Afstudeerwerk - Analyse Boek

Page 1

AFSTUDEERPROJECT – ANALYSE FASE

CREMATORIUM EN AFSCHEIDSCENTRUM TE HOLSBEEK STUDENTEN: ROBERT FRANSEN [219419] SANDER POOTERS [230226] BEGELEIDER: DHR. P.G. DE WIT

1


Colofon Hogeschool van Amsterdam Domein Techniek Weesperzijde 190 1097 DZ Amsterdam

Juni 2009 2


INHOUDSOPGAVE INLEIDING

04

1.0 ONTWERP 1.1 Het gebouw 1.2 De omgeving

05 06 10

2.0 ANALYSE CREMATORIUM 2.1 Organisatie en handelingen 2.2 Godsdienst 2.3 Gevoel 2.4 Ruimtegebruik 2.5 Ruimtebenaming in gekozen crematorium

12 13 14 15 17 19

3.0 TYPOLOGIE EN REFERENTIES 3.1 Crematorium Haarlem 3.2 Crematorium Alphen aan den Rijn 3.3 Begraafplaats en crematorium Westerveld 3.4 Crematorium Rusthof, Amersfoort 3.5 Afscheidscentrum de Holmen, Hoofddorp 3.6 Bezoeken en conclusie 3.7 Vergelijkingsschema Crematoria

20 22 23 24 25 26 27 29

4.0 STEDENBOUWKUNDIG ONDERZOEK 4.1 Situering 4.2 Verkeersstroming 4.3 Omliggende gebouwen 4.4 Vlekkenplan stedenbouwkundig

30 31 33 34 35

5.0 INSTALLATIES 5.1 Benodigde installaties 5.2 Toelichting installaties 5.2.1 Invoerwagen 5.2.2 Laadbank 5.2.3 Controlesysteem 5.2.4 Crematieoven 5.2.5 Koeler 5.2.6 Ventilator 5.2.7 Warmte omleidings systeem 5.2.8 Cycloonfilter 5.2.9 Doekenfilter 5.2.10 Chemische afvoer 5.2.11 Ventilator 5.2.12 Schoorsteen

5.3 Lage Temperatuur Verwarming - LTV

Afstudeerproject Fransen & Pooters

6.0 CAPACITEIT CEREMONIEZAAL

45

7.0 MATERIALISATIE 7.1 Vorm, Ruimte en Ordening 7.2 De omgeving 7.3 Het gebouw 7.4 De ruimtes 7.5 Het detail

47 49 50 51 52 53

8.0 WET- EN REGELGEVING 8.1 Ruimtelijke en technische eisen

54 55 55 55 56 56 57 58 58 58 60

8.1.1 Algemene eisen 8.1.2 Brandveiligheid 8.1.3 Geluidsnormen 8.1.4 Toegankelijkheid 8.1.5 Minimale afmetingen 8.1.6 Daglicht

8.2 Milieueisen 8.2.1 Materiaal 8.2.2 Crematorium

9.0 PROGRAMMA VAN EISEN 9.1 Technisch Programma van Eisen 9.2 Visie

61 62 65

10.0 BRONVERMELDING

66

36 37 39 39 39 39 40 41 41 42 42 43 43 43 43 44

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

3


INLEIDING Inleiding Voor u ligt het eerste deel van het afstudeerproject. In deze eerste fase, de analyse fase, wordt er onderzoek gedaan naar allerlei zaken welke te maken hebben met de werking van een crematorium en afscheidscentrum. Vanuit het gekozen ontwerp wordt er onderzoek gedaan naar hoe dit is opgebouwd en de ideeĂŤn daarachter. Daarnaast worden er andere crematoriums onderzocht en bezocht om een beter beeld te krijgen van wat er zich allemaal afspeelt in een crematorium. Behalve de vergelijkingen en de ontwerpen, worden ook de meer technische aspecten van het crematorium bekeken. Denk hierbij aan de benodigde installaties, wet- en regelgeving en uiteindelijk een programma van eisen. Na deze fase zal er verder gewerkt worden in de uitwerkingsfase, waarvoor een apart boek wordt opgezet. Gelijk lezen? Waar kunt wat vinden? Even een korte toelichting op de structuur van dit rapport. Hoofdstuk 1.0, Ontwerp Hierin wordt ingegaan op het gekozen ontwerp en hoe dit opgebouwd. Door middel van impressiebeelden van de architect wordt duidelijk gemaakt wat zijn bedoelingen zijn met het ontwerp. Hoofdstuk 2.0, Analyse crematorium In dit hoofdstuk wordt toegelicht wat er allemaal in een crematorium gebeurd en welke handelingen daarvoor nodig zijn. Dit om een beter inzicht te krijgen in de taken die er uitgevoerd moeten worden en welke ruimten daar voor nodig zijn. Hoofdstuk 3.0, Typologie en Referenties Een hoofdstuk met vergelijkingen en onderzoek naar andere crematoriums om goede en slechte onderdelen te kunnen zien en onderzoeken en hiermee rekening te houden in het eigen ontwerp. Ook worden de bezoeken aan verschillende crematoriums toegelicht en vergeleken. Hoofdstuk 4.0. Stedenbouwkundig onderzoek Onderzoek naar de locatie van het te plaatsen crematorium, om er achter te komen in wat voor omgeving het komt te staan. Hoofdstuk 5.0, Installaties Hierin wordt dieper ingegaan op de benodigde installaties in een crematorium. Van de oven tot de schoorsteen wordt toegelicht. Hoofdstuk 6.0, Materialisatie In dit hoofdstuk wordt van groot naar klein gekeken naar wat voor gevoel en beleving het gebouw moet geven. Dit kan door middel van materialisatie en het gebruik van textuur, licht en kleur. Hoofdstuk 7.0, Wet- en Regelgeving Toelichting op de wetten en regels welke van toepassing zijn op het bouwen van een crematorium. Punten waarmee rekening gehouden moet worden voor zowel bouwtechnische als milieu eisen. Hoofdstuk 8.0, Programma van Eisen Alle eisen en regels welke van toepassing zijn voor het ontwerpen en uitwerken van een crematorium. Aan de hand van deze lijst kan het ontwerp getoetst worden in de uitwerkingsfase. Hoofdstuk 9.0, Bronvermelding Hierin alle bronnen vermeld welke gebruikt zijn tijdens deze analysefase

Leerzaam uitstapje naar de Bouwbeurs 2009 – Sander (L) en Robert

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

4


1.0 ONTWERP

5


1.0 ONTWERP 1.0 ONTWERP In dit hoofdstuk wordt het gekozen ontwerp verder toegelicht. Dit ontwerp zal de basis vormen van het uit te werken project. Vanuit de schetsen en afbeeldingen van het architectenduo TV RCR Aranda Pigem Vilalta Arquitectes / Coussée & Goris bvba zal dit pand verder uitgewerkt worden. Doel van dit project is om het crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek uit te werken tot DO niveau en op een aantal onderwerpen dieper in te gaan. Mogelijk zullen er ook enkele aanpassingen aan het ontwerp gedaan worden om de functionaliteit te verbeteren.

1.1 Het gebouw Hieronder enkele impressies van het gekozen ontwerp.

Het crematorium wil zich ruimtelijk en visueel vasthechten in het landschap en er tegelijk structuur aan geven. De drie programmaonderdelen, progr het horecadeel, het ceremoniële deel en het crematie/administratieve deel, worden los van elkaar onder hetzelfde dak gebracht. gebracht Door dit samen te voegen ontstaat er een krachtig architecturaal antwoord met structurerend vermogen. Met één gebaar krijgt het landschap landsc een nieuwe ruggengraat gelegen tussen de twee bosrijke gebieden van het centrale deel van het landschap in de oost-westelijke richting. Interieur en exterieur zijn vervlochten aanwezig onder het dak dat als een stolp rondom het gebouw is aangebracht. Deze stolp staat op een verdiepte sokkel temidden van het moerassige kwelgebied omheen het gebouw. Alle minder of meer publiek toegankelijke ruimten zoals ovenruimten met bezoekfaciliteit, aula’s met familiekamers, cafetaria met familiekamers zijn op een gelijkvloers licht verzonken verzon plateau aangebracht. De niet voor publiek toegankelijke en technische delen werden grotendeels ondergronds aangebracht zodanig dat het he bovengronds volume in het landschap beperkt blijft. Het programma is van exceptionele aard door het emotionele karakter van het gebeuren. Daarom werd het thema monumentaliteit versus v intimiteit aangegrepen om het gebouw gestalte te geven. Het intieme is aanwezig in het interieur met zijn specifieke lichtinval, lichtinv materialen en ruimteopbouw. Het monumentale uit zich in het architecturaal expressief volume geplaatst in het landschap met een symbolische uitdrukkingskracht. Het staat als een grote tombe te midden van het landschap. De vorm verwijst niet naar een godsdienst maar heeft een universele expressie die verwijst naar funeraire architectuur. Het mystieke en kortstondige karakter van het herdenkingsgebeuren herdenkingsgebeu vindt zijn weerkaatsing in het omgaan met licht en water. Hierdoor staat het symbool voor het afscheid en afstand nemen ten opzichte van de materie. Het licht is alom bestudeerd aanwezig in het gebouw en verbindt het monumentale met het intieme. Bron: Inschrijving prijsvraag TV RCR Aranda Pigem Vilalta Arquitectes / Coussée & Goris bvba

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

6


1.0 ONTWERP

Op bovenstaande afbeelding is goed de relatie van het gebouw met het water te zien. De natuur wordt erg betrokken in dit pand, wat een rustgevend en natuurlijke beleving moet verzorgen. Dat gevoel en emoties belangrijk zijn bij een crematorium staat vast, maar hier wordt in hoofdstuk 2.3 Gevoel verder op ingegaan.

Hierboven een afbeelding van een ruimte binnen in het crematorium. Op deze afbeelding wordt goed duidelijk dat de architect gebruik wil maken van natuurlijke lichtinval door het gebouw hier op te ontwerpen. Aan ons de taak om deze lichtinval goed uit te werken in de tekeningen.

Aan de linkerkant is wederom een afbeelding van het interieur van het crematorium te zien, hetgeen wat een prettig gevoel moet moe geven en wat met materialisatie bepaalt dient te worden. Aan de rechterkant een schets van hoe het gehele pand in zijn omgeving komt te liggen met de ingang daarbij gesitueerd. Het pand zal worden omringt door water, wat ook op de foto linksboven lin te zien is, hetgeen wat nu nog niet aan de orde is in het plangebied.

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

7


1.0 ONTWERP Bekende technische gegevens Van het gebouw zijn bij de prijsvraag enkele technische gegevens ook bekend gemaakt. Plattegronden met oppervlakten en de indeling van het pand. Met kleuren is aangegeven welke functies zich waar in het gebouw bevinden. Daarnaast zijn het aantal vierkante meters gegeven zodat er een idee is te vormen van hoe groot alles ongeveer gaat worden. Dit kan in later stadium aan de hand van de verhoudingen van het gebouw teruggeschaald worden.

CREMATORIUM 772 M2

HORECA 460 M2

CEREMONIERUIMTE

EETRUIMTE FAMILIE

WACHTRUIMTE FAMILIE

CAFETARIA

CEREMONIES 1207 M2

ADMINISTRATIE EN TECHNISCHE RUIMTEN 656 M2

CEREMONIERUIMTES – KLEINE EN GROTE AULA WACHTRUIMTE / UITBREIDING AULA FAMILIEKAMER

NIVEAU 0 – BEGANE GROND

NIVEAU -1 – KELDER

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

8


1.0 ONTWERP Indeling van het pand Zoals in eerder stadium al is aangegeven bestaat het totale pand uit 3 verschillende onderdelen, welke allen samen zijn gebracht gebra onder één dak. Deze drie onderdelen bestaan uit; I. II. III.

Crematie Ceremonie Horeca 1

Op de afbeelding hiernaast is weergegeven hoe dit verdeeld is in het totale gebouw. Duidelijk wordt ook dat het om een ‘doos in doos’ principe gaat. De vijf verschillende dozen worden overkoepeld door 1 dak en gevelontsluiting welke een link maakt naar de natuur om het pand heen. Deze gevelafwerking bestaat uit speels verticaal geplaatste houten delen. Deze omsluiting valt tot ver v voorbij het gebouw zodat het pad om de verschillende ‘dozen’ ook overdekt wordt.

2

Op de doorsneden hieronder kan men zien dat deze in hoogte verschillen en geheel overdekt worden. Ook maken de onderstaande doorsneden duidelijk dat het water wat om het pand wordt gecreëerd zeer ondiep zal zijn en dus vrij simpel afgegraven kan worden. Hierbij moet rekening worden gehouden met de buitenmuren welke bloot komen te staan aan het water en de kracht van het water welke er tegenaan drukt. Daarnaast is in de doorsneden ook een aantal punten te zien waar er openingen in het dak zitten, waardoor het licht naar binnen binn kan vallen. De lichtinval is erg belangrijk in het ontwerp, omdat de lichtinval sterk benadrukt wordt. Door bundels van licht lich in verschillende ruimten te laten komen, wordt bijvoorbeeld de kist van de overledene bestraald met zonlicht. Dit kan zorgen voor voo een prettig gevoel.

3

4

CREMATIE

(1)

CEREMONIE 5

HORECA

(2, 3 en 4)

(5)

DWARSDOORSNEDE

LANGSDOORSNEDE

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

9


1.0 ONTWERP 1.2 De omgeving Hiernaast is een afbeelding weergegeven van het plangebied waarin het crematorium komt te staan. Het plangebied is met kleur aangegeven. Hieronder wat foto’s van hoe dit gebied er op straatniveau uit ziet.

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

10


1.0 ONTWERP Ruimtelijke Inrichting Het architecten duo heeft voor dit ontwerp ook een stedenbouwkundig plan gemaakt in het eerder genoemde plangebied. Vanuit de provincie Vlaams Brabant zijn er een aantal eisen en onderdelen waaraan voldaan moet worden bij dit gehele project. Op de afbeelding hieronder zijn deze onderdelen aangegeven en beschreven. De provincie heeft een aantal onderdelen verplicht gesteld welke gerealiseerd moeten worden in het plangebied. I. II.

III.

CreĂŤren van parkbos met openbaar karakter Maximaliseren van de publieke toegankelijkheid en het recreatief medegebruik Creatie en facilitering van een crematorium-functie

Parkbos met openbaar karakter

Daarnaast zijn er een aantal doelstellingen voor het buitengebied waarin het crematorium en afscheidscentrum gelegen is. Deze doelstellingen zijn door het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen opgesteld: I.

Vrijwaren van het buitengebied voor de essentiĂŤle functies II. Het tegengaan van de versnippering van het buitengebied III. Het bundelen van de ontwikkeling in de kernen van het buitengebied IV. Het inbedden van landbouw, natuur en bos in goed gestructureerde gehelen V. Het bereiken van een gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit in het buitengebied VI. Het afstemmen van het ruimtelijk beleid en het milieubeleid op basis van het fysisch systeem VII. Het bufferen van de natuurfunctie in het buitengebied

Crematorium, omgeven door natuur

Urnentuin / begraafplaats

Bron: Provincie Vlaams Brabant

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

11


2.0 ANALYSE CREMATORIUM

12


2.0 ANALYSE CREMATORIUM 2.1 Organisatie en handelingen Nadat er een persoon is overleden krijgen de nabestaande veel te maken met papierwerk. Denk hierbij aan verzekeringen, erfenis, inboedel, crematie of begrafenis, bestemming, etc. In dit hoofdstuk wordt er gekeken naar het crematie gedeelte. Wat daar bij komt kijken, hoe de werkwijze gaat, de asbestemming en dergelijke. Een crematorium is een gebouw waar overledenen in een oven worden gecremeerd. De lijkverbranding gebeurt per overledene individueel en is aan strenge milieureglementen onderworpen. Het is een alternatief voor een kerkelijke begrafenis, dat ontstaan is in niet-christelijke kringen. Voorafgaand aan een verbranding, wordt er meestal een afscheidsritueel uitgevoerd. Tegenwoordig is het onderscheid van het geloof niet meer van belang: ook veel christenen bewijzen in een crematorium hun overleden geliefden de laatste eer. In plaats van over een afscheidsritueel spreken gelovigen eerder over een uitvaartbijeenkomst. Geschiedenis In 1913 is het eerste crematorium in Nederland gebouwd. Dit crematorium werd gebouwd door de Koninklijke Vereniging voor Facultatieve Crematie. Deze Vereniging werd in 1874 opgericht om cremeren in Nederland mogelijk te maken. Het crematorium bestaat nog steeds en is gevestigd op begraafplaats Westerveld te Driehuis. In 1955 is het cremeren gelegaliseerd. Hiervoor waren in principe alle crematies in Nederland illegaal, wat overigens niet wil zeggen dat er geen crematies plaatsvonden. In 2003 werden er voor het eerst meer mensen gecremeerd dan begraven in Nederland. Voor een crematie zijn er meerdere handelingen waar men zich mee bezig houd. Denk hierbij aan het regelen van een crematie, het organiseren van de crematie, het regelen van de plechtigheid, het verwerkingsproces en het kiezen van een asbestemming. Hieronder zal men een kort inleidend stuk lezen over de plechtigheid, verwerking en asbestemming. Hier is voor gekozen om zo de gedachtegang ervan te weten komen. En dan met name de eisen, materialen, apparaten die bij een crematie komen kijken. Plechtigheid In de Nederlandse crematoria is het mogelijk voorafgaand aan de crematie een afscheidsplechtigheid te houden. Men kan daarvoor gebruikmaken van de aula van het crematorium, waar over het algemeen professionele voorzieningen voor het spelen van muziek aanwezig zijn. In toenemende mate zijn ook andere audiovisuele middelen beschikbaar. Na de plechtigheid kan de familie meestal gecondoleerd worden in een van de condoleanceruimtes van het crematorium. Op verzoek van de familie kunnen daar ook meer of minder uitgebreide cateringvoorzieningen gerealiseerd worden. De benodigde tijd is door de familie vooraf te bepalen. De uitvaart volgde vroeger vaak een vast stramien, tegenwoordig is deze steeds meer een persoonlijke aangelegenheid. De identiteit van de overledene bepaalt vaak hoe de uitvaart eruit gaat zien. De muziekkeuze speelt daarbij vaak een belangrijke rol.

Overleden

Keuze crematie

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Opbaring

Tocht naar crematorium

Plechtigheid

Werking van een crematorium Tegenwoordig is een crematie bijna volledig geautomatiseerd, de crematieovens zijn onder andere computergestuurd. Toch blijft de aanwezigheid van een mens noodzakelijk. Wanneer de crematieplechtigheid van de overledene is afgelopen wordt de lijkkist naar de ovenruimte gebracht. Een medewerker van het betreffende crematorium gaat dan een aantal verplichte documenten controleren. De gegevens op deze documenten moeten overeen komen met de gegevens van de overledene en het registratienummer op de kist. Wanneer alle gegevens overeen blijken te komen, wordt het crematiedocument ondertekend en wordt er op de kist een vuurvaste steen gelegd. Deze steen heeft een uniek nummer. De steen wordt gebruikt om eventuele vergissingen te voorkomen. Door de steen is de latere as dus te identificeren. Eventuele kunststof of metalen handgrepen worden van de kist verwijderd (milieuvoorschrift). Wanneer de steen geplaatst is, wordt de kist in de oven gezet. Bij een temperatuur van tussen de 400 en 1100 graden Celsius wordt de kist met daarin het lichaam verbrand. Dit hele proces duurt, afhankelijk van het soort oven, zo'n vijf kwartier tot vier uur. Bij het plaatsen van de kist in de oven mag de familie nog aanwezig zijn, echter wanneer de oven gesloten is en het verbrandingsproces wordt gestart, vaak niet meer. Na het verbrandingsproces wordt de oven afgekoeld. Wanneer de oven genoeg gekoeld is, kunnen de overgebleven stoffelijke resten worden verwijderd. De inhoud van de oven bestaat nu enkel nog uit botresten, de vuurvaste steen en eventuele metaalresten van bijvoorbeeld sieraden, gebitsprothesen en andere prothesen. De stoffelijke resten, de steen en het metaal, worden in een aslade verzameld. De metalen worden apart verzameld. Dit betreft zowel chirurgisch staal als bijv. schroeven van de kist. Ook wordt edelmetaal van bijv. tanden of kiezen teruggevonden. Het edelmetaal en het chirurgisch staal worden bewaard en regelmatig opgehaald door een gespecialiseerd verwerkingsbedrijf, dat deze resten weer verwerkt. Zo ook de overgebleven handgrepen. De opbrengst hiervan wordt geschonken aan een goed doel. Iedereen kan via de Landelijke Vereniging van Crematoria goede doelen hiervoor aandragen. Voorwaarden zijn: Nederlands project, specifiek toewijsbaar aan een project, activiteit, onderzoek (afgerond/herkenbaar karakter), op het gebied van gezondheidszorg of met nauwe band. De van metaalresten ontdane as gaat vervolgens in een ascremulator. Dat is een soort centrifuge, waarin de asresten als het ware fijn gemalen worden door middel van twee of meer stalen ballen. Via een zeef komt de as uit de cremulator in de asbus. De crematiesteen wordt voor sluiting in de asbus gedaan. Op die manier is de as altijd herkenbaar. Asbestemming Na de crematie is het wettelijk verplicht de as 30 dagen in het crematorium te bewaren. De as wordt dan bewaard in wat men noemt "de algemene nis". De algemene nis is niet toegankelijk voor vreemden en nabestaanden. Men heeft dan langer de tijd om over een bestemming na te denken. Na 30 dagen wordt de as aan de nabestaande gegeven. De nabestaande hebben dan de keuze wat er met de as gaat gebeuren. Dit wordt dan bewaart (in huis, tuin, urnenmuur of bestaand familiegraf) of verstrooid (in de lucht, op het terrein van het crematorium, op de zee of op een dierbare plek).

Kist verplaatsen naar ovens

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

Verbranding

Asverwerking

Algemene nis

Asbestemming

13


2.0 ANALYSE CREMATORIUM 2.2 Godsdienst Voor een crematorium moet er ook gekeken worden naar de verschillende soorten crematies. Zo zijn er meerdere geloofsovertuigingen geloofsovertuigi waarbij er gekeken moet worden of ze wel gecremeerd mogen worden en of hier bepaalde rituelen aan vast zitten. Wanneer dit onderzocht is, is het meteen duidelijk waar men op moet letten bij het uitwerken van een ee crematorium als men kijkt naar het geloof.

Symbool

Geloof

Humanistisch

Katholiek

Protestantschristelijk

Gereformeerd

Joods

Islamitisch

Hindoe誰sme

Begrafenis of crematie?

Onderbouwing

Beide

Voor humanisten is de dood een ondoorgrondelijke gebeurtenis dat men niet tegen kan houden. Hierdoor is men hier al hun hele leven er mee bezig. Zo is heeft men vaak voor hun dood al hun beslissing vast of men begraven of gecremeerd willen worden. Bij humanisten is er geen ritueel waar men zich aan houd zoals bij andere geloven. Men geeft er vaak wel een plechtigheid tijdens de gehele gebeurtenis zelf. Dit wordt echter gedaan voor persoonlijke gevoelens dan voor het geloof.

