Drie wetenschappers die zich naast hun onderzoek ook bezighouden met hun rol in de maatschappij: Katja Tolstoj 8 , Younes Saramifar 22 en
Vrije Schrijver
P6-7
Désanne van Brederode leert studenten spelenderwijs schrijven. ‘Vrolijk, stoïcijns en met veel Spieltrieb.’
Spectaculaire technische hoogstandjes
P12-14
Trillingsvrije labs, een geavanceerd koelingsplafond en glasvezelverbinding met een atoomklok. Het
Onderzoeksgebouw VU zit vol technische snufjes.
COVER
Activisme
Gaan activisme en wetenschap wel samen? Voor deze drie wetenschappers is dat geen vraag. Katja Tolstoj vangt Oekraïense vluchtelingen op (p8-9), Tamara Soukotta doceerde over dekolonisatie tot ze werd ‘vrijgesteld van haar taken’ (p10-11) en Younes Saramifar spreekt zich uit tegen Israël en het Europese kolonialisme (p2223)
COVERFOTO
Martijn Gijsbertsen
‘No voice should be suppressed’
P24-26
New chief diversity officer and Professor of Hindu Spirituality and Society Sharda Nandram believes there are three options in exploring different perspectives: fighting, debating or having a conversation.
P16-17
Terwijl hun studiegenoten in de zon lagen bij te komen van het collegejaar, reisden vijftien VU-studenten af naar de Olympische Spelen. Met resultaat: 11 medailles.
New Jewish student association prefers low profile
P28-29
Volg ons op Twitter @advalvas_vu en Instagram @advalvas
Jewish students don’t always feel safe at their school or university. A Jewish student body at VU hopes to offer them this security.
Peter Breedveld
Raymond
Elke
Jacintha
Een
Nina
Rialto
Elke regio telt, behalve de Randstad
Het hoofdlijnenakkoord pakt zeer ongunstig uit voor de Randstad. Terwijl het tekort aan huizen en arbeidskracht daar juist zo nijpend is.
DOOR RAYMOND
GRADUS EN ROEL
BEETSMA
ILLUSTRATIE BAS
VAN DER SCHOT
ASML is van grote betekenis voor de Nederlandse economie. Het is daarom zeer te billijken dat het vorige kabinet 2,5 miljard euro heeft uitgetrokken voor woningbouw, bereikbaarheid en onderwijs in Brainport Eindhoven.
Het is daarom van belang dat het nieuwe kabinet ook investeert in andere zeer productieve gebieden, zoals de Randstad. Deze regio zorgt voor 60 procent van onze productie, maar komt er in het hoofdlijnenakkoord bekaaid af. Voor woningbouw en bereikbaarheid komt 7,5 miljard euro extra beschikbaar, waarvan 2,5 miljard voor infrastructuur. Dat extra bedrag is hoog nodig. Mede doordat er in de Randstad banen bijkomen, is de woningnood hier het hoogst. De verwachting is dat de helft van de extra woningen daar worden gebouwd. Maar bij het rijksbudget voor infra-
structuur is het juist vooral de regio die profiteert. Zo gaat de aanleg van de Lelylijn voor een snellere verbinding met het noorden door. Terwijl een eerdere kosten-batenanalyse laat zien dat de kosten van deze spoorlijn 2,5 tot 4 keer hoger zijn dan de maatschappelijke baten. Verder is opgenomen dat vijf treinstations in Hengelo, Venlo, Heerlen, Groningen en Zwolle aangesloten moeten worden op de internationale HSL.
En nog een voorbeeld. Onder zijn prioriteiten rekent het nieuwe kabinet de Nedersaksenlijn (Groningen-Almelo/ Enschede) en de bevaarbaarheid van de IJssel. Maar alleen de aanleg al van de Nedersaksenlijn zou meer dan 1 miljard euro gaan kosten. Wat dit betekent? Dat er voor de knelpunten in de Randstad en de ontsluiting van de woningen geen geld is. Daarbij komt dat de voorgenomen bezuinigingen in het hoger onderwijs
en onderzoek van pakweg 1 miljard grotendeels in de Randstad neerslaan, simpelweg omdat de grote kennisinstellingen, zoals universiteiten, in Amsterdam, Rotterdam, Leiden, Delft en Utrecht huizen. Nog zo’n addertje onder het gras: opleidingen die voor de regio belangrijk zijn, worden niet meer afgerekend op studentenaantallen. Kleine instellingen in bijvoorbeeld Twente zullen zo extra middelen krijgen ten koste van de grotere. Ook voor het funderend onderwijs in de Randstad bevat het hoofdlijnenakkoord een onaangenaam punt. De ‘aanvullende structurele middelen’ voor de beloning van leerkrachten in Randstadregio’s, ze komen bijvoorbeeld moeilijker aan een huis, worden wegbezuinigd. Maar uit een rapport van Centerdata blijkt dat de Randstad in 2027 grote lerarentekorten kent, terwijl die in andere regio’s afnemen. Met name bij basisscholen in de grote steden (Almere, Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht) zullen de tekorten zich voordoen. Verder roept het plan om de acute zorg in streekziekenhuizen te behouden veel vraagtekens op. Wat gebeurt dan met het voornemen van het vorige kabinet ‘om het acute zorglandschap zodanig te transformeren om met de beperkte beschikbare mensen en middelen de toegankelijkheid en kwaliteit van zorg voor elke Nederlander te kunnen blijven garanderen’? Het is niet te hopen dat dat weer op de helling gaat. Want dan zullen de tekorten aan verpleegkundigen en doctoren in de Randstad verder oplopen, terwijl de kwaliteit van zorg in heel Nederland erdoor onder druk komt te staan. Het nieuwe kabinet gaat het hoofdlijnenakkoord verder uitwerken. Hopelijk zal de focus op de korte termijn en op een sterk regionale insteek gecorrigeerd worden. Een nieuw kabinet moet zijn prioriteiten leggen waar de problemen in de mobiliteit, arbeidsmarkt en woningmarkt het grootst zijn. Dát heeft een positief effect op de economie. En dat is van belang voor alle regio’s.
Raymond Gradus en Roel Beetsma zijn hoogleraren economie aan de VU en de UvA.
Reageren? Mail naar redactie.advalvas@vu.nl.
Een olympische zomer
DDe populistische stemmen zijn stil omdat ze een volksheld als Sifan Hassan niet durven aan te pakken
eze zomer was een apolitiek walhalla. De Tweede Kamer was met reces. Het kabinet op vakantie. Geen gekonkel, gedraai en geschoffeer tussen de coalitiepartners. Geen sneer-tweets van hoofddoekhatende ministers, die je van schaamte ineen doen krimpen. Wat een genot! De media waren sowieso te druk met de Olympische Spelen om aandacht aan de politiek te geven. Even geen politieke polarisatie in kranten en praatprogramma’s. In Frankrijk onderbrak Macron zelfs de onderhandelingen over de kabinetsformatie tijdens de drie olympische weken. Brood en spelen, dat is wat het volk tevreden houdt. Drie weken lang leefde Nederland alleen voor de gouden plakken van Team NL. En dan breekt het laatste uur van de Spelen aan. Sifan Hassan die eerder die dag op fenomenale wijze goud op de marathon heeft gewonnen, wordt gehuldigd. Sifan, die al jaren de publiekslieveling is door haar enorme doorzettingsvermogen en aanstekelijke positiviteit. Sifan, die ooit naar Nederland kwam als asielzoeker en hier de mogelijkheid kreeg om haar talent te ontwikkelen. Sifan, die praktiserend moslima is, maar zich nooit negatief uitlaat over het verslechterende politieke klimaat en toenemende
islamhaat. Sifan, die een inspiratie is voor Dick Schoof, de premier van een rechts-populistisch kabinet dat de asielstroom in Nederland wil beperken en asielzoekers stelselmatig stigmatiseert.
Die Sifan, die draagt bij de huldiging tijdens de slotceremonie haar hoofddoek. In het seculiere Frankrijk, dat haar eigen sporters de hoofddoek verboden heeft, zingt de gouden sportster tijdens de slotceremonie mét hijab het Wilhelmus. De hele wereld ziet het en erkent deze persoonlijke, bewuste en vrije keuze. Maar in Nederland roept Sifans hoofdbedekking nauwelijks reacties op. Komt het door de woorden van Schoof, en worden hoofddoekdragende vrouwen nu toch eindelijk gewoon als mens gezien? Of is het de olympische geest die in Nederland is neergedaald, en zorgt sport inderdaad voor een betere wereld zonder discriminatie?
Ik zou het graag geloven, maar het lijkt me waarschijnlijker dat de populistische stemmen stil zijn omdat ze een volksheld als Sifan niet aan durven te pakken. Evengoed, als brood en spelen volk en politiek op deze wijze beïnvloeden, mag van mij elke zomer een olympische zomer zijn.
Reageren? Mail
Jacintha Ellers hoogleraar evolutionaire ecologie
Vrijheid is maken wat jíj wilt
DOOR WIN CASTERMANS FOTO DAVID MEULENBELD
Vrije Schrijver Désanne van Brederode leert studenten spelenderwijs schrijven. ‘Vrolijk, stoïcijns en met veel Spieltrieb.’
‘Wij leefden echt filosofie’
Ustudeerde begin jaren negentig filosofie aan de VU. Wijsbegeerte sprak u al op de middelbare school aan? “Jazeker, maar ik had eerst al mijn zinnen gezet op de Toneelacademie Maastricht. Mijn wens was niet eens per se actrice worden. Ik wist toen al: ik wil schrijven. En welke vaardigheid kun je het best gebruiken als schrijver? Je moet in de huid van andere mensen kunnen kruipen. En daarvoor leek me acteren de beste studie. Maar ik werd op het nippertje afgewezen met als kanttekening dat ik het het jaar erop nog eens mocht proberen. Daar op wachten leek me niets en ik vroeg me af: bij welke studie kun je je in de waarneming en het denken van anderen verdiepen? Dat is filosofie.”
