Meerwaarde Sportplusprogramma: een tussenstand

Page 1

Meerwaarde Sportplusprogramma: een tussenstand Hoe het Sportplusprogramma verleidt tot maatschappelijke activiteiten op Rotterdamse sportverenigingen

VERWEY-JONKER INSTITUUT

Niels Hermens Vita Los Freek de Meere SPORT2B

Pieter Verhoogt


Meerwaarde Sportplusprogramma: een tussenstand Introductie Het Sportplusprogramma wil een impuls geven aan de maatschappelijke rol die sportverenigingen vervullen voor de stad Rotterdam. In deze rapportage leest u de resultaten van tussentijds onderzoek naar dit Sportplusprogramma. Daarnaast vindt u aanbevelingen voor de verdere ontwikkeling ervan.

Sportplusprogramma onderzocht

• Het Verwey-Jonker Instituut volgt voor Rotterdam Sportsupport het verloop van het

Het Sportplusprogramma begon op 1 januari 2011 en loopt door tot en met 31 december 2014. Rotterdam Sportsupport voert het uit met de volgende doelstellingen:

Sportplusprogramma tussen 2011 en eind 2014. Het onderzoek werkt ondersteunend aan de doelstellingen van dit geheel nieuwe programma. Op deze manier draagt het bij aan de ontwikkeling van het Sportplusprogramma en van sociale interventies op of in samenwerking met sportverenigingen.

• Een beweging op gang brengen die de sportsector in de stad verbindt aan thema’s

• Het onderzoek is opgezet rondom de vraag of en hoe het Sportplusprogramma bij-

als gezondheid, onderwijs, veiligheid, participatie, en werk en inkomen.

• Enkele Rotterdamse sportverenigingen helpen uitgroeien tot sterke maatschappelijke partners met een duidelijk geformuleerde maatschappelijke ambitie.

• Op

sportverenigingen projecten realiseren die bijdragen aan stedelijke beleids­ doelstellingen, zoals participatie van mensen met een lichamelijke beperking of re-integratie van langdurig werklozen.

Waar het Sportplusprogramma om draait

• De kern van het Sportplusprogramma is dat sportverenigingen ondersteuning krijgen

bij het op orde brengen van de voorwaarden voor maatschappelijke activiteiten, de ontwikkeling van ideeën voor maatschappelijke activiteiten en de uitvoering ervan. Hier zijn drie Sportplusadviseurs van Rotterdam Sportsupport voor aangesteld.

• Tot augustus 2013 spraken de Sportplusadviseurs met 22 sportverenigingen over hun

draagt aan beleidsdoelstellingen van de gemeente Rotterdam. We gaan na wat het maatschappelijk rendement van het Sportplusprogramma kan zijn voor de gemeente Rotterdam, en bekijken hoe dit geoptimaliseerd kan worden.

• Er zijn interviews afgenomen bij 14 van de 20 sportverenigingen die tussen september 2012 en september 2013 deel uitmaakten van het Sportplusprogramma. Daarnaast hebben de 14 sportverenigingen een vragenlijst ingevuld. De andere 5 sport­verenigingen zijn nog niet meegenomen in het onderzoek, omdat de maatschappelijke activiteiten op die sportverenigingen zich nog in de opstartfase bevinden. 8 van deze 14 sportverenigingen namen in 2012 ook al deel aan het onderzoek.

• Naast

de interviews bij de sportverenigingen is individueel met drie Sportplus­ adviseurs van Rotterdam Sportsupport gesproken en is een groepsinterview met hen afgenomen. Ten slotte werden vijf sociale professionals die samenwerken met sportverenigingen geïnterviewd. Zij werken bij Stichting MEE Rotterdam Rijnmond, BoumanGGZ, GGZ instelling Pameijer, het re-integratieprogramma ExIT en het Leger des Heils. Ter illustratie zijn in de kantlijn van deze uitgave enkele citaten van geïnterviewden toegevoegd.

maatschappelijke ambities. Tussen september 2012 en september 2013 lieten 20 van deze 22 sportverenigingen zich daadwerkelijk bijstaan bij de opzet van deze maatschappelijke activiteiten. 10 van deze 20 sportverenigingen hebben inmiddels het officiële stempel van een Sportplusvereniging (zie figuur 1).

