scoop
vlaams mediatijdschrift jaargang 10 - nr2 februari 2012
dossier twitter blz. 2
blz. 24 De EUuitdagingen journalisten van beleven minister hoogdagen Lieten
blz. 26 Switchen van medium is een verrijking
blz. 32 Als God het wil, blijft Radio Maria bestaan
blz. 36 Frank Schlömer kan er niet mee stoppen
Achter de media
inhoud scoop 2012-2
2 Europa in een dal, de EU-berichtgeving piekt
Dossier Twitter
6 Inleiding 8 Op zoek naar de meerwaarde: to tweet or not to tweet? 9-23 Waarom gebruikt u Twitter (niet)? 10 Het snoepje van het jaar? De plaats van het sociale medium op redacties 12 Aan de slag: tips en tricks voor journalisten 14 Deontologisch? Vlaamse redacties houden het bij informele afspraken 16 Richtlijnen voor verstandig twitteren 16 Op het randje? 18 Mediaspecialist Jo Caudron tweet de toekomst tegemoet 22 “Verstandige bedrijven volgen journalistiek getwitter”
Dixit
24 Minister van Media Ingrid Lieten: “De overname van VT4 is een goede zaak voor de kijker”
En Passant
26 Mediumhoppers Corry Hancké, Eric Goens en Luc Kempen
Frontaal
30 “Is Volt correcte journalistiek?”
Column 31 Feestdagen
Reportage
32 In de voetsporen van radio Maria
Terugblik
36 Frank Schlömer: “Historische ontwikkelingen hebben mij als mens gevormd”
Actua
40 Clint.be blijft rustig onder de kritiek: “Een zoutloze mening heeft weinig bekijks”
Over de grens
43 “Nederlanders” van bij ons: Lex Moolenaar, Jolien Janzing en Bas Kurstjens
Trends
46 Op zoek naar het DNA van De Standaard en De Morgen
Gestart
48 Koen Debelder haalt zijn voldoening bij Videohouse
woord vooraf
SCOOP – VLAAMS MEDIATIJDSCHRIFT JAARGANG 10 – NR1 – JANUARI 2012
www.scoopmagazine.be Redactie Korneel Adams Charlotte Ameye Sander Ampe Sara Arnoe Lieve Balcaen Stéphanie Bauwens Anneleen Bentein Julie Bervoets Pieter-Jan Borgelioen Jaffee Brys Tim Buckens Kristof Colpaert Ine Coppens Ben Corin Ellen Cornelis Timothy De Block Thalia De Broyer Frauke De Groot Sander De Groote Charlotte De Kuysscher Inne De Pooter Tiemen De Temmerman Elien De Vos Bart De Wilde Joris De Wolf Stéphanie Debruyne Charlotte Demedts Nicolas Derveaux Stéphanie Desmet Charlotte Dewaele Jolien D’Hondt Charley Dossche Jonas Dumarey
Thomas Eeckhout Jietsen Gysels Kim Haelterman Jamilia Knockaert Pieter-Jan Leupe Mathieu Leus Julie Leyers Eline Madou Sofie Mercier Josfien Michiels Geoffry Missinne Kevin Myny Ayla Noë Bart Plasschaert Joren Porrez Charline Stoelzaed Talisa Tamsin Kaat Teerlinck Koen Theuns Ben Uytterhoeven Evelien Uyttersprot Paulien Van Mulders Zoé Van Nieuwenhove Jolien Van Roelenbosch Ann-Sophie Vanderhaegen Elien Vandevoorde Bram Vanlerberghe Alexander Vereecken Arno Verhaert Karen Verhulst Frederik Vermeire Shari Verniers
Begeleidende lectoren Peter-Jan Bogaert Heidi Dufoor Piet Martens Roeland Pype Verantwoordelijke uitgever François Snelders Voetweg 66 – 9000 Gent
Mediatijdschrift Scoop is een uitgave van de opleiding Bachelor in de Journalistiek – Arteveldehogeschool Gent. De derdejaarsstudenten maakten dit magazine in het kader van een educatief project. De in deze publicatie eventueel overgenomen illustraties hebben dan ook een citerend karakter. Met dank aan Photonews en Corbis voor beelden voor eenmalig gebruik. Dank ook aan redacties, beeldredacties en fotografen voor hun bereidwillige medewerking. De tekstredactie is afgesloten op 16 december 2011. Reacties welkom op: redactie@scoopmagazine.be
#gezondverstand
In het buitenland is Twitter de voorbije jaren uitgegroeid tot hèt sociale medium bij uitstek. Het fenomeen van maximaal 140 karakter tellende berichtjes is internationaal al zo ingeburgerd dat gerenommeerde mediabedrijven de noodzaak voelden om richtlijnen en codes op te stellen. De individuele journalist die twittert, moet immers opletten voor een aantal valkuilen. Waar Facebook nog relatief in de privésfeer blijft en je foto’s en berichtjes kan afschermen voor het grote publiek, lukt dat bij Twitter veel minder. Het is ook niet de bedoeling van dat medium om in een klein kringetje te blijven, de essentie is net te delen “met de wereld”. En laat dat nu samenvallen met de kern van journalistiek: wat je weet, delen met je publiek. Snel, want geen vertragend productieproces. Rechtstreeks, want geen gatekeeper houdt je tegen. Verleidelijk dus ook, want elke journalist beslist zelf wat hij deelt met zijn lezers. Geen vervelende nieuwschef die twijfelt over de nieuwswaarde van je bericht, of die je dwingt een andere invalshoek uit te werken, of die je godbetert een tweede en derde opinie laat zoeken. Om nog maar van driedubbelchecken te zwijgen. Neen, als journalist weet je zelf wel wat je nieuws waard is en haal je je gram in 140 karakters. Twitter kanaliseert ongetwijfeld een hoop journalistieke frustraties. Met het aantal volgers als graadmeter voor je prestige.
Toch mag je het medium niet tot een negatieve uitlaatklep beperken. Vaak wil de journalist gewoon de eerste zijn, het publiek snel bedienen. Nieuws melden, sneller dan zijn eigen medium dat kan. Dat is nu eenmaal zijn kerntaak. Of de meer gespecialiseerde info delen met de echt geïnteresseerde lezers. Dat versterkt ook zijn eigen marktwaarde, wat mooi is meegenomen. Maar waar is de grens? Kan je straffeloos een primeur verspreiden op Twitter of is je werkgever de rechtmatige eigenaar van het nieuwtje? Twitterende journalisten doen aan lezersbinding en maken van dat groepsgevoel handig gebruik om eigen stukken of straffe verhalen te promoten. Waardoor ze ook hun medium helpen verkopen. Is er dan wel een probleem met loyauteit?
De Vlaamse journalist heeft belangrijkere drijfveren dan de kleinmenselijke. Maar net die laten de vraag naar richtlijnen luider klinken. Want wat is het nut van het openlijk treiteren van de concurrentie? Of het lacherig doen over een item van een concullega? Om nog maar te zwijgen van het meewarig becommentariëren van publieke personen en het dumpen van straffe opinies. En dat allemaal open en bloot, alsof je met een megafoon door de straten je mening loopt te verkondigen. Kan je als neutraal geacht journalist zomaar je kameraadschap met politici of andere belangrijke bronnen openlijk belijden? Vanwaar komt die drang tot profileren? Wil je de eerste, beste, strafste zijn? De meest gevatte of de meest intellectuele? De meest populaire? Of om het nog iets scherper te stellen: staat het ego de maatschappelijke verantwoordelijkheid en daar bij behorende deontologie soms in de weg? Een journalist heeft bepaalde codes te respecteren als hij via zijn medium iets wil delen met zijn publiek. Het is naïef te denken dat je die status van journalist naast je neer kan leggen en op Twitter plots een privépersoon wordt. Je kan niet zomaar een andere virtuele pet opzetten. De vraag is of er daarom per se richtlijnen moeten komen. In principe zou het gezond verstand moeten volstaan. Toch? Heidi Dufoor lector Journalistiek
scoop 2 - 2012
1
achter de media
Europa in een dal, EU-berichtgeving piekt
Met de benoeming van Herman Van Rompuy als voorzitter van de Europese Raad beschikt Europa over een vast gezicht. Spelen de media daarop in en kan Europa sindsdien op meer belangstelling rekenen? En welke rol vervult de aanhoudende financiële onrust nu Europa zelf op zijn grondvesten davert?
De berichtgeving over Europa is zowel in ons land als in andere lidstaten niet bijzonder populair. “Dat is altijd zo geweest”, zegt Chris Aalberts, euroscepticus en auteur van het boek Altijd ver weg, dat de moeizame relatie tussen de burger en de Europese Unie onderzoekt. van links naar rechts
Chris Aalberts . onderzoeker en docent Politieke Communicatie en Onderzoeksmethoden in de master Media en Journalistiek aan de Erasmus Universiteit Rotterdam (foto if) Rob Heirbaut . studeerde Rechten en Communicatiewetenschappen . Europajournalist van de VRT (foto vrt) Bernard Bulcke . journalist en Europakenner . schrijft column voor De Morgen . woordvoerder Permanente Vertegenwoordiging van België bij de EU 2009-2011 (foto Belga) Annelien De Greef . studeerde Romaanse Talen, Internationale Politiek en Journalistiek . redactrice buitenland bij De Standaard (foto De Standaard/mh) Bart Staes . regent Nederlands- Engels- Economie . Europees Parlementslid voor Groen! (foto Belga)
2
scoop 2 - 2012
“Bovendien wordt er afwisselend met beschuldigende vinger gewezen naar de ongeïnteresseerde burger, de incompetente journalist of de te commerciële redactie.” Die kip-of-ei-kwestie blijft echter weinig constructief en leidt de aandacht af van het eigenlijke probleem: het gebrek aan belangstelling voor de EU.
de hem al bekendheid. Zo verwijzen veel nieuwsberichten naar zijn specifieke rol in de Europese vergaderingen, waardoor het nieuws voor de gemiddelde burger dichterbij lijkt”, aldus Heirbaut.
Gezicht van Europa
Uit onderzoek van het Elektronisch Nieuwsarchief, een initiatief van de Volgens Rob Heirbaut, Europajournalist Universiteit Antwerpen en de KU Leuven, blijkt dat toen Herman Van bij de VRT, heeft de aanstelling van Rompuy in november 2009 werd aanHerman Van Rompuy als Europees gesteld als voorzitter van de Europese ‘president’ voor een cruciale verandeRaad, er zich in de periode voor en ring in de kwantiteit van de berichtgena zijn aanstelling een opmerkelijke ving gezorgd. “Hij heeft de media-aanpiek in de berichtgeving over Europa dacht voor de Europese instellingen voordeed. in Vlaanderen alvast doen toenemen. Uiteraard werd en wordt er veel rond het individu Van Rompuy en zijn functie Ook Bernard Bulcke, Europacolumnist op zich geschreven, maar ook het insti- bij De Morgen meent dat het sinds Van tutionele nieuws heeft door hem meer Rompuy gemakkelijker is om Europese ruimte gekregen binnen verschillende thema’s intern verkocht te krijgen. “Het redacties.” voorzitterschap was voordien wisselend en dus vrij anoniem. De Europese Unie had nood aan een herkenbaar, Toegankelijkheid “Sinds de komst van Van Rompuy is de vast gezicht. Nu dit ook nog eens een Belgisch gezicht is, wordt het brenverslaggeving toegankelijker voor de gen van Europees nieuws een pak Belgische mediaconsument. Zijn lange carrière in de Belgische politiek bezorg- evidenter.”
De Griekse crisis zorgde voor een sneeuwbaleffect. (foto Belga/Orestis Panagiotou) Volgens Bulcke is het fenomeen zeker in België merkbaar, maar berichten ook de buitenlandse media meer over Europa door de herkenbaarheid van de nieuwe functie. “Een herkenbaarheid waar ook Van Rompuy van profiteert.” De eer komt echter niet volledig aan Van Rompuy toe. In diezelfde periode van zijn aanstelling trad ook het Verdrag van Lissabon in werking en speelde de EU een prominente rol op de klimaatconferentie in Kopenhagen. Beide gebeurtenissen veroorzaakten massale persaandacht.
Ook Annelien De Greef, redactrice buitenland en Europajournalist bij De Standaard nuanceert het aandeel van
Herman Van Rompuy in de toegenomen berichtgeving. “Zijn aanstelling als voorzitter viel samen met het moment waarop de huidige financiële crisis merkbaar werd. Als licentiaat in de economische wetenschappen heeft die achtergrond hem toen geen windeieren gelegd. Ironisch genoeg heeft Van Rompuy van de crisis gebruik kunnen maken om zich te positioneren.”
Meer macht, meer aandacht
Een Belg met zo’n functie zorgt uiteraard voor veel interesse. De Belgische pers volgt Van Rompuy van dichtbij op. “Toch blijft de crisis prioritair in het aanbod van Europese berichtgeving”, merkt De Greef op. “Ook het belang
van Europa groeit steeds aan. Zo krijgt de Europese Commissie meer macht, bijvoorbeeld als toezichtsorgaan op de begrotingen van de lidstaten. Dat is vrij logisch ook: meer macht voor Europa, meer mediabelangstelling.” De Greef gaat er bovendien zelf niet mee akkoord dat de berichtgeving over Europa onvoldoende vertegenwoordigd is. “De voorpagina’s van De Standaard staan vaak in het teken van de Europese instellingen. Voor mij mag het zelf nog meer zijn: er kan maar niet genoeg Europees nieuws in de krant”, stelt ze.
Complexe materie
De toegenomen interesse in Europa geldt echter niet voor elke mediapro-
scoop 2 - 2012
3
achter de media
ducent. In het kader van zijn masterproef politieke communicatie aan de Universiteit van Antwerpen maakte Koen Colpaert een uitgebreide inhoudsanalyse van de Europese berichtgeving in kranten uit Vlaanderen, Wallonië en Nederland. Colpaert voerde zijn onderzoek uit van september 2009 tot februari 2010. Dit waren de maanden die vooraf gingen aan en volgden op de aanstelling van Van Rompuy. Een frappante vaststelling uit het onderzoek dat in 2010 werd gepubliceerd, is dat De Standaard in de berichtgeving over Herman Van Rompuy – en bijgevolg over Europa – een aandeel van 46,8 procent voor zijn rekening neemt, dit in schril contrast met de 10,6 procent van de Vlaamse populaire krant Het Laatste Nieuws. Bernard Bulcke wijt dat aan de complexiteit van de materie: “Men moet zich geen illusies maken: journalistiek is geen idealistische bezigheid waarbij journalisten over een pedagogische verantwoordelijkheid naar de bevolking toe beschikken. Media zijn commerciële bedrijven met lucratieve doelstellingen. Wanneer bij de mens geen belangstelling bestaat voor een bepaald thema, dan is er ook geen plaats om erover te berichten.”
Licht verteerbaar
Ook de eindredactie is een belangrijke speler in het bepalen van wat gecoverd wordt en wat niet. “Je schrijft als journalist niet zomaar wat je wil. Redacties beschikken algemeen beschouwd over een globaler beeld van wat er in de wereld gebeurt. Wanneer een gewapend conflict zich voordoet of er is een popster overleden, dan kiezen zij eerder voor deze gemakkelijk verteerbare thema’s”, meent Bulcke.
Rob Heirbaut ziet een bijkomende beperking in de houding van de populaire media tegenover de Europese berichtgeving. “Die redacties sturen namelijk nooit zelf een journalist naar een Europese Raad of vergadering. Ze baseren zich systematisch op officiële communiqués of persberichten van grote agentschappen. Dat alleen al zorgt voor een vertroebelde blik, maar wanneer ik de politiek commentator van Het Laatste Nieuws, Luc Van der Kelen, zaken over Europa zie verkondigen die zelfs niet kloppen, dan krab ik me pas echt in de haren.”
4
Ook Bart Staes, Europees Parlementslid voor Groen! bevestigt dit onrustwek-
scoop 2 - 2012
“De erkenning van het belang van Europa bij de burger neemt alsmaar toe” Bernard Bulcke
columnist De Morgen
“Hoe meer macht voor Europa, hoe meer mediaaandacht” Annelien De Greef De Standaard
“De Europese instellingen leggen je als journalist in de watten” Rob Heirbaut VRT
Aandeel informatie over EU volgens medium Televisie: 55% Krant/tijdschrift: 16% Internet: 13% Radio: 8% Andere: 8% bron: elektronisch nieuwsarchief Universiteit Antwerpen en KULeuven
kend feit: “Redacties investeren onvoldoende in kennis en expertise. Door de hoge werkdruk moeten journalisten veel te snel artikels afleveren, zodat er geen tijd rest om zich grondig te informeren.”
Ver van ons bed
Voorgaande uitspraken impliceren dat een grondige kennis van de Europese instellingen een absolute noodzaak is om aan kwaliteitsvolle Europaberichtgeving te doen. Heirbaut verduidelijkt: “Europa is voor veel journalisten nog te vaak het grote onbekende. Als je iets niet kent, bericht je er dus ook niet over. Gespecialiseerde journalisten kunnen ongetwijfeld een meerwaarde betekenen, maar elke journalist zou in staat moeten zijn het Europese luik van eender welk verhaal toe te lichten. Bovendien leggen de Europese instellingen je als journalist in de watten. Zo is er meer dan voldoende mate riaal voorhanden om aan de slag mee te gaan, maar uiteraard dient ook de redactie overtuigd te worden.”
Herman Van Rompuy, eerste Europees president in de geschiedenis. (foto Belga/Olivier Hoslet) Op de vraag waarom die redacties dan zo weigerachtig staan tegenover nieuws uit Europa zijn de antwoorden overwegend unaniem. “Europa interesseert geen kat”, “is veel te saai” of “wordt door de burger ervaren als de ultieme ver-van-mijn-bed-show” zijn slechts enkele voorbeelden. Ook de beslissingen die de Europese burgers pas na jaren beïnvloeden, werken de EUberichtgeving tegen.
Invalshoek moet triggeren
Ook Rob Heirbaut deelt haar mening: “Er zijn manieren genoeg om de interesse van de kijker, lezer of luisteraar te wekken en dat geldt voor alle moeilijke dossiers. Als journalist moet je vooral belang hechten aan het zoeken van een invalshoek waardoor het nieuws voor de gemiddelde nieuwsconsument ook relevant wordt.” “Bovendien is er in Europa een ware machtsverschuiving aan de gang. Door Annelien De Greef nuanceert: “Ik kan de benoeming van een vaste voorzitenkel spreken vanuit de visie van mijn ter beschikt de Raad over een veel duikrant, De Standaard, die almaar bedelijkere structuur waardoor het aan wuster kiest voor veel en nauwkeubelang en macht wint. Dit ten koste rig Europanieuws. Wij zien in hoe bevan de machtsstatus van de Europese langrijk de thematiek voor België en Commissie, die het niet graag ziet gezijn burgers is. Die keuze brengt een beuren dat regeringsleiders steeds grote uitdaging met zich mee. Bij De meer inspraak krijgen. Die evolutie is Standaard schrijven we nu eenmaal niet een journalistieke opvolging meer dan voor economen en het is dan ook aan waard.” onze journalisten om het technische facet van de schuldencrisis op een verCrisis, ideale gelegenheid staanbare manier naar de lezers te com- Bernard Bulcke uit zich positief over municeren. Deze complexiteit mag geen de interesse van de burgers in de excuus vormen om dit cruciale thema Europese werking: “Ik geloof dat de links te laten liggen.” erkenning van het belang van Europa
bij de burger alsmaar toeneemt. De huidige crisis is de ideale gelegenheid om daar nog meer op in te spelen. De mensen hebben begrepen dat Europa zich niet alleen beperkt tot buitenlands beleid, maar ook een groot deel uitmaakt van het binnenlandse beleid van de lidstaten. Ik ben het dan ook niet eens met het cliché dat de burger Europa onbelangrijk vindt.”
Heirbaut ziet een oplossing in specifieke opleidingen voor journalisten, zowel voor zij die al in het vak staan, als voor studenten. “Dit soort opleidingen zijn essentieel. De Europese Unie is er nu eenmaal en zal niet meer verdwijnen. De Europese besluitvorming heeft een impact op verschillende dossiers. Wanneer je dat als mediaproducent negeert, dan ben je erg slecht bezig. Europa is wèl nieuwswaardig en trouwens... Wat is ‘nieuws’? Berlusconi die zijn broek laat zakken?” Jolien D’Hondt Charline Stoelzaed
scoop 2 - 2012
5
dossier
U twittert toch
6
scoop 2 - 2012
(foto Stéphanie Debruyne)
ook?
Niet alle journalisten reageren even liefdevol als Twitter ter sprake komt. De ene ziet de toestroom van ongenuanceerde berichten en subjectieve reacties als nieuwspollutie. De andere omarmt de microblogwebsite als aanvulling op de meer reguliere bronnen. Feit is dat Twitter voor de moderne journalist zeer veel mogelijkheden heeft. Van live-verslaggeving over het zoeken naar getuigenissen tot het volgen van allerlei publieke personen: het kan allemaal in luttele seconden èn op wereldwijde schaal. Een prikkelend medium met ook een aantal valkuilen. Sommige tweets flirten met de grenzen van de journalistieke deontologie en dat beseffen de Vlaamse redacties ook. Heeft Twitter de zo geprezen meerwaarde of is het een overschat fenomeen? Scoop zocht het antwoord in journalistiek Vlaanderen. scoop 2 - 2012
7
dossier
To tweet or not to tweet? Mits goed gebruik wordt je imago sterker
Journalisten zitten steeds meer op Twitter. In 2010 gebruikte 18 procent van de Belgische journalisten de sociale netwerksite voor professionele doeleinden, een verdubbeling in vergelijking met het jaar ervoor. En het cijfer blijft toenemen. Toch houden nog heel wat journalisten de boot af als het gaat over de microblogsite. Op zoek naar zin en onzin en naar de reikwijdte van het medium in een journalistiek bestaan. To tweet or not to tweet, that’s the question.
In 2010 hield het Gentse communicatiebureau Quadrant Communications een professionele enquête bij bijna 500 Belgische journalisten. Een van de belangrijkste bevindingen van het onderzoek is de stijgende populariteit van Twitter. In 2009 gebruikte slechts negen procent van de journalisten de sociale netwerksite. In 2010 was dat cijfer verdubbeld tot 18 procent. “Er zijn zeker en vast gradaties in het gebruik van Twitter”, vertelt Frank De Graeve, voormalig journalist bij De Standaard en nu actief bij Quadrant Communications. “Sommigen hebben een account en volgen enkel wat er gebeurt. Professioneel gebruik houdt in dat ze de publicatie van een nieuw artikel of nieuwe reportage aankondigen, bijvoorbeeld door het toevoegen van een link. Journalisten maken in feite promotie voor hun werk. Verder betekent het dat journalisten ook vragen kunnen stellen aan hun volgers of feiten kunnen checken. Twitter vervangt als het ware het vroegere telefoonboekje.”
Groepsgevoel
8
Volgens Michaël Opgenhaffen, docent nieuwe media aan Lessius Antwerpen en KU Leuven, heeft de microblog drie grote pluspunten voor de journalist. Twitter is handig om research te doen, om je journalistiek werk te presenteren aan anderen en om interactie aan te gaan met je doelpubliek. “Veel journalisten en ook lezers betwijfelen de kwaliteit van een tweet als bron. Toch kan de sociale mediasite zeker een goede bron zijn als je op zoek moet naar informatie, ooggetuigen of experten. Als er bijvoorbeeld een grote botsing gebeurd is, kan je via Twitter meteen speuren naar iemand die in de buurt was”, zegt Opgenhaffen, die ook opleidingen geeft aan Vlaamse nieuwsredacties over het gebruik van Twitter. Door zelf je artikels of reportages te posten, vestig je de aandacht op jouw stuk en op jouw nieuwsmedium. Dat is be-
scoop 2 - 2012
kend bij de meeste twitterende journalisten en wordt dan ook het meest gedaan. Een stap verder dan gewoon je journalistiek werk posten, is de lezers de mogelijkheid geven hun mening te formuleren op jouw werk. “Je kan ingaan op vragen die gesteld worden, zelf inpikken op iets wat iemand zegt of vragen om meer uitleg. Maar dat wordt nog veel te weinig gedaan. Jammer, want door te reageren op reacties, krijg je een soort groepsgevoel. Dat versterkt dan weer jouw nieuws-
“Journalisten gebruiken het medium vooral om hun eigen artikels te posten, maar je kan er zoveel meer mee doen. Twitter wordt echt onderschat” Michaël Opgenhaffen
medium, waardoor je imago als journalist automatisch verbeterd wordt”, aldus Opgenhaffen. Je kan ook je imago als nieuwsplatform versterken en zelfs meer geld verdienen door Twitter op deze drie manieren te gebruiken. “Door goed te researchen, maak je betere stukken waardoor meer mensen jouw product gaan kopen. Door je werk te presenteren, krijg je een groter publiek. Ik zie er dus alleen maar voordelen in. Maar je moet het dan wel op een goede manier toepassen. Bij slecht gebruik kan het nadelig zijn voor je imago en voor je verkoopscijfers”, vertelt Opgenhaffen. Bart Van Belle, webmaster en internetjournalist van De Standaard Online, bevestigt hoe belangrijk het is om Twitter op een goede manier te gebruiken. Door te veel mensen te overladen met je journalistiek werk, krijg je een averechts effect. “Mensen zien je werk al snel als spam”, zegt Van Belle, “en dat moet je vermijden.” Twitter is ook in economisch onzekere tijden een interessant medium om je te profileren zegt De Graeve. “Als redacties nieuwe mensen nodig hebben, zijn hun wensen vaak specifiek gericht. Een redactie zoekt bijvoorbeeld iemand voor economische berichtgeving. Als ze zien dat jij daar zinvolle zaken over tweet, dan ben jij een evidentere keuze dan iemand die onzin post.” “Een van de meerwaarden is de flexibiliteit, maar het is vooral de snelheid die grote voordelen biedt.” De Graeve verklaart dat journalisten niet veel tijd hebben om feiten te checken of mensen op te bellen voor informatie. Twitter levert meteen resultaat. Dat bewijzen de mensen die de sociale netwerksite actief gebruiken. “Zij hebben het als applicatie op hun gsm, volgen wat er gezegd wordt en reageren meteen.”
