeewering mag meer landinwaarts

2014 natuurbrug Zandpoort

2017 natuurbrug Zeepoort

Mag een zeewering wel stuiven? Verstuiving van de zeereep lijkt op gespannen voet te staan met een

het motto ‘zacht waar het kan, hard waar het moet’ hoeft het stuivend

Succesvolle duinontwikkeling bij Zandvoort

zand in de duinen niet overal meer te worden vastgelegd. En sinds 2000

De transformatie van een duinvallei bij Zandvoort werpt zijn

mag de zeereep van het Noordhollands Duinreservaat in bepaalde zones,

vruchten af. Twintig jaar geleden startten we met de sanering

onder bepaalde voorwaarden, stuiven. Nieuwe technieken van kustverde-

van oude akkertjes in dit gebied, dat in de volksmond ook wel

diging, zoals zandsuppletie en vooroeversuppletie, maken dit mogelijk.

‘Het veld bij het oude huisje’ heet. De akkers werden omgevormd

andere functie van de duinen: onze zeewering. Sinds de jaren negentig is de visie op het kustveiligheidsbeheer langzaamaan veranderd. Onder

tot een vochtige duinvallei. Sinds een tijdje nemen we hier de Met het oog op de stijgende zeespiegel wordt nog eens tien jaar later

slanke gentiaan waar, een belangrijke kernsoort voor dit

nieuw, dynamisch beheer van de zeereep ingevoerd. Met de tweede

habitattype. Afgelopen jaar kwam daar een nieuwe kernsoort,

duinenrij als solide zeewering is er voldoende hoogte en massa tegen

de knopbies, bij. De laatste kwam tot 1950 in dit gebied nog voor.

de dreiging van de zee. In 2013 zijn daarop voor het eerst in Noord-

De terugkeer van kernsoorten is een indicatie dat de natuur in dit

west-Europa windsleuven uit de zeereep gegraven, de eerste stap op

gebied weer succesvol opbloeit.

weg naar een grootschaliger dynamiek in de Kennemerduinen.

25


Jaargids natuurbeheer 2019

Belangrijke thema’s

De druk op de duinen neemt toe PWN versterkt met haar beheer de ecologische veerkracht van de duinen. De natuur is namelijk zo krachtig, dat ze zichzelf van grote verstoringen kan herstellen. Soms moet ze daar een handje bij worden geholpen. Want door allerlei invloeden van buitenaf staat de duinnatuur onder druk.


Hoofdstuk 1 PWN als duinbeheerder

Stikstofneerslag

Ontkalking

De neerslag van stikstof ligt nog steeds boven de kritische depositie-

De duinen zijn van nature kalkrijk. Daardoor komen hier soorten voor

waarde. Oorzaken zijn onder meer de omringende industrie, luchtver-

die je nergens anders aantreft. Door verzuring (stikstofneerslag) van

vuiling die vanuit Engeland naar onze duinen waait, verkeer in de regio,

de bodem staat het kalkgehalte onder druk. Dit leidt tot overbemesting

dieseluitstoot van de scheepvaart op de Noordzee en meer algengroei

van de duinen en vermindering van de bloemenrijkdom. Dat laatste

door opwarming van de aarde.

heeft ook gevolgen voor bijvoorbeeld bijen, hommels en vlinders.

Stikstof bevordert plantengroei en werkt verzuring van de bodem in

Het kalk in de bodem is op dit moment nog in staat om het zuur

de hand. Typische duinvegetatie houdt van schrale, kalkrijke grond.

te bufferen, maar de vraag is voor hoe lang. Mocht de verzuring

Het gevolg van meer stikstof in de grond is dat er onnatuurlijk veel

doorslaan, dan heeft dit ook gevolgen voor de drinkwater-

voedingsstoffen in de duinbodem zijn gekomen. Daardoor groeien

voorziening. Menging van zuur ondiep grondwater met basisch

stikstofminnende soorten en exoten sneller en overwoekeren ze de

geĂŻnfiltreerd oppervlaktewater kan in de toekomst leiden tot

bijzondere duinvegetatie.

verstopping van onze drinkwaterputten. De Nederlandse duinwaterbedrijven doen hier momenteel veel onderzoek naar.

In het beheer gaat veel tijd, geld en energie naar verwijdering van stikstof uit de bodem. Een arbeidsintensief proces: bijvoorbeeld door de stikstofrijke bovenlaag tot op het kale zand af te plaggen. Daarmee zijn de herstelwerkzaamheden ook nogal ingrijpend voor de natuur.

Invasieve exoten Sommige plantensoorten komen oorspronkelijk in de duinen niet van nature voor, maar zijn hier later geĂŻntroduceerd. Ze komen vaak uit andere delen van de wereld en vinden in de stikstofrijke duinen een ideaal gebied om hard te groeien. Door toename van stikstof in de bodem lukt dat groeien ook erg goed. Zo goed, dat ze kwetsbare

Verandering van stikstofbeschikbaarheid Data op basis van N-totaal zijn afgeleid van vegetatieopnamen % ten opzichte van 2000

duinvegetatie overwoekeren als we niets doen. PWN voert daarom een intensief programma om exoten weg te krijgen. Het gaat met name om Amerikaanse vogelkers, watercrassula, Japanse duizend-

10

knoop, reuzenberenklauw en rimpelroos.

Meer vermesting

Toename recreatiedruk

5

Met het toenemen van toerisme en vrijetijdsbesteding in de Metropoolregio Amsterdam trekken onze duinen door hun bijzondere kwaliteit

0

ook steeds meer recreanten aan. We zien de druk op de natuur daardoor groeien. PWN doet onderzoek naar aantallen en wil weten wat de toegenomen recreatie voor met name broedvogels betekent.

-5

Minder vermesting

Klimaatverandering

-10

De opwarming van de aarde gaat veel gevolgen hebben voor het 2000

2005

2010

2015

2020

klimaat. Ook in de duinen zijn de veranderingen nu al merkbaar. Seizoenen verschuiven, er ontstaan langere periodes van droogte,

Open duin

hitte en overvloedige neerslag.

Halfnatuurlijk grasland Heide Bos Moeras

Bron: LMF (CB5) WUR/aug18 www.clo.nl/nl159202

Droogte, hitte en wateroverlast zullen ertoe leiden dat bepaalde planten en dieren achteruitgaan of zelfs uit Nederland verdwijnen. Andere soorten krijgen juist de kans zich hier te vestigen. De natuur moet in staat zijn om zich adequaat aan deze veranderingen aan te passen. De opwarming van de aarde maakt ook dat de zeespiegel stijgt. De duinen zijn in staat om zich hier op aan te passen. Als duinzand maar voldoende kan stuiven, groeien de duinen de komende decennia vanzelf in hoogte mee met de rijzende zee.

27


Jaargids natuurbeheer 2019

Kennis en onderzoek

Natuurbeheer op basis van gedeelde kennis Goed natuurbeheer is afhankelijk van veel en gedegen onderzoek. In de afgelopen jaren hebben we samen met vrijwilligers, stichtingen, universiteiten en adviesbureaus een schat aan kennis opgebouwd, waar nationaal en internationaal veel belangstelling voor bestaat.


Hoofdstuk 1 PWN als duinbeheerder

PWN besteedde in 2019 287.000 euro aan onderzoek. Grofweg 40%

Ook individuele vrijwilligers met een schat aan kennis en ervaring

daarvan gaat naar signalerend onderzoek, waarbij we onderzoeken

helpen ons bij specifieke soorten. Zo werken we al decennia samen

hoe het met bepaalde soorten is gesteld. Nog eens 40% gaat naar

met ‘uilenroeper’ Arend de Jong, die met zijn perfecte lokroep sinds

evaluerend onderzoek, waarbij we onderzoeken welk effect onze

1982 het aantal bosuilen in het Noordhollands Duinreservaat weet te

beheermaatregelen hebben gehad. De resterende 20% gaat naar

schatten. Deze soort heeft het moeilijk vanwege de opkomst van de

verdiepend onderzoek, waarbij we nieuwe kennis opdoen. Bijvoorbeeld

havik. De resultaten van dit jarenlange veldwerk leveren een

over gedrag van wisenten, de werking van stuifkuilen, of de invloed

indrukwekkende grafiek op.

van recreatie op broedvogels. Vrijwilliger Cees Scharringa loopt al sinds de aankoop van de

Big data De afgelopen jaren hebben we veel data verzameld op basis van tellingen in de natuur. Zo zijn we gestart met business intelligence, een manier om de data in modellen te structureren. Via dataanalyse verwachten we meer samenhang en duidelijker trends te kunnen ontdekken. We delen deze kennis met de partijen die met ons samenwerken.

Wimmenummerduinen ongeveer wekelijks een vaste vogelroute. Inmiddels heeft hij 1,6 miljoen vogels genoteerd. De oogst: in het gebied zijn 210 pleisterende soorten vastgesteld, vogels die jaarlijks een trekroute afleggen en tussentijds een aantal ruststops maken. De KNNV Libellenwerkgroep loopt al 18 jaar acht vaste routes. Op basis van 10.000 waarnemingen hebben de vrijwilligers 41 soorten geregistreerd. Vaste telroutes zijn er ook voor konijnen,

We hebben vegetatietellingen van verschillende jaren, maar nog niet alle data verwerkt en geanalyseerd. Langjarige reeksen hebben we ook van verschillende soorten fauna, zoals konijnen, vlinders, broedvogels, en zandhagedissen.

die we elk voorjaar in kaart brengen. En voor de telling van broedvogels door Sovon, die inmiddels al 42.000 vogelregistraties heeft gedaan. Via business intelligence clusteren we deze enorme hoeveelheid data om vogelterritoria vast te stellen. Ook voor vegetatie kennen we vaste routes. Dit vegetatiemeetnet

Signalerend onderzoek

bestaat uit 2.000 vaste punten in onze gebieden, die volgens een

Bij signalerend onderzoek hanteren we vaste methodes, vlakken en

wiskundige methode zijn vastgesteld. In een straal van 10 meter rond

transecten om soorten te inventariseren. Verschillende groepen flora

dit punt brengen vrijwilligers alle soorten planten, mossen en structuur

en fauna houden we extra in de gaten. Allemaal veldwerk dus,

in kaart. Dit doen we elk jaar voor 500 punten, zodat alle 2000 punten

en dat maakt dit type onderzoek arbeidsintensief.

om de vier jaar in kaart worden gebracht.

Gelukkig krijgen we hulp van tal van vrijwilligersorganisaties, zoals de

Vegetatie-onderzoek doen we ook in het kader van exoten en

Libellewerkgroep van de KNNV, de Vlinderstichting, Sovon Vogel-

Natura2000. De habitatrichtlijnen kennen elk hun eigen beoordelings-

onderzoek, en de Boommarterwerkgroep. De laatste jaren staan bij ons

systematiek, gebaseerd op habitattypen. En daarvoor onderzoeken

signalerend onderzoek de insecten steeds meer in de belangstelling.

we periodiek bepaalde gebieden en maken we op basis van wat we

Bijvoorbeeld wilde bijen, libellen en nachtvlinders.

aantreffen een vegetatiekaart.

Stand bosuilen

Ook nachtvlinders kun je tellen. Daarvoor gebruiken we een lamp en een stroopmengsel waar de vlinders op af komen. Dit onderzoek is erg

120

afhankelijk van nachten met weinig wind.

100

Vrijwilligers controleren elk jaar de bunkers in onze gebieden op vleer-

80

muizen. In de winter doen ze alle bunkers in één weekend aan, om de

60

vleermuizen zo min mogelijk in hun winterslaap te storen.

40 20 0 1986 1988 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014 2016

Wijk /Egm

Bergen

Schoorl

Rest

29


Jaargids natuurbeheer 2019

Evaluerend onderzoek Bij PWN beheren we de natuur op basis van feiten en inzichten. Via evaluerend onderzoek leren we van onze beheermaatregelen. Zo kunnen we onze werkzaamheden op hun effect beoordelen en eventueel bijsturen. De afgelopen jaren zetten we steeds vaker ook onze boswachters en studenten hiervoor in. Zo onderzocht een studente van de opleiding Landscape and Environment Management Delft hoe het faunabeheer van damherten in onze gebieden beter kan. Ze deed onderzoek naar de knelpunten

en onderzoek naar alternatieven, zoals een pilotstudie naar

Kunstmatige intelligentie leert insecten herkennen

‘hunting for fear’.

Sinds 2019 staan er vijf cameraopstellingen in de duinen voor

in het faunabeheerplan 2016-2020 op basis van interviews met verschillende betrokkenen. Dit vulde ze aan met literatuurstudie

onderzoek naar insectensoorten. Ze werken samen met slimme De enorme ingreep in de zeereep van 2013 is ook nog steeds

software die steeds beter leert om insecten te herkennen.

onderwerp van evaluerend onderzoek. De vijf windsleuven in deze

De nieuwe techniek maakt het mogelijk om op grote schaal

Noordwest Natuurkern verplaatsen veel zand, maar hoe dat precies

onderzoek te kunnen doen naar trends in insectenaantallen en

verloopt is de moeite van onderzoek waard. Onderzoeker Bas Arens

soortenrijkdom. De innovatieve telmethode werd ontwikkeld naar

brengt elk jaar de zandverplaatsing in kaart. Dit gebeurt aan de hand

aanleiding van berichten uit Duitsland over een grote afname van

van stereo-luchtfotografie, en geavanceerde digitale modellen. Daaruit

het aantal insecten. In Nederland zijn eerder ook wel langlopende

leiden we af dat de kerven zich aan het verbreden zijn en vooral aan

onderzoeken naar insectenaantallen gedaan, maar dat kon alleen

de randen eroderen. Ook zien we meer landinwaarts nieuwe toppen

op een beperkte schaal. Het determineren van insecten is

ontstaan, die enkele meters hoger zijn dan de oude toppen.

arbeidsintensief werk.

Zandverplaatsing in beeld, dwars doorsnede van een duin 12 10 8

6 4

2 0

30

50

2010 OKT

2011 NOV

2014 NOV

2015 NOV

90

70

2013 JAN 2016 NOV

2013 NOV

110

130


Hoofdstuk 1 PWN als duinbeheerder

Verdiepend onderzoek Voor verdiepend onderzoek werken we veel samen met onderzoeks-

In de infiltratiegebieden komt ontkalkt grondwater nog bijna niet voor.

bureaus, universiteiten en KWR. Deze laatste, de overkoepelende

In de verre toekomst zal ontkalking wel verder doorzetten en zal de

onderzoekstak van de drinkwaterbedrijven, voert veel onderzoek voor

kalkbuffer van de bodem opraken. De vraag is wanneer dit gebeurt.

ons uit. Zoals de afgelopen drie jaar naar het effect van verstuiving in

Menging van zuur ondiep duingrondwater en basisch geĂŻnfiltreerd

onze duinen. Daarmee hebben we nu veel kennis opgebouwd over

oppervlaktewater in pompputten zal in de toekomst tot een nieuwe

hoe we stuifkuilen het beste kunnen aanleggen voor een zo groot

vorm van chemische putverstopping kunnen leiden. Daarom onderzoekt

mogelijk effect.

KWR namens PWN, Evides, Dunea en Waternet dwarsdoorsnedes van verschillende duingebieden om de samenhang tussen bodem,

Gedragsobservaties liggen aan de basis van onderzoek naar het

grondwater en vegetatie te bepalen.

foerageergedrag van grote grazers, en wisenten in het bijzonder. Vrijwilligers en stagiairs onderzoeken planten, struiken en uitwerpselen. De bevindingen vullen ze aan met literatuuronderzoek. Wisenten, Schotse hooglanders en konikpaarden blijken elkaar nauwelijks te beconcurreren. Een heel nieuw onderzoek wordt gedaan naar de CO2-opname van schimmels. Schimmels die in symbiose leven met planten (mycorrizaschimmels), spelen een grote rol in de koolstofkringloop van de bodem. Ze zijn daardoor belangrijk voor het vastleggen van kooldioxide uit de atmosfeer. Nadia Soudzilovskaia van Leiden

Kennis en inzichten delen op Nature Today PWN doet veel onderzoek en vindt het belangrijk de uitkomsten hiervan zoveel mogelijk te delen. Daarvoor hebben we ons aangesloten bij het online platform Nature Today. Hier delen biologen, ecologen en instellingen hun bijzondere waarnemingen, kennis en natuurnieuws voor een groter publiek. Dat varieert van kleine wetenswaardigheden uit de natuur tot grote onderzoeken. PWN publiceert met grote regelmaat interessante artikelen naar aanleiding van het vele veldonderzoek in de duinnatuur.

University heeft een NWO-Vidi beurs gekregen om hier onderzoek naar te doen. Zij en haar studenten gaan hier in de Kennemerduinen onderzoek naar doen. De VU Amsterdam heeft de samenwerking met PWN opgezocht om

remobilisatieproces van het duin via het creĂŤren van windsleuven

Met drones de vegetatie onderzoeken

en het plaggen van begroeide paraboolduinen. De focus ligt op

Drones zijn sterk in opkomst als onderzoeksinstrument.

sedimenteigenschappen en -transport.

In de landbouw worden ze al ingezet voor gewascontrole.

de komende jaren onderzoek te doen naar sedimentologische trends in het duingebied. Hierdoor wordt meer inzicht verkregen in het

Nu zien we dat drones ook in het natuurbeheer van toegevoegde waarde zijn. In 2019 deden we in de Kennemerduinen voor het eerst een proef met dronemonitoring. Voor een nieuw schapenbegrazingsgebied brengen we de effecten van begrazing in kaart. De vegetatiestructuur wordt vanuit de lucht met een drone gefotografeerd. Als referentie brengen we ook lopend de aandachtssoorten in het gebied in kaart. Door verschillende methoden te combineren kan de komende vijf jaar de ontwikkeling van het gebied goed gevolgd worden.

31


Jaargids natuurbeheer 2019

Hoofdstuk 2 Duinsysteem en drinkwater Een plek waar de natuur nog puur kan zijn Dat de duinen uit fijn zand bestaan. Dat de wind vanuit zee zout spatwater het duin in blaast. Dat onder het zand een zoetwaterbel op een tong van zout water rust. Dit alles heeft geleid tot een gebied met unieke natuur. Het maakt de duingebieden tot een ecosysteem waar drinkwaterwinning en natuur duurzaam verweven zijn.


Hoofdstuk 2 Duinsysteem en drinkwater


Jaargids natuurbeheer 2019

Ecosystemen

Variatie en dynamiek door zand, water en wind Onze duinen behoren tot de meest natuurlijke delen van Nederland en vormen een bijzonder ecosysteem. Een aaneenschakeling van gebieden met veel reliĂŤf, een zandige bodem en overal de invloed van de zee. Wie de gebieden verkent, ontdekt al gauw een enorme variatie. Van de kust naar het binnenland volgt de ene biotoop op de andere:

Tegenwoordig proberen we het stuiven in de duinen weer meer op

van strand, embryonaal duin en zeereep, tot open duin, struweelduinen

gang te brengen. Bijvoorbeeld door het gebied te laten begrazen,

en binnenduinrandbossen. Ook vind je hier en daar meren en plassen,

door stuifkuilen aan te leggen en zelfs nieuwe kerven in de zeereep

de zogenaamde natte duinvalleien.

uit te graven.

