Jaaroverzicht RAI Vereniging 2018 "Mobiliteit in transitie"

Page 1

Jaaroverzicht 2018

Mobiliteit in transitie


Colofon

JAAROVERZICHT 2018 is een uitgave van RAI Vereniging Postbus 74800 1070 DM Amsterdam Telefoon (020) 504 49 49 www.raivereniging.nl Productie Eindredactie Redactie Fotografie Illustratie cover Vormgeving Druk

Markant Media Cees Boutens (RAI Vereniging) Menno Timmer Ton van Til Onno Kortland MB voorheen VMTB W.C. Den Ouden


Inhoud

3

4

HET HOOFDBESTUUR IN 2018

18

SECTIE RAI AUTOMOTIVENL

5

INLEIDING

21

SECTIE SCOOTERS

6

SECTIE FIETSEN

24

SECTIE ZWARE BEDRIJFSWAGENS

9

SECTIE PERSONENAUTO’S EN LICHTE BEDRIJFSWAGENS

27

SECTIE RAI CARROSSERIENL

12

SECTIE MOTOREN

30

SECTIE RAI AFTERMARKET

15

SECTIE RAI AUTOMOTIVE INDUSTRY

33

SECTIE RAI EQUIPMENT

JAAROVERZICHT 2018


Hoofdbestuur

Het hoofdbestuur van RAI Vereniging in 2018 Lid: Maurice Geraets - NXP Semiconductors Maurice Geraets is Managing Director NXP Nederland en vanuit NXP betrokken bij diverse a­ utomotive en smart mobility initiatieven in Nederland en Europa. Uit die context draagt Maurice belangrijke kennis aan op het gebied van smart mobility en ICT. Een terrein waarop de ontwikkelingen in de mobiliteit razendsnel gaan.

Penningmeester: Eric Louwman - Louwman Group B.V. Eric Louwman is de penningmeester binnen het hoofdbestuur. In het dagelijks leven is hij ­President van de Louwman Group, die onder andere importeur is van Toyota, Lexus en Suzuki in Nederland. Daarnaast is de Louwman Group actief op een breed scala van mobiliteitsinitiatieven en diensten.

Lid: Ron Snoeks - Snoeks Automotive B.V. Ron Snoeks is CEO van Snoeks Beheer. Snoeks Automotive is toeleverancier aan de auto-­industrie met het leveren van inrichtingsmodules aan vrijwel alle bestelwagenfabrikanten. Het hoofdkantoor is gevestigd in Nieuw-Vennep. Snoeks produceert over de hele wereld en beschikt in Tsjechië over een eigen assemblage- en distributiecentrum.

Lid: Janus Smalbraak - Pon Holdings B.V.

Janus Smalbraak is CEO van Pon Holdings, een van Nederlands grootste familiebedrijven. Pon levert hoogwaardige producten en oplossingen, ontwikkelt en produceert fietsen en heeft engineering oplossingen in diverse marktsegmenten. De onderneming opereert in een groot aantal markten, van personen- en bedrijfswagens en fietsen, tot vorkheftrucks, banden, wegenbouw- en grondverzetmachines, generatoren en totaaloplossingen voor de scheepvaartindustrie. Het merkenportfolio bestaat uit onder andere Gazelle-fietsen, MAN trucks en een groot aantal automerken als Volkswagen, ŠKODA, Audi, SEAT, maar ook Porsche, Lamborghini en Bentley. Daarnaast is hij lid Raad van Commissarissen IMCD, lid Raad van Advies Gilde Buy Out Partners en lid Raad van Advies CVC Capital Partners.

Lid: Paul Zekhuis - AutoBinck Group N.V Paul Zekhuis is CEO van AutoBinck Group. Het omvormen van deze van oudsher auto-importeur tot een brede speler op het gebied van mobiliteit en mobiliteitsdienstverlening is wat hem dagelijks bezighoudt. Bij zijn aantreden als hoofdbestuurslid gaf hij aan een sterke parallel te zien in de ambities van RAI Vereniging en de innovatie- en verbredingsambities van AutoBinck.

JAAROVERZICHT 2018

4


Inleiding

Mobiliteit in transitie De samenleving, de mobiliteitsbranche én RAI Vereniging zelf, zijn in toenemende mate aan verandering onderhevig. De tien secties die binnen RAI Vereniging actief zijn spelen ieder op specifieke wijze in op de mobiliteitstransitie die gaande is. Wat hen bindt is de kracht van het collectief.

H

et lijkt er op dat zowel qua timing als inhoud alle puzzelstukjes in 2018 op de juiste plaats vielen, constateert voorzitter Steven van Eijck. ‘Dat was namelijk het jaar dat op allerlei gebieden grote ­transities plaats vonden. Intern werd die verandering manifest door de positieve effecten van het afgeronde ­reorganisatieproces. Met een grotere efficiëntie en slagkracht tot gevolg, terwijl tevens de beoogde integratie tussen AutomotiveNL en CarrosserieNL zijn beslag kreeg. Daarmee zijn wij optimaal geëquipeerd voor de toekomst.’ Tegelijkertijd wijst hij op het transitieproces dat bij de overheid gaande is en dat zijn weerslag heeft gekregen in een ‘akkoordenkabinet’, dat op alle fronten en met alle geledingen van de samenleving tracht overeenkomsten te sluiten. Voorbeelden zijn het Preventieakkoord, het Klimaatakkoord, het Verkeersveiligheids­ akkoord en natuurlijk het Mobiliteitsakkoord. ‘Dit betekent dat wij, nog meer dan ooit, een rol vervullen als concrete en serieuze gesprekspartner die de overheid tal van praktische mobiliteitsoplossingen aanreikt.’

CLEPA (aftermarket) en FIA (de internationale federatie die zich onder andere richt op het bevorderen van duurzame en veilige mobiliteit) – bijeen te brengen. Een dag die, benadrukt Van Eijck, werd omlijst met de ondertekening van de door RAI Vereniging en ANWB geïnitieerde Road Safety Pledge, een intentieverklaring om te komen tot nul verkeersdoden in 2050. Een ander toonaangevend event betrof ‘de Mobility Shift.’ De Bruijn: ‘Tijdens deze bijeenkomst boden wij jong talent en ondernemers een platform om een toekomstbeeld van mobiliteit te schetsen, waarbij kunstmatige intelligentie, big data, connec­ tiviteit, 3D printen en autonoom rijden de boventoon voerden.’ Ook de traditionele RAI Klassieker Rit werd in het kader van het 125-jarig bestaan omgedoopt tot de ‘RAI Jubileum Ritten’. Dit hield in dat alle vervoersmodaliteiten aan deze speciale editie konden deelnemen, van klassieke auto’s tot en met alle soorten fietsen en motoren. Het jubileumjaar eindigde met een stijlvol slotakkoord: een l­egendarisch jaarfeest voor alle leden. Zowel Van Eijck als De Bruijn noemen het verheugend dat het veranderingsproces binnen RAI Vereniging heeft geresulteerd in een hogere tevredenheid bij de leden. Maar ook extern, want uit een recent journalistenonderzoek blijkt dat RAI Vereniging binnen de mobiliteitssector behoort tot de partijen met de hoogste mediascore. Vooruitkijkend stellen beiden vast dat: ‘RAI ­Vereniging over een strategisch optimale uitgangspositie beschikt om zich de komende jaren maximaal te kunnen profileren en te positioneren.’

Een ontwikkeling die volgens directeur Olaf de Bruijn tegelijkertijd perfect aansluit bij de ambitie van RAI Vereniging om als autoriteit binnen de mobiliteitsindustrie op te treden. ‘Die rol zijn wij met een volledig nieuwe organisatiestructuur steeds professioneler aan het invullen.’ Het afgelopen verslagjaar kreeg extra reliëf vanwege het 125-jarig bestaan van RAI Vereniging. De Bruijn: ‘Dit unieke momentum werd maximaal benut om ons als organisatie vanuit de inhoud te herijken.’ Zo werd een groot aantal activiteiten georganiseerd die het ­jubileumjaar extra glans en allure gaven. Zoals het Mobiliteitsdiner in de Ridderzaal, waarbij prominente vertegenwoordigers uit de wereld van verkeer en vervoer acte de présence gaven om met elkaar over de mobiliteitstransitie van gedachten te wisselen. Voor het eerst in de geschiedenis slaagde RAI Vereniging er in om alle Europese automotive koepels – ACEA (auto-industrie),

5

Dr. Steven R.A. van Eijck, Algemeen voorzitter

Olaf de Bruijn, Algemeen directeur

JAAROVERZICHT 2018


sectie Fietsen

Leasefiets­regeling flinke ­opsteker voor de hele b ­ ranche De verkoop van nieuwe fietsen is het afgelopen jaar met 3,2 procent toegenomen tot 957.000 exemplaren. Tegelijkertijd wist de branche een recordomzet van 976 miljoen euro te realiseren. De vooruitzichten zijn volgens sectievoorzitter Wouter Jager veelbelovend. Hij verwacht dat de nieuwe fiscale bijtellingsregeling voor de leasefiets, die dankzij intensief lobbywerk van de sectie werd gerealiseerd, de branche een boost zal geven.

M

et 17 miljoen inwoners die met z’n allen 23 miljoen fietsen bezitten, waarvan 2 miljoen e-bikes, staat Nederland qua fietsbezit (1,35 fiets per persoon) internationaal op eenzame hoogte. Dat geldt ­overigens niet alleen voor het bezit, maar eveneens voor het gebruik. Ruim een kwart (27%) van alle verplaatsingen gaat per fiets. Dat leverde in het verslagjaar niet minder dan 4,5 miljard verplaatsingen op, waarbij 15,5 miljard fietskilometers werden afgelegd. Ruim een derde hiervan heeft betrekking op vrijetijdsdoeleinden en een kwart op woon-werkverkeer. ­Opvallend noemt Jager de aanhoudende opmars van de e-bike en de speed pedelec, waarmee in totaal bijna 2 miljard kilometers werden overbrugd. Hij becijfert dat ongeveer een kwart van alle e-bike kilometers, oftewel zo’n 500 miljoen kilometers, betrekking heeft op woon-werkverkeer. De afgelopen 5 jaar is het aandeel werkgerelateerde kilometers van de elektrische fiets gegroeid van 13 procent in 2013 tot 30 procent nu.

GROTE KANSEN Dat die trend zich in positieve zin zal voortzetten staat naar zijn oordeel met de aangekondigde vereenvoudiging van de bijtellingsregels voor het privégebruik van de zakelijke fiets wel vast. Sectie Fietsen heeft zich daar het afgelopen jaar sterk voor gemaakt. Met als resultaat dat het privégebruik van de zakelijke fiets vanaf 1 januari 2020 wordt belast met een lage bijtelling van 7 procent. ‘Dat is echt een opsteker voor de branche, want ook duurdere e-bikes worden nu voor een grotere groep reizigers toegankelijk. De fiets krijgt hiermee eindelijk de waardering die deze verdient. Geen enkel ander vervoermiddel levert tenslotte zoveel maatschappelijke baten op: minder files, geen schadelijke uitstoot en meer gezonde en fitte werknemers. Ik ben er van overtuigd dat de maatregel zal zorgen voor een andere mindset bij werkgevers en bovendien grote kansen biedt om de fiets te integreren in algemene leaseregelingen en mobiliteitsconcepten.’ Sacha Boedijn, sectiemanager Fietsen voegt hier aan toe dat er tot

JAAROVERZICHT 2018

2015 jaarlijks ongeveer 200.000 fietsen via de in dat jaar afgeschafte Bedrijfsfietsenregeling werden verkocht. ‘Als we dankzij de nieuwe leasefietsregeling pakweg een kwart kunnen terughalen zou dat de branche zomaar een impuls van 50 miljoen euro kunnen opleveren. Namelijk 50.000 extra verkochte fietsen met een gemiddelde aanschafprijs van 1.000 euro.’