Neutraliteit
Toch blijft het professioneel gebruik van Twitter relatief beperkt. Meer dan een
kwart van de journalisten heeft een profiel, maar slechts 18 procent tweet professioneel. “Een van de meest gehoorde bezwaren is dat Twitter te veel tijd vergt. Je moet tijd maken om een netwerk op te bouwen, zelf te microbloggen en volgers te verzamelen”, zegt De Graeve die nog op een ander minpunt wijst. “Door de openbaarheid van het medium ziet iedereen waarmee je bezig bent, terwijl journalistiek draait om het schrijven van unieke stukken. Een derde bezwaar is dat je als journalist de neutraliteit moet bewaren. Op Twitter komt het er dikwijls op neer dat je een mening vertelt. Voor sommigen is dat als journalist al een stap te ver.” Daarom is Bart Van Belle voorstander van duidelijke richtlijnen over het twittergebruik op redacties. “Informele afspraken
“Ook in economisch onzekere tijden kan je je voordeel doen met Twitter. Als je zinvolle dingen tweet, ben je bij sollicitaties een evidentere keuze dan iemand die onzin post” Frank De Graeve
zijn niet voldoende. Het is belangrijk dat journalisten en redacties nadenken over een grondige aanpak. Zo mag je nooit alleen Twitter gebruiken als bron bij een nieuwsbericht. En ook richtlijnen rond privacy zijn onontbeerlijk.” Uit het onderzoek van Quadrant blijkt dat niet iedereen overtuigd is van het nut van het nieuwe medium. Slechts een minderheid is een enorme voorstander en doet aan evangelisatiewerk. “Daartegenover heb je de conservatieve journalisten die lang niet overtuigd zijn van Twitter als hulpmiddel bij hun werk. Ik kan me voorstellen dat er op de werkvloer duchtig over gepraat wordt”, aldus nog De Graeve.
Auteursrecht
Het auteursrecht op Twitter kan een onderdeel van die discussie zijn. Nochtans zit die kwestie niet moeilijk in elkaar zegt Michaël Opgenhaffen. “Als je iets op Facebook of op Twitter zet, dan sta je de auteursrechten af aan de sites zelf. Alleen zij hebben het recht om die te gebruiken, maar we zien dat de sociale mediasites niet moeilijk doen als je iets overneemt.” Maar zo simpel is het niet altijd. Zo was er in Nederland een vrouw die een foto van de voorpagina van ‘Het Financieele Dagblad’ had gedeeld via Twitter. Het dagblad heeft later een klacht ingediend omdat de vrouw het auteursrecht van de krant had geschaad. “Ik zal niet ontkennen dat er nog steeds enkele vragen zijn over het auteursrecht, maar voorlopig mag je publieke tweets zomaar overnemen. Een belangrijke nuancering is dat het over publieke berichten gaat die niet achter slot en grendel zitten. Daar zit ook het verschil tussen Facebook en Twitter. Bij die laatste sociale mediasite weet je dat alles wat je zegt openbaar is. Bij Facebook is dat iets anders, zeker als je profiel volledig is afgeschermd zodat alleen je eigen vrienden je berichten kunnen lezen.” Opgenhaffen gelooft dat het systeem van Twitter een blijver is. Hij doelt daarmee op een platform waar iedereen heel vlug een bericht kan plaatsen dat door iedereen gelezen kan worden. Hij vindt dat Twitter momenteel wordt onderschat. “Als je externe platformen zoals Twellow, gebruikt om Twitter te doorzoeken en als je de sociale mediasite aanwendt om te communiceren en te presenteren, kun je er veel meer mee doen dan wat er tot nu toe mee gedaan wordt.” Josfien Michiels Frauke De Groot
André Meganck @andremeganck Sporza wielrennen
“De tijd die ik aan Twitter besteed, is volledig afhankelijk van mijn VRTopdrachten. Ook wanneer er opvallend nieuws is, zal ik het medium in de gaten houden. Meestal check ik de tweets via de applicatie op mijn gsm. Ik zoek vooral informatie op. Voor mij is het een immense bron en ik haal er dan ook interessante dingen uit. Daarnaast is het een handig middel om aan live-verslaggeving te doen tijdens wielerwedstrijden. Zo tweette ik in november vorig jaar het volledige verloop van de veldrit in Hasselt en daardoor kan ik de eerste zijn in het brengen van nieuws. Dankzij Twitter kom ik ook te weten wat lezers of kijkers van mijn werk vinden. Ik krijg vaak feedback. Hoewel iedereen mijn berichten kan lezen, zal ik me niet gematigder opstellen. Ik tweet zoals ik het voor heb, uiteraard zo to the point mogelijk, en daar had ik nog nooit spijt van.” (LB, foto ingezonden)
Ann De Bie VRT-Het journaal “Ik heb er bewust voor gekozen om geen twitter-account aan te maken. Via kranten, websites, radio, tv, mails en de telefoon krijg ik dagelijks immers al een enorme hoeveelheid informatie te verwerken. Bovendien wil ik zelf kiezen wanneer ik wat lees en op Twitter staat nu eenmaal veel informatie die ik gewoon niet wil weten. Toch lijkt het mij een leuk medium: je pikt heel snel dingen op van vaak interessante mensen, maar ik heb er gewoon geen behoefte aan. Je moet dat ook relativeren, want de meningen online zijn niet noodzakelijk representatief voor wat er leeft in een stad of over een gebeurtenis. Voor duidingsprogramma’s kan dit aspect zeker een meerwaarde zijn. Zij leven immers van meningen en kijken met wat afstand naar de actualiteit. Ik gebruik ook geen andere sociale media, al dreig ik hierdoor in het vakje ‘ouwe sasa’s’ terecht te komen. Wat ik wil delen met vrienden, vertel ik hen wel via mail of op café. Zelfs als niet-twitteraar levert het kanaal mij mooie verhalen op. Wanneer iemand bijvoorbeeld een politieke boodschap de wereld in stuurt, kan ik via een langer interview polsen wat ermee bedoeld wordt. Journalistiek en Twitter kunnen elkaar dus perfect aanvullen.” (LB, foto ingezonden)
scoop 2 - 2012
9
dossier twitter
Het snoepje van het jaar?
Twitter bestaat al enkele jaren, maar sinds kort heeft het medium duidelijk zijn weg gevonden naar de Vlaamse nieuwsredacties. De meeste journalisten houden de informatiestroom in de gaten en volgen waarover op dit moment gesproken wordt. Maar heeft het medium op redacties ook een structurele plaats gekregen, naast de gebruikelijke persagentschappen? Enkele nieuwschefs vertellen Scoop – in iets meer dan 140 tekens – hoe Twitter als bron gebruikt wordt op de werkvloer.
10
Dimitri Antonissen
nieuwschef Het Laatste Nieuws
Eddy Eerdekens, newsroomcoördinator bij Knack Online
“Je wint er een heel pak oren en ogen bij”
“Vooral de signaalfunctie is interessant”
“Tegenwoordig is het onmogelijk om alles zelf de hele tijd te scannen. Als je de juiste mensen volgt, win je er een heel pak oren en ogen bij die je attent kunnen maken op interessante dingen. Twitter is echter het snoepje van het jaar en daardoor wordt het zeker overschat en meer waarde aan toegekend dan zou mogen. Eigenlijk is het maar een communicatiekanaal zoals er zoveel andere zijn, en zo zou het ook behandeld moeten worden. Toch denk ik niet dat je daarom voor of tegen Twitter moet zijn. Dat is alsof je voor of tegen de telefoon zou zijn.” “De ervaring leert ons dat ook nieuwe media waarvan het ondenkbaar lijkt dat ze nog zullen verdwijnen, soms al na twee jaar achterhaald zijn. Als men mij vijf jaar geleden gevraagd zou hebben hoe belangrijk e-mail was op de redactievloer, had ik dat heel hoog ingeschat. Ondertussen krijg je zo’n constante stroom aan mails dat journalisten er veel minder naar kijken. Ook Twitter zou die weg op kunnen gaan. Als het te veel moeite kost om de interessante dingen eruit te pikken, dreigt het snel aan belang in te boeten.” “Wij hebben met Het Laatste Nieuws zelfs eens een scoop gehaald dankzij Twitter. Wij waren de enige krant in België die een duidelijke foto kun publiceren, de dag nadat een vliegtuig in New York op de Hudsonrivier was geland. En dat enkel en alleen omdat we Twitter die avond goed aan het volgen waren.”
“Twitter is een erg belangrijk medium en blijft groeien. Ooit zal de microblog aan belang verliezen, maar de hype zal niet snel overgaan. Qua culturele en maatschappelijke waarde is het medium niet te overschatten.” “Wij gebruiken Twitter vooral omwille van de signaalfunctie. We volgen veel buitenlandse media zoals The New York Times, The Guardian en BBC, die de hele dag door belangrijk nieuws tweeten. Als we zoiets lezen, gaan we vervolgens op zoek naar meer informatie via hun website of andere kanalen.”
scoop 2 - 2012
Toen Khaddafi bijvoorbeeld omgebracht werd, circuleerde er op de microblog een bericht dat het Libische volkslied van voor de dictatuur erg veel gelijkenissen vertoonde met het begindeuntje van FC De Kampioenen. Die update kwam niet van een journalist, maar via een VRTredacteur belandde het nieuws op deredactie.be, waarna het overgenomen werd op de televisie en op verschillende sites.” “Daarnaast heeft het medium nog een andere troef. Getuigen opsporen is – vooral bij rampen – heel belangrijk voor een redactie. Vroeger was het niet altijd gemakkelijk om iemand met een goed verhaal te vinden en kon je hoogstens een oproep doen via de VRT-site, maar op de microblog bieden de ooggetuigen zich als het ware zelf aan. Soms is het wel confronterend om te zien hoe mensen op zo’n sociaal medium geen remmingen meer hebben. Twitter is een soort riool waar helder en vuil water door stroomt. Het is onze taak om daaruit de ‘propere’ dingen te halen en die tot nieuws te verwerken.”
Kristof Windels nieuwschef bij De Morgen
Björn Soenens nieuwschef Het Journaal (VRT)
“Een riool waar helder en vuil water door stroomt” “Door de hashtag- en retweetfunctie kan je de meningen lezen van mensen die niet in je volglijst staan, waardoor je allerlei randberichten krijgt die rond een nieuwsfeit hangen. Die meta-informatie kan je op weg helpen in de zoektocht naar nieuws.
“Trigger voor buitenlands nieuws” “Je kan je abonneren op verschillende binnenlandse nieuwsdiensten die een sms sturen van zodra er iets belangrijks gebeurt in België. Om op de hoogte te blijven van wat er in het buitenland aan de hand is, gebruik ik Twitter. Zo probeer ik een snel en accuraat beeld te krijgen van wat er in de wereld leeft. Natuurlijk is dat maar een trigger, iets dat dingen in gang kan steken. Het zal echter nooit de dragende bron van een artikel zijn.”
Bart Beirlant, nieuwsmanager bij De Standaard
Raf Liekens,
“De inhoud telt, niet de bron”
“Een bron van inspiratie”
“Meerwaarde of niet, het is een nieuw medium en je kan je niet veroorloven om het te verwaarlozen. Voor het gebruik is het voor iedereen nog wat zoeken. Net omdat Twitter zo nieuw is, vermelden journalisten het nog als ze iets van de microblogsite halen. Ik neem aan dat dat binnen een paar jaar niet meer zo zal zijn. Tegenwoordig schrijft ook niemand meer dat iets uit een persbericht komt. Dat doet er eigenlijk ook niet toe, want het is de inhoud die telt.”
redactiechef van P-Magazine
“Het belangrijkste nieuws vanop Twitter verschijnt meteen in de krant en op allerlei nieuwssites, waardoor we als weekblad meestal te laat zijn om zulke dingen te brengen. Daarom is een tweet voor ons geen primeur an sich, maar zien we het eerder als een inspiratiebron of een opstapje naar een stuk.” “Zo werd ik in november geïnspireerd door een twitterbericht van Geert Noels. De opiniemaker stuurde ‘Stel je even voor dat er geen druk zou zijn, hoe lang zouden deze onderhandelingen dan duren?’ de wereld in, waarop ik hem en Carl Devos geïnterviewd heb. Uiteindelijk konden we zo een artikel van twee pagina’s maken over de politieke stilstand en hoe gevaarlijk die wordt door de eurocrisis.”
Jozef Leysen chef online nieuws bij Het Nieuwsblad
“Meest interessant voor fotomateriaal” “De journalisten die het nuttig achten, checken Twitter als zij denken dat ze daar voordeel kunnen uithalen, maar het zit niet in hun takenpakket. We hebben op de redactie een lijst van accounts die het volgen waard zijn. Daar staan de belangrijkste nieuwsbronnen op, zoals de andere Vlaamse kranten, tijdschriften en grote internationale nieuwssites. Een aantal politici van wie we weten dat ze al eens nieuws durven tweeten vult dat lijstje aan.” “Eerlijk gezegd heb ik een dubbel gevoel bij het medium. Iedereen vindt het interessant, maar er zitten eigenlijk helemaal niet zoveel mensen op. Wij gebruiken het om in een oogopslag een aantal dingen te kunnen bekijken, maar voorlopig is het nog niet meer dan dat. Op de onlineredactie is Twitter het meest interessant voor fotomateriaal. Als er iets gebeurt beginnen mensen heel snel foto’s te tweeten en die kunnen wij gebruiken om informatie van andere kanalen te illustreren.”
Frederik De Swaef hoofdredacteur bij Story
“Extra kanaal voor BV-nieuws” “Twitter is zeker een extra kanaal waaruit we nieuws kunnen putten. Als Regi bijvoorbeeld een foto post van de verlovingsring waarmee hij z’n vriendin ten huwelijk heeft gevraagd, is dat belangrijke informatie en brengen we dat – of hij dat nu getweet heeft of ons daarover gebeld heeft, maakt niet veel uit. Wanneer er iets opmerkelijks gebeurt of er iets verandert in het privéleven van een bekend persoon, trekt dat onze aandacht.” “Ik probeer BV’s wel te overtuigen om een nieuwtje eerst aan Story te vertellen en tot dinsdag te wachten om het op Twitter te plaatsen. Anders is het geen scoop meer.” Jamilia Knockaert Evelien Uyttersprot
Bart Van Belle @bartvanbelle De Standaard Online
“De pagina van Twitter staat bijna continu open op mijn computer. Ik gebruik het netwerk voor verschillende doeleinden. Allereerst schakel ik het in om de stukken die ik op de site van De Standaard plaats te promoten en om reacties uit te lokken bij lezers. Daarnaast deel ik online vaak een aantal zaken uit mijn persoonlijk leven met de wereld. Verder plaats ik soms ook een mening of opinie op Twitter. Al moet je daarmee wel verstandig omgaan. Over dingen waar je weinig over weet, zwijg je beter. Zo zal ik zelf nooit politieke opinies posten.” “Ik gebruik Twitter om een aantal spraakmakende figuren te volgen. Dat kunnen economen zijn, maar ook politici, collega’s of gewoon vrienden. Om mijn timeline zo overzichtelijk mogelijk te houden, probeer ik mij wel te beperken tot een vijfhonderd personen en plaats ik ze in lijsten. Dat maakt het voor mij gemakkelijker om specifieke groepen mensen te volgen. Ten slotte is Twitter voor mij ook een belangrijke nieuwsbron. Maar zoals dat ook gaat met andere nieuwsbronnen check ik alle informatie die ik via dit kanaal binnenkrijg.” (KC, foto ingezonden)
Bert Staes @bertstaes De Gentenaar “Ik heb een profiel op Twitter, maar ik gebruik dat eerder passief. Zelf plaats ik geen tweets, maar ik volg er wel een aantal mensen die interessante dingen te zeggen hebben. Dat zijn dan geen collega’s of concurrenten, maar vooral mensen die via dat kanaal nieuws verspreiden. Het gebeurt echter zelden dat er primeurs op Twitter verschijnen omdat de journalisten meestal op de hoogte zijn van wat er gebeurt. Er zijn natuurlijk uitzonderingen, maar die zijn op een of twee handen te tellen. Twitter is voor mij ook een manier om interessante getuigenissen te zoeken van mensen die aanwezig waren bij evenementen die wij verslaan. In het verleden heb ik al beelden gebruikt die ik via Twitter vond. Maar dat doen we enkel als we zelf echt geen enkel beeld hebben en na akkoord van de auteur. De informatie die ik binnenkrijg, probeer ik steeds zo veel mogelijk te controleren. Wanneer ik iets gebruik, contacteer ik de persoon achter de oorspronkelijke tweet en luister ik naar zijn verhaal. Als die kan aantonen dat zijn verhaal klopt, is dat voor mij een getuigenis die even authentiek en waarheidsgetrouw is als iedere andere.” (KC, foto ingezonden)
scoop 2 - 2012
11
dossier twitter
Aan de slag: tips & tricks voor Hoewel sommige journalisten het sociale netwerk nog ervaren als een doolhof vol virtuele obstakels, kan Twitter voor zowel nieuwsgaring als publicatie een handig instrument zijn. Ook Karel Platteau is ervan overtuigd dat Twitter een fenomeen is waar de hedendaagse journalist niet meer omheen kan. Platteau is adjunct-directeur van het Fonds Pascal Decroos voor bijzondere journalistiek. Zijn tips helpen u op weg als u nog een Twitterdummie bent, maar ze kunnen ook de ervaren gebruiker verrassen. De enige manier om het te leren is door het zelf uit te proberen.
Voor redacties
Voor dummies
Wie nog geen Twitter-account heeft of er helemaal geen weg mee kan, bezoekt best eerst commoncraft.com. Op die site vindt u duidelijke YouTube-filmpjes die Twitter en diverse handige Twitter-tools uitleggen. Zo worden de nieuwe media en hun werking op een luchtige en visuele manier toegelicht. Ook begrippen als RSS, hashtags en dergelijke komen aan bod.
Hashtags, links en tekens
12
Hashtags vindt u gemakkelijk via Tweetdeck. Die applicatie kan u downloaden via tweetdeck.com. U kan er de hashtags vinden die vaak gebruikt worden bij mensen die u volgt en omgekeerd, of in verband met een bepaald thema. Als u een link opneemt in uw tweet, plaats die helemaal vooraan. De kans is groter dat mensen zullen doorklikken. Ze hoeven op die manier de tekst die volgt zelfs niet te lezen. Probeer ook verschillende tweets voor dezelfde link. Zo kan u hetzelfde artikel tweeten naar verschillende doelgroepen. Ook interessant is bitly.com, een site die uw links automatisch verkort en u onder meer laat zien hoeveel keer erop wordt geklikt. Het uitdagende aan de sociale netwerksite is natuurlijk dat uw tweet slechts 140 tekens mag bevatten. Probeer lange titels te vermijden. Die zijn niet Twittersexy.
scoop 2 - 2012
Voor het gebruik van Twitter in het algemeen bestaat op de socialenetwerksite een speciale afdeling voor journalisten, namelijk Twitter for Newsrooms. Hier vindt u een mooie opsomming van de strategieën die u kan toepassen bij publicatie en tips om nieuws te vergaren. De site geeft een mooi overzicht van wat een journalist best doet of laat om Twitter zo optimaal mogelijk te benutten. Wikken en wegen wat er kan op Twitter wordt dus gemakkelijker via twitterfornewsrooms. com.
Evoluties
Enkele sites specialiseerden zich in de evoluties van zowel Twitter als andere sociale mediakanalen. Zo behandelt fastmovingtarget.nl de evoluties binnen de
nieuwe media en hoe u die kan toepassen. Opvallende fenomenen zijn crowd sourcing en crowd funding. Crowd sourcing is de term voor journalisten die twittergebruikers betrekken bij research. Zo gebruikte Paul Lewis, een Brits journalist bij The Guardian, zijn volgers als bron om de rellen op te sporen in Londen tijdens de zomervakantie van 2011. Bij Crowd funding worden twittervolgers aangespoord een financiële bijdrage te leveren ten voordele van een bepaald onderzoek. De freelance journalist Olaf Koens wou naar Azerbeidjan om er live verslag uit te brengen over de verkiezingen in het najaar van 2010. Hij kreeg er van zijn redactie de middelen niet voor en vroeg zijn volgers te sponsoren. Koens slaagde erin om in 3 dagen 1000 euro samen te krijgen via Twitter. Via mashable.com blijft u op de hoogte van alle nieuwste ontwikkelingen in de sociale media. Muckrack.com werd in 2009 gelanceerd en is een interessante site om tweets van Engelstalige journalisten te volgen. Voorlopig bestaat er geen Nederlandstalig initiatief.
(Regio)Gericht zoeken
Search.twitter.com is een heel gebruiksvriendelijke zoekmachine waarbij u per regio naar tweets kan speuren. Zeker voor regiojournalisten kan dit nuttig zijn. Onder de invoerbalk kan u op “operators” klikken. Op die manier krijgt u informatie over welke afkortingen u kan gebruiken om gerichter te zoeken, bijvoorbeeld volgens regio of datum. U kan de gewenste stad invullen en de maximale kilometeromtrek. Een twittergebruiker maakt natuurlijk zelf zijn of haar locatie aan. Die is dus niet altijd even betrouwbaar. Op topsy.com kan u ook geavanceerd zoeken, maar de site is voornamelijk handig om u via RSS-feeds op een sociaalnetwerkpagina te abonneren. Zo hoeft u niet altijd naar de website te surfen om te zien of er iets nieuws is verschenen. Bovendien kan u alle informatie rechtstreeks delen op uw Twitter-account. Op die manier kan u bepaalde dossiers upto-date houden. Vroeger kon dat ook via Twitter, maar door verandering van layout is dat niet meer mogelijk. Via twitterfeed.com kan u vervolgens RSS-feeds doorsturen naar uw Twitter-account.
Koen Fillet @filletk Radio 1
journalisten
Met Twitter Widget kan u een lijstje van tweets aan een artikel linken. Een widget is een grafische interface die u kan invoegen op uw eigen blog of website. Via twitterwidget.com krijgt u informatie over hoe u zo’n widget kan invoegen. U vindt er filmpjes terug die u stap voor stap doorheen het proces leiden. Een widget invoegen op uw eigen blog of site kan interessant zijn om uw pagina levendig te houden. Als u bijvoorbeeld een online dossier maakt, dan zal een widget de bezoekers van uw site up-to-date houden van wat op Twitter over het onderwerp wordt verteld.
Geen tijdverlies
Modereren en monitoren
Om online te modereren is coveritlive. com aangeraden. De tweets komen er online en u kan er meteen op reageren. Voornamelijk bij grotere evenementen wordt dit gebruikt. U kan live en online verslaggeving volgen of eraan deelnemen. Filmpjes en afbeeldingen staan bij elkaar geplaatst. Op die manier kan u dus live een evenement meevolgen, zonder zelf aanwezig te zijn. De tool twitterfall.com laat live tweets verschijnen op uw scherm. Tweetdeck is een applicatie die het mogelijk maakt om lijsten te maken en zo tweets over verschillende onderwerpen op een overzichtelijke wijze te volgen in kolommen. Het verschilt met Twitterfall omdat het geen tool is die online gebruikt wordt, maar een applicatie die u moet downloaden. Na Twitter.com is Tweetdeck de populairste manier om tweets te volgen. Via zoekacties kan u alle tweets over bepaalde onderwerpen volgen en inloggen bij meerdere sociale media. Zo kan u zich aanmelden met verschillende Twitter-accounts, zowel uw persoonlijke als die van uw nieuwsdienst bijvoorbeeld. Het is een goede tool om rechtstreeks de conversatie aan te gaan met mensen die u helemaal niet kent. Daarnaast onthoudt Tweetdeck ook de hashtags die u al gebruikt hebt. Yoono.com stelt u in staat vanuit uw internetbrowser rechtstreeks berichten op verschillende sociale media accounts te posten. Via één muisklik plaatst u een link naar uw geselecteerde pagina op uw Twitter.
