Jaarverslag Rijksgebouwendienst 2010

Page 1

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

rijksgebouwen monumenten architectuur jaarverslag 2010

1


2

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010


De Rijksgebouwendienst draagt bij aan het succesvol functioneren van zijn klanten door het bieden van efficiĂŤnte en effectieve huisvestingsoplossingen. Met het in stand houden van monumenten draagt de Rijksgebouwendienst bij aan het behoud van ons cultureel erfgoed.

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

rijksgebouwen monumenten architectuur

Missie

01


rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

duurzaamheid innovatie geïntegreeerde contracten

p. 14

p. 20

Een overkoepelende huisvestingsstrategie voor de rijksoverheid moet ervoor zorgen dat de krachten achter de rijkshuisvesting gebundeld worden om primaire processen optimaal te bedienen. De samenwerking op dit vlak tussen de Rijksgebouwendienst en het directoraat-generaal Organisatie Bedrijfsvoering Rijk leidt tot een flexibeler vastgoedportefeuille.

Een betrouwbare overheidsdienst is een dienst die tijdig betaalt. Leveranciers mogen erop rekenen dat de overheid stipt is. Daarom heeft de Rijksgebouwendienst hard gewerkt aan een verbeterde, gedigitaliseerde, financiële administratie.

Duurzaamheid en publiekprivate samenwerking zijn impliciete impulsen voor de markt om te komen tot huisvesting waarin het prettig en gezond werken is. Door niet naar oplossingen te vragen maar prestaties te verlangen, wordt de markt aangespoord te blijven zoeken naar de vernieuwingen.

p. 04

p. 06

Voorwoord

Profiel Rijksgebouwendienst

Peter Jägers Directeur-generaal

02

digitalisering procesmanagement relatiebeheer

strategie politiek overzicht p. 08


p. 32

p. 38

Elk gebouw heeft een klimaatinstallatie. Die blijken vaak niet goed afgesteld, waardoor het comfort in het gebouw vermindert. Door deze te controleren en opnieuw in te regelen, kan dit comfort sterk verbeteren. Mooi meegenomen is dat er heel veel energie mee bespaard wordt.

Het is nogal wat als je zoveel geld uitgeeft dat het zichtbaar effect heeft op het EMU saldo van ons land. Toch is dit wat er gebeurde met de aankoop van de Rechtbank Rotterdam en zeven andere rechtsgebouwen. Eigendom bleek in al deze gevallen veel voordeliger voor het Rijk dan blijven huren.

De restauratie van één van ’s lands topmonumenten vergt toewijding en een open houding richting iedereen die bij het project betrokken is. De verbouwing van het Scheepvaartmuseum in Amsterdam, gehuisvest in een historisch munitiemagazijn, is zo’n project.

p. 44

p. 54

p. 56

Financiële gegevens

Kerncijfers Personeel

Kerncijfers Vastgoed

p. 60

p. 61

Organogram

Jaarkalender

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

cultureel erfgoed restauratie architectuur

vastgoed portefeuillestrategie efficiency

onderhoud kennisoverdracht integrale inspecties p. 26

03


Betrouwbare partner in tijden van verandering

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

Er is veel gebeurd in 2010. In het najaar trad een nieuw kabinet aan en daarmee werd de Rijksgebouwendienst onderdeel van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Een overgang die soepel en prettig verliep. Met de komst van het nieuwe kabinet zijn tevens verdergaande veranderingen voor de rijksdienst aangekondigd. We gaan naar een compacte overheid. Het spreekt vanzelf dat daaraan consequenties voor de rijkshuisvesting verbonden zijn en dat wij hierop met onze vastgoedstrategie moeten inspelen. In 2010 zijn op dat vlak voor de Haagse portefeuille al grote stappen gezet. Daarnaast is in 2010 de evaluatie van het rijkshuisvestingstelsel gestart en is in het regeerakkoord een onderzoek naar mogelijkheden van een fusie van rijksvastgoeddiensten aangekondigd. Beide zullen voor de zomer van 2011 worden afgerond. Voor de dienst zelf is besloten een voorgenomen reorganisatie versneld door te voeren. Ook deze reorganisatie zal in de zomer van 2011 zijn beslag krijgen, om sterk te staan voor de overige veranderingen die de Rijksoverheid zichzelf gesteld heeft.

04

Kortom: in en om de Rijksgebouwendienst is in 2010 veel gebeurd en in gang gezet voor de komende jaren. Tegelijk zorgen wij ervoor dat ook de meer reguliere activiteiten - zoals projecten, beheer en onderhoud - voor de huisvesting van rijksdiensten worden uitgevoerd. Zo wil de dienst een betrouwbare partner voor zijn klanten zijn. Wij blijven ons inzetten voor adequate huisvesting tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden. Zo werkten we aan innovaties rond contractvormen en duurzaamheid, zoals onder meer te zien is bij de nieuwe pps-contracten voor de Hoge Raad in Den Haag en het Defensiemuseum in Soesterberg die in 2010 zijn gestart. Zo zorgden we voor een gestroomlijnd betalingssysteem dat onze leveranciers garanties op accurate, tijdige betaling biedt. En zo zorgden we voor besparingen op de gebruiksvergoeding van een grote klant van ons: de rechtbanken. Enkele dagen voor de jaarwisseling rondden we een aankooptraject af waarin we in twee jaar acht rechtbanken kochten. Dit leidt tot een aanzienlijke daling in de gebruiksvergoedingen van deze klant en in kosten van het Rijk als geheel. En niet te vergeten de grote vorderingen die zijn gemaakt met de restauratie van drie zeer waardevolle monumenten

in onze hoofdstad Amsterdam. Nog even en ze zullen alle drie weer in nieuwe glorie te bewonderen zijn. Een opsteker voor de stad. Want het Koninklijk Paleis op de Dam is weer gedeeltelijk uit de steigers. De eerste resultaten van de onderhouds- en restauratiewerkzaamheden aan de gevel zijn dus al te zien. Eind 2011 moet de restauratie helemaal klaar zijn en kan het Paleis - na de interieurrestauratie die in 2009 werd voltooid - weer in zijn volle schoonheid worden ervaren en kan het technisch weer 25 tot 30 jaar mee. En dan het Rijksmuseum. Ook dat is gedeeltelijk uit de steigers en de ingrijpende restauratiewerkzaamheden vorderen gestaag. De Rijksgebouwendienst zal het Rijksmuseum begin 2012 bouwkundig opleveren. En ten slotte het Scheepvaartmuseum. De restauratie/renovatie is afgerond, de spectaculaire overkapping van het binnenterrein is inmiddels gerealiseerd en het museum hoopt in het vierde kwartaal van 2011 zijn deuren weer voor het publiek te openen. Voor deze en voor de vele andere projecten die de Rijksgebouwendienst ook in 2010 onder zijn hoede had, geldt dat wij er alles aan blijven doen om de rijksdienst adequaat te huisvesten in panden met een goede prijs-kwaliteitsverhouding, waaronder toonaangevende moderne panden en karakteristieke topmonumenten.

peter j채gers

Directeur-generaal Rijksgebouwendienst


05

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010


rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

departementen musea paleizen rechtbanken gevangenissen laboratoria

06


Het profiel van de Rijksgebouwendienst

de rijksgebouwendienst zorgt voor duurzame, veilige huisvesting van alle departementen en een groot aantal daaraan verbonden organisaties en diensten. de rijksgebouwendienst is economisch eigenaar van circa 2000 rijkspanden die bij elkaar een unieke en zeer diverse vastgoedportefeuille vormen: departementen, musea, paleizen, rechtbanken, gevangenissen en laboratoria.

Niet alleen ontwikkelt en onderhoudt de Rijksgebouwendienst deze portefeuille: wij tonen ook een voorbeeldrol namens het Rijk. De Rijksgebouwendienst heeft dus oog voor kwaliteit en streeft waar mogelijk naar architectonisch hoogstaande gebouwen, die stedenbouwkundig een verrijking zijn voor de plek waar ze staan. De Rijksgebouwendienst onderhoudt een belangrijk deel van het nationale culturele erfgoed en zorgt ervoor dat dit passend gebruikt wordt of opengesteld wordt voor een breed publiek. Daarnaast is de Rijksgebouwendienst in Nederland ook de grootste opdrachtgever voor beeldende kunst. De Rijksgebouwendienst beheert en ontwikkelt de grootste vastgoedportefeuille van het Rijk; bij elkaar zeven miljoen m2 vloeroppervlak waarvan zeventig procent in eigendom. Van de 2000 objecten in onze voorraad hebben er zo’n 350 (één miljoen m2) een monumentstatus. 3,9 Miljoen m2 is kantoor, dat is tien procent van de totale kantorenmarkt in ons land, en 1,2 miljoen m2 wordt gebruikt als penitentiaire inrichting. Wij verzorgen de huisvesting van alle ministeries en de daaraan verbonden agentschappen en van enkele andere publieke instellingen, waaronder de Belastingdienst en de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND). Ook de huisvesting van de Hoge Colleges van Staat (de Eerste en Tweede Kamer, de Hoge Raad en de Raad van State), van het Koninklijk Huis en van enkele belangrijke internationale organisaties in Den Haag is in onze handen. En we zijn

verantwoordelijk voor de huisvesting van enkele tientallen Rijksmusea. Denk daarbij aan het Kröller-Müller Museum op de Hoge Veluwe, het Openlucht Museum in Arnhem en alle grote musea in Leiden. Onze gebouwen vormen de kern van ons werk. Grote zorg besteden we dan ook aan opdrachtverlening en projectbegeleiding. De Rijksgebouwendienst maakt gebruik van de nieuwste ontwikkelingen en technieken als het gaat om bijvoorbeeld veiligheid, duurzaamheid, en energiebesparing. Op deze manier zijn wij in staat onze gebouwen naar beste inzicht te beheren en te ontwikkelen. Ook vervult de Rijksgebouwendienst een voorbeeldfunctie als het gaat om geïntegreerde contracten en innovatieve opdrachtvormen als publiekprivate samenwerking. Onderdeel daarvan zijn de contracten die het ontwerp (design), het bouwen (build), de financiering (finance), het onderhoud (maintain) en gebruik (operate) omvatten. In totaal zijn ongeveer 900 mensen in dienst bij de Rijksgebouwendienst. Het merendeel van hen werkt vanuit de centrale vestiging in Den Haag. Daarnaast zijn er vestigingen in Arnhem, Eindhoven, Haarlem en Groningen. Organisatorisch is de dienst verdeeld in vier lijndirecties (Advies & Architecten, Projecten, Vastgoed en Beheer) en een directie Bedrijfs- en Bestuurszaken (in oprichting).

07


8

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010


‘Departementen wordt steeds meer geacht te werken volgens standaarden die voor de hele rijksdienst gelden.’ ben van den berg Programmadirecteur Masterplan kantoorhuisvesting Den Haag

‘Standaardisatie van de secundaire processen leidt tot flexibilisering van het primaire proces.’ siep eilander

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

strategie politiek overzicht

Directeur Faciliteiten-, Huisvesting- en Inkoopbeleid Rijk

09


Daadkrachtig optreden voor het rijk als geheel

10

Het directoraat-generaal Organisatie Bedrijfsvoering Rijk werd in 2008 in het leven geroepen als onderdeel van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Voor de Rijksgebouwendienst een prettige ontwikkeling, omdat daarmee een organisatie ontstond waarin het rijkshuisvestingsbeleid wordt voorbereid en die daarover met de departementen het overleg voert. Prettig omdat de gremia die tot dan toe bedoeld waren voor deze beleidsvoorbereiding niet optimaal functioneerden. Nu sprake is van het opstellen van een overkoepelende huisvestingsstrategie voor de hele rijksoverheid, blijkt het voordeel van de samenwerking tussen DGOBR en de Rijksgebouwendienst; zij trekken op als elkaar versterkende partners. ‘We werken met elkaar aan een nieuwe manier van huisvesten in Rijkskantoren en daarmee dragen we bij aan de vernieuwing van de rijksdienst’, steekt Ben van den Berg van wal. ‘Dit is al ingezet onder het Kabinet Balkenende en met de komst van het Kabinet Rutte is dit verder uitgebouwd in het programma Een Compacte Rijksdienst. Daarin speelt huisvesting een centrale rol.’ Verschillende ministeries zijn samengevoegd tot één departement en er is sprake van het delen van huisvesting in rijkskantoren. Tot voor kort een heilig huisje, meent Van den Berg. ‘Onbestaanbaar was het dat je de hoofdvestiging van je departement deelde met een ander. Hierin ontstond verandering, toen de ministeries van Economische Zaken en Landbouw een paar jaar geleden besloten één gebouw te gaan delen.’ Het bracht de bal aan het rollen. Kon er niet op meerdere terreinen tot samenwonen worden overgegaan? Zo raakten de ministeries gewend aan het idee achter een nieuwe strategie van rijkshuisvesting. ‘Een wonderlijke speling van het lot is dat enkele ministeries die onder één dak geplaatst zouden worden, zijn samengevoegd tot één departement’, vertelt Siep Eilander (directeur Faciliteiten-, Huisvesting- en Inkoopbeleid Rijk). ‘Dit was op zichzelf niet het hoofddoel van onze huisvestingsstrategie maar het toont wel aan dat de vastgoedportefeuille flexibeler kan worden aangewend.’