2

3


Meerwaarde Sportplusprogramma: een tussenstand 17 Vereniging

Sport

Aantal leden

Project

1 XerxesDZB

Voetbal

1119

Beweegactiviteiten cliënten van GGZ instelling Pameijer

2 Atomium ‘61

Handbal

241

Sportaanbod mensen met gezondheidsklachten

3 O.Z.C.

Korfbal

226

Kombifit (beweging en ontmoeting senioren)

4 TPP-Rotterdam

Zaalvoetbal

248

Challenge010 (scholencompetitie voortgezet onderwijs)

5 HWD

Voetbal

266

Feyenoord Soccer school

6 RC & VV VOC

Voetbal en cricket

1391

Cursus positief coachen voor een veilig pedagogisch klimaat

7 Rotterdam Basketball

Basketbal

330

Alleen jij bepaalt wie je bent (sportinterventie overlastgevende jeugd)

8 Sperwers

Korfbal

186

Beweegaanbod langdurig werklozen

9 Budo Vereniging Alexander

Vechtsport

73

Weerbaarheidstraining tegen pesten

10 Nikantes

Korfbal

164

Sportaanbod peuters

11 HC Feijenoord

Hockey

90

Instuifclinics op veldjes in de wijk

12 Abdel Kwan

Taekwondo

305

Nog in ontwikkeling

13 TTV Alexandria

Tafeltennis

245

Nog in ontwikkeling

14 N.I.O.

Korfbal

204

Nog in ontwikkeling

15 Hagendoorn RZ

Judo en fitness

354

Nog in ontwikkeling

16 The Saints

Honkbal

150

Nog in ontwikkeling

17 OMHC

Hockey

896

Nog in ontwikkeling

Eind 2011 – medio 2012

18 RWC Ahoy

Wielrennen

292

Nog in ontwikkeling

De Sportplusadviseur helpt met de ontwikkeling van nieuwe maatschappelijke activiteiten door te bekijken welke projecten passen bij de vereniging.

19 WION

Korfbal

290

Nog in ontwikkeling

20 LTC Plaswijk

Tennis

1219

Nog in ontwikkeling

De Sportplusverenigingen 18

Op de plattegrond in figuur 1 is de ligging van de tien ‘officiële’ Sportplusverenigingen te zien. Per Sportplusvereniging is de hoofdsport, het aantal leden en één maatschappelijke activiteit genoemd. Ook toont de kaart de andere sportverenigingen die ondersteuning ontvangen bij hun maatschappelijke activiteiten. Onderaan deze pagina geeft een tijdlijn de ontwikkelingen op twee Sportplusverenigingen weer.

6 14

1 16

19

20 7 13 5

11

4

8 15

Figuur 1 Betrokken sportverenigingen in Rotterdam

De handbalvereniging Atomium’61 is sinds de oprichting maatschappelijk betrokken. Naast handbal organiseert de club andere activiteiten, zoals jeu de boules en nordic walking voor senioren.

Budo Vereniging Alexander

12

10

Voor de start van het Sportplusprogramma

Atomium’61

3

2

Onder de noemer van Sportplus zijn nieuwe maatschappelijke activiteiten ontstaan. Dit zijn onder meer een gezondheidsmarkt en clinics op scholen. Ook verrichten twee mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt werkzaamheden op de vereniging.

December 2011

Atomium’61 komt een aantal problemen tegen tijdens de uitvoering van de maatschappelijke activiteiten. De doorverwijzing van deelnemers vanuit een zorginstelling of fysiotherpeut is beperkt. Daarnaast hebben veel vrijwilligers hun handen vol aan de organisatie van de sport.

Atomium ’61 wordt de tweede Sportplusvereniging in Rotterdam.

Deelname aan het Sportplusprogramma geeft een deel van de vrijwilligers bij Atomium’61 energie om nieuwe dingen te bedenken buiten de geijkte paden om.

9

Medio 2013 Er draaien diverse Sportplusprojecten op de vereniging: het seniorensportuurtje, Bewegen op recept, de organisatie van gezondheidsmarkten en Kombifit, dat samen met GGZ instelling Pameijer wordt gegeven. Het idee is om na de zomer een team voor kinderen met een autistische stoornis en een goalballgroep voor kinderen met een visuele beperking te starten. De samenwerking met partners is goed, maar het blijft lastig om mensen vanuit een zorginstelling of fysiotherapiepraktijk naar de vereniging te krijgen. Het aantal deel­ nemers stelt de club teleur. De Sportplusadviseur van Rotterdam Sportsupport zoekt mee naar een oplossing, net als bij het motiveren van vrijwilligers.

