8
COLOFON
HET TEAM Hoofdredactie Emma Fabri Eindredactie Coen van Rossum Vormgeving Ilse Modder Crossmediaal Joanne Bast Redactie Joanne Bast, Emma Fabri, Josselin Gordijn, Afra de Leeuw, Ilse Modder, Coen van Rossum, Heini Wanders
Aan dit nummer werkten mee Anna Neeltje de Boer, JayJay Boske, Simone de Bruin, Eske Dost, Bruce Fritz, Gareth Gilbert, Samantha Martinez Gion, Eefje van Harskamp, Allard Jonkers, Susette van Kasteren, Maarten Kleppe, Joric Koghee, Sietse Manning, Mats Marcker, Hylke Pieksma, Marie Rutsaert, Peer Retera, Pien Selbeck, Paul Slangen, Chris Thau, Robin van der Velde, Marjolijn de Voogd, Vick ten Wolde
Fotografie Jan Kaper, Laurent Lefebvre, Marcel Krijger, Justin Michel, Dennis van de Sande
2
Creatieve & Zakelijke directie Emma Fabri RUGBY. verschijnt vier keer per jaar en is een uitgave van uitgeverij FABRI., Houtmarkt 21, 2011 AL Haarlem
Tips, suggesties of vragen? Mail dan naar: info@rugbytijdschrift.nl redactie@rugbytijdschrift.nl online@rugbytijdschrift.nl verkoop@rugbytijdschrift.nl
Druk Veldhuis Media Auteursrecht Š 2017 Uitgeverij FABRI. Het auteursrecht op deze uitgave en de gedrukte uitgave en de daarin verschenen artikelen wordt door de uitgever voorbehouden. Het verlenen van toestemming tot publicatie in de gedrukte uitgave houdt in dat de auteur de uitgever, met uitsluiting van ieder ander onherroepelijk machtigt de bij of krachtens de auteurswet door derden verschuldigde vergoedingen voor kopiÍren te innen en dat de auteur alle rechten overdraagt aan de uitgever, tenzij anders bepaald. Niets uit deze uitgave en de gedrukte uitgave mag worden overgenomen, vermenigvuldigd of gekopieerd zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever stelt zich niet aansprakelijk voor eventuele onjuistheden, welke in de uitgave of de uitgedrukte uitgave mochten voorkomen.
INHOUD
December 2017 OP DE COVER Dirk Danen FOTOGRAFIE Justin Michel
T L E K r C te A T por oef Y s h JA cht an Y M JA 4 ve vin 3 el M
62 34
INHOUD
S N E R et G E an m jes D d t e ER aar we V t O 2 M ’n 6 m
n s de uur n g va t Vi rd ar R a ’E ich n B BR 4 R k e 8 roe B
84
T O en O
nn H a S
TO nze
FO 1 O 2
21
m
REDACTIE
ACHTER DE SCHERMEN
DENNIS VAN DE SANDE
voorziet ons van de mooiste actiefoto’s van de Nederlandse rugbyvelden Ik fotografeer rugby nu een paar jaar. In het begin bij Octopus en later de smaak voor de Ereklasse te pakken gekregen bij The Dukes. Inmiddels reis ik wekelijks het land door om zo veel mogelijk clubs te bezoeken. Het is gaaf om te zien dat mensen je werk inmiddels herkennen! RUGBY. vond ik al vanaf de kickstart een topinitiatief. Ik bewonderde het lef om voor onze sport zo’n prachtig tijdschrift te gaan maken. Daar draag ik graag mijn steentje aan bij door mijn foto’s beschikbaar te stellen. Het geeft toch elke keer weer voldoening om die geschikte plaat bij een verhaal te kunnen leveren. ◆
VICK TEN WOLDE
verwoordt rugby beter dan dat hij het speelt Via een bericht op de Facebook-pagina van de School voor Journalistiek werd ik op de hoogte gebracht van RUGBY. Veel van mijn medestudenten zagen hun kans schoon om uren te maken voor het vak Freelance. Ik zag het anders. Ik zag een mogelijkheid om twee van mijn passies te kunnen combineren: sport en schrijven. Zelf voetbal ik al mijn hele leven, maar als er een sport is waar ik met enorm veel bewondering naar kijk, dan is het wel rugby. Die inzet, beleving, passie, strijdvaardigheid en het onderlinge respect vind ik prachtig. Ik zou graag willen rugbyen, maar ik kan er niks van. Dus houd ik het bij iets wat ik wel kan: schrijven over rugby. ◆
4
MARJOLIJN DE VOOGD
is onze taalfanaat in hart en nieren, zowel online als offline Sinds de lente help ik bij RUGBY. om de stukken voor social media, de website en het tijdschrift na te kijken. Hiermee help ik anderen nog betere stukken te schrijven zodat jullie hier weer een geweldige nieuwe editie van RUGBY. voor je zien. Het is een erg leuke manier om ook meer over de sport en achtergrond ervan te leren, want na twee jaar spelen is er nog veel nieuws voor mij te ontdekken. Er zijn zoveel regels, clubs, mensen en gewoonten die onlosmakelijk met rugby zijn verbonden dat ik nog lang niet ben uitgekeken op dit fantastische spel en tijdschrift. ◆
MATS MARKCER
schrijft exclusieve columns over de belangrijke momenten uit zijn leven Ik kan me de dag nog goed herinneren dat Emma haar idee aan mij vertelde. Er moest iets journalistieks komen in rugbyend Nederland, maar geen website. Iets tastbaars, wat clubs graag zien en wat mensen graag lezen. Het werd dit tijdschrift. Er gebeurt ontzettend veel in onze sport, maar er wordt veel te weinig over geschreven. Inmiddels verschijnt er iedere drie maanden een honderd pagina’s tellend magazine, maar het is nog steeds niet genoeg: het zou van mij nog twee keer zo vaak mogen verschijnen. En dan schrijf ik er met alle liefde, iedere keer een column voor, en help ik verder waar nodig. ◆
Dankzij een deal tussen ons onlineteam en de captain van het Nederlands fifteensteam, mochten wij voor dit decembernummer een selectie Oranjeheren op de foto zetten. Stuk voor stuk vertelden de mannen, met een glinstering in de ogen en een lach van trots, wat het voor hen betekent om in het Oranjeshirt te mogen spelen. Dit nummer gaat hierover. Over trots, zoals Mats en doorzetten, zoals Pleuni Kievit. Over het tegendeel bewijzen, zoals JayJay en Melvin Manhoef. Over vriendschap, zoals Bart Viguurs en Richard van den Broek. En omdat ik mijn redactie iedere editie weer vraag of ik alsjeblieft dit keer geen voorwoord hoef te schrijven – en zij mij iedere keer opnieuw uitlachen en zeggen dat ik mij niet moet aanstellen – draag ik deze editie volledig op aan hen.
Niets is minder waar. Dit blad wordt gedreven door de meest inspirerende en krachtige mensen. Gedragen door tal van rugbyers (en inmiddels ook niet-rugbyers). En die mensen komen vanuit het hele land. Een van de eindredacteuren komt van The Dukes, de ontwerper van de Rotterdamse Rugby Club, een van de socialmediachefs speelt voor de Pickwick Players en de andere voor de Utrechtse Rugby Club, onze illustrator speelt voor Breda en een van de columnisten komt uit Groningen. Allen mensen die naast hun werk of studie energie en liefde (lees: een hóóp liefde) steken in dit platform. De columnisten die er al vanaf dag 1 bij zijn. De freelancers die het land intrekken om de meest toffe verhalen op te schrijven. De fotografen die ons helpen
daar de perfecte plaat bij te vinden. De redactie van het eerste uur, waar we dit blad mee hebben opgezet tot aan de kanjers met wie we nu avonden zitten te zwoegen. En de vrienden bij wie we vervolgens aankloppen als we het even niet meer zien zitten. Dat is precies voor mij waar rugby voor staat: goede energie, nieuwe inspiratie, een uitlaatklep, een schouder om op te huilen, een onbekende in een vreemde stad maar door een rugbyshirt gelijk een beste vriend, soms liefde, maar altijd warm.
5
Weinig mensen weten wie de echte drijvende kracht is achter dit blad. Er zijn er wellicht bij die denken dat wij rijk worden van alle abonnee-inkomsten. Dat we iedere donderdag onder het genot van een Riesling uit 1976 en een broodje kaviaar bespreken hoe het nieuwe blad ervoor staat. En dat we de jaarlijkse winst in vijfeurobiljetten laten omwisselen, om ze vervolgens in een gouden kip te steken en dan te kijken of-ie gouden eieren gaat schijten. Gewoon, omdat het kan.
VOORWOORD
VOOR MIJ ZIJN JULLIE RUGBY
RUIMTE VOOR RUST IN DE COMPETITIE? In het Verenigd Koninkrijk is veel protest tegen plannen om het profseizoen te verlengen. Klinkt logisch, want met een langer seizoen is het lastiger om helemaal fit en uitgerust te beginnen na de zomer. Toch dringen artsen hier wel op aan; zo krijgt herstel gedurende het seizoen namelijk meer ruimte. Het aantal wedstrijden blijft gelijk, maar er wordt tussen de wedstrijden meer tijd vrijgehouden. Dat je lichaam moet herstellen na een zware wedstrijd is logisch, maar wanneer: voor of tijdens het seizoen? Wat vind jij?
DE COMPETITIE IS VOLOP IN GANG Het is weer zó koud en nat buiten dat geen normaal mens zich nog buiten waagt. Dat betekent maar één ding: de rugbycompetitie draait op volle toeren! Met de groei van het aantal rugbyspelers in Nederland (zie editie 7), is ook het aantal teams dat meespeelt in de competitie toegenomen. Goed nieuws dus voor iedereen die in het weekend graag over het gras vliegt, door de modder ploegt en niet bang is voor wat afzien.
R.I.P. SIR COLIN ‘PINETREE’ MEADS All Blackslegende Colin Meads is op 20 augustus 2017 overleden aan de gevolgen van alvleesklierkanker. Hij werd 81 jaar oud. Tussen 1957 en 1971 was Sir Colin een vaste waarde voor de All Blacks. Hij speelde 133 wedstrijden voor de All Blacks, waaronder 55 testmatches. In 1999 werd hij door New Zealand Rugby uitgeroepen tot Speler van de Eeuw.
OP NAAR DE TOP Goed nieuws voor al de jeugd die zich wil ontwikkelen tot toprugbyer in Nederland: er wordt steeds meer georganiseerd voor onze toekomst. Het eerste weekend van oktober stond in het teken van de Rugby Development Dagen, een initiatief van Rugby Nederland waarbij geïnteresseerden hun vaardigheden, kennis en toewijding konden laten zien. Met ruim vierhonderd aanmeldingen bleek er veel interesse te zijn voor de RDD’s. Logisch ook, want via RDD kunnen de deelnemers een plek afdwingen in een van zes de Rugby Academy’s die Nederland rijk is. In Nijmegen opende onlangs de zevende RA officieel haar deuren: Rugby Academy Oost. Jong talent kan zich nu ook daar tijdens het doorlopen van de middelbare school volop richten op rugby.
WK 2023 GAAT NAAR FRANKRIJK Het was voor iedereen een verrassing, maar World Rugby heeft in een geheime stemming besloten dat Frankrijk het WK 2023 mag organiseren. Eerder werd Zuid-Afrika nog genoemd als favoriet maar net als Ierland, verloren deze locaties. Dus regel maar alvast een busje en een tent en verzamel je vrienden en ga mee naar Frankrijkrijk, en route!
NIEUWE ROL BLEDISLOE CUP De Bledisloe Cup is ietwat aangepast, zodat er minder druk komt te liggen op de Wallabies en All Blacks in de internationale competitie. De drie onderlinge wedstrijden bepalen nog steeds wie de beker van Lord Bledisloe omhoog mag houden, maar twee van die wedstrijden tellen ook mee voor de Rugby Championship (waar ook ZuidAfrika en Argentinië aan meedoen). In beide toernooien hebben de All Blacks bewezen dat zij nog steeds bovenaan staan in het internationale rugby. Toch lijkt dit minder vanzelfsprekend dan voorgaande jaren. In de Bledisloe Cup werd de laatste wedstrijd van de Wallabies verloren, en afgelopen zomer kwamen ze niet verder dan een verrassend gelijkspel tegen de British & Irish Lions. Is dit een dipje, of een voorteken dat de dominantie van de All Blacks ten einde loopt?
VS
WAT GEBEURT ER IN DE EREKLASSE? Het is momenteel retespannend in de Ereklassen! Bij de Heren staan Hilversum en ’t Gooi weer bovenaan en speelden gelijk in hun onderlinge duel. En DIOK speelt een verrassend goed seizoen. In de damescompetitie heeft RUS plaatsgemaakt voor URC en de Bassets en staan AAC en Delft voorlopig bovenaan.
TACKLE POINTS
NEDERLANDSE STRIJD IN DE CHAMPIONS CUP Vrijdag de 13e oktober speelde Stade Rochelais tegen de Harlequins in de Champions Cup. Voor ons Nederlanders een bijzondere wedstrijd, aangezien er voor het eerst op dit niveau twee landgenoten tegenover elkaar op het veld stonden: Tim Visser aan Engelse zijde, en Zeno Kieft bij de Fransen. Gelukkig voor La Rochelle was de overtocht naar Londen niet voor niets geweest; Kieft’s team ging met een overwinning naar huis. Hiermee beleeft Zeno dit seizoen een droomstart, na zijn rentree na een blessure en de bekroning voor de mooiste try van vorig seizoen in de Franse competitie.
WORLD RUGBY SEVENS SERIES: DUBAI 30 november t/m 2 december In december starten de World Rugby Sevens Series voor zowel de mannen- als de vrouwenteams met een toernooi in Dubai. De jaarlijks terugkerende competitie bestaat voor de heren uit tien en voor de dames uit vijf toernooien. De regerend kampioenen zijn Zuid-Afrika (heren) en Nieuw-Zeeland (dames).
TIJDLIJN ALGEMENE LEDENVERGADERING RUGBY NEDERLAND Zaterdag 13 januari De Nederlandse rugbyclubs zijn georganiseerd in de Algemene Ledenvergadering (ALV) van Rugby Nederland en hebben de hoogste zeggenschap. Elk jaar nodigt Rugby Nederland al zijn leden uit om samen het te volgen beleid van de komende tijd te bepalen. De leden hebben alle bevoegdheden die niet door de wet zijn bepaald of zijn opgedragen aan het bestuur of commissies. De vergadering vindt plaats bij het Nationaal Rugbycentrum in Amsterdam.
