SIMATIC S7 systeemcursus 1B
Uitgave 11 Gebaseerd voor STEP 7 V5.4
This document was produced for training purposes. Siemens assumes no responsibility for its contents. The reproduction, transmission or use of this document or its contents is not permitted without express written authority. Offenders will be liable for damages. All rights, including rights created by patent grant or registration of a utility model or design, are reserved.
Š Siemens AG 2010
Stationsconfiguratie
1
Profibus DP
2
Profinet IO
3
Verwerking van getallen
4
Systeembeheer
5
Parametreerbare bouwstenen
6
Analoge in- en uitgangen
7
Trainingsmodel en signaaloplegging
8
Cursusbeschrijvingen
9 10
Informatie
VIP Dealers pre-sales Mall Siemens Training
informatie? www4.ad.siemens.de Technical Product Suport (TPS) after-sales
Siemens Industrial Services Siemens Training
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2001. All rights reserved.
VIP
Indien u meer informatie wilt betreffende SIMATIC producten, kunt u contact opnemen met het Verkoop Industriele Producten via: Tel: 070 333 3515 E-mail: vip.nl@siemens.com
Siemens Partner (dealer) Uw aanspreekpartner bij of namens Siemens kan u voorzien van aanvullende of specifieke informatie. A&D Mall
In deze Automation and Drives "winkel" van SIMATIC systemen en componenten kunt u interactief productinformatie opzoeken via de link: mall.ad.siemens.com
Siemens Training
Om inzicht te krijgen wat een product kan, of om meer dieptekennis te krijgen van een product kunt u kiezen uit een breed scala aan trainingen. Voor cursusoverzichten, cursusdata of overige vragen over training, neem contact op met: Tel: 070-333 3900 Internet: www.siemens.nl/training
www4.ad.siemens.de Op deze internetsite kunt u de volgende informatie vinden: - Electronische handboeken (pdf) - Newsletter (E-mail services voor bepaalde productgroepen) - FAQ (Frequently Asked Questions) - Downloads (minor product changes) TPS
Bij technische vragen of problemen kunt u contact opnemen met de Technical Product Support van uw leverancier.
Siemens Industrial Services Siemens Industrial Services verleent hoogwaardige diensten op het gebied van field service, onderhoud, onderhoudsmanagement, inbedrijfstelling en levering van onderdelen aan complexe productie-installaties voor de Nederlandse industrie. Tel: 070-333 3051 Internet: www.siemens.nl/industrialservices Siemens Training
pagina 1
Informatiepagina
Stationsconfiguratie
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Inhoud Oefening: Project inrichten met de beginstand …………………………………………………....…….
2
Parametreren van de modules
……………………………………………………………………...…….
4
……………………………………………………………………………………...…….
5
CPU Properties
CPU Properties: General
…………………………………………………………………………….……
6
CPU Properties: Startup
……………………………………………………………………………...…..
7
CPU Properties: Cycle / Clock Memory
……………………………………………………………..…..
Oefening: Knippersignalering bij bandaansturing
………………………………………………...……
9
………………………………………………………………….…..
10
………………………………………………………………………….……
11
CPU Properties: Retentive Memory CPU Properties: Interrupts
CPU Properties: Time-Of-Day Interrupts CPU Properties: Cyclic Interrupt
…………………………………………………………..……
12
…………………………………………………………………...…….
13
CPU Properties: Diagnostics / Clock CPU Properties: Protection
8
……………………………………………………………….……
14
………………………………………………………………………...…….
15
Properties bij signaalmodules (SM)
………………………………………………………………..……
16
Datum en tijd van de PLC instellen
………………………………………………………………...……
17
Oefening: Lunchpauze signalering
………………………………………………………………...…….
18
Siemens Training Uitgave 11
pagina 1
S7SYS1B Stationsconfiguratie
Oefening
Project inrichten met de beginstand (1/2)
1
Uitgangspunt voor deze cursus is het bestaande project ‘S7SYS1B’ dat opgebouwd is uit: - een Profibus-netwerk - een losse S7 Program map De S7 Program map bevat een Sources folder (leeg), een Blocks folder offline (met daarin OB1 en 4 FC’s) en een Symbol table.
2
Wis het geheugen van uw PLC.
3
Maak een Upload van de systeemconfiguratie van de PLC. Doe dit door in het projectvenster de projectmap te selecteren en uit het PLC-menu de optie Upload Station te activeren. Selecteer in het dialoogvenster ‘Select Station Address’ het juiste Slot van de CPU.
4
Verplaats de S7 Program map met de naam "begin S7SYS1B" naar de CPU die door de Upload is ontstaan. Er verschijnt een dialoogvenster met vragen om de bestaande S7 Program map te vervangen. Bevestig met Yes.
5
Indien je nog een losse S7 Program map hebt, dan kan deze nu verwijderd worden.
6
Open nu de stationsconfiguratie en zorg voor de volgende adressen van de I/O modulen: S7-300 16 kanaals S7-300 32 kanaals S7-400 slot I addr Q addr slot I addr Q addr slot I addr Q addr 4 0…1 4 0…3 8 0...3 5 2…3 5 4…7 9 8...11 6 4…5 6 8 8 10 4...7 7 6…7 7 512…515 11 8...11 8 8 12 512…527 9 8 10 512…527 512…519
7
Selecteer in het rack MPIDP. Selecteer vervolgens Object Properties. Kies voor Type: PROFIBUS. In het dialoogvenster “Properties - PROFIBUS Interface MPI/DP (R0/S2.1)” klik je op New vervolgens op OK en daarna nogmaals 2x op OK.
8
Voer Save and Compile uit en Download de stationsconfiguratie naar de PLC.
9
Download ook de OB en FC’s naar de PLC en test de werking van het programma. De tweede pagina van deze oefening bevat een globale beschrijving van het programma van deze beginstand.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 2
S7SYS1B Stationsconfiguratie
Oefening
Project inrichten met de beginstand (2/2) Het programma van de beginstand voor deze cursus bevat het oorspronkelijke resultaat van de oefeningen van de cursus S7SYS1A. Het hoofdstuk ‘Trainingsmodel en signaaloplegging’ geeft informatie over de opbouw van het trainingsmodel en de oplegging van de signalen op de in- en uitgangsmodulen. In het kort werkt het programma waar u nu op voort gaat bouwen als volgt:
1
Nadat u de PLC in RUN heeft gebracht, zal de flessenvulinstallatie uit bedrijf zijn. LED H102 op het trainingsmodel brandt.
2
Met S101 en S102 kan worden in- en uitgeschakeld.
3
Bij ingeschakeld bedrijf kan met S103 en S104 voor hand bedrijf en auto bedrijf gekozen worden.
4
Bij hand bedrijf is de band met S105 en S106 rechtsom en linksom te sturen.
5
Bij auto bedrijf loopt de band rechtsom. Bij de middelste sensor stopt de band even voor het vullen van flessen.
6
Bij de linker resp. rechter sensor worden de lege resp. volle flessen geteld. Het aantal volle flessen wordt weergegeven op de 7 segments display.
Voor details kunt u natuurlijk de programmabouwstenen bekijken.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 3
S7SYS1B Stationsconfiguratie
Parametreren van de modules
Parametreren
Instellen van de eigenschappen van parametreerbare modules, zoals: - aanloopgedrag; - remanentie geheugenbereiken; - interfaces; - interrupts.
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Stationsconfiguratie Parametreerbare modules hebben, vanaf de fabriek, vooraf ingestelde parameters. Deze parameters bepalen het gedrag van de PLC. Is dat OK, dan is een stationsconfiguratie niet nodig. Parametreren
Parametreren van de modules is noodzakelijk indien het gedrag van de PLC anders moet zijn, bijvoorbeeld: - afwijkend aanloopgedrag van de PLC; - u wilt communicatie via MPI en/of Profibus; - bewaking maximale cyclustijd moet korter of langer zijn; - adressen van signaalmodules moeten gewijzigd worden. In plaats van bruginstellingen op de modules, gebeuren alle instellingen via de software.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 4
S7SYS1B Stationsconfiguratie
CPU Properties
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
CPU Properties
Het bepalen van de eigenschappen van de CPU gebeurt bij de CPU Properties. Dit dialoogvenster bevat 9 tabs waarin de diverse CPU-eigenschappen ingesteld kunnen worden.
Let op!
Het kan zijn dat parametreringen bij type X wel maar bij type Y niet mogelijk zijn. Daarom is het aantal tabs en de layout van de individuele tabs afhankelijk van de gekozen CPU. Gebruik bij het instellen van de CPU Properties de Help-functie (F1) ten behoeve van het vaststellen van de betekenis van de diverse in-/uitgavevelden.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 5
S7SYS1B Stationsconfiguratie
CPU Properties: General
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
General
De tab General geeft informatie over de module. Indien het een programmeerbare module betreft (CPU, FM) dan wordt ook het MPI-adres weergegeven.
MPI-Properties
Indien de PLC via een MPI-netwerk met andere systemen gekoppeld moet worden, dan moeten de MPI-Properties ingesteld worden.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 6
S7SYS1B Stationsconfiguratie
CPU Properties: Startup
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Startup
Siemens Training Uitgave 11
Het aanloopgedrag van de PLC wordt bepaald door instellingen bij de tab Startup.
pagina 7
S7SYS1B Stationsconfiguratie
CPU Properties: Cycle / Clock Memory
Clock memory bit Frequency (Hz) Period (s)
7
6
0.5 0.62 2
1.6
5
4
3
2
1
0
1
1.25
2
2.5
5
10
1
0.8
0.5
0.4
0.2
0.1
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Cycle
Indien de bewerking van het S7-programma langer duurt dan de ingestelde Scan cycle monitoring time, valt de PLC op STOP. De Scan cycle monitoring time kan onder Cycle gewijzigd worden. De mate waarin de CPU belast kan worden voor communicatietaken is ingesteld bij Cycle load from communication.
Clock memory
Siemens Training Uitgave 11
Als u een knipperfrequentie nodig hebt, activeert u het veld Clock memory en specifieert u welke Memory byte er hiervoor moet worden gebruikt. Er zijn dan acht verschillende knipperfrequenties, van 0,5 Hz tot 10 Hz beschikbaar.
pagina 8
S7SYS1B Stationsconfiguratie
Oefening
Knippersignalering bij bandaansturing
1
Maak een nieuwe FC13 “signaleringen”, waarin de signaleringen H1, H2 en H3 aangestuurd worden tijdens het aansturen van de transportband.
2
Stel bij de CPU properties MB255 in als Clock Memory byte.
3
Voer Save and Compile en Download uit om de gewijzigde configuratie naar de PLC te brengen.
4
Kun je in de Reference Data informatie over het Clock Memory byte terugvinden? …
5
Voeg onderstaande operanden toe aan de Symbol Table. Symbol Address Data Type Comment Signaleringen FC13 FC13 signaleringen tijdens bedrijf M_1Hz M255.5 BOOL 1Hz Clock memory bit M_2Hz M255.3 BOOL 2Hz Clock memory bit
6
Programmeer onderstaande FC13 met daarin de knippersignaleringen.
7
FC13 wordt opgeroepen vanuit OB1, na de bandsturing.
8
Save, Download en test de werking.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 9
S7SYS1B Stationsconfiguratie
CPU Properties: Retentive Memory
Alleen relevant voor de S7-300 indien de CPU geen back up batterij heeft
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Retentive Memory
De tab Retentive Memory dient voor het specificeren van de geheugenbereiken die informatie moeten onthouden bij overgang van STOP naar RUN en na een spanningsuitval. Zelfs indien gĂŠĂŠn back up batterij aanwezig blijven de hier gespecificeerde bereiken hun informatie onthouden.
Let op!
Voor gebruik zonder batterij moet het gebruikersprogramma op een geheugenmodule (EPROM Memory Card) opgeslagen zijn.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 10
S7SYS1B Stationsconfiguratie
CPU Properties: Interrupts
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Interrupts
De bewerkingsvolgorde van de verschillende Interrupt-OB’s wordt bepaald door de bijbehorende prioriteit. Bij gelijktijdig optredende Interrupts wordt eerst het Interruptprogramma met de hogere prioriteit bewerkt. Een Interruptprogramma met een hogere prioriteit kan een programma met een lagere prioriteit ook onderbreken. Bij de S7-400 kunnen prioriteiten eventueel gewijzigd worden.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 11
S7SYS1B Stationsconfiguratie
CPU Properties: Time-Of-Day Interrupts
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Time-Of-Day Interupt Indien een programmadeel op een bepaalde datum of met een bepaald interval uitgevoerd moet worden, dan wordt daarvoor een Time-Of-Day Interrupt gebruikt. Indien in deze tab een Time-Of-Day Interrupt geactiveerd wordt, dan moet de corresponderende OB in het S7-programma gebruikt worden.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 12
S7SYS1B Stationsconfiguratie
CPU Properties: Cyclic Interrupt
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Cyclic Interrupt
Met de Cyclic Interrupt kan een programmadeel in vaste tijdsintervallen bewerkt worden. Hierdoor kunnen er bijvoorbeeld regelopgaven gerealiseerd worden, die in vaste tijdsintervallen (Execution) bewerkt moeten worden. Bij de S7-300 bestaat er de bouwsteen OB35, die standaard elke 100 ms bewerkt wordt. De tijdbasis (Execution) kan ingesteld worden in het bereik van 1 tot 60000 ms. Bij de S7-400 zijn er negen verschillende Cyclic Interrupts met verschillende tijdsintervallen. Om niet alle Cyclic Interrupts op hetzelfde moment te laten starten, kunt u met Phase offset bereiken dat de Cyclic Interrupts fase verschoven worden gestart.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 13
S7SYS1B Stationsconfiguratie
CPU Properties: Diagnostics / Clock
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
System Diagnostics
De System Diagnostics herkent alle fouten in de PLC. Als er een fout optreedt, wordt deze met een Date- en Time-indicatie in het Diagnostic Buffer ingegeven.
Clock
Als u verschillende modules met een Clock in ĂŠĂŠn PLC en/of op een MPI-netwerk gebruikt, kunt u bepalen welke module Master en welke modules Slaves zijn. De Master synchroniseert de andere klokken in overeenstemming met het ingestelde Time interval.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 14
S7SYS1B Stationsconfiguratie
CPU Properties: Protection
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Protection Level
De CPU kan middels 3 Protection Levels beveiligd worden tegen ongewenste toegang.
Process Operation
In Process Operation worden testfuncties als Debug Monitor of Monitor/Modify Variables beperkt uitgevoerd zodat de ingestelde Permitted scan cycle time increase niet overschreden wordt. Testen met breakpoints is niet mogelijk
. Test operation
In Test operation kunnen alle testfuncties zonder beperkingen worden gebruikt. Dit kan echter wel leiden tot een aanzienlijke verlenging van de scan cycle time. Het is belangrijk dat u voorafgaand aan het gebruik van de Test operation bepaalt of de CPU of uw applicatie de verlenging van scan cycle time aan kan.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 15
S7SYS1B Stationsconfiguratie
Properties bij signaalmodules (SM)
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
SM parametreren
Siemens Training Uitgave 11
Ook de eigenschappen van signaalmodules kunnen geparametreerd worden. Veel voorkomende parametreringen zijn: - wijziging van de I/O-adressen; - vrijgave van interrupts; - instellen van meetbereiken (analoge modulen).
pagina 16
S7SYS1B Stationsconfiguratie
Datum en tijd van de PLC instellen
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Real time klok
De meeste CPU’s hebben een real time klok. Deze klok kan gebruikt worden door: - de programmeersoftware (bijvoorbeeld Set Date and Time); - het besturingssyteem van de PLC (bijvoorbeeld Date- en Time-indicaties bij fouten in Diagnostic Buffer en ten behoeve van activeren van Time-OfDay Interrupt); - door het gebruikersprogramma (speciale SFC’s voor het instellen, uitlezen en/of stoppen van de real time klok).
Klok instellen
Via het dialoogvenster Set Date and Time kunt u de klok uitlezen en instellen.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 17
S7SYS1B Stationsconfiguratie
Oefening
Lunchpauze signalering Iedere dag om 12:00 uur moet de claxon H6 gedurende 5 seconden aangestuurd worden. Dit dient het attenderen van de medewerkers, dat het tijd is om te gaan lunchen.
1
Stel middels Set Time of day... vast, of de datum en de tijd van de PLC correct is ingesteld. Zo niet, wijzig dan de instelling.
2
Pas dáárna de CPU Properties aan, zodat OB10 vanaf nu iedere dag om 12:00 geactiveerd wordt.
3
Voeg in FC13 een nieuw netwerk toe met daarin de tijdfunctie die de claxon aanstuurt. Neem de ontbrekende symbolen op in de Symbol Table: Symbol Address Data Type Comment M_Lunch M20.7 BOOL memory tbv Time of Day Interrupt (OB10) T_Claxon T3 TIMER timer lunchpauze signalering
4
Programmeer OB10 met daarin M_Lunch ten behoeve van het starten van de claxon timer.
5
Save en Download vervolgens FC13 en OB10 en test de werking. U hoeft niet te wachten tot 12:00. Gebruikt u in FC13 in de monitor mode de optie ‘M20.7 Modify to 1’.
6
Stel m.b.v. Reference Data vast hoe vaak M_Lunch zowel lezend als schrijvend wordt gebruikt.
7
Stel bij Program Structure vast dat er een OB is bijgekomen.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 18
S7SYS1B Stationsconfiguratie
Profibus DP
PROCESS FIELD BUS
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Inhoud Toepassingsgebied Basiskarakteristieken
………………………………………………………………………………….…….
2
………………………………………………………………………………..…….
3
Hardware-componenten
…………………………………………………………………………….…….
SIMATIC S7 en Profibus DP
……………………………………………………………………….……..
Adresseerprincipe van Profibus DP
4 5
………………………………………………………………..…….
6
……………………………………………………………...…….
7
ET 200 module toevoegen in stationsconfiguratie ………………………………………………….……
8
Betekenis van Profibus-specifieke LED’s …………………………………………………………...……
9
Configureren van DP Master System
Oefening: Clock Memory bits naar ET200-module
Siemens Training Uitgave 11
………………………………………………..……
pagina 1
10
S7SYS1B Profibus DP
Toepassingsgebied
SIMATIC PLC
SIEMENS
SF RUN STOP
I0.0 I0.1 I0.2 I0.3 I0.4 I0.5
Q0.0 Q0.1 Q0.2 Q0.3 Q0.4
CP U 212
Q0.5
I0.6 I0.7
SIMATIC S7-200
PROFIBUS-DP
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
I/O-uitbreiding
Meestal beschikt een PLC over I/O-modules in het centrale rack waarop de contacten, sensoren en stelorganen worden aangesloten. Steeds vaker ziet men daarnaast een I/O-uitbreiding via Profibus DP.
Veldbus
Profibus DP is een leverancieronafhankelijke veldbus conform de norm EN 50170. Via deze veldbus kunnen gestandaardiseerde veldbuscomponenten, ook wel remote I/O of decentrale periferie genoemd, met een centrale besturing gekoppeld worden. De in de installatie gebruikte contacten, sensoren en stelorganen worden dan aan de decentraal geplaatste veldbuscomponenten gekoppeld. Op deze wijze kan men enorm besparen op bekabeling, daarnaast kan men de de veldbuscomponenten flexibel inzetten (aan-/loskoppelen, uitbreiden).
