New babylon 3 basisdocumentatie voor manifest toekomst voor de zwinregio

Page 1

Basisdocumentatie voor de samenstelling van het manifest “Toekomst voor de Zwinregio�. Bouwstenen voor land- en gebiedsontwikkeling. Studie van uitersten in het grote kader en lessen daaruit voor het kleine kader van de Zwinregio.

New Babylon 3 Wat volgt, staat altijd in verband met wat eraan is voorafgegaan. Marcus Aurelius, Romeinse keizer, A.D. 150.

Jacques le Grand, Willem Behr, Ad Bastiaansen


New Babylon 3 Voorwoord Galerie de Ouverture is omgedoopt tot de ‘Filosofische Sociëteit de Ouverture’. Deze gaat fungeren als een inspiratie laboratorium waarin het nieuwe project New Babylon 3 gestalte zal krijgen. New Babylon 3 is gebaseerd op het gedachtengoed van de voormalige Cobrakunstenaar Constant Nieuwenhuys. Constant verbeeldde in maquettes, tekeningen, films, grafiek en manifesten zijn ideeën over de samenleving van de toekomst. Hij noemde die New Babylon. New Babylon 3 is een zienswijze op het leven zoals die in de toekomst in West Zeeuws Vlaanderen en de regio zou kunnen ontstaan. Een benadering vanuit filosofische en creatieve, soms utopische, zienswijzen die kunnen worden toegepast op ons deel van het Koninkrijk en de omringende regio. New Babylon 3 projecteert een samenleving zoals dat in de toekomst in de cultuurhistorische regio Sluis (gemeenten Sluis, Brugge, Gent. Brugge en Oostende), zou kunnen ontstaan. De stad Sluis ligt in het centrum van dit gebied. Een zienswijze die voorkomt uit een traject van denken, discussiëren, uitvoeren en de ervaringen daaruit verbeelden. Met maandelijkse momenten van uitwisseling waarin alledaagse én wetenschappelijke kennis filosofisch, wordt getoetst, inspiratie wordt opgedaan en verdiept. Bedenker en initiatiefnemer is kunstenaar/galeriehouder Willem Behr. Hij vond een tweetal topmensen uit de bedrijfswereld bereid als ‘stakeholders’ mee te werken. Het zijn Jacques le Grand en Ad Bastiaanse. In ‘bouwstenen’ zetten zij de actuele ontwikkelingen op 10 thema’s uiteen en denken van daaruit 50 jaar verder naar de toekomst. De thema’s omvatten belangrijke aspecten van de samenleving zoals landbouw en voedselvoorziening, economie, transport en infrastructuur, energie en milieu, klimaat, wonen, gezondheidszorg, onderwijs, veiligheid en bestuur. De thema’s worden verder verfijnd door gesprekken met specialisten en ervaringsdeskundigen uit de diverse deelgebieden. Dit document is een samenvatting van de ideeën die tot nu zijn ontwikkeld door de stakeholders en bedoeld als de aftrap voor verdere ontwikkelingen en kennisvergaring uit gesprekken met deskundigen en uit discussie in de filosofische sociëteit de Ouverture. Het is het klaarmaken van de grond om het zaadje New Babylon 3 een voedzame bodem te geven, tot bloei te laten komen en samen te vatten in een duidelijk manifest voor de toekomst van de Cultuurhistorische regio Sluis

New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 1


New Babylon 3 Inhoudsopgave Voorwoord.......................................................................................................................................................... 1 Deel 1. Uitersten in het grote kader .................................................................................................................... 3 DE BOUWSTENEN ............................................................................................................................................... 8 1.

BOUWSTEEN: Landbouw en Voedselvoorziening .................................................................................... 8

2.

BOUWSTEEN: Economie. ...................................................................................................................... 11

3.

BOUWSTEEN: Transport, infrastructuur en mobiliteit. .......................................................................... 14

4.

BOUWSTEEN: Klimaat........................................................................................................................... 16

5.

BOUWSTEEN: Energie en milieu. .......................................................................................................... 17

6.

BOUWSTEEN: Wonen. .......................................................................................................................... 18

7.

BOUWSTEEN: Gezondheidszorg. .......................................................................................................... 20

8.

BOUWSTEEN: Onderwijs. ..................................................................................................................... 22

9.

BOUWSTEEN: Veiligheid. ...................................................................................................................... 23

10.

BOUWSTEEN: Bestuur. ..................................................................................................................... 24

Deel 2. Lessen uit de bouwstenen in het kader van de cultuurregio Sluis ........................................................... 26 1.

Landbouw en voedselvoorziening ........................................................................................................ 27

2.

Economie ............................................................................................................................................. 29

3.

MKB als derde pijler in de economische ontwikkeling. ......................................................................... 32

Afhankelijkheden in het kleine kader van Sluis ................................................................................................. 34 1.

Onderwijs en werkgelegenheid. ........................................................................................................... 34

2.

Culturele omgeving. ............................................................................................................................. 34

3.

Klimaat, energie en milieu. ................................................................................................................... 34

4.

Transport en Mobiliteit. ....................................................................................................................... 35

5.

Gezondheidszorg, Samenleven, zelfredzaamheid en veiligheid. ........................................................... 36

6.

Bestuur. ............................................................................................................................................... 37

Deel 3. Het Raamwerk voor Sluis. .................................................................................................................... 39 1.

Inleiding ............................................................................................................................................... 39

2.

Landbouw als basis. .............................................................................................................................. 39

3.

Toerisme. ............................................................................................................................................. 42

4.

Kruisbestuiving door kernontwikkeling. ................................................................................................ 44

Secundaire voorwaarden ................................................................................................................................... 49 1.

Onderwijs, kenniscentra en werkgelegenheid. ..................................................................................... 49

2.

Wonen en werken, leefbaarheid. ......................................................................................................... 49

3.

Financierbaarheid. ............................................................................................................................... 50

Ten slotte. ......................................................................................................................................................... 51

New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 2


New Babylon 3 Deel 1. Uitersten in het grote kader 1. inleiding Ondanks miljarden euro’s die de afgelopen decennia in opkomende landen zijn gepompt constateren we dat het steeds moeilijker wordt om onze Westerse, comfortabel georganiseerde wereld verder te perfectioneren. Het rijke westen tegenover opkomende landen is passé. Opkomende landen als China, Rusland, Indonesië, India en in zekere mate ook Brazilië zijn grote spelers geworden op de markt voor grondstoffen en consumenten producten. Ze verstoren het oude beeld van het Westen dat zij alleen de economische ontwikkeling in de komende decennia kunnen sturen. Daarentegen blijven grote delen van de wereld, ondanks enorme kapitaalinjecties van de Wereldbank, arm en worden steeds armer. Het Afrikaanse continent heeft op zich de potentie een werkelijk opkomende markt te worden op basis van de grondstofvoorraden en grote arealen ontwikkelbare landbouwgrond, vooropgezet dat de arbeidsmoraal van het centraal Afrikaanse continent en zelfs delen van de EU kan worden bijgesteld. Vooralsnog is slechts Zuid Afrika een land dat zich kan bogen op een redelijke economische infrastructuur die dit land in principe zelfverzorgend maakt. Oorlogen en epidemieën teisteren specifieke regio’s in de wereld en bedreigen daarmee de veiligheid en levensstandaard in deze regio’s maar ook in de rest van de wereld. Het gevolg is grote vluchtelingstromen. Als men daarbij de stroom van economische vluchtelingen ten gevolge van armoede en afwezigheid van enig toekomstperspectief bij optelt, krijgt men de volksverhuizing waarmee het Westen zich in toenemende mate geconfronteerd ziet. De Amerikaanse econoom Milanovic zegt dat de Westerse mogendheden weliswaar vluchtelingen zullen blijven opnemen maar dat quota en tijdsbeperking van het verblijf in een Westers gastland zal worden ingevoerd. Gewenste terugkeer van vluchtelingen, na opleiding en werkervaring te hebben opgedaan, is een stimulans voor nieuwe initiatieven in het thuisland. Gelijktijdig zal het besef toenemen dat een oplossing zal moeten worden gevonden in het thuisland. Een toenemende welvaart leidt ook tot koopkrachtige consumenten in de thuislanden (zie tabel). China en India zijn daarvan een voorbeeld. Het klopt dat zij nu nog vooral exporteren naar westerse landen maar de laatste decennia ziet men dat deze landen hun investeringen verleggen naar de thuismarkten waar New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 3


New Babylon 3 miljarden, nu koopkrachtige consumenten, wachten op de producten die in eigen land kunnen worden geproduceerd. Uiteindelijk zal de welvaart een peil bereiken waarbij de nieuwe industrielanden hun prijzen aan de wereldmarkt zullen conformeren. De tendens tot massale volksverhuizingen zal dus verminderen met de tijd. Als we korter bij huis blijven en de statistieken van 18-24 jarige EU burgers bekijken die niet werken of een opleiding volgen, dan kan een conclusie zijn dat we zelfs in de EU nog een stap moeten doen om het beschikbare potentieel met onderwijs voor de toekomst klaar te stomen om daarna efficiÍnt deel te nemen aan de economische ontwikkeling van ons deel van de wereld. Ten noorden van de lijn Brussel – Mßnchen staan ca. 10 miljoen jongeren tussen 18-24 jaar aan de zijlijn zonder opleiding of werk, waarvan in Nederland bijna 100.000 jongeren. Ten zuiden van dezelfde lijn zijn dit ca. 22 miljoen jongeren (ref: het radarwerk/ FD/Matthijs Bouman). Als deze getallen worden afgezet tegen natuurlijke afname van werkkrachten door vergrijzing en lage geboortecijfers dan is het een opgave voor de verantwoordelijke politici om aan dit fenomeen hoge prioriteit te verlenen. Alleen al in Nederland is de afname van werkzame mensen in de komende 25 jaar ca 700.000 personen. Toetst men deze gegevens aan de instroom van vluchtelingen (en eventuele terugkeer na een bepaalde tijd) dan heeft de vluchtelingenstroom zoals we die nu kennen en in de komende jaren zullen kennen geen echte invloed op de demografische ontwikkelingen in de EU en ook Nederland. Rest wel de integratie en opleiding van deze vluchtelingen snel en effectief ter hand te nemen. Het ontstaan van betere wereld met verdere economische en sociaal maatschappelijke ontwikkelingen heeft veiligheid, bescherming van de persoonlijke levenssfeer en onderwijs als randvoorwaarde. Daarbij moet worden opgemerkt dat een betere omgang met de schaarse middelen zoals water en voedsel, een randvoorwaarde is voor een wereldwijde vreedzame ontwikkeling Na desastreuze wereldoorlogen is de veiligheid in de Westerse wereld sterk verbeterd voornamelijk door een betere informatie en communicatie van deze informatie via Radio/TV en sociale media. Internationale belangen worden verdedigd, besproken en geconcludeerd in politieke of zakelijke overeenkomsten. Een nieuwe klassieke oorlog tussen ontwikkelde Westerse landen lijkt niet meer mogelijk. Een cyberoorlog daarentegen is wel mogelijk. Cyber conflicten kunnen catastrofale gevolgen hebben voor de economie die onder langere tijd totaal ontregeld zou kunnen worden. Het voorkomen van klassieke- of cyberoorlogen is waarschijnlijk ook geldig voor meer landen elders in de wereld omdat door verdere New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 4


New Babylon 3 globalisering, economische afhankelijkheid en internationale diplomatie oorlogen minder kans van slagen hebben. Voorwaarde is wel dat we in Europa eenheid uitstralen want oorlogsdreiging wordt gevoed door grote machten. Grote machten kunnen de rode lijn testen zoals Rusland op dit moment doet met annexatie van een deel van Georgië en Ukraine en China met bezetting van eilandjes in de Zuid-Chinese zee. Europa als een aaneengesloten front heeft politieke sanctiemacht en, in NATO verband, de militaire macht deze bewegingen onder controle te houden. Individuele lidstaten van de EU hebben geen enkele macht. De EU maakt vorderingen op economisch gebied om zich beter te manifesteren. Op militair terrein is er nog een lange weg te gaan. Wat er zich ook ontwikkelt op het internationale vlak, we moeten verwachten dat belangen van sommige niet Westerse landen kunnen leiden tot gewapende conflicten en aanslagen in de periferieën en centra van de Westerse wereld. Veiligheid is, behalve de dreiging van oorlogen en aanslagen, ook het gevoel van sociaal maatschappelijke veiligheid. De burger is door de invloed van sociale media nu goed geïnformeerd en beleeft zijn gevoel van veiligheid aan de hand van die informatie. Waar vroeger veiligheid in orde was als de autoriteiten zich veilig gesteld wisten, is er dus nu sprake van het verzekeren van veiligheid van zowel autoriteit als burger. Dit is zeker geen gemakkelijke opgave die aanpassing vraagt van aanpassing van de autoriteiten. In vroegere tijden was het minst of geringste voorval een goede reden voor een gewelddadig conflict. De ontwikkeling van de rechtstaat in ontwikkelde landen heeft daar paal en perk aan gesteld. Toch bestaat er een neiging, soms gevoed door politieke krachten, om door angstbeelden een gevoel van onveiligheid in stand te houden of op te roepen. Sociaaleconomische verschillen en de toenemende kloof tussen de lager en hoger opgeleiden zijn hier dikwijls de voedingsbodem. De toenemende beschikbaarheid van informatie en mogelijkheid tot deelname in het publieke debat jagen deze stromingen op tot een niveau waar realiteit van het mogelijke het aflegt tegen het onmogelijke. Het resulteert in denken dat het beter is om zich af te zetten tegen de gevestigde orde en niet samen te werken met anderen of bijvoorbeeld een publieke afkeer ten toon te spreiden voor andere nationaliteiten/ huidskleuren. Veiligheid blijft een abstract begrip en zal ook in de toekomst, behalve door effectieve bedreiging, worden gevoed vanuit angst, onzekerheid, emotie en ratio in combinatie met gevoel en verstand. Dit is alleen in goede banen te leiden door borging van het veiligheidsgevoel. Deze borging komt uitsluitend van onderaf, te beginnen bij gezin en opvoeding en wordt verder gewaarborgd met behulp van publieke diensten zoals politie, rechters, het bestuur en bescherming van gemeenschappelijke interesses. Veiligheid heeft ook een andere dimensie. Er bestaat in de wereld een trend waarbij sommige partijen zo machtig kunnen worden dat zij de persoonlijke ontwikkeling en opvoeding van mensen zouden kunnen beïnvloeden. Reeds in 1932 publiceerde de filosoof Aldous Huxley in zijn boek ‘The new brave world’ een visie waartoe een dergelijke ontwikkeling kan leiden. Een surrealistische wereld waarin mensen niet langer New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 5


New Babylon 3 op natuurlijke wijze werden geboren maar ei- en zaadcellen in een laboratorium worden gecombineerd en daarna in een broedmachine worden klaargestoomd als voorgeprogrammeerde wezens, netjes opgedeeld in categorieĂŤn A t/m D al naar gelang de behoefte in de wereld. Deze wereld was geprojecteerd op de huidige Westerse wereld. Tegen dergelijke ontwikkelingen wordt ook nu door filosofen gewaarschuwd (Luc Ferry, FD). In de westerse wereld zorgen nu de sociale media, met hun vloed van informatie, voor het tegenwicht. Een publieke revolte tegen extreme machtsuitoefening of zelfs misbruik kan op een politieke catastrofe uitlopen. Overheden zullen dus deze situaties met wetten de kop indrukken. De vraag rijst of via sociale media de informatiestroom in alle landen van de wereld hetzelfde is en de reacties op machtsmisbruik aan banden zullen worden gelegd. Recente voorbeelden doen vermoeden dat hierover nu geen zekerheid kan bestaan. De ethiek van handelen is iets wat we in de Westerse wereld als normaal accepteren, maar geld en macht in handen van minder ethische groepen en wetenschappers zouden de grenzen kunnen verleggen en ontwikkelingen in gang zetten die de normen en waarden van een normale samenleving totaal op hun kop kunnen zetten. Het is dus zaak te bewaken dat voorspellingen en ontwikkeling in lijn blijven met de gangbare normen en waarden, zonder ons af te wenden van geavanceerde technologische ontwikkelingen. 2. Het Nederlandse kader Wat zijn we en wat willen we worden, dat is een nu de actuele vraag. De laatste decennia hebben we geleerd dat dingen veranderen en dat ook nog eens heel snel. Het is dus geen optie om in het heden of het verleden te blijven hangen. We moeten nadenken over de vaart der volkeren, maar wel zorgvuldig doordacht en met beleid. Nederland is een mooi land, goed georganiseerd met een optimale infrastructuur, een goed functionerende industrie- en dienstensector. Het inkomen per hoofd van de bevolking is nu hoger als dat van de Verenigde Staten. Er is een sociale rechtvaardigheid met kansen voor iedereen. Er is een kleine bedreiging voor werknemers aan de onderkant van de markt maar overleg tussen de sociale partners en de overheid kan daar iets aan doen. We hebben inmiddels geaccepteerd dat een kleine groep sociaal zwakkeren niet kunnen participeren. Maar collectiviteit en solidariteit zijn kernwaarden in onze samenleving en daarmee zullen we het moeten oplossen. Nederland zou er heel anders kunnen uitzien. Het aantal inwoners zou te klein kunnen zijn om de industriĂŤle- en dienstensector te blijven bemensen. Daar staat tegenover dat de technologie, zoals bijvoorbeeld robotisering van productieprocessen, de behoefte aan handen in deze processen vermindert. De economie kan deelwijs instorten omdat kennis en productie is verhuisd naar andere landen of omdat, bij gebrek aan goed beleid, een deel van Nederland is overstroomd. Maar ook kan de Nederlands economie wereld leidend zijn doordat op de goede momenten is gekozen voor het bijdragen aan wereldwijde oplossingen en behoeften zoals bijvoorbeeld Landbouwtechnologie, watermanagement, navigatie, geo-data, etc. New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 6