RUGBY DEVELOPMENT DAY 3 Zaterdag 10 en zondag 11 februari Via de RDD-dagen probeert Rugby Nederland het talent bij de Nederlandse rugbyjeugd zo vroeg mogelijk te ontdekken! De talentvolle spelers kunnen zich op deze trainingsdagen in de kijker spelen en worden uitgenodigd om mee te trainen met de nationale jeugdselecties. De geselecteerde mini’s en cubs trainen op zaterdag, in respectievelijk Utrecht en Naarden. Op zondag trainen de junioren en de colts bij het Nationaal Rugbycentrum.
10 februari Portugal - Oranje Heren 3 februari tot 17 maart Six Nations
INTERLAND: PORTUGAL VS. NEDERLAND Zaterdag 10 februari In de Rugby Europe Trophy doen onze Heren goede zaken. Door de ruime overwinning op Moldavië steeg Nederland naar plek 28 op de wereldranglijst. Na een verrassend spannende wedstrijd tegen Zwitserland wacht Portugal, de sterkste concurrent in de poule. De laatste twee wedstrijden van dit toernooi zijn gelukkig weer in Amsterdam, zodat we onze mannen vanaf de thuistribune kunnen aanmoedigen.
SIX NATIONS CHAMPIONSHIP Zaterdag 3 februari – zaterdag 17 maart In februari mogen we ons opmaken voor het Zeslandentoernooi, dat in 2018 alweer voor de negentiende keer georganiseerd wordt. Vorig jaar wist een oppermachtig Engeland in de voorlaatste ronde al de titel binnen te slepen, maar wist Ierland hen in een spannende laatste wedstrijd af te houden van een Grand Slam. Volgens de wedkantoren is Engeland ook in 2018 de favoriet voor de titel, maar kunnen ze de titel voor een derde keer op rij winnen? Of weet het als vijfde geplaatste Schotland met eigen Nederlands bloed voor het eerst de titel te bemachtigen? 3 februari
15:15
Wales vs Schotland
3 februari
17:45
Frankrijk vs Ierland
4 februari
16:00
Italië vs Engeland
10 februari
15:15
Ierland vs Italië
10 februari
17:45
Engeland vs Wales
11 februari
16:00
Schotland vs Frankrijk
23 februari
21:00
Frankrijk vs Italië
24 februari
15:15
Ierland vs Wales
24 februari
17:45
Schotland vs Engeland
10 maart
15:15
Ierland vs Schotland
10 maart 11 maart 17 maart
17:45 16:00 13:30
Frankrijk vs Engeland Wales vs Italië Italië vs Schotland
17 maart
15:45
Engeland vs Ierland
17 maart
18:00
Wales vs Frankrijk
AMERICAS RUGBY CHAMPIONSHIP Zaterdag 3 februari – zondag 4 maart Nagenoeg tegelijkertijd met het Zeslandentoernooi wordt er overzees gestreden om de titel in de Americas Rugby Championship. In dit toernooi, dat ook wel bekend staat als de Amerikaanse Six Nations, spelen landen uit zowel Noord- als Zuid-Amerika, te weten Argentinië, Brazilië, Canada, Chili, Verenigde Staten en Uruguay. De titelverdediger is de Verenigde Staten, die vorig met één bonuspunt verschil op runner-up Argentinië de titel wisten te pakken.
17 maart Oranje Heren - Tsjechië 22 maart EK U18 in Polen
3 maart Oranje Heren - Polen
RUGBY. #9 tijdschrift
18, 19 en 20 mei Flanders Open Rugby
8, 9 en 10 juni Amsterdam Sevens
WAT IS TURN-OVER?
Wij gebruiken sport om problemen rondom werkloosheid, criminaliteit en gezondheid te tackelen. Wij werken met individuelen en helpen hen om verantwoordelijkheid te pakken positieve vervolgstappen te nemen in hun leven. VOOR WIE DOET TURN-OVER DIT?
METHODIEK EN WERKZIJZE:
WIJ HELPEN HEN BIJ:
• Jongeren met Wajong- of WWB-uitkering • Drop-outs • Kwetsbare jongeren • Jongeren zonder startkwalificatie • Jongeren die niet meer naar school kunnen/willen/durven • Jongeren met delict gedrag
• Fysieke training (rugby en andere sporten zoals fitness en boksen) • Werknemersvaardigheden • Sollicitatievaardigheden • Cognitieve/sociaal-emotionele trainingen • Werkervaring
• Zelfvertrouwen laten toenemen • Verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leven en acties • Laten ervaren wat teamwerk en diversiteit inhoudt • Leren inzien wat de waarde van respect is: Zowel naar anderen als naar hunzelf • Realiseren van hun eigen potentieel • Begeleiden naar een baan of opleiding
BEN JE DIE UITKERING MEER DAN ZAT BEN JE DIE UITKERING MEER DAN ZAT EN DAT BANKHANGEN EIGENLIJK OOK? EN DAT BANKHANGEN EIGENLIJK OOK? KOM BIJ TURN-OVER! KOM BIJ TURN-OVER!
WIJ KUNNEN ALLE FINANCIËLE HULP GEBRUIKEN Draagt u Turn-Over een warm hart toe? Ga dan naar http://turn-over.nl/giften-en-donaties en doneer. Iedere donatie, hoe groot of hoe klein, is meer dan welkom!
CLUBPAGINA
ROTTERDAMSE RUGBY CLUB EEN INTERVIEW MET LUKE RUMSEY DE PRESIDENT VAN DE ROTTERDAMSE RUGBY CLUB Waar begon het allemaal? In 1970 vierde de Rotterdamse Rugby Club zijn dertigjarig bestaan, in het restaurant waar ik destijds als kelner werkte. In die tijd was er nog geen eigen clubhuis of vaste stek. In Wales had ik al rugby gespeeld, maar ik verwachtte niet dat er in Nederland ook clubs waren. Diezelfde zondag heb ik nog meegespeeld en me ingeschreven. In verband met werk heb ik de eerste periode bij het tweede en derde team gespeeld, maar toen ik kantoorwerk ging doen heb ik me volledig op rugby gestort. Ik heb in het eerste gespeeld tot ongeveer 2000, toen RRC1 voor het laatste jaar in de Ereklasse speelde. Ook vandaag de dag heb ik nog een actieve spelerskaart. Ik heb een weddenschap gemaakt dat ik na mijn knieoperatie nog een keer op het veld zal staan. Is er veel veranderd? Toen ik begon met rugby in Nederland was er alleen een Ereklasse en een Eerste Klasse. Later is het aantal teams en clubs ontzettend gegroeid. In mijn opinie is het vooral de mentaliteit en de cultuur van het rugby die nieuwe spelers heeft getrokken. Met mijn collega’s heb ik het regelmatig over het respect voor de ref. Allemaal Feyenoordsupporters, en dit respect vinden ze fantastisch! Daarnaast kwam rugby steeds vaker op BBC. De liveweergave van het afgelopen WK heeft ook veel spelers getrokken. Bij RRC is er veel aandacht voor de jeugd. Fijn om te zien, want dat zijn de spelers van de toekomst. Wat wens je de sport toe? Ik hoop dat de warme rugbycultuur niet verloren gaat met de professionalisering. Het is positief als zaken goed geregeld zijn, maar er mag ook ruimte zijn voor kameraadschap en plezier. Een gezamenlijke barbecue na de wedstrijd is goed voor de moraal, of je nu hebt gewonnen of verloren. - fotografi e Wilco Boot
BREAKING
STRUCTUUR HERENCOMPETITIE OP DE SCHOP? Te goed voor de Tweede Klasse, maar niet sterk genoeg voor de Eerste. In rugbyend Nederland zien we veel verschil tussen de verschillende competitielagen, waardoor sommige clubs in een soort niemandsland zitten. Ook veel colts hebben moeite om in hun eerste jaar bij de senioren aan te haken. RUGBY. sprak met David Corbel van de Commissie Gestructureerd Seizoen (CGS), die tijdens de ALV van januari 2018 twee nieuwe competitievoorstellen indient. Kern van de plannen: in kleine stappen ontwikkel je het best.
12
Tekst: Sietse Manning Illustratie: Maarten Kleppe
BREAKING
OPTIE 1: COLTS KRIJGEN NOG EEN JAAR Aansluiting colts met senioren verbeteren Twee jaar geleden is de leeftijd van de colts gewijzigd van maximaal 18 naar maximaal 19, om de stap naar de senioren te verkleinen. ‘We zien nog steeds dat zo’n dertig procent van de colts afvalt. Voor negentienjarigen blijkt de overstap te groot’, legt Corbel uit. ‘Volgend jaar stromen er weer zevenhonderd colts door naar de senioren. Van hen wil je er zo veel mogelijk behouden.’ Het plan: creëer een nieuwe competitielaag van Onder 20-teams, en maak de coltscategorie weer Onder 18. ‘Jonge spelers krijgen zo letterlijk een jaar extra om te groeien en meer aansluiting te krijgen bij de senioren. Onder 20-spelers vanuit clubs die geen eigen team op de been kunnen krijgen, dispenseren uiteraard gewoon naar de senioren.’
IN OVERLEG MET CLUBS
COMMISSIE VERWERKT
OPTIE 2: CUP-PLATE STRUCTUUR VERDER DOORVOEREN Aansluiting met hogere competitie verbeteren
Momenteel staan er nog veel vragen open: wordt dit alleen in de Eerste Klasse, of ook op lagere niveaus doorgevoerd? En hoeveel teams stromen er omhoog/omlaag? De commissie is hierover in overleg met rugbyclubs uit heel Nederland. Of beide plannen, of een van beide, uiteindelijk doorgevoerd worden in januari 2018, is nog maar de vraag. De overleggen zijn in ieder geval in volle gang. Ook in dit proces geldt: in kleine stapjes ontwikkel je uiteindelijk het best. ◆ Wat vind jij van dit idee? Reageer op deze stelling op social media van RUGBY. met #RugbyStappenplan
RUGBY NEDERLAND PRESENTEERT VOORSTEL ALV JANUARI 2018
13
‘Ieder jaar hebben promovendi vanuit de Eerste Klasse in het begin van het seizoen moeite om punten te pakken in de Ereklasse’, constateert Corbel. ‘In de tweede seizoenshelft, wanneer de schifting tussen de Kampioenspoule en de Plate is gemaakt, komen ze beter tot hun recht.’ Het idee: voer de Cup-Plate-structuur ook in de lagere klasses door, en voeg Plate- en Cup-groepen samen in nieuwe competitie-indelingen. ‘De topclubs van een klasse vormen in de tweede seizoenshelft een nieuwe, hybride competitie met de laagste teams van een klasse daarboven. Dit betekent dat, wanneer je in het begin van het seizoen bovengemiddeld presteert, je de tweede helft van het seizoen de kans krijgt om te ruiken aan een iets hoger niveau tegen clubs uit een hogere klasse. Zo wen je geleidelijk aan het niveau.’
FEEDBACK
HAKEN EN OGEN VERWERKEN
STEMMEN OVER DEFINITIEF VOORSTEL OP ALV JUNI/JULI 20178
CLUBVERHAAL
MMRC: RUGBY IN ZUID-LIMBURG Eén vereniging waar opa’s en oma’s hun kleinkinderen kunnen zien rugbyen, dames- en herenteams op hoog niveau spelen en er ook plaats is voor rugbytalenten uit het Maastrichtse studentenleven. Het is de droom van Maastricht Maraboe Rugby Combinatie (MMRC). Patrick van der Sterren (48 jaar), oud-voorzitter en jeugdcoördinator: ‘Twee jaar geleden was er geen jeugd, en bestond de club vooral uit studenten. Nu telt onze jeugdtak zestig leden, en proberen we een rugbyclub te zijn voor heel Zuid-Limburg.’
14
Tekst: Robin van der Velde Illustratie: Joric Koghee
Het begon allemaal in 1978, toen een groep jongens van vijftien of zestien jaar oud een potje wilden rugbyen. Dit resulteerde in de oprichting van EMRC (Eerste Maastrichtse Rugby Club). Zo’n vijftien jaar later begon de “oude garde” langzaam uit te sterven. ‘De mannen van toen kregen kinderen, gezinnen, blessures en werden allemaal een dagje ouder’, vertelt Patrick. ‘Opvolging was er niet echt. Zoons en dochters gingen studeren in andere grote steden en gingen daar op rugby of voetbal.’ VAN DRIE CLUBS NAAR ÉÉN VERENIGING Er was weinig meer over van het team, totdat er vanuit de Universiteit van Maastricht studenten gingen meetrainen. ‘Ik was destijds achttien jaar en studeerde Nederlands Recht toen ik in aanraking kwam met rugby’, legt Patrick uit. ‘Ik merkte om mij heen dat er steeds meer studenten gingen
In 1991 vond een groep vrouwen dat het tijd was voor een Damesteam. Onder de naam Margrieten begon het damesteam met rugbyen. Patrick: ‘We speelden met drie verenigingen op een veld en langzaam begon het door te dringen dat we als één vereniging veel sterker zouden zijn. Daarom werd in 1993 de Maastrichtse Maraboes Rugby Combinatie (MMRC) opgericht. Feitelijk werd er een koepelvereniging gevormd waarin de onderdelen (EMRC, Margrieten en Maraboes) samen kwamen. RUGBY MET STUDENTIKOOS TINTJE MMRC en studenten zijn altijd onlosmakelijk met elkaar verbonden geweest. Veel rugbytalenten uit binnen- en buitenland zochten een sociale sport en sloten zich aan bij de vereniging. Zo ook de 24-jarige Aäron Hoeksema, student Industrial Design in Maastricht. ‘Ik speel sinds zes jaar bij De Maraboes en kwam daar terecht via de Universiteit van Maastricht.’ Er komt bij de studenten nét iets meer kijken dan alleen het invullen van een inschrijfformulier. Aäron: ‘Bij ons gaat het allemaal om het verdienen van de Maraboesdas. Voordat je deze das mag dragen, moet je een periode actief aanwezig zijn op trainingen en wedstrijden en moet je je als een volwaardig lid gedragen. Als klap op de vuurpijl moet je – in plat Limburgs – het officiële Maraboesclublied zingen, in adamskostuum. Dat zorgt voor veel hilariteit, vooral omdat ook onze internationale studenten uit Engeland, Australië, Zuid-Afrika en andere landen dezelfde tekst moeten zingen.’
