8 minute read
mijn superboer
De Graafschap kan in de Achterhoek én daarbuiten rekenen op veel sympathie. De Doetinchemse voetbalclub telt een enorme schare aanhangers en sponsors. De supporters noemen zichzelf Superboeren, de term is uitgegroeid tot een geuzennaam. In deze rubriek gaan we maandelijks in gesprek met een Superboer, met deze keer oud-trainer Simon Kistemaker.
Het was een prestatie van formaat. Ongeëvenaard zelfs. Simon Kistemaker werd in 1991 met De Graafschap ongeslagen kampioen in de eerste divisie. De wedstrijden op de altijd uitverkochte Vijverberg werden boerenbruiloften genoemd. De oudtrainer heeft warme herinneringen aan die tijd. “Ik kijk er met veel plezier op terug. Supporters spreken me er nog steeds op aan. Daar ben ik best wel trots op.”
Advertisement
De spelers gingen voor De Kist door het vuur. De oefenmeester wist het publiek te bespelen en koppelde met zijn elftal goed voetbal aan een geweldige mentaliteit. “Ik wilde altijd aanvallend spelen, niet met vijf maar met vier verdedigers.
Met Hans Kraaij ervoor. Ook in de eredivisie. Heel
Nederland was enthousiast over onze speelwijze.”
Het spitsenduo Peter Hofstede en Jurrie Koolhof was razend gevaarlijk. Helaas raakte goalgetter Hofstede al snel tijdens het seizoen op het hoogste niveau langdurig geblesseerd. “Er moest een spits bij. Maar het bestuur ging daar niet in mee. Mede daarom zijn we op het nippertje gedegradeerd. Doodzonde, want anders waren we in de middenmoot geëindigd en hadden we kunnen doorbouwen. Nu vertrokken de beste spelers en waren we terug bij af. Het is mijn grootste frustratie.”
Kistemaker kwam, totdat corona zijn intrede deed, nog geregeld naar Doetinchem om samen met zijn vrouw Thea wedstrijden van De Graafschap te bekijken. Vorig jaar overleed Thea aan de gevolgen van alvleesklierkanker en Simon zelf kreeg darmkanker en is na een zware operatie weer aan de beterende hand. “Ik heb het er moeilijk mee en mis Thea iedere dag. De band met De Graafschap en de streek koester ik. De schildering met mijn portret op de tribune doet me goed.” Hij kreeg onlangs een brief van Eddie Janssen. “Hij bedankte me voor de mooie jaren en meldde dat de supporters me nooit zouden vergeten. Daar werd ik wel even stil van. De Graafschap blijft altijd in mijn hart, de club is qua warmte onovertroffen.”
Wat is volgens jou een Superboer? “Het draait om de supporters, zij zijn De Graafschap. Een Superboer is iemand die tot in zijn ziel verknocht is met de club. Vaak gaat dat van vader op zoon. Mijn citaat: gewoon je kloten eraf werken, past erbij.” Wat is je eerste herinnering aan De Graafschap? “Dat was het gesprek met voorzitter Van Kooten die me graag als trainer wilde. Het was een heel kort gesprek, want na zijn aanbieding stapte ik gelijk op. Toen ik thuis was, belde hij gelijk weer met een betere aanbieding. Dat had je beter gelijk kunnen doen, zei ik toen.”
Wat is je beste/leukste herinnering aan De Graafschap? “Uiteraard het kampioenschap in 1991. De thuiswedstrijd tegen FC Wageningen heb ik ook nog goed op het netvlies. We stonden met 4-1 achter en kwamen toch nog gelijk. In de slotminuut scoorde Koolhof zelfs de 5-4 maar die werd onterecht afgekeurd.”
Simon Kistemaker werd in 1991 ongeslagen kampioen
Wat moet De Graafschap doen om een stabiele eredivisieclub te worden? “De trainer moet aanvallend voetbal prediken. Dat willen de supporters en het past bij de club. Het wordt dit seizoen niet makkelijk om te promoveren. Hopelijk lukt het nog, want met zo’n stevige achterban hoor je in de eredivisie te spelen.”