De keuze voor de VU was toen snel gemaakt? “Ik begreep destijds dat de VU degelijker was dan de UvA. Ik wilde eerst de strenge basis en daarna pas wat creatiever zélf dwarsverbanden leggen. Een decaan vroeg me wat ik ervan vond dat deze universiteit christelijk is. Christelijk ben ik ook, dat klopte dus helemaal. Toen vooral katholiek, nu veel meer vanuit antroposofie. Maar zo ben ik eraan begonnen met een piepklein groepje mensen. We kregen ook een introductiecursus. Dan ging je naar Artis om tussen de cavia’s te denken over het verschil tussen mens en dier. Dat kwam overeen met hoe ik op de Vrije School les heb gehad.”
En toen begon het serieuze werk. “Ja, als student was ik het enige meisje. Er waren sowieso weinig meisjes die filosofie studeerden. Nu studeren juist meer vrouwen dan mannen wijsbegeerte. En… ik raakte heel snel verloofd. Haha. Met die jongen en zijn briljante broers ben ik gaan samenwonen. Wij brachten met onze studievrienden thuis hele avonden door, wel met biertje of wijn hoor, om door te praten over alles wat in de colleges aan de orde was gekomen, dat ging ’s nachts gewoon door. Wij leefden echt filosofie.”
Hoe beleefde u de universiteit?
“Soms wat stijfjes, maar wel heel betrokken, open. Mijn scriptie schreef ik bij Sander Griffioen. Hij heeft me heel vrij gelaten, maar het moest wel zorgvuldig, academisch. Ik mocht mijn scriptie openen met een zelfgeschreven sprookje. Dat was echt heerlijk.”
Waar ging de scriptie over? “Over het plezier van samen nadenken. Dat zorgt ervoor dat alle deelgebieden elkaar weer kunnen ontmoeten. Filosofen zijn zo specialistisch geworden, die zeggen niet meer: zullen we eens om de tafel zitten en een hele avond beleggen over vrijheid? Door al die specialismen leek het soms alsof niemand elkaar meer verstond. Bij een enkeling stond ik versteld: wél colleges over vriendschap geven, maar daarna net zo makkelijk een collega achter diens rug om naar beneden halen…”
“Toch voel ik nog het enthousiasme van toen. En dat is precies wat ik als Vrije Schrijver nu weer mag doen: het plezier van samen denken en schrijven beleven.”
U gaat colleges geven bij de nieuwe bachelor creative writing en bent voorstander van spelend leren. Hoe pakt u zoiets aan?
“Ik wil ze weer gevoel laten ontwikkelen voor de magie van het schrijven en van het lezen. Wat heb je nodig om een kamer te beschrijven om te weten welke mensen er wonen en wat voor sfeer er ongeveer is. Je vormt snel innerlijke beelden als je leest, maar als je teruggaat naar de tekst is lang niet alles beschreven.”
“Het lijkt me mooi als studenten al doende ontdekken dat je in de verbeelding, in het zoeken naar de juiste toon, in het ernstige spel met vorm en stijl en personages die soms ver van je afstaan, méér vrijheid vindt dan in het praten en schrijven als zelfexpressie en therapie. Spieltrieb leidt dan vanzelf naar verfijnde morele fantasie. Dat is een verademing.”
Désanne van Brederode
Désanne van Brederode (1970) is schrijver, filosoof en essayist. Ze schreef onder meer de romans Ave verum corpus, Wonderlamp, De tas en de essaybundel De ziel onder de arm
18de VU-schrijver
Van Brederode is de achttiende Vrije Schrijver aan de Vrije Universiteit. Haar voorgangers zijn onder anderen Babs Gons, Maxim Februari, Arnon Grunberg, Bas Heijne, Niña Weijers, Christine Otten en Abdelkader Benali. De aanstelling van een jaar wordt mede mogelijk gemaakt door de VU Vereniging.
Voor sommige wetenschappers is hun rol in de maatschappij (bijna) net zo belangrijk als hun onderzoek. In dit magazine portretteren we drie activistische wetenschappers.
Zoals Katja Tolstoj, die Oekraïense vluchtelingen opvangt.
DOOR Welmoed Visser
FOTO Daniël Niessen
‘Niet iedereen hoeft het te doen zoals ik’
“Ik kan niet voorbijgaan aan leed”, vertelt Katja Tolstoj, hoogleraar in posttraumatische samenlevingen aan de faculteit Religie en Theologie en eretitelhouder Theoloog des Vaderlands. “Als ik in de gelegenheid ben om iemand te helpen, dan moet ik dat doen, zo zit ik in elkaar.”
Al ruim twee jaar vangt ze negen Oekraïense vluchtelingen op. Het zijn familieleden van haar man die hier gekomen zijn toen de oorlog uitbrak. Zelf vluchtte de Russische Tolstoj ook ooit, uit Sint-Petersburg – toen nog Leningrad – waar ze haar jeugd doorbracht. Op haar twintigste kwam ze met twee kleine kinderen naar Nederland, omdat ze zich realiseerde dat haar dochters in Rusland nooit in vrijheid zouden kunnen opgroeien. Tolstoj weet dus uit eigen ervaring hoe het is om ontworteld te zijn, de taal niet te spreken en alles opnieuw te moeten opbouwen.
Helende religie
Het geloof is een belangrijke inspiratiebron voor Tolstoj, de hoop niet verliezen, ook in moeilijke omstandigheden. De wetenschappers uit conflictgebieden met wie ze werkt, die ondanks tegenslag en gevaar toch doorgaan, inspireren haar om zelf ook het beste te doen wat ze kan.
In haar onderzoeksproject Theologie na Goelag, Boetsja en verder onderzoekt ze de rol die religie kan spelen in traumaverwerking na conflicten. Ze verbindt wetenschappers uit verschillende conflictgebieden met elkaar rondom dit thema, niet alleen theologen, ook antropologen, politicologen en psychologen.
“Religie maakt heling mogelijk, het geloof dat er iets groter en heiliger is dan jijzelf kan verzoening brengen. Er zijn mooie voorbeelden daarvan in post-conflictgebieden, het is niet makkelijk, maar het kan”, vertelt Tolstoj.
‘In alle religies speelt de omgang met het menselijke lijden een rol’
“Ze doen het goed”, antwoordt ze op de vraag hoe het gaat met haar Oekraïense huisgenoten; en dan na enige aarzeling “misschien mag ik wel zeggen: wij doen het goed.” Tolstoj woont in een oud huis in Kampen, waarachter een aantal arbeidershuisjes liggen die ze al hadden gekocht en opgeknapt. Daar wonen nu de Oekraïense familieleden. Ze kunnen er redelijk onafhankelijk leven.
Tolstoj helpt ze met de taal en met hun weg vinden in de Nederlandse samenleving, maar ze komen ook met hun zielenroerselen bij haar.
Lange werkweken
Met het project De Thuisgevers zet Tolstoj zich bovendien in voor een grotere groep statushouders. Dit project heeft ze samen met de gemeente Kampen en de Protestantse Kerk Nederland opgezet en inmiddels heeft het zich uitgebreid naar andere gemeentes in Nederland. De bedoeling is om vluchtelingen de kans te geven een nieuw thuis op te bouwen, met werk, een woonplek en een sociaal netwerk.
Ze doet het allemaal naast haar werk als wetenschapper, vicedecaan en onderzoeksdirecteur van de faculteit Religie en Theologie en naast haar werk als Theoloog des Vaderlands. Ze reist tussen Kampen en de VU op en neer en geeft lezingen in het hele land. Haar werkweken zijn lang, maar ze wil liever niet in dit stuk vermeld hebben hoe lang. “Dat schrikt jonge wetenschappers alleen maar af”, denkt ze, “ik heb daar begrip voor, niet iedereen hoeft het te doen zoals ik.”
De Russische inval in de Oekraïne is voor Tolstoj het voorbeeld van waartoe het kan leiden als een samenleving haar trauma’s niet onder ogen ziet. Als een land niet bereid is naar binnen te kijken, is het gevaar groot dat het zich op een dag als agressor naar buiten richt. “Sovjetmisdadigers uit de hoogste echelons zijn nooit berecht, er is nooit sprake van restitutie geweest, van eerherstel of wat ook”, zei ze eerder daarover in een interview met NRC.
Als Theoloog des Vaderlands zette Tolstoj zich in voor het zichtbaarder maken van theologie en religie. Juist in deze tijd kan religie iets betekenen, vindt ze. “In alle religies speelt de omgang met het menselijke lijden een rol en van die expertise zouden we meer gebruik kunnen maken.”
Wederzijds respect
Maar hoe betrokken Tolstoj zich ook voelt bij vluchtelingen en andere groepen, dat activisme mag het academisch gehalte van wetenschappelijk onderzoek nooit in de weg staan. Om te zorgen dat dat goed gaat bij het onderzoeksproject dat ze leidt, met wetenschappers uit verschillende conflictgebieden gebruikt Tolstoj de gedragscode wetenschappelijke integriteit als referentie.
“Je hoeft het niet eens te zijn met het perspectief van de ander, maar ook dan kun je nog steeds discussiëren over de validiteit van elkaars argumenten”, legt ze uit, “wederzijds respect is daarbij het uitgangspunt, ik heb geleerd dat dat misschien wel het belangrijkste is: respect hebben voor elkaars coping mechanismen, dan kom je uiteindelijk misschien toch nader tot elkaar.”
Voor sommige wetenschappers is hun rol in de maatschappij (bijna) net zo belangrijk als hun onderzoek. In dit magazine portretteren we drie activistische wetenschappers. Zoals Tamara Soukotta, die aan de VU doceerde over dekolonisatie tot ze werd ‘vrijgesteld van haar taken’.
DOOR Emma Sprangers
FOTO Martijn Gijsbertsen
‘Dekolonisatie kan een ontwrichtende transformatie zijn’
Toen de Vrije Universiteit sociaal wetenschapper Soukotta vroeg een vak te doceren over ontwikkeling en globalisering met aandacht voor dekolonisatie stemde ze in, mits ze dat daadwerkelijk gedekoloniseerd mocht doen. “Ik zie nogal vaak dat men dekolonisatie als concept doceert, maar dat het hele systeem dat is voortgekomen uit kolonisatie, in stand wordt gehouden. Universiteiten zeggen vaak dat ze willen dekoloniseren, maar ze beseffen niet dat om helemaal te dekoloniseren, de universiteit zelf zou verdwijnen.”