Bij Bergen aan Zee is nog een gebied met heide. Dit komt doordat de

Het zand in de duinen is van onschatbare waarde voor duingebonden

duinen rond Bergen kalkarm zijn. Tegelijkertijd vinden we in de duinen

plant- en diersoorten. Dat komt door het hoge kalkgehalte. Met name

nog sporen van vroegere landbouw: restanten van kleine akkers en bol-

zand dat vanaf het strand de duinen in stuift bevat nog relatief veel

lenvelden, met hun eigen kenmerkende kruidenvegetatie. Bij Schoorl is

kalk. Kalk voorkomt verzuring van de bodem en maakt de duinen ook

zelfs via een kerf in de duinenrij het binnendringen van zeewater weer

erg geschikt als natuurlijk filter voor drinkwater.

mogelijk gemaakt. Door de vele functies die de duinen vervullen, zijn de gebieden Door deze landschappelijke variatie is ook de soortenrijkdom van

versnipperd geraakt. Om meer samenhang en genetische variatie

planten en dieren groot. Van de Nederlandse plantensoorten komt 65%

terug te krijgen, zijn er drie natuurbruggen aangelegd in Nationaal

in de duinen voor en is 9% vrijwel uitsluitend aan de duinen gebonden

Park Zuid-Kennemerland.

(bron: Compendium voor de Leefomgeving). De duinen kennen ook veel dynamiek zoals wind, water, stuivend zand, en periodes met hitte en droogte. Eeuwen geleden heeft de mens deze dynamiek aan banden gelegd door helmgras aan te planten. Een effectieve methode om de zeewering in stand te houden en de overstuiving van het achterland tegen te gaan.


Hoofdstuk 2 Duinsysteem en drinkwater

35


Jaargids natuurbeheer 2019

Strand en embryonaal duin

Open duin

Het strand en de eerste duinen met helmbegroeiing staan aan het

Hier wisselen onbegroeide delen af met structuurrijke begroeiingen.

begin van de duinvorming en leggen daarmee de basis voor de

Zout spatwater belemmert de groei van bomen en zorgt voor extra

biodiversiteit verderop in de duinen. Strand en embryonaal duin zijn

bufferstoffen. Dankzij verstuiving en begrazing kennen deze gebieden

ook van belang voor broedende en foeragerende kustvogels, zoals

een enorme variatie. En hoewel het open duin in Nederland relatief

dwergstern, eider, kleine mantelmeeuw en de strandplevier.

veel voorkomt, is het internationaal gezien zeldzaam. Open duin is van

Ook enkele ongewervelde dieren zijn aangepast aan de omstandig-

belang voor bijzondere plantensoorten, zoals duindoorn, zeewolfsmelk,

heden van embryonale duinen en stranden.

blauwe zeedistel, helm duinroosje, kleverige reigersbek, ruw vergeet-mij-nietje, duinviooltje, mossen, korstmossen en padden-

De duinen en stranden kunnen zowel droog als nat zijn. Door de

stoelen. En ook voor diverse diersoorten zoals roodborsttapuit, velduil,

dominante invloed van het zoute water en de geselende werking van

tapuit, duinparelmoervlinder, blauwvleugsprinkhaan, en zandhagedis.

het stuivende zand, is de begroeiing zeer open en schaars. Waar het

Binnen open duin onderscheiden we twee duintypen: witte duinen

zeewater niet komt en de duintjes iets hoger worden, komt biestar-

en grijze duinen.

wegras voor. Dit zeer geharde gras houdt zand vast. De duintjes worden daardoor nog hoger en er ontstaan luwe plekken. Hier kan helm zich vestigen en wordt nog meer zand ingevangen. Op het vloedmerk, door het water afgezette plantenresten, vestigen zich andere karakteristieke soorten zoals zeeraket, loogkruid en zeepostelein. De meer beschut liggende embryonale duinen aan de binnenzijde van de buitenste duinenrij vormen een overgang naar open duin.

Roodborsttapuit

Zeeraket Duinroosje


Hoofdstuk 2 Duinsysteem en drinkwater

Witte duinen

Grijze duinen

De voorste duinen die nog maar schaars begroeid zijn. Hier wordt

Het grijze duin is het meest soortenrijke natuurtype van droge duinen

het witte zand afgewisseld met helm. Hier gedijen zeldzame

en geldt als de ruggengraat van ons duinlandschap. Typische soorten

plantensoorten, die alleen in dit milieu voorkomen. Bijvoorbeeld

zijn duindoorn, dauwbraam, fakkelgras en buntgras. Op kalkarme en

blauwe zeedistel, zeewolfsmelk en op iets luwere plekken ook

ontkalkte plaatsen komen ook veel korstmossen voor. Vooral op kalkrijk

zeewinde. En vlak bij de oude zeedorpen langs de Hollandse kust

zand kunnen de duingraslanden een groot aantal hogere planten

vinden we een relatief soortenrijk zeereeptype met soorten als

bevatten, zoals hondskruid en wondklaver. Vooral in nog licht stuivende

zandhaver, bitterkruid, bitterkruidbremraap, schermhavikskruid,

duinen groeien vaak ook veel mossen, bijvoorbeeld buizerdmos,

blauwe zeedistel en zeewinde.

en paddenstoelen, bijvoorbeeld gesteelde stuifbal.

Een klein aantal diersoorten is gebonden aan helm als voedselplant,

De afwisseling van kale en begroeide plekken, vegetatiestructuur,

zoals de rupsen van de helmgrasuil, de mot Apatetris kinkerella,

bodemontwikkeling en bloemenrijkdom maakt dat veel diersoorten

de dwergcicade Psammotettix maritimus, en de bladluizensoort

hier een geschikte leefomgeving vinden. Karakteristieke diersoorten

Schizaphis rufula. Voor veel andere diersoorten die ook van andere

zijn onder andere de tapuit, blauwvleugelsprinkhaan en veel soorten

grassen kunnen leven, vormt helm niettemin een belangrijke voedsel-

bijen, wespen en loopkevers. Voorbeelden van vlinders zijn de kleine

bron. Keversoorten die soms nog worden aangetroffen in helm-

parelmoervlinder, grote parelmoervlinder en duinparelmoervlinder.

vegetaties zijn strandzandloopkever, grijze bolsnuittor, smalle

Deze vlinders zijn allemaal als rups afhankelijk van viooltjes.

schorsloopkever en de loopkever Calathus mollis. De overgangszone tussen witte en grijze duinen is het belangrijkste leefgebied van

Waar in kalkarme grijze duinen iets koelere en vochtiger omstandig-

de duinsabelsprinkhaan.

heden heersen, is een iets snellere opbouw van vegetatie, organisch materiaal en humus mogelijk. Op zulke plaatsen vestigen zich

Zeer dynamische helmduinen vormen een geschikt milieu voor diverse

struikheide, kraaiheide en gewone eikvaren.

exclusieve paddenstoelen, waaronder het zandtulpje. De afgestorven wortels van helm en andere grassen vormen een goede voedingsbodem voor specialistische paddenstoelen, zoals zeeduinchampignon en duinstinkzwam. Ook op het afstervende grasblad leven specialisten, onder andere de helmharpoenzwam en de duinfranjehoed.

Duinparelmoervlinder

Duinstinkzwam

37


Struweel

Duinbossen

Duindoornstruwelen bestaan uit laag tot middelhoog struweel en zijn

Duinbossen worden gedomineerd door de Zomereik met een relatief

als habitattype beeldbepalend voor het Noordhollands Duinreservaat.

soortenarme ondergroei. Dit habitattype vind je grotendeels op kalkrijk

Het hoogtepunt van deze struwelen ligt ten zuiden van Bergen aan

zand in de oostelijke helft van het duinmassief. Het ijle natuurlijke

Zee vanaf de kalkovergang naar het zuiden. Ook hogere struwelen

karakter van deze bossen is voor Nederland uniek.

zoals meidoorn en wegedoorn horen bij dit habitattype. Het vastleggen van de duinen en landbouwkundig gebruik hebben in het verleden

De best ontwikkelde duinbossen zijn te vinden op de kalkarme bodems

struweelontwikkeling in gang gezet. Dit habitattype is van groot

van Bergen. Het grootste oppervlak van dit habitattype bestaat echter

belang voor broed- en trekvogels. Duindoornstruweel omvat een breed

uit aangeplante bossen. Deze plantages en bezaaiingen liggen met

spectrum aan typische duinstruweel, soms wel tot honderd jaar oud.

name ten zuiden van Egmond aan Zee tot Wijk aan Zee. De habitats

Voorbeelden zijn duindoorn, sleedoorn, liguster, meidoorn

vormen een speciale categorie en wijken sterk af van hun binnenlandse

en kardinaalsmuts.

tegenhangers door het ontbreken van veel kruidachtige soorten en het struweelachtige karakter. Duinbossen vormen geen gesloten bedekking maar hebben van nature een halfopen karakter met veel zomen en overgangen naar struweel en duingrasland. Dit wordt veroorzaakt door de winddynamiek en de bodemontwikkeling. De bomen zullen steeds meer in leeftijd gaan verschillen naarmate nieuwe plekken geschikt raken voor bosvorming. De kwaliteit groeit van nature met het aantal dikke en dode bomen, Heggenmus

wat weer de structuur en de functie als leefgebied voor typische bossoorten vergroot. Er is ook een vochtige variant van het habitattype duinbos, met een grondwaterstand die in de winter rond het maaiveld ligt. Dit bostype ontstaat in de binnenduinrand op plekken met kwelwater. Meer kenmerkend zijn zij als laatste successiestadium in vochtige valleien. De natuurlijke groeiplaatsen liggen ook in de meest westelijke delen van het duin. Voor dit type geldt dat de waterhuishouding bepalend is voor het voortbestaan, de kwaliteit en de ontwikkeling. De zachte berk is de meest voorkomende boomsoort en is structuurbepalend.


Onderzoek kleinschalige dynamiek van stuifkuilen Het open duin staat al jaren onder druk van stikstofdepositie. Om dit tegen te gaan is verstuiving erg belangrijk. Zo komt er kalkrijk zand de duinen in en wordt verdere verzuring van de bodem tegengegaan. PWN zorgt voor verstuiving door begrazing, maar er kunnen ook spontaan stuifkuilen ontstaan. Toch is er een groot verschil in de ontwikkeling van deze ‘actieve stuifkuilen’ als we kijken naar het kalkgehalte van de bodem. In kalkrijke duinen komt dit meer voor dan in kalkarme duinen. Om dit verder te onderzoeken, bestudeerden we de kleinschalige dynamiek in kalkrijke en kalkarme duinen. We vergeleken luchtfoto’s uit 1996, 2003, 2007, 2012 en 2017 met de ontwikkeling van konijnenpopulaties in deze gebieden. Konijnen zijn een belangrijke factor bij het ontstaan van stuifkuilen door hun graafgedrag. Uit het onderzoek blijkt inderdaad dat de stuifdynamiek toeneemt als konijnenpopulaties groeien, vooral in combinatie met stormactiviteit. Andersom heeft een afname van konijnenpopulaties een veel grotere invloed op kalkarme gebieden. In kalkrijke gebieden bleef de stuifdynamiek nog goed toen de konijnenaantallen afnamen.

39


Jaargids natuurbeheer 2019

Waterwinning

Land van lekker drinkwater De Noord-Hollandse duinen vormen een belangrijke schakel in de bereiding van zuiver drinkwater. Bijna de helft van het PWN-water passeert het kalkrijke duinzand. In de duinen bewaren we bovendien een strategische drinkwatervoorraad van maanden.


Hoofdstuk 2 Duinsysteem en drinkwater

PWN zuivert water uit het IJsselmeer en de Lek. De zuivering bestaat uit

Natuurbeheer en watervoorziening versterken elkaar. PWN benut

filteren, coaguleren, membraanfiltratie en UV-licht. Hiermee bereiken

volop synergiemogelijkheden tussen natuurbeheer en bescherming

we dat ons water lekker en betrouwbaar wordt. Een groot deel van het

van haar waterbronnen. De puurheid van de natuur staat garant voor

water slaan we daarna op in de duinen van Noord-Holland. Hier passeert

schone bronnen en dat zorgt dat de kosten voor drinkwaterzuivering

het water de koele, donkere duinbodem en wordt het nog verder

laag blijven.

bacteriologisch gezuiverd. Na drie weken pompen wij het geïnfiltreerde water op. Na een laatste zuivering met zandfilters gaat het door het leidingnet naar huishoudens en bedrijven in Noord-Holland. Onder de duinen bevindt zich een natuurlijke zoetwaterbel. Deze wordt aangevuld met regenwater en vormt kwel, dat afvloeit richting zee of polder. Van deze zoetwatervoorraad kunnen we bij calamiteiten gebruikmaken om de watervoorziening in Noord-Holland op peil te houden. We onttrekken netto bijna geen water aan de duinen: de hoeveelheid geïnfiltreerd water is nagenoeg gelijk aan de hoeveelheid die we aan het grondwater onttrekken.

Welk effect heeft een hoger zoutgehalte op het waterleven? In de vorige jaargids maakten we al melding van de droge zomer van 2018. Een van de effecten was dat PWN voor de watervoorziening IJsselmeerwater met een hoger zoutgehalte moest toelaten tot de infiltratiegebieden in de duinen. Tijdelijk werd de norm voor het maximale chloridegehalte verhoogd van 150 mg/l naar 250 mg/l. Meteen startten we ook onderzoek op naar de effecten daarvan op het leven in de infiltratiebassins. Wat is het effect op de macro-fauna (kleine waterdiertjes) en waterplanten als in de toekomst het zoutgehalte vaker noodgedwongen hoger wordt? We splitsten het onderzoek op in metingen naar het chloridegehalte in het infiltratiewater, onderzoek naar voorkomende soorten en literatuuronderzoek naar stress onder deze soorten bij

Het chloridegehalte in het duinwater bleek bij metingen opvallend weinig te variëren, zowel per locatie als in de tijd. Het soortenonderzoek leverde verrassende ontdekkingen op. Door de goede waterkwaliteit in de bassins leven hier ook zeldzame exoten, zoals de Kaspische garnaal en de Kaspische slanke aasgarnaal. Ook komen de tijgervlokreeft en de Jenkins’ waterhoorn hier veelvuldig voor. In totaal is 11% van de soorten in dit water zeldzaam tot zeer zeldzaam in Nederland. Uit het literatuuronderzoek kwam naar voren dat 5% van de voorkomende soorten macrofauna mogelijk stress ondervindt bij concentraties boven 100 mg/l. Bij hogere chlorideconcentraties krijgen steeds meer soorten mogelijk stress: 13% van de soorten bij 200 mg/l, 36% bij 300 mg/l en 65% vanaf 500 mg/l. Het merendeel van de waterplanten blijkt een stijging tot 200 à 300 mg/l eenvoudig te kunnen verdragen. De uitkomsten van het onderzoek moeten worden gezien als een eerste indicatie.

hogere zoutconcentraties.

41


Jaargids natuurbeheer 2019

Belangrijke ontwikkelingen

De staat van onze duinen en trends Hoe staat het ervoor met onze duinen? De natuur hier is enorm krachtig vanwege haar grote variatie. Dankzij goed beheer zien we ook op steeds meer plekken dat de natuur zich weer in al haar schoonheid laat zien.


Hoofdstuk 2 Duinsysteem en drinkwater

In de duingebieden vindt van nature successie plaats: de ontwikkeling

Emissie van luchtverontreinigende stoffen

dat schrale gebieden in de loop der eeuwen steeds meer begroeid raken met struiken en bos. Dit proces van verruiging is de laatste

kiloton 800

decennia in een stroomversnelling gekomen door stikstofneerslag. De stikstof is onder meer afkomstig van industrie en scheepvaart,

600

maar ook van een verhoogde uitstoot van ammoniak door algen in de kustzone van de Noordzee. Deze algengroei lijkt weer te worden gestimuleerd door stikstof afkomstig van landbouw die via de rivieren

400

in de kustzone terecht is gekomen. Dankzij overheidsingrijpen is de neerslag van stikstof in de laatste 20 jaar gelukkig afgenomen, maar nog steeds te hoog.

200

In het open duingebied is het aandeel struiken en bomen weliswaar laag (minder dan 10%), maar sinds 2000 sterk toegenomen. In het open droog duin is deze toename sterker dan in vochtig duin. In de duinen zien we ook een toename van ruigtekruiden, snelgroeiende hoog opschietende kruiden. Een indicator dat de bodem te veel voeding bevat. Gelukkig zijn er ook verbeteringen zichtbaar. In vochtig open duin neemt juist de bedekking toe van soorten die indicatief zijn voor

1990

1995

2000

2005

2010

Stikstofoxiden (NOx ) Niet-methaan-vluchtige organische stoffen (NMVOS)

voedselarme bodem. Ook neemt in de duinen als geheel het aantal

Ammoniak (NH )

Rode Lijstsoorten per meetpunt iets toe.

Zwaveldioxide (SO2 )

2020

2025

2030

Emissieplafonds 2010 Emissieplafonds 2020 Emissieplafonds 2030

3

Fijnstof (PM10)

Niet alleen de toegenomen stikstofneerslag, ook de sterke reductie

2015

Fijnstof (PM2,5)

Bron: Emissieregistratie; PBL RIVM/jun18 www.clo.nl/nl018325

van het aantal konijnen heeft de afgelopen decennia bijgedragen aan de verruiging. Virusziektes als myxomatose en RHD zijn hier de oorzaak van. Doordat de konijnenstand sinds een halve eeuw is gedecimeerd, hebben zaailingen van bomen en struiken meer kans gekregen om zich te ontwikkelen.

Wat betekent achteruitgang insecten voor zangvogels? Insecten vormen een belangrijke pijler van een ecosysteem. En daar zijn er steeds minder van, getuige diverse onderzoeken in binnen- en buitenland. Hoe zit dat in onze duinen? En hoe soepel gaan vogels die insecten eten met een tekort aan insecten om? In 2019 begonnen we met een grootschalig onderzoek. Het onderzoek richtte zich op twee vogelsoorten die van insecten

Opvallend was dat de insectenfauna tussen de beide gebieden sterk verschilt en dat er in 2019 aanzienlijk minder insecten geteld zijn dan in 2018. Ook varieert het soort voedsel voor de vogels sterk door het broedseizoen heen. Een van de voorlopige conclusies van het onderzoek is dat de vogels hun favoriete rupsen weleens net zo makkelijk kunnen inwisselen voor sprinkhanen, die later in het seizoen meer beschikbaar zijn. Vervolgonderzoek moet meer meetgegevens opleveren, zodat we duidelijker uitspraken kunnen doen over de rol van verschillende insecten in het ecosysteem van droge duinen.

afhankelijk zijn: de graspieper en de roodborsttapuit. We keken naar hun broedsucces in twee typen droge duin: het Vogelduin boven Castricum en het kalkarmere duin tussen Wimmenum en Bergen. Ook onderzochten we de stand van insecten in de beide gebieden en vergeleken de data met die uit 2018. Daarbij observeerden we in 2019 met camera-opstellingen welk soort insecten de vogels aan hun jongen voerden.

43


Jaargids natuurbeheer 2019

Wat zeggen epifyten over stikstof en klimaat? Op gezette tijden wordt in de duinen een inventarisatie naar

Depositie van stikstofverbindingen

daar voorkomende epifyten gedaan. Epifyten zijn planten

Neerslag van stikstof is in de Nederlandse natuur een groot probleem.

(vaak mossen en korstmossen) die op andere planten groeien.

Dit kent twee bronnen: stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NH3).

