Hallo Holten #9

Page 1


Hallo Holten

Colofon

Inhoud

Tekst & Redactie

Anita Pepping

Demi van der Mei

Hanneke Aaftink

Kim Meijerhof

Marieke Pross

Mindy Strampel

Ronny Veldhuis

Sandra Stevens

Stef Meilink Wieke van der Zee

Fotografie

Vormgeving

Alana Meijerman

André Heetkamp

Inge Folkert-Hegteler

Nathalie Wessels

Rachèl Kok

Rik Dalhuisen

www.reclamemakers.nl

Oplage: 5.000 stuks Wijzigingen, suggesties en/of verbeteringen: info@halloholten.nl

Disclaimer/meer informatie: www.halloholten.nl

Online editie: www.halloholten.nl

Ondernemen Wol, garen, quiltstoffen en meer: alles is te koop in Holten

Holten Rijssen: sport voor iedereen

Ondernemen Het succesverhaal van Léon en Marloes Haanstra

Hallo Holten

LAAT DE DECEMBERTRADITIE VERDER

LEVEN EN PROEF HOLTEN OP Z’N

BEST MET DE PANNENKOEKENWORST.

EEN SMAAK DIE FAMILIE, VRIENDEN EN BUREN SAMENBRENGT!

KOM HEM PROEVEN BIJ DE KERSTMARKT IN HOLTEN!

Hallo Initiatiefnemers

Voorwoord

Hallo Holten! Voor je ligt al weer de negende editie van ons magazine. Voor veel Holtenaren inmiddels niet meer weg te denken van die ene vaste plek op de keukentafel. De afgelopen tijd heeft ons team zich beziggehouden met schrijven, fotograferen en vormgeven, zodat we Holten weer een mooi kerstcadeau op de deurmat kunnen bezorgen. Dus sla het magazine open, schenk jezelf een warme chocolademelk of glühwein in, nestel je onder een dekentje op de bank naast de kerstboom en geniet van deze editie. Wij wensen jullie zoals altijd weer veel leesplezier!

In dit nummer lees je over Holten, het dorp waar:

iemand al meer dan 1.700 wedstrijden in het amateurvoetbal heeft gefloten

… vrijwilligers een luisterend oor bieden

... een meubelstoffeerderij veranderde in een handwerkwinkel ... je een uniek etalagekastje tegenkomt ... een fanatieke sportvereniging in opmars is ... de Hoolter Daânsers al meer dan veertig jaar een begrip zijn

Voor de negende editie verzamelden we bijzondere verhalen over mensen, unieke initiatieven en andere zaken die een podium verdienen. Dit alles is mogelijk door onze donateurs, adverteerders en door de Holtenaren die elke editie weer leuke onderwerpen aandragen. Bedankt daarvoor!

Wij wensen jullie fijne feestdagen en een gelukkig 2025 toe. Heb je tips of suggesties voor de volgende editie? Laat het ons weten! Neem contact met ons op via info@halloholten.nl, of kom binnen bij een van onze bedrijven.

Tot ziens Holten, tot volgend jaar!

Meer

Hallo Holten?

Volg ons via social media voor exclusieve foto’s van onze dorpsgenoten en nieuwtjes over de volgende editie.

/halloholten

/halloholten

Doneren?

Hallo Holten is een initiatief van André Heetkamp (Reclamemakers Holten), Hanneke Aaftink (Door Communicatie) en Jennita Stegeman (Karakter Fotografie). Het is een cadeau aan Holten. Een magazine dat we twee keer per jaar uitbrengen. Waarmee we de kracht en schoonheid van het dorp waar we wonen onder de aandacht willen brengen. En mensen een podium geven; gewoon omdat ze dat verdienen. En omdat het verhalen zijn die jij als Holtenaar niet wil missen!

Ben je enthousiast over dit magazine? En wil je graag dat we hiermee doorgaan? Dan kun je ons helpen door geld te doneren voor de productie van het volgende nummer (IBAN NL10 ABNA 0886 8241 41). Je bepaalt uiteraard zelf wat deze editie je waard is. Heb je een bedrijf? Dan kun je ook adverteren. Vraag ons gerust naar de mogelijkheden.

Alvast hartelijk dank!

Hallo Holten

De scheidsrechterscarrière van Dick Beldman

De fluitist beslist

Het is niet overdreven om te zeggen dat voetbal al meer dan vijftig jaar een grote rol speelt in het leven van Dick Beldman en zijn gezin. De in zijn eigen woorden ‘onbeholpen verdediger’ verruilde het voetbalshirt al snel voor een scheidsrechterspak. Wat heet; na zijn eerste wedstrijd in 1969 floot hij al meer dan 1.700 wedstrijden in het amateurvoetbal. Wat maakt ‘fluiten’ zo mooi? Een gesprek over voetbal.

- Door Stef Meilink | Fotografie Jennita Stegeman + eigen foto

Dick begint: “Kort na de oorlog hadden we op het toenmalige Sportdal in Holten een zaterdagvereniging OZOD (Overwinnen Zij Ons Doel). Deze vereniging ging ter ziele, waardoor er alleen een zondagvereniging overbleef. Ik kom uit een gereformeerd gezin, dus zondagvoetbal was ‘not done’. Ik was er samen met mijn jongere broer in 1966 dus als de kippen bij toen Blauw-Wit werd opgericht. We zijn lid vanaf het eerste uur. Toentertijd werd er nog bij De Poppe gevoetbald en moesten we ons omkleden in een schoongemaakt varkenskot”, lacht hij.

In 1969 kwam de toenmalige secretaris van Blauw-Wit naast hem staan. “Of ik een pupillenwedstrijd wilde fluiten. Mijn eerste reactie was: ‘Dat kan ik helemaal niet’. ‘Als iedereen dat zegt, kan er niet gevoetbald worden’, kreeg ik te horen. Zo is het eigenlijk begonnen.” Al snel kreeg Dick plezier in het scheidsrechtersvak. “Van de pupillen naar de C-junioren, naar het derde elftal… al snel kreeg ik van alle kanten te horen dat ik me meer op het fluiten moest toeleggen.”

Carrière maken

En zo geschiedde. In 1972 volgde Dick de scheidsrechterscursus bij de toenmalige TVB (Twentsche Voetbalbond). “Er was, net als nu overigens, een tekort aan scheidsrechters. Dus begon ik competitiewedstrijden te fluiten. Ik weet de eerste wedstrijd nog precies: Holten B2 tegen SWZW B4.”

Vanaf 1974 maakte Dick ieder jaar promotie binnen de TVB. In 1979 kwam hij bij de KNVB terecht, waar hij weer onderaan de ladder begon. “Daar stond ik weer reserve-elftallen te fluiten.

Maar ook binnen de KNVB maakte ik snel promotie; vanaf 1987 mocht ik in de hoogste klasse van het zaterdagvoetbal aan de slag. Uiteindelijk heb ik 22 jaar met heel veel plezier in de top van het amateurvoetbal mogen fluiten. Derby’s van Groningen tot Zeeland, Go Ahead Kampen tegen DOS Kampen, oefenwedstrijden van het Nederlands elftal, het WKvoetbal voor spelers met een beperking en zelfs drie keer het algemeen kampioenschap van Nederland”, vertelt Dick trots. Hij laat drie schriften zien: “Hierin staan de uitslagen van alle wedstrijden die ik heb gefloten. Ach ja, wie wat bewaart, heeft wat!” Wat hij ook nog heeft, is een videoband uit 1995. “Toen floot ik Katwijk – Quick Boys, een echte risicowedstrijd. Er stond wel 8.000 man langs de lijn. De uitslag was 6-3. Er werd op het scherpst van de snede gevoetbald. Fair… en zonder kaarten. Fantastisch!”

Bitterballen met Louis van Gaal

De meest bijzondere plek waar Dick een wedstrijd floot? "Dat was in de Koepelgevangenis in Arnhem. Een team van bewakers speelde daar tegen een team van ‘buiten’. Bij aankomst moest ik natuurlijk alles afgeven en er liep constant iemand met me mee. De wedstrijd speelde zich af op het binnenterrein; vanaf het veld zag je de gedetineerden door de tralies meekijken. Dat was zelfs voor mij weer een nieuwe ervaring”, grijnst hij.

En zo maakte Dick wel vaker bijzondere dingen mee. “Ik moest een keer de Ajax-amateurs fluiten tegen Noordwijk. Ze speelden op het veld naast het Olympisch Stadion. Bij hoge uitzondering heb ik toen mijn zoon en een fervent Ajax-supporter uit Holten meegenomen. Goed, wij met z’n drieën naar Amsterdam. In de bestuurskamer kwam Louis van Gaal opeens binnen lopen. Een heel normale man overigens!”

“Na een rondleiding door het Olympisch Stadion floot ik de wedstrijd. Na afloop dacht ik; Louis zal al wel vertrokken zijn. Toen ik in de bestuurskamer kwam, zat hij daar nog. Hij gebaarde: ‘Scheids, kom eens hier!’ Voor hem stond een schaal bitterballen. Toen hebben we onder het genot daarvan een leuk gesprek gevoerd. Zo kom je als scheidsrechter nog eens bekende voetbalfiguren tegen, blijkt maar weer.”

Bewegen, bewegen, bewegen

Dick staat al 55 jaar op het veld. Hoe houdt hij dat vol? “Bewegen, bewegen, bewegen. Ik kan het niet vaak genoeg

benadrukken. Een goede conditie is heel belangrijk. Je past je levensstijl er ook op aan. Liever geen feestjes op vrijdagavond bijvoorbeeld en een eiwitdrankje in plaats van een biertje na de training. Onze familie is nog vitaal en actief, dus misschien zit het ook wel in de genen!”

“Ik ben lid van de SNO (Scheidsrechtersvereniging Nijverdal en Omstreken). Iedere dinsdagavond trainen we samen, dan loop ik ongeveer 10 kilometer. En op donderdag loop ik voor mezelf 8 kilometer, via het Groeneweggetje en Meermanskamp langs het villaterrein en via de Holterberg weer terug”, vertelt Dick.

En dan is het al weer bijna zaterdag. “Ik neem altijd drop mee, omdat ik snel een droge mond krijg. Verder neem ik uiteraard de fluit, de kaarten en mijn twee horloges mee. Bij mijn wekelijkse aanstelling noteer ik alvast op een briefje het adres van de vereniging en verdere contactgegevens in geval van nood. Dat leg ik dan in de auto. Tot slot pas ik mijn shirt aan op de kleuren van de deelnemende teams. Een goede voorbereiding is het halve werk.”

De Collina van Holten

Wat maakt een goede scheidsrechter? “Een scheidsrechter moet uitstraling hebben. Ik zie weleens scheidsrechters met afgezakte kousen, dat vind ik verschrikkelijk. Je moet niet met je neus naar beneden lopen, maar de spelers in de ogen aankijken. Pierluigi Collina bijvoorbeeld; dat is voor mij de beste scheidsrechter ooit. Wat een uitstraling had die man”, vertelt Dick enthousiast.

“Als ze op het veld weleens ‘Collina’ naar me roepen, beschouw ik het dan ook als een groot compliment.”

Ook belangrijk is communicatie. “In die 55 jaar heb ik incidenten altijd het liefst met een grote mond proberen op te lossen. Ik krijg weleens kritiek vanuit de KNVB dat ik te weinig kaarten trek. Je zou me dus de Bas Nijhuis van het amateurvoetbal kunnen noemen”, lacht Dick.

En vervolgens: “Het leidinggeven is iets wat mij wel ligt. Ik probeer het op een dusdanige manier te doen dat de spelers er ook iets van opsteken. Als ik dan na afloop een hand krijg met ‘Scheids, bedankt!’, geeft mij dat veel voldoening. En zelfkritiek hoort er ook bij. Iedereen fluit wel eens een mindere wedstrijd. Daar moet je overheen kunnen stappen.”

Liefde voor het spelletje

de kleedkamer. Laatst nog in Zwolle, waar de thuisploeg verloor met 0-2. Even later hoor ik keiharde muziek uit hun kleedkamer komen... ach, het zal wel een generatieverschil zijn”, grijnst Dick.

Wat wel hetzelfde is gebleven; de liefde voor het spelletje. “Wat fluiten zo mooi maakt, is de uitdaging. Een wedstrijd die eindigt in 12-0, daar is niets aan. Er moet een wedstrijdelement in zitten, power. Ik ben het best in mijn sas als er wat op het spel staat, bij een derby bijvoorbeeld. Die concentratie van tevoren. Daar doe ik het voor.”

Dankbaarheid

Ik vind het mooi dat het mij nog steeds gegeven is en ik hoop nog veel wedstrijden te fluiten!

In al die jaren dat Dick op de velden staat, heeft hij een hoop zien veranderen. “Tegenwoordig heeft ieder sportpark het goed voor elkaar. De vlaggen staan op de velden, de lijnen zijn gekalkt, de kleedkamers zijn schoon en de kantine is open. Dat was vroeger wel anders, toen moest je je wassen in een waterbak voor de koeien. Er is ook minder acceptatie. Ik zeg niet dat vroeger alles beter was, maar ook niet slechter. Iets waar ik mij bijvoorbeeld mateloos aan stoor, is muziek in

Hoe lang gaat Dick nog door? “Zolang ik nog steeds uitdaging kan vinden en er plezier van heb, blijf ik het doen. Ik kom nog steeds op plekken waar ik nog nooit ben geweest. Na afloop van de wedstrijd de geheime zender aan in de auto, Keunedarp Radio. Hartstikke mooi”, lacht hij. “Alleen; als het fysiek niet meer gaat, moet je je verstand gebruiken en stoppen. Wat dat betreft moet je een beetje geluk hebben. Ik train hard en probeer gezond te leven. Ik vind het mooi dat het mij nog steeds gegeven is en ik hoop nog veel wedstrijden te fluiten!”

Liefde voor folklore

Traditionele dans en muziek waar we zuinig op moeten zijn

De Hoolter Daânsers zijn al ruim veertig jaar een begrip in Holten en ver daarbuiten. In hun folkloristische kleding hebben ze al talloze optredens uitgevoerd. Willy Bouman (secretaris), Jan Aaltink (penningmeester en muzikant) en Allard Aaltink (dansleider) vertellen over de activiteiten, uitjes en hun status als levend erfgoed.

Hallo Holten

- Door Sandra Stevens | Fotografie Eigen foto's

Er zijn leden die al vanaf het eerste uur lid zijn, waaronder Jan en Allard. “In maart 1978 is de vereniging opgericht. De groep is een afsplitsing van de voormalige Holtense Boerendansers. Inmiddels telt onze vereniging 24 leden, waarvan 10 paren en 4 muzikanten”, begint Jan. “Wij groeien als één van de weinige folkloristische dansgroepen”, vervolgt Allard. “Dat gebeurt bijna nergens meer, dus dat is bijzonder. De dansers komen niet allemaal uit Holten, vertelt Willy. "Zo hebben we drie dansparen van de Brookmoaten uit Bornerbroek, een danser van Wiej Schotst Verdan uit Lochem en drie dansers van het Battumse Venne mogen verwelkomen. Al deze leden komen wekelijks naar onze oefenavond, wat best bijzonder is, zelfs een danspaar uit Amersfoort.”

Samenwerking

“Vaak fuseren verenigingen, maar door de samenvoeging van besturen en culturen is de kans van slagen klein”, gaat Jan verder. “Dat proberen wij te voorkomen. We willen graag onze eigen identiteit behouden. Wel werken we samen met een dansgroep uit Hellendoorn. Hun ledenaantal liep terug, dus we wisselen regelmatig dansparen uit bij optredens. Op deze manier kunnen we de meeste optredens aannemen.”

Boerendansen uit het verleden

Onder leiding van Allard oefent de groep iedere dinsdagavond in De Belte in Nieuw Heeten. “We begonnen bij De Biester in Holten, daarna verhuisden we naar Visser in Okkenbroek en het Timmermanshuis in Nieuw Heeten”, vertelt hij. “Nu zitten we al een tijd bij De Belte. Het voordeel hier is dat we er altijd terecht kunnen, want we hebben de zaal wekelijks gereserveerd.”

“We hebben een uitgebreid repertoire van zo’n zestig verschillende dansen en we beoefenen nog ongeveer tien ouderwetse boerendansen uit de jaren 20”, vult Jan aan. “Dit zijn de dansen waar we mee zijn begonnen. Er bestaat geen bladmuziek, want het staat nergens beschreven. Elke vereniging speelt en danst het op zijn eigen manier. Deze dansen worden van generatie op generatie doorgegeven, maar ze worden steeds iets moderner.”

Folklore kleding

De kleding die de Hoolter Daânsers dragen, is vaak al decennia oud. Zo heeft Jan de kleding van zijn opa gekregen en Willy van haar moeder. “Er is wel wat zelf gemaakt, maar het meeste is doorgegeven van generatie op generatie”, vertelt Willy.

Van Overijssel tot India

Optredens heeft de groep genoeg. “Vorig jaar hadden we er maar liefst achttien. Dat was wel vrij veel, want de meesten van ons werken gewoon”, vertelt Willy. “We treden bijvoorbeeld op

bij verzorgingstehuizen, braderieën, markten en winkelcentra. Veel mensen vinden ons via de website.”

