te d ec ot pr ht rig py co Planmatig werken op het melkveebedrijf
Arbeid & melken
Theorieboek
Jan Hulsen Ryan van Egmond Ynte Schukken
ht
rig
py
co
te d
ec
ot
pr
te d
Theorieboek
ht
pr
ot
ec
Arbeid & melken co
py r
ig
Planmatig werken op het melkveebedrijf
Jan Hulsen Ryan van Egmond Ynte Schukken
www.roodbont.com
www.vetvice.nl
www.gddiergezondheid.nl
I N H O U D S O P G AV E MODULE
MANAGEN VAN PLANMATIG WERKEN
MODULE 1
BEGINNEN MET PLANMATIG WERKEN Protocollen moet je zelf maken
6
Stripverhaal: werken zonder en met protocollen
8
De management- of pdca-cyclus
9
De protocoltrechter: fasen bij het maken van protocollen 10
MODULE 3
MODULE 4
4
11
Stappenplan: planmatig organiseren van een taak
12
De vaste indeling en inhoud van een protocol
14
DE VOLGENDE STAP IN PLANMATIG WERKEN
co py rig ht pr ot ec te d
MODULE 2
Duidelijke doelen voor richting en motivatie
Leiden en leidinggeven
22
Voorwaarden voor betrokken en bevlogen medewerkers
23
Zelfkennis, om beter leiding te geven
24
Nieuwe medewerkers inwerken
25
Feedback geven: constructief en eerlijk
26
DOELEN EN MODELLEN
Doelen stellen en behalen
34
5S – Scheiden en Schikken
35
Het DROP-model (GROW)
36
Planning van het werk: dag-week-maand
37
Opslag van diergeneesmiddelen en -materialen
38
Manier van leidinggeven per situatie aanpassen
39
Vruchtbaarheid = een goede voorbereidingsperiode
40
Aantekeningen
41
CONTROLEREN EN CONTINU VERBETEREN Continu verbeteren
50
In control zijn en continu verbeteren
51
Pro-actief, vooruitkijkend, managen
52
Verbeterbord
53
Efficiëntie verhogen en verspillingen herkennen
54
Tim Woods ´Waste Walk‘ (LEAN)
55
I N H O U D S O P G AV E Wie is Miss Management?
TOEPASSEN VAN PLANMATIG WERKEN START MET EENVOUDIGE PROTOCOLLEN – MELKEN 14
De organisatie stuurt de kwaliteit van het melken
15
Melkstal: protocollen opstarten, tanklokaal
16
Melkstal: ophalen van de koeien
17
Melkstal: melkprotocollen
18
Melkrobot: protocollen stalrondes
19
Melkstal: protocollen afronden melken
20
Meten en verbeteren moet, feedback en overleg ook
21
PROTOCOLLEN KALFJES VOEREN – AFKALVEN – INSEMINEREN Complexere protocollen: kalfjes voeren, afkalven en insemineren Werkrondes voeren en verzorgen kalfjes
28
29
Voeren en verzorgen van melkdrinkende kalfjes
30
Protocol zorg rondom afkalven en geboorte
31
Werkwijze rondom het insemineren
32
Werkwijze insemineren verdieping
33
‘Wat zou Miss Management hier van vinden?’ Haar mening is de maat der dingen. Want zij heeft het overzicht, de kennis en de wijsheid. Daarmee is zij onze management-mentor. Miss Management bezit ook het relativerende vermogen. Zij heeft oog voor onze menselijke kant, die maakt dat we wel weten en willen, maar soms niet doen. En daar zijn dan redenen voor, waar we toch een beetje om moeten lachen als we ze onder ogen zien...
co py rig ht pr ot ec te d
Eenvoudige protocollen: begin met melken
Miss Management is ons ideaal. Zij is de baas, de leider, de coach waar we van dromen. Ons voorbeeld waar we naar handelen.
Dus misschien is Miss Management onze moeder, die ons goede raad geeft, aanspreekt op wat we beter kunnen doen en onze fouten vergeeft. ‘Werken’ gaat natuurlijk om je werk goed doen, resultaten neerzetten en geld verdienen. Maar wel met alle respect voor mens, dier en omgeving!
PROTOCOLLEN EN BESLISBOMEN VOOR BEHANDELINGEN Behandelen volgens plan
42
Behandelplannen maken: de basis
43
Werkwijze koe met afwijkende melk
44
Stroomschema voor beslissingen: beslisboom
45
Behandelplannen zijn onderdeel van werkwijze
46
Werkwijze uiergezondheidsattentie melkrobot
47
Voorbeeld checklist succesvol voetbaden
48
Aantekeningen
49
PROTOCOLLEN VOOR PREVENTIE EN BIOVEILIGHEID Bioveiligheid
56
Regel 1 voor effectief behandelen
57
Bioveiligheid: infecties buiten het bedrijf houden
58
Bioveiligheid: tegengaan infecties binnen het bedrijf
59
Managen van bioveiligheid
60
Vaste protocollen voor reinigen materialen kalfjes
61
Miss Management® is een gedeponeerd merk van Vetvice.