MARKTONTWIKKELINGEN De sectievoorzitter stelt in zijn analyse van het fietsklimaat vast dat de markt een behoorlijke transitie doormaakt. ‘Niet alleen is het hele speelveld, met alleen al meer dan honderd aanbieders van e-bikes, diffuser en versnipperd, ook het koopgedrag van de consument is behoorlijk veranderd. Driekwart van alle potentiële kopers ­oriënteert zich eerst online. Hetgeen overigens niet betekent dat de daadwerkelijke aanschaf online plaatsvindt. De meeste consumenten hebben een hoge serviceverwachting en weten de weg naar de vakhandel, goed voor een aandeel van 80 procent, nog altijd prima te vinden.’ Jager zegt het lastig te vinden het marktvolume exact te bepalen. ‘De teller van het jaarlijkse GFK consumentenpanel komt uit op 957.000 eenheden. De vraag is echter: wat meten we niet?’ Hij doelt hiermee op een aantal nieuwe toetreders, zoals de deelfiets, de Swapfiets (abonnementsysteem), de OV-fiets en andere verhuurconcepten. Die partijen richten zich immers, zonder interventie van de tussenhandel, rechtstreeks tot de consument en vallen dus buiten de metingen. Volgens Jager zijn het vooral reguliere, niet elektrische, fietsen die in een aantal gevallen buiten de

6


sectie Fietsen

Wouter Jager, voorzitter sectie Fietsen: ‘De fiscale bijtellingsregeling biedt grote kansen om de fiets te integreren in algemene lease­regelingen en mobiliteitsconcepten’ kaders van de officiële tellingen vallen. Daar zie je dat de trend van bezit naar gebruik zich manifesteert en doorzet.’

DRIVER VOOR INNOVATIE Boedijn merkt op dat de innovatiegraad van de Nederlandse fietsindustrie hoog is en dat in geen enkele andere sector de elektrificatie van het product zo ver is gevorderd. ‘In het algemeen kun je stellen dat de fietsbranche 5 tot 10 jaar voor loopt op andere sectoren. Naast een groeiend aantal familieoplossingen, zoals de e-bakfiets, ontdekken steeds meer logistieke dienstverleners de elektrische Cargobikes voor zero emissie stadslogistiek en het afleggen van de last mile.’ Tegelijkertijd constateert zij dat de fietssector als gevolg van deze snellere ontwikkelingen eveneens voor een aantal grote uit­­ dagingen staat. Chinese ondernemingen dumpen massaal hun “sharing bikes” (oftewel strooifietsen) in grote Europese steden,

7

online spelers zetten de traditionele retailverhoudingen onder druk en kritische consumenten stellen hoge eisen aan product en service. Doordat er op het fietspad steeds meer vervoermiddelen verschijnen met verschillende snelheden (fiets, e-bike, speed pedelec, snorfiets, bromfiets, brommobiel) wordt het steeds drukker en onveiliger op het fietspad.

HERINDELING STEDELIJKE INFRA Vandaar dat de sectie pleit voor een herindeling van al het vervoer in de drukke steden op langere termijn. Niet de gebruikers van de verschillende vervoermiddelen, zoals de speed pedelec vormen volgens Jager het probleem, maar het gebrek aan infrastructuur en drukker wordende verkeer. ‘De overheid heeft met de snelle introductie en aanpassing van de wetgeving voor deze nieuwe fiets al laten zien oog te hebben voor innovaties en de kansen voor dit vervoersmiddel. Nu is het zaak om gezamenlijk te kijken welke

JAAROVERZICHT 2018


sectie Fietsen

oplossingen er zijn voor het verbeteren van de verkeersveiligheid. Op dezelfde manier als de introductie van de helmnorm voor de speed pedelec die op ons initiatief is ontwikkeld en door de overheid vervolgens is verankerd in nationale wetgeving.’

‘ De fietsbranche loopt 5 tot 10 jaar voor op andere sectoren’

CONNECTED BIKE Jager zegt een enorme potentie te zien in de connected bike die dankzij smart toepassingen – Internet of Things – met alles en iedereen is verbonden.’Dat biedt ongekende toepassingsmogelijkheden. Denk aan servicemeldingen of diefstalpreventie (tracking and tracing). En je kunt fietsen veel veiliger maken door ze te voorzien van sensoren waardoor interactie en communicatie plaats vindt met het overige verkeer en de infra. In Tilburg loopt al een pilot waarbij verkeerslichten naderende ‘intelligente’ fietsen signaleren en zo hun rood of groen fase hier op kunnen aanpassen. Stuk voor stuk voorbeelden die er toe kunnen bijdragen dat de fiets integraal onderdeel wordt van de gehele mobiliteitsketen. Oftewel: Mobility as a Service, waarbij werknemers met een mobiliteitsbudget toegang krijgen tot alle vormen van mobiliteit.’

FIETS AWARDS In maart zorgde de sectie in de aanloop van het nieuwe fietsseizoen voor de nodige exposure van de hele branche door tijdens de opening van de fietsbeurzen BIKE MOTION en E-bike Xperience in de Utrechtse Jaarbeurs, de winnaars van de Fietsen van het Jaar

‘ Ruim een kwart van alle verplaatsingen gaat per fiets’ 2018 en de Fiets Innovatie Awards in de schijnwerpers te plaatsen. De Gazelle CityGo C3 van Koninklijke Gazelle is verkozen tot Fiets van het Jaar 2018. De titel voor de E-bike van het Jaar 2018 ging naar de Sparta R5Te en Klever-Mobiliteit wist met de Klever X Speed de prijs voor Speed E-bike van het Jaar 2018 in de wacht te slepen. Specialized en Trek werden uitgeroepen tot winnaars van respectievelijk Racefiets en MTB van het Jaar 2018. Daarnaast werd een drietal Fiets Innovatie Awards uitgereikt aan achtereenvolgens Trek Benelux voor de Cable Guidr stuurpen, Schwalbe voor de lekvrije binnenband die onder de naam Airless Systems op de markt wordt gebracht en Velco voor de Wink Bar, een slim en ‘connected’ fietsstuur.

BEHAALDE RESULTATEN – Een intensieve lobby heeft geresulteerd in een vereenvoudiging en verlaging van de bijtellingsregels voor het privégebruik van de zakelijke fiets naar 7 procent; – Fietsverlichtingscampagne ‘Kijk verder’ gestart ter bevordering van de verkeersveiligheid.

JAAROVERZICHT 2018

Sacha Boedijn, Sectiemanager Fietsen

FIETSVERLICHTINGSCAMPAGNE Om het belang van kwalitatief goede fietsverlichting breed onder de aandacht te brengen is de sectie eind oktober 2018 gestart met de fietsverlichtingscampagne ‘Kijk verder’. Tot de doelgroep behoren de ouders van schoolgaande kinderen in de leeftijd van 13 tot 18 jaar. Met de campagne, die via de social media verloopt, wil de sectie niet alleen wijzen op het belang van het correct voeren van verlichting, maar tevens op de kwaliteit ervan. Boedijn: ‘het gaat er om dat met de verlichting wordt bereikt wat men wil bereiken. Namelijk het vergroten van de verkeersveiligheid. Dat is een onderwerp waar steeds meer de focus op komt te liggen, omdat er tegenwoordig veel meer en langer wordt gefietst.’ Boedijn verwijst naar een onderzoek van Rijkswaterstaat waaruit blijkt dat ruim een derde (36%) van alle fietsers onvoldoende of geen verlichting voert. In de vier grote steden is dat zelfs 47 procent. ‘Daar valt nog een wereld te winnen.’

KWALITEITSKEURMERK ACCU’S Naast verkeersveiligheid hecht de sectie veel waarde aan productveiligheid. Jager: ‘de veiligheid van de consument dient te allen tijde voorop te staan. Als het gaat om accu’s is er naar ons oordeel nog winst te boeken. Die worden weliswaar voortdurend beter, compacter en krijgen meer capaciteit, maar we moeten er wel voor waken dat accu’s aan de hoogste veiligheidsnormen blijven voldoen.’ De sectievoorzitter refereert aan de incidentele gevallen waarbij batterijen spontaan ontbrandden. Een probleem dat zich overigens voordoet bij alle producten met batterijen: auto’s, mobiele telefoons, laptops, e-bikes tot en met e-scooters. ‘Binnen RAI Vereniging is het een van de speerpunten om te zorgen voor brandveilige opslag en transport van accu’s. Bijvoorbeeld door de invoering van een speciaal keurmerk of kwaliteits­ label voor accu’s. Om de verkeersveiligheid te verbeteren is het cruciaal om als sectie prioriteit te geven aan zowel het vervoermiddel (product), het gedrag van de fietser als de infrastructuur . Op die manier wil de sectie mede invulling geven aan de ambitie van RAI Vereniging om zich te positioneren als autoriteit in de mobiliteitsmarkt.’

8


sectie Personenauto’s en Lichte Bedrijfswagens

‘ Wij zijn een onderdeel van de oplossing’ De sectie werkt vanuit de automobiliteit met het kabinet mee op twee niveaus, zegt voorzitter Steven van Eijck. ‘Door te zorgen voor een optimale inzet van belastinggeld om maximale CO2-reductie te realiseren. En we dragen bij aan de wens van de overheid om meer particuliere en zakelijke rijders aan de stekker te krijgen door hiervoor concrete bouwstenen aan te reiken.’ Als de overheid Nederland tot pioniersland op het gebied van elektrisch rijden wil maken, werkt de branche daar uiteraard aan mee, betoogt hij. ‘Dat doen wij namelijk vanuit onze maatschappelijke verantwoordelijkheid altijd! Maar het moet wel realistisch gebeuren.

D

e transitie die in de mobiliteitswereld gaande is heeft in het verslagjaar voor veel dynamiek binnen de sectie gezorgd. Zo is er sprake van een overgang van fossiele naar hernieuwbare brandstoffen, van een lineaire naar een circulaire economie en van vervoermiddelenbezit naar gebruik. Voor Nederland, dat binnen de kaders van Europese wet- en regelgeving opereert, signaleert Van Eijck een aantal grote bewegingen. De impact van het Parijse Klimaatakkoord op de sector is groot en op tal van terreinen moet de overheid bijsturen om vastgestelde CO2-doelstellingen te halen. Internationaal is een stevige discussie gaande over de

‘ Van de door de staats­ secretaris van Financiën beloofde BPM-afbouw is niets terecht gekomen’

Wijnand de Geus, Sectiemanager ­Personenauto’s en Lichte Bedrijfswagens

9

uitstoot van oudere en vervuilende diesels en is het Europees Parlement begonnen met het opstellen van de nieuwe ­emissie-eisen voor 2030.

KLIMAATTAFELS Van Eijck: ‘We werden in 2018 dan ook door de overheid gevraagd om deel te nemen aan de Klimaattafels, waaronder de Mobiliteitstafel.’ Om de klimaattargets te halen zet Nederland in belangrijke mate in op elektrificatie van voertuigen. Dat is prima, oordeelt de sectievoorzitter. ‘Maar diezelfde overheid moet er tevens voor zorgdragen dat iedere belastingeuro terecht komt waar die het meeste CO2-effect sorteert. De sector draagt hier graag ideeën voor aan, maar is er zich als geen ander van bewust deel uit te maken van één Europese markt met gelijke spelregels voor alle fabrikanten. De hele CO2-footprint van de auto-industrie gaat de komende jaren sterk omlaag door nieuwe EU-regels. Het bovengemiddeld stimuleren van de CO2-reductie in een lidstaat maakt op zich geen verschil voor de algehele CO2-uitstoot In de EU.’ Hij beklemtoont dat de auto-industrie zich, mede onder invloed van alle milieudiscussies die gaande zijn, veel meer maatschappelijk verantwoord opstelt. ‘Dat begint al op de tekentafel, waar vanaf de designfase al wordt nagedacht over de CO2-uitstoot en het op een circulaire wijze recyclen van voertuigen aan het eind van hun levensfase.’

VERKEERSVEILIGHEID PRIORITEIT Daarnaast wordt de beleidsagenda in hoge mate gedomineerd door het onderwerp verkeersveiligheid. Veel energie werd gestoken om consumenten bewuster te maken van het belang van Advanced Driver Assistance Systems (ADAS). In het kader van het 125-jarig jubileum van RAI Vereniging werden alle Europese automotive koepels – ACEA (auto-industrie), CLEPA (aftermarket) en FIA (internationale federatie die zich o.a. richt op het bevorderen van duurzame en veilige mobiliteit) – in


Steven van Eijck, voorzitter sectie Personenauto’s en Lichte Bedrijfswagens: ‘‘Iedere belastingeuro moet terecht komen waar die het meeste effect sorteert’

het Louwman Museum in Den Haag uitgenodigd. Een dag die werd omlijst met de ondertekening van de door RAI Vereniging en ANWB geïnitieerde Road Safety Pledge, een intentieverklaring om

te komen tot nul verkeersdoden in 2050, en de uitreiking van de CLEPA Innovation Awards 2018.

TESLA TAKS

BEHAALDE RESULTATEN – Deelname en proactieve inbreng aan de Mobiliteitstafel; – Bewustwordingscampagne ADAS-systemen bij consumenten; – Initiator van het Road Safety Pledge; – Opgetreden als gastheer voor alle Europese koepels; – Er voor gezorgd dat er diverse Kamervragen zijn gesteld over WLTP-effecten en sterk gestegen BPM-inkomsten; – Thuiskopieheffing afgewenteld.