Via twitterfeed.com kan u RSS-feeds doorsturen naar uw Twitter-account. Het is aan te raden die RSS-feeds in 140 tekens te zetten. De hashtags op Twitterfeed zijn geautomatiseerd. Een klassieke blogtool vraagt vaak veel handwerk om alle sociale media erin te betrekken. U moet knippen, plakken, html-codes invoeren, het formaat aanpassen,… De Belg Xavier Damman ontwierp de site storify.com. Het is een soort van vernieuwende blogtool. Storify is een gebruiksvriendelijk systeem dat alle sociale mediakanalen aanbiedt waaruit u uw selectie kan slepen in uw Twitter-account. De tools die de site aanbiedt maken het gemakkelijk om verhalen van facebook samen te brengen met tweets, met slechts één klik. Het Deense project u21live.com toont mooi aan hoe u dit in de praktijk kan toepassen. De school van media en journalistiek in Aarhus heeft samen met journalisten het UEFA kampioenschap onder de 21 jaar via Storify gecoverd. Omdat tweets niet eeuwig blijven bestaan is Twapperkeeper een tool om ze bij te houden. Niet enkel uw persoonlijke tweets, maar ook die van anderen kunnen worden bewaard. U hoeft die tweets dus niet meer op te slaan; twapperkeeper. com doet dat voor u. Charlotte Ameye Ann-Sophie Vanderhaegen
“Jaren geleden heb ik een account aangemaakt en vandaag staat de teller op meer dan 4000 tweets. Op de redactie zit ik vrijwel continu aan mijn computer: het kanaal staat permanent open. Ik tweet vooral de kleine dingen des levens, zoals dat ik mijn koffie gemorst heb of waarom ik een bepaalde plaat draai. Zulke zaken kan je op de radio niet kwijt. Ook mijn eigen mening over de actualiteit komt geregeld online, net zoals tweets gericht aan collega’s. Toch let ik op met wat ik precies schrijf. Twitter is en blijft een communicatiemiddel als een ander, dus is het logisch dat je, net zoals in het dagelijkse leven, let op wat je verkondigt.” “In mijn programma komen er vaak onderwerpen aan bod die ik op Twitter ontdekt heb. Ik vind het een heel brede bron van informatie. Facebook daarentegen is veel minder interessant. Maar volgens mij wordt er te veel heisa gemaakt rond al die sociale media. Het zijn maar communicatiekanalen. Aan de uitvinding van de vulpen werd toch ook zo veel aandacht niet besteed?” (LB, foto blg/Peter De Voecht)
Bram Souffreau @kapingamarangi freelance voor Apache.be “Ik ben een zeer actief Twitteraar. Normaal gezien tweet ik dagelijks. Dat doe ik via mijn persoonlijk profiel of via dat van Apache. De berichten die ik op de pagina van Apache plaats, dienen vooral ter promotie van de stukken die op de website verschijnen. Persoonlijk twitter ik om op de hoogte te blijven van wat er gebeurt en om analyses of nuanceringen van het nieuws te brengen. Als er aan foute berichtgeving gedaan wordt, of als er zaken ontbreken in nieuwsberichten, dan geef ik dat wel aan. Iemand die bijvoorbeeld beweert dat de kerncentrales binnen korte termijn allemaal kunnen worden gesloten, meld ik dat zoiets gewoon niet haalbaar is.” “Als tweets die ik wil gebruiken van officiële personen komen zoals een parlementslid, dan check ik die niet meer. Ik weet dat die persoon zelf die account beheert en betrouwbare informatie verschaft. Andere bronnen controleer ik wel op hun betrouwbaarheid. De lijst van mensen die ik volg omvat onder andere een aantal collega-journalisten, wat invloedrijke personen zoals Geert Noels en ook heel wat bloggers. Die laatste zijn mensen die ik niet persoonlijk ken, het zijn ook geen BV’s, maar ze zijn wel bekend in het twitterwereldje.” (KC, foto ingezonden)
scoop 2 - 2012
13
dossier Journalistiek getwitter en deontologie
Vlaamse redacties houden het bij informele afspraken
Het is duidelijk dat Twitter in journalistiek Vlaanderen aan populariteit wint. Het verkennen van de microblog gaat samen met het aftasten van grenzen. Niet zozeer de technologische, wel die van loyaliteit, neutraliteit, objectiviteit en deontologie.
Tal van journalisten creëren een eigen Twitter-account en tellen een massa volgers, vaak dankzij hun functie en de naambekendheid van hun medium. Maar hun tweets zijn niet altijd even professioneel: ze delen persoonlijke ervaringen en spuien opinies over allerlei onderwerpen. Aangezien journalisten geassocieerd worden met het medium waarvoor ze werken, rijst de vraag of het journalistiek getwitter niet dringend richtlijnen nodig heeft.
Voormalig CNN-journaliste Octavia Nasr ontdekte aan den lijve hoe zwaar de gevolgen van een tweet doorwegen. Nasr betuigde begin 2010 op Twitter haar medeleven aan de familie van de overleden Hezbollah-leider Fadlallah. De tweet circuleerde meteen over het internet en werd door islamitische groeperingen sterk veroordeeld. Nasr verwijderde de tweet en bood haar verontschuldigingen aan. CNN nam daar echter geen vrede mee en verklaarde dat Nasr na twintig jaar dienst niet langer deel zou uitmaken van het team. Dergelijk voorbeeld versterkt de vraag naar helder omschreven regels zoals bij
The Guardian. In Vlaanderen neemt men al voorzichtig stappen richting een duidelijk beleid omtrent het twittergebruik bij journalisten. Minister van Media Ingrid Lieten (sp.a) gaf in augustus richtlijnen mee voor de omgang met sociale media. Zo geldt logischerwijs het recht op vrije meningsuiting ook op Twitter, maar moeten journalisten dezelfde principes hanteren als voor de andere massamedia. Daarnaast eist de openbare omroep dat er met respect over collega’s gecommuniceerd wordt en dat interne aangelegenheden niet aan bod komen op de microbloggingsite. Flip Voets, secretaris-generaal en ombudsman van de Raad voor de Journalistiek, vindt het vanzelfsprekend dat journalisten even ethisch moeten zijn op Twitter als wanneer ze voor hun primair medium werken. “Als een journalist persoonlijke opvattingen gaat delen, is dat iets totaal anders dan nieuws ver-
(foto Stéphanie Debruyne)
In Groot-Brittannië hebben enkele mediabedrijven de stap al genomen om richtlijnen op te stellen. The Guardian creëerde een resem voorwaarden voor haar redactie omtrent bloggen en tweeten. Op die manier wil de krant dezelfde standaard behouden die ook in de papieren versie gewaarborgd wordt. Die richtlijnen zijn een verzameling van verschillende adviezen die elke redactie voor zichzelf heeft
opgesteld. Ook de BBC implementeert bepaalde regels voor haar werknemers. Zo wordt iedereen er aan herinnerd dat de BBC zeker niet in diskrediet mag worden gebracht. Publiekelijke affiniteit met een politieke partij valt daar bijvoorbeeld onder.
14
scoop 2 - 2012
“Twitteraars hebben vaak het gevoel dat ze openlijk kritiek mogen geven. In alle arbeidscontracten, dus ook bij de VRT, staat dat je niets mag doen wat schade kan toebrengen aan de werkgever” Toni Coppers vrt
“Als een journalist persoonlijke opvattingen gaat delen, is dat iets totaal anders dan nieuws verspreiden” Flip Voets
Raad voor de Journalistiek
“De journalist moet weten dat wanneer hij twittert, hij de krant vertegenwoordigt. Het vereist dus enig nadenken in toon en in aanpak” Bart Sturtewagen De Standaard
“We hebben nog geen problemen gehad met onze journalisten. Mocht dat toch aan de orde zijn, hebben we in eerste instantie een goed gesprek met de journalist in kwestie” Nicolas Lataire VTM
“Nieuws moet sowieso eerst op de nieuwsdesk verschijnen, pas nadien op Twitter” Dimitri Antonissen Het Laatste Nieuws
spreiden. Twitter heeft enorm veel functies. Het is dus belangrijk om daarover een beleid te ontwikkelen.” Voets schat de toekomst van de richtlijnen binnen de sociale media rooskleurig in. “We staan nog niet op hetzelfde punt als Groot-Brittannië, maar het is een evolutie die heel snel gaat. Ik denk dat alle media een beleid zullen ontwikkelen en met hun werknemers afspreken wat er wel en niet kan worden getweet.”
Gezond verstand
Toch houden de meeste redacties het op informele afspraken en vertrouwen de hoofdredacties op het gezond verstand van hun journalisten. “We hebben net zo min schriftelijke afspraken over wat journalisten aan de telefoon kunnen bespreken. Twitter is niet anders dan alle andere communicatiekanalen”, relativeert Dimitri Antonissen voor Het Laatste Nieuws. “Als journalist ga je niet op het dorpsplein staan om je politieke voorkeur uit te schreeuwen. We verwachten dus ook enige terughoudendheid op Twitter.” De chef nieuws volgt wel z’n collega’s met een Twitter-account. “Officieus ben ik dus op de hoogte van wat er verschijnt. Mocht een tweet niet door de beugel kunnen, zal ik die persoon daar zeker op wijzen.”
Ook de Corelio-groep rekent op de maturiteit en loyauteit van zijn journalisten. “We houden elkaar niet in de gaten, maar hebben wel algemene afspraken gemaakt tijdens een interne opleiding voor het gebruik van Twitter”, zegt Bart Sturtewagen, hoofdredacteur van De Standaard. “De journalist moet weten dat wanneer hij twittert, hij de krant vertegenwoordigt. Het vereist dus enig nadenken in toon en in aanpak.” Sturtewagen wijst ook op de mogelijkheid om twee accounts aan te maken, zodat werk en privé gescheiden zijn. VRTjournaliste Lisbeth Imbo heeft daar duidelijk over nagedacht, want op haar account staat “dit is een persoonlijke twitter, de vrouw, niet de journaliste ttz meestal toch niet :-)”.
De VRT kijkt als overheidsbedrijf wel strenger toe op de onafhankelijkheid van zijn journalisten. En die mogen veel, zolang ze maar een strikte neutraliteit bewaren, zegt Toni Coppers. Als kwaliteitsbeheerder bij de directie Media houdt hij zich bezig met deontologie en ethiek voor heel de organisatie. Al wijst hij er op dat de nieuwsdienst een eigen deontologische code volgt. “Zo mag de journalist geen standpunten innemen die bepaalde mensen in de maatschappij als kwetsend zouden kunnen ervaren. We zijn een omroep voor alle Vlamignen en er wordt van alle medewerkers verwacht dat ze politiek neutraal zijn. Want de VRT heeft een taak en een verantwoordelijkheid binnen de maatschappij.” De omroep moedigt journalisten wel aan om via Twitter hun rol als expert
Elke De Pourcq @Elebridith hln.be, Goed Gevoel “Ik gebruik Twitter vooral als ik thuis wat vrije tijd heb. Op drukkere momenten laat ik het aan mij voorbij gaan. Mijn iPhone zorgt ervoor dat ik steeds mee ben met het nieuws in twitterland. Ik vind het erg handig dat ik er mijn eigen mening kan ventileren die ik niet op hln.be kwijt kan, zeker op politiek en mediakritisch vlak. Een nieuwssite is nu eenmaal niet het geschikte medium om bij alle persoonlijk relevante nieuwsfeiten of televisieprogramma’s een eigen bedenking te plaatsen. Het openbare karakter van het medium schrikt me niet af, laat staan dat ik me gematigder zou opstellen. Behalve een overdreven emotionele reactie, had ik dan ook nog nooit spijt van een tweet. In mijn professionele leven schakel ik het medium ook in, maar dan wel via de laptop. Ik vind het leuk om via dit kanaal de eerste te zijn met nieuws en details. Je kan het beschouwen als een wisselwerking: dankzij Twitter ben ik meteen mee met ‘breaking news’ uit Hollywood en daardoor kan ik zelf een tikje sneller werken. Verder lijkt het mij vrij nutteloos om via Twitter op zoek te gaan naar interviewees, aangezien er weinig surfers mee vertrouwd zijn.” (LB, foto ingezonden)
Fabian Lefevere @fabianlefevere Het Nieuwsblad
“Sociale media zoals Twitter of Facebook gebruik ik amper, aangezien ik maar weinig behoefte heb om mededelingen te doen via die kanalen. Het medium ‘Twitter’ interesseert mij überhaupt niet. Ik ben er wel geregistreerd om een aantal mensen te volgen, maar daar blijft het bij. Als journalistieke bron vind ik het medium niet te vertrouwen. Het blijft een soort virtueel roddelcircuit waar heel erg snel en soms onjuiste mededelingen worden gedaan. Dat heeft de berichtgeving over de regeringsonderhandelingen ook uitgewezen. Er werden toen vaak allerlei dingen op Twitter gegooid die onjuist bleken of al achterhaald waren op het moment van verschijnen. Exacte informatie zal je er niet snel vinden, al vind ik dat Johny Vansevenant (@sevenaj) hier een uitzondering op vormt. Al bij al blijft Twitter een medium dat men gebruikt om te communiceren met een zeer klein kringetje rondom zichzelf. En wat zo’n klein circuit onder elkaar allemaal zegt, interesseert mij per definitie niet zo hard.” (KC, foto Filip Claus)
scoop 2 - 2012
15
dossier twitter deontologie te versterken. Sportjournalist Karl Vannieuwkerke twittert bijvoorbeeld enorm veel over sport. Daardoor bewijst de VRT dat ze de juiste mensen in huis heeft. Als Karl Vannieuwkerke echter zou zeggen dat hij Club Brugge bijvoorbeeld maar niks vindt, dan gaat hij zijn boekje te buiten”, illustreert Coppers.
Bij VTM worden twitterklachten op dezelfde manier behandeld als ander deontologische fouten. De sanctie hangt af van de ernst van de feiten. “We hebben nog geen problemen gehad met onze journalisten. Mocht dat toch aan de orde zijn, hebben we in eerste instantie een goed gesprek met de journalist in kwestie. Bij herhaling zullen we op een andere manier ingrijpen”, zegt Nicolas Lataire, hoofdredacteur van Het Nieuws. “Het kan
Richtlijnen The Guardian
Neem deel aan inhoudelijke gesprekken en neem verantwoordelijkheid over de gesprekken die jezelf start Geef geen aandacht aan wangedrag, maar klaag het aan Vermeld je bronnen wanneer je feiten en quotes aanhaalt Deel je persoonlijke mening wanneer dat van toepassing is Wees voorzichtig met het verwarren van feiten met opinies Moedig lezers aan om hun expertise en kennis te delen
Richtlijnen BBC
Alle persoonlijke activiteiten op sociale netwerksites, gericht aan vrienden en contacten, gebeuren niet in naam van BBC News Alle berichten omtrent actueel nieuws (‘breaking news’), programma’s en genres worden officieel in naam van BBC News geplaatst. De berichten van redacteurs, presentatoren, correspondenten en reporters worden als gedeeltelijk officiële BBC News output beschouwd. De richtlijnen zijn nog verder uitgewerkt. Indien u meer wilt lezen hierover, raadpleeg de ‘Social Media Guidance’, die u vindt op http://news.bbc.co.uk
Richtlijnen VRT
De journalist moet uiterst voorzichtig zijn met het vertolken van een mening over politici, politieke en maatschappelijke kwesties op sociale netwerksites De journalist mag het vertrouwen in zijn onpartijdigheid niet ondermijnen De journalisten moeten waakzaam zijn over hun communicatie op sociale netwerksites en daarbij is de nodige voorzichtigheid geboden
16
scoop 2 - 2012
zijn dat we enkele schriftelijke richtlijnen zullen opstellen, maar een vademecum zal dat zeker niet worden.”
Loyauteit
Naast de eventuele deontologische problemen, is er de kwestie van loyauteit. Toni Coppers merkt op dat de verhouding tussen de vrijheid van meningsuiting en de verplichtingen tegenover de werkgever het grootste probleem vormen. “Twitteraars hebben vaak het gevoel dat ze eender wat mogen zeggen en dus ook openlijk kritiek mogen geven op de concurrentie en collega’s. In alle arbeidscontracten, dus ook bij VRT, staat dat je niets mag doen wat schade kan toebrengen aan de werkgever. Sociale media zijn erg direct. Velen gaan in de fout door dingen online te plaatsen zonder stil te staan bij de mogelijke consequenties.”
Ook Het Laatste Nieuws is daar zeer duidelijk over: “Nieuws moet sowieso eerst op de nieuwsdesk verschijnen, pas nadien op Twitter. Journalisten moeten zich realiseren dat ze altijd verbonden blijven aan een krant. En daar moeten de primeurs verschijnen”, aldus Antonissen. De meeste redacties zitten niet op formele richtlijnen te wachten. Toch zijn er her en der concrete afspraken in de maak. De top dertig van alle twitteraars en Facebookgebruikers bij de VRT zal binnenkort samenzitten om te brainstormen. Op basis van die gesprekken gaat de VRT haar richtlijnen inzake sociale media verfijnen voor heel de organisatie. VRT baseert zich op wat BBC een half jaar geleden heeft gedaan. Sofie Mercier Geoffry Missinne Talisa Tamsin
Update - Dat officiële richtlijnen niet meer lang zullen uitblijven, bleek bij het ter perse gaan. VRThoofdredacteur Luc Rademakers verbood zijn journalisten op 22 december nog te twitteren over de staking. Die dag lag het hele land plat, ook de vakbonden van de VRT legden het werk neer. Daardoor werd de gewone programmatie op alle radio- en tv-netten vervangen door een nonstopuitzending van Music for Life. Diverse VRTjournalisten uitten daarover hun ongenoegen via Twitter. Rademakers wilde met deze berisping zijn journalisten eraan herinneren dat ze hun onpartijdigheid niet in het gedrang mogen brengen, ook niet via een sociaal medium. Waarna Chris Van den Abeele prompt reageerde in een tweet: “Vrt-journalisten durven al eens hun kloten vegen aan een marsorder” en “als ik een mening heb, verkondig ik die.”
Op het randje? De Scoopredactie zocht en vond enkele opmerkelijke journalistieke tweets. Waar de ene een beetje smalend naar de concurrentie kijkt, geeft de andere een duidelijke opinie weg. Een fragmentarisch overzicht uit de productieperiode van dit dossier: Recent posts 28 november Marc Reynebeau (De Standaard): “De beurzen oefenen al voor vanavond: de begroting is niet echt wow, maar voor sfeer en gezelligheid vraag ik toch een welverdiende 5,65” Marc Reynebeau (De Standaard): “Valt het niet op dat in de kritiek op de begroting vooral die van De Wever ernstig wordt genomen en die van de vakbonden veel minder?” 29 november Rik Van Cauwelaert (Knack): “Hou nu eens op over dat Nederlands van Di Rupo. Er is veel erger: hij kan niet rekenen. Na 2 dagen al een begrotingsgat van 1,3 miljard.” Ivan De Vadder (VRT): “Als de regering besparingen en belastingen oplegt ter waarde van 11,3 mld, dan zijn staatssecretarissen een slecht signaal #eerlijkepolitiek” Jan Claeys (Het Nieuwsblad): “Vtm heeft een nieuwe trend ontwaard. #swapping. Volgende week de #gameboy? #telefacts” Marc Reynebeau (De Standaard): “Nog bushalte. Waarover gingen die begrotingsgesprekken eigenlijk? Kan niet over geld zijn geweest want dat heeft de staat toch niet meer”
Recent posts
Recent posts
1 december Kathleen Cools (VRT): “Wie van Mars nederdaalt, zou denken dat Yves Leterme een politiek zonnekind was. Wel mooi afscheid in de Kamer. Straks meer in #terzaketv”
10 september Karel Degraeve (Knack Focus): “Heeft De Morgen zich vorige week overtroffen? Het lijkt er sterk op, als je de tweede editie van hun magazines bekijkt. Slap, toch?”
Joël De Ceulaer (De Standaard): “Het Rijk van Stevaert heeft nog lang standgehouden. Komt ervan als journalisten en politici elkaar tutoyeren. #zegmaarsteve”
19 september Linda De Win (VRT): “Karin Temmerman nieuwe fractieleider SP.a in de Kamer. Hoera een vrouw! Villapol kijkt uit naar haar maidenspeech”
Rik Van Cauwelaert (Knack): “Zo nu en dan, zoals vandaag in het parlement, komt collectief geheugenverlies wel van pas. #leterme.”
Recent posts
3 oktober Yves Desmet (De Morgen): “De N-VA wil geen vettaks. Sommige grappen schrijven zichzelf” 11 oktober Liesbeth Van Impe (Het Nieuwsblad): “radicale redelijkheid is gewoon een beleefde manier om te zeggen dat de onnozele kinderachtigheden moeten stoppen #grootgelijk”
26 november Joël De Ceulaer (De Standaard): “Gelukkig valt er ook nog wat te lachen: ‘Groen! wil Vlaamse bomenwacht’ - http://bit.ly/vwcRwL”
6 november Linda De Win (VRT): “Patrick Vanoppen en rekenkunde. Is dat niet een contradictio in terminis?”
Joël De Ceulaer: “Akkoord nu toch al 10 minuten oud. Heeft De Croo de stekker er nog niet uitgetrokken? #begov”
15 november Bart Dobbelaere (De Standaard): “Wat hebben we vandaag geleerd in het journaal? ‘Milieuhygiënisch zijn grote bomen aan De Keyserlei beter dan kleine bomen.’ #manmanman”
27 november Eric Goens (Humo): “Het regent weer beeldspraak onder de politici, mr als iem het over ‘financieel Fukushima’ heeft, vind ik n lijfstraf op zijn plaats.” Patrick De Witte: “blijf het grappig vinden dat iemand die niet eens zijn eetgedrag onder controle heeft komt vertellen hoe bespaard moet worden #BDW” Tim Pauwels (VRT): “Di Rupo zegt te voldoen aan de eisen van de eu. Nu nog voldoen aan de leraar Nederlands.” Bart Sturtewagen (De Standaard): “Olli eh Rehn eh ver eh welkomt eh het eh ak eh koord eh. We zijn erdoor! #begov” Joel De Ceulaer (De Standaard): “Mogen we nu voortaan ook lachen met de taalfouten die Vlaamse politici maken? Wérk aan de winkel. #begov #EDR”
Frank Willemse @bergbosburcht freelance
Recent posts
2 december Rik Van Cauwelaert(Knack): “Het zou een mooi voorbeeld zijn mochten de ontslagnemende ministers hun uittredingsvergoeding (1jwedde) terugstorten. #solidair” Bart Dobbelaere (De Standaard): “Al die mensen die nu stilstaan tussen Vilvoorde en Zellik, zijn dat allemaal hardwerkende Vlamingen? Of zijn dat die 51.000 betogers? #dtv” Chris Van den Abeele (VRT): “#terzake mathot jr betrokken bij fraude rond ‘afvalverwerkingsfabriek’. hoe heet die business alweer in italië en bij de sopranos?”
“Twitteren is iets wat ik tussendoor doe, op een moment dat ik vast zit met iets, als ik helemaal niets aan het doen ben of een gedachte heb die ik even wil controleren. Ik gebruik het omdat ik een digitaal ego heb. Mijn mening is volgens mij relevant, dus deel ik ze met de hele wereld. Daarnaast is het ook een toffe manier om te weten te komen waar andere mensen met een mening mee bezig zijn. Het gaat dan vooral over collega-journalisten, experts, professoren, politici… en mensen die een veelzijdig leven leiden. Twitter is voor mij een bron van inspiratie en informatie. Vooral als het gaat om grote evenementen zoals een belangrijke Europese top, is het voor mij een nieuwsmelder. Toch zal ik steeds alle berichten die er verschijnen controleren via een betrouwbare nieuwsbron. Het probleem is dat die betrouwbare bronnen tegenwoordig ook vaak hun nieuws op Twitter zoeken. Daardoor ken je vaak de eigenlijke afkomst van het nieuws niet meer. De hetze die rond sommige tweets gecreëerd wordt, vind ik wel vreemd. Dat komt volgens mij omdat veel mensen het te veel zien als een juridisch medium terwijl het eerder een informele caféomgeving is.” (KC, foto Karel Duerinckx)
Frederik De Swaef @swaef hoofdredacteur Story
“De laatste maanden ben ik beetje bij beetje verslaafd geraakt aan Twitter. Sinds ik op mijn gsm een applicatie voor Twitter heb gedownload, volg ik dat kanaal zelfs bijna continu. Het is voor mij vooral een handig netwerk om BV’s te volgen in hun doen en laten. Daarnaast gebruik ik het ook om mijn mening te spuien over zaken uit de actualiteit, zoals bijna iedereen dat doet. Aangezien ik zelf heel goed weet wat wij doen met de privéberichten van BV’s op Twitter, probeer ik die voor mijzelf tot een minimum te beperken. Daarom post ik er alleen maar die dingen die de hele wereld mag weten. Twitter blijft op zich wel een gevaarlijk fenomeen. Je kan er eigenlijk meer mee verliezen dan winnen. Een commentaar die je plaatst zal je immers nooit veel vooruit helpen in het leven. Maar een fout bericht kan je wel erg zuur opbreken. Als ik zelf zo’n stommiteit bega, probeer ik die zo snel mogelijk offline te halen. Aangezien ik niet enorm veel volgers heb, lukt me dat meestal ook wel. Maar elke dag dat ik tweet is natuurlijk een dag dichter bij zo’n stommiteit.” (KC, foto Tim De Backer)
scoop 2 - 2012
17
Raf Weverbergh @rafweverbergh Humo “Twitter staat bij mij vrijwel constant open. Daarvoor gebruik ik Hootsuite, een dashboard waarmee ik allerhande sociale netwerken tegelijk kan volgen. Ik gebruik Twitter vooral om op de hoogte te blijven van internationale trends en nieuwigheden. De Vlaamse journalistiek is immers vaak een echokamer waar je tien keer hetzelfde verhaal hoort. Daarnaast is het voor mij ook een medium waarop ik links zet naar interessante artikels waar geen materiaal inzit voor een Humo-reportage.” “Alle informatie die ik krijg, probeer ik zo veel mogelijk te controleren op juistheid, ook al is dat soms moeilijk. Twitteraars in Egypte verspreiden zo vaak zaken die moeilijk of niet te checken zijn. In het begin ging ik nogal laks om met die informatie. Ik retweette berichten met de gedachte dat de oorspronkelijke tweet al gecheckt was. Tegenwoordig ben ik strenger en probeer ik alleen maar zaken te vermelden waarvan ik zeker ben dat ze kloppen. Ik ben er mij van bewust dat Twitter een openbaar forum is waar ook foute berichten snel verspreid worden en iedereen met jou kan meelezen. Daarom zal ik nooit iets tweeten over een zaak waarmee ik bezig ben.” (KC, foto ingezonden)
dossier Mediaspecialist Jo Caudron tweet de toekomst tegemoet
“Twitter associeer ik met hoge kwaliteit en selectiviteit”
Joël De Ceulaer @jdceulaer De Standaard “Twitter is voor mij zeker geen continue bezigheid. Toch probeer ik dagelijks een aantal berichten achter te laten. Het gaat dan om posts vanuit mijn professionele leven. Tweeten over mijn privéleven doe ik nauwelijks. Wanneer ik een bericht plaats, is dat vooral om eigen stukken die in De Standaard verschijnen te promoten en om persoonlijke commentaar te geven op de actualiteit. De opinies die ik op Twitter plaats, ga ik niet gematigder formuleren omdat dat medium voor iedereen toegankelijk is. De stijl die ik hanteer in mijn tweets is net dezelfde als die in de krant. Ik zie Twitter niet als een nieuwsbron voor mijn journalistiek werk, maar het netwerk kan wel handig zijn om reacties te sprokkelen na bepaalde actuele gebeurtenissen. Zo heb ik in een artikel over de dood van Steve Jobs ook de reacties van mensen op Twitter verwerkt.” “De beperking van 140 tekens per tweet maakt het voor mij een handige oefening om boodschappen zo kort en gevat mogelijk weer te geven. Bovendien tracht ik ze ook zo origineel mogelijk te verwoorden zodat ze zich onderscheiden van de grijze massa.” (KC, foto ingezonden)
18
scoop 2 - 2012
Jo Caudron: “Zelfs op wereldvlak is Twitter nog niet voldoende ingeburgerd om het te gebruiken als een representatief maatschappelijk discussieforum.” (foto François Snelders)
Han Soete @HanSoete DeWereldMorgen.be
De evoluties in sociale media gaan snel, maar wat is de impact voor de traditionele media, meerbepaald voor de individuele journalist? Hebben ze de luxe om te kiezen of is het een professionele must om als de bliksem een Twitter-account aan te maken? Is die informatiestroom van 140 karakters per tweet overschat of onderschat? Scoop vroeg het aan Jo Caudron, een expert op het vlak van sociale media en gespecialiseerd in (digitale) media-innovatie.