De groep treedt elk jaar ook één of meerdere keren op in het buitenland, meestal in Duitsland of Oostenrijk. Maar ze zijn ook in Rusland, Litouwen, Engeland, Hongarije, Frankrijk, Italië, Amerika en Denemarken geweest. “Rusland was heel bijzonder”, blikt Allard terug. “We waren 300 kilometer buiten Moskou, op het platteland. De inwoners hadden nog nooit buitenlanders of klompen gezien. De rode loper werd voor ons uitgerold en ze waren ontzettend gastvrij.” Afgelopen oktober maakten acht Holtense dansers en een muzikant een bijzondere reis naar India. “We gingen samen met acht dansers uit Hellendoorn. Zij werden hiervoor gevraagd, maar niet iedereen kon mee door de korte voorbereiding. Wij waren daar als enige Nederlanders. Een geweldige ervaring”, vertelt Jan trots.

En van de Rolling Stones naar Snollebollekes

De groep heeft nog veel meer bijzondere optredens meegemaakt. “In het verleden hebben we ook eens voor de crew van de Rolling Stones gedanst”, vertelt Allard trots. “Deze groep bestond uit 120 mensen. Achter de schermen konden wij het concert van The Stones behoorlijk goed zien. En na afloop was het onze beurt om de crew te voorzien van een mooi optreden.”

Afgelopen voorjaar stonden ze nog op het podium in het GelreDome. “Ik werd gebeld door een man uit Nijmegen”, vertelt Willy. “Hij werkte bij een productiebedrijf dat het concert van de Snollebollekes organiseerde. Hij vroeg: ‘Willen jullie bij ons concert optreden?’ We dachten eerst dat het een grap was, maar het bleek serieus.” En zo stonden de Hoolter Daânsers op 14 maart 2024 voor 30.000 mensen op te treden tijdens het nummer Klompendans. “Het was echt een bijzondere ervaring”, vult Jan aan. “We werden met respect behandeld, hadden een

De nieuwe groene woonwijk van Holten

Het Enkcoterrein en omgeving wordt de nieuwe woonwijk van Holten. De plannen om alle industrie uit het dorp weg te halen zijn bijna 15 jaar geleden al gemaakt. Als eerste werd de wijk ‘De Nieuwe Kol’ gebouwd. Binnenkort starten we met de veranderingen van de laatste fabriekslocatie ‘De Enkco’. Dit wordt de nieuwe groene woonwijk in het hart van het dorp. Bij de invulling van de woonwijk is er vooral rekening gehouden met het bouwen van sociale huurwoningen en huizen voor jongeren en ouderen. Wethouder Erik Wessels vertelt over hoe de ideeën zijn ontstaan en over de eerste bouwplannen.

In 2010 hebben wij in overleg met de provincie Overijssel besloten om alle fabriekslocaties in fasen uit de bebouwde kom weg te halen. “Dit is een hele goede zet geweest”, begint wethouder Erik Wessels. “We zijn gestart met de veranderingen van het Udema-gebied naar woongebied. In 2018 hebben wij ook het Enkcoterrein gekocht met hetzelfde doel. Wij snappen dat het lang duurt voordat er wordt gestart met de bouw. Maar ik ben blij te kunnen melden dat begin 2025 de eerste woningen worden gebouwd!”

Een wijk met veel groen in het hart van het dorp Wethouder Erik Wessels is enorm enthousiast over het plan dat nu op tafel ligt. “Het plan is echt supergaaf. We hebben dit samen met een groep Holtense inwoners opgesteld en goed geluisterd naar hun wensen en ideeën. Deze groep inwoners heeft tijdens een informatieavond aan het begin van het proces aangegeven mee te willen denken. Dit heeft als resultaat dat de nieuwbouwwijk een fijne woon-, en verblijfomgeving wordt met veel openbaar groen.”

“We starten in 2025 op de locatie van het oude gebouw Meester”, vertelt Erik Wessels. ‘Locatie Meester’ is een ontwikkeling van Roosdom Tijhuis. Op deze locatie worden 2 twee-onder-een-kapwoningen, 7 eengezinswoningen, een appartementengebouw met 20 sociale huurappartementen en een appartementengebouw met 30 koopappartementen gebouwd. “Begin 2025 starten ze met de bouw van de sociale huurappartementen voor Viverion. Het starten met de rest van de bouw staat gepland voor het derde kwartaal van 2025 en het eerste kwartaal van 2026.”

Nieuwe woonvisie van de gemeente

Het afgelopen jaar zijn er 183 woningen in onze gemeente gebouwd. De komende jaren willen we naar 300 woningen per jaar. “Wat dat betreft zit de druk er wel op. Maar we vinden het wel belangrijk om kwaliteit te bouwen en goed na te denken over de invulling van de wijken. Het moeten prettige leefomgevingen worden met veel openbaar groen waar we over 20 jaar nog blij mee zijn. Dat is ons bij deze plannen goed gelukt. Net zoals het bouwen van veel woningen voor starters en ouderen. Hier ben ik trots op en ik kan niet wachten tot de bouw daadwerkelijk van start gaat. Ik kijk helemaal uit naar het moment dat de eerste Holtenaren er komen wonen.”

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op het Enckoterrein Op rijssen-holten.nl/enkco vindt u de laatste informatie. Als u vragen heeft over de ontwikkelingen kunt u mailen naar enkcoterrein@rijssen-holten.nl.

eigen kleedkamer en aten met Rob Kemps, Mart Hoogkamer en andere bekende artiesten. En ook het publiek was razend enthousiast.”

Presentatie en kledingshow

Op verzoek voert de groep ook een kledingshow op in het dialect. “Dit is in de loop der jaren zo ontstaan”, legt Willy uit. “We kregen ooit bruidskleding uit 1920, waar natuurlijk een heel mooi verhaal bij te vertellen is. Daarna vroegen mensen steeds vaker of we iets konden vertellen over het noaberschap op het platteland. Nu geven we presentaties in het dialect over de tradities rondom trouwerijen. Het verhaal begint voor de trouwdag en loopt door tot de dag zelf, waarbij de kleding van rond 1920 wordt gedragen. Tussendoor en na afloop dansen we.”

Ambassadeurs van levend erfgoed

De Hoolter Daânsers zien zichzelf niet alleen als een dansgroep, maar ook als de trotse ambassadeurs van levend erfgoed. Samen met de Provincie Overijssel en de gemeente Rijssen-Holten zetten ze zich in om de tradities van dans, muziek en dialect te bewaren en door te geven aan de volgende generatie.

“De Provincie Overijssel organiseert avonden voor levend erfgoedbeoefenaars, waar we vaak aanwezig zijn”, legt Willy uit. “We brengen ook regelmatig een bezoek aan basisscholen in Rijssen-Holten. Vanuit de gemeente krijgen ze subsidie om naast de standaard lessen extra activiteiten te boeken. Onze dansgroep hoort daar ook bij. We laten de kinderen

kennismaken met dans, muziek en traditionele kleding. Vaak zijn we een hele ochtend op een school aanwezig.”

Onlangs heeft de dansgroep alle zestig dansen opgenomen op video. “Hiervoor hebben we subsidie ontvangen van de gemeente Rijssen-Holten”, vertelt Allard. “We hebben drie volle dagen gedanst in verschillende kostuums, zowel in zomer- als winterdracht. Het is belangrijk dat we goed beeldmateriaal hebben. Om als lesmateriaal te gebruiken, maar ook voor de volgende generatie. We zijn dan wel een folkloregroep, maar we proberen op een moderne manier voort te bestaan.”

De Hoolter Daânsers zijn altijd op zoek naar nieuwe leden! Geïnteresseerd geraakt om zelf een dansje te wagen? Kom gerust kijken op een oefenavond bij De Belte in Nieuw Heeten.

De Hoolter Daânsers brengen meer dan folkloristische dansen: ze treden op een unieke manier op. Met hun enthousiasme en passie voor traditie komen ze graag langs voor een optreden, een presentatie over noaberschap of een dansworkshop. Kijk op www.hoolterdaansers.nl voor meer informatie.

Een kastje vol verhalen

Op de kruising van de Boerendanssteeg en Maatmansweg in Dijkerhoek vind je iets bijzonders: het etalagekastje van Henk Pinkert. Meerdere keren per jaar vernieuwt hij de inrichting en nieuwsgierige voorbijgangers werpen vaak een blik in de etalage. Samen met zijn vrouw Gerrie vertelt hij hoe dit bijzondere kastje tot stand kwam.

Henk is geboren in Okkenbroek en opgegroeid in Holten. “Toen Gerrie en ik trouwden, gingen we samen met haar moeder in haar ouderlijk huis wonen”, begint Henk. “Ik ben dus een ‘import Diekerhooker’, maar woon hier ondertussen al 54 jaar. Onze drie dochters zijn hier opgegroeid en hebben allemaal nog een band met Dijkerhoek.”

Na jaren in de bouw te hebben gewerkt als metselaar en vervolgens bij Waterloo, ging Henk in 2002 met prepensioen. “Maar vanaf dat moment heb ik me geen dag verveeld”, zegt hij gelijk. “Als het druk was bij Waterloo, hielp hij nog weleens”, vult Gerrie aan. “En in die tijd begon hij ook met het etalagekastje.”

Het begin van het kastje

Toen de gemeente Rijssen-Holten tuinbanken uitdeelde ter ere van de opening van de Rabobank, kregen Henk en Gerrie er ook één op het grasveldje voor hun huis. “Dit gaf mij een mooie reden om het geheel wat op te vrolijken. Ik begon met het plaatsen van richtingwijzers naar Holten en Deventer en maakte reclame voor de molen”, vertelt Henk.

“Maar op een gegeven moment verzamelde ik zoveel spullen dat ik er een kastje bij plaatste”, gaat hij lachend verder. “Zo ontstond het etalagekastje.” Maar wat staat er nu allemaal in het kastje? “Het wisselt per seizoen”, legt Henk uit. “En soms richt ik het kastje opnieuw in voor bijzondere gelegenheden. Ik vind het belangrijk dat het niet provocerend of aanstootgevend is. Het moet vooral leuk zijn voor voorbijgangers.”

Henk geniet van de reacties die hij krijgt. “Het is fantastisch om te zien hoeveel mensen stoppen om te kijken. Fietsers houden hier regelmatig even een pauze. Er heeft zelfs een keer

Hallo Holten

een paar euro in gelegen, maar daar gaat het natuurlijk niet om. Het mooiste vind ik als de peuters van de kinderopvang langskomen. Voor hen is het echt een uitje en je ziet ze gewoon genieten van alles wat er te zien is.”

Ideeën

Maar waar haalt Henk dan alle ideeën voor het kastje vandaan? “Gewoon, alles wat in me opkomt en past bij de tijd van het jaar”, zegt hij nuchter. Gerrie lacht en vult aan: “Nou, soms piekert hij dagenlang over nieuwe ideeën en is hij er iedere vrije minuut mee bezig. Het is Henk zijn grootste hobby. Er is altijd wel iets om te maken of te bedenken. En ook de lampjes branden natuurlijk iedere avond.”

om leuke dingen te vinden. Want ik blijf graag verrassen en vernieuwen”, vertelt hij.

Herdenking

Het is fantastisch om te zien hoeveel mensen even stoppen om te kijken

Henk is al meer dan zestig jaar lid van HMV en speelt nog steeds bariton. Muziek zit in zijn familie, want ook zijn vader, vier broers en zusje waren lid van deze Holtense vereniging. “Eén van de mooiste optredens is op 4 mei, bij de herdenking op de Canadese Begraafplaats”, vertelt Henk. “En op die dag spelen we in de avond ook bij het monument aan de Molenbelterweg. Dit zijn zulke bijzondere en dankbare momenten.”

De meeste spullen die in het kastje staan, maakt Henk zelf. “Maar ik struin ook graag boeldagen en rommelmarkten af

Ook in het etalagekastje staat op 4 en 5 mei de herdenking centraal. “Dan haal ik alles eruit; er staat geen poppetje meer in. Ik zet een miniatuur van het kruis en de steen van de Canadese

Dorpsstraat 2, 7451 BT Holten

sr. administratief medewerker finance innovator / controller &

De verbindende schakel tussen cijfers, slim werken en menselijk contact

odessaholten

Begraafplaats erin, met een bos op de achtergrond. Ook hang ik de Nederlandse en Canadese vlag op. Het kastje moet rust en respect uitstralen op deze dagen”, zegt Henk.

Met plezier

Henk heeft nog nooit gehoord dat iemand zijn kastje niet mooi vond of zich eraan ergerde. “Mensen kijken eerst: ‘Goh, wat is dat dan?’ Vervolgens zie je ze lachen”, zegt hij blij. “Ik wil absoluut geen personen uitbeelden. Het moet een algemeen kastje zijn, waarin ik de seizoenen uitbeeld en verder gewoon wat ‘ongein’. Met kerst staan er bijvoorbeeld winterspullen in en met oud & nieuw ligt het kastje bomvol met oliebollen.”

Bekendheid

Henks etalagekastje heeft in het verleden ook de regionale media gehaald. “Er kwam eens iemand uit Olst langs op de fiets, die bleek voor de Stentor te werken. Een paar dagen later stond

er een mooi stuk over mijn kastje in de krant. Ook ben ik op RTV Oost geweest, bij Mooi Overijssel. Ze maakten een reportage en interviewden mij eerst bij het kastje en daarna bij de molen. Het is leuk om te zien dat mensen mijn werk waarderen.”

Toekomst

Naast het etalagekastje heeft Henk ook nog tijd om vrijwilliger te zijn bij de Dijkerhoekse Molen. “Vooral in de zomermaanden is het hier druk met fietsers die langskomen voor koffie. Daar haal ik weer inspiratie uit. Ik maak het kastje puur om mezelf bezig te houden en anderen te vermaken. Soms ben ik met mijn handen bezig en de andere keer met mijn hoofd, door nieuwe ideeën uit te denken. Zolang mijn gezondheid het toelaat, blijf ik er mee doorgaan”, zegt Henk. “Het allerbelangrijkste is dat we plezier hebben met elkaar. Daar draait het tenslotte allemaal om.”

Ruim 25 jaar geleden namen Hidzer Gorter en Luc Hans samen Bistro de Holterberg over. Twee heel gewone, jonge jongens die hun droom achterna joegen ooit een eigen bedrijf te leiden. Zonder goedgevulde bankrekening of een rijke familie, maar met enorm veel passie, een wat bovengemiddeld werkmoraal en een tikkeltje eigenwijsheid. Spannend vonden ze het niet. Hard werken was het wel.

Hallo Holten

Hallo Hidzer Gorter en Luc Hans

Twee

gewone jongens met een bovengemiddeld werkmoraal

Al ruim 25 jaar eigenaar van Bistro de Holterberg

- Door Hanneke Aaftink | Fotografie Jennita Stegeman + eigen foto

Hidzer en Luc; op het oog twee heel verschillende mannen. Hidzer als de gastheer die altijd je jas netjes aanneemt bij binnenkomst, nog snel even dat ene kaarsje rechtzet, tussendoor het haardvuur brandend houdt en ervoor zorgt dat het jou aan niets ontbreekt. En Luc: de man in de keuken die zijn producten inkoopt, het liefst lokaal. En altijd vers: “We verkopen liever ‘nee’, dan dat we een diepvriesproduct moeten serveren.”

Hoe het avontuur begon

Het avontuur op de Holterberg begon voor Hidzer op 31 mei 1993. De toenmalige eigenaar vroeg hem of hij interesse had in een andere baan. “Ik werkte op dat moment in Apeldoorn en woonde daar ook. Ik had toen al verkering met mijn huidige vrouw, die in Boekelo werkte. Bovendien was ik wel toe aan een nieuwe baan, dus ik besloot ‘ja’ te zeggen. Zonder verdere verwachtingen.”

Als gastheer runde Hidzer het restaurant. Eind 1996 was het dezelfde eigenaar die Luc optrommelde. “Ik weet nog goed dat hij me drie dagen voor kerst belde. Mijn reactie was dan ook: 'Hoe kun je me nu bellen op het drukste moment van het jaar'. Luc werkte op dat moment in De Lutte en was wel toe aan wat anders. In februari 1997 kwam hij in dienst en vanaf dat moment was hij verantwoordelijk voor de keuken.

De wijde wereld in Hidzer komt uit een echt horecagezin. “Mijn ouders hadden een café-restaurant met slijterij in het Friese Ureterp. Als het druk was, sprongen wij als kinderen bij. Dat was heel gewoon. Op m’n 23e besloten mijn ouders met het bedrijf te stoppen. Overname was voor mij geen optie. Ik wilde graag de wijde

wereld zien en kennismaken met het vak. Zo heb ik een jaar lang op Curaçao gewerkt en heb ik ook een heel mooie tijd gehad bij Landgoed Lauswolt in Beesterzwaag.”

