De landduinen van Noord-Holland behoren tot de meest gevarieerde en soortenrijke landschappen van Nederland. Een uniek ecosysteem, waarin bijzondere soorten voorkomen. Kalkminnende planten bijvoorbeeld, zoals slangenkruid, ruig viooltje en grote tijm. Bijzondere insecten, zoals de duinparelmoervlinder, blauwvleugelsprinkhaan en tientallen soorten wilde bijen. Maar ook de zandhagedis, nachtegaal, boommarter en wisent voelen zich hier thuis. Als natuurbeschermer neemt PWN de verantwoordelijkheid voor deze enorme rijkdom. En bij die verantwoordelijkheid hoort ook verslaglegging. In deze jaargids leggen we daarom verantwoording af over onze inspanningen. We zetten uiteen wat de bijzondere dynamiek in de duinen is en doen verslag van onze activiteiten en hun resultaten. Ook laten we zien hoe het is gesteld met de biodiversiteit en delen we de nieuwste inzichten die het vele onderzoek in de duinen oplevert. We zijn zuinig op onze duinen, die jaarlijks 9 miljoen bezoekers trekken. Want als wij goed zijn voor de duinen, zijn de duinen goed voor ons.
JAARGIDS NATUURBEHEER 2020
Welkom in de duingebieden van PWN
Als wij goed zijn voor de duinen, zijn de duinen goed voor ons.
Jaargids natuurbeheer
2020
Jaargids natuurbeheer 2020
Onze missie
8
Voorwoord
10
Sjakel van Wesemael, Directeur Natuur en Beleving:
Belangrijke ontwikkelingen
“Op naar meer van dit moois”
Grote trends hebben direct invloed op de natuur en de
Het seizoen 2020/2021
In vogelvlucht langs bijzondere hoogtepunten en
50
recreatie in onze duinen. In dit hoofdstuk staan we stil bij drie grote uitdagingen: klimaatverandering, de effecten van stikstof en de toenemende druk van recreatie.
nieuwe inzichten
Natuurbeheer en PWN
Natuurbeheer in 2020
Prachtige natuur, bijzonder cultureel erfgoed en geologische
PWN versterkt de unieke kracht van elk natuurgebied.
rijkdom. Onze duingebieden zijn uniek en kennen een
Dat is een zaak van de lange termijn, door de natuur alle
bijzondere geschiedenis. Over de gebieden, de rol van PWN
ruimte te geven. Want als de duinen kunnen floreren,
en het belang van onderzoek.
krijgen we daar een enorme vitaliteit voor terug.
Habitats en biodiversiteit
Samenspel met de omgeving
De duinen vormen een voor Europa uniek ecosysteem,
De duinnatuur is het waard om goed voor te zorgen.
waar drinkwaterwinning en natuur elkaar duurzaam
Want als wij goed zijn voor de duinen, zijn de duinen
versterken. De grote variatie maakt de natuur puur en
goed voor ons. Dus koesteren en onderhouden we de
veerkrachtig. We zoomen in op habitats en soorten.
duinnatuur, liefst samen met zoveel mogelijk betrokkenen.
62 78
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 2
26
drinkwater en veerkrachtige natuurgebieden.
Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 1
12
PWN zorgt altijd voor betrouwbaar
Hoofdstuk 3
INHOUD
7
5
Jaargids natuurbeheer 2020
Onze missie: PWN zorgt altijd voor betrouwbaar drinkwater en veerkrachtige natuurgebieden Het gevarieerde landschap, de bodemsamen stelling, zout spatwater, strandzand dat de duinen in stuift, de zon die een zandhelling opwarmt. Dit alles maakt de duinen van Noord-Holland tot een uniek ecosysteem waarin de meest bijzondere soorten floreren. Bijvoorbeeld kalkminnende planten zoals slangenkruid, ruig viooltje en grote tijm. Daar komen zeldzame insecten op af, zoals de duinparelmoervlinder, blauwvleugelsprinkhaan en wilde bijen. En dat trekt bijzondere reptielen en vogels aan, zoals de zandhagedis, boomleeuwerik en nachtegaal. Ook groter wild voelt zich in de duinen thuis, zoals de boommarter, vos en sperwer. En tot slot vind je er grote grazers, zoals het konikpaard en de wisent.
Drinkwaterbedrijf PWN is verantwoordelijk voor twee grote duingebieden in Noord-Holland, elk met hun unieke identiteit en kracht: het Noordhollands Duinreservaat en het Nationaal Park Zuid-Kennemerland en is daarmee de grootste duinbeheerder in Nederland. Ons natuurbeheer is erop gericht om die zo speciale kracht van de duinnatuur de ruimte te geven en waar nodig verder te versterken. We laten de duinen sterk zijn door landschapsvormende processen te stimuleren. En we kijken in elk gebied waar we natuurlijke processen en oude cultuurlandschappen nog beter tot hun recht kunnen laten komen. Zo werken we dag in dag uit aan gezonde duinen. Een aaneen schakeling van de meest gevarieerde gebieden, waarin volop te genieten valt. Een gezonde levensader, die onze kust natuurlijk beschermt en bijdraagt aan schoon drinkwater voor meer dan 800.000 huishoudens en bedrijven in Noord-Holland.
In dit jaarrapport zetten we uiteen wat de bijzondere dynamiek in de duinen is. We delen bovendien de inzichten die het vele onderzoek in de duinen oplevert. Ook leggen we verantwoording af over onze opdracht die we al meer dan 80 jaar uitvoeren: natuurbeheer volgens de nieuwste inzichten voor vitale, veerkrachtige duinen.
7
Jaargids natuurbeheer 2020
Voorwoord
Op naar meer van dit moois Veel mensen gingen in het coronajaar 2020 ‘back to basic’. Geplaagd door lockdown-maatregelen, thuiswerkstress en social distancing zochten inwoners van Noord-Holland massaal de natuur op. Dat motiveert, maar roept ook de vraag op: hoe komen we aan meer natuur voor zoveel mensen?
De natuur doet het goed. De afgelopen decennia zijn de duinen voor steeds meer mensen een plek geworden om te bezoeken. Een plek waar je tot rust komt en nieuwe energie opdoet. We merken het aan de bezoekersaantallen, die de laatste jaren stevig gegroeid zijn. De belevingswaarde van de duinnatuur is kennelijk zo groot, dat meer mensen dan ooit hier willen recreëren. De duinen voorzien in een groeiende maatschappelijke behoefte. Dus op naar meer duinen en meer natuur? Graag! Maar juist nu we door corona zijn geconfronteerd met het belang van onze eigen gezondheid, ervaren we ook hoe belangrijk het is om de natuur sterk en gezond te houden. Mede door het veranderende klimaat wordt de urgentie hiervan steeds duidelijker voelbaar. Kijk maar eens naar de grafiek op deze pagina’s, die laat zien dat we steeds vaker perioden met extreme neerslag hebben. Ook andere meetreeksen van weerstations laten zien dat het weer grilliger is geworden - met meer hoosbuien, maar ook met langere perioden waarin er geen druppel valt. Meer waterberging nodig Een van de gevolgen is dat de duinen natter worden. De zoetwaterbel onder het duingebied loopt in natte periodes letterlijk over naar de binnenduinrand. Hierdoor kan het achter liggende gebied wateroverlast ervaren. Om te zorgen dat het schone, zoetwater bewaard kan worden is het belangrijk natuurlijke systemen te versterken in de binnenduinrand. Dit doen we bijvoorbeeld door waardevolle vochtige natuur te ontwikkelen en duinrellen te herstellen. Een ander aspect van dit zeer schone duinwater is om te kijken of dit water in de toekomst ook als drinkwater kan worden gebruikt. We komen namelijk op een punt dat er door klimaatverandering en bevolkingsgroei meer productiecapaciteit voor drinkwater nodig zal zijn. De afgelopen decennia waren we wat dat betreft vooral afhankelijk van onze installaties boven het Noordzeekanaal. De noodzaak groeit om ook in de Kennemerduinen weer productiecapaciteit vrij te maken. Daar treffen we nu al voorbereidingen voor.
Bron: weerstation Castricum
Klimaatverandering is evengoed merkbaar in onze bron, het IJsselmeer. Ook hier hebben we te maken met steeds grotere schommelingen in de waterhuishouding. Om die schommelingen beter te kunnen managen, heeft PWN in 2020 plannen uitgewerkt voor een groot spaarbekken, een klimaatbuffer. We verkennen daarmee niet alleen kansen voor het water, ook de natuur krijgt in onze studie een impuls. De eerste ideeën gaan bijvoorbeeld uit van geleidelijke oevers met waterzuiverende planten en voorzieningen die een rijkdom aan planten en dieren bevorderen.
Kansen voor de binnenduinrand Meer variatie en natuurlijke rijkdom zien we ook ontstaan in de binnenduinrand, de gebieden tussen het duin en onze steden. In deze voorlopers van de duinen liggen prachtige kansen om de groeiende noodzaak voor waterbuffering te combineren met meer natuur én ruimte voor ontspanning. In het maatschappelijk belang van heel Noord-Holland hebben we daarom hier een integrale visie voor uitgewerkt. De plannen gaan uit van betere verbindingen tussen de duinen en het achterland. Op een vergelijkbare manier zoeken we de verbinding met alle betrokkenen in de omgeving om de veranderingen zo goed mogelijk in bestaande structuren in te passen. Bij de Zanderij hebben we gezien wat die samenwerking met de omgeving al heeft opgeleverd. Net onder Bakkum ontstond een prachtig stuk nieuwe natuur, waar ook omwonenden zich bij alle veranderingen gekend voelen. Dat deze opzet van de binnenduinrand als waterberging kansrijk is, werd recent nog voelbaar tijdens een grote clusterbui. Dit stukje duingebied ving zomaar 11.000 m2 water op. Voor het eerst hield Castricum droge voeten, zoals de krantenfoto’s lieten zien. Daar gaat het wat ons betreft naartoe de komende jaren. Op naar meer natuur, liefst in alle aspecten van ons leven. Want de natuur doet ons goed en voegt op allerlei manieren kwaliteit toe aan de samenleving, zoveel is inmiddels wel duidelijk. Sjakel van Wesemael, Directeur Natuur en Beleving 9
Jaargids natuurbeheer 2020
Het seizoen 2020/2021 in vogelvlucht
Het seizoen 2020/2021 in vogelvlucht Storm Ciara laat duinen stuiven
21
Steeds meer orchideeën in de duinen
kijken wat stikstof doet met de bodem.
48
58
89
Trap naar de Papenberg Het kan: stikstofvrij bouwen.
20 hectare nieuw bos Natuurcompensatie voor transformatorstation Tennet.
Wisentstieren vinden nieuwe kudde Voor de uitwisseling van dna verhuisden stieren naar
Luchtkaarten tonen verbetering aan
Zeeland en Tsjechië.
Meer kalkrijk duin dan in 2005.
47
Nieuwe fiets- en wandelkaarten
Gedeputeerde Esther Rommel ging in de duinen
49 De binnenduinrand: ruimte voor water, natuur en recreatie
Rosse grutto vliegt 4.200 kilometer voor broedplek
Het effect van stikstof
54 Meer recreatie Door corona piekte het aantal bezoeken tot 9,4 miljoen.
60
72 76 90 11
Jaargids natuurbeheer 2020
Hoofdstuk 1 Natuurbeheer en PWN Welkom in de duingebieden van PWN De duinen zijn natuurgebied, recreatiegebied, waterwingebied én zeewering tegelijk. Met prachtige planten en dieren, cultureel erfgoed en geologische rijkdom. Een bijzonder landschap, dat soorten herbergt die uniek zijn voor Nederland en Europa. Daar zijn we zuinig op. Want als wij goed zijn voor de duinen, zijn de duinen goed voor ons.
Hoofdstuk 1 Natuurbeheer en PWN
Jaargids natuurbeheer 2020
Hoofdstuk 1 Natuurbeheer en PWN
Kalk, zout en wind Onze duinen behoren tot de meest gevarieerde en soortenrijke
De ecologische rijkdom van de duinen hangt samen met het van nature
landschappen van Nederland. Van veel Nederlandse soorten komt
hoge kalkgehalte van de bodem. Ook de invloed van zee, zout en wind
ruim de helft in onze duinen voor. Zo tellen de duinen bij benadering
zorgen voor ideale omstandigheden voor typische plant- en diersoorten.
30 soorten zoogdieren, 130 broedvogelsoorten, 40 libellensoorten,
Een nog grotere variatie ontstond doordat veel duingebieden ooit voor
40 dagvlindersoorten en 850 soorten planten.
de landbouw werden gebruikt, met een erfenis van bijzondere flora. De gebieden zijn – anders dan elders in Europa - nauwelijks aangetast
Europese hotspot van biodiversiteit De bijzondere natuur van de duinen is belangrijk voor het voortbestaan van een aantal bedreigde soorten, zoals de tapuit, de bruine eikenpage en hondskruid. Daarom is het duinlandschap aangewezen als een van de kerngebieden in het Nederlandse natuurnetwerk, de Ecologische
door verstedelijking. Dat komt door het feit dat onze duinen ook ons zoetwaterreservoir herbergen een ons land verdedigen tegen de zee. PWN beheert het Noordhollands Duinreservaat en delen van het Nationaal Park Zuid-Kennemerland.
Hoofdstructuur. Ook zijn de duinen binnen Natura 2000, het Europese netwerk van natuurgebieden, aangemerkt als ‘hotspot’ van biodiversiteit. De status van Natura 2000 schept de verplichting om de duinen te beschermen, vooral vanwege de typische ‘grijze duinen’ met hun kenmerkende planten- en dierensoorten. Grijs duin is een habitattype dat voor een groot deel in de PWN-duinen voorkomt. Hier vind je het grootste oppervlak aan grijs duin van Europa.
Het effect van meer zout op het duinleven Door droogteperiodes kan het voorkomen dat tijdelijk de norm voor het zoutgehalte in het IJsselmeer wordt verruimd. Zo moesten we door de lange droogte in de zomer van 2018 zouter IJsselmeerwater in de duinen inlaten dan wenselijk is. We wisten toen nog niet wat de effecten zouden zijn op het onderwaterleven in onze infiltratiegebieden. Daarom hebben we dit laten onder zoeken. Dit bleek gelukkig mee te vallen, in de eerste plaats doordat het zoutgehalte ter plekke veel lager bleek te zijn dan in het IJsselmeer. Dit komt doordat het te infiltreren water ook wordt bijgemengd met water uit de Lek. Het zoutgehalte schommelde licht, tussen 100 en 140 mg/l. Uit het onderzoek kwam verder naar voren dat maar 5% van de voorkomende soorten kleine
Overzicht
De duinen van Noord-Holland
waterdiertjes stress ondervindt bij concentraties boven 100 mg/l. Bij hogere chlorideconcentraties krijgen steeds meer soorten mogelijk stress: 13% van de soorten bij 200 mg/l, 36% bij 300 mg/l en 65% vanaf 500 mg/l. Voor waterplanten lijkt een hoger zoutgehalte niet veel uit te maken, het merendeel blijkt een stijging tot 200 à 300 mg/l goed te kunnen verdragen.
De Noord-Hollandse duinen vormen een belangrijke ecologische schakel in het hele kustgebied van Noord-Frankrijk tot Denemarken. In een strook langs onze kust liggen de duingebieden als parels aaneengeregen, met smalle verbindingen ter hoogte van zeedorpen.
15
Jaargids natuurbeheer 2020
Hoofdstuk 1 Natuurbeheer en PWN
Noordhollands Duinreservaat Het Noordhollands Duinreservaat is een van de grootste natuurgebieden in ons land. Het reservaat strekt zich uit van de terreinen van Tata Steel bij Wijk aan Zee tot de Schoorlse Duinen: in totaal 5.176 hectare, zo’n 20 kilometer lang en 2,5 km breed. Het gebied omvat duinen, strand, binnenduinrandbossen met veel reliëf en enkele kleinere natuurgebieden. Het gebied kan worden bezocht met een duinkaart, parkeren is gratis.
Het Noordhollands Duinreservaat vervult een belangrijke recreatieve functie in de regio. De duinen hier bieden ruimte voor verschillende soorten natuurgerichte recreatie, zoals wandelen, paardrijden en mountainbiken.
Stormschade populieren Leplaan De storm van 14 januari 2020 bracht aan het licht dat de populieren aan de Leplaan in Castricum ziek waren. Het risico bestond dat er
In het Noordhollands Duinreservaat komen veel plant- en diersoorten
meer takken zouden afbreken en dat sommige populieren zelfs
voor. Dit heeft alles te maken met de uitgestrektheid en afwisselende
konden omvallen. Omdat de bomen langs een wandel- en ruiterpad
begroeiing. Ook de hoogte, de vochtigheid, het kalkgehalte en
stonden, hebben we ze daarom helaas moeten kappen.
het menselijk gebruik in het verleden hebben gezorgd voor een verscheidenheid aan soorten. Bijzonder is dat dwars door het gebied vanaf Bergen een grens loopt tussen kalkrijk en kalkarm zand, wat zorgt voor nog meer variatie in soorten. Ook herken je in het gebied nog de sporen van het Oer-IJ, de meest Noordelijke monding van de Rijn tweeduizend jaar geleden.
Nationaal Park Zuid-Kennemerland Het Nationaal Park Zuid-Kennemerland (NPZK), 3.800 hectare groot, strekt zich uit tussen Zandvoort en IJmuiden. Het gebied omvat duinen, strand, binnenduinrandbossen met veel reliëf en historische landgoederen. Het is een van de 20 Nationale Parken en een toonbeeld van wat de Nederlandse natuur te bieden heeft. De gebieden zijn vrij toegankelijk, alleen voor parkeren moet worden betaald.
Het Kraansvlak In het zuiden van Nationaal Park Zuid-Kennemerland vinden we het 438 hectare grote Kraansvlak. Wat bijzondere vegetatie betreft is dit een van de rijkste delen van het Nationaal Park. Hier zijn nog uitgestrekte vlakten met de zeer kwetsbare duinroos te vinden. Ook de fauna is goed ontwikkeld, met bijzondere zoogdieren, amfibieën en vogels. Dit komt onder meer doordat het Kraansvlak een van de rustigste duingebieden van de vastelandskust is. Sinds 2007 grazen hier wisenten, de laatst overgebleven wilde rundersoort in Europa. Ook konikpaarden begrazen het gebied.
De Kennemerduinen Centraal in Nationaal Park Zuid-Kennemerland liggen de Kennemer
PWN beheert samen met Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer
duinen. De natuurlijke opeenvolging van verschillende landschappen
het prachtige duinlandschap en de planten en dieren die er
- van strand tot bos – zorgt hier voor veel variatie in begroeiing en een
leven. De beheerders werken samen met IVN, gemeenten, het
enorme diversiteit aan flora en fauna. Er zijn grote hoogteverschillen
Hoogheemraadschap van Rijnland, de provincie Noord-Holland en
en open gebieden met zicht op duinmeren en grillig gevormde
particulieren. Het beheergebied is grofweg te verdelen in twee
boompartijen. Tussen de duinenrijen liggen enkele brede valleien,
gebieden: het Kraansvlak en de Kennemerduinen.
van oudsher met meren en unieke planten.
17
Jaargids natuurbeheer 2020
Hoofdstuk 1 Natuurbeheer en PWN
Geschiedenis
Eeuwenlange wisselwerking tussen natuur en cultuur De duinen die wij nu zien, zijn zo’n duizend jaar oud. Eeuwenlang heeft de mens geprobeerd het duingebied naar zijn hand te zetten. Bijvoorbeeld voor de jacht, voor landbouw, bosbouw en om konijnen te fokken.