Scoop: Het aantal twittergebruikers in België stijgt snel, volgens een recente peiling zijn er momenteel 125 000 Belgen actief op Twitter, terwijl dat er vorig jaar slechts 75 000 waren. Hoe is die snelle groei te verklaren? Jo Caudron: “Daar zijn diverse redenen voor. De belangrijkste is ongetwijfeld de media-aandacht die Twitter krijgt. De gespecialiseerde pers is nieuwsgierig naar het fenomeen, hoewel ze er eerder weigerachtig tegenover staat. Daarnaast zijn er veel politici met een Twitter-account en werken sommige televisieprogramma’s met hashtags. Zo wordt de nieuwsgierigheid van de man in de straat getriggerd.”
Scoop: In Nederland bestaat de hype al langer, breekt het medium bij ons zo relatief traag door? Caudron: “België loopt altijd achter op Nederland, zeker als het gaat om technologische vernieuwingen. Hoe meer mensen Twitter gebruiken, hoe meer waarde er aan het fenomeen gehecht wordt. In Nederland zijn ze dat punt voorbij, terwijl we het in België nog aan het zoeken zijn. Twitter is geen platform dat aanslaat bij het grote publiek, in tegenstelling tot Facebook. Het zal nooit de 4,5 miljoen gebruikers van die site kunnen evenaren. Net zoals LinkedIn, is Twitter op een specifiek type gebruikers gericht. Met dat in het achterhoofd, mogen we er van uitgaan dat de groei nu volop bezig is. Misschien komen we tot een miljoen gebruikers, maar dat is vooralsnog speculatie.” Scoop: In het buitenland gebruiken journalisten Twitter om de impact van bepaalde gebeurtenissen te meten. De graadmeter is het aantal tweets per seconde over een bepaald onderwerp. Is het medium bij ons al voldoende ingeburgerd om zulke conclusies te trekken? Caudron: “Nee. Zelfs op wereldvlak is Twitter nog niet voldoende ingeburgerd om het te gebruiken als een representatief maatschappelijk discussieforum. Wereldwijd zijn er misschien hon-
derd miljoen mensen die twitteren. Dat is weinig vergeleken met bijna een miljard Facebook-gebruikers. Het blijft een relatief beperkt netwerk. Niet omdat er te weinig gebruikers zijn, maar omdat het profiel van de gebruiker vrij elitair is.”
Scoop: Hoe bedoelt u, wie is actief op Twitter? Caudron: “Er zijn een aantal tendensen merkbaar. Aanvankelijk werd Twitter gebruikt door mensen uit de technologiesector. Later zijn daar de marketeers en de mensen uit de communicatiesector bijgekomen. Dan ging men de site plots gebruiken als verspreider van nieuws, waardoor meer en meer mediabedrijven zich op website stortten. Elke ramp op wereldschaal of belangrijke gebeurtenis zorgt voor een pak nieuwe journalisten op Twitter. Het profiel van de gebruiker kan als volgt worden omschreven: hoog opgeleid, sociaal actief, selectief, elitair en professioneel. Het zijn de typische consultants, digi-freaks, marketeers en communicatiemensen.” Scoop: Gebruiken journalisten het medium op de juiste manier? Caudron: “De meeste journalisten zijn nog niet volledig mee met het twittergebeuren. Sommigen beschouwen het als nieuwspollutie omdat tweets vaak ongenuanceerd zijn en moeilijk gecontroleerd kunnen worden. Dat klopt wel, maar het medium heeft ook een pak voordelen. Het journalistieke métier berust ‘in theorie’ een belangrijke nuance - op onderbouwde informatie die voldoende gecheckt is. Twitter hoort daar momenteel nog niet in thuis. Er doen nog heel wat vooroordelen de ronde. Er zijn wel al journalisten die de macht van Twitter ontdekt hebben. Zij gebruiken het enerzijds als een bron van informatie, anderzijds als een instrument voor ‘personal branding’ (reclame maken voor de eigen persoon, nvdr). Het is belangrijk dat journalisten op een goede manier leren omgaan met Twitter, al is het maar om de interactie op dat niveau niet te verliezen.”
“Ik tweet bijna dagelijks, zeker als ik aan het werken ben. Twitter is voor mij een snel doorgeefluik: ik post er heel wat artikels van onze site die naar mijn mening interessant zijn. Aan mijn tweets kan je zien rond welk onderwerp ik werk, want ik zet vaak bronnen en artikels online. Het is ook handig om actuele gebeurtenissen van minuut tot minuut op te volgen, bijvoorbeeld de Occupybeweging in de VS. Via Twitter zit je echt met je neus op het nieuws. Je moet uiteraard beseffen dat er meer is dan dat, maar ik zou niet meer zonder het medium kunnen. Het maakt mijn werk gewoon veel gemakkelijker.” “De informatie die ik van Twitter haal, check ik altijd, maar sommige zaken vind je nu eenmaal alleen op dit kanaal. Soms zie je die bevestigd door andere mensen, die bijvoorbeeld een twitpic sturen. Ik vind Twitter eigenlijk een redelijk betrouwbaar medium, maar je moet er overweg mee kunnen. Voor mij is het even geloofwaardig als andere media. Ik had nog nooit spijt van een tweet, maar het komt wel voor dat ik een bericht later nuanceer. Dat is ook niet erg: ik ben een mens, ik leer bij en mijn mening is nooit definitief.” (LB, foto ingezonden) Ivan De Vadder @vadderiVRT VRT-nieuwsdienst “Op mijn werk staat Twitter permanent open als nieuwsbron. Het spreekt vanzelf dat ik via dit kanaal veel informatie kan binnenhalen en opvolgen. Uiteraard zal ik nooit zomaar iets overnemen, alle berichten moeten worden gecheckt. Ik hanteer die regel trouwens altijd: ook een meer ingeburgerde nieuwsbron als Belga moet je dubbelchecken. Twitter is ook een uitstekend medium om ‘De Zevende Dag’ te promoten en tijdens het programma te interageren met televisiekijkend Vlaanderen. Daarnaast post ik soms een bericht of een lichte opinie over de actualiteit. Het is belangrijk dat mensen weten dat mijn twitter-account een product is van de journalist Ivan De Vadder en niet van de privépersoon. Daarom heb ik ook ‘VRT’ aan mijn account toegevoegd. Vanuit dat perspectief zal ik meer nuanceren en niet proberen provoceren. De 140 tekens zorgen ervoor dat ik mijn tweets kort en kernachtig moet houden. Het is simpel: wie meer te vertellen heeft of grotere stukken wil schrijven, moet maar een blog aanmaken. Enkel in het begin dat ik tweette, had ik soms spijt van een gepost bericht. Nu komt dat niet meer voor: ik heb een aantal regels voor mezelf opgesteld die genante momenten moeten voorkomen.” (LB, foto vrt/Bart Musschoot)
scoop 2 - 2012
19
Lisbeth Imbo @lisimbo Radio 1 “Aangezien ik geen smartphone heb, check ik Twitter enkel wanneer ik thuis ben of tijdens de uitzending. Een twittervrij weekend komt soms voor, maar in de week bekijk ik het medium bijna dagelijks. Ik gebruik het vooral om het nieuws te volgen: als je een dagje op stap bent geweest, ben je ’s avonds onmiddellijk mee met de grote verhaallijnen van die dag. Het is bijzonder handig om te voelen: ‘Wat is loos?’. Dankzij Twitter kan je ook op een snelle manier de actualiteit volgen, want tegenwoordig wordt alles eerst getweet en pas daarna krijg ik newsalerts op mijn gsm. Daarnaast probeer ik tijdens de uitzending informatie over onze items te posten en zo te promoten.” “Naargelang de auteur van een bericht, zal ik het checken op betrouwbaarheid. Een Ivan De Vadder of Steven Samyn zal niet snel iets lanceren als het niet klopt. Meestal check ik de tweet wel even op deredactie.be voor alle zekerheid, ik zal nooit zomaar iets op antenne gooien. Privé twitter ik niet zo gek veel, omdat iedereen die je volgt alles kan lezen en je heel wat ongemakken kan hebben wanneer iemand iets verkeerd interpreteert. En dan ga je je afvragen wat het doel is van zo’n tweet (lacht).” (LB, foto vrt/Bart Musschoot) Nicholas Lataire @NicholasLataire hoofdredacteur VTM-nieuws “Mijn twittergebruik is moeilijk te meten. De ene dag gebruik ik het meer dan de andere, naargelang de hoeveelheid breaking news. Het is vooral een handige tool in mijn professionele leven, voor nieuwsdoeleinden. Mijn posts zijn meestal actuele berichten, maar ik hanteer het kanaal ook in de omgekeerde richting. Twitter is voor mij een basisbron van nieuws waarmee je kan nagaan hoezeer bepaalde zaken leven bij mensen. Het medium maakt het ook gemakkelijker om getuigen op te sporen, zowel in het binnen- als buitenland. De sociale media zijn dus evenzeer een bron van informatie als bijvoorbeeld Belga, maar ik zal de berichten op Twitter altijd checken buiten het sociale-mediacircuit. Ik hou zeker rekening met het openbare karakter van Twitter. Vanuit mijn functie overstijgt alles wat ik zeg de persoonlijke aard. Het is dus belangrijk om genuanceerd te blijven en te beseffen dat iedereen toegang heeft tot jouw berichten. Het bondige karakter van de tweets vormt zeker geen probleem. Het is mijn job om het nieuws samen te vatten in enkele regels, dus die oefening moet ik sowieso maken, ook zonder Twitter.” (LB, foto Belga)
20
scoop 2 - 2012
dossier Mediaspecialist Jo Caudron tweet de toekomst tegemoet
Jo Caudron: “De klassieke media menen dat het medium te vluchtig is, maar er zijn enorm veel mensen die het gebruiken, dus ze kunnen er niet aan ontsnappen.” (foto Charlotte Dewaele)
Scoop: Hoe ziet u het gebruik van Twitter evolueren? Caudron: “Het gebruik zal toenemen. Net zoals bij elke revolutie op technologisch vlak zullen de klassieke media er zich eerst tegen verzetten. Pas daarna zal men het medium geleidelijk aan omarmen. Indien dat niet gebeurt, creëren de media een nieuwe concurrent die geen historiek of erfenis moet meezeulen, en die dus sterker staat. Die nieuwe vorm van nieuws brengen is al ontstaan. De klassieke media menen dat het medium te vluchtig is, maar er zijn enorm veel mensen die het gebruiken, dus ze kunnen er niet aan ontsnappen. Als ze dat wel doen, verliezen ze automatisch marktaandeel. Onze mediabeleving zal onlinebeleving worden. Ik denk dat er een revolutie zit aan te komen vergelijkbaar met die van het internet, zo’n vijftien jaar geleden.” Scoop: In uw boek ‘Media Morgen’ stelt u de vraag of de klassieke media dood zijn. Uw conclusie is dat ze nog een kans hebben, maar dat ze zich NU moeten heruitvinden. Op welke manier kunnen ze dat volgens u doen? Caudron: “Dat zal voor elk medium anders zijn. Men moet nieuwe modellen en formats uitdenken, gebaseerd op nieuwe
technologieën. Er moet een mengvorm ontstaan van de klassieke en nieuwe media. Het draait om evolutie. Die drempel moeten de media over. Ze moeten aanvaarden dat een verandering reëel is, en dat hedendaagse veranderingen met een enorm hoge snelheid komen. Zichzelf heruitvinden moet een topprioriteit zijn zonder de oude modellen overboord te gooien. Zolang televisie, radio of printmedia genoeg geld opleveren, moeten ze blijven. Maar daarnaast moet men meer middelen en aandacht besteden aan de nodige innovatie en dat gebeurt nu jammer genoeg niet.” Scoop: Toch proberen journalisten al nieuwe dingen uit. Zo geven kranten bij nieuwsberichtgeving vaak kolommetjes met tweets die een meerwaarde aan het artikel moeten geven. Caudron: “Zoiets heeft geen enkele meerwaarde, het heeft geen inhoud. Het is allemaal zeer dubbel. Enerzijds veroordelen kranten de actieve twittergebruikers, anderzijds gaan ze tweets publiceren. Die tweets worden volledig uit hun context getrokken en gepubliceerd zonder toestemming van de mensen in kwestie. Het is een goed voorbeeld van een halfslachtige poging die op lange termijn niet zal werken.”
Joeri De Knop HLN
“Een voorbeeld van goed gebruik zijn Canvasprogramma’s als Panorama of Terzake. Zij geven een hashtag mee om online een discussie te starten”
“Ik heb zelf geen account op Twitter maar ik bekijk wel bijna dagelijks de profielen van een aantal interessante figuren in mijn vakgebied (wielersport, nvdr). Tijdens grote evenementen zoals de Ronde van Frankrijk of de klassiekers volg ik het veel actiever dan tijdens de wintermaanden. Dat doe ik via gespecialiseerde websites die lijsten bijhouden van mensen uit de wielersport met een profiel op Twitter. Ik volg hoofdzakelijk wielrenners, ploegleiders en teammanagers. Maar in sommige gevallen zijn de vrouwen of vriendinnen van de renners ook belangrijke bronnen. Zo heb ik al via het profiel van de vriendin van een renner vernomen dat hij niet geselecteerd was voor de Tour. Twitter is ook handig om te weten waar renners op dat moment mee bezig zijn of wat ze meemaken. Als een renner tweet dat hij tijdens het trainen gevallen is, kan dat voor mijn job als wielercommentator belangrijke informatie zijn. Op basis van dergelijke dingen schrijf je natuurlijk geen nieuwsberichten, maar zo’n tweet is mogelijks een aanleiding om rond te bellen voor verdere informatie. Zo gebeurt het dat een tweet soms uitmondt in een artikel.” (KC, foto ingezonden)
Scoop: Een krant brengt niet langer “het laatste nieuws”, dat lees je eerder op het internet. Is er minder interesse voor duiding en uitdieping? Is de nieuwe generatie mediagebruikers tevreden met het scannen van headlines? Caudron: “We lijken in die richting te evolueren, ja. Een grote groep mensen weet wat er in de wereld gaande is door de website van een krant te lezen, in plaats van de krant zelf. Ik merk dat ook bij mezelf. Ik lees geen papieren krant meer, om de simpele reden dat ik geen nood heb aan het nieuws van gisteren, maar aan dat van vandaag. Zo’n website is een stuk oppervlakkiger, maar ik heb niet noodzakelijk enorm veel duiding nodig om te weten wat er gebeurt in de wereld. Daarnaast hebben mensen daar geen tijd en zin meer Scoop: Vindt u Twitter zelf een overin. Wie leest de krant nu nog van het begin schat of onderschat medium? tot het eind?” Caudron: “Ik vind het een sterk en relevant medium. Als ik het woord ‘Twitter’ Scoop: Is Twitter dan eerder een hoor, associeer ik dat met het zakenleconcurrent voor online-edities van ven, een hoge kwaliteit en selectiviteit. kranten? Facebook gebruik ik als ontspanning, Caudron: “Nee, ze vullen elkaar aan. De Twitter als professioneel instrument. meeste berichten op Twitter komen van Twitter lijkt misschien saai, maar het is de klassieke nieuwsmedia. De twitterge- erg effectief om contacten te leggen met bruiker maakt in de meeste gevallen niet anderen uit de zakenwereld. Het betezelf het nieuws, hij verspreidt het. Het kent een meerwaarde voor mij.” gaat om de democratisering van distributie, niet om democratisering van content- Pieter-Jan Borgelioen creatie en journalistiek. Het is een secun- Charlotte Dewaele daire berichtgeving van wat er gebeurt in de wereld. Wil je diepgang, dan moet je er nog steeds voor betalen.”
Lars Bové @ZaakJustitie De Tijd
Scoop: Welke media zijn het meest actief op Twitter? Caudron: “Structureel gezien zijn de printmedia het meest actief op Twitter, omdat zij een constante stroom hebben van nieuwsberichten die ze kunnen plaatsen. Berichten die ze doorgaans posten op hun website, posten ze meteen ook op hun twitter-account, maar eigenlijk is dat de verkeerde manier. Er is geen ruimte voor conversaties of antwoorden van lezers. Een voorbeeld van goed gebruik zijn de duidende Canvasprogramma’s zoals Panorama of Terzake. Zij geven vaak een hashtag mee, om zo online een discussie te starten.”
Scoop: In de VS kan je je al laten betalen om in tweets aan namedropping te doen en zo reclame te maken. Bestaat het gevaar dat Twitter evolueert van een informatie verspreidend medium naar een puur marketinginstrument? Caudron: “Ja, natuurlijk, maar daar mij ik mij weinig zorgen om. Twitter is een zelfregulerend systeem. Wanneer er door een persoon of bedrijf te veel aan namedropping wordt gedaan, zullen de volgers die persoon laten vallen. Ik heb momenteel vijfduizend volgers. Als ik plots reclame begin te maken voor mezelf of voor andere bedrijven tegen betaling, dan blijven er een maand later van die vijfduizend volgers misschien nog tweeduizend over. Die theorie gaat ook op voor politici en alle media. Mensen zijn reclamecampagnes beu. Stel dat het Twitteraccount van De Standaard Online als reclamebord voor promoties zou worden gebruikt, dan zou een groot deel van de volgers afhaken. Hetzelfde principe geldt voor politici. Reclame werkt niet, personal branding kan wel. Twitter is het perfecte kanaal voor hen om de klassieke media te omzeilen en rechtstreeks in contact te komen met tienduizenden mensen. Ze kunnen ongecensureerd persoonlijke opinies en politieke frustraties ventileren. Ze kunnen uitspraken doen die de klassieke media vaak niet zouden tolereren.”
“Twitter speelt geen grote rol in mijn job. Vaak verneem ik er zaken die ik al wist via andere media. Het kan wel een interessant kanaal zijn om informatie te verspreiden waarmee ik niets kan aanvangen in een artikel. Daarnaast gebruik ik het ook om eigen meningen te ventileren die ik niet in een commentaar kwijt kan. Voor die opinies hanteer ik dezelfde principes als voor de artikels die ik schrijf voor de krant of de website. Dat doe ik vanuit de gedachte dat Twitter net zoals een krant een openbaar medium is dat door iedereen kan worden gelezen. Een echte bron van informatie zal Twitter voor mij nooit worden. Een tweet kan wel een aanleiding zijn om een onderzoek te starten rond een bepaald thema. Met andere woorden, het kan een aanzet zijn tot het normale journalistieke werk. Maar dat gebeurt zelden aangezien Twitter nog niet volledig ingeburgerd is binnen mijn vakgebied (gerechtsjournalistiek, nvdr). Het is nog maar één keer voorgevallen dat ik op basis van een tweet van een advocaat ben beginnen schrijven. Ik probeer vooral mensen te volgen die zelf ook op het terrein zitten. Het gaat dan om politiemensen, advocaten of juridische diensten die een eigen twitterfeed hebben.” (KC, foto ingezonden)
scoop 2 - 2012
21
dossier Perfect medium om positief imago te scoren
“Verstandige bedrijven volgen journalistiek getwitter”
Grote bedrijven vertonen zich al een tijdje op het twittertoneel, maar ook de kleinere beseffen dat ze de trein van de sociale media niet mogen missen. Kristien Vermoesen en Steven Van Belleghem, twee experten in de sociale media, nemen de gevaren voor de journalist onder de loep. Veel multinationals vonden al maanden geleden hun weg naar het sociale medium. “In België blijven echter nog heel wat ondernemingen aan de zijlijn toekijken”, vertelt Kristien Vermoesen. Ze werkte tot 2006 als journaliste bij onder meer de VRT, De Tijd en De Standaard. Nu is ze zaakvoerder van FINN. Het bedrijf begeleidt verschillende organisaties in hun communicatiebeleid, een sector waarin de sociale media een steeds belangrijkere rol spelen. FINN werkt onder andere voor Pfizer en Electrabel.
Maken of kraken
Twitter heeft minder gebruikers dan Facebook, toch is het voor veel bedrijven interessanter. “Twitter is het medium van de influencer”, verklaart Steven Van Belleghem. Hij is managing partner bij InSites Consulting en is gespecialiseerd in de integratie van sociale media. “Vandaag
“Je moet positieve gesprekken over jouw product genereren” Steven van Belleghem
“Het kanaal is uitermate geschikt voor bedrijven om reporters onmiddellijk en rechtstreeks informatie aan te bieden” Kristien Vermoesen
Steven Van Belleghem : “Als je interessant nieuws via Twitter verspreidt, is er altijd een kans dat het door journalisten wordt opgepikt. Op die manier kom je makkelijker in de nationale media aan bod.” (foto Tim Duhamel/ingezonden)
22
scoop 2 - 2012
Kristien Vermoesen : “Als je als bedrijf weet waar journalisten mee bezig zijn, kan hen zelfs interviewees aanbieden om in de kijker te komen.” (foto ingezonden) beïnvloedt de mening van zowel vrienden als belangrijke mensen in de maatschappij ons meer dan klassieke reclame. Dus moeten bedrijven ervoor zorgen dat hun producten een goede uitstraling krijgen. Daarin kan Twitter een prominente rol spelen. Je moet positieve gesprekken over jouw product genereren.” Vermoesen vult aan: “Op het medium zitten momenteel vooral invloedrijke politici, journalisten en bloggers. Zij kunnen je merk maken of kraken. Als ze je product de hemel in prijzen, krijg je ongetwijfeld een goed imago.” Uiteraard krijgt elke onderneming graag aandacht in de nationale media. Gebruiken ze Twitter echt om de journalisten te beïnvloeden? “Hen helpen is heel belangrijk”, verklaart Van Belleghem. “Velen zoeken een interviewee of informatie via de sociale media. Als je hen als bedrijf helpt, start je een soort relatie. Op
Tine Peeters @peeterst De Morgen
(foto Stéphanie Debruyne)
een bepaald moment zullen journalisten misschien iets in de kijker plaatsen wat jouw onderneming goed uitkomt en eventueel bij jou om informatie vragen. Twitter is een handig medium om op een meer informele manier te netwerken.”
Interviewees aanbieden
Het kanaal is uitermate geschikt voor bedrijven om reporters onmiddellijk en rechtstreeks informatie aan te bieden. “Verstandige bedrijven volgen het journalistiek getwitter van nabij”, verklaart Vermoesen. “Het is eerst en vooral belangrijk om de juiste journalisten te volgen. Ze hebben allemaal vakkennis van één of meerdere gebieden. Wij raden onze klanten aan de juiste aan te spreken. Op die manier kan je journalisten, interessant voor jouw onderneming, op de voet volgen. Als je weet waar ze mee bezig zijn, kan je hen proactief informatie aanbieden. Je kan hen zelfs interviewees aanbieden om in de kijker te komen. De VRT zocht een tijd geleden Italiaanse hoogopgeleiden. Op dat moment werkten we aan een reclamecampagne voor een Italiaans designbedrijf. Wij probeerden de manager van de onderneming te bereiken voor een interview, maar hij bevond zich in een vergadering. Anders hadden we dankzij Twitter een mooie reclamestunt verwezenlijkt.” Steven Van Belleghem bevestigt: “Als je interessant en vooral relevant nieuws produceert en via Twitter verspreidt, is er
altijd een kans dat het door journalisten wordt opgepikt. Op die manier vergroot je de kansen om in de nationale media aan bod te komen.”