Het zit in het bloed

Luc komt uit Tubbergen en woont tegenwoordig in Hengelo. Hij doorliep de Hotelschool en werkte onder meer bij Parkhotel de Wiemsel in Ootmarsum, restaurant Mondriaan in Hengelo en hotel Berg en Dal in De Lutte. Zijn moeder werkte in de horeca en zijn vader was koster-beheerder in de kerk. “Dus ergens zit het horecabloed en ondernemende karakter er wel in.”

Holten als woonplaats

Dat hij nog altijd in Hengelo woont en niet zoals Hidzer naar Holten is verhuisd, is een bewuste keuze. “Ik vind die afstand wel lekker. In Hengelo weet niemand wat ik doe en dat houd ik ook graag zo. Als ze me het vragen, dan zeg ik dat ik kok ben. En niet dat ik mede-eigenaar ben van een restaurant. De kinderen heb ik ook zo opgevoed. Zo vertelden ze eens op school waar ze hadden gegeten. Mijn reactie was: ‘Je hoeft niet alles te vertellen wat je doet. De juf doet dat zelf ook niet’.” Hidzer woont sinds 2001 in Holten. “Eerst boven het restaurant. De reden was heel simpel. Het geld voor de zaak moest ergens vandaan komen. Dus ik besloot mijn huis te verkopen en hier te gaan wonen.” Later verhuisde hij samen met zijn vrouw en twee kinderen naar De Liezen. Een echte Holtenaar dus. Al wil Hidzer zichzelf niet zo noemen.

Flinke investering

Terug naar 1999, toen Hidzer en Luc de vraag kregen Bistro de Holterberg over te nemen. Hidzer: “Eigenlijk was ik meteen

enthousiast”. En Luc knikt instemmend. Ook hij zag het meteen zitten. Maar hoe krijg je zoiets voor elkaar als je zelf niet over de financiële middelen beschikt? “Het was best een behoorlijke stap. De keuken was net voor tonnen verbouwd, er werd een aardige omzet gedraaid en de rente loog er destijds niet om. Maar toch lukte het, mede dankzij een aantal goede adviseurs”, vertelt Hidzer.

Op 1 september 1999 namen ze de exploitatie over. “Het pand bleef eigendom van de voormalig eigenaar en zouden we na een jaar of vijf overnemen”, geeft Luc aan. Maar dat ging in de praktijk anders. “In januari 2000 kregen we al de mededeling dat ook het pand in de verkoop ging. Nou, vind maar eens een bank die zoveel wil investeren. En dat buiten de exploitatie om, waar we al geld voor hadden geleend. Maar ook dat kregen we voor elkaar.”

Een keuze waar de heren nooit spijt van kregen. Hoewel ze zich de tijden dat ze bij de kassa van de supermarkt stonden en geen saldo meer hadden nog wel herinneren. “In het begin dacht ik wel eens van, waar ben ik mee bezig”, geeft Luc toe. “We werkten keihard voor de aflossing en rente. Daar leken we maar niet doorheen te komen.”

Een geolied team

Samen waren Hidzer en Luc vanaf het begin af aan een team. “We lijken misschien verschillend, maar dat is zeker niet zo”, geeft Hidzer aan. “We staan hetzelfde in het leven. Zo zijn we allebei best wel streberig en houden we ervan dat alles netjes en strak is.” De keuken is duidelijk het domein van Luc en het restaurant van Hidzer, maar het bedrijf runnen; dat doen ze samen. Van de inrichting van de zaak, de financiën tot het

personeel. “We kennen elkaar natuurlijk door en door”, vertelt Luc. “Over grote investeringen overleggen we altijd. Moet er onderhoud worden gedaan aan een snijmachine bijvoorbeeld, dan regel ik dat gewoon. In dat soort dingen vertrouwen we elkaar.”

Tijden veranderen

In de ruim 25 jaar dat zij Bistro de Holterberg bestieren, is er veel hetzelfde gebleven. Maar er is ook veel veranderd. Luc: “We hebben verbeteringen doorgevoerd. Zo zijn we steeds meer dingen zelf gaan maken. Zoals ijs, truffels en broodjes.” Hidzer vertelt meteen dat ook de gasten zijn veranderd. “Ze hebben tegenwoordig veel meer kennis. Vroeger hadden we witte en rode wijn. Tegenwoordig heb ik wel zo’n zes flessen wit en rood openstaan. Ook zijn er nieuwe gerechten bijgekomen die we vroeger nog niet kenden. Denk aan sukade en bavette.”

Bistro de Holterberg heeft in al die jaren een eigen klantenkring opgebouwd. “Zo’n 80% van de gasten komt hier vaker. Maar ook komen er nog steeds nieuwe gasten bij. Vaak als gevolg van mond-tot-mondreclame. En buiten het seizoen weten vakantiegangers ons ook te vinden. Gezinnen met kinderen die in de zomer naar Holten komen, gaan niet snel naar ons toe. Hoewel we ook voor kinderen leuke gerechten kunnen maken, voor een nette prijs.”

Lokale leveranciers

Wat maakt Bistro de Holterberg nou zo uniek? Hidzer: “De prijs-kwaliteitverhouding is goed. We serveren geen liflafjes, maar een goed bord met eten met lekkere groenten en het mooiste vlees”. Luc vult aan: “We hebben veel kleine lokale

leveranciers. Dat is natuurlijk veel meer werk, dan wanneer je je producten allemaal in één keer bij de groothandel inkoopt. Maar ik vind het fijn om een persoonlijk aanspreekpunt te hebben met wie ik elke maandagmorgen kan overleggen over de inkoop.”

Verse producten

De producten zijn altijd vers. Soms betekent dat, dat een gerecht van de kaart niet meer kan worden besteld. “Maar we hebben altijd mooie alternatieven”, geeft Luc aan. “En soms moet ik op zondag producten weggooien, omdat we op maandag en dinsdag dicht zitten. Dat is altijd jammer. Ook stop ik het wel eens in de diepvries en eten we het zelf op woensdag samen met het personeel op. Maar de smaak is dan anders. In ons restaurant wil ik dan ook niets anders dan verse producten serveren.”

Inclusieve gerechten en gastvrijheid

Daarbij komt de persoonlijke benadering. “We nemen alle jassen netjes aan en hangen deze aan de kapstok. Ik houd er niet van als al die jassen op de leuning van de stoel hangen. Dat hoort ook niet. Verder krijgt iedereen bij ons een karaf water en ik vraag of ze er nog wat anders bij willen drinken. Het water is van ons en daarvoor hoeven ze niet te betalen. Net zoals de broodjes bij het voorgerecht, de frietjes, sla en eigengemaakte mayonaise; als je bij ons komt eten, krijg je dat er standaard bij. De prijzen op de kaart zijn dan ook de prijzen die je betaalt en daarvoor heb je een compleet gerecht.”

Een restaurant voor iedereen

De open haard, de kaarsen, de meubelstukken met elk hun eigen verhaal; dat maakt Bistro de Holterberg af. Het ademt de

sfeer van een grote huiskamer. Een plek waar je rustig na een lange wandeltocht in je spijkerbroek en wandelschoenen aan tafel kunt schuiven. “Lekker ongedwongen en niet te moeilijk; dat is wat we willen zijn”, geeft Hidzer aan. “Een restaurant voor iedereen.”

De historie van Bistro de Holterberg

In de jaren 20 van de vorige eeuw werd op de plek van Bistro de Holterberg een theehuis met pension gebouwd, op een kruising van toen nog zandwegen. Later kwam er een uitzichttoren naast en werd het theehuis uitgebreid met een restaurant en nog meer hotelkamers. Het kreeg de naam Hotel de Holterberg. Een bijzonder gebouw met een prachtige, glooiende rieten kap op een unieke plek tegen de bosrand van de Holterberg.

Precies één dag voor de bevrijding van Holten, op 7 april 1945, werd het hotel gebombardeerd. Er bleef niets van over. Vervolgens werd in 1953 een nieuw hotel gebouwd. Dat pand staat er nog steeds. De witte kleur van de buitenmuren werd aangepast in okergeel, maar voor de rest is er ogenschijnlijk weinig veranderd. En dat is nou juist de kracht van Bistro de Holterberg. De basis is goed en blijft onveranderd. Ook het concept van de bistro met Franse keuken blijft al jarenlang bewaard. Een mooi stukje geschiedenis van Holten, dat nog altijd in volle bloei is.

Hallo Maikel en Marinka Koopman

Maikel en Marinka gingen permanent op vakantie

Ken je dat kriebelende gevoel, het verlangen naar vakantie en avontuur? Maikel en Marinka Koopman zeker wel. De oplossing? Ze besloten hun woning in Holten in te ruilen voor een camper en vonden een nieuw thuis in Frankrijk. Ze vertellen over het leven in de prachtige Franse Dordogne.

- Door Demi van der Mei | Fotografie Eigen foto's

Het verhaal van Maikel en Marinka begon negentien jaar geleden, tijdens carnaval in Holten. “Ik woonde toen in Lochem en een paar vriendinnen hadden vriendjes in Holten”, herinnert Marinka zich. “Ze vroegen of ik mee ging carnaval vieren, iets wat voor mij helemaal nieuw was.” Zo belandde ze in café Bie Toontje, waar ze Maikel ontmoette die zijn hele leven al in Holten woonde. Marinka was zeventien jaar en Maikel net achttien toen ze verkering kregen en sindsdien zijn ze onafscheidelijk. Na hun afstuderen maakten ze een grote rondreis van zes maanden door Afrika. Daarna vestigden ze zich in Holten. Maar eenmaal terug in Holten bleef het verlangen naar avontuur bestaan. “We waren constant vakanties aan het plannen”, zegt Maikel. “Toen dachten we: waarom draaien we het niet om en gaan we permanent op vakantie?”

De Dordogne: liefde op het eerste gezicht

Eind 2018 verkochten ze hun huis en ruilden deze in voor een camper. “Toen zijn we samen met onze hond Pep door Europa getrokken, zonder een vastomlijnd plan”, vertelt Marinka. “We zeiden tegen elkaar: laten we ervoor openstaan om wellicht ergens anders te gaan wonen, wanneer het heel goed voelt.” Tijdens hun reis deden Maikel en Marinka vrijwilligerswerk, maar ook betaalde werkzaamheden en runden ze een tijdje een agriturismo in Italië. Ze bezochten verschillende locaties. Toen ze in 2022 de Dordogne in Frankrijk bereikten, voelde het meteen als thuis. “Dat was bijzonder, want we kenden de plek helemaal niet”, vult Maikel aan.

De camper werd ingeruild voor een voormalige notenboerderij met 7.000 m 2 grond, omringd door natuur. Hier begonnen Maikel en Marinka hun nieuwe leven op te bouwen. Hun gezin breidde zich uit met hond Scratch, die ze uit het asiel adopteerden, en een aantal kippen. Zelfs Marinka's moeder besloot zich bij hen te voegen in een aangrenzend appartement. Maar wat trok hen zo aan deze regio aan? Marinka: “De Dordogne heeft ontzettend veel te bieden! Het is de streek van de '1.001 kastelen', prehistorische grotten, de Dordogne-rivier en veel van de mooiste dorpjes van Frankrijk. We houden van de geschiedenis die hier leeft en de middeleeuwse sfeer. De natuur is ook prachtig; we wonen in de heuvels, zwemmen in natuurwater en kajakken op de Dordogne.” De vele toeristische voorzieningen en het feit dat er veel Engelse en Nederlandse bewoners zijn, maakte de Dordogne voor hen een ideale plek om zich te vestigen.

De Franse Vriendin

Met hun nieuwe leven ontstond ook het idee om een Bed & Breakfast te beginnen. Maar na het starten had Marinka toch het gevoel dat er iets miste: “In Nederland werkte ik in de hulpverlening en had ik veel contact met mensen. Dat sociale aspect miste ik tijdens het runnen van de Bed & Breakfast, omdat gasten vaak op pad gingen en we niet echt contact hadden buiten het ontbijt om.”

Tijdens het reizen hielden ze zelf vaak de mooiste herinneringen over aan de ontmoetingen met anderen mensen, het verblijven bij anderen thuis en ondergedompeld worden in een andere omgeving en cultuur. Vanuit die ervaringen, de behoefte aan meer sociale interactie en haar achtergrond in de hulpverlening, ontstond het idee voor De Franse Vriendin. Een volledig verzorgde vakantie voor alleenreizende vrouwen. “Dit is speciaal voor vrouwen die het spannend vinden om alleen op reis te gaan, een (reis) maatje missen, bijvoorbeeld weduwes, of vrouwen die gewoon ontzorgd willen worden”, legt Marinka uit. “Deze vrouwen komen in een veilige omgeving aan, waar ze in de watten worden gelegd. Ik haal ze op van het vliegveld, regel alles en het enige wat ze zelf hoeven te doen, is het boeken van de heen- en terugreis. Vanaf dat moment kan de vakantie beginnen en neem ik de vrouwen mee op avontuur. Ik bied een luisterend oor, niets moet en (bijna) alles mag!”

Een nieuw project

Naast De Franse Vriendin zijn Maikel en Marinka ook een ander nieuw project begonnen. Dit in samenwerking met de organisatie ‘English for success’. Maikel: “De komende tijd ontvangen we Franse tieners, die vooral Marinka les gaat geven. Dit doen we in samenwerking met een Franse organisatie, die gastgezinnen zoekt die tieners in huis willen nemen en hen een vakantieweek aanbieden.” Daarnaast worden ze ook ondergedompeld in het Engels. “Het niveau van de Engelse taal in Frankrijk ligt een stuk lager dan in

Nederland, dus dit is een geweldige kans voor de tieners om te leren”, licht Marinka toe. “We doen dit tijdens elke schoolvakantie, met maximaal drie tieners per keer.” De dagen beginnen met Engelse lessen en een gezamenlijk ontbijt. Daarna kunnen de tieners kiezen uit activiteiten, zoals kajakken, klimmen, ziplinen of het verkennen van grotten en dierenparken. “We stellen samen een weekplanning op, waarbij de kinderen zelf aangeven wat ze willen doen”, zegt Maikel. “De afwisseling in het werk is leuk; de kinderen willen actieve dingen doen, terwijl de vrouwen van De Franse Vriendin vaak meer culturele interesses hebben.”

Van verplichting naar vrijheid

Maikel werkt daarnaast voor een platform dat vergelijkbaar is met Airbnb, maar dan voor campers. “Het mooiste aan mijn werk is de vrijheid”, vertelt Maikel. “Die vrijheid voel ik niet alleen in mijn werk, maar ook in ons leven hier. We bepalen hier veel meer zelf ons eigen ritme in plaats van dat we worden geleefd.” Dat gevoel van vrijheid vormt meteen het grootste verschil tussen hun leven in Holten en de Dordogne. Maikel: “Hier is ook altijd wel iets te doen rond het huis. In Holten was ik vaak op zoek naar activiteiten buitenshuis, terwijl het avontuur hier dichterbij is. Marinka: “In Holten was het heel gezellig, maar de weken waren ook vaak volgepland. Hier hebben we veel meer ruimte om ons eigen tempo te bepalen.”

Maikel: “De eerste twee jaar in Frankrijk waren een ontdekkingsreis, met veel uitzoekwerk. In Nederland is alles goed geregeld, maar hier moet je veel zelf uitvinden. De taalbarrière en de dunbevolkte omgeving maken dat soms uitdagend.”

jezelf zijn

Zekerheid voor bedrijf en particulier

Verzekeren Hypotheken Bankzaken

Holten Dorpsstraat 33

T 0548 36 25 51 E holten@bbwv.nl

Groningen Winschoterdiep 50 (gebouw MyOffice) T 050 782 09 34 E groningen@bbwv.nl

alleen

Enschede Janninksweg 70 T 053 435 66 66 E enschede@bbwv.nl

www.bbwv.nl

Marinka: “Stress en volle agenda’s zijn hier verleden tijd. We leven relaxter, zien wel hoe het loopt en doen dingen wanneer we er zin in hebben. Wat ik weleens mis uit Holten is het gemak om spontaan iets te ondernemen. Zoals koffie drinken met bekenden. Hier zijn sommige dingen minder eenvoudig, zoals de bureaucratie. We hebben bijvoorbeeld 2,5 jaar gewacht op een zorgverzekering en nu beginnen we opnieuw met papierwerk voor de tieners die we ontvangen. In Nederland gaat alles digitaal en raak je nooit je documenten kwijt.”

De vrijdagavondclub

Naast hun werk is er volop ruimte voor hobby’s. Maikel: “We hebben een groot stuk land dat onderhoud nodig heeft, dus we zijn vaak bezig met klussen en tuinieren. We wandelen graag met onze honden. Er zijn hier veel wandelroutes. In het weekend kiezen we dan vaak voor langere tochten.”

Daarnaast hebben ze het leren van de Franse taal als gezamenlijke hobby opgepakt. “We volgen allebei Franse les in een eigen groepje”, vertelt Maikel. “Ons niveau is inmiddels goed genoeg om gesprekken te voeren, maar de diepgang en bijvoorbeeld grapjes maken; dat lukt nog niet helemaal. Bij onze yogalessen zitten we ook alleen tussen Fransen, wat helpt bij het leren van de taal. We kunnen inmiddels met de buren praten over dagelijkse dingen, maar we willen ons Frans verder ontwikkelen om op de lange termijn echt Franse vrienden te maken.”