De Noord-Hollandse duinen zijn een monumentaal voorbeeld van
De invloed van waterwinning
het Nederlandse duinlandschap. Het gebied is in vijfduizend jaar tijd
Rond 1900 komt de waterwinning op gang. Lange tijd benutten
ontstaan als gevolg van bijzondere klimatologische en geologische
we het duinwater voor de drinkwatervoorziening in onze provincie.
omstandigheden en door invloeden van de mens. Eerst was er een
Daardoor verdrogen de duinen langzaam maar zeker. Om dit proces
zandige kust met strandwallen, lage duinen en zeegaten. Rond het
te keren, werken we sinds midden vorige eeuw in het Noordhollands
begin van de jaartelling verdwenen de buitenste strandwallen in zee
Duinreservaat met infiltratiegebieden. Voorgezuiverd IJsselmeerwater
en verzandden de zeegaten. Duizend jaar later zetten zee en wind het
laten we in de duinbodem bezinken en winnen we verderop weer
zand weer landinwaarts af: de zogenaamde jonge duinen met hun
terug. Sinds in 2002 de drinkwateronttrekking in de duinen van
specifieke vorm.
Zuid-Kennemerland werd stilgelegd, zien we dat het duinmilieu weer aanmerkelijk vochtiger wordt.
Al vroeg bewoond Hoewel het huidige duinlandschap zo’n duizend jaar oud is, blijkt uit archeologische vondsten dat er ruim daarvoor al mensen leefden. In de vroege middeleeuwen zijn de strandwallen in West-Nederland de enige bewoonbare plekken tussen zee en moeras. Bij de vorming van jonge duinen ontstaan er ook de eerste vissersdorpen. Vanaf 1300 laten de Graven van Holland verstuivingen vastleggen. Tegelijkertijd zorgen ze juist voor meer verstuiving, door de konijnenstand kunstmatig hoog te houden voor de jacht. Vanaf 1800 maakt Nederland werk van kustverdediging, onder meer door de buitenste duinenrij (de zeereep) vast te leggen met helmgras en als een zeedijk te beheren. Grote verstuivingen zijn vanaf die tijd nog maar zeldzaam; er worden zelfs pogingen tot landbouw gedaan. Zo verandert het landschap rondom duinboerderijen in wat nu het Noordhollands Duinreservaat is. In Zuid-Kennemerland worden in die tijd bijna alle duinvalleien gebruikt voor de aardappelteelt.
19
Jaargids natuurbeheer 2020
Hoofdstuk 1 Natuurbeheer en PWN
grootschaliger dynamiek, meer kalk bunkers Antlantikwall verdroging
spartelvijvers
het landschap verjongt
verstuiving komt langzaam op gang
duinmilieu wordt weer vochtiger
soortenrijke duinmeertjes
verdroging stopt opener structuur
duinen raken overwoekerd
hogere natuurwaarden
rijkere duingraslanden
ko n naa ldb os rd t s
gen
f bo
lag
2013
loo
af p
p
llei
t
en
re e
n va
zo m
ze e n in
wo
u ve
dui
bos
eze
etie
2010
sle
t te l na
en
itg nu
ppl
g
2007
ind
ste
erk
nte
dsu
din
r
trij
hee
r
2000
5w
her
nw
ise
zan
bes
ate
kw
rbe
drin
te n
tuu l na
e xo
re e
tie
1970
6w
c tu
l t ra
1950
ope
stru
me
1940
infi
en xo t st e om opk g rsla nee tof tiks es te er f nam nst jne oni te k
is oer st t
II
sen
WO
bos
ng
nni
1930
om
d aal nt n
opk
pla
rwi
ng
1900
g ro
aan
ate
ggi
uw
pen
dbo
stle
lan
dor
ht
en
jac
uin gd
de
ze e
r va
st w
lige
om
cha
opk
ots tot
an
gin
oor
an
vanaf 1800
to e
g ro
en
st a
tleg
et v
st a
n
en
alle
g at
ont
ze e
dw
rond 1300
ing
ont
va s
nen
va n
zan
1000
pog
ste
z i tg e nu
dui
iek
en
0
eer
ijne
ge
am
jon
dyn ze e
< 3000 vC
2017
zeewering
maatregelen PAS
akkertjes
2018 natuurbrug Duinpoort
2003 grote grazers 2002 waterwinning Zuid-Kennemerland stopgezet zeereep mag weer stuiven
1914: eerste duincamping (Bakkum)
Bossen en bunkers In de jaren 30 ontstaan er door werkverschaffingsprojecten her en der naaldbossen in de duinen. Het zijn productiebossen, met Oostenrijkse dennen. In de Tweede Wereldoorlog komen er in het hele duingebied bunkers als onderdeel van de Atlantikwall.
75 jaar bevrijding: We zetten de duinen in‘Duinen hun kracht door zevertellen open te houden en de expositie natuurlijke duindynamiek zoals het stuiven te bevorderen. oorlogsverhalen’
van de bodem. Stikstofminnende planten en exoten overwoekeren zeldzame soorten die juist als pionier op kale grond langzaam groeien.
In juni 2020 opende in bezoekerscentrum De Kennemerduinen
Natuur en cultuur Door alle ontwikkelingen van de afgelopen eeuwen zijn natuur en cultureel erfgoed nauw met elkaar verstrengeld geraakt. Nog steeds zie je in het landschap op verschillende plekken eeuwenoude gebruikspatronen, zoals het zeedorpenlandschap. Kenmerkend zijn de duinakkertjes, dichtgegroeide windkuilen en bijzondere flora. Het gevolg van eeuwenlang betreden, verrijken en
een tentoonstelling over de duinen in oorlogstijd. In het kader van 75 jaar bevrijding organiseerde PWN met Nationaal Park Zuid-Kennemerland een speciale tentoonstelling over de veelbewogen oorlogsjaren in de Kennemerduinen. Nog steeds zie je daarvan de sporen, zoals gedenktekens, bunkers en bomkratermeertjes. Audioverhalen nemen de bezoeker mee naar het verleden.
6 miljoen recreatieve bezoekers zeewering mag meer landinwaarts
Zeewering en verstuiving Om meer kalkrijk zand het duin in te krijgen, is de laatste tien jaar hard gewerkt om de zeereep weer te laten stuiven. Kerven in de
2014 natuurbrug Zandpoort
2017 natuurbrug Zeepoort
Storm Ciara: weinig schade, veel verstuiving
zeereep maken dat de wind het zand nu vanaf het strand makkelijker over de duinen kan verspreiden, waarbij de tweede duinenrij ons land
In januari 2020 werden de duinen geteisterd door storm Ciara,
nog steeds beschermt tegen de zee. Bijkomend effect is dat het duin
die af en toe met orkaankracht over onze kustgebieden raasde.
hierdoor als vanzelf - langzaam maar zeker - in hoogte meegroeit met
Gelukkig viel de stormschade in de duinen mee. Al langere tijd
de stijgende zeespiegel.
controleren we bomen langs paden op zwakke plekken en nemen we waar nodig preventieve maatregelen. Ook waren boswachters goed voorbereid op de storm. Ze liepen toezicht in duo’s en waren uit voorzorg uitgerust met helm en handzaag. Na de storm zagen we dag er weer een flinke hoeveelheid kalkrijk zand over het duin was verspreid. Goed voor een gezond duinlandschap.
beweiden. Deze landschappen worden sinds jaar en dag om deze rijkdom beheerd. In de afgelopen eeuw is de duinnatuur sterk beïnvloed door luchtverontreiniging. Met name de neerslag van stikstof zorgt voor een eenzijdige begroeiing en een veranderende samenstelling
21
Jaargids natuurbeheer 2020
Hoofdstuk 1 Natuurbeheer en PWN
De rol van PWN
Lekker drinkwater en gezonde duinnatuur In opdracht van de provincie Noord-Holland zorgt PWN voor het duurzame beheer van het overgrote deel van de NoordHollandse duinen. Daarbij zorgen we ook voor passende recreatiemogelijkheden. Dit alles hoort bij onze opdracht om betrouwbaar en veilig drinkwater te leveren.
Synergie tussen drinkwater en natuur PWN zorgt dat natuurbeheer en bescherming van waterbronnen
Door de wisselwerking tussen water en natuur is de bedrijfsvoering van
elkaar versterken. De puurheid van de natuur staat garant voor schone
PWN al decennia gebaseerd op drie essentiële, nauw samenhangende
bronnen en dit zorgt dat de kosten voor drinkwaterzuivering laag blijven.
elementen: schone natuur, schone bronnen en schoon drinkwater.
Natuurbeheer en watervoorziening versterken elkaar.
Het een kan niet zonder het ander. Sterker, PWN werkt voortdurend aan synergie tussen deze elementen, hetgeen op alle fronten tot bijzondere
PWN als drinkwaterbedrijf PWN voorziet ruim 800.000 huishoudens en bedrijven in Noord-Holland van drinkwater en gebruikt voor de zuivering van bijna de helft van haar drinkwater de duinen van het Noordhollands Duinreservaat. Hier bevinden zich twee infiltratiegebieden voor drinkwater, ecologisch ingepast in duinvalleien en met waterzuiverende rietmoerassen. De gebieden infiltreren voorgezuiverd IJsselmeerwater in het duinzand. Na enkele weken wordt het water weer opgepompt en als drinkwater verspreid.
PWN als duinbeheerder
resultaten leidt. Een voorbeeld: ingenieuze techniek maakt het mogelijk dat voor de infiltratie van voorgezuiverd water nog maar 6% van het duinoppervlak hoeft te worden gebruikt voor drinkwaterzuivering. Dankzij deze manier van infiltreren herwint het zoete grondwater zijn natuurlijke niveau, ontstaan er weer natte duinvalleien en komen soorten die van natte omstandigheden houden terug. Per saldo onttrekt PWN bijna geen grondwater meer aan de duinen. Alleen in perioden van extreme droogte of bij calamiteiten spreken we de zoetwatervoorraad in de duinen tijdelijk aan.
De Noord-Hollandse duinen herbergen 65% van de Nederlandse
Een ander voorbeeld zien we bij het IJsselmeer. Ook hier zijn schone
plant- en diersoorten. De Natura2000-gebieden worden nationaal
bronnen, schone natuur en schoon drinkwater van elkaar afhankelijk.
en internationaal gerespecteerd om hun bijzondere natuurwaarden.
Mat partijen als Rijkswaterstaat werken we dan ook nauw samen om de
PWN verzorgt het natuurbeheer in opdracht van de Provincie
kwaliteit van onze belangrijkste bron te verbeteren. We verkennen onder
Noord-Holland. Elke tien jaar legt PWN haar beleid voor natuurbeheer
meer de aanleg van een klimaatbuffer, waarin het zuiveren en opslaan
en recreatie voor aan het provinciebestuur. Op dit moment geldt de
van zoet water gecombineerd wordt met natuurontwikkeling. Dit wordt
Beheernota Natuur en Recreatie 2015-2025.
onderdeel van het grotere plan Wieringerhoek.
Het beheer voert PWN uit op basis van de nieuwste wetenschappelijke
Recreatie en omgeving
inzichten, vaak gevolgd door verder onderzoek. Zo leren we van de resultaten, wat nieuwe kennis oplevert voor onze plannen om het beheer verder te verbeteren. Bij alle werkzaamheden houdt PWN zich aan de Gedragscode Flora- en Faunabeheer en staan de beheerders nauw in contact met andere terreinbeherende organisaties.
De duinen trekken elk jaar veel bezoek. PWN zet zich in voor recreatie in evenwicht met de draagkracht van de natuur. Dit wordt verder uitgewerkt in onze visie Duurzaam toerisme en recreatie. We stimuleren recreatie in de duinen actief voor zover het om beleving en duurzame vormen van natuurgerichte recreatie gaat. Onze boswachters zijn naast bewaker van de natuur ook gastheer en onderzoeker. Een groep van 450 vrijwilligers ondersteunt onze inspanningen en zet zich in voor beheer, monitoring en voorlichting.
23
Jaargids natuurbeheer 2020
Strategische sturing binnen de sector Natuur en Beleving
Hoofdstuk 1 Natuurbeheer en PWN
strategie gebaseerd op voortdurend evalueren, signaleren en kennis
Florakartering sluit aan op landelijk onderzoek
vergroten. Daarmee werken op drie fronten aan verbetering. In de
PWN liet in 2020 voor het eerst een florakartering uitvoeren in
eerste plaats zorgen we voor veerkrachtige ecosystemen. We verbinden
de Kennemerduinen. Het soort planten in een gebied zegt veel
gebieden, stimuleren de natuurlijke verstuiving en verwijderen
over de natuurwaarden van de terreindelen en hun natuurlijke
woekerende exoten. Dat zorgt voor prachtige natuur, wat de basis is voor
processen. Als nulmeting lieten we 5 mensen 5.000 vakken van
onze tweede strategische pijler: beleven. We willen zoveel mogelijk
50 bij 50 meter inventariseren. In de volgende jaren herhalen
bezoekers prachtige natuurervaringen bieden. Zo komt de natuur in
we dit voor steeds een zesde van de vakken, zodat we elke zes
het hart en voelen mensen zich betrokken. Via de derde pijler, actief
jaar weer een compleet beeld van de nieuwe situatie hebben.
verbinden, betrekken we onze omgeving bij de natuur en bij ons werk.
Het onderzoek levert een schat aan informatie op, met name
Zo komen we trends, ideeën en gevoelens vroegtijdig op het spoor,
over de hotspots. Dat zijn bloemrijke gebieden die extra
wat weer leidt tot nieuw beleid.
bescherming nodig hebben. Het onderzoek sluit aan op de
Voor haar opdracht van natuurbeheer en recreatie hanteert PWN een
onderzoeken die landelijk plaatsvinden in andere natuurgebieden. Zo kunnen we de informatie goed vergelijken om aan te tonen welke ontwikkelingen er plaatsvinden.
Kennis en inzichten gedeeld op Nature Today Bij PWN vinden we het belangrijk om zoveel mogelijk uitkomsten van het onderzoek te delen. Daarvoor hebben we ons aangesloten bij het online platform Nature Today. Hier delen biologen, ecologen en instellingen hun bijzondere waarnemingen, kennis en natuurnieuws voor een groter publiek. PWN publiceert op dit platform regelmatig interessante artikelen.
Onderzoek als basis voor natuurbeheer Goed natuurbeheer is afhankelijk van veel en gedegen onderzoek. In de afgelopen jaren bouwden we samen met vrijwilligers, stichtingen, universiteiten en adviesbureaus een schat aan kennis op, waar ook internationaal veel belangstelling voor bestaat. PWN besteedde in 2020 348.000 euro aan onderzoek. Grofweg 40% daarvan gaat naar signalerend onderzoek, waarbij we onderzoeken hoe het met bepaalde soorten is gesteld. Nog eens 40% gaat naar evaluerend onderzoek, waarbij we onderzoeken welk effect onze beheermaatregelen hebben gehad. De resterende 20% gaat naar verdiepend onderzoek, waarbij we nieuwe kennis opdoen. Bijvoorbeeld over gedrag van wisenten, de werking van stuifkuilen, of de invloed van recreatie op broedvogels.
25
Jaargids natuurbeheer 2020
Hoofdstuk 2 Habitats en biodiversiteit Stuivend zand is rijkdom Kalkrijk zand stuift vanaf het strand de duinen in. Er is zout, er zijn perioden met overvloedige regens en lange droogtes. En er is het eindeloze reliëf van duinen, vlaktes, struwelen en meertjes. Nergens in Nederland is de afwisseling groter dan in onze duinen. Een mozaïek van habitats voor de meest bijzondere plant- en diersoorten.
27
Jaargids natuurbeheer 2020
Hoofdstuk 2 Habitats en biodiversiteit
Habitats
Variatie en dynamiek door zand, water en wind Onze duinen behoren tot de meest natuurlijke delen van Nederland en vormen een bijzonder ecosysteem. Een aaneenschakeling van gebieden met veel reliëf, een zandige bodem en overal de invloed van de zee. Van de kust naar het binnenland volgt de ene biotoop op de andere:
Het zand in de duinen is van onschatbare waarde voor duingebonden
van strand, embryonaal duin en zeereep, tot open duin, struweelduinen
plant- en diersoorten. Dat komt door het hoge kalkgehalte. Met name
en binnenduinrandbossen. Ook vind je hier en daar meren en poelen,
zand dat vanaf het strand de duinen in stuift bevat nog relatief veel kalk.
de zogenaamde natte duinvalleien.
Kalk voorkomt verzuring van de bodem en maakt de duinen ook erg geschikt als natuurlijk filter voor drinkwater.
Bij Bergen aan Zee is nog een gebied met heide. Dit komt doordat de duinen rond Bergen kalkarm zijn. Tegelijkertijd vinden we in de duinen nog sporen van vroegere landbouw: restanten van kleine akkers en bollenvelden, met hun eigen kenmerkende kruidenvegetatie. Bij Schoorl is zelfs via een kerf in de duinenrij het binnendringen van zeewater weer mogelijk gemaakt. Door deze landschappelijke variatie is ook de soortenrijkdom van planten en dieren groot. Van de Nederlandse plantensoorten komt 65% in de duinen voor en is 9% vrijwel uitsluitend aan de duinen gebonden (bron: Compendium voor de Leefomgeving). De duinen kennen ook veel dynamiek door wind, water, stuivend zand, en periodes met hitte en droogte.
29
Jaargids natuurbeheer 2020
Hoofdstuk 2 Habitats en biodiversiteit
Strand en embryonaal duin
Open duin
Witte duinen
Grijs duin
Het strand en de eerste duinen met helmbegroeiing staan aan het begin
Hier wisselen onbegroeide delen af met structuurrijke begroeiingen.
De voorste duinen die nog maar schaars begroeid zijn. Hier wordt het
Het grijze duin is het meest soortenrijke natuurtype van droge duinen
van de duinvorming en leggen de basis voor de biodiversiteit verderop
Zout spatwater belemmert de groei van bomen en zorgt voor extra
witte zand afgewisseld met helm. Hier gedijen zeldzame planten
en geldt als de ruggengraat van ons duinlandschap. Typische soorten
in de duinen. Strand en embryonaal duin zijn ook van belang voor
bufferstoffen. Dankzij verstuiving en begrazing kennen deze gebieden
soorten, die alleen in dit milieu voorkomen. Bijvoorbeeld blauwe
zijn duindoorn, dauwbraam, fakkelgras en buntgras. Op kalkarme en
broedende en foeragerende kustvogels, zoals de dwergstern, de eider,
een enorme variatie. En hoewel het open duin in Nederland relatief
zeedistel, zeewolfsmelk en op iets luwere plekken ook zeewinde.
ontkalkte plaatsen komen ook veel korstmossen voor. Vooral op kalkrijk
de kleine mantelmeeuw en de strandplevier. Ook enkele ongewervelde
veel voorkomt, is het internationaal gezien zeldzaam. Open duin is
En vlak bij de oude zeedorpen langs de Hollandse kust vinden we een
zand kunnen de duingraslanden een groot aantal hogere planten
dieren zijn aangepast aan de omstandigheden van embryonale duinen
van belang voor bijzondere plantensoorten, zoals duindoorn,
relatief soortenrijk zeereeptype met soorten als zandhaver, bitterkruid,
bevatten, zoals hondskruid en wondklaver. Vooral in nog licht stuivende
en stranden.
zeewolfsmelk, blauwe zeedistel, helm duinroosje, kleverige reigersbek,
bitterkruidbremraap, schermhavikskruid, blauwe zeedistel en zeewinde.
duinen groeien vaak ook veel mossen, bijvoorbeeld buizerdmos, en
ruw vergeet-mij-nietje, duinviooltje, mossen, korstmossen en
paddenstoelen, bijvoorbeeld gesteelde stuifbal.
De duinen en stranden kunnen zowel droog als nat zijn. Door de
paddenstoelen. En ook voor diverse diersoorten zoals roodborsttapuit,
Een klein aantal diersoorten is gebonden aan helm als voedselplant,
dominante invloed van het zoute water en de geselende werking
velduil, tapuit, duinparelmoervlinder, blauwvleugsprinkhaan,
zoals de rupsen van de helmgrasuil, de mot Apatetris kinkerella,
De afwisseling van kale en begroeide plekken, vegetatiestructuur,
van het stuivende zand, is de begroeiing zeer open en schaars.
en zandhagedis. Binnen open duin onderscheiden we twee duintypen:
de dwergcicade Psammotettix maritimus, en de bladluizensoort
bodemontwikkeling en bloemenrijkdom maakt dat veel diersoorten
Waar het zeewater niet komt en de duintjes iets hoger worden,
witte duinen en grijze duinen.