Naast alle studentikoze tradities, is het uiteindelijk het rugby dat telt voor het team. ‘Natuurlijk drinken wij vaak een biertje, want dat hoort ook wel bij ons studentenleven. Het is echter wel de bedoeling dat je zondag op tijd en fit op het veld staat. We spelen nu in de Derde klasse en willen heel graag promoveren naar de Tweede Klasse.’ De rugbyers van MMRC komen vaak bijeen in de Walkabout, een café in Maastricht. Het is een klein en smal café, maar heeft voor MMRC veel betekenis en historie. ‘De ouders van eigenaar John Kessels zijn in het verleden heel belangrijk geweest bij de oprichting van onze vereniging. Overwinningen worden hier gevierd, herinneringen aan vroeger worden opgehaald en natuurlijk worden er rugbywedstrijden op groot scherm bekeken’, vervolgt Aäron. Ook caféhouder John Kessels is een MMRC’er in hart en nieren. Het is iemand die tot een paar jaar terug trainingen gaf, de lijnen op het veld trok en de studenten achter hun vodden zat. Aäron: ‘Je moet op zaterdagavond niet te lang in de Walkabout zitten, want je wordt in de gaten gehouden. Waar we voorheen misschien te laat en brak aankwamen op zondag, wordt er nu veel meer discipline verwacht. De club is een nieuwe weg ingeslagen, en ook wij als studenten zien in dat dit nodig is om de club beter en groter te maken. De internationale rugbyers zijn vaak maar voor een aantal maanden in Nederland. We hebben jeugd nodig om te bouwen aan een stabiele vereniging.’
15
Vaak wordt er na een rugbywedstrijd een Man of the Match gekozen, en iemand die beter thuis had kunnen blijven. ‘Bij ons team
hebben we na de wedstrijd het shithouse. Dit is een kleine houten huisje dat gevuld wordt met bier. Wanneer bijvoorbeeld een prop drie try’s scoort, wat volgens ons niet hoort bij een prop, krijg hij het shithouse en die moet in één keer leeg. Wanneer je Man of the Match bent, mag je wel gewoon op een normale manier een biertje drinken, hoor. Dan heb je het goed gedaan’, vertelt Aäron.
CLUBVERHAAL
rugbyen, en binnen een half jaar was er een compleet team. Het stak elkaar enorm aan!’ Maastrichts Studenten Rugby Genootschap De Maraboes was een feit.
CLUBVERHAAL 16
JEUGD BRACHT ENERGIE NAAR MAASTRICHT Tot twee jaar geleden had MMRC geen jeugdafdeling, maar dankzij het succesvolle WK Rugby in 2015 kwam er meer interesse voor rugby onder kinderen. ‘Bij de eerste training kwamen er meteen vijftien kinderen meedoen, en ze waren dolenthousiast. Inmiddels zijn we in twee jaar tijd gegroeid van nul naar zestig jeugdleden’, vertelt Patrick. De jeugdcoördinator vervolgt: ‘Er was iets aan het veranderen. De jeugdleden brachten nieuwe energie met zich mee, en ook oud-leden voegden zich weer bij de vereniging. Zo’n vijftien oud-rugbyers zijn inmiddels teruggekeerd, van wie er twee zelfs het bestuur in zijn gegaan.’ Posters van blote lichamen en schaamteloze foto’s van rugbytours verdwenen uit de kantine, en de studenten moesten nét even iets vaker en beter schoonmaken omdat er kinderen, ouders en grootouders rond het clubgebouw te vinden waren. Aäron: ‘Die omschakeling viel wel mee hoor. We blijven een studententeam met onze tradities, bieravonden en andere gekke dingetjes, maar we kijken goed wanneer dit wel of niet gepast is. We zijn enorm blij met de nieuwe jeugd, en hopen dat dit later volwassen rugbyspelers worden bij MMRC. We willen de jeugd leren kennen. Ik hoop dat ze tegen ons gaan opkijken.’ De nieuwe weg die de studenten zijn ingeslagen, is ook bij de rest van MMRC niet onopgemerkt gebleven. Patrick heeft de studenten de afgelopen jaren hun verantwoordelijkheid zien nemen. ‘Geweldig om te zien hoe die jongens het oppakken. Ze geven rugbyclinics, en ook bij evenementen proberen ze jeugd te betrekken. Met deze goede ontwikkelingen hoopt MMRC snel met jeugdteams de competitie in te gaan. ‘We organiseren samen met verenigingen uit België en Duitsland dagen waarop de kinderen samen rugbyen. Ze leren enorm veel van elkaar’, voegt Patrick toe. Er is één dag waar de club in het bijzonder naar uitkijkt: de derde zaterdag van september. De Old Maraboes spelen dan de klassieker tegen de Maraboes. Op deze dag komen (oud-)rugbyers uit het hele land en zelfs buiten de landsgrenzen richting Maastricht. Na een goede pot rugby wordt er gevierd dat ze allemaal iets gemeen hebben: MMRC zit in hun hart. ◆
CLUBVERHAAL
MARGRIETEN: ALLES OF NIETS De geschiedenis van de Margrieten kent hoge pieken, maar ook enorme dalen. Begin jaren negentig werd het team opgericht door een paar enthousiaste dames en werd het onderdeel van MMRC. In de jaren daarna lukt het soms wel en soms niet om een team op de been te brengen. Lieselot Graste (30) bracht vanaf 2013 samen met een hoop andere meiden het team vanuit zo’n dal weer naar boven.
Ondanks alle moeite om nieuwe leden te werven, lukte het de Margrieten nog niet om een team op de been te krijgen. Daarom werd er in 2012 een cluster gevormd met de Bredase Rugby Club. Lieselot: ‘Samen met Breda hadden we een sterk team, en werden we in seizoen 2012-2013 meteen kampioen in de Tweede Klasse. Na dat jaar liet Breda weten een eigen team te gaan vormen zonder ons, dus ook wij moesten als één team verder.’ GOUDEN TIJDEN Het lukte de Margrieten, en er braken gouden tijden aan voor Maastrichtse dames. De ene na de andere wedstrijd werd gewonnen,
Wie hoog klimt, kan diep vallen. Zo bleek maar weer toen de dames zich direct weer moesten terugtrekken uit de Ereklasse. ‘We hadden simpelweg te weinig speelsters. Een hoop rugbysters vertrokken naar andere clubs, onder wie ikzelf. Ik wilde dichter bij mijn familie gaan rugbyen, bij de Wasps in Nijmegen. Ik hoop dat de Margrieten snel weer met een team in de competitie komen, want waar ik ook speel, in mijn hart blijf ik een Margriet!’◆
17
Lieselot begon pas met rugbyen toen ze 21 was, iets waar ze achteraf erg spijt van heeft. ‘Als ik eerder had geweten dat rugby zo’n toffe sport is, was ik veel eerder begonnen.’ In 2008 begon Lieselot samen met twee andere meiden een nieuwe poging om het team weer naar de top te brengen. ‘Er werd fanatiek getraind en op alle mogelijke manieren werd gezocht naar vers bloed, nieuwe meiden om het team te versterken.’
en een nieuwe lichting talenten bracht het team naar een ongekend hoog niveau. ‘We werden direct weer kampioen, ditmaal in de Eerste Klasse. In seizoen 2014-2015 mochten we dus ineens Ereklasse spelen, niet normaal. We waren een enorm hecht team en deden werkelijk alles samen. Dit is denk ik de sleutel geweest tot het succes.’ Lieselot mocht zelfs een paar wedstrijden meespelen met de fifteens van de Oranje Dames. ‘De kers op de taart was het. Ik speelde samen met Mariette en Saskia, twee clubgenoten, tijdens de Europa Cup in Brussel.’
GESCHIEDENIS
MEDICIJNEN Ergens in het begin van de jaren tachtig speelden we thuis in Amsterdam met Ascrum 2 tegen LSRG 2. Gedurende de wedstrijd raakte een Leidse student flink geblesseerd – wat hem precies overkwam, weet ik niet meer. Vervolgens bogen zich, volgens ons teamprotocol, achtereenvolgens over de ‘patiënt’: Frits Bekker (fly-half en huisarts), Eric Hammacker (nummer 8, traumatoloog en NRB-arts), Hubert Oostenbroek (prop en chirurg) Bernard Jas (hooker en chirurg), Job Werkema (wing en bedrijfsarts) en Marco Lijsen (lock en NRB-fysiotherapeut). De rest van de spelers bleef op een eerbiedige afstand staan, wachtend op het hoog-medische oordeel. Eén jonge Leidenaar werkte zich tussen de kring met de opmerking: ‘Laat mij maar even, ik studeer medicijnen.’ De medische raad boog deemoedig het hoofd.
Later hoorden we dat alles in orde was met het slachtoffer. Of de tweedejaars medicijnen ooit nog arts is geworden, weten we helaas niet, maar dat moet haast wel na zo’n krachtdadig optreden. ◆
Hylke Pieksma (1948) begon in 1968 als student bij het pas opgerichte Rugby Club Groningen. Na zijn afstuderen in 1974 verhuisde hij naar Amsterdam en werd hij lid van Ascrum, waar hij tot 1984 in het eerste speelde en daarna nog vele jaren in het tweede en bij de veteranen van de Amsterdam Academicals. Van 1978 tot 1986 was hij assistentdirecteur van de NRB.
19
Aan een jonge Leidse speler vroeg ik terloops: ‘Hoe ver is hij al in zijn studie?’, waarop hij antwoordde met: ‘O, hij is al tweedejaars!’ Met een glimlach bekeek ik het tafereel, toen het slachtoffer onder applaus afgevoerd werd, begeleid door de jonge dokter-in-spe, die in het clubhuis flink geprezen werd voor zijn dappere optreden.
COLUMN
MIJN EERSTE SHIRT
20
Ik hoefde eigenlijk niet lang te zoeken; ik wist precies in welke doos ze lagen. Na een paar minuten vond ik ‘m en trok hem open. De binnenkant rook naar gras.
LET OP: Foto word dinsdag 8 augustus vrijstaand gemaakt!
Vorig seizoen vroeg Gareth mij de shirtpresentatie voor de Oranjeheren te doen, voor hun interland tegen Moldavië. In mijn voorbereiding voor die speech was ik naar mijn zolder gelopen, zoekend naar inspiratie. Bovenop lag mijn eerste Oranjeshirt. Ik kreeg het op mijn vijftiende, toen ik voor Klein Oranje uitkwam. Het shirt had niets geleden, en het oranje was nog net zo fel als het toen was, alsof de rest van de zolder plots zwart-wit was. Weken had ik van die wedstrijd gedroomd. Toen ik mijn naam op de lijst zag staan, ging er een schok van mijn tenen naar mijn armharen: het was me gelukt! Dat moment dat de coach je naar voren roept, en ten overstaan van je rugbybroeders uitlegt waarom jij die ene persoon in Nederland bent die dat shirt mag dragen… Zwalkend liep ik terug naar mijn stoeltje, dat zich ergens achteraan in de zaal bevond. Ik herbeleefde het moment van mijn eerste shirtpresentatie op een muffige zolder in Castricum en herhaalde de rituelen die ik er 36 jaar eerder mee uitvoerde. Ik drapeerde het op mijn knieën, en liet het door mijn vingers gaan; het katoen was nog net zo stug en ruw als het toen was. Ik trok eraan bij de schouders. Het gaf geen centimeter mee. Ik legde het weg, en trof nog meer bijzondere shirts die in de doos zaten. Het shirt dat ik droeg tijdens mijn Oranjedebuut tegen de Verenigde Staten, op dat prachtige sportpark in Hilversum dat we gebruikten voordat de NRB naar de Bok de Korverweg in Amsterdam verhuisde. Mijn eerste sevensshirt, dat ik op Twickenham tegen Engeland droeg. Het shirt waarin ik op het Scheveningse strand tegen Nieuw-Zeeland speelde, en die van tegen de Emerging Wallabies in Den Bosch. De shirts die ik droeg toen ik zij aan zij met mijn broers voor Oranje rugbyde. Stuk voor stuk unieke shirts. Stuk voor stuk unieke herinneringen. Maar één ding hebben ze gemeen: ik heb ze zelf verdiend. Ik keek de 23 paar ogen die het land op het veld gingen verdedigen aan. Ik stamelde wat, met een trillende onderlip. De tranen stroomden over mijn wangen. Niemand kan je vertellen wat het is om voor Oranje te spelen, je moet het gewoon meemaken. Maar ik hoop dat de boodschap toch is overgekomen.
15
TEAM Een grote poule mannen vertegenwoordigt het Nederlandse team op het rugbyveld. Wij maakten een kleine selectie voor deze editie. Aanschouw: Dirk Danen (cover) Rob Verbakel (nummer 8), Hugo Langelaan (nummer 1), Mark Wokke (nummer 5), Sep Visser (nummer 11), Siem Noorman (nummer 14), Robin Kok (nummer 7), Ayrton Pieterse (nummer 13), Chesney Crosby (nummer 4), Victor Huurman (nummer 2) en Josh Gascoine (nummer 12).
1
2 4
3 5
6
7 8 9 10 12 13 14
11 15
On any given day a real team will beat any bunch off brilliant individuals
CLUBPAGINA
RUGBY CLUB HILVERSUM BAND OF BROTHERS Het vlaggenschip van Rugby Club Hilversum. Het team waar onze jeugd en de hele club door geïnspireerd wordt. De sportieve prestaties spreken boekdelen. De behaalde landskampioenschappen zijn ongeëvenaard in de annalen van het Nederlandse rugby. Maar dat is niet de kant van deze geweldige selectie die we hier willen benadrukken. Ons eerste team is een hechte groep van spelers die zowel binnen als buiten het veld de normen en waarden van het rugby nadrukkelijk onderschrijven. ‘We werken hard, zowel op de training als tijdens de wedstrijden,’ omschrijft speler/coach Marcus Holden het succes van zijn team. ‘Wanneer je dat harde werk en die discipline samenvoegt met waarden als respect en kameraadschap, en dat weer combineert met individuele vrijheid, geniet je maximaal van je prestaties en die van het team. Daardoor groeit elke speler uit tot een betere versie van zichzelf en kan hij de prestaties leveren die hij levert, zowel binnen als buiten het veld. Juist door deze instelling is een groep van individueel getalenteerde spelers uitgegroeid tot een geoliede machine van broeders.’ De spelers en de staf van het eerste team zijn nauw betrokken bij het wel en wee van de club. Niet alleen als voorbeelden en inspiratoren voor de jeugd, maar ook hands-on: door de tijd te nemen om met jeugdspelers te trainen en te praten, door hand- en spandiensten te verrichten en door het ondersteunen van clubbrede activiteiten zoals clinics en speciale evenementen. Dat legt soms best wel druk op deze bijzondere groep, maar geeft ook weer voldoening. Onze spelers komen van heinde en verre, maar onderschrijven allemaal de waarden die het team en de club groot maken. We nodigen gelijkgestemde spelers van harte uit om deel uit te maken van deze geweldige groep. Het leven draait om momenten, besluit Holden. ‘Rugbyen bij Hilversum geeft je die onvergetelijke momenten.’ - fotografi e Dennis van de Sande
‘HET IS IEDERE KEER DAVID VERSUS GOLIATH’ Melvin Manhoef is een van de meest succesvolle vechtsporters die Nederland ooit gezien heeft. Hij is inmiddels 41 en gaat richting het einde van zijn carrière. Toch versloeg hij onlangs kickbokslegende Remy Bonjasky, die hij nooit eerder versloeg. Wat drijft Manhoef om op deze leeftijd nog de handschoen op te pakken?
