COCREATIESESSIE OVER DE KERNWAARDEN WERELDS GRENSVERLEGGEND & NO-NONSENSE DONDERDAG 19 JUNI 2014
GEORGANISEERD DOOR: RDAMSE NIEUWE VERSLAG DOOR: VERS BETON
Rotterdam wil zich de komende jaren presenteren aan de hand van de merkwaarden: werelds, no-nonsens en grensverleggend. R’damse Nieuwe organiseerde daarom op 19 juni in het KunsthalcafÊ de Co-creatiesessie citymarketing. Het doel was in kaart brengen welke betekenis studenten, ondernemers en young professionals aan deze waarden geven. In dit verslag brengen we de resultaten in woord en beeld samen. We zullen de ontwikkelingen op de voet volgen en kijken er naar uit onze input terug te zien in de uitvoeringsstrategie.
INHOUD 1. BLOGGERS 2 2. MBO/HBO-STUDENTEN 4 3. ONDERNEMERS 6 4. WO-STUDENTEN 8 5. YOUNG PROFESSIONALS 10 6. COCREATIESESSIE YOUNG PROFESSIONALS II
12
1. BLOGGERS Aanwezig: Gijsbregt Brouwer (De buik
van Rotterdam), In-Soo Radstake (Bogue), Vincent Cardinaal en Eeva Liukku (Vers Beton), Wouter van Lieburg (Gers!) en Salomé Aussen (projectmanager Gemeente Rotterdam).
“We kunnen veel beter de oude industriestad Liverpool als voorbeeld nemen.”- Vincent Cardinaal
WONEN In-Soo trapt af met te stellen dat Rotterdam zich tot nu toe zich helemaal verkeerd verkoopt. Koopgoot, Erasmusbrug, dat is niet wat Rotterdam is maar wil zijn. Vincent vult aan met het voorbeeld van ‘Manhattan aan de Maas’. We kunnen veel beter de oude industriestad Liverpool als voorbeeld nemen. Met een omweg komt het gesprek op werelds, no-nonsens en grensverleggend en in welke mate ze van toepassing zijn op het domein wonen. Eeva vindt ‘grensverleggend’ wel bij Rotterdam passen. Vernieuwend, een echte immigrantenstad en mede door het bombardement een stad met vernieuwingsdrang. Het concept van een ‘klushuis’ is volgens haar bijvoorbeeld vernieuwend. Aan de term no-nonsense heeft ze echter een hekel en daarin krijgt ze bijval van al haar tafelgenoten. Gijsbregt: “No-nonsense is een attitude, niet
een wijk. No-nonsense wonen is niet eens leuk!” . Vincent vult aan: “De Rotterdamwet is helemaal niet no-nonsense, dat is wonen voor de happy few”. Ook Wouter kan niks met de term voor het domein wonen: “No-nonsense past niet bij het domein wonen. Maar Rotterdam is wel grensverleggend en werelds als het om wonen gaat”. Rotterdam is werelds als het bijvoorbeeld gaat om van alles kunnen eten, aldus Salomé. Maar Rotterdammers zelf zijn vaak weer helemaal niet per se werelds maar conservatief merken meerdere deelnemers aan tafel op. De discussie waaiert uit naar het wel of niet vasthouden aan vroegere iconen als de Hef tot Martijn vraagt of er nog iets aan het woonklimaat ontbreekt in Rotterdam. Iedereen is het erover eens dat Rotterdam zeer compleet is op het gebied van wonen, voor ieder wat wils, zogezegd. Met uitzondering van het grote (gezins)huis met tuin in het centrum kun je in Rotterdam werelds en grensverleggend wonen op verschillende manieren en in verschillende wijken: klusprojecten,
Calypso, Katendrecht worden het meest genoemd.
“Amsterdam is veel beter in marketing. Daar laat je een scheet en je zit in De Wereld Draait Door” - In-Soo Radstake
WERKEN “Waarin is Rotterdam uniek als het om werken gaat”, stelt Martijn de deelnemers aan tafel de vraag. ‘Niet lullen maar poetsen’, ‘de (niet-zichtbare) haven van Rotterdam’, ‘creatievelingen’ en ‘werkloosheid’ worden genoemd. Het Rotterdamse werken kenmerkt zich door een mentaliteit van aanpakken, korte lijnen, goed bereikbaar zijn van de mensen die je moet hebben. Helaas is Rotterdam er o.a. qua werk en succes niet goed in om zichzelf te verkopen. In-Soo: “Amsterdam is veel beter in marketing. Daar laat je een scheet en je zit in De Wereld Draait Door”.