5
M O D U L E 1: B E G I N N E N M E T P L A N M AT I G W E R K E N
Protocollen moet je zelf maken
EFFICIËNT EN EFFECTIEF
‘Ik wil niet voortdurend vragen wat ik moet doen en hoe ik het moet doen.’
‘Ik moet efficiënt werken, niets vergeten en alle problemen vóór zijn.’
co
py r
‘Als ik niet met protocollen werk, zijn de resultaten een verrassing, heb ik altijd te weinig tijd en loop ik te vaak achter de feiten aan.’
DUIDELIJKHEID
ig
‘IN CONTROL’
ht
pr
ot
ec
te d
Standaardwerkwijzen, protocollen, zijn onmisbaar om met zekerheid de resultaten te behalen die je wilt behalen. Zonder standaardwerkwijzen weten mensen niet hoe ze bepaald werk moeten doen, moet je teveel onderling overleggen en kun je niet verbeteren en geen werkplanning maken. Het zelf maken en onderling afstemmen van standaardwerkwijzen is minstens zo belangrijk als het resultaat. De uitgeschreven protocollen gebruik je om nieuwe mensen in te werken, als geheugensteun, bij een training en om met adviseurs te overleggen. Het succes van het werken met protocollen hangt af van de inrichting en materialen op de werkplek, training en regelmatig meten en evalueren, en van de betrokkenheid van medewerkers. Ook betrokkenheid kun je maken en breken.
De bedrijfsmanager De ervaren medewerker
De (vrij) onervaren medewerker Iedereen haalt zijn eigen voordelen uit het werken met standaardwerkwijzen.
6
Planmatig werken op het melkveebedrijf
P R O TO C O L L E N M O E T J E Z E L F M A K E N ‘Je spreekt met elkaar een standaardwerkwijze af. Vervolgens schrijf je dit op en heb je een protocol.’
Zelf maken geeft inzicht en motivatie
pr
ot
ec
te d
Protocollen zijn altijd maatwerk, voor jouw bedrijf en jouw doelen. Om ze succesvol te kunnen toepassen moet je écht begrijpen waarom je bepaalde dingen doet zoals je ze doet. Want anders voer je feitelijk een handeling uit die je niet begrijpt, dus waar je niet achter staat. En je weet dan niet hoe je moet reageren zodra in het werk iets fout gaat of niet normaal is. Door protocollen samen met je medewerkers te maken leer je van elkaar en begrijp je elkaar beter. Je beseft ook dat het niet om jouw gelijk gaat of dat van een ander, maar om de beste werkwijze. Soms moet je gewoon kiezen en na een half jaar kijken of het een goede keuze was. Dit proces zorgt voor draagvlak en betrokkenheid. En doordat je samen protocollen maakt, gaat iedereen beter nadenken over efficiënt werken en continu verbeteren.
co
py r
ig
ht
Goede organisatie geeft betrokken medewerkers
Het introduceren van planmatig werken en het maken van protocollen werken als een vliegwiel. Je moet er in het begin veel energie in stoppen om het op gang te krijgen, maar als het eenmaal draait gaat alles heel soepel en vanzelf.
Module 1: Beginnen met planmatig werken
Betrokkenheid ontstaat onder meer uit hoe snel iemand het resultaat ziet van zijn werk, en de mate waarin hij het resultaat kan beïnvloeden en problemen kan oplossen. Dit kun je allemaal organiseren. Een werkinstructie moet dus heel specifiek vermelden hoe je in het werk ziet dat het goed gaat, bijv. schone speenpunten na voorbehandelen, en geen onderbreking in de melkstroom na aansluiten, een schone melkfilter na afloop. Er moeten ook oplossingen gegeven worden voor afwijkingen als bijv. een koe met mastitis, het aftrappen van een melkstel door een koe, of een vaars die de melk niet laat schieten.
7
S T R I P V E R H A A L : W E R K E N Z O N D E R E N M E T P R O TO C O L L E N De waarde van protocollen • Protocollen zorgen voor constante en gewenste kwaliteit van de resultaten en van het werk. Je werkt effectief. • Ze verschaffen rust en duidelijkheid: iedereen weet hoe hij een bepaalde taak moet doen en je kunt gemakkelijk een medewerker of noodhulp inwerken. Het team heeft minder onderlinge afstemming nodig.
• Protocollen maken het mogelijk om een planning te maken en om materialen en inrichting van werkplekken doelgericht af te stemmen. Je werkt efficiënt. • Continu meten, evalueren en verbeteren draagt bij aan betrokkenheid en bevlogenheid. Alleen als iedereen hetzelfde werk op dezelfde wijze doet, kun je meten hoe het gaat en kun je verbeteren.