Omdat de schors waarop ze groeien nauwelijks verweert,

Stikstofoxiden worden voornamelijk uitgestoten door verkeer en

zijn epifyten voor hun nutriĂŤnten aangewezen op wat er in

industrie en ammoniak door de landbouw.

de lucht aanwezig is. Hierdoor zijn ze zeer gevoelig voor veranderingen in luchtkwaliteit en worden ze daarom ook wel

De totale stikstofdepositie in Nederland is sinds 1990 geleidelijk

gebruikt als biologische indicatoren voor bijvoorbeeld

gedaald. Als we dit splitsen naar bronsoort, zien we dat de uitstoot van

concentraties van stikstof en zwaveldioxide in de lucht.

NOx sinds 1990 met ruim 65% omlaag ging. Dit komt voornamelijk door maatregelen in de industrie en het verkeer. De ammoniakuitstoot

Uit een reeks metingen in 1990, 1993, 2000 en 2018 kunnen

is sinds 1990 in eerste instantie ook flink gedaald (met ongeveer 70%),

we afleiden dat het klimaat warmer wordt. We zien duidelijk

maar sinds 2014 nemen de emissies weer licht toe.

een toename van meer zuidelijke soorten en een afname van de noordelijker epifyten. Hoewel het aantal nitrofiele soorten

Precieze cijfers over stikstofemissies in de duingebieden zijn niet

(nitrofyten) niet echt is toegenomen, lijkt vermesting (toename

bekend. Wel maken de Kennemerduinen met drie meetpunten sinds

van nutriĂŤnten) toch een rol te spelen in de verschuiving in

kort deel uit van het Meetnet Ammoniak van het RIVM.

soortensamenstelling en -abundantie. Doordat door de jaren heen herhaaldelijk dezelfde punten zijn bemonsterd, kunnen we goed de cumulatieve effecten zien van een relatief geringe ammoniakbelasting ten opzichte van de rest van Nederland. De invloed van zwaveldioxide in de lucht was vroeger sterk, maar is nu vrijwel verdwenen.

Bedekking met bomen in duinen

Bedekking met struiken in duinen

% bedekking

% bedekking 6

16

5

12 4

8

3 2

4 1

0 2000

2005

Duinen totaal Droog open duin Nat open duin

2010

2015

2017

2020

Bron: LMF (CB5, Provincies, PBL) CBS/dec18 www.clo.nl/nl153506

0 2000

2005

Duinen totaal Droog open duin Nat open duin

2010

2015 2017

2020

Bron: LMF (CBS, Provincies, PBL) CBS/dec18 www.clo.nl/nl153506


Hoofdstuk 2 Duinsysteem en drinkwater

Trends in flora

Vogels open duin

Veel kenmerkende plantensoorten van de duinen zijn in de laatste jaren

Broedvogels van de open duinen, met name tapuit is vergeleken met

in verspreiding vooruitgegaan. Dat komt onder meer door de maat-

1990 met een zeer laag aantal broedparen aanwezig. De achteruitgang

regelen die de duinbeheerders hebben genomen. Ook in de gebieden

is een gevolg van toenemende verstruiking en vergrassing van de

van PWN zien we deze ontwikkeling.

duinen, waardoor geschikte broedplaatsen verdwijnen. De achteruitgang van de tapuit hangt ook samen met de afname van het aantal

Met herstelmaatregelen, waaronder het creëren van verstuivings-

konijnenholen, die voor deze soort de ideale nestplek zijn.

plekken, het verwijderen van struiken en bomen en het inzetten van grote grazers, proberen we het dichtgroeien van de duinen tegen

Broedvogels in duinen

te gaan. Daardoor is de achteruitgang van veel soorten gestopt. Plantensoorten van de droge duinen gaan gemiddeld sinds 2010 zelfs weer vooruit, vooral op locaties waar bomen en struiken zijn

300

Index (2000 = 100)

verwijderd. Ook voor de planten van de natte duinen zijn veel maatregelen genomen, zoals onze projecten in het kader van regeneratie van natte duinvalleien.

Trends in fauna

200

De voor duinen kenmerkende broedvogels, dagvlinders, reptielen en sprinkhanen gaan gemiddeld achteruit in populatie-aantal. Van de 36 diersoorten in deze indicator gaan er 10 vooruit en 17 achteruit. Voorbeelden van achteruitgaande soorten zijn tapuit, wulp, veldleeuwerik en tureluur. Enkele andere kenmerkende broedvogel-

100

soorten gaan juist vooruit, waaronder nachtegaal en roodborsttapuit. Dagvlinders gaan als groep achteruit; reptielen en sprinkhanen gaan echter enigszins vooruit als groep. Door de achteruitgang van vooral kenmerkende vogels en dagvlinders is de ecosysteemkwaliteit van de duinen verminderd.

0 1990

1995

2000

2005

2010

2015

Bron: NEM (Sovon, CBS).

Grutto krijgt satelliettag In Jaargids Natuurbeheer van vorig jaar schreven we over de

Nachtegaal: gemiddeld aantal territoria per jaar 10

rosse grutto. Deze soort gebruikt onze duinen als tussenstop op zijn vlucht van Mauritanië naar Siberië. Ze nestelen in Siberië en moeten daar precies op tijd aankomen om voldoende insecten

8

voor hun kuikens te vangen. Door het veranderde klimaat blijkt de sneeuw in Siberië steeds eerder te smelten, waardoor ook de levenscyclus van insecten verschuift. Heeft dit gevolgen voor het

6

vlieggedrag van de rosse grutto? Om hier meer over te weten te komen, hebben we een vrouwtje gevangen en van een minuscule tag voorzien die op zonnestroom werkt. Via de satelliet kunnen

4

we de locatie van de vogel de komende jaren nauwkeurig volgen.

2

0 1980

1990

2000

2010

2020 45


Jaargids natuurbeheer 2019

Klimaatverandering De verandering van ons klimaat wordt de komende decennia een

De opwarming en hogere CO2-concentraties zorgen ook voor een

belangrijke factor. Voor de waterwinning, voor de zeeveiligheid, en

grotere beschikbaarheid van voedingsstoffen, waardoor planten sneller

voor de natuur en recreatie in onze gebieden. PWN werkt met

groeien. De verruiging van onze gebieden kan weer funest zijn voor

klimaatscenario’s van het KNMI en onderzoekt wat de gevolgen zullen

rupsen, die door de toegenomen schaduw minder snel groeien.

zijn voor planten en dieren, voor de kwaliteit van onze gebieden en voor de recreatieve beleving ervan. Op basis daarvan studeren we

Voor de recreatie in onze gebieden verwachten we dat Nederland door

op adaptieve maatregelen.

haar warmere zomers een aantrekkelijker vakantieland zal worden. Dit brengt mogelijk ook een hogere recreatieve druk in de duinen met

Door de stijging van de gemiddelde temperatuur zullen we merken

zich mee, met name in het toeristenseizoen. Klimaatverandering leidt

dat kouminnende soorten plaats maken voor soorten uit het zuiden.

in zomers ook tot meer hittestress, insectenplagen en mogelijk een

We merken dat nu al aan de kraaiheide, koninginnepage en de

toename van allergieën.

nachtzwaluw. Verschuiving van soorten is een natuurlijk verschijnsel als temperaturen veranderen. Maar als sommige soorten in hun

Met slimme maatregelen kunnen we het adaptief vermogen van de

migratietempo de temperatuurstijging niet kunnen bijbenen, lopen

natuur vergroten. Bijvoorbeeld: door gebieden met elkaar te verbinden,

ze risico uit te sterven. Ook bij trekvogels zien we nu al verschuivingen.

door op andere momenten te maaien, door te werken aan een

Het aantal vogels dat uit het noorden bij ons komt overwinteren neemt

mozaïek van verschillende structuren en vegetatiehoogtes. In het

af, terwijl een steeds groter deel van de Nederlandse broedvogels hier

algemeen is het bevorderen van heterogeniteit in de duinen erg

blijft overwinteren en niet meer wegtrekt naar het zuiden.

belangrijk. Hoe groter de variatie, hoe beter het is voor de soortenrijkdom. Daarom werken we zoveel mogelijk toe naar gradiënten in

Verschuiving van seizoenen maakt ook dat sommige planten eerder

nat-droog, zoet-zout, kalkarm-kalkrijk, noord- en zuidhellingen.

beginnen te bloeien, zodat insecten hun cyclus daarop moeten aanpassen. Ook voortplanting van insecten, amfibieën en vogels begint eerder in het seizoen. Doordat niet elke soort even soepel met de veranderingen meebeweegt, verwachten we mismatches tussen soorten die interacteren. Bijvoorbeeld tussen roofdier en prooi, tussen plant en bestuiver.

Invloed klimaatverandering op soorten Index (waarneming 2000 = 100)

Twintig warmteminnende soorten

200

Waarneming Trend 150

Onzekerheid trend Twintig neutrale soorten Waarneming

100

Trend Onzekerheid trend 50

Twintig koudeminnende soorten Waarneming Trend

0

1990

1994

1998

2002

2006

2010

2014

Onzekerheid trend

Bron: NEM (PGO’s, CBS), WUR. CBS/nov14 www.clo.nl/nl142908


Hoofdstuk 2 Duinsysteem en drinkwater

47


Jaargids natuurbeheer 2019

EX

Effecten klimaatverandering op Natuur & Recreatie

Toename e hitte

NATTER NATTER De hoeveelheid De hoeveelheid neerslag neerslag neemt jaarrond neemt met jaarrond 4% met 4% tot 5% toe.*tot 5% toe.*

WARMER WARMER De temperatuur De temperatuur stijgt met 1 stijgt tot met 1 tot 2,3 °C.* 2,3 °C.*

ZEESPIEGELZEESPIEGEL De zeespiegel Destijgt zeespiegel stijgt met 15 tot 40 met cm.* 15 tot 40 cm.*

Versnelde groei Ve Verschijning van Verschijning van afbraak invasieve exoten invasieve exoten va van de vegetat Kleine populaties Kleine populaties zijn kwetsbaar zijn kwetsbaar

Kusterosie

Risico op Mismatches inMismatches jaarcycli in jaarcycli duinbrand van verschillende van verschillende soorten soorten

vraa

Kusterosie Hoge waterstanden Hoge waterstanden in poelen en vijvers in poelen en vijvers

Het smaller worden Het smaller worden van het strand van het strand

Migratie Migratie van soorten van soorten Vernatting Vernatting duinvalleien duinvalleien

Stijgende Stijgende stormvloedhoogtes stormvloedhoogtes

BEL B ATEERTWATER W T E ZO ZO

Zoetwaterbel Zoetw wordt naar word boven gedrukt boven

ZOUT ZORUT TE DWATER DWRAO N O R G G N

Zeereep-beheer kustverdediging

Schade & veiligheid

Flora & fauna

Bij een stijging van de zeespiegel is het belangrijk

Extremere weersomstandigheden kunnen zorgen

Om onze unieke duinnatuur te behouden zijn

dat het kustfundament gehandhaafd en versterkt

voor meer schade en onveilige situaties in onze

ecologisch veerkrachtige systemen nodig, die in

wordt. Dit betekent onder meer dat de duinen

natuurgebieden. Door middel van preventieve

staat zijn om te herstellen van tijdelijke

mee moeten kunnen groeien met de verwachte

maatregelen, goede afstemming met hulpdiensten

verstoringen (extreem weer) en zich aan te passen

zeespiegelstijging (dynamisch kustbeheer).

(o.a. veiligheidsregio) en heldere communicatie

aan permanente veranderingen in het klimaat.

bereiden we ons voor op deze vaak onvoorspelbare gebeurtenissen.


Hoofdstuk 2 Duinsysteem en drinkwater

XTREMEREXTREMER

extreme Toename buien extreme en buien en hitteperiodes.* eperiodes.*

DROGER DROGER Het neerslagtekort Het neerslagtekort in het in het groeiseizoengroeiseizoen neemt toe.*neemt toe.*

ersnelde i én groei én afbraak Meer bezoekers Meer bezoekers in het duin in het duin tie an de vegetatie

Klimaatverandering en de grondwaterstand Is de verandering van het klimaat nu al te merken aan de stand

Risico op duinbrand

van het grondwater? We pakten de jarenlange meetgegevens erbij

Verhoogde Verhoogde ag naar winning vraag naar winning duinwater duinwater Vernatting Vernatting binnenduinrand binnenduinrand

om dit te onderzoeken. Toename plaagsoorten Toename plaagsoorten met overdraagbare met overdraagbare ziektes ziektes

Al sinds 1932 meet PWN op verschillende locaties in de duingebieden hoeveel neerslag er valt. Dat levert een interessante tijdreeks op en laat ook zien dat het neerslagpatroon inderdaad

BEL

verandert. Zo zien we dat de hoeveelheid neerslag door jaren heen langzamerhand met 30% is toegenomen. En waar aan het begin van de meetperiode de zomers en winters even nat waren,

waterbel dt naar n gedrukt

zien we nu dat de zomers droger zijn en de winters natter. Ons klimaat wordt niet alleen natter, maar ook extremer. We zien meer dagen met extremere hoeveelheden neerslag en meer aaneengesloten dagen met droogte. De toegenomen neerslag is ook te merken aan de grondwaterstand. Vooral in het midden van de duingebieden zien we dat er meer regenwater de bodem in is gezakt. Overigens fluctueert de grondwaterstand jaarlijks met ongeveer een meter.

Water

Recreatie & toerisme

Gezondheid

Slim watermanagement is nodig om de overlast

Een warmer klimaat maakt ons land

Voorlichting, vroegtijdige signalering en preventieve

voor onze omgeving te beperken en natuur-

aantrekkelijker voor recreatie en toerisme.

maatregelen spelen een belangrijke rol bij het

beheer en drinkwaterproductie optimaal te kunnen

De verwachting is dat de bezoekersdrukte in de

minimaliseren van de impact van nieuwe plaag-

combineren.

duinen hierdoor toeneemt. Met behulp van een

soorten, over­draagbare ziektes of allergieën.

goede zonering en onze visie duurzaam toerisme &

Hierbij geven we waar mogelijk de natuur de

recreatie bewaken we de balans tussen recreatieve

ruimte, maar proberen we ook te voorkomen dat dit

beleving en behoud van natuurwaarden.

gevaarlijke situaties voor onze bezoekers oplevert.

49


Jaargids natuurbeheer 2019

Hoofdstuk 3 Soorten en biodiversiteit De rijkdom aan soorten maakt onze duinen speciaal Vanuit Europa en de rest van de wereld is er veel belangstelling voor de duingebieden van Nederland. Ze gelden als een uniek ecosysteem van grote waarde. Dankzij het beleid van de afgelopen decennia zien we de soortenrijkdom weer toenemen. Veel van de zo kenmerkende plant- en diersoorten komen weer op.


Hoofdstuk 3 Soorten en biodiversiteit


Jaargids natuurbeheer 2019

Grote zoogdieren

Onze ‘Big Five” Grotere diersoorten kunnen zich doorgaans verheugen in een bovengemiddelde belangstelling. Zo ook in de duingebieden in Noord-Holland. De herten, wisenten, Schotse hooglanders, konikpaarden en pony’s zijn hier echte publiekstrekkers. De runderen en paarden zijn bewust in de duinen uitgezet om door begrazing te voorkomen dat het duin dichtgroeit met gras en struiken. Herten hebben hun weg naar het Nationaal Park Zuid-Kennemerland en het Noordhollands Duinreservaat op eigen houtje gevonden.


Hoofdstuk 3 Soorten en biodiversiteit

Damherten en ree

Konik

Het damhert is een beschermde inheemse diersoort die al voor de laatste

De konik komt oorspronkelijk uit het oosten van Polen. Konjiek is Pools voor

ijstijd bij ons voorkwam. Deze soort is dagactief en goed benaderbaar en

paardje. Het ras is nauw verwant aan de vroegere wilde paarden in Europa,

daardoor gemakkelijk waar te nemen door bezoekers. Damherten bereiken

wat is terug te zien aan uiterlijke kenmerken zoals de sterke, gedrongen

een schouderhoogte van 75 tot 100 cm. Ze zijn kleiner dan edelherten

bouw en de ‘aalstreep’ over de rug. Voor het oplettende oog zijn zelfs nog

en groter dan reeën. Volwassen mannetjes dragen een opvallend, plaat-

overblijfselen van zebrastrepen te zien rond de benen. Net als veel andere

vormig schoffelgewei. De vacht is veelal roodbruin met vage witte vlekken.

oorspronkelijke paardenrassen is de konik klein en heeft zijn vacht een vrij

Damherten passen zich makkelijk aan aan hun omgeving en hebben geen

vale kleur. Deze eigenschappen maken het paard minder zichtbaar voor

vaste verblijfplaats. Nagenoeg alle volwassen hinden krijgen jaarlijks een

predatoren. De dieren hebben geen verzorging nodig en kunnen het hele

kalf, dat ook door andere hinden kan worden gezoogd. Wilde damherten

jaar buiten blijven. Om die reden worden ze tegenwoordig vaak ingezet ter

worden doorgaans 15 tot 20 jaar oud. Hun leeftijd is sterk afhankelijk van

begrazing in natuurgebieden. In 2009 is een kleine kudde konikpaarden

de gebitsslijtage, die weer samenhangt met hun voeding. Ze eten grassen,

losgelaten in het Kraansvlak.

kruiden, bladeren, eikels, granen, schors, hulst en heide. De damhertenpopulatie in de duinen in Noord- en Zuid-Holland is de afgelopen jaren explosief toegenomen. Bij de laatste telling zijn in Nationaal Park Zuid-Kennemerland 646 damherten geteld (provinciaal telrapport 2017). Het aantal reeën is door de toename van het aantal damherten in het NPZK fors gedaald, maar lijkt nu weer iets toe te nemen, nu de aantallen damherten worden beheerd. Bij de laatste telling noteerden we 158 reeën in Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Met een schouderhoogte van 60 tot 90 cm is het ree het kleinste hert in Nederland. Ze hebben een zwarte neus, witte kin en een zandgele of roodbruine zomervacht die in de winter grijzer en donkerder wordt. Reebokken dragen een klein gewei, dat ieder najaar wordt afgeworpen. Reeën hebben een witte vlek op hun achterste, die bij de bok niervormig en bij de geit hartvormig is. De vlek wordt groter als er gevaar dreigt, waardoor ze elkaar waarschuwen. Reeën zijn voornamelijk in de schemering actief. Het zijn echte ‘knabbelaars’, die snoepen van bramen, bessen, uitlopers van struiken en bomen, kruiden, grassen, bladeren, noten, paddenstoelen en ook van sommige landbouwgewassen. In het wild worden ze maar zeven à acht jaar oud.

Monitoring integrale begrazing Sinds 2018 lopen kuddes grote grazers vrij rond in het gebied Castricum-Heemskerk. Deze vorm van integrale begrazing is nieuw voor het Noordhollands Duinreservaat. Voorheen liep elke kudde nog in een eigen compartiment rond. We onderzochten het effect van de verandering door van elke kudde één dier te zenderen met een gps-halsband. Uit patronen van het terreingebruik leidden we af dat er duidelijke verschillen zijn tussen de soortgroepen. Interessant is ook om te zien dat de dieren lang niet overal grazen. Ze zijn nogal gehecht aan hun eigen routes en favoriete plekken.

53


Jaargids natuurbeheer 2019

Exmoor- en Shetlandpony

Schotse hooglander

Omstreeks 2000 zijn in grote delen van het Noordhollands Duinreservaat en

De Schotse hooglander is een oud primitief ras dat als enige wist te

Nationaal Park Zuid-Kennemerland runderen, schapen en paarden uitgezet.

overleven in de ruige Highlands van Schotland. Ze zijn meestal roodbruin

Momenteel houdt hier gemiddeld één grote grazer per vijftien hectare

en hebben lang haar. Koeien hebben lange, wijd uitstaande en naar boven

het duin open. Onder hen bevinden zich ook enkele tientallen Exmoor- en

gerichte horens, terwijl die van de stieren horizontaal naar voren staan.