Waarmee zouden dan in De Wereld Draait Door moeten komen?, vraagt Martijn. Wouter: “OMA. Architectuur maar ook qua kantoor is dat grensverleggend. Die architectuurkantoren zijn allemaal heel internationaal”. Gijsbregt: “Nieuwe media zoals Vers Beton, Bogue, enzovoorts dat is typische ontwikkeling van Rotterdam. In Amsterdam praten ze nog over het gevestigde Parool, die online initiatieven hadden alleen hier kunnen ontstaan“. Waarom? Omdat Rotterdammers van nieuwe dingen houden. Maar vooral omdat Rotterdammers altijd urgentie voelen om iets bij te dragen aan de stad. Wij willen onze stad beter maken, zonder er direct geld voor terug te verwachten, aldus Eeva en Gijsbregt. Wouter merkt echter op dat ook het gebrek aan werk en een gat in het medialandschap hebben bijgedragen aan de opkomst van deze nieuwe blogs en magazines. “Onze leegte is onze kracht”, aldus Wouter. Er is zowel fysiek als beleidstechnisch inderdaad ruimte in de stad maar ben je eenmaal op gang is die ruimte er vaak weer niet, aldus verschillende deelnemers aan tafel.
“Is je festival niet voor 5000 man, dan ben je geen festival” - Gijsbregt Brouwer
RECREATIE Het eerste wat bij de deelnemers aan tafel opkomt bij het domein recreëren in Rotterdam zijn de grootschalige evenementen. Die zijn wel werelds maar weer niet no-nonsense, aldus Wouter. Gijsbregt benoemt ook het nadeel van beleid van Gemeente Rotterdam op dit gebied: “Het is allemaal heel goed geregeld maar als je klein bent dan val je er wel buiten. Is je festival niet voor 5000 man, dan ben je geen festival”. Bijna in tegenstelling met de genoemde grootste evenementen is Rotterdam volgens de deelnemers aan tafel ook een stad waar je (op recreatiegebied) van moet leren houden, aldus Wouter. Veel leuke dingen zijn verborgen. Terwijl er genoeg pleinen (Schouwburgplein, Blaak) zijn die vragen om een betere programmering, aldus de deelnemers aan tafel.
De kleine, verborgen initiatieven in de stad groeien ook. Nieuw en groeiend op het gebied van recreëren in Rotterdam is de laatste jaren ‘het kopje koffie’, de komst van sterrenrestaurants naar bijvoorbeeld het goedkope Zwaanhals en Biergarten als alternatief voor het Stadhuisplein. Dat laatste is ondanks i.p.v. dankzij gemeentebeleid (dat gericht was op Binnenrotte) de plek waar momenteel door hip Rotterdam het WK gekeken wordt. Dat er veel van dit soort experimenten en (tijdelijke) initiatieven in de stad zijn heeft te maken met een een DIY-mentaliteit in de stad en een alternatieve massa die met Facebook en blogs tegenwoordig makkelijk gemobiliseerd kan worden. En natuurlijk goedkope ruimte, zoals al eerder in de discussie aangekaart. Echter, het gevaar dreigt zoals altijd voor Rotterdam, dat de na de vernieuwing en het experiment de meest succesvolle uitvinders en talenten vertrekken. Rotterdam is een stad waar je uit vertrekt als je het eenmaal hebt gemaakt, is de conclusie. We maken de trendin-de-dop maar vervolgens wordt íe in Amsterdam pas echt goed mainstream.
TOT SLOT Kortom, elk voordeel heb z’n nadeel, zoals Cruijf al stelde. Rotterdam is heel grensverleggend (vernieuwend) omdat er fysiek en mentaal ruimte is. Maar eenmaal groot, gevestigd en/of succesvol dan lonken toch andere steden of blijkt de beleidsruimte te klein. No-nonsense zijn we in de zin dat we ons succes en leukheid niet van de toren blazen, dat Rotterdamse mooiheid en gezelligheid niet in your face is maar verborgen. Op werkgebied zijn we van de korte lijnen en bereikbaarheid. Op het gebied van wonen is het voor ieder wat wils, allesomvattend. MYRTA OTTEN VERS BETON
2. MBO/HBO STUDENTEN Aanwezig: Dylan is 21, hbo-student
communicatie en woont in de buurt van Capelse Brug. Jason is 23, hbo-student commerciële economie en woont in Blijdorp. Christiaan (19), Bert (19) en Ruben (20), studeren allen voor junior accountmanager op MBO-niveau. De drie wonen nog thuis, buiten Rotterdam.
“Bovenin woon je mooi, maar als je beneden komt is het doods.”
WONEN Bij werelds wonen wordt gedacht aan De Rotterdam, de Hoge Heeren, de torens rond de Erasmusbrug. Het zijn statussymbolen, vinden de jongens. Ze hebben de perfecte ligging, want midden in de stad, de hoogte biedt een prachtig uitzicht. ‘De stad ligt aan je voeten.’ Maar: eigenlijk woon je op deze plekken nog niet werelds genoeg. Reden? Het is te rustig. Bovenin woon je mooi, maar als je beneden komt is het doods. Grensverleggend wonen staat gelijk aan wonen op een plek wonen waar dat nergens anders kan. Rond de Erasmusbrug kan dat. Uniek in Rotterdam en de rest van het land. De hoogbouw is dan wel grensverleggend, maar zouden de studenten er ook willen wonen? Weer vindt men dat er te weinig sfeer is om er te wonen. Kralingen geniet de voorkeur. Rustig, met veel groen.
