2 minute read
De mens die geen achterlaatsporen
Dit is een verhaal van een mens van het pronomen personale,, die {hij/zij/het} als eenheid uitdraagt in de wereld; waar {hij/zij/ het wij/jullie/zij} de juiste plaats geven en alle gescheidenheid willen opheffen. Het speelt zich af in de voltooid verleden tijd, waarin de tegenwoordige en toekomende tijd in eenheid het goddelijke weerspiegelen. Het goddelijke gezien door de ogen van deze mens, die alle zintuigen op een manier probeert te gebruiken ter ere van en ten behoeve van de gehele schepping. Hoe word je zo’n mens?
Of beter gezegd: hoe wordt zo’n mens geboren? Een antwoord zou kunnen zijn: zo’n mens wordt opgericht – maar dit zou de lading niet dekken, want ieder mens wordt geboren, ook degene die geen sporen achterlaat. En dit geboren worden is zo’n machtig aspect van de natuur dat je er stil van wordt. Want wie kan de mensen tellen die er in de tijd zijn geweest, die er nu zijn en die er nog zullen komen? Al die mensen zijn geboren en hebben hun sporen nagelaten, van vader op zoon, van moeder op dochter en allen hebben hun deel gegeven en genomen van een wereld die het aanzien van het heden spiegelt. In ieder mens ligt deze hele ontwikkeling verborgen. Ergo: als je elkaar tegenkomt, bedenk dan dat in iedereen een hele personale verborgen ligt en dat deze mens het verdient om met respect behandeld te worden. En dit is nog slechts een uiterlijk aanzicht; het samengaan van natuur en cultuur.
Advertisement
De schepping kenmerkt zich door een gestadige groei. Zonder groei is er geen leven, vandaar dat er bij de geboorte een groot stuk leven meegegeven is, waarmee de dingen gedaan kunnen worden. Zaken die bij de geboorte in het zelf verankerd zijn, en het leven letterlijk gestalte geven tot het moment waarop het niet verder kan. Dan is het uitgegroeid en volgt een tijdelijke stilstand waarin het mogelijk wordt een andere weg in te slaan. Een andere weg naast het eigen pad. Want aan de geboorte van alle mensen ligt misschien nóg een mogelijkheid ten grondslag: een mogelijkheid die geen sporen achterlaat. Een mogelijkheid die niet te achterhalen valt. Een mogelijkheid die voortkomt uit de diepste keuze van de mens. Waarvoor kunnen wij dan kiezen en waardoor worden wij gekozen? Het is het mysterie van het mens-zijn dat geen sporen nalaat, dat niet valt te achterhalen. Maar feit blijft dat het er is. Wij zijn nu weer aangekomen bij het begin, maar mag ik het de tweede geboorte noemen? Die tweede geboorte draagt ook een sterven in zich. Dramatisch, zul je zeggen: waarom geboren worden om te sterven? Dit is iets dat veel mensen zich afvragen; bij velen is er van nature een verzet tegen het sterven. Ieder leven wil leven, en het wil ook groeien, want deze twee horen bij
Hermes: ‘Laat u dus niet meeslepen door het geweld van de stroom, maar laat diegenen onder u die in staat zijn de haven des heils te bereiken, gebruikmaken van de tegenstroom en er binnenlopen. Zoekt hem die u bij de hand zal nemen en u zal geleiden naar de poorten van de Gnosis, waar het heldere licht straalt waarin geen duisternis is; waar niemand dronken is, maar allen nuchter zijn en met het hart opzien tot hem die gekend wil worden. Maar weet wel: zijn stem kan niet vernomen worden en zijn naam niet uitgesproken worden, noch kunnen stoffelijke ogen hem aanschouwen, alleen de geestziel is daartoe in staat. Daarom moet ge eerst het kleed dat ge draagt verscheuren; het weefsel der onwetendheid, het fundament der boosheid, de kluister van het verderf, de lichtloze gevangenis.’