Najaar 2013 Atomium ’61 heeft het met de hulp van fondsen en de deelgemeente voor elkaar gekregen om buitenfitnessapparaten op de locatie te plaatsen. Dit versterkt het bestaande sportaanbod en de activiteiten die plaatsvinden binnen het Sportplusprogramma.

Voor de start van het Sportplusprogramma

December 2012

Medio 2013

September 2013

Budo Vereniging Alexander is opgericht door de eigenaren van Sportschool Unity’99. In eerste instantie om lessen te kunnen verzorgen voor Schoolsportvereniging Lombardijen. Stichting MEE verwijst kinderen met een autistische stoornis door naar de sportschool waar aangepaste lessen worden gegeven.

Budo Vereniging Alexander wordt samen met sportschool Unity’99 de negende Sportplusvereniging in Rotterdam.

Onder de noemer van het Sportplusprogramma zijn bij Budo Vereniging Alexander in samenwerking met Sportschool Unity ’99 drie projecten ontstaan of uitgebreid: een PestkopProof training (weerbaarheidtrainingen voor kinderen), weerbaarheidtrainingen voor senioren en sportlessen voor kinderen met een autistische stoornis.

Budo Vereniging Alexander start – in samenwerking met en gefinancierd door de gemeente - PestkopProoftrainingen op verschillende scholen in deelgemeente Alexander.

Budo Vereniging Alexander heeft geen eigen accommodatie maar maakt gebruik van diverse gymzalen. Dit belemmert de groei en verdere ontwikkeling van de maatschappelijke activiteiten. Daarom helpt de Sportplusadviseur met het vinden van een geschikte accommodatie. De Schoolsportvereniging wordt in samenwerking met de Sportplusadviseur uitgebreid naar leerlingen uit het Voortgezet Onderwijs en naar een tweede locatie in het Basisonderwijs.

De vereniging wil de kwaliteit van de bestaande projecten continueren en nieuwe activiteiten starten, zoals karate voor mensen met een beperking, en agressieregulatietrainingen aan stewards en vrijwilligers van een andere Sportplusvereniging (XerxesDZB). Verder wil Budo Vereniging Alexander een activeringstraining voor mensen met een bijstandsuitkering organiseren.

Budo Vereniging Alexander vraag een Sportimpuls subsidie aan voor PestkopProof trainingen op scholen. De Sportplusadviseur heeft geholpen met het schrijven van de aanvraag.

4

5


Meerwaarde Sportplusprogramma: een tussenstand Context en onderzoeksresultaten We zien drie relevante bewegingen bij het inzetten van sport als middel:

• Door de decentralisaties van de Jeugdzorg, de Wet Werken naar Vermogen en de AWBZ

krijgen gemeenten steeds meer verantwoordelijkheden binnen het sociaal beleid. Tegelijkertijd is er relatief gezien minder financiële ruimte om sociaal beleid aan te sturen, te coördineren en uit te voeren. Dat zet organisaties uit de sociale sector aan om de samenwerking te zoeken met burgers en/of met vrijwilligersorganisaties. Het is daarom te verwachten dat organisaties, zoals re-integratiebureaus, GGZ-instellingen, en jeugdhulpverleningsinstellingen, de komende jaren steeds vaker gaan samenwerken met sportverenigingen. Desondanks is de sport bij veel individuele hulpverleners of medewerkers nog geen logische samenwerkingspartner.

“Als we voor ons re-integratieprogramma samenwerken met een sportvereniging, zoeken we die sportverenigingen, die een bepaalde mate van maatschappelijke betrokkenheid hebben.”

“Als een klein maatschappelijk project lukt, stimuleert dit de vrijwilligers bij een Sportplusverenigingen om andere maatschappelijke projecten te starten.” (Sportplusadviseur Rotterdam Sportsupport)

Het verloop van het Sportplusprogramma op de verenigingen

• Grofweg

de gedachte dat sport bijdraagt aan maatschappelijke beleidsdoelstellingen, worden in Rotterdam organisaties in de sociale sector extra verleid tot samenwerking met sportverenigingen. Dit gebeurt onder meer door op de Sportplusverenigingen maatschappelijke activiteiten te ontwikkelen. Daarnaast stimuleren drie buurtsportcoaches organisaties uit de jeugdsector, de gezondheidssector en de sector werk en inkomen tot samenwerking met sportverenigingen en helpen zij de organisaties bij het ontwikkelen van interventies bij sportverenigingen.