Beide

De priester of pastor speelt een belangrijke rol bij de voorbereiding van de begrafenis of crematie. Als de overledene gecremeerd gecrem wil worden, is daar sinds de jaren zestig vanuit de katholieke kerk geen bezwaar meer tegen. Aan de crematie zal meestal een woordwoord en gebedsdienst in de parochiekerk voorafgaan. Door het grote priestertekort van tegenwoordig heeft lang niet iedere geestelijke tijd om na de mis mee te gaan naar het crematorium. De laatste plechtigheden worden dan aan de uitvaartverzorger u overgelaten. Eventueel wordt de woorden gebedsdienst in de aula van het crematorium gehouden, wanneer de nabestaanden daar prijs op stellen. Een woordwoord en gebedsdienst wordt bij voorkeur in de kerk gehouden.

Voorkeur gaat naar begrafenis

Bij de reformatie werden typisch katholieke uitvaartrituelen zoals de dodenwake, de lijkredes, de dodenmis, en de handelingen bij de begrafenis, door de protestanten overboord gezet, omdat ze naar hun idee voortkwamen uit bijgeloof. Sinds het begin van deze eeuw zijn mensen in hervormde en gereformeerde kring kri er steeds meer van overtuigd geraakt dat er toch een christelijke vorm van uitvaart zou moeten worden gecre谷erd. Daardoor is het langzamerhand gebruikelijk geworden dat de uitvaart uitvaa plaatsvindt vanuit een kerkdienst. Hoewel er in orthodox-protestantse protestantse kring weerstanden bestaan tegen crematie is nergens in synodale uitspraken vastgelegd dat cremeren niet is toegestaan. Tevens staat de uitvaart geheel in de naam van de persoon, die zo vaak mogelijk wordt uitgesproken

Begrafenis

Bij de gereformeerde gelovigen is het een must om te worden begraven. Dit in verband met dat het niet Bijbels is om de doden te verbranden. Tevens zijn de gereformeerde er van overtuigt dat er een hemel en hel is en de mensen die goed bekeerd zijn komen alleen in de hemel en de rest in de hel. Echter worden de mensen hier wel in vrijgelaten om hier zelf over te kiezen, maar niemand zou ervoor willen kiezen om tegen het woord van god in te gaan. De gereformeerde hebben als ceremonie een ee sober en niet mensgerichte begrafenis. De begrafenis staat hier geheel in het teken van god.

Begrafenis

om Bij de joodse gemeenschap is het verboden om gecremeerd te worden. Zo is het dan ook traditie dat men begraven wordt. Dit nog wel in zo snel mogelijke tijd en zonder kist. Echter omdat het in Nederland verboden is om doden zonder kist te begraven wordt men in een simpele vurenhouten kist begraven die voor iedere ied joodse gelovige hetzelfde is. In de kist krijgt men tevens een zakje aarde onder het hoofd dat afkomstig is vanuit Israel, of de aarde wordt over het lichaam heen gestrooid. Bij veel joodse gemeenschappen is cremeren verboden maar sommige mensen kiezen hier toch voor na overleg met de rabbijn. Men doet dit in teken van verbondenheid met de Holocaust. Men kan dit vast laten leggen in het codicil.

Begrafenis

In Nederland wonen vooral moslims van Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Indonesische afkomst. Na een overlijden worden grotendeels grote de Turkse en Marokkaanse Nederlanders in het buitenland begraven. Het is aanbevolen door de Profeet Mohammed om te worden begraven waar men sterft. Dat dit nog sporadisch gebeurt, heeft te maken met het feit dat er nog onvoldoende faciliteiten zijn om Islamitisch te begraven volgens de eigen godsdienstcodes. Tegelijkertijd zijn uitvaartpolissen uitvaartpoliss om praktische redenen toegesneden op de overledene terug te laten keren naar het vaderland.. In feite is de uitvaart voor Turkse en Marokkaanse Nederlanders theoretisch al geregeld en gericht op begraven in de thuislanden. thuisl Een begrafenis in het land van herkomst is vanwege de vliegkosten nogal kostbaar, maar er zijn tegenwoordig uitvaartverzekeringen met speciale buitenlandpolissen buit waarmee de kosten kunnen worden gedekt. Inmiddels zijn er in Nederland diverse islamitische begraafplaatsen, vaak als onderdeel van een openbare begraafplaats. Crematie Crema is niet toegestaan.

Cremeren

Bij de hindoe誰sme kiest men altijd voor cremeren. Dit met de reden dat men gelooft dat wanneer iemand overlijd de ziel het lichaam verlaat en opzoek gaat naar een andere gastheer. Dit betekent dus dat het lichaam geen nut meer heeft. Bij de crematie wordt het lichaam altijd ingepakt in een speciale doek en zal z men meerdere ceremonies uitvoeren voordat men het lichaam gaat verbranden. Zo gaat er veel eerbetoon naar brahm toe. Brahm staat voor de vijf elementen van het leven: water, vuur, ether, lucht en aarde. Na de crematie zullen er nog een aantal ceremonies gevoerd worden om zo de ziel en het lichaam naar de oneindigheid te sturen.

Conclusie Na onderzoek gedaan te hebben naar de verschillende godsdiensten is eruit gekomen dat er bij 3 soorten geloven gecremeerd wordt. wor Dit zijn de humanisten, de katholieken en het hindoe誰sme. Echter komt het ook voor dat de Protestants-christelijke christelijke en de joodse mensen zich af en toe laten cremeren. Dit komt echter bijna nooit voor met de reden dat het he in tegenstrijd is met hun geloof. Voor de crematies zijn er echter wel rituelen, maar deze rituelen hebben geen invloed op de manier waarop er gecremeerd wordt. Men moet hierbij meer denken aan toespraken en/of symbolen toevoegen toevo aan de kist, zoals rijstballen bij de hindoes. Dit doen ze met de reden dat het leven alleen mogelijk is als er eten is.

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

14


2.0 ANALYSE CREMATORIUM 2.3 Gevoel Een crematorium is een ruimte waar afscheid van een dierbaar iemand wordt genomen. Voor nabestaanden en naasten is het fijn dat men zich in deze ruimtes prettig voelt. De situatie vraagt namelijk niet om een onpersoonlijke sfeer. Openheid en een warmte moet gecreëerd worden om een troostrijke en huiselijke sfeer te kunnen verzorgen. Daarnaast is het ook belangrijk dat er een mogelijkheid is om een persoonlijke sfeer te kunnen creëren. Bij de plechtigheid is dit echter de laatste keer dat men de overledene een persoonlijke groet kan brengen. Muziek speelt hierbij een rol, omdat dit een zeer geschikt medium is om de overledene te kunnen herdenken in zijn of haar eigen smaak en stijl. Daarnaast zijn er tal van algemene liederen welke geschikt zijn voor crematies, begrafenissen en condoleances. Verscheidene crematoria en afscheidscentrums maken tegenwoordig gebruik van een beamer of tvschermen om zo foto’s en beelden van de overledene te kunnen tonen. Hiernaast is een afbeelding te zien van het crematorium in Almere. Hier is er voor gekozen om rondom de toegangsweg een bomenrij te plaatsten en voor de ingang een pleintje te creëren. Op deze manier wordt de weg richting het pand benadrukt en is er voor het pand zelf een punt van ontmoeting tussen de nabestaanden.

Terugkoppelend op het door ons gekozen project wordt het creëren van een park en bosrijk karakter vaker gebruikt. Één van de eisen van de provincie Vlaams-Brabant was dan ook om een parkbos met een open karakter bij de ingang van het crematorium en afscheidscentrum te plaatsen. Op de afbeelding hieronder is te zien hoe dit er uit komt te zien. Net als in Almere zal de toegangsweg benadrukt worden door een bomenrij.

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Naast de omgeving van het crematorium is ook de inrichting van de verschillende ruimten in het pand erg belangrijk. In het gekozen ontwerp wordt de nadruk gelegd op de manier waarop met lichtinval omgegaan wordt. Het gebruiken van een prettige en mooie lichtinval in het ontwerp van het crematorium wordt steeds vaker toegepast. Licht is een element wat een prettig gevoel kan geven en de ruimtes kan verlichten en kan tevens een goede sfeer verzorgen. Dit kan zowel met kunstmatig licht, als met zonlicht. Beide gevallen kunnen voor een prettige sfeer zorgen, mits ze goed gebruikt worden. Het is natuurlijk niet de bedoeling om TL verlichting te gebruiken, dit zorgt voor een kille uitstraling en een onpersoonlijke sfeer. Hieronder zijn een aantal afbeeldingen geplaatst welke goed laten zien hoe er in verschillende crematoriums met zowel zon- als kunstlicht omgegaan wordt.

Zoals hierboven te zien is kan er heel veel gedaan worden met kunstlicht. Verschillende soorten lampen, kleuren en de intensiteit van het licht kunnen voor een goede sfeer zorgen. Het gebruik van een koof tegen het dak om daar lampen in te plaatsten is ook een manier welke steeds vaker toegepast wordt. Dit met de reden dat de lichtbronnen niet opvallen maar de ruimte wel verlicht wordt. Hieronder een afbeelding van het crematorium in Haarlem. Dit is een erg hedendaags crematorium wat onder andere de Houtprijs gewonnen heeft. In dit crematorium wordt veel gebruik gemaakt van hout en glas, wat samen zorgt voor een goede sfeer. In hoofdstuk 3.0 Typologie en referenties wordt er dieper ingegaan op dit crematorium.

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

15


2.0 ANALYSE CREMATORIUM Materialen Naast de sfeer die gecreëerd wordt door de omgeving van het gebouw, zijn de materialen en de kleuren van het gebouw ook erg belangrijk. Deze bepalen voor een groot gedeelte de sfeer in en om het gebouw en de uitstraling ervan. Zowel het interieur als het exterieur is belangrijk voor de sfeerbepaling en het gevoel wat men krijgt van het gebouw en de inrichting. Hieronder een afbeelding van het crematorium in Dordrecht, met de daarbij behorende gedachtegang met betrekking op het uiterlijk en gebruik van materialen.

Interieur In het gebouw zelf zal ook de nodige zorg uitgaan naar het goed aankleden van de verschillende ruimten. Ook hier is het namelijk belangrijk dat er een goede sfeer wordt gecreëerd. Men wil niet in een kille, onpersoonlijke ruimte afscheid van een naaste nemen. Ook in dit geval zijn er al een aantal onderdelen door de architecten bepaald. In de ontwerpschetsen is al duidelijk te zien met welke kleuren er in het crematorium gewerkt zal worden. Hieronder en impressie daarvan.

Aula en crematorium Essenhof, Dordrecht De nieuwbouw met aula en crematorium ligt aan een groene rand van de begraafplaats Essenhof. Kenmerkend voor het gebouw zijn de ronde vormen, de witte gevelbekleding en de smalle, rechthoekige vensters. Het hart van het gebouw bestaat uit een ronde patio, waarin een vijver en een rotstuin zijn aangelegd. In het interieur overheersen lichte en zachte kleuren. Vanuit de wachtkamer heeft men uitzicht op de patio, waaromheen een gang voert. Aan deze gang, die aan de patiozijde in glas is uitgevoerd, grenzen de overige ruimtes, waaronder de familiekamer, twee condoleancezalen en facilitaire ruimtes. Vanuit de aula heeft men zicht op een groen veld dat wordt omzoomd door een met rijen essen geflankeerd wandelpad. De accommodatie is zo opgezet, dat zij met respect voor ieders overtuiging bruikbaar is voor zowel begrafenis- als crematieplechtigheden.

Zoals op de afbeeldingen te zien is, zal er gebruik gemaakt worden van bruine en donkere tinten in het gebouw. Dit zorgt samen met het kunstmatige -en het zon-lichtinval voor een mooi contrast. Daarnaast is bruin een kleur welke refereert aan de natuur en de omgeving van het ontwerp. In wat voor materialen dit toegepast gaat worden in het crematorium is nog nader te bepalen. Dit zal uiteraard samenhangen met de kosten van verschillende materialen, zoals bijvoorbeeld koper.

Exterieur Het uiterlijk van het gebouw staat in het gekozen project al vast, de materialen waar dit in uitgevoerd wordt kunnen echter aangepast worden, zolang de architectonische waarde en de bedoelingen van de architect daar niet mee verloren gaan. Zoals op de afbeelding hieronder te zien is, willen de architecten het gebouw op laten gaan in de omliggende natuur. Als gevelbeeld is gekozen voor een gevel welke om de verschillende onderdelen van het gebouw heen valt in de vorm van een ‘doos in doos constructie’. Door speels geplaatste verticale houten elementen refereert het gevelbeeld aan het aanwezige bosrijke gebied.

Symboliek van de kleur bruin Karakteristiek voor bruin is een verlangen naar het gedegene, alledaagse, het leven van de gewone burger enerzijds. Echter ook afkeer van de sleur van het leven, de tredmolen van het bestaan, van alles wat middelmatig en saai is anderzijds. Betekenis kleur bruin Aards, geborgenheid, vertrouwenwekkend, eerlijk, eenvoud, bescheiden, nobel en warmte. Bron: http://mens-en-samenleving.infonu.nl/psychologie/4067kleurenpsychologie-betekenis-kleur-bruin.html

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

16


2.0 ANALYSE CREMATORIUM 2.4 Ruimtegebruik Zoals in hoofdstuk 2.1 Organisatie en handelingen is beschreven, zijn er verschillende handelingen nodig om een crematie volledig uit te voeren. Deze handelingen gebeuren niet allemaal in één ruimte. Hieronder de verschillende kamers met daar een toelichting bij. -

Administratie Ontvangstruimte Aula Muziekkamer

-

Condoleanceruimte Ovenruimte Asverwerkingsruimte Showroom

Hoe een afscheidsplechtigheid eruit gaat zien, is geheel te bepalen door de nabestaanden. Soms is er een duidelijke voorkeur om in stilte afscheid te nemen of zelfs om helemaal geen afscheid te nemen. Dat is echter een uitzondering. Er zijn veel mogelijkheden om het afscheid nemen op een volstrekt eigen en persoonlijke manier te doen. Een belangrijk onderdeel is de muziek. Daarin kunt u veel tot uitdrukking brengen over uw gevoel en over de overledene.

Administratie Als er iemand is overleden nemen de nabestaanden in eerste instantie contact op met een uitvaartverzorger die bij de mensen thuis langs komt om alles te bespreken. De uitvaartverzorger kan veel zaken regelen en is de contactpersoon tussen de nabestaanden en het crematorium. Als er gekozen wordt voor een crematie, zal de uitvaartverzorger alle zaken doornemen die hiervoor van belang zijn. Zo zal de uitvaartverzorger vragen naar welk crematorium de nabestaanden willen. De keuze hierin is vrij. Er zijn geen voorschriften of beperkingen per regio. De uitvaartverzorger noteert gegevens en afspraken op het aanvraagformulier. De uitvaartverzorger zal de meeste vragen op dit formulier met de nabestaanden doornemen. Deze gegevens zijn namelijk voor het crematorium van belang. Aan de hand daarvan kan het crematorium zorgen dat alles perfect wordt geregeld. Als er een crematie geboekt wordt, is er een bepaalde hoeveelheid tijd ter beschikking. Bij de crematoria van Yarden is dat bijvoorbeeld 1 uur en 15 minuten. Die tijd is te verdelen tussen aula en condoleancekamer. Voor de meeste crematieplechtigheden is dat voldoende is. Er is een mogelijkheid om extra tijd aan te vragen, maar dit moet van te voren gereserveerd worden.

Ontvangstruimte De familie kan aankomen per stoet of op eigen gelegenheid. Een medewerker van het crematorium staat bij aankomst bij de familiekamer klaar om men te ontvangen en eventueel te helpen bij het uitstappen uit de auto`s. Belangstellenden kunnen bij binnenkomst het condoleanceregister tekenen. De meeste crematoria beschikken over meerdere ontvangstruimten voor familie en belangstellenden waar men in alle rust kan wachten tot de crematieplechtigheid begint. De vertrekken zijn van elkaar gescheiden zodat ontvangst op gepaste wijze geschiedt. Terwijl de nabestaanden in deze ruimtes verblijven, wordt de kist met de overledene in een van de aula`s opgebaard waarbij tevens alle voorbereidingen worden getroffen om de dienst goed te laten verlopen. Hierbij kan ook gekozen worden om de hele ceremonie persoonlijker te maken. De familie mag bijvoorbeeld zelf de kist naar binnen dragen, de bloemen neer te leggen of een aantal persoonlijke voorwerpen van de overledene plaatsen (bijvoorbeeld een foto of een schilderij). Als de plechtigheid begint, neemt de familie meestal als eerste plaats in de aula, daarna volgen de belangstellenden.

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Aula De meeste crematoria hebben een grote aula en een kleine aula. Voor aanvang van de plechtigheid is het mogelijk individueel afscheid te nemen van de overledene. De plechtigheid kan geheel naar eigen wens worden ingevuld. Zoals bijvoorbeeld een sobere, een meer uitgebreide of een kerkelijke plechtigheid. Eén of meerdere sprekers, levende muziek, verschillende muziekstukken, veel, weinig of geen bloemen, de kist open of dicht in de aula.

De plechtigheid kan op verschillende manieren worden afgesloten. Men kan bijvoorbeeld tijdens een laatste muziekstuk langs de baar defileren voor een kort afscheid om vervolgens de aula te verlaten. Ook kan men ervoor kiezen de kist tijdens de dienst aan het oog te onttrekken. In sommige crematoria bestaat de mogelijkheid de kist te laten dalen. Andere crematoria bieden de mogelijkheid de kist aan het oog te onttrekken met een langzaam sluitend gordijn. De linten en kaarten, die vaak bij de bloemen zijn gevoegd, worden na afloop van de dienst aan de familie overhandigd. Als herinnering of - heel praktisch - zodat u weet wie er bloemen heeft gegeven en u de afzender kunt bedanken. De familie bepaalt wat er met de bloemen gebeurt. Vaak blijven ze achter bij het crematorium en worden ze op een herdenkingsplaats in het park gelegd.

Muziekkamer Muziek is een belangrijk onderdeel van de crematieplechtigheid. Crematoria hebben een grote collectie muziek die is opgenomen in een muziekboek en in het bezit is van de uitvaartverzorger. Als de gewenste muziek niet beschikbaar is of wanneer een andere uitvoering wordt gewenst, kan de muziek door de nabestaanden zelf worden verzorgd. Daarnaast is er ook de mogelijkheid om te kiezen voor ‘live’ muziek. Hiervoor is er beschikking over een orgel of vleugel. Het kan prettig zijn een plechtigheid op een later tijdstip terug te horen of te zien. Bijna alle crematoria beschikken over audiodanwel videoapparatuur zodat de plechtigheid opgenomen kan worden. Een aantal crematoria heeft ook apparatuur in huis om de plechtigheid uit te zenden via internet. Nabestaanden die moeilijk ter been zijn of zich in het buitenland bevinden kunnen dan toch iets van de plechtigheid meemaken.

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

17


2.0 ANALYSE CREMATORIUM Condoleanceruimte Na de plechtigheid ontmoeten familieleden en belangstellenden elkaar in de condoleanceruimte van de grote of kleine aula. De belangstellenden kunnen hier de nabestaanden condoleren en als de familie dat wenst, gebruik maken van de catering die het crematorium kan verzorgen.

Asverwerkingsruimte Na de crematie wordt de as opgevangen in een metalen bak om af te koelen. Er blijft tussen 2,5 en 3,5 kg as per overledene over. In de asverwerkingsruimte worden metalen (schroeven en nieten van de kist, chirurgische metalen etc.) uit de as verwijderd. De as wordt fijngemaakt in een cremulator (een machine met grote metalen bollen) en vervolgens samen met het identificatiesteentje geborgen in een asbus waarop de noodzakelijke gegevens van de overledene staan vermeld (naam, datum van crematie en crematienummer). Vervolgens zal de as een maand bewaard worden in het crematorium. In deze tijd kunnen de nabestaanden een keuze maken voor een asbestemming.

De condoleance kan op verschillende manieren plaatsvinden. De voorkeur van de familie is meestal eerst koffiedrinken en daarna gelegenheid geven tot condoleren. Zo kan de familie eerst even tot zichzelf komen en iets drinken. Bovendien staan de belangstellenden dan niet zo lang in de rij.

Ovenruimte Na de plechtigheid in de aula brengt een medewerker van het crematorium de kist naar de ovenruimte, waar al vrij snel de feitelijke crematie begint. Als nabestaanden dat wensen, kunnen zij aanwezig zijn bij het invoeren van de kist in de oven. Elke overledene wordt afzonderlijk gecremeerd en in principe op de dag van de plechtigheid. De kist wordt op een invoerwagen geplaatst en bij een temperatuur van circa 800 graden Celsius ingevoerd in de oven. Het crematieproces is computergestuurd en duurt ongeveer 70-75 minuten waarbij de temperatuur van de oven oploopt tot circa 1100 graden Celsius. De ovens van het crematorium zijn vanwege milieuvoorschriften voorzien filters die de rookgassen reinigen. Om te zorgen dat er geen verwisseling van de as kan plaatsvinden, wordt er voor het invoeren in de oven een identificatiesteentje met het unieke crematienummer van het crematorium op de kist gelegd. Dit steentje wordt pas van de as gescheiden als er wordt overgegaan tot verstrooiing.

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Showroom Na de crematie zijn er voor de nabestaanden verschillende mogelijkheden de overledene te gedenken. Crematoria verlenen diensten op het gebied van asbestemming en mogelijkheden ter nagedachtenis, rekening houdend met de wensen van de nabestaanden, het milieu en de Nederlandse wetgeving. Volgens de Nederlandse wet is het crematorium verplicht de as een maand in bewaring te houden. Pas daarna mag er worden overgegaan tot bijvoorbeeld verstrooiing. Bij de mogelijkheden ter nagedachtenis zijn er verschillende opties zoals sierurnen, beelden, urnamenten, medaillons, glassculpturen of plaatsing van gedenkplaten en gedenkstenen. Een eventuele tekst kan door de nabestaanden zelf bepaald worden. Reservering van een plaats voor een sierurn, gedenkplaat of gedenksteen is tevens mogelijk, evenals het aanwezig zijn bij plaatsing. De basiskeuze die door de nabestaanden gemaakt moet worden is of men de as wil bewaren, of men wil gaan verstrooien of een combinatie daarvan. Zo is het mogelijk het grootste deel van de as te verstrooien en een beetje as te bewaren. Nabestaanden die nog geen beslissing kunnen of willen nemen over de asbestemming, kunnen de as van de overledene laten bewaren in de Algemene Nis. Deze Algemene Nis is voor publiek toegankelijk, maar geeft de nabestaanden bedenktijd voor het nemen van een besluit over een definitieve asbestemming.

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

18


2.0 ANALYSE CREMATORIUM 2.5 Ruimtebenaming in gekozen crematorium Aan de hand van hoofdstuk 2.4 Ruimtegebruik, is er gekeken waar de benodigde ruimten voor een crematorium zich in het gekozen crematorium zich bevinden. Hieronder de plattegronden met een ruimtenummering en benaming.

