Samen werken aan gezonde duinen



De landduinen van Noord-Holland behoren tot de meest gevarieerde en soortenrijke landschappen van Nederland. Een uniek ecosysteem, waarin bijzondere soorten voorkomen. Kalkminnende planten bijvoorbeeld, zoals slangenkruid, ruig viooltje en grote tijm. Bijzondere insecten, zoals de duinparelmoervlinder, blauwvleugelsprinkhaan en tientallen soorten wilde bijen. Maar ook de zandhagedis, nachtegaal, boommarter en wisent voelen zich hier thuis.
Als natuurbeheerder neemt PWN de verantwoordelijkheid voor deze enorme rijkdom. In deze jaargids vertellen we wat de bijzondere dynamiek in de duinen is en doen we verslag van onze activiteiten en resultaten. Ook laten we zien hoe het is gesteld met de biodiversiteit en delen we de nieuwste inzichten die het vele onderzoek in de duinen oplevert. We zijn zuinig op onze duinen, die jaarlijks 9 miljoen bezoekers trekken. Want als wij goed zijn voor de duinen, zijn de duinen goed voor ons.
Drinkwaterbedrijf en natuurbeheerder PWN is verantwoordelijk voor het beheer van twee grote duingebieden in Noord-Holland: het Noordhollands Duinreservaat en een groot deel van het Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Daarmee is PWN de grootste duinbeheerder in Nederland.
Ons natuurbeheer is erop gericht om de unieke kracht van het duinecosysteem in dit deel van Nederland te behouden. Een veerkrachtig systeem, met verschillende habitats en bijzondere soorten, processen en interacties. Biodiversiteit is daarbij het kenmerk én de voorwaarde voor veerkracht. Een grote diversiteit van typische duinsoorten draagt immers bij aan risicospreiding tegen grote verstoringen, zoals duinbrand, een storm of droogte.
Het beleid voor ons natuurbeheer richt zich dan ook op deze combinatie: veerkracht en biodiversiteit. We laten de duinen sterk zijn door landschapsvormende processen te stimuleren. En we kijken in elk gebied waar we natuurlijke processen en oude cultuurlandschappen nog beter tot hun recht kunnen laten komen.
Zo werken we dag in dag uit aan gezonde duinen. Een aaneen schakeling van gevarieerde gebieden, waarin bovendien volop te genieten valt. Een gezonde levensader, die onze kust op een natuurlijke manier beschermt en bijdraagt aan schoon drinkwater voor meer dan 800.000 huishoudens en bedrijven in Noord-Holland.
In dit jaarrapport leggen we verantwoording af over onze opdracht die we al meer dan 80 jaar uitvoeren: natuurbeheer volgens de nieuwste inzichten voor vitale, veerkrachtige duinen.
De duinen van Noord-Holland zijn iets om trots op te zijn. Het is mooi dat PWN als natuurbeheerder daaraan kan bijdragen. Want sterke en gezonde duinen zijn niet vanzelfsprekend en welzeker in het belang van heel Noord-Holland.
Zeker in de huidige tijd is de noodzaak van een vitaal en dynamisch duingebied extra groot. De stijgende zeespiegel vergroot het belang van de duinen als zeewering. Het veranderende klimaat maakt dat de waterfunctie van de duinen in droge én in natte tijden goed moet blijven. Neerslag van stikstof in de natuur zet de biodiversiteit onder druk. Dit zijn problemen die we de komende jaren niet alleen kunnen oplossen. Ze vragen om een zo breed mogelijke samenwerking.
PWN neemt daarin graag een voortrekkersrol. Zoals we bijvoorbeeld afgelopen jaar hebben laten zien bij de ontwikkeling van De Vlotter, een gebied aan de duinrand bij Heemskerk. Verouderde landbouwgrond werd hier in samenwerking met de gemeente Heemskerk, provincie Noord-Holland en andere betrokkenen nieuwe natuur, waterberging én recreatiegebied in een. Als je nu ziet hoeveel unieke bloemen hier opkomen, hoe huiszwaluwen hier insecten komen vangen en hoe hier bij clusterbuien toch voldoende water wordt opgevangen… dan is de conclusie dat deze integrale manier van ontwikkelen heel waardevol is.
Op deze manier willen we de komende jaren samen met relevante partijen de vitaliteit van de duinen versterken. Dat betekent meer dynamiek in de duinen terugbrengen, beheerprojecten uitvoeren en onderzoek doen naar de meest uiteenlopende aandachtsgebieden. Zo zorgen we ervoor dat de duinen in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland en het NoordHollands Duinreservaat hun best mogelijke conditie behouden. Een plaatje, waar heel Noord-Holland trots op kan zijn en blijven.
In deze jaargids nemen we u mee langs al onze initiatieven, projecten en maatregelen om de duinen gezond en sterk te houden.
Sjakel van Wesemael, Directeur Natuur en Beleving
De Noord-Hollandse duinen vormen een belangrijke ecologische schakel in het hele kustgebied van Noord-Frankrijk tot Denemarken. In ons land zijn de duinen natuurgebied, recreatiegebied, waterwingebied én zeewering ineen. Een bijzonder landschap, met voor Nederland unieke plant- en diersoorten.
Onze duinen behoren tot de meest natuurlijke, natuurrijke delen van Nederland en vormen een bijzonder ecosysteem. Een aaneenschakeling van gebieden met veel reliëf, een zandige bodem en overal de invloed van de zee. De duinen kennen ook veel dynamiek door wind, water, stuivend zand, en periodes met hitte en droogte.
Van de kust naar het binnenland volgt de ene habitat op de andere: van strand, embryonaal duin en zeereep, tot open duin, struweelduinen en binnenduinrandbossen. Ook vind je hier en daar meren en poelen, de zogenaamde natte duinvalleien.
De ecologische rijkdom van de duinen hangt samen met het van nature hoge kalkgehalte van de bodem. Ook de invloed van zee, zout en wind zorgen voor ideale omstandigheden voor typische plant- en diersoorten. De gebieden zijn – anders dan elders in Europa – nauwelijks aangetast door verstedelijking. Dat komt door het feit dat onze duinen ook ons zoetwaterreservoir herbergen en ons land verdedigen tegen de zee.
Het Noordhollands Duinreservaat is een van de grootste natuur gebieden in ons land. Het reservaat strekt zich uit van Wijk aan Zee tot de Schoorlse Duinen en bestrijkt in totaal 5.176 hectare. Het gebied omvat duinen, strand, binnenduinrandbossen en enkele kleinere natuurgebieden.
In het Noordhollands Duinreservaat komen veel plant- en diersoorten voor. Dit heeft alles te maken met zijn uitgestrektheid en afwisselende begroeiing. Ook de hoogte, de vochtigheid, het kalkgehalte en agrarisch gebruik in het verleden hebben voor een verscheidenheid aan soorten gezorgd. Bijzonder is dat dwars door het gebied vanaf Bergen een grens loopt tussen kalkrijk en kalkarm zand, wat zorgt voor nog meer variatie. Ook herken je in het gebied nog de sporen van het Oer-IJ, de meest Noordelijke monding van de Rijn tweeduizend jaar geleden.