• Samenwerking tussen organisaties in de sociale sector en sportverenigingen ligt ook van-

• Bij de 14 sportverenigingen worden in totaal 46 maatschappelijke activiteiten uitge-

uit wetenschappelijk oogpunt voor de hand. Uit meerdere studies blijkt bijvoorbeeld dat jeugdigen in een achterstandssituatie die sporten, minder kans lopen op sociale uitsluiting op latere leeftijd (30 jaar), en dat mensen die sporten minder depressieve klachten ervaren. Alle onderzoeken maken wel een nuancering: de sportdeelname moet onder bepaalde voorwaarden gebeuren. Zeker bij sportdeelname van kwetsbare groepen is belangrijk: een positief klimaat dat gericht is op plezier en persoonlijke ontwikkeling, in plaats van op prestatie.

Het onderzoek behandelt drie onderwerpen: het verloop van het Sportplusprogramma op de sportverenigingen, het maatschappelijk rendement van de maatschappelijke activiteiten op de sportverenigingen en hoe het maatschappelijk rendement van het Sportplusprogramma te optimaliseren.

zijn er twee typen Sportplusverenigingen. Het eerste type is de sportvereniging waar een of twee maatschappelijke activiteiten plaatsvinden. Meestal is dit sport- en beweegaanbod voor specifieke doelgroepen, al dan niet in samenwerking met organisaties in de sociale sector. 9 van de 14 sportverenigingen in het onderzoek vallen binnen dit type. Het tweede type is de sportvereniging die zich ontwikkelt tot een soort maatschappelijke onderneming. Deze werkt samen met verschillende partijen in de wijk en daarbuiten en doen meerdere maatschappelijke projecten. 5 van de 14 sportverenigingen waar een interview is afgenomen ontwikkelen zich tot een dergelijke sportvereniging.

• Vanuit

(Projectleider ExIT)

Onderzoeksresultaten

Voorwaarden voor samenwerking tussen sportverenigingen en de sociale sector

• Organisaties in de sociale sector die interventies ontwikkelen op en met sportverenigingen, hebben sportverenigingen nodig die dit willen en kunnen. Sportverenigingen die dit kunnen, zijn vitale sportverenigingen (financieel gezonde sportverenigingen met een betrouwbaar bestuur en vrijwilligerskader) waar draagvlak is voor maatschappelijke activiteiten. Om aan deze voorwaarden te voldoen hebben sportverenigingen ondersteuning nodig.

“We doen mee met het Sportplusprogramma, omdat we als vereniging onze maatschappelijke betrokkenheid wilden houden en omdat het een manier is om als vereniging te kunnen blijven bestaan.” (lid Sportpluscommissie op Sportplusvereniging)

voerd. Daarnaast zijn er 16 in ontwikkeling1.

• De

meeste maatschappelijke activiteiten van de sportverenigingen zijn sport- en beweegaanbod voor speciale doelgroepen, zoals cliënten van GGZ instellingen, vrouwen in de opvang en mensen met een lichamelijke beperking (27 activiteiten op de 14 sportverenigingen). Ook activiteiten gericht op gezondheid (12 activiteiten) en onderwijs (12 activiteiten) komen vaak voor op de sportverenigingen. De activiteiten binnen het thema onderwijs zijn meestal de Schoolsportvereniging of clinics op scholen.

• Bij de 8 Sportplusverenigingen die in 2012 ook zijn meegenomen in het onderzoek,

neemt het aantal maatschappelijke activiteiten iets af: van 33 activiteiten in uitvoering en 24 in ontwikkeling in 2012, naar 28 in uitvoering en 9 in ontwikkeling in 2013. Dit heeft twee mogelijke verklaringen. De eerste is dat de sportverenigingen alleen de maatschappelijke activiteiten die bij hen passen en waar zij toekomst in zien verder uitwerken. Daarnaast blijkt het soms moeilijk te zijn (ideeën voor) maatschappelijke activiteiten op sportverenigingen verder uit te bouwen. Dit is onder meer het geval als randvoorwaarden voor maatschappelijke activiteiten op sportverenigingen, zoals goede accommodatie, vrijwilligers of een vitaal bestuur, niet op orde zijn.