1 2

5 17 6

4

6

5

5

4

4

3

3

3

7

7

7

8

9

3

5

NIVEAU 0 – BEGANE GROND

10 11 19 12

13 13 13

15 18

14 17

16

16

20

18

3

NIVEAU -1 – KELDER

01 02 03 04 05

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Ingang bezoekers/familie Gang Garderobe/toilet Ceremonieruimte Familiekamer

06 07 08 09 10

Lift/muziekpaneel Eetkamer familie Keuken Cafetaria Ingang lijkwagen

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

11 12 13 14 15

Gang lijkwagen Parkeerplaats Opbaringruimte Koelcel Gang

16 17 18 19 20

Lift Ovens/asverwerking Technische ruimte Opslag Administratie

19


3.0 TYPOLOGIE EN REFERENTIES

20


3.0 TYPOLOGIE EN REFERENTIES In dit hoofdstuk wordt de vergelijking gemaakt met andere crematoria in Nederland. Dit om een beeld te krijgen hoe hedendaagse crematoria en afscheidscentrums worden ingedeeld en modern worden vormgegeven. Er is voor gekozen om bekende en nieuwe crematoria te onderzoeken. Daarnaast wordt er gekeken naar onderdelen welke toepasbaar zijn voor het eigen ontwerp. De verschillende crematoria waar naar gekeken is, zijn verdeeld in de volgende hoofdstukken: 3.1 Crematorium Haarlem 3.2 Crematorium Alphen aan den Rijn 3.3 Begraafplaats en crematorium Westerveld

Crematorium Haarlem

Afscheidscentrum de Holmen, Hoofddorp

3.6 Bezoeken en conclusie

Begraafplaats en crematorium Westerveld

3.5 Afscheidscentrum de Holmen, Hoofddorp

Crematorium Rusthof, Amersfoort

3.4 Crematorium Rusthof, Amersfoort

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Crematorium Alphen aan den Rijn

3.0 TYPOLOGIE EN REFERENTIES

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

21


3.0 TYPOLOGIE EN REFERENTIES 3.1 Crematorium Haarlem Het crematorium in Haarlem is één van de bekendere crematoria in Nederland. Dit komt onder andere omdat crematorium de Houtprijs heeft gewonnen in 2003. Het crematorium is ontworpen door architect Herman Zeinstra, van architectenbureau Zeinstra en van der Pol en is uitgevoerd door Aannemingsbedrijf Ooijevaar uit Alkmaar. Hieronder enkele foto’s en impressies van Crematorium Haarlem.

Het rituele karakter van het begrafenisritueel, met een procesgang van verschillende etappes, biedt houvast en troost. Juist deze gang door opeenvolgende fasen, in verschillende ruimtes, is zo belangrijk voor de verwerking van een verlies. De in Europa vooralsnog relatief nieuwe ceremonie van de crematie heeft zich nog niet ontwikkeld tot een traditioneel ritueel. Uitgangspunt voor het ontwerp was dan ook niet de gebeurtenis van de crematie, maar het ritueel van de procesgang. Alle programma-onderdelen van de rouwdienst zijn in het ontwerp ruimtelijk gerangschikt rondom een binnentuin. Houten kappen overspannen de ontvangst- en condoleanceruimte. Hoge, glasstroken geven zicht op de toppen van de omringende bomen. De ruimtes lopen uit op besloten patio’s. De aula, opgebouwd uit hoge houten spantbenen met daartussen glas en een houten kap, staat centraal in de binnentuin. De elementaire begrijpbare en herkenbare architectuur, met ritmische herhalingen van constructieve elementen, draagt bij aan het proces van het afscheid.

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

22


3.0 TYPOLOGIE EN REFERENTIES 3.2 Crematorium Alphen aan den Rijn Crematorium Alphen aan den Rijn, staat voor een bundeling van dienstverlening rondom de uitvaart betreffende opbaren in het uitvaartcentrum, rouwbezoek, auladiensten, cremeren en asbestemmingen. Het crematorium is gevestigd naast de Oosterbegraafplaats van de gemeente Alphen aan den Rijn. Indien uw dierbare overledene wordt begraven kunt u ook gebruik maken van de facliciteiten van het crematorium.

Het crematorium ligt in een bosparkachtige omgeving, nabij het recreatiegebied Zegersloot. Het gebouw straalt rust uit en heeft een intieme sfeer. Als men langs de vijver omhoog loopt komt men bij de ingang van het crematorium en uitvaartcentrum. Rechts naast het gebouw treft men de ingang van de Oostergraafplaats waar naast de vele soorten graven ook veel aandacht is besteed aan de diverse urnengraven, het columbarium en een strooiveld. Als men moeilijk te been is dan kan men hen direct bij de ingang laten uitstappen en daarna de auto parkeren. Het aulagebouw is rolstoelvriendelijk. In het aulagebouw vindt men de grote aula en grote en kleine koffiekoffie en familiekamers voor ontvangst en condoleance. In het aulagebouw zijn ook de opbaarkamers en condoleanceruimte van het uitvaartcentrum en de technische faciliteiten van het crematorium gevestigd. Het huidige aulagebouw is gebouwd rondom de vroegere aula van de Oosterbegraafplaats.. De oorspronkelijke aula is nu een bijzondere en prachtige ontvangstruimte, waar de condoleances plaatsvinden na de uitvaartplechtigheid. Het geheel is licht en ruim opgezet, een mooi architectonisch geheel. In het ontwerp zijn rust, stijl en ingetogenheid uitgangspunten geweest.

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

23


3.0 TYPOLOGIE EN REFERENTIES 3.4 Begraafplaats en crematorium Westerveld Begraafplaats & Crematorium Westerveld is een van de oudste particuliere begraafplaatsen én het eerste crematorium van Nederland. Per Koninklijke Goedkeuring werd het landgoed Westerveld op 23 juli 1888 ingericht tot 'een bijzondere begraafplaats, bestemd voor iedereen'. Op 1 mei 1890 werd de begraafplaats officieel geopend. De beroemde Haarlemse tuinarchitect L. Zocher tekende voor het ontwerp. In 1913 werd er op het duingebied Westerveld het eerste crematorium van Nederland gebouwd. Dit gebeurde in opdracht van de huidige Koninklijke Vereniging voor Facultatieve Crematie, die sinds haar oprichting in 1874 een voortrekkersrol gespeeld heeft op het gebied van cremeren in Nederland.

Begraafplaats en crematorium Westerveld is een begraafplaats en crematorium waar mensen vanuit het hele land gebruik van maken. Men wil hier graag begraven of gecremeerd worden, omdat het een schitterende locatie is. Daarnaast zijn er diverse grote namen begraven op Westerveld welke een mooie plaats hebben gekregen. Denk hierbij aan Dhr. Fokker, en voor dat Pim Fortuyn naar Italië is gebracht voor zijn laatste rustplaats heeft hij daarvoor op begraafplaats Westerveld gelegen. Daarnaast wordt Westerveld veelvuldig gebruikt om te dienen als filmlocatie voor diverse producties. Zowel films, series en documentaires maken gebruik van Westerveld. Enkele voorbeelden zijn de series Unit 13 en De Kleine Waarheid

Westerveld ligt in een duingebied, tevens een vogelreservaat. Het voormalige landgoed, dat ruim 35 hectaren groot is en tal van monumenten telt, heeft een heel eigen identiteit. Het hoogteverschil en de grote verscheidenheid aan groen zijn naar Nederlandse begrippen uniek. Westerveld is dan ook, naast een laatste rustplaats, een geliefd wandelgebied. Ondanks het feit dat het één van de grootste begraafplaatsen van Nederland is, is het vooral een oase van rust en stilte. Nabestaanden hebben op Westerveld alle ruimte om te gedenken en te herdenken. Rondom en tijdens een plechtigheid is – binnen de grenzen van de wet - op Westerveld nagenoeg alles mogelijk. De combinatie van ruim 115 jaar ervaring en moderne dienstverlening maken Westerveld uniek. Er zijn twee aula’s, diverse ontvangkamers, verschillende condoleanceruimten, aparte familiekamers en een rouwkamer aanwezig. De ontvangst- en condoleanceruimten bevinden zich op korte loopafstand van het crematorium. Veel mensen ervaren dit als prettig. De rustgevende wandeling vóór maar zeker ook ná de crematieplechtigheid brengt nabestaanden weer wat tot zichzelf.

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

24


3.0 TYPOLOGIE EN REFERENTIES 3.4 Crematorium Rusthof, Amersfoort De nieuwbouw van het Crematorium Rusthof in Amersfoort bestaat uit een ruime aula met condoleรกnce- en bezinningsruimten en een apart ovengebouw. Het ontwerp heeft een eigen karakter, maar sluit goed aan bij de bestaande elementen. De nieuwbouw is gescheiden in twee volumes die ruimtelijk met elkaar verbonden zijn door een patio. Er is gekozen voor een sober materiaalgebruik: een gepleisterd wit gebouw met een plint van staande, roodbruine baksteen. Het ontvangst- en het verbrandingsgedeelte zijn van elkaar gescheiden om een zo pluriform mogelijk gebruik te faciliteren. Door de weldoordachte logistieke opzet zijn beide aula's voor zowel begraaf- als crematieplechtigheden te gebruiken.

Pas eind jaren negentig van de 20ste eeuw kwamen de plannen voor een crematorium op Rusthof in een uitvoeringsfase. Arnold Sikkel Si van EGM-architecten ontwierp op het voorplein, aan de rechterzijde een geheel nieuw gebouw met een compleet andere uitstraling dan de bestaande gebouwen van Van der Tak. De nieuwbouw bestaat uit een ruime aula met condoleance- en bezinningsruimten en een apart ovengebouw. Het ontwerp heeft een eigen karakter, vooral door de wit gepleisterde muren, maar sluit goed aan bij de bestaande elementen. Het nieuwe gebouw is gescheiden in twee volumes die ruimtelijk met elkaar verbonden zijn door een patio. In 2002 kon k het crematorium in gebruik worden genomen.

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

25


3.0 TYPOLOGIE EN REFERENTIES 3.5 Afscheidscentrum de Holmen, Hoofddorp Afscheidscentrum De Holmen is ontworpen als een apart deel van het verpleeghuis Bornholm.. Bij het ontwerp diende de afscheidsceremonie en de gemoedstoestand van familie en bezoekers als leidraad. Hier is dan ook bewust gekozen voor het langzaam betreden van, en ingeleid inge worden tot de plek waar een emotionele gebeurtenis plaatsvindt. Het gebouw kenmerkt zich door een hoge muur met openingen, waarachter de mystiek van het komende zich bevindt. De poort biedt toegang tot een binnenhof dat door schermen in verschillende gebieden wordt verdeeld. Via de vijver leidt het pad naar de entree, waar men pas bij de deur door een opening in ĂŠĂŠn van de schermen in de ontvangstruimte kan kijken. Deze wordt gekenmerkt door een ruimte in een ruimte. De rouwkamer staat symbolisch voor de helft in de ontvangstruimte; hier maakt de overledene nog deel uit van het gezelschap. Het scala van gebruikte materialen en kleuren is zo z natuurlijk mogelijk gehouden. Als materiaal voor 'de muur' is gekozen voor een roodpaarse handvorm steen. De schermen bestaan uit Western Red Cedar planken, voorzien van een transparante beits en cortenstalen platen met begroeiing.

De Holmen is, zoals eerder vermeld, een onderdeel van verpleeghuis Bornholm. Verpleeghuis Bornholm is aangesloten bij de Amstelring.. Deze organisatie staat voor thuiszorg, zoals huishoudelijke hulp en verpleging aan huis maar ook voor dagbesteding, verpleeghuiszorg, verzorgingshuiszorg en dienstverlening.

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

26


3.0 TYPOLOGIE EN REFERENTIES 3.6 Bezoeken en conclusie Naast het analyseren van verschillende crematoria en afscheidscentra is er ook een bezoek gebracht aan verschillende crematoriums. Er is een bezoek gebracht aan de volgende crematoria: Crematorium Haarlem Begraafplaats en crematorium Westerveld Crematorium Alphen aan den Rijn

Crematorium Haarlem Dinsdag 17 februari zijn we naar het crematorium in Haarlem geweest. Hier hebben we een rondleiding gehad en gesproken met de beheerder over het door ons gekozen ontwerp voor een crematorium. Tijdens de rondleiding hebben we een goed beeld gekregen van wat er allemaal komt kijken bij een crematie. De ruimte waar de kist in de oven geplaatst word, is in Haarlem voor de nabestaanden en belangstellende toegankelijk, waar men dus de overledene tot het moment van verbranden kan vergezellen.

Begraafplaats en crematorium Westerveld Na het bezoek aan het crematorium in Haarlem zijn we doorgereden naar het nabij gelegen Driehuis, voor een bezoek aan begraafplaats en crematorium Westerveld. Bij aankomst daar bleek dit al vele malen groter dan Haarlem. Niet qua gebouw, maar aan de hoeveelheid grond welke er om heen ligt. Er mag niet vergeten worden dat hier, in tegenstelling tot Haarlem, ook een begraafplaats is, waar uiteraard veel ruimte voor nodig is. De verschillende onderdelen van de begraafplaats en het crematorium zijn allemaal in verschillende panden. Zo zijn de receptie, petit-restaurant, aula’s en ontvangstruimten allen in een los gebouw. De weg welke afgelegd moet worden tussen de verschillende fase van een uitvaart wordt hier als prettig ervaren, omdat de mensen niet van het ene onderdeel in het andere rollen, maar tussendoor ook tijd hebben om het allemaal een plaats te geven en even tot zichzelf te kunnen komen. Hieronder wat foto’s van begraafplaats en crematorium Westerveld.

In de technische ruimten zijn alle installaties geplaatst. Hierin was goed de volgorde te zien, omdat de rookkanalen langs alle installaties liepen, om uiteindelijk als schoorsteen het pand te verlaten. De nieuwe regelgeving voor crematoria verplicht het om de rook te filteren voordat deze het pand mag verlaten. Er is ons daar veel verteld over de werking van de installaties en de manier van filteren. Hier wordt in hoofdstuk 5.0 Installaties nog verder op ingegaan. Hieronder wat foto’s van het crematorium Haarlem.

Hierboven twee afbeeldingen van de verschillende panden van Westerveld. Mede door de losse panden en de begroeiing eromheen heerst er een prettige sfeer. Hieronder enkele foto’s van binnen in de panden.

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

27


3.0 TYPOLOGIE EN REFERENTIES Crematorium Alphen aan den Rijn Dinsdag 3 maart zijn we naar Crematorium Alphen aan den Rijn geweest. Dit crematorium is onderdeel van de PC Groep, wat meerdere vestigingen heeft in Nederland. In dit crematorium hebben we een rondleiding gekregen en gesproken over het ontwerp van het crematorium in Holsbeek. Het crematorium ligt in een parkachtige omgeving en straalt rust en een intieme sfeer uit. Zoals op de afbeeldingen hieronder te zien is, ligt er voor het crematorium een vijver wat voor een natuurlijke sfeer zorgt. Bij binnenkomst worden de mensen opgevangen in een ontvangstruimte waar ook de condoleance registers aanwezig zijn. De familie zit in een aparte ruimte, welke aangekleed is als een huiskamer om een huiselijke sfeer te creëren. Op de foto rechtsonder is de ceremonieruimte te zien. Deze ruimte is aangekleed met warme materialen zoals hout en wanden met warme kleuren. Boven de locatie waar de kist staat bij een ceremonie is er op het dak een opbouw gemaakt waar ramen in verwerkt zijn. Deze zorgen voor een schitterend lichtinval op de kist, mits de zon goed staat. Rond het middaguur is de zonnestand en geeft dit een mooi effect. Crematorium Alphen aan den Rijn is een klein crematorium vergeleken met Westerveld. Er is hier, net als in Haarlem, één oven en één aula. Dit houdt dus in dat er maximaal één crematie/ceremonie tegelijkertijd uitgevoerd kan worden. De sfeer wordt als prettig en intiem ervaren, mede omdat dit crematorium klein is.

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Conclusie Een onderdeel dat bij beide bezoeken terugkwam, was het bespreken van de plattegrond van het door ons gekozen crematorium. In beide gevallen werd er ongeveer hetzelfde verteld. Hieronder een aantal punten welke werden aangehaald en in onze ogen belangrijk zijn z voor de verdere uitwerking van dit project en de aanpassingen aan het ontwerp.

De indeling van de plattegrond leek in de ogen van de beheerders van verschillende crematoria niet logisch. Logistiek zou het zoals het er nu uit ziet niet goed lopen. Dit omdat er maar één toegangsweg naar de aula’s is, waardoor in het ongunstigste geval de families fa van verschillende crematies elkaar tegen kunnen komen. Dit wordt als onprettig ervaren.

Daarnaast werd door beide beheerders opgemerkt dat het horeca gedeelte erg klein was in verhouding met de grootte van de aula’s. aula Daarnaast zou het aantal van twee aula’s tegenover drie horeca delen en drie crematieovens niet geheel juist zijn. Om een voorbeeld voo te geven: Crematorium Westerveld heeft twee ovens, en kan per jaar 3000 crematies uitvoeren. Drie ovens hebben dus een te grote capaciteit vergeleken met de grootte en het aantal van de aula’s.

Bovendien is het niet realistisch dat de administratie op -1 zit, onder de horeca. Dit zou betekenen dat er geen mogelijkheid is tot toetreding van zonlicht, wat het op basis van het bouwbesluit al een ongeschikte werkplek zou zijn. Daarnaast keurt de arbo-wet een ruimte af, als er geen natuurlijk lichtinval aanwezig is.

Er is geen mogelijkheid tot het plaatsen van ramen in de aula’s omdat men dan andere mensen langs ziet lopen welke uit de andere and aula komen, of de horeca. Deze looproutes zijn dus onhandig geplaatst.

De horeca is volgens de beheerders niet geheel logisch ingedeeld. Aangezien er 3 ruimtes zijn, welke met vouwwanden aanpasbaar aanpasbaa in grootte zijn, zullen er drie loop routes naar de verschillende horecadelen zijn. Door de keuken centraal te plaatsen wordt dit di aanzienlijk verbeterd omdat de looplijnen korter kunnen worden en er dus betere service kan worden verleend.

Belangrijk is dat er rekening wordt gehouden met het personeel wat zich in de condoleanceruimte moet verplaatsen met een dienblad dien koffie in hun handen. De aanwezige nabestaanden zijn meestal met hun hoofd ergens anders bij, en houden weinig rekening met het h aanwezige personeel. Belangrijk is dus dat er rondom de kantine en de koffieruimtes een looproute voor het personeel wordt gesitueerd.

De deuren in een crematorium moeten breed genoeg zijn om met een kist op een katafalk doorheen te kunnen. Daarnaast is het belangrijk dat de deuren vastgezet kunnen worden. Dit kan doormiddel van een free-arm of door middel van magneten tegen de wand. Bij brand zullen deze automatisch uitgeschakeld worden waardoor de deuren weer dichtvallen om rookverspreiding te voorkomen.

Er dient een aparte ruimte te komen nabij de aula voor de muziek. Het klaarzetten van de muziek kan namelijk niet in de aula zelf gebeuren tijdens de plechtigheden. Daarnaast moet de muziek vroeg genoeg van te voren aangeleverd worden, zodat dit gecontroleerd gecontrol kan worden om niet voor verrassingen te komen staan.

Muziek is erg belangrijk bij een uitvaart, omdat dit kan toevoegen aan een persoonlijke ceremonie. Daarnaast is het tegenwoordig tegenwoor ook mogelijk om filmbeelden te laten zien. Het gebruik van een beamer is in veel afscheidscentra geen overbodige luxe meer. Hierin Hier kan ook op worden ingespeeld door bijvoorbeeld wanden in het wit uit te voeren zodat deze als projectiewand gebruikt kunnen worden. worde Op deze manier hoeft men geen doek op te hangen waar het beeld op wordt geprojecteerd.

Bij begraafplaats en crematorium Westerveld komen ceremonies voor waarbij er een opkomst kan zijn van tot wel 1000 man. Hierbij Hierb moet niet alleen gedacht worden aan ruimte in de aula en in het horeca gedeelte, maar ook aan voldoende parkeerplaatsen. Tevens Teve dienen deze parkeerplaatsen verlicht te zijn, omdat het in de winter om 5 uur al donker kan zijn, terwijl een ceremonie dan nog n steeds mogelijk is.

Qua kleurenspel is het belangrijk dat men rust uitstraalt. Lichte kleuren worden veel gebruikt, iets wat bij zowel Haarlem als al Alphen aan den Rijn goed te zien was. Felle kleuren wordt als onprettig en te druk ervaren. Wat men wel kan doen is ‘shockeren met kunst’. Door in een rustige ruimte een kunstwerk te plaatsen kan men de aandacht hierop vestigen.

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

28


3.0 TYPOLOGIE EN REFERENTIES 3.7 Vergelijkingsschema Crematoria Om de verschillende crematoria goed te kunnen vergelijken is er een schema opgesteld waarbij alle voor ons belangrijke punten punte op een rijtje gezet kunnen worden en onderling vergelijkbaar zijn.

Belangrijke onderdelen

Crematorium Haarlem

Begraafplaats en crematorium Westerveld

Crematorium Alphen aan den Rijn

Aantal crematies op jaarbasis / aantal ovens

750 crematies per jaar / 1 oven

3000 crematies per jaar / 2 ovens

400 crematies per jaar / 1 oven

Aantal ceremonie ruimtes

1 Ceremonie ruimte

2 Ceremonie ruimtes

1 Ceremonie ruimte

Locatie

Tussen de voetbalvelden en klein bedrijventerrein. Andere kant van de openbare weg een woonwijk.

Aan de rand van Driehuis, in een duinlandschap.

Tussen de voetbalvelden aan de rand van Alphen aan den Rijn.

Bereikbaarheid

Goed bereikbaar

Slechtere bereikbaarheid, omdat men eerst door een woonwijk moet rijden. Dit kan het verkeer met een rouwstoet ophouden.

Goed bereikbaar

Parkeergelegenheid

Kleine, onhandig ingedeelde parkeerplaats.

Goede parkeerplaats, eventueel extra parkeerplaatsen verderop.

Voldoende parkeerplek met eventueel nog extra parkeerplaatsen bij de nabij gelegen voetbalvereniging

Indeling

De aula van het crematorium staat in het midden, geplaatst in een patio. De rest van het gebouw is er omheen gebouwd.

Elke ruimte bestaat uit een los pand.

Alle ruimtes bevinden zich in hetzelfde pand, waarin men rondloopt en zo bij de ingang ook weer naar buiten gaat.

Logistiek

Men loopt in het gebouw van ruimte naar ruimte, waarna men het gebouw aan de achterkant weer verlaat.

Tussen de ontvangsthal en de ceremonieruimte zit een wandeling door het duinlandschap en over de begraafplaats. Dit wordt als prettig ervaren omdat de mensen dan even wat hun hoofd leeg kunnen maken voordat men aan het volgende onderdeel van het afscheid begint.

De ontvangstruimte voor de familie en voor de andere belangstellende is gescheiden. Zodra de ceremonie gaat beginnen lopen de belangstellende achter de familie aan. Na de ceremonie gaat men naar de condoleance en koffie ruimte. Daarna loopt men verder rond naar de ingang.