Standaardisatie voor flexibilisering De reden achter de strategie is het bundelen van krachten om primaire processen optimaal te bedienen. Eilander stelt dat veel processen identiek zijn. ‘Alle ministeries beschikken over bijvoorbeeld ict-diensten, facilitaire zaken en inkoop. Door bij elkaar te gaan zitten, maak je minstens al gebruik van dezelfde kabelgootjes. Het heeft geen zin meerdere ondersteunende diensten te bieden als je bij elkaar in één gebouw zit. Je kunt gezamenlijk gebruik maken van bijvoorbeeld dezelfde facilitaire ondersteuning. Daarmee kun je veel efficiënter en goedkoper werken.’ Juist bij de overgang van het ene kabinet naar het andere, politiek een natuurlijk moment om de verdeling van portefeuilles onder de loep te nemen, bleek altijd het

rijkshuisvesting is doelmatig en flexibel, en ondersteunt medewerkers adequaat terwijl zij kunnen werken in een prettige omgeving. manco van departementale diversiteit. Eilander: ‘Als onderdelen overgeheveld werden, liepen we altijd tegen praktische problemen op. Andere ict-systemen, facilitair verschillend opgezet. Standaardisatie van de secundaire processen leidt tot flexibilisering van het primaire proces. En huisvesting is daarin een belangrijk onderdeel.’ Vanuit huisvesting worden andere standaardisatiestappen ineens logisch. En daar heeft de overheid in den brede profijt van. Voor Van den Berg raakt dit de kern van de vernieuwde vastgoedstrategie wat de kantorensector betreft: ‘Ik versta hieronder: ondersteunen van het primaire proces door te streven naar standaard verzamelkantoren zodat ambtenaren overal flexibel geschikte werklocaties kunnen kiezen. Deze locaties liggen op strategische plekken in het land, zodat er zo veel mogelijk gebruik van gemaakt wordt. Voor specifieke gebouwen geldt dat ook daar de huisvesting het primaire proces ondersteunt, maar soms tot maatwerk leidt. Een zout-

strategie

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

ben van den berg & siep eilander


politiek overzicht

Nieuwbouw, eigendom of huur De vastgoedstrategie heeft ook gevolgen voor nieuwbouwprojecten of nieuwe inhuur op de markt. ‘Wij bouwen of huren niets zonder dat er een solide businesscase onder ligt’, stelt Eilander. ‘Wel verandert het gebruik van onze gebouwen. We maken ze flexibeler en hebben minder gebouwen nodig. We werken met zuiniger normen. Dat verandert de aard van de nieuwbouw of de inhuur. Maar de businesscase kan uitwijzen dat eigendom op de lange termijn voordeliger is dan huur. Weten we zeker dat we op een locatie tot in lengte van dagen blijven, zoals in de residentie of in het midden van het land, dan kun je met die wetenschap soms wel verantwoord investeren in nieuwbouw.’ ‘Nieuwbouw zoals voor Justitie en Binnenlandse Zaken kunnen we in hoge mate realiseren met gestandaardiseerde pakketten voor de inrichting’, vertelt Van den Berg. ‘Daarmee zijn de gebouwen zelf dus zeer flexibel. Maar neem nieuwbouw voor bijvoorbeeld de Hoge Raad, dat is deels een specifiek gebouw met een primair proces dat mede de inrichting bepaalt. Daar rechtvaardig je nieuwbouw met de wetenschap dat er altijd een Hoge Raad zal zijn en dat zij dus een specifiek pand voor hun specifieke werkprocessen nodig heeft. Maar dat zo nodig op langere termijn kan worden verbouwd voor andere gebruikers.’

Standaardkaders Afwegingen over nieuwbouw of nieuwe inhuur op de markt worden nu in essentie één-op-één tussen de Rijksgebouwendienst en de klant genomen. Sturing op leegstand en standaardisatie zit volgens Eilander te weinig in het huidige huisvestingsstelsel. ‘Daar zullen we een zwaarder accent op leggen in een aanpassing van dat stelsel, die te verwachten is na de evaluatie van het stelsel die in 2010 uitgevoerd is.’ De klant is koning en betaalt wat hij wil hebben, is verleden tijd volgens de heren. ‘Men wordt steeds meer geacht te werken volgens standaarden voor kantoren die voor de hele rijksdienst gelden’, een omwenteling in het denken die volgens Van den Berg heel snel opkomt. Het is op dit terrein dat de Rijksgebouwendienst en DGOBR juist samen optrekken. De Rijksgebouwendienst is echt de toeleverende en uitvoerende dienst en DGOBR ondersteunt beleidsmatige beslissingen. Eilander: ‘Wij organiseren besluitvorming op strategisch niveau, terwijl de Rijksgebouwendienst input levert voor de discussie en de uitvoering doet.’ Voor de participanten is het spel dat leidt tot de rijksbrede huisvestingsstrategie transparanter geworden, stellen Van den Berg en Eilander tot slot. ‘De processen zijn anders georganiseerd dan enkele jaren geleden. Vanaf de initiatieffase stemmen we samen af met alle departementen. Zij willen zelf ook steeds meer betrokken zijn omdat het gaat om grote besparingsmogelijkheden. Dat leidt tot veel betere resultaten omdat we samen daadkrachtig optreden op het gebied van huisvesting.’ Een winstpunt voor het rijk.

‘de rijksgebouwendienst is echt een toeleverende en uitvoerende dienst en dgobr ondersteunt beleidsmatige beslissingen.’

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

loods bouw je op de plek waar Rijkswaterstaat die nodig heeft.’ Rijksverzamelkantoren leiden tot minder vierkante meters kantoor en tegelijk tot een hogere bezettingsgraad waarin plaats is voor plaats- en tijdongebonden werken. En daarmee levert de huisvesting ook een belangrijke bijdrage aan de financiële taakstellingen waartoe de regering heeft besloten. Eilander is het hiermee eens: ‘Verschillende ontwikkelingen komen hier bij elkaar. Als gevolg van de taakstellingen zullen er minder rijksambtenaren zijn en ook de trend van het nieuwe werken doet een lager beroep op huisvesting. Er is dus minder behoefte aan vierkante meters, maar dan wel op een manier die niet alleen kostenefficiënt is maar ook flexibel en ondersteunend zodat medewerkers adequaat kunnen werken in een prettige omgeving.’

11


12

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010


rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

RIJKSMUSEUM VAN OUDHEDEN (LEIDEN) Aan het Rapenburg, ĂŠĂŠn van de bekendere grachten in Leiden, ligt het onderkomen van het Rijksmuseum van Oudheden. Het hoofdgebouw wordt gevormd door het zeventiende-eeuwse Hof van Zessen, een complex in drie delen rond een centrale binnenplaats. De binnenhof is tussen 1977 en 1979 overdekt met een door vier pilaren gedragen dak naar ontwerp van architect A.J.H.M. Haak. In het kader van het Deltaplan Cultuurbehoud vindt eind twintigste eeuw een ingrijpende aanpassing van het museum plaats door bureau Greiner Van Goor Architecten. In 2010 werkt het museum aan een nieuwe tentoonstellingsruimte over de Archeologie van Nederland. Een flitsende helwitte golf, onderbroken door glazen vitrines, laat 300.000 jaar geschiedenis van ons land zien aan de hand van ruim 2.000 voorwerpen.

13


14

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010


‘We zochten een systeem waarmee we een factuur nooit meer uit het oog verliezen.’ mirjam geraets Strategisch implementatiemanager

‘Een termijnoverschrijding omdat we ons werk niet goed of snel genoeg doen is er niet meer bij.’ rené van der weijden

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

digitalisering procesmanagement relatiebeheer

Senior medewerker financiële administratie

15


Ons betalingsverkeer is vergaand gestroomlijnd

16

Op de computer schiet het ene na het andere invulscherm voorbij. Welke facturen er bij de Rijksgebouwendienst in behandeling zijn, wat de status van de rekeningen is en wie ze in behandeling heeft. Voor wie toegang heeft tot deze beveiligde omgeving is het in een paar simpele klikken duidelijk. Mirjam Geraets en René van der Weijden zijn er trots op dat de facturatie binnen de Rijksgebouwendienst vergaand gestroomlijnd en gedigitaliseerd is. Al zijn ze nog niet klaar. ‘In 2010 hebben we hard gewerkt aan het definitieve sluitstuk van de vereenvoudiging van onze financiële administratie’, vertelt Geraets. ‘We werken aan de laatste testen van ons betalingssysteem om het leveranciers mogelijk te maken hun facturen elektronisch in te dienen.’ Vanaf dat moment kan elke leverancier zijn facturen via Logius versturen. Logius is de dienst van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties die overheidsbrede ICT-oplossingen en standaarden beheert. De elektronische factuur is zo’n middel dat alle overheidsdiensten moeten implementeren om de communicatie tussen de overheid en het bedrijfsleven te vereenvoudigen. Van der Weijden: ‘E-facturen maken de betalingsstroom sneller omdat facturen direct bij de behandelende medewerkers binnenkomen. Fysieke facturen komen nu via de postkamer binnen. Na een eerste behandeling gaan ze naar de afdeling. Daarna komen ze bij ons terug om te worden ingelezen. Daarna controleren we de scans op kwaliteit en volledigheid en worden niet herkende gegevens aangevuld. Tot slot worden ze verzonden naar de goedkeurder. Een traject waar maximaal vijf dagen over gedaan mag worden. Met de e-factuur besparen we een aantal handelingen en zijn we vier dagen sneller.’ Bovendien, vult Geraets aan, ‘leidt werken via Logius ertoe dat leveranciers een standaard aansluiting hebben voor de hele overheid. Zelfs gemeenten kunnen zich erbij aansluiten.’

Terug in de tijd De e-factuur is het sluitstuk van een paar jaar werk. Een krachtproef die in 2006 al begon met de voorzichtige verkenning of de financiële administratie niet eenvoudiger kon. Geraets kreeg de opdracht dit project te leiden. ‘We ontvingen 80.000 facturen per jaar en er ging, enigszins

eufemistisch uitgedrukt, wel eens iets fout. Facturen werden te laat betaald, sommige verdwenen op mysterieuze wijze. Welke grote organisatie heeft er nooit last van gehad?’ Dat moest beter. De Rijksgebouwendienst wilde de afhandeling van facturen goed in de vingers krijgen. De overheid moet immers een betrouwbare partner zijn; stipte betaling is daarvan een onderdeel waarmee de klanten van de dienst weinig te maken hebben, maar de leveranciers die werk verrichten bij die klanten des te meer. Toen in 2008 ook nog de financiële crisis uitbrak, wilde de overheid haar betalingsverkeer zo stipt mogelijk hebben. Dit betekent dat rekeningen binnen dertig dagen betaald moeten zijn. ‘Het kan immers niet zo zijn dat bedrijven in problemen komen, omdat wij niet tijdig betalen’, is Geraets van mening.

de e-factuur is het sluitstuk van een paar jaar werk; een krachtproef die in 2006 begon met de vraag of de financiële administratie niet eenvoudiger kon. Er moest een gebruiksvriendelijk systeem komen omdat er uiteindelijk ongeveer 600 medewerkers mee moesten gaan werken. In één oogopslag moest dus helder zijn wat je moet doen als medewerker. En tegelijkertijd een systeem dat vastlegt wat er met de facturen gebeurt en wie ermee aan het werk is, het moest alarm slaan als er vertraging optrad en het moest in de praktijk al zijn bewezen. ‘Daarom hebben we onder leiding van Pim van der Heijden eerst in kaart laten brengen hoe de financiële afhandeling bij ons tot dat moment verliep, en tegelijk hebben we nagedacht over de vraag aan welke eisen een nieuw systeem moest voldoen.’ Het resultaat is ‘genadeloos’; vanaf het moment dat een factuur geregistreerd wordt, kun je hem nooit meer uit het

digitalisering

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

mirjam geraets & rené van der weijden


procesmanagement relatiebeheer

De oplossing Gekozen is voor een gebruiksvriendelijk systeem dat het aantal stappen tussen binnenkomst van een factuur en de uiteindelijke betaling verkleint en dat voor elke stap een maximale doorlooptijd heeft. Als iemand die doorlooptijd overschrijdt, gaan er alarmbellen rinkelen. ‘Eerst komt de herinnering en als dat niet tot actie leidt, gaat er een bericht naar je meerdere’, vertelt Geraets. ‘Nou, dat vindt niemand leuk.’ Het gekozen systeem wordt eerst uitgebreid getest. Medewerkers vanuit alle vestigingen van de Rijksgebouwendienst draaien mee in een proef van zes weken. Iedereen is enthousiast en begin 2009 wordt de knoop doorgehakt; de Rijksgebouwendienst gaat over. Dat leidt tot een aantal veranderingen. Zo komen vanaf dat moment alle facturen binnen in Den Haag en niet meer op de afzonderlijke vestigingen. Facturen gaan nog maar over drie schijven voordat tot betaling wordt overgegaan: de crediteur, de beoordelaar en de verificateur. Als zij alle drie hun akkoord geven, wordt de rekening voldaan. Een enorme winst qua tijd, efficiency en effectiviteit. Van der Weijden: ‘Sinds de invoering van het systeem betalen we meer dan negentig procent van de facturen keurig binnen de termijn. En in de andere gevallen is er iets bijzonders met de factuur waardoor we niet tijdig kunnen betalen. Een termijnoverschrijding omdat we ons werk niet goed of snel genoeg doen is er niet meer bij.’ En nu wordt als laatste stap dus de e-factuur ingevoerd. De Rijksgebouwendienst is er klaar voor. Op 1 januari 2011 kon de dienst al e-facturen ontvangen, alleen wilde het projectteam uitvoerig getest hebben hoe de elektronische rekening via Logius werkt vóór leveranciers gevraagd wordt ermee te gaan werken. Het nu al vergaand gestroomlijnde betalingssysteem van de Rijksgebouwendienst zal dan nog een laatste stap zetten in serviceverlening aan de leveranciers. Van der Weijden: ‘Dit alles leidt buiten het zicht van de klant om tot verbetering van onze dienstverlening. Maar beter service

levert ook onze klant voordeel op. Immers: we zijn efficiënter, sneller en dus goedkoper voor hen.’

sinds de invoering van het systeem betaalt de rijksgebouwendienst ruim negentig procent van de facturen op tijd; in de andere gevallen is er iets bijzonders aan de hand.

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

oog verliezen tot het moment waarop hij betaald is. Dat scheelt heel veel interne discussies. Zoekraken is er niet meer bij.