New Babylon 3 We hebben ons misschien vergist in het belang van samenwerken met andere landen en in de verworvenheden van een Europese Unie. Daardoor zouden we de boot gemist kunnen hebben in ontwikkelingen en mogelijkheden die we in Nederland heel goed hadden kunnen uitvoeren. Maar misschien ook niet en maakt Nederland deel uit van een gebalanceerde wereld waar evenwicht bestaat tussen een strak bestuurde, circulaire economie en een goed functionerende gemeenschap. In Nederland wordt alles gezet op de Randstad als motor voor de economie. Daar zijn de havens, de industrie, de kantorencomplexen voor de dienstverlenende sector, de meeste universiteiten en hogescholen, de musea en andere cultuurpaleizen, etc. etc.. We hebben zelfs de tuinbouwcentra in dit overvolle gebied geperst. Deze ontwikkeling heeft er toe geleid dat mensen uit de provincies naar de Randstad zijn getrokken, daar studeren, een baan vinden en niet meer terugkeren naar de provincies. In Nederland is het alleen Brabant die kans heeft gezien zich van het provinciale imago te ontdoen. Een door Philips begonnen industriële beweging heeft zich door goed beleid voortgezet en Eindhoven tot een hoog technologisch centrum verheven. Dat de Randstad een groter bereik zal krijgen is duidelijk. Mobiliteit en digitalisering openen mogelijkheden en maken afstanden een relatief begrip in een moderne wereld. Nederland is al grotendeels verworden tot een stadstaat. Alleen de achterblijvende spoorinfrastructuur leidt er toe dat de periferieën van deze stadstaat, waaronder Zeeland, het dynamische centrum nog steeds moeilijk kunnen bereiken. Het is juist dat mobiliteit en digitalisering het werken op afstand zal stimuleren. Deze methodiek zal de centrale provincies zeker meer openingen bieden. De provincies in de periferie, zoals Groningen, Friesland, Drenthe, Limburg en Zeeland zullen daar slechts in beperkte mate van profiteren en zijn aangewezen op het gebruik van de kansen zoals die zich in Nederland en de wereld ontwikkelen en die naar lokale mogelijkheden moeten benutten. Periferieën kunnen in toenemende mate facilitair zijn voor ontwikkelingen in de stadstaat Nederland en de direct omliggende overige stadstaten. Door het toevoegen van lokale verworvenheden en ontwikkelingen kunnen ook in de periferieprovincies dus interessante kansen worden benut. Verstedelijking is op zich een fenomeen dat zich al sinds het begin van de industriële revolutie voltrekt en niet alleen in Nederland maar wereldwijd. In de westerse wereld woont 76% van de bevolking in steden (2015) tegen 64% in 1973. In de opkomende landen zijn deze getallen 42% (2015) tegen 24% in 1973 (FAO Agricultural en Rural Development Database). De verwachting is dat de verstedelijking zich zal doorzetten tot minstens 80% in de komende 50 jaar terwijl in de opkomende markten de trek naar steden zal verdubbelen naar ongeveer hetzelfde percentage Laten we kijken naar de kansen en daarmee onderzoeken welk raamwerk kan worden vastgesteld voor onze regio. We noemen deze de ‘bouwstenen’ die voor New Babylon 3 belangrijk zijn: New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 7


New Babylon 3 DE BOUWSTENEN 1. BOUWSTEEN: Landbouw en Voedselvoorziening Momenteel zijn er ruim zeven miljard mensen op aarde. Over 50 jaar zijn dat naar verwachting een derde meer of totaal bijna tien miljard mensen. Het zijn prognoses die ook onze overheden en organisaties nu al zorgen baren. Want hoe gaan we al die mensen voeden? Zal voedselvoorziening een probleemgebied worden of zal het als oplosbaar en economisch verantwoord worden aangemerkt? Eén ding is zeker; de consumptie van landbouwgewassen en tuinbouw- en veeteeltproducten zal blijven toenemen (FAO forecast).

Op dit moment produceren we meer voedsel als wat we voor de Nederlandse behoeften nodig hebben. We exporteren in het groot landbouwproducten. Land-, tuin- en veeteeltbedrijven zijn grotendeels modern en aangepast aan de prijs/kostenverhoudingen op de markt. De Nederlandse landbouw is één van de meest efficiënte in de wereld. In vergelijking hebben andere landen tot 5 maal zoveel oppervlakte landbouwgrond nodig om dezelfde productie te halen (WU 2015). Verdere ontwikkeling in zaadveredeling en mechanische en digitale verbeteringen in de productieprocessen kunnen de productiviteit in Nederland en zeker in andere landen verder opschroeven. Dit is nodig om de voedselvoorziening voor de toekomstige wereldbevolking, ca 10 miljard mensen na 50 jaar, zeker te stellen. Nederland is hier een kennisland en kan zijn agrokennis exporteren om in landen een professionele landbouwproductie in gang te zetten en daarmee de voedselvoorziening veilig te stellen.

New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 8


New Babylon 3 Er zijn twee discussiepunten/zienswijzen in deze: •

Er is genoeg landbouwareaal en water om de toekomstige voedselvoorziening veilig te stellen (EU Agricultural market Brief 2015, FAO). Efficiency van de landbouwmethoden moet verbeterd worden voor hogere toekomstige opbrengsten per Ha. Dit is te bereiken door kennisoverdracht, zaadverdeling, modernisering van productiemethoden door mechanisatie, digitale beheersing van productieprocessen voor bescherming van milieu (dosering kunstmest en bestrijdingsmiddelen), irrigatie ter zekerstelling van watertoevoer en beperking van waterverliezen (waterproductiviteit), verkaveling van land voor verhoging van de productiviteit. Het nieuwe begrip “precisie landbouw” heeft de laatste jaren hiervoor zijn intrede gedaan. Dit lijkt een recept voor landen in Afrika maar zelfs landen in delen van de EU zijn, in vergelijking tot Nederlandse efficiency maatstaven, nog onderontwikkeld. Bij de juiste aanpak is het wereldareaal van landbouwgrond voldoende voor voedselproductie van 10 miljard mensen en meer. Dit betekent dat de landbouw en voedselproductie over de komende 50 jaar vrij kan stijgen met 60% (EU Agricultural market brief 2015). Een aanvullende productie intensivering in de voedselvoorziening is, zelfs in Nederland, mogelijk door inzet van meer efficiënte en hoogwaardige technologieën en gewassen die eenvoudig lokaal zijn toe te passen in de context van “urban farming“. Vertical- of urban farming in hoogbouw of tuinbouw op daken van woningen in steden is onder ontwikkeling en kan op korte termijn worden ingezet.

Water is als product niet schaars. Zoals emeritus hoogleraar Karst Hoogsteen in zijn oratie (2005, Unesco-IHE University of Water Technology, Delft) stelde; ‘we verzuipen in het water’. Waterkwaliteit, geografische ligging van bronnen/rivieren en lokaal beleid in de bedreigde landen zijn de zaken die nu ontbreken maar die in snel tempo worden aangepakt door beleid van de VN en in kenniscentra zoals Unesco-IHE. Landbouw kan duurzaam worden uitgevoerd in ontwikkelingslanden als de kennis over irrigatie en beheersing van waterkwaliteit is opgelost. Sleutelwoord in deze discussie is ‘Waterproductiviteit’. Het verbruik van water leidt niet tot verlies van water. De atmosferische beweging van verdampt vocht door menselijk- en dierlijk handelen en vochtextractie uit de door neerslag waterhoudende aarde is de voedingsbodem voor nieuwe neerslag. Het is juist dat deze neerslag niet precies komt op de plaats waar we die nodig hebben. Goed aangelegde irrigatie vanuit de rivierbeddingen of andere (ondergrondse) water reservoirs met aansluitende zuiveringsinstallaties kan dit hanteren. Een circulaire water economie dus. Drinkwater is een integraal deel van de aanpak. Grootste probleem is de kwaliteit van het drinkwater in veel landen. Gewone zuiveringsinstallaties zijn vaak niet voldoende om de juiste drinkwaterkwaliteit te bereiken. Nieuwe technologische

New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 9


New Babylon 3 ontwikkeling kunnen deze installaties verbeteren of Nanotechnieken en reverse osmose installaties zijn reeds beschikbaar om zelfs de meest verontreinigde of zoute watervoorraden te zuiveren naar WHO waterstandaard. In schril contrast met deze voorgaande stellingname staat de opinie van sommige organisaties/instituten die stellen: •

Vlees en water worden een schaars product. Immers het tekort ontstaat enerzijds door de sterke groei van de wereldbevolking dat welvarender wordt met als gevolg andere eetgewoontes zoals meer vlees. Anderzijds zien we wereldwijd, mede door klimaatveranderingen, een afname van landbouwgebied dat geëxploiteerd kan worden. Verder zorgt klimaatverandering voor toenemende droogte waarbij drinkwater steeds schaarser en dus duurder wordt. Daarmee wordt ook het houden van vee lastiger en prijziger. “Het produceren van bijv. een kilo koeienvlees kost ca 13 kilo aan planten en ruim 15.000 liter aan drinkwater”. Met genoemde aanwas van bevolking is dit niet vol te houden en zal elke regio, ook de onze, de gevolgen van deze druk op voedselvoorziening ervaren. Het aspect voedsel zal weer een aanzienlijk groter deel van het gemiddeld inkomen opeisen. Er bestaat een reëel gevaar dat uit oogpunt van milieu de landbouwgewassen in toenemende mate gebruikt zullen worden voor biobrandstof. Brazilië gebruikt tot 55,2% en de USA 8.6% of bijna 120 miljoen liter/jaar biobrandstof van het totaal aan brandstof voor voertuigen. De productie is gebaseerd op hoofdzakelijk suikerriet. In de EU is biodiesel, voornamelijk geproduceerd uit raap- en koolzaadolie, de gangbare biobrandstof met een volume van ca. 25 miljoen/jaar (OECD-FAO Agricultural outlook 2014). Ethanol, afkomstig als down stream product van de petrochemische industrie, wordt alleen in Europa aan benzine toegevoegd. Biobrandstof wordt aanbevolen als beter voor het milieu met minder CO₂ uitstoot vergeleken met fossiele brandstoffen. Biobrandstof is potentieel een beperking van de productie van landbouwproducten voor de voedselvoorziening. Landbouw is in de EU verantwoordelijk voor ca. 30% van de CO₂ uitstoot. Sommige organisaties pleiten daarom voor het inzetten van alternatieve producten in de voedselketen. Er zijn verschillende vergezichten waarop je het voedselvraagstuk kan oplossen. Enkele spraakmakende suggesties zijn bijvoorbeeld: meer vis, kunstvlees op basis van synthetische proteïnen, insecten (voedzamer en minder CO₂ uitstoot dan bij vleesproductie) en gebruik Nano robots. Het laatste is vlg. onderzoeker Robert Freitas mogelijk. Hij ontwikkelde Nano robots die elke cel in het menselijk lichaam met behulp van gadolinium-isotopen direct van energie voorzien. Dat zou in ieder geval betekenen dat we geen calorieën meer nodig hebben.

Het lijkt onwaarschijnlijk dat een maatschappelijk draagvlak kan worden gevonden voor omschakeling naar synthetische voedingsstoffen waar landbouwproducten worden vervangen door eiwitten, zetmeel en calorieën die in een chemische fabriek worden geproduceerd. De consumenten in Nederland zullen ook niet accepteren dat New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 10


New Babylon 3 China zijn vleesproductie opvoert omdat de toenemende welstand van de bevolking om vleesproducten vraagt terwijl wij in Nederland worden geleerd dat we beter insecten of synthetisch vlees kunnen gaan eten. In ieder geval niet binnen de komende 50 jaar. Meer dan nu gaan mensen bewuster om met voedsel en wordt er minder voedsel verspilt. Ook zijn mensen zich bewuster van het effect van voeding. Enerzijds op hun gezondheid, anderzijds op het milieu en op dieren en mensen die bij de productie betrokken zijn. Het menu is veranderd wat niet wegneemt dat de productie van landbouwgewassen in de wereld stijgt en volgens de prognose van de OECD-FAO zal blijven stijgen. In Nederland besteden we ca 18% van ons inkomen aan voedsel. Ter vergelijking is het deel in de USA slechts 9%, UK 13%, China 30%, India 32%, Rusland 39% en het gemiddelde van midden Afrika 50%. In die landen waar het aandeel boven de 20% ligt heerst ook grote armoede in delen van- of in het gehele land. Toenemende welstand leidt er toe dat meer en beter voedsel wordt gekocht terwijl het aandeel van inkomen dat aan voedsel wordt gespendeerd lager wordt. Voorbeeld is China waar 30 jaar geleden 52% van het inkomen naar voedsel ging terwijl dat in 2014 gedaald was tot 30%. In India zien we eenzelfde trend in dezelfde tijdsspanne van 64% naar 32% (FAO Statistics Household Survey Database). Zilte landbouw heeft de aandacht in de Nederlandse landbouw: Gewassen als zilte zeekool, zeekraal en zilte broccoli zijn reeds beperkt verkrijgbaar. Ook worden verduurzamingtechnieken, zoals drogen en vriesdrogen, toegepast om zilte gewassen, zoals zeekraal, zeeaster en zeekool, gebruiksklaar te maken als kruid of smaakversterker in de keuken. Voor de ontwikkeling en uitvoering zullen samenwerkingsverbanden met universiteiten (Wageningen, Gent, maar ook op andere continenten), onderzoekscentra en de voedingsindustrie noodzakelijk zijn. Met behulp van digitale verbindingen, onderzoeks- en ontwikkelingslaboratoria kan vanuit een kenniscentrum (plus Campus) voor bijvoorbeeld de zilte landbouw en een productieareaal in Sluis wereldwijd worden bijgedragen aan de voedselvoorziening, Landbouw en voedselvoorziening is de voornaamste bouwsteen voor de toekomst. Het raakt de mens en de samenleving, het leven en overleven. Elke verandering in de landbouw en voedselvoorziening zal afhankelijk zijn van de acceptatie van de mens. Dit legt een grote verantwoordelijkheid bij de communicatie over voedsel door producenten, instituten en overheden waarbij de invloed op gezondheid waarschijnlijk de doorslaggevende rol zal spelen.

2. BOUWSTEEN: Economie. De economie wordt gestuurd door grote en kleine ondernemingen, dikwijls ontstaan door private initiatieven of een resultaat van wetenschappelijk onderzoek gevolgd door New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 11


New Babylon 3 industriële- en consumententoepassing. Deze ondernemingen ontstaan zowel in de grondstoffen-, de industriële-, consumenten- en de diensten sector. De economie wordt ook gestuurd door de globalisering. Ondernemingen kunnen voortbestaan als deze ingepast zijn in de globale behoefte voor hun producten of diensten tegen productiekosten die de markt kan dragen. De levensduur van producten wordt steeds korter. Digitalisering versnelt de ontwikkelingen in hoog tempo. Dit leidt in sommige gevallen tot een digitale disruptie van de productcyclus (onmiddellijke vervanging van een bestaand product, bijv. fax door email) en mogelijk tot de ondergang van een bedrijf. Daarentegen is een digitale transformatie, waarin rekening wordt gehouden met successieve integratie van gedigitaliseerde techniek en geplande vervanging van het product, een methode die de bedrijven kunnen beschermen tegen een ondergang. De snelheid van nieuwe ontwikkelingen is zo hoog dat met nieuwe technologieën verbeterde producten zeer snel op de markt kunnen komen en snel door consumenten worden geaccepteerd. Ter illustratie: In het midden van de vorige eeuw werd TV op de markt geïntroduceerd maar het zou ca. 15 jaar duren om deze door 50 miljoen consumenten geaccepteerd te krijgen. Ter vergelijking ziet men een nieuwe dienst als facebook op de markt verschijnen die in een periode van amper 9 maanden 50 miljoen gebruikers krijgt. Door nieuwe, geavanceerde ontwikkelingen kan het verbruik van specifieke grondstoffen onder druk komen te staan. De recycling behoefte wordt daardoor aangewakkerd en is op zich de oorsprong van nieuwe ondernemingen. Ontwikkelingen in afzetmarkten kunnen ondernemingen dwingen hun producten- of dienstenscala aan te passen of te verplaatsen naar deze afzetmarkten. Dit is het geval als grote afzetmarkten zoals China producten massaal gaan kopen/consumeren. De logistieke kosten dwingen ondernemingen nieuwe fabrieken te bouwen in die afzetmarkten. Het idee dat verplaatsing van bedrijven alleen wordt gedaan omdat de loon/fabricagekosten lager zijn houdt geen stand. Westerse bedrijven zijn nog steeds efficiëntere producenten voor de meeste producten. Een uitzondering hierop is de grootindustrie voor stukgoederen. Standaard scheepsbouw (bijv. bulktankers, containerschepen) is dusdanig arbeidsintensief dat zij meer kosteneffectief gemaakt kunnen worden in laaglonenlanden. De bestaande infrastructuur (wegen, zee- en luchthavens, communicatietechniek, etc.) is optimaal in de westerse wereld en ontwikkelt zich in snel tempo in de opkomende markten. Dit ondersteunt de globale handel in grote mate en maakt industriële ontwikkeling in niet Westerse landen mogelijk. De internationale productie en handel wordt gereguleerd door patenten waardoor ondernemingen voor specialistische producten worden beschermd voor misbruik van kennis. Het is juist dat hierop nog steeds inbreuk wordt gemaakt maar de controle instituten en overheden bewaken de interesses door boetes en handelsbelemmeringen op te leggen bij overtredingen.