Het Nationaal Park Zuid-Kennemerland, 3.800 hectare groot, strekt zich uit tussen Zandvoort en IJmuiden. Het gebied omvat duinen, strand, binnenduinrandbossen met veel reliëf en historische landgoederen. Het is een van de twintig nationale parken.
PWN beheert samen met Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer het duinlandschap. De beheerders werken daarbij samen met IVN, gemeenten, het Hoogheemraadschap van Rijnland, de provincie Noord-Holland en particulieren.
In het zuiden van Nationaal Park Zuid-Kennemerland vinden we het 438 hectare grote Kraansvlak. Wat bijzondere vegetatie betreft is dit een van de rijkste delen van het Nationaal Park. Hier zijn nog uitgestrekte vlakten met de zeer kwetsbare duinroos te vinden. Ook de fauna is goed ontwikkeld, met bijzondere zoogdieren, amfibieën en vogels. Sinds 2007 grazen hier wisenten, de laatst overgebleven wilde rundersoort in Europa.
Centraal in het Nationaal Park liggen de Kennemerduinen. De natuurlijke opeenvolging van verschillende landschappen – van strand tot bos – zorgt hier voor veel variatie in begroeiing en een grote diversiteit aan flora en fauna. Er zijn hoogteverschillen en open gebieden met zicht op duinmeren en grillig gevormde boompartijen. Tussen de duinenrijen liggen brede valleien, van oudsher met meren en unieke waterflora.
Het klimaat verandert en de bevolking van Noord-Holland groeit. Dat merken we ook in de duinen. Het wordt er drukker. Weersinvloeden worden extremer: soms is het warmer en droger dan normaal, dan weer veel natter en stormachtig.
Dit betekent nogal wat voor de functies die onze duinen vervullen. Voor de zeeveiligheid, de drinkwatervoorziening, de natuur en de recreatie. Karakteristieken die we juist met een groeiende bevolking en een veranderend klimaat hard nodig hebben. PWN onderzoekt hoe we ons zo goed mogelijk aan de veranderingen kunnen aanpassen.
Daarom brachten we in 2021 knelpunten in kaart, als vertrekpunt voor een discussie over goede oplossingen voor de toekomst.
Natuur onder druk door droogte in groeiseizoen
Meer druk op natuur en natuurbeleving
Verruiging en eentonige natuur door stikstofneerslag
Toename duinen bosbranden
Wandel- en fietspaden staan vaker onder water
Gewasbeschermingsmiddelen bedreigen insecten en bodemleven
Meer vraag naar recreatiemogelijkheden
Steeds meer zand op wandel- en fietspaden
Soorten kunnen moeilijk meebewegen met klimaatverandering
PFAS belemmert natuurbeheer
Wateroverlast duincampings
Overstuiving van bestaande drinkwater-infrastructuur
Stijgende zeespiegel duwt zoetwatervoorraad omhoog en oostwaarts
Wateroverlast woonwijken en platteland
Meer drinkwater nodig
Hogere piek in drinkwatervraag
Waardevol zoetwater stroomt weg
Door klimaatverandering stijgt de zeespiegel. Inmiddels al met 3 mm per jaar en waarschijnlijk versnelt dit tempo de komende decennia. Gelukkig beschermen de duinen ons. Ze groeien vanzelf mee met de zeespiegel als het duinzand voldoende kan stuiven. Deze dynamiek levert echter ook problemen op voor de infrastructuur in de duinen. Fietspaden raken onder het zand, net als onze infiltratiegebieden.
We zien ook dat het vaker warm en droog is. Dat heeft allerlei effecten op planten en dieren in de duinen. Soorten moeten zich aan kunnen passen, maar dat wordt bemoeilijkt doo r allerlei barrières tussen natuurgebieden. Stijgende temperaturen zorgen voor hogere pieken in de drinkwatervraag. Dat vraagt meer van de waterberging in de duinen.
Behalve warmer en droger weer, krijgen we ook steeds meer te maken met extreme buien. Gemiddeld valt er in een jaar meer water, wat zorgt voor hogere grondwaterstanden. Daardoor stroomt er meer waardevol zoet water weg aan de binnenduinrand. Campingterreinen en paden staan vaker blank. Op aangrenzende landbouwgronden en woonwijken zorgen clusterbuien voor overlast. Binnenduinrandnatuur met ruimte voor waterberging kan deze druk verlichten.
De groeiende bevolking in de Randstad en de groeiende behoefte om in het groen te recreëren zorgen voor een hogere druk op de natuur. Een toenemende bevolking in onze provincie vraagt ook meer van de drinkwatervoorziening. We hebben straks misschien wel grotere water voorraden nodig, al was het maar om langere perioden van droogte te kunnen overbruggen.
Het ecosysteem van de duinen staat onder druk door een opeenstapeling van ongewenste stoffen zoals PFAS en gewasbeschermingsmiddelen. Deze stoffen bedreigen ook het grond- en oppervlaktewater. We doen onderzoek naar het PFAS-gehalte in de duintuinen in Zandvoort en Egmond. De resultaten worden in 2022 verwacht.
PWN beheert twee natuurgebieden die elk een unieke identiteit en kracht bezitten. Ons natuurbeheer is erop gericht om juist die kracht van de natuur alle ruimte te geven. Want als de duinen floreren, krijgen we daar een grote vitaliteit voor terug. Goed voor ons welbevinden, voor het drinkwater en voor onze kustbescherming.
Het duinsysteem bestaat uit een aaneenschakeling van sterk uiteenlopende gebieden. Dicht bij elkaar vind je grote verschillen in condities. Plekken waar de wind vrij spel heeft, en luwten. Droge, stuivende duinen en natte valleien. Kalkrijk, kaal zand en bodemvorming. Al deze verschillen dragen bij aan een ecosysteem vol variatie. En dat zorgt voor een rijkdom aan soorten.
Wie vanaf de zee en het strand naar het achterland gaat, ziet een opeenvolging van landschappen. Eerst is er het zeeduin, waar de (potentiële) dynamiek van wind, zout en zand allesbepalend is. Dit is de wereld van de pionierssoorten, het wandelende duin en duinvalleien. Bij goed beheer ontstaan hier stuifkuilen en paraboolduinen.
Richting het middenduin nemen de dynamiek en de inwaai van zand en zout af. De gelaagdheid van de natuurlijke milieus en de bodemvorming met organisch materiaal nemen steeds meer toe.
Hier dringt de dynamiek van het zeeduin nog maar plaatselijk door.
Dit is het gebied van de open duinen, met weidse vergezichten. Met vooral een gesloten vegetatiedek (duingrasland met mossen, heide) en struweel.
Het binnenduin is het oudste deel van het duingebied, met nog meer bodemvorming en veroudering van het duin. Hier komen soms nog open duin, grassen en heide, struweel en duinvalleien naast opgaand bos voor.
Verder landinwaarts – waar duin en strandvlakte aan elkaar grenzen – ligt de duinzoom, waarin duinrellen en kwelwater vanuit het duingebied uitkomen in het vlakke overgangsgebied naar de polders. Achter de duinzoom ligt het grotere gebied van de binnenduinrand: de overgangszone tussen de duinen en poldergebieden.