Materialisatie

Een massief houten constructie en veel glas. De combinatie ervan is erg mooi en geeft rust. Binnenafwerking is erg wit en helder. Doet soms een beetje steriel en kil aan.

Huiselijke sfeer en indeling. Licht kleurige materialen gebruikt. In de ceremonie ruimte veel marmer. Door gordijnen en zachte kleuren een prettige, rustige sfeer.

Klein en intiem, deels strakke vormgeving en lichte materialen, in de emotionelere ruimten veel hout en zachte, lichte kleuren.

Horeca

Kleine koffieruimte waar men de gelegenheid heeft om een kopje koffie te drinken en de familie te condoleren.

Apart pand voor het horeca gedeelte, waar men in alle rust een bakje koffie kan drinken en ook buiten ceremonies om terecht kant.

In de condoleance ruimte een keuken aanwezig waar men alles kan verzorgen, van broodjes tot koud buffet, van koffie tot sterke drank.

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

29


4.0 STEDENBOUWKUNDIG ONDERZOEK

30


4.0 STEDENBOUWKUNDIG ONDERZOEK 4.1 Situering Voor de locatie van het crematorium is er eerst gekeken waar een crematorium nodig was. De deelgemeente Holsbeek is gesitueerd in de arrondissement Leuven. Een arrondissement is een ander woord voor provincie. België telt momenteel 10 crematoria, zes in Vlaanderen, drie in Wallonië en één in Brussel. Om vanuit Holsbeek naar een crematorium te komen zijn er 2 dichtbijgelegen crematoriums aanwezig. Echter is de afstand best groot wat betekent dat de familie en vrienden van de overleden een hele tocht moeten organiseren voor de crematie. Het dichtst bijgelegen crematorium voor de inwoners van het westelijk deel van de Provincie Leuven is het crematorium van Vilvoorde, voor de inwoners van het oostelijk deel van de provincie is dit Hasselt. Hieruit is naar voren gekomen dat er in het midden van de provincie Leuven een vraag is naar een crematorium.

De verschillende locaties werden getoetst aan onderstaande criteria: -

Centrale ligging in provincie Ontsluiting Beschikbare ruimte Landschappelijke inpassing Omgevingskwaliteit Aansluiting op bebouwingsweefsel Gewestplan Biologische waarderingskaart Waterwinningsgebied Vogelrichtlijngebied Vlaams ecologisch netwerk Reliëfkaart Landschapsatlas Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant Vlaams

Zeer goed

++

Goed

+

Middelmatig

+/-

Slecht

-

Zeer slecht

--

Op beoordeling van de bovenstaande punten is elke Locatie beoordeeld in een +/+/ schema. Hieruit is de uiteindelijke locatie van het crematorium bepaald. Dit is Locatie 1: Hofheide (gemeente Holsbeek) geworden. Nu de gemeente en de locatie bepaald zijn kon er e aan de hand van de criteriapunten een schetsontwerp gemaakt worden die aan de bovenstaande criteriapunten voldeed. Criteria

Holsbeek – Vilvoorde: 33,8 Km

Holsbeek – Hasselt: 52,2 Km Voor de locatie van een nieuw crematorium in de provincie Leuven zijn er 10 locaties gekozen voor een mogelijk crematoriumlocatie. Dit zijn: • • • • • • • • • •

Locatie 1: Locatie 2: Locatie 3: Locatie 4: Locatie 5: Locatie 6: Locatie 7: Locatie 8: Locatie 9: Locatie 10:

Hofheide Melkerijstraat Kwadenhoekstraat Rotselaarsebaan Roeselbergdal Karreelveld Krijkelberg Herpendaal Noëstraat Leutsberg

Afstudeerproject Fransen & Pooters

(gemeente Holsbeek) (gemeente Rotselaar) (gemeente Rotselaar en stad Leuven) (stad Leuven) (stad Leuven) (stad Leuven) (gemeente Bierbeek) (gemeenten Bierbeek en Oud-Heverlee) (gemeente Bierbeek) (gemeente Oud-Heverlee)

Locatie 1

Locatie 2

Locatie 3

Locatie 4

Locatie 5

Locatie 6

Locatie 7

Locatie 8

Locatie 9

Locatie 10

Centrale ligging

++

+

++

++

+

++

+

+

+

++

Ontsluiting

++

+

++

++

--

-

--

--

--

++

Beschikbare ruimte

++

+/-

+/-

-

-

+/-

+/-

+/-

+/-

++

Landschappelijke inpassing

++

-

-

-

-

-

-

-

-

+

Omgevingskwaliteit

+/-

++

+/-

+/-

+/-

+/-

+

+/-

+

+/-

Aansluiting op bebouwingsweefsel

+/-

--

++

--

++

+/-

-

--

+/-

-

Gewestplan

+/-

+

++

--

--

--

+

+

-

++

Biologische waarderingskaart

++

-

+/-

--

++

+/-

++

++

-

+

Waterwinningsgebied

+

++

++

++

++

++

--

--

+

++

Vogelrichtlijngebied

++

++

++

++

++

++

++

++

++

++

Vlaams ecologisch netwerk

++

-

+/-

+/-

+

+

+

+

-

++

Reliëfkaart

+

+/-

+/-

-

+/-

--

-

-

+/-

+

Landschapatlas

+

--

+

--

+

-

--

-

-

+/-

RSV en RSB

-

+/-

+/-

+/-

++

++

++

-

-

+/-

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

31


4.0 STEDENBOUWKUNDIG ONDERZOEK Holsbeek is een gemeente gelegen in de arrondissement Leuven. Dit is weer gelegen in de provincie Vlaams-Brabant, wat vervolgens weer in de het Vlaams gewest ligt. Het Vlaams gewest is het bovenste gedeelte van België en heeft 5 provincies. Dit is Limburg, Antwerpen, OostVlaanderen, Vlaams-Brabant en West-Vlaanderen. De 5 provincies bij elkaar bedraagt 41,5 % van België en heeft een populatie van 6,1 miljoen mensen dat 57,7 % van België is. De gemeente Holsbeek bestaat uit 4 deelgemeentes: Holsbeek, Kortrijk-Dutsel, Nieuwrode en Sint-Pieters-Rode. Holsbeek heeft een oppervlakte van 38,5 vierkante kilometer en heeft een populatie van 9460 personen.

ARRONDISSEMENT LEUVEN

Nu duidelijk is geworden dat het crematorium in Holsbeek komt zal er gekeken worden naar de situering van het crematorium. Hierbij wordt gekeken naar het stedenbouwkundige plan. Denk hierbij aan de toegankelijkheid van het plangebied. Het verlaten van het plangebied, parkeervoorziening, ruimtelijk uitvoeringsplan, en inrichting van het plangebied. Er zal gekeken moet worden hoe het crematorium zo min mogelijk overlast geeft aan de omliggende bebouwingen en dat de verkeersstroming in goede banen geleid zal worden.

PROVINCIES BELGIË

PLANGEBIED

PROVINCIE VLAAMS BRABANT GEMEENTE HOLSBEEK

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

32


4.0 STEDENBOUWKUNDIG ONDERZOEK 4.2 Verkeersstroming Een eis van de gemeente is dat de bestaande verkeerstroming zo min mogelijk wordt belast. Dit in verband met dat de gemeente wil dat de omliggende gebouwen niet te veel last krijgen van een te overvolle weg. Het crematorium heeft een goede ligging qua bereikbaarheid. bereikba Het is gelegen naast de snelweg. Hierdoor is de bereikbaarheid van het crematorium heel goed. De afslagen van de van de snelweg is tevens t naast het plangebied gesitueerd. Echter is het enige punt waar opstopping mogelijk is, is bij de toegang van het terrein. Om dit probleem pr op te lossen moet men een ideale ontsluiting creëren. Echter is er nog een eis aan gesteld door de gemeente. De gemeente wil er meteen met een openbaar karakter aan geven. Dit wil zeggen dat er bij de verkeersontsluiting veel gebruik wordt gemaakt van groenvoorziening waardoor er een bosachtig karakter ontstaat. Dit zal later aan moeten sluiten op het stedenbouwkundige karakter van het crematorium.

In de afbeelding hierboven is duidelijk te zien hoe men de verkeerstromingen wil gaan verdelen. Er worden twee verkeersbanen gecreëerd. Het bovenste gedeelte is voor richting de snelweg. En het onderste gedeelte is voor richting het crematorium en de gebouwen in de omgeving. Door verschillende afslagen in het geheel te creëren is het mogelijk om van richting te veranderen. Tevens zal op deze wijze het verkeer in een soepele beweging zich door de ontsluiting voorzetten. Door In de middenstukken bomen te plaatsen wordt er tevens voldaan aan de eis van de gemeente om er een bosachtig karakter aan te geven. Dit zal later weer aansluiten op de inrichting van het plangebied.

PROVINCIALE WEG SNELWEG OP EN AFRIT SNELWEG PLANGEBIED

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

33


4.0 STEDENBOUWKUNDIG ONDERZOEK 4.3 Omliggende gebouwen Rond het crematorium te Holsbeek zijn een aantal gebouwen gesitueerd. Hierbij heeft men het voornamelijk over woonhuizen, woonhuizen met aanliggend bedrijfspand en boerderijen.

LEGENDA Plangebied

Omdat de omgeving een belangrijke rol speelt bij het ontwerp van het gebouw maar ook de functionaliteit van het gebouw. Als er te veel onrust in de omgeving is dan is het geen goed idee om een crematorium te plaatsen. In de onderstaande situatie is duidelijk te zien waar bebouwingen liggen. Omdat dit minimaal is en tevens over een rustig gedeelte is, is het ĂŠĂŠn van de redenen dat het crematorium hier geplaatst gaat worden.

GEWESTPLAN

Op de vorige pagina is duidelijk gemakt hoe de verkeerssituatie eruit komt te zien om zo de omliggende gebouwen minimaal tot overlast te zijn. Tijdens de uitvoeringsfase is het mogelijk dat de omgeving meer last krijgt in verband met werkzaamheden aan het crematorium. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het heien van de palen. Echter is dit niet tegen te houden en zal men zich hier bij neer moeten leggen. Naast de woonhuizen, woonhuizen met aanliggend bedrijfspand en boerderijen zijn er verder geen bebouwingen in de omgeving. De rest van het omliggende grond is agrarisch gebied en natuur/bosgebied. Dit is ook een van de redenen dat het crematorium op deze locatie geplaatst zal worden.

Reservatiegebied

Woongebied met landelijk karakter Groengebieden Natuurgebieden Bosgebieden Agrarische gebieden Landschappelijk waardevolle agrarische gebieden

Hieronder een afbeelding van de woningen welke in de buurt van het plangebied voorkomen.

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

34


4.0 STEDENBOUWKUNDIG ONDERZOEK 4.4 Vlekkenplan Stedenbouwkundig Om het totaal beeld beter in de kaart te krijgen zal er een vlekkenplan gepresenteerd worden. Hierop is duidelijk te zien wat er waar komt en hoeveel ruimte ervoor beschikbaar is.

Openbare weg

Toegang crematorium en parkeerplaats

Natuurrijk gebied

Asverstrooiing

Crematorium / Afscheidscentrum Bosrijk gebied

Urnentuin / Begraafplaats Natuurrijk gebied

Bosrijk gebied Openbare weg

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

35


5.0 INSTALLATIES

36


5.0 INSTALLATIES

LEGENDA

5.1 Benodigde installaties Voor het uivoeren van een crematie zijn verschillende installaties nodig. Hiernaast staat een schematische weergave van de volgorde van deze installaties en daarnaast staat beschreven wat de functie van deze installaties is. Verder in dit hoofdstuk zal dieper ingegaan worden op de verschillende installaties.

1. Kist invoer De eerste stap is het invoeren van de kist, dit kan op verschillende manieren. Zowel met een invoer plateau als met een laadbank.

1. KIST INVOER

2. Crematieoven De crematieoven is de oven waar de kist en de overledene verbrand worden. De temperatuur kan oplopen tot maximaal 1200 graden.

Algemene installaties

2. CREMATIE OVEN

Installaties ten behoeve van de rook

3. COMPUTER

Installaties ten behoeve van de as

4. Koeler De rook die uit de oven komt is rond de 800 graden, voordat deze door de verdere installaties kan, moet deze afkoelen tot 200 graden. Dit gebeurd door de rook door een boiler met een vernevelaar te laten gaan. Hierin wordt de rook voldoende afgekoeld. 5. Cycloonfilter Nadat de rook is afgekoeld wordt deze door de cycloonfilter geleid. Hierin wordt de rook in een cycloon rondgedraaid, en zullen de afvalresten er onderaan uitvallen. Na dit filter wordt ook een additief aan de rook toegevoegd. Deze bind zich aan schadelijke stoffen. 6. Doekenfilter In het doekenfilter worden de schadelijke stoffen, zoals kwik, welke aan het additief verbonden zijn uit de rook gefilterd. De doeken in dit filter worden door middel van luchtdruk gereinigd en het afval valt eronder in een emmer. 7. Dioxidefilter Bij een verbranding ontstaat CO2. Deze gassen zijn schadelijk en mogen niet in de open lucht geblazen worden. In dit filter worden de dioxidegassen uit de rook gefilterd voordat het in de openlucht uitgeblazen kan worden. 8. Schoorsteen Nadat alle stoffen uit de rook gefilterd zijn, mag de rook naar buiten geblazen worden. Dit gebeurd door een mechanische ventilatie in combinatie met een schoorsteen.

Afstudeerproject Fransen & Pooters

9. METAALRESTEN VERWIJDEREN

4. KOELER

5. CYCLOONFILTER

10. CREMULATOR

6. DOEKENFILTER

7. DIOXIDEFILTER

3. Computer Om er voor te zorgen dat de verbranding goed verloopt wordt het gehele proces in de gaten gehouden door een computer.

9. Metaalresten verwijderen Na de verbranding van de kist en de overledene moeten de metaalresten uit de as verwijderd worden. Dit bestaat uit het metaal van de kist, zoals spijkers, schroeven en nieten. Daarnaast is er ook nog chirurgisch staal, zoals kunstheupen, pacemakers en dergelijke. En als laatste edelmetalen, zoals vullingen in het gebit. 10. Cremulator Een cremulator zorgt ervoor dat de as verfijnd wordt, om ‘brokresten’ te voorkomen. Dit gebeurd door middel van 2 stalen ballen, die de as vermalen.

11. ASBUS

11. Asbus Nadat de as vermalen is, word deze in een asbus gedaan. Hierbij wordt ook het vuurvaste steentje geplaatst zodat de as altijd te herkennen is.

12. URN

12. Urn Vanuit de asbus wordt de as in de urn geplaatst. Dit gebeurd pas na 30 dagen, omdat de as verplicht zo lang bewaard moet worden. De urn, of andere sierraden voorzien van as kunnen in de tussentijd aangeschaft worden.

8. SCHOORSTEEN

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

37


5.0 INSTALLATIES Als men aan de installaties van een crematorium denkt, dan denkt men meteen aan de oven. Echter komt er nog wat meer bij kijken dan men denkt. Zo zitten er meerdere filters en koelingssystemen aan de over gekoppeld om zo de rookgassen te verkoelen en te zuiveren voordat deze naar buiten afgevoerd worden. Dit wordt gedaan in verband met dat aan het vrij laten van de rook strenge milieu eisen gesteld zijn. Om de rookgassen te kunnen reinigen, dienen deze eerst te worden gekoeld tot een temperatuur die vereist is voor de filter. Daarom dient de warmte uit de rookgassen te worden verwijderd. De rookgassen uit de crematieoven komen de koeler binnen via een met vuurvast materiaal bekleed kanaal, en worden gekoeld tot de werktemperatuur van de filter, die ca.130 graden celcius bedraagt. De warmte-inhoud van de rookgassen wordt overgedragen aan de aparte dry-koeler koeler door het koelwater te recirculeren. Na de koeler gaan de rookgassen eerst door een cycloon die vonken en grove deeltjes verwijdert, alvorens ze naar de filter gaan. Tussen de cycloon en de filter wordt er vers additief Factivate aan de rookgassen toegevoegd. De rookgassen en het additief Factivate worden homogeen gemengd in een reactieruimte alvorens de filter binnen te gaan. In de filter hoopt zich op de filterzakken een koeklaag van additief en stof.

Het speciale regelsysteem voor de filterreiniging garandeert de werking van de filter (bijvoorbeeld de differentiaaldruk) en zorgt ervoor dat er tijdens bedrijf voldoende additief op de filterzakken zit. De adsorptie van kwik, dioxinen en furanen vindt plaats met behulp van het additief in de luchtstroom en in het stof/de koeklaag op de filterzakken. Verder wordt de hoeveelheid schadelijke gassen, zoals SO2 en met name HF en HCl, gereduceerd door adsorptie via het additief. Tijdens het reinigingsproces van de filter valt de losgekomen stofkoek in de hopper van de filter. Een transportschroef transporteert de stof en het additief naar een container voor verwijdering. Een radiaalventilator zuigt het gereinigde gas door de filter en blaast deze via een schoorsteen naar de atmosfeer. De aansturing van deze ventilator via een frequentieomvormer zorgt ervoor dat de crematieoven te allen tijde onder de juiste druk staat (zoals deze in de crematieoven gemeten wordt). De maat van de radiaalventilator is zodanig dat alle weerstand in de crematieoven, de rookgaskoeling en de filterapparatuur kan worden overwonnen. Voor de persluchttoevoer naar de filterreiniging wordt een compressor gebruikt. Het additief mengsel wordt in containers opgeslagen en via een doseerschroef naar het systeem geleid. Het voorgemengde additief wordt in handzame containers geleverd, die eenvoudig kunnen worden ingebracht in het volautomatische doseersysteem. Vanuit het doseersysteem wordt het additief automatisch in de juiste hoeveelheid toegevoegd aan de rookgassen.

Invoer wagen Laadbank Computer Crematie oven Koeler Ventilator Warmte omleidings systeem Cycloonfilter Doekenfilter Chemisch afvoer Ventilator Schoorsteen

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

38


5.0 INSTALLATIES 5.2 Toelichting installaties In dit hoofdstuk worden de installaties welke eerder zijn beschreven toegelicht met tekst, foto’s en technische gegevens. Doel van deze analyse is het meer inzicht krijgen in de losse onderdelen van de crematie installatie. Daarnaast verschaft men inzicht in de verschillende materiaalsoorten welke gebruikt worden. 5.2.1 Invoerwagen Om een kist in de crematie oven te krijgen heeft men een invoer wagen nodig. Doormiddel van een invoerwagen kan men de kist vervoeren maar ook omhoog of omlaag bewegen. Dit wordt ook wel een katafalk genoemd. Een katafalk is ook wel een verhoging van de kist. Dit kan versiert zijn en gebruikt worden bij de plechtigheid of het kan een normale hefwagen zijn. Bij de katafalk wordt de heffing gecombineerd met een horizontale verplaatsing. Op deze manier is het kan men makkelijk de lijkkist verplaatsen en plaatsen op bepaalde hoogtes. De katafalk wagen is tevens in een elektrische uitvoering verkrijgbaar. Dit is voornamelijk bedoelt om de arbeidsomstandigheden makkelijker te maken. Denk hierbij aan de laadbank (zie 5.2.2) en/of in de koelcel in een tijdelijk rek. Tevens wordt de lijkkist verplaats naar de invoerbank en in sommige gevallen is de katafalk wagen meteen de invoerbank voor de crematie oven. Enkele details: PVC draagrollen Katafalk tweezijdig opneembaar met hefwagen Invoertafel voorzien van rubber en houten aanslag voor katafalk

5.2.2 Laadbank Om een lijkkist in de oven te krijgen wordt er gebruik gemaakt van of een invoerwagen zoals in voortgaande hoofdstuk behandelt is of van een laadbank. Het verschil tussen de invoerwagen en de laadbank is dat de laadbank vast staat. Dit kan enige voordelen met zich meebrengen. Namelijk dat de tafel altijd op de juiste hoogte staat en men dit nooit hoeft af te stellen. Een laadbank heeft tevens draagrollers waardoor de kist gemakkelijk in de oven geplaatst kan worden. Een laadbank zijn er in verschillende types. Je hebt de standaard uitvoering wat bedoelt is voor crematoriums waar de bezoekers niet mee gaan wanneer de kist verbrand gaat worden. En der zijn modernere laadbanken die een design hebben. Dit in verband met dat de bezoekers de mogelijkheid hebben om mee te gaan naar de oven en te zien hoe de kist in de oven gaat.

Afstudeerproject Fransen & Pooters

5.2.3 Controlesysteem Bij een crematie oven wordt er gebruik gemaakt van een tweezijdig computer systeem. Het cremeren van een overledene gebeurt namelijk niet meer zoals vroeger doormiddel van een vuur stoken. De oven zijn uitgerust met High Tech computer programma's waarmee alles te besturen is. Het computersysteem bestaat uit twee onderdelen. Een is voor de besturing van de ovens. Hiermee zijn alle installaties mee te bedienen. Tevens is er nog een onderdeel dat voor de procesbewaking is. Men kan via dit systeem controleren hoe het proces verloopt en of alles in orde is of niet. Doordat de techniek van dit systeem in de loop der jaren bijzonder goed ontwikkeld is, kan men tot op de kleinste details alles zien. Denk hierbij aan de temperatuur regelen en/of controleren.

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

39


5.0 INSTALLATIES 5.2.4 Crematie oven Om de overledene te cremeren wordt er gebruik gemaakt van een crematie oven. Het werkingsprincipe ziet er als volgt uit van de crematie oven. De crematieoven bestaat uit een primaire kamer van ruime afmetingen waarin de lijkkist wordt geplaatst en waarin de primaire verbranding plaatsvindt. De vlakke vloer is opgebouwd uit vlakke sillimaniet tegels om de primaire kamer volledig gescheiden te houden van de secundaire kamer en zo te voorkomen dat verbrandingsgassen vroegtijdig ontsnappen. De vloer zelf heeft geen openingen, zodat alle materialen worden vastgehouden voor verbranding in de primaire kamer. Het rookgas uit deze fase van het proces verlaat de primaire kamer via de opening in de zijwand en stroomt onder de vloer door naar de secundaire verbrandingszone waarin verbranding van de gasfase optreedt. De gassen stromen deze zone binnen en worden dan verhit door de brander van de secundaire zone en behandelt met extra toegevoerde lucht. De verbrandingsgassen circuleren vele malen binnen de secundaire verbrandingszone, waarin de temperatuur van deze gassen op het vereiste minimum van 850 °C wordt gehouden, zodat aan de bepaalde eisen voor temperatuur en zuurstof wordt voldaan en aan de bepaalde milieueisen. Het totale volume van de secundaire verbrandingszone is voldoende om een verblijfstijd van 2 seconden te garanderen onder alle bedrijfsomstandigheden. De hoofd verbranding kamer De primaire kamer is uitgerust met een enkele brander die zich in de achterste wand bevindt en bevat twee onafhankelijk geregelde series lucht uitstroomopeningen die bestaan uit: · Een bovenste serie lucht uitstroomopeningen langs de bovenzijde van de boog. · Een zijwaartse luchtstroom langs de zijwand van de crematieoven, net boven de vloer. Secundaire verbrandingszone De crematieoven is uitgevoerd met een ruime secundaire verbrandingszone met een volume van 2,9 m3. Dit volume is dermate groot, dat een verblijftijd van 2 seconden is gewaarborgd. Dit moet namelijk in verband met dat de gassen in 2 seconden goed verbrand worden. Verder bestaat deze zone uit een serie lagen beneden en aan één zijde van de primaire kamer. Één onafhankelijk geregelde nabrander binnen deze zone zorgt dat de temperatuureisen gehandhaafd blijven, terwijl voldoende toevoer van secundaire lucht en het bochtige rookkanaal voor een hoog turbulentieniveau zorgen ter bevordering van een volledige verbranding. De naverbranding van de rookgassen geschied volledig in dit gebied, waardoor geur en rook volledig teniet worden gedaan. Het ontwerp van deze naverbranding zone waarborgt een lange complexe gang door de crematieoven voordat de rookgassen de schoorsteen ingaan.