Vrijdagavond is gereserveerd voor gezelligheid buiten de Franse taal om, tijdens de ‘vrijdagavondclub’. Maikel: “Onze buurman, die uit Deventer komt, heeft hier een motorcamping. Het is daarnaast een soort buurtcafé waar hij wekelijks een borrel organiseert. Een ontmoetingsplek voor Engelsen, Schotten, Belgen en Nederlanders. Marinka: “Dit was heel fijn toen we hier net kwamen wonen. We kenden niemand en via die avonden leerden we mensen kennen, zoals onze elektricien.” Ook hebben ze op andere manieren vrienden gemaakt: “Tijdens de coronatijd zag ik een oproep van een Nederlandse vrouw en een Engelse man die zochten naar speelmaatjes voor hun hond. Pep wilde graag spelen, dus we reageerden. Nu zijn onze honden vrienden, en wij ook.”

Bouwen aan de toekomst

Maikel en Marinka zijn volop bezig met het steeds verder vormgeven van hun leven in de Dordogne. Met de grote schuur op hun terrein in het achterhoofd, hebben ze toekomstplannen om er accommodaties van te maken.

Maikel: “Dit is iets dat we graag willen realiseren op de langere termijn. Er zijn verschillende bouwmogelijkheden.”

Marinka voegt toe: “Dus als we weer een nieuw idee hebben, is er zeker ruimte voor ontwikkeling!” Met elke stap die ze zetten, werken ze aan hun eigen plannen, maar ook aan een plek waar anderen zich welkom en thuis voelen.

Hallo Jan van Dijk en Franske Veltkamp

Muziek is geloof, geloof is muziek

Ben je wel eens in de kerk geweest in Holten, Espelo of Dijkerhoek, dan ken je ze ongetwijfeld: Jan van Dijk en Franske Veltkamp. Beiden organist met enorm veel passie voor hun werk. Elk op hun eigen manier. Waar Jan dol is op improvisatie, bereidt Franske als perfectionist elk lied tot in detail voor. En een dienst afzeggen; dat is er niet bij! “Als organist ben je er altijd, ook al ben je ziek en… zelfs al heb je weeën.” Meer hierover later in dit interview.

De liefde voor muziek is er bij beide organisten al vroeg ingeslopen. Jan was vijf en Franske zes jaar toen ze begonnen met orgel spelen. Daarna legden ze ieder een heel andere route af, maar allebei kwamen ze in Holten terecht bij de Dorpskerk. En als je daar eenmaal bent, ga je er niet snel meer weg. Zo speelt Jan al meer dan 30 jaar orgel in Holten en Franske maar liefst 41 jaar.

Gefascineerd door het harmonium

Jan weet nog heel goed waar zijn fascinatie voor het orgel is ontstaan. “Mijn vader speelde harmonium, dat is een traporgel. Door te trappen, blaast er lucht in het instrument en komt er vervolgens geluid uit als je de toetsen aanslaat.” Jan werd geboren in Winterswijk, daar heeft hij drie jaar gewoond.

Daarna verhuisden ze met het gezin naar Enschede. Daar ging hij naar de plaatselijke muziekschool.

Voetballer, judoka of organist

Heracles en toen scheurde ik mijn kruisbanden. Daarna was het gedaan met mijn sportieve carrière.” De keuze voor muziek werd daardoor automatisch gemaakt. Jan ging naar het Conservatorium, volgde daar een opleiding voor Docerend Musicus en daarna nog Uitvoerend Musicus (oftewel concertmeester) met als hoofdvakken orgel- en kerkmuziek. Op latere leeftijd studeerde hij Koor- en Orkestdirectie.

Start muzikale carrière

Na het Conservatorium leerde Jan bij diverse docenten in binnen- en buitenland. Toen hij ongepland vader werd, nam hij zijn verantwoordelijkheid. “Ik was vanaf dat moment vaker thuis, zodat ik voor mijn gezin kon zorgen.” Hij ging bij Kaliber Kunstenschool aan de slag als leraar Orgel en Muziektheorie. Daarnaast vervulde hij een brugfunctie tussen Kaliber en het Conservatorium.

Via Markelo naar Holten

Vrij snel daarna kwam de vraag of hij organist en dirigent wilde worden van het Markelo’s Kerkkoor. Dat deed hij een tijdje, tot op een blauwe maandagochtend Jaap Berghuis en Gerrit de Muziek

Jan bleek meerdere talenten te hebben. Zo werd hij in zijn jeugdjaren Nederlands kampioen judo en voetbalde hij bij FC Twente. “Ik heb één oefenwedstrijd gespeeld tegen

- Door Hanneke Aaftink | Fotografie Jennita Stegeman
Hallo Holten

Roos bij hem kwamen. “Ze kwamen vanuit de Nederlands Hervormde Kerk Holten bij me op bezoek. De organist van toen, Anton Koopman, stopte er na 49 jaar mee en ze zochten een vervanger.”

Een kort maar krachtig sollicitatiegesprek

Jan had er wel oren naar, maar moest eerst bij Jan Veneklaas in Dijkerhoek langs. Hij was voorzitter van de kerkvoogdij. Jan weet zich het gesprek nog goed te herinneren. “Ik kwam daar aan op de boerderij en de eerste vraag was: ‘Hoe heet je?’ Daarna kreeg ik nog een paar vragen. ‘Wat heb je in de koffie?’ En vervolgens: ‘Kun je een beetje spelen?’ Ik zei: ‘Dat hoop ik wel’. Zijn reactie: ‘En denk je dat wij dat ook vinden?’ Waarop ik reageerde met:

‘Ik denk het wel’. ‘Nou, dan speel je aanstaande zondag in de kerk’, zei Veneklaas. En daarmee kon ik de conclusie trekken dat ik was aangenomen.”

‘Tingelen’ op het harmonium van oma

Voor Franske geldt dat ze dezelfde start in de muziek maakte als Jan. “Mijn oma had een harmonium en ik vond het prachtig. Ik zat daar graag op te ‘pingelen’.” Toen ze zes jaar was, stuurden haar ouders haar naar de muziekschool. In de Vijfheerenlanden, waar ze toen woonden. “Daar begon ik met blokfluitles. Een soort algemene muziekvorming. Dat vond ik al heel erg leuk. En daarna mocht ik een instrument kiezen. Dat werd vanzelfsprekend het orgel.”

Oefenen, oefenen en oefenen

Franske weet nog hoe ze als klein meisje onder de indruk was van de organist in de kerk. “Dat was een heel leuke man. En dan dat grote orgel. Prachtig vond ik dat. Dat wilde ik ook.”

Franske kreeg vanuit de muziekschool orgelles aan huis, elke week. “Ik studeerde heel trouw, want ik wilde elk stuk zonder fouten spelen. Met ontzettend veel plezier bereidde ik mijn stukken voor de les voor. Ook deed ik examens. Daarvoor moest ik naar de muziekschool in Leerdam. Ik weet nog dat ik iemand uit de examencommissie hoorde zeggen: ‘Elf jaar oud en dan al zo spelen’. Nou, daar groeide ik van en het motiveerde mij om nog meer te oefenen.”

Verschrikkelijke heimwee

Toen verhuisde het gezin naar Elburg, vanwege het werk van Franske haar vader. “Ik vond het vreselijk. En vooral vanwege de orgelles. Ik had een leraar die zo fijn les gaf. Ik genoot echt van die momenten.” Orgelles volgen in Elburg bleek nogal een uitdaging. “Er waren heel veel muziekleerlingen en ze stonden in de rij om orgelles te volgen. Met als gevolg dat ik niet kon worden geplaatst. Ik kreeg toen zo’n verschrikkelijke heimwee naar de Vijfheerenlanden.”

Als protestants meisje in de katholieke kerk

Uiteindelijk kwam ze toch bij de muziekschool terecht en kreeg Franske van de pastoor van de katholieke kerk de vraag of ze wilde komen orgelspelen in hun missen. Als protestants meisje was dat een compleet nieuwe wereld.

“Het ging er heel anders aan toe dan bij ons in de kerk. De pastoor zong veel solo. Maar ik stortte me er volledig op.”

Overstap naar Dijkerhoek

Toen haar vader weer een andere baan kreeg, kwam Franske op twintigjarige leeftijd in Holten terecht. Ze bleef de katholieke kerk in Elburg trouw. “Met de trein ging ik naar Elburg om zondags de mis te begeleiden. Ik bleef dan vaak bij een vriendin slapen.” Maar toen bleek dat er in Dijkerhoek iemand nodig was voor de diensten en werd deze vraag bij Franske neergelegd. “Dat ben ik gaan doen en toen ben ik ook gestopt in Elburg. Elke zondag speelde ik in Dijkerhoek. Ik vond het een heel prettige gemeenschap. Je kent de mensen op een gegeven moment en de diensten zijn er heel laagdrempelig. Het is niet zo strak. De dominee stelt vragen aan de kerkgangers, daar wordt weer op gereageerd en zo ontstaan er gesprekjes tijdens de dienst. Heel mooi vond ik dat.”

Organist in Holten

Zo startten beide organisten hun loopbaan in Holten in het buurtschap Dijkerhoek. En nog steeds zijn ze aan onze gemeente verbonden. Jan is nog altijd de vaste organist van de Nederlandse Hervormde Kerk en sinds de fusie ook de Gereformeerde Kerk. Franske is tegenwoordig de vaste organist in Okkenbroek, maar is ook nog wel eens achter het orgel in Dijkerhoek en Markelo te vinden.

Met weeën achter het orgel

Dat het vak van organist bijzonder is, blijkt wel uit het feit dat ze allebei aangeven dat je nooit een dienst afzegt. “Je kunt een dienst niet zomaar overnemen”, geeft Franske aan. “Ik bereid alles grondig voor en voel me echt verantwoordelijk. Je kunt dan niet een dag van tevoren zeggen: ‘Ik voel me niet zo lekker, dus ik kom niet’. Met als gevolg dat onze oudste zoon bijna in Dijkerhoek in de kerk is geboren”, vertelt ze lachend. “Ik zat met weeën achter het orgel. Maar als je organist bent, ga je ervoor. Dus ik speelde de hele dienst door. Een paar uur na de dienst is Gert-Jan geboren.”

Waar is Jan?

Jan weet zich nog goed te herinneren dat hij in de Nederlands Hervormde Kerk in Holten achter het orgel zat en zijn maag op hol sloeg. “Ik moest echt naar de wc. De dominee was nog bezig met zijn preek en ik snelde langs de Zondagsschool naar het toilet. Wat ik niet wist, was dat ondertussen de preek was afgelopen en dat de dominee naar boven riep toen het volgende lied niet werd ingezet. ‘Jan, Jan, ben je daar?’ Ongeveer op datzelfde moment trok ik de wc door en dat was hoorbaar in de hele kerk. Toen ik weer binnenkwam, moest iedereen dan ook ontzettend lachen. En ik wist niet waarom.”

Hoogtevrees

stuk en raak ik geëmotioneerd. Dat voelt heel vervelend. Het is een beetje als lachen om je eigen grappen. Gelukkig zitten we vaak met de rug naar het publiek en zien ze onze tranen niet.”

Franske: “Maar het is wel heel lastig spelen met natte ogen, omdat je de noten dan zo moeilijk kunt lezen.”

Het geloof

Organist ben je voor het leven

Dat muziek hun passie is, is inmiddels duidelijk. Maar wat hebben Jan en Franske zelf met het geloof? Jan: “Ik vond mijzelf nooit zo’n gelovig type. Toch heeft dominee Siebe Roozenboom daar verandering in gebracht. Hij vroeg me wanneer ik wel geloofde. Ik zei: ‘Als ik achter het orgel een mooi stuk speel. Dan weet ik zeker dat God bestaat’. Siebe zei toen: ‘Misschien ben je door God wel heel lastig te bereiken, maar vindt Hij via muziek de weg naar jou toe’. Daar heb ik best lang over nagedacht en ik denk dat hij gelijk heeft.”

Franske werd gelovig opgevoed en ging naar ‘De School met de Bijbel’, maar het werd niet zwaar gebracht. “Er was openheid over het geloof en alles was bespreekbaar. Net als Jan ervaar ik het geloof door de muziek. Ik moet dan ook eerlijk zeggen dat ik niet weet of ik naar de kerk zou gaan als ik er geen orgel hoefde te spelen.”

Geen kerk zonder muziek

Het prachtige orgel in Holten, dat onlangs nog is gerestaureerd; voor beide organisten is het een genot om dit te bespelen. Al zit er voor Franske een kanttekening aan. “Het is zo hoog. Ik durf dan niet naar beneden te kijken. Gelukkig hangt er in Okkenbroek een doek voor, waardoor ik minder last heb van de hoogte.”

Spelen tijdens rouwdiensten

Als organist heb je ook regelmatig te maken met begrafenissen, waar je de muzikale begeleiding verzorgt. Jan speelde zelfs op meer dan 1.000 rouwdiensten, concludeert hij na een snelle rekensom. Bijzondere momenten. “Ik vind het dan soms lastig mijn emoties te onderdrukken”, vertelt Franske. “Helemaal als de predikant zegt dat de liederen door de overledene zelf zijn aangedragen. Dan denk ik tijdens het spelen aan de overledene en wil ik het stuk zo mooi mogelijk voor hem of haar spelen.”

Muziek is emotie

Als organist sta je niet op de voorgrond. Je hebt een dienende rol, maar doet wel in alles mee. Franske: “Als met kerst ‘Ere zij God’ wordt ingezet en iedereen gaat staan, dan doet mij dat wat.” Jan herkent dat. “Oh, gelukkig dat jij dat ook hebt. Ik voel me soms zo’n emotioneel en weeïg type, terwijl ik juist altijd de stoere vader wil zijn. Muziek is emotie. Soms speel ik een

Een kerk zonder muziek bestaat volgens beide organisten niet. “Tegenwoordig wordt er wel eens een band ingezet of bijvoorbeeld een elektrische gitaar”, vertelt Jan. “Daar sta ik wel open voor, maar als klassiek mannetje houd ik van het orgel. Als het dan nog live is, begrijp ik het wel. Meezingen met YouTube, wat tegenwoordig steeds vaker gebeurt; daar word ik niet blij van.”

Elke dienst is speciaal

Of het nu een rouwdienst is, een trouwdienst, een ochtenddienst in Espelo of een avonddienst in Holten: voor Jan en Franske is elke dienst speciaal. “In Holten heb je dat prachtige orgel. In Dijkerhoek en Espelo is het de gemoedelijkheid die de dienst zo bijzonder maakt”, stelt Jan. Franske vult aan: “Ik begeleid de Hervormde vrouwengroep in Dijkerhoek vaak met Pasen en kerst. Een heel klein groepje, zachte stemmen, maar het is zo intiem en er wordt zo fijn gezongen met elkaar. Dat zijn prachtige momenten. Zo heeft elke plek en gelegenheid waar je speelt z’n eigen charme.”

Organist voor het leven

Maar nu: komen Jan en Franske na zoveel jaren niet langzamerhand op de leeftijd dat ze moeten stoppen? “Nee”, zegt Franske resoluut. “Als organist ga je niet met pensioen.” Jan is het daar roerend mee eens. “Organist ben je voor het leven!”

Dag Tineke

Een leven vol kunst en kleur

Met haar vurige rode haar en flamboyante persoonlijkheid gaf Tineke Martens kleur aan de Dijkerhoekse gemeenschap. Bijna iedereen wist wie ze was en die bekendheid beperkte zich zeker niet alleen tot Dijkerhoek en omgeving. In haar rijke en vrije leven ontmoette ze vele kunstenaars en andere toonaangevende personen. Op 25 juli 2024 overleed ze. Een inkijkje in haar leven, haar kunst en haar nalatenschap.

Tineke werd op 12 maart 1942 geboren in Alkmaar en ze groeide op in Deventer. Het was voor haar al vroeg duidelijk dat kunst haar passie was. Zoals ze zelf eens schreef: “Volgens mij word je als kunstenaar geboren. Als klein kind heb ik al getekend en geschilderd, ook al hebben mijn ouders dat altijd tegengehouden. Op iedere verjaardag vroeg ik verf, papier en potloden. Pas toen ik twaalf jaar werd, kreeg ik van vrienden van mijn ouders voor het eerst olieverf en een doekje. Van mijn zakgeld ging ik op tienjarige leeftijd al naar de Muntentoren in Deventer als daar een expositie was. Ook las ik in de leeszaal alles wat ik maar te pakken kon krijgen over kunst.”

Na de middelbare meisjesschool mocht Tineke van haar ouders niet naar de Kunstacademie; ze moest naar de analistencursus. Toen ze op haar negentiende uit huis ging, kon ze eindelijk naar de avondacademie in Arnhem. Later volgde ze ook nog de CPDB (Creatief Pedagogisch Didactische Bijscholing) voor kunstenaars op de AKI in Enschede. Tineke werkte een tijd lang als creatief therapeut bij PW Janssen in Almen, waar ze ook haar eigen atelier had. Het schijnt dat ze daar net zo eigenzinnig was als in haar privéleven. De huidige medewerkers bij PW Janssen weten dan ook nog steeds wie Tineke is.