Het dynamisch duin, de natte duinvalleien, de gras- en heidevegetaties van het open duin, de verschillende typen duinbos en de vochtige graslanden aan de binnenduinrand… ze vormen een gevarieerd aaneengesloten systeem waarin de biodiversiteit hoog is. Een mozaïek van natuurlijke habitats van grote kwaliteit. De soortenrijkdom wordt nog eens versterkt door kalkrijke versus kalkarme bodems en hoogteverschillen ten opzichte van het zoete grondwater. Dit alles maakt de duinen tot een van de meest diverse landschappen die ons land rijk is. Een plek met bijzondere planten en dieren, waarvan veel soorten juist van dit specifieke landschap afhankelijk zijn.
Het spreekt voor zich dat we op een plek met zo’n grote soortenrijkdom uiterst zuinig zijn. Diversiteit is een belangrijke voorwaarde voor gezonde duinen. Dankzij onze lange ervaring in natuurbeheer, onderzoek en monitoring, en door onze omgeving te betrekken bij beleid en uitvoering, hebben we een brede visie ontwikkeld op natuur en recreatie in de duinen.
Het kenmerk van gezonde duinen is een enorme variatie in plant- en diersoorten. Dat maakt ze robuust en veerkrachtig. Daarom monitort
PWN de biodiversiteit in de duingebieden op allerlei manieren.
Natuurbeheer voor ecologische veerkracht
Het beleid van PWN’s reguliere natuurbeheer richt zich op de versterking van het duinecosysteem met al zijn karakteristieke
processen en interacties. Het doel is een veerkrachtig systeem met een grote biodiversiteit. Veerkracht en biodiversiteit hangen nauw samen. Met een grote soortendiversiteit zal het duinsysteem immers makkelijker herstellen van een kortdurende verstoring. Biodiversiteit is
dus belangrijk voor het duinsysteem, maar is nooit een doel op zich. Niet de hoeveelheid soorten is bepalend in ons beleid, maar de kwaliteit van de diversiteit. Met andere woorden, we richten ons
op behoud van specifieke duinsoorten. Soorten die van nature in de duinen thuishoren en van een gezond duin afhankelijk zijn.
Biodiversiteit is afhankelijk van veel factoren, zoals voedsel omstandigheden, het klimaat, concurrentie, predatie en de situatie in het overwinteringsgebied. Aan de andere kant hebben we ook te maken met invloeden die tot achteruitgang van de gebieden leiden, wat typische duinsoorten bedreigt. Daarom is beheer nodig.
Maatregelen voor verbetering Verschillende maatregelen helpen de veerkracht van het systeem vergroten.
• Dynamiek stimuleren. Stuivend zand bijvoorbeeld zorgt voor verjonging, heterogeniteit en aanpassing aan nieuwe omstandigheden.
• Heterogeniteit bevorderen. Variatie in nat-warm, koud-droog, kalkarm-kalkrijk en reliëf biedt ruimte aan een grotere diversiteit aan soorten.
• Betere verbindingen. Dit vergroot migratiemogelijkheden en maakt soorten minder kwetsbaar.
Meer hierover in hoofdstuk 3.
Ons doel om een veerkrachtig duinecosysteem te krijgen is lastig te vangen in cijfers. Daarom is het gebruikelijker om de biodiversiteit in het gebied in kaart te brengen. Om goed te kunnen beoordelen hoe het met de duinen is gesteld, monitoren we soorten die specifiek kenmerkend zijn voor de duinnatuur en daarvan afhankelijk zijn. Daarvoor is veel veldwerk nodig.
Voor de kwaliteitsontwikkeling van karakteristieke duinhabitats werken we met de ‘prestatie-indicator biodiversiteit’. Deze geeft de status weer van dertig specifieke duinsoorten die in de natuur gebieden van PWN voorkomen. Zij zijn onze indicatorsoorten en vertegenwoordigen een brede groep van typische duinsoorten. Als deze indicatiesoorten het goed doen, dan duidt dat erop dat de duinen gezond zijn. Op basis van jaarlijkse tellingen doen onze experts een uitspraak over de trend per soort. De indicator geeft het percentage weer van soorten die zich positief ontwikkelen. De afgelopen jaren was deze indicator min of meer stabiel, rond 70%.
Voor tellingen van soorten kijken we ook naar meldingen op waarneming.nl. Dit systeem – met bijbehorende mobiele app – is de laatste jaren in populariteit gegroeid. We zien dan ook dat steeds meer bezoekers van de duinen waargenomen soorten in deze app registreren. Inmiddels staat de teller al op 8.800 verschillende soorten. De minder makkelijk herkenbare soorten worden door allerlei experts geïnventariseerd. Voegen we deze soorten daaraan toe, dan kunnen we stellen dat onze duinen goed zijn voor meer dan 10.000 verschillende soorten, van grote zoogdieren tot de kleinste insecten en mossen.
soortgroep
totaal 2020 nieuw in 2021 vogels
1 nachtvlinders 1472 14 planten
16 libellen
1 vissen
3 inclusief aangespoelde soorten op het strand insecten overig
9 geleedpotigen overig
49 dagvlinders
1 weekdieren 137 15 vliegen en muggen 857 140 sprinkhanen en krekels
1 kevers 792 161 wantsen, cicaden en plantenluizen 454 71 mossen en kortsmossen 427 30 paddenstoelen 1250 229 zoogdieren
32 0 inclusief aangespoelde soorten op het strand reptielen en amfibieen
0 algen, wieren en eencelligen
14 wespen, bijen en mieren 506 78 overige ongewerfelden
7 7959 840
soortenlijst na 2021: 8799
Deze tabel geeft een selectie weer van de 840 nieuwe soorten die in 2021 zijn geregistreerd op pwn.waarneming.nl
Vogels Renvogel
Nachtvlinders
Witkraagrietboorder Zandblauwmot
Planten Liggend bergvlas
Libellen Kempense heidelibel Sierlijke witsnuitlibel
Insecten overig Limnephilus politus
Limnephilus hirsutus Geleedpotigen Kustwolfspin Helmmarpissa
Arrenurus mediorotundatus
Piona clavicornis
Thyopsis cancellata
Limnesia curvipalpis Sperchon squamosus
Lebertia minutipalpis
Wespen, bijen en mieren Gele sluipspinnendoder Roodsprietwespbij
Hoplismenus terrificus Dagvlinders Scheefbloemwitje
Vliegen en muggen Spelobia manicata
Kleinoogspeldenknopje Borophaga incrassata
Nostima semialata
Gigalimosina flaviceps
Sprinkhanen en krekels Greppelsprinkhaan Kevers Grote tandklauw Grote duinkruiper Donkere kustkruiper Xanthomus pallidus
Wantsen, cicaden en plantenluizen Biestarwewigkop
Gevlekte zwemwants
Mossen en korstmossen Muurrozijnenmos Paddenstoelen Roodbruine zandvezelkop Bisschopsmuts
Kaneelkleurige knolgordijnzwam Purperknoopjeskorst Populierenspeldje Kalkspikkel
Deze tabel geeft een overzicht van de meest opmerkelijke soorten in de duinen. Ze zijn bepalend voor de populatie in Nederland. Wanneer deze soorten uit de duinen zouden verdwijnen, heeft dit ook ernstige consequenties voor de populatie in heel Nederland.