36
Tekst: Coen van Rossum
Het is vroeg in de ochtend als we met Manhoef afspreken in Gym Hoofddorp, de sportschool die Manhoef na het faillissement van de K1 oprichtte. K1 is een vechtklasse waar we hier in Nederland niet per se veel experts van hebben rondlopen, maar internationaal gezien was het een gigantische competitie, met op zijn hoogtepunt evenementen in tientallen verschillende landen. Hoe groot de roem is die Manhoef vergaarde, blijkt wel uit zijn website, die beschikbaar is in drie verschillende talen: Nederlands, Engels en Japans. Manhoefs successen zijn des te indruk wekkender wanneer je hem voor het eerst in levenden lijve ziet, in ons geval drie dagen na de wedstrijd tegen Bonjasky. Zijn ferme handdruk bewijst weliswaar dat hij op zijn 41ste nog altijd in de kracht van zijn leven
-fotografie Jan Kaper
JAYJAY TACKELT
JayJay Boske & Melvin Manhoef
is, maar staand aan de bar een broodje omelet met groente en véél Javaanse sambal bereidend valt op dat Manhoef nauwelijks langer is dan JayJay. Niet dat Jay het daarmee eens is overigens. ‘Jij bent kleiner dan ik ben, Melvin’, begint hij. Manhoef: ‘Nee, man. Ik ben gewoon groter dan jij bent.’ ‘Meteen ook, hè. Niet even lachen en denken dat ik een grapje maak, maar meteen. Het scheelt ook maar weinig. Als mensen ons naast elkaar zouden zien lopen, dan zouden ze kunnen denken dat ik groter ben.’ ‘Haha, als jij dat wil geloven, dan laten we dat gewoon zo.’ EMOTIE Het is duidelijk dat beiden tijdens hun carrière regelmatig hun gebrek aan lengte hebben moeten compenseren in een fysiek veeleisende sport, die steeds harder en steeds professioneler wordt. De beelden van Manhoef die tijdens de weigh-in op een stoel ging staan om de vijftien centimeter langere Bonjasky recht in de ogen te kunnen kijken gingen onlangs nog op een bescheiden manier viraal. ‘Ik heb nooit getwijfeld aan mijn lengte’, aldus Manhoef. ‘Ik heb ook nooit het idee gehad dat het me ervan weerhoudt om iets te doen.
‘Ja, ik ook. Het gedeelte wat anderen in lengte hebben gekregen, hebben wij hier gekregen’, zegt Manhoef, naar zijn borstkas wijzend. ‘Daardoor durven we iets meer. Ik heb tegen allemaal lange jongens gevochten, maar ik was altijd degene die het spel maakte. Ik ben een emotionele vechter. Als iemand mij een klap gaf, gooide ik mijn gameplan volledig overboord. “Fuck it, jij gaat mij niet slaan. Wie denk je wel dat je bent.” En dan ging ik los. Dan komt die kleine man weer naar boven.’
‘Fuck it, jij gaat mij niet slaan’ ‘Dat zag je onlangs bij de World Fighting
37
Het is een beetje als bij rugby, denk ik. Als een klein ventje – een scrumhalf zei je toch – zo’n beer van een kerel tackelt. Die kick is geweldig. Als ik gasten van 1.90 die twee koppen groter zijn neerhaal, geeft mij dat iets extra’s.’ ‘Ze hebben het er bij mij ook altijd over. Ik denk dat ik er soms iets té fanatiek van werd. Ik wilde het tegendeel bewijzen. Iedere keer weer.’ ‘Dat is voor mij ook’, glimlacht Manhoef. ‘Het is iedere keer David versus Goliath. Dat vinden mensen leuk om te zien. Al die boys zijn natuurlijk hartstikke groot, en dan sta jij daartussen.’ ‘Toen ik mijn debuut maakte in Engeland, had ik volgens mij een XLshirt aan’, memoreert Jay. ‘Er stonden echt duizenden mensen te kijken. Ik kwam er in de tweede helft in, en hoorde mensen langs de kant roepen “There’s a kid on the field”. Ze dachten oprecht dat er een jongetje met een te groot, door pap en mam, op de groei gekocht shirt het veld op was gelopen. Daarna scoorde ik drie keer.’ ‘Dat is toch vet man, dat soort verhalen?’ ‘Zeker. Ik was altijd de kleinste, tussen al die grote gasten. Ik had altijd een bewijsdrang. Hoe groter mijn tegenstanders zijn, hoe harder ik erin klap.’
VERGELIJKBARE STRIJD Vechten komt vanbinnen, vanuit je karakter. Je moet doorzetten, juist wanneer het pijn doet. Het zijn opmerkingen die ons rugbyers uitermate bekend voorkomen. De vergelijking tussen rugby en kickboksen wordt door Jay en Manhoef dan ook redelijk gemakkelijk getrokken. ‘Het gaat vooral om doorbeuken en doorgaan, het onderste uit de kan halen’, begint Jay. ‘Het zijn karaktersporten.’ ‘Ze tekenen je’, vult Manhoef aan. ‘Rugby is gewoon de sport, net als kickboksen op zichzelf een sport is. Leven is ook een sport.
‘Je kunt stoppen omdat het pijn doet, of je gaat vechten’ ‘Zo gaat het ook met het leven zelf’, gaat Melvin verder. ‘De ene is dik, die wil ook vechten maar komt niet van het gewicht af. Die mensen moeten een knop vinden: “oké, ik ga nú mijn dieet volgen”. Dat is voor die persoon ook vechten. Iedereen levert eigenlijk dagelijks een mentaal gevecht. Sommige mensen kunnen dat gevecht gemakkelijker aan, omdat ze een sport doen waardoor je ook fysiek moet vechten.’ ‘En dan is het herkenbaar’, vult Jay knikkend aan. ‘Daarom zijn sporten als kickboksen en rugby veel meer dan alleen een sport. Kickboksen is zodoende voor mij een way of life, net zoals rugby dat voor jou waarschijnlijk is. ‘Oké, dan heb ik nog één laatste vraag: hoe de fuck kom jij aan die kleine oren?’ ‘Haha. Ja, ik heb gewoon kleine oren’, lacht Manhoef. ‘Ik denk dat alles wat ik klein heb bij mijn hart is gezet.’ ‘Kleine voeten ook.’ ‘Ja, ook. Ik denk dat Hij zei: “Ik heb geen oren meer voor jou bovenaan, en ook geen lengte. Wat wil je?” En toen heb ik gezegd: “Nou, doe me dan maar een grote pik en een groot hart.”’ ◆
39
PROFESSIONALITEIT ‘Het vechten is nu wel professioneler dan ooit.’ ‘Ja, maar niet qua hardheid,’ countert Manhoef. ‘De generaties die hiervoor zitten, de echte beukers, die konden veel meer pijn aan dan de generatie van nu. De socialmediageneratie van nu kan alles krijgen. Wanneer het een beetje moeilijk wordt, zeggen ze sneller liever niet. Dat kwam nooit in mij op. Als ik blessures had, een gebroken voet of zo, dan was ik altijd aan het twijfelen. En aan het einde van de rit deed ik het dan toch. Als ik dan een wedstrijd verloor, was het naderhand wel van kut, dat had ik niet moeten doen.’ ‘In rugby heb ik dat ook. Hoe harder ik geraakt werd en hoe meer pijn ik had, hoe lekkerder ik het vond om te testen hoe ver ik kon gaan. Maar het heeft me ook gesloopt; ik heb minimaal zes zware hersenschuddingen gehad. Want ik speelde gewoon door. Ik ben ook een tijdje mijn geheugen kwijt geweest.’ ‘Dat rugby is ook zwaar’, zeg Manhoef. ‘Die filmpjes die je me net voor het interview liet zien. En dat iedere week weer… Alsof wij elke training keihard zouden sparren. Dat kan gewoon niet.’ Trots gaat Jay iets meer rechtop zitten. ‘En je kunt je niet inhouden. Als je inhoudt, laat je je team in de steek. Het is alles of niets. Altijd.’
Wanneer je bij rugby een tackle krijgt, en je ligt op je rug, dan komt het mentale gedeelte, het vechten. Sta je op? Ga je door? Met kickboksen krijg je een trap, word je gebroken. Dan kun je stoppen omdat het pijn doet. Of je gaat vechten. Doe je dat, dan pak je een mentale overwinning waardoor je de sport goed kan beoefenen. Dan zal je uitblinken.
JAYJAY TACKELT
League nog’, vult Jay aan, die betrokken was bij de presentatie op het digitale kanaal Spike. ‘Als mensen kozen voor Remy, dan was dat met het verstand. Met het hart waren ze allemaal voor jou.’ ‘We zijn heel verschillend. Remy vecht om te winnen, ik vecht om te vechten. Omdat ik dat gewoon leuk vind. Vechten is voor mij de strijd in je hoofd, het mentale gedeelte. Het onmogelijke waarmaken. Het tegendeel bewijzen tegen iemand die zwaarder of langer is en eigenlijk sterker zou moeten zijn. En doorzetten wanneer je pijn hebt. Dat je niet terugdeinst als je net een knie hebt gehad, maar dat je wat harder op je bitje gaat bijten en gewoon doorzet. Ik heb ook veel partijen zo gewonnen. Omdat ik gewoon dikke schijt had.’ ‘Heeft Remy je wel geraakt dan?’ ‘Nou, niet echt’, zegt Manhoef schouderophalend. ‘Een paar keer dat-ie het wel effe probeerde, toen kwam hij wel dichtbij en dacht ik oehhh, was wel close. Maar nee, hoor. We zijn ook oud aan het worden, Remy en ik, maar ik doe gewoon aan goed onderhoud. Remy sipt champagne, ik drink olie.’
CROUCH, BIND, SET ! Net als in een rugbyteam hebben wij de passie om samen te presteren! Samen met onze collega’s en distributeurs leveren wij producten die overal ter wereld bijdragen aan een werkplek die schoner, veiliger en gezonder is. Al meer dan 40 jaar leveren we schone lucht voor lassers, personeel in de metaalverwerkende industrie, brandweerlieden, automonteurs en nog veel meer. Onze jarenlange ervaring en klantgerichtheid stellen ons in staat om exact diÊ oplossingen te leveren die u nodig heeft.
namens De Directie en personeel van plymovent wensen wij u fijne feestDagen en een voorspoeDig 2018!
Foto:Teambuilding clinic bij de Castricumse Rugby Club d.d. 03-02-2017
www.plymovent.com
CLUBPAGINA
CASTRICUMSE RUGBY CLUB
JONG GELEERD, OUD GEDAAN Bij onze oprichting in 1968 gingen de gedachten van onze “founding fathers� helemaal niet uit naar jeugdspelers. Het rugbyspel alleen al, was een uitdaging voor onze dorpsbewoners. Niemand heeft toen vermoed dat in 2017 de club niet alleen 14 teams kent, maar dat er nu vooral veel meer jeugdleden dan senior spelers zijn. Sinds vorig jaar kan je bij ons al vanaf 3 jaar meedoen. Dat zorgt er soms voor dat de bal veel groter is dan je hoofd, maar dat mag de pret natuurlijk helemaal niet drukken. Vooral bij de jongere jeugd, zowel jongens als meisjes, is niet de wedstrijd belangrijk, maar juist het spelen met elkaar, Daarom werken we bij CasRC met het LTAD programma, het Long Term Athlete Development model. Kort samengevat: jong geleerd, lang en goed gedaan. Dat betekent dat we voor elke leeftijd specifieke training geven die begint met spelletjes bij 3 jaar en vervolgens bij iedere categorie wordt afgestemd op die leeftijd. Uiteindelijk leidt dat tot ervaren seniorspelers voor wie basics, skills, gameplan. teamgeest enz. routine zijn. Daarmee is de Castricumse Rugby Club een echte familieclub geworden waar jong en oud, jongens en meisjes, samen met hun ouders kunnen genieten van het rugbyspel en het clubleven. - fotografi e Raoul van Eijk
ORANJE
EEN BRON VAN POSITIVITEIT AAN HET ROER
Je traint nu met het Eerste van de Dukes mee. Hoe is dat? ‘Te gek. In het begin dacht ik wel: waar ben ik nu weer aan begonnen? Met contact doe ik niet mee, maar met de rest wel. Het is gaaf om met jongens van vroeger op het veld te staan. De communicatie is anders, het spel is anders. Er spelen veel mannen met een hoop ervaring mee, meer dan dat ik heb. Met name skills en tactiek, daar leer ik veel van. Het niveau ligt “helaas” gewoon veel hoger dan bij de vrouwen.’
‘In het mannenteam leer ik meer’
Het ene moment sta je met de beste vrouwen van Nederland op een World Series te ballen of train je met mannen die twee keer jouw formaat zijn, het volgende moment speel je Eerste Klasse met het damesteam van The Dukes. Hoe ga je om met die verschillen? ‘Als ik kan, dan ben ik er. Vooral na een internationaal sevenstoernooi is het verschil groot. Maar ik vind het moeilijk om hier weg te gaan, want dit is mijn club. Ik ben hier gelukkig en probeer de dames mee te nemen. Soms probeer ik dingen uit die ik vervolgens op een sevenstoernooi kan doen.’