Een van de jongens vergelijkt de stad met San Francisco. Het lijkt op Rotterdam, maar heeft een voordeel dat als je er de deur uitstapt er nog steeds van alles te doen is. ‘Daar leeft het ook beneden.’ Wat San Francisco ook heeft, zijn mooie wijken. Het houdt niet op in het centrum. Die wijken worden benoemd naar een thema (Italiaanse wijk, Mexicaanse wijk, Chinatown). Zo krijgt elke wijk een identiteit, karakter. Dat is iets dat mist in Rotterdam. Zuid of Crooswijk, je wilt er niet zijn. Door wijken een identiteit te geven, worden bewoners trots op hun wijk. En bezoekers komen er op af. ‘Hey, wat is daar te doen.’ Je kunt zo ook de positieve elementen van een wijk benadrukken. De drie thuiswonende jongens willen niet in Rotterdam wonen. Op straat heeft iedereen de koppen naar beneden en gaan. Het geeft een sombere indruk. ‘Geen saamhorigheidsgevoel’. Meer aanbod van studentenwoningen in de stad zou voor meer sfeer kunnen zorgen. Bijvoorbeeld boven de Lijnbaan. Door studenten een plek in het centrum te geven
creëer je meer sfeer. Dus niet alleen maar kantoren die ’s avonds leeg en doods zijn. Het percentage van Rotterdamse mensen die in het centrum wonen moet omhoog.
“Een broedplaats, een soort Sillicon Valley in het klein”
WERKEN Werelds werken is een 24-uurs-cultuur. Momenteel is in Rotterdam alles om 19 uur dicht, en valt er niks meer te beleven. Multinationals, de grote bedrijven in de wereld: ze zijn er wel. Daar moet naar de gehandeld worden. Rotterdam heeft een beurs, en een haven. Daar liggen de mogelijkheden tot het wereldse ook in de stad toelaten. Flexwerkplekken worden genoemd als het voorbeeld van grensverleggend werken. Alles is nu nog kantoor. Dit zou anders ingericht kunnen worden door wonen en werken te combineren. Er wordt een ‘start-upstraat’ geopperd. Tot je
26ste mag je hier je bedrijfje beginnen en daarna groei je door. Je helpt elkaar en leert van elkaar. Er komen ook weer nieuwe bedrijven uit voort. Een broedplaats, en een soort Sillicon Valley in het klein. Wel zo gezellig, ook. In Rotterdam kan het dan allebei: klein beginnen in de ‘start-upstraat’ en groots eindigen aan het Weena.
“Combineer deze grote sportevenementen met kleine initiatieve”
RECREATIE De studenten herhalen nog maar eens dat er weinig te beleven is in Rotterdam. Sommige dingen zijn goed zoals het North Sea Jazz Festival (internationale allure), maar waarom niet zoiets als het Rotterdams Dance Event (zoals in Amsterdam). Komen dj’s en bezoekers uit de hele wereld op af. We hebben zoveel talent in Rotterdam (en Nederland), haal ze naar de stad. Knap het Stadhuisplein en de
Kruiskade op. In het centrum, aan de Coolsingel, dáár moet iets gebeuren. Het vervoer naar de stad moet ’s avonds en ’s nachts beter. De metro’s rijden maar tot 12 uur en de BOB-bus onregelmatig in het weekend. Zo is het voor studenten buiten de stad nauwelijks mogelijk om in Rotterdam uit te gaan. Wat gaat er al wel goed? A la plancha en hergebruik Tropicana, die zijn grensverleggend. De studenten vinden het jammer dat er de laatste tijd minder op sportgebied gebeurt. Als je nu een Red Bull air race zou organiseren met een vliegtuig onder de Erasmusbrug door, zou het door De Rotterdam nog meer impact hebben. Ook de Bavaria City Race en andere evenementen zijn weggevallen. Haal ze terug. Combineer deze grote sportevenementen met kleine initiatieven. Sporten op straat, salsadansen of breakdancen op het Schouwburgplein. ‘Dingen doen!’
TOT SLOT Er is een actieve groep in Rotterdam die ondernemingsgezind is, maar hoe trek je de rest over de streep? Het blijkt bij de studenten van buiten Rotterdam dat ze van weinig op de hoogte zijn. Het is misschien een idee om dit beter te communiceren. Er gebeurt heus wel wat, maar de stad oogt leeg. Het centrum moet drukker gemaakt worden, door bijv. meer woningen. Maar ook laten zien dat het wél leuk is. Ook zouden er meer winkeltjes, kraampjes en gezelligheid moeten zijn rond de hoge gebouwen. Niet alleen restaurants, want daar hebben studenten geen geld voor. Verder moet je eerst je stad vullen en dan pas inzetten op werelds en grensverleggend. Het moet intern goed zitten. Mensen van buiten de stad en toeristen prikken direct door die lege huls heen.