Voor goed management van ons beheer is het belangrijk dat we onze voelsprieten uitsteken. Daarom investeren we veel in onderzoek. Bijvoorbeeld om trends en knelpunten te signaleren. Dit signalerend onderzoek wordt veelal uitgevoerd door onderzoeksbureaus, maar ook onze boswachters en vrijwilligers dragen bij. Soms helpen vrijwilligers en studenten ook bij
evaluerend onderzoek, om de effecten van recente maatregelen te kunnen beoordelen. Verdiepend onderzoek voeren we vaak uit in samenwerking met studenten, wetenschappers en onderzoeksinstituten. Dit soort onderzoeken zijn bedoeld om meer te leren over de bijzondere werking van het duinecosysteem en leidt vaak tot wetenschappelijke publicaties.
Nieuw is dat we in 2021 zijn begonnen met de bouw van een kennisportaal, bedoeld om al het onderzoek in de duingebieden te bundelen en te ontsluiten. Daarmee krijgen betrokken boswachters, beleidsmedewerkers en projectmanagers snel en makkelijk toegang tot alle beschikbare data, aangevuld met data van derden, zoals het CBS en de omgevingsdiensten.
Door het natte weer was 2021 zonder meer een bloemrijk jaar. Dit merkten we ook in de florakartering, een meerjarig onderzoek naar de plantendiversiteit in alle duingebieden. PWN liet dit in 2020 voor het eerst uitvoeren in de Kennemerduinen. Een nulmeting, waarbij vijf mensen 5.000 vakken van 50 bij 50 meter inventariseren.
Zeldzame vondst: liggend bergvlas
Liggend bergvlas, soms ook nog wel duinvlas genoemd, is een van de meest zeldzame planten in Nederland. Jarenlang was het Vlaggenduin bij Katwijk nog de enige plek waar het plantje voorkwam. Tot vorig jaar, toen twee floraonderzoekers in het Noordhollands Duinreservaat een nieuwe groeiplaats ontdekten.
Onze boswachters merken de laatste jaren grote fluctuaties in bepaalde soorten. Door extremere weersomstandigheden kunnen sommige soorten soms massaal voorkomen en andere het juist heel slecht doen. We hebben de indruk dat zulke pieken vaker voorkomen en langer aanhouden dan voorheen. De natuur probeert zich aan te passen maar door de heftigheid van de weersextremen gebeurt dit schoksgewijs.
Zo hadden we de afgelopen jaren te maken met de massale aanwezigheid van de kleine voorjaarsuil. De rupsen van deze nachtvlinder hebben een behoorlijke impact op de vegetatie, met name op loofbomen. Afgelopen jaar daalde plots het aantal weer.
Ook zien we de opkomst van soorten uit warmere streken, waarvan we niet weten wat de invloed gaat zijn op de biodiversiteit. Sommige plantensoorten nemen ineens fors in aantal toe zoals bezemkruiskruid de laatste jaren laat zien. Deze exotische soort verspreidt zich enorm door het duin en kan er heel massaal staan. Het kruid is vrij slank en neemt niet veel ruimte in, maar we weten nog niet wat dit doet met de bodem.
In 2021 rondden we de kartering in het Kraansvlak af, waarmee Zuid-Kennemerland nu volledig is geïnventariseerd op voorkomende bijzondere plantensoorten. Ook begonnen we met het terrein rond Bergen ten noorden van de Zeeweg. In 2022 onderzoeken we het deel ten zuiden daarvan, tot aan Egmond. Daarnaast nemen we in 2022 ook landgoed Marquette en landgoed Duin en Bosch mee.
Het onderzoek levert een schat aan informatie op, met name over de hotspots. Dat zijn plantenrijke gebieden die extra bescherming nodig hebben. Het onderzoek sluit aan op de onderzoeken die landelijk plaatsvinden in andere natuurgebieden. Zo kunnen we de informatie goed vergelijken om aan te tonen welke ontwikkelingen er plaatsvinden.
Op een besloten stukje schraal duingrasland ontdekten ze een groot aantal exemplaren. De soort wordt beschouwd als een kwaliteitsindicator voor het habitattype Kalkrijk grijze duin. Bijzonder is dat liggend bergvlas een halfparasiet is. De plant heeft wel bladgroen, maar tapt zijn voedingsstoffen af uit de wortels van geel of glad walstro.
Onderzoek naar wilde bijen Wilde bijen zijn belangrijke bestuivers in het duinecosysteem. Om de status van deze insectengroep te achterhalen deed PWN twee achtereenvolgende jaren onderzoek. Dit leverde zeven bijensoorten op die nog niet eerder in de duinen waren waargenomen. Daarnaast vonden we nog eens 16 soorten die de laatste 20 jaar niet meer waren waargenomen. In de top 10 van waargenomen soorten (buiten de honingbij en de hommel) staan zes typische duinsoorten. Deze zijn gebaat bij dynamische duinen en een divers aanbod van nectar- en stuifmeelplanten. We zagen ook dat op plekken met begrazing twee keer zoveel bijenpopulaties voorkomen als op plekken zonder begrazing.
Na een beheerproject in de duinen wordt eens in drie jaar een vegetatie-opname gemaakt om te zien hoe het duingebied zich ontwikkelt. In 2021 deden we dit voor het Hazenduin en Noorddorpervlak in het Noordhollands Duinreservaat. Bij het Hazenduin kunnen we concluderen dat een groot deel van de doelen inmiddels zijn gehaald nadat het terrein in 2013 werd afgegraven en tot natte duinvallei werd ontwikkeld. Bij het Noorddorpervlak is de vegetatieontwikkeling ook goed op gang gekomen na het verwijderen van de vegetatielaag in 2008.
Invloed grote grazers op duinpoelen
Veldonderzoek langs 26 duinpoelen in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland leverde interessante informatie op over de impact van grote grazers op de waterkwaliteit. In het algemeen bleek de kwaliteit goed tot zeer goed te zijn. De natuurwaarden liepen niet veel uiteen tussen poelen die wel en niet door grote grazers worden bezocht. Opmerkelijk genoeg waren de natuurwaarden van niet-begraasde duinpoelen het laagst. Het best scoorden poelen die met extensieve begrazing te maken hebben, dat wil zeggen: die af en toe door grazers worden bezocht.
In het Noordhollands Duinreservaat heeft PWN in 2009 en 2010 op drie plekken de verstuiving weer op gang gebracht: in het Buizerdvlak, het Lazaretduin en de Duvelshoek. In 2021 en 2022 lieten we opnieuw onderzoeken hoe de duinen zich ontwikkelen.
Uit de reeks van metingen blijkt dat het Buizerdvlak nog steeds heel succesvol stuift. De dynamiek van het Lazaretduin en de Duvelshoek is echter sterk afgenomen, waarschijnlijk door opkomend zwenkgras en zandzegge, die het zand vasthouden.