Siemens Training Uitgave 11
pagina 2
S7SYS1B Profibus DP
Basiskarakteristieken
• Maximum aantal aan te sluiten Profibusstations: - 127
• Maximale buslengte: - 1000 meter in het geval van een elektrisch netwerk - tientallen kilometers in het geval van een optisch netwerk
• Overdrachtsnelheid: - instelbaar tussen 9.6 Kbit/s en 12 Mbit/s
• Busbesturingsmechanisme: - token passing - master / slave
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Afspraken
Omdat Profibus DP een leverancieronafhankelijke veldbus is zijn er afspraken gemaakt (EN 50170) betreffende de techniek en eigenschappen van Profibus. Deze afspraken komen tot uitdrukking in de karakterestieken van Profibus, waarvan er hierboven enkele zijn afgebeeld.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 3
S7SYS1B Profibus DP
Hardware-componenten masterinterfaces
buskoppelelementen
kabel
slaves
SIMATIC S7
slaves Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Hardware-componenten Profibus DP wordt gevormd door een samenstelling van hardware-componenten. Daarvoor bestaat inmiddels een heel uitgebreid assortiment. Enkele componenten staan hierboven afgebeeld, zoals: - Profibus kabel: 2-aderige afgeschermde kabel en/of glasvezelkabel; - buskoppelelementen: bus terminals, bus connectoren, repeaters, OLM’s (Optical Link Modules), etcetera; - masterinterfaces: CPU’s met DP-interface, communicatieprocessoren; - slaves: ET200 (modulair en compact), regelbare aandrijvingen, frequentieomvormers, operator interfaces, kleppen, intelligente slaves (CPU’s/CP’s).
Siemens Training Uitgave 11
pagina 4
S7SYS1B Profibus DP
SIMATIC S7 en Profibus DP
PS S7-300
DP-MASTER
DP-MASTER
DP-MASTER S7
PS
S7
S7-300 S7-300 CPU 314
CPU 3152 DP
S7
PS S7 10A 400
CP 3425 DP
DP-MASTER S7
CPU 4142 DP
S7
PS 10A
S7 400
S7
CPU 4141
CP 4435 DP
S7
óf
óf
óf
óf
PROFIBUS-DP DIN 19245 Part III
PS
SIEMENS
IM (maximum 8 eenheden)
ET200M DP-slave
IM 153-1 S7-300
S7-300
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Master en slave
Een Profibus DP configuratie bestaat in de regel uit één Master en meerdere Slaves. De PLC vervult de rol van Master, de decentrale periferie de rol van Slave. Alleen de Master heeft bustoegangsrechten, de slaves worden door de master cyclisch afgevraagd(I)/aangestuurd(O).
CPU, CP
De S7-300 of S7-400 wordt aan Profibus aangesloten via communicatieprocessoren of via CPU’s met geïntegreerde Profibus-interface.
Profibus-interface
Met de CPU’s met een geïntegreerde Profibus-interface kan er snel en gemakkelijk een gedecentraliseerde PLC-configuratie opgebouwd worden. Vanuit het gezichtspunt van de gebruiker wordt de gedecentraliseerde periferie behandeld als een centrale periferie, d.w.z. dezelfde configuratie, adressering en programmering.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 5
S7SYS1B Profibus DP
Adresseerprincipe van Profibus DP
Master: 2 SIMATIC PLC
QB0
QB2
IB0
QB4
QB1
QB3
IB1
QB5
PROFIBUS-DP
Slave: 5
Slave: 3
Slave: 15
FM
Slave: 6
FM
SV
SV
IB2
IB4 QB6
IB3
IB5 QB7
QB10
QB11
IB6 QB8
PIB256 … PIB267
IB7 QB9
PQB256 … PQB267
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Adressen op de Profibus Alle stations die op de Profibus worden aangesloten moeten een uniek adres hebben. Op de master wordt dit adres in de software bepaald, bij de slaves gebeurt dit in de regel door middel van een hardware-instelling op de slave zelf. Toewijzing I/O-adressen Ten behoeve van de communicatie tussen master en slave krijgen de slaves ieder een deel van het I/O-geheugenbereik van de master toegewezen. Het aantal Inputbytes en/of Output-bytes is afhankelijk van het type slave. Tijdens het vervaardigen van de stationsconfiguratie worden de I/O-adressen automatisch toegewezen, ze kunnen echter wel aangepast worden. Ieder Input-adres en ieder Output-adres kan maar één keer voorkomen.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 6
S7SYS1B Profibus DP
Configureren van DP Master System
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Stationsconfiguratie Indien remote I/O gekoppeld moet worden aan de DP Master interface, dan moet de stationsconfiguratie aangepast worden. DP Master System
Als eerste moet de DP Master voorzien worden van een DP Master System. Via dialoogvensters worden daarvoor achtereenvolgens ingesteld: - adres van de DP Master; - nieuw Profibus Subnet, daarbij gebruikmakend van de default-instellingen; - koppeling van de DP Master met het Profibus Subnet. Daarna is het Profibus DP Master System beschikbaar en kan voorzien worden van remote I/O.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 7
S7SYS1B Profibus DP
ET 200 module toevoegen in stationsconfiguratie
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Hardware Catalog
De Hardware Catalog moet geopend worden ten behoeve van het selecteren van een of meerdere Profibus slave(s).
Type
Nadat het gewenste type gevonden is kan het naar het DP Master System gesleept worden (dubbele klik op het geselecteerde type kan ook).
Profibus-adres
Vervolgens wordt via een dialoogvenster het Profibus-adres van de slave ingesteld. Na bevestiging van dit dialoogvenster wordt de slave toegevoegd aan het DP Master System.
I/O-adressen
In het detailvenster (onderste helft) van de stationsconfiguratie ziet u de aan de slave toegekende I/O-adressen. Deze automatisch toegekende adressen kunnen eventueel aangepast worden.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 8
S7SYS1B Profibus DP
Betekenis van Profibus-specifieke LED’s
LED indicaties voor DP LED "INTF" LED "EXTF" LED "BUSF"
LED “SF" LED “BF"
ET 200M
LED “ON"
CPU met DP interface
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Ten behoeve van eerste-lijns-storingdiagnose hebben de modules een aantal Profibus-specifieke LED’s. Op de CPU
Op de CPU met DP interface van een S7-400 zijn de LED’s aan de rechterzijde specifiek voor Profibus, ze hebben de volgende betekenis:
LED “INTF”
Interne fout op de Profibus DP interface.
LED “EXTF”
Externe fout op de Profibus DP interface, bijvoorbeeld Profibus is nog niet geconfigureerd.
LED “BUSF”
Indien deze LED knippert dan reageert/reageren één of meerdere slaves niet. Bij continu oplichtten van deze LED is er een fout op de Profibus gedetecteerd, bijvoorbeeld kortsluiting.
Op de ET 200M
Op de ET 200M zitten een 3-tal Profibus-specifieke LED’s:
LED “SF”
De geprogrammeerde configuratie van de ET 200M komt niet overeen met de werkelijk geplaatste module.
LED “BF”
Deze LED knippert indien de module foutief of nog niet geparametreerd is. Bij continu oplichtten is de Baud rate of het DP-adres foutief.
LED “ON”
Siemens Training Uitgave 11
De geprogrammeerde configuratie en de werkelijke configuratie komen overeen, er worden gegevens uitgewisseld tussen de DP-master en de ET 200M.
pagina 9
S7SYS1B Profibus DP
Oefening
Clock Memory bits naar ET200-module
1
Bij de testopstelling is een ET200-module aanwezig. Stel daarvan het ingestelde adres vast. Het ingestelde adres is . . . . . .
2
Verbindt vervolgens met de bijgevoegde paarse Profibuskabel de ET200-module met de DP-interface van de CPU.
3
Configureer het DP Master System van de CPU, gebruikmakend van de defaultinstellingen.
4
Open de Hardware Catalog en selecteer de benodigde ET200-module. Koppel deze vervolgens aan het DP Master System, stel daarbij het adres in zoals dat bij punt 1 vastgesteld is.
5
De ET200-module is nu gekoppeld. Welke uitgangsadressen zijn aan de module toegekend? . . . . . .
6
Voer Save and Compile en Download uit om de gewijzigde configuratie naar de PLC te brengen.
7
Programmeer FC14 “ET200-module”, waarin de bits 0, 2, 4 en 6 van het Clock Memory byte de uitgangsbits 0, 2, 4 en 6 op de ET200-module aansturen. Een aantal LEDs gaan dan knipperen.
8
FC14 wordt vanuit OB1 opgeroepen, volgend op de oproep van FC12.
9
Save, Download vervolgens FC14 en OB1 en test de werking.
10
In Reference Data, ga naar Addresses without Symbol. Geef uitgangen van de ET200 m.b.v. Edit Symbols een symbolische naam (b.v. ‘H_10Hz’).
Siemens Training Uitgave 11
pagina 10
S7SYS1B Profibus DP
Profinet IO
PROFINET SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Inhoud Toepassingsgebied Basiskarakteristieken
………………………………………………………………………………….…….
2
………………………………………………………………………………..…….
3
Hardware-componenten SIMATIC S7 en Profinet IO
…………………………………………………………………………….…….
4
……………………………………………………………………….……..
5
Adresseerprincipe van Profinet IO
………………………………………………………………..…….
6
PG / PCInterface instellen op Ethernet …………………………………………………………………….
7
Eigenschappen van de CPU – Profinet IO – Device name ………………………………………………
8
Eigenschappen van de CPU – IP adres en Subnet mask ……………………………………………….
9
Eigenschappen van de CPU – New Subnet Industrial Ethernet …………………………………………
10
Opslaan en laden van de eigenschappen in de CPU …………………………………………………….
11
PG/PC Interface omzetten van Profibus naar Ethernet TCP/IP …………………………………………
12
PROFINET IO systeem invoegen …………………………………………………………………………..
13
ET 200 module toevoegen aan de stationsconfiguratie …………………………………………………
14
Input-/Output modules invoegen en adressen bepalen……………………………………………………
15
Eigenschappen van de IM151-3PN
………………………………………………………………………
16
ET200S Memory card laden stap 1
………………………………………………………………………
17
ET200S Memory card laden stap 2 ET200S Memory card laden stap 3
……………………………………………………………………… ………………………………………………………………………
18 19
Definitieve configuratie opslaan, compileren en laden in de CPU
…………………………………….
20
…………………………………………………………….
21
Oefening: Clock Memory bits naar ET200S-module …………………………………………………….
22
Betekenis van de Profinet-specifieke LED‘s
Siemens Training Uitgave 11
pagina 1
S7SYS1B Profinet IO
Toepassingsgebied
SIMATIC PLC
SIEMENS
SF RUN STOP
I0.0 I0.1 I0.2 I0.3 I0.4 I0.5
Q0.0 Q0.1 Q0.2 Q0.3 Q0.4
CP U 212
Q0.5
I0.6 I0.7
SIMATIC S7-200
Proxy
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
I/O-uitbreiding
Meestal beschikt een PLC over I/O-modules in het centrale rack waarop de contacten, sensoren en stelorganen worden aangesloten. Steeds vaker ziet men daarnaast een I/O-uitbreiding via Profinet IO.
Ethernet
Profinet is een leverancieronafhankelijk netwerk gebaseerd op ethernet conform de standaard IEEE 802.3. Er wordt gebruik gemaakt van switches en twisted pair kabels of glasvezel.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 2
S7SYS1B Profinet IO
Basiskarakteristieken
• Open Industriële Ethernet standaard OSI model laag 2.
• te combineren met TCP/IP verkeer
• Overdrachtsnelheid: - 100Mb
• protocol: - profinet IO
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Afspraken
Siemens Training Uitgave 11
Omdat Profinet gebaseerd is op ethernet gelden alle eigenschappen die ook voor ethernet gelden. Ethernet is in het OSI model een laag 2 protocol, profinet IO maakt direct gebruik van ethernet en is dus niet routerbaar zoals het TCP/IP protocol.
pagina 3
S7SYS1B Profinet IO
Hardware-componenten IO-Controller
switch
kabel
IO-Device
SIMATIC S7
Access point
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Hardware-componenten Profinet IO wordt gevormd door een samenstelling van hardware-componenten. Daarvoor bestaat inmiddels een heel uitgebreid assortiment. Enkele componenten staan hierboven afgebeeld, zoals: - Profinet kabel: 4-aderige twistedpare kabel en/of glasvezelkabel, industrie aansluitingen voor RJ45; - switch, WiFi voor draadloos; - IO-controller: CPU’s met PN-interface, communicatieprocessoren; - IO-device: ET200 (modulair en compact), regelbare aandrijvingen, frequentieomvormers, operator interfaces.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 4
S7SYS1B Profinet IO
SIMATIC S7 en Profinet IO
PS S7-300
IO-Controller
IO-Controller
IO-Controller S7
PS
S7
S7-300 S7-300 CPU 314
CPU 3xxPN
S7
PS S7 10A 400
CP 3..PN
IO-Controller S7
CPU 4..PN
S7
PS 10A
S7 400 CPU 4141
S7
S7
CP 4..PN
Industriële ethernet
PS
SIEMENS
IM ET200 profinet IO device
IM 151-3 S7-300
S7-300
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Controller en device Een Profinet configuratie bestaat in de regel uit één controller en meerdere devices. De PLC vervult de rol van controller, de decentrale periferie de rol van device. CPU, CP
Siemens Training Uitgave 11
De S7-300 of S7-400 wordt aan Profinet aangesloten via communicatieprocessoren of via CPU’s met geïntegreerde Profinet-interface.
pagina 5
S7SYS1B Profinet IO
Adresseerprincipe van Profinet IO
IO-Controler: SIMATIC PLC IP adres b.v. 192.168.1.1 device naam b.v. PN-IO
IO-device IP adres Device naam
QB0
QB2
IB0
QB4
QB1
QB3
IB1
QB5
PROFINET
192.168.1.2 STATION1
192.168.1.4 STATION3
192.168.1.3 STATION2
FM
192.168.1.5 STATION4
FM
SV
SV
IB2
IB4 QB6
IB3
IB5 QB7
QB10
QB11
IB6 QB8
PIB256 … PIB267
IB7 QB9
PQB256 … PQB267
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Adressen op Profinet MAC adres
Alle stations die op Profinet worden aangesloten hebben door de fabrikant een uniek vast adres toegewezen gekregen. Dit Mac adres staat op de module geprint (zie CPU en IM 151-3).
IP adres
Verder moeten alle stations die op Profinet worden aangesloten een uniek IP adres en een device naam toegewezen krijgen. Dit IP adress en de device naam worden in de Hardware Configuratie ingegeven en geladen .
Toewijzing I/O-adressen Ten behoeve van de communicatie tussen controller en device krijgen de devices ieder een deel van het I/O-geheugenbereik van de controller toegewezen. Het aantal Input-bytes en/of Output-bytes is afhankelijk van het type device. Tijdens het vervaardigen van de stationsconfiguratie worden de I/O-adressen automatisch toegewezen, ze kunnen echter wel aangepast worden. Ieder Input-adres en ieder Output-adres kan maar één keer voorkomen.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 6
S7SYS1B Profinet IO
PG / PC Interface instellen op Ethernet
SIMATIC CPU
ET 200 S
software
Diagnose Service
Inputs / Outputs
PC / PG SIMATIC MANAGER
TCP
Profinet
TCP
Profinet
TCP
IP adres
Device naam
IP adres
Device naam
IP adres
Ethernet MAC adres
Ethernet MAC adres
Fysieke aansluiting
Fysieke aansluiting
Communicatie Processor
ISO Ind. Ethernet
verbindingen
S7-CPU
TCP
ISO
IP adres
TSAP
Ethernet MAC adres
Ethernet MAC adres
Fysieke aansluiting
Fysieke aansluiting
LAN
Fysieke aansluiting: RJ 45 (koper) Fiber Optic Wireless WiFi
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Protocollen op Ethernet TCP/IP
TCP/IP is een verzamelnaam voor de reeks netwerkprotocollen die voor een grote meerderheid van de netwerkcommunicatie tussen computers instaan.
IP
Het Internetprotocol, meestal afgekort tot IP, is een deel van het systeem dat gebruikt wordt om computernetwerken met elkaar te laten communiceren op netwerken, zoals het internet.
TCP
Het Transmission Control Protocol is een protocol dat veel gebruikt wordt op het Internet. TCP werkt bovenop het IP en is connectie-georiënteerd.
Profinet
PROFINET is een datacommunicatie oplossing voor de industriële automatisering. Het maakt gebruik van open Ethernet standaarden en biedt een verbinding tussen het veldniveau en de managementomgeving.
ISO Transport
De ISO Transport connection is ontwikkeld voor het overzenden van grote hoeveelheden consistente data (als één blok overgestuurd). Meer gegevens over deze thema’s worden behandeld in de cursus NETS7ETHER.
PG/PC Interface
Siemens Training Uitgave 11
De Ethernet Interface van de PG/PC kan naar keuze ingesteld worden op ISO Ind. Ethernet of TCP/IP, afhankelijk van het protocol dat ondersteund wordt. Voor onze CPU en ET200 is dit TCP/IP
pagina 7
S7SYS1B Profinet IO
Eigenschappen van de CPU - Profinet IO – Device name
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Stationsconfiguratie Indien remote I/O gekoppeld moet worden aan de controller, dan moet de stationsconfiguratie aangepast worden. Profinet IO Device
Als eerste moet de controller voorzien worden van een profinet IO Device
name
name. Deze mag maar één keer voorkomen op het netwerk.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 8
S7SYS1B Profinet IO
Eigenschappen van de CPU – IP adres en Subnet mask
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
IPadres
Voor de Ethernet communicatie via TCP/IP wordt het IP adres ingesteld. Dit adres mag maar één keer voorkomen op het netwerk.
Subnet Mask
Door in het Subnet mask nummer 0 te kiezen, kunnen alle nummers van 0 tot 255 in het bijbehorende bereik in het IP adres met ekaar communiceren
Siemens Training Uitgave 11
pagina 9
S7SYS1B Profinet IO
Eigenschappen van de CPU – New Subnet Industrial Ethernet
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
New subnet
Siemens Training Uitgave 11
Omdat in het project nog geen Industrial Ethernet Netwerk bestaat, moet dit alsnog aangemaakt worden.
pagina 10
S7SYS1B Profinet IO
Opslaan en laden van de eigenschappen in de CPU
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Stationsconfiguratie Na het laden van de eigenschappen via Profibus-DP, kan de CPU communiceren via Profibus-DP en via Ethernet TCP/IP.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 11
S7SYS1B Profinet IO
PG/PC Interface omzetten van Profibus naar Ethernet TCP/IP
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Ethernet TCP/IP
Siemens Training Uitgave 11
Om straks de ET200S en de CPU via Ethernet te kunnen benaderen moet nu de Interface van de PG/PC gewijzigd worden in TCP/IP.
pagina 12
S7SYS1B Profinet IO
PROFINET IO systeem invoegen
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
PROFINET IO-System Om Profinet IO aan te kunnen sluiten moet er eerst een Profinet IO System ingevoegd worden aan de CPU.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 13
S7SYS1B Profinet IO
ET 200 module toevoegen in stationsconfiguratie
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Hardware Catalog
Siemens Training Uitgave 11
De Hardware Catalog moet geopend worden ten behoeve van het selecteren van een of meerdere Profinet componenten. Als eerste wordt de gewenste interface module IM naar het Profinet gesleept.
pagina 14
S7SYS1B Profinet IO
Input-/Outputmodules invoegen en adressen bepalen
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Modules
Nadat de gewenste IM aan het Profinet is aangesloten, kunnen de benodigde Power Module en de diverse Signaal Modules geselecteerd en naar de Interface Module gesleept worden.