VOOR = ZONDER PROTOCOLLEN ‘Ik wilde de kalverhokjes schoonmaken. Wat moet ik met koe A en B doen? En hoe?’
‘Hmm, ik moet ook alles zelf doen #@&!’
‘De planning is duidelijk, alles is genoteerd. Ik weet wat ik moet doen. Zie ik je bij de koffie?’
‘Ik moet weg!’
co py rig ht pr ot ec te d
‘Koe A heb ik behandeld en loopt in de groep. Koe B heb ik apart gezet en nog niet behandeld. Ik moet nu weg!’
NA = MET PROTOCOLLEN
‘De kalfjes hebben melk gehad. Wat moet ik nu doen?’
‘Speenemmers reinigen, hok instrooien, voerbak leegmaken en vers voer erin... En dan is er koffie!’
‘Ja, dat vinden we heel belangrijk. Zullen we vóór de koffie even alle stappen doorlopen?’
‘Ik vind het onduidelijk hoe jullie melken en er is veel mastitis.’ ‘Jullie hebben een duidelijk melkprotocol en gezonde uiers.’ ‘Och, melk zoals je altijd doet. Doe ik ook.’
8
Planmatig werken op het melkveebedrijf
D E M A N A G E M E N T O F P D C A C Y C LU S Managen doe je met de pdca-cyclus Management is gebaseerd op de managementcyclus, oftewel pdca-cyclus: ‘plan-do-check-act’. Je begint met doelen en een plan. Dit voer je uit en op gezette tijden controleer en evalueer je de resultaten en het plan, om vervolgens zo nodig of desgewenst het plan aan te passen.
D = DOEN Je werkt volgens het plan, dus je houdt vast aan het plan. Als je merkt dat dit niet lukt, ga jje direct evalueren.
co py rig ht pr ot ec te d
P = PLAN Je maakt een plan voor wat je wilt doen. Maak dit plan SMART.
A
P
D
C
A = AANPASSEN Op basis van de controle en evaluatie verbeter je het plan, maak je een nieuw plan, of ga je door met het plan.
Module 1: Beginnen met planmatig werken
C = CONTROLEREN EN EVALUEREN Je beoordeelt of je de gewenste resultaten hebt behaald en of je in het plan dingen kunt verbeteren.
9
M O D U L E 1 : S TA R T M E T E E N V O U D I G E P R O TO C O L L E N M E L K E N
Eenvoudige protocollen: begin met melken
ht
pr
ot
ec
te d
Wil je beginnen met protocollen, begin dan met de werkwijzen rondom het melken. Op bedrijven met melkrobots start je met de stalrondes. Als iedereen volgens standaardwerkwijzen gaat melken, merk je direct dat alle dingen beter gaan. Ook een nieuwe melker inwerken verloopt beter met protocollen. Melken bestaat uit een klein aantal handelingen, die je vrij gemakkelijk kunt standaardiseren en beschrijven. Tijdens het melken hoef je zelden een beslissing te nemen. En ook noodzakelijke beslissingen kun je het beste standaardiseren, met beslisbomen.
‘Hoe melk jij?’
‘Wat doe jij precies als je alles opruimt na het melken?’
co
py r
ig
‘Wat doe jij precies als je alles klaar zet om te gaan werken?’
‘Door met elkaar de doelen en de werkwijzen te bespreken wordt je een team. Help elkaar daarbij en maak concrete afspraken.’
14
Planmatig werken op het melkveebedrijf
D E O R G A N I S AT I E S T U U R T D E K WA L I T E I T VA N H E T M E L K E N Structuur beïnvloedt kwaliteit Niet-optimaal melken vergroot de kans op uierproblemen en verminderde kwaliteit van de melk. Verschillen in werkwijze tussen melkers verlengen de melktijd en veroorzaken onrust bij de koeien. Koeien en melken floreren als alle dingen elke dag exact hetzelfde zijn. Het melkproces bestaat uit de volgende stappen: 1. de voorbereiding; 2. het ophalen van de koeien; 3. het melken; 4. het afronden van het melken.
Concentratie tijdens het melken Melkers kunnen ongeveer 50 minuten optimaal geconcentreerd werken. Dan hebben zij 5-10 minuten ontspanning nodig, waarna ze nog een keer 50 minuten geconcentreerd kunnen melken. Na twee melkbeurten kun je een melker het beste wat anders laten doen, bijv. het ophalen van de koeien. Een uur of twee later kan deze persoon wederom twee beurten optimaal geconcentreerd melken. Je vergroot de kwaliteit en de betrokkenheid van medewerkers als je elk melkmaal begint met een korte stand-up meeting met alle melkers: Wat is het doel? Wat speelt er? Waar moet iedereen op letten?
