2 minute read
Column Sheila Sitalsing
from WERK
SHEILA SITALSING (1968) is journalist en columnist en schrijft voor onder meer de Volkskrant.
CHAMPAGNE
Advertisement
lles is veel voor wie niet veel verwacht. J.C. Bloem zei het al. Dus grijpen we naar de champagne bij lezing van een kop boven een berichtje dat op de site van de SER staat: ‘Onderzoek: meer statushouders werken’. Dat ‘meer’ blijkt bij nadere lezing te slaan op een stijging onder statushouders die in 2015 instroomden en die een betaalde baan hebben weten te bemachtigen: in 2018 was dat nog 13 procent, in 2019 had 17 procent van deze groep statushouders een betaalde baan. Zeventien. Van bijna niets naar bijna niets. Van hen werkt ook nog eens twee derde onder zijn of haar opleidingsniveau, vaak in tijdelijke of kleine banen. Dit blijkt allemaal uit de cijfers die het Kennisplatform Integratie & Samenleving elk jaar verzamelt, in samenwerking met Divosa. Het overgrote deel is afhankelijk van een bijstandsuitkering. Terwijl, als je even oplet, zie je dat het ervan wemelt: vluchtelingen met een verblijfsstatus die staan te trappelen, te smeken, te bedelen haast, om gewoon aan het werk te mogen. Want werk verschaft structuur, voldoening, inkomen, onafhankelijkheid, perspectief, collega’s die vrienden worden, ontwikkelingsmogelijkheden en daarmee is het rijtje nog lang niet vol. Die kop, kortom, had ook kunnen zijn: ‘Het is een godsgruwelijke schande dat we in tijden waarin het geld tegen de plinten klotst, waarin werknemers niet aan te slepen zijn, en waarin er wordt geschreeuwd om personeel, er toch niet in slagen om mensen met een vluchtelingenstatus op een normale manier aan werk te helpen’. Maar dat was misschien een beetje te lang geworden, voor een kop. Nederland doet veel verkeerd als het om werken gaat, zo constateerde de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) onlangs in Het Betere Werk, een mooie studie naar de kwaliteit van werken in Nederland. Werk is onzekerder geworden, ingewikkelder, en dat geldt in versterkte mate voor de groepen die als moeilijk gelden: arbeidsgehandicapten, laaggeletterden en jawel, de nieuwste Nederlanders. Op begeleiding door mensen van vlees en bloed is onder de kabinetten-Rutte van overheidswege enthousiast bezuinigd. Samen serieus obstakels ruimen op zoek naar een passende baan, kost aanzienlijk meer begeleiding dan een bijstandsgerechtigde snel even parkeren in een flexbaantje achter de hamburgergrill. ‘Nederland investeert nauwelijks meer in actief arbeidsmarktbeleid’, schrijft de WRR. En al die mooie overheidspraatjes over participeren door en voor iedereen, hebben nergens toe geleid, strooide het Sociaal en Cultureel Planbureau onlangs extra zout in de wonde. Godzijdank ritselt het van de kleine en grotere initiatieven, van The Buddy Film Project tot Makers Unite, van Refugee Talent Hub tot Taal aan Zee. Dankzij lieve vrijwilligers, goedwillende ondernemers, gemeenteambtenaren met hart voor de zaak. Kleinschalig en versplinterd, zegt de SER streng. Maar íemand moet iets doen. En dat zoveel mensen zich daarvoor opwerpen, is ook champagne waard. Zo gaat Essent statushouders inzetten om het tekort aan monteurs op te lossen. Om al die warmtepompen en zonnepanelen te kunnen installeren ‘voor het klimaat’. Toen Essent dit hartverwarmende nieuws op Twitter zette, reageerde een trol met de zure mededeling dat hij wegens dit verraad aan de Nederlandse identiteit zijn contract bij Essent zou opzeggen. Thuis lachten we hem vanachter onze champagne keihard uit.