Pack Adresses
Per Signaal Module wordt er een byte gereserveerd, zelfs als de kaart maar 2 Bits of 4 Bits gebruikt. Met de knop Pack Adresses worden de geselecteerde kaarten per byte samengevoegd.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 15
S7SYS1B Profinet IO
Eigenschappen van de IM151-3PN
Dubbelklik
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Profinet IO Device
Ook de IM151-3PN moet voorzien worden van een profinet IO Device
name
name. Deze mag maar één keer voorkomen op het netwerk.
IPadres
Voor de Ethernet communicatie via TCP/IP wordt het IP adres ingesteld. Dit adres mag maar één keer voorkomen op het netwerk.
Subnet Mask
Het Subnet mask staat automatisch ingesteld op de zelfde instelling als de CPU.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 16
S7SYS1B Profinet IO
ET200S device name laden - stap 1
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Memory Card
De gegevens van de ET200S moeten geladen worden in de Micro Memory Card van de ET200S. Dit wordt via Ethernet – TCP/IP geladen. In eerste instantie wordt contact gezocht via het MAC adres.
Edit Ethernet Node
Het menu Edit Ethernet Node is beschikbaar in SIMATIC Manager en in de Hardware Configuration via het menu PLC
Siemens Training Uitgave 11
pagina 17
S7SYS1B Profinet IO
ET200S device name laden - stap 2
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
MAC address
Via de Browse knop worden alle aangesloten systemen gezocht en in een lijst gezet met MAC adressen en Device types. De systemen die al een IP adres en/of een Device name hebben tonen dit eveneens.
Flash
Na het selecteren van het MAC adres kan men via de toets Flash het geselecteerde systeem terugvinden door het knipperen van 1 of meerdere LED’s.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 18
S7SYS1B Profinet IO
ET200S device name laden - stap 3
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Assign IP Conf.
Na het invullen van het IP adres en het Subnet mask kan men via de toets Assign IP Configuration het IP adres in de ET200S laden.
Assign Name
Na het invullen van de Device name kan men via de toets Assign Name de Device name in de ET200 S laden.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 19
S7SYS1B Profinet IO
Definitieve configuratie opslaan, compileren en laden in de CPU
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
CPU Download
Siemens Training Uitgave 11
Nadat de definitieve configuratie opgeslagen is en gedownload is, zal de CPU controleren of hij alle Device Names kan vinden, waarna de ingangen en de uitgangen via het programma aan te spreken zijn.
pagina 20
S7SYS1B Profinet IO
Betekenis van Profinet-specifieke LED’s
LED „INTF“ en „EXTF“
LED „BUSF“
LED “SF" LED “BF" LED “ON" ET 200S CPU met DP en Profinet interface
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Ten behoeve van eerste-lijns-storingdiagnose hebben de modules een aantal Profinet of Profibus-specifieke LED’s. Op de CPU
Op de CPU met een DP of Ethernet interface van een S7-400 zijn er LED’s specifiek voor Profinet en Profibus, ze hebben de volgende betekenis:
LED “BUSxF”
Indien deze LED knippert dan reageert/reageren één of meerdere slaves of IO devices niet. Bij continu oplichtten van deze LED is er een fout op de Profibus of Profinet interface gedetecteerd, bijvoorbeeld kortsluiting. Andere LED’s voor foutmeldingen op een S7-400 CPU zijn:
LED “INTF”
Een programma of configuratiefout is gedetecteerd.
LED “EXTF”
Externe fout buiten de CPU is gedetecteerd.
Op de ET 200S
Op de ET 200S zitten een 3-tal Profinet-specifieke LED’s:
LED “SF”
De geconfigureerde module komt niet overeen met de actuele module. Of er is een fout geconstateerd in de interface module, dan wel in een van de I/O modules. Tevens is er een diagnose melding voorhanden.
LED “BF”
Deze LED knippert indien de module foutief of niet geparametreerd is. Bij continu oplichtten is de module niet op een switch aangesloten.
LED “ON”
Er is voedingsspanning op de module aanwezig.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 21
S7SYS1B Profinet IO
Oefening
Clock Memory bits naar ET200S-module
1
Bij de testopstelling is een ET200S-module aanwezig. Het IP adres, het Subnet Mask en de Device Naam staan met stickers op de installatie aangegeven. Ook van de CPU staan het IP adres, het Subnet Mask en de Device Naam staan met stickers op de CPU aangegeven.
2
Configureer het Profinet Device name, het IP adres en het Subnet mask van de CPU, gebruikmakend van de informatie op de stickers. Koppel daarna de CPU aan een nieuw Subnet van het type Industrial Ethernet en download de gewijzigde Hardware Configuratie.
3
Wijzig de PG/PC Interface in TCP/IP.
4
Voeg in de Hardware Configuratie een Profinet IO System toe aan de CPU. Open de Hardware Catalog en selecteer de benodigde ET200S-module. Koppel deze vervolgens aan het PROFINET-IO System, en selecteer en plaats alle (Power- en Signaal)Modules die in het rek zitten
5
De ET200-module is nu gekoppeld. Welke adressen zijn aan de modules toegekend? . . . . . . Voeg de kaarten met 4 bits samen zodat het volledige BYTE gebruikt wordt.
6
Stel de eigenschappen van de IM151-3PN in zoals die op de stickers staan aangegeven.
7
Laadt deze gegevens in de geheugenkaart van de ET200S
8
Voer Save and Compile en Download uit om de gewijzigde configuratie naar de PLC te brengen.
9
Breidt het programma in FC14 “ET200-module” zodanig uit, dat de bits 0, 2, 4 en 6 van het Clock Memory byte ook de uitgangsbits 0, 2, 4 en 6 op de ET200S-module aansturen. Een aantal LED’s gaan dan knipperen in het ET200S uitbreidingsrek.
9
Save, Download vervolgens FC14 en test de werking.
10
In Reference Data, ga naar Addresses without Symbol. Geef uitgangen van de ET200S m.b.v. Edit Symbols een symbolische naam (b.v. ‘ET200S_10Hz’).
Siemens Training Uitgave 11
pagina 22
S7SYS1B Profinet IO
Verwerking van getallen
M0.0
CMP ==I
IW0 IW2
Q 9.7
IN1 IN2
T4 S_ODT
I0.7 S5T#35s I0.5
Q8.5
S
Q
TV
BI
R
MW0 QW12
BCD
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Inhoud Data Typen
…………………………………………………………………………………………...…….
2
Formaten 16 bits ……………………………………………………………………………………….……
3
Formaten 32 bits ……………………………………………………………………………………….……
4
Laden en transfereren van data
5
…………………………………………………………………….…….
Oefening: Twee verschillende vultijden Vergelijkers
…………………………………………………………...…….
8
…………………………………………………………………………………………..……..
9
………………………………………………………………….………
10
Conversies INT -> DINT -> REAL ………………………………………………………………….……..
Conversies BCD <-> INT / DINT
11
Eenvoudige rekenfuncties …………………………………………………………………………...…….
12
Oefening: Productietellers …………………………………………………………………………..……..
13
Oefening: Maximale productie instellen met bandstop …………………………………………..……..
15
Tijdelijke variabelen
17
………………………………………………………………………………..………
Oefening: Gebruik TEMP-variabelen
…………………………………………………………….………
Geheugenbereiken voor opslag van data Databouwstenen
……………………………………………………….………
19 20
………………………………………………………………..…………………...…….
21
Elementaire datatypen in STEP 7 …………………………………………………………………...……
22
Een databouwsteen maken ………………………………………………………………………….…….
23
Werken met databouwstenen
24
……………………………………………………………………….…….
Opbouw van de databouwsteen
…………………………………………………………………...……..
25
Toegang tot databouwsteenvariabelen …………………………………………………………...………
26
Declaration View / Data View ……………………………………………………………………...………
27
Oefening: De databouwsteen voor productie …………………………………………………….………
28
Siemens Training Uitgave 11
pagina 1
S7SYS1B Verwerking van getallen
Data Typen
INT DINT
WORD
DWORD REAL
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Datatype
In het S7-programma verwerken de STEP 7 instructies, gegevensobjecten van een bepaalde grootte (1, 8, 16 of 32 bits). Alle te verwerken gegevens worden geïdentificeerd door een datatype. Dit datatype kenmerkt de eigenschappen van de data, zoals opbouw en grootte.
Belangrijke rol
Bij met name berekeningen, vergelijkingen en getallenconversies vervullen de volgende elementaire datatypen een belangrijke rol:
INT
16 bits decimaal getal tussen -32 768 en +32 767
DINT
32 bits decimaal getal tussen -2 147 483 648 en +2 147 483 647
WORD
16 bits hexadecimaal getal tussen 0000 en FFFF
DWORD
32 bits hexadecimaal getal tussen 0000 0000 en FFFF FFFF
REAL
32 bits floating point getal tussen -1.175495•10-38 en 3.402823•1038
Siemens Training Uitgave 11
pagina 2
S7SYS1B Verwerking van getallen
Formaten 16 bits PG
CPU VT (+)
BCD
W#16#296
Positieve getallen
9
6
0 0 0 0 0 0 1 0 1 0 0 1 0 1 1 0 15
INTEGER
2
14
13
12
11 10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
0
0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 1 0 1 0 0 0 +296
VT (-)
28
25
= 256 +
= = 32 + 8 = 296
4
23
1
3
W#16#F413
BCD
1 1 1 1 0 1 0 0 0 0 0 1 0 0 1 1 Negatieve getallen
15
14
13
12
11 10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
0
1 1 1 1 1 1 1 0 0 1 1 0 0 0 1 1 INTEGER
28 27
-413
= = 256+ 128 +
24 23 22 = = = 16+8+ 4 = 412
- (412 + 1) = - 413
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
BCD
Iedere cijfer van een decimaal getal wordt door vier bits gecodeerd. Er zijn vier bits nodig omdat het hoogste decimale cijfer, 9, vier bitposities gebruikt in binaire code (1001). De decimale cijfers van 0 tot 9 worden in BCD hetzelfde gepresenteerd als de binaire cijfers van 0 tot 9. BCD wordt onder andere gebruikt bij tel- en tijdfuncties, duimwielschakelaars en 7segmenten-displays.
INTEGER
Een 16 bits integer heeft als datatype INT. Het voortekenbit (bit 15 = VT) geeft aan of het om een positief (“0”) of negatief (“1”) getal gaat. Het binaire formaat van een negatief getal wordt gepresenteerd in het zogenaamde 2-complement. De integer wordt onder andere gebruikt bij eenvoudige berekeningen, bij vergelijkingen en bij analoge signaalverwerking.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 3
S7SYS1B Verwerking van getallen
Formaten 32 bits VT (+)
BCD DW#16#296
0
0
0
0
2
9
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 0 0 1 0 1 1 0 31
DINT
30
29
28
27 26
25
24
23
22
21
20 19
18
17
16 15
14
13
12
11 10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 1 0 1 0 0 0
L#296
Integer (32 Bit) =
28
25
23
= 256 +
= = 32 + 8 = 296
Algemeen formaat van REAL = (-1VT) â&#x20AC;˘ (1+f) â&#x20AC;˘ (2e-127)
REAL +0.75 of +7.5 E-1
6
VT van Real 31
30
f = Mantisse (23 Bit)
e = Exponent (8 Bit) 29
28
27 26
25
24
23
22
21
20 19
18
17
16 15
14
13
12
11 10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
0
0 0 1 1 1 1 1 1 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 27 26 25 24 23 22 21 20 2-1 2-2 2-3 2-4 .....
2-23
Real getal = +1,5 * 2 126-127 = 0,75
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
DINT
Een 32 bits integer, ook wel double integer of long integer genoemd, heeft als datatype DINT. Bit 31 is hier het voortekenbit. De opbouw is verder vergelijkbaar met die van de integer. De notatie en het bereik is als volgt: L# -2147483648 to L#+2147483647. Het toepassingsgebied van de 32 bits integer is grotendeels vergelijkbaar met dat van de integer, met dien verstande dat het bereik groter is.
REAL
De presentatie van een floating point getal is overeenkomstig de IEEE standaard. Enkele voorbeelden zijn: +10.339 of +1.0339E1 -234567 of -2.34567E5 In de exponent-notatie is de exponent gespecificeerd als een macht van 10. Floating point getallen worden veelal voor de complexere berekeningen gebruikt.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 4
S7SYS1B Verwerking van getallen
Laden en transfereren van data (1) LAD
FBD
MOVE
5
MOVE
EN
ENO
IN
OUT
Voorbeelden van laden
STL
EN
MW8
5
OUT
IN
MW8
L
+5
T
MW8
ENO
L +5
//
16-bit constante (Integer)
L L#523123
//
32-bit constante (Double Integer)
L B#16#EF
//
byte in hex. formaat
L 2#0010 0110 1110 0011
//
16-bit binaire waarde
L 3.14
//
32-bit constante (Real)
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
MOVE (LAD/FBD)
Bij de MOVE-instructie wordt de waarde aangeboden op ingang “IN” gekopieerd naar de operand op uitgang “OUT”. De MOVE-instructie werkt zowel met 8-bits waarden als 16 bits waarden als 32 bits waarden.
EN, ENO
De MOVE-instructie, en ook vele andere instructies, hebben in LAD en FBD een extra in- en uitgangen (EN, ENO). EN staat voor Enable, dit betekent vrijgave. Indien een bitadres of logische schakeling op de EN wordt aangesloten en het resultaat daarvan is 1, dan wordt de instructie uitgevoerd. Indien niets op de EN wordt aangesloten, wordt de instructie óók uitgevoerd. ENO staat voor Enable Output, dit betekent vrijgave-uitgang. De uitgang “ENO” heeft altijd dezelfde status als de ingang “EN”. Indien dit niet het geval is dan wordt dit bij de betreffende functie vermeld (HELP).
L en T (STL)
Laad- en Transfer-instructies worden onafhankelijk van het RLO uitgevoerd. Gegevens worden uitgewisseld via de accumulator. De Laad-instructie schrijft de waarde van de operand, rechtsgeoriënteerd, in accumulator 1. De eventuele overige bits worden met “0” gevuld. De Transfer-instructie kopieert een gedeelte of de gehele accu-inhoud naar de gespecificeerde operand.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 5
S7SYS1B Verwerking van getallen
Laden en transfereren van data (2) Inhoud van ACCU1
Programma
: : L W#16#CAFE
L W#16#AFFE : : :
Inhoud van ACCU2
X
X
X
X
X
X
X
X
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
0
0
0
0
C
A
F
E
X
X
X
X
X
X
X
X
0
0
0
0
A
F
F
E
0
0
0
0
C
A
F
E
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
ACCU1
ACCU1 is het centrale register in de CPU. Bij een Laad-instructie wordt de waarde geladen in ACCU1. Bij een Transfer-instructie wordt de waarde uit ACCU1 gekopieerd naar de operand. Bij rekenfuncties wordt het resultaat in ACCU1 opgeslagen.
ACCU2
Wanneer een Laad-instructie wordt uitgevoerd, wordt eerst de inhoud van ACCU1 naar ACCU2 gekopieerd. Vervolgens wordt ACCU1 gereset (gevuld met “0”) voordat de nieuwe waarde in ACCU1 wordt gezet. ACCU2 wordt ook gebruikt bij rekenfuncties en vergelijkers.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 6
S7SYS1B Verwerking van getallen
Laden en transfereren van data (3) Inhoud van ACCU1 Programma 31
L MB 0
23
L MW 0
23
15
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 31
L MD 0
7
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 31
Laad
15
23
MB0
MB0 7
MB0 15
MB1
0
0
MB1 7
MB2
0
MB3
T QD 4 QD 4
Transfer
T QW 4 QW 4
T QB 4 QB 4
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Algemeen
ACCU’s zijn registers in de CPU ten behoeve van gegevensuitwisseling tussen verschillende operanden en voor vergelijkingen en voor rekenkundige bewerkingen. De S7-300 heeft in het algemeen twee ACCU’s, de S7-400 heeft er vier. Alle ACCU’s zijn 32 bits groot.
Laad
De Laad-instructie laadt de inhoud van het gespecificeerde byte, woord of dubbelwoord in ACCU1.
Transfer
Bij de Transfer-instructie verandert de inhoud van ACCU1 niet. Daarom kan dezelfde informatie naar meerdere bestemmingen gekopieerd worden.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 7
S7SYS1B Verwerking van getallen
Oefening
Twee verschillende vultijden In FC12 (vultank) bevindt zich de vultimer voor de flessen bij de middelste sensor. Die tijd staat vast op 3s. We gaan nu een keuzemogelijkheid voor 2 tijden maken.
1
Maak de volgende aanvullingen en aanpassingen in de Symbol Table: Symbol Address Data type Comment M_Vultijd MW22 variabele vultijd M_VultijdDisplay MW24 vultijd voor display S107 I 0.6 BOOL 0=3s,1=5s H107 Q 4.6 BOOL vultijd 3s H108 Q 4.7 BOOL vultijd 5s
?!
2
Vervang de constante vultijd op de ingang TV van de vultimer door de variabele vultijd M_Vultijd.
3
Vul op de uitgang BCD van de vultimer het memory van de vultijd voor display, M_VultijdDisplay, in.
4
Voeg v贸贸r het netwerk met de vultimer 2 netwerken in voor het kiezen van 1 van de 2 vultijden. Het eerste ziet er als volgt uit. Bepaal zelf het tweede, waarbij de vultijd 5s moet zijn.
5
Maak n谩 het netwerk met de vultimer een nieuw netwerk. Daarin wordt de vultijd voor display (M_VultijdDisplay) naar de 7 segments display (H120) geschreven, zolang een product zich voor de sensor B2 bevindt:
?