Shetlandpony’s. De Exmoor is een zelfredzame kleine pony uit de Engelse

Een volwassen stier weegt 800 kilo, een koe 500 kilo. De schofthoogte is

streek Exmoor. De pony behoort tot de laatste rassen van wilde oerpony’s

respectievelijk 125 en 115 cm. Schotse hooglanders worden tot achttien

en lijkt sterk op de grottekeningen van pony’s uit de ijstijd. Exmoorpony’s

jaar oud. In die tijd brengt een koe ongeveer vijftien kalveren ter wereld.

zijn bruin, waarbij buik en binnenkant van de dijen veel lichter gekleurd zijn

Schotse hooglanders zijn zeer zelfredzame en gemoedelijke dieren.

dan de rug. Ze hebben lichtgrijze ringen rond de ogen en een zogenoemde

Daardoor is dit runderras uitermate geschikt voor het begrazen van

meelsnuit; door de grijsbruine kleur rond de neusgaten en de mond lijkt

drukbezochte stadse natuurgebieden.

het alsof ze hun mond in een bak meel hebben gestoken. Door hun woeste leefomgeving zijn Exmoorpony’s goed aangepast aan barre weersomstandigheden. Ze krijgen in de winter een enorm dikke vacht. Het zware ooglid beschermt de ogen tegen regen, sneeuw en wind. De Shetlandpony leeft al eeuwen op de Shetlandeilanden en het is naar alle waarschijnlijkheid een zeer oud ras. Onder invloed van het koude klimaat en minimale hoeveelheden voer ontstond een taaie pony die tot de sterkste en kleinste rassen ter wereld behoort. Als resultaat van het leven in een rotsachtige omgeving tilt de Shetlander zijn benen op een specifieke manier op. De oren zijn klein, zodat er niet te veel warmte verloren gaat in de winter. De pony heeft een korte, enigszins holle rug, dikke manen en een dikke staart. De benen en hals zijn kort en sterk.

Eerste Smart park in Nederland Nationaal Park Zuid-Kennemerland is het eerste natuurgebied in Nederland met een Smart Parks-Netwerk. Dit is een door een Nederlands bedrijf ontwikkeld concept waarmee dieren door middel van een chip gemonitord worden. De technologie werd tot voor kort alleen in Afrika ingezet tegen stropers. In het NPZK loopt nu een proef met het volgen van grote grazers als wisenten, konikpaarden en Schotse hooglanders via de nieuwe technologie. Met de informatie komen we meer te weten over het specifieke gedrag van elke soort. Bijvoorbeeld of ze vaak op één plek grazen of juist regelmatig rondtrekken. Daardoor kunnen we het beheer van de terreinen nog beter organiseren.


Hoofdstuk 3 Soorten en biodiversiteit

Wisenten nemen afscheid van oermoeder Eind 2018 ging de oudste koe dood van de wisentenkudde in het Kraansvlak. Kort na haar dood werd ze gevonden door een van onze boswachters. Door camera’s te plaatsen konden we volgen hoe de kudde hiermee omging. Wisenten zijn zeer sociale dieren. Ze leven in kuddeverband met sterke familiebanden en een duidelijke hiërarchie. Oudere koeien leiden de kudde. Uit wetenschappelijk onderzoek in het Kraansvlak bleek dat de overleden koe een belangrijke status binnen de kudde had. Zij kwam in 2008 op zevenjarige leeftijd naar het

Wisent De wisent of Europese bizon is het neefje van de Amerikaanse bizon.

Kraansvlak en groeide in tien jaar tijd uit tot het oudste en meest ervaren dier in de kudde. Met haar bijna 18 jaren heeft de koe een

Met een lengte van bijna drie meter is het Europa’s grootste landzoogdier.

respectabele leeftijd bereikt: wisentkoeien worden in de natuur

De stieren kunnen tot 840 kilo zwaar en circa 1.88 meter hoog worden.

gemiddeld 20 jaar.

De wisent stierf in 1927 uit in het wild en staat op de IUCN Rode Lijst van

Als een grote grazer sterft, is vaak te zien dat de groepsleden van

beschermde soorten. In april 2007 werden bij wijze van proef drie wisenten uitgezet in het Kraansvlak, een afgesloten rustgebied in het zuidelijke deel

de overgebleven kudde gedurende enkele dagen tot weken het

van het Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Het vormde de start van een

dode dier bezoeken en aftasten. De omgeving wordt platgetrapt

tienjarige pilot waarin PWN en ARK Natuurontwikkeling onderzochten hoe

en er ontstaan talloze wildpaadjes die bij het dier uitkomen.

deze indrukwekkende wilde dieren het zouden doen in de Nederlandse

Naarmate de overleden grazer hoger in de rangorde staat, kan dit

natuur.

afscheid intenser en langer duren.

Tien jaar later kon geconcludeerd worden dat de dieren zich goed voelen in onze duinen. Dit blijkt alleen al uit het feit dat in de loop der tijd 29 kalfjes

Op de camerabeelden in de eerste weken zagen we dat de leden

zijn geboren. Deze aanwas is ondertussen ingezet voor de introductie van

van de kudde haar regelmatig bezochten. Meerdere keren raakten

wisenten in onder meer Noord-Brabant en twee gebieden in Spanje.

volwassen wisenten daarbij de kop van de overleden koe aan met

De wisenten in het Kraansvlak houden het duin open en zorgen voor

hun eigen kop. Haar jonge kalf bleef de eerste dagen dicht in de

verstuiving van zand. De imposante herbivoren houden zich bij voorkeur in open gebied op, waar ze graag een zandbad nemen, grazen in duinvalleitjes en onbeschroomd het duinmeer in lopen. De kudde telde eind 2017 22

buurt van zijn moeder. Inmiddels is hij terug in de groep wisenten, waarin hij verder opgroeit samen met zijn drie leeftijdgenoten.

dieren. De dieren zijn vaak goed te zien vanaf het wisentenpad, dat in de herfst- en wintermaanden open is voor publiek.

55


Jaargids natuurbeheer 2019

Bijzondere soorten

Acht kenmerkende soorten voor de duinen van Noord-Holland Aan de hand van zeldzame plant- en diersoorten kun je afleiden hoe bijzonder een gebied is. Dat geldt ook voor de duinen van Noord-Holland. Welke soorten zijn typerend voor onze duinen, en hoe verhouden ze zich tot hun ecosysteem? Een kleine selectie.


Hoofdstuk 3 Soorten en biodiversiteit

Nachtegaal Luscinia megarhynchos

Gevlekte witsnuitlibel Leucorrhinia albifrons

Uiterlijk

Uiterlijk

Deze trekvogel is zo’n 16,5 cm groot. Hij houdt zich verscholen en is daarom

Witsnuitlibellen hebben een helder wit voorhoofd. Het mannetje heeft lichte

moeilijk te spotten. Hij heeft een witte oogring en een donkerbruine rug.

vlekken op het zwarte achterlijf. De achterste vlek is heldergeel van kleur.

Zijn buik is lichter van kleur; borst, flanken en de onderkant van zijn staart

Vrouwtjes hebben grote, brede gele vlekken op het achterlijf. De lichaam-

zijn uniform beige, buik wit.

slengte ligt tussen 32 en 39 mm. De spanwijdte van de vleugels is 60 tot 70

Levenswijze

mm.

De nachtegaal is een zomergast. Half april arriveren de meeste

Levenswijze

nachtegalen in Nederland vanuit hun overwinteringsgebied in Midden-Afrika.

De gevlekte witsnuitlibel vliegt van eind mei tot eind juni. Mannetjes vliegen

In duingebieden, loofbossen, parken en oude boomgaarden zijn ze te vinden.

vaak niet langer dan enkele minuten achterelkaar. Paren doen ze hangend

Ze hebben een voorkeur voor een dichte kruidenondergroei in combinatie

in de vegetatie boven of bij het water. Na de paring zet het vrouwtje samen

met weelderige struwelen van duindoorn, vlier en meidoorn. Eind augustus

met het mannetje soms meteen eitjes af op het water. Soms vliegt ze weg

trekken ze weer naar Afrika.

en komt ze later terug om ze alleen af te zetten. Ze kunnen twee jaar oud

Verspreiding

worden.

Verspreiding

De nachtegaal is in groten getale te vinden in de duingebieden ten zuiden

De gevlekte witsnuitlibel is een Natura2000-soort voor het Noordhollands

van Bergen. Ook in vochtiger duingebieden op de Waddeneilanden en de

Duinreservaat en geldt als zeldzaam in West-Europa. In Nederland leven

westpunt van Ameland en Schiermonnikoog komen ze voor.

enkele grote populaties in de laagveengebieden van Noordwest-Overijssel

Voedsel De vogels voeden zich met insecten die ze op de grond of in lage struiken zoeken, vooral op een dikke strooisellaag.

Opmerkelijk De nachtegaal kan enorm hard zingen. Soms zijn ze kilometers ver hoorbaar. Een uitgedaagde territoriumverdediger kan zelfs met zijn gezang de pijngrens overschrijden.

en de Vechtplassen. Daarnaast wordt de gevlekte witsnuitlibel steeds vaker waargenomen in de duinen van Noord-Holland. Hier is de soort gevonden bij planten die groeien op de overgang van water en land. Deze zogeheten verlandingsvegetatie is belangrijk voor de ontwikkeling van de larven. Nederland draagt zorg voor de handhaving van de leefgebieden om de soort in stand te houden.

Opmerkelijk Bij jaarlijkse bezoeken aan voortplantingswateren (onder andere in de Groote Peel) bleek dat de soort ineens verdwenen kan zijn. De gevlekte witsnuitlibel lijkt zich tijdelijk ergens te vestigen. Dit is ook in Duitsland opgemerkt. Mogelijk ligt de voorkeur voor water in een vroeg verlandingsstadium hieraan ten grondslag. Als het water in een volgend successiestadium komt, verdwijnt de soort weer. Als gevolg van goed ontwikkeld zwerfgedrag lijkt de soort redelijk in staat zich op nieuwe plaatsen te vestigen.

57


Jaargids natuurbeheer 2019

Meervleermuis Myotis dasycneme

Zandhagedis Lacerta agilis

Uiterlijk

Uiterlijk

De meervleermuis heeft relatief brede vleugels met een spanwijdte van

Deze hagedis wordt maximaal 9,5 cm en heeft een relatief korte staart en

20 tot 30 cm. Zijn buikvacht is grijswit met een donkere ondervacht en steekt

lange poten. Mannetjes zijn langer dan vrouwtjes en hebben een bredere

af tegen de donkerbruingrijze rugvacht. Hij heeft een bruine snuit met vrij

kop. Bij mannetjes is de buik lichtgroen, bij vrouwtjes en jonge dieren

grote neusknobbels en opvallend grote voeten die hij gebruikt om insecten

crèmekleurig. In het voorjaar zijn de flanken en voorpoten van mannetjes

van het wateroppervlak te scheppen.

felgroen. Vrouwtjes en jonge dieren zijn grijsbruin. De meeste hagedissen hebben een witte lijn op de rug.

Verspreiding De meervleermuis is een Natura2000-soort voor het Nationaal Park

Verspreiding

Zuid-Kennemerland en wordt gezien als de zeldzaamste vleermuissoort

Ze zijn in een groot deel van Europa te vinden. In Nederland leven ze vooral

van Europa. Alleen in Nederland wordt hij regelmatig gezien; vooral in water-

in duingebieden, op Vlieland en Terschelling. Ook op zandgronden zoals de

rijke gebieden, open veenweidegebieden en zeekleigebieden in het westen.

heidegebieden van de Veluwe, in Overijssel, Utrechtse Heuvelrug en het Gooi worden ze aangetroffen. Net als Limburg ten oosten van de Maas.

Voedsel Ze jagen op insecten als dansmuggen die op het wateroppervlak zitten of

Levenswijze

daar vlak boven vliegen. Boven oevers en langs vegetatie vangen ze vooral

Vanaf eind april leggen de vrouwtjes eitjes op open, zonnige zandplekken.

insecten uit de lucht.

Die worden uitgebroed door de zonnewarmte. De meeste jongen komen tussen juli en begin oktober uit het ei. Dan is de kans ook het grootst om ze

Levenswijze

te spotten. De volwassen dieren blijven op een plek. Jongen trekken vaak

Meervleermuizen leven in kolonies en zijn te vinden op kerkzolders,

naar leefgebieden in de buurt. Van half september tot in maart houden ze

in spouwmuren en onder dakpannen. In de winter verdwijnen de meeste

een winterslaap in zelf gegraven holen of verlaten holen van andere dieren.

meervleermuizen. Ze overwinteren deels in andere landen, deels in bunkers

In april komen ze uit hun winterslaap, de mannetjes als eerste.

in de duinen van Noord- en Zuid-Holland, mergelgroeven en forten. Paren doen ze over het algemeen langs trekroutes van zomerverblijf naar winter-

Voedsel

verblijf. Belangrijke paargebieden zijn onder andere Zeeuws-Vlaanderen,

De dieren eten spinnen en insecten.

Flevoland en Gelderland.

Opmerkelijk

Opmerkelijk

Wanneer ze bij de staart worden opgepakt, kan de staart loslaten. Die groeit

De meervleermuis is waarschijnlijk de snelste vleermuis. Bij het jagen

weer aan, maar is dan minder mooi dan de originele staart.

behalen ze soms vliegsnelheden tot wel 35 kilometer per uur.


Hoofdstuk 3 Soorten en biodiversiteit

Kenmerkende soorten Nederlandse duinen Index (trend 1990 = 100) 150 125 100 75 50 25 0

1990

1995

2000

2005

2010

2015

2020

Waarneming Trend Onzekerheid trend

Bron: NEM (SOVON, Vlinderstichting, Ravon, EIS) CBS/mrt20 www.clo.nl/nl112318

59


Jaargids natuurbeheer 2019

Bunkers goed voor vleermuizen In onze gebieden zijn veel bunkers te vinden waar vleermuizen

In het Noordhollands Duinreservaat vonden begin 2020 tellingen

overwinteren. Al sinds de jaren 80 voeren we elke winter een

plaats in 45 bunkers. Hier bleek het totale aantal wat lager te

vleermuizentelling uit. We werken daarin samen met de Zoog-

liggen dan een jaar eerder, waarschijnlijk door de zachte winter.

diervereniging, die de resultaten van ons onderzoek valideert en

Dit jaar telden we hier wel voor het eerst vijf verschillende soor-

vergelijkt met de landelijke trend.

ten, met als nieuwe soort de baardvleermuis. Ook in dit gebied is de watervleermuis de meest algemene soort, gevolgd door de

Het aantal waargenomen vleermuizen van seizoen 2019/2020

grootoorvleermuis die het hier in de bunkers goed doet met 19

was in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland vergelijkbaar met

exemplaren. De franjestaart, die veel voorkomt in oudere bossen,

de telling een jaar eerder: 418 vleermuizen (2018: 403). We von-

laat zich nu jaarlijks zien in de bunkers rond het Vogelwater en in

den vijf soorten: de watervleermuis, meervleermuis, franjestaart,

Bergen. Er werd slechts ĂŠĂŠn meervleermuis waargenomen, die nu

gewone grootoorvleermuis en gewone dwergvleermuis. De water-

voor het derde jaar op rij in dezelfde bunker in de Wimmenum-

vleermuis is veruit de meest algemene soort. De meervleermuis is

merduinen overwintert.

voor het gebied een Natura 2000 habitatrichtlijnsoort. Het gebied is van groot belang als overwinteringslocatie voor deze zeldzame soort. Bijzonder was de vondst van een gewone dwergvleermuis, deze soort werd vorig jaar niet aangetroffen.


Boommarter Martes martes

Duinparelmoervlinder Argynnis Iniobe

Uiterlijk

Uiterlijk

De vacht van de boommarter is chocoladebruin met een roomgele keelvlek.

De voorvleugellengte van deze standvlinder is 23 tot 30 mm. De bovenkant

Hij heeft een lange, volle staart, wordt 36 tot 56 centimeter lang en kan

van de vleugels is oranje met zwarte vlekken en stippen. De onderkant van

2200 gram wegen. Mannetjes zijn groter dan vrouwtjes.

de achtervleugel heeft een gele zweem. Op de onderkant van de achtervleugel zijn kleine witte vlekken met roodbruine rand te zien. De rups is

Levenswijze

licht gekleurd en heeft een roodbruine kop.

De boommarter is een klein, lenig roofdier. Hij is voornamelijk in de schemering of ‘s nachts actief. Mannetjes en vrouwtjes leven in aangrenzende

Levenswijze

territoria, en hun woongebieden overlappen gedeeltelijk. Ze gebruiken

Hij leeft bij droge schrale graslanden, vaak tegen bossen of droge

meestal een holle boom, een verlaten hol of rotsspleten als nest. Ze paren in

duinvegetaties aan. Ze foerageren ‘s nachts en houden zich overdag schuil.

juli en augustus.

Vrouwtjes zetten de eitjes onderin de vegetatie af op de houtige,

In april en mei worden de jongen geboren. Bij de geboorte zijn ze blind en

afgestorven stengels van viooltjes. De rups ontwikkelt zich snel, maar verlaat

bedekt met een grijzige vacht.

de eischaal pas in het voorjaar, na de overwintering. Van juni tot september vliegen de vlinders. De mannetjes vinden de vrouwtjes door patrouille-

Verspreiding

vluchten te houden.

De boommarter komt in bosgebieden in heel Europa voor. In Nederland is hij zeldzaam, maar gedijt goed in het Noord-Hollands Duingebied. Er werden

Verspreiding

in 2017 maar liefst 46 dieren geteld, inclusief 14 jongen. Hij is vooral in

De duinparelmoervlinder komt in grote delen van Europa voor.

gemengde en naaldbossen te vinden. Dankzij ecologische verbindingszones

In Nederland komt hij alleen nog voor in de duinen van Nationaal Park

en een natuurlijker beheer van bossen is de populatie gegroeid. Dit is onder

Zuid-Kennemerland en het Noordhollands Duinreservaat en op Vlieland.

meer af te meten aan het aantal verkeersslachtoffers.

Voedsel Voedsel

Rupsen zijn heel kieskeurig en eten vaak maar enkele plantensoorten.

De boommarter jaagt op rode eekhoorns, kleine zoogdieren en vogels.

Duinparelmoervlinders zijn te vinden in gebieden waar veel viooltjes

Aan het einde van de zomer eet hij ook honing, kevers, bessen en

groeien. In de duinen vooral het duinviooltje en het hondsviooltje.

paddenstoelen. Het dier eet dagelijks twintig procent van zijn

De vlinders voeden zich met verschillende kruiden zoals slangenkruid,

lichaamsgewicht aan voedsel.

koninginnenkruid en akkerdistel.

Opmerkelijk

Opmerkelijk

Ze kunnen van boom naar boom tot vier meter ver springen.

De duinparelmoervlinder staat op de Nederlandse Rode Lijst van Dagvlinders. In de eerste helft van de 20ste eeuw kwam de duinparelmoervlinder nog voor in grote delen van de Veluwe, Utrechtse Heuvelrug, de Achterhoek en verspreid in Noord-Brabant en Limburg. Uit metingen blijkt dat de soort is gehalveerd.

