2 minute read
De groene Sophia
Asclepius is bekend om een lofzang op de mens. Hermes zegt daarin: ‘Daarom, Asclepius, is de mens een groot wonder, een wezen dat aanbidding en verering verdient. Hij transformeert immers tot een goddelijke natuur alsof hij zelf een god is, hij kent de klasse van demonen doordat hij zich realiseert dat hij dezelfde oorsprong heeft als zij, en hij kijkt neer op dat deel van hem dat van menselijke aard is, terwijl hij vertrouwt op de goddelijkheid van zijn andere deel.’’
Geciteerd uit: Silvestris, Bernard, De Kosmos geschreven, een twaalfde-eeuws scheppingsverhaal, uit het Latijn vertaald door Piet Gerbrandy, Damon Eindhoven 2022, pag. 25
Advertisement
Hildegard von Bingen: ‘Het Woord van God is in de hele schepping. Geen schepsel heeft betekenis zonder het woord van God. Gods woord is in al het geschapene, zichtbaar en onzichtbaar. Het woord is leven, zijn, geest, steeds weelderig groen, steeds scheppend.
Dit woord straalt uit in ieder schepsel. Dit is hoe de geest zich met het lichaam verbindt – het woord is niet van God te scheiden.’
Geciteerd uit: Teachings of the Christian Mystics, bewerkt door Andrew Harvey, Shambala Publications, Boston 1998, 80.
Uit: Hildegardis Bingensis: Liber divinorum operum Het boek van de goddelijke werken, Brepols, Turnhout, 1996
In de trein zat ik onlangs tegenover een vrolijke, jonge vrouw die er geen geheim van maakte dat ze naar een demonstratie ging. Ze was bezorgd over het welzijn van onze planeet en dat van toekomstige generaties. Een belangrijke levenstaak was het om de bekommernis daarover breed onder aandacht te brengen. ‘Noem mij geen milieu-activist maar een aardeschepper!’
Het was alsof in het heden van de treinreis plots een eeuwenoud verleden doorbrak. Was het niet de Duitse zieneres en femina universalis Hildegard von Bingen (1098-1178) die het als de belangrijkste opdracht zag voor de mens om medeschepper te zijn in deze schepping? Inderdaad! De profetes uit Bingen schreef in Scivias (Ken de wegen) dat de mens er niet voor zichzelf is maar tot taak heeft om het scheppingswerk te voltooien. De mens is niet alleen een schepsel maar ook een schepper. In hem/haar vloeien schepsel en schepping ineen, in haar termen: microkosmos en macrokosmos.
Met deze benadering raakt ze aan het begrip gezondheid. Ze geeft in beelden van het ‘levensgroen’ (de viriditas) weer wat ze ermee bedoelt. Gezondheid is geen toestand, geen abstracte waarde, geen innerlijk of sociaal zich goed voelen. Hildegard wijst een diepere weg die van de eenheid en heelheid tussen lichaam en geest. ‘De ziel is de groenende levenskracht die het lichaam doet groeien.’ Die levenskracht stelt de mens in staat om te werken aan zijn/haar goddelijke opdracht om medeschepper te zijn. Dat is de ware gezondheid! Die groenende levenskracht vloeit toe vanuit de groene Sophia, de vrouwelijke wederhelft van God, de Almoeder of Vrouwe Natuur. De visioenen over het vrouwelijke van het scheppingsgebeuren die Hildegard in 1151 opschreef, zijn lange tijd als curiositeiten afgedaan. Echter, ook vanuit de wetenschap van toen komen er nu signalen dat de schepping een door het
TEKST: DICK VAN NIEKERK
LAND: NEDERLAND
RUBRIEK: FILOSOFIE BIJ RAMPSPOED 11 vrouwelijke gedomineerde zaak is geweest. De uit het Franse Tours afkomstige monnik Bernard Silvestris schreef een onbekend gebleven scheppingsverhaal ‘De kosmos geschreven’ (1147). Silvestris beriep zich daarin onder andere op Plato, Boëthius en het Corpus Hermeticum, met name de Asclepius. In het eerste deel, ‘Megakosmos’ blijkt dat Vrouwe Natuur de stoffelijke chaos beu is en Vrouwe Geest smeekt een ordelijke en fraaiere kosmos te scheppen. Geest scheidt daarop de elementen vuur, water, aarde en lucht van elkaar; de engelen, sterren, planeten en winden. Daarna voorziet zij de aarde van bergen, rivieren, beplanting en dieren. Het hoogtepunt bewaart ze voor het laatst: de schepping van de microkosmos.