17


18

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010


rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

JACHTHUIS SINT HUBERTUS (HOENDERLOO) In nationaal park De Hoge Veluwe ligt Jachthuis Sint Hubertus, gebouwd tussen 1915 en 1920 naar ontwerp van H.P. Berlage. Het jachthuis, qua gebouwtype al een uitzonderlijke opdracht in ons land, is een Gesamtkunstwerk van de befaamde architect. Gebouw, meubilair en interieurdetails zijn van zijn hand. Het is voorzien van voor die tijd uiterst moderne snufjes, zoals waterleiding, elektriciteit, centrale verwarming en een centrale stofzuiginstallatie. De ontwerpideeĂŤn van Berlage zijn onbekrompen verwezenlijkt in het jachthuis, waarmee het topmonument een uitzonderlijke exponent in zijn oeuvre is. In het huis worden op gezette tijden rondleidingen verzorgd. Omdat het beheerdersechtpaar in het pand woont, zijn niet alle ruimten te bezichtigen. Zo is de keuken off limits voor bezoekers.

19


20

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010


‘Je wilt niet een sausje van duurzaamheid over je project uitgieten. Je wilt het idee omarmen.’ angelia zeegers Technisch coördinator aanbesteden Expertise Centrum Aanbesteding

‘De gezondheid en het welzijn van medewerkers valt ook onder het begrip duurzaamheid.’ emmely de kruijff

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

duurzaamheid innovatie geïntegreeerde contracten

Adviseur duurzaamheid en comfort

21


Impliciete impuls tot innovatie en duurzaamheid angelia zeegers & emmely de kruijff

22

Zeegers vindt dat duurzaamheid in de breedste zin van het woord bekeken moet worden. Het gaat haar niet alleen om groene stroom of milieuvriendelijk geproduceerd printerpapier. ‘Dat is wel belangrijk, maar duurzaamheid kan zoveel meer zijn’, stelt ze. ‘Want de gezondheid en het welzijn van medewerkers valt er net zo goed onder’, valt De Kruijff haar bij. ‘Het vermijden van ziekte, een prettige temperatuur en een goede luchtkwaliteit zijn allen onderdeel van wat wij onder duurzaamheid verstaan.’ Hiermee raken de dames aan het primaire proces van klanten van de Rijksgebouwendienst; prettig werken in een gezonde omgeving leidt tot een hogere productiviteit van medewerkers. Zeegers: ‘Door de gehele keten van producten te bekijken en stil te staan bij de impact die zij hebben op de mensen die in onze gebouwen werken, kunnen we een duurzaam verschil maken.’

Stimulans Zet daar het begrip innovatieve contracten naast. Deze contractvorm integreert de bouw van een pand en de exploitatie ervan tot één geheel. In opdracht van de rijksoverheid neemt een consortium van samenwerkende partijen ontwerp, financiering, bouw, onderhoud en uitbating van een pand voor zijn rekening. De rijksoverheid verplicht zich dit pand voor een vooraf vast te stellen periode te gebruiken – meest gangbaar op dit moment is

25 jaar. Hier tegenover staat een vaste vergoeding. ‘Wij stimuleren de markt hiermee tot integraal nadenken over vragen als het ontwerp in relatie tot onderhoud en exploitatie’, licht Zeegers toe. ‘Daarbij schrijven we geen oplossingen voor (u dient de luchtafvoer op te hangen met bouten M10) maar prestaties (u zorg ervoor dat de lucht in het pand schoon is). Het gebouw moet een vooraf duidelijk omschreven functionaliteit hebben; hoe het consortium dat voor elkaar krijgt, is aan hen.’ Volgens De Kruijff zit hierin een impliciete impuls tot innovatie en duurzaamheid: ‘Het consortium kan de winst vergroten door duurzame producten te kiezen. Zo is een natuurste-

de financiële prikkel van innovatieve contractvormen zorgt ervoor dat innovaties die nu nog niet te voorspellen zijn, straks toch toegepast gaan worden. nen vloer duurder om te leggen, maar in onderhoud veel goedkoper. Nu je bouw en exploitatie bij elkaar zet, kan het consortium geld besparen door te kiezen voor die duurzame vloer. De vergoeding blijft gelijk, maar ze geven minder geld uit aan onderhoud. En dus houden ze netto meer over.’ De angst dat nu nog niet te voorspellen is welke duurzame oplossingen er over twintig jaar ontdekt worden, delen de dames niet. Zij gaan er zonder meer vanuit dat die oplossingen beter zijn: ‘Dat is voortschrijdende techniek.’ Door gewenste prestaties te beschrijven, blijft het voor het consortium interessant nieuwe oplossingen te verkennen. Hij is er vrij in nieuwe technieken toe te passen als deze leiden tot betere prestaties tegen lagere kosten. ‘Daar hebben het consortium en de overheid beide profijt van. Zij kunnen goedkoper werken en wij krijgen betere prestaties. Die financiële prikkel zorgt ervoor dat innovaties die we nu nog niet kunnen voorspellen straks toch toegepast gaan worden.’

duurzaamheid

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

Golvende azuurblauwe lijnen, wuivende palmen en een warm voorjaarszonnetje dat door de ruiten heen prikt. Een idyllisch plaatje in het zuiden van Spanje zou het kunnen zijn. Pas als de blik afdwaalt, ontwaart het oog rijen en rijen werkkamers. Ruimten in één van de grootste kantoren van ons land. Dit is de exotisch klinkende Moorse Tuin, een met dik glas overkapte binnenplaats in het rijkskantoor aan de Rijnstraat 8 in Den Haag. Twee goedlachse dames zijn in gesprek over duurzaamheid en innovatieve contractvorming. Begrippen die in eerste oogopslag los van elkaar staan maar die Angelia Zeegers (technisch coördinator aanbesteden) en Emmely de Kruijff (adviseur duurzaamheid en comfort) met groot gemak aan elkaar koppelen. De link zit in hun ogen in ‘het primaire proces van de klant; beide kunnen dat proces heel goed ondersteunen.’


De Rijksgebouwendienst werkt nu enkele jaren met publiekprivate samenwerking – de meest gangbare term voor innovatieve contractvormen. Het gerenoveerde ministerie van Financiën is alweer even in gebruik, in Doetinchem wordt een nieuw Belastingkantoor opgeleverd en in Groningen wordt de nieuwbouw voor de Dienst Uitvoering Onderwijs en de Belastingdienst via pps gerealiseerd. En er staan meer pps-projecten op de rol. Ook voor de renovatie van het pand waarin de dames hun gesprek nu voeren, wordt gekeken naar pps. Hierbij wil de Rijksgebouwendienst een poging doen de eerste renovatie uit te voeren waarin zoveel mogelijk elementen van Cradle to Cradle (C2C) meegenomen worden. Dat betekent dat zoveel mogelijk bouwmaterialen en voorzieningen voor de exploitatie volledig hergebruikt moeten kunnen worden. Simpel gesteld: het afval is grondstof voor nieuwe producten. De Kruijff: ‘Alleen is C2C niet eerder toegepast op niveau van een gebouw. Er zijn wel producten bekend volgens het C2C-principe, maar met tapijt van Desso en een Steelcase stoel ben je er nog niet.’ Het zette de Rijksgebouwendienst aan tot een boeiend gedachte-experiment: hoe kun je een renovatie werkelijk duurzaam maken als de randvoorwaarden waaraan je wilt voldoen niet doorgevoerd zijn op alle fronten waarop je het wilt toepassen? Het gaat erom te ontleden wat de filosofie achter C2C is om op basis daarvan te komen tot prestatie-eisen die tot de gewenste renovatie leiden. In de woorden van Zeegers: ‘Je wilt niet een sausje van duurzaamheid over je project uitgieten. Je wilt het idee omarmen; dus wil je een prestatiegerichte beschrijving van je wensen.’ Bijvoorbeeld: beschrijf aan welke prestaties de toegepaste materialen en producten moeten voldoen. De Kruijff: ‘We kijken naar producten die volgens het C2C-principe vervaardigd worden. De normen die voor die producten gelden, vertalen we naar de eisen die we stellen. We vragen niet naar het keurmerk, we vragen aan te tonen dat voldaan wordt aan de eisen die achter het keurmerk schuilgaan.’

Zeegers en De Kruijff besluiten hun gesprek in de exotische tuin. Zij zien een voortrekkersrol voor de Rijksgebouwendienst als het gaat om innovatieve contracten en duurzaamheid. ‘Pps zet consortia aan tot slimme oplossingen die de werkprocessen in onze gebouwen optimaal ondersteunen. Duurzaamheid is een manier om gezondheid en welzijn van medewerkers te stimuleren en tegelijk milieuvriendelijke maatregelen te treffen.’ De combinatie van die twee prikkelt de markt tot bijzondere en creatieve oplossingen. En onze samenleving mag erop vertrouwen dat de overheid die stimulerende rol op zich neemt.

hoe kun je een renovatie werkelijk duurzaam maken als de randvoorwaarden waaraan je wilt voldoen niet doorgevoerd zijn op alle fronten waarop je het wilt toepassen?

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

innovatie geïntegreeerde contracten

Rijnstraat

23


24

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010


rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

SPECIAL TRIBUNAL FOR LEBANON (LEIDSCHENDAM) Rgd-architect Ruud ten Hove ontwerpt in 1993 een nieuw onderkomen voor de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst (AIVD) in Leidschendam. In de basis is het pand een door een gracht omringde vierkante doos. De AIVD verlaat het pand in 2007 en begin 2009 komt het Libanon Tribunaal, dat de verdachten van de aanslag op oud-premier Hariri van Libanon berecht, in beeld als nieuwe gebruiker. Architect Piet Grouls (Architecten van Mourik) transformeert de sportzaal tot zittingzaal. Een publieke tribune, beveiligd met akoestisch glas, biedt uitzicht op de zaal. In het oog springen de vierkante suede-look panelen op de wanden. Deze garanderen een gedempte akoestiek waardoor zelfs gefluister hoorbaar blijft. Bijzonder is verder dat dit tribunaal papierloos werkt; overal zijn aansluitingen voor laptops en de zittingen zijn via beeldschermen te volgen.

25


26

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010


‘Ongeoorloofde ingrepen zijn de grootste risico’s bij het waarborgen dat de installaties ook echt optimaal blijven functioneren.’ lenny roseleur Projectleider FCIB

‘FCIB is het controleren en optimaliseren van de werking van klimaatinstallaties. Direct aansluitend wordt die verbeterde werking geborgd door Continu Monitoring.’ gerard wortman

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

onderhoud kennisoverdracht integrale inspecties

Senior projectleider duurzame huisvesting

27


Beter comfort en minder energiegebruik lenny roseleur & gerard wortman

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

Energie hoofddoel

28

Ondanks het betere comfort, is energiebesparing het uitgangspunt van het programma. Ze zouden zichzelf dus tegenspreken, als Wortman en Roseleur geen praktische redenen voor deze insteek zouden hebben: ‘De rijksoverheid had grote behoefte aan een programma dat zich richt op energiebesparing. Toen er gedachten opkwamen een normeringsysteem voor energiebesparing op te zetten, gaf directeur-generaal Peter Jägers aan dat hij daarop niet wilde wachten. De Rijksgebouwendienst moest de handdoek alvast oppakken.’ Zo geschiedde. De eerste vraag die gesteld werd, was waar snel veel winst te behalen was. Daarmee richtte de blik zich op bestaande installaties. Een traditionele bron van ergernis bij werknemers. Waren die machines wel goed

afgesteld? En zo niet, kon daar niet enorm veel besparing gerealiseerd worden? Onder andere in het ministerie van Buitenlandse Zaken werden proeven gedaan. Onder het toeziend oog van de Rijksgebouwendienst werden de installaties in het pand gecontroleerd en daaruit bleek dat grote besparingen inderdaad mogelijk waren. Van de energiedoelen die de overheid zichzelf stelt (in 2020 moet 25 procent minder energie gebruikt worden dan in 2008) leek de Rijksgebouwendienst bijna een derde te kunnen halen via slim inregelen van bestaande installaties. Roseleur: ‘Door energiebesparing tot hoofddoel van FCIB te maken, was in korte tijd een omvangrijk programma op te zetten waarin we vier miljoen van de zeven miljoen vierkante meter vloeroppervlak in onze portefeuille konden aanpakken.’

we gaan uit van de bestaande, in een pand aanwezige, klimaatinstallatie. die laten we efficiënter functioneren. Niet alles Zoals Roseleur aangeeft, wordt niet de hele portefeuille van de Rijksgebouwendienst aan FCIB onderworpen. In de eerste plaats moet een pand voor langere tijd in beheer blijven bij de dienst, legt Wortman uit. Evenmin wordt het programma toegepast op panden die op korte termijn ingrijpende veranderingen als een renovatie of uitbreiding ondergaan. Daar worden de relevante onderdelen van FCIB in het project zelf meegenomen. Ook de kleinere panden worden niet meegenomen in het programma. Wortman: ‘De helft van onze panden is kleiner dan duizend vierkante meter. Bij elkaar genomen zijn zij goed voor drie procent van het totale energiegebruik in onze portefeuille. Het is onrendabel deze panden op te nemen in het programma.’ De verwachting is dat na afronding vanaf 2016 tien tot vijftien procent energiebesparing te realiseren is op objectniveau via FCIB. ‘Dat is omgerekend naar de totale

onderhoud

Functioneel controleren inregelen en beproeven heet het programma, inmiddels ook algemeen bekend onder de afkorting FCIB. Waar het om gaat? Gerard Wortman, senior projectleider duurzame huisvesting, houdt het graag simpel: ‘Controleren en optimaliseren van de werking van klimaatinstallaties, waarna die verbeterde werking geborgd wordt.’ De borging geschiedt direct aansluitend door Continu Monitoring. Dat leidt tot energiebesparing en dat zit er zeker achter. ‘We richten ons in het werk wel op Triple P’, stelt Wortman. ‘In ons werk staan dus people, planet en profit centraal als het gaat om duurzaamheid. We bekijken het ook echt in die volgorde: de mens staat voor ons op de eerste plaats. Vanuit dat perspectief bezien, is het motief achter FCIB verminderen van het aantal klimaatklachten.’ Brandende ogen, droge keel, te heet of te koud. Iedereen die ooit in een kantoor gewerkt heeft, kent deze en andere klachten wel. Het mooie van het programma FCIB is dat met relatief eenvoudige ingrepen heel veel bereikt kan worden. Projectleider FCIB Lenny Roseleur verklaart: ‘We gaan uit van de bestaande, in een pand aanwezige, klimaatinstallatie. Die laten we efficiënter functioneren. Dat leidt zowel tot energiebesparing als comfortverbetering voor de medewerker. Een installatie die optimaal functioneert, voorziet immers in een beter kantoorklimaat en dus in minder klachten.’