61


Jaargids natuurbeheer 2019

Tapuit Oenanthe oenanthe

Graspieper

Uiterlijk

Uiterlijk

De vogels worden zo’n 15 cm groot. Het mannetje heeft een grijze kruin,

De graspieper is zo’n 14,5 cm groot. Hij is grijsbruin, groenbruin of olijfkleurig

nek en mantel, zwart masker, zwarte vleugels en een gele borst. De staart

van kleur, donker gevlekt en gestreept op boven- en onderdelen. Hij heeft

heeft de karakteristieke tapuitentekening: wit met omgekeerde zwarte ’T’.

een wenkbrauwstreep, mondstreep en een smalle donkere baardstreep.

Het vrouwtje is zandkleurig en heeft donkerder vleugels.

De staart is donker met witte buitenste staartpennen.

Levenswijze

Levenswijze

Half maart komen de eerste mannetjes aan in Nederland. Een paar weken

Graspiepers zijn in Nederland zomergasten. Alleen in het broedseizoen leven

later volgen de vrouwtjes. Ze maken nesten in oude konijnenholen,

ze in paren, daarna meestal in kleine of grotere groepen andere piepers.

steenhopen en onder takkenbossen. Vanaf uitkijkposten maken ze

Ze broeden voornamelijk in open duingebieden met lage begroeiing.

baltsvluchten. Eind september trekken ze naar hun overwinteringsgebied

Vanaf april bouwt het vrouwtje een nest op de grond. Dit ligt goed verborgen

ten zuiden van de Sahara.

tussen oud plantenmateriaal. Paaltjes of hekken dienen als uitkijkpost of

Anthus pratensis

beginpunt van hun zangvlucht.

Verspreiding Het leefgebied van de tapuit strekt zich uit van de poolcirkel tot Noord-Afrika. Nederland ligt aan de zuidkant van het broedgebied. Het gaat niet goed met de tapuit in Nederland. In het Vogelduin van het Noordhollands Duinreservaat broedt de enige nog overgebleven populatie van de kalkrijke kustduinen. Oorzaak voor de achteruitgang is deels een gebrek aan dynamiek in het duin en vergrassing. Ook vossen vormen een bedreiging. Kippengaas rondom de nesten moeten de tapuit beschermen. Net als het ingraven van stevige nestkasten.

Voedsel De tapuit eet vooral insecten. Hij vangt deze op een kenmerkende manier; zittend op een verhoging zit hij op de uitkijk tot hij een prooi spot en rent er

Verspreiding Het broedgebied van de graspieper strekt zich uit van Groenland, IJsland en Midden-Frankrijk tot in West-Siberië. In Europa en Nederland komt hij het meest voor. De vogels overwinteren in Zuidwest-Europa en Marokko.

Voedsel De vogels eten voornamelijk kleine insecten, larven, rupsen, slakjes en wormen die ze op de grond vinden. In de winter eten ze ook wel zaden.

Opmerkelijk Wanneer hij zingt, is een serie van dalende, versnellende ‘tsie’-tonen te horen. Tegelijk zeilt de vogel als een parachute naar beneden.

dan achteraan. Ook eet hij af en toe bessen.

Opmerkelijk Lang voor zonsopkomst, als het nog donker is, zijn tapuiten al goed te horen. Ze brengen een luid krassend en piepend geluid voort. Ook imiteren ze vaak andere vogels. andere vogels.

Eerste succes met nestkasten voor de tapuit Vroeger kon je de tapuit nog regelmatig in de duinen tegen-

Natuurlijk moeten de vogels deze kraamkamers wel eerst zelf ont-

komen. Een prachtig vogeltje, dat broedt op een typische plek:

dekken. Nu zijn tapuiten echte scharrelaars die zelf actief op zoek

een konijnenhol. Helaas zijn er nog maar heel weinig konijnen

gaan naar een veilige plek om te broeden. Toch leek het er even

in de duinen en dat geldt ook voor de tapuit. Om de trend te

op dat de vogeltjes de kasten niet konden vinden. In 2018 bleven

keren heeft PWN in 2018 een grootschalige actie in gang gezet.

ze allemaal leeg. Maar in 2019 werden er broedpaartjes aange-

Verspreid over de duinen van het Noordhollands Duinreservaat

troffen in drie van de kasten, wat heeft geresulteerd in minimaal

groeven we 50 eikenhouten nestkasten in: 50 centimeter diep,

14 uitgevlogen jongen. Een voorzichtig herstel van

met precies de goede opening aan de bovenkant.

de populatie lijkt te zijn ingezet.


Hoofdstuk 3 Soorten en biodiversiteit

Nieuw onderzoek om konijnenstand te verbeteren Elke lente en herfst vindt langs vaste routes in de duingebieden een konijnentelling plaats om vast te stellen hoe de konijnenstand zich ontwikkelt. Verschillende duinbeheerders doen hieraan mee en zij gebruiken al jaren achtereen dezelfde methode. Daardoor leveren de data een waardevol beeld op van de konijnenstand in de Nederlandse kustduinen. Helaas is het konijn allang geen algemene soort meer in de duinen. Om meer inzicht te krijgen in de factoren voor herstel begonnen we in 2018 een nieuw onderzoek gestart. De resultaten worden begin 2021 verwacht. De eerste forse achteruitgang in de konijnenaantallen werd veroorzaakt door het myxomatose-virus, dat in de jaren 50 in Frankrijk werd geĂŻntroduceerd om konijnen te bestrijden. Doordat onze Europese konijnen helemaal geen afweer hadden, was de sterfte massaal. Net toen de konijnenpopulatie zich eind jaren 80 weer een beetje herstelde, brak een nieuwe virusziekte uit: VHS. Dit zorgde opnieuw voor een drastische daling in de konijnenaantallen. In de het Noordhollands Duinreservaat heeft de konijnenpopulatie zich nog steeds niet van deze achteruitgang hersteld. In het Nationaal Park Zuid-Kennemerland zagen we vanaf 2005 een duidelijk herstel optreden van de konijnenpopulaties, maar helaas werd in 2015 opnieuw een forse daling ingezet door de uitbraak van VHS type 2, een gemuteerde variant van het oorspronkelijke VHS-virus. In die tijd troffen we veel dode konijnen aan in de duinen. De achteruitgang van de konijnenpopulaties had grote gevolgen voor het duinlandschap. Het konijn speelt een sleutelrol in het kort houden van vegetatie en het op gang brengen van verstuiving. Konijnenholen bieden nestgelegenheid voor kwetsbare broedvogels, zoals de tapuit en de bergeend. Duinviooltjes groeien op de open zandplekken die de konijnen maken. Voor de vos en verschillende roofvogels zijn konijnen bovendien een belangrijke prooi.

63


Jaargids natuurbeheer 2019

Biodiversiteit

Broedvogelmonitoring: nieuwe trends in beeld

Soortenrijkdom meetbaar gemaakt

Sinds 1980 vindt er ieder jaar in een representatief deel van de

HĂŠt kenmerk van gezonde duinen is een enorme variatie in plant- en diersoorten. Dat maakt ze robuust en veerkrachtig. Daarom monitort PWN de biodiversiteit in de duingebieden op allerlei manieren. Biodiversiteit is afhankelijk van veel factoren. Bijvoorbeeld voedselomstandigheden, weer en klimaat, concurrentie, predatie en de situatie in het overwinteringsgebied. Natuurbeheer kan veel verschil maken, maar is niet allesbepalend. Zo leiden ook invloeden van buitenaf tot verruiging van de gebieden en achteruitgang van typische duinsoorten. Het beleid van PWN richt zich vooral op de instandhouding van habitats die karakteristiek zijn voor de duinen. Om de kwaliteit van deze habitats te volgen, werken we met de ‘prestatie-indicator biodiversiteit’. De prestatie-indicator geeft de staat weer van 30 zeldzame soorten die in de natuurgebieden van PWN voorkomen. Op basis van jaarlijkse tellingen doen experts een uitspraak over de trend per soort. De indicator is het percentage soorten dat zich positief ontwikkelt en zegt dus iets over de duurzaamheid van de populatie.

duinen een broedvogeltelling plaats. We vergelijken de data met trends op provinciale en landelijke schaal. Een forse afname zien we bij de ekster, bosrietzanger en de glanskop, terwijl de landelijke trend voor deze vogels goed is. We vermoeden dat dit deels door de toename van de havik komt, en deels doordat integrale begrazing leidt tot minder geschikte kruidachtige planten voor de bosrietzanger. Uitzonderlijke toenames zijn er ook. Zo lijkt integrale begrazing juist goed voor de heggenmus te zijn en zien we dat de braamsluiper stabiel in aantal groeit. De gekraagde roodstaart doet het bij ons verrassend goed, ondanks de verslechterde omstandigheden in de Sahel, het overwinteringsgebied van deze soort. En in tegenstelling tot de licht dalende landelijke trend zien we bij ons de nachtegaal nog steeds in aantal toenemen. Karakteristieke vogels voor het open duin doen het ook steeds beter, op de bergeend na. Deze vogel broedt in konijnenholen en daarvan zijn er sinds de decimering van de konijnenpopulatie nog maar weinig over. Boomleeuwerik, kneu en graspieper doen het in onze duinen beter dan de landelijke trend.

De afgelopen jaren was deze indicator min of meer stabiel, rond 70%.

Een voedselbank voor bijen Het gaat niet zo goed met de wilde bij. In Nederland staat 55% van de hier voorkomende bijensoorten op de rode lijst. Dit betekent dat ze ernstig bedreigd of bijna uitgestorven zijn. Het is belangrijk dat we zorgen voor voldoende gevarieerde voeding die over het hele land verspreid groeit. PWN heeft zich daarom aangesloten bij The Pollinators om met andere bedrijven, organisaties en burgers een grootschalige voedselbank voor bijen te zaaien. Op 22 april, Nationale Zaaidag,

Piramidezenegroen

hebben we zoveel mogelijk biologische zaden voor een wilde bloemenmix verspreid. Torenkruid

Rozetmos

Hondskruid

Gegroefde veldsla

Veldgentiaan Vogelnestorchis


Hoofdstuk 3 Soorten en biodiversiteit

Paapje

Prestatie-indicator biodiversiteit

Duinparelmoervlinder

De ontwikkeling van deze 30 zeldzame soorten is een indicator voor de kwaliteit van de duinhabitats.

Aardbeivlinder

Kommavlinder Grauwe klauwier

Boommarter

Heideslak

Tapuit Gevlekte witsnuitlibel

Zandviooltje

Kruisbladgentiaan Kleine steentijm

Bonte paardenstaart

Dwergvlas

Hakig kronkelbladmos Rozenkransje Stofzaad Harlekijn Klein wintergroen

Flesjesroestmos Aardkastanje

65


Jaargids natuurbeheer 2019

Soorten en trends

Waarnemingen 2019 Tal van vrijwilligers, boswachters en onderzoekers melden de bijzondere soorten die ze in de duinen aantreffen. Soms een kwestie van geluk, vaak ook dankzij gestructureerd veldwerk. De belangrijkste ontwikkelingen in 2019.

De buizerd en de havik kiezen in 70% van de gevallen voor een den als nestboom. Het aantal nesten in dennen neemt de laatste jaren wel iets af. Mogelijk heeft dit te maken met de kap van dennenbos in de duinterreinen. Buizerds kiezen soms ook voor een lariks of spar, haviken geven bij wijze van alternatief de voorkeur aan loofbomen.

Nieuwe knutsoort gevonden Op waarnemingen.nl noteren boswachters, biologen en vrijwilligers

Bij een onderzoek naar keversoorten op een perceel met geringde

de soorten die ze in ons land tegenkomen. Aan de hand van deze

naaldbomen troffen we een nieuw soort knut aan. Deze is nog niet

uitgebreide database kunnen we een uitspraak doen over hoe het

eerder in Nederland aangetroffen en heeft zelfs nog geen Nederlandse

met de biodiversiteit gaat in onze gebieden. Ondanks het feit dat het

naam. Knutten zijn kleine steekvliegjes van 1-4 mm. Veel soorten zijn

duingebied van PWN 0,18% van het oppervlak van Nederland bestrijkt,

belangrijke bestuivers voor verschillende plantensoorten. In Nederland

komen er van verschillende soortgroepen grote aantallen juist hier voor.

komen meer dan 100 soorten knutten voor.

Zo is van het aantal waargenomen vogelsoorten 66% waargenomen in onze duinen. Ook andere groepen scoren hoog: soorten nachtvlinders 66%, planten 63%, libellen 59%, dagvlinders 46% en sprinkhanen-soorten 48%.

Eerste resultaten loopkevermonitoring Al sinds de oplevering van de eerste natuurbruggen in Nationaal Park Zuid-Kennemerland onderzoeken we het voorkomen van loopkeversoorten. Van de 21 soorten die typerend zijn voor duinlandschappen

Roofvogels doen het goed

verwachtten we dat er 13 op de natuurbruggen te vinden zouden zijn.

Vrijwilligers van de roofvogelwerkgroep Noord-Kennemerlands Duin

En dat is ook uitgekomen. Alle 13 soorten zijn hier in de afgelopen

inventariseren alweer sinds 1995 de dagroofvogels in de duinen van

vijf jaar waargenomen.

Noord-Kennermerland. Ze onderzoeken niet alleen de aantallen, maar kijken ook naar de ligging van territoria, het aantal succesvolle nesten,

Bijzonder was de scherpe afname van het aantal waarnemingen in

het aantal eieren per nest en het percentage uitgevlogen jongen. In

2019. Alleen warmteminnende soorten werden er nog voldoende

2019 leverde dit weer interessante inzichten op.

gevangen, wat erop lijkt te duiden dat de insecten te lijden hebben gehad onder de droge, warme zomer van 2019.

Zo is de buizerd nog steeds de meest succesvolle roofvogel in ons duingebied. Het aantal territoria is na een periode van stijging nu al een aantal jaren stabiel. In 2019 telde de werkgroep 55 territoria en

Nachtvlindertellingen leveren

in totaal vlogen er minimaal 66 jongen uit. Van de havik werden 21

nauwkeurig beeld op

territoria vastgesteld. Het uitvliegpercentage was in 2019 echter lager

Er wordt in onze gebieden frequent genachtvlinderd. Daardoor krijgen

dan in alle voorgaande jaren, slechts 45% van de eieren resulteerde in

we een steeds exacter beeld van de soorten die hier voorkomen.

een uitgevlogen jong (bij de buizerd is dat 78%). De wespendief broedt

Verscheidene micronachtvlinders zijn zo specialistisch dat ze zich op

al een aantal jaren succesvol in ons duingebied. In 2019 waren er

één waardplant hebben toegespitst. Daarnaast zijn er vaak nog

4 broedgevallen die alle vier succesvol waren.

specifieke habitat- of microklimaateisen voor de voortplanting, waardoor de soorten zeer lokaal kunnen voorkomen en veel over

Het aantal sperwerterritoria vertoont een negatieve trend. Er waren

het hoofd worden gezien. Er zijn ook soorten die zich vanwege klimaat-

5 broedgevallen en er zijn tenminste 8 uitgevlogen jongen waar-

verandering in noordelijke richting verspreiden, zoals het dit jaar voor

genomen. Dit is (met uitzondering van 2010) het laagste aantal

het eerste in de Kennemerduinen waargenomen purperprachtuiltje en

uitgevlogen jongen in de gehele telperiode. Volgend jaar gaan we

de zwartvlekgranietmot. Daarnaast werden twee bijzondere soorten

met camera’s een nest observeren om een mogelijke oorzaak van

aangetroffen die waarschijnlijk al lange tijd kleine populaties hebben

de achteruitgang te kunnen vaststellen.

in onze duingebieden maar tot op heden nog niet waren aangetroffen. Dit zijn de zwarte witvleugeluil en het herfstpapegaaitje.


Hoofdstuk 3 Soorten en biodiversiteit

Planten herstellen van extreme droogte In 2019 was het spannend of bedreigde plantensoorten de extreem droge zomer van 2018 hadden overleefd. Sommige soorten hadden toen een flinke klap gekregen en waren niet tot bloei gekomen, zoals het stofzaad en de kleine steentijm. Gelukkig kwamen ze in 2019 weer terug. Ze werden op verschillende plaatsen bloeiend aangetroffen en kleine steentijm deed het zelfs weer erg goed.

Bijzondere waarnemingen In 2019 werden in totaal 416 nieuwe soorten geregistreerd op pwn.waarnemingen.nl (2018: 266). De grote toename is vooral te danken aan de hulp van vrijwilligers (en boswachters) die in bepaalde soorten gespecialiseerd zijn. Ze vulden onze gegevens aan met waarnemingen van wespen, vliegen, paddenstoelen,

Typische bijen voor de duinen opnieuw gezien

kevers en wantsen. Over deze soorten is nog weinig bekend in

In 2019 is begonnen aan een twee jaar durende bijeninventarisatie,

onze gebieden.

waaraan boswachters en vrijwilligers meedoen. In vooraf bepaalde onderzoeksplots worden een aantal keer per jaar zoveel mogelijk bijen

Een greep uit de waarnemingen van de meest bijzondere soorten:

op naam gebracht. In 2019 bleek dat een aantal soorten die gebonden zijn aan (dynamische) duinen veel meer voorkomt dan werd gedacht.

Bleke peperkorst: een kortsmos die op de rode lijst staat.

Zo werden op veel plekken de gedoornde bij en de gouden

Komt voor zover bekend in Nederland alleen in het Noordhollands

slakkenhuisbij aangetroffen evenals de kleine wolbij.

Duinreservaat voor.

Daarnaast werden soorten herontdekt die soms al 20 jaar niet in het duin waren aangetroffen maar wel als duinsoorten te boek staan:

Platkopwesp: een kleine wesp, die parasiteert in houtzwamkevers.

de grote kegelbij en de duinmaskerbij.

Werd voor het eerst vastgesteld in onze duinen.

Slecht jaar voor witsnuitlibellen Was het voorjaar van 2018 nog gunstig voor allerlei bijzondere soorten witsnuitlibellen, in 2019 was de situatie totaal anders. Door de extreem droge zomer van 2018 droogden veel poelen uit waar witsnuitlibellen hun eitjes hadden afgezet. Uiteindelijk werden daardoor in 2019 maar twee soorten witsnuitlibellen gezien. De zeldzame sierlijke witsnuitlibel werd op twee locaties (bij Bergen en bij Bakkum) gemeld. Van de gevlekte witsnuitlibel (onze habitatrichtlijnsoort) werden maar drie exemplaren gezien bij de ijsbaan langs de Zeeweg. De soort staat bekend om zijn goede en slechte jaren, maar zo’n laag aantal is sinds 2013 niet meer geconstateerd. Volgend jaar moet blijken of de gevlekte witsnuitlibel er weer bovenop komt. Zo niet, dan kunnen beheer-ingrepen de soort weer een steuntje in de rug geven.

Gewone dwergvleermuis: een bijzondere vleermuizensoort. Deze werd vorig jaar niet waargenomen. Izabeltapuit: een voor onze gebieden nieuwe soort. Hij is alleen te onderscheiden van de gewone tapuit als je het zwart op de staartveren vergelijkt. Zwarte witvleugeluil: een bijzondere nachtvlinder, voor het eerst waargenomen aan de rand van de Rellen in het Noordhollands Duinreservaat. Zachte naaldvaren: nieuwe soort in onze duinen. In 2018 werd al wel de stijve naaldvaren gevonden op het terrein van Duin en Bosch. Nieuwe soort zwam: een nieuwe koraalzwam die aan de voet van helmgras groeit en waarvoor nog geen Nederlandse naam is. Hij gaat waarschijnlijk helmkoraalzwam heten.