JAAROVERZICHT 2018

De verkoop van nieuwe personenauto’s stevent in 2018 af op ongeveer 430.000 eenheden, een plus van 4 procent. ­Sectiemanager Wijnand de Geus definieert de markt als stabiel, maar voegt daar wel aan toe dat de autobranche per saldo eigenlijk relatief weinig profiteerde van de economische voorspoed. Hij wijt dit aan de hoge BPM en de onzekerheid die de invoering van de nieuwe WLTP-emissietestmethodiek per september 2018 met zich mee bracht. De WLTP leverde volgens hem veel planningsvraagstukken bij importeurs op en veroorzaakte ongewenste

10


sectie Personenauto’s en Lichte Bedrijfswagens

wide harmonized Light vehicles Test Procedure (WLTP), een meetmethodiek die beter de uitstoot van auto’s in de dagelijkse praktijk weergeeft. Van Eijck spreekt zijn waardering uit voor de hele automotive achterban die tijdens het hele proces mankracht heeft vrijgemaakt om deze omslag soepel te laten verlopen. De Geus voegt hier aan toe ‘dat het voor de importeurs en fabrikanten een van de grotere uitdagingen sinds decennia is geweest om deze testprocedure in hun systemen te integreren. Beiden

‘ Met de hogere BPM creëert het kabinet een gapend gat dat indruist tegen de klimaatambities’ merken op dat de omschakeling naar WLTP wel als ongewenst neveneffect heeft gehad dat de BPM omhoog is gegaan. Deze aanschafbelasting is immers gebaseerd op de CO2-uitstoot. En de CO2-waardes conform de WLTP wijken af van de oude emissiemetingen. Dit staat, vervolgt Van Eijck, haaks op de afspraken om de BPM af te bouwen om zodoende de belastingdruk op nieuwe auto’s te verlagen teneinde in de toekomst eenvoudiger te kunnen overschakelen naar een systeem van betalen naar gebruik en om de parallelle import enigszins een halt toe te roepen en te normaliseren. ‘Wij voeren als sectie overleg met staatsecretaris Snel van Financiën om die negatieve effecten te neutraliseren. Ook hij erkent dat de nieuwe WLTP niet mag leiden tot hogere overheidsinkomsten. Dit houdt in dat in de periode tussen 2016 en 2021 een budgettair neutrale overgang moet plaatsvinden.’

KABINET IN SPAGAAT fl­ uctuaties in de verkopen. Verder signaleert hij een stevige opmars in de vraag naar elektrische auto’s die met name in de laatste maanden van het jaar extra werd aangezwengeld door de invoering (per 1 januari 2019) van wat in de wandelgangen ook wel de ‘Tesla Taks’ wordt genoemd. De Geus: ‘In 2018 gold voor de totale aanschafprijs van een elektrische auto nog een bijtelling van 4 procent. Vanaf 2019 moeten kopers over de eerste 50.000 euro een bijtelling van 4 procent betalen en over iedere 50.000 euro daarboven 22 procent. Daarmee komt de gemiddelde bijtelling van een EV in het duurdere segment al gauw uit op 15 procent.’

WLTP EN BPM Sinds september 2018 vallen alle nieuwe auto’s onder de World-

11

Beiden benadrukken dat de focus blijft liggen op een volledige afschaffing van de BPM. Verheugd stellen zij, samen met ANWB, BOVAG en VNA, vast dat uit de tussentijdse evaluatie van de Autobrief II blijkt dat de fiscale marktverstoring er nu wel uit is, maar dat van de beloofde BPM-afbouw niets terecht is gekomen. ‘Dat is en blijft onze grootste zorg, want het was de bedoeling om met het verdwijnen van die belasting de weg vrij te maken naar Anders Betalen Voor Mobiliteit.’ Samenvattend concludeert Van Eijck dat dit de overheid feitelijk in een spagaat brengt. ‘Aan de ene kant neemt het kabinet in het Regeerakkoord op dat in 2030 uitsluitend nog elektrische auto’s mogen worden verkocht. Tegelijkertijd creëert men door het verhogen van de BPM een gapend gat dat alleen maar tot meer en ongewenste parallelle import leidt en dus indruist tegen de klimaatambities.’

JAAROVERZICHT 2018


sectie Motoren

Jeroen Punt, voorzitter sectie Motoren: ‘Bied 16-jarigen de mogelijkheid om het A1-rijbewijs te halen’

‘ Motorrijden is fun, maar vooral een volwaardige mobiliteitsoplossing’ De motorfiets wordt tegenwoordig steeds meer beschouwd als een serieuze vervoersmodaliteit en niet meer als uitsluitend een hobbyproduct, stelt sectievoorzitter Jeroen Punt tevreden vast. ‘Als 10 procent van de automobilisten zou overstappen op de motor, zou dit een groot deel van het fileprobleem oplossen.’ Een stap in de goede richting die volgens hem zowel de verkeersveiligheid zou vergroten als de doorstroming verbeteren, is om jongeren in de toekomst al vanaf hun 16e de mogelijkheid te bieden om A1 rijbewijs te halen, waarmee zij dan met een 125 cc motor op secundaire wegen (dus niet op snelwegen) mogen rijden.

JAAROVERZICHT 2018

12


sectie Motoren

‘Jonge motorsportbeoefenaars zijn de ambassadeurs voor de branche’

M

ARKTONTWIKKELINGEN

De motorfietsmarkt had in 2018 redelijk de wind in de rug. Het gunstige economische tij wakkerde de kooplust bij consumenten aan en de bovengemiddeld goede zomer droeg daar extra toe bij. Hetzelfde gold voor de imagocampagne ‘De slimme rijder is een motorrijder’ waarvoor de sectie afgelopen juli de aftrap gaf. Met als resultaat dat de in 2018 zo’n 18.000 nieuwe motorfietsen werden aangeschaft, een plus van 1 procent. Een volume dat inmiddels tweemaal zo hoog is als in 2013 toen de verkoop op slechts 9.244 eenheden uitkwam. Punt wijst er op dat de professionaliteit van de sector in toenemende mate verschuift richting het niveau van de automerken. ‘De digitalisering van de producten vindt zijn weerslag in allerlei hoogwaardige technologische safety features en tal van connectiviteitstoepassingen die bijdragen aan het comfort, de veiligheid en de beleving van het motorrijden. Dit maakt dat de moderne motorfiets niet meer vergelijkbaar is met die van een aantal jaren geleden. Bij het leeuwendeel van de motorfietsen zijn zaken als

13

ABS, traction control, launch control (corrigeert de motorfiets bij snel optrekken), cruise control en quick shifters (schakelen zonder koppeling) tegenwoordig standaard.’

AANPASSING RIJBEWIJSRICHTLIJN Punt constateert, samen met sectiemanager Martijn van Eikenhorst, dat het gunstige economische klimaat voor een aanhoudende filedruk zal zorgen. En die zal, zo blijkt uit recente cijfers van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) de komende vijf jaar leiden tot 35 procent meer reistijd. Van Eikenhorst: ‘Er moet anders gekeken worden naar de vervoersmodaliteiten waarbij de motorfiets goed kan bijdragen in alle mobiliteitsvraagstukken. Een onderzoek van Transport en Mobiliteit Leuven toont aan dat als 1 op de 10 automobilisten overstapt op de motor, het aantal files met 40 procent afneemt.’ Het zou eveneens helpen, vult Punt aan, als de overheid de huidige Rijbewijsrichtlijn zou veranderen waarbij het, net zoals in veel omringende landen, voor 16-jarigen mogelijk wordt om op een A1 motor van 125 cc te kunnen rijden. ‘Niet zoals dat nu vanaf 18 jaar

JAAROVERZICHT 2018


sectie Motoren

is toegestaan op alle wegen, dus inclusief de snelwegen, maar uitsluitend op secundaire wegen. Dit betekent minder files en vergroot de verkeersveiligheid omdat het A1 rijbewijs 16-jarigen dan een alternatief biedt voor de brom/snorscooter op het fietspad.’ De sectievoorzitter vindt het niet verstandig dat A1 berijders met een relatief lichte 125 cc machine op dit moment op snelwegen tussen personen- en vrachtauto’s door mogen manoeuvreren. ‘Dat vraagt om problemen. Dan is het veel beter om de richtlijn aan te passen, de leeftijdsgrens voor de categorie A1 te verlagen met als beperkende factor dat het rijden op snelwegen niet is toegestaan.’

‘ De motorfiets kan een goede bijdrage leveren in alle mobiliteitsvraag­ stukken’

ACTIEPLAN VERBETERING VERKEERSVEILIGHEID Het aantal motoren op de weg verviervoudigde tussen 1990 en 2016 van 160.177 tot bijna 720.000 machines nu. Tegelijkertijd nam de verkeersveiligheid toe. Het aantal dodelijke motorslachtoffers halveerde de afgelopen jaren van 102 in 2002 naar 51 in 2017. Ondanks die daling blijft de motorrijder een kwetsbare verkeersdeelnemer. Om de verkeersveiligheid van motorrijders te verbeteren heeft het ministerie van IenW, samen met het Motorplatform, waarin de sectie actief participeert, het tweede Actieplan Verbetering Verkeersveiligheid Motorrijders (AVVM 2) ontwikkeld. Het AVVM 2, dat het eerdere Actieplan uit 2011 opvolgt en deel uitmaakt van het nieuwe Strategisch Plan Verkeersveiligheid, is inmiddels door minister Nieuwenhuizen aangeboden aan de Tweede Kamer. Van Eikenhorst noemt het plan een belangrijke stap om het aantal slachtoffers terug te dringen. ‘Het richt zich met name op het terugbrengen van de risico’s die verkeersonveiligheid voor de motorrijder veroorzaken. Belangrijke maatregelen in dit plan zijn onder meer verbeterde detectie van motorrijders door aandacht voor verkeersveiligheidssystemen in (vracht)auto’s, continue ­voorlichting, aanvullend onderzoek naar motorongevallen en meer aandacht voor risicoherkenning bij motorrijles en stimulering van nascholing.’

doelgroepen, licht Van Eikenhorst toe. ‘De ruim half miljoen i­nactieve of ‘slapende’ motorrijders die wel over een motor­ rijbewijs beschikken, maar het afgelopen jaar niet meer hebben gereden; de één miljoen potentiële motorrijders die geen motorrijbewijs hebben, maar hebben wel interesse om motor te rijden, en de ruim 600.000 actieve motorrijders. Deze laatste groep rijdt vooral recreatief en slechts een klein deel van hen gebruikt de motor voor het woon-werkverkeer.’ Voor deze campagne zet de sectie verschillende communicatiemiddelen in. De spil daarvan is de website www.deslimmemotorrijder.nl met daarop relevante en actuele content per doelgroep én een kennisquiz over motorrijden.

IMAGOCAMPAGNE

AMBASSADEURS MOTORBRANCHE

Een viertal onderwerpen bepaalde in het verslagjaar de agenda van de sectie. Naast het continu monitoren en waar dat nodig is bijsturen van nationale en Europese relevante regelgeving werd binnen het communicatietraject medio 2018 gestart met de imago­campagne ‘De slimme rijder is een motorrijder’. De campagne, die een permanent karakter heeft, richt zich op drie

Veel tijd en energie besteedde de sectie aan opleidingen. Niet alleen moet het aanbod van goed technisch personeel aansluiten op de vraag, monteurs moeten eveneens meebewegen met de snelle technologische veranderingen die de motorfiets doormaakt, verduidelijkt Punt. ‘Dat proces ondersteunen en faciliteren wij. Vergeet niet dat een motorfiets al lang geen simpel product meer is. Een eerste monteur moet zo langzamerhand beschikken over de kennis van een IT-specialist.’ Ten slotte speelt de sectie een actieve rol in het opleidingstraject van jeugd motorsport en onderzoekt de mogelijkheden om meer jongeren te interesseren, te enthousiasmeren en te stimuleren om de motorsport te gaan beoefenen. Dat is van een niet te onderschatten belang, besluit Punt. ‘Zij leggen immers als ambassadeurs van de motorbranche de basis voor onze toekomst.’

BEHAALDE RESULTATEN – Het leveren van een concrete bijdrage aan het Tweede Actieplan Verbetering Verkeersveiligheid; – Het bieden van ondersteuning in het opleidingstraject van technisch personeel; – Jongeren enthousiasmeren voor de motorsport; – Campagne ‘De slimme rijder is een motorrijder’ gestart.

JAAROVERZICHT 2018

Martijn van Eikenhorst, Sectiemanager ­Motoren

14


sectie RAI Automotive Industry

‘ Gezamenlijk kansen ontginnen in de mondiale automotive industrie De automotive industrie bevindt zich in een transformatie en is bezig zichzelf opnieuw uit te vinden, zegt sectie­voorzitter Jan-Maarten de Vries. ‘Onder andere digitalisering en milieuwetgeving noodzaken auto­ fabrikanten en hun leveranciers tot strategische heroriëntatie. De wedloop om het eigendom van data, waaruit waardevolle informatie en kennis wordt gedestilleerd, noodzaakt tot nieuwe businessmodellen.’