In Rotterdam kan het groots én klein. Kleine initiatieven of evenementen die Rotterdammers zelf organiseren vs een Red Bull air race. Zo verbindt je het grote met het kleine en geef je de stad aanzien, inhoud én gezelligheid. ‘Met werelds wonen en werken zit het al wel goed in de stad, maar dit wordt pas écht werelds door een stad te laten bruisen.’ CELESTE BODDAERT VERS BETON
3. ONDERNEMERS “Werelds zijn zit ook in kleine dingen.” - Maaike
WONEN Hoe woon je ‘werelds’? Volgens de ondernemerstafel als je tussen veel culturen woont, in tien minuten op de trein naar een ander land kan stappen, kunt eten op iedere hoek van de straat, een (klein) vliegveld hebt en hoge torens kan bewonen met wereldse uitzichten. Rotterdam lijkt op basis hiervan haar lijstje redelijk te kunnen afvinken. Het ontbreekt echter aan ‘een bruisende bende van activiteiten’ in de avond en een uitzicht op zee. Ook de verbinding met de natuur kan beter. “Werelds wonen is stad en buitenleven bij elkaar”. De ondernemers vragen zich af of het realistisch is om de wereldse ambities na te leven. “Moet je niet juist compact, klein en gezellig willen wonen?” Wanneer de kernwaarde no-nonsense klinkt is de groep het al snel eens. Een ongezellige, niet passende term. “Het concept is mooi maar de term is niks. Het botst ook een beetje met grensverleggend.”
Gebruik liever rauw, eerlijk, open of recht door zee. Rauw wonen maakt creatief. Dat ligt bijvoorbeeld in de kluswoningen, waar Rotterdam er aardig wat van heeft. Bovendien zijn de ondernemers het er over eens dat je hier prachtig kan wonen voor een goede prijs. Buiten het feit dat grensverleggend wonen volgens de ondernemers te vinden is in experimenteel wonen, gaat het vooral ook om de ervaring. “Mijn ouders wonen in een omgebouwde gymzaal. Dat is anders en dat voelt anders.” Denk aan duurzaam of drijvend wonen en zelf ontwerpende architectuurwijken.
“In Rotterdam hoef ik me niet te schamen voor wat ik doe. Rotterdam is rauw, eerlijk en puur. Hier vraagt men wat wil je bereiken? In plaats van wat heb je bereikt?” - Marjolein
WERKEN “Wanneer je probleemloos kan samenwerken met 170 verschillende culturen, zeker als ondernemer, dan werk je werelds.” Internationaliteit is een absolute must. Breder genomen heeft het hebben van zo min mogelijk belemmeringen in je werk en ruimdenkend zijn ook dit wereldse effect. “Ik ging laatst georganiseerd jeu de boulen in een park, maar was vergeten om een vergunning aan te vragen. Stadswachten kwamen langs, maar na een paar belletjes was het geregeld.” Belangrijke associaties die verder worden genoemd zijn flexibiliteit en het hebben van verschillende faciliteiten. Qua flexibiliteit valt het hier in Rotterdam nog wel eens tegen. “In een echte metropool kan het niet zo zijn dat na 18.00 alle winkels dicht zijn.” Overschakelend naar het wereldse effect van de haven was er bij sommige ondernemers aanvankelijk wat weerstand te voelen. “De haven moet rap mee veranderen met de tijd, anders wordt het straks een roestige bende.” Vergroot de betrokkenheid bij de stad en stel
de haven makkelijker openbaar. “Dan is er veel meer feeling”. Een TEDX gefocust op de haven werd aangedragen als optie. Wanneer de benaming no-nonsense even opzij wordt gelegd om toch tot de juiste merkwaarde-associaties te komen, gaat het beter. Vieze handen, doorgaan, niet gelikt en ‘sterk zijn’ in de kern. Dat is no-nonsense werken. “Ik heb een idee en dat ga ik gewoon doen, dat kan hier.” Toch is nonsens ook van belang. “Het gaat ook heel erg om het verhaal en de passie. Alfredo Gonzales bijvoorbeeld, een sokkenmerk. Dat is superonzinnig, maar wel heel leuk.” Grensverleggend werken doe je door gepusht te worden. “In New York weet je dat je 24 uur per dag op je best moet zijn.” Buitenlandse studenten en werknemers zorgen voor meer druk op de ketel, maar knappen af op een Rotterdamse universiteit buiten de stad. Ook het werken met diverse culturen is grensverleggend, maar een nog grotere bron van grenzen verleggen is online werken. Hierdoor wordt je niet alleen toegespitst op
bepaalde landen maar kan je vele werelden betreden. Verder is Rotterdam een stad die veel armoede kent, waardoor creativiteit van groot belang is. “Creatief nadenken over geldbesteding in Rotterdam en het verzinnen van nieuwe ruilmodellen, dat speelt hier wel.” Tot slot helpen internationale evenementen in de stad zoals het IFFR, grenzen te verleggen.
“Variatie, dat maakt Rotterdam.” - Just
RECREATIE Alhoewel Rotterdam veel recreatiemogelijkheden kent concluderen de ondernemers dat er een duidelijke scheiding zit tussen de toeristentrekkers en de activiteiten voor inwoners. “Toeristentrekkers staan los van de stad.” Het is de kunst om te zorgen dat deze met elkaar worden verbonden. Gedurende de sessie worden enthousiast allerlei diverse, al dan niet culturele, wereldse, grensverleggende, activiteiten genoemd. Het Witte de Withfestival, Stukafest, Nort Sea Jazz en IFFR doen het bij de ondernemers goed. Daarnaast
komen ook hotspots Bird en Biergarten aan bod. De keerzijde is dat er teveel georganiseerde recreatie is. “Er zou meer spontane recreatie moeten zijn.” Ontbrekende voorzieningen die de ondernemers graag zouden zien zijn onder andere waterrecreatie, Urban hotsprings, outdoor fitness, een fietsenplan (stop and go), poppodia en gratis Wi-Fi door de hele stad.