67


Jaargids natuurbeheer 2019

Plaagplanten

Sommige soorten doen het tĂŠ goed in de duinen

Top 4 van woekerexoten

Exoten zijn soorten uit andere delen van de wereld. In de duinen hebben we het dan vaak over planten die oorspronkelijke duinsoorten overwoekeren. Veel natuurbeheer is er dan ook op gericht om deze invasieve exoten uit de duinen te verwijderen. Door een gebrek aan natuurlijke vijanden en een teveel aan voedingsstoffen in de duinen kunnen exoten kwetsbare duinsoorten over-

1

woekeren. De Amerikaanse vogelkers is hiervan een sprekend voorbeeld. Ook rimpelroos, sneeuwbes en de dwergmispel zijn voorbeelden van woekerende exoten in onze duinen. Het verwijderen van woekerende exoten is een onderdeel van natuurbeheer. Soms gaat dit heel kleinschalig en krijgen we hulp van vrijwilligers die exoten handmatig verwijderen. Waar dat niet gaat of

Amerikaanse vogelkers

onvoldoende helpt, pakt PWN de bestrijding groter aan. We verwijderen

Deze soort verspreidt zich razendsnel doordat vogels de besjes zo lekker

dan de planten ĂŠn de bovenste laag van de bodem. Op de kale plekken

vinden. Via uitwerpselen komen de zaden overal in de duinen terecht.

kan het duin zich herstellen en komen oorspronkelijke duinsoorten

Voortplanting gaat daarnaast ook via de wortels.

terug. De werkzaamheden zorgen ervoor dat de Noord-Hollandse duinen weerbaar en veerkrachtig blijven en dat de dynamiek in de duinen zich kan herstellen.

Bestrijding: We pakken de vogelkers op verschillende manieren aan, het hele jaar rond. Soms met de hand, soms met machines. Voor een duurzaam resultaat moeten ook alle overgebleven resten onder de grond zorgvuldig worden verwijderd.


Hoofdstuk 3 Soorten en biodiversiteit

Rimpelroos werd in het NHD uitgezet ter verfraaiing van speelvelden en picknickplekken. Oorspronkelijk afkomstig uit China voelt het plantje zich hier meer dan thuis. Wortelstelsels groeien met een halve meter per jaar en verstikken andere planten. En de zaden verspreiden zich soms tot wel 50 kilometer verderop. Geen wonder dat de plant als woekeraar negatief begon op te vallen.

Bestrijding: PWN pakt de rimpelroos op verschillende groeiplaatsen aan, maar vanwege de sterke wortelgroei is dit behoorlijk arbeidsintensief. Een methode die we recent hebben ontwikkeld

2

is dat we de hele roeiplaats afdekken met een biologisch afbreekbaar folie gemaakt van maiszetmeel. Een soort anti-worteldoek dat na enkele jaren vanzelf verdwijnt. Lang genoeg om de rimpelroos volledig te reduceren tot compost.

3

Watercrassula Dit waterplantje komt oorspronkelijk uit AustraliĂŤ en Nieuw-Zeeland. Het is een agressieve woekeraar en vormt een groot probleem op steeds meer plekken in Nederland. Elk restje van wortel of stengel groeit in korte tijd weer uit tot een alles bedekkend plantentapijt op het water, waardoor alle leven uit poelen en vijvers verdwijnt. In onze gebieden komt watercrassula op drie plekken voor. In potentie is deze exoot ook bedreigend voor de waterwinning wanneer het de infiltratiegebieden weet te bereiken.

Bestrijding: PWN heeft al verschillende methoden geprobeerd, maar met weinig succes. Plaggen

3

en chopperen van grond heeft niet geholpen. Ook droogleggen van poelen hielp niet. Wat wel lijkt te werken is bedekken met een grote laag zand. In andere natuurgebieden blijkt bedekken met zwart plastic een effectieve methode te zijn.

Japanse duizendknoop Een diepwortelende, vaste plant met stengels die tot 3 meter lang kunnen worden. De plant heeft net als bamboe holle stengeldelen. Daartussen groeien knopen weer uit tot zijtakken met bladeren. Hij bloeit in augustus tot september met crèmewitte, soms roze bloemen. De plant is zo sterk dat hij door funderingen van huizen en door asfalt kan groeien en geldt dankzij zijn enorme groeikracht als een van de meest invasieve soorten ter wereld.

Bestrijding: De Japanse duizendknoop is relatief ongevoelig voor bestrijdingsmiddelen en wortelt diep in de grond. Uitgraven is vaak erg inefficiĂŤnt, doordat elk restje wortel dat achterblijft weer

4

kan uitgroeien tot een volwaardige plant. PWN boekt het beste resultaat door de plant af te dekken met een sterk, niet-lichtdoorlatend doek. Maar de perfecte bestrijdingsmethode is nog niet gevonden.

69


Jaargids natuurbeheer 2019

Hoofdstuk 4 Natuurbeer in 2019 De natuur in zijn kracht zetten PWN beheert twee natuurgebieden die elk een unieke identiteit en kracht hebben. Ons natuurbeheer is erop gericht juist die kracht van de natuur alle ruimte te geven. Want als de duinen floreren, krijgen we daar een enorme vitaliteit voor terug. Goed voor onze gezondheid, voor het drinkwater en voor onze kustbescherming.


Hoofdstuk 4 Natuurbeheer in 2019


Jaargids natuurbeheer 2019

Beleid

Natuurbeheer voor vitale duinlandschappen In opdracht van de provincie NoordHolland beheert PWN een groot deel van de Noord-Hollandse duinen. Iedere tien jaar legt PWN haar visie en beleidskeuzes op het gebied van natuurbeheer in een beheernota voor aan de provincie.


Hoofdstuk 4 Natuurbeheer in 2019

De jongste beheernota bestrijkt de periode 2015-2025. Dankzij onze

Voor het Nationaal Park Zuid-Kennemerland hebben we met mede-

lange ervaring in terreinbeheer, onderzoek en monitoring, en door onze

beheerders en betrokken overheden een gezamenlijk tienjarenplan

omgeving te betrekken bij beleid en uitvoering, hebben we een brede

opgesteld. Het beleid voor onze gronden in Noord-Kennemerland is

visie gevormd op natuur en recreatie in de duinen.

uitgewerkt in gebiedsplannen. Daarnaast heeft PWN zich gecommitteerd aan harde beleidsdoelen, zoals Natura 2000 en het landelijke

Het streefbeeld bij al onze plannen is een landschap waarin stuivend

Programma Aanpak Stikstof (PAS), waarmee de overheid investeert

zand, wind, water en specifieke flora en fauna het aanzien bepalen.

in maatregelen om de negatieve effecten van stikstof in de natuur

Een landschap waarin bovendien alle stadia van een compleet duin-

te herstellen.

systeem aanwezig zijn. Om de biodiversiteit vast te houden en liefst te vergroten, kiezen we voor maatregelen die de potenties van de duinen

Natura 2000 is een samenhangend netwerk van meer dan 25.000

versterken, landschapsvormende processen herstellen en oude cultuur-

natuurgebieden op het grondgebied van de Europese Unie. Het doel

landschappen waar nodig behouden.

van dit netwerk is de achteruitgang van de biodiversiteit een halt toe te roepen door kwetsbare planten en dieren en hun leefgebieden te

Deze visie vormt de basis voor een samenhangend beheer voor de

beschermen. De instandhoudingsdoelen van Natura 2000 liggen goed

lange termijn. Dit valt uiteen in drie hoofdactiviteiten:

in lijn met het natuurbeheer zoals PWN dat al jaren uitvoert.

1. Regulier beheer: het continu onderhoud aan de gebieden, zoals

maaien en repareren van hekken.

2. Herstelbeheer: het herstellen van de schade die door de invloed

van de mens aan de natuur is toegebracht. Bijvoorbeeld

duingebieden ontdoen van overtollige begroeiing door neerslag

van stikstofverbindingen.

3. Natuurontwikkeling: grootschalige projecten om nieuwe natuur te

laten ontstaan, bijvoorbeeld op voormalige landbouwgrond.

73


Jaargids natuurbeheer 2019

Werkzaamheden

Natuurlijke kracht de ruimte geven Herstelbeheer is werk van de lange termijn. Elk jaar voeren we gerichte werkzaamheden uit om de unieke duinnatuur nog vitaler en veerkrachtiger te maken. In dit hoofdstuk zetten we onze werkzaamheden in 2019 op een rij.


Hoofdstuk 4 Natuurbeheer in 2019

Speerpunt 1: Meer ruimte voor dynamiek De duinen zijn ooit begonnen door stuivend zand. Een gezond duin is dan ook altijd in beweging. Door begroeiing op sommige plekken weg te halen, houdt PWN het natuurlijke proces van stuiven in stand. Zo blijven de duinen meebewegen en meegroeien. Zo investeren we ook nog eens in onze natuurlijke bescherming tegen de zee. Op andere plekken is juist meer behoefte aan extra openheid. Daar maakt PWN dan ruimte voor, zodat natuurlijke duinprocessen daar beter tot hun recht kunnen komen. Doorgaans kiezen we daarvoor de meest westelijk gelegen naaldbossen uit, want die vormen het grootste obstakel voor stuifzand. Met de aannemer heeft PWN afgesproken dat het hout zo duurzaam mogelijk wordt verwerkt. Naaldbossen die cultureel erfgoed zijn of een hoogwaardige landschapsbeleving bieden, houden we in stand door gericht beheer. Ook werken we op sommige plekken bossen open om specifieke duinsoorten meer ruimte te geven. We halen hier en daar dennen weg, en dunnen de randen uit tot boszomen. Dit zijn geleidelijke overgangen van het open duinlandschap naar bos. Een ideaal leefgebied voor allerlei vlinders, zoals de

Verstuiving bevorderen In een groot deel van de duinen krijgen natuurlijke processen de ruimte en zetten we ons dynamisch duinbeheer voort. We herstellen landschapsvormende processen, zoals verstuiving, vernatting, begrazing, natuurlijke successie en populatieontwikkeling. Met de zeereep als bron van zand is

bruine eikenpage, de duinparelmoervlinder en tal van duinkevers, wantsen en sprinkhanen. Vogels vinden er een plek om te broeden, bloeiende planten zoals zeldzame wilde rozen, wilde tijm, slangenkruid en bramen krijgen het zonlicht dat ze nodig hebben, en kleine zoogdieren vinden er voedsel en een plek om te schuilen.

het belangrijk dat er op voldoende plekken de gewenste verstuiving op gang komt. We onderzoeken of er nog terreindelen zijn met onvoldoende dynamiek. In het landschap achter de zeereep maken we oude stuifkuilen open en leggen we nieuwe aan. In de geactiveerde verstuivingen verwijderen we restanten van vroegere vastleggingen om stuifzand te bevorderen.

Nieuwe kerven bij Castricum In de winter van 2019/2020 legden we in de zeereep bij Castricum zeven nieuwe kerven aan. Deze inkepingen in de duinenrij bevorderen dat kalkrijk zand het duin in stuift. In tegenstelling tot de kerven bij de Noordwest Natuurkern zijn de nieuwe kerven minder diep. We laten nu de natuur meer het werk doen en hebben alleen de bovenlaag met helmbegroeiing afgegraven. De verwachting is dat het zand snel gaat stuiven en de kerven vanzelf dieper uitgesleten raken. De nieuwe kerven konden ontstaan in samenwerking met Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, dat deze aanpak nu heeft omarmd als nieuwe techniek om de duinen op een natuurlijke manier op te hogen tegen de stijgende zeespiegel.

Bossen aanpassen

De kennis die we hierover opdeden bij de eerdere kerven in de

De duinen herken je aan de wijde, heuvelachtige en zanderige vlaktes.

Noordwest Natuurkern toonde de effectiviteit van deze natuurlijke

Dรกt vormt het hart van het duin. Natuurlijk is er ook ruimte voor andere begroeiing, zoals naaldbomen. Op veel plekken zijn die bomen welkom, juist ook omdat er soorten leven die bijdragen aan de kracht van het

ingreep overtuigend aan. Het zand stuift nu met tonnen tegelijk het duin in.

gebied, zoals paddenstoelen.

75


Jaargids natuurbeheer 2019

Speerpunt 2: Diversiteit in landschap Groeien en floreren, dat is de natuur op zijn best. Sommige soorten doen het in de duinen echter zo goed, dat ze zo langzamerhand het hele gebied lijken over te nemen. Daar steekt PWN een stokje voor. Want voor gezonde duinen is een gevarieerd landschap erg belangrijk.

Begrazing

Grijs duin herstellen

Om te voorkomen dat de duinen dichtgroeien zetten we natuurlijke

Een groot deel van de duingraslanden is in de vorige eeuw beplant met

beheerders in. Wisenten, Schotse hooglanders, paarden en pony’s.

naald- en loofbossen. Dit zijn geen natuurlijke bossen. En soms zijn de

We kiezen bewust voor verschillende soorten dieren omdat ze allemaal

bossen geplant op plaatsen waar bomen niet goed gedijen. Dit zijn de meest

op een andere manier grazen.

westelijke bossen waar de wind vrij spel heeft en zomerse zoutstormen het blad verschroeien. Het zijn precies die plaatsen waar de duingraslanden op

Een Schotse hooglander eet bijvoorbeeld graag gras met zijn tong,

hun best zijn. Daarom halen we er bomen weg en verwijderen we de

waardoor het gras halflang blijft. Zo krijgen kruiden en bloemen de ruimte.

voedselrijke strooisellaag van bladeren en naalden onder de bomen.

Wisenten eten graag jonge boompjes en bast. Ook hebben we ontdekt dat

Dat doen we tot op het kale zand. Die extra ruimte is nodig om de grijze

ze graag stuifkuilen maken. Paarden zijn echte grasmaaiers, die de kleinere

duinen sterk en veerkrachtig te houden in tijden van klimaatverandering.

oppervlaktes kort houden met hun tanden. Ook eten ze graag ruwe delen van bomen en struiken. En waar Schotse hooglanders in het bos en bij het water leven, lopen pony’s liever in de open duingebieden. Zo komen alle plekken aan bod. De grazers doen hun werk niet alleen door te eten maar ook door de begroeiing plat of kapot te lopen en door hun mest te laten vallen. Dat is goed voor de grond en voor het verspreiden van zaden. Begrazing heeft het duin opener gemaakt. We zetten dit daarom voort en onderzoeken hoeveel grote grazers ergens kunnen grazen voor de juiste ontwikkeling van een begrazingseenheid. Nieuw is dat we hierbij ook kijken naar effecten van begrazing op insecten en andere kleine fauna. Ideaal zou het zijn als konijnenpopulaties in alle delen van het duin zich herstellen. Deze ‘kleine grazers’ helpen het duin open te houden.

Ruimte voor vlinders en libellen

Exotenbestrijding Een belangrijk onderdeel van het beheer vormt de bestrijding van de agressievere, zogenaamde invasieve exoten. Met name Amerikaanse

In het Noordhollands Duinreservaat gingen we ook in 2019

vogelkers, rimpelroos en watercrassula krijgen hoge prioriteit.

door met het openwerken van boszomen. Zo krijgen vlinders

We ontwikkelen verschillende methoden om dit effectief te doen en

meer ruimte en beschutting. Tegelijkertijd pakten we ook een oud winkanaal aan, dat we in dit seizoen vrij van bomen maakten. In het seizoen van 2020/2021 graven we het kanaal verder uit, zodat het een nieuwe habitat wordt voor bijzondere libellensoorten.

evalueren de effectiviteit ervan.


Hoofdstuk 4 Natuurbeheer in 2019

Wisentenvacht gewild nestmateriaal Broedvogels gebruiken voor de bouw van hun nest een grote verscheidenheid aan materiaal. Veelal plantaardig materiaal, zoals mos, gras en takken, maar ook vacht van dieren wordt vaak aangebracht in de bovenste laag van het nest. Nu lopen er in de Kennemerduinen veel grote grazers rond en de meeste daarvan wisselen hun vacht in het voorjaar. Uit een onderzoek naar het gebruikte nestmateriaal blijkt nu dat vogels in gebieden met grote grazers inderdaad relatief veel vacht gebruiken als nestmateriaal. Vooral in het Kraansvlak is de vacht van wisenten populair. Vacht van paarden en Schotse hooglanders wordt nauwelijks als nestmateriaal gebruikt.

Beheer damherten Nationaal Park Zuid-Kennemerland herbergt te veel damherten voor de draagkracht van het gebied. Daarom beheert PWN de populatie, samen met Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer. Na onderzoek van alle opties kwamen we tot de conclusie dat afschot de enig haalbare oplossing is. De Raad van State heeft ons in 2017 daarin bevestigd. Voor een gezond ecosysteem en voor de verkeersveiligheid moet de populatie de komende jaren van 700 worden teruggebracht tot 200 Ă 300. PWN pakt dit werk secuur aan en zet twee speciaal daarvoor opgeleide boswachters in.

Konijnen ook gewaardeerd om hun keutels Welke soort mest is beter voor de biodiversiteit? Die van koeien, paarden of konijnen? De Universiteit Utrecht en de Vrije Universiteit Brussel hebben recent al een verband aangetoond met verschillen in de verhouding van koolstof, fosfor en stikstof in de mest. In 2019 gingen onderzoekers een stapje verder met, een proefopstelling in de Kennemerduinen. In een kasexperiment testten ze de mest van konijnen, damherten, paarden, koeien en wisenten. Van elke mestsoort werd een hoge en een lage dosis toegediend aan potten met daarin steeds twee grassoorten, twee vlinderbloemigen en twee andere kruiden. De plantengemeenschappen die mest kregen toegediend van wisenten, koeien en paarden groeiden flink en werden in de pot met de hoge dosis steeds overwoekerd door rode klaver. Bij de potten waaraan konijnenmest was toegediend was dit echter veel minder het geval, waardoor de diversiteit van de plantengemeenschap in deze potten aan het einde van het experiment veel hoger was. De resultaten laten zien dat ook voor de bemesting het konijn erg belangrijk is voor de duinen. Het is een sleutelsoort, die niet alleen via zijn graas- en graafgedrag, maar ook via zijn uitwerpselen bijdraagt aan een biodivers landschap.

77


Jaargids natuurbeheer 2019

Speerpunt 3: Robuustere natuur Ons natuurbeheer richt zich altijd op het versterken van de eigen kracht van de natuur. We kijken waar we natuurlijke processen in elk uniek gebied nog beter tot hun recht kunnen laten komen en zorgen dat de natuurlijke processen ook goed blijven zonder onze beheerwerkzaamheden. De natuur mag robuust en zelfredzaam zijn.

Gebieden met elkaar verbinden

Nieuwe grondaankopen voor water en natuur

De duingebieden in Nationaal Park Zuid- Kennemerland worden doorsneden

PWN heeft de afgelopen jaren in de binnenduinrand nieuwe gebieden

door wegen en het spoor tussen Haarlem en Zandvoort. Om de veerkracht

aangekocht. Hier liggen kansen om de natuur te versterken én de water-

van de natuur te versterken, zijn de gebieden de afgelopen jaren verbonden

berging voor onze provincie goed te regelen. Zo hebben we in 2018 al een

door drie natuurbruggen. Als eerste werd in 2013 natuurbrug Zandpoort

gebied van 20 hectare tot nieuwe natuur opgeleverd op het terrein van het

opgeleverd, die de Amsterdamse Waterleidingduinen verbindt met het

voormalig psychiatrisch ziekenhuis Duin en Bosch in Castricum. We creëerden

Kraansvlak. Hekken houden hier tijdelijk nog de reeën en damherten tegen,

onder meer een duinvallei met mooie waterstromen.

waarvan er op dit moment in de Amsterdamse Waterleidingduinen een groot overschot is. In 2018 ging natuurbrug Zeepoort open, het ecoduct over de

Tegelijkertijd nam PWN 7 hectare tuinbouwgrond aan achter het station van

Zeeweg bij Overveen.