Regelkleppen en meetinstrumenten De geregelde luchttoevoer aan het verbrandingsproces wordt gecontroleerd door vijf modulerende kogelkleppen, aparte toevoer naar elke brander en luchttoevoer naar de primaire kamer in combinatie met modulatiekleppen voor de luchttoevoer naar de secundaire verbrandingskamer. De primaire kamer van de crematieoven moet bij verhoogde druk worden bestuurd door een differentiële druk omzetter, die het opwekkingssysteem van de luchtafzuiging regelt. De primaire kamer van de crematieoven moet worden beschermd tegen overdruksituaties door het gebruik van een speciale overdruksensor. De temperatuur van de primaire en de secundaire kamer wordt gemeten via thermokoppels waarbij alle temperaturen, zowel op het temperatuurmeetinstrument als op de grafische scherminterface van de operator, onafhankelijk worden weegegeven. De crematieoven moet tevens worden uitgerust met afzonderlijke drukschakelaars voor verbrandingslucht om de toevoer naar de crematieoven te testen, evenals afzonderlijke drukschakelaars voor elke brander. Op vergelijkbare wijze zorgt een drukschakelaar voor de gastoevoer voor voldoende gasdruk bij de crematieoven. Verbrandingsluchtsysteem De crematieoven wordt geleverd met een speciale ventilator voor de verbranddingluchttoevoer met een ontwerpcapaciteit die zorgt voor de juiste luchtdruk en voldoet aan de stromingseisen van de crematieoven. De ventilator bevindt zich standaard aan de buitenkant van de crematieoven in een geluidsgeïsoleerde behuizing. Geïnduceerd afzuigsysteem Onderdrukregeling van crematieoven De onderdruk van de crematieoven wordt constant gemeten door een druksensor, die via het regelsysteem de geïnduceerde afzuigventilator van de crematieoven moduleert, die zich in de schoorsteen bevindt De onderdruksituatie in de primaire kamer van de crematieoven wordt eveneens, door bovengenoemde geregelde druksensor (afzuiging) bewaakt. Bij detectie van overdruk wordt de verbrandingsluchtstroom naar de crematieoven verminderd, zodat de verbrandingssnelheid in de crematieoven wordt teruggebracht. Bij aanhoudende overdruk, zal de oven in een afsluitmodus gaan totdat de oorzaak van het probleem is geïdentificeerd. (Indien bijv. Het onderdruksysteem niet goed functioneert.) De gemeten onderdrukwaarde wordt gebruikt om de snelheid van de geïnduceerde afzuigventilator van het systeem, die is voorzien van een speciale frequentieregelaar, te verhogen of te verlagen. Deze ventilator bevindt zich ook aan de zijkant van de oven in de geïsoleerde omkasting.

Verbrandingssysteem De brander van de primaire kamer heeft een maximaal vermogen van 250 kW waardoor deze kamer een normale bedrijfstemperatuur van circa 800 °C kan bereiken (De maximaal toegestane bedrijfstemperatuur ligt tussen 1100 °C en 1150 °C). De brander van de secundaire verbranding zone heeft een maximaal vermogen van 300 kW, waardoor deze kamer een temperatuur van 850 °C kan bereiken, zoals wordt voorgeschreven door de plaatselijke milieubepalingen. De branders zijn aan de achterzijde van de crematieoven gemonteerd, waardoor ze gemakkelijk toegankelijk zijn voor onderhoud en reparatie. Alle branders zijn volledig modulerend en worden automatisch ontstoken terwijl het brandersysteem beschermd is tegen vlamstoringen en daarmee voldoet aan de Europese normen.

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

40


5.0 INSTALLATIES Behuizing en frame De behuizing en het frame van de crematieoven zijn gemaakt van staalplaat en een gedeeltelijk stalen constructie. Het geheel is versterkt voor stijfheid, zodat de vuurvaste en isolerende materialen waarmee de behuizing is bekleed, voldoende worden ondersteund. De totale buitenafmetingen van de crematieoven zijn: Lengte 3,78 m Breedte 2,11 m Hoogte 2,35 m Hoogte boven deurmechanisme 3,25 m Het totale gewicht van de crematieoven is ongeveer 14.000 kg. Bekleding van vuurvaste materialen De vuurvaste materialen zijn van hoge kwaliteit en bestaan uit vuurvaste stenen en lichtgewicht, isolerende en vuurvaste materialen die aan de zijde van de ovenbehuizing is voorzien van een isolatie van calciumsilicaat. Voor de bekleding van de achterste ruimdeur zijn keramische vezels gebruikt. De vuurvaste steen die is toegepast als materiaal voor het oppervlak in de primaire en onderste kamer, bestaat uit 42 % aluminiumoxide met een maximale werktemperatuur van 1400 °C. Op plaatsen met hoge slijtage, zoals bijvoorbeeld de hoofdhaard en de poorten, en in gedeelten met sterke turbulentie is een vuurvaste steen van 65% aluminiumoxide gebruikt, die goed bestand is tegen slijtage en warmteschokken en tevens een maximale werktemperatuur heeft van 1600 °C. Er is isolatie van calciumsilicaat aangebracht in de gedeelten rondom de behuizing tussen de vuurvaste materialen en de stalen behuizing en deze heeft een maximale werktemperatuur van 1000 °C. De kwaliteit en dikte van de isolatie is dusdanig dat de behuizing van de crematieoven op een veilige temperatuur wordt gehouden voor de operators. Isolatie van Calcium Silicate Dit materiaal wordt gebruikt rondom in de stalen behuizing tussen het vuurvaste metselwerk en het staal. De gebruikstemperatuur is 1050 graden het heeft een bulkdichtheid van 0,20 g / cm3, en een thermische conductiviteit van 0,10 W / m K. De dikte van dit isolatiemateriaal bedraagt 75 mm. Hoogwaardige extra Isolatie Om verder warmteverlies van de vuurvaste bemetseling tegen te gaan wordt een extra laag van microporeus isolatiemateriaal aangebracht tussen de isolatielagen tussen bemetseling en het staal. Dit isolatiemateriaal heeft een maximum gebruikstemperatuur van 950 0 C, een bulkdichtheid van 0,30 tot 0,35 g / cm3, en een thermische conductiviteit van < 0,30 W / m K. De dikte van deze extra laag bedraagt 25 mm. Gietbare vuurvaste materialen De lateibalken, branderblokken en het rookafvoerkanaal zijn alle gegoten in een compacte, gemiddeld aluminiumoxide houdende, sterke, zeer slijtvaste, gietbare, vuurvaste steen. Dit gietbare materiaal heeft een gehalte aan aluminiumoxide van 50%, een maximale gebruikstemperatuur van 1600 °C en een bulkdichtheid van 2,37 g / cm3. De astrechter en het met vuurvast materiaal beklede buizenstelsel voor hete gassen zijn uitgevoerd in een gemiddeld belastbaar, grof aluminiumoxide houdend beton met een continue gebruikslimiet van 1400 °C. Invoerdeur De met vuurvast materiaal beklede invoerdeur bevindt zich aan de voorzijde van de crematieoven en is uitgerust met een tegengewicht met het oog op gebruiksgemak. De deurbediening verloopt via hydraulische cilinders, die geregeld worden door vlakbij aangebrachte drukknoppen, die tussentijds geschakeld worden om invoeren te voorkomen, indien de temperatuur van de secundaire verbrandingszone lager is dan 850 graden Celcius. De afmetingen van de invoeropening zijn: Breedte 0,90 m. Hoogte 0,80 m. De maximale afmeting van een lijkkist die in de crematieoven ingevoerd kan worden zijn qua hoogte afhankelijk van het gekozen invoersysteem: Breedte 860 mm Hoogte 630 - 750 mm Lengte 2200 mm

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Ruimen – Single - end oven Toegang voor het ruimen wordt verkregen via de invoerdeur. Na afloop van de crematie wordt de deur gedeeltelijk geopend door middel van een drukknopbediening. De as kan dan direct worden vergaard en verwijderd via de ingebouwde astrechter en de vuurvaste opvangbak, die zich onder de invoerdeur bevindt. Deze opvangbak is zo ontworpen dat de as nagenoeg volledig opbrandt en er enkel een fijne as overblijft. Optioneel kan de crematieoven worden voorzien van een geïntegreerde asmolen. Deze asmolen wordt gemonteerd onder de astrechter. Door het handmatig verdraaien van het rooster vallen de asresten vanzelf in de asmolen. De asmolen bestaat uit een geperforeerde trommel waarin zich stalen kogels bevinden. Door draaiing van de trommel wordt de as vermalen. Het ontwerp van de asmolen is dusdanig, dat de asresten niet uit de oven hoeven te worden verwijderd. Het enige wat overblijft, is het handmatig verwijderen van de urn onder de asmolen vandaan nadat de as vermalen is. Toegang voor onderhoud Bij het ontwerp van de crematieoven is de noodzaak voor onderhoud zorgvuldig overwogen en zijn er voorzieningen aangebracht voor het opruimen van asophopingen in de kamers en rookkanalen in de vorm van toegangspoorten.

5.2.5 Koeler Voordat de rook de filteringinstallaties mag betreden, zal de rook van 800 graden Celsius af moeten koelen tot ongeveer 200 graden Celsius. Dit gebeurd in de koeler, welke gebruik maakt van water en lucht om zo de rook te kunnen verkoelen. Door een verneveling van het water te veroorzaken en deze op de rook neer te laten zal deze afkoelen en door toevoeging van een koude luchtstroom zal dit ‘mengen’ c.q. diffunderen en zo afkoelen tot een werkbare filtertemperatuur van de rook. Het water wat opwarmt, omdat het op de rook is neergedaald zal ook worden gekoeld met lucht, hiervoor is een ‘air blast cooler’.

5.2.6 Ventilator Voor de toevoer van de lucht en de na koeling in de oven wordt er een axiaal ventilator gebruikt. Deze ventilator staat op het dak en zal tijdens het gehele proces zijn functie hebben. De ventilator wordt vaak uit het zicht van de omgeving geplaatst.

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

41


5.0 INSTALLATIES 5.2.7 – Warmte omleidings systeem Het warmte omleidings systeem is een belangrijke schakel in de gehele installatie. Dit deel zorgt er namelijk voor dat de gehele installatie een langere levensduur zal hebben. Allereerst enige informatie over het kanaalsysteem, waarna duidelijker zal worden wat het nut en het doel van het warmte omleidings systeem is. Vuurvast kanaalsysteem Om de hete rookgassen van de crematieoven weg te leiden, wordt er een kanaalsysteem gebruikt, wat met vuurvaste beton is bekleed en gemaakt is van roestvrij staal. Het kanaalsysteem bevat aparte trekregel kleppen voor hoge temperaturen. Om tijdens noodsituaties een veilige werking te garanderen, wordt het vuurvaste kanaal geleverd met een bypass kanaal, dat is uitgerust met een elektrisch geactiveerde (bij storingen openende) klep, die wordt geopend zodra er een noodsituatie wordt opgemerkt door de computer welke het gehele proces controleert. Het kanaal is uitgerust met een apparaat dat de gassen koelt voordat deze direct de schoorsteen binnengaan. Hieronder wat specificaties van het kanaalsysteem. I. II. III.

Gemaakt van gelaste plaatstaalconstructie St. 37. Plaatdikte = 3 mm. Ontworpen met inachtneming van aërodynamische stroomkarakteristieken, inclusief alle noodzakelijke flensen, fittings, verbindingsstukken, schroeven en afdichtingen.

Bestaande uit: Verbindingskanaal van de koeler naar de cycloon Verbindingskanaal van de cycloon naar de filter Bypass kanaal voorverhitting filter Verbindingskanaal van filter naar ventilator Verbindingskanaal van ventilator naar schoorsteen Voor het buitenoppervlak van de installatie dient er thermische isolatie te worden aangebracht voor contactbescherming (personeel) alsmede het voorkomen van afkoeling van de installatieonderdelen. Hieronder enkele technische specificaties. I. II.

Dikte steenwol = 100 mm Behuizing gemaakt van constructie-aluminium bladen = 1 mm

Geïsoleerde gebieden: Isolatie van de koeler Isolatie van de statische mengreactor Isolatie van de filterbehuizing, -kap en –transportschroef Isolatie van het kanaalsysteem De binnen- en buitenoppervlakken van de apparatuur worden voorzien van één laag twee componentenepoxyhars grondverf met een laagdikte van ten minste 40 nanometer. De buitenoppervlakken worden aanvullend behandeld met een toplaag op alkydharsbasis, met een laagdikte van ten minste 40 nanometer. Om corrosie te verminderen, wordt het interieur van de schonegaskamer van het filter behandeld met een dikke, synthetische en roestwerende twee componentengrondverf. Het aanbrengen van verschillende typen verf kan kleurvariaties veroorzaken. Uitgesloten van oppervlaktebehandeling zijn onderdelen van speciaal staal, gegalvaniseerde of geïsoleerde oppervlakken. Het warmte omleidings systeem wordt toegepast zodat de rookgassen om het filtersysteem heen geleid kunnen worden. Het wordt over het algemeen gebruikt om het systeem vóór de crematie voor te verhitten, zodat het filtersysteem beschermd wordt tegen condensatie van de rookgassen. Op deze manier wordt de levensduur van de volledige installatie verlengd worden.

Afstudeerproject Fransen & Pooters

5.2.8 – Cycloonfilter Het cycloonfilter is het eerste filter waar de rookgassen doorheen geleid worden nadat ze afgekoeld zijn. De naam van het filter verraadt al wat er hierin gebeurd. Door de rook door een trechtervorm te geleiden zal er een cycloon gecreëerd worden. Onder dit filter is een afvalcontainer geplaatst, dit is op de afbeelding hieronder duidelijk te zien. In het cycloonfilter worden de grove deeltjes en de vonken gescheiden van het gas. Hieronder enkele technische specificaties: I. Volledig gelaste plaatstaalconstructie (St. 37). II. Plaatdikte 3 mm. III. Met in- en uitlaatspiraal, hopper, aansluit flensen en steunhaken voor bevestiging aan een draagconstructie. Met inbegrip van draagconstructie. Na het filteren in het cycloonfilter zijn de grove deeltjes van het gas gescheiden. Taak is om hierna de giftige stoffen welke zich nog in het gas bevinden te verwijderen. Om deze stoffen te kunnen binden en op te kunnen vangen in een volgend filter zal er een extra stof aan de gassen toegevoegd moeten worden. Deze zal zich vasthechten aan het kwik, en zal daarna opgevangen kunnen worden. Deze stof wordt een additief genoemd. De doseereenheid is computer gestuurd. Er is een patroon van 15 kg aanwezig in de installatie en aan de hand van het computergestuurde systeem zal er voldoende additief toegevoegd worden aan de gassen om het kwik te kunnen binden. Het volgende onderdeel van de volledige installatie is het doekenfilter. In het volgende hoofdstuk zal hier dieper op ingegaan worden. Daar wordt het aan het kwik gebonden additief uit de rookgassen verwijderd.

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

42


5.0 INSTALLATIES 5.2.9 – Doekenfilter Vanuit het cycloonfilter wordt de rook getransporteerd naar het doekenfilter, waar het nogmaals gefilterd wordt. Zoals de naam al doet vermoeden wordt de rook hier door meerdere doeken heen geleidt, waar de giftige stoffen en de fijne asresten opgenomen worden door de doeken. Ook onder het doekenfilter staat een afvalbak om de het restafval op te kunnen vangen waarna het later afgevoerd kan worden. In het doeken filter wordt de dioxide uit de rook gefilterd en het kwik, wat gebonden is aan het additief, uit de rook gehaald. Beide stoffen ‘blijven hangen’ in de doeken en deze kunnen daarna opgevangen worden.

5.2.10 – Chemische afvoer Een chemische afvoer is aanwezig om het gebonden kwik aan het additief en het dioxide af te voeren en op te slaan. De afvoer van de chemicaliën die onttrokken worden uit de rookgassen gebeurd computergestuurd en zal door de hoofdcomputer gedurende het proces gecontroleerd worden. Na het onttrekken van de chemicaliën worden deze opgeslagen in een aparte bak welke door een bedrijf, wat per crematorium verschilt, wordt geleegd. Er zijn een aantal stoffen waarop gefilterd wordt, hieronder een opsomming van deze stoffen. • • • • • • •

Stikstofoxiden Zwaveldioxide Koolstofmonoxide Chloride Kwik Fijnstof Dioxine

5.2.11 – Ventilator Nadat alle stoffen uit de rookgassen verwijderd zijn, wordt de rook door een ventilator geleid. In deze ventilator wordt de stromingssnelheid verhoogd, voordat de rook de schoorsteen in gaat. Het principe van een schoorsteen is dat deze zijn natuurlijke trek kan vergroten hoe hoger de schoorsteen is. Om dit te verwaarlozen is er voor gekozen om een ventilator te plaatsen voor de schoorsteen. Op deze manier is er mechanische stuwing van de rook en zal de hoogte van de schoorsteen niet uit maken. Dit geeft meer ontwerpvrijheid omdat de schoorsteen kleiner uitgevoerd kan worden.

Doekenfilter – Installatie in Crematorium Haarlem Een doekenfilter is vergelijkbaar met een waterzuiveringsinstallatie. Door het water door verschillende membramen en doeken te geleiden zal het grove en fijne vuil hierin blijven hangen. Op deze manier wordt het proces niet vertraagd, maar wordt de rook wel aanzienlijk schoner. Onder het doekenfilter is een bak geplaatst welke het fijne stof en de grovere delen (welke het cycloonfilter hebben doorstaan) opvangt. Via luchtdruk worden de doeken schoon gehouden. Door periodiek een ‘stoot’ luchtdruk toe te voegen in de installatie worden de doeken ‘leeggeklópt’. Op deze manier valt het vuil van de doeken naar beneden waar het opgevangen wordt in de bak die er onder staat.

Afstudeerproject Fransen & Pooters

5.2.12 – Schoorsteen Uiteindelijk mag de gefilterde rook, aangedreven door de ventilator, de installaties en het gebouw via de schoorsteen verlaten. Het materiaal waarvan de schoorsteen is gemaakt staat vrij. Er zijn echter drie typen schoorstenen welke betrouwbaar worden geacht; I. Gemetselde schoorstenen II. Geprefabriceerde dubbelwandige roestvast stalen schoorsteen III. Schoorsteen van keramische elementen Daarnaast zijn er een aantal eisen waar de schoorsteen aan moet voldoen. Zo dient de schoorsteen ten minste een halve meter boven het dak uit te steken. Bovendien mag de schoorsteen vanaf de openbare weg niet (hinderlijk) zichtbaar zijn.

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

43


5.0 INSTALLATIES 5.3 Lage Temperatuur Verwarming - LTV De oven genereert een flinke hoeveelheid warmte, omdat er een verbranding in plaats vind. Het is zonde om deze warmte nergens voor te gebruiken. De rook moet na de verbranding gekoeld worden, zoals eerder beschreven is, en dat is het juiste punt om een warmte terugwinning installatie te plaatsen. De rook wordt afgekoeld met een vernevelaar, welke doormiddel van een waternevel de rook doet koelen. Het water warmt op en wordt door middel van een ‘air blast cooler’ weer afgekoeld. Het opgewarmde water kan ook voor andere doeleinden gebruikt worden, namelijk het verwarmen van het gebouw. Door het warme water op te slaan in een boiler kan het daarna gebruikt worden in de verwarmingsinstallatie. Lage Temperatuur Verwarming, LTV, is een goede manier van verwarmen met het aanwezige warme water. Bij LTV worden er verwarmingsslangen door de vloeren van het gebouw geleidt. Dit houd in dat de vloeren van beton dienen te zijn en voldoende dikte moeten hebben om de verwarmingsslangen erin te verwerken en niet hun draagkracht te verliezen. Zowel voor verwarming als voor koeling laat een LTV systeem zich goed lenen. Er kan warm en koud water door de verwarmingsslangen geleid worden om zowel te verwarmen als te koelen.

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Lage temperatuur Verwarming maakt gebruik van massa. De massa is in dit geval het beton. Door het accumulerend vermogen van het beton zal de warmte geleidelijk worden verspreid. Het duurt even voordat het opgewarmd is en zijn warmte af zal gaan geven, maar zodra het warm is blijft het lange tijd warm. Daarnaast is het door de massa ook lekker koel binnen als het buiten warm is. Dit principe is te vergelijken met een kerk, welke in de zomer lekker koel is van binnen en in de winter duurt het langer voordat de kerk is opgewarmd maar zal deze niet zo snel afkoelen. Bovendien dragen de betonnen wanden welke nodig zijn voor de lage temperatuur verwarming ook mee aan een aantal andere zaken. Zo zal er door de dikke betonnen wanden en vloeren weinig geluidsoverlast zijn, iets wat in een crematorium wel prettig is. De installaties maken aardig wat lawaai, en daarnaast hoeft de ceremonie niet door het gehele gebouw hoorbaar te zijn. Op het punt van brandveiligheid heeft het ook zijn voordelen om dikke betonnen wanden te maken. Deze zullen in geval van brand niet snel bezwijken en zijn goed brandwerend te maken. Daarnaast zal het aantal minuten brandwerendheid met betonnen wanden sneller te bereiken zijn dan met bijvoorbeeld houten wanden. Hiernaast een afbeelding van LTV leidingen welke op het wapeningsnet van een vloer gemonteerd zijn. Hierna kan er een dekvloer overheen gestort worden.

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

44


6.0 CAPACITEIT CEREMONIEZAAL

45


6.0 CAPACITEIT CEREMONIEZAAL Capaciteit ceremoniezaal Voor het bepalen van de grote van de ceremoniezalen zijn er geen vuistregels waar men mee werkt. Men bepaalt dit door te zeggen zegg hoeveel vierkante meters er beschikbaar is of door te zeggen hoeveel staan en zitplaatsen er nodig zijn. In het ontwerp zijn twee ceremoniezalen gesitueerd. Dit met de reden dat het crematorium bedoelt is voor de gehele provincie. Hierdoor is de bezetting van de zalen rendabel en zal het minimaal zijn dat er te vaak een zaal leeg staat. Om de bezetting van de aula’s te bepalen is er een onderzoek gepleegd naar de hoeveelheid zit en staanplaatsen van andere crematoriums. cremat Hiervoor zijn er met 17 crematoriums contact opgenomen en zijn er een aantal vragen gesteld. Deze vragen gaan over: I. II. III. IV. V.