De schilderijen die Tineke maakte, waren net zo kleurrijk en veelzijdig als zijzelf. “Mijn werk is het best te omschrijven als abstract expressionistisch. Mijn drang tot experimenteren uit zich in verschillend materiaal- en verfgebruik. Om mijn gevoelens juist weer te geven, is elk nieuw werk een worsteling met de soms weerbarstige materie. Als ook de beschouwer

- Door Wieke van der Zee | Fotografie Jennita Stegeman + eigen foto

mijn werk begrijpt, een esthetisch gevoel ondergaat en mijn schilderijen met zijn eigen dromen kan bevolken, is mijn doel bereikt.” De materialen die ze gebruikte, haalde ze overal vandaan. Voor oud ijzer dook ze bijvoorbeeld in de grote oudijzercontainer die bij Koopman op de voederplaats stond. De ladder om erin te klimmen, leende ze dan weer bij Ewoud van Arkel. IJzersmid Hein van der Vegt uit Okkenbroek maakte een aantal schilderijframes voor haar, die ze graag een roestige uitstraling wilde geven. Ook daar vond ze een oplossing voor: de frames mochten een tijdje in de gierkelder hangen bij Gerrit en Joke Veneklaas. Met haar inventiviteit en creativiteit wist ze van elk schilderij een kunstwerk te maken, waarin je elke keer wat anders ziet als je ernaar kijkt.

Succes als kunstenares

Twee jaar nadat ze de avondacademie volgde, exposeerde Tineke al in Zutphen met niemand minder dan Hein Balsink. Hij was destijds één van de schilders in kunstenaarsgroep ‘De Deventer Drie’, samen met Piet Flint en Bernard Gerritsen. Tineke vond het een hele eer om samen met hem te exposeren. Ze was toen pas 21, maar haar carrière nam meteen een vliegende start. Er volgden nog veel meer exposities, zowel in samenwerking met andere kunstenaars als alleen háár schilderijen. Hiervoor reisde ze wat af: van Deventer tot Rotterdam en zelfs naar Gent in België. In 1991 was haar eerste landelijke expositie in Galerie ’t Geelhuys in Oosterhout. “Nu heb ik dus eindelijk mijn eerste echt grote landelijke expositie. Ik hoop dat de mensen mijn werk voelen en dat de kleuren en compositie ze aanspreekt”, vertelde ze destijds in haar toespraak. Voor de officiële opening strikte ze

Albert Mol, een bekende acteur, danser, cabaretier en schrijver. Hoe ze dat deed? Ze stapte ‘gewoon’ binnen in zijn huis en vroeg hem om haar expositie te openen. Hij werd op dat moment net geïnterviewd voor de televisie, vertelde hij destijds aan een verslaggever van de krant: “Mijn egotrip was in volle gang, toen er iemand ‘Vollek!’ riep. Ik zei dat ze me stoorde, maar ze bleef gewoon staan en vroeg of ik haar expositie wilde openen. Dynamisch vrouwtje.”

Haar stijl en charisma werden ook opgemerkt in kunstenaarsland. In december 1993 brachten medekunstenaars Jan Sierhuis, Anton Martineau en Harry Heyink een bezoek aan het atelier van Tineke. Ze wilde namelijk graag lid worden van Arti et Amicitiae, één van de grootste en oudste kunstenaarsverenigingen van Nederland. Het doel van dit bezoek was om te beoordelen of ze een goede toevoeging zou zijn. Na afloop van het bezoek schreven ze dit over haar: “De doeken dragen alle onmiskenbaar het stempel van de eigenzinnigheid van de kunstenaar, maar blijven open voor voortgaande interpretatie. Wij vinden dat Tineke Martens zowel artistiek als persoonlijk een aanwinst zal zijn voor Arti et Amicitiae.”

Goudeerlijk, charmant en vrijgevig

“Een dynamisch vrouwtje”, dat was Tineke ook in haar privéleven. Door haar brutale charme en openhartige aard wist ze mensen naar zich toe te trekken uit alle lagen van de samenleving. Zo kon het dus gebeuren dat ze grote feesten gaf in haar atelier waar mensen als Karel Appel en Herman

aan

alleen

kleding.

Brood aanwezig waren. Maar ze nodigde net zo goed de hele buurt uit voor een housewarming toen ze in 1993 in Dijkerhoek kwam wonen. Ook beschilderde ze de brommerhelmen van de jongeren uit de buurt, natuurlijk wel pas na toestemming van de ouders. Na het overlijden van haar man Gert-Jan bleef Tineke helaas met een schuld achter, maar ook daar wist ze goed mee om te gaan. Deed iemand een klusje voor haar? Dan was er geen sprake van dat dit voor niets werd gedaan. Voor het schilderen van de buitenboel van haar huis betaalde ze met een boot die nog in de tuin stond. En ook haar schilderijen zette ze graag in als bedankje voor de hulp die ze kreeg. “Bewaar ze maar goed, want die worden heel veel geld waard als ik dood ben.”

Tot het laatst toe omringd door kunst

Het schilderen moest Tineke helaas opgeven toen ze artrose kreeg. Haar laatste schilderij maakte ze in 2016, maar ze bleef altijd aangetrokken tot de kunst. In haar huis vind je dan ook verschillende werken van andere artiesten, waaronder een grote collectie Afrikaanse kunst waar ze enorm trots op was. Toen haar algehele gezondheid achteruit ging, wilde ze koste wat kost in haar eigen huis blijven tot het einde. Dit is gelukt dankzij de hulp van de groep mensen die ze in al die jaren daarvoor om haar heen had verzameld. De apotheker uit Bathmen kwam haar medicatie persoonlijk langsbrengen en de podoloog nam zelfs haar vriend mee voor een praatje. Een groepje mensen uit de buurt deed haar boodschappen, verzorgde de administratie en onderhield de tuin. Tineke vond het verschrikkelijk om afhankelijk te zijn, maar ze was ook dankbaar voor de hulp en de gezellige praatjes. Want ‘even’ op bezoek bij Tineke, dat lukte je absoluut niet! Door haar betrokkenheid bij wat er speelde in het land en de wereld had ze altijd wel wat te vertellen. Ook knipte ze regelmatig een artikel uit het NRC (volgens haar de enige betrouwbare krant) om deze te bespreken met één van de buren die langskwamen.

Met haar schilderijen die door heel Dijkerhoek hangen en de herinneringen aan haar, soms eigenzinnige, uitspraken laat Tineke een erfenis achter die maakt dat we haar nooit zullen vergeten.

Dit verhaal is tot stand gekomen met behulp van het persoonlijke archief van Tineke en een gesprek met Ewoud van Arkel, Willy van Gerresheim, Ruben Haverslag, Miranda Rensen en Joke Veneklaas.

Nog één laatste expositie

Na het overlijden van Tineke is het idee opgevat om nog één expositie te organiseren met haar schilderijen. De groep buren die haar tot het laatst heeft geholpen, organiseert dit samen met de stiefkinderen van Tineke.

Thuis op het toneel

De deur staat open, de koffie staat aan en de koeken liggen op tafel. Het clubgebouw van toneelclub OCH doet aan als een warm thuis, waar je bij wijze van spreken ieder moment van de dag kunt binnenlopen. Dat doen de twintig leden van de vereniging dan ook regelmatig. Vooral op de dinsdag overigens, want dat is de vaste oefenavond. De eigen locatie bij voetbalvereniging Blauw Wit staat en hangt vol met rekwisieten en posters van eerdere voorstellingen. Halverwege de ruimte kijk je zo het decor in van de aankomende voorstelling. Alsof het zo moet zijn: een huiskamer…

- Door Ronny Veldhuis | Fotografie Jennita Stegeman
Hallo Holten

Want wat tijdens het interview vooral blijkt… de leden voelen zich thuis bij OCH. “En dat is belangrijk,” vertelt Jetske Nijland, “want als je toneel speelt, zit je soms létterlijk op elkaars lip.” Jetske is sinds 2016 lid van de club en heeft in de komende voorstelling de rol van interviewster. Het stuk, ‘Oorlog – Offers en Gewin’, hebben ze al eerder gespeeld in kleine zalen. Speciaal voor 80 jaar Bevrijding is het helemaal herschreven en uitgebreid naar een openluchtspektakel. Van eind april tot begin mei wordt het net buiten Holten opgevoerd, nabij de put van Juleke.

Lokaal waar het kan

Susan Bronsvoort is met Jolanda Ulfman verantwoordelijk voor de aanpassingen. Susan: “Zonder nog al te veel te verklappen… we houden ervan om vernieuwend bezig te zijn. Het stuk was chronologisch opgebouwd en speelde in het verleden. Wij hebben hier ook het heden aan toegevoegd en blikken terug. Daarnaast hebben we er allerlei rollen bij bedacht, want het oorspronkelijke stuk heeft er maar zes. Vijf heren en één dame. Dat is wel heel weinig voor een spektakel. En we vinden het altijd leuk om een paar Holtense namen te gebruiken. Dus waar het kan, voegen we iets toe wat lokaal is.”

Het familiegevoel

Samen met Johan Stukker is Susan ook de regisseur van het stuk. “Maar iedereen denkt actief mee hoor”, zegt ze. “Je gaat met elkaar op zoek naar verfijning. Toneelspelen is echt samenwerken. Je staat er met en voor elkaar.” Ook de heren die aan tafel zitten, beamen dit. Bert Steunenberg, lid sinds 2010 en sinds kort voorzitter, vertelt: “We zijn een hechte club en we zetten samen iets neer. Je kiest zelf voor een rol, maar dat is tegelijkertijd ook een verplichting naar de anderen. Wij zijn dan ook net een familie. Hier aan deze tafel wordt echt van alles gedeeld.” “Het is belangrijk dat je eerlijk kunt zijn tegen elkaar. Als ik een rotdag heb gehad, pleur ik dat eerst op deze tafel en daarna kan ik lekker het spel induiken”, vult Mark Boode aan. Het clubgebouw heet dus niet voor niets Het Proathuus.

Mark is lid van de club sinds 2018. Terwijl hij druk was met het bouwen van een huis, werd hij gebeld door Bert. “Hij vroeg of OCH niet iets voor mij zou zijn. Dat overviel me een beetje, want ik was al druk genoeg. Ik zei ‘weet ik niet, weet ik niet’ en hing op. Maar ik heb hem echt direct weer teruggebeld en zei: ‘ik doe het!’ En ik vind het fantastisch. Bijvoorbeeld als een zaal de eerste keer lacht bij een voorsteling. Dat zijn de momenten waar je het voor doet!”

Een complete avond lachen

OCH staat voor Ontspanning Club Holten en is direct na de oorlog opgericht. In de beginjaren verzorgden de leden toneel op bruiloften en bij Oranjeverenigingen. Tegenwoordig treden ze zo’n acht keer per jaar op met één voorstelling. Niet alleen in Holten, maar ook bijvoorbeeld in Laren, Dinxperlo, Voorst, Deventer en Colmschate. “We staan bekend om de kluchten”, vertelt Jetske. “Een avondje OCH, is een complete avond lachen. Of dat nu voor vijftig of tweehonderd mensen is, maakt niet uit. Het liefst spelen we voor een groep mensen die lekker dicht op elkaar zit. Schouder aan schouder. Lekker knus op elkaar. Mensen nemen elkaar dan mee in het verhaal.” Een ander

handelsmerk van OCH is het uitgewerkte decor met coulissen. “We hebben onszelf weleens de vraag gesteld of we daarmee door moeten gaan, maar het hoort toch bij ons. We staan erom bekend. En het mooie… de apparaten op het toneel werken meestal ook nog gewoon. Zoals de flessenautomaat tijdens de laatste voorstelling”, aldus Mark.

Liefde, verraad en verzet Eens in de vijf jaar kiest OCH bewust voor een iets andere insteek. Ook deze voorstelling is daar een voorbeeld van. “Oorlog – Offers en Gewin heeft een diepere laag”, vertelt Susan. “Het verhaal gaat over een boerenfamilie ten tijde van de oorlog die ook onderduikers verbergt. Het gaat over liefde, verraad en verzet. Het brengen van offers in oorlogstijd en wat je daar uiteindelijk mee wint. Hoe ga je als mensen met elkaar om als je in nood bent? Maar ook daarna, als iedereen weer z’n gang gaat, terwijl je elkaar nodig hebt? Het zal zeker voor veel herkenning zorgen. Iedereen kan zich wel met iemand identificeren. Bij het repeteren zijn zelfs al eens tranen gevloeid.”

Uiteraard zorgen de leden ook voor het OCH-stempel. “Het stuk is actueler dan ooit, maar een paar rollen gaan heus voor wat ‘lucht’ zorgen. De nieuwsgierige buren bijvoorbeeld of opoe die vergeetachtig wordt…”, zegt Bert. Daarnaast biedt het decor extra mogelijkheden. “Want ja, we gaan naar een buitenlocatie en kunnen daardoor ook laten zien wat er om de boerderij heen gebeurt, buiten de woonkamer. De voorstelling moet een hele belevenis worden. Eigenlijk al als je aan komt rijden”, vertelt hij. Een primeur wil hij ook wel noemen: “H.M.V. gaat zorgen voor de muzikale omlijsting van het spektakel!”

Vele handen…

Naast het vele repeteren, is de hele club volop bezig met de voorbereidingen op de openluchtvoorstellingen. “We doen als leden alles zelf. Niet alleen het bedenken en maken van de decors, maar ook alles er omheen”, vertelt Jetske. “En gelukkig krijgen we ook veel hulp van onze aanhang, familie en vrienden. Anders is iets groots als dit niet te doen. Twee dames die we zeker niet mogen vergeten, zijn Frida Kampman en Joke Reilink. Ons vaste team voor de grime. Zij zorgen er al jaren voor dat we er onherkenbaar herkenbaar uitzien op het podium. Een flinke klus”, zegt ze met een knipoog.

Oproep

We besluiten het verhaal dan ook met een oproep: wil je toneelclub OCH helpen met de opbouw, de kaartverkoop, de grime of iets anders? Meld je gerust aan bij één van de leden. En wie weet… misschien voel je je binnenkort ook wel thuis bij OCH.

Speeldata

De eerste speeldata van ‘Oorlog – Offers en Gewin’ in Holten zijn:

- Vrijdag 25 april - Zondag 27 april

- Vrijdag 2 mei - Maandag 5 mei

Persoonlijk

de carrière van Mark Diepeveen

Zeg je De Waerdenborch, dan zeg je ook Mark Diepeveen. Ruim veertig jaar lang was hij een graag geziene collega en aardrijkskundeleraar op school. Mentor, huiswerkbegeleider, afdelingshoofd, teamleider en uiteindelijk ‘gewoon’ weer voor de klas; hij deed het allemaal vol enthousiasme. Wat maakt lesgeven zo mooi? Een gesprek over onderwijs, berggeiten, hoogtepunten en toekomstplannen.

Hallo Holten

Na zijn geboorte in Amsterdam verhuisde de familie

Diepeveen al snel richting het oosten. “Naar Almen, of all places”, begint Mark lachend. “Ik kom uit een onderwijsfamilie. Mijn vader kreeg toentertijd een baan in Lochem en zocht een woonplek dichtbij. Dat werd dus Almen, waar ik ben opgegroeid. Bij VV Almen werd ik een echte Almenaar en vond ik een uitlaatklep; van verlegen kleine pupil tot bloedfanatieke speler en van vrijwilligerswerk tot voorzitter. Ik denk dat ik daar als coach en scheidsrechter de basis voor het lesgeven heb gelegd. Ook heb ik in Almen twee lieve jongens grootgebracht met mijn vrouw Aafke, met wie ik nog steeds erg gelukkig ben!”

Sportleraar?

De meeste leerlingen en ouders zullen Mark voornamelijk kennen als aardrijkskundeleraar, volgens hem het mooiste vak ter wereld. Maar het had niet veel gescheeld, of hij was een heel andere richting op gegaan. “Na mijn vwo-diploma wilde ik eigenlijk sportleraar worden. Het enige probleem was dat ik geen wiskunde in mijn pakket had. Voor een sportopleiding misschien een gekke verplichting, maar in die tijd was de opleiding heel gewild. Ik ben dus geen sportleraar geworden, maar het lesgeven zat wel in mijn bloed. Ik volgde een lerarenopleiding aan de Gelderse Leergang in Nijmegen, voor de vakken geschiedenis en aardrijkskunde.”

Het mooiste vak ter wereld

Mark begon met werken in Culemborg, maar merkte al snel dat hij toe was aan een andere omgeving. “Het lag buiten mijn comfortzone. Liever ging ik in de regio Salland/Twente werken. Toen kwam De Waerdenborch op mijn pad. Het streekschoolkarakter van de school sprak mij vanaf het begin al aan. Na een aantal jaar geschiedenisles te hebben gegeven, kwam er een plekje vrij in het aardrijkskundeteam. Vanaf toen heb ik niet meer omgekeken en heb ik me daar vol op gestort.”