Conflict over becijfering
‘Universiteiten zijn geen neutrale producenten van kennis, het is altijd politiek’
Tot haar verbazing stemde de VU in met haar aanpaktotdat ze in conflict raakten over de manier waarop ze haar studenten becijferde. In plaats van hen een tentamen voor te leggen, liet ze hen in een take-home essay reflecteren op wat ze tijdens het vak hadden geleerd. “Dekolonisatie kan ontwrichtend zijn. (Geprivilegieerde) studenten voelden opeens dat armoede, racisme, discriminatie geen concepten zijn, maar geleefde ervaringen van medestudenten. Ze merkten dat medestudenten die in andere vakken niet spraken, dat hier wel deden en in de vakevaluatie [waar studenten het vak een 4,9 uit 5 gaven, red.] kwam terug dat ze beseften dat ze in plaats van zelf te praten, misschien soms beter konden luisteren. Dat is een grote transformatie.”
Het afdelingshoofd van sociale en culturele antropologie laat in een schriftelijke reactie weten dat ‘in het belang van de studenten’ is besloten Soukotta ‘te ontheffen van de begeleidingstaak’ in afwachting van een gesprek over de richtlijnen van beoordeling. Omdat Soukotta haar studenten niet mocht becijferen, moesten die lang wachten op een cijfer voor hun onderzoeksvoorstel. Soukotta vertelde hen dat ze een klacht konden indienen, wat ze deden in een gezamenlijke brief. Daaruit trok de opleidingsdirectie volgens Soukotta de conclusie dat ze haar werk niet deed, waarop ze werd geschorst. Inmiddels is ze verwikkeld in een proces met de VU, waar ze hier verder niet veel over kwijt wil om het verloop niet te beïnvloeden. Het afdelingshoofd schrijft dat Soukotta niet is geschorst, maar dat ze is vrijgesteld van haar taken.
Zelfcensuur
In maart was Soukotta een van de sprekers tijdens een bijeenkomst over dekolonisatie van het onderwijs. Ook daar zei ze al dat dekolonisatie iets kost. “In dit geval een schor-
sing.” Toch zegt ze zich vrij te voelen haar vakken te doceren op de manier die zij juist acht. Ze beseft wel dat die vrijheid voor anderen niet altijd vanzelfsprekend is. “Niet iedereen kan zich die gevolgen veroorloven. Soms censureren we onszelf om ons van een aanstelling te kunnen blijven verzekeren.”
Het is vaak ook nog erg belangrijk om een bepaald aantal publicaties te hebben om als gevestigde academicus gezien te worden. Dat kan zelfcensuur in de hand werken, blijkt uit onderzoek uitgevoerd in opdracht van de Tweede Kamer. Het bleek vooral een probleem in de medische wereld tijdens Covid, waar onderzoekers ongewenste resultaten censureerden of niet publiceerden.
Sterker stelling nemen
Volgens Soukotta zijn er meer onderwerpen die beter gedoogd worden dan andere. Onderzoek naar de klimaatcrisis wordt bijvoorbeeld eerder geaccepteerd dan onderzoek naar de situatie in Gaza. En dat zie je volgens haar ook terug in het VU-beleid. “Ze spreken zich niet uit over de situatie in Gaza. En doen dat wel tegen klimaatverandering - als we maar afblijven van hun geldbron.”
Ligt er dan een taak voor de universiteit om sterker stelling te nemen, wellicht om dat ook makkelijker te maken voor haar studenten en medewerkers? “Ja, maar het gaat daarbij ook om politieke gewilligheid. Universiteiten zijn geen neutrale producenten van kennis, het is altijd politiek. Ze ontvangen financiering en moeten daardoor een beetje volgzaam zijn. Ik denk niet dat ze per se bezig zijn met het recht of de plicht om kennis te vergaren die de maatschappij kan veranderen, ze zijn meer bezig hun eigen imago te beschermen. Ze zeggen te willen dekoloniseren, maar in plaats van het pand opnieuw op te bouwen, veranderen ze alleen de etalage. Net zoals de antropologieafdeling van de VU mijn foto en quote op haar Instagram plaatste om te laten zien dat ze niet colonial zijn, maar mijn werk vervolgens moeilijk maakten en me uiteindelijk wegstuurden.”
Is er dan wel genoeg ruimte voor activisme in de academische wereld? “Ik zou geen onderscheid maken tussen activist en wetenschapper zijn”, zegt Soukotta. “Activisme is een principe: dat je je toewijdt aan het maken van een verschil. Mijn manier om dat te doen is via de academische wereld. Het kan ook in kleine dingen zitten. Voor mij is activisme wat ik mijn studenten doceer, dat ik in mijn onderzoek naar ras in de academische wereld ook echt het woord ‘ras’ in de titel heb, terwijl mensen daarvan wegschuwen.”
Spectaculaire technische hoogstandjes in nieuw onderzoeksgebouw
Trillingsvrije labs, een geavanceerd koelingsplafond en glasvezelverbinding met een atoomklok. Het Onderzoeksgebouw VU –komend najaar in gebruik – zit vol technische snufjes, blijkt uit een exclusieve rondleiding.
Naast het witte O|2 Labgebouw aan de De Boelelaan rijst sinds kort een grijze kolos met een weinig creatieve, maar eenduidige naam: Onderzoeksgebouw VU. Het gebouw van architectenbureau cepezed ziet er van de buitenkant strak en een tikkeltje saai uit, met rechthoekige vormen, grijze tinten, metalen panelen en veel glas. De entreehal is wat dat betreft een stuk spectaculairder: een gigantische, lichte ruimte met een houtkleurige vloer, betongrijze muren en pilaren en zwarte accenten. De eyecatchers – twee meterslange trappen van zwart metaal – zijn zo massief dat ze tijdens de bouw het gebouw moesten worden ingetakeld.
Muur van 26 meter diep
De twee delen van het gebouw, de hoog- en de laagbouw, worden gescheiden door een enorme betonnen muur in de entreehal. De twaalf verdiepingen tellende hoogbouw grenst aan de De Boelelaan en bestaat uit kantoren, vergaderzalen en ‘lounges’. Hoewel de daarachter gelegen laagbouw slechts zes verdiepingen telt, is dit het spannendste gedeelte van het gebouw. Hier bevinden zich de labruimtes, die voor
De metalen trappen die het gebouw moesten worden ingetakeld
nauwkeurige metingen zo trillingvrij mogelijk ontworpen zijn. “Om trillingen vanuit de A10 tegen te houden, is er een muur van 26 meter diep en 1,5 meter breed om het gebouw heen geplaatst”, zegt Teake Brunia, projectmanager bij de Facilitaire Campus Organisatie. “En om trillingen vanuit de kant van de De Boelelaan te voorkomen, staat de laagbouw helemaal los van de hoogbouw.”
Extreem gevoelige laseropstellingen
Het nieuwe Onderzoeksgebouw is de laatste fase in de nieuwbouwplannen van de VU. Vanwege de aanstaande sloop van het W&N-gebouw heeft de VU in de afgelopen acht jaar de campus uitgebreid met het O|2 Labgebouw, het Nieuwe Universiteitsgebouw (NU-gebouw) en nu dus het Onderzoeksgebouw. Wat Paul Goossens betreft, hoofd huisvesting bètafaculteit, is de nieuwste aanwinst de kers op de taart. “We zijn hier al tien jaar mee bezig. Een labgebouw moet aan hoge eisen voldoen, dus er waren veel technische uitdagingen. Aan de bouw is veel planning en besluitvorming voorafgegaan.”
Tot dusver zijn de reacties positief, vertelt Goossens. “Ook al is het gebouw nog niet helemaal klaar, de medewerkers die wij hier rondleiden zijn heel enthousiast over hun nieuwe gebouw.”
Een van de technisch hoogtepunten van het gebouw zijn de vier trillingsvrije platformen waarop extreem gevoelige laseropstellingen komen te staan. Deze eilanden van beton staan los van de rest van het gebouw en leunen op gigantische betonnen blokken, die maar liefst 24 meter diep de grond in verdwijnen. Tussen de platformen en de betonnen palen zit
4 eilanden van beton leunen op gigantische blokken die maar liefst 24 meter diep de grond in verdwijnen
De trillingsvrije platformen van beton in de kelder
een laag zwart teflon van een paar centimeter dik, bedoeld om de miniemste trillingen op te vangen. Een van de platformen zal een laseropstelling huizen van de groep van hoogleraar biofotonica Johannes de Boer, die dit jaar een ERC Advanced Grant van 2,5 miljoen euro ontving.
Peperdure lasers
In de kelder is er plek geserveerd voor het lasercentrum, dat nu nog in het W&N-gebouw staat. De laseropstellingen, die per stuk tonnen kosten, komen in een ruimte waarin alles erop gericht is om onderzoekers zo nauwkeurig mogelijk metingen te laten doen. Zo zit het plafond vol kleine gaatjes, bedoeld om de temperatuur in het lab constant te houden. “De temperatuur hier mag met maximaal een halve graad omhoog of omlaag schommelen. Dat is ingewikkeld, want mensen die bij een experiment staan warmen de ruimte al op. En je kunt niet zomaar koele lucht de ruimte inblazen, omdat de temperatuur dan te snel verandert en metingen minder betrouwbaar zijn. Daarom dus dat speciale gaatjesplafond, waar de koele lucht eerst op temperatuur komt en dan rustig de ruimte in zakt.”
Verder staat het lab via glasvezel in verbinding met atoomklokken in Groningen en Delft en via een antenne op het dak van het gebouw in verbinding met een gps-satelliet. In combinatie met een zogeheten 1-hertzlaser kunnen VU-onderzoekers straks tot 15 cijfers achter komma nauwkeurig in de tijd meten, wat volgens Goossens “bizar” is. Een speciaal railkokersysteem zorgt voor “schone” stroom, die constanter is dan de stroom uit een standaard stopcontact en daarmee
Het uitzicht op de VU-campus vanuit een van de lounges
nauwkeurigere resultaten oplevert. Ook aan de bekabeling is gedacht: metalen roosters aan het plafond moeten de elektriciteits- en koelingskabels en glasvezeldraden en koelingskabels in goede banen leiden.