Er is nog altijd een vrij grote hoeveelheid gebouwen te controleren. Die vier miljoen vierkante meter staat gelijk aan ongeveer 500 panden. Daarom is er een onderscheid gemaakt in wie als eerste aan de beurt is. Na de initiële proef is bij een klein aantal klanten direct gestart met het programma. Deze kopgroep bestond uit organisaties die bij voorbaat wilden participeren in FCIB. Zij zijn in 2010 allemaal gecontroleerd. Via aanbesteding werden twee aannemers gecontracteerd die zowel qua bedrijfsomvang als disciplines die zij in huis hebben, in staat zijn FCIB uit te voeren. Vervolgens stelden zij een rapport op waarmee de installateur voor dagelijks onderhoud de aanpassingen doorvoert. ‘Dat klinkt misschien vreemd’, erkent Wortman: ‘Maar het is logisch. We werken met vaste installateurs voor dagelijks onderhoud. Zij moeten precies weten hoe een installatie werkt en wat ermee gebeurt. Als een andere partij de aanpassingen in het kader van FCIB doorvoert, heb je daarna grotere kans op problemen met de verantwoordelijkheid voor de werking van het geheel.’ Om diezelfde reden mag na het opnieuw inregelen alleen nog het erkende monitoringbedrijf aan de machinerie zitten. Het risico dat iemand de installatie wederom verkeerd bedient is groot. ‘Als je niet precies weet hoe zo’n installatie als geheel functioneert, voer je al snel foute veranderingen door.’ Roseleur is het daarmee eens: ‘Onkundigheid en ongeoorloofde ingrepen zijn de grootste risico’s bij het waarborgen dat de installaties ook echt optimaal blijven functioneren na onze aanpassingen.’ Nu de kopgroep gecontroleerd en opnieuw ingeregeld is, is het tijd voor het peloton, zoals Wortman en Roseleur het noemen. De objecten in dat peloton zullen in drie tranches onder de loep genomen worden. De driedeling is gebaseerd op het gebruik van de panden en waar het snelst de grootste resultaten geboekt kunnen worden. In de eerste tranche zitten panden die een 24-uursfunctie hebben,

zoals gevangenissen. Zij gebruiken de meeste energie en leveren potentieel de grootste besparing op. Daarna zijn de overige panden met een speciale bedrijfsvoering aan de beurt (musea, laboratoria, rechtbanken). Tot slot worden de kantoren aan een inspectie onderworpen. Voor de eerste tranche uit het peloton is eind 2010 de aanbesteding gepubliceerd.

de verwachting is dat vanaf 2016 acht procent energiebesparing ten opzichte van 2008 te realiseren is via fcib op voorraadniveau.

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

kennisoverdracht integrale inspecties

portefeuille ongeveer acht procent’, stelt Roseleur. ‘Voor de klant is dat goed nieuws, want voor hen betekent dit ook een enorme besparing in hun energiekosten. Een besparing die zich al vrij snel terugverdient ten opzichte van de investering voor FCIB.’

29


30

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010


PALEIS HET LOO (APELDOORN) Het wijds opgezette buitenverblijf Paleis Het Loo werd vanaf 1685 gebouwd voor prins Willem III door Jacob Roman. De decoraties zijn ontworpen door architect DaniĂŤl Marot. Het complex is meerdere keren verbouwd en gerenoveerd, waarbij de oorspronkelijke opzet en daarmee het zeventiende-eeuwse karakter ervan op veel plekken onherkenbaar veranderd was. De meest recente restauratie heeft dit verregaand gereconstrueerd. EĂŠn van de elementen die bij deze restauratie zijn hersteld, zijn de oorspronkelijke rustplaatsen in de paleistuin. Deze kwamen in juni 2009 gereed. Sporen van de rustplaatsen, die de afsluiting van de Boventuin vormden, werden in 2003 bij archeologisch onderzoek ontdekt. Zo trof men de oorspronkelijke waterleidingbuizen uit 1693 aan, alsmede fundamenten. Deze vormden samen met prenten en historische beschrijvingen het uitgangspunt voor het herstel.

31


32

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010


‘De krabbel “Prima” van de minister gaf een geweldige kick.’ pieter stelling Assetmanagement

‘De aankoop van de Rechtbank Rotterdam had zichtbaar effect op ons EMU saldo.’ daniëlle swart

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

vastgoed portefeuillestrategie efficiency

Concerncontrol

33


Geweldig om zo’n besparing te realiseren

34

Het markante complex ligt vrij dominant in beeld voor wie vanaf de noordoever naar het icoon van de stad kijkt. Direct achter de elegante knik van de Erasmusbrug ligt het roodbakstenen onderkomen van de Rechtbank Rotterdam. Het U-vormige complex, dat de Wilhelminahof is gedoopt, deelt de Rechtbank met de Belastingdienst. De groene puist rechtsvoor de massieve rode muur is het zalencomplex dat de Rechtbank exclusief tot haar beschikking heeft. Sinds eind 2010 is deze Rechtbank eigendom van de Rijksgebouwendienst. Als laatste van een serie van acht is het gekocht van ING Real Estate die de panden tussen 1994 en 2001 realiseerde in opdracht van het Rijk. Pieter Stelling van Assetmanagement vertelt: ‘Eind jaren tachtig concludeerden we dat de huisvesting van de rechterlijke macht onder de maat was. Om hier wat aan te doen, bedachten we het programma JR-120, waarin Justitie en de Rijksgebouwendienst samenwerkten om de huisvesting van de rechterlijke macht in ons land op orde te krijgen. Het was crisis en de overheid had er op dat moment geen geld voor. ‘Dus kozen we er begin jaren negentig voor het programma met geld van ING Real Estate en anderen te laten uitvoeren. Volgens de specificaties gingen zij bouwen en financieren, wij werden huurder met langdurige huurcontracten.’ Toentertijd was deze constructie de enige manier om de nieuwbouw voor de rechtspraak ook echt van de grond te krijgen. Maar het is achteraf de vraag of dit financieel ook de beste oplossing was. Stelling: ‘Financieel is het in het algemeen voordeliger een gebouw in eigendom te hebben dan het te huren als je weet dat het langdurig in gebruik zal zijn.’ Huur wordt één op één vertaald naar de gebruiksvergoeding van de klant; bij koop is deze vergoeding gebaseerd op rente en afschrijvingen. ‘Zeker als je kijkt naar de langere termijn ontstaan verschillen tussen die bedragen. Neem de Rechtbank Haarlem. Hun onderkomen, de Appelaar, hebben we in 2007 aangekocht. In de eerste vijftien jaar na deze koop is de gebruiksvergoeding vijf procent duurder dan bij huur, maar in de vijftien jaar erna is ze twintig procent goedkoper. Omdat we wisten dat we dit gebouw nog minstens dertig jaar zouden gebruiken, was koop dus gunstig.’

Meekijken Het is een ‘simpele’ rekensom. Toch wordt nauwkeurig gecontroleerd of het wel een goede zet is voor het Rijk. Bij een mogelijke aankoop zijn er vier criteria waaraan getoetst wordt: doelmatigheid voor het Rijk (‘is het goedkoper’), financierbaarheid (‘hebben we het geld er wel voor’), marktwaarde (‘is de koopsom marktconform’) en de gebruiksvergoeding (‘leidt de aankoop tot een substantieel lagere gebruiksvergoeding’). Aan al deze voorwaarden kon voldaan worden, waarbij de financierbaarheid nog het spannendst was. Maar ook Financiën was ervan overtuigd dat deze investering zou leiden tot besparingen. En dus ging het ministerie mee. Daniëlle Swart kent de cijfers achter het idee de acht rechtbanken te kopen goed: ‘Als je huur en koop met elkaar vergelijkt, zit er ergens een omslagpunt waarop

financieel is het voordeliger een gebouw in eigendom te hebben dan het te huren als je weet dat het langdurig in gebruik zal zijn. koop voordeliger zal uitpakken. Vastgoed heeft dit rekenwerk verricht en gepresenteerd in een gedegen rapport. De directiecontroller heeft de eerste toets gedaan, maar het is wel een rekensom waar meerdere partijen binnen de overheid mee in moeten stemmen. Het gaat namelijk om verschrikkelijk veel geld.’ ‘Kijk naar de rechtbank in Rotterdam, sowieso de grootste vastgoedtransactie in ons land in 2010. Die is gekocht voor 221,5 miljoen euro. Zulke bedragen hebben merkbaar effect op ons EMU Saldo.’ Daarom moeten twee ministers instemmen: de minister waaronder de Rijksgebouwendienst valt, Binnenlandse Zaken, en de minister van Financiën. ‘Zowel binnen de eigen dienst als bij die twee ministeries kijken de financiële afdelingen mee of wij ons werk wel correct doen. Logisch, want je geeft niet elke dag 220 miljoen euro uit. De samenleving moet

vastgoed

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

pieter stelling & daniëlle swart


portefeuillestrategie efficiency

Op tijd betalen Uiteindelijk worden zeven rechtbanken in 2009 aangekocht en de Rechtbank Rotterdam pas eind 2010. Tijdens de afrondende onderhandelingen over Rotterdam kwam een ontwerpfout in de gevel aan het licht. Onderzoek toonde aan dat de dilatatievoegen in de gevels, die de werking van vocht en warmte compenseren, te smal waren. Daardoor was er te weinig bewegingsruimte voor de gevelvlakken bij het uitzetten. Stelling: ‘We hebben lang onderhandeld over de vraag of ING het herstel van dit gevelprobleem voor haar rekening zou nemen.’ Toen in de loop van 2010 duidelijk werd dat zij de schade zou herstellen, waren er geen belemmeringen meer om tot aankoop over te gaan. Hoewel, Swart weet wel een financiële hobbel: ‘We wilden de Wilhelminahof in 2009 kopen en dus was er in dat jaar geld in de begroting opgenomen. Toen de koop niet doorging in dat jaar, vloeide het geld terug naar de staatskas. De vraag of er überhaupt geld was voor deze koop, moest in 2010 van voren af aan gevoerd worden. Het is nogal wat dat je een aankoop doet die effect heeft op ons begrotingstekort.’ Er is in 2010 dan ook heel wat heen en weer gepingpongd over de vraag of het geld beschikbaar gesteld kon worden. Toen uiteindelijk groen licht kwam om de Wilhelminahof aan te kopen, moest de deal ook in 2010 afgerond worden. ‘Iedereen die mee moest kijken, hebben we van begin af aan bij het proces betrokken. Iedereen heeft keihard gewerkt om de aankoop op tijd af te ronden. Het gaf een geweldige kick toen we de doelmatigheidsberekening van Financiën ontvingen met de krabbel “Prima” van de minister erop. Op 28 december 2010 had ING het geld op de rekening staan en was de deal beklonken. Er heerste op dat moment wel een juichstemming bij alle betrokkenen.’ Nog altijd zijn Stelling en Swart enthousiast. Ze zijn trots dat ze deze deal voor het Rijk hebben kunnen organiseren. Acht strategische panden zijn nu in eigendom van de overheid gekomen. Naast Rotterdam zijn nu de rechtbanken in Alkmaar, Assen, Groningen, Lelystad, Middelburg, Roermond en Utrecht eigendom van de overheid.

Daarmee bespaart de Rijksgebouwendienst op de langere termijn een hoop geld voor het Rijk. Daar komt bij dat de Rijksgebouwendienst een betere controle heeft over wat er met de panden gebeurt. Als eigenaar ben je nou eenmaal nauwer betrokken bij zaken als onderhoud en beheer. Dit in eigen hand krijgen, betekent een grote efficiencywinst. ‘Lekker als je zo’n megatransactie voor elkaar krijgt’, concludeert Stelling.

het gaat om verschrikkelijk veel geld. zulke bedragen hebben merkbaar effect op ons emu saldo.

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

erop kunnen vertrouwen dat dit een zinvolle besteding van belastinggeld is.’

35


36

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010


rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

WALTERBOSCOMPLEX BELASTINGDIENST (APELDOORN) In Apeldoorn staat één van de grootste complexen voor de Belastingdienst van ons land. Dit Walterboscomplex werd gebouwd tussen 1965 en 1975 naar ontwerp van bureaus Zanstra, Gmelich Meijling & De Clercq en Zanstra, De Clercq Zubli, Van den Oever & partners. Begin van deze eeuw volgt een herinrichting gecombineerd met nieuwbouw. Zo verrijzen er twee torens naar ontwerp van Chris de Weijer (DP6 Architecten) en een ondergronds plintgebouw van Neutelings Riedijk. De tuinen rondom het complex zijn openbaar terrein. Hier bevindt zich een indrukwekkende verzameling beeldende kunst. Soms is deze ingenieus verweven met het complex, zoals bij de roestvrijstalen zuilen. Deze bevinden zich in grote waterpartijen en laten daglicht toe in het ondergrondse plintgebouw. De zuilen zijn versierd met reliëfs van draken en waterspuwende maskers van kunstenaar Rob Birza.