• Het is belangrijk dat er sportverenigingen zijn met een positief pedagogisch klimaat.

Zeker als organisaties met sport- en beweegactiviteiten de participatie en zelfredzaamheid van kwetsbare groepen proberen te vergroten. Het verbeteren van het pedagogisch klimaat op sportverenigingen is een belangrijke taak van organisaties die sportverenigingen ondersteunen, zoals Rotterdam Sportsupport, en van organisaties in de jeugdsector.

“Het gaat erom dat de vrijwilligers bij de Sportplusvereniging beseffen wat ze als club kunnen betekenen voor de wijk en de organisaties in de wijk, maar dat ze tegelijkertijd naar binnen kijken om de organisatie van de sportvereniging op orde te brengen.” (Sportplusadviseur Rotterdam Sportsupport)

• Het

is noodzakelijk dat de organisaties in de sociale sector, die interventies op en met sportverenigingen willen doen, weten welke sportverenigingen voldoen aan boven­genoemde punten. Ook dit lijkt een belangrijke taak voor de lokale overheid of organisaties die sportverenigingen ondersteunen.

6

1 Dit zijn de activiteiten die tijdens de interviews zijn genoemd, wat betekent dat het een benadering is van het precieze aantal. Sinds het moment van de interviews zijn er weer nieuwe activiteiten gestart en zijn andere activiteiten mogelijk gestopt.

7


Meerwaarde Sportplusprogramma: een tussenstand Maatschappelijke activiteiten op de sportverenigingen De maatschappelijke activiteiten op de 14 sportverenigingen zijn globaal onder te verdelen in 3 typen. • Bij in ieder geval 8 maatschappelijke activiteiten op de 14 Sportplusverenigingen is het deelnemersaantal gegroeid tot enkele tientallen. In alle gevallen zijn dit maatschappelijke activiteiten gericht op specifieke doelgroepen. Het gaat om: ◦◦ Kombifit (beweegactiviteiten voor mensen met overgewicht of andere gezondheidsklachten) bij NIO, OZC en RSV Sperwers; ◦◦ PestkopProof (weerbaarheidstrainingen voor kinderen) bij Budo Vereniging Alexander; ◦◦ Weerbaarheidstrainingen voor senioren bij Budo Vereniging Alexander; ◦◦ Sportactiviteiten voor kinderen met een beperking, moeders en ouderen bij Abdel Kwan; ◦◦ Sport- en beweegactiviteiten voor cliënten van Pameijer bij verschillende sport­ verenigingen; ◦◦ Een beweeggroep voor vrouwen met gezondheidsklachten bij HWD; ◦◦ Bewegen op recept bij Atomium ’61; ◦◦ Sport- en beweegactiviteiten voor deelnemers aan het re-integratietraject ExIT bij RSV Sperwers.

verenigingen goedkoper. Dit kan bijvoorbeeld bij de begeleiding van sport- en beweegactiviteiten voor specifieke groepen.

• Of maatschappelijke activiteiten op sportverenigingen maatschappelijk rendabel zijn,

hangt af van drie factoren: ◦◦ Het pedagogisch klimaat op de sportvereniging. ◦◦ Het deelnemersaantal: hoe meer deelnemers, hoe groter de kans op maatschappelijk rendement. ◦◦ De inschatting van sociale professionals of sporten en bewegen past bij de wensen en mogelijkheden van een cliënt of deelnemer.

• Figuur 2 toont een inschatting van de resultaten en de kosten van vijf maatschappelijke

activiteiten op sportverenigingen. Deze inschatting is gemaakt op basis van de interviews met de gesprekken met de sociale professionals. Het is een educated guess van direct betrokkenen, die niet is gebasseerd op daadwerklijke cijfers. Interventie op sportvereniging heeft meer resultaat

2

• Ten tweede constateren we dat bij ongeveer een derde van de maatschappelijke activiteiten op de sportverenigingen slechts enkele deelnemers worden bereikt. Het gaat hier om specifieke doelgroepen, zoals enkele bewoners van opvanginstellingen die sporten bij een sportvereniging in de buurt, of om mensen die voor een re-integratietraject vrijwilligerswerk verrichten op een sportvereniging.