“Elke keer als ik met de auto aankom, voel ik weer die trots.” - Suzanne
TOT SLOT Een grensverleggend kenmerk in Rotterdam blijft de skyline. Die geeft het gevoel mee van de bewoners. “Mijn dochtertje krijste de hele weg naar huis. Toen we aankwamen in Rotterdam en de skyline voor ons zagen, stopte ze met huilen. ‘Rotterdam is moooooi’, zei ze.” DAVINE LAMBERT VERS BETON
4. WO-STUDENTEN Aanwezig: Martijn van Delden, Lily Zhou,
Niels Boerkamp, Nina Rutten, Rogier Wilmink, Eelco Straathof.
‘Sorry, maar no-nonsense is een onzinnig woord. Mogen we dit vrij vertalen naar rauw? Dat is een goed woord voor Rotterdam. En dan is het van die kernwaarden de enige die je niet ook op Amsterdam kunt plakken.’ “…maar dat dit in Rotterdam mogelijk is, maakt het qua wonen wel no-nonsense.”
WONEN Als we zover uitdijen, zullen ze de grenzen van de stad en die van henzelf toch moeten oprekken tot óver de brug. Want wonen op Zuid, of boven Noord dat willen ze niet. Misschien niet zo gek, voor de veelal fietsende student voelt zo’n brug toch als een opgave. Wel willen ze benadrukken dat het zou kúnnen. In Rotterdam heb je je buren voor het uitkiezen. Wil je leven in de brou-
werij, dan verkas je naar het allang niet meer zo wilde Westen en zoek je het wat maxi-cosi-vriendelijker, dan settle je in Blijdorp. Daarvoor hoef je geen zak met geld mee te nemen, zoals in Amsterdam. De plek waar ze wonen is belangrijker dan de woning zelf, maar als het even kan moet het stulpje wel authentiek, dichtbij het centrum én betaalbaar zijn. Dat klinkt dan weer niet zo rauw, maar dat dit in Rotterdam mogelijk is, maakt het qua wonen wel no-nonsense. En met dit argument zouden zij ook andere studenten over de streep trekken om zich in Rotterdam te vestigen.
“We werken hier hard, maar tot uiterlijk 18.00 uur. Want we hebben ook nog een leven.”
WERKEN Aan deze tafel ontlenen we onze eigenwaarde deels aan het afzetten tegen Amsterdam, maar dat klinkt erger dan het is. Veel van de WO-studenten en WO-afgestudeerden hebben er gewoond, werken
er of zouden de bedrijven op de Amsterdamse Zuidas graag een stukje dichterbij huis halen. Dat is wel zo werelds. Want veel multinationals, toch potentiële werkgevers voor sommigen aan tafel, hebben hier geen vestiging. ‘Er heerst hier geen netwerkcultuur, zoals op de Zuidas. Lekker lunchen met je maatjes van BCG, daar doen we hier niet aan. Rotterdam is een springplank met mogelijkheden voor de toekomst. We werken hier hard, maar wel om te leven we leven niet om te werken. Werken is doen en voor ondernemende pioniers zijn de mogelijkheden zowel geweldig. Je wordt in Rotterdam gerespecteerd en gewaardeerd als ondernemer. Dat geeft vertrouwen, energie en maakt ons terecht trots op wat we doen. Dat is no-nonsense en dat vinden we fijn, maar maakt werken in sommige branches zoals de media en het bankwezen moeilijk voor deze (ex-)studenten. ‘Gelukkig kun je de Fyra pakken. Die is sneller dan sommige New Yorkse metrolijnen die vanuit de suburbs naar Manhattan rijden.’
“Dat is niet rauw, niet gers en al helemaal niet grensverleggend.”
RECREATIE Als je het zo stelt, klinkt Rotterdam bijna als een veredelde voorstad van Amsterdam. Misschien is dat de reden dat ze Rotterdam wel werelds, maar geen wereldstad durven te noemen. Dat merk je ook in het uitgaansleven. ‘Ze moeten echt stoppen met tenten zoals Corso te sluiten of te mekkeren over geluidsgrenzen. Dat is niet rauw, niet gers en al helemaal niet grensverleggend.’ Maar er hangt wel degelijk een wereldse vibe hier. ‘Vanuit Rotterdam gooi je makkelijker je hengeltje uit naar de rest van de wereld dan in bijvoorbeeld Groningen.’ Op zaterdagmiddag struinen we graag de verschillende toko’s op de Kruiskade af. Maar meer nog lijkt dat wereldse te worden gevoed door de architectonische hoogstandjes in de stad. ‘De torenhoge Calypso midden in het de stad. Een vierbaansautoweg midden in het
centrum en die imposante Botlek. Het is vast niet goed voor je longen, maar als je er niet bij stil staat dat daardoor een jaar minder te leven hebt, heeft het z’n charme.’ Het gevoel dat je krijgt als je over de Van Brienenoordbrug komt aanrijden en in het noordwesten die stad ziet liggen, behoeft voor niemand verdere uitleg. ‘Hier kan je omhoog kijken.’ Dat geeft deze WO’ers wel het gevoel in de enige potentiële metropool van Nederland te wonen. ‘Wij zouden op den duur best 2 miljoen inwoners kunnen verstouwen.’