37


38

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010


‘De oude glorie wordt in ere hersteld maar we schuwen moderne materialen niet als dit nodig is.’ liesbeth van der pol Partner Dok Architecten

‘Om alle vertrekken op het vereiste museale klimaatniveau te krijgen, was een installatie nodig die groter is dan het pand kan herbergen.’ jan-jaap roeten

Senior projectleider Dok Architecten

‘Door eerlijk te zijn en ons open te stellen, konden we laten zien dat de plannen een verrijking voor gebouw en stad zijn.’ patrick van der lee

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

cultureel erfgoed restauratie architectuur

Projectmanager Rijksgebouwendienst

39


De geest van de zeventiende eeuw waart hier rond liesbeth van der pol, jan-jaap roeten & patrick van der lee

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

Alles in de vloer

40

Is de kap ontworpen door de Belgische architect Laurent Ney, de rest van de verbouwing is naar ontwerp van Dok architecten, het bureau waarvan Liesbeth van der Pol partner is. In de open kantoortuin van het architectenbureau vertelt deze architect, die ook Rijksbouwmeester is, vol vuur over het project: ‘We transformeren het pand tot een hedendaags museum waarin de geest van de zeventiende eeuw doorklinkt. De oude glorie wordt in ere hersteld maar we schuwen moderne materialen niet als dit nodig is.’ Met dat laatste doelt Van der Pol onder meer op de installaties in het vernieuwde museum. Jan-Jaap Roeten, senior projectleider bij Dok, en projectmanager bij de

Rijksgebouwendienst Patrick van der Lee weten er alles van. Roeten: ‘We moesten een klimaatinstallatie inbouwen die voldoet aan de huidige strenge eisen voor musea, terwijl we recht moesten doen aan de monumentaliteit van het pand.’ Iets waar het ontwerpteam goed in is geslaagd, meent Van der Lee: ‘Vaak komen installaties in een verlaagd plafond. Dat wilden we hier juist niet. De schitterende, historische houten balken van de opbouw van de constructie zijn juist een cruciaal element van de historiciteit van het pakhuis. Die wilden we laten spreken. Het ontwerpteam kwam met de oplossing om de kanalen, leidingen en buizen te verwerken op de houten vloeren. Het is voor het eerst dat dit in een museum gebeurt.’ Een met ongeveer 25 centimeter verhoogde vloer herbergt alle techniek die nodig is om de ruimten en de vitrines in de tentoonstellingszalen te klimatiseren. Roeten en Van

de schitterende, historische houten balken van de plafonds zijn een cruciaal element van de historiciteit van het pakhuis. die wilden we laten spreken. der Pol zijn erg trots op die inventieve oplossing, maar makkelijk tot stand kwam ze zeker niet. De oorzaak daarvoor zit in het volume van het pakhuis. ‘Om alle vertrekken op het vereiste museale klimaatniveau te krijgen, was een installatie nodig die groter is dan het pand kan herbergen’, verzucht Roeten. Dat was dus geen optie. Daarom zijn er vitrines bedacht; kleine en grotere. En soms zo groot als een hele zaal, waarmee een doos-indooseffect ontstaan is. Alleen die vitrines worden op museaal niveau gebracht, de rest van het pakhuis moet voldoen aan de veel lagere klimaateisen voor standaard publieke ruimten. Hiermee was een installatie nodig die precies past op een tussendak tussen de dubbele kapconstructie van het dak; voor zowel publiek als voorbijgangers onzichtbaar.

cultureel erfgoed

Een roomwit baken in het staalblauwe water van het Kattenburg. Wie in Amsterdam rijdt over de Prins Hendrikkade of de IJtunnel ingaat, kan niet om het voormalige ’s Lands Zeemagazijn heen. De drie verdiepingen die het robuuste vierkante gebouw kent, lagen vanaf 1656 vol met wapens, kruit en scheepsbenodigdheden voor de nationale marine. Het was stadsarchitect Daniël Stalpaert die alle zijden van het pand voorzag van uitspringende middenpartijen (risalieten) die hij rijkelijk versierde met symbolische beeldhouwwerken van onder meer zeegoden, oorlogstuig en gedenkstenen. Thans huist het Nederlands Scheepvaartmuseum in het oude pakhuis. Of beter gezegd, nu is het bevolkt door bouwvakkers. Zij werken aan een ingrijpende verbouwing die ervoor zorgt dat het monumentale scheepsmagazijn van buiten weer kan stralen. Inwendig brengen ze de oorspronkelijke heldere indeling terug, herstellen ze eindeloze zichtlijnen, zorgen ze dat de antieke balkconstructies in volle glorie pronken en maken ze een moderne klimaatinstallatie die zich aan het zicht onttrekt. De tot bescheidenheid stemmende reusachtige binnenplaats voorzien ze van een kap die qua vormgeving geïnspireerd is op de kompaslijnen van oude zeekaarten. De draagconstructie is innovatief gefundeerd door de constructeurs van de Rijksgebouwendienst, Jan Kraak en Jurgen Hielema in het bijzonder. Zij concentreerden de fundering in de hoeken van de binnenplaats zodanig dat er geen extra belasting van de oorspronkelijke houten palen plaatsvindt.


Aan de renovatie en restauratie gingen diepgravende onderzoeken vooraf. Welke bouwdelen stammen nog uit de zeventiende eeuw? Hoe was het pand vroeger ingedeeld? Hoe kunnen we dat zoveel mogelijk intact laten of herstellen? Enkele ingrepen die in de jaren zeventig gedaan waren bij een voorgaande restauratie, zijn weer teniet gedaan. Trappenhuizen die in die tijd kwamen, waardoor complete vloervelden met historische balken moesten wijken, werden verwijderd. Oude zichtlijnen zijn hersteld zodat een heldere basisindeling terug is. Openingen naar buiten toe zijn voorzien van glas zodat de bezoeker zich te allen tijde eenvoudig kan oriënteren. De overkapte binnenplaats vormt een logisch startpunt vanwaar de bezoeker zelf kan beslissen welk onderdeel van de collectie te bezichtigen. Door deze binnenplaats tijdens de openstelling van het museum openbaar toegankelijk te maken, dringt de buitenwereld letterlijk door tot in het hart van het pakhuis. Het zijn allemaal ingrepen die de kracht van het gebouw accentueren. Allemaal ook zijn het ingrepen die niet zomaar gedaan mochten worden. ’s Lands Zeemagazijn behoort tot de honderd absolute topmonumenten die ons land rijk is. Daar moet met de uiterste zorg mee omgesprongen worden. Daarom heeft de Rijksgebouwendienst zich vanaf het eerste begin opgesteld als transparante partner voor alle partijen die zeggenschap hebben over de monumenten in onze hoofdstad. Er kwamen klankbordgroepen waarin de stichting Heemschut zat, vertegenwoordigers van de klant en van de gemeente Amsterdam die meekeken met alle plannen die door het ontwerpteam bedacht werden. ‘Door eerlijk te zijn en ons open te stellen, konden we laten zien dat de plannen een verrijking voor het gebouw en de stad zijn’, vertelt Van der Lee. Door een reversibele kap te ontwerpen, eentje dus die verwijderd kan worden zonder sporen achter te laten, gingen alle partijen mee in onze wens.’ Roeten noemt dit het creëren van een breed draagvlak door transparant je expertise te laten zien: ‘We lieten zien dat ook wij streefden naar een respectvolle oplossing voor het monument.’ Hiermee toont de Rijksgebouwendienst zijn rol als

betrouwbare partner voor zowel de klant als de adviseurs en instanties die het project moeten realiseren. ‘Wij krijgen de juiste partijen bij elkaar om zorg te dragen voor een restauratie met een uitmuntend resultaat. En dat lukt alleen als je open bent en helder communiceert. Als je de partijen op alle cruciale momenten in het proces betrekt.’ ‘Zo ontstaat een gevoel van vertrouwen in de groep’, besluit Roeten. ‘Het resultaat is ernaar. De bouwvakkers zijn nog niet klaar, maar wie nu langsrijdt op een zonnige dag, ziet het pand alweer in volle glorie stralen; een verrijking voor de hoofdstad.’

door de binnenplaats openbaar toegankelijk te maken, dringt de buitenwereld letterlijk door tot in het hart van het pakhuis.

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

restauratie architectuur

Samen optrekken

41


42

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010


rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

GEVANGENISDORP VEENHUIZEN (DRENTHE) Nabij het Drentse gehucht Veenhuizen verrijst rond 1824 een kolonie van de Maatschappij van Weldadigheid. Op 3.000 hectare grond worden landlopers, bedelaars, vondelingen en wezen tewerkgesteld. In 1859 gaat de Maatschappij failliet en vervalt het eigendom aan de Staat. Vanaf 1875 neemt het ministerie van Justitie Veenhuizen als gesloten gevangenisdorp in beheer. Het dorp wordt autarkisch; naast gevangenissen worden kerken, fabrieken, winkels en personeelswoningen gebouwd naar ontwerp van Justitiearchitecten Johan Frederik en Willem Cornelis Metzelaar. Zij voorzien vele woningen en gebouwen van stichtelijke teksten ter lering voor de gedetineerden. De geslotenheid van Veenhuizen verdween enkele decennia geleden en veel gebouwen zijn verkocht of kregen een nieuwe gebruiker. Deze herbestemming tast het wezen van het dorp allerminst aan. Veenhuizen is en blijft een unieke plaats die het gevoel ademt van justitieel gevangenisdorp. Inmiddels wordt dit internationaal erkend; de kolonie is op 5 april 2011 aan de voorlopige Nederlandse lijst UNESCO Werelderfgoed toegevoegd.

43


Financiële gegevens balans vóór winstbestemming per 31 december 2010

[Bedragen in € 1.000]

31 december 2010

31 december 2009

Grond en gebouwen

5.179.649

4.941.802

Onderhanden huisvestingsprojecten [leenfaciliteit]

1.050.896

751.609

133

245

6.230.678

5.693.656

Egalisatierekening

746.308

743.296

Financiële Vaste Activa

198.208

138.953

Onderhanden werk, services, adviezen en overig

53.925

60.594

Debiteuren en overige vorderingen

53.042

69.613

Overlopende activa

15.265

30.914

122.232

161.121

Banken en kas

7.756

7.399

In bewaring genomen gelden Nieuwe Rijksmuseum Amsterdam

4.283

20.076

436.781

570.494

448.820

597.969

7.746.246

7.334.995

Activa Vaste activa Materiële vaste activa:

Inventaris en overige bedrijfsmiddelen

Vlottende activa

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

Liquide middelen

44

Rijks Hoofd Boekhouding (RHB)

Totaal activa


[Bedragen in â‚Ź 1.000]

31 december 2010

31 december 2009

130.000

153.505

Bestemmingsreserves

77.950

90.412

Onverdeeld resultaat

2.334

-5.717

210.284

238.200

Voorziening Asbestverontreiniging

32.379

36.551

Voorziening Herstel Onderhoud

43.540

29.050

8.598

15.116

84.517

80.717

6.428.459

5.997.075

197.450

137.911

6.625.909

6.134.986

Nazorgbudgetten

28.957

30.871

Crediteuren

28.885

18.571

Overige schulden en overlopende passiva

326.802

423.720

Kortlopend deel langlopende schulden

440.892

407.930

825.536

881.092

7.746.246

7.334.995

Passiva Eigen vermogen Exploitatiereserve

Voorzieningen

Overige voorzieningen

Langlopende schulden Leenfaciliteit FinanciĂŤn Overige langlopende schulden

Totaal passiva

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

Kortlopende schulden

45


Overzicht vermogensontwikkeling 2009 - 2010 excl. Bestemmingsreserves ( x € 1.000) Eigen vermogen per 1-1-2010

238.200

Correctie Bestemmingsreserve per 1-1-2010

-90.412

Uitkering aan het moederdepartement

-17.788

Exploitatiereserve

130.000

Saldo van baten en lasten 2010 Vermogen Rijksgebouwendienst ultimo 2010 ten behoeve van normering eigen vermogen

De financiële vaste activa (€ 198,2 miljoen ) bestaan uit de langlopende pps-vorderingen (€192,5 miljoen) en de afkoop BTW (€ 5,7 miljoen).

Pps-vorderingen

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

De Rijksgebouwendienst heeft sinds 2008 een 25-jarige vordering op het ministerie van Financiën gebaseerd op het leveringscontract met Financiën; het rentepercentage is 5,32 procent. In 2010 is een tweede pps-project opgeleverd; het betreft een detentiecentrum. De looptijd van deze vordering is 25 jaar en het rentepercentage is 4,77 procent. De vorderingen omvatten de geïndexeerde renovatiekosten respectievelijk bouwkosten van een in publiekprivate samenwerking (pps) uitgevoerd project. Tegenover deze vorderingen staat eenzelfde bedrag aan schulden aan de twee consortia in verband met de design, build, finance maintain and operate (DBFMO)-contracten die ten behoeve van deze projecten zijn afgesloten.

46

Afkoop BTW In 2010 hebben twee afkopen van BTW plaatsgevonden, die niet direct met de gebruikers van de huurpanden is verrekend. Deze afkopen worden in de gebruiksvergoeding opgenomen en in tien jaar verrekend. Activering van afgekochte BTW vindt plaats op basis van goedkeuring van het ministerie van Financiën.

2.334

132.334

Toelichting op het eigen vermogen Het is de Rijksgebouwendienst toegestaan een genormeerd eigen vermogen aan te houden van minimaal € 35 miljoen en maximaal € 130 miljoen. Het overzicht vermogensontwikkeling laat zien dat het vermogen van de Rijksgebouwendienst zich boven het gemaximeerde niveau van € 130 miljoen bevindt.