Welke oud-De Graafschap-speler zou perfect in het huidige elftal passen? “Dat is een rare vraag, want je kunt de tijd niet vergelijken. Maar als je het over toppers hebt, dan noem ik Edwin Godee en Eric Viscaal. Dat waren geweldige spelers.”
Wie is beste ambassadeur van de club of zou dat kunnen zijn? “Sjoerd Weikamp. Een intelligent persoon die De Graafschap ademt en mensen voor zich kan winnen. Ik zie in hem een toekomstig voorzitter.” m
Prof. dr. Gert-Jan Hospers over innovatiekracht: ‘De Achterhoek is oerend smart’
Prof. Dr. Gert-Jan Hospers is bijzonder hoogleraar Transitie in Stad en Regio bij de afdeling Geografie, Planologie en Milieu aan de Radboud Universiteit en directeur van Stichting Stad en Regio, een stichting die zich inzet voor stedelijke en regionale ontwikkeling op menselijke maat. Richard Stegers sprak uitgebreid met hem.
Hoogwaardige brandveiligheidssystemen, het koeientoilet en de elektrische brommer zijn Achterhoekse innovaties.
Je adviseert onder andere de Achterhoek over strategische vraagstukken. Kun je hierover wat meer vertellen? “Als geboren en geboren Tukker met Achterhoekse en Veluwse wortels werk ik bij voorkeur in Oost-Nederland. Ik heb een zwak voor de Achterhoek: ik heb een klik met het gebied en de mensen die er wonen. Daarom volg ik de regio met belangstelling en probeer ik gemeenten en het regiobestuur met raad en daad ter zijde te staan. Hoe kun je het bedrijfsleven ondersteunen? Waar liggen interessante verbindingen met Twente en Arnhem-Nijmegen? Wat gebeurt er aan de overkant van de grens? Maar ik vind het belangrijk om het onderzoek concreet en praktisch te houden.”
Hoe innovatief is de Achterhoek? “Bij innovatie gaat het om commercieel succesvolle vernieuwingen. Zo bekeken is de Achterhoek heel innovatief, veel bedrijven zijn continu bezig met het ontwikkelen van nieuwe producten, technische snufjes en slimme oplossingen die ze tot ver buiten onze landsgrenzen weten te verkopen. Of het nu gaat om hoogwaardige brandveiligheidssystemen (Beele Engineering), het koeientoilet (Hanskamp) of de elektrische brommer (Brekr), het zijn Achterhoekse innovaties. Bedrijven uit de regio duiken dan ook vaak op in de innovatie-ranglijstjes die regelmatig verschijnen. Het schijnt dat de Achterhoek relatief gezien net zo veel patenten telt als de hightechregio rond Eindhoven. Ik weet niet of dat klopt. Maar mijn indruk is dat de Achterhoek ‘oerend smart’ is.”
Wat brengt innovatie als het gaat om duurzame welvaart? “Innovatie is de motor die de regionale economie draaiende houdt en vooruitbrengt. Vernieuwende bedrijven zorgen voor extra omzet, groei en werkgelegenheid. Als een regio innovatief is, leidt dat uiteindelijk tot een stijging van de welvaart. Tegenwoordig kijken economen daarbij verder dan geld alleen – ook de kwaliteit van leven, zoals het wonen in een mooie omgeving en sociale netwerken, dragen bij aan ons welbevinden. Daarom hoor je steeds vaker de term duurzame of ‘brede’ welvaart. Op dat vlak scoort de Achterhoek hoog: het woon- en leefklimaat is er prettig. Die brede welvaart is trouwens ook weer goed voor innovatie. Dat heeft te maken met de menselijke maat en de ‘korte lijntjes’ in de Achterhoek: je hebt in de regio snel contact met iemand die je verder kan helpen. Ook ondernemers hebben daar profijt van, want innovatie is mensenwerk: het vereist overleg, teamwork en samenwerking. Niet voor niets zeggen experts: ‘hightech vraagt om high touch’.”