6
Siemens Training Uitgave 11
Save, Download en test de werking.
pagina 8
S7SYS1B Verwerking van getallen
Vergelijkers LAD
CMP ==I
FBD
CMP ==I
Q 9.7
IN1
IW0 IW0 IW2
IN1 IN2
STL
Q9.7 IN2
IW2
L IW0 L IW2 ==I = Q9.7
=
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
CMP
Met de vergelijkers kunnen de volgende numerieke waarden vergeleken worden: I
-> vergelijkt de inhoud van ACCU1 en ACCU2 op basis van 16 bits integers;
D -> vergelijkt de inhoud van ACCU1 en ACCU2 op basis van 32 bits integers; R -> vergelijkt de inhoud van ACCU1 en ACCU2 op basis van 32 bits realgetallen. Indien het resultaat van de vergelijking waar is, dan wordt het RLO “1”, anders “0”. De waarden op de ingangen “IN1” en “IN2” worden overeenkomstig de gespecificeerde conditie met elkaar vergeleken:
Siemens Training Uitgave 11
==
“IN1” is gelijk aan “IN2”;
<>
“IN1” is niet gelijk aan “IN2”;
>
“IN1” is groter dan “IN2”;
<
“IN1” is kleiner dan “IN2”;
>=
“IN1” is groter of gelijk aan “IN2”;
<=
“IN1” is kleiner of gelijk aan “IN2”;
pagina 9
S7SYS1B Verwerking van getallen
Conversies BCD <-> INT / DINT Getal ingevoerd in BCD
0 81 5
Conversie BCD->Integer
Taak Getal gepresenteerd in BCD
0 2 4 8
Conversie BCD<-Integer
LAD
FBD
BCD_I
IW4
MW10
EN
ENO
IN
OUT
EN
I_BCD ENO
IN
OUT
S7-programma met integerberekeningen
STL
MW20
L IW4 BTI T MW20
QW12
L MW10 ITB T QW12
BCD_I
MW20
IW4
EN
OUT
IN
ENO
I_BCD
QW12
MW10
EN
OUT
IN
ENO
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Voorbeeld
In bovenstaand voorbeeld moet het S7-programma een rekenkundige bewerking uitvoeren. Een van de waarden is afkomstig van duimwielschakelaars. Het resultaat van de rekenkundige bewerking moet op het 7-segmenten-display weergegeven worden. Omdat rekenfuncties niet met BCD-formaten uitgevoerd kunnen worden, moet er een conversie plaatsvinden.
EN, ENO
Indien “EN” = “1”, dan wordt de conversie uitgevoerd. Gaat dit foutloos dan wordt de “ENO” = “1”, anders, bij een aantal conversies zoals ITB en DTB, “0”.
IN
De hier aangeboden waarde wordt geconverteerd.
OUT
Het resultaat van de conversie is hier beschikbaar.
BCD_I / BTI
Conversie van 3-cijferig BCD-getal (+/-999) naar 16 bits integer.
I_BCD / ITB
Conversie van 16 bits integer naar 3-cijferig BCD-getal (+/-999). Indien overflow optreedt dan “ENO” = “0”.
BCD_DI / BTD
Conversie van 7-cijferig BCD-getal (+/-9 999 999) naar 32 bits integer.
DI_BCD / DTB
Conversie van 32 bits integer naar 7-cijferig BCD-getal (+/- 9 999 999). Indien overflow optreedt dan “ENO” = “0”.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 10
S7SYS1B Verwerking van getallen
Conversies INT -> DINT -> REAL Data in integer formaat (16 bits) Conversie van integer naar double integer
Taak
F B D
S7-programma met real bewerkingen
Conversie van double integer naar real
STL
I_DI EN MW12
IN
MD14
OUT
DI_R
ENO
LAD
MD14
EN MW12
IN
I_DI ENO OUT
EN
OUT
IN
ENO
EN MD14
MD14
MD26
L MW12 ITD DTR T MD26
DI_R ENO
IN
OUT
SIMATIC S7
MD26
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Voorbeeld
In een S7-programma waar gewerkt wordt met integers moet een deling uitgevoerd wordt. Daarbij kan een resultaat kleiner dan 1 uit voortkomen. Omdat deze waarden alleen als floating point getal gepresenteerd kunnen worden moet er eerst een conversie plaatsvinden. Daarvoor moet er echter eerst een conversie van integer naar dubbel-integer plaatsvinden.
I_DI / ITD
Conversie van integer naar dubbel-integer.
DI_R / DTR
Conversie van dubbel-integer naar floating point.
Opmerking
Andere conversies, zoals: -> INV_I / INVI -> NEG_I / NEGI -> TRUNC / TRUNC -> ROUND / RND -> CEIL / RND+ -> FLOOR / RND-> INV_DI / INVD -> NEG_DI / NEGD -> NEG_R / NEGR -> CAW, CAD worden in de cursus S7-PROG1 behandeld.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 11
S7SYS1B Verwerking van getallen
Eenvoudige rekenfuncties LAD
Addition
MW4 MW10
Subtraction
MW5 MW11
Multiplication
MD6 MD12
Division
MD40 MD4
ADD_I EN ENO IN1 IN2 OUT SUB_I EN ENO IN1 IN2 OUT MUL_R EN ENO IN1 IN2 DIV_R EN ENO IN1 IN2 OUT
FBD
MW4 MW6
MW10
MW5 MW7
MW11
MD6 MD66
MD12
MD40 MD32
MD4
ADD_I OUT EN IN1 IN2 ENO
SUB_I OUT EN IN1 IN2 ENO MUL_R OUT EN IN1 IN2 ENO DIV_R OUT EN IN1 IN2 ENO
STL
MW6
MW7
MD66
MD32
L L +I T L L -I T
L L *R T L L /R T
SIMATIC S7
MW4 MW10 MW6 MW5 MW11 MW7
MD6 MD12 MD66 MD40 MD4 MD32
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
EN, ENO
Indien ingang “EN” = “1”, dan wordt de rekenfunctie uitgevoerd. Als het resultaat van de berekening buiten het bereik van het betreffende datatype komt, dan worden de overflow bits “OV” (=Overflow) en “OS” (=Overflow Stored) geset. De uitgang “ENO” wordt dan “0”.
IN1, IN2
Via deze ingangen worden de waarden aangeboden waarmee gerekend wordt.
OUT
Het resultaat van de rekenkundige bewerking komt beschikbaar via uitgang “OUT”.
Instructies
Addition (som):
ADD_I ADD_DI ADD_R
Subtraction (verschil):
SUB_I SUB_DI SUB_R
Multiplication (produkt):
MUL_I MUL_DI MUL_R
Division (quotient):
DIV_I DIV_DI DIV_R
Opmerking
Siemens Training Uitgave 11
De complexe rekenfuncties komen in de cursus S7-PROG1 aan bod.
pagina 12
S7SYS1B Verwerking van getallen
Oefening
Productietellers (1/2) In FC11 (productie) bevinden zich twee op S5 georiĂŤnteerde counters. Deze worden vervangen door een zelfgebouwde tellerfunctie. De nieuwe tellerfunctie moet gereset kunnen worden en de tellerstand moet op het display getoond kunnen worden. Verder wordt een rekenfunctie gebruikt om de uitgevallen (gebroken, beschadigde) flessen te bepalen.
1
Maak de volgende aanvullingen en aanpassingen in de Symbol Table: Symbol Address Data type Comment M_Leeg MW200 aantal lege flessen M_Vol MW202 aantal volle flessen M_Uitval MW204 aantal uitgevallen flessen M_FlankLeeg M210.0 BOOL flankgeheugen t.b.v. lege flessen M_FlankVol M210.1 BOOL flankgeheugen t.b.v. volle flessen S1 I 8.1 BOOL toon aantal lege flessen S2 I 8.2 BOOL toon aantal uitgevallen flessen S3 I 8.3 BOOL toon aantal volle flessen S4 I 8.4 BOOL Reset Telstanden en productiemaximum
?!
2
Principeschema tellers met resetfuctie en displaysturing: - Netwerk 1: tellerfunctie die telt in automatisch bedrijf m.b.v. B1 voor lege flessen. Bij de ADD_I wordt op IN1 en OUT het tellergeheugen gedefinieerd en op IN2 de ophoogfactor.
- Netwerk 2: wissen telstand m.b.v. S4.
?
- Netwerk 3: gebruik S1 voor het tonen van lege-flessen-stand op het display.
?
3
Siemens Training Uitgave 11
Herhaal bovenstaande om voor de volle flessen een zelfde tellerfunctie met reset en displaysturing te maken. Gebruik nu B3 voor volle-flessentelling, S4 voor wissen telstand vol en S3 voor tonen van volle-flessen-stand op display.
pagina 13
S7SYS1B Verwerking van getallen
Oefening
Productietellers (2/2)
4
Om het aantal uitgevallen flessen te bepalen maken we gebruik van de substract instructie. M.b.v. S2 kunnen we de uitgevallen flessen op het display laten tonen.
? 5
Siemens Training Uitgave 11
Save, Download en test de werking
pagina 14
S7SYS1B Verwerking van getallen
Oefening
Maximale productie instellen met bandstop (1/2) In FC11 (productie) gaan we m.b.v. de duimwielschakelaars een maximale productie instelmogelijkheid programmeren. Indien het ingestelde productiemaximum bereikt wordt en het product de lichtcel B4 gepasseerd is moet de band stoppen.
1
Maak de volgende aanvullingen en aanpassingen in de Symbol Table: Symbol Address Data type Comment S120 IW2 productiemaximum in BCD M_SetMax MW206 productiemaximum in INT M_BandStop M20.5 BOOL bandstop M_FlankBandStop M21.0 BOOL flankgeheugen detectie einde band H4 Q8.4 BOOL productiemaximum bereikt
?!
2
Programmeer in FC11 de productiemaximum instelmogelijkheid.
3
Programmeer in FC13 de signalering en reset voor “productiemaximum bereikt”. Indien M_Vol >= M_SetMax dan signaleer “productiemaximum bereikt”. Voor de resetfunctie geldt: Indien S4 bediend wordt, reset “productiemaximum bereikt” en het memory “bandstop”.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 15
S7SYS1B Verwerking van getallen
Oefening
Maximale productie instellen met bandstop (2/2)
4
Programmeer in FC10 de bandstop schakeling. Indien H4 = 1 ĂŠn B4 gepasseerd is, dan set M_BandStop. Indien M_BandStop = 1, dan de band stoppen.
5
Save, Download en test de werking.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 16
S7SYS1B Verwerking van getallen
Tijdelijke variabelen (1)
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Stelt u zich voorâ&#x20AC;Ś
Er moet een bewerking gedaan worden met 4 integer waarden: waarde_Y = (waarde_A + waarde_B) * (waarde_C + waarde_D) De twee optellingen worden uitgevoerd met de ADD_I functie. De twee resultaten daarvan moeten worden vermenigvuldigd. Hoe krijgen we de resultaten van de optellingen bij de vermenigvuldiging? Door tussentijdse opslag. Maar waar?
Siemens Training Uitgave 11
pagina 17
S7SYS1B Verwerking van getallen
Tijdelijke variabelen (2)
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Temp
Tijdelijke (Temp) variabelen worden gebruikt voor tussentijdse opslag van een waarde tijdens de bewerking van een bouwsteen.
Declaratietabel
De tijdelijke variabele wordt bij het programmeren van een bouwsteen in de declaratietabel (bovenaan in de bouwsteen) met een symbolische naam, type en eventueel commentaar, opgenomen. Het lokaal adres (in de local stack) ontstaat vanzelf.
Instructies
Bij de bewerking van de FC, na de oproep (CALL) vanuit een andere bouwsteen (OB, FC etc.) staan de de tijdelijke variabelen (tempâ&#x20AC;&#x2122;s) ter beschikking. In het programma wordt de variabele eerst gevuld (bijvoorbeeld uitgang van een instructie). Daarna is de waarde in die variabele beschikbaar (als ingang van een instructie).
Lokaal
Een tijdelijke variabele is een bouwsteen lokale variabele. Buiten de bewerking van de bouwsteen is deze variabele niet meer beschikbaar!
Symbolische naam
Bouwsteen lokale variabelen krijgen een symbolische naam. Deze variabelen onderscheiden zich van globale symbolische variabelen door middel van het # dat aan het lokale symbool vooraf gaat.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 18
S7SYS1B Verwerking van getallen
Oefening
Gebruik TEMP-variabelen In FC12 (Vultank) worden twee Memory’s (M_Vultijd = MW22, M_VultijdD = MW24) gebruikt. In plaats van deze memory’s kunnen we ook TEMP geheugen gebruiken.
1
Maak in de declaratietabel de volgende tijdelijke geheugens aan: Declaration Name Type Comment Vultijd Variabele vultijd temp VultijdDisplay Vultijd voor display temp
?!
2
Vervang nu in FC12 de twee Memory’s door TEMP variabelen. Wat zie je nu veranderen aan de symbolische naam?
3
Save, Download en test de werking.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 19
S7SYS1B Verwerking van getallen
Geheugenbereiken voor opslag van data
Memory
DBz
PIQ DBy
PII
. . .
DBx
Periferie
L stack
Databouwstenen
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Overzicht
Naast bouwstenen met instructies bevat het STEP 7 programma ook gegevens over proces- en signaalstatussen. Deze gegevens zijn opgeslagen in variabelen horende bij het programma en worden geïdentificeerd door: - opslaglokatie (Periferie, PII, PIQ, Memory, L stack, DB); - datatype (elementair, complex, parametertype). Wat betreft de toegankelijkheid, moet er onderscheid gemaakt worden tussen: - globale variabelen, gedefinieerd in de symbooltabel of in databouwstenen; - lokale variabelen, gedefinieerd in de declaratietabel van OB’s, FC’s en FB’s. Variabelen hebben een permanente opslaglokatie in PII, PIQ, Memory-bereik en in databouwstenen. In de L stack worden variabelen dynamisch gecreëerd tijdens de uitvoering van de bouwsteen.
Lokale Data Stack
De lokale data stack (L stack) is een bereik voor opslag van: - tijdelijke variabelen van een bouwsteen inclusief OB startinformatie; - actuele parameters bij parameteroverdracht aan FC’s; - tussenresultaten van logische bewerkingen in bouwstenen.
Databouwstenen
Databouwstenen worden door andere S7-bouwstenen gebruikt voor opslag van gegegevens. Belangrijke eigenschappen van DB’s zijn: - grote hoeveelheid opslagcapaciteit; - permanente opslag, elk data-element is uniek; - informatie blijft behouden bij overgang van STOP naar RUN en bij spanningsuitval.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 20
S7SYS1B Verwerking van getallen
Databouwstenen Voor alle bouwstenen OB1
Function FC10
Globale data DB20
Function FC20
Instance DB voor FB1 Function block FB1
Instance data DB5
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Algemeen
Databouwstenen nemen net als andere bouwstenen geheugenruimte in beslag. Ze bevatten gegevens die in het S7-programma verwerkt worden. Er zijn instructies waarmee data-elementen als bit, byte, woord of dubbelwoord bewerkt kunnen worden. Dit kan zowel met absolute- als symbolische adressen.
Gebruik van DB’s
Het gebruik van DB’s is bepaald door de inhoud. Er is onderscheid tussen: - globale databouwstenen: de inhoud hiervan is toegankelijk voor alle bouwstenen: - instance databouwstenen: deze zijn toegekend aan een specifieke FB. De inhoud wordt alleen gebruikt in de bijbehorende FB.
DB-registers
De CPU heeft twee DB-registers (DB-register 1 en DB-register 2) waarin de in gebruik zijnde DB’s worden gemarkeerd. Er kunnen dus twee databouwstenen gelijktijdig “geopend” (in gebruik) zijn. DB-register 2 wordt meestal gebruikt voor instance DB’s.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 21
S7SYS1B Verwerking van getallen
Elementaire datatypen in STEP 7
Sleutelwoord
Lengte (in bits)
Voorbeeld van dit type
BOOL BYTE WORD DWORD CHAR
1 8 16 32 8
1 of 0 B#16#A9 W#16#12AF DW#16#ADAC1EF5 'w'
S5TIME
16
S5T#5s_200ms
INT DINT REAL
16 32 32
123 65539 1.2 of 34.5E-12
TIME DATE TIME_OF_DAY
32 16 32
T#2D_1H_3M_45S_12MS D#1993-01-20 TOD#12:23:45.12
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Overzicht
Tijdens deze cursus beperken we ons tot het gebruik van de elementaire datatypen. Bovenstaande tabel geeft hiervan een overzicht.
Elementaire
Elementaire datatypen zijn overeenkomstig de IEC 1131-3 norm. Ze zijn nooit groter dan 32 bits en kunnen bewerkt worden met elementaire S7-instructies.
Complexe
Complexe datatypen kunnen alleen gebruikt worden in combinatie met globale databouwstenen. Ze kunnen niet middels Laad- en Transferinstructies in de ACCUâ&#x20AC;&#x2122;s verwerkt worden.
User-Defined
Een User-Defined datatype kan in databouwstenen en in de declaratietabel gebruikt worden. De structuur van een UDT wordt bepaald door een combinatie van elementaire- en complexe datatypen.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 22
S7SYS1B Verwerking van getallen
Een databouwsteen maken
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Invoegen DB
Siemens Training Uitgave 11
Een DB is vanuit de SIMATIC Manager via het mapje Blocks middels het snelmenu aan te maken. In het Properties venster kun je gelijk de symbolische naam meegeven. Tevens is er ook een keuzemogelijkheid voor shared DB (globale databouwsteen) of instance DB (wordt gekoppeld met FB).
pagina 23
S7SYS1B Verwerking van getallen
Werken met databouwstenen
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Invoeren
De individuele data-elementen moet u in een tabel invoeren. Deze tabel bestaat uit een aantal kolommen met de volgende betekenis: - Address: wordt bij opslaan automatisch ingevuld, het is het eerste adres dat door de variabele in de databouwsteen wordt bezet; - Name: symbolische naam van het element; - Type: datatype (selectie middels rechter muistoets); - Initial Value: hier kan een initiële waarde aan het data-element toegekend worden. Indien geen waarde wordt ingevuld dan wordt automatisch nul ingevuld; - Comment: ten behoeve van documentatie van het data-element.
Save/Download
De procedure Save en Download gaat op dezelfde wijze als bij andere bouwstenen.
Monitor
Ook de databouwsteen kunt u monitoren. Daarvoor moet echter wel de “Data View” geselecteerd worden.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 24
S7SYS1B Verwerking van getallen
Opbouw van de databouwsteen
8 Bits 7
0
Data Byte 0
DBB 0
Data Byte 1
DBW 0
Data Byte 2
DBD 0
Data Byte 3 DBX 4.1
DBD 8188 DBW 8190 DBB 8191
Data Byte 8191
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Algemeen
De adressering van data-elementen is net als bij het Memory-bereik bytegeoriĂŤnteerd. Met behulp van Laad- en Transfer-instructies kunnen databytes, datawoorden en datadubbelwoorden verwerkt worden. Daarbij wordt altijd het eerste byte-adres gespecificeerd (voorbeeld: L DBW 4-> Laadt 2 bytes vanaf adres 4).
Aantal, grootte
Het aantal databouwstenen is afhankelijk van het type CPU. De maximale grootte is 8KByte voor S7-300 en 64Kbyte voor de S7-400.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 25
S7SYS1B Verwerking van getallen
Toegang tot databouwsteenvariabelen
DB 19 (Symbolische naam: Motor) 1)
0 1 2 3 4 5 6
Setpoint
alarms
symbolisch
absoluut
A “Motor".Start
of
A DB19.DBX0.0
L “Motor".Setpoint
of
L DB19.DBW2
L “Motor".alarms
of
L DB19.DBB5
7 8 9
1) Data bit 0.0 met de naam "Start"
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Toegang tot DB
Bovenstaande figuur geeft mogelijkheden voor toegang tot de DB weer.