New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 12


New Babylon 3 Het aantal kleine ondernemingen is vele malen hoger dan grote ondernemingen. Sommige van deze kleine ondernemingen zijn uniek in hun product of dienst en worden groter of worden opgekocht door andere ondernemingen. Het grootste aantal kleine ondernemingen bevindt zich in de lokale economieën en blijven daar. Onder de noemer van het MKB zijn zij de leverancier voor producten en diensten en de basis van werkgelegenheid in de regio’s. In deze categorie vallen o.a. producenten van specialistische producten, installatiebedrijven, bedrijven voor groenonderhoud, de toeristische ondernemingen, etc. De economische ontwikkelingen houden de werkgelegenheid in stand maar ook de trend tot meer ontwikkelingen. Het stimuleert onderwijs die steeds meer kennis verschaft aan mensen die daarna de economische ontwikkelingen helpen versnellen. In het verleden heeft onderwijs en navolgende ontwikkeling gezorgd voor revolutionaire veranderingen in de samenleving zoals de landbouwmechanisatie, melkrobots, IT met computers en communicatie middelen, robots in massa fabricage, etc.. Banken en overige financiële dienstverleners en overheidsinstituten zijn deelnemers in de economie. Zonder financiële instellingen geen betalingen, dus geen business. Overheidsinstituten bewaken voor de regulator de juiste uitvoering van wetten. Dit kan over kwaliteit van producten gaan, over belastingplichten en -inning van ondernemers maar ook de controle op in- en uitvoer via de douane. De mens maakt het mogelijk de economie te laten floreren. Het hebben van werk en inkomen zorgt voor instandhouding van geldstromen naar eigen voorziening van huis en haard, sociale verplichtingen en belastingstromen naar het rijk. Mensen werken en hebben vertrouwen in de economie door communicatie via de media en leveren hun bijdrage aan de economie met grote inzet en verantwoordelijkheid. De media zijn informatief maar gelijktijdig speculatief tot soms provocatief. Dit kan bij mensen soms leiden tot het in twijfel trekken van de ontwikkeling zoals die in de wereld plaatsvinden met pessimisme tot gevolg. Er zijn in de media door de eeuwen heen voorspellingen gedaan over potentieel grote rampen. Dat doen we nog steeds; financiële chaos, achteruitgang door te langzame economische ontwikkeling, klimaat, etc.. Onze minister van financiën Dijsselbloem modereerde dit in een interview tijdens de IMF vergadering 9 oktober 2016 in New York: “Alle rampen die het IMF en economen voorspelden zijn aan ons voorbijgegaan. Dat wil zeggen dat we ze door aangepast beleid en afwezigheid van paniek in onze eigen gelederen altijd hebben opgelost”. Hij onderschrijft dat het eigenbelang van de ramppredikers meestal de basis is voor de voorspellingen. Het is juist dat de positie van de € onder druk kan komen te staan als we de EU niet in stand kunnen houden. Dat is zeker in het belang van andere grote landen. De EU is nu een grotere economische macht dan andere landen, die hierdoor hun dominantie op de internationale markten met eigen munt zouden kunnen verliezen. Het is aannemelijk dat China en India grotere economische machten zullen worden dan Europa. Dit zal in eerste instantie gebaseerd zijn op het aantal inwoners en de daaraan gerelateerde economische ontwikkelingen. Qua kennisniveau zal dit langer duren. Japan heeft hetzelfde traject afgelegd. Van meesterkopieerders tot hoog technologisch- en kennisland en nu gewaardeerd lid van de New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 13


New Babylon 3 wereldeconomie en -orde. Blijft het feit dat de nu Westerse landen deze ontwikkeling niet zullen aanmoedigen uit puur eigenbelang. In dit kader is het begrijpelijk dat de ontwikkeling van de EU tot een geconcentreerde economische macht met ca. 500 miljoen inwoners en een gemeenschappelijke munt, eerder tegengewerkt zal worden dan aangemoedigd. Het is en blijft comfortabel om de grootste te zijn en dominant in de wereldorde! “Nederland en Europa staan er goed voor. De rente is gedurende de laatste 20 jaar steeds gedaald tot het lage niveau van vandaag. Niets nieuws dus en we kunnen zelfs met deze lage rentes verder leven. De economische ontwikkeling zal niet van hetzelfde niveau zijn maar de lage rente leidt ook tot lage inflatie die we dus niet moeten compenseren door extra economische groei. Dit betekent overigens niet dat door wereldwijde ontwikkelingen de rentes altijd laag zullen blijven en een zekere voorzichtigheid is hier wel op zijn plaats. Voor de crisis van 2008 werd de economische groei gedreven door extreme kredietverlening. Het resultaat hebben we beleefd in de vorm van “woningmarkt en internet bubbles”. De ingevoerde hervormingen waren drastisch maar onvermijdelijk. Met de hervormingen moet nu verder een nieuw denken worden geïntroduceerd om nieuwe uitwassen te voorkomen. Mensen zullen gewend worden aan een andere persoonlijke vermogensopbouw. Wat we nu merken is dat de door de inflatie gedreven vermogensopbouw beperkt is. Gelijktijdig stijgt het besteedbare inkomen en wordt de koopkracht beter omdat het minder door inflatie wordt uitgehold. Wel zullen we geconfronteerd worden met het risico dat de ontwikkelingen de sociale onrust op de markt zullen beïnvloeden. Technologie, IT en robotisering zullen minder werknemers vragen, speciaal aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Wat gaan we deze mensen bieden? Continu scholing moet leiden tot parate en aangepaste kennis voor de markt. Het standaardonderwijs zal in de toekomst slechts een opstap zijn. Nu is het onderwijs nog een deel van het pakket op weg naar de uitgang. Dat betekent dat werknemers, zoals bijvoorbeeld bij het ING ontslag van 5000 mensen, verward op straat staan. In de toekomst zullen ontwikkeling met mogelijk massaontslag vroeger onderkend moeten worden en werknemers met opleiding en sociale begeleiding jaren vooraf moeten worden voorbereid op dit ontslag. Verder zal sociale uitsluiting moeten worden voorkomen door de loonkosten aan de onderkant van de markt te verlagen waardoor meer mensen sneller aan het werk kunnen.

3. BOUWSTEEN: Transport, infrastructuur en mobiliteit. Transport, infrastructuur en mobiliteit zijn majeure elementen in een fungerende economie. Globalisering maakt transport van bulk- en stukgoederen intenser. Scheepvaart en havens, maar luchtvracht en luchthavens eveneens. Vanuit havens vindt het transport plaats over de weg, spoorwegen en via rivieren/kanalen naar het achterland.. Nederland is een draaischijf in de wereldhandel met een uitermate goed georganiseerde infrastructuur. Door de toenemende wereldhandel heeft Nederland concurrentie gekregen New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 14


New Babylon 3 van andere havens en luchthavens maar wordt ook blootgesteld aan toenemende concurrentie van nieuwe technologische oplossing voor vervoer over langere afstanden. Door veranderingen in het economische toekomstbeeld zullen grote verandering plaats vinden in de structuur van de havens. Volumineuze overslagterreinen zullen in snel tempo inkrimpen of verdwijnen en vervangen worden door andere en moderne/geautomatiseerde faciliteiten. Het is de verwachting dat deze omschakeling in de komende 50 jaar zonder catastrofale consequenties zal plaatsvinden zoals we in de afgelopen 50 jaar majeure omschakelingen hebben doorgevoerd. Het transport vanuit havens en luchthavens zal het meeste veranderingen ondergaan en daarmee ook de infrastructuur van wegen. De ontwikkelingen zouden kunnen resulteren in nieuwe transportwegen van havens naar grote distributiepunten in diverse landen in Europa. Deze wegen zijn exclusief voor vrachtwagentransport en volledig geautomatiseerd. Het is niet onmogelijk dat dit transport elektronisch gestuurd wordt met een centrale of regionale regelkamer als bestuurder volgens een strikte dienstregeling. Deze oplossing zou kunnen worden afgewogen tegen de kosten van meer vrachttreinverbindingen zoals de Betuwelijn en die op dezelfde manier via een centrale of regionale regelkamer worden gestuurd volgens een strikte dienstregeling. Die afweging zou dan kunnen leiden tot het successief verdwijnen van langeafstand transporten over de weg. Vanaf de distributiepunten vindt de overslag van goederen plaats voor distributie naar de uiteindelijk afnemers en omgekeerd levert de fabrikant zijn producten uitsluitend aan op de distributiepunten voor verder transport naar havens en luchthavens. Nieuwe ontwikkelingen zijn in de ontwerpfase en worden in snel tempo getest. Een van de meest interessante oplossingen is waarschijnlijk de ‘hyperloop’, een buizensysteem waarin zowel goederen als personen kunnen worden getransporteerd over grote afstanden. Initiatiefnemer is de SpaceX Hyperloop (California, USA) waaraan diverse universiteiten, waaronder TU Delft, meewerken voor het ontwerp van onderdelen voor transportcabines, voortstuwingssystemen, etc. In Abu Dhabi wordt nu een hyperloop transportsysteem gepland die in ca. vijf jaar de steden Dubai en Abu Dhabi moet gaan verbinden en de reistijd tussen de twee steden zal beperken tot ca. 15 minuten. Hyperloops zullen in landen als Nederland de vorm krijgen zoals de metrodiensten maar dan voor grote afstanden, met bovengrondse stations en ondergrondse tarnsport rails. Het grote verschil zit in de snelheden. Hyperloops worden ontworpen voor snelheden van ongeveer 1000 km per uur. Hyperloops zijn daarmee een potentiele oplossing voor goederen en personen voor lange afstanden. Hyperloops kunnen een volwaardig alternatief zijn voor de voornoemde wegen en rail oplossingen. Transport over kleinere afstanden zal blijven. Het is arbitrair hoe lang een kleinere afstand zal zijn en in grote mate afhankelijk van het aantal grote distributiepunten dat op een economisch verantwoorde wijze kan worden gerealiseerd. Zelfs voor deze kleine afstanden zal het transport veranderen, voornamelijk door omschakeling van de New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 15


New Babylon 3 krachtbron van vrachtwagens van fossiele brandstoffen naar elektrische- of waterstof voortstuwing. Het is aannemelijk dat in de komende 50 jaar het gebruik van fossiele brandstoffen in voornamelijk stedelijk gebied zal worden verboden in verband met CO₂, NOₓ en fijnstof uitstoot. De verwachting is dat het ‘transport by drones’ ook vrij snel een alternatief zal worden voor leveringen van kleine stukgoederen op de korte afstanden. Gelijktijdig zal het transport ook worden aangepast aan andere vormen van transport in de economie. Woon-werkverkeer, toeristische verplaatsing en gewoon de mobiliteit van mensen in de bewoonde gebieden zal worden aangepast een de eisen voor CO₂, NOₓ en fijnstof uitstoot. Fossiele brandstoffen zullen voor het personenvervoer in de toekomst simpelweg worden verboden. Reductie van vervoer over de weg zal worden beperkt door stringentere regelgeving. Gebruik van wegen zal in de toekomst uitsluitend mogelijk zijn tegen betaling per km. Openbaar vervoer zal in toenemende mate een alternatief worden voor het gebruik van privé auto’s. Elektrische en geautomatiseerde openbaar vervoer methoden zullen een alternatief bieden en rijden op aanvraag. Deze ‘mobility on demand’ wordt verwacht te zijn ingevoerd binnen de komende 50 jaar periode.

4. BOUWSTEEN: Klimaat. Het klimaat heeft een invloed op onze economische ontwikkelingen en zeker ook op onze mogelijkheden in landbouw en voedselvoorziening. Het element voedselvoorziening is bedreigend voor de mens. De vraag of de opwarming catastrofaal is voor mens, milieu en voedselvoorziening blijft open, maar het risico van zeewaterspiegelstijging wordt zeer bedreigend genoemd voor de mens. Het stimuleert angst bij de mens wat op zich een rationele discussie in de weg staat. In deze discussie staan twee groepen bijna lijnrecht tegenover elkaar: •

Het wereldwijde klimaatakkoord van Parijs gaat uit van een temperatuurstijging tot 2% aan het eind van deze eeuw. De economische ontwikkeling levert een hoog gehalte aan broeikasgassen die direct verantwoordelijk worden gehouden voor deze opwarming. De deelnemende landen hebben zich gecommitteerd aan de bepalingen van het akkoord inclusief de verwerking hiervan in wetgeving. Nederland is vrij ver in de voorbereidingen voor beperking van broeikasgassen en zou binnen 50 jaar kunnen voldoen aan de normen van het akkoord van Parijs. Inmiddels is ook de rapportage van de Delta commissie afgerond met duidelijk acties tot gevolg. Het is op zich interessant te lezen dat de Delta commissie het risico voor zeewaterspiegel stijging afdoet met de uitspraak dat de bestaande waterkeringen inclusief de uitvoering van reparatie- werkzaamheden aan zwakke schakels voldoende is voor het opvangen van risico’s zoals die in het akkoord van Parijs zijn benoemd.

New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 16


New Babylon 3 •

Een andere groep van wetenschappers, klimatologen, meteorologen gaat uit van klimaatverandering volgens bewegingen die zich al eeuwen voordoen. Zij verwachten ook dat er in de komende 50 jaar een opwarming van de aarde zal voldoen maar dat die op natuurlijke wijze gevolgd zal worden door een koelere periode. Ze onderschrijven wel de behoefte om beperking van schadelijke broeikasgassen aan te pakken maar stellen ook dat deze beperking al in gang is gezet en dat nieuwe technologieën de uitstoot van CO₂ al vrij snel zullen beperken. Het aandeel van het vervangen van fossiele brandstoffen door zon en wind wordt aangehaald als een ontwikkeling die al 20 jaar bezig is maar nu op industriële schaal kan worden toegepast.

Deze laatste groep verwijst naar akkoord van Parijs als een opinie-bouwend akkoord en rangschikt het in dezelfde rij van rapporten met o.a. ‘de Club van Rome’, de ozon-, zure regen-, fosfaat discussie, etc. De mens is op zich gevoelig voor opinie-bouwende bewegingen en past zich aan. We hebben in het algemeen onze twijfels over rapportages en grote woorden van de vele deskundigen maar toch volgen we de noodzaak tot beheersing van onze leefstijl ten gunste van klimaat en onze toekomst. De vraag wat we nu kunnen verwachten van welk scenario over klimaatveranderingen dan ook. Deze onzekerheid zal nog wel even aanhouden maar waarschijnlijk uitmonden in acceptatie van maatregelen voor uitstoot van broeikasgassen en verhogen/ versteviging van waterkeringen.

5. BOUWSTEEN: Energie en milieu. Gedreven door de klimaatdiscussies wordt rampspoed voorspeld voor de energievoorziening. De praktijk is dat we door de introductie van alternatieve vormen van energievoorziening het pad van de fossiele brandstoffen reeds hebben bijgesteld. Dit betekent niet dat winning van steenkool, olie en gas tot een einde komt. Het zal gefaseerd minder worden, parallel met de introductie van nieuwe technologieën. Dit uit-faseren zal waarschijnlijk de 50 jaar in de toekomst overschrijden. Vloeibaar gas gebruik zal in deze tijd toenemen voor brandstoftoepassingen die moeilijk in zijn geheel door nieuwe energiebronnen kunnen worden vervangen. Voorbeelden hiervan zijn de voortstuwing van grote oceaangaande schepen, militaire tramsportmiddelen, vliegtuigen, etc.. Daarentegen kan verwacht worden dat fossiele brandstoffen voor auto’s in het dagelijks gebruik volledig zullen zijn vervangen door elektrische of waterstof krachtbronnen en wel binnen de 50 jaar toekomstperiode. Het winnen van fossiele grondstoffen zoals aardolie en gas zal zelfs na de 50 jaar toekomstperiode onverminderd doorgaan. Het is zelfs mogelijk dat steenkool nog lang, maar mogelijk korter dan de 50 jaar toekomst periode, zal worden gewonnen in landen met grote steenkool reserves en bestaande steenkool vergassingsinstallaties die feed stock (Nafta) verschaffen voor verdere downstream producten in de petrochemische en chemische industrie. De productie van nafta uit aardolie en gas is vele malen groter dan de New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 17


New Babylon 3 productie van benzine, diesel, stookolie en kerosine. Nafta is de grondstof voor verdere petrochemische en chemische industriële- en consumenten producten. Windmolens zullen verder worden ontwikkeld evenals zonnepanelen voor persoonlijk- en industrieel gebruik. Het maatschappelijke draagvlak zal er wel toe leiden dat de windmolens offshore worden geplaatst en land gebonden windmolens grotendeels worden uit gefaseerd. De trend in nieuwe energievormen zal mogelijkheden bieden tot nieuwe ontwikkelingen in industriële producten en toepassingen. Een nieuwe technologische ontwikkeling in de energievoorziening is het generen van elektriciteit uit het wegen- en/of fietspadnet. De integratie van zonnepanelen in asfaltdragers wordt al getest in proefvakken. De verwachting is dat binnen de komende 50 jaar periode deze techniek op grote schaal zal worden toegepast. Kernenergie is nog niet afgeschreven. Nieuwe kerncentrales worden nog steeds gebouwd en de ontwikkeling van nieuwe kernfusiereactoren en Thorium MSR (Molten Salt Reactor) zal leiden tot een schonere toepassing van kernenergie en potentieel zelfs het oplossen van het kernafval probleem door fusie van langlevende radioactieve isotopen. Door de opinie-bouwende rapportages over klimaatbeheersing door CO₂ reducties en gebruik van fossiele brandstoffen is Nederland alle vele jaren voorbereid op deze ontwikkeling. Het milieubewustzijn en de wetgeving is geactualiseerd en bewaking van verdere ontwikkelingen wordt nauwkeurig gevolgd en voorbereid voor aanvullende wetgeving. Resultaat is een steeds schoner en meer milieubewust land. Deze trend heeft aanleiding gegeven tot nieuwe ondernemingen en een progressieve aanpak van de circulaire economie. Het gevaar is dat in de toekomst door globalisering de gevoelens van andere opkomende naties niet dezelfde conclusies trekken voor een leefbaar milieu. Dit betekent een reëel gevaar voor de leefbaarheid in ons deel van de wereld. Zal de VN een echte grip krijgen op de ‘sustainable growth’ strategie in de wereld en nieuwkomers op de industriële markt in het gelid krijgen?