Schizaphis rufula. Voor veel andere diersoorten die ook van andere
hier een geschikte leefomgeving vinden. Karakteristieke diersoorten
komt biestarwegras voor. Dit zeer geharde gras houdt zand vast.
grassen kunnen leven, vormt helm niettemin een belangrijke
zijn onder andere de tapuit, blauwvleugelsprinkhaan en veel soorten
De duintjes worden daardoor nog hoger en er ontstaan luwe plekken.
voedselbron. Keversoorten die soms nog worden aangetroffen in
bijen, wespen en loopkevers. Voorbeelden van vlinders zijn de kleine
Hier kan helm zich vestigen en zo wordt nog meer zand ingevangen.
helmvegetaties zijn strandzandloopkever, grijze bolsnuittor, smalle
parelmoervlinder, grote parelmoervlinder en duinparelmoervlinder.
Op het vloedmerk, door het water afgezette plantenresten, vestigen zich
schorsloopkever en de loopkever Calathus mollis. De overgangszone
Deze vlinders zijn allemaal als rups afhankelijk van viooltjes.
andere karakteristieke soorten zoals zeeraket, loogkruid en zeepostelein.
tussen witte en grijze duinen is het belangrijkste leefgebied van
De meer beschut liggende embryonale duinen aan de binnenzijde van
de duinsabelsprinkhaan.
Waar in kalkarme grijze duinen iets koelere en vochtiger omstandig heden heersen, is een iets snellere opbouw van vegetatie, organisch
de buitenste duinenrij vormen een overgang naar open duin.
Roodborsttapuit
Zeer dynamische helmduinen vormen een geschikt milieu voor diverse
materiaal en humus mogelijk. Op zulke plaatsen vestigen zich
exclusieve paddenstoelen, waaronder het zandtulpje. De afgestorven
struikheide, kraaiheide en gewone eikvaren.
wortels van helm en andere grassen vormen een goede voedings bodem voor specialistische paddenstoelen, zoals zeeduinchampignon en duinstinkzwam. Ook op het afstervende grasblad leven specialisten, onder andere de helmharpoenzwam en de duinfranjehoed.
Zeeraket Duinroosje
Duinparelmoervlinder
Duinstinkzwam
31
Hoofdstuk 2 Habitats en biodiversiteit
Jaargids natuurbeheer 2020
Struweel en duinbossen Duindoornstruwelen zijn bestaan uit laag tot middelhoog struweel
De best ontwikkelde duinbossen zijn te vinden op de kalkarme bodems
en zijn als habitattype beeldbepalend voor het Noordhollands
van Bergen. Delen van deze bossen hebben een lange voorgeschiedenis
Duinreservaat. Het hoogtepunt van deze struwelen ligt ten zuiden van
en zijn deels spontaan ontstaan. Het grootste oppervlak van dit
Bergen aan Zee vanaf de kalkovergang naar het zuiden. Duindoorn is
habitattype bestaat echter uit aangeplante bossen. Deze plantages en
sterk afhankelijk van kalkrijk, stuivend zand. Ook hogere struwelen zoals
bezaaiingen liggen met name ten zuiden van Egmond aan Zee tot Wijk
meidoorn en wegedoorn horen bij dit habitattype, dat zeer belangrijk is
aan Zee. De habitats vormen een speciale categorie en wijken sterk
voor broed- en trekvogels. Duindoornstruweel omvat behalve duindoorn
af van hun binnenlandse tegenhangers door het ontbreken van veel
ook sleedoorn, liguster, meidoorn en kardinaalsmuts.
kruidachtige soorten en het struweelachtige karakter. In de lage, door de wind geslepen bossen is bijvoorbeeld de meidoorn nog in staat om de
Duinbossen worden gedomineerd door de zomereik met een relatief
boomkronen te bereiken.
soortenarme ondergroei. Dit habitattype vind je grotendeels op kalkrijk zand in de oostelijke helft van het duinmassief. Het ijle natuurlijke
Duinbossen vormen geen gesloten bedekking maar hebben van nature
karakter van deze bossen is voor Nederland uniek.
een halfopen karakter met veel zomen en overgangen naar struweel en duingrasland. Dit wordt veroorzaakt door de winddynamiek en de bodemontwikkeling. De bomen zullen steeds meer in leeftijd gaan verschillen naarmate nieuwe plekken geschikt raken voor bosvorming. De kwaliteit groeit van nature met het aantal dikke en dode bomen, wat weer de structuur en de functie als leefgebied voor typische bossoorten vergroot. Er is ook een vochtige variant van het habitattype duinbos, met een
Dit bostype ontstaat in de binnenduinrand op plekken met kwelwater.
Moeraskartelblad in Groot Olmen
Meer kenmerkend zijn zij als laatste successiestadium in vochtige
Dit jaar is voor het eerst moeraskartelblad waargenomen in de
grondwaterstand die in de winter rond het maaiveld ligt. Het zijn bossen met een soortenrijke ondergroei van kruiden- en zeggensoorten. Heggenmus
valleien. De natuurlijke groeiplaatsen liggen ook in de meest westelijke delen van het duin. De ondergroei is sterk afhankelijk van de samenstelling van toestromend grondwater. Verzuring of juist buffering kunnen optreden en zijn bepalend voor de ondergroei. Voor dit habitattype geldt dat de waterhuishouding bepalend is voor het voortbestaan, de kwaliteit en de ontwikkeling ervan. De zachte berk is de meest voorkomende boomsoort en is structuurbepalend.
noordwestelijke vallei in Groot Olmen in de Kennemerduinen. Het gaat om ongeveer 50 exemplaren van deze zeldzame soort, die over het algemeen op drassige plekken groeit. Waarschijnlijk is het plantje hier gaan groeien door de natte winter. Groot Olmen was ooit landbouwgrond. In het zuidelijke deel van het gebied zijn restanten van vroegmiddeleeuwse boerderijen gevonden. De van oorsprong droge duinvallei is na een herstelproject getransformeerd tot een natte duinvallei, die in de winter gedeeltelijk onder water staat.
33
Jaargids natuurbeheer 2020
Hoofdstuk 2 Habitats en biodiversiteit
Biodiversiteit
Soortenrijkdom meetbaar gemaakt Het kenmerk van gezonde duinen is een enorme variatie in plant- en diersoorten. Dat maakt ze robuust en veerkrachtig. Daarom monitort PWN de biodiversiteit in de duingebieden op allerlei manieren.
Minder insecten voor zangvogels? Biodiversiteit is afhankelijk van veel factoren. Bijvoorbeeld voedsel omstandigheden, weer en klimaat, concurrentie, predatie en de situatie in het overwinteringsgebied. Natuurbeheer kan veel verschil maken, maar is niet allesbepalend. Zo leiden ook invloeden van buitenaf tot
Er zijn veel signalen dat insecten het moeilijk hebben. En dat zou nadelig zijn voor het duinleven. Vooral geleedpotige insecten vormen de spil van het ecosysteem voor zangvogels. Voor PWN de reden om ons de komende tijd extra te verdiepen in de
verruiging van de gebieden en achteruitgang van typische duinsoorten.
stand van insecten. Door eventuele tekorten in kaart te brengen
Het beleid van PWN richt zich vooral op de instandhouding en
zoek naar insecten en foerageergedrag van zangvogels leverde
kwaliteitsontwikkeling van habitats die karakteristiek zijn voor de duinen. Om de kwaliteit van deze habitats te volgen, werken we
kunnen we ons beheer nog verder verbeteren. Drie jaar onder interessante resultaten op.
met de ‘prestatie-indicator biodiversiteit’.
Onderzoekers vergeleken het gedrag van met name roodborst
De prestatie-indicator geeft de staat weer van dertig specifieke
Noordhollands Duinreservaat en op de schrale dekzanden van de
duinsoorten die in de natuurgebieden van PWN voorkomen. Zij vertegenwoordigen als het ware een bredere groep van duinsoorten die eisen stellen aan de kwaliteit van hun leefomgeving. Als deze indicatiesoorten het goed doen, dan duidt dat erop dat de duinen in goede staat verkeren. Op basis van jaarlijkse tellingen doen experts een uitspraak over de trend per soort. De indicator geeft het percentage weer van soorten die zich positief ontwikkelen. De afgelopen jaren was deze indicator min of meer stabiel, rond 70%.
tapuiten op twee plaatsen: in het kalkrijke Vogelduin in het Veluwe. Met camera’s in nesten registreerden ze de hoeveelheid binnengebrachte insecten. Ook telden ze drie jaar achtereen het aantal insecten in de gebieden. Uit de data konden we afleiden dat er in de duinen meer vliegende insecten voorkomen dan op de Veluwe. En in het algemeen lagen de aantallen in 2020 lager dan in 2018. Ook ontdekten we grote verschillen tussen de terreinen onderling. Nu is drie jaar te kort om goede uitspraken te doen, maar we concluderen wel dat deze data de landelijke trend dat het aantal insecten achteruitgaat bevestigen. Voor de roodborsttapuiten zagen we in ieder geval een interessante verschuiving in soorten insecten door het seizoen heen: in het vroege voorjaar bestaat het menu vooral uit spinnen, in mei uit rupsen en vanaf juni zijn sprinkhanen en junikevers aan de beurt. Hoewel de roodborsttapuiten op de Veluwe moeten leven met een lagere insectendichtheid, leidt dit niet tot kleinere legsels. Zowel in de duinen als op de Veluwe leggen ze gemiddeld 5,5 eieren. Wel zagen we een lager gewicht: in het Vogelduin waren negen weken oude jongen gemiddeld 7% zwaarder dan op de Veluwe.
35
Jaargids natuurbeheer 2020
Hoofdstuk 2 Habitats en biodiversiteit
Zandhagedis Lacerta agilis
Duinparelmoervlinder Argynnis Iniobe
Uiterlijk
Uiterlijk
Deze hagedis wordt maximaal 9,5 cm en heeft een relatief korte staart
De voorvleugellengte van deze standvlinder is 23 tot 30 mm.
en lange poten. Mannetjes zijn langer dan vrouwtjes en hebben een
De bovenkant van de vleugels is oranje met zwarte vlekken en stippen.
bredere kop. Bij mannetjes is de buik lichtgroen, bij vrouwtjes en jonge
De onderkant van de achtervleugel heeft een gele zweem. Op de
dieren crèmekleurig. In het voorjaar zijn de flanken en voorpoten van
onderkant van de achtervleugel zijn kleine witte vlekken met roodbruine
mannetjes felgroen. Vrouwtjes en jonge dieren zijn grijsbruin. De meeste
rand te zien. De rups is licht gekleurd en heeft een roodbruine kop.
hagedissen hebben een witte lijn op de rug. Levenswijze Verspreiding
Hij leeft bij droge schrale graslanden, vaak tegen bossen of droge
Ze zijn in een groot deel van Europa te vinden. In Nederland leven ze
duinvegetaties aan. Ze foerageren ‘s nachts en houden zich overdag
vooral in duingebieden, op Vlieland en Terschelling. Ook op zandgronden
schuil. Vrouwtjes zetten de eitjes onderin de vegetatie af op de houtige,
Bijzondere soorten
zoals de heidegebieden van de Veluwe, in Overijssel, Utrechtse
afgestorven stengels van viooltjes. De rups ontwikkelt zich snel, maar
Acht voor de duinen kenmerkende soorten
Heuvelrug en het Gooi worden ze aangetroffen. Net als Limburg ten
verlaat de eischaal pas in het voorjaar, na de overwintering. Van juni tot
oosten van de Maas.
september vliegen de vlinders. De mannetjes vinden de vrouwtjes door
Aan de hand van zeldzame plant- en diersoorten kun je afleiden hoe bijzonder en gezond een gebied is. Dat geldt ook voor de duinen van Noord-Holland. Welke soorten zijn typerend voor onze duinen, en hoe verhouden ze zich tot hun ecosysteem? Een kleine selectie.
patrouillevluchten te houden. Levenswijze Vanaf eind april leggen de vrouwtjes eitjes op open, zonnige
Verspreiding
zandplekken. Die worden uitgebroed door de zonnewarmte. De meeste
De duinparelmoervlinder komt in grote delen van Europa voor.
jongen komen tussen juli en begin oktober uit het ei. Dan is de kans ook
In Nederland komt hij alleen nog voor in de duinen van Nationaal Park
het grootst om ze te spotten. De volwassen dieren blijven op een plek.
Zuid-Kennemerland en het Noordhollands Duinreservaat en op Vlieland.
Jongen trekken vaak naar leefgebieden in de buurt. Van half september tot in maart houden ze een winterslaap in zelf gegraven holen of
Voedsel
verlaten holen van andere dieren. In april komen ze uit hun winterslaap,
Rupsen zijn heel kieskeurig en eten vaak maar enkele plantensoorten.
de mannetjes als eerste.
Duinparelmoervlinders zijn te vinden in gebieden waar veel viooltjes groeien. In de duinen vooral het duinviooltje en het hondsviooltje.
Voedsel
De vlinders voeden zich met verschillende kruiden zoals slangenkruid,
De dieren eten spinnen en insecten.
koninginnenkruid en akkerdistel.
Opmerkelijk
Opmerkelijk
Wanneer ze bij de staart worden opgepakt, kan de staart loslaten. Die
De duinparelmoervlinder staat op de Nederlandse Rode Lijst van
groeit weer aan, maar is dan minder mooi dan de originele staart.
Dagvlinders. In de eerste helft van de 20ste eeuw kwam de duinparel moervlinder nog voor in grote delen van de Veluwe, Utrechtse Heuvelrug, de Achterhoek en verspreid in Noord-Brabant en Limburg. Uit metingen blijkt dat de soort is gehalveerd.
37
Jaargids natuurbeheer 2020
Hoofdstuk 2 Habitats en biodiversiteit
Tapuit Oenanthe oenanthe
Nachtegaal Luscinia megarhynchos
Uiterlijk
Uiterlijk
De vogels worden zo’n 15 cm groot. Het mannetje heeft een grijze kruin,
Deze trekvogel is zo’n 16,5 cm groot. Hij houdt zich verscholen en
nek en mantel, zwart masker, zwarte vleugels en een gele borst. De
is daarom moeilijk te spotten. Hij heeft een witte oogring en een
staart heeft de karakteristieke tapuitentekening: wit met omgekeerde
donkerbruine rug. Zijn buik is lichter van kleur; borst, flanken en de
zwarte ’T’. Het vrouwtje is zandkleurig en heeft donkerder vleugels.
onderkant van zijn staart zijn uniform beige, buik wit.
Levenswijze
Levenswijze
Half maart komen de eerste mannetjes aan in Nederland. Een
De nachtegaal is een zomergast. Half april arriveren de meeste
paar weken later volgen de vrouwtjes. Ze maken nesten in oude
nachtegalen in Nederland vanuit hun overwinteringsgebied in Midden-
konijnenholen, steenhopen en onder takkenbossen. Vanaf uitkijkposten
Afrika. In duingebieden, loofbossen, parken en oude boomgaarden zijn
maken ze baltsvluchten. Eind september trekken ze naar hun
ze te vinden. Ze hebben een voorkeur voor een dichte kruidenondergroei
overwinteringsgebied ten zuiden van de Sahara.
in combinatie met weelderige struwelen van duindoorn, vlier en meidoorn. Eind augustus trekken ze weer naar Afrika.
Gemiddeld aantal nachtegaalterritoria per jaar in het Noordhollands Duinreservaat
Verspreiding Het leefgebied van de tapuit strekt zich uit van de poolcirkel tot
Verspreiding
Noord-Afrika. Nederland ligt aan de zuidkant van het broedgebied.
Nachtegalen komen verspreid door Nederland voor, maar in onze
Het gaat niet goed met de tapuit in Nederland. In het Vogelduin van
duingebieden leeft een relatief grote populatie. Daardoor zijn onze
het Noordhollands Duinreservaat broedt de enige nog overgebleven
duinen van groot belang voor deze soort.
populatie van de kalkrijke kustduinen. Oorzaak voor de achteruitgang is deels een gebrek aan dynamiek in het duin en vergrassing. Ook vossen
Voedsel
vormen een bedreiging. Kippengaas rondom de nesten moeten de tapuit
De vogels voeden zich met insecten die ze op de grond of in lage
beschermen. Net als het ingraven van stevige nestkasten.
struiken zoeken, vooral op een dikke strooisellaag.
Voedsel
Opmerkelijk
De tapuit eet vooral insecten. Hij vangt deze op een kenmerkende
De nachtegaal kan enorm hard zingen. Soms zijn ze kilometers ver
manier; zittend op een verhoging zit hij op de uitkijk tot hij een prooi
hoorbaar. Een uitgedaagde territoriumverdediger kan zelfs met zijn
spot en rent er dan achteraan. Ook eet hij af en toe bessen.
gezang de pijngrens overschrijden.
Opmerkelijk Lang voor zonsopkomst, als het nog donker is, zijn tapuiten al goed te horen. Ze brengen een luid krassend en piepend geluid voort. Ook imiteren ze vaak andere vogels.
39
Jaargids natuurbeheer 2020
Hoofdstuk 2 Habitats en biodiversiteit
Inventarisatie gestart naar vliegende insecten en wilde bijen Het is lastig om de teruglopende insectenstand voor onze
vangt in een tentje van gaas. De insecten kruipen naar het licht
gebieden te controleren. Het tellen van insecten is namelijk nogal
en belanden in een vangpot. Als de methode succesvol blijkt,
arbeidsintensief. Gelukkig biedt kunstmatige intelligentie een
bekijken we of deze op een aantal plekken in de duinen kan
uitkomst. Als onderdeel van een landelijke pilot heeft PWN op
worden toegepast om tot goede monitoringsgegevens te komen
vijf plekken in de duinen een cameraval geplaatst. Ze maken
van duinspecifieke bestuivers. Ook onderzoeken we of de
foto’s van vliegende insecten die op een gele plaat gaan zitten.
insecten op naam gebracht kunnen worden via eDNA-analyse.
Slimme software zorgt voor automatische determinatie tot op
Deze methode biedt grote mogelijkheden voor biologische
het niveau van familie, geslacht en soort. Een efficiënte manier
monitoring en kan enorm veel tijd en kosten schelen.
om door de jaren heen trends af te leiden. Inmiddels zijn de kinderziektes in de systemen verholpen, hebben camera’s en
Daarnaast zijn vorig jaar een aantal gespecialiseerde vrijwilligers
software een upgrade gekregen en doen we weer mee aan een
en boswachters een inventarisatie gestart naar wilde bijen in
nieuwe fase voor de komende drie jaar.
het Noordhollands Duinreservaat. In van tevoren begrensde onderzoeksplotjes keken ze volgens een vast protocol welke
De techniek is helaas niet geschikt om alle soortgroepen op
bijensoorten er voorkomen. Om een completer beeld te krijgen
naam te brengen. Juist bij wilde bijen zijn te kleine details nodig,
is de inventarisatie twee jaar achter elkaar uitgevoerd. Eind 2021
die niet duidelijk genoeg op een foto te zien zijn. Daarom startten
zullen de gegevens worden geanalyseerd.
we dit jaar een proef met een malaiseval, die vliegende insecten
Graspieper Anthus pratensis
Boommarter Martes martes
Uiterlijk
Uiterlijk
De graspieper is zo’n 14,5 cm groot. Hij is grijsbruin, groenbruin of
De vacht van de boommarter is chocoladebruin met een roomgele
olijfkleurig van kleur, donker gevlekt en gestreept op boven- en
keelvlek. Hij heeft een lange, volle staart, wordt 36 tot 56 centimeter
onderdelen. Hij heeft een wenkbrauwstreep, mondstreep en een
lang en kan 2200 gram wegen. Mannetjes zijn groter dan vrouwtjes.
smalle donkere baardstreep. De staart is donker met witte buitenste staartpennen.