Waar begon het allemaal? ‘Twaalf jaar geleden op een toernooi bij Hilversum. Mijn broer rugbyde al een tijdje, en tijdens dat toernooi kwam zijn team spelers tekort. Ik stond aan de kant te kijken. Ze legden me de spelregels uit en ik ben gaan meespelen. Niet in rugbykleding, maar in m’n gewone kloffie. Toen wist ik de gaatjes al te vinden. Ik zat destijds nog op turnen, maar na twee jaar allebei gedaan te
43
- fotografi e SJM Photography
Twaalf jaar geleden deed ze ‘gewoon even een potje mee’. Haar broer speelde rugby en tijdens een toernooi hadden ze een extra speler nodig. Inmiddels speelt Pleuni Kievit (20) opnieuw met de jongens van toen. Niet omdat er geen damesteam is bij haar club The Dukes, maar omdat ze de dames zou zijn ontgroeid. RUGBY. spreekt met haar af na een training in Den Bosch.
ORANJE
hebben, koos ik volledig voor rugby. Met de mannen. Net als nu.’
heb ik geen behoefte. Ik ben er ook aan gewend geraakt dat ik veel dingen moet afzeggen.’
Meetrainen met de heren, was dat iets wat je zelf bedacht had? ‘Om bij de dames van The Dukes te mogen blijven, moest ik wel iets extra’s doen. Richard van den Broek (assistentbondscoach van de damessevens, red.) is hier nu ook assistent-coach geworden bij het Eerste, en stelde daarom voor dat ik met hen kwam meetrainen. Zo is dat gelopen.’
Dat zal nu niet minder worden. Je bent tegenwoordig captain bij het Sevensteam. ‘Ja, een enorme eer! Op het toernooi in Tokyo werd ik gevraagd. Eenmalig, om te oefenen, voornamelijk met het oog op de toekomst – we werken nu naar 2020/2024 toe. Het was wel even wennen. Ik snapte niet wat het inhield, maar gelukkig hielp Anne Hielckert mij. Dat ik op deze leeftijd al captain zou worden, had ik nooit verwacht.’
44
Is het anders met de mannen? ‘Ik leer er meer. De skills zijn beter, meer ervaring, sneller. Het is allemaal iets beter dan bij de vrouwen. Ik laat me niet kennen. Ik wil altijd de beste zijn. Dat heb ik bij de mannen ook. Als ik naast Gerard Viguurs liep, volgens mij de fitste speler die ooit voor The Dukes heeft gespeeld, wilde ik sneller zijn. Ik daagde hem uit, en hij mij. Dat werkt prima.’ Je bent een drukbezette dame. Hoe ziet een gemiddelde week er voor jou uit? ‘Op maandag ga ik voor vier uurtjes naar school, van half tien tot half twee. Elke dinsdag ben ik vrij en train ik met Richard in de gym van zijn bedrijf Commit2bFit, ’s avonds train ik met de mannen en vervolgens ga ik door naar de dames. Woensdags ga ik naar school en wijd ik de rest van mijn dag aan studeren. Donderdag is een herhaling van dinsdag. Op vrijdagavond en zaterdag trainen we ook vaak wel en op zondag is er competitie. Eigenlijk doe ik niet veel anders dan sporten en studeren. Vroeger was er geen ruimte om te gaan stappen. Nu is er meer tijd en zou ik in principe kunnen gaan feesten, maar het zit niet in mijn systeem. Soms pak ik een feestje mee of gaan we wat doen omdat we geen trainingen hebben, maar aan ieder weekend uitgaan
Hoe voelt dat? ‘In het begin wel raar. Als playmaker was ik op een bepaalde manier natuurlijk al wel captain, maar buiten het veld niet. Ik ben nog steeds mezelf. Niet heel druk, maar als ik ergens iets van vind, zal ik dat zeggen. Er is niet veel veranderd, maar nu moet ik misschien nog iets meer hardop uitspreken welke kant ik op wil.’ Zie je jezelf als captain? ‘Het is soms een beetje onwerkelijk, maar het feit is gewoon: ik ben het. Het is een hele eer, waar ik ontzettend trots op ben. Toen ik veertien was, ging ik met mijn vader, die op dat moment looptrainer was bij de mannensevens, mee naar het EK in Boekarest. De vrouwen waren ook op dit toernooi en behaalden hier hun A-status. Mijn ouders vroegen of ik met ze op de foto wilde, maar dat hoefde van mij niet. Ik was ervan overtuigd dat ik ooit nog wel met ze op de foto zou gaan. Drie jaar later stond ik inderdaad met ze op de foto, maar dan als onderdeel van het team. Geweldig. Nu is het mijn doel om met de meiden van The Dukes naar de Ereklasse te promoveren. Dat moet toch wel binnen twee jaar lukken.’
‘Nu moeten we gewoon weer even promoveren’ Ten slotte: hoe gaat het nu met de Ladies Sevens? ‘Dit seizoen gaat het iets minder, maar dat hoort erbij. Het is jammer dat we gedegradeerd zijn. Nu moeten we gewoon weer promoveren, naar de Grand Prix om ons te kwalificeren voor de World Series. Het is belangrijk om de Onder 18-meiden exposure en ervaring mee te geven. Anders wordt het gat te groot.’◆
KIDS◆NIEUWS
KIDS ◆ NIEUWS Wie wil uitblinken, moet vroeg beginnen. Hier vind je elk kwartaal de leukste nieuwtjes, interviewtjes, tips, tricks en prijsvragen.
UIT VOLLE BORST! Rugby en zingen. Je verwacht het niet, maar zingen is iets wat echt bij rugby hoort. En dan bedoelen we niet de nieuwste liedjes van YouTube, maar echte rugbyliederen! Als je na een wedstrijd van de grote mannen in het clubhuis bent, heb je het misschien al eens gehoord dat ze allemaal samen aan het zingen zijn. Wat zingen ze dan? Veel van deze liedjes mag je pas zingen als je ouder bent, maar er zijn er genoeg die je nu al hardop samen met je team ten gehore kunt brengen. Samen zingen is de beste manier om een overwinning te vieren, of juist het beste manier om het verdriet van een verloren wedstrijd te verwerken.
46
Welke liedjes zijn nou leuk om te zingen? Ik ben speciaal voor jullie op zoek geweest, en heb een prachtig nummer gevonden! Het heet Yogi Bear. Misschien ken je het al. Zo niet, lees dan even hoe het liedje gaat. I know a bear that you all know, Yogi, Yogi, I know a bear that you all know, Yogi, Yogi Bear. YOGI, YOGI BEAR, YOGI, YOGI BEAR, I KNOW A BEAR THAT YOU ALL KNOW, YOGI, YOGI BEAR.
Nu is het de bedoeling dat één persoon het eerste stukje zingt, en de rest van het team mee zingt met het tweede stukje. Na de twee stukjes zijn er heel veel opties om verder te zingen, maar dat laat ik aan jullie over. Je kunt op YouTube voorbeelden vinden door te zoeken op “yogi bear”. Vraag anders je trainer, vader of moeder om je te helpen! Ik hoop dat jullie goed je best voor doen om ze uit je hoofd te leren, want ik ben reuze benieuwd naar welk team het mooiste kan zingen! Zorg dat iemand jullie filmt terwijl jullie dit nummer met z’n allen meezingen en mail het filmpje naar kids@rugbytijdschrift.nl, en wie weet komt jouw filmpje op onze Facebookpagina! ◆
Voor deze editie heb ik een door Marlie Packer gesigneerd shirt beschikbaar voor de winnaar van deze puzzel. Wil jij dit shirt winnen? Zoek dan de 4 verschillen, omcirkel ze, maak een foto en
stuur die foto naar kids@rugbytijdschrift.nl. Uit alle goede antwoorden trekken wij één winnaar.
KIDS◆NIEUWS
ZOEK DE VIER VERSCHILLEN
47
INTERVIEW MARLIE PACKER Marlie Packer is de openside flanker van het Engelse damesteam. Ze stond op het WK van 2014 tijdens de finale in de basis tegen Nieuw-Zeeland. Marlie is begonnen met rugby toen ze 10 jaar oud was en speelt nu bij de Saracens. Ze heeft met het Engelse team al vjiftig wedstijden gespeeld, en maar liefst tien try’s gescoord! Wij zochten Marlie op om haar vijf korte vragen te stellen. Heb je een bijnaam? Zo ja, hoe kom je eraan? Toen ik jonger was, werd ik Moo (spreek je uit als Moe) genoemd. Dat hebben mijn familie en oude coaches erin gehouden. Als ik voor Engeland speel, dan roepen ze dat vaak vanaf de tribune, wat heel erg lijkt op BOEEE. Wat is jouw favoriete rugby liedje? Dat is een moeilijke vraag! Maar Never forget van Take That doet mij altijd denken aan het WK van 2014, dat we gewonnen hebben. Heb je een vast lied waar je naar luistert voor een wedstrijd? Nee, dat ligt heel erg aan mijn stemming. Het is niet één vast liedje.
48
Wat doe jij voor een wedstrijd om je goed te kunnen focussen? Ik vind het fijn als de kick-off vroeg op de dag is. Dan doe ik het liefst zo min mogelijk voor de wedstrijd begint. Als de kick-off laat is, dan probeer ik ontspannen te blijven en niet te vroeg te gaan focussen, want dan raak ik overgeconcentreerd. Welke tip zou jij geven aan alle rugbykids die net zoals jij wereldkampioen willen worden? Blijf vooral plezier hebben in rugby! Geloof in jezelf en werk er keihard voor!
In de vorige editie heb ik wat uitgelegd over je core en waarom die zo belangrijk is met rugby. Deze editie heb ik weer twee leuke oefeningen bedacht voor jou om aan je core te werken. De oefeningen die in de vorige editie staan, kun je altijd blijven doen. Als je deze nieuwe oefeningen eraan toevoegt, heb je een leuke training van iets minder dan een half uur. PLANK Bij de plank train je heel veel grote en kleine spieren in je core. Het is geen moeilijke oefening, en je kunt hem zelf steeds zwaarder maken. Ga op je buik liggen. Duw jezelf nu omhoog en ga op je ellebogen en je tenen staan; zorg ervoor dat je ellebogen recht onder je schouders staan. Je buik houd je van de grond. Je lichaam is nu zo recht als een plank. Blijf zo stil mogelijk in deze houding staan, voor ongeveer vijftien seconden. Daarna mag je even ontspannen. Mocht dit te gemakkelijk zijn, probeer het dan eens dertig seconden. Mocht je zelfs dat makkelijk vinden, kijk dan of je het een minuut kunt vasthouden. Herhaal dit drie keer. Let op! Hoe lang je de oefening ook wil doen, je moet altijd zo gestrekt als een plank blijven! Je billen mogen dus niet zakken!
ZIJWAARTSE PLANK Ga op je zij liggen. Zorg er net als bij de plank voor dat je elleboog onder je schouder staat. Dan duw je je heupen van de grond af. Je staat nu alleen op de zijkant van je voet en op één elleboog. Houd dit ook vijftien seconden vast en wissel dan van kant. Ook met deze oefening mag je langer doorgaan als het te gemakkelijk is. Elke kant drie keer en dan ben je klaar!
KIDS◆NIEUWS
STERK WORDEN
Scrummie ◆
OPSTAAN MET Stijn Dokters van Leeuwen, 12 jaar, Cub bij RC Eemland
Ik wilde graag iets anders doen dan voetbal, wat ik hiervoor deed. Toen kwam ik rugby tegen, en na één proeftraining was ik al verkocht. Het leuke aan rugby is dat je je energie er heel goed in kwijt kan. Het is een respectvolle en gezellige sport. Ik heb altijd zin om naar de training te gaan, om steeds weer nieuwe dingen te leren en beter te worden. Ik ben een lijnspeler. Dat vind ik ook het leukst om te doen, omdat ik dan het meest mag rennen. Aan het eind van de wedstrijd roept onze trainer altijd iemand uit tot Man/Woman of the Match. Die krijgt een speciaal T-shirt dat hij/zij tot de volgende wedstrijd mag dragen. ◆
49
Vandaag speel ik uit tegen SBN. Afgelopen week heb ik op de trainingen van dinsdag en donderdag technieken geleerd die ik in de wedstrijd kan gebruiken. Op vrijdag train ik nog een keer extra. Na deze training eten we met zijn allen in het clubhuis. Dat is goed voor de teamspirit. Samenwerken is bij rugby heel belangrijk. Zonder samenwerking kom je er niet!
RUGBY COLLEGE
• ADVERTORIAL •
50
‘BETERE MENSEN WORDEN BETERE SPELERS’ Hemelsbreed is de afstand tussen de rugbyclubs Eemland en de Nieuw-Zeelandse Crusaders een slordige 18.704 kilometer, maar rugbycoach Sven Bulens brengt de twee een stuk dichter bij elkaar. Na het behalen van zijn Level 3-coachpapieren in Nederland, liep hij een tijdje stage bij de Super Rugbyclub uit Christchurch. Nu probeert hij rugbyend Nederland naar een hoger niveau te tillen. Tekst: Vick ten Wolde
Sven Bulens (37) is geboren en getogen in Amersfoort en speelt al sinds zijn zesde voor Eemland. Hij doorliep de vertegenwoordigende jeugdteams van Oranje en speelde ook voor het Nederlands team. Door de sport waar hij zo veel van houdt heeft hij veel van de wereld kunnen zien, maar door blessures zette Bulens een punt achter zijn carrière. Nu gaat hij door het leven als coach. ‘Nadat ik in Nederland al mijn coachpapieren had gehaald, was er geen volgende stap meer mogelijk’, vertelt Bulens. ‘Ik ben toen heel brutaal gaan
• ADVERTORIAL •
VAN MENS TOT MENS Bij aankomst zag Bulens al snel verschillen tussen de manieren van rugbyen in Nederland en Nieuw-Zeeland. ‘Ze hebben daar een hele andere benadering. Vooral de begeleiding en de manier waarop ze ermee omgaan, dat is heel erg verschillend. In Nederland is het meer een bezigheidstherapie, in Nieuw-Zeeland leven ze voor de sport.’ Bulens voelt dat hij in die vijf weken tijd een betere coach is geworden door goed op te letten hoe ze bij de Crusaders hun trainingen invulden. ‘Ze zijn constant bezig met de basis. Elke dag lopen ze gewoon dat ene lijntje, passen ze de bal en lopen ze van links naar rechts’, weet Bulens. ‘Dat doen ze continu. Herhaling is goud. Je hoeft niet elke training wat anders te doen, dat heb ik daar wel geleerd.’ Maar de nadruk ligt volgens de Amersfoorder niet op het tactische, maar op het menselijke vlak. ‘Als coach moet je relaties bouwen. Als je geen relatie opbouwt met je spelers, krijg je er ook niks voor terug. Het is meer dan alleen op het veld staan en trainingen doen, je bent immers met mensen bezig.’