6. BOUWSTEEN: Wonen. Wat mensen ook gaan doen in de toekomst, er zal altijd een woning nodig zijn waar men zich goed voelt. Of dit voor kortere of voor langere tijd is, zal geen verschil maken. De keuze van woningen en de plaats van deze woningen zal veranderen omdat thuiswerken zal toenemen. De perfectionering van het openbaar- en individueel vervoer zal, zeker voor de verstedelijkte gebieden, bijdragen aan de woningkeuze buiten de stadscentra. Het is waarschijnlijk dat bij de verdere ontwikkeling van Nederland en Vlaanderen tot stadsstaten, de mobiliteit opties en benodigde infrastructuur zich zodanig hebben ontwikkeld dat snelle bereikbaarheid van de industrie- en dienstencentra vanuit de periferie gebieden eenvoudig mogelijk zal zijn. De ontwikkeling van stadsstaten zal zich New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 18


New Babylon 3 concentreren op een groot stedelijk gebied welke bestaat uit drie clusters zijnde de huidige (i) Randstad, (ii) Brabant en (iii) de driehoek Antwerpen, Gent Brussel en de verbinding zones tussen genoemde clusters . Verstedelijking is inherent aan de ontwikkelingen in de wereld. Industrieën zijn aan elkaar gelinkt. Alhoewel dat in de toekomst voor vele sectoren minder relevant is zal ook dan de voorkeur blijven bestaan waarbij, industrieclusters vragen om dienstverlening die zich in de nabijheid van de industrieën vestigen, onderwijsinstellingen zijn voor stageplaatsen en de levering van afgestudeerden afhankelijk van industrie- en dienstencentra en plaatsen zich in de nabijheid hiervan, overheden zijn interdisciplinair en voor de effectieve uitvoering van hun taak gebaat bij de nabijheid van alle voorgaande instellingen, etc.. Clustervorming van mensen in stedelijk gebieden is al eeuwen oud en zal ook in de toekomst steeds meer vorm krijgen. Het is te verwachten dat in de komende 50 jaar de verstedelijking over de gehele wereld zal toenemen tot 80% van de bevolking. Dit betekent niet dat de periferieën van deze stadstaten zullen leeglopen. Er zijn ook economische ontwikkelingen gaande in deze periferieën, zoals toenemende facilitaire dienstverlening naar de stadstaten, die werkkrachten zullen vergen. Alleen zal de behoefte aan werkkrachten langzamer stijgen dan de verstedelijkte gebieden met al haar geclusterde economische activiteit. Mensen in zowel verstedelijkte gebieden als in het buitengebied stellen hoge eisen aan wonen. Er is wel een groot verschil in de vorm van wonen. In het buitengebied is, in tegenstelling tot het stedelijk gebied, de waarde-perceptie en het in eigendom hebben van een woning hoger, in sommige gebieden tot ca. 80% van de woningvoorraad. De mobiliteit van de mensen is steden ligt aanzienlijk hoger. Het huren van een woning in de stad bevordert de mobiliteit van de mensen. Snel en soepel verhuizen moet omdat de jongere generatie er van uitgaat dat hij/zij met grote regelmaat van woning zal veranderen. Mensen gaan er vanuit dat zij vele malen van baan zullen verwisselen en zich geen permanente bewoning kunnen voorstellen. In het buitengebied geldt dat minder en is koop van een woning een belangrijke vermogenscomponent. In de komende 50 jaar kunnen we verwachten dat deze instelling van mensen zal veranderen. Dit zal worden veroorzaakt door het toenemend bewustzijn dat wisseling van New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 19


New Babylon 3 baan, alsook het hebben van meerdere parttime banen gelijktijdig, steeds verder zal toenemen met verplaatsing in Nederland en daarbuiten. Verder zal de kans op vermogensopbouw door huizenbezit onzekerder worden. Het gevolg kan zijn dat het bouwen van nieuwe wijken een verandering zal ondergaan. Waar nu nog gebouwd wordt in steen zou dit vervangen kunnen worden het bouwen van wijken met prefab woningen die een geplande levensduur hebben van niet meer dan 30 jaar om daarna gedemonteerd te worden. Vervanging met eenzelfde wijk vindt dan plaats met nieuwe materialen en technieken. Het gebruik van duurzame materialen en bouwtechnieken leidt er toe dat deze bouwvorm geschikt is voor een circulaire bouweconomie. Dit leidt overigens wel tot een discussie over wat wel en wat niet duurzaam zal zijn. In discussies wordt het belang van steen en beton onderstreept. Deze materialen zijn bij de winning van de grondstoffen weliswaar belastend voor het milieu maar eenmaal gebouwd, staan de gebouwen er wel voor minstens 200 jaar. De vergelijking van de milieubelasting tussen meer duurzame materialen en steen/beton wordt daarmee beslecht in het voordeel van steen/beton. Er zullen mensen zijn die niet in een dergelijke wijk willen wonen. Die zullen zich in toenemende mate gaan vestigen in het buitengebied. Gesteund door het verbeterede mobiliteit faciliteiten kan dit, al dan niet, op grote afstand zijn van de stedelijke centra. Voor vele activiteiten is de werklocatie niet relevant (bijv. thuiswerken) en zal een dergelijke beweging mogelijkheden bieden. Het is waarschijnlijk te verwachten dat in de komende 50 jaar de woningbouwmethode met beperkte levensduur minder aansluiting zal vinden in het buitengebied. Hier zal de bevolking grotendeels stabiel blijven en zal benutting van de bestaande woningvoorraad voorrang hebben daarbij gesteund door het grote eigendom aandeel in huizen. De gemiddelde kosten voor wonen in stedelijk gebied, vergeleken met het buitengebied, zullen mogelijk veranderen ten gunste van de stad.

7. BOUWSTEEN: Gezondheidszorg. Nederland heeft een goede gezondheidzorg. Universiteiten met fundamenteel onderzoek, een industrie die apparatuur voor de gezondheidzorg ontwikkelt en produceert, ziekenhuizen met optimale kennis en huisartsenpraktijken die optimaal fungeren in de 1 ste lijn zorg. Extramurale verpleging is ver ontwikkeld en ondersteunt ouderen en chronisch zieke mensen thuis. We worden ouder en meer zorg is te verwachten voor een steeds groter deel van de bevolking. Goed geregeld dus, maar kunnen we dit in de toekomst betalen? Als we doorgaan met het ontwikkelen van een beter, en duurder instrumentarium en medicijnen wordt het voor een groot deel van de bevolking onbetaalbaar om de zorg te krijgen die nodig is. In ieder geval als we deze ontwikkelingen alleen voor Nederland bestemmen met een eigen instituut die prijzen moet verhandelen voor de kleine Nederlandse markt. Alleen samenwerking binnen New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 20


New Babylon 3 een EU zou dit probleem kunnen oplossen. Dit geldt voor zowel de ontwikkeling als de prijzen voor het resultaat van deze ontwikkelingen. De ontwikkelingen in de zorg lijken zich te gaan concentreren op een herijking van de werkelijke behoefte aan zorg in de thuissituatie en in verzorgingsinrichtingen. Deze verandering is ingegeven door de verbeterde gezondheidstoestand van de bevolking, kostenreducties in het overheidsbudget gekoppeld aan een gedwongen mentaliteitsverandering bij de bevolking. Dit laatste is voornamelijk de transitie van het automatisch recht hebben op zorg (gevestigde verworvenheid) naar het recht op het verkrijgen van zorg als dat noodzakelijk is. EfficiÍntie in de zorg zal worden nagestreefd door een afweging tussen thuiszorg en ziekenhuis-/verpleeghuiszorg. De preventieve zorg zal in de komende 50 jaar verder worden ontwikkeld. Beperkingen van de kosten in de algemene zorginfrastructuur zal voornamelijk komen uit deze preventieve zorg. Voorlichting van gezondheidsrisico’s zal toenemen maar ook het elektronisch volgen van mensen zal een enorme vlucht nemen. Internet en sociale media nemen hierin het voortouw. Vitale functies zullen afleesbaar zijn door ingebouwde chips in het lichaam of in smartphones die afwijkende waarden zullen registreren en automatisch downloaden in de menseigen patiÍntendossiers. Mensen zullen feedback krijgen in real time met aanbevelingen voor gedrag aanpassing of huisartsparktijken zullen daarop reageren en de persoon in kwestie uitnodigen voor onderzoek als daarvoor aanleiding bestaat. De structuur van de zorg is in de afgelopen periode reeds veranderd. De trend is thuishulp en mantelzorg zo lang het kan (1/2 lijn hulp) en daarna uitgebreide 1ste lijn hulp. Uitgebreide huisartsen praktijken verrichten meer en meer werk en nemen daarbij werk weg van de 2e lijn hulp in ziekenhuizen. Ziekenhuizen worden daardoor meer specialistische inrichtingen die op zich worden gedwongen zich; a) te beperken tot algemene specialistische hulp en b) bijzondere verrichtingen door te verwijzen naar nog meer gespecialiseerde ziekenhuizen of universiteitsklinieken. Deze trend is ingegeven door de kosten in gespecialiseerde klinieken. De consequentie is wel dat regionale algemene ziekenhuizen kleiner zullen worden en zullen moeten overgaan tot verregaande samenwerking met de meer gespecialiseerde klinieken. De grenzen bestaan nog steeds dus samenwerking is gericht op NL gezondheidsinstituten. Dit is het gevolg van politieke beslissingen en de organisatie van ziektekostenverzekeringen die in EU verband nu nog niet zijn geharmoniseerd. Wat te verwachten is dat de komende 50 jaar de gezondheidszorg in alle geledingen verder zal professionaliseren. Mantelzorg zal minder worden omdat familieleden in veel gevallen niet meer in de regio woonachtig zullen zijn. Een deel taken kan worden overgenomen door vrienden en inzet van vrijwilligers in dorpshuizen. Het overgrote deel zal worden verricht door thuishulp met wijkverpleegkundigen en thuishulp professionals. Huisartsenpraktijken zullen in toenemende mate worden ontwikkeld tot gezondheidscentra met multidisciplinaire mogelijkheden (huisarts ook voor kleinere medische New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 21


New Babylon 3 ingrepen, tandarts-kaakchirurgie, fysiotherapeut, coĂśrdinatie wijkverpleging, apotheek, etc.). In de komende 50 jaar zullen de ziektekostenverzekering tussen de lidstaten van de EU worden geharmoniseerd en de samenwerking tussen verschillende gespecialiseerde ziekenhuizen, zelfs internationaal, worden geĂŻntensiveerd. De moderne mens zal zich in toenemende mate richten op het zorgaanbod dat hem/haar het beste uitkomt. Deze zorgconsumenten hebben geen emotionele binding meer met nationale of lokale zorgondernemingen. Met de toenemende mobiliteit van de bevolking is het dan ook te verwachten dat dit de druk op de bestaande Nederlandse gezondheidscentra zal vergroten. De dienstverlening naar de bevolking zal toenemen maar de zorginstituten zullen in toenemende mate onder druk komen te staan.

8. BOUWSTEEN: Onderwijs. Onderwijs maakt mensen toekomstbesteding. In de toekomst explodeert het volume aan informatie en kennis. De behoefte en technologie om informatie op te slaan en om kennis toe te passen groeit, waarbij meer taken door technologie ondersteund of overgenomen worden (artifical intelligence). Dit houdt in dat de aard van werk veranderd. Zowel productie-intensieve arbeid als kennisintensieve arbeid wordt anders. Maar ook de omvang van werk verandert. Er zullen banen komen waar we nu nog geen besef van hebben en banen die nu vanzelfsprekend en beslist noodzakelijk lijken, zullen dat in de toekomst niet meer zijn. Mensen worden ouder. Dat impliceert dat de periode waarin mensen werken, of anderszins een zinvolle tijdsbesteding moeten hebben ook langer wordt. Het huidige onderwijssysteem leidt mensen op tot leeftijd van ca. 20 jaar of jonger en daarmee gaat men de resterende 50 tot 80 levensjaren mee aan de slag. Aan deze jaren zal door werk en andere activiteiten een goede invulling moeten worden gegeven. Maar het betekent ook dat het onderwijs van nu, in die eerste 20 levensjaren, waarschijnlijk niet of niet voldoende opleidt voor wat mensen de volgende 50 – 80 jaar aan kennis en skills nodig hebben. Dit stelt meerdere vragen aan het onderwijs: waarvoor leidt het op: wat moet men over 50 jaar kunnen? En wanneer leiden we waarvoor op? De basis blijft dat kinderen leren lezen, schrijven en rekenen. En daarnaast blijven de meeste schoolvakken de basis leggen voor algemene ontwikkeling en het in perspectief kunnen zetten van alle kennis die men later verkrijgt. De grootste veranderingen zullen moeten plaatsvinden in het onderwijs daarna. Dat onderwijs zal gericht zijn op het vergaren van (diepgaande) kennis en hoe men met kennis omgaat en die verwerkt of toepast. Omdat niet elk individu alle vaardigheden beheerst ontstaan er teams bestaande met verschillende vaardigheden. Het adaptief vermogen zal veel aandacht krijgen; zodat we sneller en gemakkelijker kunnen omgaan met veranderingen. Dat zijn vaardigheden New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 22


New Babylon 3 waarvoor vanaf de basis, veel meer dan nu, aandacht moet zijn. In die context is het logisch dat mensen tot ca. 20 jaar breder worden opgeleid, met als eerste eindpunt een startkwalificatie dat op verschillende niveaus kan liggen (afhankelijk van individu) en waarin men vooral met verschillende disciplines in aanraking is gebracht. Verdere verdieping in een specifiek en op het individu afgestemd vakgebied/discipline, volgt daarna om geschikt gemaakt te worden voor de arbeidsmarkt. Verdere verdieping en onderwijs na het behalen van het startniveau vereist het goed functioneren in de maatschappij. Daarbij neemt leren vormen aan die passen bij de levensfase van de lerende. Onderwijsinstanties moeten daarop ingericht worden. Zij moeten zoeken naar nieuwe mogelijkheden om de kennis over te brengen, te delen en daardoor te vermeerderen met optimaal gebruik van technologie, plaats, tijd en capaciteit, om disciplines te verbinden, om nieuwe inzichten te verwerven en maatwerk te leveren conform persoonlijke ontwikkelingsplannen met behoud of zelfs verbetering van kwaliteit van het onderwijs. Permanente educatie door elk individu zal gewoon worden, en gedragen/vereist worden door de maatschappij. Naast educatie thuis, op de werkplek of in vriendenkring wordt de school een ‘learning’ park, waar leerlingen, ouders, leerkrachten, ondernemingen en verenigingen elkaar fysiek of virtueel ontmoeten en kunnen leren. Alle belanghebbenden kunnen er continue (24 uur per dag/7 dagen in de week) terecht om gebruik te maken van de aanwezige faciliteiten en elkaars kennis. Er zijn geen nationale onderwijssystemen meer, maar het geheel is qua kwalificatie internationaal afgestemd. Daarbij zal nadrukkelijk aandacht gegeven worden aan maatschappelijke waarden & normen, vaardigheden als creativiteit en ondernemerschap met accent op vakgebieden als talen, communicatie, technologie, wetenschappelijk onderzoek, engineering en mathematics. Om het leerproces voor elkaar te versterken gaat de wetenschap open; met open data en open toegang tot onderzoek en onderzoekmethoden. De bescherming van intellectueel eigendom zal daarvoor in de nabije toekomst in nieuwe wetgeving moeten worden vastgelegd.

9. BOUWSTEEN: Veiligheid. Veiligheid is een abstract begrip en wordt vanuit angst en onzekerheid gevoed met emotie en ratio, een combinatie van gevoel en verstand. Veiligheid is ook geborgenheid en bescherming, vergelijk een kind dat zich in de eerste jaren volledig richt op en vasthoudt aan de veiligheid, geborgenheid en bescherming die ouders en het gezin te bieden hebben en bewaken. Ook in een toekomstige gemeenschap zal veiligheid geborgd dienen te worden op basis van sociale bescherming en zekerheden, sociaal weefsel, waardoor mensen, buren, dorpsbewoners elkaar vertrouwen, op elkaar kunnen rekenen in geval van nood en er voor elkaar zijn. Dus veiligheid begint dichtbij in het gezin, de wijk, de buurt en de kern waar mensen wonen, ondersteund door digitale middelen, sensoren, pasjes, camera’s, drones, New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 23


New Babylon 3 verlichting on demand, alarmsystemen, persoonlijke herkenningssystemen, e.d. Vervolgens hebben we een ‘dienst’ nodig die meer algemeen de rechten, eigendommen en algemene belangen veilig stelt en beschermd, variërend van burgerwacht tot politie nieuwe stijl, maar ook gemeenschappelijk beheer (governance) van dijken, wegen, gebouwen, infrastructuur, brandweer, ambulances, openbare/publieke diensten. De veiligheid- en beschermingsringen breiden zich vervolgens steeds verder naar buiten toe uit, tot zij inhaken op bovenregionale systemen en voorzieningen. Veiligheid in een nieuw te ontwikkelen gemeenschap met nieuwe leef- en woonvormen zal vooral gebaseerd moeten zijn op vertrouwen in elkaar en vorm moeten krijgen met goede professionele organisatie en mensen uitgerust met goede hulpmiddelen. Veiligheid zal verankerd moeten zijn en als “van onszelf” moeten worden beleefd en uitgevoerd, onder het motto: Als we het belangrijk vinden, organiseren we het ook zelf! Denk hierbij bijvoorbeeld ook aan ‘verplicht aantal’ uren, dagen, weken, maanden van maatschappelijke dienstverlening.

10.

BOUWSTEEN: Bestuur.

Nederland is een parlementaire democratie waarin politieke partijen hun belangen tot het uiterste verdedigen en alleen na verkiezingen, verbindingen aangaan met andere partijen in een meerderheidscoalitie. Het resulterende beleid van regering en parlement wordt in wetten vastgelegd. Behalve door de ministeries worden de wetten via provincies en gemeenten uitgevoerd. Door de diversiteit van de samenleving en de lage kiesdrempel ontstaan er vele kleine politieke partijen. Binnen de EU is er een vierde politieke besluitvorming laag ontstaan die zich bezig houdt met lidstaat overstijgende zaken. Besluiten worden, na parafering in nationale parlementen, uitgevoerd en gehandhaafd door de lidstaten. De uitvoering van supra nationale belangen zoals defensie, buitenlands beleid, milieuzaken en financiële ordening zal meer en meer toegewezen worden aan Brussel. Het heeft zich dusdanig ontwikkeld dat de regeringsmethodiek in de lidstaten en dus ook Nederland, een andere vorm heeft gekregen. Nieuwe modellen worden ontwikkeld en toegepast om het landelijk bestuur nieuwe impulsen te geven. Voorbeeld hiervan zijn regiobestuurs- en advies organen. De discussies binnen het ministerie van binnenlandse zaken en de aanpak van bijv. de Deltacommissie (Binnenlands Bestuur 2016, Kuijken) geven aanwijzingen voor een vergaande aanpassing van de bestuursmodellen in de toekomst. De vraag is natuurlijk wel of de kleinschaligheid en competenties van alle gemeenten toereikend zijn om dit spoor te kunnen volgen. Het is te verwachten dat het aantal gemeenten in Nederland zal afnemen van de ca. 400 nu tot 40 – 50 in de toekomst en dat het aantal provincies drastisch zal worden beperkt. Het wetsvoorstel om de burgemeesters niet langer door de Kroon te benoemen maar eerder op basis van een nader in te vullen verkiezingsmethode en verder New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 24


New Babylon 3 deze benoeming niet langer te binden aan een politieke kleur, geeft de drastische verandering van het bestuursklimaat aan in Nederland. Het is duidelijk dat de bewaking van lokale interesses een zaak blijft van de lidstaten maar de vorm waarin en hoe een andere richting zal krijgen. In de komende 50 jaar zal mogelijk een discussie ontstaan om de politieke partijen geheel of gedeeltelijk te vervangen door technocraten die gestructureerde initiatieven vanuit het land krijgen aangedragen. Deze discussie zal sneller actueel worden als de toenemende versnippering van het politieke veld doorzet en daarmee de geloofwaardigheid in het politieke bestuur aan de kaak wordt gesteld. Het is niet in het belang van een goed politiek bestuur als politieke vertegenwoordiging in het parlement uitsluitend gebaseerd is op een belang van een specifieke groep. Opinie bouwen voor een specifiek belang kan buiten het parlement plaatsvinden of door het parlement voor onderzoek worden verlegd naar raadgevende commissies. Versnippering en afnemende geloofwaardigheid zal ongetwijfeld leiden tot een ingrijpende discussie over de vorm van de democratie. Het lijkt dan ook waarschijnlijk dat we in de komende 50 jaar een ontwikkeling van aangepaste governance zullen meemaken. Een goed georganiseerd parlement bevordert het functioneren van de democratie en maakt dat Nederland een sterke en geloofwaardige inbreng in het politieke centrum van de EU verkrijgt. De hier geschetste ontwikkelingen kunnen resulteren dat in Nederland de gemeenten een grotere verantwoordelijkheid en ook uitvoeringsmacht krijgen. De specifieke regio’s van een (grotere) gemeente krijgen hiermee een andere statuur. Ze zullen hun belangen moeten verdedigen door samenstelling van lokale commissies die de problematiek voorbereiden, voordragen, bediscussiëren en concluderen in onderbouwde voorstellen en die bij het gemeentebestuur, waar die op dat moment ook is gelokaliseerd, aandragen en verdedigen. In de regio’s zullen de politieke partijen alleen via de centrale gemeenteraad vertegenwoordigd zijn en weinig invloed hebben op voorstellen die voor cruciale zaken in de regio’s worden aangedragen. Het wordt dus een bestuur van onderaf die grote verantwoordelijkheid legt bij de uitvoerenden die een goede afspiegeling moeten zijn van alle lagen van bevolking inclusief ondernemers en overige belanghebbenden. Regionaal en geografische belangrijke zaken worden sturend voor het vaststellen van de visie. De structuur wordt bepalend en is issue/zaak gedreven. Het is bepalend boven stromingen in de samenleving Een goed gestructureerde landelijk- en gemeentelijk bestuur staat dan garant voor een combinatie van ‘top-down’ en ‘bottom up’ besluiten die een (meer) harmonieuze invloed van alle personen in de samenleving zeker stelt.