Flexwerken
Komend najaar zullen de eerste medewerkers het gebouw betrekken. Uiteindelijk komen er de onderzoeksgroepen van natuurkunde, neurowetenschappen en aardwetenschappen, de faciliteiten van proefdiercentrum ADLAS en de werkplaatsen van de instrumentenmakers. Op een monteur die her en der een kabel aanlegt, is het gebouw zo goed als af. Zo zijn de kantoren al gevuld met bureaus, computers en schermen. Ook de lounges zijn bijna af, de gemeenschappelijke ruimtes van de verschillende afdelingen. De lounges zijn voorzien van een pantry, loungebanken, tafels en stoelen en kijken via een glazen wand uit op het NU-gebouw. De ruimtes zijn bedoeld voor lunch- of koffiepauzes, maar ook als ontmoetingsplek voor wetenschappers van verschillende afdelingen. Waar veel medewerkers minder blij mee zullen zijn, zijn de flexwerkplekken. Er komen zo’n 550 medewerkers in het gebouw te werken, maar die krijgen niet allemaal hun eigen plek. Goossens: “De een werkt weleens thuis, de ander is naar een congres. We richten de werkplekken zo in dat iedereen hier te allen tijde kan werken.” Dat betekent dus flexwerken, waarbij de werkplekken niet persoonlijk gemaakt mogen worden. “Wij voeren gesprekken met medewerkers hoe de werkplekken eruit moeten komen te zien, maar het is niet de bedoeling dat je familiefoto’s of de foto van je hond op je
Het onderzoeksgebouw VU vanaf de De Boelelaan
Bladgroenkorrels
In het lasercentrum doen natuurkundigen onder meer onderzoek naar chloroplasten. Deze bladgroenkorrels zetten 95 procent van het licht dat ze ontvangen om in energie en weten zich bij fel zomerlicht feilloos tegen verbranding te beschermen. Tegelijkertijd zorgt een chemisch proces er bij bewolkt weer voor dat de bladgroenkorrel optimaal energie kan blijven produceren. VU-wetenschappers onderzoeken met laserpulsen hoe deze mechanismen precies werken. “Als we daarachter komen en iets ervan kunnen kopiëren, dan hebben we het energieprobleem voor de komende jaren opgelost”, aldus Paul Goossens, hoofd huisvesting bètafaculteit.
bureau zet. Verder kijken we per afdeling hoe we toch kleur en geur aan het gebouw kunnen geven, bijvoorbeeld met posters of andere karakteristieke spullen van een afdeling, zoals afstudeerboekjes. Je moet uit de kantoren kunnen afleiden welke afdeling er zit.”
Een meevaller is dan weer dat er in elk kantoor een raampje open kan. “Het is voor de temperatuurregeling niet nodig, maar het is mentaal gezien wel fijn dat het kan.”
Niet rolstoelvriendelijk
Een ander mogelijk struikelpunt is de toegankelijkheid. Eerder schreef Ad Valvas over het Nieuwe Universiteitsgebouw dat niet rolstoelvriendelijk is. Zo liet student Nienke Heijne Makkreel in een reportage zien dat de toegangsdeuren tot iedere verdieping – zware, handmatige deuren – voor rolstoelgebruikers een haast onoverkomelijk obstakel zijn. Soortgelijke deuren zijn ook in het Onderzoeksgebouw te vinden. Is er überhaupt rekening gehouden met rolstoelgebruikers? “Ja en nee”, luidt Goossens’ antwoord. “We hebben zeker nagedacht over logistieke routes voor mensen in een rolstoel, de meeste deuren gaan automatisch open. Maar dat geldt niet voor iedere ruimte. De vraag is ook of als je in een lab werk moet doen in een zuurkast, dat veilig kan of dat daar eerst aanpassingen voor nodig zijn. We kijken vooral of er specifieke wensen zijn. Bij neurowetenschappen is er een medewerker met een gehoorbeperking die daarom een spiegel in zijn huidige lab heeft. Die gaan we in dit gebouw ook weer aanbrengen. We willen voor iedereen een goede werkplek creëren.”
Kamerlid brengt geen boodschap van hoop
Hoe krijgt de VU het voor elkaar om als hoofdgast bij de Opening Academisch Jaar een Kamerlid van de huidige regering uit te nodigen? Een regering die de onderwijssector dwingt om hard te bezuinigen, stelt VU-medewerker Nina Vredegoor.
De Opening Academisch Jaar in september 2023 was voor mij een moment om stil te staan bij het gevoel van saamhorigheid binnen de universiteit. We werken niet zomaar bij een bedrijf, maar dragen actief bij aan een omgeving waar jonge mensen zich ontwikkelen tot kritische denkers, waar mensen uit de hele wereld elkaar leren kennen en waar baanbrekend onderzoek de wereld mooier maakt. Als medewerker van het International Office ben ik trots op de diversiteit, inclusiviteit en dynamiek die onze internationale studenten meebrengen naar de VU. Toen ik onlangs de uitnodiging binnenkreeg voor de opening van het academische jaar 2024/2025, wilde ik daarom direct op ‘aanmelden’ klikken en uitkijken naar een mooie start van het nieuwe academisch jaar. Met als uitstekend gekozen thema kracht van hoop; een gevoel dat we zowel binnen de VU, als in de wereld om ons heen hard nodig hebben. Tot mijn grote verbazing zag ik dat als hoofdgast/keynote een Kamerlid van de huidige regering is uitgenodigd. Een regering die niet alleen een partij herbergt die staat voor exclusie, vreemdelingenhaat en het ondermijnen van de grondwet, maar ook een regering die de hoger onderwijssector dwingt om hard te bezuinigen. Een stap die binnen de VU potentieel gaat leiden tot gedwongen ontslagen. Is het een boodschap van hoop als iemand op het podium spreekt die medeverantwoordelijk is voor het verlies van banen van de mensen in het publiek?
Misschien heeft de uitgenodigde gast [Eric van der Burg, red.] andere opvattingen dan zijn collega’s uit zijn regering, dat lijkt een snelle Google-actie wel te onderschrijven. Maar hoe kun je een Kamerlid los zien van zijn partij? Wanneer iemand het niet eens is met een partijprogramma of de keuzes van het partijbestuur, dan kan iemand er ook voor kiezen om niet plaats te nemen in een parlement. Moet een universiteit een plek zijn van discussie, onderzoek en uiteenlopende opvattingen? Absoluut. Maar moet
Is het hoopvol dat de VU een spreker uitnodigt die medeverantwoordelijk is voor het mogelijke ontslag van haar werknemers?
hierbij voorbij worden gegaan aan menselijkheid, inlevingsvermogen en compassie? Dat lijkt me niet de bedoeling. Als ons college van bestuur de kernwaarden van de VU in de praktijk wil brengen, zou het de organisatie van de Opening Academisch Jaar sieren om een andere keuze te maken.
Zijn er geen andere VU-alumni die over hoop kunnen praten? Misschien een voormalige VASVU-student, die dankzij het voorbereidend jaar voor anderstaligen een kans kreeg om een nieuw leven op te bouwen in Nederland. Misschien een sporter die op de Olympische Spelen straalde, omdat diegene de ruimte kreeg om wetenschap te combineren met topsport. Of misschien wel een student die uit Palestina is gevlucht of een student die eindelijk de lange wachttijden voor transgenderzorg doorstaan heeft; twee minderheidsgroepen waar het bestuur van de VU recent grote steken heeft laten vallen als het op verantwoordelijkheid en openheid aankomt. Mijn hoop is dat de opening van het academisch jaar ook echt over hoop gaat. Genoeg mensen die over hoop kunnen spreken en die ons als wetenschappelijke gemeenschap kunnen inspireren om door te zetten, vooral in het huidige kille politieke klimaat.
Reageren? Mail naar redactie.advalvas@vu.nl.
Nina Vredegoor is International Student Advisor bij het International Office van de VU
Elf olympische medailles
Roeiers, hockeyers, mountainbikers: maar liefst vijftien sportende VU-studenten reisden af naar Parijs voor de Olympische Spelen. ‘Tijdens het warmroeien dacht ik nog: dit wordt helemaal niks.’
DOOR NOUR KHAMIS & EMMA SPRANGERS
FOTO PETER VALCKX
Benthe Boonstra
Roeier en geneeskundestudent
Benthe Boonstra won goud in de vrouwen vier-zonder
‘Ik kon na afloop alleen maar huilen’
“ En dat terwijl ik eigenlijk niet zo snel huil”, zegt Boonstra (23). De race die ze met de vrouwen vier zonder stuurvrouw aflegde, was een spannende. Ze lagen nek aan nek met het Britse team, dat uiteindelijk 0,18 seconde na hen over de eindstreep kwam. “Ik dacht steeds: we hebben ze, en dan weer: we hebben ze niet. Pas over de finish, toen er werd gewezen naar het scorebord wist ik het zeker.”
Roeier
en rechtenstudent
Karolien
Florijn won goud in de skiff
‘Je onthoudt vooral de mensen die gewonnen hebben’
“ Het verschil is heel groot als ik eerlijk ben”, zegt Florijn (26) over het winnen van goud of zilver. De gouden plak was vier jaar geleden in Tokio al binnen handbereik, maar vanwege een verschil van 0,3 seconde behaalde haar team toen zilver in plaats van goud.
Vlak voor de race was ze op van de zenuwen. “Tijdens het warmroeien dacht ik: dit wordt helemaal niks. Na vijf minuten kwam ik gelukkig wel een beetje in de zone. En als je eenmaal gestart bent, dan zit je gewoon in de flow. Je bent alleen maar bezig met heel hard roeien. Van de omgeving krijg ik dan niet veel mee, maar ik hoorde vooraf wel af en toe ‘Holland’ door de muur van geluid heen.”
Veel van haar familie, vrienden en “Skøllies” [leden van roeivereniging Skøll, red.] waren afgereisd om haar in Parijs te zien roeien, waar ze op een camping verbleven niet ver van Boonstra’s hotel dat buiten het olympisch dorp lag – “gelukkig geen kartonnen bedden.” Toch ging ze niet bij hen langs. “Ik wilde in mijn bubbel blijven.” Wel zag ze hen in het oranje staan langs de kant van de baan. “Dat was een van de bizarste dingen, toen we naar het vlot roeiden voor de ceremonie zagen we zoveel oranje aan de kant en iedereen was aan het juichen, het leek even alsof ze daar allemaal voor ons waren.”