• Ten derde zijn er maatschappelijke activiteiten waarmee de sportverenigingen al hun “Ik stuur liever een cliënt naar een sportvereniging dan naar een dagactiviteitencentrum, want dan vergroot ik de kans op sociale inclusie.” (projectleider bureau sport en bewegen bij Pameijer)

leden bereiken of waarmee ze grote aantallen jeugdigen bereiken. Denk aan gezond aanbod in de kantine, activiteiten die het pedagogisch klimaat op de sportverenigingen verbeteren, de Schoolsportvereniging en clinics op scholen. Dergelijke activiteiten kunnen ook plaatsvinden los van het Sportplusprogramma. Het Sportplusprogramma zorgt er echter wel voor dat de 14 sportverenigingen nieuwe varianten ontwikkelen, zoals extra aandacht voor het pedagogisch klimaat bij de Schoolsportvereniging, en dat dit soort activiteiten een structurele plek krijgen in de sportvereniging.

• Twee factoren lijken de kans van slagen van maatschappelijke activiteiten op sportver-

enigingen te vergroten. Eén: het is belangrijk dat de activiteiten aanliggen tegen de kernfunctie van de vereniging, de organisatie van sport dus. Twee: de kans van slagen neemt toe als de maatschappelijke activiteiten op sportverenigingen worden ondersteund en deels worden uitgevoerd door de organisaties in de sociale sector.

Maatschappelijk rendement

• Maatschappelijke activiteiten op sportverenigingen zijn maatschappelijk rendabel als

ze meer resultaat opleveren (effectiever zijn) dan andere activiteiten met dezelfde doelstellingen (alternatieven). Maatschappelijke activiteiten op sportverenigingen zijn ook maatschappelijk rendabel als ze even effectief zijn, maar minder duur dan alternatieven.

8

(lid Sportpluscommissie op Sportplusvereniging)

1 5

3 4

Interventie op sportvereniging is duurder

Interventie op sportvereniging is goedkoper

Figuur 2 Inschatting maatschappelijk rendement van maatschappelijke activiteiten op sportverenigingen door de betrokken sociale professionals.2 Interventie op sportvereniging heeft minder resultaat

Uitleg figuur 2 (uitleg van de geïnterviewde sociale professionals)

1 ExIT: In vergelijking met een regulier ExIT traject is een re-integratietraject met beweegactiviteiten duurder, maar levert het ook meer op. Volgens de projectleider van ExIT zijn de deelnemers bij wie sporten en bewegen past, een half jaar eerder klaar om weer te gaan werken dan zonder de sport- en beweegactiviteiten. Als deze mensen hierdoor een half jaar eerder geen uitkering meer nodig hebben, betekent dit lagere maatschappelijke kosten. 2 Leger des Heils: Mensen die opvang krijgen bij het Leger des Heils bereiken hun leerdoelen sneller als zij sporten dan wanneer zij niet sporten. Omdat sport- en beweegactiviteiten bij het Leger des Heils extra activiteiten zijn, kost het meer.

• De sociale professionals die samenwerken met Sport(plus)verenigingen vinden de maatschappelijke activiteiten op de sportverenigingen maatschappelijk rendabel. Wel heeft een deel van de maatschappelijke activiteiten hoge opstartkosten, waardoor zij voorlopig duurder zijn dan alternatieve interventies. Als vrijwilligers de werkzaamheden van professionals deels overnemen, worden de maatschappelijke activiteiten op de sport-

“Doordat we Sportplus zijn, midden in de wijk staan en bijdragen aan maatschappelijke doelen, krijgen we ook bij de deelgemeente eenvoudiger dingen voor elkaar, zoals uitbreiding van de accommodatie.”

MEE Rotterdam Rijnmond: 3 Sporten bij een sportvereniging is goedkoper dan sporten in een revalidatiecentrum, en heeft meer resultaat. Door de nieuwe sociale contacten, verkleint de kans op terugval in het dure zorgcircuit.

4

BoumanGGZ: Sporten bij een sportvereniging is goedkoper dan sporten in een dagactiviteitencentrum, en het heeft meer resultaat voor het welzijn van de cliënt. Vanwege de specifieke kenmerken van deze doelgroep is het de vraag of de toename in welzijn ook maatschappelijke baten oplevert in euro’s. Volgens de professional die wij hebben gesproken is dit echter niet relevant, omdat het draait om het welzijn van de cliënt.