Eerst kwaliteit van werken, dan snelheid
pr
ot
ec
HOGE KWALITEIT
te d
Snelheid gaat vaak ten koste van kwaliteit. Lagere kwaliteit vergroot het risico op verlaagde melkstroom, blindmelken, uierinfecties en afwijkende melk in de melktank.
Plaats je huidige melkprotocollen in dit diagram en doe hetzelfde als je een nieuw protocol maakt. Dit maakt de consequenties van je keuzes duidelijk.
SNEL
LAGE KWALITEIT
co
py r
ig
ht
LANGZAAM
Kwaliteit bestaat uit: • Stimulatie: elke speen 2x voorstralen, speenpunten masseren. • Reinigen: schoon stuk doek, speen en speenpunt op het oog perfect schoon, desinfectie speenpunt. • Detectie afwijkende melk: beoordeling voorgestraalde melk, signaleren gezwollen kwartier.
Snelheid (liters of koeien per uur) levert ook efficiëntie op en wordt bepaald door: • Snelheid waarmee de koeien binnenkomen en teruglopen. • Of de melker wacht tot een rij gevuld is danwel direct begint met de eerste koe.
• Minimale variatie in werkwijzen per koe en per melkmaal (routines).
• Melktijd per koe: die is afhankelijk van: melkstroomprofiel (voorbehandelen + melkmachine) x hoeveelheid liters x melksnelheid.
• Uitgemolken koe: signaleren onvolledig gemolken, alle spenen minimaal ⅓ geraakt met tepeldip.
• Bewerkingstijd per koe: aantal handelingen x duur handelingen.
• Minimaal risico dat afwijkende melk in de melktank komt.
• Volgorde van handelingen, en de loopafstand en tijd tussen de handelingen.
• Hygiëne melkstel en handen: melkstel reinigen na koe verdacht van uierinfectie, bevuild melkstel reinigen, melkershandschoenen gebruiken en schoon houden.
• Onderbrekingen van werksequentie voorbehandelenaansluiten, bijv. door aftrappen en afwijkende melk.
• Tijdens en na het melken controleren van de kwaliteit van de werkwijzen: reinheid melkfilter, melkstalprestaties.
Module 1: Start met eenvoudige protocollen - Melken
15
M O D U L E 2 : P R O TO C O L L E N K A L FJ E S V O E R E N A F K A LV E N I N S E M I N E R E N
Complexere protocollen: kalfjes voeren, afkalven en insemineren
Kun je het en heb je de gelegenheid?
ht
pr
ot
ec
te d
Als tweede project maak je protocollen voor jongvee en koeien voeren, de jongste kalfjes voeren en verzorgen, insemineren, en afkalven en geboorte. Deze taken omvatten altijd dezelfde handelingen en je hoeft weinig beslissingen te nemen. Maar je hebt behoorlijk wat inzicht en vaardigheden nodig. Zeker bij deze taken zijn standaardwerkwijzen onmisbaar om de looplijnen, de materialen en de werkplekken effectief en efficiënt in te richten. En omgekeerd. Medewerkers betrokken houden is ook hier essentieel voor succes. Want elke handeling moet elke keer nauwgezet en met goed resultaat worden uitgevoerd. Bepaalde waardevolle resultaten moet je actief uitleggen, zoals de opbrengsten van hygiëne, consistent werken bij voeren, en rust en zorgvuldigheid bij afkalven en insemineren.
co
py r
ig
Zeker de processen in dit hoofdstuk hebben hoge kwaliteitseisen voor de uitvoering en resultaten van het werk. Bijv. dat emmers, spenen en leidingen bij elke maaltijd schoon zijn, dat de melk altijd dezelfde en juiste temperatuur heeft, dat een poedermelk en voermengsels altijd dezelfde verhoudingen heeft op drogestofbasis, enz. Om de kans op de gewenste resultaten zo hoog mogelijk te maken, moet je zorgen voor optimale werkwijzen, inrichting van de werkplek, training en instructie, materialen,
beschikbare tijd en feedback. Voor al deze aspecten bestaan hulpmiddelen, zoals ezelsbruggetjes, en kun je terugvallen op deskundigen en beschikbare wetenschappelijke kennis. Daarbij is veel te leren van mensen en bedrijven in andere sectoren. En je kunt het niet zomaar iemand laten doen. Degene die het werk gaat doen heeft een redelijk niveau van voorkennis nodig en dan nog moet hij of zij goede uitleg en instructie krijgen. En de verantwoordelijkheid kunnen en willen dragen.
De inrichting van de werkplek en de materialen moeten zorgen dat iedereen het werk er graag wil doen en goed kan doen. Je wilt dat iedereen zijn laarzen goed schoon maakt op deze plaats. Is dit hier logisch en gemakkelijk om te doen?