Vervolgens ging ze maar liefst 32 keer als eerste over de eindstreep in de skiff [eenpersoonsroeiboot, red.]. Maar ze zag een olympische overwinning in Parijs niet als vanzelfsprekend: “Je moet gewoon heel erg gefocust blijven en kunnen blijven trainen om je niveau vast te houden en hopelijk nog een stapje beter te zijn op de Olympische Spelen, want iedereen is daar in zijn beste vorm ooit.”
De finale was dan ook zenuwslopend, vooral voor vader Ronald Florijn (olympisch goud 1988, 1996). Hij kwam niet naar Parijs en keek geen televisie tijdens de finale omdat hij de spanning niet aankon. Broer Finn Florijn kon het eveneens niet aanzien en verstopte zich achter de tribune. Hij won overigens drie dagen eerder zelf al olympisch goud in de dubbelvier, met onder anderen VU-student Koen Metsemakers in zijn roeiteam.
Met een voorsprong van twee seconden werd Karolien de derde Florijn met olympisch goud. Bovendien schreef ze geschiedenis als de jongste gouden medaillist in de skiff ooit, alsook de eerste Nederlandse vrouw die de categorie won. “Ik was heel blij dat het gelukt was. Dit is het hoogtepunt waar je naartoe werkt en ik heb alle wedstrijden hiervoor gewonnen, maar uiteindelijk valt dat een beetje in het niet bij deze overwinning.”
CREDITS: TeamNL, Wikipedia, Wikimedia, roeien.nl, hockey.nl, knwu.nl, Sander Snijder, Ronald Hoogendoorn, Erik van Leeuwen.
Niet doorvertellen
Terwijl de rest van de eerstejaars portretten schilderde of armbandjes maakte, kon je onder een doorzichtig kwallenkostuum je diepste geheimen opbiechten bij Jess(yfish), die die bekentenissen opschreef en aan het eind van de dag voorlas op het campusplein. Zo leerden de aankomende studenten dat ze niet de enige zijn die vroeger gepest werden, soms twijfelen over hun relatie of dromen van een leven op een boerderij, weg van iedereen. (ES)
FOTO PETER GERRITSEN
Houd je van schrijven, fotograferen of filmen?
Word student-reporter!
en krijg journalistieke bijscholing in ruil voor een prachtig podium om op te publiceren.
Mail de redactie: redactie.advalvas@vu.nl, of loop binnen in de redactiekamer 1H43 (gebouw Bellevue), dan bespreken we samen de mogelijkheden.
Ad Valvas, journalistiek platform van de Vrije Universiteit
JOURNALISTIEK PLATFORM VAN DE VRIJE UNIVERSITEIT WWW.ADVALVAS.VU.NL
Commerciële advertenties Bureau Van Vliet (023) 5714745
Druk Senefelder Misset, Doetinchem
Werken bij de VU
Bijdragen aan een betere wereld, door onderscheidend onderwijs en grensverleggend onderzoek. Dat is de ambitie van de Vrije Universiteit Amsterdam. Persoonlijke vorming en maatschappelijke betrokkenheid staan hierbij centraal. Vanuit verschillende disciplines en achtergronden werken wij samen aan innovaties en nieuwe inzichten op het hele wetenschappelijke spectrum.
Aan de VU studeren ruim 31.000 studenten en werken 6.150 medewerkers. De uitstekend bereikbare VUcampus ligt in het hart van de Amsterdamse Zuidas.
Aan de VU studeren 31.700 studenten en werken 4.500 medewerkers. De uitstekend bereikbare VUcampus ligt in het hart van de Amsterdamse Zuidas.
Ben jij geïnteresseerd in werken bij de VU?
Kijk dan op: werkenbij.vu.nl
Ben jij geïnteresseerd in werken bij de VU? Kijk dan op: werkenbij.vu.nl
Werk jij al bij de VU? Hou dan de interne vacatures in de gaten op: interne.vacatures.vu.nl
Werk jij al bij de VU? Hou dan de interne vacatures in de gaten op: interne.vacatures.vu.nl
ADVALVAS.VU.NL
JOURNALISTIEK PLATFORM VAN DE VRIJE UNIVERSITEIT
Nieuws, interviews, blogs en achtergrondverhalen
Elke dag actueel op advalvas.vu.nl
Niks missen? Abonneer je op onze wekelijkse Ad Valvas Mail Update: https://tinyurl.com/updateadvalvas
INTROWEEK
Veel zon en een beetje protest
Tijdens de opening van de VU-introductiedagen koos rector Jeroen Geurts ervoor geen stichtelijke speech te geven, maar een quiz te doen met de ietwat zenuwachtig ogende eerstejaars. Na afloop hingen activisten in het hoofdgebouw een spandoek die aandacht vroeg voor Palestijnse doden, maar het protest werd snel naar buiten geveegd.
ONDERWIJS
Weggestuurde studenten beginnen daarna namelijk vaak gewoon op een andere plek aan dezelfde studie. Tijdens de pandemie werden de bsa-regels tijdelijk opgeschort, en nu blijkt dat studenten die op dat moment anders van de opleiding waren gestuurd, nu hun diploma halen.
BETALEN
Ov-boete op ov-boete mag toch wel
De boetes liggen politiek gevoelig. Ov-bedrijven braken hun belofte dat de kaart automatisch stopgezet kon worden en verdienden jarenlang tientallen miljoenen aan studenten die niet doorhadden dat ze hun ‘studentenreisproduct’ zelf van hun pas moesten afhalen. Toch kreeg een student die tegen een opstapeling van ov-boetes in beroep ging ongelijk van de rechter.
ADVALVAS.VU.NL/EN
JOURNALISTIC PLATFORM OF VU AMSTERDAM
News, interviews, blogs, features Daily updated on advalvas.vu.nl/en
Don’t miss out! Subscribe to our weekly Ad Valvas Mail Update: https://tinyurl.com/updateadvalvas
NEW STUDENTS
Fewer international students coming in
The Dutch Immigration and Naturalisation Service (IND) announced a decrease in the number of applications for residence permits from students outside of Europe – about seven hundred less than last year. It’s the first time for the IND to use a ‘virtual assistant’ in processing the applications.
PROTESTS
New minister is unfazed by Gaza protests
And with that, he continues his predecessor’s approach: promising the safeguarding of Jewish students and staff’s social safety, and standing up for (pro-Palestine) protesters and anyone else who finds their interests compromised. However, he has turned down the House of Representatives’ request for a report on education institutions that don’t offer students freedom, safety or accessibility.
SCIENCE
Good news and bad news
The good news? Dutch scientists perform above average, and therefore have received a considerable amount of funding for research and development. The downside? The growing number of publications in prestigious journals leads to an unhealthy workload. Plus, there’s the new government that’s going to make cuts again.
For some scientists, their role in society is (almost) as important as their research. In this magazine, we portray three activist scientists. Like Younes Saramifar, who put his residence permit at risk because of his statements against Israel and European colonialism. BY
Welmoed Visser
PHOTO Yvonne Compier
‘Activism is considered a problem if it doesn’t support the brand image’
‘I am easily framed as the
angry Muslim man’
There is no question whether Younes Saramifar is an activist scientist. His engagement for social change has been the sole reason why he pursued an academic career. For him there is no other way: “As a scientist and a university teacher, one should reflect critically on society and teach students to do the same”, he says. Saramifar teaches at the Faculty of Humanities and at Amsterdam University College. He lectures on the impact of colonialism on today’s world order and studies Islamist armed groups, like Hezbollah in Lebanon.
No scientific objectivity
Academia cannot exist without activism, Saramifar believes. Scientific objectivity – often claimed by scholars who do not want to take a political stance – is a hoax, in his view, that supports the existing social order. The attachment to objectivity is rooted in (reformed) Calvinist Protestantism, Saramifar states. “It’s connected to a general attitude that values order, routine, regularity, and obedience”, he goes on. “At VU this is even stronger, due to the emotional attachment to the Faculty of Religion and Theology, and the institutional insecurity over students’ numbers.”
Coming from an Iranian Muslim background, Saramifar advocates for a broader perspective to academic discussions on questions like why there is so much violence in the Middle East. His critical approach got him into trouble more than once.
In 2021, he expressed concerns about a drawing used in a campaign to attract more students to the anthropology department. In this drawing, a white girl was seen holding the earth in her hands. Saramifar saw this as a sign of White supremacy and signaling exclusion and inferiority of non-Europeans. His colleagues couldn’t appreciate his viewpoint, and their hostility was one of the reasons why Saramifar moved from the Faculty of Social Sciences to the Faculty of Humanities.
Ask politely
At the beginning of 2024, Saramifar was reproached for a trigger warning in his course description, stating that he considers Israel an apartheid state and that the wealth of most European states is built upon colonialism and oppression. The text had been part of the course manual
for four years. Saramifar wanted to be transparent with his students.
VU management claimed there was an anonymous complaint and Saramifar was pushed to remove his statement. He adapted his course description into a more academic formulation, but will continue to teach from the perspective of the underrepresented, all the while still engaged in discussions with VU with help of his lawyer.
Universities like VU have no problem with activism in general, but it depends on who says what and how, Saramifar analyzes. “When I say certain things as a non-white, male Muslim, it gets fishy soon. If I criticize White academia and White feminists for example on misusing gender inequality, I am easily framed as the angry Muslim man.”
Saramifar also experiences that activism is only accepted if it’s done by politely asking for reform instead of questioning the system and demanding structural change. And although universities should be environments in which the status quo can be challenged, activism is considered a problem if it doesn’t support the brand image of the university. “I have become too hot to handle”, Saramifar says. “Some colleagues consider me a risk. Their perception impacts my career, which guarantees my residence permit. I still don’t have the Dutch citizenship.”
Not critical enough
This doesn’t mean Saramifar lets himself be silenced though. He still debates the state of the world from a non-Western viewpoint, and supports minority students struggling with exclusion. He insisted his new course be named ‘The Middle East in contemporary history’, instead of ‘Contemporary history of the Middle East’. “As if the history of the Middle East can be studied separately and isn’t connected to the historical context of the rest of the world.”
Meanwhile, students are increasingly vocal about new perspectives. Saramifar usually gets positive student evaluations for his courses thanks to his encouragement of activism and critical thinking. “Some Amsterdam University College students explained in a survey that they don’t choose some of VU’s master’s programs because VU is not critical enough”, he says.
Saramifar is pessimistic about his own chances in the academic world: “I don’t know any example of uncompromising activists from outside Europe who have become a professor in the Netherlands.”