R

AI Automotive Industry beschouwt het als een van haar kernactiviteiten om met en voor haar leden de risico’s en de kansen van marktontwikkelingen te identificeren en te delen en hiervoor allerlei activiteiten te initiëren, organiseren en te faciliteren. In samenwerking met CLEPA worden de belangen van de leden vertegenwoordigd bij het tot stand komen van Europese wet- en regelgeving. De sectie trekt hierbij intensief op met onder andere RAI AutomotiveNL en zusterorganisaties in Europa. Leden kunnen met deze kennis en netwerken hun marktpositie versterken.

ECONOMISCHE FACTOR RAI Automotive Industry vertegenwoordigt zo’n 65 Nederlandse ondernemingen die deel uitmaken van grote mondiale beursgenoteerde spelers. Met een jaarlijkse omzet van ruim 10 miljard euro met ongeveer 45.000 medewerkers in Nederland vormen zij een economische factor van belang, verduidelijkt sectiemanager Peter

‘ De veranderende functie van de auto vraagt om nieuwe verdienmodellen’ Derks. De verscheidenheid van leden is groot. Niet alleen qua omvang, maar ook wat betreft hun business: het ontwikkelen en produceren van materialen, componenten, (sub)systemen en (engineering)diensten. Dat biedt hun veel mogelijkheden om kennis, ervaring, expertise en netwerken met elkaar te delen en te bundelen en zich gezamenlijk te presenteren met innovatieve proposities bij autofabrikanten en hun systeemleveranciers.

15

MEGATRENDS De Vries signaleert op dit moment een aantal megatrends die de komende jaren strategiebepalend zullen zijn voor de maakindustrie. Zo is sprake van wereldwijd vertragende marktgroei die een toenemende margedruk veroorzaakt. Tegelijkertijd vindt een snelle technologieverandering plaats die de sector dwingt tot hoge investeringen en aanzet tot innovatiekracht. Een andere ontwikkeling die grote impact heeft betreft de digitalisering, waardoor nieuwe toetreders zoals Google en Uber, zich aanbieden. De Vries: ‘Deze ontwikkelingen zorgen voor meer concurrentiedruk bij OEM’s en dit trekt vervolgens een zware wissel op de toeleveranciers aangezien autofabrikanten immers de gevolgen hiervan

‘ De automotive industrie is bezig zichzelf opnieuw uit te vinden’

Peter Derks, Sectiemanager RAI Automotive­ ­Industry

JAAROVERZICHT 2018


sectie RAI Automotive Industry

zullen trachten af te wentelen op hun toeleveranciers. Die zullen op hun beurt dus scherp aan de wind moeten gaan varen met ‘operational excellence’ om voldoende rendementen te behalen.’

DIGITALISERING De opkomst en het belang van Big Data heeft geresulteerd in nieuwe verdienmodellen. Hij onderscheidt op dit moment een tweetal contrasterende tendensen. Terwijl de automotive industrie naarstig op zoek is naar nieuwe verdienmodellen buiten de eigen sector, trachten traditioneel branchevreemde toetreders

‘ De automotive industry vormt een economische factor van belang’ zoals Google en Uber datzelfde te doen door tot de automotive branche toe te treden.

KRACHTEN BUNDELEN De Vries voegt hier aan toe dat als met de verkoop van informatie potentieel meer winst wordt gemaakt dan met de verkoop van auto’s het niet ondenkbaar is dat autofabrikanten hun functie als financieel dienstverlener gaan uitbreiden. ‘Want als men over zoveel gevalideerde data beschikt over het voertuig, de bestuurder én de gebruiksdoelen, dan kunnen autofabrikanten daarmee accurate risicoanalyses maken voor bijvoorbeeld ­verzekeringen en dergelijke, waardoor vervolgens de verzekeringsbranche onder druk komt te staan. Dit is een van de grote drivers van de ‘Connected Car’.

TWEESPORENSTRATEGIE Om de geschetste trends naar de toekomst te projecteren, voor de leden kansen te creëren en hen handvatten aan te reiken heeft de sectie een strategie ontwikkeld die twee richtingen op gaat, beklemtoont Derks. ‘Dit betekent dat we ons extern, in samenwerking met AutomotiveNL en andere stakeholders maximaal zullen profileren. Verder willen we leden nog intensiever met elkaar verbinden door kennisuitwisseling, expertise te delen etc.’ Het is cruciaal, vervolgt hij, om als een gezamenlijke tandem op te trekken. Met de leden onderling, de collega secties, de buitenlandse zusterorganisaties van RAI Vereniging en met de koepel­ organisatie CLEPA als verbindende schakel op het gebied van w ­ eten regelgeving naar de Europese Unie. ‘De auto-industrie is nu eenmaal mondiaal.’

PROFILERING Extern profileerde de sectie zich in het verslagjaar onder meer door acte de présence te geven op buitenlandse beurzen en

JAAROVERZICHT 2018

Jan-Maarten de Vries, voorzitter sectie RAI Automotive Industry: ‘Het is onze missie is om de sectie als merk nog duidelijker te positioneren binnen en buiten Nederland.’

tentoonstellingen, Tech-days en bijvoorbeeld Captains’ Dinners en Management Meetings. En ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan van RAI Vereniging kwamen de Europese koepelorganisaties ACEA (auto-industrie), CLEPA (automotive aftermarket) en FIA (internationale federatie die zich o.a. richt op het bevorderen van duurzame en veilige mobiliteit) medio juni in Den Haag bijeen voor onder andere hun jaar­vergaderingen. Een dag die werd omlijst met tal van bijzondere gebeurtenissen, zoals de ondertekening van de door RAI V ­ ereniging en ANWB geïnitieerde ‘Road Safety Pledge’ (intentieverklaring verkeersveiligheid) en de uitreiking van de CLEPA Innovation Awards 2018. Doel van deze award is om innovatieve bedrijven een podium te bieden, kennis te delen, krachten te bundelen en samenwerking te bevorderen.

16


sectie RAI Automotive Industry

De verkiezing onderscheidt opvallende prestaties van spelers in de automotive toe­­leveringsindustrie in de categorieën: ‘Environment, Safety, Connectivity, Automation and Cooperation. Prijswinnaars in deze categorieën werden: Plastic Omnium, Bosch, TomTom en Inteva, terwijl voor het eerst ook een speciale award aan mkb-ondernemingen werd uitgereikt aan respectievelijk Brigade, Navads en Voxdale.

PEER WORKSHOPS Binnen RAI Vereniging zelf wordt optimaal aansluiting gezocht met de andere secties en met name met RAI AutomotiveNL, besluiten Derks en De Vries. Voor 2019 staat inmiddels als geheel nieuw initiatief een aantal ‘peer workshops’ op de agenda. Bij de organisatie van deze workshops, die in nauwe samenwerking met de

17

leden zelf en RAI AutomotiveNL plaatsvinden, gaat het er vooral om kennis en ervaring te delen. Bijvoorbeeld op het gebied van product- en procesinnovatie, talentontwikkeling en duurzaamheid (circulair ondernemen). ‘Onze missie is om de sectie als merk nog duidelijker te positioneren binnen en buiten Nederland en de toegevoegde waarde die wij kunnen bieden nog beter zichtbaar te maken.’

BEHAALDE RESULTATEN –S amenwerking met AutomotiveNL intensiveren; – Sectie als merk nog duidelijker positioneren; – Een platform voor de leden ontwikkelen waardoor zij zich maximaal kunnen profileren.

JAAROVERZICHT 2018


sectie RAI AutomotiveNL

Leo Kusters, sectiemanager RAI AutomotiveNL: ‘We promoten Nederland overal waar dat kan als innovatief automotive export- en vestigingsland’

‘Internationaal innovatie­­netwerk ­ verbreden en versterken’

JAAROVERZICHT 2017

18


sectie RAI AutomotiveNL

Sinds 1 juli 2018 wordt de beoogde integratie tussen RAI Vereniging en AutomotiveNL vorm gegeven. Daarmee is RAI AutomotiveNL de tiende sectie binnen RAI Vereniging en ontstaat één krachtig professioneel platform voor de automotive sector in Nederland. RAI AutomotiveNL maakt zich sterk om Nederland nadrukkelijk als zowel export- als innovatieland op de kaart te zetten. Want, zegt Leo Kusters, sectiemanager en directeur: ‘innovatie en het daarbij behorende netwerk is de kern van ons bestaan.’

D

e automotive bedrijven die binnen RAI Vereniging en AutomotiveNL zijn verenigd, vertegenwoordigen gezamenlijk een productiewaarde van zo’n 20 miljard euro, vertelt Kusters. ‘Ruim 90 procent van dit bedrag heeft betrekking op export. De krachtenbundeling is een logisch gevolg van de grotere dynamiek binnen de sector en daarbuiten. En die maakt een integrale aanpak doeltreffender en efficiënter.’

VERBINDEN VAN PARTIJEN Als zelfstandige sectie die ruim 175 deelnemende partijen telt, blijft RAI AutomotiveNL gevestigd op de Automotive Campus in Helmond. Volgens Kusters vullen beide organisaties elkaar perfect aan. ‘Bij RAI Vereniging ligt de expertise vooral op het gebied van handelsbevordering, wet- en regelgeving en de politieke lobby in Den Haag en Brussel. Als clusterorganisatie van de Nederlandse automotive industry ligt de focus bij RAI AutomotiveNL met name op het ondersteunen, begeleiden en stimuleren van innovatie (van jonge start-ups tot aan het groot bedrijf) en het nationaal en internationaal verbinden van partijen. In de sectie nemen ook kennisinstellingen (TU’s, HBO’s, TNO’s etc.) en verschillende overheidsinstanties deel. Er ligt een accent op publiek/private samenwerkingsprojecten.’

19

JAAROVERZICHT 2018


sectie RAI AutomotiveNL

LANDENBENADERING De sector waarin veel leden van RAI AutomotiveNL opereren leunt zwaar op innovatie. Onderwerpen als smart, green en nieuwe productietechnieken en materialen zijn dominante factoren in de bedrijfsvoering, verduidelijkt Kusters. ‘Daarvoor willen bedrijven onder andere zoveel mogelijk gebruik maken van ons netwerk. Naast het eigen netwerk behoort versterken van het internationaal innovatienetwerk tot een van de speerpunten van de sectie. Dat gebeurt onder andere via een ‘landen­ benadering’. Tot een van de prioriteitslanden behoort bijvoorbeeld Frankrijk. Daar is afgelopen jaar veel energie in gestoken.

‘ Innovatie en het daarbij behorende netwerk is de kern van ons bestaan’ ­ ergeleken met Duitsland, dat zo’n 44 procent van het totale V exportvolume vertegenwoordigt, blijft Frankrijk met 5 procent nog ver achter. Daar ligt nog veel groeipotentie. Andere focuslanden zijn de Groot-Brittannië en de V.S.’

NEDERLAND PROMOTEN Naar zijn oordeel vervult Nederland als pilot land op het gebied van Green en Smart Mobility absoluut een voortrekkersrol en liggen er veel kansen voor zowel binnenlandse als internationale ondernemingen. ‘Daarom promoten we Nederland overal waar dat kan tevens als innovatief automotive vestigingsland. Bijvoorbeeld op internationale beurzen en tentoonstellingen.’ Zo gaf AutomotiveNL in 2018 vier maal acte de présence op automotive beurzen in Frankrijk. Met Michigan, dé automotive staat van de V.S, werd zelfs een Memorandum of Understanding afgesloten om samen te werken op innovatie onderwerpen. ‘Michigan beschouwt Nederland als een innovatiecentrum dat er toe doet. Niet alleen qua technologie, maar eveneens als land dat nieuwe ontwikkelingen en concepten snel omarmt en daarmee experimenteert.’ Een eerste concreet resultaat betrof de inbreng bij een door de Michigan Development Board georganiseerde Smart Mobility workshop tijdens het ITS World Congress in Denemarken.