New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 25


New Babylon 3 Deel 2. Lessen uit de bouwstenen in het kader van de cultuurregio Sluis Binnen de context van de uitersten in het kader van Nederland zal de gemeente Sluis haar richting moeten vinden naar de toekomst. Daar hoort een analyse bij van prestaties die we historisch hebben opgebouwd en tot ons erfgoed behoren. Of deze prestaties ook in de toekomst nog zullen bestaan is vooral afhankelijk van bestuurlijke beslissingen die we nemen en de ruimte die we laten aan overheden, onderwijs, maatschappelijke organisaties, individuele ondernemers en privé personen. Deze kunnen, binnen een sociaal maatschappelijke structuur, verantwoordelijkheid nemen voor een allesomvattende ontwikkeling van de gemeente Sluis of liever gezegd van de cultuurregio Sluis-Brugge-GentBrugge. Het is aannemelijk dat de gemeente Sluis als openbaar lichaam dan niet meer bestaat maar een uitvoerend lichaam is geworden van een groter geheel. Het is niet onmogelijk dat de EU zich dusdanig ontwikkelt dat lidstaten meer worden geïdentificeerd met de taalcultuur of een algemeen cultuurhistorisch identiek gebied. In ieder geval kunnen we constateren dat de landsgrenzen niet meer zullen bestaan. De gemeente Sluis wordt in het noorden begrensd door de Westerschelde, in het oosten door de industriële Kanaalzone en in het westen door de Noordzee. Er is alleen een natuurlijke landsbegrenzing naar het zuiden die helaas nog steeds een scheiding vormt met Nederland. Weliswaar is die denkbeeldig want het is geen limiet voor handels-, kapitaal- en personenverkeer. Het is een ander land met eigen wetten en samenleving. Al deze beperkingen maken Sluis tot een geïsoleerd deel van Nederland zelfs tot een niveau dat in onderzoeken van Rijk of Provincie of in de media, Sluis vaak wordt vergeten. Maar de constatering dat Sluis alleen een opening heeft naar het zuiden motiveert de stelling en verwachting dat we na 50 jaar een deel zullen uitmaken van de cultuurregio Sluis. In dit kader past het om de mogelijkheden van Sluis te analyseren en een potentiële richting aan te geven voor de toekomst van ons leefgebied en erfgoed.

New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 26


New Babylon 3 Door analyse van de bouwstenen in het grote kader kan de volgende visie voor de cultuurregio Sluis worden gedefinieerd en in een raamwerk voor de toekomst worden geplaatst. De dominante activiteiten in de Cultuurregio Sluis zullen zich concentreren op de bouwstenen landbouw en voedselvoorziening en de economie met toerisme en het MKB als dominante elementen. Het is het simpele resultaat van het cultuurhistorisch erfgoed in combinatie met het wettelijke vastgestelde gebiedsplan, Natura 2000, dat West Zeeuws Vlaanderen kenmerkt als een beschermd nationaal landschap. De overige bouwstenen vervullen een belangrijke rol maar in het raamwerk eerder als randvoorwaarden.

1. Landbouw en voedselvoorziening Korte historische ontwikkeling

De landbouw is traditioneel ingericht op zelfbehoud van een ondernemende familie. De landbouwer zelf, zijn kinderen en landarbeiders werkten vroeger op het bedrijf en stelden de continuering zeker. De snelheid van de landbouwmechanisering heeft de productiviteit in de landbouw dusdanig verbeterd dat de behoefte aan personeel overbodig is geworden, enkele zeer grote bedrijven uitgezonderd. Dit introduceerde de noodzaak voor de landbouwkinderen om ander werk te zoeken. Dit leidde er toe dat deze kinderen de smaak van ander werk kregen en hun interesse voor het harde werk op de familieboerderij niet meer zagen zitten. Zo kwamen ze, na opleiding, beschikbaar voor andere bedrijven en verhuisden zelfs naar andere delen van het land. Ongewild leverden ze hun bijdrage aan de krimpende en vergrijzende samenleving van West Zeeuws Vlaanderen. Huidige trends

Wat overbleef zijn landbouwers met een groot landbouw areaal en een veelheid van landbouwers met (economisch gezien) te kleine bedrijven. Nog steeds is de inzet van de grote landbouwers om winsten te verhogen door verdere mechanisatie/productiviteitsverbetering (precisielandbouw), productkeuzes te perfectioneren en productdiversifiĂŤring in o.a. aanverwante veeteelt, bosbouw- en/of tuinbouwproducten te introduceren. Sommige van deze grote bedrijven kampen nu met het probleem van opvolging. Zijn er nog kinderen die interesse hebben in de overname van het bedrijf? Is er een uitkoopprobleem met erfgenamen? Voor de kleinere landbouwbedrijven zal de vraag zich opdringen of het haalbaar is de bedrijven voort te zetten. In sommige gevallen bedrijven kinderen de landbouwonderneming op afstand met behulp van inzet door loonwerkers. In andere gevallen wordt het bedrijf voortgezet tot de landbouwer te oud is en het daarna verkoopt. Is er een toekomst voor deze kleinere landbouwbedrijven? Toch is landbouw de origine van West Zeeuws Vlaanderen en dus een deel van ons erfgoed. Landbouw zal er altijd zijn in de gemeente Sluis. Dit wordt ondersteund door de kwaliteit van de landbouwgrond met hoge slibwaarden. Uit oogpunt van New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 27


New Babylon 3 grondstofproducent voor de voedselvoorziening is het landbouwareaal in Sluis van aanmerkelijk hogere waarde als in meer centrale delen van Nederland. Bovendien is er geen andere natuurlijke invulling voor het landschap. Een reconstructie van landbouwgronden tot ruwe natuurgebieden is in theorie mogelijk maar in strijd met de wettelijke beschermingsstatus van het nationaal landschap. Wel zullen er landbouwgronden worden opgeofferd aan natuur- en infrastructuurontwikkeling omdat dit economisch gezien meer oplevert dan landbouwproductie. Het lijkt aannemelijk te concluderen dat de grondgebonden landbouw na 50 jaar nog steeds een dominante rol zal vervullen in Sluis. Visie voor de komende 50 jaar

De grote landbouwbedrijven zullen dan worden bedreven in een andere juridische structuur met de familie als aandeelhouders, eventueel aangevuld met externe partijen. Een optimale juridische structuur zal de financieringsbehoefte kunnen zekerstellen voor investeringen in deze grote bedrijven. Daarbij valt te denken aan diversifiëring naar verder veredelde producten zoals fruitsappen, lactose productie uit melk, veredeling van gewassen voor medicijngrondstoffen, rentmeesterschap van natuurgebieden, investeringen in het toerisme waar groenbewerking en beheer van landgoederen, vakantieparken en campings in kan worden bedreven. Deze landbouwers zullen gespecialiseerde mensen in dienst hebben voor de introductie en het beheer van de geavanceerde elektronica- en communicatieapparatuur in productiemiddelen van de landbouw. De grote landbouwondernemingen zullen kapitaalkrachtig zijn. Veel grote landbouwbedrijven zijn organisch gegroeid en hebben in het algemeen een hoge solvabiliteit. Dit geeft hun een kans om diversifiëring zelfs buiten hun traditionele vakgebied investeringen te doen. Een voorbeeld daarvan is de zoutwater landbouw. Dit vergt grote investering in kennis en productietechniek. Een combinatie van universiteiten (Wageningen en Gent) en investeerders (grote landbouw ondernemingen, de voedingsindustrie, het Rijk en de EU) zou kunnen leiden tot een kenniscentrum in Sluis met daaraan een productieareaal in het gebied Breskens-Hoofdplaat. Dit kenniscentrum zou leidend kunnen zijn in de wereldvoedingsindustrie voor zilte landbouw en op zich van grote commerciële waarde kunnen zijn. Grote landbouwondernemingen kunnen diversifiëren in nieuwe productietechnieken zoals de Aqua cultuur. Deze techniek is afkomstig uit landen die geen of te kleine waterbronnen ter beschikking hebben. Israël past deze techniek op grote schaal toe in de Negev woestijn. De technologie is van origine ontwikkeld door voedingsconcern Kraft maar is nu door diverse bedrijven verder ontwikkeld. In Nederland wordt deze techniek voornamelijk in de tuinbouw toegepast maar kan opgeschaald worden voor diverse landbouw producten. De grote landbouwbedrijven zullen ook verder gaan met precisielandbouw en dusdanig productief worden dat zij als voorbeeldbedrijven voor de innovatieve landbouw kunnen gelden. Dit opent op zich een mogelijkheid om deze kennis te exploiteren en de New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 28


New Babylon 3 ondernemingen tot scholingsbedrijf te maken. De verwachting is dan dat regelmatig groepen van landbouwers uit andere landen opleiding zullen gaan volgen in de grote landbouwondernemingen voor toepassing van de kennis in hun land van herkomst. Een aantal kleinere landbouwbedrijven zal zich verder ontwikkelen in een model van intensieve landbouw, koude grondtuinbouw en veeteelt. Het basisidee achter deze ontwikkeling zou kunnen zijn dat eindproducten van deze bedrijven direct aan de consument wordt verkocht. Behalve de winkel aan huis kan het distributiemodel dan zijn om producten te verkopen in streekproductenwinkels of dorpshuizen van de kernen in de regio Sluis. Verdere uitbreiding van het productenscala kan te vinden zijn in de bloementeelt en bijzondere groenten, daarbij gebruik makend van vertical farming onder LED licht. De bestaande landbouwschuren kunnen voor deze tak heringericht worden. De toepassing van vertical farming kan eveneens op een industrieterrein plaatsvinden. Hetzelfde idee kan worden toegepast voor veeteelt. Kleinere stallen voor het fokken van slachtkoeien en varkens, in combinatie met afspraken met slachterijen kan resulteren in vleesverkoop via dezelfde distributiemethoden. Het zou mogelijk moeten zijn dat kleinere boeren ook het beheer overnemen van kleinere tuinen waar groenten en fruit kan worden gekweekt door kernbewoners die ook worden verkocht in dezelfde streekproductenwinkel en dorpshuis van de kern. De werkzaamheden in deze tuinen kunnen worden gedaan door vrijwilligers of mensen die, om wat voor reden dan ook, buiten het reguliere arbeidsproces staan. Consequenties voor nu

Landbouw zal veranderen in die zin dat de traditionele bedrijfsvoering zich zal ontwikkelen naar grotere bedrijven. De landbouwers zullen moeten gaan nadenken of juridische structuren voor hun ondernemingen en zich daarmee wapenen voor verdere investeringen in de landbouw en voedselvoorziening. Er is overigens in de toekomst ruimte voor bedrijven die niet afwijken van de traditionele landbouw. De vraag is of ze daarmee voldoen aan de mogelijkheden voor opvolgers of economisch klem komen te zitten als ze voorbijgestreefd worden door meer geavanceerde bedrijven met nog efficiëntere bedrijfsvoering en nieuwe mogelijkheden.

2. Economie Duidelijk is dat de grootindustrie voor de cultuurregio Sluis van geen belang is, anders dan een woonomgeving voor de werknemers van deze grootindustrie. Deze werknemers dragen bij aan de lokale economie en leefbaarheid van de kernen van Sluis. De groot industrie ontwikkelt zich verder in Vlissingen Oost, de Kanaalzone (TerneuzenGent) en Zeebrugge en zal steeds duidelijker de ‘werkgrens’ van de cultuurregio Sluis vormen. Gelijktijdig zal het industriegebied Antwerpen zich ver naar het Westen verplaatsen, mogelijk zo ver dat dit gebied zich aansluit bij de industriesector Vlissingen Terneuzen - Gent. De ontwikkeling van de havens, inclusief de haven van Vlissingen, speelt hierin een cruciale rol. Het totale industriegebied Vlissingen - Terneuzen – Gent –

New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 29


New Babylon 3 Antwerpen zal zich waarschijnlijk ontwikkelen tot één regiobestuur waarin de havenautoriteiten de hoofdtoon zullen voeren. Het toerisme blijft, naast de landbouw en voedselvoorziening, de dominante factor in de economie van de cultuurregio Sluis. Korte historische ontwikkeling

Het toerisme beleefde op zich de grootste ontwikkeling. Van de kleinschalige, familie gerichte activiteit is deze sector nu de belangrijkste economische ontwikkeling in de streek en heeft een steeds toenemende internationale aantrekkingskracht. Het investeringsniveau in het toerisme was en is ongekend hoog, voornamelijk gedreven door Nederlands en Belgisch kapitaal. Huidige trends

Toerisme is voor Sluis per definitie een internationale aangelegenheid. België is de grootste leverancier van dagjes- en verblijfstoeristen gevolgd door Duitsland, Frankrijk en Engeland. West Vlaanderen ziet nu ook het belang van professionele aanpak van toerisme i.v.m. de ruimtebeperking aan de Belgische kust. In Cadzand is dit het meest zichtbaar. De wijk Noordzee Résidence evenals de nieuwe appartement complexen aan de Boulevard de Wielingen en de nieuwe jachthaven aan ’t Haventje hebben een duidelijk Belgische signatuur. Het is te verwachten dat meerdere beleggingsfondsen de weg naar Cadzand zullen vinden voor de bouw en aanschaf van een appartement en verblijfsrecreatie. Verdere internationale samenwerking is dus een basis voor verdere economische ontwikkeling. De spin-off van de toeristische samenwerking kan een start zijn voor verdere samenwerking in andere delen van de economie van Sluis. Toerisme trekt grote massa’s volk aan. De grootste groep verblijft slechts één dag. Deze dagjestoeristen verblijven in de kernen Sluis, Oostburg, Breskens en aan het strand. Kenmerkend is wel dat de meesten een repetitief gedrag vertonen en meerdere malen terugkeren voor een dagverblijf. De impact van deze groep op de economie concentreert zich in de winkel- en horecabedrijven in de voornoemde kernen en direct achter de kust. Een klein deel van de dagtoeristen heeft de weg gevonden naar de overige kernen in Sluis. Zij maken gebruik van de fietsroutes, natuurpaden en bezoeken lokale musea. De economische impact hiervan is klein. Een andere belangrijke groep is het verblijfstoerisme. Zelfs uit deze groep komt de meerderheid niet verder dan het strand, de winkels en Horeca in Sluis, Oostburg en Breskens. De overige verblijfstoeristen ondernemen uitstapjes in het achterland en bezoekt musea, folkloristische market, zomerevenementen in de kernen, de golfbaan in Oostburg, het paardencentrum in Nieuwvliet, etc. Een kleiner deel hiervan waagt zich verder in het achterland met voornamelijk uitstapjes naar Brugge en Gent. De benuttingsgraad van het achterland is dus miniem. Toeristen vinden het platteland Sluis prachtig maar tot nu toe komen ze er niet voor uit hun auto. Wat vinden zo mooi? Het meest gehoorde is; het weidse agrarische landschap, New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 30


New Babylon 3 de kreken en natuurgebieden daaromheen, de klassieke dorpskernen met Groede, St Anna ter Muiden en IJzendijke als meest genoemde. Natuurbeleving in de vorm van fietsroutes langs kreken of de Staats Spaanse linies in IJzendijke en Retranchement, etc. worden voornamelijk beoefenend door verblijfstoeristen op de natuurcampings in het achterland. Van toeristische uitstapjes naar Brugge, Gent, etc. is niet genoeg bekend. Er zijn geen statistische gegevens waaruit de toerismestromen naar de zuiderburen blijken. Er worden nu wel steeds meer pakketten aangeboden door enkele hotels die volledige logiesarrangementen aanbieden inclusief vervoer vice-versa naar Brugge. Vooralsnog wordt aangenomen dat de meeste bezoeken worden afgelegd door inwoners van Sluis en dan nog het meeste als uitstapje samen met hun gasten. Als deze veronderstelling juist is dan is er nog werk te doen om tot een cultuurhistorische regio Sluis te komen. Visie voor de komende 50 jaar

De toeristische sector zal in de toekomst werken aan het beter benutten van het achterland, inclusief Vlaanderen. Initiatieven hiervoor zullen afhankelijk zijn van het professionalisme van de sector in de toekomst. Het vergt creativiteit en ambitie van de ondernemers die door samenwerking een organisatie kunnen opbouwen die de bijzonderheden van het achterland kan promoten. Historische uitstapjes, natuurbeleving te voet of op de fiets, cultuurreizen naar Brugge, Gent, sportbeoefening, etc. hebben een aanmerkelijk potentieel en kunnen leiden tot verdieping en verbreding van de toeristische beleving van Sluis en omstreken. Een verdere verlenging van het seizoen kan worden benut als bijvoorbeeld wellness activiteiten en zorgtoerisme worden geïntegreerd in de totale toeristenindustrie. Wellness activiteiten zullen successief worden ingepast in het toeristenaanbod. Er is een Duitse erkenning voor Cadzand als ‘kurort’. Aanpassing in de wellness infrastructuur en faciliteiten zal deze sector tot een volwaardig deel van het toerisme ontwikkelen. Voor zorgtoerisme is Sluis een bij uitstek aantrekkelijk gebied voor ouderen (verblijf, kleine uitstapjes te voet of op de fiets naar kernen en Vlaanderen, inclusief cultuurbeleving in de vorm van historie, theaters of concerten), chronisch zieken (verblijf, rust, behandeling waar nodig, en kleine uitstapjes te voet of op de fiets) en mensen die specialistische behandelingen moeten ondergaan in klinieken in Oostburg, Terneuzen, Westkapelle, Eeklo, Brugge en Gent (verblijf, behandeling, rust, kleine uitstapjes te voet of op de fiets). Aannemende dat de toeristische activiteit zich verder zal professionaliseren, de typische familieondernemers in toenemende mate zullen worden vervangen door toeristische professionals, het achterland met cultuur- en natuurinitiatieven zich meer zal kunnen binden aan de toeristische sector, dan moet het mogelijk zijn om zorgtoerisme tot een businessmodel te ontwikkelen en daarmee de continuïteit van de dienstverlening in de zorg te waarborgen.