5 Pameijer: Sporten bij een sportvereniging is in potentie goedkoper dan sporten en andere activiteiten in een dagactiviteitencentrum, en heeft meer resultaat. Het vergroot de kans op participatie in de samenleving en het welzijn van de cliënt.

2 Dit kwadrant is ontwikkeld en eerder gebruikt in: Meere, F. De, Hamdi, A. & Deuten, J. (2013). Het is de integrale aanpak die werkt. Evaluatie na één jaar Utrechtse Buurtteams krachtig. Utrecht/Rotterdam: Verwey-Jonker Instituut/Ecorys. (p.19)

9


Meerwaarde Sportplusprogramma: een tussenstand Ondersteuning Sportplusverenigingen

• De Sportplusadviseurs ondersteunen de sportverenigingen op drie vlakken: bij het op orde brengen van de voorwaarden voor maatschappelijke activiteiten, bij de ontwikkeling van ideeën voor maatschappelijke activiteiten en bij de organisatie en uitvoering ervan.

• 9 van de 14 sportverenigingen hebben ondersteuning nodig bij het op orde brengen van

de voorwaarden voor maatschappelijke activiteiten. De ondersteuning van de Sportplusadviseurs loopt hierbij uiteen van hulp bij de werving van vrijwilligers, bij het schrijven van subsidieaanvragen, het helpen zoeken naar extra accommodatie, en het inbedden van de maatschappelijke activiteiten binnen de vereniging. Waar nodig schakelen zij daarbij andere medewerkers van Rotterdam Sportsupport in met specifieke expertise.

• De Sportplusadviseurs helpen om maatschappelijke activiteiten te ontwikkelen die passen bij de omgeving en sfeer van de vereniging. Daarnaast ondersteunen zij bij het zoeken naar potentiële samenwerkingspartners in de directe omgeving en de afbakening van de maatschappelijke activiteiten.

“Als wij als vrijwilligers maatschappelijke activiteiten willen ondernemen op de sportvereniging, is Sportplus als het ware voorwaardenscheppend. Het zorgt bij het bestuur voor meer draagvlak voor de maatschappelijke activiteiten.” (lid Sportpluscommissie op Sportplusvereniging)

• Als een sportvereniging ideeën heeft voor maatschappelijke activiteiten of als zij deze

zijn gestart, bijvoorbeeld door contact op te nemen met een organisatie in de sociale sector, is er behoefte aan een andere vorm van ondersteuning. Er zijn mensen nodig voor de begeleiding van de activiteiten op de sportvereniging, voor de contacten met de sociale professionals en soms voor het vinden van accommodatie. Dit kunnen medewerkers van Rotterdam Sportsupport zijn met een specifieke expertise, buurtsportcoaches of verenigingsmanagers. Het kan ook zijn dat zij mensen van de sportvereniging (voorheen vrijwilligers) financieel tegemoet willen komen voor hun werkzaamheden aan de maatschappelijke activiteiten.

Conclusie en aanbevelingen Hoofdconclusie De 5 organisaties in de sociale sector in Rotterdam die wij hebben gesproken zien een meerwaarde van maatschappelijke activiteiten op sportverenigingen. Deze professionals constateren dat sporten en bewegen op een sportvereniging voorkomt dat cliënten of deelnemers terugvallen in dure zorg- of hulptrajecten. Deze beweging wordt extra gestimuleerd door het Sportplusprogramma: door te laten zien dat maatschappelijke activiteiten op sportverenigingen mogelijk zijn en bovendien maatschappelijk rendabel kunnen zijn, verleidt het Sportplusprogramma organisaties in de sociale sector tot samenwerking met sportverenigingen en vice versa. Daarbij ondersteunen drie buurtsportcoaches organisaties in de sectoren gezondheid, jeugd, en werk en inkomen bij de ontwikkeling van interventies op sportverenigingen. We constateren dat bij 8 maatschappelijke activiteiten op de sportverenigingen het deelnemersaantal is toegenomen. Daarnaast hebben 5 van de 14 sportverenigingen zich ontwikkeld tot maatschappelijke partners, die samen met organisaties in de sociale sector meerdere maatschappelijke activiteiten uitvoeren. Ten opzichte van 2012 is het aantal maatschappelijke activiteiten over het geheel genomen echter niet toegenomen. De belangrijkste verklaring hiervoor is dat sportverenigingen, onder meer vanwege het aantal beschikbare vrijwilligers en de beschikbare ruimte, bewust kiezen voor een of twee maatschappelijke activiteiten die passen bij de sportvereniging en de interesses van leden en vrijwilligers. Om bij te dragen aan gemeentelijke doelstellingen is het nodig dat sportverenigingen die maatschappelijke activiteiten (willen) ondernemen ondersteuning krijgen om dit soort zaken op orde te krijgen.