STRATEGISCHE BEWEGING Ook de fusie met RAI Vereniging levert volgens Kusters een cruciale bijdrage aan het verder kunnen uitbreiden van het netwerk. Met name omdat veel leden van RAI Vereniging in de waardeketen dichter bij de klant staan. Hij stelt in dit verband vast dat bedrijven in toenemende mate elkaars expertise gebruiken om sneller te kunnen innoveren. Tegelijkertijd komen er meer ‘living labs’, waarbij de praktijk zelf als laboratorium dient. Met als doel om zo diensten te kunnen ontwikkelen en toevoegen aan

JAAROVERZICHT 2018

producten, vaak gebaseerd op grote hoeveelheden data. Kusters: ‘neem bijvoorbeeld een bedrijf als TomTom dat navigatiekaarten moet voorzien en verrijken met allerlei additionele info om auto’s zelfstandig te kunnen laten rijden. TomTom zal in de toekomst, veel meer dan nu, afhankelijk zijn van info die een gemiddelde auto genereert om zo hun kaarten te voeden en up-to-date te houden. De samenwerking met andere partijen is daarbij cruciaal. Wij proberen de samenwerking tussen bedrijven die voor die toekomst nodig is nu al in de steigers te zetten.’

UITDAGING De sectiemanager beschouwt het als zijn persoonlijke uitdaging om de uitgezette koers als het gaat om het versterken van het internationaal innovatienetwerk met veel elan voort te zetten. Een ambitie die in 2019 manifest moet worden is de verdere samenwerking met RAI Automotive Industry bijvoorbeeld in de deelname aan verschillende buitenlandse events, de zogeheten Techdays en innovatie Workshops. Ook de deelname aan het ITS Europe congres dat in juni 2019 in Eindhoven plaats vindt en het gezamenlijk optrekken met RAI Vereniging tijdens de internationale verkeersveiligheidsbeurs ESV (eveneens in Eindoven) biedt een grote kans voor de leden.

DATA EN INNOVATIE Om meer grip te krijgen op de hoogwaardige datastromen die in het hele innovatieproces cruciale rol vervullen, werkt sectie RAI AutomotiveNL, samen met partijen als NXP, TNO, TomTom en de overheid, aan het opzetten van een kennis- en innovatieprogramma waarin het massaal verkrijgen en verwerken van hoogwaardige sensordata die autonoom rijden mogelijk maken centraal staat. Dit initiatief, werkend onder de naam International Connected Automated Driving Initiative (ICADI), moet komend jaar zijn beslag krijgen. Tot slot wijst Kusters op de effecten en vooral de kansen die de Klimaatwet en het Klimaatakkoord op de automotive industrie kunnen hebben. ‘Naast een grote groep die zich bezig houdt met laadinfra, is een groeiend aantal leden volop actief met de ­elektrificatie van voertuigen. Naar analogie van ICADI is het de bedoeling om als sectie vergelijkbare programma’s te ontplooien ter ondersteuning en stimulering van de branche.’

BEHAALDE RESULTATEN – Dossiers en activiteiten optimaal afstemmen met sectie RAI Automotive Industrie; – Opzetten hoogwaardig onderzoeks- en applicatieprogramma Connected Automated Driving; – Innovatieprogramma Green Mobility en Material and Production and technology; – Innovatie samenwerkings programma’s met Frankrijk en Michigan aangegaan; – Participatie in nieuwe Europese cluster programma’s (o.a. Future Vehicle en H2 share).

20


sectie Scooters

‘ Scooter speelt cruciale rol in de transitie naar zero emissie’ De Nederlandse overheid erkent en beschouwt de bromfiets en snorfiets, mede dankzij jarenlang lobbywerk, inmiddels als een volwassen vervoersmodaliteit met een onmiskenbaar maatschappelijk nut, stelt sectievoorzitter Alex van den Hoff. ‘Bovendien is de brom- en snorfiets in de transitie naar zero emissie van grote toegevoegde waarde. Daarvoor zijn wel financiële prikkels nodig. Als sectie leveren wij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat graag ideeën aan om dit proces te faciliteren.’

M

ARKTONTWIKKELINGEN

De markt van brom- en snorfietsen kwam het afgelopen jaar in roeriger vaarwater en ondervond de nadelige effecten van de uitfasering van Euro 2 tweetakt scooters per ultimo 1 januari 2018. Vanaf dat moment zouden namelijk alleen nog Euro 4 scooters zijn toegelaten. Dit leidde er toe dat in de laatste twee maanden van 2017 een bovengemiddeld volume van 14.000 exemplaren werd geregistreerd, bestaande uit Euro 4-takt voorraden bij zowel dealers als importeurs. Zonder die naar voren getrokken verkopen zou de totale markt, die in 2018 op ongeveer 67.000 eenheden uitkomt, het verslagjaar nagenoeg gelijk zijn gebleven. Het besluit van toenmalig staatsecretaris Dijksma van IenW over die uitfasering heeft enorme turbulentie veroorzaakt, dealers en importeurs onnodig op kosten gejaagd en de markt vertekend, zegt Van den Hoff. ‘Weliswaar is de Nederlandse overheid op 14

‘ Gedrag moet leidend zijn in het verkeer’ december 2017 voor het nemen van die maatregel door de Europese Commissie aangesproken en is inmiddels een deel van dit besluit teruggedraaid, maar het meeste kwaad was al geschied. Dealers en importeurs hebben veel onnodige kosten gemaakt zonder dat het milieu er mee was gediend. Integendeel, deze maatregel droeg er toe bij dat veel, niet bij RAI Vereniging aangesloten bedrijven, er op anticipeerden dat de verkoop van goedkopere Euro 2 brom-/snorfietsen nog een tijdje door zou lopen en hebben daar extra op ingezet.’

21

ONNODIGE MARKTFLUCTUATIES Naar zijn oordeel zou het de overheid sieren wat eerder het oor te luisteren te leggen bij het bedrijfsleven. ‘Bij een normale (wettelijk bepaalde) eindevoorraadsregeling zouden die extreme marktfluctuaties zich niet hebben voorgedaan.’ Sectiemanager Martijn van Eikenhorst noemt het vooral frustrerend dat de sector een nette afspraak had gesloten met IenW om per 1 januari 2017 af te zien van de import en verkoop van de meest vervuilende 2-takt varianten en voor de overige 4-takt

‘IenW beschouwt de scooter inmiddels als een ­v­olwassen vervoers­ modaliteit’

Martijn van Eikenhorst, Sectiemanager ­Scooters

JAAROVERZICHT 2018


sectie Scooters

aangedreven scooters de Europese Richtlijn ten aanzien van de restantvoorraadregelingen zou respecteren. ‘Hiermee zou een economisch gezonde en voor het milieu meest efficiënte afbouw van de resterende Euro 2 voorraad zijn gewaarborgd. Helaas zette de overheid, zonder aankondiging, een streep door deze regeling. Dit maakt het voor de branche vrijwel ondoenlijk om een langetermijnstrategie te ontwikkelen. Bovendien zet dit de relatie met de overheid onder druk.’

RUN OP E-SCOOTERS Twee segmenten die er in de registratiecijfers in positieve zin uitspringen zijn de e-scooter en de motorscooter. De vraag naar elektrische scooters is in één jaar tijd explosief gestegen en qua

‘ De scooter is een vervoer­ middel voor iedereen’ volume bijna verdrievoudigd tot zo’n 4.500 stuks in 2018. Daarvoor zijn volgens Van den Hoff een drietal oorzaken aan te geven: het grotere aanbod door kwalitatief betrouwbare spelers, de kentering die gaande is in het milieubewustzijn en het milieubeleid in met name grote steden waarbij in toenemende mate emissienormen gelden voor ‘vervuilende’ vervoermiddelen. Ook de motorscooter, met 2.000 verkochte exemplaren goed voor bijna een vijfde van de totale motorfietsmarkt, blijft populair. Tot de voornaamste doelgroepen behoren consumenten die op zoek zijn naar comfortabele en flexibele mobiliteit in combinatie met een stuk ‘leisure’.

VOLWASSEN VERVOERSMODALITEIT Zowel Van den Hoff als Van Eikenhorst noemen het verheugend dat, ondanks de soms landelijke en stedelijke politieke fricties, het ministerie van IenW de brom- en snorfiets beschouwt als een volwaardige vervoersmodaliteit die verantwoordelijk is voor een serieuze vervoersprestatie met een maatschappelijk grote toegevoegde waarde. Van den Hoff: ‘Dat is deels te danken aan de intensieve lobby die wij als sectie al jaren voeren, maar vooral ook vanwege de belangrijke bijdrage die de brom- en snorfietser kan hebben in de transitie naar zero emissie. Daar werken wij, samen met de overheid, graag aan mee. Op voorwaarde dat wel duidelijk is welke regels men aan fabrikanten stelt.’

HELDERE RICHTLIJNEN Hij benadrukt dat Nederland goed moet nadenken over de richtlijnen op basis waarvan voertuigen in het publieke domein worden toegelaten. Het ongeval met de Stint laat naar zijn oordeel zien dat er in een aantal gevallen weeffouten in de wetgeving aanwezig zijn, omdat ‘sommige producenten zomaar een mandaat krijgen om hun producten op de openbare weg toe te laten’, terwijl andere onderworpen zijn aan strenge homologatie eisen ten aanzien van

JAAROVERZICHT 2018

Alex van den Hoff, voorzitter sectie Scooters: ‘Voor de transitie naar elektrisch is een uniforme financiële prikkel nodig’

constructie, veiligheid, uitstoot en verlichting. Daarnaast zijn, vervolgt de sectievoorzitter, stringente richtlijnen en de naleving er van, nodig als het gaat om gedrag. ‘Ik blijf er voor pleiten de indeling in voertuigcategorieën los te laten en in plaats daarvan uit te gaan van doelgroepstroken, waarbinnen een bepaalde snelheid en een gedragscode leidend zijn.’ Dat laatste is, vindt hij, van niet te onderschatten belang. ‘Technische manipulatie van voertuigen door consumenten is immers niet tegen te houden. En als een consument verantwoordelijk is voor zijn of haar eigen gedrag, dienen daar heldere regels voor te gelden. Tegelijkertijd moeten het voor voertuigfabrikanten volstrekt duidelijk zijn aan welke kwalificaties hun producten dienen te voldoen.’

SNORFIETS NAAR DE RIJBAAN Hoewel sommigen om uiteenlopende redenen de snorfiets naar de rijbaan willen verbannen, vindt de sectie dit een slecht plan, aangezien er geen enkele noodzaak bestaat en er geen enkele garantie is dat snorfietsers op de rijbaan veilig zijn. Het verdrijven van álle snorfietsen van het fietspad naar de rijbaan veroorzaakt eerder meer problemen dan het oplost, voorspelt Van Eikenhorst. ‘Ik zie het niet gebeuren. Dan zou je namelijk de hele binnenstad tot een 30 kilometer zône moeten definiëren. Consumenten gaan zich er bovendien niet aan houden, omdat zo’n maatregel niet is te hand-

22


sectie Scooters

haven. De calculerende burger gaat dus gewoon zijn eigen weg en doet waar die zin in heeft. Het grootste probleem is de drukte op het fietspad en een infrastructuur die de druk niet aankan. Laten we daar onze energie insteken in plaats van mensen naar een rijbaan verplaatsen waar de snelheid maximaal 50 km/h is.’

verbannen en ze een helm op te laten zetten. Ik geloof veel meer in de invoering van een categorie licht gemotoriseerde tweewielers, al dan niet elektrisch, met of zonder trapas, waarbij een bepaald gedrag hoort met bij voorkeur een doelgroepstrook.’

FINANCIËLE PRIKKEL

‘ Het besluit over de ­uitfasering van Euro 2 s­ cooters heeft enorme­ t­ urbulentie veroorzaakt’ Van den Hoff voegt hier aan toe dat het überhaupt niet zo relevant is of een scooter 25, 30 of 50 km/u mag rijden. ‘Het gaat er om hoe men zich in het verkeer gedraagt. Vanuit die optiek zou een scooter die 50 km/u kan rijden op een doelgroepstrook niet harder dan 30 mogen rijden. Je lost het probleem niet op door eenvoudig een groep consumenten naar een willekeurig stuk wegdek te

23

Beiden zeggen het als hun uitdaging te beschouwen er voor te zorgen dat de scooter de komende jaren stevig wordt verankerd in de mobiliteitsketen. Bij voorkeur op een zo milieuvriendelijk mogelijke manier. De vooruitzichten zijn wat dat betreft gunstig, want alle Europese binnensteden slibben dicht. Niet alle vervoer kan tenslotte per fiets en de licht gemotoriseerde tweewieler, al dan niet elektrisch, zal dus een prominente rol blijven spelen in de mobiliteit op de korte afstanden. Van den Hoff: ‘De scooter is, zowel privé als beroepsmatig, een vervoermiddel voor iedereen in alle lagen van de bevolking. Het gaat er nu om hier samen met de overheid landelijk en lokaal beleid voor te ontwikkelen.’ Om de transitie naar elektrisch te bevorderen is onder andere een financiële prikkel nodig, besluit hij. ‘En die dient voor iedere Nederlander hetzelfde te zijn. Daar zijn perfecte instrumenten voor, zoals het verlagen van de BTW of aftrekmogelijkheden in de sfeer van de inkomstenbelasting, zoals in België het geval is. IenW heeft ons al uitgenodigd om hier ideeën voor aan te reiken.’