Die mindset is een enorm verschil dat niet alleen te zien is in de mens zelf, maar ook in het rugby. Bulens: ‘Bij de Crusaders vragen ze bij het eerste gesprek wat het ergste is dat je ooit is overkomen. Het gaat dan niet om hoe erg het is, maar om hoe je daarmee om bent gegaan. Hoe blijf je cool, hoe ga je om met tegenslagen en hoe hou je je hoofd er dan bij? Rugby is veel meer dan techniek, het zit tussen je oren.’ DOORGEVEN De lessen die Bulens heeft geleerd in het rugbywalhalla probeert hij nu door te geven aan de spelers die hij coacht. ‘We zijn bezig met persoonlijke ontwikkelingsplannen. Door middel van zo’n
Het is een andere aanpak dan men in Nederland gewend is. ‘Eerst was het van recht voor z’n raap. Nu is het meer het nieuwe managen. Wat vind jij er nou van? Hoe denk jij dat het zou moeten en hoe ervaar jij dat? Elkaar feedback geven. Dat was in het begin even wennen, maar het wordt nu als zeer prettig ervaren. Het is een veiligere omgeving geworden om fouten te maken en om elkaar feedback te geven.’ EEN OP EEN Bulens heeft veel ervaring opgedaan in Nieuw-Zeeland en in zijn ogen is vooral de persoonlijke begeleiding het grootste verschil. ‘Het is bewezen dat hetgeen wat zij doen, dat peer-to-peer, veel beter werkt om je te ontwikkelen als speler of coach dan dat je voor een grote groep een presentatie staat te geven.’ Ook de grote spelers van de Crusaders doen daaraan mee. ‘All Blacks als Sam Whitelock en Kieran Read krijgen de taak om iemand uit dat team mee te nemen om mee te praten. En dat een op een, daar heb ik echt veel van opgestoken.’ Hoe serieus alles ook klinkt, voor Bulens is het belangrijk dat je plezier blijft houden, op welk niveau dan ook. ‘Bij de Crusaders werd er altijd met een grap begonnen, liet iemand een grappige video zien of moesten ze de meest verschrikkelijke Hawaii-shirts aantrekken of koekjes bakken. Het was altijd lachen.’ ◆
51
MINDSET Het klinkt wat schools en zakelijk, maar het maken van een persoonlijk ontwikkelingsplan is voor de Nieuw-Zeelanders erg belangrijk. ‘Ze maken een heel karakterprofiel van een speler, in plaats van alleen een skillprofiel. Ze kijken naar gedrag en hoe ze het beste uit een speler kunnen krijgen.’ Volgens de oud-international heeft dat ook te maken het karakter van het land. ‘De Kiwi’s zijn sowieso een ander soort mens dan wij Nederlanders. Ze zijn veel rauwer. Daar vallen de kinderen uit bomen en gaan ze gewoon verder. Hier bezeren ze zich al aan scherpe rand van een Playstation.’
plan moeten de spelers kritischer naar zichzelf gaan kijken. Het is voornamelijk gericht op hoe je je ontwikkelt als mens en hoe je reageert op bepaalde situaties. Daarin komen ook hun zwakke en sterke punten aan bod.’ En die punten moeten de spelers aan elkaar presenteren. ‘Dat moet je weten van elkaar, zodat je elkaar kunt helpen, zowel binnen als buiten het veld. Dit werkt, dat heb ik zelf meegemaakt bij de Crusaders. Het maakt je een beter mens, en betere mensen maken betere rugbyers.’
RUGBY COLLEGE
mailen naar de Super Rugbyclubs met de vraag of ik daar stage kon lopen.’ Uiteindelijk kwam hij terecht bij de Crusaders. ‘Ik heb daar vijf weken rondgelopen en ik ben bij alle de teambesprekingen, uitjes en trainingen geweest. Het was super!’
COACH
LETSE NORBERTS BEKMANIS:
‘IK WIST ZEKER DAT IK WEER ZOU TERUGKOMEN OP HET RUGBYVELD’ Norberts Bekmanis (24) is geboren in Letland en speelde daar in het nationale team. Nu woont hij in Enschede en is hij sinds een paar maanden hoofdcoach van de Enschedese rugbyclub ERC ‘69. Hoe ga je van speler in Letland naar trainer in Nederland?
52
Tekst: Eefje van Harskamp
Op trainingen merkte Norberts al snel dat hij talent had voor de sport. ‘De eerste trainingen gingen erg goed, en ik kreeg positieve feedback van de coaches en teamgenoten. Ik pak nieuwe sporten meestal snel op; als ik ergens aan begin, doe ik het met volledige overgave. De combinatie van die twee onderdelen zorgde ervoor dat ik op de juiste plek was op het rugbyveld.’ Bekmanis kan ook gemakkelijk uitleggen waarom hij zo gek is op de sport. ‘Het is een harde sport met fysiek contact. Als je het vergelijkt met andere sporten, is het meer gedisciplineerd, naar mijn mening. Niet alleen discipline voor jezelf, maar ook naar de scheidsrechter toe. Bij rugby draait alles om het team, daar moet je op kunnen vertrouwen. Een sterk team is meer waard dan een paar goede spelers. Niemand in het veld is hetzelfde, dat maakt het zo lastig te vergelijken met andere sporten. Bij voetbal is bijvoorbeeld iedereen goed met een bal, maar bij rugby zijn er zoveel verschillende posities en specialisaties. Mensen die het spel maken, die het controleren, grote
MOEDER NIET ENTHOUSIAST Norberts had zo veel plezier in rugby dat hij een van de andere sporten die hij deed moest laten vallen. ‘In het begin kon ik basketbal en volleybal nog combineren met rugby. Ik zat op de middelbare school en had zeeën van tijd. Na een aantal maanden werd mijn tijd beperkter en moest ik één sport kiezen die ik wilde blijven doen. Ik koos voor rugby, zónder te twijfelen.’ En het bleek een goede keuze: een jaar nadat hij door zijn broer overtuigd werd een keertje mee te doen speelt Norberts al mee met de Letse Onder 18. ‘Een prachtig moment, maar helaas kon ik niet gaan. Een paar weken voor de training van Onder 18 brak ik mijn neus op het trainingsveld. Ik was ontroostbaar, en niet omdat mijn neus zoveel pijn deed.’
‘M’n moeder vond het te ruig’ Daar kwam ook nog eens bij dat de moeder van Norberts vanaf het begin al niet enthousiast was over al dat gerugby van haar jongste zoon. ‘Ze heeft het nooit met veel woorden gezegd, maar het was in die tijd echt een ding in ons gezin. Ze vond de sport te ruig, en na de neusblessure was de maat vol. Ze wilde niet dat ik nog het rugbyveld op zou gaan. En omdat ze toch mijn moeder is en ik van haar hou, hebben we een compromis gesloten. Ik zou een pauze nemen totdat ik de middelbare school had afgerond.’ Ze sloten een deal, al was het voor de jonge, enthousiaste rugbyspeler niet gemakkelijk om het rugby een tijd te laten liggen. Het teammanagement, coaches en teamgenoten probeerden Norberts ook nog op andere gedachte te brengen, maar hij heeft netjes gewacht. Hij was wel enorm opgelucht toen hij geslaagd was en in de
53
RUGBY IN LETLAND Het is niet makkelijk om het Letse met het Nederlandse rugby te vergelijken. ‘Het begint al bij het aantal inwoners van Letland. Dat zijn er maar twee miljoen, veel minder dan de zeventien miljoen mensen in Nederland. Bij ons zijn vooral sporten als hockey, voetbal en basketbal populair. Rugby is wel bekend bij de Letten. We hebben niet veel teams, maar als je onze grootte vergelijkt met hoeveel media-aandacht we krijgen, gaat het de goede kant op. De finales van de Letse Ereklasse zijn bijvoorbeeld al op televisie te volgen.’ Bekmanis ziet al een groot verschil met hoe de situatie was toen hij begon met rugbyen, een kleine tien jaar geleden. ‘Mijn team bestond pas twee jaar. We waren nog veel aan het uitvinden en ontwikkelen. We hebben dat intusen helemaal uitgebouwd en verbeterd. Nu is dat team ontzettend sterk en wordt het regelmatig kampioen. Ik ben trots op de groei die ze doormaken.’
mannen (of vrouwen), snelle spelers, enzovoorts. Ik vind het echt een heerlijke sport.’
COACH
Bekmanis werd geboren in de hoofdstad Riga, in een echt jongensgezin. ‘Ik heb twee oudere broers. We zijn veel verhuisd, maar wel altijd in Riga gebleven. Ondanks de scheiding van mijn ouders kijk ik terug op een fijne jeugd.’ Rugby is er zeker niet met de paplepel ingegoten, want het kwam pas in zijn puberteit op zijn pad. ‘Toen ik vijftien was, begon mijn middelste broer, als eerste in de familie, met rugbyen bij Livonia, een club in Riga. Na een jaar vroeg hij of ik ook eens mee wilde doen. Ik weigerde; ik vond rugby er maar saai uitzien. Ik basketbalde en volleybalde toen immers al, en had daar veel plezier in. Ik had gewoon een harder zetje nodig om die sporten vaarwel te zeggen, denk ik. Dat zit een beetje in mijn karakter; ik houd het graag bij bekende dingen. Misschien bleef mijn broer daarom aandringen, net zo lang tot hij me toch wist te overtuigen en ik het een keer ging proberen. Ik pikte het gelijk op en was meteen enthousiast. Rugby werd al snel mijn favoriete sport. Ik wilde meer en meer.’
COACH
zomer weer op het rugbyveld stond. ‘Ik heb altijd geweten dat ik weer op het rugbyveld zou terugkomen.’
54
NATIONALE TEAM Na de middelbare school gaat het weer bergopwaarts met Norberts’ rugbycarrière. Het trainen en de wedstrijden gaan goed, en dat werpt vruchten af. Hij wordt captain van de Letse Onder 20, en wordt in hetzelfde jaar nog geselecteerd voor het nationale team van Letland. ‘Ik was in het begin erg op zoek naar mijn plek. Niet alleen was ik nieuw in het team, maar ik rugbyde ook nog helemaal niet zo lang. Ik wilde me in ieder geval altijd van mijn beste kant laten zien. Op de trainingen ging dat altijd goed, en tijdens mijn debuut speelde ik ook sterk. Vanaf dat moment was mijn positie in het team verankerd: ik was de nummer 9. Het team werd ook beter en stabieler, ondanks dat iedereen van een andere club kwam.’ Het team verenigde zich en liet goede resultaten zien op het veld. ‘Er was een fijne sfeer, niet extreem competitief. Een voordeel voor mij was dat er niet veel kandidaten waren voor mijn positie, dus ik hoefde niet veel met anderen te strijden.’ VAN RIGA NAAR ENSCHEDE Maar hoe is Norberts als international van Letland in Enschede terechtgekomen? ‘Dat heeft vooral te maken met mijn studie’, legt hij uit. ‘Ik heb in Letland de bachelor Medische Engineering gevolgd, net als mijn vriendin. Daarna waren we aan het kijken waar we onze master zouden gaan volgen. We wilden graag naar het buitenland en waren enthousiast over Denemarken. Maar Nederland sprak ons toch meer aan. We hebben ons aangemeld voor de Universiteit van Twente in Enschede en werden aangenomen.’ Het koppel verhuisde in februari naar de campus van de universiteit. ‘Ik had in Letland al gekeken of er een rugbyclub in Enschede was, en toen ik in Nederland woonde, ben ik begonnen met trainen bij ERC ‘69.’ Eind april kwam er een leuke verassing op zijn pad. ‘Ik hoorde dat de hoofd-
coach ermee ging stoppen, dus zijn positie kwam vrij. Ik ben erover na gaan denken en zag potentie in het team. Ik had zelf ondertussen een aantal jaren ervaring opgedaan en dacht dat ik onze spelers wel wat zou kunnen leren. Ik heb gesolliciteerd, en werd door de spelers en het teammanagement gekozen.’ Sinds afgelopen september is Norberts de officiële hoofdcoach van de Enschede rugbyclub ERC ‘69. ‘Het was in het begin wel spannend omdat ik nog nooit hoofdcoach ben geweest. Ik heb een paar keer kinderen gecoacht, maar dat is toch iets heel anders. Stapje voor stapje gaat het nu steeds beter.’