Politici
En dat weten de politici als geen ander. “Voor hen is Twitter een extra kanaal waarlangs ze hun boodschap de wereld kunnen insturen”, zegt Wouter Van Den Bosch. Als expert in sociale media coacht hij politici onder meer in het gebruik van Twitter. “Ze gebruiken het medium om hun standpunten verder te verspreiden. Sommigen maken proactief gebruik van de microblog en zoeken discussies op om hun stem te laten gelden. Veel politici volgen een aantal verslaggevers om op hun posts in te pikken voor iets in de krant verschijnt.” Met de gemeenteraadsverkiezingen in het vizier wagen ook enkele lokale kandidaten zich op Twitter. “Vooral om aan agendasetting te doen en hun mening te geven over thema A of B.” Met beperkt belang volgens Van Den Bosch. “Er neemt maar een klein aandeel Belgen deel aan Twitter en als het om politiek gaat, zijn het vooral de grote kleppers die worden gevolgd.” Bart Plasschaert Ine Coppens
“Twitter is voor mij dagelijkse kost. Via mijn computer check ik het iedere dag verschillende keren. Ik gebruik Twitter in de eerste plaats om nieuws te garen en opinies te verzamelen. Dankzij dit medium kan je goed zien hoe er gereageerd wordt op bepaalde gebeurtenissen. Ik denk dat het als nieuwsbron intussen min of meer op gelijke hoogte staat met Belga. Je moet natuurlijk wel opletten met bepaalde tweets. Zo werd de Egyptische president Mubarak begin 2011 op de Nederlandse Twitter dood verklaard, terwijl hij voor de rest van de wereld nog springlevend was. Dus je kan er wel een bron van maken, maar het mag nooit de enige bron zijn. Je moet altijd alle gegevens checken, maar bij Twitter is het nog iets meer opletten geblazen dan bij andere bronnen. De tweets die ik post zijn louter professioneel en bevatten nieuwsfeiten waarvan ik zeker ben dat ze kloppen. Eigen meningen gooi ik niet op Twitter. Als ik iets privé wil meedelen of mijn vrienden wil contacteren, ga ik dat eerder doen via Facebook. Ik probeer toch een onderscheid te maken tussen die sociale media.” (LB, foto ingezonden)
Simon Demeulemeester @SDemeulemeester Knack “Facebook en Twitter staan vrijwel continu open als ik aan het werk ben. Om de tien minuten of om het kwartier neem ik wel eens een kijkje. Dat gebeurt enerzijds professioneel om alle artikels te delen die ik schrijf voor de website. Anderzijds tweet ik ook persoonlijk om te weten te komen wat er allemaal gaande is in de wereld. Op die manier gebeurt het dat ik op basis van tweets een artikel schrijf waarmee ik sneller ben dan andere sites. Het gros van het nieuws dat ons bereikt, blijft echter wel komen van de officiële persagentschappen. De mensen die ik volg op Twitter kies ik vooral op basis van mijn job. Dat gaat van politici, andere journalisten, persbureaus tot buitenlandse correspondenten. Twitter blijft in feite een soort groot café waarin iedereen zijn mening ventileert en praat over een bepaald onderwerp. Zelf plaats ik af en toe een opinie op het medium, maar ik probeer altijd om daar enige nuance in aan te brengen. Ik weet dat de hele wereld kan meelezen, daarom probeer ik bepaalde humor die ik onder vrienden hanteer niet te gebruiken in mijn tweets.” (KC, foto Steven Meert)
scoop 2 - 2012
23
dixit Mediaminister Ingrid Lieten is niet bang voor De Vijver
“De overname van VT4 is een goede zaak voor de kijker” Het medialandschap kende de voorbije jaren heel wat veranderingen. Vlaams minister van Media Ingrid Lieten (sp.a) heeft daar zelf een groot aandeel in. Meer diversiteit in de media en meer jongerenaanbod op de VRT vormen haar stokpaardjes. “Als openbare omroep heeft de VRT een voortrekkersrol te spelen”, stelt de minister. Scoop: Vorig jaar hebt u gezegd dat de VRT meer aandacht moet besteden aan doelgroepen die moeilijker bereikt worden, zoals mensen met een h andicap of etnisch-culturele minderheden. Ingrid Lieten: “De VRT heeft dat goed be grepen. Er zijn al enkele verwezenlijkin gen. Behalve katholieken, vrijzinnigen en protestanten kunnen nu ook moslims ra dio en tv maken op de VRT. Mensen die zich herkennen in de islam hebben daar evenveel recht op. De VRT werkt ook ver der aan gebarentaal. Het jeugdjournaal van Karrewiet wordt bijvoorbeeld uitge zonden in gebarentaal.”
Scoop: Vinden de doelgroepen ook de weg naar die programma’s? Lieten: “Ik merk vooral dat de openbare omroep de weg vindt naar de doelgroepen en intensief luistert naar hoe die er tegen aankijken. Dat is de eerste stap. Nu moet de VRT op basis daarvan programma’s maken die de doelgroepen aanspreken.”
24
Scoop: U wil ook dat er meer allochtonen en vrouwen op de openbare omroep te zien zijn. Lieten: “Op die nagel zal ik altijd blijven kloppen. Maar het blijft een moeilijk de bat. Veel mensen vinden diversiteit geen issue, ze denken dat iemand er wel van zelf komt als hij goed is. Ik vind dat niet. Als overheidsorganisatie moet de VRT extra inspanningen leveren en een voor trekkersrol spelen. In de beheersover eenkomst staat bijvoorbeeld dat er meer vrouwen moeten komen op het scherm. Maar de streefcijfers gaan over veler lei dingen. Eerst en vooral gaan ze over wat de VRT uitzendt: ik wil meer diverse beelden en dus niet constant clichés. Ten tweede gaat het over wie de VRT bereikt: dat moet een diverse groep mensen zijn. Ten derde gaat het over wie werkt aan die programma’s. Ook dat moet diverser. Het ene heeft natuurlijk met het andere te maken. Meer allochtone programmama kers zorgen voor programma’s die beter die doelgroep bereiken. Maar daar zal nog aan gewerkt moeten worden.”
scoop 2 - 2012
Scoop: Bent u tevreden over Sandra De Preter, het witte konijn uit uw hoed dat de VRT nu leidt? Lieten: “Ik ben tevreden over haar. Net als iedereen in de commissie Media in het Vlaams Parlement. Zelfs Bart Tommelein heeft mij een pluim gegeven en gezegd dat het een goede keuze is geweest. Sandra pakt het verstandig aan. Ze heeft de stra tegische visie om een mediabedrijf te lei den en de drive en het charisma om men sen te overtuigen om veranderingen door te voeren. Daar moet ze de volgende ja ren met haar ploeg aan werken. Maar ze is goed gestart, ik heb er alle vertrouwen in.”
“De openbare omroep moet geen programma’s maken vóór jongeren, maar mét jongeren”
Scoop: De VRT moet zwaar besparen. Wordt de kijker daar niet de dupe van? Denken we bijvoorbeeld aan de vele herhalingen op het scherm. Lieten: “Ik moet dat tegenspreken. Uit cijfers blijkt dat aantal herhalingen niet spectaculair toegenomen. Toen ik minis ter werd, werkte de VRT met verlies. Dat vond ik onaanvaardbaar voor een over heidsbedrijf, dat werkt met belastinggeld. Daarom heb ik besparingen voor 2012 ge vraagd. Dan starten we met een nieuwe beheersovereenkomst en met een scho ne lei. De VRT verdient alvast een pluim, want ze heeft met veel liefde voor het be drijf én met realiteitszin die besparingen doorgevoerd.” Scoop: Hoe relevant is het derde kanaal voor de VRT nog nu er bespaard moet worden? Gaat de kwaliteit van alle
VRT-zenders niet zakken als de aandacht over drie kanalen moet verdeeld worden? Lieten: “Neen. De besparing moest eerst orde op zaken stellen en zorgen dat de VRT niet meer uitgeeft dan ze binnen krijgt. Maar nu wil ik ervoor zorgen dat er ruimte blijft voor een sterke VRT. Over het derde kanaal hebben we een duide lijk akkoord. Ketnet zendt er tot acht uur ’s avonds op uit. Het zit dan niet meer op Canvas en wordt niet meer onderbroken voor actualiteit of sport. Kinderen zullen altijd zeker zijn van hun programma’s, in een reclamevrije omgeving. Na acht uur start het jongerenaanbod. Omdat de VRT natuurlijk niet meteen een hele nieuwe zender kan vullen, begint ze geleidelijk aan vanaf 2012. Het wordt een uitdaging, maar ik weet zeker dat de kwaliteit voor televisiekijkend Vlaanderen zal verhogen.” Scoop: De commerciële zenders zien het derde VRT-kanaal als concurrentie. Waarin verschilt de taak van de openbare omroep inzake kinderprogramma’s met die van de commerciële zenders? Lieten: “Ketnet is er nu toch ook al en er zijn toch ook al kinderprogramma’s op de commerciële zenders? Daar is toch geen enkel probleem mee? Ik vraag de VRT al leen de lat hoger te leggen, door bijvoor beeld nog meer te investeren in eigen Vlaamse producties, in nieuws op maat van kinderen en in interactiviteit. De open bare omroep moet geen programma’s ma ken vóór jongeren, maar mét jongeren. De VRT kan dat gemakkelijker dan de priva te zenders. Een eerste initiatief is al het jongerenpersagentschap StampMedia. De VRT heeft dat gevraagd mee te brainstor men en proefuitzendingen te maken. Zo gaan jongeren mee tv maken.” Scoop: De belspelletjes zijn van het scherm verdwenen, vooral door het programma Basta. Maar waarom moet zo’n programma dat forceren? Wist u niet al langer dat daar louche zaken gebeurden? Lieten: “De belspelletjes werden gevolgd
Wie is Ingrid Lieten?
Geboren op 20 april 1964 in Hasselt. Studeerde rechten aan de VUB. Was van 2002 tot 2009 directeurgeneraal van de Vlaamse vervoersmaatschappij De Lijn. Is sinds 13 juli 2009 Vlaams Minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding en viceministerpresident van Vlaanderen.
ter van Media wil ik mijn rol spelen. Ik ga een beleid rond mediawijsheid ontwikke len, om iedereen vaardigheden en attitu des te laten ontwikkelen om bewust met media om te gaan.”
Ingrid Lieten: “Je moet altijd focussen op je eigen sterktes en iedere wijziging biedt mogelijkheden.” (Foto Luc Daelemans) door de federale overheid, want die be paalt de richtlijnen daarover. Maar Basta heeft aangetoond dat die niet volstonden. Met die informatie hebben we gezocht hoe we de belspelletjes in Vlaanderen kunnen stoppen. We vonden een hefboom in het mediadecreet: in Vlaanderen kunnen we die belspelletjes wel degelijk verbieden.”
Scoop: U hebt meegeholpen aan de oprichting van een Mediafonds om makers van fictie, animatie en documentaires financieel te steunen. Hoe staat het daarmee? Lieten: “Ik heb aan het Vlaams Audio visueel Fonds (VAF) gevraagd om dat Mediafonds op te richten. Het VAF heeft een oproep gelanceerd en er zijn projec ten geselecteerd. Investeren in fictie van eigen bodem vind ik belangrijk, want Vlaanderen is daar sterk in. Er is hier heel veel creatief talent. Vlaamse produc ties worden ook sterk gewaardeerd door de kijkers. Nu moeten heel wat mediabe drijven door de veranderingen in de me diasector op hun uitgaven letten en meer programma’s kopen dan ze er kunnen maken. Omdat ik de programma’s van Vlaamse bodem wil behouden, ga ik het Mediafonds financieel steunen.” Scoop: Hét media-evenement het afgelopen jaar was de overname van VT4 en VijfTV door mediagroep De Vijver. Welke impact zal dat hebben op het medialandschap? Gaat de VRT niet de dupe worden van die overname? Lieten: “Ik ben niet bang. De impact zal
wellicht groot zijn, maar elke situatie biedt ook nieuwe kansen. Het medialandschap is sowieso dynamisch: er zijn veel techno logische vernieuwingen, mediagroepen zelf veranderen, machtsposities wijzigen. Ook de consument verandert zijn media gebruik. De overname door De Vijver van VT4 is een nieuwe uitdaging, maar geeft ook veel nieuwe kansen. Voor de kijkers is de overname alvast geen slechte zaak. De kwaliteit waarmee Woestijnvis in het ver leden programma’s maakte, blijft door de overname alvast in Vlaanderen. Maar ook voor de VRT kan je de overname als een kans bekijken. Zo zullen kleinere produc tiehuizen voor de VRT kunnen werken.”
“Diversiteit is een nagel waar ik altijd op zal blijven kloppen”
Scoop: Hoe ziet u de evolutie van het medialandschap, waarin alles steeds sneller moet en er zo meer foute berichtgeving komt? Lieten: “De mediabedrijven doen hun best om snelheid te combineren met zorg voor het dubbel controleren van berichten, maar dat is niet altijd evident. Als minis
Scoop: U moet als minister ook heel wat kritiek slikken. Carl Decaluwe (CD&V) noemde u “de zwakste minister van Media in vijftien jaar”. Wat doet dat met u? Lieten: “Soms heb ik daar wel last van. Ik ben ook maar een mens. Sommige dingen vind ik unfair of oneerlijk, ze ker als ik niet correct kan repliceren. Maar dat zijn ‘de omstandigheden waar je mee moet omgaan’. Het geschil met Decaluwe is bijgelegd. Dat het er in de politiek soms ruw aan toe gaat, heb ik ook gemerkt bij ‘de mail’. Nu maken we er nog wel eens grapjes over. Dat is de beste oplossing.” Scoop: Volgens de beheersovereenkomst 2012-2016 mag de VRT meer geld uit sponsoring halen, namelijk van 10 tot 16,5 miljoen euro. Werkt dat niet marktverstorend ten opzichte van de commerciële omroepen? Lieten: “Alleen in absolute cijfers krijg je het idee dat de VRT meer geld mag halen uit sponsoring, maar verhou dingsgewijs niet. In de vorige beheers overeenkomst was de dotatie 62 %, de middelen uit advertentie zo’n 38 %. Nu wordt de dotatie 68 %, het geld uit de markt maar zo’n 32 %. Ik heb ook pla fonds ingesteld en de VRT moet trans parant rapporteren.” Scoop: Wat wilt u nog bereiken in de politiek? Lieten: “Ik heb als minister van Media nog heel veel te doen. Ik wil een beleid rond gaming, mediawijsheid en diversi teit. Ik wil alles op mijn lijstje in de prak tijk kunnen brengen. Aan later denk ik niet veel. In de politiek vormen de vol gende verkiezingen het verste punt waarnaar je kan kijken. Dan moeten de kiezers zeggen wat ze van mijn beleid vinden.” Tim Buckens Jonas Dumarey
scoop 2 - 2012
25
en passant
Mediumhoppers Het journalistieke werkveld is een dynamische omgeving. Switchen van de ene titel naar de andere is eerder routine dan een zeldzaamheid. Maar is wisselen van medium ook zo evident? Hoe mediumgebonden is een journalist? En is de sector waarin je je loopbaan begint, bepalend voor de rest van je carrière? Scoop vroeg het aan drie mediumhoppers.
Corry Hancké verliet na twaalf jaar de VRT voor De Standaard
“Ministers hebben minder tijd als je daar staat, alleen met een schriftje”
Corry Hancké (50) werkte twaalf jaar voor de VRT. Ze was niet meer tevreden met haar baan en ging op zoek naar iets nieuws. Ze wilde dieper kunnen graven en kon bij Corelio aan de slag, eerst bij Het Nieuwsblad, later als buitenlandredactrice van De Standaard. “Toen ik de switch deed, had ik er niet bij stilgestaan dat ik zo veel met taal bezig zou zijn en dat het mij zo zou boeien.” Scoop: Hoe bent u bij de VRT terechtgekomen? Corry Hancké: “Ik ben een tiental jaar assistent geweest aan de universiteit en heb in een onderzoeksbureau ge werkt als socioloog. Toen ik dertig was, dacht ik: ‘Wat wil ik nu eigenlijk wor den?’ Er was een vacature op de VRT voor de educatieve afdeling. Ik heb
Corry Hancké: “Ik besef nu dat die televisiecamera een ongelooflijk beschermend gevoel biedt.”
26
scoop 2 - 2012
Woestijnvisconsultant Eric Goens is een geoefend switcher
daar vier jaar gewerkt. Daarna ben ik bij Panorama begonnen. Dan De Zevende Dag, Het Journaal, Terzake en dan weer een jaar naar Het Journaal.” Scoop: Hoe is de mediumswitch er uiteindelijk gekomen? Hancké: “Ik was op de VRT niet meer tevreden met wat ik mocht doen als journalist, want ik wou dieper kun nen ingaan op iets. Ik was het ook niet meer eens met het beleid dat daar ge voerd werd. De beste optie was toen op stappen. Dan ben ik naar Corelio over gestapt. Eerst heb ik een jaar bij Het Nieuwsblad gewerkt. Het was een goe de leerschool, want de job was inhoude lijk gemakkelijker dan wat ik nu bij De Standaard doe. Ik heb me niet moeten inwerken. Ik denk dat het gemakkelijker is om van televisie of radio over te stap pen naar krant dan omgekeerd.” Scoop: Veranderde de omschakeling uw kijk op journalistiek? Hancké: “Bij de krant moet je veel har der werken dan op de VRT. Hier wordt het nieuws meer gemaakt. Een grappig feit: ineens hebben ministers veel min der tijd voor jou omdat je daar gewoon staat met een schriftje.”
“Sommige mensen zeggen dat ik in beelden schrijf” Corry Hancké
Scoop: Een cliché is dat printjournalisten veel sterker zijn in taal dan tv-journalisten. Wat vindt u daarvan? Hancké: “Natuurlijk, dat merk ik ook bij mezelf. Bij radio en tv is spreektaal vol doende. Terwijl je hier kan spelen met taal. Ik heb er veel meer aandacht voor sinds ik hier werk. Toen ik de switch deed, had ik er niet bij stilgestaan dat ik daar zo hard mee bezig zou zijn en dat het mij zo zou boeien. Op de VRT was uitspraak belangrijker.”
Scoop: Zou u ooit overwegen om terug voor televisie te gaan werken? Hancké: “Ik heb niet direct die neiging. Mijn eerste opdracht voor de krant was met Geert Wilders op reportage gaan in Nederland. Ik kwam daar heel ano niem toe. Ik had mijn schriftje nog niet vast toen ik met een politieagent ging praten. Hij zei: ‘Nou het lijkt wel als of de koningin langs komt!’ Dan zei ik dat ik voor een Belgische krant werk te. Toen verwees hij me door naar de woordvoerder van de politie. Ik reali seerde me dat als ik daar met een ca meraploeg had gelopen, ik die quote van die politieman niet had gekregen. Ik was onmiddellijk doorverwezen naar de woordvoerder met zijn stan daardquotes. Al om die reden zou ik niet naar televisie teruggaan.” “Radio vond ik wel prettig, de weini ge keren dat ik het gedaan heb. Ik sluit niet uit dat ik dat medium ooit nog eens wil doen.” Scoop: Is werken bij de krant eenzamer dan werken voor televisie? Hancké: “Zeker. Daar was ik heel bang voor in het begin. Vooral als je naar het buitenland gaat om een reportage te maken. In het beste geval heb je nog een fotograaf mee. Als je bijvoorbeeld Karel De Gucht moet interviewen, be sef je dat die camera een ongelooflijk beschermend gevoel biedt. Je kan mak kelijker vragen of hij een quote wil her halen. Je hoeft uiteindelijk maar drie vragen te stellen. Nu moet ik me echt goed voorbereiden. Als ik die materie niet beheers, prikt die daar onmiddel lijk door. Maar ik vind het wel prettig om alleen te werken.” Scoop: Zijn er bepaalde technieken die u leerde bij tv, waarmee u als printjournalist uw voordeel kan doen? Hancké: “Sommige mensen zeggen dat ik in beelden schrijf. Ik vraag mij af of dat komt doordat ik voor televisie heb gewerkt. Dat je dan toch gewoon bent om op beelden te letten. Ik hoor ook van mensen die de krant voor tv wisse len, dat die net geen oog hebben voor dat beeld.” Scoop: Als u helemaal opnieuw zou kunnen beginnen, zou u nog bij tv starten? Hancké: “Wel als ik zou weten dat ik hier terecht kwam. Ik ben heel blij dat ik dat parcours doorlopen heb.”
“Het is voor mij eeuwig zoeken naar wat ik nu het liefste doe” Toen Eric Goens (42) bij De Morgen begon in 1991, leerde hij veel bij. Maar verandering van spijs doet eten en sinds hij de eerste keer switchte, weet hij niet goed meer bij welk medium zijn voorkeur ligt. “Ik fladder in het rond, maar het belangrijkste is dat je iets doet wat je graag doet. En dat is tot de dag van vandaag altijd het geval geweest.” Scoop: Toen u begon als journalist had u toen een bepaald medium in gedachten? Eric Goens: “Ik wou voor Humo werken. Daar zaten toen de goden van de Vlaamse journalistiek. Sinds mijn tiende wilde ik al journalist worden. Ik ben gestart bij De Morgen. Als iemand begon, dan was dat daar. Het ging er financieel heel slecht. Ik vergeet nooit meer de dag dat ik aan de muur stond om geld af te halen en er kwam niets uit. Toen dacht ik dat ik toch iets an ders moest gaan doen.” Scoop: Waarom bent u zo vaak veranderd van medium? Goens: “Vandaag is het zo dat er in de me dia veel verloop zit. Ik denk dat er niemand nog aan een loopbaan begint om er twintig of dertig jaar te blijven. Ik wist op de dag dat ik directeur informatie bij VTM werd, dat er een moment zou komen dat ik het niet meer zou zijn. Daar is niks mis mee. Verandering van spijs doet eten. Ik denk dat je de gedrevenheid kwijtraakt als je te lang dezelfde job doet.” “Het is voor mij eeuwig zoeken. Als ik voor televisie werk, mis ik print en omgekeerd. Ik ga er nooit uitkomen wat ik nu het lief ste doe. Ik beheers beide en dat breidt
scoop 2 - 2012
27
en passant Mediumhoppers Luc Kempen ruilde de magazines voor radio en Belga Sport
“Tv-makers onderschatten hoe moeilijk het is om een goed stuk te schrijven”
Eric Goens: “Ik kan nog altijd niet begrijpen hoe iemand een ander beroep kan uitoefenen dan dat van journalist.”
“Ik denk dat je de gedrevenheid kwijtraakt als je te lang dezelfde job doet” Eric Goens
28
ook mijn mogelijkheid uit om ergens aan de slag te gaan. Op dit moment werk ik bij Woestijnvis mee aan het plan voor de nieuwe zender, maar ik maak om de paar weken ook nog stukken voor Humo. Nu meer dan ooit, spring ik van het ene naar het andere medium. Het is het beste van beide werelden voor mij.” Scoop: Is uw kijk op de journalistiek veranderd door uw ervaringen in verschillende media? Goens: “Ik maak mezelf telkens wijs dat waar ik zit het mooiste medium is. Toen ik bij televisie zat, had ik het gevoel dat het een prioritair medium was. Ten eerste door de snelheid van uitvoering. Je bent al tijd eerder dan de krant en het weekblad. Ten tweede door de gigantische kracht van het beeld. Anderzijds merk je dat te levisie zich moet beperken tot het krab laagje. Een krant en een weekblad mogen
scoop 2 - 2012
veel verder en breder gaan. De informatie dichtheid is daar veel groter. Conclusie: de een kan niet zonder de ander.” Scoop: Denkt u dat een medium invloed heeft op de manier van denken en handelen van een journalist? Goens: “Ja, televisie is bijvoorbeeld heel in stant. Je moet in staat zijn om de analyse te maken en tot de kern te herleiden, maar je hebt niet de ruimte om daar breed op door te gaan. Bij print is je verhaalopbouw en structuur dan weer ontzettend belang rijk. Als je iemand tienduizend letterte kens lang moet boeien, moet het goed ge schreven zijn. Anderzijds is het ook weer moeilijk om heel kort en gebald weer te geven waar het over gaat voor televisie. Maar bij televisie kan je niet zonder een cameraman, geluidsman, … Werken voor print is veel eenzamer. Na een interview begint het werk pas. Dan kom je thuis en is het, om Tom Dice te citeren, me and my computer. Het uittypen van een interview is eenzaam en veel werk. Dan heb je ruwe tekst en heb je eigenlijk nog niks gedaan.” Scoop: En als u opnieuw zou kunnen beginnen? Goens: “Dan zou ik het allemaal precies hetzelfde doen. Journalistiek blijft alles en meer wat ik ervan had verwacht. Ik kan nog altijd niet begrijpen hoe iemand een ander beroep kan uitoefenen dan dat van een journalist. Journalistiek maakt een verschil in de wereld en dat vind ik er ge weldig aan.”
Precies 20 jaar geleden startte Luc Kempen (44) met het klasseren van foto’s op de sportredactie van De Morgen. Vandaag werkt hij als journalist bij Woestijnvis. In de tussentijd heeft hij niet stil geze ten en schreef hij onder andere voor Humo en Bonanza. Hij maakte een paar keer de overstap naar een ander medi um toen hij voor het Radio 1-program ma “het Vrije Westen” ging werken of mee het televisieprogramma “Man bijt hond” uit de grond hielp stampen. Maar heeft de verandering van medium ook invloed op de journalist?