VU Amsterdam has a new chief diversity officer. Professor of Hindu Spirituality and Society Sharda Nandram looks for inspiration in her faith and in the business community. ‘Background is irrelevant when you have a job to do together.’
Sharda Nandram: ‘Being an activist means imagining a better future’
TEXT & PHOTO PETER BREEDVELD
‘No voice should be suppressed’
“People always say: Huh? What a weird combination!” says Sharda Nandram, who’s a professor of Business & Spirituality at Nyenrode Business Universiteit. Business, isn’t that about money and material things? “Spirituality can be a fundament of business”, answers Nandram, “because you are dealing with the unknown. Spirituality is the connection between what you perceive with your senses and that which you can’t put into concrete words, your convictions, your faith. Behaviour is also influenced by that, but this can’t always be measured.”
Ever since its founding, Nyenrode has paid special attention to spirituality, she says. “Just after the war, the country needed leaders to rebuild it, people with a head, a heart and hands. In their training, the focus was therefore not only on knowledge, but also on building character.”
What’s more, she says, spirituality is inextricably bound to humanness. “You can’t expect people to leave this part of themselves at home, to only bring their talent to their company or organisation. Even though the conversation in the business community isn’t that likely to be about spirituality and religion, you do need some kind of guidance when you’re dealing with setbacks. Whether it’s the divine or
intuition, you need something to fall back on.”
“Entrepreneurs are always well-prepared, put together a business plan that calculates everything, but there’s also a big unknown area, which you cannot express in figures and you cannot predict. That’s where you need creativity, and they get it from somewhere else. This is where spirituality comes in. There it’s about the potential we tap into with that spirituality, and also about ethical questions and the sense of meaning that results from that spirituality.”
Hindu teachings
At VU Amsterdam, she’s a professor of Hindu Spirituality and Society, at the Faculty of Religion and Theology. She was brought up as a Hindu. “Hinduism isn’t a religion, but a perspective and way of life where everything’s connected. According to Hindu teachings, we are all connected to each other and everything is consciousness.” This is her outlook on life and her guiding thought in her work.
Also as a chief diversity officer. As of 1 May, she has held this position at VU Amsterdam, for one day a week. She’s the successor of Professor of Practical Theology Ruard Ganzevoort, who also held the deanship of the
Faculty of Religion and Theology and who was the chief diversity officer before he became the rector of the Erasmus University-affiliated International Institute of Social Studies last summer. Ganzevoort and his team of diversity officers did a lot of groundwork, otherwise she wouldn’t have managed with one day, says Nandram.
“At the start it will cost a bit more time, but I don’t have to work from scratch, a foundation is already in place”, says Nandram. She’s now making a tour of the campus to talk to deans, directors and other stakeholders about diversity. She’s also visited the Ad Valvas editorial office already and is an attentive listener.
Informal care
Diversity encompasses a great many things, it’s more than just increasing the number of women full professors or appointments of teachers and researchers from non-Western origins.It also concerns, for example, the skills you demand from an applicant. “That goes beyond certain academic skills or things like leadership. People who have provided informal care at home, for example, have also developed skills that are useful to an organisation. Admitting the whole person to your organisation, so not only focusing on their professional experience and diploma, gives you a lot more possibilities”, says Nandram.
She doesn’t like imposing quotas and things like that, she says. “If you do that and force people to work with colleagues because of a certain background, and the latter are then bullied for half a year until they go home with a burn-out, that doesn’t do anyone any good either. Everything starts in the workplace itself. If the people there are open to new things, integration takes place. Things are more sustainable if they come from within. If you allocate ownership to the employees themselves.”
Multinationals as an example
She thinks the business community sets the right example. “Multinationals, that’s where people with different sexual orientations work together, with different ethnic and cultural backgrounds, from different disciplines. Isn’t that a great experiment? What connects them is the job, which they need to do together.”
According to Nandram, society itself also has enough to offer in the way of inspiration. “I had a neighbour who always complained about foreigners. The strange thing was that she didn’t see me, a Dutch person of Surinamese descent, as a foreigner. Being neighbours, we had a connection. My point is that everyone wants to live together. People don’t want constant fuss.”
But they voted far-right in droves, I counter. “Not
‘My point is that everyone wants to live together. People don’t want constant fuss’
‘Soft powers are needed in the long term, hard powers are needed to shake things up’
everyone voted far-right”, she replies. “We shouldn’t forget that there are people that want to live together, people from whom we can draw inspiration. If you know you have the same interest at heart, you go for it together. As the chief diversity officer I would like to contribute to this, to a VU Amsterdam that’s for everyone, so shall we go for it together?”
Discriminating the LGBTQ+ community
Perhaps Nandram hasn’t yet heard about the VU Amsterdam staff and students that take offence with the diversity flag, which is waving outside the VU Main Building, and with things like VU Pride, Decolonisation LAB and the Islamic prayer room?
“According to my spirituality, we’re all connected”, she replies. “One of my themes is an integrative vision of humanity. Here, the intention is always to understand each other, to give space to people that are different from ourselves. Then we don’t say: ‘You need to do this instead of that’, I’m against that, because that’s not inclusion. No voice should be suppressed, nobody should overrule anyone else.”
Does that mean that the voice of someone who wants to deny the LGBTQ+ community its rights weighs as heavy as that of someone who believes everyone has the same rights?
“In a classroom that should be possible”, says Nandram, “because then you have a dialogue. A university represents different perspectives. It must be possible to express those perspectives and then you can disagree with one another.”
No fighting but dialogues
Dialogues are important, says Nandram. “You have three options: you can fight each other, you can debate each other, and you can have a dialogue with each other. Fighting means solely focusing on what’s wrong and talking from emotion. A debate is about winning, about convincing the other party with your perspective. In a dialogue, you’re interested in how things work, what makes the other tick, why they’re saying what they’re saying. Different people contribute different perspectives and you have a dialogue about those. That’s enrichment. And from that enrichment, you can work towards a solution. Thanks to everyone’s different experiences, our toolkit is getting bigger and bigger.”
Nandram has a preference for the soft powers, I observe. “Not exclusively”, she says in protest. “I like both, the soft and the hard powers. The soft ones are needed in the long term, the hard ones are needed to shake things up.”
Activism is also needed, Nandram believes. “For me, being an activist means imagining a better future. Activist perspectives help you get to an ideal. You need to have ideals, but you need to be realistic in achieving them.”
VU academics blog monthly about improving societal connectedness at advalvas.vu.nl/column-blog/
Nieke Elbers psychologist, victimologist and associate professor of law
Building a restorative (VU) university through dialogue
Interpersonal conflict occurs in every organisation – and universities are no exception. However, academic environments have certain characteristics which can create more opportunities for conflict and disrespect of boundaries. Universities function in a very hierarchical manner, and academics are under great pressure to publish and bring in money. Research reports and media have proven that this can create a breeding ground for feelings of social unsafety. Undesirable behaviour – long tolerated as part of ‘office culture’ – is no longer accepted.
A longer version of this essay was published previously in the book project Connected World, where 100 VU researchers shared their insights on improving societal connectedness.
‘Punishment does not address the harm and the needs of the parties involved’
Conflicts concerning interpersonal or sexually transgressive behaviour, which has been the subject of recent discussions at universities (at least when they come to the surface) are typically solved by punishing the transgressor or removing them from the facility where the transgression took place. I argue that punishment, as a sole intervention, is usually not an effective solution since it does not address the harm and the needs of the parties involved. Punishment by separation may help make the environment safer for a little while, but it does not create ways for the transgressor to learn new behaviours, nor does it provide answers for or ease the pain of the transgressee. Parties are left feeling unheard, unhealed, ostracised and marginalised. I propose a better alternative: healing and prevention through restorative justice. Restorative justice is an evidence-based practice and method that originated in criminal law, focusing on creating connections between victims and offenders to repair the harm caused. It involves bringing together the harmed and their harmer, and members of the community. In case of universities, the community would consist of colleagues, fellow students, confidential officers, and counsellors, among others. Restorative dialogue, for example in dialogue circles (gatherings in which participants sit in a circle facing each other), provides opportunities to communicate experiences, to be heard and validated, and to address needs and concerns.
The scientific evidence is convincing. The process facilitates healing and can provide a sense of closure for victims. In turn, it offers offenders an opportunity to take responsibility for their actions and make amends, which has been shown to increase victim empathy and reduce the likelihood of reoffending. The process of restorative justice can thus provide a path towards rehabilitation and reintegration into the community.
It is not without limitations, requiring a significant amount of time and resources to facilitate a dialogue and reconciliation process. Not all conflicts are suitable, and some people may not be willing or able to participate. In these cases, it is important that restorative justice facilitators ensure that the safety of the participants is prioritised and that support and resources are provided throughout the process. Also, punishment may still be necessary.
Despite these challenges, restorative justice is a promising, valuable and effective approach of addressing harm that also contributes to the prevention and mitigation of polarisation. Focusing on human connection and dialogue provides a better and more sustainable alternative to the traditional legal approach. Restorative justice has been proven to show successful results in a criminal law context. Slowly, (research) initiatives are also being started at the meso level, for example in companies and schools, and at the macro level, for example to mitigate conflicts related to decolonisation or proactively discuss climate issues. Big changes start small, so let’s work on a more compassionate and holistic way of addressing conflicts in our own circle of impact, the VU community. In this way, we are planting the seeds for a more connected society as a whole.
New Jewish student association prefers low profile
A new Jewish student body, the Jewish Student Association, aims to create a campus space where Jews can feel secure and express themselves freely.
BY PETER BREEDVELD, TRANSLATION BY TAALCENTRUM-VU PHOTO PETER BREEDVELD
As early as May last year, there were already plans to set up an association for Jewish students. “Those plans have been given an extra impulse by recent events”, says VU Health & Life Sciences student Aviv Cohen (21). “People feel lonely and isolated”, says Roy Turksma (23), who is studying International Business Administration at VU. “We’ve all lost some friends”, adds Achira Beck (27), who is studying law in Leiden. There is demand for an association where individuals with similar backgrounds can connect without the need for constant explanations, the students say.
The three are currently establishing the Jewish Student Association (JSA), under the umbrella of VU, which provides a sense of security. This is important given that organising events for Jewish students is typically not straightforward: due to security concerns, they cannot announce any event far in advance and have to rely instead on word-of-mouth and personal invitations.