Studiecentrum Holten

Mark zat op school bepaald niet stil. “Eigenlijk heb ik ieder jaar wel extra activiteiten opgepakt naast het lesgeven zelf. Ik ben afdelingshoofd geweest bijvoorbeeld, het organisatorische deel vond ik altijd erg interessant. Daarnaast heb ik een tijdje de huiswerkbegeleiding opgepakt. In Gebouw Irene richtte ik het Studiecentrum Holten op. Dat liep eigenlijk als een trein!”

Zo goed zelfs, dat Mark op een gegeven moment voor de keuze stond om te kiezen tussen het studiecentrum en De Waerdenborch. “Maar als je eenmaal in het onderwijs zit, kun je er niet meer uit”, grapt hij. “Daarnaast koos ik ook voor meer bestaanszekerheid en de afwisseling op school.”

En dat hij sterk verbonden was met De Waerdenborch, is wel duidelijk. “Samen met een aantal collega’s, die dezelfde instelling hadden, hebben we jarenlang met heel veel plezier gewerkt aan het vergroten van de uitstraling van de school. Je wil ouders laten zien dat De Waerdenborch de beste keuze is voor hun kind. Dat vond ik altijd erg gaaf.”

Verschillende petten

Van docent tot mentor en van afdelingshoofd tot teamleider; de afgelopen veertig jaar had Mark verschillende spreekwoordelijke petten op. “Ik vond het een mooie taak om in de onderbouw te werken, om zo de overgang tussen de basisschool en de middelbare school klein te houden. De contacten met basisscholen waren geweldig. Uiteindelijk ben ik langzaamaan in de functie van teamleider gerold. Dat kon toen nog. Ook in die rol lagen er veel interessante onderdelen en taken die ik mocht vervullen.”

Voor mij is de basis van het lesgeven enthousiasme en gedrevenheid

Hoe was Mark als docent? “Voor mij is de basis van het lesgeven enthousiasme en gedrevenheid. Je wil iets overbrengen op leerlingen. Dat kan puur vakinhoudelijk zijn, want aardrijkskunde is het mooiste vak van de wereld. Maar de echte kunst zit hem in het motiveren van leerlingen. Dat ze niet met tegenzin een schrift pakken, maar uit zichzelf.” Tussen de leerlingen zit veel verschil, weet Mark uit ervaring. “De één is kwetsbaarder dan de ander. Iedereen het idee geven dat hij of zij ertoe doet; dat dreef mij in het onderwijs. Kijken vanuit het oogpunt van de leerlingen is misschien wel belangrijker dan de vakinhoud zelf. Als een leerling geen plezier heeft in de les, leert hij of zij ook niets”, vertelt hij bevlogen.

Toch begon het lesgeven weer te kriebelen. “Ik merkte opeens aan mezelf dat ik een kantoormannetje begon te worden. Ik was eigenlijk alleen maar bezig met plannen maken voor anderen, en dacht: ‘Verrek, eigenlijk wil ik gewoon weer lesgeven’. Ik wilde niet mijn laatste jaren in een kantoortje slijten, maar veel liever weer onder de leerlingen zijn. Uiteindelijk draait het om hen. Dus toen ben ik weer ‘gewoon’ gaan lesgeven. Ik vond het zelf geen stap terug, je moet doen waar je je goed bij voelt. Dat merken de leerlingen ook vanzelf.”

Als berggeit de Motieweg op Wie les heeft gehad van Mark (of überhaupt weleens in zijn lokaal is geweest) weet van zijn fascinatie voor berggeiten. Waar komt dat eigenlijk vandaan? Mark lacht: “Dat is ietwat uit de hand gelopen. Ik weet nog goed dat ik de berggeit voor het eerst als voorbeeld gebruikte in een les, om het verschil tussen de lijzijde en loefzijde in een gebergte aan te geven.

Jouw ogen worden pas echt gezien bij Oogwereld Jos. Met een blik van onze meesters geven we jouw ogen het allerbeste.

Hoe we dat doen?

MICROPRECISIE OOGMETING wij meten je ogen nauwkeuriger dan de meeste andere opticien.

OOGGEZONDHEID CHECK we controleren standaard de gezondheid van jouw ogen.

KIJKANALYSE we analyseren je kijk- en ooggedrag op 10 persoonlijke punten.

COMFORTGARANTIE wij gaan tot het uiterste voor optimaal draagcomfort van je lenzen.

GEZICHT- EN STIJLANALYSE we vinden die ene bril uit onze exclusieve collectie binnen jouw stijl.

kom vrijblijvend bij ons langs of maak een afspraak op oogwereld.nl

Heeft u twijfels over uw zicht?

Heeft u een bril of lenzen en bent u ontevreden?

Legt u uw bril liever weg dan dat u deze opzet? Blijven uw lenzen u hinderen?

Laten we eens samen kijken. Wij bieden u vrijblijvend een second opinion aan.

Dorpsstraat 4, Holten • 0548 363 501 • oogwereld.nl

Het celgetal van de koeien onder controle houden.

• Getest op het melkveebedrijf

• Geen verzendkosten

Dat sprak de leerlingen zo aan, dat ze in hun schriften berggeitjes tekenden en later in de toets ook het voorbeeld aanhaalden. Toen dacht ik: ‘Wacht eens even, hier kan ik een rode draad van maken’.”

Sindsdien waren berggeiten niet weg te denken uit het lokaal en de lessen. In zijn laatste jaar deed Mark er nog een schepje bovenop. “Met De Waerdenborch zamelden we geld in voor het goede doel. In plaats van de Alpe d'Huez zijn de leerlingen de Motieweg opgelopen. Toen heb ik de afspraak met ze gemaakt: ‘Als jullie dat vijf keer doen, ga ik één keer kruipend als berggeit omhoog.’ Dus daar ging ik, in een berggeiten-pak op handen en voeten naar boven. Nog één keer gek doen, zoals ik eigenlijk het liefste doe. Uiteindelijk is het een mooie activiteit geworden. Kinderen met indrukwekkende verhalen, een minuut stilte van tevoren en samen voor het goede doel. Heel erg mooi!”

Coronatijd

In coronatijd trok Mark een aantal conclusies, waardoor hij besloot met vervroegd pensioen te gaan. “Lesgeven op afstand vond ik verschrikkelijk. Daar kan het onderwijs echt kapot aan gaan. Ik heb behoefte aan persoonlijk contact, zien wanneer iemand het saai vindt en diegene dan helpen. Die kans kreeg ik niet vanachter mijn computertje.”

“Het is ongelofelijk belangrijk om de leerlingen om je heen te hebben. Ik heb gemerkt dat het de afgelopen jaren, net als in de maatschappij, wat individualistischer is geworden. En daar kan ik niet zo goed mee uit de voeten. Onderwijs is iets wat je samen doet. Uiteindelijk heb ik gelukkig nog normaal les kunnen geven de laatste jaren, en daar heb ik enorm van genoten.”

Bijzondere momenten

Hij kijkt met een warm gevoel terug op zijn tijd bij De Waerdenborch. “Het lesgeven was al heel mooi en alles ernaast; dat was de kers op de taart. Zo heb ik jarenlang samen met Frits Wessels de skiweek mogen organiseren: fantastisch. Je ziet leerlingen op een andere manier. Zo ook het wadlopen, mentoractiviteiten, weekendjes weg met de brugklas of barbecueën bij mij thuis in Almen en kanoën in de Berkel. Uiteindelijk hebben ze het later daarover, niet over de lessen.”

In de Kelderklasse had Mark zijn afscheid. “Ik heb geen officiële uitnodigingen verstuurd, maar gewoon gezegd dat iedereen welkom was tussen 15:00 en 17:00 uur. Als er dan uiteindelijk 80 mensen komen, waaronder oud-collega’s en collega’s van nu… zal ik wel iets goed gedaan hebben.”

Verhuizen naar Holten

Onlangs is Mark verhuisd naar Holten. “We zaten er al langer aan te denken; ergens wonen met meer voorzieningen, terrasjes, een andere omgeving. Maar wel in de buurt van Gorssel, want mijn vrouw geeft daar nog les. Uiteindelijk is het Holten geworden. Ergens ook wel gek. Rijd ik veertig jaar op en neer naar Holten en gelijk na mijn pensioen ga ik er wonen”, lacht Mark. Na een korte zoektocht vonden ze een woning aan

de (hoe kan het ook anders) Schoolstraat. “Het huis tegenover De Regenboog. Het past helemaal in het plaatje. Het voelt hartstikke goed!”

Toekomstplannen

Wat nu? “Ik ga eerst even rustig de tijd nemen en de boel in Holten op orde krijgen. Daarna ga ik weer van alles doen, ik ben geen stilzitter. Zo heb ik de afgelopen twee jaar vrijwilligerswerk gedaan; met een busje leerlingen naar school brengen, evenals demente bejaarden rondrijden. Misschien pak ik dat wel weer eens op”, aldus Mark.

Wat ook zeker op de planning staat, is reizen. “Ik ben zelf ook een avonturier, de camper staat al voor het huis. We hebben nu een puppy, die ook mee op reis gaat. Daarnaast houd ik er van om op de Holterberg of elders in het prachtige Salland te wandelen. Hardlopen doe ik ook graag, binnenkort doe ik voor het eerst mee met de Diepe Hel Holterbergloop.”

Er staat genoeg op de planning dus. Mark: “Ik vind het al lekker om het gevoel te hebben dat ik eropuit kan. Op school moet je natuurlijk bepaalde regels volgen, maar ik houd er meer van om mijn eigen weg ergens in te zoeken. Ook hier komt de parallel met de berggeit weer terug. Er mag best gaas omheen, maar het hek moet open staan. Anders springen ze eruit. Eigenlijk zijn berggeiten, net als ik, niet te volgen…”

Hallo ’t Hoge Ende

Historische charme in een nieuw jasje

Aan de rand van ons pittoreske dorp vind je een prachtig woonhuis: ’t Hoge Ende. Het huis werd in 1910 gebouwd door de familie Goldstein en bleef tot mei 2020 in het bezit van deze familie. Inmiddels zijn Jasper en Elise Veurink al vier jaar de trotse eigenaren. De woning is van binnen gemoderniseerd, maar heeft haar historische charmes, zoals de details in de ramen, behouden.

- Door Kim Meijerhof | Fotografie Jennita Stegeman
Hallo Holten

Elise en Jasper komen oorspronkelijk uit Daarlerveen en Daarle, gemeente Hellendoorn. Voor hun studie verruilden ze hun dorpen in het oosten van het land voor de stad Utrecht. Na jaren vol plezier in deze grote stad ruilden ze hun appartement in voor deze prachtige vrijstaande historische woning met een rijke geschiedenis. Ze kochten het huis van Oky Weijl. Haar grootouders bouwden deze woning. Zelf heeft Oky mooie herinneringen aan de woning, waar ze jarenlang met veel plezier woonde. Inmiddels is deze bijzondere woning zelfs een gemeentelijk monument.

Stukje historie

Oky vertelt over de geschiedenis van haar ouderlijk huis: “Mijn grootouders hebben dit huis in 1910 gebouwd. Mijn grootvader werd gemeentesecretaris in Holten en daarom verhuisden ze hierheen. Mijn moeder is hier in 1913 geboren: ze heeft er uiteindelijk bijna 95 jaar gewoond. Ik ben hier ook geboren en heb er eerst tot mijn achttiende gewoond. Daarna ben ik gaan studeren en uit huis gegaan. Toen mijn moeder overleed, ben ik hier weer gaan wonen.” Oky heeft veel herinneringen aan de woning: “Mijn ouders zijn hier getrouwd en ook mijn eerste huwelijk vond hier in de achtertuin plaats. In de oorlog werd de kelder zelfs nog gebruikt om onder te duiken.”

’t Hoge Ende

Waar komt de naam ’t Hoge Ende vandaan? Oky vertelt: “Hier tegenover was vroeger altijd een weiland. De weg hier naartoe loopt nog steeds een stukje op. Bij ’t Hoge Ende stond je dan op het hoogste punt.” In 2020 besloot ze om samen met haar echtgenoot op zoek te gaan naar een ander huis. “Een lastige

beslissing, omdat het huis natuurlijk altijd in onze familie is gebleven. Maar ik vind het ontzettend leuk dat er een jong stel met jonge kinderen in dit huis zijn gaan wonen. Mooi om te zien dat je anderen heel blij kunt maken.” Met een gerust hart verkocht ze de woning aan Jasper en Elise.

Liefde op het eerste gezicht Jasper en Elise besloten om terug te keren naar het oosten.

Elise: “We zijn verschillende dorpen hier in de buurt gaan bekijken. Uiteindelijk was het wel duidelijk dat Holten onze voorkeur had. De vader van Jasper hield het voor ons in de gaten en hoorde dat deze woning te koop kwam.” Jasper vult aan: “We zijn gelijk gaan kijken op Google Streetview en waren erg enthousiast. Dat weekend zijn we erheen gereden en hebben we het huis bekeken. We waren eigenlijk meteen verkocht.”

Elise: “Tijdens de bezichtigingen met de makelaar werden we echt verliefd op het huis; de sfeer, de prachtige details, de mooie grote boom aan de voorkant en de geweldige tuin. Oky had het ook erg mooi ingericht. We hoefden er dus niet veel aan te verbouwen.”

Hun favoriete plek

De grote tuin was eerst wel even wennen voor het stel. Jasper: “Ik had geen idee hoe het was om zo’n grote tuin te onderhouden. Ik ging naar Oosterwijk, een tuinwinkel in Dijkerhoek, want ik had nog niet eens een snoeischaar. ‘Je hebt echt helemaal niks hé’, werd me toen lachend verteld. Inmiddels is de tuin een hobby geworden en een fijne speelplek voor de kinderen. Met een trampoline, kabelbaan en veel mooie verstopplekjes.”

De favoriete plek in het huis is toch wel de serre. Ook Oky’s moeder had er haar vaste geliefde plekje. Inmiddels is de serre uitgebouwd en blijft het een heerlijke plek om even te ontspannen, met elkaar te tafelen en een mooie speelplek voor de kinderen. Er is een uitbouw gedaan voor de keuken met grote ramen. “Heerlijk om in de keuken veel licht te hebben, de uitbouw past heel goed bij de rest van het huis. In de woonkamer blijf je prachtige kenmerken van vroeger terugzien; hoge plafonds, de en-suite deuren en glas in lood ”, aldus Elise. Het huis ademt sfeer.

De keuken is groot en sfeervol en ook in de woonkamer blijf je prachtige details van vroeger terugzien

Jasper: “We wonen hier echt met heel veel plezier. De plek is top, dicht bij het centrum en aan de andere kant ben je zo op de Holterberg. Voor de kinderen is het ook een heel fijne en mooie plek om op te groeien.”

“Een leuk detail: bij de geboorte van onze eerste dochter Vera tekende een vriendin van ons het huis voor op het geboortekaartje. Het is een prachtige kaart geworden. Dat geeft ook wel weer aan hoe gelukkig we zijn met ons huis”, sluit Elise af.

Hallo Stichting Thuis Sterven

De vrijwilligers van Stichting Thuis Sterven bieden steun

In 1988 ontstond in Holten het idee voor Stichting Thuis Sterven, geïnspireerd door Stichting Leendert Vriel in Twente. Leendert Vriel werd zelf thuis verzorgd door zijn vrouw, wat leidde tot de oprichting van een stichting. Vijf inwoners van Holten, die soortgelijke ervaringen hadden met het thuis sterven van een dierbare, besloten dat dit ook in Holten nodig was om anderen te ondersteunen. Samen met andere initiatieven in de regio werd besloten een regionale stichting op te richten. Dit werd de Stichting Thuis Sterven Zuidwest Overijssel in Deventer.

- Door Demi van der Mei | Fotografie Jennita Stegeman

Nu, 36 jaar verder, telt de stichting zo’n 20 vrijwilligers. Wij zitten aan tafel met Gabriëlle Disselhorst (coördinator), Hans Stam (vrijwilliger) en Marijke Schoolen (vrijwilliger). Ze delen hun ervaringen binnen deze bijzondere stichting.

Gabriëlle Disselhorst begon als vrijwilliger bij Stichting Thuis Sterven, maar is sinds 1,5 jaar coördinator. Het was voor haar een verrassing en een eer om gevraagd te worden voor deze rol. “Als coördinator ben ik het aanspreekpunt voor zowel de vrijwilligers als de zorgorganisaties”, begint Gabriëlle. “Wij krijgen de meeste zorgvragen vanuit de thuiszorg in regio Zuidwest Overijssel, voor mantelzorgers die hun dierbaren thuis verzorgen maar de zorg niet meer alleen kunnen volhouden. De contacten met de thuiszorgorganisaties zijn erg prettig. We hebben korte lijntjes, dus we weten goed van elkaar wat er speelt in een gezinssituatie. Als duidelijk is dat onze inzet nodig is, bellen we de familie van de patiënt en plannen we een gesprek in. Dankzij onze fijne club vrijwilligers lukt het negen van de tien keer om dezelfde dag nog te komen en zorgen wij ervoor dat we, naast de thuiszorg, de taken van de mantelzorger op ons nemen, zodat die wat rust krijgt. Eigenlijk is het belangrijkste vaak om er als vrijwilliger gewoon te zijn en een luisterend oor te bieden. Met name in de nacht is dat belangrijk, maar ook overdag kunnen de vrijwilligers ingezet worden. Meestal zijn we hooguit een week bij een patiënt.”