“Als nieuwkomer in Rotterdam word je snel volwassen”
TOT SLOT Al moeten ze wel tegen een stootje kunnen. ‘Als nieuwkomer in Rotterdam word je snel zelfstandig en volwassen. Rotterdammers zijn toegankelijk, sociaal en eerlijk. Ze staan voor je open als je dat wilt het hoeft niet. Als je verhuist naar een
andere stad, ben je als een kiempje wat in de grond gestopt wordt: we zien vanzelf wel wat er uit komt. Maar in Rotterdam gooien we er dan ook nog een laag beton bovenop. Onder het motto: zie eerst maar eens of je daar doorheen komt. Dan praten we verder.’ IRIS VAN DER SPOEL VERS BETON
5. YOUNG PROFESSIONALS
Het voorstelrondje aan de volle tafel ‘young professionals’ leert dat het merendeel in Rotterdam geboren is: ‘geboren en getogen’ wordt bij de huidige woonplaats vermeldt. De vijf mannen en drie vrouwen hebben uiteenlopende beroepen, van ABN Amro, Deloitte en OC&C tot stichting de Verrebergen en Kromkommer.
“Mijn omgeving verklaarde me voor gek dat ik in Rotterdam een huis kocht.”
WONEN Van de groep is er maar één iemand met een koophuis, op de Oude Dijk inclusief tuin en konijn. “Mijn omgeving verklaarde me voor gek dat ik in Rotterdam een huis kocht.” Dit wordt beaamt door de rest: “Als je in Amsterdam of Leiden een huis koopt dan weet je gewoon dat je er geen geld op verliest.” Ook de vrijheid, het ‘snel weg kunnen’ wordt als belangrijk argument genoemd om te huren. “In twee jaar kan alles veranderen, en als je kinderen krijgt vallen veel plekken in Rotterdam af.”
Het appartement in de Stadsdriehoek is “Ruim, ideaal en puur. Een beetje een bejaardenflat maar je bent wel overal in de buurt.” Van de studio in Kralingen is ook het interieur gehuurd, “tot het bestek aan toe.” Dat lijkt een gewilde optie onder de young professionals, een mooi appartement, waar niks aan hoeft te gebeuren. Een huis vinden in Rotterdam is niet moeilijk, maar vaak zijn het “opknappertjes”, en daar hebben ze met een drukke baan geen tijd voor. Het Noordereiland is een ‘toplocatie’ en ook in Blijdorp en de Oude Haven zijn de huurders tevreden. Waar ze kersverse Rotterdammers heen zouden moeten sturen voor het vinden van een huis is een grote blanco. Makelaars zijn afzetters en de beste huizen (‘pareltjes’) vind je toch via-via. Iemand weet van een vriend in ‘het vastgoed’ dat je onder de 1000 euro alleen maar ‘uitgewoonde shit’ hebt. “Daar word je niet happy van, je wilt gewoon een vrolijk appartement, toch?” Grensverleggend wordt het wonen hier niet gevonden. “Behalve dan voor mijn familie, die vond het behoorlijk grensverleggend.” De architectuur van Rotterdam, zoals
de Markthal, Kubuswoningen en de hoge gebouwen zijn on-Nederlands, en het absolute Unique Selling Point van Rotterdam. Er komen steeds meer iconen bij, die moeiteloos opgaan in de skyline. De stad kan zich meten aan Parijs en Londen, met het grote verschil dat hier alles wél functioneert. “Er is hier zoveel te halen, je krijgt waar voor je geld. Ik ben fan.” Op Rotterdam moet je verliefd worden, en dat gebeurt niet in één dag. Je moet even je best doen: op avontuur in de stad. Rotterdam is geen warme deken, en er is niet één makkelijk beeld om de stad te vangen, maar opgebouwd uit verschillende sub-stadjes. No-nonsense is teveel verbonden met Rotterdam om als label op een andere stad te plakken. Berlijn, Singapore, Melbourne, Barcelona en New York komen voorbij als verwante steden. Rotterdam is ondergewaardeerd, uitdagend, verrassend, onbekend, onbegrepen en gedurfd. Rotterdam durft groot te denken, zoals Hockeyclub Rotterdam, die zeven velden liet bouwen terwijl ze er maar drie nodig hadden.
”Je komt hier niet voor de glamourbaan, maar je creëert hem zelf.”