Symbolische toegang Symbolische toegang is alleen mogelijk als: - de databouwsteen een symbolische naam heeft; - de gecombineerde toegang symbolisch gebruikt wordt. Voorbeeld: L “Motor”.Setpoint. Openen van DB
De instructie L “Motor”.Setpoint.opent een globale databouwsteen en laadt de waarde van Setpoint in de accu. Het openen van de databouwsteen wordt gemarkeerd in DB-register 1. Indien een ander adres uit een DB benaderd wordt, dan sluit automatisch de voorgaande, ook als dit dezelfde DB is. In iedere instructie met gecombineerde toegang is dus tijd nodig om de databouwsteen te openen en de waarde te lezen of te schrijven. Het kan echter ook op de traditionele (S5) manier:
Openen van DB
De instructie “OPN DB ..” opent een globale databouwsteen. Als er een symbolische naam is gedefinieerd voor de DB (bijvoorbeeld “Motor”), dan kan de databouwsteen ook geopend worden met de instructie OPN “Motor”. Zolang er in dezelfde databouwsteen gewerkt wordt hoeft er niet opnieuw geopend te worden. Voorbeeld: OPN “Motor” A DBX0.0 L DBW2 L DBB5 Indien een andere DB geopend wordt, dan sluit automatisch de voorgaande DB.
Nadeel
Slecht leesbaar programma, onvolledige informatie in de Reference Data;
Voordeel
Snelle bewerking omdat er maar 1x per DB geopend hoeft te worden.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 26
S7SYS1B Verwerking van getallen
Declaration View / Data View
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Twee manieren
Een databouwsteen kan op twee manieren weergegegevn worden, namelijk de “Declaration View” en de “Data View”.
Declaration View
De “Declaration View” gebruikt u bij het maken van de DB. Alle kolommen in de tabel, voor zover relevant, zijn dan editeerbaar.
Data View
De “Data View” kiest u als u de actuele waarden van de individuele data-elementen wilt zien. In deze View hebt u ook de mogelijkheid om de databouwsteen te monitoren. De opbouw van de databouwsteen kan in de “Data View” niet gewijzigd worden.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 27
S7SYS1B Verwerking van getallen
Oefening
De databouwsteen voor productie In FC11 (Productie) maken we gebruik van memories om onze productiedata vast te leggen (M_Vol, M_Leeg, M_Uitval en ook M_FlankLeeg en M_FlankVol). Een databouwsteen is uitermate geschikt om productiedata vast te leggen, vanaf nu gaan we deze dan ook toepassen.
1
Maak een databouwsteen DB1 aan. Je kunt bij de Properties - Data Block de symbolische naam Data invullen en het symbolisch commentaar voor productiegegevens. Vergeet ook niet bij General - Part 2 de gegevens in te vullen.
2
Haal uit de DB1 allereerst de temporary placeholder variable en programmeer vervolgens de volgende adressen in de databouwsteen: Name Type Initial Value Comment leeg 0 aantal lege flessen vol 0 aantal volle flessen uitval 0 aantal uitgevallen flessen setmax 0 productiemaximum flankleeg BOOL FALSE flankgeheugen t.b.v. lege flessen flankvol BOOL FALSE flankgeheugen t.b.v. volle flessen
?!
3
Save en Download .
4
Nu gaan we de memoryâ&#x20AC;&#x2122;s M_Leeg, M_Vol, M_Uitval, M_SetMax, M_FlankLeeg en M_FlankVol in FC11 vervangen door de databouwsteenadressen. We kunnen de adressen absoluut of symbolisch ingeven. Vervang nu de volgende adressen: M_Leeg door Data.leeg M_Vol door Data.vol (ook in FC13!) M_Uitval door Data.uitval M_SetMax door Data.setmax (ook in FC13!) M_FlankLeeg door Data.flankleeg M_FlankVol door Data.flankvol
5
Save en Download. Zorg nu dat je in de bouwsteeneditor FC11 en DB1 actief hebt. Gebruik uit het menu Window van de Arrange functie Horizontally. Je kunt nu zowel FC11, als DB1 (in Data View) tegelijkertijd monitoren en testen.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 28
S7SYS1B Verwerking van getallen
Systeembeheer
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Inhoud Compare Blocks ……………………....……………………………………………………………………. Rewiring …………………………………………………………………………………………………….. Oefening: Rewiring …………………………………………………………………………………………. De Monitor/Modify Variables tool …………………………………………………………………………. Adressen invoeren ………………………………………………………………………………………….. Eénmalig actualiseren ……………………………………………………………………………………... Actualiseren volgens een trigger ………………………………………………………………………….. Opslaan van een tabel ……………..………………………………………………………………………. Een opgeslagen tabel openen ……..……………………………………………………………………... De verbinding opbouwen …………..……………………………………………………………………….. Modify vanuit de editor ……………...……………………………………………………………………... “Control at Contact” voor input- en memorybits ………………………………………………………… Oefening: Variabelentabel - Monitor/Modify met triggers ...……………………………………………. Het gebruik van diverse Memory Cards ………………...………………………..……………………….. Module Information: General …………..…………………………………………………………………. Diagnostic Buffer ………………………………………………………………………………………….. Memory …………………………………..………………………………………………………………… Scan Cycle Time ………………………..…………………………………………………………………. Time System …………………………...…………………………………………………………………. Performance Data + Functional Capability ……………………………………………………………... Communication ……………………….……………………………………………………………………. Stacks ……………………………………………………………………………………………………….. Oefening: Module Information - Bekijk de mogelijkheden van de CPU ………………………………. CPU met Webserver ……………………………………………………………………………………….. Oefening: Webserver (optioneel, afhankelijk van beschikbare CPU) ………………………………….
Siemens Training Uitgave 11
pagina 1
2 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 18 19 20 21 22 23 24 25 26 28 29
S7SYS1B Systeembeheer
Compare Blocks (1)
Verschillen?? Programma Online
Programma Offline
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Introductie
Je kunt de Compare Blocks functie gebruiken om verschillen te achterhalen tussen het programma, zoals het op de harde schijf is opgeslagen en zoals het in de CPU aanwezig is (ONLINE/Offline). Ook is het mogelijk om verschillen te achterhalen tussen twee programmaâ&#x20AC;&#x2122;s op de hard disk van de PG/PC (Path 1/Path 2).
Time-stamp
Een Compare Blocks kan uitgevoerd worden voor het gehele mapje blocks of voor een selectie van afzonderlijke bouwstenen uit het mapje blocks. Het verschil in stationsconfiguratie kan ook gecontroleerd worden door de System Data (SDB) met elkaar te laten vergelijken. Door het vergelijken van datum/tijdcodes (time-stamps) die in de bouwsteen worden weggeschreven kunnen verschillen worden gedetecteerd. Zo wordt er een time-stamp in de bouwsteen opgeslagen voor de programmacode en voor de programma-interface (o.a. relevant voor het declaratie-gebied).
LAD/STL/FBD
Siemens Training Uitgave 11
Vanuit de bouwsteen editor kan de geopende bouwsteen ook direct vergeleken worden via Options â&#x20AC;&#x201C; Compare On-/Offline Partners.
pagina 2
S7SYS1B Systeembeheer
Compare Blocks (2)
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Mogelijkheden
Na de Compare Blocks uitvoering krijgt men een window Compare Blocks Results. Bij geen verschillen geeft het window dit aan met een melding. Bij verschillen krijgt men een melding dat er verschillen zijn voor Path 1 en Path 2 (zie dia). Men ziet op bouwsteennummer volgorde voor welke bouwstenen verschillen zijn gedetecteerd en wat het time-stamp verschil voor de programmacode is. Verder kan de tekst in een regel rood gemarkeerd zijn. Dit betekent dat er niet aleen een verschil is in time-stamp, maar ook in programmacode (instructies).
Details
Indien men de Details toets gebruikt, ziet men een venster met de bouwsteeneigenschappen.
Go To...
Met de Go To… toets kunnen de verschillen vanuit de bouwsteeneditor getoond worden. Met de Next… toets kan men het volgende verschil opvragen
Opmerking
Programma wijzigingen kunnen alleen in het Offline window uitgevoerd worden. Het Online window is Read Only (Rd, zie dia).
Iconen
De volgende iconen kunnen weergegeven worden: rood vlak - inhoud is verschillend; wit vlak - tijdstempel is verschillend, de inhoud is niet vergeleken; rood kruis – bouwsteen is alleen beschikbaar in pad X; groen vlak – inhoud bouwsteen identiek, tijdstempel verschillend.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 3
S7SYS1B Systeembeheer
Rewiring
M0.0
M100.0 . .
M1.7
M101.7
MB0
MB100
MB1
MB101
Na het rewiren
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Introductie
Indien je in het (Offline) programma een operand wilt vervangen door een andere operand (b.v. Q8.5 moet Q8.6 worden), dan kun je gebruik maken van de Rewiring functie. Je kunt voor heel je programma een rewire opdracht geven, door het mapje blocks te selecteren. Het is ook mogelijk om een enkele bouwsteen te selecteren en daarvoor de rewire opdracht te laten uitvoeren.
Optie All accessesâ&#x20AC;Ś Indien je voor een byte, word of doubleword operand de optie All accesses within the specified addresses selecteert, wordt elk afzonderlijk adres in het bereik gerewired (zie dia). Na het rewiren
Na het rewiren heb je de mogelijkheid om een tekstbestand te laten genereren waarin de wijzigingen staan. Je hebt hierbij de mogelijkheid om dit af te drukken of op te slaan, zodat je dit bij de documentatie van je programma kunt stoppen (zie figuur).
Opmerking
Vergeet (eventueel) niet na het uitvoeren van deze functie de Symbol table aan te passen! Je verandert namelijk alleen het absolute adres en niet de symbolische naam die gekoppeld wordt aan een absoluut adres.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 4
S7SYS1B Systeembeheer
Oefening
Rewiring In FC10 is de sturing voor de band linksom en rechtsom geprogrammeerd. Nu wil men deze twee ingangen van de digitale ingangskaart omgewisseld hebben. Dit betekent tevens dat het programma aangepast moet worden. Verder blijkt dat MB255 voor de Clock Memory niet een goede keuze is, men wil MB250 gaan gebruiken. Verder moet er ook gecontroleerd worden op programmaverschillen Offline / Online.
1
Voer de Compare Blocks functie uit. Controleer ook op System Data Blocks (SDB). Als het goed is constateer je verschillen! Welke bouwsteen geeft in ieder geval verschillen en waarom?
2
Gebruik nu de Rewiring functie voor de volgende adresveranderingen: I0.4 --> I0.5 I0.5 --> I0.4 MB255 --> MB250 (gebruik optie All accesses within the specified adresses. Waarom trouwens deze optie gebruiken??)
3
Gebruik nu weer de Compare Blocks functie en ga na wat nu de Online / Offline verschillen zijn van het programma.
4
Je krijgt nu bericht dat de oorspronkelijk gebruikte adressen toch in orde zijn. Maak je programma weer terug in de oorspronkelijke staat.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 5
S7SYS1B Systeembeheer
De Monitor/Modify Variables tool
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Editor
Met de editor is het mogelijk statussen van variabelen en tussenresultaten van een programma te bekijken (Monitor). Bij deze wijze van monitoren beperkt het zich tot de variabelen die in dat programma voorkomen. Voor het bekijken van variabelen die (nog) niet in een programma voorkomen, of voor variabelen die in verschillende programmaâ&#x20AC;&#x2DC;s voorkomen, kan men voor het monitoren de tool Monitor/Modify Variables inzetten. Daarnaast kan men ook variabelen wijzigen.
PLC menu
Siemens Training Uitgave 11
Monitor/Modify Variables is toegankelijk via het PLC menu, van zowel SIMATIC Manager als van de editor.
pagina 6
S7SYS1B Systeembeheer
Adressen invoeren
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Adres
Ongeacht of en in welk programma een variabele wordt bewerkt, kan men het adres (absoluut of symbolisch) ervan invullen in de Address kolom van de tabel.
Monitor Format
Na invulling van een adres wordt een default Monitor Format ingevuld, welke via het snelmenu aangepast kan worden.
Range of Variables
Men kan ook een reeks variabelen invoegen. Het betreft opeenvolgende adressen van hetzelfde formaat.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 7
S7SYS1B Systeembeheer
Eénmalig actualiseren
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Update Monitor Values Met Update Monitor Values worden alle waarden van de adressen in de tabel éénmalig gelezen en in de kolom Status Value weergegeven. Activate modify values Met Active modify values worden de waarden die in de kolom Modify Value éénmalig naar de betreffende adressen in de PLC geschreven. Het hangt af van het programma in de PLC of de geschreven waarden in de adressen blijven staan of dat ze door programma-instructies worden overschreven.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 8
S7SYS1B Systeembeheer
Actualiseren volgens een trigger
Monitor (according to trigger) Modify (according to trigger)
PII Start of cycle
Cyclische programma uitvoer Transition to STOP
End of cycle
PIQ
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Set Trigger
Men kan Monitor en Modify ook cyclisch uitvoeren, synchroon met het cyclische programma. Daarbij speelt het moment van de synchronisatie een rol, bepaald door de Trigger.
Monitor Trigger Point Met Monitor Trigger Point bepaalt men op welk moment in de cyclische programmauitvoering de synchronisatie plaatsvindt. De instellingen betreffen de Monitor en Modify functie die gebruik maken van de Trigger. Monitor Trigger Frequency Indien men bij Monitor Trigger Frequency kiest voor Every cycle, wordt gebruik gemaakt van het Monitor Trigger Point. Indien gekozen wordt voor Once, dan vindt actualisering ĂŠĂŠnmalig plaats.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 9
S7SYS1B Systeembeheer
Opslaan van een tabel
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Na het openen van de tool Monitor/Modify Variables, verschijnt een lege tabel, welke zich alleen in het werkgeheugen van de PC bevindt. Na het invullen van adressen en instellen van Trigger Points kan men een tabel opslaan voor later gebruik. De naam van een Variable table bestaat uit ‘VAT’ direct gevolgd door een nummer van 0 tot 65536 (geen spatie ertussen). Je kunt ook gewoon een naam geven, bijvoorbeeld ‘Status_ingangen’. Om in een later stadium de tool Monitor/Modify Variables weer te gebruiken met de opgeslagen tabel, kan men de tabel openen.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 10
S7SYS1B Systeembeheer
Een opgeslagen tabel openen
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Een VAriable Table die geopend wordt heeft nog geen verbinding met de CPU. Dat zie je doordat in de titelbalk van de tabel ONLINE niet zichtbaar is. Men kan direct ONLINE gaan door de monitor toets te bedienen. De verbinding wordt dan automatisch opgebouwd met de bij de VAT behorende CPU.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 11
S7SYS1B Systeembeheer
De verbinding opbouwen
Accessible CPUs
Direct CPU
Station 1
Configured CPU
Station 2
Station 3
PG/PC
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
De verbinding bouwt men op via de optie Connect to van het PLC menu, of via knoppen in de werkbalk. Configured CPU
Er wordt een online verbinding gemaakt tussen de variabelentabel van een programma en de CPU die hoort bij het S7 Programma (volgens de gegevens van de stationsconfiguratie).
Direct CPU
De variabelentabel wordt online verbonden met de PLC, die direct met de PC of PG verbonden is.
Accessible CPU
De tabel kan gekoppeld worden aan elke PLC die in het project voorkomt.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 12
S7SYS1B Systeembeheer
Modify vanuit de editor
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Vanuit de editor, waar voor een bouwsteen het monitoren is ingeschakeld, kan men afzonderlijke variablen steeds ĂŠĂŠnmalig wijzigen. Bit
Bij adressen van een bit biedt het snelmenu meteen beide opties aan, voor een 0 en voor een 1.
Meer dan een bit
Bij adressen van meer dan een bit, zal een dialoogvenster gebruikt worden voor de invoer van de waarde.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 13
S7SYS1B Systeembeheer
“Control at Contact” voor input- en memorybits
View - Columns R, O, M, C, CC
Debug – Operation – Test Operation
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Modify
Tijdens het testen van een bouwsteen kunnen ingangsbits en memorybits op de waarde “1”gestuurd worden, zolang de linker muistoets ingedrukt wordt (of op de waarde “0” als ze geïnverteerd afgevraagd worden).
Symbollist
In de symbolenlijst moet men voor ieder ingangs- of memorybit, wat op deze manier getest moet worden, de Special Object Property Control at Contact instellen. Via een Multiple selection kan men dit voor een aantal bits tegelijkertijd instellen.
Options-Customize
In de LAD/STL/FBD editor moet men via de Options de Control at Contact mogelijkheid inschakelen.
Triggerinstelling
De triggerinstelling staat altijd op “Permanent / aan het begin van de cyclus”.
Test Operation
In de Hardware Configuration moet men bij de eigenschappen van de CPU bij de Protection instellingen de keuze Test Mode instellen.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 14
S7SYS1B Systeembeheer
Oefening
Variabelentabel - Monitor/Modify met triggers Voorheen is een variabelentabel aangemaakt om de I/O te testen, zonder programma in de CPU. Nu willen we ook met een programma in de CPU I/O testen.
1
Maak een variabelentabel aan. Voeg een variabelenbereik in vanaf I0.0, 8 bitjes. Maak een dusdanige triggerinstelling, zodat je m.b.v. de modify-functie de installatie kunt inschakelen in handbediening (S101 en S103). Probeer ook m.b.v. S105 en S106 in de variabelentabel de band linksom of rechtsom te sturen. Welke triggerinstelling voor de monitor-functie moet je maken om ook de actuele status voor de ingangen te zien?
2
Voeg nu in dezelfde variabelentabel een variabelenbereik in vanaf Q8.0, 8 bitjes. Maak nu een dusdanige triggerinstelling zodat je m.b.v. de modify-functie de bandmotor rechtsom (K1) en de claxon (H6) activeert.
3
Save de variabelentabel in de ‘Blocks-map’ van uw project.
4
Probeer nu via de variabelentabel de installatie in handbediening in te schakelen (S101, S103) en de band rechtsom te sturen (S105) en de claxon H6 te activeren. Je krijgt nu te maken met twee triggerinstellingen voor één variabelentabel. Dit is niet mogelijk. Wat kun je doen om bovenstaande I/O test toch uit te voeren? ………………..
5
Voeg in de symbolentabel voor alle ingangsbits de eigenschap CC toe. Wijzig de instelling van de LAD/STL/FBD editor in Control at Contact.
6
Probeer nu met de muis via de Control at Contact de installatie in handbediening in te schakelen (S101, S103) en de band rechtsom te sturen (S105) in FC8 en FC10.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 15
S7SYS1B Systeembeheer
Het gebruik van een Flash EPROM Memory Card (1)
Flash EPROM
Slepen of Copy/Paste
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Introductie
Indien een Flash EPROM kaart toegepast wordt in een CPU, is het mogelijk om zonder backup batterij te werken. Het programma wordt in de FEPROM weggeschreven, veilig tegen netspanningsuitval. Eventueel kun je nog in de stationsconfiguratie voor de CPU retentive memory definiĂŤren. Voor de S7-300 worden de retentive data-gebieden (timers, counters, bit memories, data gebieden (DB)) opgeslagen in een speciaal gebufferd geheugengebied van de CPU. Dit noemt men het non-volatile RAM.