28
Planmatig werken op het melkveebedrijf
W E R K R O N D E S V O E R E N E N V E R Z O R G E N K A L FJ E S Kalfjes voeren: werkrondes inrichten De werkwijzen bestaan altijd in ieder geval uit: melk aanmaken, voeren, kalf controleren, opruimen en reinigen. Hier kun je andere dagelijkse handelingen aan toe voegen.
Bij het voeren van de kalfjes, ga je dus uit van werkrondes. Deze werkrondes bestaan uit een lijst van taken. De volgorde van de taken vormt de looplijn of werklijn.
MA
DI
WO
DO
VR
ZA
ZO
melk aanmaken voeren kalf controleren
te d
opruimen en reinigen
Planning: werkrondes
ec
Je richt het dagelijks werk in gebaseerd op drie of twee werkrondes.
ig
ht
• Einde dag: de tweede melkgift, plus controle en voeren.
pr
• Midden van de dag: een controleronde waarin je de derde melkgift geeft en bijv. in koude periode warm water.
ot
• Begin van de dag: een uitgebreide werkronde, waarin je ook alle handelingen doet die je 1x per dag hoeft te doen.
py r
Het wekelijks werk probeer je zoveel mogelijk op een vaste dag in de week te zetten. Voorbeelden van wekelijks werk zijn: • kalfjes verzetten
co
• hokken reinigen
• wekelijks onderhoud en aanvullen
Dan zijn er nog taken die je minder vaak hoeft te doen. Die plan je als een vaste maandelijkse taak. Voorbeelden van maandelijkse taken zijn: • voerkeuken helemaal schoonmaken • kalibreren en kwaliteitscontroles • lampen schoonmaken
Module 2: Protocollen kalfjes voeren - afkalven - insemineren
29
M O D U L E 3 : P R O TO C O L L E N E N B E S L I S B O M E N V O O R B E H A N D E L I N G E N
Behandelen volgens plan
co
py r
ig
ht
pr
ot
ec
te d
Het behandelen van koeien of jongvee volgens een behandelplan levert direct voordeel op. De duidelijkheid geeft rust, want iedereen weet wat hij moet doen. En de behandelingen leiden tot betere resultaten. Want het is té complex om in iedere situatie opnieuw te bedenken ‘wat zal ik doen?’ Ook artsen en dierenartsen werken met vaste werkwijzen, beslisbomen en behandelprotocollen. Met behandelplannen weet je welke middelen je moet gebruiken en op voorraad moet hebben. Waarbij je ook kunt berekenen hoeveel van elk middel je op voorraad wilt hebben. En alleen als je dezelfde ziektegevallen op dezelfde wijze behandelt, kun je ook de behandelingen evalueren: zijn ze effectief en zijn ze ook de beste keuze op jouw bedrijf?
42
‘We hebben dus behandelplannen die we regelmatig met elkaar en onze dierenarts bespreken en aanpassen als dit nodig is. Daarbij bekijken we zieke koeien en zorgkoeien en legt de dierenarts ons dingen uit. Bovendien helpt de dierenarts ons bij het kiezen en gebruiken van goede instrumenten, gereedschap en materialen.’
Planmatig werken op het melkveebedrijf
BEHANDELPLANNEN MAKEN: DE BASIS Beginnen met behandelplannen
Opbouw behandelplan
Een behandelplan beschrijft hoe je een dier met een bepaalde aandoening behandelt. Het wordt gemaakt door de bedrijfsdierenarts en is maatwerk voor elk bedrijf. Je noteert elke behandeling voordat je de koe behandelt, bijv. zodra je de spullen pakt. Een behandelcode maakt dit heel gemakkelijk. Gebruik de code van het managementsysteem, of maak je eigen - logische - codes. Goede managementsystemen stellen direct ook de melkseparatie in.
Een behandelplan bestaat minimaal uit: 1. De naam van het probleem. 2. De kenmerken (besliscriteria). 3. De behandeling. Dit kan aangevuld worden met een aanvullende informatie, zoals een code en wachttijden. De diagnose is de conclusie die de medewerker op dat moment kan trekken, op basis van de kenmerken die hij kan beoordelen. Bijv. ‘Ernstige mastitis met zieke koe’ en ‘milde mastitis’. Het gaat er allereerst om dat hij de juiste behandeling uitvoert. Dat hij vervolgens ook de diergeneeskundig correcte diagnose stelt is waardevol voor de analyse achteraf. Meestal hebben dieren die onder behandeling staan ook speciale verzorging en huisvesting nodig. Maak hiervoor een apart protocol.
ec
te d
Voorwaarden voor succesvol gebruik: • het behandelplan is duidelijk; • je voert alle handelingen goed uit (hygiëne, uitleg, materialen, oefening); • je volgt het behandelplan (of overlegt met de dierenarts); • planmatige controle en opfrissen van het behandelplan en behandelingen (1x per jaar).