New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 31


New Babylon 3 De zorgsector kan zich op specialistische behandelingen werpen in de klinieken die nu al bestaan in Oostburg. Cosmetische chirurgie, urologie en ooglaser behandelingen lenen zich uitstekend voor behandeling in een gebied waar de cliënt tussen de behandeling en controle een paar weken in een ‘zorghotel’ of appartement kan vertoeven, eventueel gecombineerd met een cultuur- of natuurbeleving. Consequenties voor nu

Toerisme zal nog toenemen en de toekomst is dus gericht op creatief ondernemerschap, samenwerking en promotie. Een belangrijk beslissingsmoment zal zijn welk type en intensiteit van toerisme we willen hebben. Beslissen we dat de cultuurregio Sluis een type luxe/selectieve status moet nastreven of dat we verder gaan op de weg van massatoerisme. Sluis kan zich ook profileren als een woonplaats voor gepensioneerden. De aanwezigheid van een goede zorginfrastructuur faciliteert een dergelijke strategie. Een dergelijke aanpak wordt automatisch ondersteund door het goed en zacht klimaat met een maximaal aantal zonuren per jaar. Een dergelijke stap betekent een promotionele aanpak van grote omvang.

3. MKB als derde pijler in de economische ontwikkeling. Korte historische ontwikkeling

West Zeeuws Vlaanderen stond in het midden van de 20ste eeuw voor een grote uitdaging. De mechanisatie in de landbouw, traditioneel de belangrijkste werkgever in de streek, leidde er toe dat de werknemers in deze sector overbodig werden en dat de toeleveringsindustrie (smeden, wagenmakers, zadelmakers, etc.) in relatief korte tijd verdween. De traditionele kernen verloren hun zekerheid en de dienstverlening aan burgers nam in snel tempo af. De alternatieven lagen niet voor de hand en de politieke besluitvorming liep achter bij de realiteit. Dit was het begin van een economische ontwikkeling die voornamelijk door privaat initiatief gestalte zou krijgen. De smeden schoolden zich om naar onderhoudswerkplaatsen voor landbouw machines of naar installatiebedrijven voor water en gas, daarbij gestimuleerd door de uitrol van het aardgasnet in de streek. Na intrede van Philips, Dow Chemical en andere chemische bedrijven in Zeeuws Vlaanderen vonden vele voormalige landbouwwerknemers en kleinere landbouwers werk in deze bedrijven. Huidige trends

Nieuwe entrepreneurs deden hun intrede in de economische ontwikkeling in West Zeeuws Vlaanderen. Rederij Vroon ontwikkelde zich tot een specialist in verschillende sectoren van de maritieme dienstverlening, Hydrauvision startte en werd een belangrijke factor in de sector hydraulische en pneumatische techniek voor verschillende industriële sectoren, Unitron ontwikkelde zich tot een producent van hoogwaardige apparatuur voor de medische en industriële sector, Fundex ontwikkelde een speciale fundatie techniek, ClimaNova startte en werd een erkend specialist op het gebied van ventilatie- en filtertechniek in industriële omgevingen, etc. Al deze bedrijven werken succesvol op de New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 32


New Babylon 3 internationale markt. Enkele entrepreneurs stonden aan de wieg van grote ontwikkelingen zoals bijvoorbeeld de melkrobot. Deze ontwikkeling is nu onderdeel van een internationaal opererend bedrijf. Winkelactiviteiten, als een belangrijk deel van de toeristische sector, staan onder grote druk. Zelfs in de kern Sluis, toch het trekpleister voor vele voornamelijk Belgische dagtoeristen, is het moeilijk om het hoofd boven water te houden. Een nieuwe generatie winkelondernemers moet opstaan om de formules aan te passen en in samenwerking met hoofdleveranciers nieuwe verdienmodellen te implementeren. Visie voor de komende 50 jaar

In Sluis zullen talenten opstaan en nieuwe industrieën vestigen, precies zoals dit heeft plaatsgevonden bij hun grote voorgangers. Eigen ontwikkelingen of technologieën die beschikbaar zijn voor integratie in bestaande activiteiten zullen hiervoor de basis leggen. Het bestuur van de cultuurregio Sluis ontwikkelt en houdt industrieterreinen en techno parken beschikbaar voor deze nieuwe entrepreneurs. Wonen in Sluis en elders werken wordt een onderdeel van de economie en demografie van Sluis. De Kanaalzone is daarvoor belangrijk en IJzendijke profiteert van deze ontwikkeling. Werknemers kiezen voor Sluis omdat het mooiere karakteristieke dorpskernen heeft op acceptabele afstand. Milieubewuste mensen kiezen ook voor Sluis omdat het ‘achter de wind’ ligt en dus aan de goede kant van overgewaaide vervuiling van industrie elders. Sluis profiteert reeds nu en zeker in de toekomst van de natuurlijke opening naar het zuiden. Om dit moment wonen reeds meer dan 4200 Vlamingen in Sluis (17% van de bevolking). Volgens onderzoekers van het Roosevelt Centrum zal in de komende 20 – 30 jaar dit aantal oplopen tot ca. 12.000 of bijna de helft van de bevolking van Sluis. Een groot deel van deze inwoners zal de categorie 55+ behoren maar de meesten zullen gewoon jonge mensen zijn die hier wonen om te werken in Sluis, de Kanaalzone of in Vlaanderen. De verwachting is dan ook dat de krimp die op dit moment ook Sluis in zijn greep heeft hier vlugger tot het verleden zal behoren dan in het noorden van het land. De nieuwe inwoners van Sluis dragen overigens ook bij aan de lokale economie in de vorm van o.a. de dynamiek van de woningmarkt en de winkels voor dagelijkse levensbehoeften. Consequenties voor nu Een dynamische club van ondernemers, technologie- en IT ontwikkelaars, potentiële financiers, overheidsmensen, etc. zal jonge talenten moeten opsporen en ze samen brengen. Deze mensen komen niet spontaan bij elkaar en toch kan coaching en discussie over ervaringen ze een duwtje in de rug geven. Er is een beschikbare woningvoorraad. Onderzocht moet worden in hoeverre die toekomstbestendig is voor de visie die hier wordt weergegeven.

New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 33


New Babylon 3 Afhankelijkheden in het kleine kader van Sluis 1. Onderwijs en werkgelegenheid. De Bouwsteen onderwijs in het grote kader beschrijft de visie op het toekomstige onderwijs. Aanvullend op dit thema geldt voor de cultuurhistorische regio Sluis het volgende: de economische ontwikkeling zal ook in de toekomst afhankelijk zijn van de beschikbaarheid van werkkrachten. Werkgelegenheid zal niet het struikelblok zijn in Sluis. Het knelpunt zit nu meer in de scheefgroei van het kennisniveau bij werknemers. Het is bekend dat de grotere bedrijven problemen hebben bij de rekrutering van specialisten en ander hoog opgeleide werkkrachten. Een probleem is ook dat West Zeeuws Vlaanderen nog steeds gezien wordt als een geïsoleerd gebied met weinig aantrekkingskracht voor de hoger opgeleiden. Een promotie voor een ‘levend Sluis in een groot en aantrekkelijk cultuurhistorische regio Sluis is daarom van groot belang om deze trend te doorbreken. Lukt dat niet dan zou het grootste risico zijn dat de grote bedrijven die internationaal opereren hun hoofdwerkzaamheden zouden kunnen verleggen naar elders. In deze promotiecampagne is samenwerking van overheden, onderwijsinstituten en bedrijfsleven in Zeeuws en Belgisch Vlaanderen van groot belang. Zonder deze samenwerking zal Sluis in toenemende mate beperkt worden in de progressieve ontwikkeling van alle sectoren.

2. Culturele omgeving. Nederlandse media zijn meesters in het typeren van Zeeuws Vlaanderen als een achtergebleven en vergrijzend gebied. Kenmerkend is bijvoorbeeld de jaarlijkse cultuurwijzer van het weekblad Elsevier. Hierin wordt steevast beweert dat er in Sluis geen culturele voorzieningen zijn. Er wordt totaal voorbijgegaan aan de cultuurfaciliteiten en historische cultuurwaarden in Sluis en de aangrenzende delen van oost- en west Vlaanderen. Het is frustrerend dat de Nederlandse media er nog vanuit gaan dat de wereld ophoudt bij de Nederlands – Belgische grens. Maar blijkbaar ageert de Nederlandse politiek nog hetzelfde. Zo blijkt uit een studie van het bedrijf ASML in Eindhoven dat het totale bedrag van rijkssubsidies voor cultuur verdeeld is als € 123 per hoofd van de bevolking in de Randstad en buiten de Randstad, afhankelijk van de provincie, tussen de € 1 en € 2 per hoofd van de bevolking. Het wordt dus hoog tijd dat de verdeling van subsidies rekening houdt met o.a. Sluis met het oog op het aantrekkelijk maken van Sluis en de regio voor hoogopgeleide werknemers. Het gaat dus om promotie van de streek als een cultuurgebied waar het uitermate goed wonen en werken is. Nederlandse- en Vlaamse overheden en ondernemers hebben geen andere optie dan door actieve promotie in gesprekken, congressen/symposia, media, etc. de cultuurhistorische regio Sluis te presenteren en de mogelijkheden hiervan duidelijk te maken.

3. Klimaat, energie en milieu. Aan het klimaat kunnen we als relatief kleine gemeenschap niet veel veranderen, maar we kunnen er wel volop op participeren door voorzorgsmaatregelen te nemen (bijv. dijkverhoging, opvang en afvoer hemelwater) en te zorgen dat we in elk geval niet New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 34


New Babylon 3 bijdragen aan verdere verslechtering van het milieu. Energie zal in toenemende mate worden gegeneerd door het gebruik van zonnepanelen, enerzijds door installatie op de daken van privé personen en voor persoonlijk gebruik, anderzijds door energie coöperaties die een aantal daken van geschikte gebouwen zal contracteren voor installatie van zonnepanelen voor doorverkoop van elektriciteit aan particulieren. Het bestaande netwerk blijft beschikbaar voor grootverbruikers van elektriciteit. Deze zullen in de toekomst geheel zijn gekoppeld aan grootschalige zonne- en windparken met back up van gascentrales. De gehele samenleving zal zijn ingericht op een circulaire persoonlijke- en bedrijfseconomie waar de levensbronnen zorgvuldig worden benut en beheert. Op basis van verantwoording worden (jaar)verslagen bijgehouden om conformiteit aan de doelstellingen te controleren. Controle wordt uitgevoerd door middel van ‘footprint en benchmark’ onderzoeken.

4. Transport en Mobiliteit. Transport staat deels ten dienste van de economie (transport puur) en aan de bewoners van de gemeente Sluis (mobiliteit). De huidige situatie is een systeem van openbare infrastructuur die ruim voldoende is voor de lokale, regionale en internationale transporten die Sluis passeren. Door verdubbeling van de Sloeweg en daarmee aansluiting op de A11 (expresweg Antwerpen – Knokke - Zeebrugge - Brugge) zal het internationale goederen verkeer zich via de A62 (nu nog N62) naar de A11 en het verdere Belgische net van autowegen bewegen en daarmee Sluis vrijwaren van de internationale doorvoer met zware transportvoertuigen. Het verkeer vanaf de lokale economische centra naar België en verder zuidwaarts verloopt prima. Het is niet te verwachten dat deze situatie zal veranderen. De infrastructuur in de gemeente Sluis en de aansluiting op de Westerscheldetunnel is o.a. bedoeld voor de lokale economie van Sluis en de toeristendoorstroming naar de kustgebieden. Dit geldt voor het verkeer komende vanuit het noorden. Vanuit het zuiden is het te verwachten dat de toenemende stroom van toeristen naar de kustgebieden zal leiden tot nieuwe en bredere aansluitingen vanuit België naar Sluis en Cadzand. Afslagen van de nieuwe A11 (Antwerpen – Zeebrugge) ter hoogte van Maldegem en Wetskapelle kunnen in principe worden opgewaardeerd door verbreding van wegen en doorlopende rondwegen richting Cadzand. Het is niet onmogelijk dat nieuwe vervoersystemen, zoals hyperloops of centraal gereguleerde elektrische busverbinding met halteplaatsen Maldegem en Westkapelle en Knokke centrum een verdere stroomlijning van het goederen en toeristenverkeer naar de kust zullen ondersteunen. Mobiliteit in de gemeente Sluis kan worden opgedeeld in twee delen; mobiliteit van de vaste bewoners en mobiliteit in het hoog seizoen waar lokale bewoners zich samen moeten verplaatsen met grote hoeveelheden dag- en verblijfstoeristen. New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 35


New Babylon 3 Mobiliteit voor de lokale bewoners wordt gekenmerkt door overheidsmaatregelen die een lagere snelheid op secundaire wegen nastreeft door snelheidsbeperkingen en verkeer remmende maatregelen. Daar staat tegenover dat de beschikbaarheid van auto’s en elektrische fietsen voor inwoners mogelijk sterk zal toenemen in de toekomst. Het is echter meer waarschijnlijk dat verplaatsingen in en naar de kernen van Sluis zullen worden overgenomen door kleine elektrische busjes die onder verantwoordelijkheid van dorp- en stadsraden zullen rijden op afroep of volgens een dienstregeling. Het klassieke openbaar vervoer zal in de toekomst verder worden beperkt, ophouden te bestaan of worden vervangen door elektrische, centraal gereguleerde en geautomatiseerde vervoersmethoden. Mobiliteit in het hoogseizoen zal, met toenemende toeristenstromen en toenemende benutting van achterlandtoerisme, problematisch worden en uiteindelijk leiden tot verbetering van enkele hoofdaders van N61 naar de kust. Te verwachten is dat betrekking zal hebben op de wegen van Oostburg naar Cadzand, Nieuwvliet en Groede. De verbinding van Breskens naar de N61 en verder oost- en zuidwaarts zal naar verwachting geen veranderingen ondergaan. Mobiliteit vanuit Sluis naar zuidwaarts gelegen steden/regio zal, met de toekomstige successieve verbeteringen zoals hier genoemd, uitstekend uitvoerbaar blijven.

5. Gezondheidszorg, Samenleven, zelfredzaamheid en veiligheid. Samenleven en zelfredzaamheid zijn de toekomstige factoren om de kernen van Sluis leefbaar en dynamisch te houden of te verbeteren. Het functioneren van een kern en het aantrekkelijk maken van kernen voor andere activiteiten in de economie wordt steeds belangrijker om überhaupt de kernen te laten bestaan. Mensen organiseren sommige aspecten van het leven in de vorm van kleinere verbanden, zoals gemeenschappen en coöperaties. Hierbinnen zijn buurtbewoners actief met lokale energieopwekking, voedsel verbouwen of het gezamenlijk regelen van de zorg voor de oude dag. ‘Samenredzaamheid’ is hierbij een belangrijk begrip. Professionele zorg door maatschappelijke zorgondernemingen vult informele zorg vanuit buurt en familie aan. Ook zijn er op buurtniveau veel gezamenlijke diensten zoals wasserijen, vervoersaanbod, kleine tuinbouw- voorzieningen, catering, accu-omruilpunten, apparaat verhuur in de wijk en is er een levendige lokale ruileconomie. Het is aannemelijk dat het uitvoeren van diensten voor derden tot een zeker verdienmodel zal leiden voor dorpshuizen/ dienstencentra in de kernen van Sluis. Veiligheid wordt in de samenleving beleefd als het gevoel van niet bedreigd worden. Dit geldt voor gezondheidszorg in de 1st lijn, specialistische zorg indien nodig, vrijwaring van diefstal en vandalisme, bescherming tegen brand en wateroverlast, stroom-, telefoon- en gasuitval bij calamiteiten, etc., etc.. Het is dus sterk verbonden met personen alhoewel dit eveneens van toepassing is op ondernemingen. De organisatie van veiligheidsregio’s zal in de toekomst alleen maar verbeterd worden en veiligheid voor iedereen zekerstellen tot het maximum mogelijk haalbare. Wel zal in de toekomt een toenemend beroep worden New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 36


New Babylon 3 gedaan op zelfinitiatieven van personen en ondernemingen. Het haalbare wordt daarmee aanzienlijk opgerekt. Aandacht trekken voor nieuw élan van de cultuurhistorische regio Sluis zal het beste gestalte krijgen als ondernemingen een marketingbeleid gaan voeren vanuit het standpunt “Je kunt niet om Sluis heen”. Potentiële klanten moeten betrokken worden bij de ambities van de ondernemingen (Toeristische- MKB- en Landbouwbedrijven). Het is niet de aard van de gemiddelde inwoner van Sluis om zich met prestaties op de borst te slaan maar hier gaat het om beter samenleven en zelfredzaamheid in de komende 50 jaar!

6. Bestuur. Het bestuur van de regio Sluis zal in de toekomst veranderen. Voor Zeeland zou dit kunnen betekenen dat de provincie Zeeland wordt geherstructureerd en vervangen is door een regiobestuur zoals bijvoorbeeld de cultuurhistorische regio Sluis (Sluis – Knokke Brugge – Gent). Het bestuur van Sluis zal, hoe dan ook, in de toekomst drastisch veranderen. Hoe kan een gebied als de regio Sluis zich dan profileren? Wat betreft bestuur, beheer, richting en leiding geven, maar ook bewaking, bescherming, ontwikkelen, levensvatbaarheid, etc., lijkt een insteek van zelfbestuur en governance van onderaf het meest aangewezen model. Burgerparticipatie ten voeten uit, participerend bestuur en burgerdemocratie. Kleinschalige governance die op basis van verantwoordelijkheden (bottom up) ‘getrapt’ naar boven wordt versterkt en geïnstalleerd, m.a.w. van governance van eigen wijk/buurt, kern naar gemeenschappelijke governance van gebied, ruimtelijke ordening gedeelde infrastructuur en diensten, kern overstijgende veiligheid etc.. Met toenemende afstand van het gemeentebestuur tot de regio zal daarmee de rol van stads- en dorpsraden, alsook andere maatschappelijke organisaties, toenemen. Deze rol en de daarbij behorende verantwoordelijkheden moeten worden zeker gesteld in een convenant tussen de gemeente en de respectievelijke organisaties. Verkiezingen voor het positioneren van de juiste man of vrouw op de juiste plaats blijven het middel om de governance te organiseren. Een verlaging van de kiesgerechtigde leeftijd naar 16 jaar is daarbij aan te bevelen. Politiek wordt in de governance afgeschaft en mensen worden gekozen op basis van de benodigde deskundigheid en sociaalmaatschappelijke vaardigheden, cohesie en acceptatie. Deze mensen zouden in een type Deltacommissie kunnen worden samengebracht en voor de regio belangrijke besluiten kunnen toetsen aan de Nederlandse (en Belgische) wetgeving en daardoor de acceptatie van voorstellen kunnen zekerstellen. Politiek, visie ontwikkeling, filosofische en/of idealistische drijfveren komen tot stand in burgerbijeenkomsten (G1000 pamflet/manifest, Van Reybrouck), waar een voldoende representatieve groep burgers de meerjarige beleid- en beheerprogramma’s vaststelt en de kandidaten voorstelt die dit zouden kunnen uitvoeren en tot stand brengen. Burgerdemocratie op basis van individuen i.p.v. politieke stromingen. New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 37


New Babylon 3 Voor de financiering, nodige investeringen, uitvoerende middelen, gemeenschappelijke lasten, etc. zal een systematiek moeten worden ontwikkeld van (lokaal) te heffen belastingen, afdrachten, betalingen door derden, etc.. Ook de steeds verder gaande digitalisering kan hierbij een rol spelen door interactieve en participerende technieken, streaming, digitale inspraak met behulp van interactieve TV-schermen, e-voting, etc.. Rest de verdere samenwerking met het voor ons gebied belangrijke zuiderburen. Het is mogelijk en zelfs wenselijk dat de toekomstige bestuursculturen ook van toepassing zullen zijn in Vlaanderen waardoor de positionering van regio’s een groter belang krijgt voor zowel Nederland als België. De politieke structuur van geheel België is duidelijk anders. Een lichtpunt in de ontwikkelingen zijn de discussies die nu gaande zijn voor de fusie tussen de havens van Zeeland Seaports (Vlissingen-Terneuzen) en Gent. Openingen kunnen dus worden gecreëerd en uitgevoerd. Ook de discussie voor vergaande samenwerking in het middelbaar onderwijs is een veelbelovende stap, evenals de sector gezondheidszorg. Hoe dan ook, een vergaande samenwerking met België is cruciaal voor Sluis en omgeving. Een harmonisering van de wetgeving zal in de nabije toekomst niet tot stand komen maar een realistische mogelijkheid is wel om voor specifieke plannen, zoals havenfusies, onderwijs en gezondheidszorg, een Nederlands-Belgisch pact te sluiten waarin de voorwaarden en toepasselijke wetgeving nauwkeurig is geregeld. Het EGTS programma, een Europese Groepering voor Territoriale Samenwerking, kan hierbij ondersteunend of zelfs leidend zijn. In Hulst, Sint Niklaas en Stekene wordt EGTS al uitgevoerd en kan ook voor Sluis samen met Maldegem, Damme en Knokke Heist een interessante optie zou zijn.