Levenswijze De boommarter is een klein, lenig roofdier. Hij is voornamelijk in
Levenswijze
de schemering of ‘s nachts actief. Mannetjes en vrouwtjes leven in
Graspiepers zijn in Nederland zomergasten. Alleen in het broedseizoen
aangrenzende territoria, en hun woongebieden overlappen gedeeltelijk.
leven ze in paren, daarna meestal in kleine of grotere groepen andere
Ze gebruiken meestal een holle boom, een verlaten hol of rotsspleten
piepers. Ze broeden voornamelijk in open duingebieden met lage
als nest. Ze paren in juli en augustus. In april en mei worden de jongen
begroeiing. Vanaf april bouwt het vrouwtje een nest op de grond. Dit ligt
geboren. Bij de geboorte zijn ze blind en bedekt met een grijzige vacht.
goed verborgen tussen oud plantenmateriaal. Paaltjes of hekken dienen als uitkijkpost of beginpunt van hun zangvlucht.
Verspreiding De boommarter komt in bosgebieden in heel Europa voor. In Nederland
Verspreiding
is hij zeldzaam, maar gedijt goed in het Noord-Hollands Duingebied.
Het broedgebied van de graspieper strekt zich uit van Groenland, IJsland
Er werden in 2017 maar liefst 46 dieren geteld, inclusief 14 jongen. Hij
en Midden-Frankrijk tot in West-Siberië. In Europa en Nederland komt hij
is vooral in gemengde en naaldbossen te vinden. Dankzij ecologische
het meest voor. De vogels overwinteren in Zuidwest-Europa en Marokko.
verbindingszones en een natuurlijker beheer van bossen is de populatie gegroeid. Dit is onder meer af te meten aan het aantal
Voedsel
verkeersslachtoffers.
De vogels eten voornamelijk kleine insecten, larven, rupsen, slakjes en wormen die ze op de grond vinden. In de winter eten ze ook wel zaden.
Voedsel De boommarter jaagt op rode eekhoorns, kleine zoogdieren en vogels.
Opmerkelijk
Aan het einde van de zomer eet hij ook honing, kevers, bessen
Wanneer hij zingt, is een serie van dalende, versnellende ‘tsie’-tonen te
en paddenstoelen. Het dier eet dagelijks twintig procent van zijn
horen. Tegelijk zeilt de vogel als een parachute naar beneden.
lichaamsgewicht aan voedsel. Opmerkelijk Ze kunnen van boom naar boom tot vier meter ver springen.
41
Jaargids natuurbeheer 2020
Hoofdstuk 2 Habitats en biodiversiteit
Elke winter tellen we vleermuizen Niet alle vleermuizen kunnen worden geteld, aangezien sommige soorten zich goed verstoppen tijdens de winterslaap. Wel bezoeken we elke winter bunkers en kelders in de duinen, waar steevast veel overwinterende vleermuizen te vinden zijn. Zo voeren we al sinds de jaren tachtig vleermuistellingen uit. De data delen we met de Zoogdierenvereniging, om bij te dragen aan een landelijk beeld van de vleermuizentrend.
Gevlekte witsnuitlibel Leucorrhinia albifrons
Meervleermuis Myotis dasycneme
Uiterlijk
Uiterlijk
Witsnuitlibellen hebben een helderwit voorhoofd. Het mannetje heeft
De meervleermuis heeft relatief brede vleugels met een spanwijdte van
lichte vlekken op het zwarte achterlijf. De achterste vlek is heldergeel
20 tot 30 cm. Zijn buikvacht is grijswit met een donkere ondervacht en
van kleur. Vrouwtjes hebben grote, brede gele vlekken op het achterlijf.
steekt af tegen de donkerbruingrijze rugvacht. Hij heeft een bruine snuit
De lichaamslengte ligt tussen 32 en 39 mm. De spanwijdte van de
met vrij grote neusknobbels en opvallend grote voeten die hij gebruikt
vleugels is 60 tot 70 mm.
om insecten van het wateroppervlak te scheppen.
Levenswijze
Verspreiding
De gevlekte witsnuitlibel vliegt van eind mei tot eind juni.
De meervleermuis is een Natura2000-soort voor het Nationaal Park
Mannetjes vliegen vaak niet langer dan enkele minuten achterelkaar.
Zuid-Kennemerland en wordt gezien als de zeldzaamste vleermuissoort
Paren doen ze hangend in de vegetatie boven of bij het water. Na de
van Europa. Alleen in Nederland wordt hij regelmatig gezien; vooral in
paring zet het vrouwtje samen met het mannetje soms meteen eitjes af
waterrijke gebieden, open veenweidegebieden en zeekleigebieden in
op het water. Soms vliegt ze weg en komt ze later terug om ze alleen af
het westen.
Voor alle soorten vleermuizen in het Nationaal Park ZuidKennemerland en het Noordhollands Duinreservaat zien we de aantallen sinds 1990 stabiel blijven of zelfs toenemen. Ook landelijk doen verschillende vleermuissoorten het goed.
te zetten. Ze kunnen twee jaar oud worden. Voedsel Verspreiding
Ze jagen op insecten als dansmuggen die op het wateroppervlak zitten
De gevlekte witsnuitlibel is een Natura2000-soort voor het
of daar vlak boven vliegen. Boven oevers en langs vegetatie vangen ze
Noordhollands Duinreservaat en geldt als zeldzaam in West-Europa.
vooral insecten uit de lucht.
In Nederland leven enkele grote populaties in de laagveengebieden van Noordwest-Overijssel en de Vechtplassen. Daarnaast wordt de
Levenswijze
gevlekte witsnuitlibel steeds vaker waargenomen in de duinen van
Meervleermuizen leven in kolonies en zijn te vinden op kerkzolders,
Noord-Holland. Hier is de soort gevonden bij planten die groeien op
in spouwmuren en onder dakpannen. In de winter verdwijnen de meeste
de overgang van water en land. Deze zogeheten verlandingsvegetatie
meervleermuizen. Ze overwinteren deels in andere landen, deels in
is belangrijk voor de ontwikkeling van de larven. Nederland draagt
bunkers in de duinen van Noord- en Zuid-Holland, mergelgroeven
zorg voor de handhaving van de leefgebieden om de soort in stand
en forten. Paren doen ze over het algemeen langs trekroutes van
te houden.
zomerverblijf naar winterverblijf. Belangrijke paargebieden zijn onder andere Zeeuws-Vlaanderen, Flevoland en Gelderland.
Opmerkelijk Bij jaarlijkse bezoeken aan voortplantingswateren (onder andere in de
Opmerkelijk
Groote Peel) bleek dat de soort ineens verdwenen kan zijn. De gevlekte
De meervleermuis is waarschijnlijk de snelste vleermuis. Bij het jagen
witsnuitlibel lijkt zich tijdelijk ergens te vestigen. Dit is ook in Duitsland
behalen ze soms vliegsnelheden tot wel 35 kilometer per uur.
opgemerkt. Mogelijk ligt de voorkeur voor water in een vroeg verlandingsstadium hieraan ten grondslag. Als het water in een volgend successiestadium komt, verdwijnt de soort weer. Als gevolg van goed ontwikkeld zwerfgedrag lijkt de soort redelijk in staat zich op nieuwe plaatsen te vestigen.
43
Jaargids natuurbeheer 2020
Hoofdstuk 2 Habitats en biodiversiteit
Damhert en ree
Konik
Deze soort is dagactief en goed benaderbaar en daardoor
De konik komt oorspronkelijk uit het oosten van Polen. Konjiek is Pools
gemakkelijk waar te nemen door bezoekers. Damherten bereiken
voor paardje. Het ras is nauw verwant aan de vroegere wilde paarden
een schouderhoogte van 75 tot 100 cm. Ze zijn kleiner dan edelherten
in Europa, wat is terug te zien aan uiterlijke kenmerken zoals de sterke,
en groter dan reeën. Volwassen mannetjes dragen een opvallend,
gedrongen bouw en de ‘aalstreep’ over de rug. Voor het oplettende oog
plaatvormig schoffelgewei. De vacht is veelal roodbruin met vage witte
zijn zelfs nog overblijfselen van zebrastrepen te zien rond de benen.
vlekken. Damherten passen zich makkelijk aan hun omgeving aan en
Net als veel andere oorspronkelijke paardenrassen is de konik klein en
hebben geen vaste verblijfplaats. Nagenoeg alle volwassen hinden
heeft zijn vacht een vrij vale kleur. Deze eigenschappen maken het paard
krijgen jaarlijks een kalf, dat ook door andere hinden kan worden
minder zichtbaar voor predatoren. De dieren hebben geen verzorging
gezoogd. Wilde damherten worden doorgaans 15 tot 20 jaar oud.
nodig en kunnen het hele jaar buiten blijven. Om die reden worden ze
Hun leeftijd is sterk afhankelijk van de gebitsslijtage, die weer samen
tegenwoordig vaak ingezet ter begrazing in natuurgebieden. Sinds 2009
hangt met hun voeding. Ze eten grassen, kruiden, bladeren, eikels,
lopen er meerdere kuddes in de Kennemerduinen en het Kraansvlak.
granen, schors, hulst en heide. De damhertenpopulatie in de duinen in Noord- en Zuid-Holland is de afgelopen decennia explosief toegenomen en neemt nu weer af.
Grote zoogdieren
De ‘Big Five’ van de duinen Grote zoogdieren worden graag gezien door natuurliefhebbers. Zo ook in de duingebieden in Noord-Holland. De herten, wisenten, Schotse hooglanders, konikpaarden en pony’s zijn hier echte publiekstrekkers.
Het aantal reeën in onze gebieden is door de toename van het aantal damherten fors gedaald. De laatste jaren lijken ze weer in aantal toe te nemen, nu de aantallen damherten worden beheerd. Bij de laatste telling noteerden we 158 reeën in Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Ook in het Noordhollands Duinreservaat komt een kleine reeënpopulatie voor. Met een schouderhoogte van 60 tot 90 cm is het ree het kleinste hert in Nederland. Ze hebben een zwarte neus, witte kin en een zandgele of roodbruine zomervacht die in de winter grijzer en donkerder wordt. Reebokken dragen een klein gewei, dat ieder najaar wordt afgeworpen. Reeën hebben een witte vlek op hun achterste, die bij de bok niervormig en bij de geit hartvormig is. De vlek wordt groter als er gevaar dreigt, waardoor ze elkaar waarschuwen. Reeën zijn voornamelijk in de schemering actief. Het zijn echte ‘knabbelaars’, die snoepen van bramen, bessen, uitlopers van struiken en bomen, kruiden, grassen, bladeren, noten, paddenstoelen en ook van sommige landbouwgewassen. In het wild worden ze maar zeven à acht jaar oud.
45
Jaargids natuurbeheer 2020
Hoofdstuk 2 Habitats en biodiversiteit
Uitwisseling wisentstieren goed voor de diversiteit In 2020 verhuisden drie wisentstieren vanuit het Kraansvlak naar andere natuurgebieden in Nederland en Tsjechië. Vanuit Tsjechië kregen we een andere stier terug om zo ook hier te zorgen voor nieuw dna. Het onderling uitwisselen van wisenten is een belangrijke manier om de genenpopulatie gezond te houden van Europa’s grootste beschermde landzoogdier. De beste periode voor het verhuizen van wisenten is als de dieren uit de winter komen, maar nog niet bronstig zijn. Om de dieren te kunnen verhuizen worden ze afgevangen in een speciaal door
Exmoor- en Shetlandpony
Schotse hooglander
Wisent
De Exmoor is een zelfredzame kleine pony uit de Engelse streek Exmoor.
De Schotse hooglander is een oud primitief ras dat als enige wist
De wisent of Europese bizon is het neefje van de Amerikaanse
De pony behoort tot de laatste rassen van wilde oerpony’s en lijkt sterk
te overleven in de ruige Highlands van Schotland. Ze zijn meestal
bizon. Met een lengte van bijna drie meter is het Europa’s grootste
op de grottekeningen van pony’s uit de ijstijd. Exmoorpony’s zijn bruin,
roodbruin en hebben lang haar. Koeien hebben lange, wijduitstaande
landzoogdier. De stieren kunnen tot 840 kilo zwaar en circa 1.88 meter
waarbij buik en binnenkant van de dijen veel lichter gekleurd zijn dan
en naar boven gerichte horens, terwijl die van de stieren horizontaal
hoog worden.
de rug. Ze hebben lichtgrijze ringen rond de ogen en een zogenoemde
naar voren staan. Een volwassen stier weegt 800 kilo, een koe 500 kilo.
meelsnuit; door de grijsbruine kleur rond de neusgaten en de mond
De schofthoogte is respectievelijk 125 en 115 cm. Schotse hooglanders
De wisent stierf in 1927 uit in het wild en staat op de IUCN Rode Lijst
lijkt het alsof ze hun mond in een bak meel hebben gestoken. Door
worden tot achttien jaar oud. In die tijd brengt een koe ongeveer vijftien
van beschermde soorten. In april 2007 werden bij wijze van proef drie
hun woeste leefomgeving zijn Exmoorpony’s goed aangepast aan barre
kalveren ter wereld. Schotse hooglanders zijn zeer zelfredzame en
wisenten uitgezet in het Kraansvlak, een afgesloten rustgebied in het
weersomstandigheden. Ze krijgen in de winter een enorm dikke vacht.
gemoedelijke dieren.
zuidelijke deel van het Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Het vormde
Het zware ooglid beschermt de ogen tegen regen, sneeuw en wind.
PWN ontworpen vangkraal. De verhuizing van een stier naar natuurgebied Slikken van de Heen in de provincie Zeeland is extra bijzonder, omdat deze een nieuwe kudde wisenten compleet maakt. Naast de zesjarige stier uit het Kraansvlak gingen al eerder ook wisenten uit Lelystad en de Maashorst naar Zeeland. De stier uit het Kraansvlak is voorlopig de laatste aanwinst voor deze nieuwe kudde.
de start van een tienjarige pilot waarin PWN en ARK Natuurontwikkeling onderzochten hoe deze indrukwekkende wilde dieren het zouden doen
De Shetlandpony leeft al eeuwen op de Shetlandeilanden en het is naar
in de Nederlandse natuur.
alle waarschijnlijkheid een zeer oud ras. Onder invloed van het koude klimaat en minimale hoeveelheden voer ontstond een taaie pony die tot
Tien jaar later kon geconcludeerd worden dat de dieren zich goed
de sterkste en kleinste rassen ter wereld behoort. Als resultaat van het
voelen in onze duinen. Dit blijkt alleen al uit het feit dat in de loop der
leven in een rotsachtige omgeving tilt de Shetlander zijn benen op een
tijd 32 kalfjes zijn geboren. Deze aanwas is ondertussen ingezet voor
specifieke manier op. De oren zijn klein, zodat er niet te veel warmte
de introductie van wisenten in onder meer Noord-Brabant en twee
verloren gaat in de winter. De pony heeft een korte, enigszins holle rug,
gebieden in Spanje. De wisenten in het Kraansvlak houden het duin
dikke manen en een dikke staart. De benen en hals zijn kort en sterk.
open en zorgen voor verstuiving van zand. De imposante herbivoren houden zich bij voorkeur op in open gebied, waar ze graag een zandbad nemen, grazen in duinvalleitjes en onbeschroomd het duinmeer in lopen. De kudde telde eind 2020 13 exemplaren. De dieren zijn vaak goed te zien vanaf het wisentenpad, dat in de herfst- en wintermaanden open is voor publiek.
47
Jaargids natuurbeheer 2020
Hoofdstuk 2 Habitats en biodiversiteit
Soorten en trends
Waarnemingen 2020 Vrijwilligers, boswachters en onderzoekers melden de bijzondere soorten die ze in de duinen aantreffen. Soms een kwestie van geluk, vaak ook dankzij gestructureerd veldwerk. Een opsomming van de meest interessante waarnemingen van 2020.
Bijen en wespen Het najaar zorgde weer voor mooie verrassingen. Zo werden er tien
In 2019 begonnen boswachters en vrijwilligers aan een twee jaar
verschillende exemplaren van de zeer zeldzame bruine boszanger
durende bijeninventarisatie. Omdat wilde bijen lastig te determineren
gezien. Vier daarvan werden in de netten van de ringbanen aan
zijn, moeten de soorten vaak gevangen worden. In 2019 bleek dat een
Steeds meer harlekijnen en bokkenorchissen
getroffen. De ringbaan van Castricum vestigde daarnaast een record
aantal soorten die gebonden zijn aan dynamische duinen veel meer
Al jaren tellen vrijwilligers kenmerkende soorten orchideeën
met drie blauwstaarten in één jaar. Daarnaast werden er verschillende
voorkomen dan werd gedacht. Zo werden op veel plekken de gedoornde
in de duingebieden. De laatste jaren zien ze in het
Pallas’ en Raddes boszangers aangetroffen.
en gouden slakkenhuisbij (Osmia spinulosa en aurulenta) aangetroffen,
Noordhollands Duinreservaat twee zeldzame soorten flink
evenals de kleine wolbij (Anthiduym punctatum). Daarnaast werden
toenemen: de harlekijn en de bokkenorchis. De harlekijn is
soorten die soms al 20 jaar niet in het duin waren aangetroffen,
een soort van vochtige valleien, die in Nederland een sterke
maar wel als duinsoorten te boek staan herontdekt (grote kegelbij -
achteruitgang heeft gekend onder invloed van verdroging en
Coelioxys mandibularis en duinmaskerbij - Hylaeus annularis). In 2020
verrijking van de bodem door stikstofdepositie. Sinds 2015 zien
waren de weersomstandigheden erg gunstig voor duinafhankelijke
we echter in het NHD een flinke opmars van de soort, wat vorig
bijensoorten. We namen veel kustbehangersbijen (Megachile maritima)
jaar resulteerde in maar liefst 1.620 getelde planten.
Veel data halen we uit waarnemingen.nl, een app waarmee iedereen in
Nachtvlinders
het veld waargenomen soorten kan registreren. Uiteraard biedt dit geen
Doordat er frequent ‘genachtvlinderd’ wordt in onze gebieden krijgen
uitputtende inventarisatie, maar de bijzondere soorten die voorbijkomen
we een steeds exacter beeld van de soorten die hier voorkomen.
geven wel een beeld van de stand van de duinnatuur.
Verscheidene micronachtvlinders zijn zo specialistisch dat ze zich op één waardplant hebben toegespitst. Daarnaast hebben ze vaak nog
Vogels Wat bijzondere vogels betreft was 2020 een interessant jaar. Soorten die voor het eerst zijn waargenomen waren een witwangstern die voorbijtrekkend over zee werd gezien, een kleinst waterhoen nabij het Spartelmeer in de Kennemerduinen en een havikarend die overnachtte in het duin bij Bakkum. Ook is hier vorig jaar een vale gier slapend waargenomen.
specifieke habitat- of microklimaateisen voor de voortplanting, waardoor sommige soorten zeer lokaal kunnen voorkomen en vaak over het hoofd worden gezien. Er zijn ook soorten die zich vanwege klimaatverandering in noordelijke richting verspreiden, zoals de afgelopen jaar voor het eerst in de Kennemerduinen waargenomen late eikenmineermot. Daarnaast werden maar liefst drie soorten macronachtvlinders aangetroffen die nog nooit eerder in Nederland gezien waren. Het gaat om twee soorten uit de uilenfamilie.
waar en daarbij kwam ook veelvuldig een parasiet, de grote kegelbij tevoorschijn. Verdere interessante vondsten waren populaties van
De bokkenorchis is een soort die waarschijnlijk profiteert
boommetselbij (Osmia parietina) en bosmetselbij (Osmia uncinata) en
van het warmer wordende klimaat. Van oorsprong komt de
meerdere maskerbijen (Hylaeus annularis). Ook zien we duidelijk soorten
soort voor in Zuid- en Midden-Europa. Halverwege de vorige
die vanwege de opwarming naar het noorden opschuiven. Zo werd dit
eeuw werden in Nederland alleen af en toe exemplaren
jaar voor het eerst de sabelsprinkhanendoder (Sphex funerarius) gezien,
gevonden in Zuid-Limburg en de zuidelijke duinstreek tot
een zuidelijke soort die Nederland aan het veroveren is.