WERKEN De tweede Maasvlakte is letterlijk grensverleggend, dit geldt figuurlijk voor de grote bedrijven in de binnenstad. Toch komt de charme van Rotterdam vooral tot uiting bij de kleine ondernemers. Daar zou de stad zich meer op in moeten richten, in plaats van de focus op groot, groter, grootst. De associatie met Rotterdam zou moeten veranderen richting de hubs, start-ups, eigenwijs lokaal talent, daar borrelt en bruist het, en dát is grensverleggend. Het trots zijn op de stad, en de bijdrage die daaruit voortvloeit om Rotterdam nog beter te maken, is uniek. Vers Beton en Gers worden genoemd als voorbeelden. De liefde voor de stad, de hulpvaardigheid en betrokkenheid in plaats van de focus op geld, dat is Rotterdam. Werelds, in plaats van hemels. ”Je komt hier niet voor de glamourbaan, maar je creëert hem zelf.” Werken met uitzicht over de Nieuwe Maas is een pré. “De rivier is top.”
“Je hoeft hier niet chiq-lefrique op je hoge hakken uren in de rij te staan.”
RECREATIE Rotterdam moet meer een 24/7 stad worden. Horecavergunningen moeten ruimer en makkelijker. Initiatieven als RIF010 worden gewaardeerd. “Iets doen dat niet echt in de stad past.” In de vrije tijd willen de YP’s graag hardlopen over de bruggen, naar de Swan Market, voetballen in het park en vervolgens barbecueën. “Het begint en eindigt met de leefbaarheid van de stad.” Wat betreft uitgaan zouden er meer cafés mogen zijn. Clubs worden eigenlijk nauwelijks bezocht, ze gaan liever naar een café, met misschien een klein dansje aansluitend.” Vriendinnen uit andere steden hebben vaak geen zin om in Rotterdam uit te gaan. “Het argument: het is hier onveilig en er is niks te doen. Het moet ook altijd meteen een top-avond worden, anders komen ze nooit meer terug.” Het uitgaansleven in Rotterdam is absoluut no-nonsense, maar niet werelds
of grensverleggend, hetgeen juist verfrissend is. “Je hoeft hier niet chiq-le-frique op je hoge hakken uren in de rij te staan.” “ls je goed oplet is hier elke dag iets te doen, maar het ontbreken van een poppodium is een groot gemis.
TOT SLOT De stad die nooit af is, en gemaakt wordt door de mensen die er wonen. Qua wonen betekent ‘doe maar gewoon’ een leuk huisje in een prima buurt. Het mag best een beetje lawaaiig af en toe, dan weet je dat het leeft. Echt veeleisend zijn de young professionals niet, maar ze willen niet betutteld worden. Het mag allemaal best wat kleinschaliger, op alle fronten. De gemeente wil wel, maar organiseert teveel topdown. De drie merkwaarden worden onbewust geladen, omdat ze zo vanzelfsprekend bij de stad horen. Rotterdam is onbetwist een wereldstad, met grensverleggende architectuur en de no-nonsensmentaliteit zorgt voor de leefbaarheid. TARA LEWIS VERS BETON
6. COCREATIESESSIE YOUNG PROFESSIONALS II
“Meer mensen zijn nodig om de binnenstad te laten bruisen zoals een wereldstad betaamt”
Aanwezig: Jasper Kersten ,Wim de Klerk, Joost de Frel en Jeroen Hermsen.
WONEN Het eerste waar de groep aan denkt bij ‘werelds’ is de Rotterdamse architectuur. Veel internationale architecten komen naar Rotterdam. Ook het restaurantaanbod in de stad, de diversiteit aan mensen en culturen, en internationale festivals (North Sea Jazz, IFFR) en sportevenementen (ABN AMRO tennistoernooi, marathon) maken van Rotterdam een wereldstad. Vincent: “Ik voel me altijd lekker als ik in New York of Berlijn loop.” Een verdienste van wonen in Rotterdam, denkt hij. ’s Avonds kun je in het centrum echter een kanon afschieten. Meer mensen zijn nodig om de binnenstad te laten bruisen zoals een wereldstad betaamt, denkt de groep. Meer woonruimte in het centrum voor verschillende budgetten draagt bij aan een levendige en wereldse binnenstad waar
mensen met plezier wonen, werken en recreëren. “Als ik meer kinderen krijg overweeg ik om uit te wijken naar Berkel of Pijnacker”, zegt Vincent. Hij is niet de enige. Hoogopgeleiden die met kinderen bezig zijn kiezen vaak niet voor wonen in het centrum, dat het imago heeft van winderige hoogbouw. Veel mensen zijn onbekend met het feit dat er in het centrum ook vaak buitenruimte is, bijvoorbeeld
“Enerzijds wil de gemeente een bruisende binnenstad, anderzijds staat een stadswacht wel met een centimeter mijn terras af te meten.”