Aanbevelingen aan Rotterdam Sportsupport

• Vanwege de toenemende vraag naar samenwerking met sportverenigingen vanuit organisaties in de sociale sector, is het belangrijk dat er verspreid over de gemeente Rotterdam sportverenigingen zijn die voldoen aan de voorwaarden voor maatschappelijke activiteiten en waar een of enkele maatschappelijke activiteiten kunnen plaatsvinden. De eerste aanbeveling is daarom: inventariseer welke sportverenigingen in Rotterdam dit willen én (in de toekomst) kunnen.

• Na inventarisatie van de sportverenigingen die een of enkele maatschappelijke activiteiten willen ondernemen, is het aan te bevelen dat de Sportplusadviseurs met deze sportverenigingen bekijken wat nodig is om de voorwaarden voor deze maatschappelijke activiteiten (stabiel bestuur, een vrijwillig kader en positief pedagogisch klimaat) op orde te brengen.

“We hebben nu ook handjes nodig voor de uitvoering van de maatschappelijke activiteiten.” (lid Sportpluscommissie op Sportplusvereniging)

“De Sportplusadviseurs zijn aanwezig bij onze vergaderingen en kunnen onze vragen goed beantwoorden. Ze zijn goede sparringpartners die ervaringen delen vanuit andere Sportplusverenigingen, bijvoorbeeld als we contact willen opnemen met een zorginstelling. Ze geven tips over wat we wel moeten vragen en wat niet. Dat soort dingen.” (lid Sportpluscommissie op Sportplusvereniging)

• De

sportverenigingen die een of enkele maatschappelijke activiteiten organiseren en uitvoeren, moeten hierbij ondersteuning krijgen en gebruik kunnen maken van bestaande interventies. We bevelen aan dat Rotterdam Sportsupport sportverenigingen en organisaties in de sociale sector blijft stimuleren deze interventies te ontwikkelen, en hierbij gebruikmaakt van wetenschappelijke kennis over wat mogelijk wel werkt en wat niet.

• De vierde aanbeveling is de vijf sportverenigingen die zich ontwikkelen tot maatschappelijke ondernemingen hierbij te blijven ondersteunen. Zij zijn inmiddels belangrijke samenwerkingspartners voor organisaties in de Rotterdamse sociale sector, of zijn op weg dit te worden. Continuïteit van de maatschappelijke activiteiten bij deze sportverenigingen is voor de organisaties in de sociale sector belangrijk. Dit is ook belangrijk,

10

11


omdat deze sportverenigingen andere sportverenigingen en organisaties in de sociale sector enthousiast kunnen maken voor de ontwikkeling van maatschappelijke activiteiten op sportverenigingen. We bevelen aan deze sportverenigingen te ondersteunen bij het consolideren en uitbreiden van de maatschappelijke activiteiten.

• De ambitie van Rotterdam Sportsupport is om het maatschappelijk rendement van het

Sportplusprogramma, of maatschappelijke activiteiten op sportverenigingen, te vergroten. Daarbij is het noodzakelijk organisaties in de sociale sector te (blijven) verleiden tot samenwerking met sportverenigingen. De kans van slagen van maatschappelijke activiteiten op sportverenigingen is immers het grootst als de organisatie in de sociale sector zich ervoor wil inzetten.

• Wat is het potentiÍle maatschappelijk rendement van maatschappelijke activiteiten

op sportverenigingen voor de stad Rotterdam? Om dat in beeld te brengen, is het relevant inzicht te hebben in welk aandeel van de kwetsbare groepen baat zou hebben bij sporten en bewegen. Het gaat dan om mensen in de geestelijke gezondheidszorg, in de jeugdhulpverlening, en deelnemers aan re-integratietrajecten en andere hulpverleningstrajecten. Daarnaast is het belangrijk, eventueel per kwetsbare groep, inzicht te krijgen in wat er nodig is om de resultaten van deelname aan sport- en beweegactiviteiten op sportverenigingen voor deze groepen te optimailseren.

Oktober 2013


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.