Overzicht voorzieningen per 31 december 2010 ( x € 1.000)

Stand

Onttrekking

Dotatie

Vrijval

1-1-2010 Asbestverontreiniging

Saldo 31-12-2010

36.551

-10.533

6.580

-219

32.379

Wachtgelden en Flexibel Pensioen en Uittreden (FPU) uitkeringen

4.598

-1.582

281

0

3.297

Bodemsanering

3.224

-1.953

1.907

-2

3.176

Verlieslatende contracten

1.941

-179

0

-5

1.757

29.050

-5.521

23.056

-3.045

43.540

5.353

-4.163

706

-1.528

368

80.717

-23.931

32.530

-4.799

84.517

2.636

0

877

-1.286

2.227

83.353

-23.931

33.407

-6.085

86.744

Herstel onderhoud Geschillen en rechtsgedingen Sub-totaal

Dubieuze debiteuren

Totaal

Voorzieningen

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

De voorzieningen worden gevormd voor egalisatie van kosten en voorzienbare specifieke risico’s en verplichtingen die uitgaan boven het algemene bedrijfsrisico dat aan het bedrijfsproces van de Rijksgebouwendienst is verbonden. De voorzieningen zijn opgebouwd door kwantificering van de voorzienbare redelijkerwijs in te schatten risico’s.

47


Gespecificeerde Staat van baten en lasten per 31 december 2009 (Bedragen in â‚Ź 1.000) -1

-2

(3)=(2)-(1)

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie 2010

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie 2009

1.348.290

1.394.474

46.184

1.382.093

105.753

23.088

-82.665

98.989

11.650

12.021

371

11.778

5.151

3.571

-1.580

2.801

13.087

32.403

19.316

38.886

1.483.931

1.465.557

-18.374

1.534.547

89.473

90.085

612

78.416

Huren vanuit de markt

328.132

307.079

-21.053

336.250

Rentelasten

329.122

283.915

-45.207

288.670

Afschrijvingen

302.634

326.763

24.129

313.458

Dagelijks beheer

155.438

145.526

-9.912

171.979

Mutaties voorzieningen

19.406

27.322

7.916

43.307

Belastingen

24.056

23.500

-556

23.187

139.968

133.358

-6.610

144.526

Services

65.975

61.929

-4.046

58.303

Adviezen

5.807

8.318

2.511

7.553

Beleidsondersteuning

7.773

7.735

-38

8.322

10.400

19.363

8.963

16.958

5.287

28.330

23.043

49.335

1.483.471

1.463.223

-20.248

1.540.264

460

2.334

1.874

-5.717

Omschrijving

Baten Leveren producten en diensten: Opbrengsten departementen Opbrengsten moederdepartement Opbrengsten derden Bedrijfsvoering: Rentebaten Overige baten

Totaal baten Lasten Product huisvesting: Apparaatskosten

Investeringen buiten gebruikers vergoeding

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

Overige producten:

48

PPS lasten Overige lasten:

Totaal lasten Saldo van baten en lasten


Toelichting op de staat van baten en lasten

Opbrengsten departementen De opbrengsten huisvesting (€ 1.303,5 miljoen) hebben betrekking op: • de opbrengsten van de interne verhuurcontracten met de ministeries (€ 1.162,6 miljoen) volgens het huur/ verhuurmodel (gebruiksvergoedingen). De belangrijkste wijziging is de systeemwijziging input; voor de huisvesting van de Hoge Colleges van Staat, het ministerie van Algemene Zaken en voor de drie staatspaleizen wordt een gebruiksvergoeding in rekening gebracht (€ 22,8 miljoen). Het ministerie van Wonen Werken en Integratie heeft, als verantwoordelijke in 2010 voor de huisvesting van de Hoge Colleges van Staat en het ministerie van Algemene Zaken alsmede de paleizen, de gebruiksvergoeding aan de Rijksgebouwendienst voldaan. Desondanks is sprake van een daling van de opbrengst gebruiksvergoeding ten opzichte van 2009. Dit is in lijn met de verwachtingen rondom de krimpende rijksoverheid en de afnemende vraag naar rijkshuisvesting; • de kleine, à fonds perdu gefinancierde, huisvestingsprojecten voor ministeries (€131,9 miljoen); In 2010 is sprake van aanzienlijk hogere á fonds perdu bijdragen ten opzichte van 2009 (€106,9 miljoen); • het verschil tussen de ontvangen gebruiksvergoeding en de afschrijvings- en rentekosten van de vaste activa (egalisatie) van € 9,0 miljoen. Hoewel er van een afname van de egalisatierekening is uitgegaan in de begroting, is als gevolg van substantiele activeringen gedurende de laatste jaren, toch sprake van een toename van de egalisatie. In de begroting was hiermee geen rekening gehouden. Het onderdeel services (€ 63,3 miljoen) betreft de opbrengsten voor werkzaamheden, die volgens de Regeling Taakstelling Beheer (RTB) tot de taak van de afnemer worden gerekend (RTB-serviceverlening), maar die op verzoek van de afnemers, voor zover rijksoverheid, door de Rijksgebouwendienst worden verricht. Services voert door de Rijksgebouwendienst uit via incidentele opdrachten en via servicecontracten. De opbrengsten adviezen (€ 8,3 miljoen) hebben betrek-

king op de opbrengsten van niet-projectgebonden huisvestingsadviezen aan rijksoverheden. De klantvraag met betrekking tot serviceprojecten en adviesopdrachten is vooraf lastig in te schatten. Tegenover hogere/lagere baten staan ook hogere/lagere lasten. De pps-opbrengsten (€ 19,4 miljoen) omvatten de totale vergoeding die de gebruikers uit hoofde van het DBFMOcontract verschuldigd zijn, minus de aflossingscomponent van de langlopende vordering. In de resultatenrekening zijn de opbrengstcomponenten ‘onderhoud en dienstverlening’ en ‘rente’ opgenomen. Deze transacties hebben per saldo geen resultaatconsequenties, aangezien deze opbrengsten gelijk zijn aan de pps-kosten. Medio 2010 heeft oplevering plaatsgevonden van detentiecentrum Rotterdam, waardoor de pps-baten zijn gestegen ten opzichte van 2009.

Opbrengsten moederdepartement Onder inputfinanciering buiten de huur/verhuurrelatie vallen het beheer van monumenten met een erfgoedfunctie (inclusief Paleis Soestdijk), de beleidsondersteunende taken van de Rijksgebouwendienst en het Energiebesparingsprogramma Rijkshuisvesting. Voor de dekking van de inputfinanciering wordt zorg gedragen door het moederdepartement. Zij verstrekt gedurende het jaar voorschotten aan de Rijksgebouwendienst en op basis van de definitieve realisatiecijfers worden de kosten het jaar daarop afgerekend. Het verschil tussen de voorschotten (en overige ontvangsten) en de realisatie wordt afgerekend met het moederdepartement. De kosten en opbrengsten zijn per saldo aan elkaar gelijk. De gebruiksvergoeding voor de Hoge Colleges van Staat, het ministerie van Algemene Zaken en de paleizen worden door de systeemwijziging inputfinanciering met ingang van 1 januari 2010 verantwoord onder de opbrengsten departementen. De opbrengsten moederdepartement zijn om deze reden in de eerste suppletore begroting met € 79,7 miljoen verminderd. In 2010 is er een voorschot ontvangen van het moederdepartement, per saldo resteert er een schuld van € 200.439 aan het moederdepartement.

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

Baten: leveren producten en diensten

49


Opbrengsten derden

Overige baten

De opbrengsten van derden betreffen de huuropbrengsten die de Rijksgebouwendienst via het Rijks Vastgoed en Ontwikkelings Bedrijf (RVOB) ontvangt. Onder deze post vallen tevens de opbrengsten voor de exploitatie van de bijzondere objecten. Hiertoe behoren met name de opbrengsten van de parkeergarages en de grafelijke zalen.

Onder deze post worden de baten verantwoord die niet onder één van de voorgaande categorieën vallen. De belangrijkste overige baten betreffen de baten voorgaande boekjaren (€ 7,5 miljoen) die onder meer bestaan uit (nagekomen) verhuuropbrengsten. De post diverse overige baten (€ 18,5 miljoen) betreft met name de opdrengsten uit de bestemmingsreserve ten behoeve van de apparaats- en onderhoudskosten brandveiligheid ad € 12,5 miljoen, de bijbehorende kosten worden bij de overige lasten gepresenteerd. Daarnaast is sprake van bijzondere baten als gevolg van de definitieve financiële afwikkeling rondom de Schipholbrand. Hiervoor was eerder een schuld opgenomen op de balans, die achteraf te hoog is gebleken (€ 2,9 miljoen). Ook is € 2,1 miljoen ontvangen in verband met een te verhalen waterschade.

Baten: Bedrijfsvoering Rentebaten Het rentepercentage op de rekening-courant Rijks Hoofd Boekhouding (RHB) is nagenoeg nihil. Dit verklaart de lage rentebaten. Rentebaten projecten betreffen rentebaten op à fonds perdu projecten. Tegenover deze baten staan lasten voor de Rijksgebouwendienst als gevolg van voorfinanciering tijdens de realisatiefase. Per 1 januari 2010 is het deposito RHB nazorg opgeheven.

Specificatie rentebaten (Bedragen in € 1.000)

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Begroting 2010

Rentebaten rekening-courant RHB

551

70

5.151

Rentebaten projecten

629

3.352

0

Rentebaten deposito RHB nazorg

712

0

0

Overige rentebaten

909

149

0

2.801

3.571

5.151

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Begroting 2010

Totaal (bruto) kosten Personeel

109.741

108.324

110.691

Totaal (bruto) kosten Materieel

36.428

37.313

44.960

146.169

145.637

155.651

4.134

1.172

9.744

142.035

144.465

145.907

Totaal toegerekend aan overige producten

63.619

54.380

56.434

Totaal apparaatskosten (= netto)

78.416

90.085

89.473

Totaal

Specificatie apparaatskosten

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

(Bedragen in € 1.000)

50

Totaal personele en materiële kosten Correctie Technisch Advies Apparaatskosten (bruto)


Loonkosten per fte (in €) Gemiddelde bezetting (in fte’s)

2006

2007

2008

2009

2010

61.087

63.327

66.402

70.528

74.816

953

1.011

993

966

927

Lasten: product huisvesting Apparaatskosten Deze post omvat alle apparaatskosten die niet gedekt worden uit de overige producten, te weten huisvestingsprojecten, adviezen, services en beleid, maar die gedekt dienen te worden uit Eén Opslag Gebruiksvergoeding. De apparaatskosten zijn de kosten voor intern en extern personeel plus de materiële kosten, zoals eigen huisvestingskosten en ICT-kosten. De correctie technisch advies heeft betrekking op de uitgevoerde advieswerkzaamheden die direct ten laste van de projecten komen. De correctie is aanzienlijk lager dan begroot, wat in lijn is met de ingezette organisatieontwikkeling om deze activiteiten aan de markt uit te besteden, die sneller gerealiseerd is dan waar in de begroting vanuit werd gegaan.

Personeelskosten In bijgaande tabel zijn de gemiddelde loonkosten en bezetting ambtelijk personeel over de afgelopen vijf jaar opgenomen. Onder de loonkosten ambtelijk personeel vallen de salarissen, inclusief aanspraken op vakantiegeld en eindejaarsuitkering, alsmede incidentele beloningen. De stijging van de kosten is met name het gevolg van de doorwerking van de CAO-afspraken. De gemiddelde bezetting was in 2010 927 fte (ten opzichte van 966 in 2009). De werkelijke bezetting per 31 december 2010 was 907 fte (ten opzichte van 959 fte per 31 december 2009).

Huren Het betreft hier de huren die de Rijksgebouwendienst aan de markt betaalt. De afwijking ten opzichte van de begroting is deels te verklaren door de aankoop van zeven rechtbanken van de ING ultimo 2009, die daarvoor uit de markt werden gehuurd.

Rentelasten Onder deze post worden de rentekosten van de rentedragende leningen en (eventuele) debetrente van de rekening courant RHB verantwoord. Door de omzetting van de leningen van een annuïtair model naar een lineair model en vervroegde aflossing als gevolg van bijvoorbeeld afstoten of vroegtijdige beëindiging van contracten zijn de rentelasten lager dan begroot.

Afschrijvingen De afschrijvingskosten gebouwen, inclusief inbouwpakketten betreffen de reguliere afschrijvingen. De kosten stijgen met € 24,1 miljoen en zijn in belangrijke mate in de eerste suppletore begroting (€ 22,9 miljoen) opgenomen.

Onderhoud Onder deze post vallen dagelijks onderhoud, planmatig onderhoud, het beheer van monumenten en bijzondere objecten. De onderhoudskosten in objecten ten behoeve van de huisvesting van de Hoge Colleges van Staat en het ministerie van Algemene Zaken en de drie staatspaleizen worden als gevolg van de systeemwijziging input onder de kosten dagelijks- en planmatig onderhoud verantwoord. Met betrekking tot Paleizen werden tot en met 2009 ook

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

Gemiddelde loonkosten ambtelijk personeel

51


investeringen in de tabel toegelicht, dit is nu onderdeel van onderhanden werk en – na oplevering – van de materiële vaste activa. De Functionele Kosten van het Koninklijk Huis zijn per 1 januari 2010 overgeheveld naar de begroting van het ministerie van Algemene Zaken.

Mutaties voorzieningen Deze post bestaat enerzijds uit dotaties aan de voorzieningen (€ 33,4 miljoen) en anderzijds uit vrijval van voorzieningen (€ 6,1 miljoen). Een specifieke toelichting op de dotatie of de vrijval is terug te vinden bij de toelichting op de balans bij de betreffende voorziening.

Overige producten Services De post services betreft de integrale kosten (inclusief apparaatskosten) voor werkzaamheden, die volgens de RTB tot de taak van de afnemer worden gerekend (RTB-serviceverlening), maar op verzoek van de afnemers door de Rijksgebouwendienst worden verricht, en overige services. Hieronder valt ook het facilitymanagement. De service projecten komen pas in het uitvoeringsjaar in beeld en de totale omvang fluctueert jaarlijks.