WERKEN Het Stadsinitiatief, waarbij initiatief vanuit de onderkant van de maatschappij komt, wordt gezien als grensverleggend. Maar ook projecten zoals de Markthal, het Timmerhuis en het nieuwe CS. Grensverleggend betekent volgens
de groep vernieuwing, creativiteit en innovatie. Hier valt ook nog een slag te behalen. Evenementen worden bemoeilijkt door bureaucratie vanuit de gemeente. Kortom; meer vrijheid voor kleinschaligheid en kleine festivals in de binnenstad (met een programmering die GEEN vervelende mensen trekt). De gemeente moet steunen en faciliteren. Wim: “Enerzijds wil de gemeente een bruisende binnenstad, anderzijds staat een stadswacht wel met een centimeter mijn terras af te meten. Dat gaat niet met elkaar samen.” Letterlijk grenzen verleggen: bedrijven, starters en young professionals moeten meer gestimuleerd worden om zich in de stad te vestigen. Er zijn genoeg plekken waar je als startende ondernemer kunt beginnen, maar voor hoger opgeleiden die aan de slag willen bij een groot concern is weinig aansluiting. Hoewel er een paar grotere internationale bedrijven in Rotterdam gevestigd zijn, zitten er nog veel meer in Amsterdam. Voor de stad vervelend, want als je dagelijks een uur moet rijden wordt je niet gestimuleerd om in Rotter-
dam te komen/blijven wonen. Er moet meer samenwerking komen met grote bedrijven om een filiaal in Rotterdam te openen en/of om trainees hier te laten werken. Denk hierbij ook aan de universiteit. “De EUR leidt op om uit te vliegen”, wordt gezegd. Inmiddels wordt er gebouwd aan woonruimte op de campus (‘slecht idee!’) en veel studenten komen niet verder dan Kralingen. De groep stelt: betrek studenten bij de stad en voorkom dat ze Rotterdam na hun studie weer verlaten. De haven is economisch belangrijk, maar gelijktijdig te ver weg. Hoewel er genoeg interessante banen (vanuit verschillende disciplines) in de haven voorhanden zijn, denken de meesten afgestudeerden niet aan werken in de haven. Gevoelsmatig hoort het niet meer bij Rotterdam. De architectuur heeft de haven ingehaald, wordt gezegd. Van havenstad naar architectuurstad. Zeer positief in Rotterdam zijn de flexplekken en de beschikbaarheid van betaalbare kantoorruimten. Wel moet er op gelet worden dat er, naarmate een ondernemer groeit en meer omzet gaat draaien, uitge-
weken wordt naar andere ruimte, zodat de startups goedkoop kunnen blijven huren.
“De groep vindt het positief dat Rotterdam geen ‘verhuurschuren’ meer heeft.”
RECREATIE Uitgaansgelegenheden zitten ver van elkaar (‘iedere keer een drempel’). Resultaat: uitgestorven straten. Om de uitgaanscultuur te stimuleren moet er weer een goedlopend poppodium komen. De groep vindt het positief dat Rotterdam geen ‘verhuurschuren’ meer heeft, maar dat uitgaansgelegenheden steeds meer een eigen programmering en identiteit hebben. Mensen die onze stad bezoeken komen via CS als eerst op Schouwburgplein terecht: een doorn in het oog van de Rotterdammer. Het Stadhuisplein van het eten, vindt de groep. Het echte centrum
speelt zich af op de Witte de With. Schouwburgplein én Stadhuisplein kunnen wel een grondige opknapbeurt gebruiken en zodoende een betere uitstraling naar de binnenstad verzorgen. Ditzelfde geldt voor de Lijnbaan; het nieuwe Zuidplein waar het publiek op vrijdagavond jong en ‘hangerig’ is, aldus Sharon. Voor de groep geen prettige plek om te komen. Wim: “In New York stond een jongen te breakdansen, dan staat iedereen te kijken. Superleuk. Staat ‘ie op Schouwburgplein denken we: uitslover! Dat is toch eigenlijk heel jammer.” De kernwaarde ‘no-nonsense’ moet niet als zodanig naar buiten gecommuniceerd worden. Het mag dan in het Rotterdamse DNA zitten (het is onze ‘manier van doen’), maar het remt de stad af. “Zonder de arrogantie van Amsterdam te krijgen, mag je best trots uitstralen en ‘claimen’ wat uniek is aan Rotterdam”, meent de groep. Ook ‘rauw’ lijkt geen goed alternatief. Hoewel de groep zich herkent in de beschrijving ‘rauw’, kan het afschrikwekkend werken voor mensen van buiten de stad. Wat dan wel? In Rotterdam moet het ‘echt’ zijn, denkt
Joost. “We zijn niet pretentieus, dat is wat ons onderscheidt van bijvoorbeeld Amsterdam.”
“Staat ‘ie op Schouwburgplein denken we: uitslover! Dat is toch eigenlijk heel jammer.”
TOT SLOT Rotterdam heeft ambassadeurs nodig! Sporters, ‘gewone’ Rotterdammers, ondernemers, waar we ons achter kunnen scharen, denkt de groep. Ook een film of een serie met als set Rotterdam zou Rotterdam goed op de kaart kunnen zetten. Flikken Rotterdam! Om de stad te leren kennen – zonder op Schouwburgplein/Stadhuisplein uit te komen – moet je door iemand meegenomen worden. Bedrijven, Rotterdamse studenten
op de EUR, maar ook jij en ik, moeten zich meer inzetten om het echte Rotterdam te tonen aan de nieuwkomers, zo besluit de groep. KARIN KOOLEN VERS BETON
COORDINATIE VERSLAG: EEVA LIUKKU FOTOGRAFIE: GEERTJE VAN ACHTERBERG EINDREDACTIE: VINCENT CARDINAAL