‘Wanneer mijn oude club mij nodig heeft, reis ik naar Letland’ Nu Bekmanis bezig is met zijn studie en het trainen van de senioren bij ERC ’69, moet zijn eigen training vaak wijken. ‘Die is niet zo on point als het zou moeten zijn, maar mijn skills en fitness zijn in orde. Ik probeer me zo veel mogelijk op te stellen als hoofdcoach van het team, en train dan zelf wel een beetje als ik onderdelen van de training voordoe aan het team. Toch ben ik vaker aan het kijken en observeren.’ Norberts wil bij alles wat hij doet het onderste uit de kan halen, en heeft dan ook wat scherpe doelen gesteld voor zijn nieuwe team. ‘Dit team bestaat vooral uit studenten, waardoor er ieder jaar veel wisselingen zijn. Het hoofddoel is om een goede en stabiele groep te vormen met spelers die er in ieder geval een aantal jaar zijn. Daar kunnen we dan een echt team van maken. Vanuit daar kunnen we een gooi doen naar het kampioenschap. Het beste scenario zou zijn als we naar de Tweede Klasse gaan.’ Voor Norberts staat zijn eigen rugbycarrière nu op een lager pitje, maar dat wist hij toen hij naar Nederland verhuisde. ‘Net voordat we naar Nederland gingen, stopte het voor mij bij het nationale team. Dat is ook logisch, omdat ik niet bij elke training aanwezig kan zijn. Misschien dat ik, voor het volgende seizoen in het voorjaar, weer kan inhaken. Als ik opgeroepen word, moet ik in ieder geval twee of drie weken voor de wedstrijd weer naar Letland om mee te trainen.’ Norberts is nog steeds lid bij zijn eerste rugbyclub. ‘Wanneer ze mij nodig hebben, reis ik naar Letland om te helpen. Dat is dit jaar drie keer voorgekomen. Hopelijk ben ik volgend jaar weer nodig.’ ◆
CLUBPAGINA
RC DIOK LEIDEN HAEC LIBERTATIS ERGO
ALS JE TOCH EEN SPORT DOET Dan maar meteen bij een echte club. DIOK ligt centraal in Leiden. Al tientallen jaren worden DIOK-leden geselecteerd voor alle nationale (jeugd-)selecties. Waarom? Vanwege hun mentaliteit (Doorzetten Is Onze Kracht) Ên alles wat ze hebben meegekregen van hun trainers en coaches. Over mentaliteit gesproken: onze gastvrijheid is beroemd. Wees welkom! In elke leeftijdsgroep hebben we een of meerdere teams. Tijdens schoolvakanties organiseert DIOK trainingskampen, waaraan ook leden van andere clubs deelnemen. De trips naar het buitenland vormen altijd een grote belevenis. Trainers zijn oud-internationals die van jongs af aan hebben gerugbyd. Ook veel van onze spelers uit het eerste team zijn jeugdtrainer. Spelen om het landskampioenschap, dat is de ambitie van DIOK-1. Elk seizoen weer. Daarom hebben we de trainingsstaf verder uitgebreid. De randvoorwaarden voor succes zijn er ook: eersteklas materiaal, een goede gym en de beste medische verzorging. Elk seizoen brengen we de scherpte er nog verder in met trips naar het buitenland en wedstrijden tegen aansprekende teams. Respect Commitment Discipline Integriteit Onbaatzuchtigheid Kameraadschap Daar staat DIOK voor. – fotografie Els Barnas
SPELREGELQUIZ
REF KNOWS BEST… REFEREE : René van de Pol THUISCLUB : RFC Oisterwijk Oysters FLUIT : Heren en (oefen)toernooien
– fo to
Wat René opvalt aan de nieuwe regels, is dat er veel meer rucks gevormd worden dan voorheen. Meer rucks betekent dat er vaker een offside lijn is om als referee scherp op te zijn, maar er wordt ook meer ruimte gecreëerd waardoor het spel sneller kan indien de scrum half dit wil.
‘Oefenwedstrijden zijn ook voor mij om te oefenen’
gr afi e De nn is va n de Sa nd e
DE SPELREGELQUIZ 1. Als de bal middels een knock-on of
4. Waar bevindt zich de offside lijn gedurende de line-out voor
forward pass in touch gaat, hoe wordt het
spelers die deel uitmaken van de line-out?
spel dan hervat?
a. Er is geen offside lijn voor spelers in de line-out
a. Een scrum.
b. De mark geeft de offside lijn aan totdat de bal ingegooid wordt, daarna
b. Een line-out.
geeft de bal de offside lijn aan.
c. Het team dat de overtreding niet maakte, mag
c. De mark geeft de offside lijn aan totdat de line-out beëindigd is.
de hervatting bepalen.
56
5. Hoe wordt offside staan bij een line-out bestraft? 2. Een snelle ingooi moet, net als een
a. Een penalty.
normale ingooi, loodrecht op de touchlijn
b. Een free-kick.
gegooid worden.
c. Offside van spelers in de line-out geeft een free-kick, offside van spelers
a. Niet waar, je mag de bal ook richting de eigen
buiten de line-out geeft een penalty.
trylijn ingooien. b. Niet waar, je mag de bal in elke gewenste
6. Vanaf welk moment gaat een line-out over in een ruck of een
richting ingooien.
maul?
c. Waar.
a. Vanaf het moment dat de ruck of maul is opgezet. b. Vanaf het moment dat alle voeten van alle spelers de oorspronkelijke
3. Wat is het minimum en het maximum
offside lijn zijn gepasseerd.
aantal spelers per team in een line-out? a. Er is geen minimum, het maximum wordt
7. Als je bij een free-kick de bal zelf terug in het 22-metergebied
bepaald door de ingooiende partij.
brengt en hem direct uitkickt, wie mag er dan ingooien en waar?
b. Het minimum is twee, het maximum is acht.
a. Jouw team mag ingooien waar de bal in touch ging.
c. Het minimum is twee, het maximum wordt
b. De tegenstander mag ingooien waar de bal in touch ging.
bepaald door de ingooiende partij.
c. De tegenstander mag ingooien waar jij kickte.
en vind je De antwoord 7 op pagina 9
CLUBPAGINA
HAAGSCHE RUGBY CLUB JEUGD IS ONZE TOEKOMST! Je kunt het je nu nauwelijks voorstellen, maar er was een tijd dat er bij HRC geen jeugdleden rondliepen. Pas in de jaren zestig kwam de eerste jeugd bij HRC binnenlopen. Tegenwoordig is dat wel even anders. We tellen nu zo’n vijfhonderd jeugdleden, van wie ruim driehonderd in de categorie GTBM. Ondanks deze welhaast onstuimige groei, hebben we onze clubtradities gelukkig in ere weten te houden. Aan het begin van het seizoen organiseren we de jaarlijkse TBM-trainingsweekenden: slapen in tenten op het terrein, spelen van diverse kennismakingsspelletjes, en natuurlijk trainen en onderlinge wedstrijdjes spelen. Vele spelertjes kijken hier de hele zomer naar uit! De jeugdtrip is ook een hoogtepunt. Jaarlijks gaat elke categorie naar een mooie locatie ergens in Europa, om mee te doen aan een toernooi om vriendschappelijke wedstrijden te spelen. Samen heel veel lol maken en bijzondere momenten beleven met je teamgenoten, elke trip is een onvergetelijke ervaring en maakt vriendschappen voor het leven! Afgelopen herfstvakantie zijn onze benjamins naar het toernooi van de London Scottish geweest. Dat was op zich al geweldig, maar het hoogtepunt was natuurlijk het bijwonen van de Champions Cup-wedstrijd tussen Harlequins en La Rochelle. Onze mannen mochten de erehaag vormen voor beide teams toen zij het veld op liepen. Beide clubs hebben een Nederlander in hun gelederen: Zeno Kieft, onze oud-jeugdspeler, bij La Rochelle en de ‘Schot’ Tim Visser bij Harlequins. Zelfs het Jeugdjournaal heeft er aandacht aan besteed! Het laatste hoogtepunt in het seizoen is ons TBM ‘Bietsj’ Toernooi. Zo’n zeshonderd spelertjes uit het hele land strijden op het Kijkduinse strand om de eer, en ook wel een klein beetje om de bekers. HRC is gezegend met een grote groep leden, ouders en anderen die graag hun steentje bijdragen om onze jeugd een zo plezierig mogelijke tijd op en rond het rugbyveld te laten beleven. Dankzij hen zijn we HRC en geven we onze kinderen een onvergetelijke sportjeugd!
CORRESPONDENT
THEO SNIJDERS’ “FLYING DUTCHMEN” Na het eerste WK Rugby in 1987, waar slechts zestien teams per invitatie aan meededen, nam de International Rugby Board het besluit om het toernooi open te gooien voor de rest van de wereld. Voor Nederland was dit het begin van een tien jaar durend avontuur, van 1989 tot aan de repechage van 1999, waarin het zijn verborgen potentieel aan de wereld wilde laten zien.
58
Tekst: Chris Thau
1. WILLIAM VAN DER KLEY 2. MARC VISSER 3. GEORGE DE VRIES 4. ERIC-JAN BERENDSE
Op 17 september 1989 speelde Nederland een kneiterharde rugbypot in Heidelberg. Het werd een historische match. Niet alleen was het de allereerste WK-kwalificatiewedstrijd in de geschiedenis, maar West-Duitsland werd ook nog eens met 6-12 verslagen. Het bleek een voorbode van de potentie van het Nederlandse rugbyteam, dat in de tien jaar die op die wedstrijd in Heidelberg zouden volgen de rugbywereld zou verbazen in de WK-kwalificaties van 1991, 1995 en 1999.
5. MARCEL VAN LOON 6. ROBERT BROERS 7. YVES KUMMER (C) 8. WILLEM VAN ALTENA 9. MARCEL EMAN 10. MARC MICHELSEN 11. ANDRÉ MARCKER 12. PAUL HENGEVELD 13. SANDER HADINEGORO 14. BERND VERHOFSTAD 15. MATS MARCKER
De wedstrijd van september 1989 was de eerste in het moordende schema voor de Europese WK-kwalificatie van 1991. Nadat Nederland van West-Duitsland won, ging het team door naar de volgende ronde, een alles-of-nietswedstrijd tegen het op papier veel sterkere Portugal. Een van de weinige prominenten in de rugbywereld die Nederland een kans gaf, was Keith Rowlands, directeur van het WK Rugby, die geloofde dat de Nederlandse voorwaartsen de
vaardigheden en de rauwe kracht hadden om de overwinning binnen te slepen. Tot veler verbazing kreeg hij gelijk. En hoe. Nederland walste met 32-3 over de Portugezen heen en plaatste zich voor een play-off tegen Zweden, de ongeslagen winnaars van het vierluik tegen Zwitserland, Israël en Denemarken. De onverschrokken Nederlanders wonnen wederom, met 24-3. De rugbywereld lag aan hun voeten. Met Theo Snijders (Oranjehooker in de jaren zestig en oud-coach van Haagsche Rugby Club) aan het roer speelde Nederland een sneller type rugby. Men had dynamische doch harde voorwaartsen, die zorgden voor snelle ballen uit de rucks, zodat de gigantische wingers snel bereikt konden worden. Het had wat weg van de Schotse stijl, waar Snijders en zijn assistent Piet Paul een grote fan van waren nadat ze verscheidene Schotse trainingskampen hadden bijgewoond. ‘De speelstijl van een land wordt bepaald door het karakter van zijn inwoners’, legt Snijders uit. ‘Intelligentie en instelling zijn hierbij van groot belang. Wij selecteerden onze spelers op hun slimheid, hardheid en mobiliteit, omdat die eigenschappen van belang zijn voor de manier waarop wij wilden spelen.’ Nederland bereikte ongeslagen de volgende ronde, een kwalificatietoernooi in Madrid. De 37-jarige oudgediende Michiel van der Loos sloot zich, na dienstverbanden bij rugbyclubs in Wales (Ebbw Vale en Cardiff), Engeland (Bath), Frankrijk (Narbonne) en Australië, aan bij het team. RWC Magazine was lyrisch over Snijders’ mannen. Nederland bereikte het toernooi in Madrid als een outsider, na een loting tegen de doorgewinterde Spanjaarden en Polen en de bijzonder ambitieuze Belgen. Tot ieders verbazing wisten ze echter boven zichzelf uit te stijgen door Polen (33-27) en België (33-12) te verslaan en zich te plaatsen voor finale van de Europese kwalificatieronde in Italië, eind oktober tegen Spanje. Hun evolutie van competitieopvullers naar een groep gladiatoren is niets minder dan wonderbaarlijk. Vervolgens plaatste RWC maar liefst acht Nederlanders in het Team van het Toernooi: Michiel van der Loos, captain Yves Kummer, Marc Michelsen, center Sander Hadinegore, de enorme winger Bernd Verhofstad en de jonge, maar steeds sterker spelende fullback Mats Marcker. Aangezien naast Spanje en Nederland ook de twee grootmachten Italië en Roemenië zich hadden geplaatst, leek het plaatsingstoernooi van 1991 een uitgemaakte zaak. Toch kwam Nederland weer goed voor de dag, met name tegen Italië en Spanje. Het moest eerst wakker worden geschud tegen Roemenië, dat met 47-7 veel te sterk was, maar de Nederlanders beseften dat er kansen lagen tegen Spanje en
CAPTAIN YVES KUMMER
CORRESPONDENT
Italië, die allebei een fysiek maar veel trager spel dan de Nederlanders speelden. Italië was eerst aan de beurt, voor de ogen van een onrustig thuispubliek in Treviso. Vijftig minuten lang had het de handen vol aan Kummers pack, dat de Italianen vijftig minuten lang van het kastje naar de muur stuurde. De Italianen kwamen door de vele geïncasseerde penalty’s nauwelijks van de eigen helft af. Het gameplan werkte, maar de matige vorm van de Nederlandse kickers zorgde ervoor dat de ruststand slechts 7-0 was, waar een verschil van vijftien of twintig punten zeker niet onmogelijk was geweest. In de tweede helft hielden de Nederlanders het nog tien minuten vol, daarna was de Italiaanse comeback niet meer tegen te houden. Fullback Luigi Troiana kickte maar liefst zes penalty’s, Nederland kon er slechts één try tegenover zetten. De Italianen wonnen uiteindelijk met 24-11.
Onder leiding van Van Altena en de proppende captain George de Vries, met voormalig captain Yves Kummer naast hem op de hooker, slaagden de Nederlanders erin de eerste ronde van het WKkwalificatietraject van 1995 ongeslagen door te komen; in november 1993 werd er in Den Haag met maar liefst 42-6 gewonnen van Tsjechië, Israël ging met 56-0 ten onder in Apeldoorn, en Zweden werd met 31-6 aan de zegekar gebonden. Nederland ging in 1994 door naar het knock-outtoernooi in NoordItalië. In Brescia werden de jongere Tsjechen wederom verslagen, ditmaal met 33-9. De volgende tegenstander was echter niet de minste: Italië. Het riep echo’s op van vier jaar eerder, maar ditmaal werd het niet zo spannend. De mannen van Van Altena deden wat ze konden, maar de Italianen waren met 63-9 simpelweg te sterk. Met de bijna-succesvolle WK-kwalificaties in het achterhoofd begon
60
NIEUW BEWIND Een van de meest succesvolle periodes in het Nederlandse rugby ten spijt, de Nederlandse Rugbybond haalde in de nasleep van de WK-kwalificatie van 1991
de bezem door de organisatie. Snijders werd bedankt voor zijn diensten, en werd vervangen door Ben Manshanden. Manshanden pakte echter zijn biezen na de povere resultaten op het eerste WK Sevens van 1993 op Murrayfield, waar Nederland alles kansloos verloor, en een hele zwik ervaren spelers vertrok met hem mee. De NRB onderging een herstructurering en plaatste de gerespecteerde oud-nummer 8 John van Altena voor de groep. Van Altena belde iedere afgezwaaide oud-speler persoonlijk op, in een poging de succesvolle groep van ’91 te herstellen. ‘Hij had zoveel aanzien, zowel als coach als als speler, dat hij de meesten van ons wist te overtuigen het toch nog eens te proberen’, herinnert Mats Marcker zich.