IJmuiden. Inmiddels verspreidt de soort zich richting het noorden en ook in het Noordhollands Duinreservaat zien we
Vliegen Er werden in 2020 meer dan 100 voor onze gebieden nieuwe vliegen en
Rosse grutto via GPS gevolgd
Korstmossen
Vorig jaar werkten we mee aan een nieuw onderzoek van het
In Bergen ter hoogte van Thabor, een kortsmos-hotspot, werden op
Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) naar
een berk langs een oud winkanaal twee bijzondere soorten gevonden
het trekgedrag van de rosse grutto. We gaven één exemplaar een
die al decennialang niet waren gezien: baardmos (Usnea cornuta) en
gps-tag. Daarmee kunnen we bijvoorbeeld zien hoe lang de grutto
groot boerenkoolmos (Platismatia glauca). Deze soorten gedijen goed in
Kevers
op een bepaalde plek verblijft, welke route ze vliegt en hoe lang
erg schone lucht en verdragen de opwarming door klimaatverandering
Ook voor kevers geldt dat er dit jaar meer dan 100 nieuwe soorten
ze daarover doet. Hiermee verzamelden we waardevolle data over
slecht. Ook op landgoed Marquette vonden we zeldzame korstmossen,
werden vastgesteld in onze gebieden. Een aanzienlijk deel van deze
bijvoorbeeld de lengte van het verblijf in de Waddenzee en in het
waaronder een aantal soorten schorssteeltjes (Chaenotheca hispidula,
nieuwe soorten hebben we te danken aan PWN’er Dick Groenendijk die
broedgebied. We noemden de grutto Trudie.
Chaenotheca chlorella en Chaenotheca brachypoda).
zich aan het verdiepen is in keversoorten van het duingebied. Veel van
In 2020 werden veel bijzondere korstmossensoorten waargenomen.
de aantallen toenemen.
muggensoorten gezien. Een groot deel van deze soorten is geregistreerd door Sandra Lamberts, een vliegenspecialist die al jaren het duin inventariseert op vliegen.
deze waarnemingen deed hij in de Kennemerduinen. Keveronderzoeker Trudie is na het loslaten direct doorgevlogen naar de Waddenzee. Daar legde ze relatief grote afstanden af tussen verschillende deelgebieden. Haar favoriete stekje bleek de Zwarte Haan bij Harlingen te zijn. Ze verbleef hier precies één maand en vertrok op 27 mei (met de wind in de rug) richting het noordoosten. In zes of zeven dagen vloog ze vrijwel direct door naar het Taimyr schiereiland, 4.200 kilometer verderop. Hier bleef ze tussen 2 juni en 11 juli op min of meer dezelfde plek op de toendra, waarschijnlijk was ze aan het broeden. Daarna maakte Trudie een noordelijke omzwerving over Taimyr en Nova Zembla. Op 28 juli was Trudie weer terug in de Waddenzee. Daarna hield haar zender
Paddenstoelen Boswachters en vrijwilligers monitoren sinds 2018 een aantal kilometerhokken op zeereeppaddenstoelen. Dit jaar troffen ze weer drie nieuwe soorten aan die gebonden zijn aan helmvegetaties. Het gaat om helmdikhoed (Leucopaxillus paradoxus), golfhoedmycena (Hemimycena crispula) en het gelatineschelpje (Campanella caesia). Omdat de zeereep dankzij kerven en stuifkuilen steeds dynamischer wordt, duiken er steeds vaker interessante zeereepgebonden soorten op. Daarbij tekenen we aan dat de zeereep voorheen maar weinig werd geïnventariseerd op paddenstoelen en dat voor sommige soorten het
Henk de Bruijn vond in de duinen nabij Heemskerk een bijzondere kever in een van zijn potvallen: de grote bombardeerkever (Brachinus crepitans). De soort dankt zijn naam aan het feit dat het kevertje wanneer deze bedreigd of geïrriteerd wordt een gecompliceerd en hoog ontwikkeld chemisch afweermechanisme in gang zet. Daarbij komt gas vrij met een temperatuur van 100 graden Celsius, dat met een serie plofjes naar buiten wordt geperst. Eind juli werd de rode soldaatboktor (Obrium cantharinum) aangetroffen in het infiltratiegebied bij Castricum en in begin maart een geelbruine schorsloper (Dromius angustus) nabij de Middenweg.
opwarmende klimaat ook duidelijk een gunstige rol speelt.
ermee op.
49
Jaargids natuurbeheer 2020
Hoofdstuk 3 Belangrijke ontwikkelingen Grote vragen voor de duinen van morgen Er is nogal wat aan de hand in de wereld en in onze maatschappij. Belangrijke ontwikkelingen hebben direct invloed op de natuur en de recreatie in onze duinen. In dit hoofdstuk staan we stil bij drie grote uitdagingen waarvoor de komende jaren nieuwe oplossingen gevonden moeten worden.
51
Jaargids natuurbeheer 2020
KLIMAATVERANDERING
Hoe gaan we om met grote verschuivingen? De opwarming van de aarde gaat veel gevolgen hebben voor het klimaat. Ook in de duinen zijn de veranderingen nu al merkbaar. Seizoenen verschuiven, er ontstaan langere periodes van droogte en overvloedige neerslag. We zien dit terug in de neerslaggegevens die we al meer dan 80 jaar bijhouden.
Hoofdstuk 3 Belangrijke ontwikkelingen
Verschuiving van soorten PWN onderzoekt welke invloed het veranderende klimaat heeft op
Voor de natuur hoeven de veranderingen niet schadelijk te zijn.
planten en dieren. Ook onderzoeken we wat klimaatverandering
Wel zien we een verschuiving in soorten. Bepaalde planten en dieren
betekent voor de kwaliteit van onze gebieden. Daarvoor werken
zullen verdwijnen, andere zullen zich juist hier vestigen. We merken
we onder meer met de klimaatscenario’s van het KNMI en
dit nu al aan de kraaiheide, de koninginnepage en de nachtzwaluw.
eigen datamodellen.
Verschuiving van soorten is een natuurlijk verschijnsel bij een veranderend klimaat. Maar als sommige soorten in hun migratietempo
Al sinds 1932 meet PWN op verschillende punten in de duingebieden
de temperatuurstijging niet kunnen bijhouden, lopen ze het risico om
hoeveel neerslag er valt. Dat levert een interessante tijdreeks op en
uit te sterven. Ook bij trekvogels zien we al verschuivingen. Het aantal
laat ook zien dat het neerslagpatroon inderdaad verandert. Zo is de
vogels dat uit het noorden bij ons komt overwinteren neemt af,
hoeveelheid neerslag door jaren heen langzamerhand met 30%
terwijl een steeds groter deel van de Nederlandse broedvogels hier
toegenomen. En waar aan het begin van de meetperiode de zomers en
blijft overwinteren en niet meer wegtrekt naar het zuiden.
winters even nat waren, zien we nu dat de zomers droger zijn en de winters natter. Het klimaat in de duinen is ook grilliger geworden, met
Verschuiving van seizoenen maakt ook dat sommige planten eerder
grotere uitschieters. Zo zijn er meer dagen met extreme hoeveelheden
beginnen te bloeien. Insecten moeten hun levenscyclus daarop
neerslag en meer perioden van grote droogte. De toegenomen neerslag
aanpassen om te overleven. Zo zien we dat ook de voortplanting van
is ook te merken aan de grondwaterstand. Die komt geleidelijk aan
insecten, amfibieën en vogels eerder in het seizoen begint. Doordat niet
steeds hoger te staan, maar fluctueert ook sterker wanneer drogere en
elke soort even soepel met de veranderingen meebeweegt, verwachten
nattere periodes elkaar afwisselen.
we mismatches tussen soorten die interacteren. Bijvoorbeeld tussen roofdier en prooi, tussen plant en bestuiver.
Meer waterberging nodig Een van de gevolgen is dat de natuur natter wordt en dat het grondwater
Planten groeien sneller
overloopt naar de binnenduinrand. Hier zal meer waterberging nodig
Opwarming en hogere CO2-concentraties zorgen daarnaast voor een
zijn, bijvoorbeeld door natuurlijke waterlopen zoals duinrellen weer te
grotere beschikbaarheid van voedingsstoffen, waardoor planten sneller
herstellen. Ook zullen we meer water moeten vasthouden voor drogere
groeien en gebieden verruigen. Dit kan weer funest zijn voor rupsen,
zomers, perioden waarin ons zoetwater juist schaarser is.
die door de toegenomen schaduw minder snel groeien.
De opwarming van de aarde maakt ook dat de zeespiegel stijgt.
Uiteindelijk past de natuur zich wel aan, maar sommige zeldzame
De duinen zijn in staat om zich hierop aan te passen. Als duinzand
soorten kunnen wel wat hulp gebruiken. Daarom is het belangrijk dat
maar voldoende kan stuiven, groeien de duinen de komende
we voor veel variatie in het landschap blijven zorgen, zodat gevoelige
decennia vanzelf in hoogte mee met de rijzende zee en blijven de
soorten een goed heenkomen kunnen vinden in extremere tijden.
infiltratiegebieden beschermd.
Met slimme maatregelen vergroten we het adaptief vermogen van de natuur. Bijvoorbeeld: door gebieden met elkaar te verbinden, door op andere momenten te maaien, door te werken aan een mozaïek van verschillende structuren en vegetatiehoogtes. In het algemeen is het bevorderen van verscheidenheid in de duinen erg belangrijk. Hoe groter de variatie, hoe beter het is voor de soortenrijkdom. Daarom werken we toe naar zoveel mogelijk overgangen van nat-droog, zoet-zout, kalkarm-kalkrijk, noord- en zuidhellingen. Klimaatverandering heeft tot slot ook gevolgen voor de drukte in onze gebieden. Dit brengt mogelijk een hogere recreatiedruk in de duinen met zich mee, vooral in het toeristenseizoen.
53
Nieuw duinbos. Combinatie natuurontwikkeling en recreatie. Bestaand potentieel (buitenplaatsen, forten, Hoofdstuk 3 Belangrijke ontwikkelingen historische kernen) beter benutten.
Jaargids natuurbeheer 2020
Aantrekkelijk routenetwerk verbindt duin, strandvlakte en stedelijk gebied. Minder intensieve recreatie bij natuurgebieden. Ruimte voor rust en stilte.
Routes van west naar oost en van noord naar zuid.
NATUUR veerkracht voor een veranderend klimaat
PWN ontwikkelt een visie:
Intensieve vormen van recreatie bij
Extremer weer - met recreatiegebieden. grotere pieken in natte en droge perioden -
De binnenduinrand als antwoord op de vragen van morgen
vraagt om een robuuste natuur. Daarom is het belangrijk dat de natuurgebieden meer geleidelijk overlopen in de binnenduinrand. Zo ontstaat er meer variatie, een grotere biodiversiteit en meer ruimte voor natuurlijke processen.
Nieuw duinbos. Combinatie natuurontwikkeling en recreatie. Bestaand potentieel (buitenplaatsen, forten, historische kernen) beter benutten. Aantrekkelijk routenetwerk verbindt duin, strandvlakte en stedelijk gebied.
Er komt heel wat op ons af. Door klimaatverandering wordt het steeds droger en heter, maar ook steeds natter. Bovendien groeit de vraag naar drinkwater, staat de natuur
Ruimte maken voor nieuwe natuur.
Minder intensieve recreatie bij natuurgebieden. Ruimte voor rust en stilte.
onder druk en neemt de behoefte aan recreatiemogelijkheden toe. Na jaren van natuurontwikkeling en inpassing van functies in de duingebieden zijn we op een punt aanbeland dat we moeten zoeken naar alternatieven. De duinen bereiken de grenzen
Routes van west naar oost en van Ecologische verbindingen tussen bestaande en nieuwe noord naar zuid. natuurgebieden. Dieren en planten verplaatsen zich makkelijker.
Intensieve vormen van recreatie bij recreatiegebieden.
van hun capaciteit. Waar is er nog ruimte?
Barrières opheffen tussen duin en binnenduinrand.
In de binnenduinrand, een uitgestrekt gebied achter onze duinen,
Natuur-inclusieve landbouw in zones die aan natuurgebieden grenzen.
Natuurlijke processen krijgen de ruimte. Meanderende waterlopen, natuurlijke waterzuivering, inzakken en omhoogkomen water.
liggen belangrijke antwoorden op urgente vragen rond klimaat verandering, waterberging en recreatiedruk. Hier vind je nu nog een lappendeken van losse gebieden die niet optimaal worden gebruikt.
Grote, robuuste natuurgebieden met meer biodiversiteit.
Door ze te beter verbinden (onderling, en met duin en stad) ontstaan
Ruimte maken voor nieuwe natuur. Ecologische verbindingen tussen bestaande en nieuwe natuurgebieden. Dieren en planten verplaatsen zich makkelijker.
hier wezenlijke kansen voor wateropslag, natuurontwikkeling en recreatie. PWN is niet de eigenaar van deze gebieden en dat hoeft ook niet. In onze visie zouden we met elkaar alle kansen moeten
Grote, robuuste natuurgebieden met meer biodiversiteit.
Barrières opheffen tussen duin en binnenduinrand.
aangrijpen om de binnenduinrand samen te smeden tot een
Drie essentiële functies versterken elkaar
robuust, klimaat- en toekomstbestendig geheel. Daar willen we
De illustraties hieronder vormen het vertrekpunt van onze nieuwe
de komende jaren samen aan werken. Met betrokken overheden,
visie op de binnenduinrand. Ze schetsen kansen voor water, natuur en
boerenbedrijven en omwonenden.
recreatie. Voor alle drie de functies kun je de ideeën over elkaar heen
de ruimte. Meanderende RECREATIE meer mogelijkheden dichter bijwaterlopen, huis
leggen voor een nog sterker geheel. Want waar water ontspringt
Niet elke vorm van recreatie hoeft in de duinen plaats te vinden als omhoogkomen water.
ontstaat nieuwe natuur en vervolgens nieuw recreatiegebied.
Natuur-inclusieve landbouw in zones Ontwikkeling nieuwe natte natuurgebieden. die aan natuurgebieden grenzen. Zo blijft de zoetwatervoorraad onder duinen op peil.
Natuurlijke processen krijgen
natuurlijke waterzuivering, inzakken en
er meer natuur dichter bij huis te vinden is. Door de binnenduinrand
De voorstellen betreffen geen concrete locaties of percelen,
meer met de duinnatuur te verbinden ontstaan er kansen om de
maar zijn bedoeld als startpunt om met elkaar nieuwe kansen
recreatiedruk uit te spreiden over een veel groter gebied. Zoetwaterbel Zo houden we stille plekken voor de natuur.
nieuwe oplossingen voor de samenleving te vinden.
WATER de binnenduinrand als spons
Zoetwatervoorraad onder duingebied.
We houden de zoetwatervoorraad op peil door natte gebieden te ontwikkelen en ruimte te maken voor waterberging. Zo houden
Zout grondwater
Hoe lager de grondwaterstand achter de duinen, hoe meer schoon water er weglekt naar binnenduinrand.(kwel). Voorkom verdere bodemdaling en waterstandverlaging.
onze steden droge voeten en bufferen we een grotere hoeveelheid drinkwater voor de groeiende bevolking van Noord-Holland.
Ruimte maken voor waterberging. Opvangen in natte tijden, beschikbaar in droge tijden. Zo ontstaan belangrijke waterbuffers. Water dat weglekt uit zoetwaterbel schoonhouden. Gebruiken voor natuur en eventueel drinkwater. Stedelijk gebied houdt droge voeten door waterberging.
Ontwikkeling nieuwe natte natuurgebieden. Zo blijft de zoetwatervoorraad onder duinen op peil. Ruimte maken voor waterberging. Opvangen in natte tijden, beschikbaar in droge tijden. Zo ontstaan belangrijke waterbuffers. Water dat weglekt uit zoetwaterbel schoonhouden. Gebruiken voor natuur en eventueel drinkwater.
Nieuw duinbos. Combinatie natuurontwikkeling en recreatie.
Zoetwaterbel
Bestaand potentieel (buitenplaatsen, forten, historische kernen) beter benutten. Aantrekkelijk routenetwerk verbindt duin, strandvlakte en stedelijk gebied. Minder intensieve recreatie bij natuurgebieden. Ruimte voor rust en stilte.
Routes van west naar oost en van noord naar zuid.
Zoetwatervoorraad onder duingebied.
Stedelijk gebied houdt droge voeten door waterberging.
Zout grondwater
Hoe lager de grondwaterstand achter de duinen, hoe meer schoon water er weglekt naar binnenduinrand.(kwel). Voorkom verdere bodemdaling en waterstandverlaging.
Intensieve vormen van recreatie bij recreatiegebieden.
Ruimte maken voor nieuwe natuur. Ecologische verbindingen tussen bestaande en nieuwe natuurgebieden. Dieren en planten verplaatsen zich makkelijker.
55
Jaargids natuurbeheer 2020
Hoofdstuk 3 Belangrijke ontwikkelingen
STIKSTOFNEERSLAG Invasieve exoten
Wat doet stikstof met de natuur? In de duingebieden vindt altijd wel successie plaats: langzaam maar zeker raken schrale gebieden meer en meer begroeid met struiken en bos. Een natuurlijk proces, dat echter de laatste decennia steeds sneller verloopt. De oorzaak: stikstofneerslag.
De stikstof die neerslaat in de duinen is onder meer afkomstig van de
Sommige plantensoorten komen in de duinen oorspronkelijk niet voor,
industrie, de scheepvaart en de landbouw. Dankzij overheidsingrijpen is
maar zijn hier later geïntroduceerd. Ze komen vaak uit andere delen van
de totale stikstofdepositie in Nederland is sinds 1990 geleidelijk gedaald,
de wereld en vinden in de duinen een ideaal gebied om hard te groeien.
maar nog steeds te hoog. Precieze cijfers over stikstofneerslag in de
Door toename van stikstof in de bodem lukt dat groeien ook erg goed.
duingebieden zijn niet bekend. Wel maken de Kennemerduinen sinds kort
Zo goed, dat ze kwetsbare duinvegetatie overwoekeren als we niets
met drie meetpunten deel uit van het Meetnet Ammoniak van het RIVM.
doen. PWN voert daarom een intensief programma om exoten weg te krijgen. Het gaat met name om Amerikaanse vogelkers, watercrassula,
Waarom is stikstof slecht?
Japanse duizendknoop, reuzenberenklauw en rimpelroos.
De duinen zijn van nature kalkrijk. Typische duinvegetatie houdt van schrale, kalkrijke grond. Door stikstofneerslag verzuurt de bodem en lost het kalk langzaam maar zeker op. De kalk in de bodem is op dit moment nog in staat om het zuur te bufferen, maar de vraag is voor hoe lang. Een ander gevolg van meer stikstof in de grond is dat er onnatuurlijk veel voedingsstoffen in de duinbodem terechtkomen. Daardoor groeien stikstofminnende soorten en exoten sneller en overwoekeren ze de typische duinvegetatie die juist schrale grond nodig heeft. Het effect: meer grassen en minder bijzondere bloemen. Dat laatste heeft negatieve gevolgen voor bijvoorbeeld bijen, hommels en vlinders.
Herstel ingrijpend In het beheer steken we daarom veel tijd, geld en energie in de verwijdering van stikstof uit de bodem. Een arbeidsintensief proces, waarbij we bijvoorbeeld de stikstofrijke bovenlaag tot op het kale zand afplaggen. Dit soort herstelwerkzaamheden zijn nogal ingrijpend voor de natuur. In het open duingebied is het aandeel struiken en bomen weliswaar laag (minder dan 10%), maar sinds 2000 sterk toegenomen. In droge duingebieden is deze toename sterker dan in vochtig duin. In de duinen zien we ook een toename van ruigtekruiden, snelgroeiende hoog opschietende kruiden: een indicatie dat de bodem te veel voeding bevat. Gelukkig zijn er ook verbeteringen zichtbaar. In vochtig open duin neemt juist de bedekking toe van soorten die indicatief zijn voor voedselarme bodems. Ook neemt in de duinen het aantal sterk bedreigde soorten (Rode Lijst, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) licht toe.