Vegetatiestructuurkartering met drone en lidar Nieuwe technologie helpt om beter inzicht te krijgen in de vegetatiestructuur van de duingebieden. Zo zetten we in 2021 hiervoor remote sensing in. Een drone werd uitgerust met lidar (een laserscantechnologie die vegetatie- en terreinhoogte kan bepalen) en een kleurencamera. Daarmee werd een deel van de Kennemerduinen gescand. Door hoogtedata met de kleurenfoto’s te combineren krijgen we inzicht in het soort vegetatie – tot op de vierkante decimeter nauwkeurig. Via deep learning (een techniek om computersystemen in data patronen te laten herkennen) stellen we de gegevens samen tot een vegetatieklassenkaart van het gebied. Inmiddels is het systeem al 90% nauwkeurig. In 2022 staat het gebied tussen Bergen en Egmond op de rol. Ook leren we de computer om dominante plantensoorten in een gebied te herkennen.
Twee jaar achtereen hebben we onderzoek naar insecten gedaan met speciale camera’s die op basis van deep learning insecten kunnen determineren. Na evaluatie zouden we met een nieuwe camera gaan werken, die speciaal voor dit doel door Naturalis wordt gebouwd. Helaas liep dit laatste vertraging op door onderdelenschaarste na de coronapandemie. Inmiddels lopen we de achterstand in en hopen we volgend jaar de eerste resultaten te kunnen publiceren.
In 2021 ging een meerjarig onderzoek van start naar de effecten van recreatie op broedende vogels. We voeren dit samen met Sovon uit. Ook hierbij worden nieuwe technieken ingezet, zoals camera’s met bewegingssensoren, infraroodcamera’s en temperatuurloggers. We proberen te achterhalen wanneer de vogels verstoord worden tijdens het broeden of het voeren van de jongen. Het onderzoek is nuttig om in de toekomst te kunnen bepalen hoeveel recreanten een gebied aankan.
We voerden sinds 2019 onderzoek uit naar de relatie tussen het broedsucces van de graspieper en de roodborsttapuit en het beschikbare voedsel. Dit deden we naar aanleiding van alarmerende berichten dat de insectenstand overal in Europa fors achteruitgaat.
Uit het onderzoek kwamen gelukkig geen duidelijke aanwijzingen dat er sprake is van een tekort.
In de afgelopen jaren hebben we samen met de provincie verschillende faunapassages aangelegd. Via deze tunnels kunnen padden en salamanders onder wegen door lopen om zich voort
te planten in de polder verderop. Afgelopen jaar hebben we onderzoek in gang gezet om het succes van deze tunnels te monitoren. Samen met de provincie ontwikkelde PWN een camera die dieren in de tunnel kan herkennen en tellen.
Via deep learning worden de gevonden dieren automatisch geïdentificeerd. Behalve padden, kikkers en salamanders kan het systeem ook kleine zoogdieren en insecten monitoren. Sinds het voorjaar van 2022 staan er twee van deze systemen opgesteld. Het onderzoek moet ons meer inzicht geven in de relatie tussen duin en polder, en data opleveren over het voortplantingssucces van amfibieën.
Onderzoek naar routes en populatie grauwe gans Grauwe ganzen komen in hun jaarlijkse ruiperiode naar de Kennemerduinen. Daar wisselen ze in een korte tijd alle vliegveren. Kennelijk bieden de Kennemerduinen voldoende hoogwaardig voedsel en een goede schuilplek voor de tijd dat ze even niet kunnen vliegen. PWN wilde meer te weten komen over de trekroutes van deze ganzen. Is er een relatie met de vliegveiligheid rond Schiphol? We sluiten daarvoor nu aan bij een promotieonderzoek van Wageningen University & Research gericht op het ontwikkelen van een populatiemodel voor ganzen. De ganzen in de Kennemerduinen draaien hierin mee. Daarvoor vingen we 66 exemplaren, die werden gewogen, gemeten en geringd.
Bijzonder is dat van elke gans ook röntgenfoto’s werden genomen.
Hieruit bleek dat 23% van de dieren hagelkogeltjes in hun lijf had.
Op grauwe ganzen wordt in Nederland veel gejaagd vanwege de schade die ze aan gewassen toebrengen.
Wat maakt een winterverblijf voor vleermuizen succesvol?
Deze vraag werd onderwerp van studie voor PWN-boswachter Annemieke van Zuijlen. In haar afstudeeronderzoek ontdekte ze onder meer dat het aantal dieren dat een winterverblijf opzoekt sterk afhangt van de buitentemperatuur. Tegelijkertijd is ook het formaat van belang. Grotere winterverblijven met veel verschillende ruimtes blijken meer vleermuizen te herbergen. Ook blijken vochtiger schuilplaatsen en goede verstopmogelijkheden bij te dragen aan de aantrekkelijkheid van het winterverblijf.
Meervleermuis of Watervleermuis
Een gezond duin is altijd in beweging. Kalkrijk zand dat over de wijde omgeving kan uitstuiven, draagt bij aan de vitaliteit van het duin. Het landschap verjongt en er ontstaan nieuwe duinen met een ideaal pioniersmilieu. Verjonging is de kern van ons beheer. In dit hoofdstuk zetten we onze werkzaamheden in het seizoen 2021/2022 op een rij.
Elk jaar voeren we weloverwogen werkzaamheden uit om de unieke duinnatuur nog vitaler en veerkrachtiger te maken. Zonder deze ingrepen zouden de duinen verouderen en dichtgroeien tot een monotoon landschap. Om dit tegen te gaan, streven we naar ecologische veerkracht en een gevarieerd landschap.
Dankzij de enorme diversiteit aan condities en landschappen zijn de duinen van Noord-Holland zo rijk aan soorten. Daarom spannen we ons in om al die verschillende landschappen, plantengemeenschappen en verbindingen gezond te houden. Want elk schakeltje is belangrijk voor die grote diversiteit en gezonde duinen vol leven. Een belangrijk streven bij ons beheer is versterking van deze ecologische veerkracht.
De natuur is ook een plek waar mensen op adem komen, ontspannen en genieten. Een plek van weldaad en beleving. In het beleid van PWN maken we daar ook ruimte voor. We zien niets liever dan dat zoveel mogelijk mensen de natuur beleven en in het hart sluiten. Daarom bieden we recreanten een warm welkom. Vanwege onze verantwoordelijkheid voor de natuur bewaken we tegelijkertijd de grens van wat de natuur aankan. We noemen dit ‘beleving naar draagkracht’: de draagkracht van de natuur in een gebied bepaalt hoeveel recreatie hier kan plaatsvinden.
Door allerlei factoren zijn de duinen nog niet in staat om goed te reageren op allerlei ontwikkelingen. Duingraslanden verruigen, stikstof lost de kalk in de bodem te snel op, exoten steken de kop weer op en de natuurgebieden zijn nog te versnipperd. Ons werk in de duinen richt zich op deze knelpunten. Tegelijkertijd werken we verder aan versterking van recreatieve mogelijkheden. Ons streven van ecologische veerkracht en beleving naar draagkracht vertalen we naar vijf doelen om ons werk in de duinen houvast te bieden.