Diagnose
Kenmerken
Behandeling
Tussenklauwontsteking
• één ondervoet plotseling heftig gezwollen • symmetrische zwelling • koe belast deze poot niet
• • • •
WACHTTIJD
K1
Melk: x dagen Vlees: y dagen
pr
ot
middel toedieningswijze frequentie (aantal keren/dag) duur behandeling of aantal behandelingen
Code
Na 3 dagen behandelen is de melk nog afwijkend. Wat doe je?
co
py r
ig
ht
Spreek de inhoud van het behandelplan door met de dierenarts, zodat iedereen die de behandeling uitvoert zeker weet dat hij alles begrijpt.
Wel of geen koorts, is een van de belangrijkste signalen voor het herkennen van ziekte en voor het inzetten van een bepaalde behandeling. Zorg dat iedereen die met de koeien en het jongvee werkt een koortsthermometer in zijn zak heeft en de grenswaarden van koorts beschikbaar heeft. Koe: boven 39,0˚C, kalf: boven 39,5˚C.
Module 3: Protocollen en beslisbomen voor behandelingen
Overleg met de dierenarts zodra er iets afwijkend is of voor je gevoel niet klopt, en ga niet op eigen houtje een behandeling veranderen of uitbreiden. Op deze manier is hij goed op de hoogte van wat er bij jullie speelt, leer jij en weet jij dat je de beste behandeling instelt.
43
VOORBEELD CHECKLIST SUCCESVOL VOETBADEN Succesvol voetbaden Voetbaden zijn op de meeste bedrijven onmisbaar om stinkpoot en mortellaro onder controle te houden. Hieronder staat een checklist, of instructielijst, om effectief voetbaden te geven.
2. Hoeveel?
3. Hoe vaak?
te d
1. Hoe groot?
Volg de gebruiksaanwijzing.
3,0 m lang, zo breed als het pad (60-80 cm), 15 cm diep bij aanvang, vlakke, niet gladde bodem (rubbermat?).
Reken exact uit hoeveel water en hoeveel middel, en meet het exact af (emmers, maatbekers).
Hoeveel vloeistof zit in dit bad, als dit 80 cm breed is? (360 l)
Hoeveel werkzame stof moet in dit bad om een 5% oplossing te maken? (18 l)
pr
ot
ec
3 stappen in het bad.
5. Hoe vuil gaan de klauwen het bad in?
Staat het bij jou op de kalender? Zijn bij jou de klauwen droog? Hoe check je de klauwgezondheid wat betreft mortellaro en stinkpoot? Staat dit ook op de kalender?
6. Hoe lang kan het voetbad inwerken?
co
py r
ig
ht
4. Hoe lang?
Elke twee weken. Bij schone, droge klauwen en nauwelijks stinkpoot of mortellaro: frequentie halveren. Bij natte klauwen en/ of veel stinkpoot en mortellaro: frequentie verdubbelen.
Elke koe 2x door het bad. Bad verversen volgens gebruiksinstructies. Bij melkstal: 2 melkmalen. Per melkmaal een vers bad. In stal: koeien 2x door bad laten lopen. Bij melkrobot: 24 uur. Hoe geef jij de droge koeien, de pinken en de vaarzen een goed voetbad? Staat dit ook op de kalender?
Zo schoon mogelijk.
Zo lang mogelijk.
Spuit klauwen schoon in de melkput, aan het voerhek of maak een duo-bad.
Zorg dat de vloer na het voetbad schoon is.
Hoe schoon zijn bij jou de klauwen van elke koe die het voetbad instapt?
Hoe schoon zijn bij jou de vloeren na het voetbad?
Uit het boek 'Klauwsignalen'.
48
Planmatig werken op het melkveebedrijf
MODULE 4: CONTROLEREN EN CONTINU VERBETEREN
Continu verbeteren
ht
pr
ot
ec
te d
Doorlopend meten, evalueren en verbeteren van het werk en de processen behoort tot het vaste werk in elk bedrijf. Het houdt medewerkers betrokken, waarborgt de kwaliteit van de producten, zorgt dat je winst kunt maken, minimaliseert milieubelasting, en is de basis voor respect en een goed imago. Zonder protocollen kun je niet meten, evalueren en verbeteren. Want feitelijk weet je dan niet hoe je de dingen doet. Verbeteren doe je met elkaar, in stapjes. Kleine stapjes werken veel beter dan grote stappen. De eerste keer kost moeite en is spannend. Maar als je succes boekt, krijg je energie en wordt het een uitdaging. Ook voor continu verbeteren bestaan modellen en hulpmiddelen. De meest succesvolle aanpak heet: LEAN.
co
py r
ig
‘Een belangrijk uitgangspunt van LEAN is dat als iemand een fout maakt, dit een teken is dat het proces het mogelijk heeft gemaakt dat die fout gemaakt is. De reactie op een fout bestaat er dus uit dat je kijkt hoe je kunt voorkomen dat later iemand dezelfde fout opnieuw maakt.