Castricum terug in beheer: De Zanderij. De gronden waren jaren verpacht, een regeling die niet meer past bij deze tijd. In het begin van de jaartelling

Met het opengaan van de derde brug, natuurbrug Duinpoort, werd in

maakte het gebied deel uit van het Oer-IJ, de meest noordwestelijke mon-

2018 ook de barrière van de spoorlijn naar Zandvoort geslecht. De natuur-

ding van de Rijn. In 2019 brachten we eenzelfde soort waterrijk landschap

verbindingen zorgen ervoor dat dieren meer leefruimte krijgen. Toegang tot

terug, met kreken en geulen. Hier gaan de seizoenen weer zorgen voor

meer voedsel en schuilplekken bijvoorbeeld, maar ook meer kansen op

een enorme variatie in natuurbeleving. De bodem hier was door langdurige

voortplanting. Bovendien neemt de kans af dat dieren slachtoffer worden

tuinbouw verontreinigd met fosfaat tot bijna een meter diep. Alle grond

van het verkeer in hun leefgebied.

afvoeren zou voor het milieu te belastend zijn. Daarom besloten we tot een experiment door ijzerslib in te brengen, een restproduct uit onze water­

De bruggen zijn daarnaast ook goed voor de verspreiding van planten,

zuiveringsinstallatie. Het ijzeroxide bindt de fosfaten en met succes. Pitrus,

doordat zaden in de vacht van dieren over de brug meereizen naar een

een indicatorplant voor fosfaatrijke grond, is er nog niet gesignaleerd.

nieuw gebied. Speciale aandacht is besteed aan de leeflaag op elke brug. De toplaag is vermengd met natuurlijk materiaal uit de omringende duinen.

Bij Bergen kochten we De Voert aan, een terrein van 4 hectare, waarvan

Daardoor is de begroeiing op de bruggen vergelijkbaar met die van de

we 3 hectare tot nieuwe natuur ontwikkelden. Hier legden we paddenpoelen

omgeving. Een natuurlijke omgeving voor vlinders en insecten. Dieren die

aan, met mooi schoon kwelwater. Traditionele sloten vormden we om tot

profiteren van de natuurbruggen zijn met name de zand- hagedis,

natuurlijke duinrellen, waardoor ook de waterhuishouding van de

hazelworm, vlindersoorten, konijn, bunzing, rugstreeppad, egel, vos,

omliggende landbouw verbetert. Een oude drainagepijp hebben we

hert, wezel, hermelijn, zandloopkever en de nauwe korfslak.

weggehaald omdat er piepschuim omheen zat. Dit deden we onder toeziend oog van de Archeologische dienst.

Al het zand wordt hergebruikt Zand uit de duinen vertegenwoordigt ook waarde. Daarom besloten om het zand dat bij werkzaamheden vrijkomt niet meer af te voeren, maar altijd opnieuw te gebruiken voor versterking van onze duinen. Zo werd er in 2019 al 25.000 kuub zand naar de wingebieden bij Castricum gebracht om de waterwinning extra tegen de zee te beschermen.


Hoofdstuk 4 Natuurbeheer in 2019

Soortenmonitoring op natuurbruggen

Kleine zoogdieren

We onderzoeken de komende jaren hoe de natuurbruggen door

maar ook andere kleine zoogdieren. De cameravallen leveren ook

verschillende soorten worden benut en of de vegetatie op het

bruikbare beelden van reptielen en amfibieën op.

Op alle drie de bruggen komen cameravallen om marters op camera te krijgen. In de cameraval wordt een blikje sardientjes geplaatst met een aantal gaten erin geprikt. De geur lokt marters,

brugdek zich voldoende ontwikkelt. Daartoe heeft PWN een monitoringsplan opgesteld voor de periode 2020-2040.

Grote zoogdieren De grotere zoogdieren worden gemonitord door wildcamera’s op

Loopkevers

de Zeepoort en de Duinpoort. De camera’s staan er al sinds 2018

Op de Zeepoort en Zandpoort worden de loopkevers op en rond

en de beelden die tot nu toe zijn gemaakt worden momenteel

de natuurbruggen gemonitord met behulp van potvallen. De pot-

uitgezocht. Deze camera’s reageren op beweging en nemen ook

vallen worden op de brug en in de referentiegebieden ingegraven

in de nacht beelden op. Omdat het bekijken en uitzoeken van

met een klein laagje alcohol in de potten. Elke week worden de

de opgenomen beelden veel tijd vergt, wordt er gekeken of er

vallen geleegd en de gevangen loopkevers gedetermineerd.

in de toekomst gebruik gemaakt kan worden van automatische beeldherkenning.

Dagvlinders en sprinkhanen Op alle drie de natuurbruggen lopen telroutes telroutes voor dag-

Vegetatie

vlinders uitgezet. Een aantal vrijwilligers kijkt tijdens de routes ook

De monitoring van de vegetatie op de bruggen zal worden mee-

uit naar zandhagedissen. Sprinkhanen worden op dezelfde routes

genomen in de huidige vegetatiemonitoring bij PWN. Dit wordt

door de vrijwilligers of door medewerkers van PWN of Waternet

gedaan aan de hand van kilometerhokken die afwisselend worden

geteld (afhankelijk van de hun soortspecifieke kennis).

opgenomen.

79


Jaargids natuurbeheer 2019

Versterking gebied Dronkendel Sinds september 2019 heeft PWN gewerkt aan Dronkendel, een gebied noordelijk van de Oosterplas in het Nationaal Park ZuidKennemerland. Hier verwijderden we 10 hectare aan Amerikaanse vogelkers en verwijderden we naaldbomen. Dit deden we heel secuur om zoveel mogelijk inheemse soorten te sparen. Echt maatwerk, dat door onze boswachters werd begeleid. Het leverde een veel vriendelijker beeld op dan bij andere natuurherstelprojecten. Dat viel ook op bij het publiek. We kregen veel complimenten over het eindresultaat en ontvingen slechts een minimale hoeveelheid klachten over onze werkzaamheden.


Hoofdstuk 4 Natuurbeheer in 2019

81


Jaargids natuurbeheer 2019

Resultaten

De impact van onze beheerprojecten Een gezonde duin is altijd in beweging. Kalkrijk zand dat over de wijde omgeving kan uitstuiven draagt bij aan de vitaliteit van het duin. Het landschap verjongt en er ontstaan nieuwe duinen met een ideaal pioniersmilieu. Dit is de kern van ons beheer. De resultaten zijn inmiddels goed zichtbaar.


Hoofdstuk 4 Natuurbeheer in 2019

Actief duinsysteem In 2003 brachten we vijf windsleuven aan in de zeereep van ZuidKennemerland, met landinwaarts in de windbanen vijf kaal gemaakte

Het effect van grote grazers op duinpoelen

duinen. Ze dragen bij aan een actief duinsysteem: stuivende duinen,

Exmoorpony’s, Schotse hooglanders en schapen zijn de beste

kwalitatief betere duingraslanden en een nieuw, vochtig duinmilieu.

natuurbeheerders in het Noordhollands Duinreservaat. Dagelijks

In het Noordhollands Duinreservaat hebben we op drie plaatsen duinen

verzetten ze veel werk om de duinen open te houden. En af en toe

in verstuiving gebracht. De dynamische zeereep hier levert

rusten ze uit in een lekker koele duinpoel. Welverdiend natuurlijk,

overtuigende stuifkuilen op en zelfs beginnende paraboolduinen.

na al dat harde werken. Maar wat doet hun aanwezigheid hier met de kwaliteit van duinvalleien en duinpoelen? Veel ontlasting

In Zuid-Kennemerland heeft het stopzetten van de waterwinning sinds

belandt in het water, en ze vertrappen oevers. Kan dat kwaad?

2002 gezorgd voor een vertienvoudiging van het oppervlak aan vochtig duinmilieu, tot 300 hectare. De verbeterde omstandigheden hebben

In het voorjaar van 2019 deden we daar met stichting Waterproof

we verzilverd met herstelprojecten voor vochtige duinvalleien.

uitgebreid onderzoek naar. We selecteerden een steekproef van 28

Uit monitoring van de duinvalleien blijkt dat plantensoorten als de

duinpoelen en verdeelden ze in onbegraasd, gematigd intensief

parnassia weer wijdverbreid voorkomen. Sinds 2003 hebben we 5.000

begraasd en intensief begraasd en vergeleken historische data met

hectare duingebied in begrazing genomen met een mix van Schotse

de meetgegevens van nu over amfibieën, macrofauna, vegetatie

hooglanders en konikpaarden of Exmoorpony’s en met een

en de waterchemie.

gescheperde of flexibel ingerasterde schaapskudde. Het sterk vergraste duin is nu weer opener en rijker van structuur. Diverse terreindelen met

En de resultaten vielen niet tegen. Zelfs de meest intensief

veel recreatie houden we buiten de begrazing. Opvallend goed zijn de

begraasde poelen scoorden nog steeds vrij goed. Wel zien we

resultaten van de proef met de wisenten. Het Kraansvlak is nu meer open,

verschillen per soort. Kleine waterdiertjes (macrofauna) blijken

kent zandige plekken en biedt een bijzondere natuurbeleving.

het beste te gedijen in onbegraasde poelen, terwijl amfibieën juist

De kudde is gegroeid en

profiteren van intensieve begrazing. Voor waterplanten geldt juist een gematigde begrazing als optimum. Wat betreft waterchemie komen de intensief begraasde poelen duidelijk minder goed uit de verf. Waterchemie beïnvloedt met name de macrofauna in het water, wat kan verklaren waarom de onbegraasde poelen over het algemeen rijker scoren op macrofauna dan de begraasde poelen. Gematigd intensief begraasde poelen scoren overall beter. En dat biedt nieuwe aanknopingspunten voor het duinbeheer. We zouden het aanbod van poelen in de nabijheid kunnen vergroten en nieuwe poelen wat groter kunnen maken. Dan is de druk van grote grazers op de waterkwaliteit minder groot.

83


Jaargids natuurbeheer 2019

Woekerexoten

Veel verbeterd

Verstuiving en begrazing zijn niet voldoende gebleken om

Processen als verstuiving, begrazing en grondwaterdynamiek zijn in

overwoekering met exoten, zoals de Amerikaanse vogelkers,

grote delen van de terreinen hersteld. Belangrijke levensgemeen-

tegen te gaan. Daarom hebben we de afgelopen jaren deze soort

schappen als duingraslanden blijken uit onderzoek sinds de jaren

met mechanische inspanning over grote oppervlakten verwijderd.

tachtig nu weer van goede kwaliteit te zijn. Qua biodiversiteit zien

Het nabeheer vraagt echter veel zorg, net als bij andere exotische

we helaas nog een afname van broedvogels van het open duin,

woekeraars zoals cotoneaster en mahonia. Andere verbeteringen

zoals de bergeend, het paapje en de wulp.

zijn de ‘zonnige zomen’ die we hebben aangelegd aan de rand van bossen en de omvorming van naaldbos naar loofbos.

Ook de tapuit is in aantal sterk afgenomen. Hier staat tegenover dat de duinbossen meer volwassen worden. Kenmerkende bossoorten als bont zandoogje, keizersmantel en boommarter zijn recent het Noordzeekanaal overgestoken en hebben nieuwe leefgebieden gevonden in de duinbossen. Ook is het open duin een aantal nieuwe bewoners rijker: de bijenorchis en bokkenorchis zien we inmiddels steeds vaker, net als de sikkelsprinkhaan en de wespspin.

Geringde naaldbomen goed voor insecten

In 2019 startten we met een monitoring van kevers die van dood hout afhankelijk zijn. Daar zijn er in Nederland ongeveer 750 soorten van. Zij hebben allerlei levenswijzen en benutten uiteen-

In de duinen worden hier en daar exotische naaldbomen weg-

lopende microbiotopen die het dode hout kan opleveren. Zo zijn

gehaald om ruimte te geven aan inheemse soorten. PWN heeft

er soorten die in vers dood hout leven, in ouder door schimmels

besloten om dit te doen door bomen niet te kappen maar te

aangetast hout, in vermolmd hout, in dode wortels, in boom-

ringen. Er komt meer dood hout, en dat betekent een flinke

holtes, in boomsappen en in boomzwammen. Er zijn houteters,

stimulans voor insecten. Met de kevermonitoring evalueren we dit.

schimmeleters, boomsapeters, predatoren, en zelfs soorten die

De eerste resultaten zijn veelbelovend.

schimmels enten op het hout en dat eten.

In de duinen zijn nog bossen aanwezig met exotische naaldbomen,

De monsters uit de duinen van PWN leverden dit jaar al mooie

zoals de zwarte den. Soms is het wenselijk om deze plekken om te

resultaten op die laten zien wat de waarde is van kwijnend en

vormen tot bossen met inheemse boomsoorten, zoals zomereik,

dood hout. We telden 101 keversoorten, waaronder diverse

lijsterbes en ruwe berk. Voorheen werden de naaldbomen dan

soorten die zeldzaam zijn in Noord-Holland.

gekapt en verkocht. Maar de bomen ringen is voor insecten veel beter. Hierdoor sterven de bomen langzaam af en ontstaan er flinke hoeveelheden kwijnend en dood hout. Daar profiteren niet alleen veel insectensoorten van, maar ook paddenstoelen en spechten.


Hoofdstuk 4 Natuurbeheer in 2019

85


Jaargids natuurbeheer 2019

Hoofdstuk 5 Ons samenspel met de omgeving De natuur is goed voor iedereen De duinnatuur is in zoveel opzichten waardevol voor Noord-Holland. Ze biedt een gezonde en groene leefomgeving, woongenot en recreatiemogelijkheden. Ook beschermt ze ons tegen de zee en herbergt ze een groot aantal uitzonderlijk zeldzame plant- en diersoorten. We koesteren wat de natuur ons geeft en versterken haar. Dat doen we het liefst samen met zoveel mogelijk betrokkenen.


Hoofdstuk 5 Ons samenspel met de omgeving


Jaargids natuurbeheer 2019

Verbinding met de omgeving

Een sterke band met onze achterban Als maatschappelijk bedrijf heeft PWN zich de afgelopen jaren ontwikkeld tot een actieve, open partner voor allerlei partijen uit haar omgeving. Actief zoeken we de verbinding om met iedereen de natuur in de toekomst nog mooier te maken. Want een sterke band met onze achterban vertaalt zich ook in een sterkere band met de natuur.


Hoofdstuk 5 Ons samenspel met de omgeving

Door ons actief met onze omgeving te verbinden zijn we in staat het

Met een professionele benadering van onze stakeholders zoeken we

natuurbeheer effectiever uit te voeren. Door de vele gesprekken en

de balans tussen voldoen aan vaak strenge regelgeving zoals

onderzoeken signaleren we vroegtijdig belangrijke ontwikkelingen.

Natura 2000 en de belangen van mensen. In dit kader ervaren we

Ook nemen we het podium om minder populaire ingrepen in de

een toenemende assertiviteit, die soms leidt tot een andere stijl van

natuur toe te lichten. Tegelijkertijd wisselen we met zoveel mogelijk

planvorming en communicatie met onze omgeving. Toenemende

omwonenden en recreanten ideeĂŤn uit over hoe onze aanpak nog beter

recreatieve bedrijvigheid in de duingebieden maakt ook goed contact

kan. Dit leidt tot bijzondere projecten waarbij bijvoorbeeld omwonenden

en professionele samenwerking met ondernemers belangrijk.

hun ideeĂŤn grotendeels gerealiseerd zien.

En een toenemende behoefte aan bewegen in het groen heeft de afgelopen jaren geleid tot nieuwe oriĂŤntatie op nieuwe doelgroepen zoals sportopleidingen en de zorg.

89


Jaargids natuurbeheer 2019

Samenwerkingsverbanden

Natuurbeheer doen we samen PWN werkt als bedrijf van de overheid nauw samen met tal van maatschappelijke partijen: verenigingen, stichtingen, onderzoeksinstellingen, universiteiten. Daarbij beperken we ons vaak niet alleen tot het duinbeheer, maar vatten we onze bijdrage aan water en natuur zo breed mogelijk op. Want alles hangt samen: van rivierwater tot het IJsselmeer, en van de Noordzee tot de bedrijvigheid in de metropoolregio Amsterdam.


Hoofdstuk 5 Ons samenspel met de omgeving

Samenwerking in Nationaal Park Zuid-Kennemerland

Samenwerkingen rond Bestuursakkoord Water

PWN beheert samen met Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer

Vanuit het in 2011 afgesloten Bestuursakkoord Water zijn in Nederland

het duinlandschap en de natuur van het NPZK. De beheerders werken

de afgelopen jaren tal van samenwerkingsverbanden ontstaan rond

hier samen met IVN, gemeenten, Hoogheemraadschap van Rijnland,

verbetering van de waterketen. Het gaat hier om kostenbesparing,

de provincie Noord-Holland en particulieren. Dit doen zij volgens het

verbetering van de kwaliteit en vermindering van de kwetsbaarheid.

gezamenlijke Beheer en Inrichtingsplan.

Dit heeft in het leveringsgebied van PWN geleid tot negen regionale samenwerkingsverbanden tussen drinkwaterbedrijven, waterschappen

Kustpact: zonering Noord-Holland uitgewerkt In het kader van het Kustpact heeft PWN in 2017 meegewerkt aan een zoneringsvisie voor de kust van Noord-Holland. Dit deden we in samenwerking met Landschap Noord-Holland, Natuurmonumenten, Waternet en Staatsbosbeheer. In het Kustpact zijn heldere afspraken gemaakt over het beschermen van de waarden van de Nederlandse kust. Een verdrag tussen 60 partijen, waarin is bepaald in welke delen van de

en gemeenten. PWN heeft zich hieraan op bestuursniveau gecommitteerd. Via deze samenwerkingen ontstonden tal van uiteenlopende verbeterprojecten. Onder meer op het gebied van assetmanagement, duurzaamheid en klimaatadaptatie. Met de waterschappen werken we nauw samen op het gebied van waterveiligheid en dynamisch zeereepbeheer. Ook rond het IJsselmeerwater werken we samen, bijvoorbeeld in een proef om medicijnresten te verwijderen uit riooleffluent.

kust geen nieuwe bebouwing is toegestaan en op welke plekken wel ontwikkeling mogelijk is.

Ook met weinig tijd kun je als vrijwilliger meedoen Bij PWN werken ruim 500 vrijwilligers. Ze helpen mee in het onderhoud van de duinen, in bezoekerscentra en bij het monitoren van soorten. En dat spreekt veel mensen aan. Vrijwilligers werken lang bij ons en maken daar ook ettelijke uren per week voor vrij. Maar tijden veranderen en mensen hebben minder vrije tijd. Daarom biedt PWN sinds 2019 ook de mogelijkheid om aan kortere beheer- en onderzoeksprojecten mee te werken. In kleine projecten van een paar dagen helpen vrijwilligers om belangrijke klussen in korte tijd te klaren. Waar we bij de vaste groepen om een regelmatige inzet vragen, is het bij deze projecten mogelijk om gewoon eens een dag of dagdeel mee te doen.