Hoeveelheid aula’s Hoeveel zit en staanplaatsen Gemiddelde opkomst bij een ceremonie Hoeveelheid parkeerplaatsen Grote ceremonie

De eerste vier vragen zijn gebaseerd op cijfers. Hiervan is er een gemiddelde gemaakt waardoor we dit hebben kunnen verwerken in een tabel waarin duidelijk de gemiddelde waardes te zien zijn. De laatste vraag ging over wat men doet bij een ceremonie die te groot is voor de aula’s De uikomst hiervan was heel gevarieerd. Als hoofdvraag is er gesteld of men een ceremonie aankon van 600 personen. Bij ieder crematorium waren de aula’s te klein voor deze hoeveelheid personen die er zouden komen. Dit probleem wordt in de meeste gevallen opgelost door een hoeveel personen die niet in de aula’s aula passen in de koffiekamers of in de ontvangstruimte te plaatsten. In deze ruimtes kan men alles volgen doormiddel van videobeelden die live uit de ceremoniezaal komen. In een enkel geval wordt er buiten een tent geplaatst waar de d gasten kunnen staan en vanaf hier alles via videobeelden kunnen volgen. En uiteindelijk waren er ook nog 2 crematoriums die een nee verkoop moeten plegen als het om zo’n grote hoeveelheid gaat. Echter komt het steeds vaker voor dat de opkomt groter is dan het gemiddelde van 75 dat van de gesproken ceremonies 8 crematoriums gaan uitbreiden. Bij deze gelegenheid gebruikt men meteen de kans om zich te verbeteren op het hergebruik van de warmte doormiddel van een warmte terug winning installatie.

Conclusie Na een tabel te hebben gemaakt waar overzichtelijk de gegevens ingevoerd zijn is er een gemiddelde waarde uitkomen voor de capaciteit van de aula’s. Tevens is er een gemiddelde opkomst een gemiddeld aantal parkeerplaatsen dat beschikbaar moet zijn. Aan de hand van deze waardes zullen de aula’s in het ontwerp worden aangepast. Hierdoor is de capaciteit berust op de werkelijkheid.

Crematorium

Aantal zalen

Kleine zaal zit/staanplaatsen

Grote zaal zit/staanplaatsen

Gemiddelde opkomst

Aantal parkeerplaatsen

1

Crematorium Berkendonk

1

-

100/100

75

50 + omliggend

2

Crematorium Nedermaas

2

50/150

95/255

75

70 + omliggend

3

Crematorium Rijtackers

2

50/0

130/300

75

50 + omliggend

4

Crematorium Maaslanden

2

25/10

120/300

75

70 + omliggend

5

Crematorium Heeze

1

-

150/300

75

50 + omliggend

6

Crematorium Haarlem

1

-

140/300

60

50 + omliggend

7

Crematorium de Nieuwe Ooster

2

20/50

100/200

75

50 + omliggend

De zalen worden nu voor de volgende capaciteit ontworpen:

8

Crematorium Schifferheide

1

-

100/50

75

70 + omliggend

9

Crematorium Heidehof

1

-

200/300

100

70 + omliggend

Grote ceremoniezaal: 200 zitplaatsen 200 staanplaatsen Totaal: 400 personen

10

Crematorium Terneuzen

1

-

140/100

100

Omliggend

11

Crematorium Wâldhôf

1

-

150/250

85

90 + omliggend

12

Crematorium Noorderveld

1

-

140/100

75

90 + omliggend

Kleine ceremoniezaal: 75 zitplaatsen 75 staanplaatsen Totaal 150 personen

13

Crematorium Meerbloemhof

1

-

170/150

100

100 + omliggend

14

Crematorium Den en Rust

1

-

95/100

75

100 + omliggend

15

Crematorium Almere

1

-

135/250

100

150 + omliggend

16

Crematorium Alphen aan den Rijn

1

-

100/100

45

70 + omliggend

17

Crematorium Hoorn

1

-

100/150

50

40 + omliggend

40/55

130/200

75

70 + omliggend

Gemiddeld

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

46


7.0 MATERIALISATIE

47


7.0 MATERIALISATIE 7.0 Materialisatie

‘Details bepalen een ruimte, ruimtes bepalen een gebouw, een gebouw maakt deel uit van de omgeving’ Vanuit deze vier onderdelen kan er een impressie geschetst worden van wat voor gevoel, sfeer en beleving het gebouw moet gaan geven. Materialisatie in de zin van textuur, licht, afwerking en details. In dit hoofdstuk worden nog geen definitieve materiaalkeuzes gemaakt, maar wordt wel de manier van afwerken en het desbetreffende gevoel wat dat oproept geanalyseerd. geana In dit hoofdstuk wordt van groot naar klein gewerkt, wat leidt tot de volgende hoofdstukverdeling: 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5

Vorm, Ruimte en Ordening De omgeving Het gebouw De ruimtes Het detail

Gebouw naar Ruimte

Omgeving naar Gebouw

Ruimte naar Detail

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

48


7.0 MATERIALISATIE 7.1 Vorm, Ruimte en Ordening Hieronder een overzicht van waar men allemaal mee te maken krijgt bij het neerzetten van een goed ontwerp. Punten waar rekening rekeni mee gehouden moet worden om het architectonisch een sterk ontwerp te laten blijven/worden.

Architectonische elementen

De architectuur van:

- Ruimte - Structuur - Omsluiting I.

II.

III.

Organisatie patronen, relaties en hiĂŤrarchie, gedefinieerde ruimte en beeld Vorm, schaal en proportie, oppervlakte, gedaante (verschijningsvorm), hoeken, openingen Licht, uitzicht, akoestiek

Ondervonden door:

Wordt bereikt door de mogelijkheden van:

Volgend uit een:

In overeenstemming met:

Techniek

Programma

Context

Beweging in ruimte en tijd

I. II. III.

Benadering, entree Wegconfiguratie (gedaante, vorm, formatie), toegang Opvolging van ruimten

I. II. III. IV.

Draagconstructie en gevels Comfort waarmee we omgeven worden Milieuvriendelijk, veiligheid en welzijn Duurzaamheid

I. II. III. IV. V.

Gebruikerswensen, benodigdheden en aspiraties Wettelijke eisen Economische factoren Sociaal/culturele factoren Historische aspecten

Wat betreft: vorm en ruimte, vast, massief, stevig, degelijk, leeg, interieur en exterieur. Systemen en organisatie: Ruimte Structuur Omsluiting Techniek

Perceptie

Waarneming. Aankomst en vertrek Entree en uitgang Beweging door opvolgende ruimten Functioneren van; en activiteiten in de ruimten Kwaliteit van licht, kleur, textuur, uitzicht, akoestiek

-

Indruk Patronen Tekens Symbolen Context

Terrein en omgeving Klimaat: Zon, wind, temperatuur en neerslag Geografie: grond (bodem), topgrafie (plaats beschrijvend), vegetatie, water Zintuigelijk (gevoel): Karakter van de plaats, uitzicht en geluid

Ruimte

Concept

Functie

Vorm

Techniek Al het voorgaande is samen te vatten in het relatieschema hiernaast:

Afstudeerproject Fransen & Pooters

III.

IV.

Ordening

Fysisch

I. II.

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

CONTEXT

49


7.0 MATERIALISATIE 7.2 De omgeving In de omgeving wordt er een gebouw geplaatst waardoor men rekening moet houden met hetgeen er neer gezet wordt en hoe dat in de omgeving past. Er is een relatie tussen een bouwwerk en zijn omgeving. Tjeerd Dijkstra heeft dat in het boek Architectonische Kwaliteit omschreven, hieronder een fragment daaruit:

“Bij het oprichten van een gebouw is er sprake van het afzonderen en in bezit nemen van een deel van de algemene ruimte voor particulier gebruik. Gevels en volumes vormen zowel de externe begrenzing van de gebouwen als ook de wanden van de openbare ruimte die zijn gezamenlijk bepalen. Het gebouw is een particulier object in een openbare context, het bestaansrecht van het gebouw ligt niet in het eigen functioneren alleen maar ook in de betekenis die het gebouw heeft in zijn stedelijke of landschappelijke omgeving. Ook van een gebouw dat contrasteert met zijn omgeving mag worden verwacht dat het zorgvuldig is ontworpen en de omgeving niet ontkent. Waar het om gaat is dat het gebouw een positieve bijdrage levert aan de kwaliteit van de omgeving en de te verwachten ontwikkeling ervan.”

Wat moet het gebouw toevoegen aan de omgeving?

Parkbos met parkeergelegenheid

Toegangsweg

Tjeerd Dijkstra – Architectonische Kwaliteit

De omgeving heeft een aantal kenmerkende eigenschappen waar rekening mee gehouden moet worden. Daarnaast is het de visie van de architecten dat het gebouw in de omgeving past en vastigheid biedt. De omgeving kan gekenmerkt worden als een bosrijk gebied. Het parkeerterrein, wat voor het crematorium en afscheidscentrum gesitueerd moet worden zal dan ook een dubbelfunctie hebben. Dit zal ook als parkbos dienen. Men moet zich voorstellen dat de parkeerplaats een vlakte is waar bomen gesitueerd zijn waartussen geparkeerd kan worden. Op de afbeelding hieronder is een schetsimpressie gemaakt van hoe de entree van het gebouw gesitueerd is. Duidelijk is dat men vanaf een bosrijke omgeving het gebouw binnenloopt. Hiernaast is een plattegrond geplaatst van het parkeerterrein en de ingang van het crematorium en afscheidscentrum.

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

Zoals eerder omschreven moet het gebouw in de omgeving passen en daarnaast vastigheid bieden aan diezelfde omgeving. De vorm van het gebouw staat als een lijn in het landschap. Een langwerpig, rechthoekig pand, waarin weer verschillende panden aanwezig zijn. Een doos-in-doos-constructie. De omringende gevel welke rondom alle losse panden heen loopt zal de relatie met de omgeving versterken. Zoals op de afbeelding hieronder te zien is heeft de gevel eenzelfde uitstraling als een bosrijk landschap. Speels geplaatste verticale houten delen geven het effect dat het bos daar verder gaat. Het uiterlijk van het gebouw heeft dus een band met de omgeving (de context waarin het gebouw geplaatst wordt).

Crematorium en afscheidscentrum Omdat de gevel, welke een bos moet suggereren, niet varieert per seizoen, zal het gebouw vastigheid geven in het gebied. Een onderdeel van de omgeving welke dus altijd aanwezig is en altijd voor een bosrijk karakter zorgt.

50


7.0 MATERIALISATIE 7.3 Het gebouw Het gebouw op zichzelf moet goed in elkaar steken. Er moet met verschillende onderdelen rekening gehouden worden om een goed gebouw neer te zetten. Evenals vorig hoofdstuk wordt er hier een citaat van Tjeerd Dijkstra gebruikt om dit verder toe te lichten.

Evenwicht tussen helderheid en complexiteit “Een belangrijke eis die aan een ontwerp voor een gebouw mag worden gesteld is dat er structuur wordt aangebracht in het beeld. Een heldere structuur biedt houvast voor de waarneming en is bepalend voor het beeld dat men vasthoudt van een gebouw. Symmetrie, ritme, herkenbare maatreeksen en materialen maken het voor de gemiddelde waarnemer mogelijk de grote hoeveel visuele informatie die de gebouwde omgeving geeft, te reduceren tot een bevattelijk beeld. Het streven naar helderheid mag echter niet ontaarden in simpelheid. Een bouwwerk moet de waarnemer blijven prikkelen en intrigeren en zijn geheimen niet direct prijsgeven. Er mag best een beheerst beroep op de creativiteit van de voorbijganger worden gedaan. Van oudsher worden daarom helderheid en complexiteit als complementaire begrippen ingebracht bij het ontwerpen van bouwwerken. Complexiteit in de architectonische compositie ontstaat vanuit de stedenbouwkundige eisen en het programma van eisen voor het bouwwerk. Bij een gebouwde omgeving met een hoge belevingswaarde zijn helderheid en complexiteit tegelijk aanwezig in evenwichtige en spanningsvolle relatie.” Tjeerd Dijkstra – Architectonische Kwaliteit Zoals al eerder beschreven is, is het gebouw een lijn in het landschap. De kracht van een lijn wordt beschreven in de reader ARS1, samengesteld door G. Kuiper:

Zoals op de eerdere afbeeldingen te zien is, is de omsluitende gevel van het gebouw de eye-catcher. De verschillende losse panden daarbinnen zijn echter niet zo spectaculair afgewerkt van buiten. Dit zijn strakke gevels welke de intentie hebben om niet te veel op te vallen. Ze zijn uitgevoerd in donkere, bruine natuurtinten. De kleur bruin staat voor het neutrale en aardse. Bovendien is bruin een rustige kleur. Op de afbeelding hierboven is de ingang te zien van het crematorium, vanuit het parkbos. Men volgt het pad tussen de bomen door richting het crematorium. Dit zal door het water heen lopen en aansluiten om de rondgang rondom het crematorium. Behalve de ingang zijn er nog meer van deze paden welke aansluiten op de looproute om het gehele pand. Zo is er ook een pad richting de begraafplaats, de urnentuin en de verstrooiruimte. Hieronder is een schematische weergave van het gebouw en waar de verschillende functies zitten. Zichtbaar is dat de ceremonie ruime uit drie verschillende zalen bestaan welke gescheiden zijn door een glaswand.

“Als vorm kan een lijn vele gedaanten hebben. Hoe dan ook, als het maar lijnvormig is, en een richting gesuggereerd wordt. Zo opgevat is bijvoorbeeld een rivier of een weg in het landschap een lijn. Dit is beiden in het horizontale vlak. Hetzelfde geldt voor het verticale vlak”… “Een lijn kan ook dienen, evenals een punt, om een vlak in te delen, in parten, en daardoor dit vlak ‘schaal’ te geven. We kunnen met lijnen bepaalde gewenste richtingen accentueren.” Samenstelling: G. Kuiper – ARS1 / BWK1

Het gebouw heeft een zogenoemde ‘doos-in-doosconstructie’. Dit houdt in dat van buiten af het één gebouw lijkt, maar dit enkel de buitenschil is. Daarbinnen heeft het gebouw meerdere losse panden, welke gebundeld zijn door de buitenschil. In dit geval loopt de buitenschil ver buiten de losse panden om, waardoor er een looppad gecreëerd wordt tussen de buitengevel en de panden welke daarbinnen staan. De wandel route loopt rondom het gehele pand.

CREMATIE CEREMONIE HORECA

Op de foto hier links naast is deze overkapping van de looproute duidelijk zichtbaar.

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

51


7.0 MATERIALISATIE 7.4 De ruimtes Vanuit het gebouw gaat de aandacht uit naar de verschillende ruimtes welke er in het gebouw aanwezig zijn. Hier wordt wederom gerefereerd naar het boek Architectonische Kwaliteit van Tjeerd Dijkstra.

1

2

Schaal en maatverhoudingen “Ieder bouwwerk heeft een schaal die voortkomt uit de grootte of de betekenis van de betreffende bouwopgave. Grote bouwwerken kunnen uiteraard binnen hun eigen grenzen geleed zijn maar worden onherkenbaar en ongeloofwaardig als ze er uitzien alsof ze bestaan uit een verzameling losstaande bouwwerken. De maatverhoudingen van een bouwwerk zijn van groot belang voor de belevingswaarde ervan, maar vormen tegelijk één van de meest ongrijpbare aspecten bij het beoordelen van ontwerpen. De waarnemer ervaart bewust of onbewust de maatverhoudingen van een bouwwerk, maar wáárom de maatverhoudingen van een bepaalde ruimte aangenamer, evenwichtiger of spannender zijn dan die van een andere, valt nauwelijks vast te stellen. Duidelijk is dat de kracht van een compositie groter is naarmate de maatverhoudingen een sterkere samenhang en hiërarchie vertonen. Mits bewust toegepast kunnen ook spanning en contrast daarin hun werking hebben.”

Dit is een impressie schets van in een ceremoniezaal. Goed te zien is dat er gebruik wordt gemaakt van natuurlijke lichtinval. Daarnaast zitten er geen ramen in de zijwanden en zijn deze ook in natuurlijke, bruine kleuren uitgevoerd. Er is getracht om hier enige onregelmatigheid en reliëf in aan te brengen om het niet ‘strak en kil’ te maken.

3 Er zijn dus een aantal punten erg belangrijk in de materialisatie van het crematorium en afscheidcentrum. Dit zijn de volgende punten: I.

Tjeerd Dijkstra – Architectonische Kwaliteit II. Op de afbeelding hieronder is een doorsnede over de lengte as van het gebouw te zien. Hierin zijn dus verschillende ruimten goed zichtbaar. De ruimten waar bezoekers komen hebben alle bruine natuurtinten. De technische en administratieve ruimten zijn hier in het wit uitgevoerd. Hierbij is de afwerking niet belangrijk, aangezien hier geen bezoekers zullen komen. Hier komen allen de werknemers van het crematorium. Daarnaast is het voordeel van een lichte afwerking dat men een duidelijker en prettiger beeld heeft van zijn werkzaamheden.

Hierboven is het terras van het horecadeel te zien. Dit is het gedeelte waar het geld moet worden verdiend. Vanaf het terras kijkt men uit over het zelf aangelegde natuurgebied en het wateroppervlak.

III.

IV.

Kleur; door rustige aardse kleuren toe te passen vind men ook de binding met de natuur aan de binnenkant van het crematorium. Bovendien is de kleur bruin een rustige en concrete kleur. Het is niet kil en steriel als bijvoorbeeld wit. Textuur; om de wanden een textuur en eventueel een reliëf mee te geven bij de afwerking wordt voorkomen dat de ruimten een strak en onpersoonlijk uiterlijk krijgt. Op deze manier wordt het aardse en natuurlijke karakter nog meer benadrukt en de kille sfeer voorkomen. Textuur kan bijvoorbeeld worden verkregen door het grof afsmeren van de wanden. Lichtinval; op meerdere foto’s is duidelijk te zien dat er veel gebruik wordt gemaakt van natuurlijke lichtinval en licht sturing. De bundels licht kunnen voor een mooi effect zorgen in de ceremonie ruimtes. Dit is op de foto hierboven goed te zien. Emotie; een uitvaart is een emotionele gebeurtenis. Er moet dus voorkomen worden dat de wanden kil en steriel aan doen. Dit geeft een erg onpersoonlijk gevoel wat niet gesuggereerd moet worden.

Dit is een schets van het gangpad langs de verschillende ceremonieruimtes. Hier worden dezelfde soort materialen gebruikt als in de ceremonieruimtes.

2

1

RUIMTEVERDELING:

Ceremonieruimten en familiekamers Technische ruimten

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Administratie Horeca

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

52


7.0 MATERIALISATIE 7.5 Het detail De ruimtes zijn afhankelijk van hoe het detail is opgebouwd. Er zijn verschillende manieren om het detail vorm te geven en zo een goede invulling aan de ruimte te geven.

1

Op het eerste detail is te zien dat er via het plafond lichtinval is. Gezien het feit dat er geen ramen in de ceremonieruimtes zitten zal dit direct daglichtinval moeten zijn. Hiermee moet in de uitwerking rekening worden gehouden.

2

In het midden van de ceremonieruimte is een opening in de wand gemaakt waardoor zonlicht naar binnen valt. Dit licht schijnt op de kist van de overledene, wat een prachtig effect geeft. Door middel van een slimme oriëntatie op de zon of lichtsturing zal het licht hier goed naar binnen vallen.

3

Behalve door het dak, komt er ook langs de wand licht naar binnen. Dit kan zowel kunstlicht als natuurlijk licht zijn. Hoe dit opgelost wordt in de details wordt pas later verder onderzocht. Belangrijk blijft dat er lichtinval is in de ceremonieruimtes.

4

Op dit detail is duidelijk te zien dat er geen gebruik wordt gemaakt van een plint. De wand sluit naadloos aan op de vloer, waardoor men het idee krijgt dat het één ruimte en één materiaal is. Dit zorgt voor overzichtelijkheid en een rustige sfeer.

5

Ook bij de aansluiting van de wand en het plafond is maar één rand zichtbaar en dat is het punt waarbij de wand en het plafond samenkomen. De wanden en het plafond hebben dezelfde soort kleur, waardoor de overgang minder opvalt.

6

Bij de doorgangen is er ook gekozen voor een zo strak mogelijke vormgeving. Één rand scheidt de wand van de deuropening, waardoor het er uit ziet als een opening waar geen kozijn in zit. Dit lijkt op een hele simpele wand met opening, maar de bekleding moet zorgvuldig doorgezet worden naar de volgende ruimte. Aan de hand van de wandbekleding kan men uit gaan werken hoe dit betreffende materiaal de hoek om gaat.

Materiaal, textuur, kleur en licht “Door middel van materialen, kleuren en lichttoetreding krijgt een bouwwerk uiteindelijk zijn visuele en tactiele kracht: het wordt zichtbaar en voelbaar. De keuze van materialen en kleuren is tegenwoordig niet meer beperkt tot wat lokaal aan materiaal en ambachtelijk kennis voorhanden is. Die keuzevrijheid maakt de keuze moeilijker en het risico van een onsamenhangend beeld groot. Als materialen en kleuren teveel los staan van het ontwerp en daarin geen ondersteunende functie hebben maar slechts worden gekozen op grond decoratieve werking, wordt de betekenis ervan toevallig en kan het afbreuk doen aan de zeggingskracht van het bouwwerk. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer het gebruik van materialen en kleuren geen ondersteuning geeft aan de architectonische vormgeving of wanneer het gebruik van materialen en kleuren een juiste interpretatie van de aard en de ontstaansperiode van het bouwwerk in de weg staat.” Tjeerd Dijkstra – Architectonische Kwaliteit

In een ruimte als een crematorium komt men niet voor de mooie details die overal achter verscholen gaan, men heeft daar wel wat anders aan zijn hoofd. Om vanuit het idee van de ruimtes –rust, donkere tinten, reliëf en lichtinval– terug te laten komen in de details, is de insteek om de details te laten voldoen aan eerder genoemde punten, maar verder niet op te laten vallen door een strakke detaillering zonder ‘fratsen’. Hieronder zijn een aantal afbeeldingen geplaatst van de schetsen en impressies van de architect. Hierin is ingezoomd op de details, welke hiernaast besproken worden.

1

Afstudeerproject Fransen & Pooters

2

3

4

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

5

6

53


8.0 WET- EN REGELGEVING

54


8.0 WETWET EN REGELGEVING 8.1 Ruimtelijke en technische eisen Tijdens de analyse zal er gekeken worden naar de wet en regelgeving op het gebied van ruimtelijke en technische eisen. Dit zijn:

Onderdeel

Eis

Sterkte constructie bij brand

Tijdens een brand zal men in het gebouw genoeg tijd kunnen krijgen om het pand te ontvluchten. Dit houd dus in dat de constructie van het gebouw het een minimaal aantal minuten vol moet houden tot het gaat bezwijken. Voor dit gebouw geld de regel dat wanneer de gebruiksfunctie tussen de 5 en 13 meter boven het peil ligt de hoofddraagconstructie 90 minuten moet zijn met betrekking tot het bezwijken ervan. Echter als de hoofddraagconstructie een permanenten vuurbelasting van 500 MJ/m² aankan, dan zal de constructie een reductie van 30 minuten krijgen.

Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijk situatie

Voor de afvoer van de rook zal de rook rond de 75 graden zijn. Hierdoor moet men opletten waar de rook heen gaat. Hete rook kan namelijk een brandgevoelig dak in brand zetten. Om deze reden geld er een eis dat de afstand van de schoorsteen tot een andere woning minimaal 15 meter moet zijn. Dit geld echter ook voor de afstand tot openbaar groen en openbaar water.

8.1.1 Algemene eisen Een gebouw heeft volgens de wet- en regelgeving een aantal algemene eisen waar het aan moet voldoen. Zo moet de constructie van een gebouw alle permanenten en veranderlijke belasting ten alle tijden aan kunnen. Dit geld ook voor een gasexplosie of extreme weersomstandigheden.

Beperking van ontwikkeling van brand

Een gebouw zal tijdens een brand echter zoveel mogelijk voortplanting van de brand tegen moeten houden. Dit kan door de constructie onderdelen met een brandwerendsheidklasse uit te laten voeren. Echter kan men nooit de constructie geheel brandveilig uit laten voeren en heeft men een speling van 5 %.

De minimale Rc-waarden dient 2,5 m2 k/w te zijn. Echter is een hogere Rc-waarden gewenst in verband met de EPC-norm. Hierdoor zal het gebouw energiezuiniger worden. Voor alle kozijnen, deuren en ramen geld een warmtedoorgangscoëfficiënt ten hoogste van 4,2 w/m2.K.

Beperking van uitbreiding van brand

Om de uitbreiding van de brand tegen te gaan, zal het gebouw worden uitgevoerd als een brandcompartiment die niet groter mag zijn dan 1000 m². Echter omdat de technische ruimte groter is dan 50 m² zal men de technische ruimte als een apart brandcompartiment moeten uitvoeren. Voor de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag(WBDBO) van een brandcompartiment naar een ander brandcompartiment zal het gebouw moeten voldoen aan 60 minuten. Echter omdat er geen vloer 5 meter boven het peil aanwezig is zal de eis van 60 minuten naar 30 minuten gaan. Voor de toegang tussen 2 brandcompartimenten zal men echter ook moeten voldoen aan de WBDBO van 30 minuten. Tevens zal er een zelfsluitende deur tussen moeten zitten.

Beperking van verspreiden van rook

Een brandcompartiment is ingedeeld in een of meerdere rookcompartimenten. De loopafstand van een verblijfsgebied naar een rookcompartiment is maximaal 30 meter. De constructieopening tussen de compartimenten zullen ten alle tijden 30 minuten brand en rookwerend moeten zijn en altijd zelfsluitend.

Vluchten binnen een rookcompartiment en sub brandcompartiment

Bij het vluchten binnen een rookcompartiment en subbrandcompartiment moet men aan de minimale maten houden die zijn gesteld aan de muuropeningen. Denk hierbij aan de minimale maat van een deur van 0,85 meter. Echter is dit niet ideaal(denk hierbij aan een rolstoeler). Tevens moeten de deuren in de richting draaien waar men heen vlucht. De maximale afstand tot deze muuropeningen is 20 a 30 meter. Dit is afhankelijk van de bezettingsgraad. Wanneer men vlucht mag ,en ook niet van verblijfsruimte naar verblijfsruimte vluchten wanneer hier maar 1 deur in zit. Wanneer er 2 deuren in zitten waardoor er een sluis ontstaat is dit wel mogelijk.

Vluchtroutes

De vluchtroutes leid de aanwezige naar een sluitend terrein die men veilig kan bereiken vanaf daaruit moet men de openbare weg kunnen bereiken. Vanaf een ruimte moeten minimaal twee vluchtroutes aanwezig zijn.

8.1.1 8.1.2 8.1.3 8.1.4 8.1.5 8.1.6

Algemene eisen Brandveiligheid Geluidsnormen Toegankelijkheid Minimale afmetingen Daglicht

Doormiddel van deze punten zal er een duidelijk beeld komen aan welke eisen het gebouw moet voldoen op het gebied van wet- en regelgeving. Bij het aanpassen van de indeling van het ontwerp zal het gebouw dan ook moeten voldoen aan deze eisen.

8.1.2 Brandveiligheid Een van de belangrijkste regels in het bouwbesluit zijn de regels over de brandveiligheid. Vooral omdat er in het gebouw veel verbrand zal gaan worden zal er veel gekeken moeten worden naar de brandveiligheid in het gebouw maar ook voor de constructie van het gebouw. Denk hierbij aan de WBDBO, de constructie, etc.

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

55


8.0 WETWET EN REGELGEVING 8.1.3 Geluidsnormen Bij een crematorium/rustplaats denkt meteen vaak aan een stille rustgevende locatie. Om dit te verwezenlijken zal men enorm veel aandacht moeten besteden aan de geluidsbelasting. De beste manier om geluidsbelasting tegen te gaan is door het aan te pakken bij de bron. In de uitwerkingen zal men hier echter goed toezicht op moeten houden om te zorgen dat het gebouw goed geluidsbestendig is. Bij de uitwerkingen zal men rekening moeten houden met de volgende punten: • Geluidsoverdracht door buitenschil (meest hinderlijk is de snelweg of vliegverkeer) • Geluidsoverdracht tussen een binnen- en een buitenruimte

8.1.4 Toegankelijkheid Bij de uitwerking van het ontwerp dient rekening gehouden te worden met invaliden en de toegankelijkheid daarvan. Daarbij moet er gekeken worden naar gebruik, toegankelijkheid en vluchtroute. Het crematorium zal voor ieder persoon toegankelijk zijn dus ook voor minder valide personen. Dit geldt echter ook voor het omringende terrein. Echter zit er in het totaal aan de toegankelijkheid van het gebouw en ontwerp bepaalde eisen die vastgesteld zijn door het bouwbesluit. Hier zal het pand minimaal aan moeten voldoen. Onderdeel

Eis

Muuropeningen

De deurbreedte dient minimaal 0,85m breed te zijn maar voor een rolstoel is een ruimte van 1,05m gewenst. Tevens praktisch voor verhuizingen.

Omringende looproute (ontsluiting en vluchtroute)

De gemeenschappelijke galerij dient tenminste 1,50m breed te zijn. Hierdoor is een rolstoelganger in staat om te draaien. Tevens wordt niemand belemmerd door de rolstoel want men kan de rolstoelganger passeren. De breedte is tevens praktisch voor verhuizingen.

(Brandweer)liften

- De minimale kooiafmeting dient minimaal 1,05 * 2,05m te zijn - Loop/rolafstand bedraagt maximaal 90m - Opstelplaats voor lift dient minimaal 1,05 * 2,05m - Rekening houden met machinekamers en inspectieputten

Trappenhuis

- Minimaal 1,20m breed - Minimale hoogte boven trap bedraagt 2,30m - Maximale hoogte van de trap bedraagt 4m (bordes) - Bordesafmeting bedraagt 1,5m * 1,5m

• Geluidsoverdracht tussen twee ruimten • Geluidsoverdracht tussen een binnen ruimte

1,5m

1,05m

Vormen van geluidoverdracht tussen twee boven of naast elkaar gelegen ruimten

1,05m

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

56


8.0 WETWET EN REGELGEVING 8.1.5 Minimale afmetingen Tijdens het ontwerp zal er gekeken moeten worden naar de minimale afmeting van de ruimtes. Volgens de wet- en regelgeving zitten er aan bepaalde ruimtes een minimale maat. Dit is gedaan in verband met de veiligheid, gebruiksvriendelijkheid en gezond voor de aanwezige te garanderen. Tijdens een ontwerp zal men aan deze afmeting moeten voldoen. Zo moet er tevens rekening gehouden worden met de minimale afmetingen van een rolstoeler. De minimale breedte voor een gang is 0,85 meter maar voor een toegankelijk gebouw waar ook rolstoelers komen is het gebruiksvriendelijker om de maat te vergroten naar 1,05 meter.

Liftschacht Als de laagste en hoogste vloer tot maximaal 50 meter gaat zal er onder de laagste vloer 1,4 meter ruimte aanwezig moeten zijn voor het ontsluiten van de lift. Tevens zal er boven de hoogste vloer een ruimte aanwezig moeten zijn van 3,6 meter. In de schacht zal er alleen leidingen of installaties aanwezig zijn die zorgen dat de lift goed functioneert. De lift en liftschacht liftsch zullen in zijn geheel waterdicht uitgevoerd moeten worden. Opstelplaats De opstelplaats voor een stooktoestel ligt in een apart gelegen ruimte waarbij de afmetingen nader bepaalt dienen te worden.

Toegankelijkheidsector Voor de toegang tot het terrein moet men rekening houden met de gebruiksvriendelijkheid voor rolstoelers. Bij een verhoging of verlaging van 0,02 meter zal men een hellingbaan of een lift moeten toepassen. Tevens is het terrein direct bereikbaar vanaf de openbare weg.

Onderdeel

Minimale afmeting

Vrije doorgang

Breedte 0,85 meter, hoogte 2,3 meter

Vrije doorgang De toegang van een ruimte heeft een minimale breedte van 0,85 meter met een hoogte van minimaal 2,3 meter. Dit geldt alleen voor de verblijfsruimte, verblijfsgebied en toilet. Echter er gelden voor de verkeersroutes andere eisen.

Verblijfsgebied

Oppervlakte 10 m², breedte 1,8 meter, hoogte 2,6 meter.

Verblijfsruimte

Oppervlakte 10 m², breedte 1,8 meter, hoogte 2,6 meter.

Toiletruimte

Toilet 0,9 * 1,2 meter Integraal toegankelijk toilet 1,65 * 2,20 meter, hoogte 2,3 meter

Stallingruimte voor fietsen

Minimaal 2,0 m²

Meterruimte

Oppervlakte 0,30 * 0,80 meter.

Bereikbaarheid Het gebouw moet voor ieder persoon toegankelijk zijn. Om te zorgen dat iedereen makkelijk het pand kan betreden mag de toegang van het gebouw met het aansluitend terrein maximaal een verschil zijn van een meter. Verblijfsgebied In het pand zijn een aantal verblijfsgebieden. Van het gehele pand moet minimaal 55 % verblijfsgebied zijn. Een verblijfsruimte heeft een minimale oppervlakte van 10 m². De minimale breedte is 1,8 meter. En de minimale hoogte van een verblijfsruimte is 2,6 meter Verblijfsruimte Voor de eisen aan de verblijfsruimtes gelden dezelfde eisen als die van de verblijfsgebieden. Toiletruimte In het gebouw moeten minimaal 2 toiletruimtes aanwezig zijn. Wanneer het pand groter is dan 400 m² dan zal er minimaal 1 toilet integraal toegankelijk zijn. De toiletruimtes hebben een vloeroppervlakte van minimaal 0,9 * 1,2 meter. De integraal toegankelijke toiletruimtes hebben een vloeroppervlakte 1,65 * 2,2 meter. De minimale hoogte is 2,3 meter. Tevens moet een toiletruimte altijd afsluitbaar zijn. Tevens moet er voor elke 125 m² een toiletruimte beschikbaar zijn. Stallingruimte voor fietsen Voor het gebouw zal een stallingruimte aanwezig moeten zijn die minimaal 2 m² is en direct toegankelijk is vanaf de openbare weg. Meterruimte Het gebouw dat een voorziening voor elektriciteit, gas, drinkwater of verwarming bevindt, heeft een meterruimte waarin de centrale schakel-, verdeel- en meetapparatuur voor die voorziening kan bedient. Tevens moet de meterkast geheel regenwerend zijn. Voor de meterkast is er een eis via NEN-norm 2768 waarbij een afmeting wordt gesteld van 0,30 * 0,80 m. Tevens mag de meterkast een afstand gemeten vanaf de hoofdentree van maximaal 3 meter.

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

57


8.0 WETWET EN REGELGEVING 8.1.6 Daglicht

Energieverbruik

Zoals rechts is afgebeeld wordt er circa 22 % van het totale energieverbruik van een gebouw gebruikt voor verlichting. Door het gebouw te voorzien van goede natuurlijke daglichtsturing kan hier aanzienlijk op bespaard worden. Vooral in het ontwerp wordt er veel gebruik gemaakt van daglichttoetreding. In het ontwerp zitten echter ook nauwelijks muuropeningen en wordt al het daglicht naar binnen gestuurd door op strategisch geplaatste muuropeningen. Tevens wordt het gebruik van LEDverlichting gestimuleerd.

Door het gebruik van direct en indirect daglichtsturing kan men een bepaalde sfeer creĂŤren. Zo zijn er muur openingen waar het daglicht precies op de kist komt te schijnen. Tevens zitten er op het dak langs de rand van de muren een opening dat de zijkanten van de ruimtes verlicht. Mogelijk wordt er nog wel gebruik gemaakt van lampen maar zal dit goed weggewerkt worden in de ruimtes omdat het gehele contrast van de ruimte op de natuur licht gericht is.

8.2 Milieueisen 8.2.1 Materiaal In het besluit van 3 mei 1991, houdende voorschriften ter uitvoering van de Wet op de Lijkbezorging getiteld; Besluit op de lijkbezorging zijn een aantal eisen gesteld aan o.a. doodskisten, -bekleding, -ornamenten als kruizen, naamplaten e.d. Dit onder andere in verband met bodem- en luchtverontreiniging. Niet toegestane materialen voor doodskisten De kist mag niet van metaal of van een niet toegelaten kunststof materiaal zijn gemaakt. Alleen in zeer uitzonderlijke gevallen (bepaalde ziektes e.d.) is het gebruik van een zinken kist eventueel toegestaan. Er moet dan wel een verklaring van de Geneeskundige inspectie bij zijn. De inspectie van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid verbiedt in haar richtlijn namelijk zinken kisten. Het eventueel in verre staat van ontbinding zijn van de overledene is nooit een reden voor het cremeren en/of begraven in een zinken- of in een niet toegelaten kunststofkist.

Aan de zijkant van het gebouw zal men gebruik maken van de lichtweerkaatsing via het water. Zo krijgt men indirect en direct daglicht. Dit kan veel energie besparen voor het gebouw. Lichttoetreding

Toegestane materialen voor doodskisten Vol houten -ook wel massief houten- kisten zijn toegestaan. De enige wettelijk toegelaten lak is nitrocelluloselak en de enig toegelaten beits is waterbeits. Daarnaast zijn kisten toegelaten die gemaakt zijn van spaanplaat (ook wel crematiekisten genoemd). Kisten van spaanplaat moeten voldoen aan specifieke eisen qua samenstelling materiaal en lijm. Spaanplaat doodskisten zijn doorgaans gefineerd of van een folie voorzien. Mits hierbij gebruik gemaakt is van voornoemde lijmsoorten en indien voor het fineer en folie geen kunststoffen zijn gebruikt, zijn deze ook toegelaten. Handvatten, sierschroeven en andere ornamenten De wet schrijft houten handgrepen e.d. niet voor, maar zegt dat niet houten handgrepen van buitenaf verwijderbaar moeten zijn. Dit verwijderen gebeurt vrijwel alleen in de crematoria, niet op begraafplaatsen. Niet verwijderbare schroeven, spijkers, nieten e.d. dienen echter wel van magnetisch materiaal te zijn. Deze worden namelijk na de crematie met een magneet uit de asresten verwijderd. In de praktijk blijkt dat er vaak plastic (veelal PVC houdend) handgrepen worden gebruikt. Deze zouden goedkoper zijn dan houten en door hun koper-/bronsachtige kleur op metaal lijken. Uit milieutechnisch oogpunt verdienen echter houten handvatten sterk de voorkeur zowel voor de crematoria als voor de begraafplaatsen.

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

58


8.0 WETWET EN REGELGEVING Lijm In houtspaanplaat verwerkt: In schottenlijm verwerkt: In perslijm verwerkt : In constructielijm verwerkt:

In het Besluit op de lijkbezorging van 3 mei 1991, staan voorschriften ter uitvoering van de Wet op de Lijkbezorging beschreven. In verband met bodem- en luchtverontreiniging zijn een aantal eisen gesteld aan o.a. doodskisten, -bekleding, rookuitstoot ed. De inspectie van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid is met de uitvoering van richtlijnen hieruit belast.

Ureumformaldehydelijm is eigenlijk een chemische hars die ontstaan is uit de meervoudige condensatie van ureum (afbraakprodukt van eiwitten) en formaldehyde (eenvoudigste aldehyde -alcohol waaraan waterstof is onttrokken). De formaldehyde wordt gebruikt als harder, de lijm hardt dan beter, bij een overvloedig gebruik van deze lijm in o.a. spaanplaten ruikt men een penetrante geur die in een gesloten ruimte aanleiding kan geven tot o.a. hoofdpijn. De ureumformaldehydelijm wordt veel gebruikt om houtspaanders aan elkaar te verlijmen tot een plaat, dit omdat deze lijm het voordeel heeft dat het in veel lichte kleurnuanceringen verwerkt kan worden.

Rook en reuk Uit de schoorsteen van een crematorium mag geen zichtbare rook komen en er mag geen waarneembare reuk zijn. In de richtlijn staat echter ook dat er in de praktijk natuurlijk regelmatig problemen zijn met deze eis. Problemen die het gevolg zijn van het mee verbranden van luchtverontreinigende stoffen (kist, kleding, prothesen e.d.) of van een niet optimaal verbrandingsproces. Specifiek wordt hierbij genoemd de kunststoffen met chloorverbindingen (nylon, PVC e.d.), die bij verbranding giftige stoffen opleveren zoals dioxinen en voor de verbrandingsruimte en rookkanaal het agressieve zoutzuur. Om deze problemen te voorkomen zijn ook milieueisen gesteld aan doodskisten en aan de -bekleding en/of lijkwaden/-hoezen. Tevens kan ook de kleding van de overledene een negatieve invloed hebben. Hoewel daar niets dwingend over is voorgeschreven, is het gebruik van kleding, gemaakt van natuurlijke vezels sterk aan te bevelen.

Lak Toegestane is nitrocelluloselak: een combinatie van alkydlharsen (synthetische hars welke o.a. is samengesteld uit alcoholen, carbonzuren en vetzuren), pigmenten (kleurstoffen) en vulstoffen.

Voorschriften overige onderdelen van een doodskist: De ornamenten Bij crematiekisten zijn alle kunststoffen toegestaan voor ornamenten, zoals handgrepen en sierschroeven, mits deze van buitenaf verwijderd kunnen worden.

Toelichting De luchtverontreiniging bij een crematorium is naast het zelf verzorgen van een optimaal verbrandingsproces- veelal een gevolg van het zich niet houden aan de voorschriften door uitvaartverzorgers en in mindere mate nabestaanden. Bijvoorbeeld door het bekleden van de kist met plastic of teerpapier om lekken te voorkomen, terwijl hiervoor papieren celstofpakken te gebruiken zijn. Of het aankleden van de overledene in een plastic zeilpak met bijbehorende 'rubberen' laarzen omdat hij zo graag zeilde. Een katoenen of wollen schipperstrui en broek is dan een milieu vriendelijker alternatief. Dit soort handelingen zijn milieutechnisch onverantwoord, bovendien schaadt dit het milieu c.q. woongenot in de buurt van het crematorium. Ook kan hierdoor het rouwproces van nabestaanden c.q. bezoekers geschaad worden, die net uit het crematorium komen of er net naartoe gaan en dan een voor het crematorium onvermijdbare gitzwarte rook uit de schoorsteen zien komen.

Het hoofdkussen Voor het hoofdkussen zijn voorgevormde steunen van karton of een papieren zak gevuld met houtkrullen toegestaan. Deze mogen worden voorzien van een bekleding. De binnenbekleding Voor binnenbekleding is satijn, gemaakt van 100% rayon of 100% acetaat en taft, gemaakt van 100% rayon of 57% viscose en 43% acetaat toegestaan. Rayon is een algemene benaming voor kunstmatige vezels, vervaardigd uit cellulose (wat weer een organische stof is, die bereidt wordt uit de wanden van cellen van hout en planten) of een afgeleide daarvan. Acetaat is celluloseacetaat en wordt vervaardigd uit een esterverbinding (organische verbinding die ontstaat bij de inwerking van een (hier azijn) zuur op een alcohol) met cellulose, vroeger werd deze stof ook wel acetaat-zijde genoemd. De officiële benaming is acetaatrayon. Viscose is een afkorting van viscosegaren, -rayon en -zijde en wordt net als rayon vervaardigt uit cellulose. De binnenbekleding mag niet bestaan uit één stuk, d.w.z. voor de wanden en de bodem moeten 2 losse stukken stof worden gebruikt. Het gebruik van één stuk stof in de kist geeft namelijk de kans op het ontstaan van een soort kuip die vocht kan vasthouden, hetgeen de vertering onnodig belemmert.

Doodskist (de wet spreekt over lijkkist) De doodskist dient te zijn gemaakt van een natuurlijk materiaal, zoals hout, maar ook karton en soortgelijke materialen zijn toegestaan. Daarnaast zijn ook enkele (kunst)stoffen toegestaan. Toegestane (kunst)stoffen : Spaanplaat Indien de kist wordt gemaakt van spaanplaat (verlijmde houtspaarders), moet het voldoen aan het spaanplaatbesluit uit de warenwet. D.w.z. niet meer dan 10mg. formalhyde per 100 gram plaatmateriaal.

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Ureumformaldehydelijm Ureumformaldehydelijm PVAC-lijm (polyvinylacetaat) PVAC-lijm (polyvinylacetaat)

De bodembedekking Indien de bodem bedekt wordt dan moet hier celstofpapier (uit plantaardige grondstoffen verkregen vezelmateriaal) voor worden gebruikt. Kantenband en print Kantenband: een band, gemaakt van kant (fijn, licht weefsel ontstaan door het kantklossen van een linnen draad) en over de kanten van de kist gedrapeerd wordt. Print: papierstrook met opdruk dat vaak ter vervanging van kantenband wordt gebruikt. Een print is een positieve afdruk op fotografisch papier, meestal een vergroting van iets. Voor printpapier moet basispapier (zuurvrijpapier) op edelcellulose (1st kwaliteit cellulose) basis met anorganische pigmenten (niet plantaardige en/of dierlijke kleurstoffen) worden gebruikt.

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

59


8.0 WETWET EN REGELGEVING Lijkhoes en lijkwade Voor het vervoer van een stoffelijk overschot over lange afstand wordt vaak gebruik gemaakt van een lijkhoes. Een lijkwade wordt meestal gebruikt ter vervanging van een doodskist. Ook aan deze producten zijn milieueisen gesteld. Doorlaatbaarheid De eis van doorlaatbaarheid van een lijkhoes/lijkwade is in de wet gesteld om met name plastic uit te sluiten. Door ondoorlaatbaarheid van water en lucht bestaat de kans dat het stoffelijk overschot niet kan verteren. Water Voor lijkhoezen geldt de specifieke eis: gedurende 7 dagen in voortdurend contact met water van a. 5C en b. 20C bij pH (zuurgraad)= 7 mag het materiaal niet meer dan 1 mg vloeibaar water per m per uur doorlaten. Gas Na veertien dagen mag (volgens een biologische proef) de doorlaatbaarheid van gasvormige niet minder zijn dan 150 ml per m per uur.