Programma laden op de Memory Card Je kunt bouwstenen op de FEPROM kaart wegschrijven door de kaart in de PG te plaatsen en via de SIMATIC Manager drag en drop (slepen) te gebruiken voor het mapje blocks of voor een individuele bouwsteen. Voor individuele bouwstenen geldt dat ze niet gewist of overschreven kunnen worden. Voor sommige CPUs kun je ook direct een heel programma wegschrijven naar een in de CPU geplaatste FEPROM. Houdt er wel rekening mee dat de CPU hiervoor in STOP moet.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 16
S7SYS1B Systeembeheer
Het gebruik van een Flash EPROM Memory Card (2)
1
Load memory Flash EPROM
Na het plaatsen van de kaart: Memory Reset Request
3 Copy RAM 2 to ROM
2 3
1
Load memory Internal RAM Secties relevant voor programma uitvoering
Work memory RAM
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Plaatsen/Verwijderen Indien een FEPROM kaart geplaatst of verwijderd wordt, vraagt het systeemprogramma van de CPU om een Memory Reset. De STOP LED knippert langzaam, je hoeft alleen maar de sleutelschakelaar naar de MRES positie te draaien om het geheugen te laten wissen. Na het wissen worden vanaf de FEPROM kaart de secties van het programma, relevant voor programmauitvoer, gecopieerd naar het Work Memory. Netspanningsuitval
Indien je met een FEPROM werkt zonder backup batterij, worden tijdens het opstarten na een spanningsuitval de bouwstenen van de Memory Card naar het Work Memory gecopieerd. Bij een S7-300 worden de waarden van retentive gemaakte Timers, Counters en BitMemoryâ&#x20AC;&#x2122;s teruggeplaatst vanuit het non-volatile RAM. Datagebieden van DBâ&#x20AC;&#x2122;s, die als retentive gedefinieerd zijn (alleen bij S7-300 mogelijk), behouden de waarden die ze hadden voor de spanningsuitval. Niet retentive datagebieden krijgen de originale waarden, zoals ze op de Memory Card stonden weggeschreven.
Programmawijzigingen Indien je na programmawijzigingen download, download je deze in RAM. Na een spanningsuitval, wordt het RAM van een CPU zonder backup batterij gewist en ben je dus je programmawijzigen kwijt. Om dit te voorkomen, kun je de Copy RAM to ROM mogelijkheid gebruiken. Hierbij wordt de Memory Card niet gewist. Ook is het mogelijk om het gehele programma naar de FEPROM kaart te laten wegschrijven middels de Load in EPROM memory card in CPU mogelijkheid. Hierbij wordt de Memory Card wel eerst gewist. STOP
Siemens Training Uitgave 11
Houdt er verder rekening mee, dat voor bovenstaande acties de CPU in STOP geschakeld moet worden.
pagina 17
S7SYS1B Systeembeheer
Het gebruik van een Micro Memory Card
1
Load memory MMC 1 2
2
ZIP Secties relevant voor programma uitvoering
Work memory RAM
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
MMC
S7300 Compact CPU's vereisen een Micro Memory Card, omdat deze standaard geen laadgeheugen aan boord hebben. Door het plaatsen van een MMC plaats je dus (gebufferd) laadgeheugen. Plaatsen en verwijderen van het kaartje mag je in STOP doen, echter bij voorkeur spanningsloos! Er bestaat anders de kans op dataverlies.
Geen batterij
De S7300C's hebben geen backup batterij. Alle data (laadgeheugen ĂŠn actuele waarden DB's) wordt gebackupd via de MMC.
Project op MMC
Het is mogelijk om met de Save to Memory Card optie uit het menu je project te archiveren op de MMC. Zo kun je er voor zorgen dat altijd de laatste stand van het project (met alle documentatie) in de CPU (dus in de installatie) beschikbaar is.
Receptuur
Met behulp van SFC83 "READ_DBL" is het mogelijk om receptuurdata uit het laadgeheugen te lezen. Met SFC 84 "WRIT_DBL" is het mogelijk om receptuurdata in het laadgeheugen te schrijven. De S7300C's met MMC kunnen geprogrammeerd worden vanaf STEP7 V5.1 SP2. MMC's zijn beschikbaar met opslagcapaciteit van 64kB tot 8 MB.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 18
S7SYS1B Systeembeheer
Module Information: General
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Module Information
Via het PLC menu kan men Module Information opvragen. Wat men hier raadpleegt komt rechtstreeks uit de CPU.
Tabs
De informatie is verdeeld over verschillende themaâ&#x20AC;&#x2122;s, toegankelijk via overeenkomstige tabs. Eerder in dit hoofdstuk zijn al de tabs Diagnostic Buffer en Stacks aan de orde geweest. In dit gedeelte de overige.
General
Siemens Training Uitgave 11
Het algemene gedeelte geeft modulegegevens (versie, bestelnummer), de locatie van de module in het station en de modulestatus.
pagina 19
S7SYS1B Systeembeheer
Diagnostic Buffer
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Diagnostic Buffer
Het Diagnostic Buffer bevindt zich in de CPU. Opgetreden fouten en mogelijke gevolgen worden er opgeslagen voor diagnosedoeleinden.
Bovenin
De nieuwste gegevens staan bovenin. Om oorzaak en gevolg vast te stellen leest men dan in een groepje meldingen van beneden naar boven.
Voorbeeld
In bovenstaand voorbeeld is de oorspronkelijke fout (oorzaak): BCD conversion error Affected register: accumulator 1 OB number: 121 , enzovoort met als direct gevolg: STOP caused by programming error (OB not loaded or nâ&#x20AC;Ś
Fout OB
Deze OB121 is een zgn. fout OB. Deze OB is er om een passende reactie te kunnen programmeren. In vervolgcursussen wordt er meer over verteld. Ook al geeft het vensterdeel Details on Event: meer details, toch kan het zinvol zijn extra informatie op te vragen via Help. Daar worden vaak instructies gegevens voor het opheffen of voorkomen van de betreffende fout. Indien in de details een bouwsteen wordt genoemd is dat het programma waarin de fout opgetreden is. Klikken op de knop Open Block opent de bouwsteen in de programma-editor. Mocht er een nieuwe fout optreden terwijl het tabblad Diagnostic is geopend, kan het zijn dat die niet meteen zichtbaar is in het venster. Klik dan op de knop Update voor het opnieuw uitlezen van het buffer.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 20
S7SYS1B Systeembeheer
Memory
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Memory
Het Memory deel geeft gegevens van de voor de gebruiker relevante geheugens:
Load Memory
Het laadgeheugen bestaat uit RAM en eventueel EPROM. Bovenstaande CPU heeft alleen een RAM. Een EPROM-module is toe te voegen aan de CPU via een opening aan de voorzijde. Het laadgeheugen bevat de bouwstenen zoals ze vanuit de Blocks map geladen worden.
Work Memory
Een deel van de in het laadgeheugen bestaande bouwstenen wordt overgenomen in het werkgeheugen (wat voor de programma-uitvoer nodig is). â&#x20AC;&#x153;Gatenâ&#x20AC;? in het werkgeheugen kunnen worden verwijderd met de Compress knop. De gaten worden veroorzaakt door programmacorrectie, oude bouwstenen worden niet vervangen maar ongeldig verklaard. De gewijzigde bouwstenen worden toegevoegd aan het vrije eind van het geheugen. Zo wordt er steeds meer geheugenruimte ingenomen. Comprimeren is alleen nodig bij de S7-400. Bij de S7-300 wordt het werkgeheugen automatisch gecomprimeerd.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 21
S7SYS1B Systeembeheer
Scan Cycle Time
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Algemeen
De Scan Cycle Time is gedefinieerd als de tijd die de CPU nodig heeft voor: - het actualiseren van de Process Image Tables; - het uitvoeren van het gebruikersprogramma (OB1); - uitvoeren van de diagnosefuncties; - communiceren met het programmeersysteem.
Scan Cycle Time
Dit tabblad geeft informatie over de cyclische programmauitvoering: - de langste cyclustijd sinds de laatste overgang van STOP naar RUN; - de kortste cyclustijd sinds de laatste overgang van STOP naar RUN; - de huidige/laatste cyclustijd; - de geconfigureerde maximum tijd (voor bewaking), bij overschrijding wordt OB80 aangesproken; - de geconfigureerde minimum tijd (alleen voor S7-400).
Siemens Training Uitgave 11
pagina 22
S7SYS1B Systeembeheer
Time System
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Klok
Dit tabblad toont gegevens van de ge誰ntegreerde real-time klok in de CPU.
Correction Factor
Een correctiefactor (ms per 24 uur) wordt geconfigureerd in de stationsconfiguratie).
Clock Synchronization Er zijn verschillende manieren voor het synchroniseren van de klok: - binnenin een PLC-systeem, b.v. met multicomputing; - op het MPI-netwerk tussen master en slave; - met MFI (multi functional interface) voor punt-punt-verbindingen. Run Time Meter
Als bedrijfsurenteller van een apparaat (Via SFC2, SCF3 en SCF4) Het aantal bedrijfsurentellers is afhankelijk van het type CPU.
Set Time of Day
Er zijn twee manieren om de datum en tijd in te stellen: - via de optie Set Time of Day in het PLC menu; - het gebruik van SFC0.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 23
S7SYS1B Systeembeheer
Performance Data + Functional Capability
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Performance Data
Dit tabblad geeft informatie over: - de geheugenconfiguratie; - de adresbereiken; - wat er functioneel door het gebruikersprogramma geladen kan worden; - welke bouwstenen er door de CPU worden ondersteund.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 24
S7SYS1B Systeembeheer
Communication
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Communications
Siemens Training Uitgave 11
Dit tabblad geeft informatie over overdrachtssnelheid van interfaces, de beschikbare bronnen, en de maximale verlenging van de cyclustijd t.g.v. communicatietaken.
pagina 25
S7SYS1B Systeembeheer
Stacks
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Stacks
De Stacks geven alleen informatie in de STOP mode, b.v. onstaan door: - een programmafout (zonder OB121); - een STOP-instructie; - bereiken van een breakpoint.
B Stack
De Block Stack is een register waarin bouwsteenoproepen of bouwsteenonderbrekingen geregistreerd worden, alsmede de op dat moment aktieve DB.
I Stack
De Interrupt Stack is een register waarin alle registerwaarden (accu's, enz.) kunnen worden opgeslagen, voordat een bouwsteen onderbroken wordt.
L Stack
In de Local Data Stack kunnen de waarden van de tijdelijke variablen opgeslagen worden, voordat een bouwsteen onderbroken wordt.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 26
S7SYS1B Systeembeheer
Oefening
Module Information Bekijk de mogelijkheden van de CPU
1
Koppel de profibuskabel van de CPU (voorzichtig) los.
2
Gebruik Module Information - Diagnostic Buffer om te achterhalen wat de oorzaak en het gevolg van de storing is. Het gevolg van de storing is: Stop caused by …………………………………………… De oorzaak is: ………………………………..failure Je krijgt ook informatie over de OB die door het systeemprogramma getriggerd wordt. Welke OB is dit? ……………………..
3
Sluit de profibuskabel terug aan en zet de CPU terug in RUN.
4
Gebruik Module Information om te achterhalen hoe groot de cyclustijd is en hoeveel werk en laad-geheugen er in gebruik is. Bekijk ook de Performance Data. Bedenk dat deze gegevens ook in handboeken staan.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 27
S7SYS1B Systeembeheer
CPU met Webserver
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Webserver
Steeds vaker beschikken CPU‘s over een eigen Webserver. Met behulp van een WebBrowser kan men, in principe vanaf overal, de geïntegreerde webpagina‘s bekijken. Naast algemene systeeminformatie kan bijvoorbeeld ook het Diagnostic Buffer uitgelezen worden. Indien variabelentabellen in het project worden voorzien van het Family attribuut VATtoWEB, dan zijn ook deze zichtbaar via de WebBrowser. Als URL volstaat het IP-adres van de CPU.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 28
S7SYS1B Systeembeheer
Oefening
Webserver (optioneel, afhankelijk van beschikbare CPU)
1
Open de stationsconfiguratie en geef bij de CPU-properties de Webserver vrij. Selecteer engels en duits als te gebruiken talen voor teksten.
2
Voer Save and Compile en Download uit om de gewijzigde configuratie naar de CPU te brengen.
3
Start de WebBrowser en type het IP-adresvan uw CPU in. Bekijk de beschikbare webpaginaâ&#x20AC;&#x2122;s. Niet alle informatie is standaard beschikbaar, zo moeten er voor systeemmeldingen en variabelentabellen aanvullende instellingen gedaan
4
Ga naar de Properties van de eerder opgeslagen variabelentabel in uw project. Ga nar het tabblad General â&#x20AC;&#x201C; Part 2 en vul bij Family in VATtoWEB. (Als alternatief kan ook Web server aangevinkt worden.)
5
Open de stationsconfiguratie en voer Save and Compile en Download uit om de gewijzigde instellingen over te nemen en naar de CPU te brengen.
6
Test nu ook de variabelentabel via de WebBrowser.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 29
S7SYS1B Systeembeheer
lege pagina
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 30
S7SYS1B Systeembeheer
Parametreerbare bouwstenen
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Inhoud Vaker hetzelfde
…………………………………………………………………………………………….
2
Opbouw en oproep van een parametreerbare FC ..……………………………………………………….
3
Testen van parametreerbare FC
………………………………………………………………………….
4
Monitor with Call-Up Path …………………………………………………………………………………..
5
Oefening Parametreerbare flessenteller
6
Siemens Training Uitgave 11
………………………………………………………...……….
pagina 1
S7SYS1B Parametreerbare bouwstenen
Vaker hetzelfde
1 keer
2 keer
3 keer
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Stelt u zich voor…
Er moeten vaker identieke bewerkingen gedaan worden met steeds 3 verschillende integer waarden: MW16 = (MW10 + MW12) * MW14 MW26 = (MW20 + MW22) * MW24 MW36 = (MW30 + MW32) * MW34 Voor deze bewerkingen kunnen natuurlijk meerdere identieke netwerken en/of bouwstenen gemaakt worden echter steeds met andere integer waarden. Echter ten aanzien van efficiënt geheugengebruik en engineeringsinspanning is dit niet de fraaiste methode.
Subroutine
Mooier zou zijn om één subroutine te maken met daarin de bewerking en vervolgens deze subroutine vaker op te roepen. Bij veel programmeertalen is dit een hele gebruikelijke methode. Hoe gaat dit bij SIMATIC S7?
Siemens Training Uitgave 11
pagina 2
S7SYS1B Parametreerbare bouwstenen
Opbouw en oproep van een parametreerbare FC
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Parametreerbaar
Door een FC parametreerbaar te maken krijg je bij SIMATIC S7 als het ware een subroutine.
“interface”
Daarvoor moet in het declaratiedeel van de FC een “interface” gedefinieerd worden. Deze “interface” bestaat uit in- en uitgangsparameters met een symbolische naam, type en eventueel commentaar. Deze in- en uitgangsparameters gebruikt men in het vaker benodigde programmadeel. Als vervolgens de parametreerbare bouwsteen opgeroepen wordt vanuit een andere bouwsteen dan komen de in- en uitgangsparameters beschikbaar. Daar worden ze dan voorzien van de variabelen waarmee de bewerking moet worden uitgevoerd.
Oproep
Bij de oproep van de parametreerbare FC kent men de werkelijk benodigde variabelen toe aan de in- en uitgangsparameters van de FC. Roept men de parametreerbare FC vaker op dan komen de in- en uitgangsparameters steeds opnieuw beschikbaar en kunnen vervolgens voorzien worden van de dan benodigde variabelen.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 3
S7SYS1B Parametreerbare bouwstenen
Testen van parametreerbare FC
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
éénmalig
Het testen van een parametreerbare FC met de testfunctie Monitor is alleen zinvol indien de FC éénmalig opgeroepen wordt.
vaker
Wordt de parametreerbare FC echter vaker opgeroepen dan krijgen de in- en uitgangsparameters binnen één programmacyclus meerdere variabelen te verwerken. Het testen met Monitor is dan niet zinvol meer, namelijk het moment waarop de statusinformatie “gescand” wordt (1e oproep, 2e oproep of 3e oproep?) ligt dan niet eenduidig vast. Het monitoren van de bouwsteen waarin de parametreerbare bouwsteen wordt opgeroepen is daarentegen wel zinvol omdat je daar de aldaar geparametreerde waarden inclusief het daarbijhorende resultaat ziet.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 4
S7SYS1B Parametreerbare bouwstenen
Monitor with Call-Up Path
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Monitor with Call-Up Wordt een parametreerbare FC/FB vaker opgeroepen dan kun je door Path
middel van het contextmenu Monitor with Call-Up Path de bouwsteen in de meeste situaties toch monitoren.
Voorwaarde
Voorwaarde voor het gebruik van deze functionaliteit is dat de instelling Operation > Test Operation ingesteld is, en vanuit de oproepende bouwsteen geselecteerd en gedownload is.
FAQ 10786651 te volgen procedure - Selecteer de oproepende bouwsteen; - kies het menu Debug - Operation; - controleer de instelling Test Operation en sluit af met OK; - download de bouwsteen; - selecteer de bouwsteenoproep van de te testen bouwsteen; - roep met de rechtermuistoets het menu Called Block- Monitor with Call-Up Path op; - te gebruiken in CPUâ&#x20AC;&#x2122;s die geleverd zijn vanaf oktober 2000.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 5
S7SYS1B Parametreerbare bouwstenen
Oefening
Parametreerbare flessenteller (1/2) In FC11 gebruiken we voor het tellen van flessen een 2 maal een stuk programma, bestaande uit drie netwerken (tellen, wissen, display-sturing). We zouden deze drie netwerken ook in een parametreerbare functie kunnen programmeren en dan deze parametreerbare functie 2 maal aanroepen. In de volgende oefening wordt dit gedaan.
1
Maak een FC100 aan. Geef bij de Object Properties van FC100, bij de tab General - Part 1 de symbolische naam Flessenteller in. Als symbolisch commentaar mag je voor het tellen van flessen ingeven.Vergeet ook niet bij General - Part 2 de gegevens in te vullen.
2
Open FC100 en vul in de declaratietabel de volgende gegevens in: Declaration Name Type Comment sensor BOOL sensorsignaal in toon_aantal BOOL toon aantal flessen op display in wis_telstand BOOL wissen van het flessenaantal in display WORD flessenaantal op display out flankgeheugen BOOL flankmemorybit in_out tellergeheugen INT tellergeheugen voor flessenaantal in_out
3
Schrijf in FC100 het onderstaande programma. Vul zelf de gegevens uit de declaratietabel in:
?
? 4
Siemens Training Uitgave 11
Save en Download FC100. Hierna gaan we FC100 2 maal in FC11 oproepen en de parameters benoemen.
pagina 6
S7SYS1B Parametreerbare bouwstenen
Oefening
Parametreerbare flessenteller (2/2)
5
We openen nu FC11 en verwijderen de netwerken waarin de oude telfuncties zijn geprogrammeerd (netwerk 1 t/m 6). Vervolgens zorgen we dat we als eerste in de bouwsteen twee lege netwerken hebben, waarin we de aanroep naar FC100 kunnen programmeren. Onderstaand voorbeeld laat de eerste aanroep zien met bijbehorende ingevulde parameters voor het tellen van lege flessen:
6
Maak zelf de tweede aanroep van FC100 en geef de parameters in voor het tellen van volle flessen.