Korstmossen verraden stikstof Op gezette tijden wordt in de duinen een inventarisatie naar daar voorkomende epifyten gedaan. Epifyten zijn planten (vaak mossen en korstmossen) die op andere planten groeien. Omdat de schors waarop ze groeien nauwelijks verweert, zijn epifyten voor hun nutriënten aangewezen op wat er in de lucht aanwezig is. Hierdoor zijn ze zeer gevoelig voor veranderingen in luchtkwaliteit en worden ze daarom ook wel gebruikt als biologische indicatoren voor bijvoorbeeld concentraties van stikstof en zwaveldioxide in de lucht. In 2020 vond zo’n epifytenonderzoek voor het eerst plaats in de Kennemerduinen. De nulmeting leverde meteen al nuttige informatie op over de bosstructuur en ouderdom van de bomen. De bedoeling is dat we een meerjarige reeks gaan opbouwen, zodat we een extra monitor krijgen voor de stikstoftrend in de Kennemerduinen.
57
Jaargids natuurbeheer 2020
Hoofdstuk 3 Belangrijke ontwikkelingen
Het effect van stikstof zichtbaar gemaakt Gedeputeerde Esther Rommel wilde graag met eigen ogen zien wat stikstof doet met de duinnatuur. Dus nodigden we haar uit op een excursie in het veld: de duinen bij Castricum. Medewerkers van PWN legden aan de hand van een scheikundig proefje het effect van stikstof uit. Het principe: stikstof leidt tot verzuring en zuur lost kalk op. En kalk is nou juist goed voor de duinen, want het zorgt dat het landschap niet dichtgroeit, maar geschikt blijft voor specifieke duinvegetatie, zoals parnassia en orchideeën. Voor de proef namen we met een grondboor een laagje duingrond omhoog. Vervolgens druppelden we zoutzuur op het bovenste laagje zand van het grondmonster. De reactie: de grond begint te bruisen door het vrijkomende koolzuur, een teken dat de kalk aan het oplossen is. Dat is wat er - over een veel langere tijd gemeten - gebeurt als stikstof neerslaat op de bodem. Dus als we niets doen, verdwijnt alle kalk uit de bodem en hebben de oorspronkelijke duinplanten geen kans om te overleven. Daarom is het ook zo belangrijk dat we de duinen weer laten stuiven. Dan komt er weer vers, kalkrijk zand het duin in. Een andere aanpak is plaggen. Door de met stikstof verzadigde grondlagen af te graven komt de kalkrijke laat daaronder tevoorschijn. Ook dat toonden we met een proefje aan. Een nieuwe grondlaag boorden we omhoog in een door stikstof aangetast stuk duin. En ook hier druppelden we zoutzuur op het zand. Dit keer bleef het bruisen uit, als teken dat de bodem volledig verzuurd is: alle kalk is hier al opgelost.
59
Jaargids natuurbeheer 2020
Hoofdstuk 3 Belangrijke ontwikkelingen
In de afgelopen jaren bleef het aantal bezoeken in onze duingebieden steken op ongeveer 6 miljoen per jaar. Dit getal was een grove schatting, gebaseerd op steekproefsgewijze tellingen bij de ingangen van onze gebieden. In 2019 hebben we het aantal bezoeken nauwkeuriger geschat. Zo telden we met meetslangen vrij exact het aantal fietsers, en
Vrijwillige duincoaches leiden duinbezoek in goede banen
konden we aan de hand van zondagse parkeertellingen afleiden hoeveel
PWN juicht het toe dat meer mensen de duinnatuur opzoeken.
wandelaars er komen. Dat geeft al een aanmerkelijk completer beeld.
Want hoe meer mensen de natuur in hun hart sluiten, hoe beter dat is. Om de toename van bezoekers in goede
Als we alle data doorrekenen zien we dat het aantal bezoeken in 2019
banen te leiden, hebben we vrijwilligers geworven om
is opgeklommen tot 7,8 miljoen. Het is dus een stuk drukker geworden
als ‘duincoach’ op te treden. Ze staan boswachters bij en
en daar konden we in 2020 nog een flink aantal bezoekers bij optellen.
geven bezoekers voorlichting over de regels in het duin.
In het uitzonderlijke coronajaar liepen de bezoekersaantallen op naar wel
Vooral tijdens het broedseizoen zien ze er ook op toe dat
9 miljoen. De natuur werd massaal opgezocht.
mensen op de paden blijven.
Veel nieuwe bezoekers
RECREATIEDRUK
De nieuwste cijfers bevestigen deze toename. Op basis van de
Zullen de nieuwe bezoekers weer elders ontspanning zoeken als de
parkeeropbrengsten in de Kennemerduinen concluderen we dat hier
coronabeperkingen steeds verder worden afgebouwd? Dat valt nog
13% meer bezoeken zijn geweest dan in 2019. Bij het Noordhollands
te bezien. We houden rekening met het effect dat een groot deel van
Duinreservaat steeg in 2020 het aantal verkochte jaarkaarten met
nieuwe bezoekers het fijne van de duinnatuur heeft ontdekt en blijft
27%. Dat zou neerkomen op 3,1 miljoen bezoeken in Nationaal Park
terugkomen, al zal het effect mogelijk afvlakken. Dit leiden we af uit
Zuid-Kennemerland en 6,3 miljoen in het Noordhollands Duinreservaat.
een recent belevingsonderzoek, waarbij nieuwe bezoekers aangaven
Van 7,8 naar 9,4 miljoen - dat is inderdaad een behoorlijke groei.
de natuurgebieden vaker te gaan bezoeken nu ze er eenmaal bekend
Een recent uitgevoerd belevingsonderzoek onder duinrecreanten
mee zijn.
bevestigt dat de drukte ook inderdaad zo wordt gevoeld.
Meer inwoners en toeristen Ondertussen groeit de bevolking van Noord-Holland gestaag.
Hoe houden we natuur en recreatie in balans? Lijkt het nou zo, of is het echt drukker geworden in de duinen? Nieuwe tellingen en een belevingsonderzoek onder recreanten tonen aan dat de duinen in 2020 enorm goed zijn bezocht.
Balans tussen natuur en recreatie is leidend Ruimte voor recreatie staat bij PWN hoog op de agenda. De komende tijd verbeteren we ons datamodel, zodat we regelmatiger en met een grotere nauwkeurigheid de bezoekerstrends kunnen volgen. Tegelijkertijd zetten we meer in op bezoekersmanagement: een nieuwe functie in onze organisatie die zich buigt over vraagstukken rond recreatiedruk en op zoek gaat naar goede oplossingen voor de natuur en
We schatten dat het effect van corona de komende tijd weliswaar wat zal afvlakken, maar richting 2030 verwachten we deze aantallen weer terug te zien. Dit maakt de vraag urgenter: hoe vinden we een goede balans tussen ruimte voor recreatie en het sterk en gezond houden van de natuur? En welke maatregelen kunnen we nemen om recreatie zo goed mogelijk in te passen? Het gaat daarbij niet alleen om de drukte zoals recreanten die beleven, maar ook om voldoende rust voor fauna. Met name broedvogels en reeën zijn erg gevoelig voor verstoringen en we willen graag dat deze dieren zich in de duinen ook thuis blijven voelen.
bezoekers. Bezoekersmanagement wordt belangrijk om recreatie op een goede manier ruimte te bieden. Mogelijk kan ook uitbreiding met nieuwe gebieden hierbij soelaas bieden. Bijvoorbeeld door de binnenduinrand meer te benutten, zodat mensen dichter bij huis ook prachtige ervaringen in de natuur kunnen opdoen. Zo houden we in de duinen straks voldoende plekken waar de natuur rust kan vinden.
61
Jaargids natuurbeheer 2020
Hoofdstuk 4 Natuurbeheer in 2020 De natuur in topconditie brengen PWN beheert twee natuurgebieden die elk een unieke identiteit en kracht bezitten. Ons natuurbeheer is erop gericht juist die kracht van de natuur alle ruimte te geven. Want als de duinen floreren, krijgen we daar een enorme vitaliteit voor terug. Goed voor ons welbevinden, voor het drinkwater en voor onze kustbescherming.
63
Jaargids natuurbeheer 2020
Hoofdstuk 4 Natuurbeheer in 2020
Dankzij onze lange ervaring in terreinbeheer, onderzoek en
Voor het Nationaal Park Zuid-Kennemerland hebben we met mede
monitoring, en door onze omgeving te betrekken bij beleid en
beheerders en betrokken overheden een gezamenlijk tienjarenplan
uitvoering, hebben we een brede visie kunnen ontwikkelen op
opgesteld. Het beleid voor onze gronden in Noord-Kennemerland is
natuur en recreatie in de duinen.
uitgewerkt in gebiedsplannen. Daarnaast heeft PWN zich gecommitteerd aan harde beleidsdoelen, zoals Natura 2000 en het landelijke
Het streefbeeld bij al onze plannen is een landschap waarin stuivend
Programma Aanpak Stikstof (PAS), waarmee de overheid investeert
zand, wind, water en specifieke flora en fauna het aanzien bepalen.
in maatregelen om de negatieve effecten van stikstof in de natuur
Een landschap waarin bovendien alle stadia van een compleet
te herstellen.
duinsysteem aanwezig zijn. Om de biodiversiteit vast te houden en liefst te vergroten, kiezen we voor maatregelen die de potenties van de
Natura 2000 is een samenhangend netwerk van meer dan
duinen versterken, die landschapsvormende processen herstellen
25.000 natuurgebieden op het grondgebied van de Europese Unie.
en oude cultuurlandschappen waar nodig behouden.
Het doel van dit netwerk is de achteruitgang van de biodiversiteit een halt toe te roepen door kwetsbare planten en dieren en hun
Deze visie vormt de basis voor een samenhangend beheer voor de
leefgebieden te beschermen. De instandhoudingsdoelen van
lange termijn, verdeeld over drie hoofdactiviteiten:
Natura 2000 liggen goed in lijn met het natuurbeheer zoals PWN
1. Regulier beheer: het continu onderhoud aan de gebieden,
dat al jaren uitvoert.
zoals maaien en repareren van hekken. 2. Herstelbeheer: het herstellen van de schade die door de invloed van de mens aan de natuur is toegebracht. Bijvoorbeeld duingebieden ontdoen van overtollige begroeiing door een teveel aan stikstof. 3. Natuurontwikkeling: projecten om nieuwe natuur te laten ontstaan,
Beleid
bijvoorbeeld op voormalige landbouwgrond.
Beheren met de kracht van de natuur In opdracht van de provincie Noord-Holland beheert PWN een groot deel van de Noord-Hollandse duinen. Iedere tien jaar leggen we onze visie en beleidskeuzes op het gebied van natuurbeheer in een beheernota voor aan de provincie.
65
Jaargids natuurbeheer 2020
Hoofdstuk 4 Natuurbeheer in 2020
Werkzaamheden
Natuurlijke vitaliteit de ruimte geven Natuurbeheer is een zaak van de lange termijn. Elk jaar voeren we gerichte werkzaamheden uit om de unieke duinnatuur nog vitaler en veerkrachtiger te maken. In dit hoofdstuk zetten we onze werkzaamheden in 2020 op een rij. SPEERPUNT 1
Meer ruimte voor dynamiek
De duinen zijn ooit begonnen door stuivend zand. Een gezond duin is dan ook altijd in beweging. Door begroeiing op sommige plekken weg te halen, houdt PWN het natuurlijke proces van stuiven in stand. Zo blijven de duinen rijk aan kalk en sterk als natuurlijke bescherming tegen de zee.
Verstuiving bevorderen In een groot deel van de duinen krijgen natuurlijke processen de ruimte en zetten we ons dynamisch duinbeheer voort. We herstellen landschaps vormende processen, zoals verstuiving, vernatting, begrazing, natuurlijke successie en populatieontwikkeling. Met de zeereep als bron van zand is het belangrijk dat er op voldoende plekken de zo gewenste verstuiving op gang komt. We onderzoeken of er nog terreindelen zijn met onvoldoende dynamiek. In het landschap achter de zeereep maken we oude stuifkuilen open en leggen we nieuwe aan. In de geactiveerde verstuivingen verwijderen we restanten van vroegere vastleggingen om stuifzand te bevorderen.
Nabeheer sleuven zeereep Eind 2019 groeven we een aantal zandsleuven in de zeereep tussen Castricum en Egmond. Daarmee is ook in dit deel van de duinen de verstuiving op gang gekomen. In het vroege voorjaar hebben we nog eens actief gewerkt om de sleuven goed open te houden. Dat deden we door de laatste wortelresten van helmgras te verwijderen, direct nadat ze zijn uitgelopen.
67
Jaargids natuurbeheer 2020
Hoofdstuk 4 Natuurbeheer in 2020
Begrazing heeft het duin opener gemaakt. We zetten dit daarom voort en onderzoeken hoeveel grote grazers ergens kunnen grazen voor de juiste ontwikkeling van het landschap. Nieuw is dat we hierbij ook kijken naar effecten van begrazing op insecten en andere kleine fauna. Ideaal zou het zijn als konijnenpopulaties in alle delen van het duin zich herstellen. Deze ‘kleine grazers’ helpen het duin open te houden.
De effecten van wisenten begrazing op broedvogels Sinds de start van het wisentenproject in het Kraansvlak in 2007 onderzoeken we was het effect is op de stand van de broedvogels in het gebied. Doordat in het eerste jaar runderen nog moesten acclimatiseren werden ze buiten het broedvogelgebied gehouden.
SPEERPUNT 2
Zo konden we een prachtige nulmeting doen. In de jaren daarna
Diversiteit in landschappen
hebben we elk jaar zo’n 13 keer het gebied bezocht om vogeltel-
Groeien en floreren, dat is de natuur op zijn best. Sommige soorten doen het in
lingen te doen. De aanname was dat grazers wel degelijk impact
de duinen echter zo goed, dat ze zo langzamerhand het hele gebied lijken over
zouden hebben, doordat ze door hun foerageergedrag zorgen
te nemen. Daar steekt PWN een stokje voor. Want voor gezonde duinen is een
voor een afname van struwelen. Uit de verzamelde data van de
gevarieerd landschap erg belangrijk.
afgelopen tien jaar blijkt nu echter dat er geen negatieve invloed is aan te wijzen. Van de struweelsoorten is de fitis de meest algemene broedvogel in het Kraansvlak. Er is sprake van een toename, terwijl er landelijk
Vitale bossen
Begrazing
Grijs duin herstellen
Op sommige plekken vormen we naaldbossen om tot gemengd bos.
Om te voorkomen dat de duinen dichtgroeien zetten we natuurlijke
Een groot deel van de duingraslanden is in de vorige eeuw beplant met
juist een significante afname zichtbaar is (Sovon, 2019). Ook in de
Op andere plekken werken we bossen open om specifieke duinsoorten
beheerders in. Wisenten, Schotse hooglanders, paarden, pony’s, geiten en
naald- en loofbossen. Dit zijn geen natuurlijke bossen. En soms zijn er
meer ruimte te geven. We halen hier en daar dennen weg, en dunnen
schapen. We kiezen bewust voor verschillende soorten dieren omdat ze
bossen geplant op plaatsen waar bomen niet goed gedijen. Dit zijn de meest
Nederlandse vastelandsduinen neemt de fitis af (Vergeer et al.,
de randen uit tot boszomen. Deze geleidelijke overgangen van het open
allemaal op een andere manier grazen.
westelijke bossen, waar de wind vrij spel heeft en zomerse zoutstormen
duinlandschap naar bos vormen een ideaal leefgebied voor allerlei
het blad verschroeien. Het zijn precies die plaatsen waar de duingraslanden
2017). De laatste jaren scoorde ook de nachtegaal in het Kraansvlak goed, met jaarlijks negen tot elf territoria. De trend in het Kraansvlak is daarmee positief. Landelijk laat de nachtegaal een stabiele
vlinders, duinkevers, wantsen en sprinkhanen. Vogels vinden er een plek
Een Schotse hooglander eet bijvoorbeeld graag gras met zijn tong,
op hun best zijn. Daarom halen we er bomen weg en verwijderen we de
om te broeden, bloeiende planten zoals zeldzame wilde rozen, wilde tijm,
waardoor het gras halflang blijft. Zo krijgen kruiden en bloemen de ruimte.
voedselrijke strooisellaag van bladeren en naalden onder de bomen. Dat doen
trend zien (Sovon, 2019). De graspieper is in het Kraansvlak sterk
slangenkruid en bramen krijgen meer zonlicht, en kleine zoogdieren vinden
Wisenten eten graag jonge boompjes en bast. Ook hebben we ontdekt dat
we tot op het kale zand. Die extra ruimte is nodig om de grijze duinen sterk
er voedsel en een plek om te schuilen. Naaldbossen die cultureel erfgoed
ze graag stuifkuilen maken. Paarden zijn echte grasmaaiers, die de kleinere
en veerkrachtig te houden in tijden van klimaatverandering.
afgenomen en waarschijnlijk, na twee blanco jaren, verdwenen als
zijn of een hoogwaardige landschapsbeleving bieden, houden we in stand
oppervlaktes kort houden met hun tanden. Ook eten ze graag ruwe delen van
met gericht beheer.
bomen en struiken. En waar Schotse hooglanders in het bos en bij het water
broedvogel. Landelijk is de graspieper stabiel (Sovon, 2019) en het beeld voor de totale Nederlandse vastelandsduinen laat een lichte toename zien (Vergeer et al., 2017).
leven, lopen pony’s liever in de open duingebieden. Zo komen alle plekken aan bod. De grazers doen hun werk niet alleen door te eten maar ook door de begroeiing plat of kapot te lopen en door hun mest te laten vallen. Dat is
Voor de soorten die in bossen voorkomen is het veelal moeilijker
goed voor de grond en voor het verspreiden van zaden.
om een betrouwbare inschatting van de trend te maken. Dat komt doordat slechts een klein deel (14%) van het broedvogelplot bos
Begrazingsonderzoek Waternet en PWN
betreft en hierdoor de aantallen broedparen van veel soorten laag
PWN en Waternet gaan de komende jaren samen onderzoek
2019; Vergeer et al., 2017). Ook een soort de appelvink doet het
doen naar de effecten van begrazing. Met name willen
zijn. Het valt op dat een soort als de tjiftjaf, die voor nestbouw afhankelijk is van ruige ondergroei, een toename vertoont. Dit is ook landelijk en in de Nederlandse vastelandsduinen het geval (Sovon, goed, wat eveneens in lijn is met de landelijke trend (Sovon, 2019).
we weten welke invloed damherten hebben op het
Exotenbestrijding
duinecosysteem. In het gebied van Waternet, de Amsterdamse
Een belangrijk onderdeel van het beheer vormt de bestrijding van de
Waterleidingduinen, is in de loop der jaren een grote populatie damherten ontstaan. En in het gebied van PWN, de Kennemerduinen, vindt vooral integrale begrazing plaats
agressievere, invasieve exoten. Met name Amerikaanse vogelkers, rimpelroos en watercrassula krijgen hoge prioriteit. We ontwikkelen verschillende methoden om dit effectief te doen en evalueren de effectiviteit ervan.
door grote grazers. In het gezamenlijke monitoringsprogramma onderzoeken we per locatie de ontwikkelingen in graasdruk, de vegetatiestructuur, indicatorsoorten van flora en fauna, de opbouw van het voedselweb en de verschillende factoren van de bodem.
69
Jaargids natuurbeheer 2020
Hoofdstuk 4 Natuurbeheer in 2020
Kleine herstelprojecten PWN heeft afgelopen jaar geen grootschalige natuurherstelprojecten uitgevoerd. Wel voerden we clusters van kleinere werkzaamheden uit, verspreid over grotere gebieden. Een mooi voorbeeld daarvan is wat we noemen cluster ‘Bakstricum’, grofweg het gebied tussen Wijk aan Zee en Egmond. Het ging hier om kleine ingrepen in het landschap, die we als secuur maatwerk hebben uitgevoerd. Dichtgroeiende duingraslanden maakten we weer open, zodat konijnen meer kans krijgen. Boszomen dunden we uit om vlinders meer lichte plekken te bieden.