Er zijn tal van innovatieve bedrijven in de Achterhoek, je noemt ze verborgen kampioenen. “Uit de Achterhoek Monitor 2020, die eind vorig jaar is verschenen, blijkt dat de regio sterk is in de maakindustrie. Daarbinnen laten de machinebouw en voedingsmiddelen werkgelegenheidsgroei zien. Juist hier vind je ook veel ‘verborgen kampioenen’: bedrijven die bij het grote publiek weinig bekendheid genieten, maar een begrip zijn in hun specifieke branche. Neem de Kaak Groep in Terborg, een wereldspeler in machines voor industriële bakkerijen. Een ander voorbeeld is Elite in Neede. Al sinds 1957 maakt het familiebedrijf ambachtelijke snacks, salades en sauzen die via groothandels hun weg naar de horeca vinden.”
Zijn de bedrijven in de Achterhoek te bescheiden, zoals we dat vaak horen? “Achterhoekse bedrijven staan er inderdaad niet om bekend dat ze zich continu op de borst kloppen. Onder het motto ‘goede wijn behoeft geen krans’ werken ze graag in alle stilte. Misschien is ‘ingetogen’ wel een beter woord: ondernemers werken hard en doen daar niet duur over. De laatste jaren merk ik dat de Achterhoek zich profileert met z’n bescheidenheid – ik vind dat een beetje paradoxaal of zelfs wat ongeloofwaardig: je op de borst kloppen met hoe bescheiden je bent, tsja…”
Je waarschuwt bedrijven voor ‘kuddegedrag’. Wat bedoel je daarmee? “Veel ondernemingen in ons land, of ze nu machineonderdelen of bouwmateriaal maken, doen meer van hetzelfde en volgen gedwee de trends. Juist ondernemingen die innoveren en een nieuw pad inslaan, boeken op termijn succes. Door het nét even anders te doen, onderscheiden ze zich van de rest. De Achterhoek heeft veel van die eigenzinnige bedrijven. Neem 247TailorSteel: het bedrijf uit Varsseveld kan razendsnel staal en buizen op maat snijden. Via het web kunnen klanten van over de hele wereld 24 uur per dag en 7 dagen per week hun gepersonaliseerde bestelling doorgeven. Wie kiest, wordt gekozen!”
Hoe zie je ‘groene groeikansen’ voor bedrijven precies? “Om klimaatverandering kunnen we niet meer heen, ook bedrijven niet. We moeten nu echt in actie komen. Gelukkig zie je in een deel van het bedrijfsleven dat klimaatneutraal ‘het nieuwe normaal’ wordt. Steeds meer ondernemers beseffen dat ‘groen’ en ‘poen’ elkaar niet uitsluiten, maar prima samengaan. Dat zie je ook in de Achterhoek. Neem Dorset Green Machines uit Aalten, marktleider in slimme oplossingen voor het verwerken van organische reststromen, zoals kippenmestdrogers die biomassa leveren voor de opwekking van groene energie. Colubris Cleantech uit Winterswijk maakt afvalwaterzuiveringsinstallaties en andere hoogwaardige recyclingsystemen, waaronder installaties die gipsplaten en stenen kunnen recyclen. De laatste jaren is het bedrijf sterk uitgebreid. Deze en andere bedrijven laten zien dat inspelen op klimaatverandering ook een hele interessante groeimarkt is.”
Wat houdt een ‘regio zonder barrières’ in? “Ruim twaalf procent van de Nederlanders heeft een lichamelijke beperking. Dat is best veel. Denk aan mensen die in een rolstoel zitten, problemen hebben met lopen, slechtziend of doof zijn. Door vergrijzing neemt deze groep alleen maar toe.