De duinen zijn ooit begonnen door stuivend zand. Een gezond duin is dan ook altijd in beweging. Door de begroeiing op sommige plekken weg te halen, houdt PWN het natuurlijke proces van stuiven in stand. Zo blijven de duinen rijk aan kalk en sterk als onze natuurlijke bescherming tegen de zee.
Op verschillende plekken hebben we in het verleden duinhellingen afgeplagd om verstuiving te bevorderen. Daarbij is het belangrijk om gedurende drie jaar nog aan nabeheer te doen. We halen wortelresten en opkomend helmgras weg. Zo blijven de stuifkuilen actief.
Op de grens van Castricum en Heemskerk verbeterden we in 2021 de windwerking. Een bosje hield de wind tussen twee duingraslanden tegen. We haalden de bomen weg en lieten de ondergroei staan. Het resultaat is nu 6 hectare zanderige vlakte met plukjes vegetatie, een ideaal milieu voor pionierssoorten zoals de duinparelmoervlinder en de zandhagedis. Uiteindelijk wordt dit terrein grijs duin; een proces dat doorgaans 25 jaar duurt.
Van nature zijn de duinen een aaneenschakeling van de meest uiteenlopende landschapssoorten. Die variatie in habitats maakt dat de duinen een grote hoeveelheid soorten herbergen. Variatie is dus het kenmerk van een gezond duin. We helpen de duinen om sterk en gezond te blijven.
Jaarlijks maaien we honderden hectares duingebied om meer openheid en diversiteit te creëren. Het maaisel voeren we af om de bodem weer zijn natuurlijke schraalheid terug te geven. Ook zetten we begrazing in, waarbij grote grazers niet alleen gras maar ook struweel kort houden. We kiezen bewust voor verschillende soorten dieren, omdat elke soort op zijn eigen manier graast. Zo ontstaat er nog meer variatie.
Verspreid over de duinen tussen Bergen en Heemskerk kom je soms eikenbossen tegen. Ze zijn in het verleden aangelegd op voormalige landbouwgrond. Een deel ontwikkelt zich tot mooi natuurlijk bos.
Andere eikenbossen staan echter te veel stil in hun ontwikkeling.
De eiken zijn van hetzelfde formaat en er is nauwelijks ondergroei.
Om de variatie en vitaliteit in deze bossen een zetje in de goede
richting te geven, voerden we in 2021 gerichte ingrepen uit. Met een elektrische kettingzaag werden hier en daar eiken omgezaagd. Andere werden geringd, zodat ze langzaam afsterven. Zo ontstaan er opener plekken waar kruiden zich kunnen ontwikkelen. Ook mengen we de bossen nu met andere boomsoorten, zoals berken, esdoorns en meidoorns.
Ons natuurbeheer richt zich altijd op het versterken van de eigen kracht van de natuur. We werken daarom aan goede verbindingen en een optimale interactie met de zee en het achterland. Dit vergroot de ecologische veerkracht van de duinen.
Bij Heemskerk ontwikkelden we De Vlotter, een terrein van 25 hectare voormalige landbouwgrond in de binnenduinrand. De nieuwe natuur bestaat uit duinvalleien, een binnenduinrandbos en natuurlijke waterlopen die de duingebieden nu beter verbinden met het achterland. Om de natuurontwikkeling ecologisch verantwoord te doen, was het nodig om eerst een halve meter vervuilde landbouwgrond af te graven. Zo werd 20.000 kuub zand afgevoerd. IJzerhoudend slib, een restproduct van onze drinkwaterproductie, fungeert nu als bodemverbeteraar om fosfor te binden. We gaven het terrein reliëf door nollen te herstellen. Het resultaat is een gevarieerd natuurgebied, dat bovendien clusterbuien kan opvangen. Dit kan de water overlast in de binnenduinrand verminderen en de zoetwaterbel versterken. Het combineren van natuur, water en recreatie zorgt er bovendien voor dat voormalige landbouwgrond nu meer waarde vertegenwoordigt. Het levert nieuwe natuur op, nieuwe recreatiemogelijkheden en meer zoet water als buffer voor drogere tijden.
De bovenlaag van natuurbrug Duinpoort, over het spoor naar Zandvoort, was door erosie niet goed in staat om zijn verbindende functie te vervullen. Voor een deel was de bovenlaag door betreding en wind beschadigd. We vulden de grond aan met plaggen en boomstobben uit andere delen van het duin. Zo krijgen kleine dieren betere schuilplekken als ze de natuurbrug oversteken.
Plantensoorten die uniek zijn voor de duinen houden van stikstofarme grond. Ze worden de laatste decennia verdrongen door soorten uit andere werelddelen. Deze exoten gedijen goed op stikstofrijke grond of kennen geen natuurlijke vijanden. Een belangrijk doel van ons natuurbeheer is dan ook het terugdringen van agressieve, invasieve exoten.
Elk jaar kammen we een deel van de duinen uit op zoek naar invasieve exoten zoals Amerikaanse vogelkers, krent en cotoneaster. Daarbij krijgen we hulp van veel vrijwilligers. In linie loopt een grote groep vrijwilligers en aannemers door de duinen om deze planten en struiken met de schep uit te steken. Met een gps-navigatie wijzen ze grotere exemplaren en haarden aan. Deze worden later mechanisch verwijderd. Op deze manier willen we elke vijf jaar ons hele gebied van 7.500 duin schoonmaken. Dit jaar lukte het om 1.000 hectare aan dit exotenbeheer te onderwerpen.
Watercrassula afgedekt met duinzand
Bij landgoed Duin en Bosch hadden we vier jaar geleden een oud voetbalveld tot een mooie duinvallei getransformeerd. Een prachtige plek, totdat er watercrassula werd gesignaleerd. De van oorsprong uit Australië afkomstige waterplant, bekend van menig vissenkom, verspreidt zich snel zodra hij in onze natuur terechtkomt.
Minieme stukjes kunnen binnen een paar jaar uitgroeien tot een alles verstikkende laag. Bij PWN zijn we dan ook zeer beducht voor deze soort. Watercrassula kan bovendien onze drinkwatervoorziening
in gevaar brengen als hij in de infiltratiebekkens terecht zou komen.
In dit specifieke geval konden we niets anders doen dan de hele duinvallei afdekken met een meter zand. Het zand zal nooit meer worden afgegraven, om te voorkomen dat zaadjes van de watercrassula in de toekomst weer tot een nieuwe plaag leiden. De aannemer die het werk uitvoerde moest aan de meest strenge eisen voldoen en uiterst hygiënisch werken.
Voor de afdeklaag konden we gelukkig duinzand gebruiken dat niet verontreinigd is. Het zand is afkomstig van ondergrondse boringen voor kabels van een windmolenpark op zee. Inmiddels is bij Bergen opnieuw een locatie met watercrassula gesignaleerd, waarvoor momenteel nog geen schoon zand beschikbaar is.
De natuur doet mensen goed en geldt als een belangrijke bron van vitaliteit. Met een gastvrij beleid wil PWN mooie ervaringen in de duinen bevorderen. Het liefst zien we dat zoveel mogelijk mensen de natuur in hun hart sluiten.