Wijk aan Zee: bomen verwijderd Bij de Meeuwenweg in Wijk aan Zee hebben we een aantal populieren moeten kappen. Ze stonden op een belangrijke waterleiding en werden te groot. De bomen waren aan het eind van hun leeftijd en begonnen al af te takelen, wat ook voor de veiligheid extra reden was om ze weg te halen.
Beheer damherten Het Nationaal Park Zuid-Kennemerland herbergt te veel damherten voor de draagkracht van het gebied. Daarom beheert PWN de populatie, samen met Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer. Na onderzoek van alle opties kwamen we tot de conclusie dat afschot de enig haalbare oplossing is.
door struiken te verwijderen. Hierdoor krijgt de oorspronkelijke
Natuurbruggen verbinden gebieden De duingebieden in Nationaal Park Zuid- Kennemerland worden doorsneden
gebied ten noorden van het circuit van Zandvoort. In de jaren negentig was
door wegen en het spoor tussen Haarlem en Zandvoort. Om de veerkracht
hier nog een camping met stacaravans. Een dynamische plek, met veel
van de natuur te versterken, zijn de gebieden de afgelopen jaren verbonden
verstuiving. Bij het opruimen troffen we veel restanten van de camping aan,
door drie natuurbruggen. Als eerste werd in 2013 natuurbrug Zandpoort
zoals bestratingen, oude tuintjes, afval, overbodig hekwerk, riolering en zelfs
opgeleverd, die de Amsterdamse Waterleidingduinen verbindt met het
met duindoorns. We verwijderden duindoorns en maakten ruimte
asbest. Met enthousiaste steun van omwonenden en bezoekers hebben we
Kraansvlak. Hekken houden hier tijdelijk nog de reeën en damherten tegen,
voor bloemen en kruiden.
alles verwijderd en het hele gebied opgeknapt. Ook haalden we woekerende
waarvan er op dit moment in de Amsterdamse Waterleidingduinen een groot
exoten weg en vervingen we het hekwerk. Een kwaliteitsimpuls voor een
overschot is. In 2017 ging natuurbrug Zeepoort open, het ecoduct over de
verloren stukje duin.
Zeeweg bij Overveen.
jaren van 700 worden teruggebracht tot 200 à 300. PWN pakt dit werk secuur
verwijderen Vanuit de randen groeide het veld in hoog tempo dicht
Naast goudwindes, een roofvis, en krabbenscheer, een woekerende tuinvijver plant die meer dan de helft van de Goudwindepoel bedekte, hebben we 200 goudvissen verwijderd. De exotische vegetatie en vissen bleken schadelijk te zijn voor inheemse libellen en amfibieën. Daarvan zagen we de aantallen de laatste jaren flink teruglopen bij de poelen.
processen ook vitaal blijven zonder onze beheerwerkzaamheden.
In de Kennemerduinen pakten we de Noordduinen aan. Een verrommeld
Rondom het speelveld versterkten we de natuur door struiken te
om de daar uitgezette tuinvijvervissen te kunnen vangen.
Bijvoorbeeld door natuurgebieden te verbinden en te vergroten. Zo kunnen natuurlijke
Noordduinen opgeruimd
vegetatie (meidoorns, kruiden en bloemen) weer ruimte.
ecosysteem en voor de verkeersveiligheid moet de populatie de komende
In twee poelen bij Bergen-Noord hebben we vegetatie verwijderd
Ons natuurbeheer richt zich altijd op het versterken van de eigen kracht van de natuur.
In het kustduin van Heemskerk versterkten we het duinlandschap
Castricum: struiken verwijderd
Tweehonderd goudvissen verwijderd
Robuustere natuur
Heemskerk: meer ruimte voor kruiden en bloemen
De Raad van State heeft ons in 2017 daarin bevestigd. Voor een gezond
aan en zet twee speciaal daarvoor opgeleide boswachters in.
SPEERPUNT 3
Castricum: exotenbestrijding bij ingang van Speijklaan De uitheemse Amerikaanse eik is ooit aangeplant en bleek nogal te
Met het opengaan van de derde brug, natuurbrug Duinpoort, werd in 2018 ook
woekeren. Lang heeft deze boom geen problemen gegeven, maar
de barrière van de spoorlijn naar Zandvoort geslecht. De natuurverbindingen
de laatste jaren zien we een toename van kiemende eikels. De jonge
zorgen ervoor dat dieren meer leefruimte krijgen. Toegang tot meer voedsel
bomen verdringen inheemse bomen en struiken. Daarom vervingen we de Amerikaanse eik geleidelijk aan door inheemse soorten.
en schuilplekken bijvoorbeeld, maar ook meer kansen op voortplanting. Bovendien neemt de kans af dat dieren slachtoffer worden van het verkeer in hun leefgebied.
Bakkum-Noord: hier krijgt de wind alle ruimte
De bruggen zijn daarnaast ook goed voor de verspreiding van planten,
Op het Melkvlak bij Bakkum-Noord wordt de dynamiek van de wind
doordat zaden in de vacht van dieren over de brug meereizen naar een
nu nog verstoord door bomen en struiken. Door de luwtewerking van het bos hier op te heffen, krijgt de wind weer invloed op de ontwikkeling van duingraslanden. De zoute wind zorgt ervoor dat
nieuw gebied. Speciale aandacht is besteed aan de leeflaag op elke brug. De toplaag is vermengd met natuurlijk materiaal uit de omringende duinen. Daardoor is de begroeiing op de bruggen vergelijkbaar met die van de omgeving. Een natuurlijke omgeving voor vlinders en insecten. Soorten die
struiken en bomen minder snel kiemen en dat ze minder hard
profiteren van de natuurbruggen zijn met name de zandhagedis, hazelworm,
groeien. We halen de bomen en struiken weg en schrapen de
vlindersoorten, konijn, bunzing, rugstreeppad, egel, vos, hert, wezel,
bovenste laag van de bodem af. Het achterliggende duingrasland
hermelijn, zandloopkever en de nauwe korfslak.
blijft zo sterk, veerkrachtig en afwisselend. Bakkum: aantrekkelijke duinen voor het duinkonijn Konijnen houden van een open gebied met lage planten en hier en daar een struik voor dekking. In het verleden waren er zoveel konijnen dat zij hun leefgebied zelf in stand konden houden door overal te knabbelen en te graven. De laatste tientallen jaren is het aantal konijnen in het duin sterk verminderd en groeit het duin langzaam maar zeker dicht. Om de dieren een steuntje in de rug te geven, maaiden we het open duin en verwijderden we een aantal struiken.
Hazelworm
71
Jaargids natuurbeheer 2020
Hoofdstuk 4 Natuurbeheer in 2020
In 2020 voerden we werkzaamheden uit om het dichtgroeien van de ijsbaan tegen te gaan. We drongen de bosrand wat terug en richtten een natuurvriendelijke oever in. Tegelijkertijd legden we een vlonderpad aan vanuit de Hoeptuin over de ijsbaan en maakten we rietkragen en de boszoom weer open. Een dijkje dat de baan doormidden sneed baggerden we open
Soortenmonitoring op natuurbruggen We onderzoeken de komende jaren hoe de natuurbruggen door
momenteel uitgezocht. Deze camera’s reageren op beweging
alternatieve route. Daar maken ook mountainbikers nu enthousiast gebruik van.
verschillende soorten worden benut en of de vegetatie op het
en nemen ook in de nacht beelden op. Omdat het bekijken en
brugdek zich voldoende ontwikkelt. Daartoe heeft PWN een
uitzoeken van de opgenomen beelden veel tijd vergt, wordt er
monitoringsplan opgesteld voor de periode 2020-2040.
gekeken of er in de toekomst gebruik gemaakt kan worden van
Het eerste echt grote natuurontwikkelingsproject in het kader van onze nieuwe binnenduinrandvisie wordt De Vlotter. De voorbereidingen zijn in volle
We rondden in 2020 alle werkzaamheden af van de eerste fase: transformatie tot een prachtig stuk natuur in de binnenduinrand, compleet met ruimte voor waterberging en recreatiemogelijkheden. Inmiddels zijn we begonnen met de voorbereidingen van de tweede fase, voor nog eens 25 hectare nieuwe natuur. De eerste gesprekken zijn gevoerd en het bestemmingsplan is in procedure. Het gebied wordt een mix van hoogwaardige natuur, recreatiegebied en water en kwel. Met zowel natte duinnatuur en vochtige hooilanden als plekken waar de hond los mag lopen.
gang en het project start naar verwachting in het najaar van 2021.
Tennet en drinkwaterbedrijf PWN sloten in 2020 een overeenkomst voor de ontwikkeling van bosgebied. Voor de bouw van een transformatorstation in Beverwijk werd februari vorig jaar 9,5 hectare bos gekapt op het voormalige terrein van Tata Steel. Dit transformatorstation is nodig voor de aanlanding
automatische beeldherkenning. Loopkevers Op de Zeepoort en Zandpoort worden de loopkevers op en
Vegetatie
Het gebied bij Heemskerk van 25 hectare bestaat nu nog uit een oud
rond de natuurbruggen gemonitord met behulp van potvallen.
De monitoring van de vegetatie op de bruggen zal worden
tuinderslandschap. We gaan dit inrichten met behoud van cultuurhistorische
De potvallen worden op de brug en in de referentiegebieden
meegenomen in de huidige vegetatiemonitoring bij PWN.
waarden. Zo willen we elzenhagen en houtwallen behouden en meer binnen
ingegraven met een klein laagje alcohol in de potten.
Dit wordt gedaan aan de hand van kilometerhokken die
Elke week worden de vallen geleegd en de gevangen
afwisselend worden opgenomen.
duinrandnatuur creëren. Er komt een vallei met een duinbeek en flauwe oevers waar typische duinvalleivegetatie kan floreren, zoals orchideeën.
loopkevers gedetermineerd.
Bijzonder is ook de bosontwikkeling die hier gaat plaatsvinden. De bomen planten we niet aan in saaie, strakke rijen, maar volgens het natuurlijke ritme
Dagvlinders en sprinkhanen
van een duinbos. Er zal met de tijd een soortenrijk halfopen bos ontstaan met
Op alle drie de natuurbruggen lopen telroutes telroutes voor
een gevarieerde leeftijdsopbouw. Uiteindelijk wordt dit een natuurgebied met
Boscompensatie Tennet
op de Zeepoort en de Duinpoort. De camera’s staan er al
de ijsbaan is nu afgesloten en een oud sluippad werd geschikt gemaakt als
Ontwikkeling De Vlotter gestart
Onderdeel van de ‘Poort naar de duinen’ is de Zanderij bij Castricum.
De grotere zoogdieren worden gemonitord door wildcamera’s sinds 2018 en de beelden die tot nu toe zijn gemaakt worden
om van de ijsbaan een langere wedstrijdbaan te maken. Het brede pad langs
De Zanderij: fase 1 afgerond
Grote zoogdieren
wandelmogelijkheden en vlonderbruggen op een van de drukste plekken van de duinen.
dagvlinders uitgezet. Een aantal vrijwilligers kijkt tijdens de routes ook uit naar zandhagedissen. Sprinkhanen worden op dezelfde routes door de vrijwilligers of door medewerkers van PWN of Waternet geteld (afhankelijk van de hun soortspecifieke kennis).
van stroomkabels van windparken op zee. In samenwerking met PWN compenseert Tennet de kap met bijna 20 hectare bos in de regio. Het nieuwe
Kleine zoogdieren
bos gaat deel uitmaken van een groter ontwikkelingsplan voor 78 hectare
Op alle drie de bruggen komen cameravallen om marters op
nieuwe natuur in de binnenduinrand tussen Wijk aan Zee en Castricum.
IJsbaan Castricum aangepakt Bij de oude natuurijsbaan achter bezoekerscentrum De Hoep hebben we de omringende natuur een nieuwe impuls gegeven in samenwerking met
camera te krijgen. In de cameraval wordt een blikje sardientjes geplaatst met een aantal gaten erin geprikt. De geur lokt marters, maar ook andere kleine zoogdieren. De cameravallen leveren ook bruikbare beelden van reptielen en amfibieën op.
Vereniging Kennemer IJsclub. Bij dit project kwamen veel aspecten van ons werk samen. Door de steeds nattere omstandigheden op de ijsbaan heeft het gebied zich mooi ontwikkeld. Tegelijkertijd zagen we dat de oevers steeds meer dichtgroeiden, wat nadelig is voor de kwaliteit van het gebied. Het feit dat de gevlekte witsnuitlibel hier voorkomt, een Natura2000-richtlijnsoort, brengt extra inspanningsverplichtingen mee om de soort hier te behouden. Daarom maakten we een plan om de natuur in het gebied verder te versterken en tegelijkertijd ook de ijsbaan en recreatie meer kwaliteit te bieden.
73
Jaargids natuurbeheer 2020
Hoofdstuk 4 Natuurbeheer in 2020
Actief duinsysteem In 2003 brachten we vijf windsleuven aan in de zeereep van Zuid-Kennemerland, met landinwaarts in de windbanen vijf kaal
Het effect van begrazing op wantsen
gemaakte duinen. Ze dragen bij aan een actief duinsysteem:
Op ons terrein bij Bakkum voerden we onderzoek uit naar de
stuivende duinen, kwalitatief betere duingraslanden en een
effecten van begrazing en het voorkomen van wantsen. Daartoe
nieuw, vochtig duinmilieu. In het Noordhollands Duinreservaat
wezen we drie plots aan: een met integrale begrazing, een met
hebben we op drie plaatsen duinen in verstuiving gebracht.
seizoensbegrazing en een referentieplot waar grote grazers
De dynamische zeereep hier levert overtuigende stuifkuilen op
worden buitengesloten. Binnen de plots zijn alle wantsen
en zelfs beginnende paraboolduinen.
geïnventariseerd. Dat leverde al bijzondere soorten op, zoals het duinkortkopje, de viooltjeswants en de kleine behaarde
In Zuid-Kennemerland heeft het stopzetten van de waterwinning
pantserwants
sinds 2002 gezorgd voor een vertienvoudiging van het oppervlak aan vochtig duinmilieu, tot 300 hectare. De verbeterde omstandigheden
In het algemeen lijkt begrazing een positief effect te hebben op
hebben we verzilverd met herstelprojecten voor vochtige duinvalleien.
de aantallen en de diversiteit. Zo zien we dat bij begraasde plots
Uit monitoring van de duinvalleien blijkt dat plantensoorten als de
meer wantsensoorten voorkomen dan bij het niet-begraasde plot.
parnassia weer wijdverbreid voorkomen. Sinds 2003 hebben we
Ook komen er juist meer duinspecifieke soorten voor.
5.000 hectare duingebied in begrazing genomen met een mix van Schotse hooglanders en konikpaarden of Exmoorpony’s en met een gescheperde of flexibel ingerasterde schaapskudde. Het sterk vergraste duin is nu weer opener en rijker van structuur. Diverse terreindelen met veel recreatie houden we buiten de begrazing. Opvallend goed zijn de resultaten van de proef met de wisenten. Het Kraansvlak is nu meer open, kent zandige plekken en biedt een bijzondere natuurbeleving. De kudde is gegroeid en gedijt goed.
Resultaten
De impact van het natuurbeheer Een gezond duin is altijd in beweging. Kalkrijk zand dat over de wijde omgeving kan uitstuiven draagt bij aan de vitaliteit van het duin. Het landschap verjongt en er ontstaan nieuwe duinen met een ideaal pioniersmilieu. Dit is de kern van ons beheer. De resultaten zijn inmiddels goed zichtbaar.
Veel verbeterd Processen als verstuiving, begrazing en grondwaterdynamiek zijn in grote delen van de terreinen hersteld. Belangrijke levens gemeenschappen als duingraslanden blijken uit onderzoek sinds de jaren tachtig nu weer van goede kwaliteit te zijn. Qua biodiversiteit zien we helaas nog een afname van broedvogels van het open duin, zoals de bergeend, het paapje en de wulp. Ook de tapuit is in aantal sterk afgenomen. Hier staat tegenover dat de duinbossen meer volwassen worden. Kenmerkende bossoorten als bont zandoogje, keizersmantel en boommarter zijn recent het Noordzeekanaal overgestoken en hebben nieuwe leefgebieden gevonden in de duinbossen. Ook is het open duin een aantal nieuwe bewoners rijker: de bijenorchis en bokkenorchis zien we inmiddels steeds vaker, net als de sikkelsprinkhaan en de wespspin.
75
Jaargids natuurbeheer 2020
Analyse vegetatie: revitalisering duingebieden werkt
Hoofdstuk 4 Natuurbeheer in 2019
Kennemerduinen: vegetatiestructuurveranderingen tussen 2005 - 2018 2005
De nieuwe data van het karteringsonderzoek van 2018 in de Kennemerduinen zijn geanalyseerd. Dit leverde interessante informatie op over de effecten van ons natuurbeheer. Vegetatiekartering is een nogal subjectieve aangelegenheid. Het gebied wordt verdeeld in vlakken en per vlak bekijken onderzoekers aan de hand van luchtfoto’s welke planten er groeien. Vervolgens lopen ze de gebieden nog na en brengen ze elk gebiedje onder bij een van de 15 habitattypen van de Natura2000-richtlijnen. Gelukkig konden dezelfde onderzoekers die dit werk in 2005 voor ons uitvoerden ook in 2018 worden ingeschakeld, waardoor we nu de beide onderzoeken goed kunnen vergelijken. Het werd nog interessanter doordat we de data konden matchen met het soort beheer in de gebieden.
2018
Na uitgebreide analyse van de data kunnen we de conclusie trekken dat het beheer van de afgelopen jaren goed heeft gewerkt voor de revitalisering van de duingebieden. Het duin is dynamischer geworden, met meer zand en pioniervegetaties. Struwelen en ruigten zijn wat afgenomen, ten gunste van kalkrijk grijs duin. In exacte cijfers: Het totale areaal aan kwalificerende Natura2000-habitattypen is gestegen van 63% naar 72% van de Kennemerduinen.
Vegetatiestructuurtype ‘ruigte’ Vegetatiestructuurtype ‘duingrasland’ Vegetatiestructuurtype ‘pioniervegetaties’ Vegetatiestructuurtype ‘zand’
Het beheer van de afgelopen jaren heeft goed gewerkt voor revitalisering van de duingebieden. Het duin is dynamischer geworden. Struwelen en ruigten zijn duidelijk afgenomen ten gunste van kalkrijk grijs duin.
77
Jaargids natuurbeheer 2020
Hoofdstuk 5 Samenspel met de omgeving De natuur is goed voor iedereen De duinnatuur is in zoveel opzichten waardevol voor Noord-Holland. Ze biedt een gezonde en groene leefomgeving, woongenot en recreatie mogelijkheden. Ook beschermt ze ons tegen de zee en herbergt ze een groot aantal uitzonderlijk zeldzame plant- en diersoorten. We koesteren wat de natuur ons geeft en versterken haar. Dat doen we het liefst samen met zoveel mogelijk betrokkenen.
79
Jaargids natuurbeheer 2020
Hoofdstuk 5 Samenspel met de omgeving
Samenwerking en verbinding
Iedereen ervaart een band met de natuur PWN staat midden in de maatschappij. Een actieve, open partner voor alle partijen in onze omgeving. Actief zoeken we de verbinding met iedereen om samen de natuur nog mooier te maken.
We werken nauw samen met maatschappelijke partijen: verenigingen,
Zoveel mogelijk spannen we ons in om de belangen van mensen in
stichtingen, onderzoeksinstellingen en universiteiten. Daarbij beperken
te passen in de vaak strenge regelgeving voor de natuurgebieden.
we ons vaak niet alleen tot het duinbeheer, maar vatten we onze
De toenemende recreatieve bedrijvigheid in de duingebieden maakt
waardecreatie voor water en natuur zo breed mogelijk op. Want alles
goede contacten en een professionele samenwerking met lokale
hangt samen: van rivierwater tot het IJsselmeer, en van de Noordzee tot
ondernemers belangrijk. Vanwege de groeiende behoefte aan bewegen
de bedrijvigheid in de metropoolregio Amsterdam.
in het groen hebben we de afgelopen jaren ook meer contact gezocht met nieuwe doelgroepen zoals sportscholen en zorgaanbieders.