JAAROVERZICHT 2018


sectie zware bedrijfswagens

Transport­ sector vraagt om ­realisme in klimaat­ discussie De effecten van het Klimaatakkoord gaan uiter­ aard niet voorbij aan het wegtransport. De sector doet al het maximale om voertuigen zo zuinig mogelijk te maken, want een derde van de kosten voor vervoerders en verladers heeft immers betrekking op brandstof. Nieuw zijn de aan­ gekondigde Europese CO2-grenswaarden voor trucks, trailers en bussen die de uitstoot verder moeten terugdringen. Tegelijkertijd werkt de sector hard aan zero emissie stadslogistiek en aan technische oplossingen met adaptive cruise control in combinatie met intelligente verkeers­ lichten die forse brandstofbesparingen kunnen opleveren.

S

ectiemanager Wijnand de Geus zegt er wel voor te willen blijven waken dat het realisme in de klimaat­ discussie behouden blijft. ‘Het moet wel haalbaar zijn en in een aantal gevallen valt er met relatief eenvoudige en goedkope technische oplossingen al veel winst te behalen.’ De markt omschrijft hij als stabiel met goede vooruitzichten. Het versterkte vertrouwen in de economie en de toegenomen consumentenbestedingen vertaalden zich in 2018 in een grotere vraag naar transport en wakkerden de investeringen in nieuwe voertuigen aan. Met als resultaat dat het jaarvolume van zware trucks eindigde op ruim 17.000 voertuigen, zo’n 10 procent meer dan in 2017.

JAAROVERZICHT 2018

Wijnand de Geus, Sectiemanager Zware Bedrijfswagens: ‘Vaak valt er met relatief eenvoudige en goedkope technische ­oplossingen al veel winst te behalen’

24


sectie zware bedrijfswagens

25

JAAROVERZICHT 2018


sectie zware bedrijfswagens

CO2-GRENSWAARDEN De Geus laat weten dat er in de aanloop naar de nieuwe CO2-grenswaarden voor heavy trucks in het afgelopen jaar veel is gedaan om de achterban zo goed mogelijk over de aanstaande Europese wetgeving voor te lichten. Daarbij trok de sectie samen op met RAI CarrosserieNL, aangezien deze wetgeving geldt voor de gehele trailercombinatie en dus ook grote gevolgen heeft voor

‘ Het is jammer dat ­Nederland nog geen besluit heeft genomen over LNG-accijnscompensatie’ de trailerbranche. Om de effecten er van in kaart te brengen heeft een onderzoek-consortium, bestaande uit CE Delft, TNO en TU Graz in opdracht van de Europese Commissie, een zogeheten baseline ontwikkeld voor deze grenswaarden. Op basis van dit simulatieprogramma, dat bekend staat onder de naam VECTO, moeten uiteindelijk de CO2-certificaten van voertuigen worden bepaald. Naar verwachting zullen de eerste VECTO-voorstellen in 2019 worden geformuleerd, inclusief grenswaarden.

LNG-ACCIJNSCOMPENSATIE Samen met TLN en EVO nam de sectie Zware Bedrijfswagens deel aan de Klimaattafel om, deels met behulp van nieuwe techno­ logieën, de uitstoot in het Nederlands wegtransport terug te dringen. De Geus noemt het wat dat betreft wrang dat Nederland nog geen besluit heeft genomen over de LNG-accijnscompensatie. ‘Veel transporteurs, tankstations en OEM’s hebben in deze ­schonere brandstof geïnvesteerd. En het is nodig dat de accijnscompensatie voorlopig nog even blijft, aangezien de LNG nog altijd duurder is dan diesel.’

ECOCHAMPS Dat de elektrificering en hybridisering van trucks en bussen volop in ontwikkeling is werd duidelijk tijdens het ECOCHAMPS event dat in april in het RAI Congrescentrum plaats vond. Dit Europese R&D-project, dat bestaat uit een consortium van 26 automotive partijen, doet onderzoek naar de toepassing en potentie van hybride en elektrische aandrijflijnen van zowel personen- als bedrijfswagens. De rol van Nederland binnen ECOCHAMPS, waarvan DAF Trucks een van de trekkers was is aanzienlijk, vertelt De Geus. Parallel aan ECOCHAMPS organiseerde de sectie een speciaal ‘Zero emission truck congres’ in RAI Amsterdam, om verladers en vervoerders uit de transportwereld volledig bij te praten over de status en beschikbaarheid van uitstootloze trucks in Nederland en Europa. Aan de bijeenkomst namen nagenoeg alle Nederlandse OEM’s

JAAROVERZICHT 2018

(Volvo, DAF, Scania, MAN, VDL, EMOSS en E-trucks Europe) deel. Op het buitenterrein van de RAI konden de aanwezigen een aantal ‘state-of-the-art’ vehicles met eigen ogen aanschouwen en zij werden tijdens het congresgedeelte door de verschillende gastsprekers op de hoogte gesteld van de voordelen, technische mogelijkheden, kansen en uitdagingen die een grootschaliger inzet van E-trucks met zich mee kan brengen. Ook werden zij geïnformeerd over de huidige en toekomstige beschikbaarheid van elektrische en hybride trucks. Volgens De Geus beschikt de branche over meer dan voldoende innovatiekracht om dit te realiseren al zal de overschakeling naar emissieloze stadsdistributie nog echt wel tijd gaan vergen.

ZERO EMISSIE STADSLOGISTIEK De sectiemanager noemt het verheugend dat de branche op een breed front bezig is met het realiseren van zero emissie stads­ logistiek. Dat werd onder meer manifest tijdens de IAA Hannover in september waar alle OEM’s voertuigvarianten met elektrische aandrijflijnen presenteerde. Die bieden benadrukt hij, een ­uitstekende oplossing voor het vervoer over korte afstanden. Voor lange afstandstransport blijft vooralsnog diesel, (bio)LNG en op termijn wellicht waterstof het enige alternatief.

REDUCTIE BRANDSTOFVERBRUIK De sectie was in het verslagjaar sponsor van het Heavy Vehicle Technology Transport (HVTT) congres. Een driedaagse bijeenkomst in Rotterdam waar truckfabrikanten, vertegenwoordigers van de overheid, carrosseriebouwers en toeleveranciers bijeen kwamen. Tijdens dit congres heeft Rijkswaterstaat, samen met 250 transporteurs, een pilot project uitgevoerd met vrachtwagens voorzien van adaptive cruise control in combinatie met intelligente verkeerslichten. Het ging hierbij om trucks die in een colonne reden, waarbij het voorste voertuig in verbinding stond met verkeerslichten, legt De Geus uit. ‘Op die manier ontstond een ‘groene golf’ die een reductie van het brandstofverbruik met 7 procent opleverde. Dit bewijst dat het mogelijk is om op basis van pragmatisme en realisme met bestaande techniek substantieel brandstof te besparen zonder dure infra aan te hoeven leggen of nieuwe trucks te bouwen. Het gaat er nu vooral om dit soort technologie breder onder de aandacht en in de praktijk te brengen.’

BEHAALDE RESULTATEN – Organisator van het ‘Zero emission truck congres’ in RAI Amsterdam; – Sponsor Heavy Vehicle Technology Transport congres (HVTT).

26


sectie RAI CarrosserieNL

Steven Heersma, voorzitter sectie RAI CarrosserieNL: ‘De scenariostudies reiken h­ andvatten aan om optimaal in te spelen op de mobiliteitstransitie die gaande is’

‘ Maatwerk leveren aan de leden’ Voor ons als grootste sectie binnen RAI Vereniging met een zeer gemêleerde achterban is het een voort­ durende uitdaging om de leden optimaal bij te staan en hen maatwerk te bieden, stelt sectievoor­zitter Steven Heersma. ‘Dat doen we door te trachten zo dicht mogelijk bij de individuele ondernemingen te staan met een toegewijd professioneel team dat beschikt over een ambitieus bestuur. Om leden zo goed mogelijk voor te bereiden op de toekomst en hen handvatten aan te reiken om tijdig te kunnen antici­ peren op de mobiliteitstransitie die op dit moment gaande is, zijn vier scenariostudies op weg naar 2025 ontwikkeld.’

H

eersma wijst er op de carrosseriebouw weliswaar de bindende factor vormt van de ruim 300 leden die de sectie vertegenwoordigt, maar dat onder die algemene noemer een breed palet aan ondernemingen ressorteert. ‘Vaak gaat het om bedrijven met een lange en rijke historie en met een in veel gevallen ambachtelijk karakter. Wat hen veelal van buitenlandse concurrenten onderscheidt is de grote mate van flexibiliteit in het productieproces in combinatie met een hoog innovatief vermogen.’ De sectie is onderverdeeld in negen afdelingen, namelijk: Auto Aanpassers Nederland (AAN), Componenten, Bestelwagens, Laad- en Losmiddelen, Brommobielen, Reinigingsvoertuigen, Bussen, Trailers en Carrosserie.

27

MARKTONTWIKKELINGEN De vraag naar aanhangwagens, carrosserieën, opleggers en aanverwante producten ontwikkelde zich onder invloed van het gunstige economische tij opnieuw positief. Alle deelsegmenten zagen het verkoopvolume toenemen. De lichte aanhangwagens tot 3,5 ton noteerden in het verslagjaar een plus van ongeveer 6 procent, terwijl de verkopen van zowel zware aanhangwagens boven de 3,5 ton als die van opleggers met 0,5 procent groeiden. De belangrijkste drivers die de branche extra ruggensteun bieden waren volgens sectiemanager Remco Tekstra met name de ontwikkelingen in de bouw en retail. ‘Voor alle economische activiteiten is immers transport nodig en dat manifesteert zich primair in die sectoren. Los daarvan is er sprake van een autonome groei in de

JAAROVERZICHT 2018


sectie RAI CarrosserieNL

‘ De campagne “van APK naar LPK” heeft geresul­ teerd in 30 procent meer LPK keuringen voor personenliften.’

Tom van Steijn, Sectiemanager RAI CarrosserieNL

transportbehoefte en is inmiddels het effect van uitgestelde investeringen weggeëbd.

QUICK RESPONSE MANUFACTURING Om ondernemingen op tal van terreinen een kennis- en innovatievoorsprong te geven initieert de sectie regelmatig collectieve projecten en workshops. Een goed voorbeeld is de pilot Quick Response Manufacturing (QRM) die in 2018 met een achttal bedrijven is gestart. QRM richt zich op zowel het productieproces als de duurzame inzetbaarheid van werknemers, vertelt Tekstra. ‘QRM stimuleert bedrijven onder andere om als team slimmer en efficiënter te werken aan een product en het procesmatig aanpakken van logistieke- en productie gerelateerde zaken. Dit moet resulteren in kortere levertijden, een verhoging van de kwaliteit van het product en de medewerkerstevredenheid. Uiteindelijk moet dit de slagkracht van een onderneming vergroten.’ Inmiddels heeft de pilot ook veel belangstelling opgewekt bij andere bedrijven en is besloten om QRM in 2019 breder uit te rollen binnen de sector.

JONGEREN BOUWEN TRUCK Net als veel andere sectoren kampt ook de carrosseriebouw met een tekort aan vakbekwaam personeel. Om mbo- en vmbo-­ studenten spelenderwijs in aanraking te brengen met de carros­ seriebranche, heeft de sectie een schaalmodel uit dun plaatwerk ontwikkeld op basis waarvan zij zelf een truck (carrosserie) kunnen bouwen. Op die manier trachten wij het vak carrosserieen trailerbouw bij (v)mbo-leerlingen op een creatieve manier

JAAROVERZICHT 2018

onder de aandacht te brengen en hen enthousiast te maken om te kiezen voor een (leer)baan in de carrosseriebouw, zegt sectie­ manager Tom van Steijn. Om zowel de beeldvorming over de carrosseriebouw te verbeteren als de instroom te bevorderen, brengt de sectie jongeren én bedrijven (ook op individueel niveau) met elkaar in contact via de website www.leerbedrijfcarrosserie.nl. Naast allerlei algemene informatie voor jongeren en filmpjes die een inkijkje geven van wat bepaalde carrosseriebouwers precies doen, is op de site een landkaart te vinden met alle relevante vmbo’s en mbo’s, inclusief hun contactpersonen. Verder verzorgt de sectie gastlessen op vmbo’s en stelt powerpoint-presentaties beschikbaar voor bedrijven om hen hiermee te stimuleren dit soort lessen zelf te gaan geven. Van Steijn: ‘En we verwachten uiteraard veel van het nieuwe initiatief om jongeren aan de slag te laten gaan met een schaalmodel van een vrachtauto om die vervolgens te voorzien van een opbouw en op een creatieve manier op te leuken. Dit doen leerlingen op basis van opdrachten die zijn aangepast op hun niveau en waarmee zij ook wat meer van de achtergrond van de branche meekrijgen.’