Adviezen Belastingen Het betreft hier het eigenaarsdeel van de onroerend zaakbelasting (OZB) over de verhuurde voorraad onroerend goed. De OZB is afgedragen aan Domeinen.

Investeringen buiten gebruiksvergoedingen Onder deze post zijn investeringen opgenomen die niet leiden tot een (aanpassing van de) gebruiksvergoeding. Het betreft hier kleine projecten voor ministeries (€ 131,9 miljoen) en het Energiebesparingsprogramma Rijkshuisvesting (€ 1,5 miljoen). Kleine projecten voor ministeries betreffen de integrale kosten van de door de Rijksgebouwendienst uitgevoerde kleine, à fonds perdu gefinancierde, projecten voor ministeries alsmede à fonds perdu bijdragen aan investeringsprojecten.

De Rijksgebouwendienst levert op verzoek van de gebruikers niet-projectgebonden adviezen. De kosten betreffen zowel de interne als externe kosten. De hogere realisatie is gevolg van het uitvoeren van meer adviesaanvragen voor de diverse ministeries. De adviesvraag van klanten aan de Rijksgebouwendienst fluctueert over de jaren heen.

Beleidsondersteuning Onder deze post zijn opgenomen de door het moederdepartement gefinancierde kosten voor beleidsondersteuning.

Pps-lasten De pps-lasten omvatten de totale vergoeding die Rijksgebouwendienst uit hoofde van twee DBFMOcontracten verschuldigd is aan de consortia, minus de aflossingscomponent van de langlopende schuld. In de staat van baten en lasten zijn de kostencomponenten ‘onderhoud en dienstverlening’ en ‘rente’ opgenomen. Aangezien deze pps-lasten gelijk zijn aan de pps-baten heeft deze transacties per saldo geen resultaatconsequenties.

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

Overige lasten

52

De overige lasten ad € 28,3 miljoen hebben betrekking op: • apparaats- en onderhoudskosten van brandveiligheid € 12,5 miljoen; • boekwaardecorrecties € 4,1 miljoen; • bouwkundig tekenwerk € 3,8 miljoen; • lasten voorgaande boekjaren € 4,0 miljoen; • huurrestitutie € 0,9 miljoen; • resultaat op investeringsprojecten ad € 1,5 miljoen; • afdracht DGOBR € 1,0 miljoen; • kosten ondernemingsplan € 0,5 miljoen.


Toelichting op het resultaat In de onderstaande tabel is het resultaat van de Rijksgebouwendienst gepresenteerd op productniveau. Ook op productniveau zijn de baten en lasten in evenwicht. Daarbij dient opgemerkt te worden dat binnen het product huisvesting sprake is van een component die vanuit tarieven (gebruiksvergoeding, à fonds perdu) gefinancierd wordt; de grootste posten betreffen rente en afschrijving, huren uit de markt en 1-opslag. Daarnaast is sprake van een component die ten laste van het eigen vermogen komt (bijvoorbeeld boekwaardecorrecties, dotaties aan voorzieningen). In de eerste categorie is sprake van positief resultaat (€ 20,6 miljoen), terwijl in de tweede sprake is van een negatief resultaat van € 19,6 miljoen.

Specificatie resultaat 2010 per product (Bedragen in € 1.000)

Baten

Lasten

Resultaat

1.386.211

1.385.241

970

Services

63.318

61.929

1.389

Adviezen

8.293

8.318

-25

Beleidsondersteuning

7.735

7.735

0

1.465.557

1.463.223

2.334

Huisvesting

Totaal Rijksgebouwendienst

De leegstand voor rekening van de Rijksgebouwendienst (3,8 procent) is hoger dan begroot (3,6 procent), omdat er verschillende contractbeëindigingen zijn geweest. De verwachting is dat de leegstand in 2011 verder zal oplopen. De totale huisvestingsbehoefte zal de komende jaren minder worden door de afslanking bij de Rijksoverheid. Daarnaast ontstaat behoefte aan andersoortige huisvesting waardoor de huisvestingsmutaties zullen toenemen. Tevens is het Rijks Vastgoed en Ontwikkelings Bedrijf (RVOB) verantwoordelijk voor het afstoten van door de Rijksgebouwendienst aangemelde objecten. Zowel het tijdstip waarop, als de opbrengstwaarde, is niet te beïnvloeden door de Rijksgebouwendienst.

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

Leegstand

53


Kerncijfers Personeel de kerngetallen van de personeelsomvang geven de bezetting van medewerkers die op 31 december 2010 een dienstverband binnen de organisatie hebben.

Personeelsomvang

vrouw 353

953

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

man 600

54

Vaste dienst

Tijdelijk

Eindtotaal

Bezetting fte ultimo

902,06

5,39

907,45

Aantal medewerkers

946

7

953


Uitstroom / instroom v/m

24-30

14

18/3

104

58/46

149

77/72

41-45

126

60/66

46-50

149

59/90

153

43/110

31-35

36-40

51-55

56-60

144

29/115

61-65

107

9/98

uit 26-30 31-35 36-40 41-45 46-50 51-55 56-60 61-65 65+

V M V M V M V M V M V M V M V M V M

totaal

V M

in

1 1 1 3

4 1 3

4 2 5 2 3

1 1 1

4 4 4 1 14 1 11 39

6 5

50

11

Ziekteverzuim m

v

totaal

4,2%

7,8%

5,5%

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

Leeftijdsopbouw

55


Kerncijfers Vastgoed de kerngetallen van de vastgoedportefeuille geven het aantal vierkante meters bruto vloeroppervlak (bvo) weer. het totaal aantal vierkante meter bvo is eind december 2010 7.143.900 m 2.

BVO per objectfunctie in m2

Kantoorgebouw 3.248.272

Woning 38.988 Jeugdinrichting 51.445 Politie en Douane 78.155 Bibliotheek 81.350 Opslagplaats 96.109 Parkeerterrein 99.051

Penitentiaire inrichting 1.276.983

Bedrijfsgebouw 144.118 Archiefgebouw 144.773

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

Laboratorium 145.896

56

Overige ruimtes 209.695 Bevat onder andere onderwijsgebouwen, TBS-inrichting, sportgebouw en stallingsruimte.

Museum 322.415

Gerechtsgebouw 577.791

Ministerie kern 628.859


7.143.900 m

2

Monument

17%

83%

Geen monument

Huur

27%

73%

Eigendom

Verhouding huur/eigendom

Verhouding monument/geen monument

ministerie van algemene zaken

43

ministerie van binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties

348

ministerie van buitenlandse zaken

104

ministerie van defensie

87

ministerie van economische zaken

123

ministerie van financiĂŤn

1.048

ministerie van justitie

2.570

ministerie van landbouw, natuur en voedselkwaliteit

276

ministerie van van onderwijs, cultuur en wetenschap

642

ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid

104

ministerie van verkeer en waterstaat

376

ministerie van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer

129

ministerie van volksgezondheid, welzijn en sport

240

hoge colleges van staat

155

internationale organisaties

64

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

BVO Ministeries, Hoge Colleges van Staat en internationale organisaties in m2 (x1000)

57


BVO per provincie

2,2%

3% 3,1%

12,5%

39,7% 1,1%

2,2%

3,5%

11,7% 9% 7,8% 4,2%

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

BVO in m2

58

0,1%

BES EILANDEN: BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

Sinds 10 oktober 2010 zijn deze eilanden bestuurlijk gezien openbare lichamen die als bijzondere gemeenten functioneren.

Drenthe

219.302

Flevoland

155.255

Friesland

159.370

Gelderland

643.103

Groningen

211.918

Limburg

299.398

Noord-Brabant

557.678

Noord-Holland

893.403

Overijssel

252.208

Utrecht

834.769

Zeeland

77.414

Zuid-Holland BES

2.836.484 3.598 7.143.900


BVO top 20 steden

BVO in m2 1.815.927

Amsterdam

464.786

Utrecht

406.000

Rotterdam

289.410

Apeldoorn

260.269

Arnhem

191.958

Bilthoven

151.517

Groningen

151.253

Leeuwarden

145.780

Zoetermeer

144.560

's-Hertogenbosch

143.508

Zwolle

133.573

Haarlem

116.719

Breda

110.469

Veenhuizen

107.867

Rijswijk

105.593

Lelystad

105.236

Maastricht

93.176

Leiden

90.849

Vught

74.332

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

's-Gravenhage

59


directeur-generaal rijksgebouwendienst Peter J채gers

directie bedrijfs- en bestuurszaken i.o.

atelier rijksbouwmeester

Organogram

Wim Jansen Bestuursadvisering

Concerncontrol

Juridische Advisering

Personeel & Organisatie

Informatievoorziening

Facilitaire Zaken

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

directie advies en architecten

directie beheer

Eva Klein Schiphorst

Gea van Craaikamp

Bert Verheugd

Alex Vermeulen

Portfoliomanagement

Project- & Procesmanagement

Ontwikkeling Beleid & Inkoop

Vormgevingsadvies

PPS-procesmanagement

Realisatie

Expertisecentrum Aanbesteden

Inspectie, Werkvoorbereiding & Controle

Monumenten

Control & Bedrijfsvoering

Assetmanagement

60

directie projecten

directie vastgoed

Communicatie

Projectontwikkeling Monumenten Control & Bedrijfsvoering

Atelier Huisvesting Internationale Organisaties Control & Bedrijfsvoering

Technisch Advies Duurzaamheid & Comfort Veiligheid Monumenten Control & Bedrijfsvoering


jaarkalender 2010 januari

Cellen blijken ‘schatkamers’

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

Het witkalk op plafonds en muren blijkt onbekende tekeningen en inkervingen verborgen te houden. Samen met al bekende tekeningen en in de cellenbodems gevonden voorwerpen vormen zij een aangrijpend kijkje in het leven van gedetineerden aan het begin van de negentiende eeuw. De vondsten komen uit voormalige cellen in de kelder onder het Deventer gerechtsgebouw. Het complex stamt uit de Middeleeuwen en is sinds 1804 in gebruik als rechtbank. Het pand moest verbouwd worden vanwege de brandveiligheidseisen die thans aan dit soort publieke gebouwen gesteld worden. Deze ingreep was aanleiding ook de oude cellen te restaureren. Naast het conserveren van tekeningen worden houten elementen hersteld, zoals de crypten die als slaapplek dienden. De restauratie duurt tot eind maart 2010.

61


januari

februari

Koningin terug op Soestdijk

Nieuwe rechtbank achter monumentale façade

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

De vrijwel dagelijkse rondleidingen in Paleis Soestijk worden van 5 januari tot en met 4 april aangevuld met een fototentoonstelling over het leven van Koningin Beatrix in en om het paleis. Beatrix op Soestdijk is een 45 foto’s omvattend eerbetoon aan onze vorstin die dit jaar haar dertigjarig regeringsjubileum viert. Paleis Soestdijk was onder het bewind van Koningin Juliana (1948 tot 1980) zowel residentie als werkpaleis en woonhuis. Hier speelden Beatrix en haar zussen, zij maakten hun huiswerk en ontvingen vrienden en vriendinnen. De foto’s tonen ons huidige staatshoofd van baby tot adolescent in huiselijke momenten en op officiële staatsieportretten.

62

Na een ingrijpende verbouwing en renovatie is op 15 februari de rechtbank aan de Jansstraat in het historische centrum van Haarlem officieel opgeleverd. Er zijn bergen werk verzet achter de monumentale gevels om een verbouwing uit 1984 ongedaan te maken. Drie monumentale gebouwen zijn behouden gebleven; ingrepen die in 1984 leidden tot een kruipdoor sluipdoor indeling, zijn verwijderd. Hiervoor zijn geheel nieuwe ruimten in de plaats gekomen waarmee feitelijk een nieuw pand met een historische façade ontstaan is. In de behouden monumenten zijn fraaie plafondschilderingen in ere hersteld. Bijzonder is verder dat het schilderwerk in de monumentale stijlkamers uitgevoerd is volgens de techniek die gebruikt werd op het moment dat de panden eind negentiende eeuw gebouwd werden.


maart

Internationaal Strafhof in de duinen

Jongeren onderhouden vesting

Schmidt Hammer Lassen Architects krijgt de opdracht voor de permanente huisvesting van het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag. Op 8 maart maakt een internationale jury dit bekend. Het ontwerp van het Deense bureau voldeed het beste aan de eisen, zoals ontwerp, duurzaamheid, functionaliteit en kosten. ICC’s permanente huisvesting zal naar verwachting in 2015 gereed zijn. Het ligt op de plek van de huidige Alexanderkazerne, tussen het duinlandschap net achter de Noordzeekust en de randen van de stad. Het winnende ontwerp karakteriseert zich door een beeldhouwkundige compositie van vierkante torens. ‘Een zeer indrukwekkend en interessant architectonisch gebaar’, aldus de jury. Een gebaar dat een ‘grote bijdrage aan de stad zal leveren door de stijlvolle integratie in het landschap.’

Riet maaien, bomen rooien, hout klein zagen. Het groenonderhoud rond de vesting Naarden is tot half maart in handen van jongeren. Langdurig werkloos zijn ze of ze hebben hun school vroegtijdig verlaten. De Rijksgebouwendienst en de Stichting Herstelling Gooi & Vechtstreek zijn opdrachtgever van het onderhoud. Door het werk wordt het zicht op de gracht hersteld en het oorspronkelijk schootsveld wordt weer herkenbaar. De vesting Naarden is één van de best bewaarde verdedigingswerken ter wereld. Gemeente en Rijksgebouwendienst willen samen de bekendheid van dit nationale pronkstuk vergroten. Half januari spraken zij daarom af intensief te gaan samenwerken bij ontwikkeling, beheer & onderhoud en gebruik van de vestingwerken.