Bordering on anti-Semitism
Recently, an event was held in the New University Building which, despite limited publicity, drew an attendance of 120 people. Using the event as a recruitment opportunity, the three managed to gather prospective members for the new association. They now have approximately 30 to 40 members who stay connected through a group chat. Several people they approached declined the invitation to join “because they feel unsafe”, says Turksma.
Jews and Israelis have faced rising tensions since 7 October 2023. “Hostile slogans, which I find very intimidating, were shouted during the campus protests against Israel”, says Cohen. “They included calls for a global intifada, for example, which I see as an open call for violence against Jews.” Measures implemented by the university, such as locking campus entrances and exits, “do not necessarily” increase his sense of security, he says.
Discussions about Israel are dominated by individuals who, according to Cohen, “are either insufficiently informed or express themselves in a manner that borders on antiSemitism”.
Feeling of insecurity
Many Jewish students experience a feeling of insecurity at their place of study, says Beck. He is the only one of the three to wear a kippah. “There are usually no problems with that in Amsterdam, although I tend to cover it with a cap in certain neighbourhoods.” Most of the time he is not harassed, but he does occasionally face verbal abuse specifically directed at Jews.
“You avoid speaking Hebrew openly in public”, says Cohen. “You make sure not to attract attention, but that’s something we’re used to.”
“It seems that everywhere you look, even here on the VU campus, there are offensive caricatures”, says Turksma. “For example, I saw a poster likening Israel to the character Gollum from The Lord of the Rings. And one of the ‘house
rules’ of the protest encampment on the campus square was that everyone was welcome ‘except Zionists’. You see stickers in toilets and lecture halls, and a poster that looked just like an official university poster, complete with VU template, saying ‘Free Palestine’ and showing the Palestinian flag, was also circulated. Some people feel that VU’s failure to step in is making this seem normal.”
Anti-Israel boycott
“It’s a difficult period”, sighs Turksma. In the last academic year, he represented the SRVU Student Union on the University Student Council (USC). The situation of Gaza is a subject of intense debate within the SRVU. Last March, a lot of members suddenly showed up to vote on a motion in support of the anti-Israel boycott movement. As a result, several members, Turksma included, resigned their membership.
Suitable space
Establishing an association involves a lot of work. “Progress is slow, partly due to security concerns”, says Beck. They are being advised by Professor of Jewish Studies Jessica Roitman and are in the midst of discussions with various diversity officers and deans. Recruitment efforts are key, as they need 75 registrations to gain official student association status. Next, a suitable space needs to be found,
‘You make sure not to attract attention – that’s something we’re used to’
which will be no easy task, given that the association must also remain somewhat discreet.
This is an ambivalent thought of the three, in light of one of the goals of the Jewish Student Association, which is for Jewish students to be visible as part of the VU community, but not so much that they attract unwanted attention. And what about membership criteria? Can you refuse applications to join from individuals you may not trust? “These are things we still need to consider carefully”, says Beck.
‘Deel de Duif’
When asked whether they have sought information and contact with Turkish student association Anatolia, which is also located on the VU campus, they reply that they haven’t thought about it. Beck says that lately he has been somewhat hesitant to reach out to bodies representing students with a Muslim background. Since 7 October 2023, this has been accompanied by some tension. “October 7 is our 9/11”, says Beck. “And we also want to be able to voice our positive views on Israel without it turning into an argument straight away.” They praise the efforts of the ‘Deel de Duif’ (salaam, shalom, peace) initiative, which brings together Jewish and Muslim students to discuss Gaza and Israel, but are also keen to ensure the JSA is a place “where you can just have a good time together, safely and without fear or anger”, says Beck.
From left to right: Achira Beck, Roy Turksma and Aviv Cohen
Voor vrienden van de VU
De oprichters van de VUvereniging wilden in 1879 een andere universiteit in Nederland. Los van de overheid, voor eigen keuzes met een eigen kompas. Een universiteit die staat voor rechtvaardigheid, medemenselijkheid en verantwoordelijkheid voor elkaar en voor de wereld. Zo ontstond de bijzondere universiteit waar iedereen welkom is: de Vrije Universiteit.
De VUvereniging subsidieert jaarlijks met 1 miljoen euro bijzondere projecten en activiteiten op het snijvlak van onderzoek, onderwijs, zorg en maatschappij. Daarnaast organiseren we verrassende en inspirerende evenementen.
De VUvereniging is een maatschappelijk netwerk voor vrienden van de VU.
Lid van de VUvereniging ben je al voor €10 per jaar.
Je bent van harte welkom.
Lid worden kan hier
The university student council is the representative participation council of and for students of VU Amsterdam. The council concerns itself mainly with the quality and accessibility of education at VU Amsterdam and with the student policy of this university. The council consults with the executive board periodically.
Making this world a little bit better
How does a small-town boy from Central Java end up as chair of the University Student Council (USC)? And why? My father was a successful self-made businessman who taught me a lot, but having me go to university was not high on his list. As the first in my family to study, I had to overcome quite some obstacles. In fact, after several years studying in the USA, I had to quit the program to take care of the family business and later started my own. In the Covid years, when I was already living in the Netherlands and business was extremely slow, I had the chance to follow my dream again. I completed my bachelor’s in Biomedical Sciences last year. Now, I am a second-year master’s student in Oncology, combining it as much as possible with my company in furniture design and production. Throughout the years of being a student, I have come to appreciate VU Amsterdam as a place that has challenged me intellectually. The warm and welcoming community with so much diversity is something I cherish. I am still learning Dutch – ‘ik doe mijn best’ – but it is very nice to feel accepted, nonetheless. Some of my story along with my
accomplishments may have come from luck and the support of people around me, but most of it emanates from my personal drive and dedication. One thing I learned from my father is this: when you can, contribute to your community. I have received a lot from my partner, family, friends, as well as from the academic environment. So, when I can, I also want to give back. If we don’t try to make this world a little bit better, then why are we here?
In the inevitable budget cuts, I want to ensure the quality of education
That is why I became a member and president for the ‘Facultaire Studentenraad Bèta’ the second year of my bachelor – the very same reason why I am in the student council now. Specifically, in the inevitable budget cuts, I want to ensure the quality of education and that the wellbeing of students is not undermined. I have seen that the student voice is important and can be taken seriously. Together with my fellow councilors, we’d gather input from students and be actively involved in the discussions of the university policies. We’d go the distance to preserve students’ interests. No matter who you are or how you got here, if you share your experiences and ideas, we can make the university even better.
Annas Ardiansyah Chair usr.annas.ardiansyah@vu.nl
PERSONEELSPAGINA
ONDER REDACTIE VAN HRMAM VU, JAARGANG 72, NUMMER 1, SEPTEMBER 2024
Focus op de kwaliteit van een medewerker, niet op de beperking
Als een van de eerste universiteiten in Nederland heeft de Vrije Universiteit een speerpunt gemaakt van de participatie van medewerkers met een beperking. Met name door het starten van het Servicepunt Participatie in januari 2021 dat collega’s met een arbeidsbeperking begeleidt en ondersteunt. Hiermee werd binnen de VU een belangrijke stap gezet om mensen met een arbeidsbeperking zoveel mogelijk toegang te geven tot werk.
Begrip en acceptatie is hierbij onmisbaar. Daarom is het Servicepunt Participatie een campagne gestart ‘Wat doe jij?’ om medewerkers ervan bewust te maken dat het prima is om mensen met een beperking aan te nemen of als je collega te hebben. Wat kan jij bijdragen? We vragen het aan coördinator van het Servicepunt Participatie Renée van Scheppingen en aan participatiemedewerker Oliver Bruno.
Renée: “Er zijn veel potentiële collega’s die heel graag willen en kunnen werken, maar die niet worden ingezet omdat zij niet volledig in een plaatje passen. Middels deze campagne willen we collega’s naar mogelijkheden laten kijken en verantwoordelijkheid laten nemen voor het aannemen van een collega met een arbeidsbeperking. Ik ervaar soms dat er een bepaalde beeldvorming vooraf is van een medewerker met een arbeidsbeperking. Men kan bijvoorbeeld bang zijn dat het te veel vraagt van de afdeling om een functie te creëren
voor iemand met een arbeidsbeperking. En inderdaad: je moet wel tijd steken in inwerken en de begeleiding en soms moet je je verwachtingen ook echt wel bijstellen. Maar als je matcht op de kern van de functie, dan heb je een prima collega die een bijdrage levert aan je team.”
“Op de VU zijn ongeveer 100 banen ingevuld door collega’s met een arbeidsbeperking, in zowel wetenschappelijke als ondersteunende functies. Dus mijn ervaring is dat op de VU iemand echt wordt ingezet op talent. Werk is ontzettend belangrijk als je mee wilt doen in de maatschappij. We willen geen mensen met talenten op de bank laten zitten die, soms met een kleine aanpassing of begeleiding, prima ingezet kunnen worden.” Het woord arbeidsbeperking heeft een negatieve lading. De nadruk ligt op wat iemand niet kan. In de praktijk blijkt echter dat iemand met een arbeidsbeperking van grote toegevoegde waarde kan zijn voor een organisatie.
Een voorbeeld van een VU-medewerker waarbij op talent en niet op beperkingen wordt gefocust is Oliver Bruno. Oliver is in 2018 als participatiemedewerker bij de VU gekomen. Hij heeft een journalistieke achtergrond, gespecialiseerd in internationale documentaire filmproductie en heeft zeven jaar in de culturele en artistieke sector gewerkt, doorgaans in communicatiefuncties. Nu werkt hij ruim 5 jaar als communicatiemedewerker bij de Universiteitsbibliotheek. Daarnaast heeft hij ook in dezelfde functie bij HRM, Arbo & Milieu gewerkt.
Wat vind jij belangrijk om als medewerker goed mee te draaien bij de VU?
Oliver: “Voor mij is een duidelijke taakstelling belangrijk, ondubbelzinnige communicatie, een goede planning en regelmatig werkoverleg. Regelmaat en structuur in de werkzaamheden.”