Drijfveer

Eén van die vrijwilligers, Hans Stam, is al zo’n vijftien jaar actief bij Stichting Thuis Sterven. Hij vertelt: "Ik heb ervaring met administratieve taken in de zorg. Toen ik met pensioen ging, zag ik een advertentie in de krant. Dat leek me wel wat. Iets heel anders dan cijfers, maar helpen waar het soms zo nodig is. Na het volgen van enkele trainingen en het meelopen met een vrijwilliger, raakte ik steeds meer betrokken. Ik vind het fijn om iets voor een ander te kunnen betekenen.” Voor Marijke Schoolen, die al ruim dertien jaar vrijwilliger is bij Stichting Thuis Sterven, ligt de motivatie iets anders: "Ik begon ooit aan de opleiding Verpleegkunde, maar die heb ik helaas niet afgemaakt. Mijn man stond ingeschreven voor een woning in Holten en omdat we maar één auto hadden, ben ik gestopt met de opleiding. Toch bleef mijn interesse bestaan. Toen mijn schoonvader ongeneeslijk ziek werd en thuis overleed, was dat een intensieve maar mooie ervaring. Mensen die thuis willen sterven, moeten die kans krijgen. Toen ik de advertentie zag, zei ik tegen mijn man: ‘Als jij met pensioen gaat, ga ik dit doen’.” En zo geschiedde.

Betrokken team

De stichting telt ondertussen twintig gemotiveerde vrijwilligers. Gabriëlle vertelt: “Als een potentiële vrijwilliger zich aanmeldt, plannen we een gesprek in. We stellen gerichte vragen, bijvoorbeeld of iemand eerder rouw heeft meegemaakt. De belangrijkste vraag die we onszelf stellen, is: ‘Zou je deze persoon aan je bed willen hebben?’ Vervolgens krijgt de vrijwilliger de ruimte om zelf na te denken of dit werk bij

hen past. Als er van beide kanten een goede match is, begint de vrijwilliger met een korte basistraining.” Hans vervolgt: “Zes dagdelen volgen de vrijwilligers een cursus waarin verschillende aspecten worden behandeld, zoals tiltechnieken en hoe je iemand op de juiste manier kunt verplaatsen of naar het toilet kunt begeleiden. Kortom, alles wat er tijdens zo'n nachtdienst kan gebeuren. Niet iedereen heeft natuurlijk een zorgachtergrond.” Marijke vult aan: “Dat is ook niet nodig! We hebben vrijwilligers uit allerlei beroepsgroepen, zoals ICT en ook een scheikundeleraar. Je bent wel helemaal zelfstandig, maar het mooie is dat je zelf mag kiezen hoe je het doet. En alles is goed. Het belangrijkste is dat je er gewoon bent. Al is het alleen maar om een hand vast te houden.”

Een nacht bij een patiënt

Vrijwilligers doen dit werk meestal in overleg van elke week tot twee keer per maand. Marijke: “Je belt aan, vaak rond 23:00 uur 's avonds. Je hebt een tas met spullen bij je. Soms word je binnengelaten, soms ligt de sleutel onder een bloempot. De familie of mantelzorgers praten je vervolgens bij. Soms is er veel te bespreken en soms zeggen mensen gewoon: ‘Maak het jezelf comfortabel, maar ik ben zo moe, ik ga slapen.’ Als we inschatten dat iemand komt te overlijden, waarschuwen we direct de familie, omdat zij er graag bij willen zijn wanneer iemand de laatste adem uitblaast. Maar soms gaat het heel plotseling, als een kaars die uitgaat en dan ben je te laat.” Hans voegt toe: “Het is spannend. We worden toegelaten op het kwetsbare moment van het levenseinde. Een nacht hangt ook af van de situatie van de patiënt. Soms stoppen ze niet met praten, terwijl andere nachten juist heel rustig zijn. Er komen soms vragen naar boven over het leven dat ze achter de rug hebben. Simpele dingen, zoals vragen over de kinderen of hun werk. Maar ook diepere kwesties, zoals: Heb ik het wel goed gedaan? Waar ga ik heen als ik doodga? Vaak heb je ook gesprekken met de mantelzorgers. Het overlijden van een dierbare is een heel emotioneel moment. Ik heb meegemaakt dat sommige mensen er niet bij durven te zijn, terwijl anderen juist veel willen praten. Dan bied je een luisterend oor. Mensen zeggen vaak: ‘Bedankt dat jullie er willen zijn'. De familie meldt zich vaak weer om 7.00 uur ’s ochtends. We drinken dan soms nog een kopje thee samen en gaan vervolgens naar huis.”

Niet betaald, maar wel beloond

De stichting is afhankelijk van giften. Gabriëlle: “We vragen voor een intake €25,-, omdat we het voor iedereen toegankelijk willen houden. Ongeacht of het om één nacht gaat of tien. De vrijwilligers doen hun werk volledig belangeloos.” Hans: “Dit stuit soms op onbegrip en dat vind ik vreemd. We worden misschien niet betaald, maar wel beloond door de dankbaarheid van de mensen. Je kunt echt iets betekenen in iemands laatste momenten. Je komt niet dichter bij een mens. Het is heel intiem. Ik vind het heel bijzonder dat ik daarbij mag zijn. En het is niet alleen maar droevig, je kunt ook nog met de mensen lachen.” Marijke herinnert zich dat de stichting haar een kilometervergoeding aanbood: “Ik reageerde met: 'Waarom?’ Dit is het mooiste vrijwilligerswerk dat er bestaat.

Tweede pannenkoek GRATIS

Bij inlevering van deze bon krijgt u de 2e pannenkoek gratis. Deze bon is niet geldig in combinatie met andere acties.

De Pannekoekenbakker Holten

Smidsbelt 7, 7451 BL Holten. Tel. 0548 22 70 00 www.pannekoekenbakker.nl/holten

OOK VOOR HET PERFECTE

www.dewijnkamerholten.nl

Klimaatsystemen zijn essentieel voor een gezond en veilig binnenmilieu.

Orange Climate levert systemen die zorgen voor optimale luchtkwaliteit, zodat mensen comfortabel zijn en goed presteren. Een perfect binnenklimaat vraagt om vakmanschap, vertrouwen en sterke relaties..

Zolang ik het kan, blijf ik het doen.” Gabriëlle voegt toe: “Onze vrijwilligers doen dit werk puur vanuit hun hart. Ze willen er zijn voor mensen die nog één keer hun levensverhaal willen vertellen. De vrijwilligers worden daarom ook goed in de watten gelegd door middel van een jaarlijks uitje, bij verjaardagen een cadeaubon en georganiseerde koffieochtendjes. Want zonder de vrijwilligers kunnen we niets. Dat beseffen we maar al te goed!”

Nog een liedje

Na een nacht bij een patiënt te zijn geweest, belt de vrijwilliger altijd de coördinator. Maar eens per maand spreken de vrijwilligers af in de kantine van voetbalvereniging Diepenveen om hun verhalen ook met elkaar te delen. Deze ochtenden zijn bedoeld om te leren, zodat ze een volgende patiënt nog beter kunnen helpen. Maar ook om gewoon hun verhaal kwijt te kunnen aan elkaar. Marijke: “Ik herinner me nog wel de eerste keer dat iemand overleed. Toevallig de eerste nacht dat ik alleen op pad ging. En twee weken later weer. Dat blijft je wel bij.” Hans kan zich een casus van deze besprekingen nog goed herinneren: “Een vrijwilliger was bij een vrouw die van muziek hield. Het bleek dat ze nooit muziek van haar man mocht zingen of luisteren. Deze vrijwilliger was aan het neuriën en die vrouw hoorde dat. De patiënt had gevraagd: ‘Zing je nog iets voor mij?’ En daarna hebben ze de hele nacht samen gezongen. Prachtig toch?”

Trek aan de bel

De stichting wil meer bekendheid geven aan de mogelijkheden om gebruik te maken van hun diensten. "Sterven is, net als geboren worden, een ingrijpend en natuurlijk onderdeel van het leven", zegt Gabriëlle. Toch blijft het praten over de dood nog

vaak iets voor later en dat is jammer. Wanneer het moment daar is, weten mantelzorgers en patiënten vaak niet wat ze moeten doen. Gabriëlle legt uit: "We merken ook dat mensen vaak te laat bij ons aankloppen, als ze al helemaal uitgeput zijn.” Hans vult aan: “Vaak is de familie heel druk met de zorg en gaat alle energie naar het zorgen voor de dierbare. Er is te weinig tijd om daadwerkelijk goed afscheid te nemen. Daarom zeggen we: trek toch op tijd aan de bel!" Naast het vergroten van bewustzijn is de stichting uiteraard altijd op zoek naar gemotiveerde vrijwilligers. Hoe meer vrijwilligers, hoe beter ze kunnen inspelen op de zorgvraag. Gabriëlle: "Als we op deze manier kunnen doorgaan, onze vrijwilligers kunnen behouden en meer mensen ons op tijd weten te vinden; dan hebben we ons doel bereikt."

Oproep

Ben je geïnspireerd door het verhaal van Stichting Thuis Sterven en wil je deel uitmaken van het bijzondere team vrijwilligers? We hebben altijd plek voor betrokken mensen die iets willen betekenen. Neem gerust contact op met Gabriëlle of haar collega Inge voor een vrijblijvend gesprek!

Stichting Thuis Sterven Zuidwest Overijssel

Telefoon: Gabriëlle Disselhorst 06 – 22 91 70 27

Inge Hoeksma 06 – 51 56 56 58

E-mail: info@thuissterven.nl website: www.thuissterven.nl

Hallo Holten

Wol, garen, quiltstoffen en meer: alles is te koop in Holten

Al meer dan dertig jaar een begrip in Holten: Van Bussel. Ooit begonnen als woninginrichting en meubelstoffeerderij, transformeerde het bedrijf naar een handwerkwinkel. In hun winkel aan de Burgemeester van der Borchstraat verkopen ze ruim 18.000 producten. Gerard en Tonnie van Bussel vertellen enthousiast over het ontstaan van de handwerkwinkel, hun klanten en de groei van hun winkel en webshop.

Door Sandra Stevens | Fotografie Jennita Stegeman

In 1990, toen Wonnink haar deuren sloot, heeft Gerard samen met zijn ouders de afdeling woninginrichting en meubelstoffeerderij onder eigen naam voortgezet. “We begonnen heel klein. De winkel was maar ongeveer 20 m2, met een werkplaats van 50 m2”, begint Gerard. “De bedoeling was dat ik eerst ‘buiten de deur’ ervaring op zou doen. Maar omdat we het direct erg druk hadden, is dat er niet van gekomen.”

“Vanaf het begin zaten we in het huidige pand, waar vroeger bouwbedrijf Koopman gevestigd was, op de hoek van de Burgemeester van der Borchstraat en de Sparrenweg”, vervolgt Gerard. “Rond het jaar 2000 bouwde de heer Koopman, die nog steeds eigenaar van het pand was, een woonhuis achter het pand en hebben wij het volledige pand inclusief woning overgenomen. Wij zijn toen ook bij de zaak gaan wonen.”

Langzaam opgebouwd

In 2010 werd de zaak uitgebreid met een kleine handwerkafdeling. “Het is eigenlijk heel geleidelijk gegroeid”, vertelt Tonnie. “We deden destijds veel confectie van gordijnen. Klanten wisten dat wij naaigaren en band op voorraad hadden, dus vroegen ze regelmatig of ze deze materialen bij ons konden kopen. Dat gaf ons het idee om kleinvak artikelen, zoals naaigaren en fournituren, te verkopen.” En zo ontstond Handwerkwinkel Holten. “Al snel breidden we de collectie uit met onder andere sokkenwol en diverse

handwerkproducten”, vult Gerard aan. “Tonnie had al ervaring in de handwerkbranche, dus besloten we zeven jaar geleden om ons volledig op de handwerkwinkel te gaan richten.”

Webshop

“We startten een webshop en zijn ook via Bol.com gaan verkopen”, vertelt Gerard. “Ik houd me vooral bezig met de administratie en inkoop van fournituren en de webshop. Tonnie regelt samen met onze werknemers Ina en Maan de verkoop in de winkel en de inkoop van de brei- en haakgaren en quiltstoffen.”

“Onze winkel is van dinsdag tot en met vrijdag geopend van 10.00 tot 17.00 uur en zaterdags van 10.00 tot 16.00 uur”, gaat hij verder. “Voor 10.00 uur hebben we de bestellingen al ingepakt en de winkelvoorraad aangevuld. En op maandagmorgen pakken we de weekendbestellingen in en doen we ‘s middags de inkopen. We kunnen dus gerust zeggen dat we allebei fulltime werken in de handwerkwinkel. In onze schaarse vrije tijd wandelen we veel, zowel met als zonder onze honden Luna en Nova. Ook gaan we een aantal keren per jaar op pad met de afdeling Klassieke Automobielen van MAC De Holterberg.”

Internationale klantenkring

Klanten uit Nederland, maar ook uit Duitsland en België weten de producten uit Holten te vinden. Dat de webshop een goede zet is geweest, blijkt dus wel. “We verkopen onze producten niet meer alleen regionaal, maar ook ver daarbuiten”, vertelt Tonnie trots. “We zijn een unieke zaak in de handwerkbranche”, vult Gerard aan. “Waar veel winkels zich alleen richten op één tak van handwerken, bieden wij een breed assortiment aan. We staan daar echt bekend om. En ondanks de groeiende concurrentie, vooral online, weten klanten ons goed te vinden.”

Ondanks de groeiende concurrentie, vooral online, weten klanten ons goed te vinden

Best verkochte product

Maar wat is nu het best verkochte product? “Dat moet toch wel de sokkenwol zijn”, lacht Tonnie. “Dat is een speciaal soort garen dat gebruikt wordt voor het breien of haken van sokken. Klanten nemen vaak een bolletje mee als ze in de winkel zijn. Ook verkopen we veel garen, ritsen en katoen, waar mensen bijvoorbeeld knuffels van haken. Daarnaast verkopen we als zelfstandig distributiepartner al zo’n tien jaar de bekende JEMAKO schoonmaak- en onderhoudsproducten.”

Handwerkochtenden

Elke donderdagochtend van 10.00 tot 12.00 uur organiseert Tonnie een handwerkochtend in de winkel. Iedereen die graag breit, haakt of borduurt is van harte welkom. “Toen we ooit begonnen, was het een tweewekelijkse activiteit. Maar het werd zo populair dat we het nu wekelijks organiseren”, vertelt ze trots. “Daarnaast wordt er om de twee weken ook een quilt- en patchworkmiddag georganiseerd. Iedereen neemt dan zijn of haar eigen werk mee en gaat in de winkel aan de slag.”

Dagbesteding

Enkele dagdelen in de week werken er ook twee medewerkers met een lichte beperking in de winkel. “Irene en Titia hebben een sterke affiniteit met handwerken”, vertelt Tonnie. “Zij vullen hun dagbesteding graag in door ons te helpen met kleine klusjes en het maken van voorbeelden.”

Ook jongeren raken enthousiast

Dat steeds meer jongeren enthousiast raken van handwerken blijkt wel uit de vele filmpjes online. Dat merken Tonnie en Gerard ook. “We zien steeds vaker jongeren in de winkel die na het kijken van een filmpje ook zelf iets willen maken”, vertelt Tonnie. “Vooral het haken van knuffels en kleding is helemaal in. We organiseren ook workshops voor jong en oud, zodat zij de technieken onder de knie kunnen krijgen. Op Facebook

plaatsen we altijd het evenement en geïnteresseerden kunnen zich aanmelden.”

Mooie momenten

In al die jaren hebben Gerard en Tonnie veel mooie momenten meegemaakt. “Het is geweldig als mensen terugkomen om te laten zien wat ze van onze producten hebben gemaakt”, zegt Tonnie enthousiast. “Je verkoopt garen, maar je weet niet wat het eindresultaat is. Het is dan extra leuk als klanten je vol trots hun creaties laten zien. Mensen zijn vaak dankbaar. We krijgen regelmatig bloemen of iets lekkers bij de koffie, omdat ze zo blij zijn met hun handwerkspullen. Ook lenen klanten ons regelmatig voorbeelden om te showen in de winkel.”

Toekomst

Dat hun producten door heel Nederland en zelfs daarbuiten worden verkocht, hadden Gerard en Tonnie veertien jaar geleden niet kunnen bedenken. “Klanten vinden het fijn dat er altijd voldoende parkeerplek is voor de winkel, nog zonder parkeergeld”, vertelt Tonnie. Het is een fijne, grote winkel en veel bezoekers combineren een bezoek met een wandeling over de Holterberg. “In coronatijd hebben we veel producten thuis bezorgd. De webshop is een mooie aanvulling op ons bedrijf, maar fysieke verkoop in de winkel blijft toch het allermooiste. En daar gaan we de komende jaren zeker nog mee door”, sluiten ze tevreden af.