Scoop: Wou u altijd al journalist worden? Luc Kempen: “Ja, daar is geen d iscussie over. Ik begon in 1986 met mijn studies Communicatiewetenschappen aan de VUB, maar al snel vond ik die te the oretisch. Ik had de onweerstaanbare drang om van het echte werk te proe ven en al vlug kon ik als avondmede werker aan de slag op de sportredac tie van De Morgen. Na mijn studies heb ik ongeveer anderhalf jaar voor die zelfde krant gewerkt. De Morgen had in die tijd heel wat financiële- en per soneelsproblemen. De eigenaar van De Persgroep, Christian Van Thillo, ge loofde niet dat die krant nog lang zou blijven voortbestaan. Omdat ook toen al Het Laatste Nieuws de belangrijk ste krant van De Persgroep was, werd De Morgen al om 20 uur gedrukt. Dat is zelfmoord vind ik en ik kon de krant
Luc Kempen: “Niemand weet wie Belga Sport maakt, maar is dat belangrijk?” niet maken die ik voor ogen had, dus ben ik daar weggegaan. Achteraf bekeken was dat een groot risico, want ik had niks achter de hand. Maar ik heb geleerd dat je niet bang moet zijn om een sprong te wagen.” Scoop: U hebt ook een tijd bij Bonanza gewerkt. Hoe bent u daar terechtgekomen? Kempen: “Ik schreef voor Humo toen in 2001 een blad uit de grond werd ge stampt dat een grote concurrent zou gaan worden: ‘de Humo van de 21ste eeuw’, en dat leek me wel wat. Bij Woestijnvis dach ten ze dat Humo wel zwakke punten had en ze wilden met Bonanza een groter pu bliek aantrekken. Dus ik stopte bij Humo en werd kernredacteur bij Bonanza. Maar na twee maanden zag ik dat men het bij Bonanza totaal verkeerd aanpakte en had ik geen voeling meer met dat blad. Het was wat flauw, om niet te zeggen heel flauw. Ik heb Guy Mortier gebeld om te vragen of ik mocht terug keren. Dat vond hij gelukkig geen probleem. Bonanza en Humo, dat waren toen echt twee kampen. Maar toch vond ik het plezant om het mee te maken, zo in het oog van de storm.” Scoop: Heeft u lang moeten nadenken voor u besloot om van print naar televisie over te schakelen? Kempen: “Ik moet toegeven dat het niet zo gemakkelijk is om ineens te verande ren. Bij Belga Sport komt bijvoorbeeld veel meer teamwork kijken. Het moet er ook op staan, bij televisie krijg je vaak geen tweede kans om iets opnieuw te doen. Voor een tijdschrift schrijven is dan weer een eerder eenzame bezigheid. Je
moet jezelf toch een paar dagen per week van de wereld afsluiten wanneer je aan een lang stuk voor Humo werkt. Ik heb ze ven jaar geschreven en ik vind dat mensen nog steeds onderschatten hoeveel moei te het kost om een goed stuk te schrijven. Een goed stuk moet ontdaan zijn van al le ballast, een perfect ritme hebben en na tuurlijk ergens over gaan. Ik vind het een kunst als je de lezer het gevoel kan geven alsof hij van de eerste tot de laatste zin zelf bij het interview aanwezig is of dat de ge ïnterviewde bijna voor hem zit.”
“Weinig dingen geven zoveel voldoening als een artikel dat mensen roert” Luc Kempen
Scoop: Heeft het soort medium waarvoor u kiest invloed op de journalist die u wordt? Kempen: “Nee, want de verandering van medium heeft mijn kijk op journalistiek zeker niet beïnvloed. Vooral je karakter speelt daarbij een rol denk ik. Ik zie wel enkele opkomende trends in de journalis
tiek die mijn wenkbrauwen doen fron sen. Er wordt steeds meer van journa listen gevraagd dat ze een publieke rol gaan spelen. Ik vind dat dit de aandacht afleidt van het verhaal, van datgene dat echt belangrijk is. Niemand weet wie Belga Sport maakt, maar is dat belang rijk? Steeds meer televisiejournalisten lopen zelf hinderlijk in beeld en in een krant of magazine worden de foto’s van de journalist die een artikel of reportage heeft geschreven met de maand groter. Dat vind ik een zorgelijke ontwikkeling.” Scoop: Heeft u zelf een favoriet medium? Kempen: “Nee, het is te moeilijk om te kiezen. Print en televisie hebben beide hun voor- en nadelen. Interviewen met een camera bij je is vaak slopender dan wanneer het voor een magazine zou zijn. Je krijgt namelijk maar zelden een twee de kans. En mensen die bij televisie wer ken onderschatten vaak hoe zwaar het is om een goed stuk te schrijven. Werken bij print of televisie, het kan beide slo pend zijn. Aan de andere kant, weinig dingen geven zoveel voldoening als een artikel dat mensen roert of dingen in be weging zet.”
Tekst en foto’s Eline Madou Anneleen Bentein
scoop 2 - 2012
29
frontaal
“Is Volt correcte journalistiek?” Neen
Rik Otten
(foto Charlotte De Kuysscher)
Lector Journalistieke Ethiek aan de Arteveldehogeschool
“Undercovertv is stilaan een format aan het worden” “Ik heb de indruk dat verschillende media zich steeds sneller laten verleiden tot het gebruik van de undercovertechniek. Niet enkel in ons land, maar bijvoorbeeld ook in Frankrijk en Nederland. Het is een algemene tendens die ik niet toejuich. Soms is het maken van undercoverreportages alleen maar een gemakkelijke weg naar hoge kijkcijfers. Het gebruik van een verborgen camera spreekt tot de verbeelding en is spannend. Voor mij primeert de maatschappelijke relevantie altijd op de sensatiewaarde. Ik volg daarin de richtlijnen van de Raad voor de Journalistiek: enkel als er geen andere manier is om iets aan het licht te brengen en als het maatschappelijk belang groot genoeg is, kan een journalist undercover handelen.”
30
scoop 2 - 2012
“De redacties van Volt en gelijkaardige programma’s moeten naar eer en geweten oordelen hoe zwaar ieder probleem weegt. De vraag rijst tegenwoordig of men vertrekt van de problematiek of de telegenieke techniek. Het VTMnieuws smokkelde vijf jaar geleden undercover een nepbom binnen op een Europese top om de onveiligheid ervan aan te kaarten. Dan is alle redelijkheid zoek, het enige doel daarvan is kijkers winnen. Op die manier kan je elke dag met de verborgen camera op stap.” “Undercover-tv is ook bij ons stilaan een format aan het worden. Wie wil weten waar het op termijn heengaat, moet eens het Amerikaanse tvprogramma ‘To catch a predator’ bekijken. Daar is het genre onder het motto ‘het doel heiligt de middelen’ tot een echt format uitgegroeid. Het is goed tegen slecht, en we zetten de slechterik te kijk. Die evolutie verontrust me.” “Als programmamakers toch voor de undercovertechniek kiezen, rijst bovendien een probleem van objectiviteit. Dan rijst de vraag of men niet te veel selecteert en monteert in functie van het beoogde effect. Volt werd in dat verband in 2009 door de Raad voor de Journalistiek op de vingers getikt na een reportage over het voorschrijfgedrag van artsen. De beelden schetsten de kijker geen compleet beeld van de situatie en wekten dus een verkeerde indruk. In dat opzicht was het controversiële project van Basta waarbij krantenredacties verzonnen artikels toegestuurd kregen dan weer een voorbeeld van hoe het wel moet met de montage. In die reportage werd vermeld dat een journalist van Het Belang van Limburg niet in de val liep. Het is belangrijk dat de kijker het hele plaatje te zien krijgt. Journalisten moeten op een faire wijze het relaas van de feiten doen.”
Ja
Kobe Ilsen
Tv-presentator Volt
“De verborgen camera is weloverwogen en noodzakelijk” “Met de ploeg van Volt proberen we infotainment te brengen. Volt is zeker een journalistiek programma en brengt informatie in een aantrekkelijke verpakking naar de kijker. Zo koppelen we het nuttige aan het aangename. Ik ben zelf een groot voorstander van infotainment. Een dergelijke vorm van journalistiek is absoluut noodzakelijk voor een zender als één. Op die manier kunnen we een groot publiek bereiken en inlichten: iedere week kijken 900.000 mensen naar Volt. We mikken niet alleen op het doelpubliek van TerZake en Het Journaal, we willen breder gaan. In de toekomst willen we met het programma nog meer onderwerpen op de agenda zetten. TerZake en Het Journaal berichten, Volt wil zelf het nieuws maken.” “We bieden de kijkers een mix
feest dagen Meer nog dan andere journalisten zijn onze politieke verslaggevers de waakhonden van de democratie. En inderdaad, gedurende de vijfhonderdveertig dagen van regeringloosheid moet het een ware hondenstiel geweest zijn om de beslommeringen van politici in helder en duidend proza weer te geven.
Het is mij een raadsel hoe de Ivan De Vadders onder ons er in slaagden te overleven zonder een dagelijkse dosis Prozac, Xanax of Sint-Janskruid. Maanden aan een stuk moesten zij de lezer (bitter)zoet houden met nieuwsfeiten als: “t Is weer eens mislukt” of “Hemel! Een doorbraak! Ah, nee, toch niet.” Een mens zou voor minder de stekker uittrekken en het snoer transformeren tot strop. Groot was dan ook de vreugde toen die langverwachte re gering er eindelijk kwam, dat lichtbaken als tegengewicht voor het uitdijende zwarte gat genaamd Wetstraat. Maar licht kan doven. En nog een stoot door het politieke hart zou de doodsteek zijn voor de politieke verslaggever. Nu al beven zij uit prenatale schrik, zo hard dat de veroor zaakte magnitudes op de schaal van Richter seismologen grijsgroen doen uitslaan. Zij zijn bang meneer. Onze journalisten hebben dringend nood aan een hart onder de riem, aan steun en lofbetuigingen. Daarom vraag ik u: bewierook ze waar u ook komt. Voer desnoods een feestdag in. Zet de politieke verslaggever eens vierentwin tig uur in de bloemetjes. En vergeet ook de fotografen niet. Want geef toe, elke dag azen op het beste shot van datzelfde vlinderdasje, alsmaar weer die groothoeklens bovenhalen als het NV-A-boegbeeld voorbij dreigt te wag gelen, het moet op de lange duur toch een serieuze sleur worden. Ach, voer meteen twee feestdagen in.
(foto vrt/Lies Willaert)
Jietsen Gysels
Pieter-Jan Borgelioen
(foto Stéphanie Debruyne)
van waardevolle journalistiek, humaninterestbijdragen en undercoverreportages. Het gebruik van de verborgen camera in het programma is weloverwogen en noodzakelijk. Het is bijvoorbeeld de enige accurate manier waarmee je de toepassing van het rookverbod in cafés kan controleren. De berisping van ons programma door de Raad voor de Journalistiek was wel volkomen terecht. In een undercoverreportage schetste Volt bij momenten een ongenuanceerd beeld. We hebben de fout openlijk toegegeven en onze lessen getrokken. Daarmee is de kous af.” “Wanpraktijken op de politieke agenda plaatsen is moeilijk en zeker niet onze prioriteit. Het doel van Volt is in de eerste plaats de kijker iets bij te brengen. Nu eens met de verborgen camera over de twijfelachtige prijzenpolitiek van warenhuisketen Carrefour, dan weer over een antikalkmiddel door middel van een reclametest. De onderliggende boodschap is altijd: “Beste mensen; kijk uit, wees kritisch en laat je niets aanpraten.””
scoop 2 - 2012
31
reportage In de voetsporen van Radio Maria
“Als God het wil, blijven we bestaan”
“Gaat heen en vermenigvuldigt U.” Volgens dit principe verspreidt de Wereldfamilie van Radio Maria zich over de verschillende continenten. Ook Vlaanderen mag zich sinds oktober een lid van de familie noemen. Het gezinshoofd is priester Karlo Tyberghien. Samen met enkele vrijwilligers bouwt hij in een kleine kerk in Egenhoven, een randgemeente van Leuven, mee aan het imago van de Kerk. In de buitenwijken van Leuven ligt een onopvallend gebouw. Toch doet het kruis vermoeden dat er meer achter de gevel schuilt. Bij het binnenkomen verklappen de blauwwitte muren dat deze kerk een nieuwe invulling heeft gekregen. Sinds het najaar verspreidt Radio Maria van hieruit haar boodschap. Na de start van
Eén grote wereldfamilie, verspreid over vijf continenten Radio Maria werd in 1983 gesticht door de Italiaanse Emanuele Ferrario in de provincie Como. Hij koos voor Maria vanuit zijn persoonlijke devotie. Zij is de moeder van Christus, de moeder van de Kerk en de geestelijke moeder voor vele gelovigen. Het oorspronkelijke doel van het radiostation was om de parochianen nieuws te brengen en hen te helpen bidden door vieringen en gebeden uit te zenden. In 1987 kwam de Wereldfamilie Radio Maria tot stand, een organisatie die op grotere schaal evangeliseert. Het doel veranderde naar het uitbouwen van een wereldwijd katholiek netwerk met een onafhankelijk management voor elk individueel radiostation. Tegenwoordig worden meer dan vijftig landen bereikt, verspreid over vijf continenten.
32
scoop 2 - 2012
Radio Maria Nederland in 2008, was dit een logische uitbreiding. De Vlaamse luisteraars hadden nood aan een radio die meer gericht is op hun cultuur. “Zelfs de kleinste details tonen een verschil in cultuur tussen de Vlamingen en de Nederlanders”, verklaart priester Karlo, programmadirecteur van de katholieke radio. “Een voorbeeld is het Weesgegroet, het gebed tot Maria. Wij in Vlaanderen zeggen ‘bid voor ons, arme zondaars’, terwijl ze het in Nederland op ‘bid voor ons, zondaars’ houden. Een Vlaming houdt het liever bij zijn versie.” Toch blijven beide radio stations nauw samenwerken. “Omdat wij nog in de opstartfase zitten, nemen wij enkele programma’s over om de gaten op te vullen. Zeker ’s nachts is dat het geval. Later willen we die samenwerking blijven voeden door het uitwisselen van ideeën. Momenteel zenden wij al zeven uur eigen radio uit, tegen eind december zullen dat er vijftien zijn.”
Springplank
Het gebouw bestaat uit drie opname studio’s, enkele bureaus, een eetruimte en een kerk. De stilte in de kerk staat in schril contrast met de lichte chaos
Priester Karlo: “Wij zijn geen muziekzender, maar een radio die vooral het spreken aan bod laat komen.” op de werkvloer tijdens het middaguur. Omdat het radiostation nog maar een kleine maand bestaat, is het moeilijk om het middagmaal te combineren met de programmering. Vooral priester Karlo heeft geen moment rust. Om twaalf uur is het nog lang geen tijd voor de lunch, maar voor een moment van bezinning. Het mid daggebed – het Angelus – wordt gevolgd door de Rozenkrans en loopt tot één uur. Daarna mogen de medewerkers aan schuiven aan een rijkelijk gevulde tafel. Vrijwilliger Hilde Somers is naast presentatrice ook traiteur van dienst. Zij zorgt voor een heus banket van vis, koude aardappelen, rauwe groenten en quiche. Er is bijna geen plaats meer aan de tafel, waar ook gasten aan mogen meeschuiven. Het totaal van acht eters – slechts drie meer dan normaal – stelt de eetruimte duidelijk op de proef, maar zorgt ook voor een gezellige sfeer. De gemiddelde leeftijd van de medewer kers ligt vandaag iets lager dan normaal door de komst van Michel De Keukelaere,
“We willen geen kritiek op de paus. Ons doel is het versterken van het geloof, niet het in vraag stellen ervan” Priester Karlo
een twintiger die zich engageert voor de katholieke jongeren in België. Hij is te gast bij Hilde in het programma “Goeiemiddag, Vlaanderen” dat elke weekdag in de ether is. De Keukelaere komt er vertellen over de “Mars voor het Leven”, een initiatief tegen abortus. Hij toont zich ook een groot voorstan der van Radio Maria. “Ik denk dat het echt een springplank kan zijn, een soort trampoline voor alle katholieke initiatie ven in Vlaanderen. De gelovigen komen weer naar buiten”, vertelt hij. “De Kerk is de laatste jaren voornamelijk nega tief in de media gekomen, mede door de anti-kerkmentaliteit van de Vlaamse pers. Daarom is het goed dat ze nu een eigen medium heeft, waar ze haar eigen nieuws kan brengen. Radio Maria kan een nieuwe wave creëren. Het geloof wordt er getoond zoals het is: zonder complexen en franjes, maar gewoon authentiek. Het radiostation gaat terug naar de essentie en dat kan zeker bijdragen tot nieuwe evangelisatie.”
De Voorzienigheid
Een gast als Michel mag meebidden tijdens de gebedsmomenten, maar ook luisteraars zijn welkom. Zo krijgt Radio Maria net na de middag bezoek van een oud vrouwtje dat aan het luisteren was en opeens besliste om mee te komen bidden in de studio. Het bewijst dat Radio Maria en het geloof leven in Vlaanderen. “De samenleving hier is nog mariaal ingesteld (gericht op Maria, nvdr). Mensen branden soms een kaarsje en dat gebruik komt van de Kerk”, zegt Krista Leenders, vast medewerkster en coördinator van de radio. De ex-lerares vervoegde het team
scoop 2 - 2012
33
reportage In de voetsporen van Radio Maria
al in juli en mocht meedenken over de inrichting van de ruimtes. Ze voelt dat ze meebouwt aan iets nieuws. “Velen hebben nood aan zingeving en Radio Maria kan daarvoor zorgen.” Zelfs uit onverwachte hoek komen er positieve reacties binnen, zoals uit de gevange nis van Merksplas. Een gevangene belde omdat hij geraakt was door de programma’s en vertelde dat hij nu de moed kon opbrengen om zijn tijd uit te zitten. Het is dus duidelijk dat de FM-frequenties van het radiostation iedereen kunnen bereiken. Luisteraars bellen niet enkel om hun verhaal te vertellen, maar ook om een gift te storten. Radio Maria kan anders niet bestaan. De verbouwing van de kerk en het installeren van technisch materiaal alleen al kost een fortuin. Gelukkig schiet de Wereldfamilie Radio Maria alles voor, vooral de Italiaanse zender. Andere inkomsten zijn er niet. “Wij zenden geen reclame uit, maar we laten wel jingles afspelen om luisteraars op te roepen om te storten”, vertelt priester Karlo. “Zoals de stichter van Radio Maria in Italië ooit zei: De
34
scoop 2 - 2012
“De zender kan een nieuwe wave creëren. Het geloof wordt er getoond zoals het is: zonder complexen en franjes, maar gewoon authentiek” Michel De Keukelaere
radio is niet mijn radio, maar de radio van de mensen en van Maria. Als zij willen dat het blijft bestaan, moeten ze er iets voor doen.” De 45-jarige Hilde, die haar job als leerkracht opgaf voor haar zes kinderen, for muleert het anders: “Ik reken op de Voorzienigheid van God. Als Hij het wil, blijven we bestaan en anders gaan we dood.” Zij is al van dag één fan van Radio Maria Nederland en wil dan ook meehelpen aan de uitbouw van de Vlaamse versie. Om de kosten te drukken werkt de radiozender vooral met vrijwilligers. Het positieve daaraan is dat ze vol ledig achter het initiatief staan, maar niet iedereen kan zich elke dag vrij maken. Daarom zoeken ze actief naar vrijwilligers, ook onder hun gasten. Zo zal Michel een paar uur in de week het team komen versterken. Ook een koppel uit Tienen werd door priester Karlo persoonlijk gevraagd om de zender te komen versterken nadat het op de radio te horen was. Zijn enthou siasme overtuigde hen en zal dat ook doen bij toekomstige kandidaten.
Goede wil
De drie studio’s worden de hele dag door constant gebruikt voor opnames en gebedsmomenten. Priester Karlo zit in de eerste studio, terwijl de anderen in studio twee radio maken. Alle teksten worden live uit de Bijbel voorgelezen, waardoor de luisteraar af en toe het omslaan van de pagina’s hoort. Sommige programma’s worden vooraf opgenomen met de hulp van de technicus, een van de weinige vaste werknemers. Afgezien van alle amateurs die eraan meewerken, komt de radio heel professioneel over. En dat ondanks de geringe ervaring van priester Karlo. Na zijn aanstelling door monseigneur André-Joseph Léonard, aartsbisschop van het bisdom Mechelen-Brussel, ging hij inspiratie opdoen bij de redacties in Colombia, Frankrijk en Nederland. Door de christelijke invalshoek is de zender geen concurrentie voor andere radiostations in Vlaanderen. “Wij zijn geen muziekzender, maar
Ondanks alle amateurs die eraan meewerken, komt de radio heel professioneel over. een radio die vooral het spreken aan bod laat komen. Wij zijn voor 25% met muziek en voor 75% inhoudelijk bezig. We hebben een ander publiek en dus ook een andere doelstelling. Wij proberen geen zieltjes te winnen, maar het evangelie te verkondigen. De Kerk en het evangelie zijn er voor iedereen die van goede wil is, zoals de Bijbel omschrijft”, legt priester Karlo uit. Op de zender is er echter geen plaats voor openlijke debatten. “Ik heb eens gezegd in de pers dat wij op onze radio geen kritiek op de paus willen. Als iemand kritiek heeft, kan ik dat verdragen en wil ik best in discussie treden, maar niet op onze radio. Ons doel is het ver sterken van het geloof, niet het in vraag stellen ervan.”
Religieuze pop
Ook al primeert vooral de inhoud, toch wordt er ook muziek gespeeld. Er bestaat een groot aanbod aan chris telijke muziek, van religieus klassiek tot religieuze pop. Die muziek vind je in Italië,
Frankrijk, de Verenigde Staten en ZuidAmerika, maar bijna niet in België en Nederland. Een verzoekprogramma zal er dus totaal anders uitzien dan op de gemiddelde radio. “Veel verzoeken zullen er niet zijn, aangezien weinig mensen christelijke muziek kennen. Bij ons zal zo’n programma vooral bestaan uit intenties en getuigenissen. Iets à la ‘Vragen staat vrij’, het vroegere programma op Radio 2 met Lutgart Simoens”, vertelt priester Karlo. Nu is het echter nog te vroeg voor der gelijke technische hoogstandjes. Ook op de speciale thema-uitzendingen is het wachten tot eind december. “In de kerstperiode zal de normale program matie wegvallen en richten we ons op de voorbereidingen voor Kerstmis.” De christelijke elementen zijn overal aanwezig bij Radio Maria. Niet alleen tijdens de uitzendingen, maar ook in het interieur van het gebouw. In de opnamestudio ligt de Bijbel naast een computer en staan enkele portretfoto’s van de twee laatste pausen. In de kerk gaan de beelden van Maria vergezeld
van een luidspreker en een microfoon. De zender evolueert constant. Vanaf december worden er live vieringen uit de kerk op de radio uitgezon den. “Maar eerst komt monseigneur Léonard de gebouwen inwijden tijdens een eucharistieviering”, zegt priester Karlo. En daar blijft het niet bij. Radio Maria zal door het hele Vlaamse land schap trekken om vanuit verschillende parochies uit te zenden. Een hele hoop toekomstplannen voor de nichezen der uit Leuven. Maar met het huidige enthousiasme en een beetje hulp van de Vlaamse gelovigen, heeft het media landschap er een vaste waarde bij. Tekst en foto’s: Ayla Noë Jolien Van Roelenbosch
Luisteren kan overal
Aalst 90.0 FM - Antwerpen 104.6 FM - Antwerpen Zuid 107.4 FM - Blankenberge 107.6 FM - Brugge 105.3 FM - Brussel 94.6 FM - Genk 105.4 FM - Gent 96.3 FM - Hasselt 106.1 FM Kortrijk 92.7 FM - Leuven 104.2 FM - Oostende 107.4 FM
scoop 2 - 2012
35
terugblik Frank Schlömer over 33 jaar buitenlandjournalistiek
“Historische ontwikkelingen hebben mij als mens gevormd”
Alleen in theorie is Frank Schlömer (65) met pensioen, want de pen neerleggen doet hij niet. Nochtans mag hij zich met zijn 33 dienstjaren een van de stichters van De Morgen noemen. De Wetstraat was hem te klein, hij zocht het buitenland op. Hij kende angst in Sarajevo, werd vastgeketend door Serviërs en een geheime dienst schaduwde hem. Maar het was het waard. “De overstap van politieke verslaggeving naar de buitenlandredactie was de beste beslissing in mijn leven.”
Scoop: Waarom wou u het gesprek hier in restaurant Le Cirio aan het Brusselse Beursplein voeren? Frank Schlömer: “Ik vind het hier een ideale plek om een rustige babbel te slaan. Ook heel wat andere journalisten appreci ëren deze omgeving. Vroeger nam ik hier interviews af en nog steeds kom ik hier nog af en toe werken. In 1972 kwam ik hier met een notitieboekje, nu is het een laptop geworden. Het beroemde half ‘n halfke (witte wijn met champagne) laat ik nochtans liever aan mij voorbijgaan. Nee, geef mij maar mijn koffie. En dat Le Cirio ook de geliefkoosde stek was van Jacques Brel, zal ook wel meegespeeld hebben.”
Scoop: In de vroege jaren zeventig bestond De Morgen nog niet. Uw carrière is dus elders begonnen? Schlömer: “Dat klopt, ik startte mijn jour nalistieke carrière bij Elsevier en Trends. Later, in 1978, koos ik voor een job op de redactie van De Volksgazet in Antwerpen. Na de fusie met de Gentse Vooruit werd de krant onder leiding van hoofdredacteur Paul Goossens omgedoopt tot De Morgen. Na drieëndertig jaar ben ik nog steeds bij die krant. Ik kan echt een van de stichters van De Morgen worden genoemd.”