Stuifduinen zijn goed om de duinen van nieuw, kalkrijk zand te voorzien. Dat houdt de duinen jong. In ons beheer krijgt het laten stuiven dan ook een belangrijke plek. Een nadeel van deze beheermethode is dat fietspaden soms onder het stuifzand komen te liggen. Daarom maken we elk jaar deze paden weer zandvrij.
Vanuit onze bezoekerscentra De Hoep en De Kennemerduinen ontdekken veel recreanten onze duingebieden. Daarom doen we hier ook veel aan educatie. Zo organiseerden we dit jaar een expositie over biomimicry, waarin we bezoekers lieten zien hoe de natuur tot inspiratie dient voor het ontwerp van menselijke toepassingen. Ook was er de expositie ‘De kracht van samen’, over het verhaal van PWN.
Al jaren beheert PWN landgoed Marquette bij Heemskerk.
Hier hebben we in 2021 de watergang tot de juiste diepte uitgebaggerd. Door de voedselrijke sliblaag weg te halen verbeterde de waterkwaliteit, een ideaal milieu voor bijzondere waterplanten.
Bij De Hoep ging de voortuin op de schop. Er kwamen meer plekken om te zitten en nieuwe wandelpaden. Bijzonder is nu dat voetgangers, fietsers en auto’s gelijkwaardig van de ruimte gebruikmaken, waardoor er een natuurlijke rust is ontstaan.
Er is een groeiende behoefte aan recreatiemogelijkheden in en om de duinen. Om daaraan tegemoet te komen besteedden we bij de ontwikkeling van De Vlotter extra aandacht aan nieuwe paden die vanaf de parkeerplaats het gebied ontsluiten.
Minder intensieve recreatie bij natuurgebieden. Ruimte voor rust en stilte.
Intensieve vormen van recreatie bij recreatiegebieden.
Hoe vangen we grote ontwikkelingen op die er op ons afkomen? Wateroverlast door clusterbuien, brandgevaar door droge periodes, de stijgende zeespiegel. Ze hebben allemaal effect op water en natuur.
Omdat niemand de toekomst exact kan voorspellen, werken we bij PWN verschillende toekomstige scenario’s uit voor het natuurbeheer in de duinen. Ze bieden houvast voor ons beleid en zorgen ervoor dat we in onzekere tijden uiteenlopende opties en oplossings richtingen achter de hand hebben. Deze toekomstverkenning is bij het schrijven van dit rapport nog in volle gang.
Daarbij wordt het inzicht steeds sterker dat natuurlijke systemen vaak zelf al goede oplossingen in huis hebben. Door van de kracht van de natuur gebruik te maken komen we tot robuuste oplossingen. Combineren we dit ook nog met water, dan bereiden we ons op een verantwoorde manier voor op een toekomst waarin het belang van goed water alleen maar groter wordt.
Barrières opheffen tussen duin en binnenduinrand.
strandvlakte en stedelijk gebied.
Routes van west naar
en van noord naar zuid.
Ruimte maken voor nieuwe natuur.
Ecologische verbindingen tussen bestaande en nieuwe natuurgebieden. Dieren en planten verplaatsen zich makkelijker.
Grote, robuuste natuurgebieden met meer biodiversiteit.
Natuur-inclusieve landbouw in zones die aan natuurgebieden grenzen.
Recente voorbeelden van deze visie zijn te vinden in de manier waarop we projecten in de binnenduinrand hebben ontwikkeld en hoe we nu over een nieuw te bouwen klimaatbuffer in het IJsselmeer nadenken.
WATER
Natuurlijke processen krijgen de ruimte. Meanderende waterlopen, natuurlijke waterzuivering, inzakken en omhoogkomen water.
Een stijgende zeespiegel en meer neerslag maken dat het grondwater hoger komt. Dit zorgt weer voor meer kwelwater dat naar de polders naast de duinen stroomt. Clusterbuien kunnen daarnaast in deze binnenduinrand voor wateroverlast zorgen. Bij verschillende projecten in de binnenduinrand hebben we laten zien wat er op dit gebied mogelijk is als we water en natuur combineren. Bijvoorbeeld bij Castricum, waar een combinatie van nieuwe natuur, recreatieve functies en waterberging ervoor heeft gezorgd dat het dorp nu minder wateroverlast ervaart.
Zoetwatervoorraad onder duingebied.
Hoe lager de grondwaterstand achter de duinen, hoe meer schoon water er weglekt naar binnenduinrand.(kwel). Voorkom verdere bodemdaling en waterstandverlaging.
Ontwikkeling nieuwe natte natuurgebieden. Zo blijft de zoetwatervoorraad onder duinen op peil.
Ruimte maken voor waterberging. Opvangen in natte tijden, beschikbaar in droge tijden. Zo ontstaan belangrijke waterbuffers. Stedelijk gebied houdt droge voeten door waterberging.
Water dat weglekt uit zoetwaterbel schoonhouden. Gebruiken voor natuur en eventueel drinkwater.
natuurgebieden. Ruimte voor rust en stilte.
Intensieve vormen van recreatie bij recreatiegebieden.
Ook het recent opgeleverde gebied De Vlotter bij Heemskerk hebben we door deze bril ontwikkeld. Het combineren van natuur, water en recreatie zorgt er hier voor dat voormalige landbouwgrond nu meer waarde vertegenwoordigt. Het levert nieuwe natuur op, nieuwe recreatiemogelijkheden en meer zoet water als buffer voor drogere tijden.
De combinatie van deze functies is slechts een basisidee. Een nieuw perspectief voor verouderde terreinen waar lokale overheden kansen zien voor verbetering. Vanuit dit perspectief zet PWN graag al haar kennis op het gebied van natuur, water en recreatie in om samen met de omgeving op zoek te gaan naar betere oplossingen.
Barrières opheffen tussen duin en binnenduinrand.
Natuurlijke processen krijgen de ruimte. Meanderende waterlopen, natuurlijke waterzuivering, inzakken en omhoogkomen water.
Ruimte maken voor nieuwe natuur.
Ecologische verbindingen tussen bestaande en nieuwe natuurgebieden. Dieren en planten verplaatsen zich makkelijker.
Grote, robuuste natuurgebieden met meer biodiversiteit.
Natuur-inclusieve landbouw in zones die aan natuurgebieden grenzen.
Minder intensieve recreatie bij natuurgebieden. Ruimte voor rust en stilte.
Intensieve vormen van recreatie bij recreatiegebieden.
Nieuw duinbos. Combinatie natuurontwikkeling en recreatie.
Bestaand potentieel (buitenplaatsen, forten, historische kernen) beter benutten.
Aantrekkelijk routenetwerk verbindt duin, strandvlakte en stedelijk gebied.
Zoetwatervoorraad onder duingebied.
Routes van west naar oost en van noord naar zuid.
Hoe lager de grondwaterstand achter de duinen, hoe meer schoon water er weglekt naar binnenduinrand.(kwel). Voorkom verdere bodemdaling en waterstandverlaging.