91


Jaargids natuurbeheer 2019

Blauwe netten

Coalitie Het Blauwe Hart Natuurlijk

Samen versnellen we duurzaamheid. Dit is de gedachte achter

PWN is lid van de Coalitie Het Blauwe Hart Natuurlijk, het samen-

Blauwe Netten, een samenwerkingsverband van alle Nederlandse

werkingsverband rond het IJsselmeer. Samen met partners rond het

drinkwaterbedrijven. Kennis, ervaring en innovatiekracht worden

IJsselmeer participeren we hier in natuurontwikkelingsprojecten en

gebundeld om de watersector verder te verduurzamen. Inkopers

ijveren we voor verbetering van de waterkwaliteit. Bijvoorbeeld door

en duurzaamheidsexperts stemmen sinds 2017 onderling af over

natuurlijke eilanden aan te leggen, door waterzuiverende plantjes

gezamenlijke verbeteringen. Thema’s zijn: klimaatneutraal werken,

(helofyten) uit te zetten en door het ecosysteem beter in balans

opwekking van duurzame energie, verduurzamen van chemicaliĂŤn

te brengen.

voor de waterproductie en een grondstoffenpaspoort voor de materialen waar ondergrondse leidingen van zijn gemaakt.

NAP PWN werkt nauw samen met de Natuurwetenschappelijke advies-

Samenwerking met ondernemers

commissie PWN (NAP). Dit is een onafhankelijk adviesorgaan van

PWN werkt samen met tal van lokale ondernemers. Zo zijn er

wetenschappers die de directie en de Raad van Commissarissen

horecaondernemers in onze natuurgebieden zoals Gasterij De Kruisberg

gevraagd en ongevraagd adviseert over het natuurbeheer in onze

en Johanna’s Hof. Ook werken we samen met recreatieve ondernemers

gebieden. De NAP komt drie keer per jaar bijeen. De commissie

die in onze gebieden activiteiten verzorgen. Verder onderhouden we

fungeert als klankbord en houdt toezicht op het beheerbeleid met

goede contacten met boeren in de omgeving, bijvoorbeeld om hun

inachtneming van een verantwoorde drinkwatervoorziening in

vee te laten grazen in onze gebieden.

de gebieden.

Opleiding tot natuurbeheerder gestart PWN bood al stageplekken aan arbeidsparticipanten. Sinds 2019 kunnen leerlingen met een arbeidsbeperking bij PWN ook de opleiding Tuin, Park en Landschap volgen. De opleiding is officieel erkend op mbo-niveau. Een beroepsbegeleidende leerweg, die voor leerlingen met een arbeidsbeperking bij PWN in-company wordt georganiseerd. Het initiatief is het resultaat van een samenwerking met het Clusius College, Groen Start NHN, Landschap Noord-Holland en Heerenbosch (uitzendbureau in het Groen). De opleiding is een enorme opsteker voor arbeidsparticipanten die vaak minder goed in het reguliere schoolsysteem passen. Subsidie maakt het mogelijk om met kleine klassen te werken. Een docent van het Clusius College is verantwoordelijk voor het didactische aspect van de opleiding. Boswachters en medewerkers van PWN verzorgen gastlessen.


Hoofdstuk 5 Ons samenspel met de omgeving

Met dementie toch zinvol werk in onze Hoeptuin PWN biedt mensen met beginnende dementie de mogelijkheid om mee te werken aan licht onderhoud in onze Hoeptuin. Het is voor mensen met dementie van groot belang dat ze actief blijven en dat ze structuur, afleiding en zinvolle bezigheden hebben. Samen met de stichting DemenTalent en boswachter Dave Nanne hebben we geĂŻnventariseerd wat er in onze tuin gedaan kan worden. Inmiddels werken er vijf vrijwilligers mee aan het lichte onderhoud, ondersteund door twee begeleiders.

93


Jaargids natuurbeheer 2019

Twee bezoekerscentra

Het vertrekpunt voor het verhaal van de duinen Onze bezoekerscentra zijn de ideale voorpost om in contact met de natuur te komen. Letterlijk op de drempel van onze gebieden bieden ze voorlichting en educatieve tentoonstellingen en zijn ze het vertrekpunt voor excursies. Je kunt er zelfs vergaderen.

Bezoekerscentrum De Hoep Dit bezoekerscentrum bij Castricum valt door zijn vorm prachtig samen met het omringende duinlandschap. Centraal in dit centrum is een vaste, interactieve tentoonstelling over water en natuur, regelmatig aangevuld met wisseltentoonstellingen. Er zijn ook diverse vergaderzalen. Daarnaast organiseert het centrum het hele jaar door excursies. De Hoeptuin aan de achterkant van het centrum laat bezoekers alvast het duin in het klein ervaren, met een aangelegd paraboolduin en een duinpoel.

Expositie over de wolf De wolf komt dichterbij, maar zal hij ooit onze duingebieden weer bevolken? En hoe wenselijk is dat? PWN organiseerde met succes de expositie ‘Door de ogen van de wolf’ in de beide bezoekerscentra. Bezoekers kwamen over dit fascinerende dier van alles te weten naar aanleiding van het vele onderzoek dat over de wolf is uitgevoerd. Want als we straks een discussie over de wolf moeten voeren, dan kunnen we dat maar beter doen met kennis van zaken.


Hoofdstuk 5 Ons samenspel met de omgeving

Expositie natuurfoto’s Ruud Maaskant Veel van de prachtige foto’s in deze jaargids zijn gemaakt door PWN-boswachter en natuurfotograaf Ruud Maaskant. Een selectie van zijn werk uit de afgelopen dertig jaar lag aan de basis van de expositie ‘In het oog, in het hart’. Deze is afgelopen jaar wisselend in de beide bezoekerscentra te zien geweest. Extra bijzonder aan de expositie was de opstelling waarbij bezoekers de foto’s zelf in hoogte kunnen verstellen. Door het perspectief te veranderen kwamen er nieuwe foto’s tevoorschijn. Zo werden ze toeschouwer en regisseur tegelijk.

Bezoekerscentrum De Kennemerduinen Bij Bloemendaal aan Zee ligt bezoekerscentrum De Kennemerduinen aan de hoofdingang van Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Wie meer wil weten over het nationaal park of een excursie wil boeken kan hier terecht. Ook is er een tentoonstelling over de duinnatuur en de planten en dieren die in het nationaal park leven. Buiten, tegenover het terras, ligt een zand- en waterspeeltuin. Deze werd in 2018 geheel vernieuwd met klimmuren, stoere glijbanen en waterputten.

95


Jaargids natuurbeheer 2019

Recreatie & beleving

Hoe mensen genieten van de duinen De natuur trekt als een magneet aan mensen. Dat is ook niet vreemd want de natuur fascineert, is gezond en geeft ons veel moois.


Hoofdstuk 5 Ons samenspel met de omgeving

De duinen van Kennemerland tussen Zandvoort en Bergen worden per

Studies laten zien dat de draagkracht van de natuur achteruitgaat als

jaar ruim 6 miljoen keer bezocht. De bezoekers komen vooral voor de

het recreatief gebruik sterk groeit. Ook blijken onze bezoekers rust in

beleving van natuur en de rust, om te genieten en te recreëren. Meer

de gebieden erg belangrijk te vinden en drukke tijden en plaatsen te

dan driekwart van het aantal bezoeken wordt afgelegd door de half

mijden. Draagkracht bepaalt dus de grens aan de opvang van recreatie

miljoen omwonenden in de omgeving. Maar ook toeristen uit binnen-

en toerisme. Daarom kiest PWN niet voor kwantiteit en groei, maar

en buitenland weten onze duinen steeds beter te vinden.

voor recreatie en toerisme passend bij de draagkracht en unieke waarden van de duinen. Met een goede en slimme regulering van

We zien verschillende ontwikkelingen die naar verwachting zullen

de groeiende bezoekersstromen zorgen ervoor dat de draagkracht

leiden tot een substantiële toename van recreatie en toerisme in deze

van de duinen niet wordt overschreden.

natuurgebieden. In de Metropoolregio Amsterdam groeit het aantal toeristen de komende decennia met ongeveer dertig procent. Ook de behoefte aan recreatie wordt diverser. Tegelijkertijd zal een opwarmend klimaat in de toekomst ook een grotere trek naar de kuststreken tot gevolg hebben. Hoe gaat PWN hier mee om? In de eerste plaats zien we een rol voor professioneel bezoekersmanagement om het recreatieve gebruik in goede balans te houden met de prachtige natuur. Daarnaast werken we aan duurzame recreatie en toerisme en zoeken we naar manieren om mensen in het hart te raken met al het moois dat de natuur te bieden heeft.

Natuur in het hart van bezoekers De twee duingebieden van PWN hebben elk hun eigen unieke identiteit, met bijzondere waarden die als icoon van het gebied worden uitgedragen. Door dit goed over te brengen willen we de harten van mensen raken. Want dat is volgens ons de beste manier om betrokkenheid bij en verantwoordelijkheid voor de natuur te vergroten, draagvlak te krijgen en uiteindelijk mensen uit zichzelf meer te laten bijdragen aan duurzaam duinbeheer. Met haar gastvrijheid wil PWN mooie ervaringen in de duinen

Duurzame recreatie en toerisme

versterken. Dat zit hem bijvoorbeeld in een goede vindbaarheid van

Daarmee bedoelen we recreatie en toerisme naar draagkracht van

de gebieden, in een verrassend en gevarieerd aanbod en in mooie

de natuur en de beleving. Want bezoekers komen primair voor het

contacten met bezoekers. Prachtige foto’s, bijzondere verhalen,

prachtige duingebied en PWN houdt deze beleving in stand door

en historie: het draagt allemaal bij aan een dieper gevoelde beleving

het duin zorgvuldig en duurzaam te beheren.

van de natuur.

Tarief duinkaart vrijwel ongewijzigd Voor de meeste duinkaarten van het Noordhollands Duinreservaat hebben we de prijs gelijk gehouden. Alleen de papieren jaarkaart werd een euro duurder. Deze verhoging dient om de online verkoop van jaarkaarten te stimuleren. Het tarief voor een papieren jaarkaart is nu € 13,50, die van een online kaartje bedraagt € 12,50.

97


Jaargids natuurbeheer 2019

Iedereen recreëert op zijn eigen manier

Mountainbiken

De duingebieden zijn erg in trek, tot ver buiten de regio.

In het Noordhollands Duinreservaat kun je mountainbiken op maar

Mensen zoeken de natuur op voor uiteenlopende vormen van recreatie.

liefst 143 kilometer aan banen. Dat is op de daarvoor bestemde

PWN geeft mensen de ruimte om volop in de natuur te recreëren,

onverharde paden toegestaan van zonsopkomst tot 10.30 uur.

liefst natuurgericht en zo duurzaam mogelijk.

Ook mountainbikers moeten in het bezit zijn van een duinkaart. In het Nationaal Park Zuid-Kennemerland is mountainbiken alleen

Fietsen

toegestaan op de fietspaden.

Misschien wel de meest gangbare manier om van de gebieden te genieten is op de fiets. Er ligt een uitgebreid netwerk aan fietspaden

Kamperen

die deel uitmaken van het fietsknooppuntennetwerk. Onze bezoekers-

In de duingebieden liggen verschillende campings. Onder de naam van

centra bieden huurfietsen aan en fietskaarten. Die laatste zijn

PWN-dochter Kennemer Duincampings profileren Camping Bakkum,

ook online te vinden op www.natuurwegwijzer.nl.

Camping De Lakens en Camping Geversduin zich als plekken waar natuurgericht kamperen het uitgangspunt is. Ze organiseren

Wandelen, hardlopen Wandelaars en renners kunnen in de gebieden hun hart ophalen en komen op plekken waar fietsers het nakijken hebben. Bij speelterreinen mag je zelfs van de paden afwijken. In kwetsbare natuur gelden uiter-

natuurexcursies en geven ook de natuur op het terrein de volle aandacht. De campings ondernemen maatschappelijk verantwoord en gaan bewust om met het milieu. Dit alles maakt dat de campings de hoogst mogelijke milieu-erkenning hebben: de gouden Green Key.

aard strengere regels, bijvoorbeeld dat honden niet zijn toegestaan. Sommige paden zijn in het broedseizoen niet toegankelijk. Er zijn tal

Georganiseerde recreatie

van wandelroutes gemarkeerd met paaltjes. In het Noordhollands

PWN organiseert in de duinen ook allerlei vormen van natuurgerichte

Duinreservaat is ook een NS-wandelroute beschikbaar.

evenementen en excursies. Zo kun je op gezette tijden mee met een

Een uitgebreide kaart met wandelroutes is te koop in onze bezoekers-

boswachter, zijn er activiteiten voor kinderen en complete educatie-

centra en te vinden op www.natuurwegwijzer.nl. Een bijzondere route

programma’s voor schoolklassen.

is het Wisentenpad. Het wandelpad dwars door het Wisentengebied is van september tot en met februari vrij toegankelijk. Daarbuiten, in het broed- en kalverseizoen, is het gesloten.

Het meest geschikt voor recreatief zwemmen is duinmeer ’t Wed.

Bomen gecontroleerd op veiligheid

Behalve een speelstrand en toiletblokken zijn hier ook andere

PWN voert systematisch veiligheidscontroles uit bij bomen in

voorzieningen, zoals vuilnisbakken en zwemlijnen. Er kan het hele jaar

het duin. Aan de hand van de methode Visual Tree Assessment

worden gezwommen. De kwaliteit van het water wordt gecontroleerd

controleren we bomen langs wegen, paden en parkeerplaatsen op

van mei tot november. Het duinwater is doorgaans heel helder en

loshangende takken, ziektes en holtes.

Zwemmen

schoon. Soms is er in de zomer bij aanhoudend warm weer kans op zwemmersjeuk.

In 2019 hebben gediplomeerde VTA-controleurs van PWN alle bomen gecontroleerd langs drukbezochte gebieden, zoals het Bergerbos. Afgekeurde bomen zijn verwijderd. Het ging om dode

Paardrijden

en holle bomen en bomen waarbij hun zwakke plekken niet direct

De duingebieden bevatten een uitgebreid netwerk aan ruiterpaden.

zichtbaar zijn als je erlangs loopt.

Deze zijn vaak smal, en begaanbaar in twee richtingen. Bij tegenliggers komt het daardoor aan op actief paardrijden. De paden lopen door het begrazingsgebied van paarden, herten en runderen. Deze dieren zijn gewend aan ruiters, maar kunnen toch onvoorspelbaar reageren. Houd daarom de regels in acht. Soms betekent dat met een boogje om de dieren heen rijden. Voor het Noordhollands Duinreservaat is een ruiterkaart nodig. Paardrijden op het strand is toegestaan in de avond en vroege ochtend. Plattegronden en routekaarten zijn te koop in de bezoekerscentra.


Hoofdstuk 5 Ons samenspel met de omgeving

Minder bang voor hooglanders PWN organiseert hooglandercolleges voor wie meer vertrouwd wil worden met Schotse hooglanders. Tijdens deze buitenactiviteit op de fiets met een boswachter komen mensen te weten over hoe je deze dieren het best kunt benaderen. De hooglandercolleges worden al een paar jaar gegeven en zorgen ervoor dat mensen hun angst voor deze grote grazers overwinnen.

99


Jaargids natuurbeheer 2019

Effecten van recreatie

De invloed op de natuur Recreatie en natuur gaan vaak goed samen. In sommige gevallen leidt intensieve recreatie wel tot schade aan het gebied of verstoring van de natuur. Als duinbeheerder houdt PWN dit goed in de gaten en grijpen we waar nodig in.


Hoofdstuk 5 Ons samenspel met de omgeving

Wordt het drukker?

Mountainbiken

We vermoeden dat de bezoekersaantallen de laatste jaren sterk toe-

De duinen vormen een geliefd terrein voor mountainbikers.

nemen. Daar gaat PWN de komende tijd meer onderzoek naar doen.

Boswachters constateren echter dat er natuurschade ontstaat

Het laatste cijfer van 6 miljoen bezoeken dateert van steekproef-

door het intensieve gebruik van de paden. Sinds 2015 is deze schade

tellingen rond 2000. Sindsdien kunnen we aan de parkeerdruk en het

fors toegenomen, vooral bij zandpaden in het kwetsbare open duin.

aantal verkochte duinkaarten afleiden dat het drukker is geworden.

Daarom neemt PWN gerichte maatregelen om afsnijden van bochten

Ook zien we dat de Metropoolregio Amsterdam de duinen actief

te voorkomen en schade te herstellen.

promoot voor uitstapjes. PWN overlegt sinds 2004 hierover regelmatig met de Klankbordgroep We hebben beter inzicht in de bezoekersstromen nodig om te kunnen

Fietsregeling. Deze bestaat uit georganiseerde en ongeorganiseerde

bepalen in hoeverre de gebieden deze bezoekersstromen nog aan-

mountainbikers, wandelaars, fietsers en Stichting Duinbehoud.

kunnen. Met name de relatie tussen het aantal bezoekers en de afstand tot broedvogels is een kritische factor voor het duurzaam toerisme dat we voorstaan. Daarom hebben we ook draagkrachtonderzoek laten uitvoeren: hoeveel recreanten kan het gebied aan? Zie daarvoor het kader.

Meer rust voor wisenten in Kraansvlak Tot het broedseizoen van 2020 brachten 3.700 mensen een bezoek aan het wandelpad door wisentengebeid Het Kraansvlak. Dat waren er 1500 minder dan een jaar eerder. Het verschil komt doordat het gebied dit seizoen twee maanden minder opengesteld was. Door de verhuizing van zeven wisenten uit het Kraansvlak naar Spanje had de kudde extra rust nodig om de balans in de groep te herstellen. Ook voor en tijdens de verhuizing hebben we de kudde extra ruimte gegeven.

101


Colofon Fotografie: De meeste grote foto’s in dit verslag zijn gemaakt door Ruud Maaskant en Fred van den Bosch, natuurfotografen en boswachters bij PWN. Overige foto’s: Evert Jan Woudstra, Dario Duijves, Erik van der Burgt, Martijn van Schaik, Rosalie van der Eng, Jac de Ruiter, Imreël van der Sloot, PWN Samenstelling, teksten, illustraties en vormgeving: Buro Jung Eindredactie: PWN, Jade Hurkmans en Myrthe Fonck Drukwerk: Drukkerij Huighaverlag © september 2020 PWN Postbus 2113 1990 AC 023 - 541 33 33 www.pwn.nl



Welkom in de duingebieden van PWN De landduinen van Noord-Holland behoren tot de meest gevarieerde en soortenrijke landschappen van Nederland. Een uniek ecosysteem, waarin bijzondere soorten voorkomen. Kalkminnende planten bijvoorbeeld, zoals slangenkruid, ruig viooltje en grote tijm. Bijzondere insecten, zoals de duinparelmoervlinder, blauwvleugelsprinkhaan en tientallen soorten wilde bijen. Maar ook de zandhagedis, nachtegaal, boommarter en wisent voelen zich hier thuis. Als natuurbeschermer neemt PWN de verantwoordelijkheid voor deze enorme rijkdom. En bij die verantwoordelijkheid hoort ook verslaglegging. In deze jaargids leggen we daarom verantwoording af over onze inspanningen. We zetten uiteen wat de bijzondere dynamiek in de duinen is en doen verslag van onze activiteiten en hun resultaten. Ook laten we zien hoe het is gesteld met de biodiversiteit en delen we de nieuwste inzichten die het vele onderzoek in de duinen oplevert. We zijn zuinig op onze duinen, die jaarlijks 6 miljoen bezoekers trekken. Want als wij goed zijn voor de duinen, zijn de duinen goed voor ons.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.