36
Scoop: Als ik het goed begrijp, bent u nog niet met pensioen? Schlömer: “In theorie ben ik met pensi oen, maar in de praktijk functioneer ik nog als freelancer. Ik heb afgesproken met
scoop 2 - 2012
De Morgen dat ik mijn medewerking blijf verlenen. Ik heb er net een verblijf in de Balkan opzitten, ik lever nog steeds bui tenlandse reportages af. Het dagelijkse ritme is wel verdwenen. Ik bezoek de re dactie niet meer dagelijks en ik moet geen eindeloze vergaderingen meer bijwonen. Ik doe nog hetzelfde werk, maar minder. Ofwel vraagt de redactie van De Morgen mij om over een onderwerp te schrijven, ofwel doe ik zelf een voorstel.” Scoop: U heeft niet uw hele journalistieke loopbaan het buitenland voor uw rekening genomen. Schlömer: “ Neen, ik ben begonnen als po litiek journalist. Dagelijks bracht ik ver slag uit vanuit het Belgisch Parlement en de Wetstraat. Maar na enkele jaren werd ik het beu om steeds over dezelf
“Wetstraat journalistiek was ik beu. Mijn collega’s schrijven nog steeds over hetzelfde”
de materie te schrijven. Ik schreef als Wetstraatjournalist over de grondwets herziening, over B-H-V en over commu nautaire spanningen. Vandaag schrij ven mijn collega’s daar nog steeds over. De binnenlandse politiek kon mij na een tijd maar matig meer boeien. De overstap naar het buitenland was de beste beslis sing uit mijn leven.” Scoop: Vertelt u eens waarom? Schlömer: “Door die keuze heb ik be langrijke historische ontwikkelingen meegemaakt. Die hebben mij ook als mens gevormd. Het meest sensationele jaar in mijn loopbaan was 1989. Toen heb ik de Berlijnse Muur in de nacht van 9 op 10 november letterlijk zien vallen. Ik heb tussen die tienduizenden DDRburgers gestaan. De persconferentie van de partijleiding ervoor zal altijd in mijn geheugen gegrift blijven. Er bestond toen nog geen internet of mobiele tele fonie, dus schreef ik alles in mijn noti tieboekje. Vervolgens wendde ik mij tot de balie van mijn hotel – het beruchte Palasthotel, waar buitenlandse journa listen verplicht moesten logeren van de staatsveiligheid – om mijn stuk over de val van de Muur door te faxen. Maar vol gens het hotelpersoneel werkte het appa raat niet, dus moest ik op zoek naar een telefooncentrale. Uiteindelijk heb ik mijn hele artikel telefonisch moeten dicteren aan de redactie. In de nasleep van de val van de Muur maakte ik enkele dagen la
“In 1972 kwam ik hier in Le Cirio aan het Beursplein in Brussel met een notitieboekje werken, nu is het een laptop geworden. Ik zit hier graag te lezen of te schrijven, vroeger nam ik hier zelfs interviews af.” (foto Elien De Vos) ter nog de Fluwelen Revolutie in Praag mee. Te midden van het gewoel kwam het Burgerforum onder leiding van dissident Vàclav Havel aan de macht in TsjechoSlowakije en verjoeg het communistische regime. Nog in 1989 beleefde ik ook de val van de Roemeense communistische dicta tor Nicolae Ceaușescu. En enkele jaren la ter begonnen de Balkanoorlogen. Het was een fantastische periode om als journalist mee te maken.”
Vastgeketend
Scoop: Was u niet bang voor gevaar op dergelijke missies? Schlömer: “Natuurlijk ben ik verschei dene keren bang geweest, vooral in de Balkanoorlogen. Ik ben niet te beroerd om dat toe te geven. Als je je bevindt in een oorlogsgebied als Sarajevo, blijf je niet gespaard van angst. Een journa list die zegt dat hij zich daar best goed voelde, kraamt onzin uit. Tijdens een wandeling in het gebied vlogen bij wijze van spreken de kogels je om de oren. Dan kan je niet anders dan op je hoede zijn. Ik ben ook enkele keren opgepakt tijdens mijn journalistieke loopbaan. De meest verontrustende situatie was tij dens mijn korte gevangenschap onder dronken Servische milities. Die hadden mij opgesloten in een klaslokaal, vastge ketend aan een radiator. Na enkele uren die wel een eeuwigheid duurden, kreeg ik mijn pas en spullen terug. Behalve mijn geld.”
Scoop: Kriebelt het niet meer om conflictgebieden op te zoeken, om als correspondent aan de slag te gaan? Schlömer: “De redactie van De Morgen heeft een samenwerkingsakkoord met de Nederlandse Volkskrant en beschikt nu over een groter correspondentennet dan vroeger. Bij mezelf kriebelt het vaak nog, maar ik heb de indruk dat ik de belang
“Men kan mij een van de stichters van De Morgen noemen”
rijkste historische feiten van mijn loop baan al heb meegemaakt. Het vallen van de Berlijnse Muur, het verdwijnen van het IJzeren Gordijn, de implosie van de Sovjetunie, de onafhankelijkheid van de Aziatische Sovjetrepublieken. Stuk voor stuk sensationele historische gebeurte nissen. Daartegen zijn het verdwijnen van Hosni Moebarak in Egypte en Muammar Kadhafi in Libië minder historisch.”
Scoop: Gaat de vergelijking op tussen Rudi Vranckx, de man van de buitenlandse reportages op televisie, en Frank Schlömer, die van de krant? Schlömer: “Daar heb ik nog niet bij stilge staan. Maar het klopt ergens wel. Ik heb veel bewondering voor het werk van Rudi Vranckx, hij is trouwens een vriend van mij. We werken wel voor totaal verschil lende media. Hij heeft daardoor een gro tere handicap tijdens zijn werk dan ik. Op reportage wordt hij meestal vergezeld door drie medewerkers: een cameraman, een geluidstechnicus en een tolk. Zo’n groep trekt natuurlijk erg de aandacht bij de plaatselijke bevolking. Ik heb het voor deel dat ik me kan onderdompelen in ano nimiteit met mijn notitieboekje.”
Bespioneerd
Scoop: Anonimiteit, betekent dat bespioneerd worden door de TsjechoSlowaakse geheime dienst STB? Schlömer: (lacht) “Ja, dat gaf wel een vreemd gevoel, maar het verbaasde mij niet. Het heeft me wel verontrust dat ik er nooit iets van heb gemerkt. Iedereen wist en weet nu nog steeds dat de diplomaten van de Oostblokambassades mannen van de geheime dienst waren. Als ik een arti kel schreef over Tsjecho-Slowakije, werd dat vertaald en naar het Ministerie van Buitenlandse zaken in Praag verstuurd. Vandaag wordt dat veel minder gedaan. De Tsjecho-Slowaakse geheime dienst STB liet mij door iemand schaduwen.
scoop 2 - 2012
37
terugblik Frank Schlömer over 33 jaar buitenlandjournalistiek
“Als schrijvend journalist trek je minder de aandacht” Frank Schlömer
Willy Brandt
Frank Schlömer (rechts) in 1982 met een interviewee waar hij veel respect voor had, voormalig Duits bondskanselier Willy Brandt (links). (foto Photo News)
Berlijnse muur
Voor de Berlijnse Muur in 1988, een jaar voor de afbraak. “Ik heb de Berlijnse Muur letterlijk zien vallen.” (ingezonden foto)
Een zekere meneer Krupka volgde mij in Brussel, maar daar was ik me niet van be wust. In Praag zelf hebben ze me vreemd genoeg nooit aangehouden. Mijn eerste bezoek aan die stad dateerde al van mijn studententijd: door mijn bewondering voor Franz Kafka wou ik de plaats abso luut bezoeken. Later deed ik er als jour nalist ook schrijfopdrachten en zo moet ik onvermijdelijk in het oog gesprongen zijn bij de STB-diplomaten. Uiteindelijk ik heb er nooit echt hinder van ondervonden en achteraf kan ik alleen maar lachen om het domme werk dat ze moesten doen.”
Kafka
38
Scoop: U heeft wel het een en ander gepubliceerd over Franz Kafka. Waarom inspireert hij u zo? Schlömer: “Ik ben veel bezig met Kafka’s theorieën en geef ook dikwijls lezingen over hem. Het leukste aan hem is dat je zijn publicaties op verschillende manie ren kan interpreteren. In Kafka kunnen zelfs autoritaire regimes zich herkennen. Zowel het naziregime als het communis
scoop 2 - 2012
Boegbeeld socialistische partij
Frank Schlömer ontmoet de in 2009 overleden Karel Van Miert tijdens zijn periode (1979-1985) als Europees Parlementslid in Straatsburg. (foto Photo News) tische regime in Praag hebben zijn werk verboden omdat hij lang voor die regi mes bestonden al op ontluisterende wij ze anonieme machten boven een samen leving van mensen beschreef. Ik heb die Kafkamicrobe gekregen toen ik aan de Gentse universiteit studeerde. Professor Herman Uyttersprot zei me dat je Kafka nooit kunt begrijpen als je nooit in Praag bent geweest. Wel, hij had gelijk. Intussen ben ik verknocht geraakt aan die stad en beschouw ik ze samen met Berlijn als mijn tweede thuis. In de jaren zeven tig heb ik er zelfs een haast kafkaiaanse
ontdekking gedaan. In Praag staat op het Oude Stadsplein het Golz Kinskypaleis, waar de communistische leider Klement Gottwald in 1948 de socialistische re publiek Tsjecho-Slowakije uitriep. Jaren voordien was daar de middelbare school van Franz Kafka geweest. Daar hing een plakkaat, roze marmer met bladgoud letters ingegrift: ‘Hier riep Klement Gottwald in 1948 de Socialistische repu bliek Tsjecho-Slowakije uit.’ Ik ontdekte dat iemand in potlood er had bijgeschre ven: ‘Hier bezocht Franz Kafka het gymna sium.’ Ik publiceerde het verhaal natuur
Fluwelen revolutie
Frank Schlömer temidden van het gewoel tijdens de Fluwelen Revolutie in Praag op het Wenceslausplein. “Ik zag hoe het Burgerforum onder leiding van Vàclav Havel de macht greep in Tsjecho-Slowakije.” (foto Patrick De Spiegelaere)
“Een leven zonder krant en journalistiek kan ik me niet voorstellen”
lijk en mijn artikel ging wellicht via de am bassade in Brussel rechtstreeks naar de het ministerie van Buitenlandse Zaken in Praag. Toen ik een tijd nadien het Golz Kinskypaleis terug bezocht, was het op schrift verwijderd. Op het plakkaat was een lichtroze vlek te zien.”
Scoop: Welke interviewee heeft bij u de diepste indruk nagelaten? Schlömer: “Zonder enige twijfel Willy Brandt, Duits bondskanselier van 1969 tot 1974. Ik kon hem drie keer intervie wen. De eerste maal kreeg ik de bijzon dere toelating om met hem mee te rei zen tijdens zijn verkiezingscampagne. Ik ben toen op de trein met hem mee ge spoord van Aken tot in Frankfurt. Zo hebben we mekaar leren kennen. Later heb ik nog twee keer de kans gehad om hem te interviewen in Brussel, tijdens de Socialistische Internationale, en de laat ste keer in Berlijn. Hij was een integer man. Zijn verleden sprak mij enorm aan. Brandt was journalist en verzetsstrijder ten tijde van het Hitlerregime en was later als verslaggever op de naziprocessen van Neurenberg. Een indrukwekkend leven.” Scoop: Hoe ziet u uw verdere toekomst? Schlömer: “Ik blijf voorlopig doen wat ik nu doe, zolang ik het prettig vind. Een le ven zonder krant en journalistiek kan ik me niet voorstellen. Ik probeer mijn tijd al
premier Guy Verhofstadt
Frank Schlömer en toenmalig eerste minister Guy Verhofstadt bezoeken samen in 2000 een wijngaard in Californië. (foto AFP/Ross Cameron/ archief Frank Schlömer)
reizend in te delen. Dit jaar ben ik voor de vijfde keer naar Praag geweest en voor de zesde keer naar Berlijn. Met de technolo gie van vandaag kan ik in het buitenland even goed stukken schrijven en doorstu ren naar de redactie van De Morgen. Als ik me op Belgisch grondgebied bevind, pro beer ik zoveel mogelijk met mijn vriend en overbuur Charles Picqué, burgemees ter van de Brusselse deelgemeente SintGillis, naar het voetbal van Union SaintGilloise te gaan. Ik ken hem van toen ik Wetstraatjournalist was. Toen ik van Schaarbeek naar Sint-Gillis verhuisde, bleken we toevallig in dezelfde straat te wonen. Toen hoefde ik gelukkig niet meer over hem te schrijven.” (lacht) Kevin Myny
scoop 2 - 2012
39
actua Redactiechef Kurt Aerts weerlegt de kritiek op Clint.be
“Een zoutloze mening heeft weinig bekijks”
De voorbije jaren is Clint.be een begrip geworden in het medialandschap van Vlaanderen. De website begon in 2007 als een kleine webpagina, maar groeide uit tot een van de bekendste infotainmentsites. Clint.be schuwt de controverse niet en slikt dan ook veel kritiek voor die manier van werken.
De werknemers van Clint.be noemen zichzelf graag de belhamels van de jour nalistiek, maar volgens redactiechef Kurt Aerts hebben ze hiervoor niet zelf geko zen. “Toen we met Clint begonnen, za ten we ooit rond de tafel met potentiële partners. Die mensen wilden toen niet met ons samenwerken omdat we zoge zegd ‘de outlaws’ van het internet waren. We hebben daarop ingespeeld en er onze slogan van gemaakt. ‘Out to Play, Laws to Break’. Wat wij doen is gewaagder en con troversiëler dan andere websites met in Redactiechef Kurt Aerts : “Wij dragen fotainment.” Aerts is ervan overtuigd dat vrije meningsuiting hoog in het een zoutloze mening weinig bekijks heeft vaandel.”(foto Séverine Mori/ingezonden) en geeft toe dat Clint.be discussies uit lokt om aandacht te trekken. “Wij probe ren een onderwerp zo te brengen dat het discussie uitlokt. Wij bieden de mensen de kans om hun mening te geven. Dat is onze manier om in the picture te komen, net zoals andere media hun eigen manier hebben.” Vorig jaar publiceerde de website car toons van Mohammed. Daarop kreeg de redactie een doodsbedreiging in de mailbox. Gelukkig voor Clint.be bleef het bij die ene mail. “We wilden zeker geen standpunt innemen met het publiceren van die cartoons. Het had evengoed over een ander onderwerp kunnen gaan. Clint heeft nu eenmaal een stout imago en wij hebben zeker geen schrik om iets te pu Kurt Aerts bliceren dat gevoelig ligt. Wij zijn heel fel le voorstanders van vrije meningsuiting.”
Veroordeeld
40
De website werd op 10 februari 2011 veroordeeld door de Raad voor de
scoop 2 - 2012
“Ethiek is voor iedereen anders. Het is moeilijk om daar het juiste evenwicht in te vinden”
Journalistiek voor een undercover actie bij het VTM-programma Mijn Restaurant. Tien journalisten van Clint. be hadden deelgenomen aan de sol licitatiedag van het Mechelse restau rant van Jeroen Van Alphen en Isaura Mariën. Zij hadden daarbij niet verteld dat ze journalisten waren. Drie van hen waren uiteindelijk aangenomen en op de dag waarop de uitzending ge pland was, hadden de journalisten hun undercoveractie bekendgemaakt via mail, op Clint.be en via een artikel in P-Magazine. Kurt Aerts blijft vinden dat Clint.be niet in de fout is gegaan. “Het was een leuke stunt die ons publiciteit heeft opgeleverd, maar onze bedoeling was vooral om te onderzoeken in hoever re zulke programma’s hun deelnemers screenen. Onze undercoverreporters hadden geen ervaring in de horeca en toch geraakten ze zonder problemen binnen, gewoon door hun vlotte bab bel. De screeningdienst van Kanakna Productions, het productiehuis van Mijn Restaurant, had dus duidelijk zijn werk niet goed gedaan. Ook de deel nemers werden erg slecht begeleid. Zo waren de winnende restaurants fail liet gegaan en had een deelnemer zelf moord gepleegd. Wij wilden aantonen dat zo’n programma puur rond show draait en niet rond het uitbaten van een goede horecazaak. De Raad voor de Journalistiek is ons daarin niet ge volgd, terwijl wij wel een punt hebben bewezen.”
Clint.be probeert de aandacht te trekken door het logo op de grond te spuiten tijdens de actie “Clint vecht voor jou” in Doel. (foto’s Clint.be)
De Raad voor de Journalistiek heeft ech ter bepaald wanneer een journalist un dercover mag gaan. Flip Voets, secreta ris-generaal en ombudsman van de Raad voor de Journalistiek licht toe: “De regel is dat een journalist zich bekend maakt en dus met open vizier te werk gaat. Hij moet vertellen wie hij is en wat zijn be doelingen zijn bij het maken van een re portage of het afnemen van een inter view. Undercoverjournalistiek kan alleen uitzonderlijk gerechtvaardigd worden op twee voorwaarden. Ten eerste moet het gaan om een onderwerp van maatschap pelijk belang. De tweede voorwaarde is dat er geen normale manier van nieuws garing mogelijk is om aan die informatie te geraken. Die twee voorwaarden moe ten allebei vervuld zijn. Daarnaast zijn er nog twee aanvullende vereisten. Zo moeten de mogelijke risico’s ingeschat worden en moet de kwestie binnen een redactie besproken worden omdat het onverantwoord zou zijn om een journalist individueel undercover te laten gaan.”
Foto
Sociale mediasites zoals Facebook, Netlog en Twitter zijn al sinds hun ontstaan een handig middel voor journalisten om in formatie te vergaren. Clint.be gaat hierin een stap verder en publiceerde zo een foto van de – toen nog – vermoedelij ke dader van de verkrachting van een meisje op de Student Kick-off in sep tember 2010 op het Sint-Pietersplein in Gent, en plaatste ook een volledig inge vulde vragenlijst van de man die op zijn Netlogprofiel stond.
Flip Voets: “De Raad voor de Journalistiek heeft al eens zo’n kwestie besproken. Het ging toen over foto’s die van Facebook af komstig waren en gebruikt werden in een regionale krant. Die krant had twee foto’s gepubliceerd van een meisje dat gestor ven was na een verkeersongeval. De ene foto was afkomstig van haar publieke pa gina, de andere kwam vanuit een album dat enkel zichtbaar was voor haar vrien den en de vrienden van die vrienden op Facebook. Toevallig was die journalist bevriend met een kennis van dat meisje. Bij die tweede foto is er geen twijfel mo gelijk in verband met privacy. De priva cysetting moet nageleefd worden, wat wil zeggen dat de tweede foto niet gebruikt mocht worden. Maar ook foto’s op een openbare pagina, zoals de eerste foto, mogen niet zomaar gepubliceerd worden.
“Journalisten brengen soms dingen eerder aan het licht dan het gerecht” Flip Voets
In dit geval was het meisje echter jaren lang scoutsleidster geweest en dus be kend in de streek. Daarom kon het wel. Maar dat betekent dus niet dat foto’s die geplaatst zijn op sociale media zo maar gebruikt mogen worden door de media.”
“Clint vecht voor jou”
Op zijn site stelt Clint.be zijn repor ters voor als de Robin Hoods van Vlaanderen en sinds 23 april trekken ze de straat op om op te komen voor Jan met de pet. Zo was er een zoektocht naar een gestolen laptop die de redactie terugvond in Bulgarije. Clint.be organi seerde ook een groot feest in Doel om de inwoners een hart onder de riem te steken en om de bezoekers te bedan ken. Een goede maand later bracht de website het verhaal van Patrick Meuris, een man die zwaar toegetakeld werd aan het Museum Aan de Stroom in Antwerpen. Clint.be riep zijn lezers op om mee te zoeken naar de dader en hem de verrassing van zijn leven te be zorgen. “Dat is de taak van de politie, maar die laat zaken die praktisch elk weekend gebeuren, vaak links liggen”, beweert Aerts. “De man werd in elkaar geslagen terwijl er verschillende men sen stonden te kijken en toch kon de da der gewoon weglopen. Wij hebben een groot rechtvaardigheidsgevoel en wil den meehelpen de dader te vatten. Wij kunnen de kracht van de media gebrui ken om een boodschap uit te zenden.” Maar ditmaal kreeg de oproep geen re sultaat en dus bleef een stunt uit.
scoop 2 - 2012
41
actua Redactiechef Kurt Aerts weerlegt de kritiek op Clint.be
Redactiechef Kurt Aerts aan het werk in Doel tijdens de actie “Clint vecht voor jou” in Doel. (foto Clint.be)
Volgens Flip Voets is het niet verkeerd dat een journalist mee op onderzoek gaat. “Dat is de essentie van onderzoeksjour nalistiek. Journalisten brengen soms din gen eerder aan het licht, zoals bijvoor beeld de moord op André Cools in 1991. Journalisten hebben toen, eerder dan het gerecht, de identiteit van de daders openbaar gemaakt. Journalisten kunnen sporen volgen die eventueel niet gevolgd zouden worden door officiële instanties. Ik heb wel mijn bedenkingen bij de op roep van Clint.be om ‘de dader de verras sing van zijn leven te bezorgen’. Als dit een oproep is om het recht in eigen han den te nemen, dan kan dit uiteraard niet. Onderzoeksjournalistiek beperkt zich tot het aan het licht brengen van wantoe standen en dergelijke. Het kan niet de be doeling zijn om een publieke schandpaal te installeren.”
Media-ethiek
42
In mei 2011 kreeg Clint.be heel wat kri tiek omdat het de tragische beelden van het ongeval van wielrenner Wouter Weylandt online had gezet. Vele bezoe kers reageerden verbolgen en spuw den hun gal op de reactiepagina. Volgens Aerts heeft Clint.be enkel zijn werk ge daan, net als vele andere websites. “Wij hebben die beelden bewust op onze site gezet omdat het ook het gespreksonder werp van die dag was. Een artikel met een video is sterker dan enkel tekst plaatsen. Content is koning. Clint.be was niet de enige site waar je de gruwelijke beelden kon bekijken. Er werden media-ethische
scoop 2 - 2012
“Het kan niet de bedoeling van journalisten zijn een publieke schandpaal te installeren”
te verwijderen omdat ze schadelijk zou den zijn. Daar gaan de journalisten niet op in. “Het is niet omdat we een internet site zijn dat we zomaar alles kunnen of willen aanpassen. Als we echt in de fout gegaan zijn, passen we onze website aan, maar we gaan niet iets verwijderen om dat iemand vindt dat hij of zij er negatief in voorkomt.”
Eigenheid
Clint.be publiceert ook serieuzere arti kels. Zo bracht het deze zomer nog een stuk rond de horeca. Maar omdat het een infotainmentsite is en humor meer aan Flip Voets dacht trekt, plaatsten de medewerkers van de website bewust een ludiek filmpje bij de tekst. “De mensen die naar onze site surfen, zijn op zoek naar plezier, dan moet je niet afkomen met artikels die je vragen gesteld, maar de grotere context ook in Knack kan lezen. Wij brengen stuk werd over het hoofd gezien, namelijk de ken over BV’s en maar krijgen soms het veiligheid van de wielrenners.” Media-ethiek, vragen over wat wel of net verwijt dat we riooljournalisten te zijn.” Flip Voets begrijpt volledig waarom Clint niet kan gepubliceerd worden: het blijkt een andere invalshoek gebruikt dan an niet altijd gemakkelijk voor journalis dere media. “Ze profileren zich als de ten. “We moeten niet schijnheilig zijn, stoute jongens van de klas en daar gaat er gebeuren nu eenmaal gruwelijke za een zekere aantrekkingskracht van uit. De ken in de wereld. Wil dat zeggen dat we geschiedenis zou nooit vooruitgang ken die niet mogen tonen? Ons verwijt men soms onethisch te zijn, maar mensen heb nen als mensen mooi in het gareel zou ben een sensatiedrang en zij bepalen dan den blijven lopen. Ik heb daar dus alle be aan de hand van reacties wat kan en niet grip voor, maar natuurlijk moeten ze zich houden aan de basisregels van de journa kan. Ethiek is voor iedereen anders. Het listiek. Je kan de essentie van het vak niet is moeilijk om daar het juiste evenwicht omvergooien.” in te vinden”, vindt de redactiechef van Clint.be. Mathieu Leus De redactie van Clint.be krijgt vaak de Stéphanie Desmet vraag om artikels over bepaalde mensen
over de grens
Nederlanders van bij ons
De afgelopen jaren steken Vlaamse journalisten steeds vaker de grens over om het Nederlandse medialandschap mee(r) kleur te geven. Peter Vandermeersch restaureert het boegbeeld NRC Handelsblad, Jaak Smeets is uitgever van De Volkskrant en Het Parool en Hans Deridder is managing editor voor De Persgroep in België èn Nederland. Maar ook het omgekeerde pad wordt al jaren bewandeld. Als Belgische journalisten met de Nederlandse nationaliteit, zijn Bas Kurstjens, Lex Moolenaar en Jolien Janzing de aangewezen personen om beide medialandschappen te vergelijken.