Oh ja: en natuurlijk herstel je de fout en de gevolgen daarvan.’
Deze houder geeft de jerrycan een vaste plek, die je kunt markeren en waar je een protocol kunt ophangen. Doordat de jerrycan van de grond staat, is de vloer beter schoon te houden. Het kantelmechanisme zorgt dat je gemakkelijk vloeistof kunt uitschenken en afmeten. Dus je werkt veilig, nauwkeurig en met minder verlies.
50
Planmatig werken op het melkveebedrijf
IN CONTROL ZIJN EN CONTINU VERBETEREN Continu verbeteren Continu verbeteren ontstaat als je je telkens afvraagt ‘kan dit beter?’ En ‘beter’ is natuurlijk een ruim begrip. Door ‘beter’ op te knippen en te specificeren, ontstaat een structuur waarmee je doelgericht naar processen kunt kijken om ze te verbeteren. En wordt het gemakkelijker om verbeterprocessen te structureren en met elkaar te bespreken.
P
A
D
C
Om te kunnen verbeteren moet je eerst ‘in control zijn’ over het proces. Dat betekent: 1. je weet continu wat er gebeurt, 2. je werkt gestructureerd en planmatig, 3. je behaalt de resultaten die je tot doel gesteld hebt.
te d
Als het goed is heb je bij het lezen van deze bladzijde het gevoel ‘dit komt allemaal weer terug bij de pdca-cyclus uit de inleiding van dit werkboek’. Dus de cyclus van: plan-doen-controleren en evalueren/aanpassen. En dat klopt, dit is de basis.
Basisvraag 2: Kan het beter?
Met welke zekerheid kun jij van elk proces zeggen dat je tot de gewenste resultaten komt? En dat je op elk moment weet wat iedereen doet en wat de toestand is? Hoe vaak zijn er problemen en ongewenste uitkomsten?
Goed georganiseerde bedrijven beoordelen in het begin van elke maand de resultaten van de afgelopen maand en vergelijken deze met de prognoses, dus de doelen.
ot pr
Hiervoor moeten ze:
ht
Weet jij de dingen die je voor elkaar moet hebben om succes te realiseren en stuur je daarop? Of kijk je achteraf of het gegaan is zoals je wenste?
ec
Basisvraag 1: Ben je ‘in control’?
py r
2. de meetresultaten verzamelen, ordenen en analyseren, 3. de resultaten analyseren en bespreken, en 4. verbeterplannen maken en doorvoeren.
Doel: * 95% spontaan afkalven Realiteit: 81%
co
‘Je wilt voor elk proces minstens een rapportcijfer 8 scoren, voor ‘in control zijn’
ig
Geldt dit ook voor drukke perioden, nieuwe medewerker, weekends, vakanties?
1. meten,
Als je niet of matig in control bent, moet je eerste doel zijn om in control te komen.
Module 4: Controleren en continu verbeteren
Gezamenlijk resultaten en doelen bespreken, creëert al een eerste onderlinge cultuur van doelgerichtheid. De volgende stap is verbeteringen vaststellen en -werkelijk!- doorvoeren.
51
M O D U L E 4: P R O TO C O L L E N V O O R P R E V E N T I E E N B I O V E I L I G H E I D
Bioveiligheid
pr
ot
ec
te d
Bioveiligheid omvat de bescherming van de dieren tegen ziektekiemen. Het werkt met verschillende lagen: het individuele dier, groepen, de stal en het bedrijf. En het kent twee onderdelen: intern (binnen het bedrijf) en extern (vanuit de buitenwereld). Ziektekiemen kunnen bij de dieren komen via diercontacten en via materialen, mensen, voer, water en de lucht. Bioveiligheid zorgt voor dierenwelzijn, productkwaliteit en arbeidsefficiëntie. Het is onderdeel van het gewone werk (geïntegreerde aanpak) en het omvat losstaande taken. Goede protocollen nemen bioveiligheid mee, zoals bij: voeren, werk waarbij je contact hebt met de dieren en werk met mest en urine. Losstaand werk aan bioveiligheid is vaak niet urgent en zonder direct zichtbaar resultaat, met dus de verleiding om het niet te doen.
ht
Grotere bedrijven zijn efficiënter ... €/dier Inspanning/dier Aanpak bioveiligheid
co
py r
ig
‘Grotere bedrijven zijn op vele vlakken efficiënter en ze kunnen betere voorzieningen treffen voor verzorging van kwetsbare en zieke dieren. Maar ze moeten wel relatief nog meer aandacht geven aan bioveiligheid. De schadelijke gevolgen van een ziekte-uitbraak zijn er relatief groter en infecties kunnen zich gemakkelijker verspreiden en in stand houden in grotere groepen dieren, zeker als er ook jonge dieren op het bedrijf aanwezig zijn.’