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

maart

63


april

april

Nieuwbouw Rechtbank Zwolle van start

Samenwerking met Dienst Vastgoed Defensie voortgezet

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

Na afronding van de voorbereidende werkzaamheden kan de langverwachte nieuwbouw van de Rechtbank Zwolle beginnen. Deze start met het intrillen van damwanden tot een diepte van achttien meter zodat een parkeerkelder aangelegd kan worden. Na plaatsing van de wanden worden injectielansen op het bouwterrein ingebracht waarmee waterglas in de bodem aangebracht kan worden. Waterglas is een stroperig middel dat een waterdichte laag vormt met de aanwezige zandgrond. Daarmee is de bouwput bij de aanleg van de parkeerkelder waterdicht en hoeft slechts een minimum aan grondwater afgevoerd te worden. Het waterglas lost uiteindelijk op zonder milieuschade aan te richten. De nieuwbouw moet in 2012 klaar zijn, waarna het bestaande rechtbankgebouw – dat zich naast de bouwplaats bevindt – wordt gerenoveerd. Het project is in 2014 afgerond.

64

Sinds enige jaren werkte de Rijksgebouwendienst samen met de Dienst Vastgoed Defensie op het gebied van beveiliging, duurzaamheid en professioneel opdrachtgeverschap. Deze samenwerking bevalt zo goed, dat beide diensten afspreken er een vervolg aan te geven. Deze conclusie volgt uit het eindrapport van Samenwerking Rgd – DVD, een project van de Raad Vastgoed Rijksoverheid. Besloten is ook kennisspecialisatie toe te passen bij de twee diensten. De Rijksgebouwendienst neemt monumentenzorg en de taakspecialisatie voor pps op zich. De Dienst Vastgoed Defensie richt zich op herontwikkeling van locaties en controle van technisch beheer. De samenwerking komt voort uit het onderzoek Bundeling van de Huisvestingsfunctie (2006), op basis waarvan de Raad Vastgoed Rijksoverheid bekijkt of nauwere samenwerking tussen de verschillende vastgoeddiensten van de Rijksoverheid mogelijk is.


juni

Nu nog de kamer van de minister

Voorlopig ontwerp Mauritshuis

De laatste fase van de renovatie van het rijkskantoor Bezuidenhoutseweg 73 in Den Haag is deze maand van start gegaan. In de voorgaande fasen is onder meer asbest verwijderd, werd een lang glazen bouwdeel aangebracht langs de gevel aan de Prins Clauslaan en verrees er een nieuw bedrijfsrestaurant aan de kant van de Theresiastraat. In de laatste fase wordt de ministersvleugel, waar zich de kamer van de minister bevindt, aan de Bezuidenhoutseweg gerenoveerd.

Museum Het Mauritshuis in Den Haag breidt uit. Op 24 juni presenteert architect Hans van Heeswijk zijn voorlopige ontwerp. Dit beoogt een ondergrondse foyer die een verbinding legt met SociĂŤteit de Witte, een pand in art-decostijl aan het Plein 26. Met dit ontwerp verdubbelt het vloeroppervlak van het museum. In de uitbreiding komen voornamelijk ondersteunende voorzieningen, zoals een auditorium, de museumwinkel, het cafĂŠ en educatieve faciliteiten voor kinderen. Belangrijk ander kenmerk van het voorlopige ontwerp is het terugbrengen van de entree naar de voorzijde van het Mauritshuis. De centrale ingang bevindt zich nu nog aan de zijkant van het gebouw. Zo kan het ijzeren hek rond het monumentale pand weer open. Een jury onder leiding van Rijksbouwmeester Liesbeth van der Pol verkoos het ontwerp van Van Heeswijk uit inzendingen van vijf Nederlandse architecten.

Het monumentale pand aan de Bezuidenhoutseweg is een ontwerp van Rijksbouwmeester Gijsbert Friedhoff en stamt uit 1958. Sinds 2005 wordt het gerenoveerd en uitgebreid met een glazen uitbouw. Beide harmonieus met de oudbouw versmeltende ingrepen zijn van de hand van Cees Dam & Partners. Eind 2012 moeten de werkzaamheden afgerond zijn. Dan krijgt het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie zijn definitieve plek in het gebouw.

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

mei

65


juli

augustus

Planbureaus onder één dak

Ridderzaal weer compleet

Begin juli werd bekend dat de hoofdzetel van het ministerie van Economische Zaken aan de Bezuidenhoutseweg 30 in de toekomst gebruikt gaat worden als gezamenlijke zetel van het Centraal Planbureau, het Planbureau voor de Leefomgeving en het Sociaal en Cultureel Planbureau. Rond het begin van 2013 vertrekken de medewerkers van het ministerie waarna een ingrijpende renovatie gepland staat. Met deze beoogde ingreep kan het pand de primaire werkprocessen van de nieuwe bewoners optimaal gaan ondersteunen.

Wat is de Ridderzaal zonder windvaan? Inderdaad; incompleet. Het kleinood raakte eerder dit jaar beschadigd door een radiografisch bestuurd vliegtuigje dat BN’er Emiel Ratelband over het Binnenhof liet vliegen. Een snelle reparatie was vereist, want de statige zaal, het symbool van onze democratie, moest voor Prinsjesdag weer compleet zijn. Tijdens heftige regenbuien werd de wimpel op 26 augustus teruggeplaatst op het dak. Ze is opnieuw verguld. Ook is zij voorzien van nieuwe lagers. Richten van de vaan gebeurde na de montage op het dak. De schade wordt verhaald op veroorzaker Ratelband. Een kostbare aangelegenheid, want voor het herstel zijn drie keer kranen op het Binnenhof nodig geweest: een eerste keer om de schade op te nemen, een tweede keer voor demontage en tenslotte voor het herplaatsen.

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

Het uit 1917 stammende rijksmonument werd als eerste gebouw in ons land echt ontworpen als ministerie. Daarvoor tekenden vermoedelijk de rijksarchitecten Henry Teeuwisse, J.F. van Hoytema en Kees Bremer. In 1987 werd een grote uitbreiding tussen de voor- en achtergevel gerealiseerd naar ontwerp van Hans Ruijssenaars.

66


september

september

Zeeheld in de steigers

Gevangenpoort en Galerij Willem V weer open Kroonprins Willem Alexander is op 1 september aanwezig bij de heropening van Museum de Gevangenpoort en Galerij Prins Willem V aan het Haagse Buitenhof. Beide musea zijn gerestaureerd en heringericht. In 2008 startte de restauratie van het interieur van de musea, nadat eerder al de buitenzijden waren aangepakt. Eén van de ingrepen betrof het aanpassen aan de huidige normen rond brandveiligheid. Ook is een glazen overkapping gemaakt boven de gedeelde binnenplaats waarmee een gezamenlijke entree ontstaan is. Het ontwerp is van Rgd-architect Henny Brouwer. Stadhouder Willem V opende de Galerij in 1774 als onderkomen van zijn schilderijencollectie. Het middeleeuwse poortgebouw De Gevangenpoort is één van de drie toegangspoorten tot het kasteel van de graven van Holland. rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

De Rijksgebouwendienst start de renovatie van het praalgraf van zeeheld Maarten Harpertszn. Tromp in de Oude Kerk in Delft. Het rijksmonument stamt uit 1685. Vocht, zoutafzettingen, roestende ankerijzers en zettingen van de steen zorgden voor schade. Door de oxidatie verslechterde de binding tussen steen en metaal wat verschuivingen, barsten en breuken tot gevolg had. Steenhouwerij Maarssen uit Utrecht verzorgt de renovatie. Vanaf steigers demonteren zij het graf deels en herstellen de stenen zowel in hun werkplaats als in stellingen die naast het graf zijn opgetrokken.

67


oktober

oktober

Rietveldpaviljoen herbouwd

Nieuw moederdepartement voor Rijksgebouwendienst

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

De vermaarde architect Gerrit Rietveld ontwierp een paviljoen voor de derde internationale beeldententoonstelling in Park Sonsbeek (Arnhem). Na de tentoonstelling in 1955 werd het paviljoen afgebroken om in 1965 herbouwd te worden in de beeldentuin van het KrĂśllerMĂźller Museum in Otterlo. Deze versie van het bouwwerk was met regulier onderhoud niet langer verantwoord in stand te houden. Daarom is het paviljoen gedemonteerd en op basis van de oorspronkelijke bouwtekeningen herbouwd. Dit is gebeurd met hedendaagse materialen, hoewel waar mogelijk wel authentiek materiaal is toegepast. Hiermee is het object optisch identiek aan het oude paviljoen maar is het minder onderhoudsgevoelig. Op 14 oktober is het door de Rijksgebouwendienst als monumentaal bouwwerk aangemerkte paviljoen feestelijk in gebruik genomen.

68

Het Kabinet Rutte heeft de ministeries door elkaar gehusseld. Het moederministerie van de Rijksgebouwendienst (Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu) is samengevoegd met Verkeer & Waterstaat. De Rijksgebouwendienst en het Atelier Rijksbouwmeester gaan over naar Binnenlandse Zaken & Koninkrijksrelaties. Hoewel de markt met zorg naar deze overgang keek, mag iedereen verwachten dat de dienst eenzelfde hoge standaard van serviceverlening en klantgerichtheid tentoon blijft spreiden. De Rijksgebouwendienst stond en staat voor toonaangevend publiek opdrachtgeverschap in de bouw.


november

Bovenbouw IJDock gegund

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

IJDock, het kunstmatige schiereiland in het IJ achter Amsterdam Centraal Station. Hier wordt gebouwd aan een nieuw Paleis van Justitie, een hotel, appartementen en kantoren voor onder andere de Waterpolitie van het KLPD. Het schiereiland is gebouwd, de parkeerkelder bijna gereed. En nu is ook de bovenbouw gegund via aanbesteding. Dura Vermeer zal de kantoren realiseren. De twee gebouwen van het Paleid van Justitie worden door J.P. van Eesteren opgetrokken. Het project is in handen van ASR Vastgoed Ontwikkeling dat in nauwe samenwerking met de gemeente Amsterdam en de Rijksgebouwendienst tot stand komt. Het project bestaat uit een ensemble van gebouwen – in totaal 88.700 vierkante meter – op een kunstmatig schiereiland van 180 bij 60 meter. De realisatie van de bovenbouw vangen de bedrijven aan in januari 2011. Het gehele project is in het eerste kwartaal 2013 gereed.

69


december

december

Tipje van de sluier

Definitieve uitstraling zichtbaar

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

De eerste resultaten van de gevelrestauratie van het Koninklijk Paleis op de Dam zijn vanaf 2 december te bewonderen. Op uitnodiging van de Rijksgebouwendienst komen Carolien Gehrels, de Amsterdamse wethouder van Cultuur, Esther Agricola, directeur van het Bureau Monumenten & Archeologie en Jan van ’t Hof van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed polshoogte nemen. Na maanden schuilen achter een sluier van steigerdoek toont het paleis nu een stukje van zijn herstelde gevel. De Rijksgebouwendienst voert onderhoud uit aan de gevels en daklijsten van het paleis. Het werk bestaat uit het (deels) vervangen van slechte blokken steen, vervangen van voegwerk, herstel- en schilderwerk aan kozijnen en het plaatsen van nieuwe duivenwering. Ook visueel herstel, het verminderen van de bonte vlekkerigheid, maakt onderdeel uit van de restauratie. Eind 2011 moet het paleis weer in volle glorie stralen.

70

Hoewel nog lang niet voltooid, domineren de nieuwe torens voor de ministeries van Veiligheid & Justitie en van Binnenlandse Zaken & Koninkrijksrelaties nu al de skyline van Den Haag. Bewoners en bezoekers van de residentie kunnen zich intussen ook een idee vormen van de definitieve uitstraling van de torens. In december is begonnen met het aanbrengen van de gevelplaten. De meeste elementen zijn prefab gemaakt in België. Geplaatst in rekken worden zij aangevoerd, waarna ze via hijskranen één voor één de hoogte in getakeld worden voor montage vanaf steigers. De onderste vijf lagen worden ter plaatse gemetseld. Het gaat om twee lagen baksteengevel en drie lagen natuursteen. Door de dikte van het beton aan de basis van de torens, zijn hier geen prefab elementen te monteren. In 2012 moeten de gevels klaar zijn; het complex opent begin 2013 zijn deuren.


december

Nieuwbouw Hoge Raad aangekondigd

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

De Rijksgebouwendienst kondigt op 28 december aan dat de Hoge Raad der Nederlanden op zoek is naar nieuwe huisvesting. Opdrachtgever voor dit omvangrijke nieuwbouwproject is het ministerie van Veiligheid & Justitie. Het project wordt via openbare aanbesteding gegund en zal als publiekprivate samenwerking tot stand komen. De nieuwbouwlocatie is bekend: op de hoek van het Korte Voorhout en het Smidsplein waar zich nu nog de Franse Ambassade en een kantoorpand bevinden. Deze twee panden worden gesloopt om plaats te maken voor de Hoge Raad. De nieuwbouw moet de groene entree tot het centrum van Den Haag verfraaien met kwalitatief hoogwaardige architectuur. Er zijn dan ook hoge eisen gesteld: hoogwaardig, representatief, sereen en waardig moet het nieuwe pand worden. Een gebouw dat in afmetingen en vorm aansluit bij de omgeving. Halverwege 2015 moet het gereed zijn.

71


colofon Rijksgebouwendienst Rijnstraat 8 Postbus 20952 2500 EZ Den Haag info.infofoon@rgd.minbzk.nl telefoon 0800-899 11 03 www.rijksgebouwendienst.nl

Fotografie Portretten en gebouwen: thijs wolzak Jaarkalender: fotoarchief rijksgebouwendienst, smaak, kort bestek

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

Mei 2011

72


73

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010


74

jaarverslag

rijksgebouwendienst jaarverslag 2010

Dit is een publicatie van: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Rijnstraat 8 | 2515 XP Den Haag | www.rgd.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.