Lex Moolenaar prijst onze creativiteit en dynamiek
“De Vlaamse markt is kleiner: je moet harder werken om er voldoende uit te halen” Lex Moolenaar (53) was vijf jaar toen hij naar België kwam. Zijn kinderdroom was journalist worden. In 1980 studeerde hij af als licentiaat in de politieke en sociale wetenschappen en rolde hij de media in. “Ik ben perfect drietalig: Hollands, Algemeen Nederlands en plat Antwerps.” “Toen ik afstudeerde was er extreem veel werkloosheid, maar ik had geluk: ik had als jobstudent gewerkt bij Panorama, het vroegere P-magazine. Een week nadat ik mijn thesis had verdedigd ben ik er kun nen beginnen. Op die redactie heb ik een goede vijftien jaar gewerkt. Daarna ben ik twee jaar hoofdredacteur geweest bij twee andere televisiebladen: TV Expres en TV7. In 1997 ben ik overgestapt naar Gazet van Antwerpen, waar ik achtereen volgens chef regio en stadsredactie ben geweest. Sinds 2004 werk ik er als poli tiek journalist.” Affiniteit met de Nederlandse media heeft Moolenaar niet meer, maar ze volgen doet hij wel. “Dat heeft niets te maken met mijn afkomst, maar met het feit dat ik bijvoor beeld Paul & Witteman een goede talk show vind. Als politiek journalist wil je ook weten wat er op politiek vlak in Nederland gebeurt, met die gekke Wilders.” Hij heeft wel van die Nederlandse me dia kunnen proeven. In 1983 ging hij een jaar in Nederland werken. “Om stage te lo pen op een aantal redacties van het hui dige Sanoma: de Nederlandse Panorama, Margriet, Kijk en het maandblad VT wo nen. Ik heb de arbeidsethiek en -cultuur van Nederland kunnen vergelijken met
Lex Moolenaar: “De Vlaamse journalistiek is bijzonder professioneel. Toen ik in Nederland werkte, heb ik een conclusie getrokken: Vlaanderen is mijn biotoop.” (foto Bart De Wilde)
die van Vlaanderen. Nederlanders zijn directer: er geldt een open debatcultuur. Iedereen kan zijn zegje doen en daarna spreekt de hiërarchie, waar iedereen zich naar schikt. In Vlaanderen is het net om gekeerd: de chef vertelt wat hij wil, maar daarna doet iedereen het op zijn manier. Ik denk dat zoiets historisch bepaald is. Nederland is een trotse natie en is nooit overheerst. Terwijl Vlaanderen de zweep van verschillende volkeren heeft gevoeld. De Vlamingen hebben een soort pantser gecreëerd in hun DNA.”
Monument
Hoewel hij dat jaar in Nederland veel heeft bijgeleerd, zou Moolenaar niet meer te rug gaan. Toen was het journalistiek vak manschap in Nederland groter. Nu zijn de rollen volgens hem omgedraaid. “De Vlaamse journalistiek is bijzonder profes sioneel. Toen ik in Nederland werkte, heb ik een conclusie getrokken: Vlaanderen is mijn biotoop. Ik heb het gevoel dat ze in Nederland zijn blijven stilstaan. Het is te kenend dat Vlamingen Nederlandse jour nalistieke monumenten moeten restau reren: Peter Vandermeersch is nu hoofd redacteur bij NRC Handelsblad en Jaak
Smeets is uitgever van de Volkskrant, Het Parool. Dat zeg genoeg.”
“In Nederland is het redactiestatuut heilig: uitgevers geven journalistieke producties uit, maar het zijn de redacties die bepa len wat er wordt gemaakt. Veel journalis ten zijn een beetje conservatief: er is angst voor verandering. In Vlaanderen is dat niet zo: er is een constant spanningsveld tus sen uitgevers en hoofdredactie. Daardoor is er meer dynamiek. De Vlaamse markt is kleiner dan de Nederlandse: je moet har der werken om voldoende uit die markt te halen. Dat leidt tot meer creativiteit.” Nederlanders worden omschreven als openlijk en direct terwijl Belgen eerder gesloten zijn. Volgens Moolenaar beïn vloedt dat zijn job niet: “In Nederland is de relatie tussen politici en journalisten veel afstandelijker. Politici en journalisten tu toyeren elkaar niet en ze zijn veel moeilij ker bereikbaar. Hier zijn de politici enorm toegankelijk en bereikbaar: een politicus kan je bij ons perfect interviewen tijdens een lunch.” Bart De Wilde
scoop 2 - 2012
43
over de grens Nederlanders van bij ons Jolien Janzing schrijft voor beide lage landen
“Als Nederlandse mag je de Vlaamse televisie wel vergeten” De in Veenendaal geboren Jolien Janzing (47) woont al sinds haar derde in België. Toch hoor je aan haar accent nog goed waar haar roots liggen. De schrijfster van onder meer het bekende format “Ex-files” uit Nina vond als freelancer in beide lage landen een afzetmarkt voor haar stukken. Als Nederbelg weet ze zich perfect aan te passen aan beide medialandschappen. “Ik ben na mijn middelbare school met een in het werkveld terechtgekomen. Ik begon als secretaresse bij ‘Mode - dit is Belgisch’. Daar ben ik snel copywriter geworden.” Zo maakte Janzing de stap naar de journalistiek. “In de loop der jaren heb ik voor verschillende tijd schriften gewerkt. In feite ben ik op geklommen: van Story naar Flair en dan naar Feeling en andere vrouwen bladen.” Daarna maakte ze de sprong naar Humo. “Nu schrijf ik vooral boe ken, maar twee tot drie keer per jaar maak ik nog steeds een groot stuk voor Humo. Daarnaast blijf ik ook ‘Ex-files’ schrijven, dat in Nina verschijnt.”
Andere woordenschat
Janzing publiceert ook regelmatig in Nederland. “Artikels die eerst in Vlaanderen verschijnen, pas ik niet meer aan. Maar dat ligt wel even an ders bij stukken die ik speciaal voor een Nederlands publiek maak. Dan moet je een andere woordenschat gebruiken. ‘Cafébaas’ kan je in België wel zeggen, maar in Nederland wordt dat ‘waard’. Daarop moet je letten, anders kijkt je le zerspubliek toch eens raar op.”
44
Naast de woordenschat duidt de Nederlandse journaliste op nog meer verschillen. “Ik kan enkel de rekening voor de tijdschriftjournalisten maken, maar in Nederland gaat alles er toch wat losser aan toe. Er wordt bijvoorbeeld veel meer getutoyeerd.” Ook het inter viewen van de noorderburen verloopt op een andere manier. “Nederlanders zijn directer, opener en brutaler. Dat heeft voor- en nadelen, maar tijdens interviews is het wel leuk meegeno
scoop 2 - 2012
Jolien Janzing: “Op Vlaamse redacties wordt, volgens mij onterecht, vaak gedacht dat een Nederlander z’n moedertaal beter beheerst.” (foto Dieter Bacquaert/ingezonden)
men. Ondertussen heb ik geleerd hoe je Vlamingen moet aanpakken, ook al zijn ze wat terughoudender. De reacties op mijn artikels weerspiegelen dat verschil goed. Reacties vanuit Nederland zijn een pak directer, misschien zelfs feller, terwijl ik in Vlaanderen vaker een ano nieme e-mail krijg.” In de printmediasector heeft Janzing nooit moeilijkheden gehad door haar Hollands accent. “Maar een overstap naar de audiovisuele media is als Nederlandse moeilijker. Ik heb een paar keer een mooie kans gekregen, maar mijn accent was te duidelijk.” Vlamingen willen dus geen Nederlandse op het scherm. “Helaas werkt dat natuurlijk in twee richtingen, want in Nederland vinden ze dan weer dat ik te Vlaams spreek.” “Gelukkig ligt dat bij tijdschriften com pleet anders”, vertelt Janzing. “Ik denk dat het zelfs in mijn voordeel speelt. Op Vlaamse redacties wordt, volgens mij onterecht, vaak gedacht dat een Nederlander z’n moedertaal beter be heerst. Ik heb nooit moeite gehad om werk te vinden. Zo’n twintig jaar ge
leden werkten er bij Flair heel wat Nederlandse meisjes.”
Superieur
Zonder haar gezin had Janzing een overstap naar de noorderburen niet ge weigerd. “Het is soms een verademing om op een Nederlandse redactie te wer ken. Er zijn minder intriges, iedereen is er directer. Op Vlaamse redacties zijn er vaak machtsspelletjes bezig. Die zijn er in Nederland ook, maar het gaat er ope ner aan toe.”
“Die mentaliteit moet niet makkelijk zijn voor een Vlaming. Peter Vandermeersch heeft geen makkelijke job nu hij aan het hoofd van NRC Handelsblad staat. Nederlanders hebben zich altijd wat su perieur gevoeld. Ze vonden Vlaanderen vooral schattig en exotisch.” Dat gevoel ebt nu stilaan weg denkt Janzing. “Er is een kentering aan de gang. Net zoals Nederlanders altijd hebben geweten dat het Vlaams onderwijs beter is, zo beginnen ze nu ook in te zien dat er in de Vlaamse media heel wat waardevolle personen actief zijn.” Ben Uytterhoeven
Bas Kurstjens (De Tijd) wil niet meer terug
“Vlamingen zijn echte krantenmakers” Bas Kurstjens (38) is chef deelredactie “Ondernemingen” bij De Tijd. De Nederlander startte met een opleiding accountancy, maar studeerde in 2001 af als journalist. “Ik kwam per toeval in België terecht, maar ik zou voor geen geld ter wereld naar Nederland terugkeren.” Mijn overstap naar België was uit vrije wil”, steekt Kurstjens van wal. “Ik deed mijn stage bij het NRC Handelsblad, maar daar was geen vaste plaats voor mij. Ik had toen een stuk in De Tijd gelezen en vond dat niet meer terug. Ze stuurden mij het artikel op en ik bedankte hen met een mailtje. Daarin liet ik vallen dat ik al tijd beschikbaar was. Dat was ten tijde van de dotcom-bubbel. Daardoor konden ze bij De Tijd een extra pen goed gebrui ken. Bovendien was er in Vlaanderen nog geen volwaardige journalistieke opleiding denk ik, en die had ik wel. Na een zomer heen en weer pendelen tussen Tilburg en Antwerpen, had ik een vast contract te pakken.”
Nederigheid
Kurstjens startte in Parijs als correspon dent voor De Tijd. “Op dat moment werk ten we samen met onze Nederlandse te genhanger ‘Het Financieele Dagblad’ om als twee kleine kranten de kosten te drukken.” De ervaring die hij daar op deed, heeft Kurstjens mentaal rijker ge maakt. “Eigenlijk zou iedereen eens de landgrenzen moeten oversteken, vooral Nederlanders. Die hebben de neiging om
Bas Kurstjens: “Vergeleken met België is Nederlands ouderwets. Nederlandse kranten staan op het punt waar de Vlaamse twintig jaar geleden al stonden.” (foto mediafin/ingezonden)
te denken dat ze het beter weten. Het is voor hen geen slecht idee om zichzelf wat nederigheid aan te leren”, lacht Kurstjens. De aanpassing aan het Belgisch media landschap vond hij relatief gemakkelijk. “Er is wat vakjargon dat aan beide kanten van de grens een verschillende betekenis heeft, maar eenmaal je die woorden kent, is een overstap snel verteerd. Aan mijn stijl heb ik niet moeten sleutelen. Onze eindredacteurs vinden het wel leuk dat ik ook typisch Nederlandse uitdrukkingen gebruik. Als het in de Van Dale staat moet het kunnen, zeggen ze.” Toch liep het niet altijd van een leien dak je. “Ik heb nog vaak het gevoel dat ik eerst als Nederlander bekeken word en dan pas als journalist. Dat creëert een zekere afstand en in het begin bemoeilijkte dat de uitbouw van een goed netwerk van contactpersonen.” Op dat vlak is België wel een zegen. “Belgische bedrijven zijn toegankelijker op een informele manier, in Nederland zijn die meer geïnstitutio naliseerd. In Vlaanderen is het makkelij
“Eigenlijk zou iedereen de landgrenzen moeten oversteken, vooral Nederlanders. Die hebben de neiging om te denken dat ze het beter weten”
ker om een goed verhaal te vinden. Een voorbeeld daarvan is de val van Fortis.” ABN Amro maakte deel uit van Fortis en wekte daarom ook interesse bij onze noorderburen. “Het Financieele Dagblad plaatste veel mensen op de zaak, maar toch waren alle primeurs in de Belgische pers te vinden. Dat komt door het vertrou wen van bedrijven in de pers. Dat is er in Nederland niet.”
luie houding
Steeds vaker maken Vlamingen de over stap naar de Nederlandse pers. Dat komt omdat Belgische mediagroepen actiever worden in Nederland, denkt Kurstjens. “Denk maar aan De Persgroep. Nederlandse media hebben een aantrek kingskracht op Belgische journalisten. Het Vlaamse krantenlandschap is relatief klein en concurrentieel. Vlaamse media maken met een beperkte oplage toch kranten die rendabel zijn. In Nederland hebben ze op dat vlak jarenlang een luie houding aan genomen. Je ziet dat Nederlandse kran ten op het punt staan waar de Vlaamse twintig jaar geleden al stonden op vlak van lezergerichtheid. Vergeleken met België is Nederland ouderwets. Op vlak van management kan Nederland veel le ren van Vlamingen zoals Christian Van Thillo en Peter Vandermeersch. Hoewel de Nederlandse redacties aanvankelijk zeer argwanend waren, ze vreesden voor saneringen. Maar die angst is gegroeid naar een soort van respect: Vlaamse me diamensen en –bedrijven zijn uitstekende krantenmakers.” Bart De Wilde Ben Uytterhoeven
scoop 2 - 2012
45
trends Kruisbestuiving onder kranten
Op zoek naar het DNA van De Standaard en De Morgen Opvallend veel journalisten veranderden de afgelopen maanden van werkgever. Vooral de onderlinge wissels tussen De Morgen en De Standaard sprongen in het oog. Wat doet dit met de ziel van een krant? In een zoektocht naar het DNA van de eeuwige concurrenten hield Scoop de respectieve hoofdredacteurs een spiegel voor.
Scoop: Hoe zou u uw krant omschrijven in één zin? Bart Sturtewagen: “De Standaard probeert het beste informatiemedium te zijn voor Vlamingen, niet alleen op papier maar ook online en mobiel.” Wouter Verschelden: “De Morgen is on afhankelijk, eigenzinnig, kritisch en pro gressief met een gevoel voor esthetiek en kwaliteitsfotografie.” Scoop: Wat verstaat u onder de identiteit van uw krant? Sturtewagen: “De lezer bepaalt de identiteit van onze krant. Hij verwacht van ons dat we stukken brengen die voor hem meerwaarde bieden. Daar moeten wij op inspelen. Ons lezerspubliek is de laatste jaren sterk uit gebreid, ook daar hebben we rekening mee moeten houden. Tijdens de jaren negentig waren we van mening dat het nieuws droog moest zijn. Veel tekst en weinig beelden was de boodschap. Terwijl andere kranten, waar onder ook De Morgen, al hadden ingezien dat beelden en grafieken ook informatief kunnen zijn, bleven wij aan dat idee kleven. De laatste tien jaar hebben we dat rechtge zet. Nu beseffen we beter dan ooit dat onze krant mee moet evolueren in een snel veran derende wereld.” Verschelden: “De Morgen heeft een uitge sproken mening. We zijn de krant die het meeste durft, het meeste lef heeft. Onze aan pak verschilt duidelijk van die van de popu laire kranten. We streven op een eigenzin nige manier een bovengemiddelde journa listieke norm na. Ik denk ook dat onze krant jonger is en meer met de vinger aan de pols blijft.”
46
Scoop: Vindt u dat er veel onderlinge wissels zijn? Sturtewagen: “Dat valt goed mee. Er zijn wel wissels geweest maar dat is geen onbekend verschijnsel. Wanneer journalisten, zoals Wouter Verschelden en Steven Samyn, hier hoge ogen gooien en elders kansen krijgen die we hier niet kunnen bieden, is het nor
scoop 2 - 2012
maal dat zij die grijpen. Ook vroeger zijn er al bewegingen geweest. Eerder van De Morgen naar ons toe dan andersom, maar nieuw is het niet.” Verschelden: “Hoezo veel wissels? Van de Standaard gingen het laatste jaar twee men sen naar De Morgen: Steven Samyn ver trok samen met mij, later volgde Michel Vandersmissen. Omgekeerd waren er ook maar een paar transfers.”
Scoop: Verwacht u nog bewegingen in de nabije toekomst? Sturtewagen: “Er zullen altijd wissels zijn, volgens mij is dat een conjunctureel ver schijnsel. Als het wat slechter gaat met een krant, dan vertrekken de redacteurs sneller. De Morgen heeft die beweging gedeeltelijk zelf in gang gezet toen ze een hele hoop van hun betere mensen de laan uitstuurde. Toen hebben ook vele redacteurs andere horizon ten opgezocht omdat de sfeer niet goed was. Het is bovendien ruimer dan de krantensec tor. Bij andere media is er ook beweging, zij hebben ook nieuwe mensen nodig.” Verschelden: “Ik verwacht nog wissels. In Vlaanderen is er een nieuwe generatie hoofdredacteurs die nog op zoek is naar een juiste aanpak. Zowat overal is de hoofdre dactie veranderd, behalve bij Concentra. Het zal volgens mij dus nog even duren vooral eer het medialandschap zich stabiliseert. Als je de beweging van de laatste tijd analyseert, zie je dat veel transfers te maken hebben met het vertrek van Peter Vandermeersch bij De Standaard. Toen is er een grote uit stroom van journalisten geweest.” Scoop: Veranderen de wissels de ‘smoel’ van uw krant? Sturtewagen: “Smoel is geen statisch be grip. We zouden er erg aan toe zijn als we nog dezelfde smoel hadden als tien jaar ge leden. Een krant kan niet blijven stilstaan terwijl de dingen zo snel veranderen. Het is goed dat er dynamiek is, dus het is ook goed dat er vers bloed binnenkomt. Op een bepaalde manier veranderen de wissels het
“De Standaard doet haar ding, wij het onze. Ik wens hen alle succes daarmee maar voor de rest laat het me compleet koud” Wouter Verschelden
hoofdredacteur van De Morgen
(foto’s Michiel Hendryckx)
(fotomontage Koen Theuns)
“Het is goed mogelijk dat veel lezers het verschil niet zouden zien als we de teksten in elkaars lay-out gieten” Bart Sturtewagen
hoofdredacteur van De Standaard
wezen van een krant wel. En als het te snel verandert, kom je op een punt waar je de co hesie verliest. Dat is noch bij ons, noch bij De Morgen al het geval. Er werken honderd mensen op onze redactie, dus dat er enkelen veranderen heeft niet zo’n grote invloed.” Verschelden: “Als je met ‘smoel’ onze uit hangborden bedoelt, dan is dat zo. Enkele van onze boegbeelden zijn weggegaan, zo als Walter Pauli die nu voor Knack werkt. De jongere generatie vervangt geleidelijk aan de oudere, en dat is een natuurlijk proces. Dat kan voor De Morgen een zinvol gegeven zijn. We staan wel nog altijd voor dezelfde waar den. De Morgen onderschrijft nog steeds de zelfde zaken, alleen gebeurt dat nu door een jongere generatie die de krant nieuw leven inblaast.” Scoop: Zijn er stukken van de concullega’s die u liever in uw eigen krant had zien staan? Sturtewagen: “Het gebeurt vaak dat ik op een goed idee stoot van De Morgen. Eerlijk gezegd gebeurt dat de laatste tijd wel min der. Ik heb niet het gevoel dat ze daar goed bezig zijn.” Verschelden: “De Standaard doet haar ding, wij het onze. Ik wens hen alle succes daar mee maar voor de rest laat het me compleet koud.”
Scoop: Gaat u akkoord met de stelling dat de stukken uit De Morgen en De Standaard onderling inwisselbaar zijn? Sturtewagen: “Het is goed mogelijk dat veel lezers het verschil niet zouden zien als we de teksten in elkaars lay-out gieten. Dat komt omdat onze doelgroepen nu veel dichter bij elkaar aanleunen dan vroeger. Wij hopen dat men na verloop van tijd toch zou vaststellen dat De Standaard iets diepgaander en kwali
teitsvoller is dan andere kranten.” Verschelden: “We delen de liefde voor kwa liteitsvolle journalistiek en hanteren allebei bepaalde normen. Maar onze stukken ver schillen duidelijk van die van De Standaard. Zeker het politieke luik van de krant: als je de berichtgeving vergelijkt, dan zie je duidelijke ideologische verschillen.”
Scoop: Hoe passen de magazines binnen uw concept? Sturtewagen: “Wij vertrekken vanuit een journalistieke logica: wat kan ons een nieuwe dynamiek geven en de lezers nog meer aan ons binden? Ervoor zorgen dat je met al die uitgaven de lezer niet overvoert, is de uitda ging. Daarom zijn wij niet bepaald onder de indruk van wat De Morgen met de weekends doet. Eigenlijk brengen ze twee lifestylebla den die heel erg op elkaar lijken. Volgens mij is men voor DMuze vertrokken vanuit een advertentiecontext. Met onder andere de harde kaft en harde rug kan men zich bege ven op de adverteerdersmarkt van internati onale luxemerken.” Verschelden: “Onze magazines illustreren misschien nog het best waar De Morgen voor staat. Uitgebreide fotografie is heel kenmer kend. Niet zozeer een diarree aan stukken en analyses maar wel het maken van scher pe keuzes met de nadruk op het menselijke. Mooie portretten van interessante mensen moeten dat duidelijk maken. En het brengen van tv-pagina’s is een financiële en redactio nele gok die wij, in tegenstelling tot de men sen bij De Standaard, wel durven nemen.” Charlotte Demedts Pieter-Jan Leupe Koen Theuns
scoop 2 - 2012
47
gestart
Koen Debelder
Beeldtechnicus bij Videohouse
21 jaar Bio: 22 jaar woont in Opwijk werkt in Vilvoorde. verdient 1400 euro netto per maand
“Ik werk liever op de achtergrond”
Na drie jaar Arteveldehogeschool finaal goedgekeurd voor de journalistiek. En dan? Klaar voor het echte werk, de media-reality-check. Koen Debelder werd wel heel snel van de schoolbanken geplukt. Hij werkt sinds mei 2011 als beeldtechnicus bij Videohouse en monteert items voor het VTM-nieuws. “Ik mocht al beginnen toen ik nog niet eens afgestudeerd was.”
48
Scoop: Hoe verliep uw eerste werkdag? Koen Debelder: “Ik heb mijn stage bij Zoom gedaan, het nieuwsprogramma voor jongeren. Ik kende mijn weg dus bij VTM en had ook al enkele mensen ontmoet. Je moet als nieuweling altijd wel een beetje aftasten, maar het is goed meegevallen.” Scoop: Wat doet u precies? Debelder: “Ik werk bij Videohouse als beeldtechnicus. Ik mon teer momenteel stukken voor het VTM-nieuws. Ik moet zorgen dat de inhoud, waarvoor de journalist zorgt, vormelijk op tijd en correct op het net verschijnt. Soms moet ik ook pilootafleve ringen van Royalty of speciale nieuwsafleveringen monteren.” Scoop: Is het werk wat u ervan verwacht had? Debelder: “Voor de nieuwsuitzendingen zijn er natuurlijk piek momenten, maar ik had niet verwacht dat er zulke grote pau zes tussen waren. Meestal zijn de namiddagen redelijk rustig.” Scoop: Was u goed voorbereid door uw studies? Debelder: “Tijdens de praktijklessen waar we tegen strak ke deadlines goede stukken moesten maken, kregen we een beeld van hoe hectisch het er in het echte leven aan toe kan gaan. Alle journalistieke vakken komen uiteraard van pas. De geschiedenislessen vormen ook een goede achtergrond, waar door ik soms zelf een paar bedenkingen kan meegeven.” Scoop: Hoe bent u bij uw huidige job terechtgekomen? Debelder: “Ik ben vorig jaar in maart mediarte.be beginnen af schuimen naar jobs en heb mijn kans gewaagd bij Videohouse. Daar kon ik in mei al beginnen, ik was niet eens afgestudeerd.”
scoop 2 - 2012
(foto Sander Ampe)
Scoop: Welk vooroordeel over de media is door uw ervaringen bevestigd? Debelder: “De mediawe reld is een harde wereld. Je moet er presteren, anders kiezen ze liever iemand anders. Heel Vlaanderen kan mijn fouten immers zien.” Scoop: Welke niet? Debelder: “Dat alle journalisten een groot ego zouden hebben. Misschien is de concurrentie harder tussen journalisten onder ling, maar niet tussen journalist en monteur. Uiteindelijk helpen wij hen zodat hun stuk tot zijn recht komt.” Scoop: Op welke bijdrage bent u echt trots? Debelder: “Toen de regeringsonderhandelingen vijfhonderd da gen bezig waren, moest ik die periode samenvatten in een stuk van twee minuten. Hoewel het eindresultaat van een volledige dag intensief werk in enkele minuten voorbij is, haal ik er toch veel voldoening uit.” Scoop: Hebt u al beginnersfouten gemaakt? Debelder: “Het grootste probleem was dat ik het monteerpro gramma nog moest leren kennen. Daardoor was ik trager dan de rest. Dat is natuurlijk wel lastig, maar ik deed dan ook mijn uiter ste best om het onder de knie te krijgen.” Scoop: Ziet u dit werk als een opstapje naar iets anders of is het toch uw droomjob? Debelder: “Ik zie mezelf dit werk nog wel een tijdje doen. In de toekomst zal ik ook naar andere zenders worden overgeplaatst, wat wel voldoende zuurstof zal geven om de uitdaging te blijven zien. Ik vind vooral de afwisseling tussen zenders en collega’s be langrijk, ik heb daarbij geen specifieke job in gedachten.” Scoop: Op welke manier gaan we nog horen van u in de toekomst? Debelder: “Aangezien we wellicht tot ons zeventigste zullen moe ten werken, heb ik daar nog tijd genoeg voor. De vraag is of er van mij gehoord moet worden. Ik werk liever op de achtergrond dan met mijn hoofd op een affiche te staan.” Inne De Pooter
foto Sander De Groote/Stéphanie Debruyne/Piet Martens
concept cover foto en montage StĂŠphanie Debruyne
Ă˜
scoop is een uitgave van de opleiding bachelor in de journalistiek