Een goede samenwerking met onze omgeving stelt ons in staat om het natuurbeheer effectiever uit te voeren. In het contact komen we belangrijke sentimenten en ontwikkelingen op het spoor. Ook nemen we het podium. Bijvoorbeeld om minder populaire ingrepen in de natuur toe te lichten. Of om met zoveel mogelijk omwonenden en recreanten ideeën uit te wisselen over hoe onze aanpak nog beter kan.
PWN bevordert ook de biodiversiteit in de buurt Samen met andere terreinbeherende organisaties heeft PWN het project Greenspots voor Biodiversiteit in het leven geroepen. In 2021 moeten er ten minste 10 Greenspots zijn gerealiseerd, plekken in de wijk waar de lokale biodiversiteit actief wordt gestimuleerd met betrokkenheid van de buurt. Dat kan bij voorbeeld een wilde bloementuin zijn, een voedselbos of een compleet groene woonwijk. Experts en buurtbewoners gaan actief aan de slag om een plek te creëren waar de natuur wordt verrijkt. De Broekpolder in Heemskerk kreeg de primeur.
81
Jaargids natuurbeheer 2020
Hoofdstuk 5 Samenspel met de omgeving
Samenwerking in Nationaal Park Zuid-Kennemerland
Samenwerking met ondernemers
PWN beheert samen met Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer
horecaondernemers in onze natuurgebieden zoals Gasterij De Kruisberg
het duinlandschap en de natuur van het NPZK. De beheerders werken
en Johanna’s Hof. Ook werken we samen met recreatieve ondernemers
hier samen met IVN, gemeenten, Hoogheemraadschap van Rijnland,
die in onze gebieden activiteiten verzorgen. Verder onderhouden we
de provincie Noord-Holland en particulieren. Dit doen zij volgens het
goede contacten met boeren in de omgeving, bijvoorbeeld om hun vee
gezamenlijke Beheer en Inrichtingsplan.
te laten grazen in onze gebieden.
Kustpact: zonering Noord-Holland uitgewerkt In het kader van het Kustpact heeft PWN in 2017 meegewerkt aan een zoneringsvisie voor de kust van Noord-Holland. Dit deden we in samenwerking met Landschap Noord-Holland, Natuurmonumenten, Waternet en Staatsbosbeheer. In het Kustpact zijn heldere afspraken gemaakt over het beschermen van de waarden van de Nederlandse kust. Een verdrag tussen 60 partijen, waarin is bepaald in welke delen van de kust geen nieuwe bebouwing is toegestaan en op welke plekken wel ontwikkeling mogelijk is.
Samenwerkingen rond Bestuursakkoord Water Vanuit het in 2011 afgesloten Bestuursakkoord Water zijn in Nederland de afgelopen jaren tal van samenwerkingsverbanden ontstaan rond verbetering van de waterketen. Het gaat hier om kostenbesparing, verbetering van de kwaliteit en vermindering van de kwetsbaarheid. Dit heeft in het leveringsgebied van PWN geleid tot negen regionale samenwerkingsverbanden tussen
PWN werkt samen met tal van lokale ondernemers. Zo zijn er
Coalitie Het Blauwe Hart Natuurlijk PWN is lid van de Coalitie Het Blauwe Hart Natuurlijk, het samen werkingsverband rond het IJsselmeer. Samen met partners rond het IJsselmeer participeren we hier in natuurontwikkelingsprojecten en ijveren we voor verbetering van de waterkwaliteit. Bijvoorbeeld door natuurlijke eilanden aan te leggen, door ontbrekende habitats toe te voegen en door het ecosysteem beter in balans te brengen.
Natuurwetenschappelijke Adviescommissie PWN toetst haar beleid aan de Natuurwetenschappelijke adviescommissie PWN (NAP). Een onafhankelijk adviesorgaan van wetenschappers, die de directie en de Raad van Commissarissen gevraagd en ongevraagd adviseert over het natuurbeheer. De NAP komt drie keer per jaar bijeen. De commissie fungeert als klankbord en toezichthouder.
drinkwaterbedrijven, waterschappen en gemeenten. PWN heeft zich
Vrijwilligers
hieraan op bestuursniveau gecommitteerd. Via deze samenwerkingen
Meer dan 450 vrijwilligers zetten zich in voor het werk in de duinen.
ontstonden tal van uiteenlopende verbeterprojecten. Onder meer op
Ze helpen PWN om de gebieden gezond te houden door onderhoud te
het gebied van assetmanagement, duurzaamheid en klimaatadaptatie.
plegen, onderzoek te doen en informatie te verstrekken aan bezoekers
Met de waterschappen werken we nauw samen op het gebied
en scholen. Een onmisbare schakel in het beheer van de duinen.
van waterveiligheid en dynamisch zeereepbeheer. Ook rond het IJsselmeerwater werken we samen, bijvoorbeeld in een proef om medicijnresten te verwijderen uit riooleffluent.
83
Jaargids natuurbeheer 2020
Hoofdstuk 5 Samenspel met de omgeving
Twee bezoekerscentra
25 jaar Nationaal Park
Het vertrekpunt voor het verhaal van de duinen
Nationaal Park Zuid-Kennemerland bestond in 2020 25 jaar. Dat werd gevierd met een Beleefweek in de herfstvakantie, met activiteiten in de natuur voor jong en oud.
Onze bezoekerscentra zijn de ideale voorpost om in contact met de natuur te komen. Letterlijk op de drempel van onze gebieden bieden ze voorlichting en educatieve tentoonstellingen en zijn ze het vertrekpunt voor excursies. Je kunt er zelfs vergaderen.
Bezoekerscentrum De Hoep Dit bezoekerscentrum bij Castricum valt door zijn vorm prachtig samen met het omringende duinlandschap. Centraal in dit centrum is een vaste, interactieve tentoonstelling over water en natuur, regelmatig aangevuld met wisseltentoonstellingen. Er zijn ook diverse vergaderzalen. Daarnaast organiseert het centrum het hele jaar door excursies. De Hoeptuin aan de achterkant van het centrum laat bezoekers alvast het duin in het klein ervaren, met een aangelegd paraboolduin en een duinpoel.
Extra aandacht voor teken Tijdens de landelijke Week van de Teek besteedt ook PWN extra aandacht aan de gevolgen van tekenbeten. Behalve de ziekte van Lyme kunnen teken bij dieren ook de tekenkoorts overbrengen. Bij de bezoekerscentra zijn tekentangen verkrijgbaar.
Bezoekerscentrum De Kennemerduinen Bij Bloemendaal aan Zee ligt bezoekerscentrum De Kennemerduinen aan de hoofdingang van Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Wie meer wil weten over het nationaal park of een excursie wil boeken kan hier terecht. Ook is er een tentoonstelling over de duinnatuur en de planten en dieren die in het nationaal park leven. Buiten, tegenover het terras, ligt een zand- en waterspeeltuin. Deze werd in 2018 geheel vernieuwd met klimmuren, stoere glijbanen en waterputten.
85
Jaargids natuurbeheer 2020
Hoofdstuk 5 Samenspel met de omgeving
Natuur in het hart van bezoekers De duinen van Kennemerland tussen Zandvoort en Bergen worden
De twee duingebieden van PWN hebben elk hun eigen unieke identiteit
jaarlijks 8 miljoen keer bezocht. De bezoekers komen vooral voor de
en bijzondere waarden. Daarmee willen we de harten van bezoekers
beleving van natuur en de rust, om te genieten en te recreëren.
raken. Want dat is volgens ons de beste manier om betrokkenheid bij
Meer dan driekwart van het aantal bezoeken wordt afgelegd door de
en verantwoordelijkheid voor de natuur te vergroten, draagvlak te
half miljoen omwonenden in de omgeving. Maar ook toeristen uit
krijgen en uiteindelijk mensen uit zichzelf meer te laten bijdragen aan
binnen- en buitenland weten onze duinen steeds beter te vinden.
duurzaam duinbeheer.
We zien verschillende ontwikkelingen die naar verwachting zullen
Met een gastvrij beleid wil PWN mooie ervaringen in de duinen
leiden tot een substantiële toename van recreatie en toerisme in
versterken. Dat zit hem bijvoorbeeld in een goede vindbaarheid van
deze natuurgebieden. In de Metropoolregio Amsterdam groeit het
de gebieden, in een verrassend en gevarieerd aanbod en in mooie
aantal toeristen de komende decennia met ongeveer dertig procent.
contacten met bezoekers. Prachtige foto’s, bijzondere verhalen, en
Ook de behoefte aan recreatie wordt diverser. Tegelijkertijd zullen de
historie: het draagt allemaal bij aan een dieper gevoelde beleving
kustgebieden door een warmer klimaat nog aantrekkelijker worden.
van de natuur.
Hoe gaat PWN hier mee om? In de eerste plaats zien we een rol voor professioneel bezoekersmanagement om het recreatieve gebruik in goede balans te houden met de prachtige natuur. Daarnaast werken we aan duurzame recreatie en toerisme en zoeken we naar manieren om mensen in het hart te raken met al het moois dat de natuur te bieden heeft.
Duurzame recreatie en toerisme Recreatie moet passen bij de draagkracht van de natuur en de beleving. Studies laten zien dat de draagkracht van de natuur achteruitgaat als het recreatief gebruik sterk groeit. Draagkracht bepaalt dus de grenzen van de omvang van recreatie en toerisme in de duinen. Daarom zetten we de komende tijd in op een goede en slimme regulering van de groeiende bezoekersstromen.
Welk effect heeft recreatie op broedvogels? In een nieuw experiment gaan we onderzoeken wat het effect van recreatie is op broedvogels. Bij Bergen zijn er plannen om van een fietspad een wandelpad te maken. Met temperatuurloggers
Recreatie & beleving
Hoe mensen genieten van de duinen De natuur trekt als een magneet aan mensen. Dat is ook niet vreemd want de natuur fascineert, is gezond en geeft ons veel moois.
in nesten brengen we het effect van deze verandering bij
Big Morning: wedstrijd vogelspotten voor boswachters
broedvogels in kaart. Hoe minder de vogels schrikken en uitvliegen, hoe hoger de gemiddelde temperatuur in de nesten moet zijn. Het onderzoek strekt zich uit over meerdere jaren, waarbij de oude situatie van 2020 als nulmeting wordt gezien.
Om vogeltellingen nog spannender te maken, organiseert PWN elk jaar Big Morning. Vanaf de vroege ochtend strijden
Het coronajaar zorgde nog voor een andere kans om het effect
boswachterteams tegen elkaar om de eeuwige roem: wie
van recreatie te onderzoeken. Bij het circuit van Zandvoort werd
identificeert (met verrekijker of op het gehoor) de meeste soorten
in 2020 nauwelijks geracet. Een mooie gelegenheid om een
vogels? Erg leerzaam, doordat aan elk team ook een zeer ervaren
nulmeting onder broedvogels te doen, die we kunnen vergelijken
vogelaar deelneemt. Dankzij een camera met internetverbinding
met de jaren dat er weer geracet wordt. In samenwerking met
kon het publiek dit jaar online live meegenieten.
SOVON brengen we de effecten van het geluid in kaart.
87
Jaargids natuurbeheer 2020
Hoofdstuk 5 Samenspel met de omgeving
Iedereen recreëert op zijn eigen manier De duingebieden zijn erg in trek, tot ver buiten de regio. Mensen
Zwemmen
zoeken de natuur op voor uiteenlopende vormen van recreatie. PWN
Het meest geschikt voor recreatief zwemmen is duinmeer ’t Wed.
geeft mensen de ruimte om volop in de natuur te recreëren, liefst
Behalve een speelstrand en toiletblokken zijn hier ook andere
natuurgericht en zo duurzaam mogelijk.
voorzieningen, zoals vuilnisbakken en zwemlijnen. Er kan het hele jaar
Nieuwe fiets- en wandelkaarten De duingebieden herbergen een uitgebreid netwerk aan paden wandelaars en fietsers. In 2020 heeft PWN hiervoor het kaartmateriaal vernieuwd. Naast een helder overzicht van beide
worden gezwommen. De kwaliteit van het water wordt gecontroleerd Fietsen
van mei tot november. Het duinwater is doorgaans heel helder en
Misschien wel de meest gangbare manier om van de gebieden te
schoon. Soms is er in de zomer bij aanhoudend warm weer kans
genieten is op de fiets. Er ligt een uitgebreid netwerk aan fietspaden die
op zwemmersjeuk.
gebieden, bieden de nieuwe kaarten de natuurliefhebber een handvat voor het uitstippelen van uw wandel- of fietstocht. Langs thema’s als landschap, geschiedenis en natuurbeheer bevelen de kaarten toepasselijke routes aan. De kaarten laten
deel uitmaken van het fietsknooppuntennetwerk. Onze bezoekerscentra bieden huurfietsen aan en fietskaarten. Die laatste zijn ook online te
Paardrijden
vinden op www.natuurwegwijzer.nl.
De duingebieden bevatten een uitgebreid netwerk aan ruiterpaden.
nu duidelijk de duiningangen zien en geven het aantal kilometers van de routes aan. Ook vermelden we meer informatie over de thema’s, plant- en diersoorten en ons natuurbeheer. De nieuwe
Deze zijn vaak smal, en begaanbaar in twee richtingen. Bij tegenliggers Wandelen, hardlopen
komt het daardoor aan op actief paardrijden. De paden lopen door het
Wandelaars en renners kunnen in de gebieden hun hart ophalen en
begrazingsgebied van paarden, herten en runderen. Deze dieren zijn
komen op plekken waar fietsers het nakijken hebben. Bij speelterreinen
gewend aan ruiters, maar kunnen toch onvoorspelbaar reageren.
mag je zelfs van de paden afwijken. In kwetsbare natuur gelden
Houd daarom de regels in acht. Soms betekent dat met een boogje
uiteraard strengere regels, bijvoorbeeld dat honden niet zijn toegestaan.
om de dieren heen rijden. Voor het Noordhollands Duinreservaat is
Sommige paden zijn in het broedseizoen niet toegankelijk. Er zijn tal
een ruiterkaart nodig. Paardrijden op het strand is toegestaan in de
van wandelroutes gemarkeerd met paaltjes. In het Noordhollands
avond en vroege ochtend. Plattegronden en routekaarten zijn te koop
Duinreservaat is ook een NS-wandelroute beschikbaar. Een uitgebreide
in de bezoekerscentra.
kaarten zijn te koop bij de bezoekerscentra.
kaart met wandelroutes is te koop in onze bezoekerscentra en te vinden op www.natuurwegwijzer.nl. Een bijzondere route is het Wisentenpad.
Mountainbiken
Het wandelpad dwars door het Wisentengebied is van september tot en
In het Noordhollands Duinreservaat kun je mountainbiken op maar
met februari vrij toegankelijk. Daarbuiten, in het broed- en kalverseizoen,
liefst 143 kilometer aan banen. Dat is op de daarvoor bestemde
is het gesloten.
onverharde paden toegestaan van zonsopkomst tot 10.30 uur. Ook mountainbikers moeten in het bezit zijn van een duinkaart. In het Nationaal Park Zuid-Kennemerland is mountainbiken alleen
Deelnemers marathon sponsoren vogelprojecten Dankzij bijdragen van deelnemers aan de halve marathon van Egmond en de wandelmarathon van Egmond konden we in 2020 projecten realiseren die ten goede komen aan de vogels in het Noordhollands Duinreservaat. Zo kon bij Vennewater een nieuw leefgebied voor zeldzame weidevogels worden gerealiseerd. Verder werd het sponsorgeld gebruikt voor een vogelwandelroute met vogelkijkschermen, draagt het bij aan monitoringsonderzoek naar de tapuit, en een tentoonstelling over de vogeltrek in Bezoekerscentrum De Hoep.
toegestaan op de fietspaden. Kamperen In de duingebieden liggen verschillende campings. Onder de naam van PWN-dochter Kennemer Duincampings profileren Camping Bakkum, Camping De Lakens en Camping Geversduin zich als plekken waar natuurgericht kamperen het uitgangspunt is. Ze organiseren natuurexcursies en geven ook de natuur op het terrein de volle aandacht. De campings ondernemen maatschappelijk verantwoord en gaan bewust om met het milieu. Dit alles maakt dat de campings de hoogst mogelijke milieu-erkenning hebben: de gouden Green Key. Georganiseerde recreatie PWN organiseert in de duinen ook allerlei vormen van natuurgerichte evenementen en excursies. Zo kun je op gezette tijden mee met een boswachter, zijn er activiteiten voor kinderen en complete educatieprogramma’s voor schoolklassen.
Een uitgebreid wandelnetwerk komt van de grond Zes gemeenten en vier natuurbeheerorganisaties zetten in 2020 de handtekening onder de financiering van het gloednieuwe Wandelnetwerk Zuid-Kennemerland. Zo ook PWN. Daarmee werd het startschot gegeven voor de realisatie van het grootste regionale routenetwerk binnen het provincie-brede Wandelnetwerk Noord-Holland. Het 586 kilometer lange netwerk verbindt bestaande ommetjes en langere wandeltrajecten tot één groot wandelgebied. Het loopt van Zandvoort tot de westkant van Amsterdam en van Haarlem tot Nieuw- Vennep. Er komen 405 keuzepunten, negen kilometer nieuw te ontwikkelen boerenlandpaden en acht Toeristische Overstappunten.
89
Jaargids natuurbeheer 2020
Hoofdstuk 5 Samenspel met de omgeving
Trap naar de Papenberg
Showcase van duurzaam natuurbeheer Een van onze meest bijzondere projecten van 2020 is de bouw van
Een oude duinrel werd omgevormd tot een natuurlijke watergang,
de trap naar de Papenberg. Achter het station van Castricum loopt
die tegelijkertijd als waterberging dienstdoet. In samenwerking
nu een prachtige trap vanaf begraafplaats Onderlangs naar de top
met de gemeente vond er grondruil plaats met sportclub Vitesse,
van de Papenberg. De trap telt 149 treden en brengt je naar een
zodat natuurlijke oevers konden maken. Daarmee versterken we de
uitkijktoren op 32 meter hoogte. Hier verrees later in het jaar ook een
natuur in het hele gebied en wordt deze plek nog interessanter als
nieuwe uitkijktoren. Bezoekers krijgen zo een prachtig uitzicht over
recreatieve bestemming.
het landschap, Castricum en de polders met restanten van het Oer-IJ landschap. De herinrichting zorgde ook voor meer ruimte voor natuur,
De trap naar de Papenberg past in een groter plan van de gemeente
doordat een pad door kwetsbaar open duin werd opgeheven. De nieuwe
Castricum, getiteld Poort naar de Duinen. Achter het station ontwikkelt
route loopt nu over de nieuwe trap.
de binnenduinrand zich de komende tijd tot een poort naar de natuur, waar zowel waterberging als recreatie een plek krijgen.
Bijzonder aan het project is dat de werkzaamheden aan de trap volledig duurzaam werden uitgevoerd. We vonden een aannemer die de uitdaging aandurfde: uitsluitend met elektrisch materieel en handkracht werken. Een mooi experiment om te onderzoeken wat er op het gebied van elektrisch bouwen mogelijk is, ook in het licht van de verhoogde aandacht voor stikstofbeperking. De werkers van de aannemer vonden het zwaar, zoveel materiaal helemaal naar boven sjouwen, maar het werken met elektrisch materieel ging erg goed.
91
Jaargids natuurbeheer 2020
93
Colofon Fotografie: De meeste grote foto’s in dit verslag zijn gemaakt door Ruud Maaskant en Fred van den Bosch, natuurfotografen en boswachters bij PWN. Overige foto’s: Erik van der Burgt, Dario Duijves, Rosalie van der Eng, André Haptoot, Jade Hurkmans, Jasja van der Kleij, Jac de Ruiter, Martijn van Schaik, Imreël van der Sloot, PWN Samenstelling, teksten, illustraties en vormgeving: Buro Jung Eindredactie: PWN, Jade Hurkmans en Myrthe Fonck Drukwerk: Drukkerij Huighaverlag © september 2021 PWN Postbus 2113 1990 AC 023 - 541 33 33 www.pwn.nl