CAMPAGNE VAN APK NAAR LPK Teneinde de kwaliteit van de producten te verhogen en bij te dragen tot de veiligheid van de gebruikers, heeft RAI CarrosserieNL de afgelopen jaren een groot aantal keurmerken in het leven geroepen, zoals het Keurmerk Autolaadkranen (ALK), het ­Keurmerk Containerafzetsystemen (LLS), Keurmerk Laadkleppen (LPK), het PIEK-Keur en het Keurmerk Touringcarbedrijf. De nieuwste loot aan deze stam betreft het digitaal RAI keurmerk voor lichte aanhangwagens. Het betreft een grondige jaarlijkse controle op alle vitale onderdelen, zoals remmen, chassis, banden, schokdempers en verlichting en draagt bij aan de veiligheid en het voorkomen van ongevallen. Verder heeft de sectie in 2018 het initiatief genomen voor de campagne ‘van LPK naar APK’. Heersma legt uit dat het hier gaat om personenliften voor onder andere taxibusjes. ‘In de APK stond een artikel dat de APK keurmeester die tijdens de APK moest controleren op werking en bevestiging. In de dagelijkse praktijk werd er echter nauwelijks naar gekeken met als consequentie dat er in feite sprake was van een soort schijnveiligheid. Wij hebben ons er vervolgens hard voor gemaakt om de keuring van personenliften uit de APK te halen. Omdat de keuring van de personenlift wel onder de ARBO wet valt, moeten de individuele ondernemingen er voortaan voor zorgen dat arbeidsmiddelen (lees: personenliften) voortaan jaarlijks gekeurd dienen te worden.’ En dat kan door middel van de LPK. RAI CarrosserieNL is hiervoor een campagne gestart ‘van APK naar LPK’, waarbij een direct mail is gestuurd aan ruim 700 taxibedrijven en dit onderwerp via publicaties en artikelen in de vakbladen onder de aandacht is gebracht.

COLLECTIEVE BEURSDEELNAME Aangezien bijna driekwart van alle leden van RAI CarrosserieNL op grote schaal exporteert naar markten in en buiten Europa,

28


sectie RAI CarrosserieNL

BEHAALDE RESULTATEN – Deelname met collectieve stands aan IAA Hannover en Support 2018; – Er voor gezorgd dat de keuring van personenliften uit de APK is gehaald en een campagne “van APK naar LPK” gestart; – Schaalmodel ontwikkeld waarmee mbo- en vmbostudenten een eigen (truck) carrosserie kunnen bouwen; – Pilot Quick Response Manufacturing (QRM) gestart; – Scenariostudie op weg naar 2025 ontwikkeld.

organiseert de sectie regelmatig collectieve stands op buitenlandse tentoonstellingen. Zo was de branche tijdens de afgelopen IAA in Hannover (20 t/m 27 september) weer prominent aanwezig met een opvallend Holland Paviljoen dat 700 m2 in beslag nam. Tot de deelnemers behoorden dit keer Heiwo, Joloda, Pacton, Imbema Rhiwa, SEM Transport Solutions, Estepe, Caralu en Netcap. Nederland slaagde er in zich in Hannover opnieuw internationaal bij een breed publiek op de kaart te zetten. Net als bij de vorige edities bood de traditionele Holland Borrel op de IAA een uit­­­ stekend netwerkmoment. Ook binnen Nederland gaf de sectie een visitekaartje af. Dat gebeurde onder andere door in juni met de afdeling Auto Aanpassers Nederland (AAN) acte de présence te geven op Support 2018 in de Utrechtse Jaarbeurs, het belangrijkste event voor mensen met een bewegingsbeperking. De AAN presenteerde zich op Support als collectief met een interactieve stand die bezoekers de mogelijkheid bood om met nieuwe én gebruikte aangepaste voertuigen proef te rijden. Daarnaast organiseerde de sectie medio juni een studiereis naar Zuid-Duitsland, waarbij een drietal bedrijfsbezoeken stond gepland en de deelnemers een kijkje in de keuken kregen bij MAN in München, Ziegler in Giengen an den Brenz en ZF in Friedrichshafen.

UITDAGENDE DUURZAAMHEIDSAGENDA Voor de komende jaren liggen er volgens Heersma tal van uit­­ dagingen, met name als het gaat om duurzaamheidsonderwerpen. Hij noemt het wat dat betreft teleurstellend dat, terwijl de branche er alles aan doet om oplossingen te bieden voor de klimaat- en luchtverontreinigingsproblemen, de Europese Commissie domweg drempels opwerpt voor emissieloos ­personenvervoer. Hij verwijst hierbij naar het besluit van de Commissie om Nederland niet langer een ontheffing te verlenen om elektrische personenautobusjes met een gewicht van 3.500 kilo met een B-rijbewijs te besturen. Om de introductie en het gebruik van elektrische bestelbussen te stimuleren, waarvan het maximaal geladen gewicht vanwege de accupakketten al gauw een paar honderd kilo boven de 3.500 kilo uitkomt, heeft de Europese Commissie Nederland een ontheffing tot een maximaal geladen gewicht van 4.250 kilo verleend voor een periode van 5 jaar. Deze ontheffing geldt echter alleen voor goederenvervoer en niet voor personenvervoer. Heersma: ‘Het besluit om geen ontheffing meer te verlenen betekent dat voortaan alleen chauf-

29

feurs in het bezit van een aanvullend D-rijbewijs in deze busjes kunnen rijden. Dat is onbegrijpelijk, want het goederenvervoer krijgt deze ontheffing wel.’

CO2-NORMEN TRUCKS EN TRAILERS Een ander onderwerp dat naar zijn oordeel een serieuze impact op de hele branche zal hebben betreft de Vehicle Energy Consumption Tool, kortweg VECTO. Dit is een simulatieprogramma dat aan de basis staat van de nieuwe Europese milieuwetgeving voor bedrijfswagens, die het ‘oude’ tijdperk van Euronormen afsluit. Uitgegaan wordt van een nauwkeurige meting van zowel brandstofverbruik als CO2-uitstoot van de totale voertuigcombinatie. Die krijgt dan een milieulabel. Zowel combinaties als carrosserieën en trailers, alsmede bussen zullen uiteindelijk allemaal een milieulabel krijgen. Het is de bedoeling dat deze normering voor trucks in 2020 gaat gelden en voor trailers vanaf 2023.

TOEKOMSTSCENARIO’S Om leden te faciliteren bij de implementatie van hun strategische plannen en handvatten aan te reiken die er toe bijdragen zoveel mogelijk toekomstbestendig te zijn heeft RAI CarrosserieNL een viertal toekomstscenario’s ontwikkeld. Bij dit project, ‘Perspectief 2025’ genaamd, waren behalve de sectie eveneens werkgevers uit de branche en het OOC (Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Carrosseriebedrijf) betrokken. Deze scenariostudie levert ingre­ diënten die het mogelijk maken optimaal in te spelen op de mobiliteitstransitie die op dit moment volop gaande is, besluit Heersma. ‘Denk aan truck platooning, autonoom rijden en de gevolgen van de deeleconomie. Stuk voor stuk zaken die de branche ingrijpend zullen veranderen, maar ook interessante kansen bieden.’

‘ Quick Response Manu­ facturing (QRM) moet de slagkracht van een onderneming vergroten’

Remco Tekstra, Sectiemanager RAI CarrosserieNL

JAAROVERZICHT 2018


sectie RAI Aftermarket

Johan van der Hoeven, voorzitter sectie RAI Aftermarket: ‘De politieke impact van het dossier voertuigdata is wellicht groter dan welk onderwerp ooit in het verleden’

JAAROVERZICHT 2018

30


sectie RAI Aftermarket

‘ Datadelen voorwaarde voor autonoom rijden’ Het delen van voertuigdata behoorde het afgelopen jaar tot een van de belangrijkste speerpunten van de sectie RAI Aftermarket. Sectievoorzitter Johan van der Hoeven noemt het datadossier niet alleen van enorme importantie voor de verschillende vormen van mobiliteit in ons land, maar ook voor de toekomst van de aftermarket als geheel. ‘Het delen van data is niet alleen cruciaal voor onafhankelijke garagisten om met de komst van ‘connected cars’ goed onderhoud te kunnen blijven uitvoeren, het is eveneens een voorwaarde om straks autonoom rijden mogelijk te maken.’

D

e sectie RAI Aftermarket is in te delen in twee segmenten: de groep die zich toespitst op 12 volts voertuigen en zij die zich specifiek bezig houden met 24 volts voertuigen. De laatste categorie, die zich richt op het truck- en trailersegment is ­afgelopen september als nieuw netwerk van start gegaan. Binnen het 12 volts segment, dat ongeveer 80 procent van de aftermarket omvat, vallen vooral grossiers en onderdelen leveranciers (de supply chain).

MARKTONTWIKKELINGEN Volgens Van der Hoeven is het aandeel van de aftermarket met 51 procent inmiddels groter dan dat van het OEM kanaal. Hij wijt dit aan het dalende aantal outlets van dealers ten gevolge van het consolidatieproces dat daar nog volop aan de gang is, terwijl de effecten hiervan in de aftermarket al grotendeels zijn uitgekristalliseerd. Verder stelt hij vast dat importeurs zo langzamerhand satellieten van de autofabrikanten zijn geworden, hetgeen in concreto betekent dat de aftermarket feitelijk rechtstreeks zaken doet met autofabrikanten en niet met importeurs. Een constatering die van groot belang is als het gaat om de beschikbaarheid van voertuigdata. ‘Dat is een van de grootste speerpunten van de sectie. De wereld digitaliseert immers en daarbij is toegang tot

voertuigdata onontbeerlijk. In dit dossier is de politieke impact misschien wel groter dan welk onderwerp in het verleden ooit.’

LOBBY VOERTUIGDATA Om het wetgevingstraject rondom dit onderwerp in een positieve richting te sturen trekt de sectie samen op met de Europese Koepelorganisatie FIGIEFA en de Europese AFCAR Alliantie (ADPA, CECRA, CITA, EGEA, FIA, FIGIEFA en Leaseurope). De intensieve lobby van de sectie heeft er op dit moment toe geleid dat minister Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat in een brief aan de Tweede Kamer heeft laten weten een eigen onderzoek te laten uitvoeren op basis waarvan zij een Nederlands standpunt zal formuleren over datadelen. De grote vraag daarbij is, zegt sectiemanager Jeroen van de Braak, hoe dit technisch moet worden geregeld, om welke data het precies gaat en op welke manier dit in wetgeving moet worden verankerd. Ondertussen, merkt Van der Hoeven op, gaan autofabrikanten gewoon door op de ingeslagen route. ‘Met als gevolg dat het doolhof’ waarin de aftermarket een weg probeert te vinden alleen maar groter wordt. Autofabrikanten trachten immers hun eigen positie zo sterk mogelijk te houden.’

BESTUURSZETEL FIGIEFA

BEHAALDE RESULTATEN – Intensievere samenwerking met BOVAG Onafhankelijke Autobedrijven; – AFCAR Alliantie uitgebreid met onder andere CITA (Europese RDW’s); – Pilot gestart met transport en opslag gevaarlijke stoffen; – Collectief lidmaatschap in het leven geroepen voor grossiers; – Consolidatie bestuurszetel binnen FIGIEFA; – Aanwezig met collectieve stand op Automechanica in Moskou; – Nieuw netwerk gecreëerd voor Aftermarket Truck en Trailers.

31

Van de Braak noemt de nieuwe structuur van RAI Vereniging, die in 2017 zijn beslag kreeg en waarbij de sectie meer autonomie kreeg, een uitstekend vertrekpunt om er voor te zorgen dat er een werkbaar en voor de branche acceptabel wetgevend kader voor het delen van voertuigdata komt. Een traject dat voornamelijk via de Europese koepelorganisatie FIGIEFA verloopt, waarin de sectie in de persoon van Cor Baltus (herbenoemd in 2018) een belangrijke bestuurszetel bekleedt. Hij wijst daarnaast op het economisch belang van datadelen. ‘Er zijn zeer veel MKB-bedrijven die zich bezig houden met reparatie en onderhoud en het mobiel houden van het wagenpark. MKB-bedrijven vormen de ruggengraat van de economie. Wanneer je door het niet regu-

JAAROVERZICHT 2018


sectie RAI Aftermarket

leren van data de bedrijfsvoering van dit soort ondernemingen ondermijnt, dan tast je een fundamentele pijler waar de economie op steunt aan.’ Van der hoeve formuleert het als volgt: ‘Voor data van auto’s staan veel partijen in de wachtrij: verzekeringsmaatschappijen, wegbeheerders, gemeenten, oliemaatschappijen, bandenleveranciers etc.’