New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 38


New Babylon 3 Deel 3. Het Raamwerk voor Sluis. 1. Inleiding De voorgaande hoofdstukken scheppen een beeld van ontwikkeling en trends en de uitdagingen waarvoor we staan. Het antwoord dat hierbij past is: Schep een robuust raamwerk en maak daarbinnen de oplossingsruimte zo groot mogelijk Dit raamwerk moet bestand zijn tegen schokken en verrassingen. De toekomst is altijd moeilijk voorspelbaar. In het manifest gaan we uit van Sluis over 50 jaar. Een schier onoverzichtelijk tijdperk waarin alles kan gebeuren of op zijn kop worden gezet. Het is onvermijdelijk dat de invulling van het raamwerk op sommige punten zal moeten worden bijgesteld. Alleen het raamwerk moet voorspelbaar en houdbaar zijn. Het robuuste raamwerk, langdurig en consequent volgehouden, maakt ons weerbaar tegenover onzekerheden over toekomstige ontwikkelingen. Het raamwerk gaat over ruimte en het gebruik of de invulling daarvan. Multifunctionaliteit, ontwerpen in een vastgelegd en landbouwgerichte omgeving, continuĂŻteit in identiteit en voortbouwen op cultureel erfgoed zijn enkele van de sleutelwoorden die de verschillende maatschappelijke actoren zullen moeten verwerkelijken. Dit alles met een plaatselijk of regionaal bestuur die het raamwerk strikt verdedigt, maar niet ook de details van de invulling wil beheersen. Bestuurskracht is noodzakelijk, zelfs in een kleine regio als Sluis en omgeving, om uitdagingen aan te kunnen temeer daar samenwerking bij ambtenaren/politiek en ook ondernemers als een bedreiging wordt gezien. Het kenmerk van een robuust ruimtelijk raamwerk is dat bevolking, bedrijvigheid en mobiliteit goed kunnen worden opgevangen zonder dat dit als een beperking in ruimte wordt gezien. Hoe sterker het raamwerk, hoe ruimer het land. Laten we hieruit een conclusie trekken over hoe Sluis het raamwerk in detail gaat invullen.

2. Landbouw als basis. Sluis heeft een oppervlakte van 30.840 Ha. Daarvan is ca 22.000 Ha agrarische cultuurgrond waarvan ca. 80%, of 18.000 Ha, in gebruik is als landbouwgrond in ca. 480 landbouwbedrijven. De gemiddelde grootte is dus ca. 38 Ha/bedrijf. De landbouw-bedrijven zijn onderverdeeld in 390 kleinere en 90 gotere landbouwbedrijven. Ca. 40% of ca. 8.000 Ha is pachtgrond waarvan 1.400 Ha in het bezit is van Belgische eigenaren en het overige deel grotendeels in eigendom van de kerken, particuliere beleggers en verzekeringsbedrijven (ZLTO 2015). Ruim de helft van de landbouwondernemers is ouder dan 55 jaar. De vermogenspositie van de landbouwers in Sluis is ruim voldoende.

New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 39


New Babylon 3 Sinds 1997 is de afname van het aantal landbouwbedrijven totaal ca. 200 stuks geweest. Het aantal grotere landbouwondernemingen is toegenomen. De landbouw is gelijkelijk verdeeld over West Zeeuws Vlaanderen met uitzondering van een ca 2 km brede strook achter de kust vanaf de kern Cadzand tot Breskens. Deze strook wordt gedomineerd door de toeristische infrastructuur. Landbouw blijft een dominante activiteit in het raamwerk en zal blijvend gespreid worden uitgevoerd in gehele gebied Sluis. Het is te verwachten dat het beschikbare areaal verder zal afnemen. Gezien het feit dat voor infrastructuur, bebouwing en natuurgebieden het meeste land is aangekocht door de overheid zal de beperking van het landbouwareaal waarschijnlijk niet groter zijn dan ca. 500 Ha. Dit zal hoofdzakelijk worden toegevoegd aan de toeristische sector achter de kuststrook Cadzand – Breskens. De evolutie van de landbouwbedrijven zal doorgaan met toename van de grote ondernemingen en verdere afname van het aantal kleinere bedrijven tot een totaal van ca. 250 ondernemingen.

Hoofdsector Toerisme Zoutwatercultuur

De grote ondernemingen zullen hun kapitaal aanwenden voor diversifiëring van hun producten en diensten in de landbouw. Deze diversifiëring behoeft niet uitsluitend massaproducten voor de landbouw te zijn maar kan een verdere veredeling zijn van reeds bestaande producten uit hun assortiment zoals productie van fruitsappen uit de tuinbouw, eiwit producten uit sojabonen cultuur, etc..

Verdere uitbouw van de bedrijven met aankoop van grond is eveneens mogelijk alsook fusies met andere bedrijven in de landbouwsector. In het hele proces zal het management en technische uitvoering verder worden geprofessionaliseerd met goed opgeleide specialisten die of uit de families komen of extern worden gerekruteerd. Het zijn deze professionele land- en tuinbouwondernemingen die de eerste stappen zullen ondernemen om hun productscala verder uit te breiden buiten hun directe kennisveld; bijvoorbeeld met zoutwaterculturen. Ze zullen daarvoor worden ondersteund door een kenniscentrum voor de zoutwatercultuur, opgericht in samenwerking met universiteiten van Gent en Wageningen en financiers. De noordzijde van het raamwerk is uitermate geschikt voor deze zoutwatercultuur. Het kan zowel buiten- als binnendijks worden geëxploiteerd in de zone Breskens tot Hoofdplaat.

New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 40


New Babylon 3 Een deel van de grote bedrijven zal in de toekomst zich profileren als producent van alleen landbouwgewassen als massaproduct (granen, aardappelen, suikerbieten, etc.). De kwaliteit van de grond en de toekomstige behoeften in de voedselvoorziening geven ruimte aan dergelijke bedrijven. Deze bedrijven zullen ook in de toekomst voornamelijk door families worden bestuurd. De behoefte aan werknemers is gering en back-up van loonwerkers vult de gaten in periodes van grote arbeid/machine inzet. Kleinere landbouwondernemingen met een stabiele opvolgingscyclus in de familie en ambities voor groei zullen zich naast gewone landbouwgewassen specialiseren in de vollegrondtuinbouw. In hun landbouwschuren en mogelijk ook in nieuwe gebouwen op industrieterreinen zullen verder tuinbouw en bloementeelt in LED gestuurde ruimtes worden ontwikkeld voor verkoop in streekproductenwinkels en in dorpshuizen/service centra in de directe nabijheid van het bedrijf. Ze gaan voor kwaliteit en vers gecombineerd met een sociale aanpak die levering van voedingsmiddelen aan minder mobiele mensen en ouderen garandeert. Ze zullen verder een deel van hun grond verpachten voor kleinschalige tuinbouw in de nabijheid van dorpskernen. Deze ‘volkstuinen’ zijn speciaal bedoeld voor liefhebbers en ouderen en heeft het specifieke karakter van een sociaal maatschappelijke aanpak. Eventuele overschotten van deze volkstuinen kunnen verder doorverkocht worden in de dorpshuizen/service centra. De ondernemende kleine landbouwer zal zich ook inzetten om de winkel in de dorpshuizen/service centra te laten floreren en verder uit te breiden na vertrek van de laatste kruidenier/kleine super in het dorp. Veeteelt heeft in Sluis zijn intrede gedaan. Deze ondernemingen zijn ultra modern en in hoge mate geautomatiseerd. Weliswaar is de veeteelt slechts actief op een beperkt aantal Ha in verhouding tot het totale landbouwareaal, maar deze sector draagt niet de last van traditie, is nieuw gestart met moderne methodes en uitrusting en heeft daardoor een goed toekomstpotentieel. Deze hebben in principe alle mogelijkheden tot verdere diversifiëring en veredeling van hun producten. Hiervoor zal clustering of verregaande samenwerking tussen de veetelers en kenniscentra noodzakelijk zijn. De productie van lactose uit de melk is een optie maar ook eenvoudigere ideeën als het creëren van een ‘brand’ (bijv. “Les fermettes de Flandres”) voor Sluisse en mogelijk gecombineerde Vlaamse bedrijven van melk en vleesproducten. De ondernemende grote en kleine landbouwbedrijven zullen in de toekomst een goot deel van het onderhoud van natuurgebieden (ca. 4.000 Ha) op zich nemen alsook het onderhoud van groenvoorziening binnen het toerismegebied aan de kust. Een ander deel van de kleine landbouwbedrijven zal ook in de toekomst alleen extensieve landbouwgewassen verbouwen. Het management van deze bedrijven wordt voornamelijk bedreven door mensen die een baan elders hebben en in hun vrije tijd het landbouwbedrijf bestieren. Een groot deel van hun werkzaamheden op het bedrijf zal door loonwerkers worden uitgevoerd. New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 41


New Babylon 3 In Sluis zullen enkele grotere loonwerkbedrijven bestaan. De inzet van grote en gespecialiseerde machines zal meer en meer aan loonwerkers worden overgelaten. Dit is ingegeven door de kapitaalbehoefte voor dergelijke machines. Het traditionele patroon dat een boer geen boer is als hij zijn eigen machines niet heeft, is voorbij. Kapitaal en rendement zijn sturend geworden in de gehele land- en tuinbouwsector.

3. Toerisme. Toerisme is een uitdagende sector voor de toekomst. Het kan succesvol worden geĂŤxploiteerd als uitwassen, type de versteende kust zoals in Vlaanderen, kunnen worden vermeden. In de toekomst zal de vraag naar toeristische faciliteiten toenemen door toenemende mobiliteit van mensen, de zucht naar rust en ruimte, strand en watersport, een groter besteedbaar inkomen en meer tijd voor vakantiebelevingen. Aan potentieel dus geen gebrek. Het gehele gebied van Sluis is nationaal landschap binnen de EU wetgeving. Dit maakt het gebied divers voor ontwikkeling van verschillende toerismealternatieven. De hoofdsector is nu de kust maar typische mooie kernen van Sluis zullen verder worden ontwikkeld voor toerismederivaten. Bovendien kan de geschiedenis een deel worden van nieuwe initiatieven voor meer gespreid toerisme, onderverdeeld in historische ontwikkeling vanaf de Romeinse tijd (landaanwas, inpoldering landbouw-ontwikkeling), de e periode van 15 tot begin 19e Hoofdsector Toerisme eeuw (kern-ontwikkeling, StaatsSpaanse linies, massa immigraties van vele Hugenoten en Salzburgers. vestingbouw, de Franse tijd) en de 20e eeuw met de tweede wereldoorlog en het Staats Spaanse linies verloop van de bevrijding inclusief de bewegingen van Canadese en Duitse legers. Bovendien kunnen de kernen het toerisme ondersteunen door de pittoreske bouw in combinatie met de omliggende natuurwaarden. Deze kunnen bijvoorbeeld de kreken zijn of agrotoerisme, inclusief loop-fietspaden aan de randen van akkers of gewoon fiets- en wandelroutes langs kernen en natuurwaarden. Het geheel van het Sluisse gebied is een toeristische attractie. Aangetekend wordt wel dat de toegankelijkheid van de natuurgebieden zal moeten worden verbeterd. Een toerist heeft niets aan prikkeldraad. Hoe gaat de toekomst er dan uitzien?

New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 42


New Babylon 3 Verblijfstoerisme. Het verblijfstoerisme voltrek zich hoofdzakelijk in de hoofdsector toerisme van Cadzand tot Breskens. Door regulering is de luxe hotelsector voornamelijk uitgebouwd in Cadzand en Breskens. De randkernen Retranchement, Nieuwvliet en Groede hebben een kleinere hotelsector. In de gehele kustsector van Cadzand tot Breskens is uitgebreide vakantieaccommodatie beschikbaar in vrijstaande vakantiewoningen en appartementsgebouwen. Er is een ruim aanbod van campingplaatsen achter de kust. Voor de laatste categorie valt op dat deze ingericht zijn als park, volledig ingepast in de omgeving. De stijl lokt de betere campinggast. Aanwezigheid van jongeren buiten het familieverband wordt niet aangemoedigd. Een kleiner deel van het verblijfstoerisme speelt zich af in het buitengebied (natuurcampings) en de overige kernen met Sluis, Aardenburg, IJzendijke en Oostburg als belangrijkste plaatsen. De gezamenlijke horecaondernemers verzorgen zowel wellness activiteiten, zee en strand belevingen als ook culinaire hoogstandjes. Paardensport, golf, tennis, etc. vullen deze belevingen aan. Verder zijn, in samenwerking met nationale en internationale promotie instituten, vanuit de hotels en campingparken trips georganiseerd met specialistische thema’s zoals; geschiedenis, natuur, agrotoerisme, wandel- en fietstochten, concerttrips, stedentrips, etc. De trips hebben als hoofddoel het exploiteren en beleven van de aantrekkelijke facetten van de cultuurregio Sluis (rust, ruimte, natuur en cultureel erfgoed in een pittoreske omgeving en kernen) en de direct omliggende Belgische en Franse steden (Brussel, Gent, Antwerpen, Lille, etc.). Door de organisatie van alle kringactiviteiten is het seizoen van het verblijfstoerisme aanmerkelijk uitgebreid. Deze uitbreiding wordt verder ondersteund door de volledige integratie van het zorgtoerisme. Oostburg heeft, in samenwerking met gespecialiseerde medici en bestaande zorginstellingen (ziekenhuizen en paramedische centra), het aantal klinieken in de bestaande zorgfaciliteit Antonius uitgebreid met zwaartepunt op typische ‘mode’ behandelingen (cosmetische) of behandelingen die gepaard gaan met ouderdom (oogziektes/afwijkingen, urologie, orthopedische (na)zorg, etc.). De belangstelling hiervoor is groot door de combinatie van rust, ruimte, natuur zorg en kringactiviteiten. De uitbreiding van het seizoen voor verblijfstoerisme wordt ook gestimuleerd door de ontwikkeling van conferentiecentra. Deze zijn aanwezig in sommige hotels maar ook in voormalig landbouwvastgoed dat, in combinatie met aanpalende verblijfsmogelijkheden, aanwezig is in aantrekkelijke delen van de cultuurregio Sluis. Het credo van het verblijfstoerisme is ‘Sluis als exclusieve beleving, in het beste klimaatdeel van Nederland, voor rust, ruimte, natuur, wellness/sport en brede zorgaandacht voor ouderen en chronisch zieken’. Het verblijfstoerisme richt zich op inwoners van België, Duitsland, Frankrijk en Engeland. Het totaal aantal buitenlandse verblijfstoeristen zal in de toekomst groter zijn dan de Nederlandse verblijfstoeristen. New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 43


New Babylon 3 Het gehele pakket voor de verblijfstoerist wordt gemanaged door de samenwerkende horeca ondernemers. De overheid ondersteunt de initiatieven met publieke werkzaamheden (infrastructuur, onderhoud van cultureel erfgoed, kernontwikkeling), waar deze op basis van goed gedocumenteerde studies door de horecaondernemers en belanghebbenden uit de dorpsen stadsraden zijn gevraagd. Dagtoerisme. Het dagtoerisme wordt aangemoedigd via nationale en internationale promotie instituten. Het initiatief hiervoor is genomen door de overheid op basis van voorstellen van de horecaondernemers en belanghebbenden uit de dorps- en stadsraden. Dagtoerisme voltrekt zich voornamelijk aan de kust (strandbezoek) en in pittoreske kernen als Sluis, IJzendijke, Groede en Aardenburg. Natuurterreinen met speeltuinen/ zwembaden zijn volop aanwezig in het buitengebied. Het dagtoerisme profiteert van de ontwikkelingen in diverse kringactiviteiten voor het verblijfstoerisme. De winkel-, restaurant- en snackbareigenaren zijn de primaire beneficiair van het dagtoerisme. Wandel- en fietsroutes zijn groots ontwikkeld in het hele gebied en doeltreffend in kaart gebracht met elektronische hulpmiddelen voor afstand, plaatsbepaling en interessante stopplaatsen (Cultureel als ook voor tijdelijke halteplaatsen voor koffie, lunch, etc..) Bewegwijzering is optimaal en natuurgebieden zijn ontdaan van prikkeldraad en volop toegankelijk, maar wel binnen enkele beperkingen die voor nationale landschappen gelden. Tot het dagtoerisme behoren ook de sportliefhebbers die uit een veelheid van sportaccommodaties zoals golf, tennis, atletiek, hippische centra, etc. kunnen kiezen. Ook de diverse fietsclubs in Sluis en Vlaanderen zijn een deel van het dagtoerisme. De ontwikkelingen in dagtoerisme zijn een uitkomst voor de kernen van Sluis. Hier zal het verschil gemaakt worden door de aanpak van lokale inwoners en ondernemers. In principe is het dagtoerisme een optimaal verdienmodel voor de kernen.