Renée van Scheppingen:
We willen geen mensen met talenten op de bank laten zitten die prima ingezet kunnen worden
Renée: “Bij de VU ben je echt een collega, er wordt iets van je verwacht en je levert ook een bijdrage. Ik vind het belangrijk dat je wordt ingezet op je kwaliteiten en dat er rekening gehouden wordt met eventuele omstandigheden. Een goede begeleiding is daarbij onontbeerlijk. Ook moet het mogelijk zijn om eventuele aanpassingen te doen aan de functie of de werkplek, als dat nodig is.”
Zijn er dingen waar je als medewerker tegenaan loopt?
Oliver: “Het komt wel eens voor, maar die situaties zijn op 1 hand te tellen, dat de workload oploopt en het te veel wordt. Of dat er een langere tijd onduidelijkheid blijft bestaan over de precieze invulling van een opdracht. Dan word ik nerveus en raak ik gestrest. Iets waar ik een gevoeligheid voor heb door mijn arbeidsbeperking. Doorgaans wordt door middel van goed overleg en het bespreekbaar maken van de situatie, een oplossing gevonden.”
Oliver Bruno: Focus met name op de kwaliteiten van een medewerker met een arbeidsbeperking en niet op de beperking
Welke handvaten zou jij leidinggevenden en medewerkers mee kunnen geven als het gaat over samenwerken met hun collega’s met een beperking?
Renée: “Behandel elkaar zoals je alle collega’s zou behandelen, met misschien iets meer aandacht voor wat iemand nodig heeft om het werk goed te kunnen doen. In gesprek blijven is hierbij belangrijk. We geven buddytraining aan collega’s en leidinggevenden en daarin geven we altijd de balanskaart mee. Dat is een tool om van elkaar te weten wat je afspreekt en nodig hebt als het goed
met je gaat, minder goed met je gaat of helemaal niet goed met je gaat.”
Kun je medewerkers met een beperking en hun collega’s en leidinggevenden een gouden tip geven?
Oliver: “Voor de leidinggevenden en de collega’s: focus met name op de kwaliteiten van een medewerker met een arbeidsbeperking en niet op de beperking. Het is goed op de hoogte te zijn van de kwetsbaarheden en hier rekening mee te houden binnen de functie. Maar het meest stimulerend is toch wanneer een medewerker gecomplimenteerd en gewaardeerd wordt voor zijn prestaties. Door je te richten op de oplossing heeft de beperking minder invloed. Win-win.
Voor de medewerkers met een arbeidsbeperking: geef niet op. Je zal je positie binnen de VU gedeeltelijk zelf moeten bewerkstelligen. De VU is een zeer open universiteit, met diversiteit hoog in het vaandel. In mijn 5½ jaar als participatiemedewerker bij de VU heb ik het begrip en de ‘openmindedness’ van leidinggevenden en collega’s altijd als zeer positief ervaren. Daarnaast heeft de kwaliteit van je werk invloed op hoe je ervaren wordt.”
Renée: “Ga en blijf in gesprek met elkaar over wat je kunt en wat er nodig is om het werk goed te kunnen doen. Als er iets is of je loopt ergens tegenaan, dit geldt voor beide kanten, neem contact op met ons bij het Servicepunt Participatie. Wij kunnen kijken hoe we je kunnen ondersteunen.”
Contact opnemen met het Servicepunt Participatie kan via participatie.hrm@vu.nl Redactie Personeelspagina > HRMAM
Kijk op VU.nl voor het complete aanbod van het Servicepunt Participatie
Peeping Tom
Rialto VU
Nieuwe Universiteitsgebouw De Boelelaan 1111
Peeping
Tom
Draait vanaf 5 september
Check de agenda en speeltijden op rialtofilm.nl
Het komt zelden voor dat een film met zoveel weerzin en afkeuring door de filmcritici wordt ontvangen als destijds Peeping Tom. Eén recensent beweerde zelfs dat de film zo snel mogelijk het riool in moest verdwijnen. De kritiek was zo verwoestend dat Michael Powell daarna nooit meer in GrootBrittannië aan de bak kwam als regisseur. Tegenwoordig wordt deze psychologische thriller uit 1960 over voyeurisme en moordzucht, die doet denken aan Hitchcocks Rear Window en Psycho, beschouwd als een meesterwerk – een absolute must-see voor elke filmliefhebber. Ga hem zien op het grote doek.
Pieter Greup, online marketing
Tijd voor een beweegbreak
VU
in Beweging is weer te vinden met activiteiten op het campusplein. Doe mee aan tai chi, salsa of staande yoga.
Nog even de planning op een rijtje: dinsdag en donderdag om 12.30 uur tai chi en om 13 uur salsa. Woensdag om 12.15 uur staande yoga. Alle beweegbreaks duren een kwartier en vinden plaats onder de boom tussen het VU-hoofdgebouw en het OZW-gebouw op het campusplein. In elk geval tot oktober. Iedereen is welkom voor een korte, lekkere beweegbreak in je werk- of studiedag.
maandag–vrijdag: 08–23 uur zaterdag en zondag: 10–18 uur sportcentrumvu.nl
Jakob van
Vliet
Hieperdepiep hoera!
VU
Griffioen
Nieuwe Universiteitsgebouw De Boelelaan 1111
Bestel snel je tickets voor het nieuwe theaterseizoen, of schrijf je in voor een van onze cursussen op griffioen.vu.nl.
Haal de feesthoedjes maar uit de kast, want we vieren onze 25ste verjaardag.
Dit theaterseizoen vieren we de officiële opening van het theater in 1998, en daarmee de geboorte van VU Griffioen in haar huidige vorm.
Ons 25ste prachtseizoen zit weer vol bekende gezichten en nieuwe talenten. Met onder anderen Daniël Arends, Yentl & de Boer, Lale Gül, Her Majesty en de vrouwen van DAMN, HONEY. Ook ons nieuwe cursusseizoen start bijna. Salsa, botanisch tekenen, mode maken, yoga, gitaar, K-Pop, schilderen, fotografie, toneel, zang, ballet en tapdansen.
Nog niet zeker welke cursus bij jou past? Kom dan langs bij onze Course Try Outs. In de week van 16 september kun je weer gratis onze cursussen proberen.
Femke Idzes, cultuurmarketeer
Gerookte aubergine en gekke bloemkool
SFEER Het interieur is vooral veel hout, dat ademt een huiselijke ambiance van eenvoud. We horen saxofoonmuziek en tussen verschillende kunstwerken eten we daar relaxed. Het shareddining-concept werkt verbindend.
ETEN De zogeheten fusionkeuken: Arabisch, mediterraan en Israëlisch. Heel wat anders dan een bakkie Hollandse patat. Dat ervaren we met ons voorgerecht: de Mezze de Psychedelic Cauliflower. Bloemkool verstevigd met tahini (sesampasta), bestrooid met granaatappel en badend in de tomatensaus. Een verrassend effect moet ik zeggen, bepaald niet bloemkoolachtig.
Dan komen de hoofdgerechten: shakshuka en smoked aubergine. De shakshuka bevalt het meest, een heerlijke combi van tomaat en ei.
BEDIENING Raadgevend en lief.
TIP Shakshuka, tomatenstoof met eieren.
AANRADER Ja, voor de wereldontdekkende eter.
Er zijn ook filialen in het centrum en de Pijp.
PRIJS Met 50 euro op zak red je het hier makkelijk met z’n tweeën. Zonder toetje dan.
Leendert van Ginkel, derdejaars bachelor bedrijfskunde Mana
Frederik Hendrikplantsoen 36 mana-mana.nl
Wil je ook GRATIS ETEN, in ruil voor een restaurantrecensie?
Mail naar redactie. advalvas@vu.nl.
Tussen woord en moord
Een domme Belg schreef in een column over Gaza de volgende zin: ‘Ik word zo woedend dat ik iedere Jood die ik tegenkom een puntig mes los door de keel wil rammen.’
te halen, wat werd verdedigd met een sympathieke maar slechte reden. Ze wilden de Joodse gemeenschap niet kwetsen.
Het leidde tot enorme ophef, waarna de redactie de domme Belg verdedigde door uit te leggen dat de uitspraak niet deel uitmaakt van een journalistiek product, maar van een ‘satirische column’.
Satire is een bekend toevluchtsoord voor wie over de schreef gaat. Meningmannetjes op X, ooms op kringverjaardagen, extreemrechtse gekkies op internetfora en andere figuren op het randje beroepen zich regelmatig op humor. Elke uitspraak die ideologisch best in hun denkpatroon past maar een tikkie te discriminerend of zelfs strafbaar blijkt, belandt in het laatje bedoeld als grap.
Niemand houdt ze tegen, of eigenlijk: kan ze tegenhouden. Nieuwsmakers zijn gebonden aan journalistieke regels, maar voor grappenmakers bestaan er geen opleidingen of conventies. Iedereen kan zich op elk gelegen moment vermommen onder de pet van satiricus, waardoor humor een openbare schuilkelder zonder slot is geworden.
Enkele dagen later zag de redactie zich genoodzaakt om het stuk van de domme Belg toch offline
Niemand heeft het recht om niet beledigd te worden. Als aanhanger van een religie of onderdeel van een groepering zul je tijdens je leven voortdurend worden gekrenkt door dingen die je leest of hoort. In onze westerse samenleving mag gelukkig alles bespot worden, ook jij. Wen er maar aan.
Geen mens weet precies wanneer een uitspraak als kwetsend wordt ervaren, dus als we het vrije woord inperken totdat er niemand meer aanstoot aan neemt, heeft een column al gauw geen zin meer. We stoppen ook niet met Belgenmoppen als er één niet tegen een grapje kan.
Toen de domme Belg werd aangeklaagd voor aanzetten tot moord, verklaarde hij zelf dat dat “in geen geval” op zijn column van toepassing was. Alleen weet een schrijver, gelijkerwijs beledigen, natuurlijk nooit hoe zijn woorden via lezers worden vertaald in daden.
Zo hebben nieuwsartikelen over suïcide onbedoeld een direct effect op het aantal zelfmoordincidenten.
Daarom leggen journalisten zichzelf regels op om terughoudend te publiceren over zelfdoding. Misschien iets om te onthouden voor al die satirici wanneer ze grappen maken over het vermoorden van bevolkingsgroepen.
En ja, ook ik laat humor het liefst onbegrensd. Maar als Belgenmoppen plots blijken aan te zetten tot fysiek geweld tegen onze zuiderburen, dan kap ik er ook mee. Zelfs als hun domheid erom vraagt.