Ontwikkeling nieuwe natte natuurgebieden. Zo blijft de zoetwatervoorraad onder duinen op peil.
Barrières opheffen tussen duin en binnenduinrand.
Ruimte maken voor nieuwe natuur.
Ecologische verbindingen tussen bestaande en nieuwe natuurgebieden. Dieren en planten verplaatsen zich makkelijker.
Grote, robuuste natuurgebieden met meer biodiversiteit.
Natuur-inclusieve landbouw in zones die aan natuurgebieden grenzen.
Ruimte maken voor waterberging. Opvangen in natte tijden, beschikbaar in droge tijden. Zo ontstaan belangrijke waterbuffers. Stedelijk gebied houdt droge voeten door waterberging.
Water dat weglekt uit zoetwaterbel schoonhouden. Gebruiken voor natuur en eventueel drinkwater.
De bevolking van Noord-Holland groeit en het klimaat verandert. Hierdoor neemt de drinkwatervraag toe, terwijl de kwaliteit van onze bronnen afneemt. Een kansrijke oplossing voor dit dilemma zien we in versterking van het IJsselmeer. Dit willen we onder meer doen door een natuurlijke klimaatbuffer te ontwikkelen.
De toekomstige Klimaatbuffer IJsselmeer bestaat uit drie grote, diepe waterbekkens omringd door een nieuw aan te leggen natuurgebied en een zandige dijk. Voordat we het IJsselmeerwater opvangen in de bekkens, stroomt het eerst door dit nieuwe natuurgebied. Planten en vissen vinden hier plek om (op) te groeien en natuurlijke processen krijgen de ruimte om het water voor te zuiveren.
Het voorgezuiverde water houden we in de bekkens voortdurend in beweging. Zo verbetert de waterkwaliteit verder. Op deze manier houden we een grote voorraad kwalitatief goed IJsselmeerwater beschikbaar. Daarnaast vergroten we de biodiversiteit met nieuwe natuur en zorgen we ervoor dat er meer zoet water beschikbaar komt voor Noord-Nederland. Natuurontwikkeling, natuurlijke voorzuivering en waterberging komen hier samen. Dit samenspel tussen water en natuur ontwikkelen we samen met het Rijk, de Provincie Noord-Holland, gemeenten en natuurorganisaties. Ook betrekken we omwonenden bij het project.
Zoals de duinen bestaan bij de gratie van talloze verbindingen, zo is PWN in haar werk ook afhankelijk van de verbinding met alle betrokkenen. We zoeken dan ook actief de samenwerking op voor het samenspel van water en natuur.
De opgaven waar onze duinen de komende decennia mee te maken krijgen, beperken zich niet tot de natuur alleen. We krijgen allemaal te maken met een stijgende zeespiegel, dreigend tekort aan zoet water, clusterbuien en droogtes. Iedereen is op zoek naar manieren om daar zo goed mogelijk mee om te gaan. Daarom wordt samenwerken nog belangrijker.
Samen staan we sterk voor de uitdagingen van morgen. PWN werkt dan ook graag met zoveel mogelijk betrokkenen samen om oplossingen te creëren waar iedereen wat aan heeft. Een goede samenwerking met onze omgeving stelt ons bovendien in staat om het natuurbeheer effectiever uit te voeren.
Samenwerking in Nationaal Park Zuid-Kennemerland
PWN beheert samen met Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer het duinlandschap en de natuur van het Nationaal Park ZuidKennemerland. De beheerders werken hier samen met IVN, gemeenten, Hoogheemraadschap van Rijnland, de provincie NoordHolland en particulieren. Dit doen wij volgens het gezamenlijke Beheer en Inrichtingsplan.
In het kader van het Kustpact heeft PWN in het verleden meegewerkt aan een zoneringsvisie voor de kust van Noord-Holland. Dit deden we in samenwerking met Landschap Noord-Holland, Natuurmonumenten, Waternet en Staatsbosbeheer.
In het Kustpact zijn heldere afspraken gemaakt over het beschermen van de waarden van de Nederlandse kust. Een verdrag tussen 60 partijen, waarin is bepaald in welke delen van de kust geen nieuwe bebouwing is toegestaan en op welke plekken wel ontwikkeling mogelijk is.
Vanuit het Bestuursakkoord Water zijn in Nederland de afgelopen jaren tal van samenwerkingsverbanden ontstaan rond verbetering van de waterketen. Het gaat hier om kostenbesparing, verbetering van de kwaliteit en vermindering van de kwetsbaarheid. Dit heeft in het leveringsgebied van PWN geleid tot negen regionale samenwerkingsverbanden tussen drinkwaterbedrijven, waterschappen en gemeenten. PWN heeft zich hieraan op bestuurs niveau gecommitteerd. Via deze samenwerkingen ontstonden tal van uiteenlopende verbeterprojecten. Onder meer op het gebied van assetmanagement, duurzaamheid en klimaatadaptatie. Met de waterschappen werken we nauw samen op het gebied van waterveiligheid en dynamisch zeereepbeheer. Ook rond het IJsselmeerwater werken we samen, bijvoorbeeld in een proef om medicijnresten te verwijderen uit rioolwater.
PWN werkt samen met tal van lokale ondernemers. Zo zijn er horecaondernemers in onze natuurgebieden zoals Gasterij De Kruisberg en Johanna’s Hof. Ook werken we samen met recreatieve ondernemers die in onze gebieden activiteiten verzorgen. Verder onderhouden we goede contacten met boeren in de omgeving, bijvoorbeeld om hun vee te laten grazen in onze gebieden.
PWN is lid van de Coalitie Blauwe Hart Natuurlijk, het samen werkingsverband rond het IJsselmeer. Samen met partners rond het IJsselmeer participeren we hier in natuurontwikkelingsprojecten en ijveren we voor verbetering van de waterkwaliteit. Bijvoorbeeld door natuurlijke eilanden aan te leggen, door ontbrekende habitats toe te voegen en door het ecosysteem beter in balans te brengen.
PWN toetst haar beleid aan de Natuurwetenschappelijke adviescommissie PWN (NAP). Een onafhankelijk adviesorgaan van wetenschappers, die de directie en de Raad van Commissarissen gevraagd en ongevraagd adviseert over het natuurbeheer. De NAP komt drie keer per jaar bijeen. De commissie fungeert als klankbord en toezichthouder.
Meer dan 450 vrijwilligers zetten zich in voor het werk in de duinen. Ze helpen PWN om de gebieden gezond te houden door onderhoud te plegen, onderzoek te doen en informatie te verstrekken aan bezoekers en scholen. Een onmisbare schakel in het beheer van de duinen.
We bedanken alle collega’s die een bijdrage hebben geleverd aan deze jaargids.
Fotografie:
De meeste foto’s in dit verslag zijn gemaakt door Ruud Maaskant, Fred van den Bosch en Imreël van der Sloot, natuurfotografen en boswachters bij PWN. Samenstelling, teksten, illustraties en vormgeving: Buro Jung
Eindredactie: Gert Jan Vreken, Myrthe Fonck en Janneke van Beusekom.
Drukwerk: Drukkerij Huighaverlag