4. Kruisbestuiving door kernontwikkeling. Het aanzien en inhoud van de kernen in Sluis is bepalend voor het succes van verblijfs- en dagtoerisme naar het achterland. Het belang van kernontwikkeling is een verantwoordelijkheid van die inwoners en ondernemers hebben samen met de horeca en de bestuurders van de cultuurregio Sluis. Kernontwikkeling is het middel voor kruisbestuiving met het toerisme. Sluis heeft vele miljoenen geïnvesteerd in de kernen en het cultureel erfgoed. Tot nu toe is de benutting van deze investeringen niet of te weinig uit de verf gekomen, voornamelijk door verdediging van eigen belangen door inwoners. Twee uitzonderingen zijn; •

de kern Groede die op inventieve manier gestalte heeft weten te geven aan de kernidentiteit. Het verdient bewondering dat zelfs vele miljoenen zijn opgebracht door initiatieven van de inwoners van Groede voor de restauratie van de grote kerk op de

New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 44


New Babylon 3

markt. Samen met het museum ‘het Slijkstraatje’ is deze kerk daarmee het nieuwe centrum geworden voor folkloristische en overige culturele evenementen. De kern Sluis die vanaf de wederopbouw na de oorlog gestalte heeft gegeven aan opbloei van de stad en haar culturele- en natuurwaarden. Een krachtig management van ondernemersverenigingen en participatie van inwoners hebben deze waarden vertaald in een bloeiende handel in winkel- en horecaondernemingen.

Het verdedigen van eigen belangen houdt in de toekomst geen stand. Er komt een bewustwording voor een gemeenschappelijk doel, dat is: Sluis laten meegroeien in de vaart der volkeren. De twee bovengenoemde voorbeelden bewijzen dat de initiatieven van onderaf moeten komen en goed onderbouwd zullen moeten worden voorgelegd aan de verantwoordelijke bestuurders. Samenwerking is cruciaal tussen inwoners, lokale ondernemers, gebiedsondernemers in horeca en toerisme en de bestuurders van Sluis. IJzendijke.

IJzendijke heeft op verschillende manieren input gegeven aan haar historische verleden, daarbij geholpen door het Euregio project van de Staats Spaanse linies. Het mooie museum ‘het Bolwerk’ is ingericht en timmert aan de weg. Interessante lezingen worden door vrijwilligers georganiseerd. Toch trekt dit museum slechts een marginaal aantal bezoekers. Het museum als startpunt van exploratieve tochten langs de Staats Spaanse linies, goed zichtbaar in het landschap, trekt nauwelijks bezoekers. De promotie van museum en Staats Spaanse linies beperkt zich simpele brochures en lezingen op de scholen in de regio.. IJzendijke als kern is recentelijk gerenoveerd en herkenbaar als een historische stad. De karakteristieke kerk en het Ravelijn zullen een bijdrage vervullen in de promotie van IJzendijke als historisch centrum. Gecombineerd met de folkloristische evenementen die jaarlijks worden georganiseerd zal IJzendijke een parel worden in het programma voor lokale en internationale promotie van het verblijfs- en dagtoerisme. De krachten die de samenwerking voor een verdere ontwikkeling van IJzendijke als centrum en uitvalspoort voor historische bezoeken en tochten beperken zullen verdwijnen. Het bestuur heeft zich gerealiseerd dat het behoudt van IJzendijke als historisch centrum niet kan als het museum uitsluitend als een puur wetenschappelijk verzamelgebouw voor relikwieën uit de 15 e en 16e eeuw voort bestaat. Aardenburg

Een kleine groep inwoners van Aardenburg strijdt al jaren tegen plannen voor een andere inrichting van het centrum van de stad. Aardenburg is in Sluis het archeologisch centrum dat kan rekenen op de interesse van bestuurders en ook van het Zeeuws museum dat kennis, middelen en mogelijkheden heeft om de archeologische kunstschatten uit te breiden. Het bestaande archeologische museum is een mooi gebouw met een interessante tentoonstelling maar een veel te beperkte ruimte en te weinig uitstraling. Het leidt een slopend bestaan en het risico van verval door gebrek aan middelen en bestuurskracht. Een project voor opwaardering van St. Bavokerk, waarin een veelheid van archeologische kunststukken zijn verborgen, met integratie van het Archeologisch museum is een tiental jaren geleden verworpen omdat een New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 45


New Babylon 3 kleine groep inwoners zijn zinnen had gezet op verhuizing van het archeologisch museum naar het oude stadhuis op de markt. Het behoud van het stadhuis als historisch gebouw was de aanleiding. Dat het stadhuis geen echte historische waarde heeft maar slechts een mooi front is van de vorige eeuw (Schelde gotiek) werd verworpen door de actiegroep die grootse plannen deponeerde voor de toekomst van het plan. Acht jaar later bleek dat dit niet te realiseren was. Wat is Aardenburg en wat kan er ontwikkeld worden of, met andere woorden, hoe verhogen we de attractiewaarde van de stad? De karakteristieke delen van Aardenburg liggen tussen de Kaaipoort en de markt. Voor de toekomst geldt dat binnen dit gebied gekeken zal worden hoe dit kan worden geïntegreerd in een plan dat de inwoners kunnen aanvaarden en de ondernemers en bestuurders van Sluis willen ondernemen. De Weststraat zou kunnen worden aangemerkt als ‘schoonheid as’ tussen Kaaipoort en markt. De Weststraat heeft vele karakteristieke en cultuurhistorische gebouwen met een rijk verleden. In deze gebouwen zouden galeries en kunst- en ambachten werkplaatsen gevestigd kunnen worden ter versterking van de kunstzinnige uitstraling van de stad. De kaaipoort en de markt zijn recentelijk gerenoveerd en kunnen probleemloos worden geïntegreerd in de schoonheid as. De St. Bavokerk wordt dan het archeologisch centrum waarin het archeologisch museum is geïntegreerd. Alle verborgen kunstschatten in de kerk worden dan blootgelegd, gerestaureerd en tentoongesteld als deel van de archeologische verzameling. Een vergaande samenwerking met het Zeeuws museum en collega musea in Vlaanderen moet worden aangegaan om de bezoekersstromen in de toekomst te garanderen. Wat moet er nog meer gebeuren in Aardenburg? Aardenburg was een havenplaats gelegen aan de rand van de pleistocene zandrug met uitzicht over de Noordzee en enkele kleine eilanden zoals Oostburg en het eiland van Cadzand en een militair centrum van de Romeinen. In de vroege middeleeuwen was Aardenburg een hoofdstad in de landsheerlijkheid Vlaanderen en domineerde zelfs het bestuur van Zeeland onder langere tijd. De kennis van de rechtspraak in het ‘schepenhuis’ was verantwoordelijk voor een revolutionaire ontwikkeling in de rechtspraak door invoering van het ‘woord en wederwoord’ principe. Deze historische ontwikkeling gecombineerd met de archeologische verzameling en historiek van de typische gebouwen in het centrum geeft materiaal voor een rondleiding met gidsen. Ter aanvulling van dergelijke rondleidingen kan een combinatie worden gemaakt met de schoonheid van de omgeving van Aardenburg. Aardenburg en haar nabuurkern St. Kruis liggen in één van de mooiste groene en waterrijke gebieden van cultuurregio Sluis. Als Aardenburg een werkelijke bijdrage wil leveren aan én wil profiteren van het toerisme dan is dit de weg voor verdere ontwikkeling van de stad. St. Anna ter Muiden.

St. Anna ter Muiden heeft een historische waarde. Deze is door investeringen in het verleden duidelijk aanwezig. St. Anna ter Muiden was destijds de bewaker van de Zwindelta en vervulde daarmee een strategische functie voor zowel de Spanjaarden die Sluis als een maritiem/militaire hoofdplaats hadden in de 15 e en begin 16e eeuw als ook voor Staatsen New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 46


New Babylon 3 onder leiding van Prins Maurits. Na de aftocht van de Spanjaarden verloor het stadje zijn strategische betekenis snel om na de Napoleontische tijd in de 18 e en begin 19e eeuw te vervallen tot een slapende dorp. Toch is het dorp meer bekend door het pittoreske centrum, de kunstenaarsgemeenschap en de kerktoren uit de middeleeuwen. De waarde van St. Anna ter Muiden nu is dat het dicht bij de kern Sluis ligt en min of meer de toegangspoort vormt tot de bloeiende kern Sluis. Binnen de toeristische- en culturele activiteiten van de kern Sluis wordt nog steeds goede aandacht gegeven aan St. Anna ter Muiden. Retranchement.

Retranchement heeft bijna hetzelfde historische verleden als St. Anna ter Muiden. Als voormalig bewaker van de Zwin inloop en verdediger van het eiland van Cadzand verdient het zijn naam in de historische ontwikkeling van Sluis. De aanwezigheid van wallen en verdedigingswerken zijn de restanten van deze glorietijden. Nu is Retranchement eerder een uitwijkplaats voor Belgen die Knokke te duur vinden en de oude huizen van Retranchement hebben opgekocht en omgebouwd tot kapitale villa’s. Het is de verwachting dat deze trend zich zal voortzetten en het dorp zal veranderen in ÊÊn van de duurdere kernen van Sluis. Overige kernen.

Oostburg en de overige kernen vertegenwoordigen geen echt historische waarden en zijn aangewezen op een andere aanpak binnen het toeristische gebeuren. Breskens heeft daarbij de beste uitgangspositie omdat het tegen de hoofdsector van het toerisme aanligt en een aantrekkingskracht uitoefent als handels-, vissers- en jachthaven. Door investeringen op initiatief van bewoners en ondernemers, is Breskens klaar voor een verdere groei en kan zijn plaats opeisen als kerngebied voor het toerisme. Een voorbeeld hiervan is het visserijmuseum dat de meeste bezoekers trekt van alle musea in Sluis. Dit is uitsluitend het resultaat van vaste stromen uit verblijfs- en dagtoerisme. Oostburg is het dienstencentrum van Sluis. Deze centraal gelegen kern, met goede toegangswegen tot de hoofdsector van het toerisme en ook andere kernen, floreert als leverancier van dagelijkse boodschappen voor inwoners en passanten. Zowel Breskens als Oostburg kunnen fungeren als uitvalsbasis voor fietsroutes langs de vele natuurwaarden van Sluis. Krekenroutes, schansroutes, etc. kunnen hier gemakkelijk worden georganiseerd en bediend door fietsverhuurbedrijven, etc.. De overige kernen zijn aangewezen op de passages van voornamelijk dagtoeristen. Ze kunnen deze leiden door folkloristische markten, dorpsfeesten, muziekactiviteiten, kunstateliers of gewoon door organisatie van de perfecte halteplaatsen met koffie, lunch en dineraanbod. Ze kunnen ook nadenken over andere bezienswaardigheden of zaken waarvoor ze als uitvalsbasis kunnen dienen voor rondleidingen met gidsen. Een voorbeeld kan zijn de geschiedenis van de bevrijding in tweede wereldoorlog gezien vanuit geallieerd en Duits gezichtspunt. Het Vlaamse deel van de cultuurregio Sluis.

New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 47


New Babylon 3 De Vlaamse kernen, als onderdeel van de cultuurregio Sluis, hebben dezelfde rijke historische achtergrond als de kernen van Sluis. Deze zijn goed gedocumenteerd en veel professioneler in de aanpak van nationale- en internationale promotie. Deze kernen kunnen zonder meer geĂŻntegreerd worden in de promotieactiviteiten voor het noordelijk deel van de cultuurhistorische regio Sluis. Overige Economische ontwikkeling. Het bewezen vermogen van individuele ondernemers om met ideeĂŤn nieuwe technologische bedrijven op de kaart te zetten en verder uit te bouwen zal worden voortgezet. Het is in eerste instantie aan de ondernemers om initiatieven te ondernemen maar het faciliteren van deze mensen met industrieterreinen en techno parken is een vereiste. IndustriĂŤle ondernemers en het gemeentebestuur zijn van elkaar afhankelijk. Vooralsnog heeft het bestuur aan de voorwaarden voldaan en zijn deze industrieterreinen beschikbaar.

New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 48


New Babylon 3 Secundaire voorwaarden 1. Onderwijs, kenniscentra en werkgelegenheid. De verdere ontwikkeling van alle sectoren in de cultuurhistorische regio Sluis ligt in de beschikbaarheid en juiste balans van laag- en hoogopgeleide werkkrachten. Om afstand te nemen van de huidige trend dat jongeren voor onderwijs naar Nederland trekken en nooit of zelden terugkomen naar Sluis is een teken dat de vooruitgang in alle sectoren zoals hiervoor beschreven te traag gaat of niet aanwezig is. Als landbouw, toerisme en algemene economische ontwikkeling vaart maken zal dit de interesse wekken van werkkrachten, overigens niet alleen van werkkrachten met Zeeuwse origine. Onderwijs moet dus herijkt worden voornamelijk door betere aansluiting bij de Vlaamse onderwijsinstellingen. Opleidingen dichter bij huis brengen faciliteert de keuze voor jongeren om in de regio te blijven, speciaal in een toekomstige periode waarin de lokale activiteiten een nieuwe dynamiek krijgen. In deze dynamiek zoals hiervoor geschetst is plaats voor een grote verscheidenheid aan werkkrachten met opleidingen in de dienstensector als ook technici en bedrijfskundigen. Koppeling van onderwijsinstellingen, hier specifiek het hoger- en universitair onderwijs, zou een stimulans kunnen zijn voor de ontwikkelingen in Sluis. Het kan leiden tot het opbouwen van kenniscentra in Sluis voor typisch streekgebonden ondernemingen zoals de zoutwatercultuur, vertical farming ontwikkeling of archeologie. Het vergt een intensieve aanpak door ondernemers, bestuurders en onderwijsinstellingen. Gezien het belang voor Sluis en de beschikbaarheid van ondernemers is het van het grootste belang dit aan te pakken middels een zware commissie type ‘Deltacommissie’.

2. Wonen en werken, leefbaarheid. De geschetste ontwikkelingen leiden per definitie tot een nieuwe dynamiek in kernen. Wonen in een leefbare omgeving wordt dan een factor voor bestaande en nieuwe werkkrachten in Sluis. Nieuwbouw zal in eerste instantie niet noodzakelijk zijn maar op termijn op de agenda komen. Het zal dus noodzakelijk zijn voor het bestuur van Sluis om proactief een dergelijk ontwikkeling te verkennen en voor te bereiden. In dit kader is het ook belangrijk dat voorzichtig wordt omgesprongen met het 2e woningbeleid in de kernen. Een leefbare gemeenschap is niet een kern waar een groot deel bestaat uit 2e woningen bestaat. Op den duur leidt dit er toe dat het lokale verenigingsleven ophoud te bestaan en de sociaal maatschappelijke structuur uit het dorp verdwijnt. Resultaat van een dergelijke ontwikkeling is een slapend dorp wat langzaam maar zeker uitsterft en verwordt tot een vakantiepark. Voor wat betreft de woningvoorraad zal in een nieuwe economische dynamiek de aandacht voor verpaupering van oude woningen moeten worden aangescherpt. Het bestuur van Sluis wordt dan ook aangemoedigd de bestaande aanpak voor opkoop van oude huizen voort te zetten of te intensiveren. New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 49


New Babylon 3 Leefbaarheid in kernen betekent ook dat alle kernen mogelijkheden hebben of krijgen om dorpshuizen/annex service centra te bedrijven. De nieuwe zorgwet legt meer nadruk op thuis blijven wonen en zorg aan huis zo lang het kan. De dorpshuizen/service centra spelen hierin een cruciale rol, te meer omdat de lokale dienstverlening voor dagelijkse boodschappen en diensten verder zal afnemen en deze in de voornoemde service centra kunnen worden bedreven.

3. Financierbaarheid. Alle ideeĂŤn die in dit document zijn opgenomen kosten geld. De moderne ondernemer zal bereid zijn om deel te nemen in de financiering hiervan. Toch zal het merendeel voor zaken die het publieke belang raken, bijeen moeten worden gebracht door externe financiering. Voorstellen zullen worden onderbouwd en alternatieven voor financiering zullen een vast onderdeel zijn van deze voorstellen. In ieder geval zal maximaal worden ingezet op financiering middels fondsen voor regio ontwikkeling in de EU, het Rijk en de gemeente.

New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 50


New Babylon 3 Ten slotte. New Babylon 3 schetst een toekomst van een Sluisse samenleving over 50 jaar. Het gehele plan ademt initiatiefneming door burgers en ondernemers in samenwerking met bestuurders van de gemeente. Het betekent dat de samenleving zich mondiger zal opstellen en zich met goed onderbouwde voorstellen, mede opgesteld door deskundigen binnen en buiten de gemeenschap, zich zal presenteren bij het bestuur van Sluis. De toekomstige medemens zal zich niet laten imponeren door een niet onderbouwd ambtelijk antwoord, maar zijn positie met kracht verdedigen. Politieke invloeden zullen dan alleen worden gehonoreerd als deze rekening houden met het algemeen belang. Eigen (politiek) belang zal worden genegeerd in dit proces. Gelijktijdig is de medemens afhankelijk van wetgeving en dus afhankelijk van een professioneel bestuur die ontwikkelingen ondersteunt en alles in het werk stelt om deze ontwikkelingen mogelijk te maken. Wij veronderstellen dat binnen 50 jaar de democratische processen volledig van onderaf zullen komen en het bestuur op een andere manier zal zijn samengesteld. Dat is geen mening over het politieke klimaat en gewoonten zoals die nu worden toegepast maar eerder een anticipatie op een vergaande professionalisering van het lokale een landelijke bestuur. Meer professionalisme in de politieke arena betekent dan minder populisme en mogelijk minder stringente vormen van privacy wetgeving en mensenrechten ter ondersteuning van veiligheid en respect voor burgerparticipatie in de vorm van initiatiefneming. De cultuurregio Sluis zal door de invloeden van onderaf de druk op een ‘dienend’ bestuur groter maken en burgers en ondernemers ondersteunen bij het realiseren van progressieve ontwikkelingen. Financiële middelen zullen dan afgezet worden tegen de interesses voor de regio in samenhang met een sociale rechtvaardigheid voor burgers. Het inzetten van kapitaal zal altijd mogelijk zijn als het verdienmodel continu is en in de maatschappij een breed draagvlak heeft.

---------------

Dit document is tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van Stichting NEW BABYLON 3, ‘Inspiration Lab’. Vragen, opmerkingen en ideeën kunt u richten aan: Stichting New Babylon 3, Westsraat 8, 4501JG Oostburg. Emailadres: secretariaat@newbabylon3.nl of

New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 51


New Babylon 3 Telefoon: 06 2075 0905 (van woordvoerder Jacques le Grand)

New Babylon 3, manifest documentatie eindversie, le Grand, 2017

Pagina 52


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.