Specifiek voor lijkhoezen Het materiaal van een lijkhoes moet aan de volgende mechanische eigenschappen voldoen: Treksterkte De treksterkte van het materiaal en van de las c.q. naadverbindingen mag niet minder bedragen dan 1 N per millimeter. Vouwbestendigheid Als het materiaal wordt dubbelgevouwen en de vouw gedurende 30 minuten wordt belast bij een druk van 5 N per cm, dan mag het materiaal in de vouw geen scheur vertonen. Vormbestendigheid Gedurende twee jaar van opslag bij een temperatuur van 20 C mag de krimp in de lengte- en de breedterichting niet meer dan 10% bedragen.

8.2.2 Crematorium Aan de oven zitten bepaalde milieueisen waar die aan moet voldoen. Dit in verband met de schadelijke stoffen die anders vrij komen als er geen eisen aan gesteld worden. Zo moeten de crematie ovens voorzien zijn van een naverbrandingsruimte, waarin de rookgassen uit de hoofdverbrandingsruimte worden naverbrand. De naverbrandingsruimte moet zo ontworpen zijn dat de gassen er minimaal 1,5 seconde verblijven bij een temperatuur van 800 graden. Dit heeft te maken met dat de schadelijke stoffen die in de rookgassen zit voor een groot gedeelte worden verbrand. Dit dient ook bewezen te worden bij de aanvraag van de vergunning. Het zuurstofgehalte in de naverbandingsruimte dient minimaal 6 % te zijn. Een onderschrijding hiervan is wel toegestaan maar nooit langer dan een minuut of onder de 3 %. Tevens zal er zoveel mogelijke giftige stoffen uit de rook gefilterd worden. Dit in verband met het beschermen van de omgeving. De te stoffen uit de rook te filter zijn er verschillende soorten techniek en ontwikkeld dat de stoffen kwik, dioxinen en andere schadelijke stoffen uit de rook verwijderd.

Benodigde wet en regelgeving: De behandelde punten komen allen uit verschillende bronnen van wetten en regelgeving. Hieronder een lijst met welke documenten er rekening gehouden moet worden: I. II. III. IV. V.

Bouwbesluit NEN Normen NER Normen (Milieu eisen) Volksgezondheidsnormen Wet op de lijkbezorging

Maximale chemische samenstelling Het materiaal mag niet meer dan 0,1 gewichtsprocent chloor bevatten. De eis inzake het chloorgehalte is met name gesteld om PVC als materiaal uit te sluiten voor het gebruik van lijkhoezen/lijkwaden. Naast de slechte doorlaatbaarheid heeft het ook nog de eigenschap bij verbranding zoutzuurdamp af te geven. Deze damp is zeer corrosief en kan schadelijk zijn voor de goede werking van de installatie van een crematorium.

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

60


9.0 PROGRAMMA VAN EISEN

61


9.0 PROGRAMMA VAN EISEN 9.1 Technisch Programma van Eisen In het technische PvE zal er in punten omschreven worden waar men aan moet denken tijdens de uitwerking van het crematorium/afscheidscentrum. Als men aan deze eisen voldoet dan zal het gebouw in perfecte staat functioneren. Omgeving Locatie Luchtkwaliteit I. De locatie moet voldoen aan de wet Luchtkwaliteit. Bezwaarschriften van belanghebbenden dienen bekend te zijn. Uitzicht I. Uitzicht op de snelweg moet zoveel mogelijk verhinderd worden doormiddel van natuur. II. In het crematorium is uitzicht op het natuurgebied gewenst. III. Zorg dat de ruimtelijke beleving in het uitzicht zo groot mogelijk is. IV. Natuurlijke elementen zoals groen, lucht en water worden positief gewaardeerd. Daglicht Voor het daglichttoetreding zijn er in het bouwbesluit geen eisen gesteld voor een bijeenkomstfunctie. Echter zal er aan de hand van de visie van het ontwerp op de benodigde plaatsen muuropeningen gecreĂŤerd worden voor de nodige daglichttoetreding.

Groenvoorzieningen I. Het terrein dient van een uitgebreide groenvoorzieningen voorzien te worden. II. Groenvoorziening volgens stedenbouwkundig ontwerp. III. Zichtlijnen en visie staan hand in hand met het uitgebreide groenplan. Afsluiting en beveiliging I. Het terrein alsmede de gevels van de gebouwen worden met camera’s bewaakt. II. Gebouw in nachtsituatie geheel afsluiten. Overige terreinvoorzieningen I. Nadere projectspecifieke omschrijving. Straatmeubilair I. Terreinverlichting. II. Terrein riolering voor vuilwater en regenwater. III. Tappunten water. IV. Zitvoorziening op het terrein. De keuze van de materialen t.b.v. de terreininrichting, beplanting en afrastering dient zodanig te zijn dat vandalisme zoveel mogelijk kan worden voorkomen en dat schade snel en goedkoop kan worden hersteld.

Geluidsbelasting op gevels De geluidswering van de uitwendige scheidingsconstructie moet zodanig zijn dat voldaan wordt aan de eisen in het Bouwbesluit 2003 en de Wet Geluidhinder (Wgh). De geluidbronnen die in dit kader moeten worden beschouwd zijn wegverkeer, industrie en vliegtuigen. Op de betreffende locatie is geen sprake van een verhoogde geluidsbelasting. Echter dient men rekening te houden met de geluidsbelasting van het omringende verkeer of vliegtuigen. De maximale geluidsbelasting op het gebouw mag niet meer bedragen dan 55 db(A).

Terrein Het te bebouwen terrein wordt door de gemeente bouwrijp en met een schone grondverklaring vrijgegeven voor bebouwing. I. II.

In de grond onder en om het gebouw mogen geen te hoge concentraties van gezondheidsschadelijke verontreinigingen voorkomen. Schoon grond verklaring opvragen bij gemeente.

Parkeren Voor het parkeren zal er op het plangebied een parkeervoorziening aangebracht worden waar de nodige bezoekers hun vervoer kan parkeren. Stallingvoorzieningen voor fietsen, brommers en motoren I. Overdekt stallen op het terrein.

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

62


9.0 PROGRAMMA VAN EISEN Gebouw Onderhoud en exploitatie Het gebouw dient onderhoudsarm te zijn. Ten aanzien van onderhoud- en exploitatieaspecten gelden daarom de volgende eisen: I. In het algemeen geldt dat alle te verwerken materialen en alle aan te brengen installaties en gebouwdelen kritisch moeten worden beoordeeld op hun invloed op de exploitatatiekosten (energie en onderhoud). Zij dienen duurzaam te zijn en eenvoudig vervangbaar. II. Voor onderhoud van gebouw en gebouwdelen zullen lijsten met materialen (fabricagemerken, afmetingen en aantallen) voor de oplevering overhandigd te worden. Op basis hiervan kan de gebruiker een onderhoudsplanning maken, zodat het onderhoud preventief en gestructureerd kan plaatsvinden. III. Bij de toepassing van corrosieve materialen dient er een coating toegepast worden die een gegarandeerde bescherming geeft van 5 jaar. Bouwkundige aspecten I. Het exterieur en het interieur van de algemeen toegankelijke gebouwdelen moeten eenvoudig kunnen worden onderhouden en schoongemaakt en onderhoudsarm zijn. II. De vormgeving van gebouw, gebouwdelen en gebouwelementen dient zodanig te zijn dat onderhoud (incl. schoonmaken) gemakkelijk uitvoerbaar is. Overbodige randen, richels, schuine hellingen en bochten moeten vermeden worden. III. Materiaal- en kleurkeuze van de toplagen van de afwerking van vloeren en wanden in de algemeen toegankelijke gebouwdelen moet worden afgestemd op de intensiteit van het gebruik: de slijtage en vervuiling dient minimaal te zijn. IV. De draagconstructie dient zodanig te worden ontworpen dat op eenvoudige wijze onderhoud kan worden gepleegd. V. Onderdelen van het gebouw die liggen op de voor vandalisme gevoelige plaatsen, dienen qua detaillering en materiaalkeuze hierop te worden afgestemd. VI. De buitengevel moet op de begane grond voor zover grenzend aan openbaar terrein tot 3,0 meter boven maaiveld gemakkelijk van graffiti gereinigd kunnen worden. VII. De buitengevel en de gevels in serres, atria e.d. moeten bereikbaar zijn voor technisch onderhoud en schoonmaakwerkzaamheden op verantwoord veilige wijze zoals bedoeld in de Arbo-wet. VIII. Ten behoeve van schoonmaakwerkzaamheden in de algemeen toegankelijke gebouwdelen dient een werkkast voor te komen.

Thermisch comfort Om grote temperatuuroverschrijdingen en wisselingen te voorkomen dient het gebouw voldoende warmte-accumulerend vermogen te bezitten. Specifiek Werkzame Massa (SWM) groter dan 400 kg. I. Voor de ingebruikname moet het gebouw “uitdampen” in verband met vluchtige organische stoffen en het verdampen van bouwvocht. II. Temperatuuroverschrijdingen dienen zoveel mogelijk beheerst te worden, door middel van bouwfysische maatregelen ( effectieve bouwmassa, zonwering en nachtventilatie) en beheersing van de interne warmtelast, aangevuld met mechanische ventilatie. Pas in tweede instantie als blijkt dat de bouwfysische maatregelen onvoldoende effect geven kan door middel van mechanische koeling het binnenklimaat worden beheerst. III. De voorkeur van de gebruiker gaat uit naar het plaatsen van ramen die geopend kunnen worden. Deze ramen kunnen ook voor spuiventilatie gebruikt worden. IV. Mogelijkheden voor nachtventilatie dienen in het ontwerp te zijn opgenomen. Deze dienen geen nadelige effecten (zoals bijv. geluidsoverlast ten gevolge van de mechanische afzuiging bij de hogere ventilatiecapaciteiten). V. Bij het verwarmen zal gebruik gemaakt worden van lage temperatuursverwarming (LTV). Door de LTV in combinatie met massa en een warmtewisselaar kan het gebouw worden opgewarmd met de warmte van de ovens.

Principe werking Lage Temperatuur Verwarming - LTV

De constructieve detaillering mag direct en indirect geen klachten veroorzaken: I. Schimmelvorming en bacteriegroei als gevolg van koudebruggen- condens, doorslaand vocht en/of lekkage dient voorkomen te worden. II. Door ontwerp en detaillering moet het gebouw op eenvoudige wijze schoon te maken zijn. Creëer geen moeilijk bereikbare stofnesten. Installatietechnische aspecten I. De installaties dienen zoveel mogelijk te worden uitgevoerd met eenvoudig wisselbaar standaardmateriaal, dat zo weinig mogelijk gediversifieerd is. II. De installaties dienen zodanig te zijn gelegen, dat zij gemakkelijk toegankelijk zijn voor onderhoud en inspectie. Frontbediening dient mogelijk te zijn. III. Installaties en of installatiecomponenten die regelmatig vervangen moeten worden, dienen ter plekke in de technische ruimten te kunnen worden gebracht of er worden weggehaald zonder dat daartoe sloop en herbouw noodzakelijk is. Waar mogelijk dienen takelmogelijkheden opgenomen te worden. IV. De kabels voor electra, telefoon en datanet dienen in goed toegankelijke kabelgoten te worden aangelegd.

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Wintersituatie

Zomersituatie

In de winter wil men warmte in huis hebben en het liefst conform het bovengenoemde model. Daarom wordt er in de winter warm water door de leidingen gevoerd. De (beton)wanden accumuleren dit en geven een gelijkmatige warmteafdracht. De (beton)wanden warmen niet snel op maar eenmaal warm blijven de wanden lang warmte afstaan. In de zomer wil men verkoeling in huis hebben. Daarom wordt er in de zomer koud water door de leidingen gevoerd. De (beton)wanden accumuleren dit en geven een gelijkmatige koelteafdracht. De (beton)wanden warmen overdag door de hitte op maar door de massa en koelbuizen duurt dit erg lang. Bovendien koelen de wanden in de avond weer af waardoor er altijd een behaaglijk klimaat is. is

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

63


9.0 PROGRAMMA VAN EISEN Tocht I. Ontwerp zo aanpassen dat de kans op tocht zo klein mogelijk is. Energiezuinigheid I. Om het gebouw zo energie zuinig te maken is een goeie bekleding van isolatie in de muurpakket van belang. II. In en rond het gebouw komen de nodige installaties die energiezuinig zijn of energie genererend zijn, denk hierbij aan een warmtewisselaar of zonnepanelen. III. Getracht wordt om het gebouw duurzaam te maken op het gebied van elektriciteit en verwarming. IV. Mogelijke toetsing doormiddel van een EPC-berekening. Geluid en akoestiek I. Het gebouw zal zowel binnen als buiten geluidswerend worden uitgevoerd. Dit in verband met dat er zoveel mogelijk rust gecreĂŤerd dient te worden. II. De installatieruimte dient extra behandeld te worden zodat wanneer er een crematie tegelijkertijd met een ceremonie is men geen last heeft van het geluid.

Ventilatie I. Voor de ventilatie dient te worden uitgegaan van natuurlijke luchttoevoer via de gevel en mechanische luchtafvoer bij de installaties. II. Voor de ventilatie dient te worden uitgegaan van mechanische luchttoevoer en mechanische luchtafvoer voorzien van WTW. Overige aspecten: I. Ventilatie voorzieningen in de gevel voor de toevoer van lucht dienen tenminste 2,0 m boven het vloerniveau voor te komen. II. Gelijkstroom ventilatoren toepassen. III. Bij toepassing van gebalanceerde ventilatie dient de unit voorzien te zijn van het keurmerk Ventilatiekeur (o.a. rendement minimaal 95%) en voorzien te zijn van een 100% bypass. Doorspuibaarheid gebouw In de gevels dienen te openen ramen voor te komen zodat bij geopende binnendeuren het gebouw kan doorspuien zodat verontreinigde binnenlucht snel kan worden afgevoerd. Voorzieningen tegen het dichtslaan van binnendeuren tijdens het spuien dienen aangebracht te kunnen worden. Klepramen De klepramen dienen voorzien te zijn van inbraakwerend hang- en sluitwerk. Ook in geopende stand dient een vergrendelde stand voor te komen om inbraak te weren. De klepramen mogen wel beschouwd worden als spuivoorziening, maar zijn aanvullend op de toevoervoorziening voor ventilatielucht. Waterdichtheid Vocht van binnen I. Inwendige condensatie in constructie van de gebouwschil mag niet voor komen . Vocht van buiten De constructie dient waterdicht te zijn. De uitwendige scheidingsconstructies van gemeenschappelijke verkeersruimten, meterruimten en liftmachine kamers dient ten minste regenwerend te zijn. Constructieve uitgangspunten I. De constructie van de gevel zal over de meerdere gebouwen plaats vinden. De gevel zal zichzelf dragen en kracht afgeven aan de onderliggende delen van het gebouw. II. Constructief bestendig tegen permanenten water- gronddruk. III. Constructief bestendig tegen weersinvloeden. Veiligheid 1. Brandveilig I. Volgens eisen Bouwbesluit. II. In het ontwerp dient gestreefd te worden naar compartimentering, waarbij voldoende vluchtmogelijkheden voorhanden zijn. Brandscheidende constructies moeten een brandvertragende werking hebben conform de geldende brandveiligheidsvoorschriften van de gemeente. III. Bij pand is branddetectie verplicht. 2. Inbraakbeveiliging en storingsmelding I. Bij inbraakbeveiliging dient speciale aandacht uit te gaan naar de centrale hal en toegangsdeuren II. De weerstandklasse van inbraakwerendheid dient minimaal klasse 2 te bedragen (zie NEN 5096).

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

64


9.0 PROGRAMMA VAN EISEN 9.2 Visie Aan de hand van dit analyse boek en de technische eisen voor het crematorium en het afscheidscentrum is het mogelijk om een visie op te stellen welke in het vervolg van dit project gehanteerd kan worden om als leidraad te gebruiken in het zoeken naar oplossingen bij de technische uitwerking. Er zijn enkele argumenten om aan te nemen dat het ontwerp aangepast moet worden. Hieronder een opsomming van deze argumenten:

Met het uitwerken van het gebouw zijn er ook een aantal punten waar rekening mee gehouden moet worden. Zo zijn er in de bestaande impressie schetsen van de architect een aantal punten naar voren gekomen die in het nieuwe ontwerp meegenomen moeten worden. Hieronder een lijst van deze punten: I.

I. II. III.

IV.

De logistieke indeling van het ontwerp is dusdanig verkeerd opgesteld dat er een aanpassing gedaan moet worden in de indeling van het ontwerp. De horeca gelegenheid, hét onderdeel van het crematorium waar het geld verdient moet worden, is vanuit het personele oogpunt slecht ingedeeld om een goede service te kunnen garanderen. Het aantal ovens, vanuit het schetsontwerp, is in strijd met het aantal aula’s en de grootte van de horeca gelegenheid. Gezien de vraag naar het aantal crematies zijn drie ovens te veel, aangezien er met één oven circa 700 crematies per jaar gedaan kunnen worden. De grootte van de aula moet op basis van het aantal beschikbare plaatsen gecontroleerd worden. Na vergelijking met andere crematoriums is er gekeken naar de capaciteit van de aula’s. Bij een grote opkomst moet het mogelijk zijn om in de grote ceremoniezaal 400 en in de kleine zaal 150 personen te kunnen ontvangen. De horeca gelegenheid zal hier dus ook aan moeten voldoen.

De aanpassingen die aan het ontwerp gedaan moeten worden zullen op basis van een betere gebruiksvriendelijkheid gedaan worden en mogen niet in strijd zijn met de opgestelde visie. Hieronder een aantal onderwerpen waaruit de visie bestaat: I. II.

De aanpassingen aan het ontwerp mogen niet in strijd zijn met de opvatting van de architect Een aantal onderdelen van het ontwerp moeten behouden blijven: o De ‘doos-in-doos-constructie’ moet behouden blijven. o Het principe van ‘elke fase in een ander gedeelte’ van het gebouw, wat een omringende gevel heeft zal behouden blijven. o De gevel zal onaangetast blijven, zowel het ontwerp als het principe van het ‘allesomvattende’. o Het gevoel wat het gebouw moet opwekken, namelijk het bosrijke karakter en de vastigheid in de omgeving, zal behouden moeten blijven.

Afstudeerproject Fransen & Pooters

II. III. IV.

Lichtinval en lichtsturing is een belangrijk onderdeel in het ontwerp. Op schetsen is duidelijk te zien dat er veel gebruik wordt gemaakt van licht. Dit omdat het een goede sfeer verzorgt een mooie uitstraling heeft. In verschillende ruimtes zal dus extra aandacht uit moeten gaan naar het gebruik maken van (dag)licht. ‘Strakke detaillering’; door bij samenkomsten van vloeren en wanden, wanden en plafonds te zorgen voor een ‘naadloze overgang’. Het geheel van de ruimte is belangrijker dan het detail van een vloer/wand. De toegepaste afwerking, welke te zien is op de impressie scheten, zal zo veel mogelijk meegenomen worden. Dit houd in dat er gewerkt moet worden met textuur, kleur en reliëf. Comfort wordt als belangrijk beschouwd in dit project, aangezien de bezoekers zich in zekere zin toch prettig moeten voelen binnen het gebouw. Dit kan inhouden dat de wandelgang rondom het gebouw afgeschermd zal worden voor wind, zonder dat er afbreuk gedaan wordt aan de architectonische uitstraling.

Duurzaamheid is een onderdeel waar vanuit het oogpunt van de architect in het ontwerp nog niet veel rekening mee gehouden is. Gezien de warmte die door de ovens wordt gecreëerd is het een heel reële optie om gebruik te maken van warmte terug winning (WTW). Energie technisch is het mogelijk om met het opwarmen van het water (waarmee de rook wordt afgekoeld – win/win situatie) het gehele pand te verwarmen. Met een kleine aanpassing/toevoeging aan de crematie installatie kan de warmte welke ontstaat opgeslagen worden in een waterreservoir. Dit water wordt hierin op temperatuur gehouden en kan vervolgens gebruikt worden in de aanwezige Lage Temperatuur Verwarming (LTV). Daarnaast kan er ook gebruik gemaakt worden van zonnepanelen, waardoor zowel verwarming als elektriciteit via de natuurlijke weg gewonnen kunnen worden. Deze twee onderdelen zorgen voor een duurzaam crematorium en afscheidscentrum. Vanuit bovenstaande punten en daarbij behorende visie is het streven om een duurzaam en technisch sterk en doordacht crematorium en afscheidscentrum neer te zetten zonder daarbij afbreuk te doen aan de intenties van de architect. Daarnaast zullen de wijzigingen en verbeteringen in het ontwerp altijd moeten voldoen aan de opgestelde visie en bijbehorende beweegredenen.

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

65


10.0 BRONVERMELDING

66


10.0 BRONVERMELDING 10.0 Bronvermelding Hieronder worden alle geraadpleegde sites, gebruikte documentatie en contactpersonen vermeld.

DOCUMENTATIE

INTERNET

Verschillende ontwerpen voor de nieuwbouw van een crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek Vlaams Bouwmeester, Vlaanderen

ONDERWERP

URL

Algemene informatie uitvaart

http://www.uitvaart.nl/

Facultatieve Technologies

http://www.facultatieve-technologies.nl/

DFW Europe

http://www.dfweurope.com/

Algemene informatie Crematoria

http://www.crematoria-online.nl/

Verschillende religies

http://home.hccnet.nl/am.siebers/reli-start.html

Algemene informatie Crematoria

http://www.crematorium.nl/

Routeplanner, afstand tot andere crematoria

http://www.routenet.nl/

Wikipedia

http://www.wikipedia.nl/

Architect gekozen ontwerp

http://www.coussee-goris.com/content.html

Facultatieve Technologies

Vlaams Bouwmeester

http://www.vlaams-bouwmeester.be/

Wet en regelgeving:

Crematorium Haarlem

http://www.crematoriumhaarlem.nl/

-

Crematorium Hofheide

http://www.hofheide.be/

Crematorium Alphen aan den Rijn

http://www.crematoriumalphenaandenrijn.nl/

Begraafplaats en crematorium Westerveld

http://www.bc-westerveld.nl/

EGM Architecten

http://www.egm.nl/

Gemeente Holsbeek

http://www.holsbeek.be/

Programma van Eisen

http://www.programmavaneisen.com/

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan, Crematorium Hofheide Provincie Vlaams Brabant Structuurplan Holsbeek Arcadis Gedas Technische informatie Facultatieve Technologies: -

Crematieoven FTII De twee minuten Asmolen FT Asbehandelingsunit Technische Specificaties – Rookgaskoeling en Filtratieapparatuur ‘Single Stream’ Technische Specificaties – FTII / III Crematieoven Lijst van aandachtspunten voor de werking van een crematorium

Bouwbesluit NEN normen NER Normen (Milieueisen) Volksgezondheidsnormen Wet op lijkbezorging

CONTACTEN VOOR BEZOEKEN Joop van Boxtel Begraafplaats en Crematorium Westerveld Lili Dozy Crematorium Alphen aan den Rijn Verschillende medewerkers Crematorium Haarlem

Afstudeerproject Fransen & Pooters

Crematorium en afscheidscentrum te Holsbeek

67


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.