7
Save en Download FC11 en test de werking.
8
Bekijk m.b.v. Reference Data de nieuwe programmastructuur.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 7
S7SYS1B Parametreerbare bouwstenen
lege pagina
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 8
S7SYS1B Parametreerbare bouwstenen
Analoge in- en uitgangen
Hoog niveau
Niveautransmitter
Laag niveau
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Inhoud Analoge modulen
…………………………………………………………………………………...…….
2
Meetbereikmoduul
………………………………………………………………………………….……..
3
Adressen voor analoge modulen bij de S7-300 Een analoge ingangsmodule
…………………………………………………..…….
4
……………………………………………………………………….……..
5
Een analoge in- en uitgangsmodule
……………………………………………………………….……..
6
………………………………………………………………….…….
7
Representatie en verschillende meetbereiken ……………………………………………………..……
8
Representatie voor analoge uitgangen
……………………………………………………………..……
9
Scaling van analoge ingangswaarden ……………………………………………………………………
10
Unscaling van een real waarde voor een analoge uitgang
……………………………………...…….
11
Oefening: Niveaumeting vultank
…………………………………………………………………...……
12
Oefening: Alarmbewaking niveau
………………………………………………………………….…….
13
Representatie en nauwkeurigheid
Siemens Training Uitgave 11
pagina 1
S7SYS1B Analoge in- en uitgangen
Analoge modulen Proces Fysieke grootheid
Analoog ingangsmoduul
CPU
Standaard analoog signaal geheugen
MR moduul
Sensor • • • • • • •
ADC
Transmitter
druk temperatuur hoeveelheid snelheid pH waarde viscositeit enz.
± 500mV ± 1V ± 5V ± 10V ± 20mA 4...20mA enz.
PIW ... PIW ... ::: PIW ...
L PIW 352
Analoog uitgangsmoduul geheugen
DAC
Stelorgaan Fysieke grootheid
PQW ... PQW ... ::: PQW ...
T PQW 368
Standaard analoog signaal
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Principe
In een productieproces zijn er veelal verschillende fysieke grootheden (vaak geleidelijk van waarde veranderend) die in de PLC voor automatiserings-doeleinden bewerkt worden.
Sensor
Sensoren meten het gedrag van fysieke grootheden d.m.v. allerlei meetprincipes zoals uitzetting en inductie.
Transmitter
Transmitters zorgen voor omzetting naar standaard elektrische analoge signalen, zoals ± 500mV, ± 10V, ± 20mA, 4...20mA. Die signalen worden aangeboden aan analoge ingangsmodulen. Meestal vindt dan eerst nog een signaalaanpassing plaats (MR = measuring range).
ADC
Voordat de analoge waarden in de CPU bewerkt kunnen worden moeten ze worden omgezet naar een digitale vorm. Dat gebeurt in de analoge ingangsmoduul d.m.v. de ADC (Analog-to-Digital Converter) Deze analoog naar digitaal omzetting gaat in een bepaalde volgorde, voor steeds 1 kanaal tegelijk.
Geheugen
Het resultaat van de omzetting wordt opgeslagen in een geheugen en blijft daar tot het wordt overschreven door een nieuwe waarde. De waarden in dit geheugen worden uitgelezen met de laadinstructie L PIW … .
Analoge uitgang
Voor een analoge uitgang geldt een vergelijkbaar verhaal in omgekeerde richting. De transferinstructie T PQW … wordt gebruikt om de in de CPU berekende waarde over te dragen naar het geheugen in de analoge uitgangsmoduul, waar de DAC er weer een elektrisch analoog signaal van maakt.
Stelorgaan
Het stelorgaan zorgt aan de hand van het analoge signaal voor het sturen van procesgrootheden (b.v. regelklep).
Siemens Training Uitgave 11
pagina 2
S7SYS1B Analoge in- en uitgangen
Meetbereikmoduul
coding key
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Coding key
Afhankelijk van het type meting en het meetbereik, wordt een coding key in een bepaalde positie geplaatst. Deze zorgt voor in- en uitschakeling van bepaalde componenten in een ingangsnetwerk van een of meerdere kanalen. Sommige ingangsmodulen zonder coding key gebruiken verschillende aansluitpunten op de connector, waardoor de type meting bepaald wordt.
Measuring Range Module De meetbereikmoduul met de coding key bevinden zich aan de linkerzijde van de ingangsmoduul. De positie voor de coding key is A, B, C of D. Aan de zijkant van de module staat uitleg, die overigens ook gegeven wordt bij de eigenschappen van de module in de stationsconfiguratie. Channel Groups
Siemens Training Uitgave 11
Op sommige modulen worden meerdere kanalen samengevoegd tot een channel group. In zoâ&#x20AC;&#x2122;n geval geldt een instelling van een coding key voor alle kanalen van de channel group.
pagina 3
S7SYS1B Analoge in- en uitgangen
Adressen voor analoge modulen bij de S7-300
Power Supply
Rack 3
IM (Receive)
Power Supply
Rack 2
Rack 1
R 0
Power Supply
Power Supply
IM (Receive)
IM (Receive)
IM CPU
Slot
(Send)
2
3
640 t/m 654
656 t/m 670
672 t/m 686
688 t/m 702
704 t/m 718
720 t/m 734
736 t/m 750
752 t/m 766
512 t/m 526
528 t/m 542
544 t/m 558
560 t/m 574
576 t/m 590
592 t/m 606
608 t/m 622
624 t/m 638
384 t/m 398
400 t/m 414
416 t/m 430
432 t/m 446
448 t/m 462
464 t/m 478
480 t/m 494
496 t/m 510
256 t/m 270
272 t/m 286
288 t/m 302
304 t/m 318
320 t/m 334
336 t/m 350
352 t/m 366
368 t/m 382
5
6
7
8
9
10
4
11
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Adresbereik
De S7-300 heeft een speciaal adresbereik voor analoge in- en uitgangen, welke gescheiden is van de in- en uitgangsregisters voor digitale in- en uitgangen (PII, PIQ). Het adresbereik loopt van byte 256 t/m 767. Voor elk analoog kanaal is 2 byte gereserveerd.
Toegang
U heeft toegang tot de analoge modules met laad- en transfer-instructies. Voorbeeld: de instructie L PIW 256 leest het eerste kanaal van de eerste moduul in rek 0.
S7-400
Bij de S7-400 begint het adresbereik voor analoge modulen met byte 512.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 4
S7SYS1B Analoge in- en uitgangen
Een analoge ingangsmodule
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Diagnostic interrupt
Indien de Diagnostic Interrupt ingeschakeld wordt en een Diagnostic Event treedt op (gebeurtenis, zoals ontbreken voedingsspanning), dan worden de diagnosegegevens in de diagnosedata gebied van de module weggeschreven. De module zal vervolgens een diagnose-interrupt genereren richting CPU. Het systeemprogramma van de CPU onderkent de interrupt en gaat in het geheugen op zoek naar OB82. De analoge kaart kan de volgende Diagnostic Events onderkennen: - configuratie/parametreringsfout; - common mode fout (potentiaalverschil tussen de massa-aansluitingen (M)); - Draadbreuk detectie; - Meetbereikoverschreiding (overflow & underflow); - Ontbreken van de voedingsspanning L+.
Hardware Interrupt When Limit Value Exceeded Indien het signaal op de ingang buiten het bereik is wat onder Trigger for Hardware Interrupt gedefinieerd is, dan genereert de analoge kaart een Hardware Interrupt richting de CPU. Het systeemprogramma van de CPU onderkent de interrupt en gaat in het geheugen op zoek naar OB40 (bij S7-300). Opmerking
Alleen de eerste ingang van een chanel group kun je op het ingegeven bereik laten bewaken. N.B. de channel group bestaat hier uit kanaal 0 en 1.
Coding key (Position of Measuring Range Selection Module) Hier ziet u de hint die gegeven wordt voor de plaatsing van de coding key.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 5
S7SYS1B Analoge in- en uitgangen
Een analoge in- en uitgangsmodule
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 6
S7SYS1B Analoge in- en uitgangen
Representatie en nauwkeurigheid
eenheid
Bit waarde
Dec. Hex.
Nauwkeurigheid in bits + voorteken
Bit nummer
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
0
VT 214 213 212 211 210
29
28
27
26
25
24
23
22
21
20
8
128
80
0
0
0
0
0
0
0
0
1
*
*
*
*
*
*
*
9
64
40
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
*
*
*
*
*
*
10
32
20
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
*
*
*
*
*
11
16
10
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
*
*
*
*
12
8
8
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
*
*
*
13
4
4
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
*
*
14
2
2
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
*
15
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
VT
= Voor Teken
*
= Niet relevante informatiebits
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Representatie
Analoge waarden worden weergegeven in de 2-complementmethode. De waarde is positief bij bit 15 = 0 en negatief bij bit 15 =1.
Nauwkeurigheid
Als de nauwkeurigheid minder dan 15 bit is, wordt de waarde links uitgelijnd in de accu geschreven. De overige bits zijn niet relevante informatiebits. Deze zijn allen 0 bij positieve waarden en 1 bij negatieve waarden.
Onderdrukking Stoorfrequentie Bij sommige modules wordt de nauwkeurigheid bepaald door de keuze van een filterinstelling: Interference frequency Integration time Resolution suppression
Algemeen
Siemens Training Uitgave 11
(Hz)
(ms)
(in bits)
400 60 50 10
2.5 16.6 20 100
9 12 12 14
+ sign bit + sign bit + sign bit + sign bit
Afhankelijk van het type moduul is de nauwkeurigheid 8 tot 15 bits.
pagina 7
S7SYS1B Analoge in- en uitgangen
Representatie en verschillende meetbereiken spanning b.v.:
stroom b.v.:
bereik meetbereik ± 10 V
eenheden
meetbereik 4 .. 20 mA
eenheden
>= 11.759
32767
>= 22.815
32767
Overrange
>10.00
>27648
>20.000
>27648
normale bereik
10.00 . . . -10.00
27648 . . . -27648
20.000 . . . 4.000
27648 . . . 0
Underrange
<-10.00
<-27648
<4.000
<0
<= - 11.76
- 32768
<= 1.1845
Overflow
Underflow
- 32768
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Spanning, stroom
Coderen van de symmetrische (bipolaire) spanning- en stroombereiken:
(symmetrisch)
• • • •
± 80mV ± 250 mV ± 500 mV ±1V
• • •
± 2.5 V ± 5V ± 10V
• • •
± 3.2 mA ± 10 mA ± 20 mA
leidt tot een normaal bereik van -27648 tot +27648. Spanning, stroom
Coderen van de asymmetrische (unipolaire) spanning- en stroombereiken:
(asymmetrisch)
• •
0 tot 2 V 1 tot 5 V
• •
0 tot 20 mA 4 tot 20 mA
leidt tot een normaal bereik van 0 tot +27648. Weerstand
Coderen van de weerstandbereiken: • • •
0 tot 150 Ohm 0 tot 300 Ohm 0 tot 600 Ohm
leidt tot een normaal bereik van 0 tot +27648. Temperatuur
Siemens Training Uitgave 11
Temperaturen worden gemeten met temperatuursafhankelijke weerstanden of thermo-elementen (thermokoppels). Codering leidt tot het 10-voud van het temperatuurbereik: sensor:
temperatuurbereik:
• • • • • •
-200 tot + 850 ºC -60 tot + 250 ºC -270 tot + 1372 ºC -270 tot + 1300 ºC -210 tot + 1200 ºC -270 tot + 1000 ºC
Pt 100 Ni 100 Thermocouple type K Thermocouple type N Thermocouple type J Thermocouple type E
pagina 8
normaal bereik: -2000 tot + 8500 -600 tot + 2500 -2700 tot + 13720 -2700 tot + 13000 -2100 tot + 12000 -2700 tot + 10000.
S7SYS1B Analoge in- en uitgangen
Representatie voor analoge uitgangen spanning bereik
eenheden 0 tot 10V
Overflow
>=32767
Overrange
normaal bereik
Underrange Underflow
0
stroom
uitgangssignaal: 1 tot 5V Âą 10V
0
0
0 tot 20mA
0
uitgangssignaal: 4 tot 20mA Âą 20mA
0
0
>27648
>10.0000
>5.0000
>10.0000
>20.000
>20.000
>20.000
27648 : 0 -1
10.0000 : 0 0
5.0000 : 1.0000
10.0000 : 0 : : : : : : : -10.0000
20.000 : 0 0
20.000 : 4.000
20.000 : 0 : : : : : : : -20.000
: :
0.9999
- 6912
0
- 6913 : - 27648
0
<-27648 <=- 32513
<-10.000 0
SIMATIC S7
3.9995 0 0
<-20.000 0
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Bovenstaande tabel geeft de omzetting weer door de analoge uitgangsmoduul van de integer waarde naar de uitgangsspanning of -stroom.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 9
S7SYS1B Analoge in- en uitgangen
Scaling van analoge ingangswaarden
500,0
0,0 0
27648
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Voorbeeld
Het niveau van een tank moet gemeten worden in liters. De transmitter is zodanig gekozen dat 500 liter een spanning vertegenwoordigt van 10 V.
OB35
Omdat een analoog signaal gewoonlijk niet snel verandert, hoeft het signaal niet volgens de snelheid van de OB1 cyclus ingelezen te worden. Men kan hiervoor OB's gebruiken met een ander cyclisch karakter, zoals bijvoorbeeld de OB35 (= elke 100ms signaal en programma updaten).
Scaling
De analoge moduul codeert de analoge spanning 10 V tot een integer waarde van 27648. Die waarde moet nu worden omgezet naar de fysieke hoeveelheid in liters. Dit staat bekend als scaling.
programma
De bouwsteen FC105 (SCALE) uit de STEP 7 bibliotheek "Standard Library" - "TIS7 Converting Blocks“ wordt voor scaling gebruikt.
IN
De analoge waarde voor ingang IN kan direct uit de module worden gelezen (PIW …) of via welke adres dan ook in integer formaat.
LO_LIM, HI_LIM
De ingangen LO_LIM (low limit) en HI_LIM (high limit) worden gebruikt om de grenzen te specificeren voor convertering naar de fysieke hoeveelheid. In het bovenstaande voorbeeld is dat van 0 tot 500 liter.
OUT
De verkregen (fysieke) waarde wordt opgeslagen als real op het bij OUT aangegeven adres.
BIPOLAR
De ingang BIPOLAR geeft aan of ook negatieve waarden omgezet moeten worden. In het voorbeeld heeft M0.0 de waarde 0, wat aangeeft dat de ingangswaarde unipolair is.
RET_VAL
De uitgang RET_VAL heeft een waarde van 0 als de omzetting foutloos is verlopen.
Opmerking
Voor temperatuurmetingen moet de output value gedeeld worden door 10. Thermoelementen en thermoweerstanden werken in een ander nominaal bereik. (zo staat de integer waarde +600 voor +60.0°C).
Siemens Training Uitgave 11
pagina 10
S7SYS1B Analoge in- en uitgangen
Unscaling van een real waarde voor een analoge uitgang
27648
0 0,0
SIMATIC S7
100,0
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Voorbeeld
Het gebruikersprogramma berekent een analoge waarde in het bereik van 0 tot 100%. Die waarde moet via een analoge uitgangsmodule worden uitgegeven.
Unscaling
Hiervoor wordt de FC106 (UNSCALE) gebruikt.
OUT
De ontstane analoge waarde op uitgang OUT kan in de vorm van een 16bits integer worden geschreven naar een uitgangsmoduul of welke adres dan ook.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 11
S7SYS1B Analoge in- en uitgangen
Oefening
Niveaumeting vultank In OB35 willen we het niveau van de vultank inlezen en op het display laten tonen. Om nu de analoge waarde naar een bepaald bereik te laten schalen, maken we gebruik van een door SIEMENS geprogrammeerde FC105 â&#x20AC;&#x153;SCALEâ&#x20AC;? uit de bouwsteenbibliotheek.
1
Maak de volgende aanvullingen en aanpassingen in de Symbol table : Symbol Address Data type Comment L120 PIW512 niveau van vultank M_Niveau MD220 geschaald niveau van vultank S109 I1.0 BOOL kies niveauweergave H109 Q5.0 BOOL niveauweergave actief
?!
2
Maak OB35 aan en open deze bouwsteen.
3
Open Program Elements en open vervolgens Libraries, Standard Library, TI-S7 Converting Blocks. Voeg vanuit deze bibliotheek, in een nieuw netwerk de FC105 SCALE in.
4
Voeg in de declaratietabel van OB35, na de reeds bestaande declaraties, de volgende adressen toe: Declaration Name Type Comment foutcode WORD W#16#0000 goed, W#16#0008 overflow temp unipolair BOOL 0 is unipolair temp afgerond DINT temp temp inBCD32 DWORD
5
Maak nu onderstaand programma met de volgende adressen:
6
Save, Download (denk aan FC105) en test de werking.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 12
S7SYS1B Analoge in- en uitgangen
Oefening
Alarmbewaking niveau Naast niveauweergave willen we ook een bewaking op het niveau. Zo willen we een melding indien het niveau te hoog niveau of te laag wordt. Deze niveaubewaking programmeren we m.b.v. vergelijkinstructies.
1
Maak de volgende aanvullingen en aanpassingen in de Symbol table: Symbol Address Data type Comment H110 Q5.1 BOOL Niveau te hoog H111 Q5.2 BOOL Niveau te laag
2
Programmeer nu onderstaande netwerken in OB35: 4
5
3
Siemens Training Uitgave 11
Save, Download en test de werking.
pagina 13
S7SYS1B Analoge in- en uitgangen
lege pagina
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 14
S7SYS1B Analoge in- en uitgangen
Trainingsmodel en signaaloplegging
V
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Inhoud Het S7-300 model
……………………………………………………………………………………...…..
2
Het S7-400 model ……………………………………………………………………………………….….
3
Bandmodel ………………………………………………………………………………………………..…
4
Bedieningspaneel ………………………………………………………………………………………..….
5
Indeling van de S7-300 ………………………………………………………………………………...…..
6
Signaaloplegging S7-300 32 kanaals I/O ……………………………………………………………..…..
7
Signaaloplegging S7-300 16 kanaals I/O …………………………………………………………….……
9
Indeling van de S7-400 Signaaloplegging S7-400
Siemens Training Uitgave 11
……………………………………………………………………………...…….
11
…………………………………………………………………………...…….
12
pagina 1
S7SYS1B Trainingsmodel en signaaloplegging
Het S7-300 model
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Het S7-300 model bestaat uit: - een S7-300 PLC met CPU 315-2DP; - digitale in- en uitgangsmodulen en een analoge module; - bedieningspaneel met een digitaal en analoog deel; - bandmodel. Het is ook mogelijk dat u onderstaand bandmodel gebruikt.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 2
S7SYS1B Trainingsmodel en signaaloplegging
Het S7-400 model
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Het S7-400 model bestaat uit: - een S7-400 PLC met CPU 416-2DP; - digitale in- en uitgangsmodulen en een analoge module; - bedieningspaneel met een digitaal en analoog deel; - bandmodel. Het is ook mogelijk dat u onderstaand bandmodel gebruikt.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 3
S7SYS1B Trainingsmodel en signaaloplegging
Bandmodel
B1
H1 M1 K1 - rechtsom K2 - linksom
S1
S2
H2
B2
B3
H4
H3
S3
B4
S4
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Het bandmodel bestaat uit een lopende band met 2 draairichtingen, naderingschakelaars, een lichtcel, handbediende schakelaars en signaallampen.