INSTROOM TECHNISCH PERSONEEL

‘ Het tekort aan vakkundig technisch personeel ­verdient extra aandacht in de aftermarket’

Een ander onderwerp dat hoog op de beleidsagenda staat betreft de stagnerende instroom van vakbekwaam technisch personeel, terwijl tegelijkertijd oudere werknemers met pensioen gaan. Onder invloed van ouders, die willen dat hun kinderen de hoogste vorm van opleiding volgen, kiezen jongeren steeds minder voor een technisch beroep. Van der Hoeven: ‘De traditionele ambachtschool is inmiddels om zeep geholpen en daar plukken we nu als samenleving de wrange vruchten van. Als deze tendens zich voortzet, dan zijn er over tien jaar uitsluitend nog garagebedrijven zonder monteurs.’ Van de Braak voegt hier aan toe dat het tekort aan hoogwaardig technisch personeel overal speelt. ‘Maar het probleem is nijpender in de aftermarket, waar bijscholing en training minder vanzelfsprekend is dan binnen het merkkanaal. Zeker met de toenemende digitalisering zijn nieuwe vaardigheden nodig. Elke auto die een garage binnen rijdt hangt min of meer direct aan een diagnosekast en de informatie die deze genereert moet een monteur wel kunnen vertalen.’ Om het tij te keren gaat de sectie deze maatschappelijk uitdaging breed onder de aandacht brengen. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met de BOVAG en Innovam.

nische informatie en diagnose, ten behoeve van reparatie en onderhoud, open te houden. Een tweede resultaat betreft de keuringsplicht van 30 km voertuigen (landbouwvoertuigen) die sinds kort is opgenomen in het Europese keuringstraject met betrekking tot de APK.

WERKPLAATS VAN DE TOEKOMST

AMBITIES

Samen met BOVAG, Innovam en Stichting OOMT, is een viertal scenariostudies ontwikkeld voor de ‘Werkplaats van de Toekomst. Die schetsen een beeld van het garagebedrijf in 2040. En dan met name de kennis en kunde die een monteur dan nodig

De nieuwe sectievoorzitter zegt er zich maximaal voor in te gaan zetten om er voor te zorgen dat vakmanschap weer de waardering en honorering krijgt die het verdient. ‘De auto is het meest complexe consumptiegoed dat er bestaat en het vereist grote vaardigheden om die te onderhouden.’ Hij beschouwt het als een uitdaging om het datavraagstuk op een voor de aftermarket bevredigende wijze op te lossen. ‘Dat is van groot belang voor de branche. Een derde van alle nieuw verkochte auto’s is inmiddels ‘connected’. Het is dus zaak om nu adequaat te acteren, want autofabrikanten zijn op dit onderwerp dominant en doelgericht en zullen er alles aan doen om voertuigdata voor zichzelf te houden.’ Het vrijgeven van autodata is naar zijn oordeel sowieso noodzakelijk, omdat anders autonoom rijden überhaupt niet mogelijk is. Met als ongewenst neveneffect dat Nederland vastloopt. Mobiliteit slimmer maken is de enige manier om de groei die het wagenpark de komende jaren te wachten staat goed op te kunnen vangen. Bovendien, besluit Van der Hoeven, is voertuigdata en vakmanschap cruciaal om zo het bestaande wagenpark optimaal ter kunnen blijven onderhouden. ‘Milieudoelen kun je niet alleen halen met de verkoop van nieuwe auto’s. Vergeet niet dat een goed onderhouden auto die lang mee gaat eveneens aanzienlijke milieu- en vooral CO2-voordelen oplevert.’

‘ De aftermarket doet ­feitelijk rechtstreeks zaken met fabrikanten’ heeft. De presentatie van dit toekomstperspectief vond plaats tijdens het Nationaal Aftersalescongres afgelopen december en vormde tegelijkertijd de kick-off om te werken aan het verbeteren van de instroom van technische personeel.

TYPE APPROVAL REGULATION De sectie is er in 2018 in geslaagd om binnen de nieuwe wetgeving voor typegoedkeuring van auto’s de OBD-poort (On Board Diagnostics), die onafhankelijke garagisten toegang verschaft tot tech-

JAAROVERZICHT 2018

Jeroen van de Braak, Sectiemanager ­RAI Aftermarket

32


sectie Equipment

Groeiende equipment markt schreeuwt om technisch personeel Na een aantal mindere jaren schijnt de zon weer volop boven de equipmentmarkt. De investerings­ bereidheid is terug, oordeelt Bernard de Graaf, voorzitter van de sectie Equipment. ‘Er wordt weer op grote schaal geïnvesteerd in werkplaatsinrichtingen, wasstraten en handgereedschappen.’ Een keerzijde aan dit succes noemt hij het schrijnend tekort aan technisch personeel. Zonder deze beperkende factor zou de groei volgens hem nog veel hoger kunnen zijn geweest. Maar, erkent de sectievoorzitter: ‘dat is een luxe probleem.’

M

ARKTONTWIKKELINGEN

De sectie Equipment vertegenwoordigt binnen RAI Vereniging ruim 50 ondernemingen die zich bezig houden met de productie, import en verkoop van werkplaatsequipment, carwash en handgereedschappen (tools). Het gaat om een breed scala aan bedrijven die leveren aan auto-importeurs, merkdealers, universele garagisten, schadebedrijven, bandenspecialisten, truck- en trailerbedrijven en pompstations. Het verbeterde economische klimaat en de daaruit voortvloeiende hogere autoverkopen zijn de voornaamste stuwende krachten achter oplevende equipmentmarkt, zegt De Graaf. Hij wijst er op dat uit de laatste BOVAG-RAI Aftersales Monitor 2017 naar voren kwam dat het aantal onderhoudsmomenten aan personenauto’s inmiddels op een recordniveau van 15,7 miljoen ligt. Overeenkomend met een totale werkplaatsomzet van 3,86 miljard euro. ‘Het is evident dat dit een flinke impuls heeft gegeven in zaken als banden- en uitlijnapparatuur, hefbruggen, (emissie) apparatuur en totaalinrichtingen.

geld beschikbaar te stellen voor toekomstig onderwijs om te voorkomen dat het aantal witte vlekken in ons land waar überhaupt geen technisch onderwijs wordt aangeboden verder slinkt. Bovendien zou het veel vanzelfsprekender moeten zijn dat jongeren voor een technisch beroep kiezen. Denk alleen maar aan

‘ De sectie doet een ­dringende oproep om het Keurmerk ­Hefbruggen op álle hefin­ richtingen toe te passen’

SCHAARSTE ARBEIDSMARKT Een belemmerende factor die het economisch feestje een beetje tempert betreft de schaarste op de arbeidsmarkt. Werkplaatsmonteurs en monteurs voor equipmentleveranciers zijn nauwelijks te vinden. Dat maakt het lastig om het hoge serviceniveau richting de afnemers te kunnen handhaven en/of qua omzet technisch te kunnen groeien. En voor de afnemers kan het weer gevolgen hebben voor hun investeringsbeleid. Want wie moet straks die nieuwe aangeschafte apparatuur bedienen?’ Als het aan de Graaf ligt zou de overheid een faciliterende rol kunnen spelen om het aanbod van technisch geschoold personeel meer in balans te brengen met de vraag. Bijvoorbeeld door meer

33

Martijn van Eikenhorst, Sectiemanager Equipment

JAAROVERZICHT 2018


sectie Equipment

Bernard de Graaf, voorzitter sectie Equipment: ‘Een ­belemmerende factor die het economisch feestje een beetje tempert betreft de schaarste op de arbeidsmarkt.’

de toekomst van elektrische mobiliteit richting 2030. Om dit te bewerkstelligen zouden jongeren al in een veel eerder stadium op school moeten kennismaken met het vak techniek.

TAILPIPE EN OBD-METINGEN Een onderwerp dat in het verslagjaar de agenda van de sectie beheerste was de Europese harmonisatie van de APK. ‘Het ondersteunen en bijdragen aan het behoud van het Nederlandse APK-systeem en het daarbij toepassen van de juiste equipment zijn hierbij leidend’, zegt sectiemanager Martijn van Eikenhorst. De sectie beschouwt de APK als een effectief middel om de verkeersveiligheid én duurzaamheid van voertuigen en mobiliteit te vergroten en is van mening dat de APK daarom uitbreiding

JAAROVERZICHT 2018

verdient, onder andere door een controle op bandenspanning en een schokbrekertest in relatie tot CO2-reductie. Verder maakt de sectie zich al langere tijd sterk voor het toepassen van zowel ­t ailpipemetingen als elektronische emissietests via On Board Diagnostics (OBD). Meten doe je aan de uitlaat en niet via een elektronische inspectie.

BEHAALDE RESULTATEN – Op zowel nationaal als Europees niveau (EGEA) lobbyt de sectie voor tailpipemetingen naast elektronische emissietests via On Board Diagnostics (OBD).

34


sectie Equipment

RAI KEURMERK HEFBRUGGEN Om de veiligheid in werkplaatsen te vergroten is het RAI Keurmerk Hefbruggen in het leven geroepen. Het jaarlijks (laten) controleren en onderhouden van hefbruggen is conform de Arbo-wet verplicht. Werkgevers zijn tenslotte verantwoordelijk voor de veiligheid van hun werknemers. Hefbruggen worden immers vaak zwaar belast en intensief gebruikt en zijn daardoor onderhevig aan slijtage. ‘Een defect kan leiden tot een zeer onveilige werksituatie’, stelt Van Eikenhorst. ‘We zien echter nog te vaak dat het keurmerk uitsluitend wordt gehanteerd op de zogenaamde APK brug terwijl het geldt voor ieder hefsysteem.’ De sectie doet daarom een dringende oproep om het keurmerk op álle hefinrichtingen toe te passen. Het keurmerk is gebaseerd op de geldende Europese norm NEN EN 1493. Daarbij ligt ook een relatie met de P159 en de verschillende branchenormen.

VIER WERKGROEPEN Een ontwikkeling die het afgelopen jaar een positieve stempel heeft gedrukt op het functioneren van de sectie Equipment is de gewijzigde organisatiestructuur binnen RAI Vereniging. De Graaf: ‘Nadat de secties zelfstandiger zijn geworden is de wens naar voren gekomen om als sectie Equipment beter met de achterban te communiceren en de betrokkenheid met de leden te vergroten. Dit heeft geresulteerd in het optuigen van een viertal werkgroepen: Communicatie, APK zaken, Keurmerk Hefbruggen en Wasstraten.’

OPTIMALISEREN COMMUNICATIEPROCES Hij benadrukt dat die werkgroepen voor een grotere interactiviteit met de leden zorgen. Naast de twee reguliere ledenvergaderingen kunnen leden voortaan namelijk actief participeren en invloed uitoefenen tijdens de voor hun relevante werkgroepbijeenkomsten die regelmatig plaatsvinden. De Graaf verwacht dat deze nieuwe aanpak vanaf volgend jaar vruchten moet gaan afwerpen. Om het communicatieproces met de Equipment-leden

DEELTJESMETER Van Eikenhorst: ‘Het ministerie van IenW heeft aangegeven dat vanaf 2021 binnen de APK een zogeheten ‘deeltjesmeter’ moet worden toegepast om de emissiewaarden van Euro-6 voertuigen te meten. Tot die tijd geldt een visuele controle in combinatie met OBD op de aanwezigheid van roetfilters. Alleen als blijkt dat een OBD meting niet lukt of ondeugdelijk is, schrijft de RDW een tailpipemeting voor. ‘ Ons standpunt blijft, voegt De Graaf toe: meten is weten en gissen is missen. ‘Er rijden in ons land vele tienduizenden auto’s met een ontbrekend of slecht werkend roetfilter rond. Deze voertuigen moeten zo snel mogelijk gevonden en gerepareerd worden.

35

‘ Werkplaatsmonteurs en monteurs voor equipment leveranciers zijn nauwe­ lijks te vinden’ naar een hoger niveau te tillen verschijnt vanaf 2019 ieder kwartaal een nieuwsbrief met een concrete update van alle actuele projectontwikkelingen. De sectievoorzitter ziet het als zijn taak om de ingeslagen beleidsrichting nog beter te laten aansluiten bij de wensen van de achterban. ‘Het is mijn persoonlijke ambitie om de betrokkenheid en communicatie met de achterban te optimaliseren.’

JAAROVERZICHT 2018



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.