Huisvesting / Arbeid / Voeding / …..
Bedrijfsgrootte
Grotere bedrijven hebben per dier gerekend minder onkosten, zoals voer, arbeid en huisvesting. Dit geldt echter niet voor bioveiligheid, want daarvoor moeten grotere bedrijven relatief meer investeren dan kleine bedrijven. De grafiek geeft hiervan een beeld en is geen feitelijke presentatie: de bedragen op de y-as voor de groene lijn zijn veel groter dan voor de rode lijn.
56
Planmatig werken op het melkveebedrijf
REGEL 1 VOOR EFFECTIEF BEHANDELEN Snel en effectief ingrijpen
Het begint met een werkplek waar je in control bent over het dier en het werk. Met stroom, licht, water en uitstekende materialen direct bij de hand. En daarbij moet je goed weten wat je moet doen. Behalve beslisbomen, behandelplannen en protocollen, is hier ook praktische training voor nodig.
Om direct te kunnen reageren op een attentiedier, moet het heel gemakkelijk zijn om het dier vast te zetten, te controleren en -eventueel- te behandelen. Dit is allemaal inrichting en organisatie. Eén persoon moet het werk kunnen doen, in zijn eentje.
1 persoon kan Een rustige boer: • is voorspelbaar en laat koeien niet schrikken • drijft koeien op in hun eigen tempo en geeft ze tijd om lastige punten te passeren • doet koeien geen pijn, praat met ze en raakt ze aan
1 koe in Rustige koeien:
ec
te d
• reageren voorspelbaar en laten zich goed opdrijven • ontstaan door veel contact met rustige mensen • ontstaan door een veilige stalinrichting (grip, geen pijnpunten), goede gezondheid (met name klauwen) en uitstekend voermanagement (geen voerstrijd)
ot
1 minuut Slimme stalinrichting:
behandelbox
co
py r
klaarzetten voor behandeling
ig
ht
pr
• slim geplaatste hekken sturen de koe • op de heenweg naar de koe sluit je de hekken, tijdens het opdrijven zet je ze weer open • de stalinrichting geeft de koe niet de neiging om te ontsnappen
aan voerhek
behandelstraat
vanghek
en in 1 keer goed behandelen Professioneel: • • • •
je weet wát je moet doen en hoe je dit moet doen alle materialen gebruiksklaar bij de hand (schoon, scherp, veilig) de koe uitstekend bereikbaar en goed gefixeerd veel licht, genoeg ruimte, prettige temperatuur, geen tocht of neerslag • werkwijzen, apparatuur en materialen zijn veilig voor jezelf, omstanders en koeien
Goed werk!
Bron: Bouwen voor de koe en Klauwsignalen
Module 4: Protocollen voor preventie en bioveiligheid
57
Arbeid & melken
Theorieboek
‘Iedereen overlegt en we helpen elkaar, om onze doelen te halen.‘ Standaard werkwijzen, protocollen, zijn onmisbaar bij het organiseren en managen van een bedrijf. Zonder standaard werkwijzen weten mensen niet hoe ze de dingen moeten doen, kun je niet verbeteren en is het lastig om een planning te maken. Zodra een melkveebedrijf een zekere omvang heeft, moet het planmatig gaan werken om overzicht en controle te houden. Anders haal je je doelen niet, heb je meer problemen, krijg je het werk niet af en heb je te veel verloop in personeel.
ec
te
d
Het maken en onderling afstemmen van standaard werkwijzen is minstens zo belangrijk als het resultaat: de uitgeschreven protocollen. Die gebruik je om nieuwe mensen in te werken, als geheugensteun, bij een training en om met adviseurs te overleggen.
pr
ot
Hoewel de term `standaard werkwijze’ anders suggereert, zijn protocollen altijd maatwerk, voor jóuw bedrijf en jóuw doelen. Om ze succesvol te kunnen toepassen moet je de handeling begrijpen en daar achter staan. En je moet weten hoe je moet reageren zodra in het werk er iets fout gaat of niet normaal is.
ht
Arbeid & melken traint de melkveehouder en alle medewerkers in het planmatig organiseren en praktisch managen van een succesvol melkveebedrijf. Dit Theorieboek bevat alle achtergrondinformatie en praktijkvoorbeelden.
co py
rig
Er is ook een uitgebreider Theorie- en werkboek beschikbaar met hiernaast extra werkopdrachten. Het gebruik hiervan is het meest effectief als onderdeel van het bredere concept met ondersteuning door training en online tools. Managen is de juiste dingen gedaan krijgen door mensen, op het juiste moment en juist ook als je er zelf niet bent.
E
www.roodbont.nl
www.vetvice.nl
www.gddiergezondheid.nl