Siemens Training Uitgave 11
pagina 4
S7SYS1B Trainingsmodel en signaaloplegging
Bedieningspaneel
DI .0
DO
H101 H102 H103 H104 H105 H106 H107 H108
.0
.7
S101 S102 S103 S104 S105 S106 S107 S108
.0
S109
H109
.0
.1
S110 S111 S112 S113 S114 S115 S116
H110 H111 H112 H113 H114 H115 H116
.1
.1 .2 .3 .4 .5 .6
.2 .3 .4 .5 .6 .7
.1 .2 .3
V
.4 .5 .6
H120
-15V...+15V AI1
.7
AI2 AO1 -15V...+15V AO2
L120
L121 AI1
V
.2
AI2
.3 .4 .5
0 8 1 5
AI1
AI2
AO1
AO2
.6 .7
S120
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
Het bandmodel is met de PLC verbonden. Er zijn 3 secties:
Siemens Training Uitgave 11
binair, met 16 schakelaars (of pulscontacten) en 16 LEDâ&#x20AC;&#x2DC;s;
digitaal, met een duimwielschakelaars en 7-segments display. Deze gebruiken BCD-code;
Analoog, met 2 regelbare spanningen t.b.v. analoge ingangen van de PLC. Voor weergave via een analoge meter is er een 4-standenschakelaar, voor het selecteren van zowel de 2 analoge ingangssignalen als voor 2 uitgangssignalen.
pagina 5
S7SYS1B Trainingsmodel en signaaloplegging
Indeling van de S7-300 16-kanaals modulen
Module Slot No.
--> -->
PS 1
CPU 2
DI 16 4
DI 16 5
DO 16 6
DO 16 7
--> -->
PS 1
CPU 2
DI 32 4
DO 32 5
DI8/DO8 6
AI 2 7
DI 16 8
DO 16 9
AI/AO4 10
32-kanaals modulen
Module Slot No.
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
De PLC is opgebouwd uit de volgende modulen: 16-kanaals
32-kanaals
Siemens Training Uitgave 11
Slot 1: Slot 2: Slot 4: Slot 5: Slot 6: Slot 7: Slot 8: Slot 9: Slot 10:
Power Supply 24V/5A CPU 315-2DP Digital input 16x24V Digital input 16x24V Digital output 16x24V 0.5A Digital output 16x24V 0.5A Digital input 16x24V Digital output 16x24V 0.5A Analog 4 AI/4 AO
Slot 1: Slot 2: Slot 4:
Power Supply 24V/5A CPU 315-2 DP Digital input 32x24V
Slot 5:
Digital output 32x24V/0.5A
Slot 6: Slot 7:
Digital 8 DI/8 DO Analog 2 AI
pagina 6
ingangen bedieningspaneel duimwielschakelaars uitgangen bedieningspaneel 7 segments display ingangen bandmodel uitgangen bandmodel toegankelijk via bedieningspaneel
ingangen bedieningspaneel en duimwielschakelaars uitgangen bedieningspaneel en 7 segments display in- en uitgangen bandmodel analoge sectie van het bedieningspaneel
S7SYS1B Trainingsmodel en signaaloplegging
Signaaloplegging S7-300 32 kanaals I/O (1/2)
slot 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 5 5
SIMATIC S7
symbool
adres
omschrijving
S101 S102 S103 S104 S105 S106 S107 S108 S109 S110 S111 S112 S113 S114 S115 S116 S120 H101 H102
I ___.0 0 I ___.1 0 I ___.2 0 I ___.3 0 I ___.4 0 I ___.5 0 I ___.6 0 I ___.7 0 I ___.0 1 I ___.1 1 I ___.2 1 I ___.3 1 I ___.4 1 I ___.5 1 I ___.6 1 I ___.7 1 IW ___ 2 Q ___.0 4 Q ___.1 4
in uit hand auto rechtsom linksom
duimwielschakelaar in bedrijf uit bedrijf
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
slot 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 5 5 5 5 5 5 5 5
symbool
adres
omschrijving
S101 S102 S103 S104 S105 S106 S107 S108 S109 S110 S111 S112 S113 S114 S115 S116 S120 H101 H102 H103 H104 H105 H106 H107 H108
0 I ___.0 0 I ___.1 I ___.2 0 I ___.3 0 I ___.4 0 I ___.5 0 I ___.6 0 I ___.7 0 1 I ___.0 1 I ___.1 I ___.2 1 I ___.3 1 I ___.4 1 I ___.5 1 I ___.6 1 I ___.7 1 IW ___ 2 4 Q ___.0 4 Q ___.1 Q ___.2 4 Q ___.3 4 Q ___.4 4 Q ___.5 4 Q ___.6 4 Q ___.7 4
in uit hand auto rechtsom linksom
Siemens Training Uitgave 11
duimwielschakelaar in bedrijf uit bedrijf hand bedrijf auto bedrijf
pagina 7
S7SYS1B Trainingsmodel en signaaloplegging
Signaaloplegging S7-300 met 32-kanaals I/O (2/2) slot 5 5 5 5 5 5 5 5 5 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 7 7
symbool
adres
H109 H110 H111 H112 H113 H114 H115 H116 H120 B4 S1 S2 S3 S4 B1 B2 B3
5 Q ___.0 5 Q ___.1 Q ___.2 5 Q ___.3 5 Q ___.4 5 Q ___.5 5 Q ___.6 5 Q ___.7 5 QW ___ 6 8 I ___.0 8 I ___.1 I ___.2 8 I ___.3 8 I ___.4 8 I ___.5 8 I ___.6 8 I ___.7 8 8 Q ___.0 8 Q ___.1 Q ___.2 8 Q ___.3 8 Q ___.4 8 Q ___.5 8 Q ___.6 8 Q ___.7 8 PIW 512 ___ PIW 514 ___
H1 H2 H3 H4 K1 K2 H6 L120 L121
Siemens Training Uitgave 11
omschrijving
7 segments display lichtcel drukknop 1 bandmodel drukknop 2 bandmodel drukknop 3 bandmodel drukknop 4 bandmodel naderingschakelaar 1 naderingschakelaar 2 naderingschakelaar 3 signalering 1 signalering 2 signalering 3 signalering 4 bandsturing rechtsom bandsturing linksom claxon analoog in 1 bedieningspaneel analoog in 2 bedieningspaneel
pagina 8
S7SYS1B Trainingsmodel en signaaloplegging
Signaaloplegging S7-300 16 kanaals I/O (1/2)
slot 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 5 6 6
SIMATIC S7
symbool S101 S102 S103 S104 S105 S106 S107 S108 S109 S110 S111 S112 S113 S114 S115 S116 S120 H101 H102
adres I ___.0 0 I ___.1 0 I ___.2 0 I ___.3 0 I ___.4 0 I ___.5 0 I ___.6 0 I ___.7 0 I ___.0 1 I ___.1 1 I ___.2 1 I ___.3 1 I ___.4 1 I ___.5 1 I ___.6 1 I ___.7 1 IW ___ 2 Q ___.0 4 Q ___.1 4
omschrijving in uit hand auto rechtsom linksom
duimwielschakelaar in bedrijf uit bedrijf
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
slot 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 5 6 6 6 6 6 6 6 6
symbool
adres
omschrijving
S101 S102 S103 S104 S105 S106 S107 S108 S109 S110 S111 S112 S113 S114 S115 S116 S120 H101 H102 H103 H104 H105 H106 H107 H108
0 I ___.0 0 I ___.1 I ___.2 0 I ___.3 0 I ___.4 0 I ___.5 0 I ___.6 0 I ___.7 0 1 I ___.0 1 I ___.1 I ___.2 1 I ___.3 1 I ___.4 1 I ___.5 1 I ___.6 1 I ___.7 1 IW ___ 2 4 Q ___.0 4 Q ___.1 Q ___.2 4 Q ___.3 4 Q ___.4 4 Q ___.5 4 Q ___.6 4 Q ___.7 4
in uit hand auto rechtsom linksom
Siemens Training Uitgave 11
duimwielschakelaar in bedrijf uit bedrijf hand bedrijf auto bedrijf
pagina 9
S7SYS1B Trainingsmodel en signaaloplegging
Signaaloplegging S7-300 met 16-kanaals I/O (2/2) slot 6 6 6 6 6 6 6 6 7 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 10 10 10 10 10 10 10 10
symbool
adres
H109 H110 H111 H112 H113 H114 H115 H116 H120 B4 S1 S2 S3 S4 B1 B2 B3
4 Q ___.0 4 Q ___.1 Q ___.2 4 Q ___.3 4 Q ___.4 4 Q ___.5 4 Q ___.6 4 Q ___.7 4 QW ___ 6 8 I ___.0 8 I ___.1 I ___.2 8 I ___.3 8 I ___.4 8 I ___.5 8 I ___.6 8 I ___.7 8 9 I ___.0 9 I ___.1 I ___.2 9 I ___.3 9 I ___.4 9 I ___.5 9 I ___.6 9 I ___.7 9 8 Q ___.0 8 Q ___.1 Q ___.2 8 Q ___.3 8 Q ___.4 8 Q ___.5 8 Q ___.6 8 Q ___.7 8 9 Q ___.0 9 Q ___.1 Q ___.2 9 Q ___.3 9 Q ___.4 9 Q ___.5 9 Q ___.6 9 Q ___.7 9 512 PIW ___ 514 PIW ___ 516 PIW ___ PIW ___ 518 PQW 512 ___ PQW 516 ___ PQW 518 ___ PQW 520 ___
H1 H2 H3 H4 K1 K2 H6
L120 L121
Siemens Training Uitgave 11
omschrijving
7 segments display lichtcel drukknop 1 bandmodel drukknop 2 bandmodel drukknop 3 bandmodel drukknop 4 bandmodel naderingschakelaar 1 naderingschakelaar 2 naderingschakelaar 3
signalering 1 signalering 2 signalering 3 signalering 4 bandsturing rechtsom bandsturing linksom claxon
analoog in 1 bedieningspaneel analoog in 2 bedieningspaneel
analoog uit 1 bedieningspaneel analoog uit 2 bedieningspaneel
pagina 10
S7SYS1B Trainingsmodel en signaaloplegging
Indeling van de S7-400 Slot No.
1
PS
2
3
CPU
4
5
6
DI 32
7
DI 32
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
DO DO AI 32 32 8
SIMATIC S7
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
De PLC is opgebouwd uit de volgende modulen: Slot 1: Slot 4: Slot 8: Slot 9: Slot 10: Slot 11: Slot 12:
Siemens Training Uitgave 11
Power supply 24V and 5V/20A CPU 416-2DP Digital input 32x24V ingangen van bedieningpaneel Digital input 32x24V ingangen van bandmodel Digital output 32x24V 0.5A uitgangen naar bedieningspaneel Digital output 32x24V 0.5A uitgangen naar bandmodel Analog input 8X13 Bit van potentiometers bedieningspaneel
pagina 11
S7SYS1B Trainingsmodel en signaaloplegging
Signaaloplegging S7-400 (1/3)
slot 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 9 9
SIMATIC S7
symbool S101 S102 S103 S104 S105 S106 S107 S108 S109 S110 S111 S112 S113 S114 S115 S116 S120 B4 S1
adres I ___.0 0 I ___.1 0 I ___.2 0 I ___.3 0 I ___.4 0 I ___.5 0 I ___.6 0 I ___.7 0 I ___.0 1 I ___.1 1 I ___.2 1 I ___.3 1 I ___.4 1 I ___.5 1 I ___.6 1 I ___.7 1 IW ___ 2 I ___.0 8 I ___.1 8
omschrijving in uit hand auto rechtsom linksom
duimwielschakelaar lichtcel drukknop 1 bandmodel
Siemens Training
Siemens AG 2010. All rights reserved.
slot 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 9 9 9 9 9 9 9 9
symbool
adres
omschrijving
S101 S102 S103 S104 S105 S106 S107 S108 S109 S110 S111 S112 S113 S114 S115 S116 S120 B4 S1 S2 S3 S4 B1 B2 B3
0 I ___.0 0 I ___.1 I ___.2 0 I ___.3 0 I ___.4 0 I ___.5 0 I ___.6 0 I ___.7 0 1 I ___.0 1 I ___.1 I ___.2 1 I ___.3 1 I ___.4 1 I ___.5 1 I ___.6 1 I ___.7 1 IW ___ 2 8 I ___.0 8 I ___.1 I ___.2 8 I ___.3 8 I ___.4 8 I ___.5 8 I ___.6 8 I ___.7 8
in uit hand auto rechtsom linksom
Siemens Training Uitgave 11
duimwielschakelaar lichtcel drukknop 1 bandmodel drukknop 2 bandmodel drukknop 3 bandmodel drukknop 4 bandmodel naderingschakelaar 1 naderingschakelaar 2 naderingschakelaar 3
pagina 12
S7SYS1B Trainingsmodel en signaaloplegging
Signaaloplegging S7-400 (2/3) slot 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10
symbool
adres
H101 H102 H103 H104 H105 H106 H107 H108 H109 H110 H111 H112 H113 H114 H115 H116
9 I ___.0 9 I ___.1 I ___.2 9 I ___.3 9 I ___.4 9 I ___.5 9 I ___.6 9 I ___.7 9 10 I ___.0 10 I ___.1 10 I ___.2 I ___.3 10 I ___.4 10 I ___.5 10 I ___.6 10 I ___.7 10 11 I ___.0 11 I ___.1 11 I ___.2 I ___.3 11 I ___.4 11 I ___.5 11 I ___.6 11 I ___.7 11 4 Q ___.0 4 Q ___.1 4 Q ___.2 Q ___.3 4 Q ___.4 4 Q ___.5 4 Q ___.6 4 Q ___.7 4 5 Q ___.0 5 Q ___.1 5 Q ___.2 Q ___.3 5 Q ___.4 5 Q ___.5 5 Q ___.6 5 Q ___.7 5
Siemens Training Uitgave 11
omschrijving
in bedrijf uit bedrijf hand bedrijf auto bedrijf
pagina 13
S7SYS1B Trainingsmodel en signaaloplegging
Signaaloplegging S7-400 (3/3) 10 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 12 12 12 12 12 12 12 12
H120 H1 H2 H3 H4 K1 K2 H6
L120 L121
Siemens Training Uitgave 11
QW ___ 6 8 Q ___.0 8 Q ___.1 Q ___.2 8 Q ___.3 8 Q ___.4 8 Q ___.5 8 Q ___.6 8 Q ___.7 8 9 Q ___.0 9 Q ___.1 Q ___.2 9 Q ___.3 9 Q ___.4 9 Q ___.5 9 Q ___.6 9 Q ___.7 9 10 Q ___.0 10 Q ___.1 10 Q ___.2 Q ___.3 10 Q ___.4 10 Q ___.5 10 Q ___.6 10 Q ___.7 10 11 Q ___.0 11 Q ___.1 Q ___.2 11 Q ___.3 11 Q ___.4 11 Q ___.5 11 Q ___.6 11 Q ___.7 11 PIW 512 ___ PIW 514 ___ PIW 516 ___ PIW 518 ___ PIW 520 ___ PIW 522 ___ PIW 524 ___ PIW 526 ___
7 segment display signalering 1 signalering 2 signalering 3 signalering 4 (alleen Fisher model) bandsturing rechtsom bandsturing linksom claxon
Analoog in 1 bedieningspaneel Analoog in 2 bedieningspaneel
pagina 14
S7SYS1B Trainingsmodel en signaaloplegging
SIMATIC Cursusoverzicht
Cursusschemaâ&#x20AC;&#x2122;s: SIMATIC S7................................................................................................................................................. 2 SIMATIC PCS 7........................................................................................................................................... 3 SIMATIC NET .............................................................................................................................................. 3 SIMATIC HMI............................................................................................................................................... 4 Sitrain Examens (certified) .......................................................................................................................... 4 SIMATIC S5 gecombineerde basiscursus en storingzoeken (S5COMPACT) ............................................ 5 Drives........................................................................................................................................................... 6 CNC draaien en frezen SINUMERIK........................................................................................................... 6 Power Academy Elektrische Energietechniek............................................................................................. 7 Power Academy Veiligheid.......................................................................................................................... 7 Power Academy SF6 gas ............................................................................................................................ 8
Cursusoverzicht www.siemens.nl/training
Siemens Training 1
SIMATIC Cursusoverzicht
SIMATIC S7
Siemens Training 2
SIMATIC Cursusoverzicht
SIMATIC PCS 7
SIMATIC NET
Siemens Training 3
SIMATIC Cursusoverzicht
SIMATIC HMI
Sitrain Examens (certified)
Siemens Training 4
SIMATIC Cursusoverzicht
SIMATIC S5 gecombineerde basiscursus en storingzoeken (S5COMPACT) Doelgroep U heeft nog geen kennis van SIMATIC S5 en wil graag inzicht krijgen in besturingen met behulp van PLC's. Deze cursus leert niettechnici eenvoudige besturingsopgaven te programmeren en in bedrijf te stellen. Deze cursus is ook bedoeld voor mensen die PLCprogramma's moeten kunnen lezen, interpreteren en testen.
Doel Deze cursus is bedoeld voor mensen die PLC-programma's moeten kunnen lezen, interpreteren en testen. U kent de basisinstructies en de principes van gestructureerd programmeren in STEP 5. U bent bekend met de documentatiemogelijkheden en de regels om programma's te wijzigen en u kunt eenvoudig PLC-programma ontwerpen, ingeven, uitlezen en interpreteren.
Voorkennis U bent bekend met de basisfuncties 'EN'-poort, 'OF'-poort, 'flipflop' en de werking daarvan.
Inhoud De onderwerpen in deze cursus zijn: (oude S5SYSA+S5SYSB+S5SERV)
• • • • • • • • • • • • • • • •
voorbereiden en inschakelen van een PLC en een programmeerapparaat ingeven van besturingsfuncties bestaande uit EN- en OF- poorten 'flipflops' en enige timerfuncties: deze worden on-line getest PLC-programma's kopiëren, wijzigen en opslaan op harddisk of floppy disk De standaard softwarepakketten op het programmeerapparaat de eigenschappen van set/reset-functies, timers, tellers en flankdetecties in- en uitgangsperiferie, merkers, datawoorden, talstelsels en BCD-code principes van programma-, organisatie-, functie- en databouwstenen schrijven, testen en documenteren van een PLC-prgramma. softwarestructuur hardwarestructuur aanloopgedrag van de PLC regels voor het gebruik van functiebouwstenen en databouwstenen basisprincipes van het verwerken van analoge signalen programma starten vanuit STOP- en RUN-toestand van de PLC. praktijkoefeningen aan PLC simulatiepaneel en modelinstallatie.
Siemens Training 5
SIMATIC Cursusoverzicht
Drives
CNC draaien en frezen SINUMERIK
Siemens Training 6
SIMATIC Cursusoverzicht
Power Academy Elektrische Energietechniek
Power Academy Veiligheid
Siemens Training 7
SIMATIC Cursusoverzicht
Power Academy SF6 gas
Siemens Training 8