Hockeyclub Holten Rijssen: sport voor iedereen

Van VV Holten tot de Fienpreuvers en van Triathlon Team Holten tot MAC de Holterberg: Holten kenmerkt zich door de vele, gevarieerde verenigingen die overal in ons dorp gevestigd zijn. Zo ook Hockeyclub Holten Rijssen (HCHR). De laatste jaren is de vereniging bezig met een opmars, zowel in uitstraling als in ledenaantallen. Voorzitter Wouter Huisman en lid Sander Jongsma nemen ons mee in het verhaal achter de vereniging.

In 1973 werd de club opgericht door een aantal fanatieke hockeyers uit Holten. “Er werd gespeeld op een grasveld aan de Molenbelterweg, naast het spoor. Maar door de lage ligging liep het veld regelmatig onder water. Daarnaast liep het veld ook scheef af”, begint Wouter lachend. “Uiteindelijk zijn we in 2011 verhuisd naar onze huidige locatie aan de Aaltinksweg en gingen wij als één van de laatste verenigingen in Nederland over op een mooi kunstgrasveld.”

Nieuwe aanwas

HCHR is een kleine, gastvrije vereniging waar hockeyers van alle leeftijden en niveaus terecht kunnen. Sander: “Op dit moment hebben we vijf jeugdteams. Zij trainen op dinsdag en donderdag en spelen hun wedstrijden op zaterdag. Dames 1 speelt op zondag. Daarnaast hebben we nog trimdames en trimheren: dit is een club mannen en vrouwen die niet meer in competitieverband spelen, maar nog wel lekker vrijblijvend willen trainen.”

Voor ieder wat wils dus. Sander, die onder andere de media en de herinrichting van de website op zich heeft genomen, vertelt: “Wanneer we een nieuwe aanmelding krijgen, spreken we een moment af met het aspirant-lid om wat proeftrainingen te volgen. Wij vangen hem of haar en eventueel de ouder(s) op en maken ze wegwijs bij de vereniging. We koppelen nieuwe leden aan een trainer en aan een speler, zodat ze op sleeptouw

- Door Stef Meilink | Fotografie Jennita Stegeman

worden genomen. Daarnaast voeren we bij de jeugd ook altijd een gesprek met de ouders: wat houdt een lidmaatschap precies in? Zo hopen we hen te enthousiasmeren en een welkom gevoel te geven. Inmiddels is er bij de jeugd veel nieuwe aanwas; we krijgen bijna iedere week wel een formulier binnen op de mail!”

Zien bewegen doet bewegen

Op dit moment zijn er 110 leden aangesloten bij de HCHR. Dat is het resultaat van enkele jaren hard werken. Wouter: “Ik heb een jaar of vijf gecoacht. Net zoals alle verenigingen hebben we het in coronatijd heel zwaar gehad. Toen ik vorig jaar mei begon als voorzitter heb ik met wedstrijdsecretaris Jan Willem Denekamp gekeken waar we naartoe wilden met de club. We willen met name een leuke en veilige plek zijn om de hockeysport te beoefenen, maar hoe? Met vaste gezichten en goede trainingen. Ook geven we schoolclinics, waarbij leerlingen van omliggende scholen een ochtend of middag trainen op de club. Zo maken ze kennis met de sport en weten ze de club te vinden. Zien bewegen doet bewegen, daar geloven Jan Willem en ik allebei in.”

vrijwilligers zijn we aan het schilderen gegaan en hebben we de bar verbouwd. Ook hebben we een flessenactie georganiseerd en van het statiegeld twee picknicktafels gekocht. Alles draagt bij aan de uitstraling en dat werpt zijn vruchten af; in korte tijd zijn we van 80 naar 110 leden gegaan.”

Op dit moment zijn er 110 leden aangesloten bij de HCHR

“Mijn zoon hockeyt hier ook. Als ‘vader van’ zie ik dat er in het algemeen veel meer reuring is. Schoolclinics, filmavonden, verkleed hockeyen met carnaval en gezellige seizoensafsluitingen. Zo zijn we bijvoorbeeld vorig jaar naar HC Den Bosch geweest, waar onze jeugd live op TV mee mocht lopen met de spelers. Dat was ontzettend leuk. De club faciliteert deze activiteiten, maar de organisatie ligt veelal bij enthousiaste vrijwilligers. Je merkt dat al die activiteiten heel goed zijn voor de sociale cohesie. Sport is niet alleen maar sport; het sociale aspect en spelplezier zijn misschien wel nog belangrijker. En hockey leent zich daar perfect voor”, vult Sander aan.

Spelplezier

“Daarnaast hebben we ons clubhuis gerenoveerd. We hadden bijvoorbeeld nog geen koelkast en koffiezetapparaat. Met

Sander en Wouter hebben beide geen hockeyachtergrond. Waarom vinden zij hockey zo’n mooie sport? “Allereerst zijn we natuurlijk een groot hockeyland, kijk maar naar de Olympische medailles van afgelopen zomer. Technisch en tactisch is het

Wij zijn door bovenstaande merken erkend om met originele apparatuur te mogen werken voor onderhoud, reparatie, coulance en software inladen.

100% behoud fabrieksgarantie

APK Onderhoud Reparatie Aanpassingen opbouw Spotrepair Schadeherstel

Leverancier en service steunpunt Alko chassis en camper / caravan opbouwsystemen

een heel mooi spel. No nonsense; er wordt gestreden, maar wel altijd op een sportieve, respectvolle manier. Doordat je onbeperkt mag wisselen, gebeurt er altijd wel wat. Dat maakt het boeiend om te kijken”, legt Sander uit.

“De Koninklijke Nederlandse Hockey Bond (KNHB) onderschrijft ook: hockey begint met spelplezier in de jeugd. Je leert snel; na twee trainingen merk je dat je bepaalde handelingen al goed uitvoert. Naarmate je langer speelt, komt er meer techniek en een competitie-element bij kijken. Dat proces is mooi om te zien. Ook kijk ik vanuit een breder perspectief. Ik ben fysiotherapeut van beroep en zie vaak mensen met bewegingsbeperkingen. Het is zo belangrijk om op jonge leeftijd al te beginnen met bewegen. Als je fysiek fit bent, voel je je ook mentaal beter. En hockey is de ideale sport om dat enthousiasme voor bewegen mee aan te wakkeren”, vult Wouter aan.

Een mooie dynamiek

Wat maakt HCHR zo’n bijzondere vereniging? “Ik denk de toegankelijkheid. Hockey heeft vaak nog de associatie van een elitesport, maar dat is hier absoluut niet het geval. Er lopen hier mensen uit alle lagen van de bevolking rond. De lijnen zijn kort; we hebben geen bestuurskamer of iets dergelijks en Wouter staat iedere zaterdag wel langs de lijn. Iedereen kan het met elkaar vinden en dat zie je ook terug naast het veld. Er wordt op elkaar gelet. Als ouder kun je rustig gaan zitten en weten dat het wel goed zit. Die gemoedelijkheid is mooi”, aldus Sander.

Wouter vult aan: “Gemoedelijk is het juiste woord, evenals het sociale karakter van de vereniging. De liefde voor de sport is echt aanwezig. Weer of geen weer; er wordt lekker getraind. En dat is goed voor zowel fysieke en mentale weerbaarheid als de sociale cohesie. Na de tijd is het gezellig in het clubhuis, maar we zijn ook serieus met elkaar aan de slag. We hebben nu een

mooie dynamiek met heel veel enthousiaste vrijwilligers. Als vereniging krijgen we steeds meer complimenten.

Van het vernieuwde clubhuis tot borden aan de kant van de weg: allemaal kleine dingen die bijdragen aan een professionelere uitstraling.”

Die toegankelijkheid en gemoedelijkheid worden nog eens onderstreept door het feit dat de Wielervereniging Holten (WVH) een onderkomen heeft gevonden op het complex van HCHR. Sander: “Zij hebben nu ook eindelijk een vaste thuisbasis. We organiseren weleens gezamenlijke avonden waarop we met elkaar optrekken. In het clubhuis hebben we nu wielersturen en hockeysticks als kapstokken. We willen elkaar graag helpen en ervoor zorgen dat zij zich welkom voelen.”

Toekomstplannen

Dat HCHR een actieve, levendige vereniging is, is wel duidelijk. Hoe kijken Wouter en Sander naar de toekomst? “We voeren af en toe gesprekken met de gemeente. We hebben in ieder geval de faciliteiten om door te groeien, mocht dat nodig zijn. Daar is Holten dan ook weer sterk in, wat voor elkaar over hebben”, vertelt Sander.

“En hoe meer leden, hoe meer mogelijke vrijwilligers, ouders, broertjes en zusjes die ook betrokken raken. Een soort sneeuwbaleffect. Samen blijven we werken aan hetzelfde doel; een veilige sportomgeving voor onze leden”, sluit Wouter af.

Enthousiast geworden? HCHR nodigt je graag uit voor wat proeftrainingen! Meld je aan via de QR-code.

Hallo Holten

Het succesverhaal van Léon en Marloes Haanstra

Léon en Marloes Haanstra zijn beslist geen onbekenden in Holten. Als eigenaren van de PLUS zijn ze een vertrouwd gezicht voor veel inwoners. Hoewel ze niet in Holten wonen, voelen ze zich erg verbonden met het dorp en de Holtenaren. Tijd om dit enthousiaste, ondernemende stel beter te leren kennen. Want hoe zijn ze in Holten terecht gekomen en hoe combineren ze hun drukke leven met het gezin en alle andere gezelligheid?

- Door Kim Meijerhof | Fotografie Jennita Stegeman

Léon zijn interesse in de supermarkt begon al op jonge leeftijd. “Toen ik vijftien was, begon ik als vakkenvuller bij de C1000 in onze woonplaats Den Ham.” Vanuit het werk in de vulploeg kreeg hij steeds meer de ambitie om door te groeien in de supermarkt. “Het werk vond ik gewoon hartstikke leuk. Zo was ik eerst verantwoordelijk voor één schap en werd ik later vulploegleider.” Daarna volgde Leon diverse mbo- en hbo-opleidingen in de foodbranche. Na het afronden van deze opleidingen en veel werkervaring in verschillende supermarkten, waaronder acht jaar als bedrijfsleider, was het tijd voor een volgende stap. “Na de interne opleiding van C1000 tot ondernemer, voelde ik dat ik klaar was om zelf te gaan ondernemen.”

Marloes werkte ruim twaalf jaar met veel plezier als verzorgende in een verzorgingshuis. “Toen ik doorkreeg dat Léon echt de ambitie had om ondernemer te worden, ging ik ook nadenken. Ik had nooit een bijbaan in een supermarkt gehad, maar het leek mij ontzettend leuk. Vooral het werk op de vloer zelf en met de mensen. In het begin combineerde ik het nog met mijn baan in de zorg. Zo draaide ik direct vanuit de winkel de late dienst in het verpleeghuis. Op een gegeven moment heb ik de keuze gemaakt om ook volledig in de supermarkt te werken.” Dat bleek een gouden zet. Nu zijn ze de trotse eigenaren van de PLUS in Holten en Nijverdal en bij de PLUS in Nijverdal zijn ze tevens eigenaar van de DA-Drogisterij en ReadShop.

Van vakkenvuller tot ondernemer

Léon: “Ik wilde mijn hele leven al graag een C1000 hebben. Dat lukte: in 2011 werden we eigenaar van een C1000vestiging in Holten. Maar daar kwam snel verandering in… Binnen twee weken was de organisatie verkocht en moesten we uitkijken naar een andere formule die bij ons paste. Dat werd de COOP-formule. In 2015 hebben we de hele winkel volledig verbouwd en zijn we overgegaan.” Ondernemen

En of dat nog niet genoeg was… Inmiddels hebben ze, zoals Léon zelf zegt, het hele stoplicht gehad; rood van de C1000, oranje van de COOP en nu het groen van de PLUS. Want in 2024 is de winkel opnieuw verbouwd en gingen ze over naar PLUS. Marloes: “Dit is een heel mooie stap geweest voor ons. Het voelde vanaf dag één als een echte supermarkt. PLUS is natuurlijk een grote organisatie en dat merk je ook in de winkel. We zijn er heel positief over.”

Perfecte match

Dat de twee hun eerste supermarkt in Holten openden, was niet gek. Léon: “Je ontwikkelt een profiel dat bij je past. Wij kwamen erachter dat een dorpswinkel echt iets voor ons is. Holten is dan ook een perfecte match.” Marloes: “Het gemoedelijke en het ‘ons kent ons’ spreekt ons erg aan. In het begin dacht iedereen dan ook dat we uit Holten kwamen. Dat zou heel goed passen, maar nee: Léon is geboren en getogen in Den Ham en daar ligt ons hart.” Dat neemt niet weg dat het stel erg betrokken is bij de Holtense gemeenschap. “Iedereen nam ons vanaf het begin overal in mee. En andersom vinden wij het ook heel leuk om iedereen te leren kennen. Een supermarkt is het middelpunt van het dorp. Wij vinden het erg belangrijk om sociaal en maatschappelijk betrokken te zijn en dat de mensen het leuk vinden om boodschappen bij ons te doen.”

Stapje extra zetten

Het stel vindt het belangrijk om zichtbaar te zijn op de werkvloer. Zo is Marloes dagelijks in de winkel op verschillende afdelingen te vinden en werkt ze het kassapersoneel graag zelf in: “Omdat ik het belangrijk en leuk vind dat ze snappen hoe wij met de klanten omgaan. Net dat stapje extra zetten en behulpzaam zijn. Dat geef ik ze graag mee.” Want persoonlijke betrokkenheid en een goede service verlenen staan hoog in het vaandel. “En juist dat maakt ons werk ook zo leuk. Wij vinden het belangrijk dat klanten zich welkom voelen in onze winkel. Boodschappen doen moet als een uitje voelen.”

Marloes gaat verder: “Ook de samenwerking tussen mij en Léon gaat heel goed. Dat is natuurlijk altijd even afwachten. Als het om ondernemen gaat, zijn we erg verschillend. Dat is leuk om te zien. Léon heeft hiervoor een opleiding gedaan en ik bewust niet. Ik wil het juist altijd blijven zien vanuit de klant. Op die manier vullen we elkaar goed aan. Het werkt helemaal prima zo.”

Hecht gezin

Ondanks het drukke leven blijft er zeker tijd over voor leuke dingen met het gezin. Samen hebben ze twee kinderen: zoon Tim (18) en dochter Meike (16). Marloes: “Ondanks dat er veel wordt gewerkt, vinden we het belangrijk om tijd met elkaar door te brengen. Zo staan we als het even kan in het weekend langs de zijlijn van het voetbal- en volleybalveld en slaan we een drankje in de kantine niet over.” Het huis staat altijd open voor vrienden, familie en gezelligheid. “Afgelopen zomer stond onze tuin vol met tenten. Tim en zijn vrienden kwamen logeren. Waar anderen denken dat het veel werk is,

genieten wij er juist van dat de kinderen dat doen”, vertelt Marloes.

Iedere zondag hebben de twee een vast ritueel: “In de ochtend gaan Marloes en ik aan het werk in Nijverdal. De kinderen zijn inmiddels toch op een leeftijd dat ze uitgaan en later wakker worden op de zondag”, lacht Léon. “Na het werk gaan we bij Marloes haar ouders langs in Hellendoorn voor een kop koffie. Als we terug zijn, is de rest van het gezin ontwaakt en lunchen we vaak even samen.” Daarnaast mogen de jaarlijkse wintersport en andere leuke gezinsuitjes natuurlijk niet ontbreken.

De juiste balans

Het stel werkt hard, maar geniet ook van alle gezellige momenten met familie en vrienden. Marloes: “Omdat we daar zo van genieten, kunnen we het allemaal prima aan. We maken graag tijd voor gezelligheid. Léon vult aan: “Daarnaast gaat het met name goed dankzij ons team van medewerkers. Ik zeg altijd ‘je moet jezelf allesbehalve onmisbaar maken’. En dat hebben we gedaan. Als wij er niet zijn, draait het hier en in Nijverdal gewoon door. We hebben een heel goede en ervaren groep medewerkers waar we altijd op kunnen rekenen.”

Of de kinderen ooit opvolger gaan worden, dat weten ze nu nog niet. Léon: “Ze volgen allebei een zorggerelateerde opleiding en dat vinden we hartstikke leuk. Ze moeten doen waar ze gelukkig van worden. Daarnaast zijn ze ook nog te jong om daar nu over te beslissen. “Wat wel heel grappig is, is dat ze allebei een bijbaan in een supermarkt bij ons in het dorp hebben. Tim bij de COOP en Meike bij de Jumbo. Er hangen dus drie verschillende kleuren werkkleding bij ons in huis”, sluit Marloes lachend af.

Woning verkopen?

Dankzij zorgeloosBulsink mijn woning verkocht

Dé makelaar waar u welkom bent voor advies en bemiddeling op maat.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.