SCRUM IN DE WEDSTRIJD TEGEN ZWITSERLAND IN KOPENHAGEN (1990)
NEDERLANDS TROTS OP DE COVER VAN HET RUGBYTIJDSCHRIFT KICK OFF! (1995)
HET DRAMA VAN HUDDERSFIELD De kwalificatiecampagne voor het eerste professionele WK van 1999 begon in 1997. Van Altena was reeds afgezwaaid en vervangen door Geoff Old, met 17 caps voor de All Blacks gepokt en gemazeld op internationaal niveau, die als doel had de laatste ronde van de Europese zone te behalen. Nederland moest dan eerste of tweede worden in een poule met Roemenië, België, Polen en de Oekraïne. Met Old aan het roer en duizendpoot Mats Marcker als captain – hij speelde in die campagne op de scrumhalf, flyhalf en center – wist Nederland drie van de vier poulewedstrijden te winnen; alleen van Roemenië werd met 42-3 verloren. Roemenië sloot de poule winnend af en werd in de volgende ronde aan Georgië en Ierland gekoppeld, maar Nederland trok aan het kortste eind en moest, in Huddersfield, tegen Engeland en – wederom – Italië. Zoals verwacht werd het een ramp. Engeland en Italië hadden door de professionalisering enorme stappen gemaakt
en waren duidelijk veel te goed voor de Nederlanders. De Engelsen walsten met 1100 over Olds mannen heen, en Italië was met 67-7 ook veel te sterk. Nederland had nog één kans om het WK van 1999 te halen: de repechage. Deze playoffs bestonden uit twee ronden, Nederland werd in het eerste bedrijf gekoppeld aan Zuid-Korea. Thuis wist het, onder leiding van de nieuwe captain Caine Elisara (Marcker had zich na Huddersfield teruggetrokken als captain), de thuiswedstrijd nog te winnen met 31-30. In de uitwedstrijd in Seoul waren Olds mannen volstrekt kansloos: 78-14. De laatste kans om het WK te bereiken was voorbij, en de gouden generatie van 19911999 stond wederom met lege handen.
CORRESPONDENT
de NRB, onder leiding van technisch directeur Peter Bus, aan een nieuwe promotiecampagne. In april 1994 stond het Nederlandse rugby wederom in een internationaal tijdschrift, Kick Off. De redactie van het blad zei dat het WK Rugby weliswaar niet de directe aanleiding was voor de positieve ontwikkelingen in het Nederlandse rugby, maar wel ‘de katalysator voor verandering’ was. Op de cover stonden drie talenten van RC Waterland, met de ondertitel Preparing voor the future – The Dutch front row of 2007. Wat niemand op dat moment wist, ook de redactie van Kick Off niet, was dat een jaar later het amateurtijdperk ten einde zou komen.
Na deze drie kwalificatieprocessen is Nederland nooit meer zo dicht bij een WK geweest. Hoewel we terugkijken op een van de sterkste periodes van het Nederlandse rugby, blijft er toch altijd een wrange smaak achter: welke stappen zou Nederland als rugbyland wel niet gemaakt hebben als het dubbeltje tijdens een van de drie campagnes net anders was gerold? ◆
61
CHAD LION-CACHET, NUMMER 8, TIJDENS DE WK-KWALIFICATIERONDE TEGEN ITALIË (1994)
- fotografi e Laurent Lefebvre & Dennis van de Sande
62 OVER DE GRENS
OVER DE GRENS
‘HET LEUKE IS DAT WE HET SAMEN DOEN’ Het ruikt heerlijk in Het Huis in Dendermonde: er staat kool op het vuur en een verse cheesecake gaat net de oven in. Nikki Weyers (25) onderbreekt haar kookwerk en Amir Rademaker (24) staakt zijn kaartspelletje. Het koppel verhuisde begin dit seizoen naar Dendermonde om ‘in ieder geval voor één seizoen over de grens te rugbyen.’ Tekst: Marie Rutsaert
België is niet de meest exotische bestemming voor een koppel rugbyspelers. Maar, hoewel ons buurland natuurlijk naast de deur is, is de cultuurclash groter dan Nikki had verwacht. ‘In het begin, als de meiden onder elkaar aan het ratelen waren, moest ik echt goed luisteren om te begrijpen wat er werd gezegd. Ik kon ze amper verstaan!’ Dendermonde is de volgende stap in de spelerscarrière van Amir. De speler die vorig seizoen voor HRC speelde is realistisch over wat er hierna kan komen. ‘Het is best wel moeilijk om op een hoog niveau te komen, het moet echt via via gaan of je moet jong in een buitenlandse academy belanden. Als die kansen er komen, zou ik die natuurlijk
63
‘Iedereen kookt om de beurt en we geven er punten voor,’ legt Nikki uit. ‘Ze zeiden dat ik een tien kreeg als ik cheesecake zou maken, dus doe ik dat gewoon.’ ‘Ze’ zijn de buitenlandse spelers van de Oost-Vlaamse club Dendermonde. De spelers wonen samen in Het Huis, waar je in de trappenhal nog net niet over tien paar rugbyschoenen struikelt. Amir werd vorig jaar benaderd door de Belgische landskampioen. ‘Ik studeerde nog in Nederland en ik dacht: waarom niet? Het is dichtbij en het spel ligt op een hoger niveau dan bij Haagsche Rugby Club, waar ik hiervoor speelde. Eigenlijk was het een gemakkelijke stap. En voor Nikki is het natuurlijk ook prettig dat ze hier kan spelen, omdat ze een goed damesteam hebben.’ Nikki begon met rugby bij The Bassets, evolueerde verder naar de Nederlandse sevensploeg en belandde uiteindelijk bij AAC. Echt veel speelde ze daar niet door een knieblessure en nu gaat ze aan de slag bij Belgische eersteklasser DRC. ‘Een beetje thuiszitten in Nederland terwijl mijn vriend in het buitenland speelt zag ik ook niet zitten,. Dus we gaan lekker samen,’ vult Nikki aan.
OVER DE GRENS
niet afslaan, maar ik ben 24 jaar, dus ik kan niet meer in de academy’s terecht.’ Nikki: ‘We hebben de droom om samen naar Nieuw-Zeeland te gaan en daar te spelen. Niet professioneel, maar we willen die echte rugbycultuur wel eens meemaken.’ Het voordeel van in België wonen is dat Nikki en Amir kunnen blijven spelen voor de Nederlandse ploegen. ‘Bij de Sevens zijn we nu in een nieuwe opbouwende fase. Het was de afgelopen maanden rustig, dus ik kon hier mooi settelen en ben niet naar Nederland gegaan voor de trainingen. Inmiddels heb ik goede afspraken gemaakt met de coach; als zij trainen op vrijdag en ik heb competitie op zaterdag, dan speel ik gewoon mijn competitie en hoef ik op vrijdag niet in Nederland te trainen. Ik moet hier wel mijn extra’s doen: Mijn kracht en conditie moeten op orde blijven. Ik hoop natuurlijk dat ik goed genoeg ben voor Oranje. En zo niet, dan was het mijn eigen keuze om hiernaartoe te komen.’ Maar, aan het niveau waarop Nikki speelt zal het niet liggen: de dames van Dendermonde wonnen dit seizoen elke wedstrijd.
64
‘Bij mij is het ongeveer hetzelfde gegaan,’ zegt Amir. ‘Toen ik hier begon heb ik goed overlegd met de bondscoach. We hebben
de duidelijke afspraak gemaakt dat ik niet het hele traject meetrain. Op 12 november hadden we onze eerste wedstrijd en vanaf 30 oktober train ik mee. En inderdaad, de rest moet je zelf doen. Je moet zorgen dat je fit bent en dat je een wedstrijdritme hebt. Die verantwoordelijkheid moet je als topsporter zelf dragen.’ Nikki: ‘Het fijne is dat we in hetzelfde schuitje zitten en we het echt samen kunnen doen.’
‘De cultuurshock is groter dan verwacht’ Eenzaam is het duo dus niet in Vlaanderen. Dat komt mede door hun volle agenda. ‘Ik ben mijn studies aan het afronden, ik werk en in samenspraak met de club ga ik twee keer per maand naar Den Haag, waar ik vandaan kom’, zegt Amir. ‘En dit dus allemaal naast het trainen, het spelen van competities en het vele wassen van al die rugbykleren. En dan zijn we ook nog druk met koken in huis!’ Naar de toekomst kijkt het stel voorlopig niet. Ze zijn tevreden in ons buurlandje. Dichtbij, maar toch anders dan thuis. ‘Het grootste verschil qua rugby is dat de dames hier wat meer pit zouden mogen hebben,’ zegt Nikki. ‘Ze zijn hier wat liever dan in Nederland. Dat is mooi op het gebied van karakter, maar in het rugby minder handig.’ Amir vult aan: ‘Ik ervaar hier dat de Belgische rugbyheren veel fysieker zijn dan in Nederland.’ En het grootste verschil, buiten rugby? ‘Ze schenken hier overal Duvel en Orval.’ ◆
TO FO
FLANDERS OPEN RUGBY LUSTRUM EDITIE De ultieme reden om af te zakken naar België! Op de terreinen van Dendermonde Rugby Club komen jaarlijks 90 teams samen voor drie dagen rugby, feest en Belgische biertjes. De Facebook-pagina zorgt ervoor dat jij weet wat het verkleedthema is, zodat je er op 18, 19 en 20 mei piekfijn uitziet voor het feest start. Na afloop van het toernooi kun je hier ook de legendarische aftermovies vinden en de beste foto’s van rugbyspelers in beschonken en minder beschonken toestand.
SOCIAL MEDIA
@L_LEFEBVRE_SPORTS Laurent Lefebvre is een van de toprugbyfotografen in België. Hij maakt meestal foto’s bij eersteklasser Kituro Schaerbeek (dames en heren), maar is ook huisfotograaf van de Belgische damessevens en van hun Onder 18-ploeg en reist zo regelmatig mee naar de EK’s en andere buitenlandse toernooien. Hij is op Instagram te vinden als @l_lefebvre_sports, waar je een mix vindt van rugby van elk niveau en elke leeftijd, maar ook wat andere sporten als basketbal, vrouwenvoetbal en bmx. Check it out now!
@TEAMBELGIUMRUGBYSEVENS Een duidelijke naam voor het instagramaccount van de Belgische heren (ook wel Black Unicorns), dames en jeugdsevensploegen. Vooral tijdens het sevensseizoen deelt de pagina topfilmpjes en foto’s: van het voorbereidende werk in de gym tot de uitslagen in Hong Kong. Vind ze via @teambelgiumrugbysevens.
RUGBY CLUB BEERNEM Het begon op Social Media voor Rugby Club Beernem, met de Facebookpagina ‘Bij 2500 likes starten we een Rugbyclub in Beernem’. Belofte maakt schuld, en dus werd er twee jaar geleden in het dorpje Beernem een nieuwe club opgericht. Ze staan nog altijd heel sterk op Facebook en op Instagram. Voor geweldige clubsfeer op het internet moet je hier zijn: @rugbyclubbeernem!
COLUMN
PUCK
66
Al schrijvende aan deze column doe ik mijn uiterste best om allerlei rugbygerelateerde onderwerpen op te hoesten. Normaal gaat dat moeiteloos, rugby is immers mijn leven. Maar nu is het anders. Vier maanden geleden werd ik moeder van Puck. En zij staat nu even op de plek waar rugby altijd heeft gestaan.
Ik denk aan alle clichés die ik tijdens de zwangerschap naar mijn hoofd geslingerd kreeg. Dat moederinstinct waar iedereen het over had, het gewauwel dat het zo snel gaat, dat het moederschap absoluut het mooiste is wat er bestaat, dat ik verliefd zou worden op mijn eigen kind, en dat poep van je eigen koter niet stinkt; op die laatste na kan ik bevestigen dat ze allemaal kloppen. Met een andere babywijsheid gingen mijn vriend en ik laatst aan de haal. Want ja, baby’s groeien snel, en nu ze nog zo lekker onwetend en klein zijn, zijn ze het best te kneden en vormen in een mensje zoals jij ze graag ziet. Met dit excuus gingen mijn vriend en ik in september een weekendje weg, om de Duckies aan te moedigen op het EK in Vichy. Nooit geweten dat rugby kijken bijna net zo leuk is als spelen! Bijna. Want het begon – gelukkig – weer enorm te kriebelen toen ik al dat jonge talent op het veld zag rennen. Dit waren de meiden van de toekomst, die ik zelf heb mogen coachen tijdens mijn zwangerschap. Ze hadden een zware poule, maar wisten alsnog de kwartfinale te halen, die ze helaas nipt verloren. Mijn teamgenootjes Anne en Linda zijn er ook. Ze staan net zo fanatiek als ik naast het veld te schreeuwen, coachen, klappen en tieren. Met iedere actie leven we even intens mee. Ik besef dat meer dan ooit hoeveel ik van het rugbyspelletje hou en dat ik enorm hoop dat Puck ook zo’n passie krijgt voor een sport. Maar, dat is van latere zorg. Voorlopig hou ik me bezig met poepluiers en kraamvisite. Van voornamelijk mijn rugbyvrienden kreeg ik steevast de vraag: ‘Ga je wel weer rugbyen? En zo ja, wanneer begin je weer?’ Om deze vragen voor eens en altijd duidelijk te hebben, hier mijn eigen Q&A. Ga je weer rugbyen? - Ja. Wanneer begin je dan weer? - In 2018. Ga je nog voor Nederland spelen? - Geen idee. Ga je door met coachen? - Zeker. En de laatste, en interessantste vraag voor de aanstaande rugbymoeders onder ons: Was de bevalling zwaarder dan een rugbywedstrijd? - ABSOLUUT! Veel liefs van Pien, en Puck.
LET OP: Nog andere foto
CLUBPAGINA
RUGBY ACADEMY ZUID
Onder de bevlogen leiding van hoofdtrainer Frank van den Heuvel combineerde een kleine groep spelers van Rugby Academy Zuid in 2010 vol plezier de dagelijkse rugbytrainingen met school, op het Rodenborch College in Rosmalen. Anno 2017 is Frank nog steeds de hoofdtrainer en nemen al meer dan vijftig spelers, zowel jongens als meisjes, deel aan de RAZ. Het belangrijkste doel van de RAZ is het verzorgen van kwalitatief hoogwaardige rugbytrainingen. Met Frank als vaste drijvende kracht is een langetermijnvisie en een continuïteit in de trainingsmethode gewaarborgd. Dit wordt onderstreept door het grote aantal RAZspelers, dat afgelopen seizoen in de Cupfinale voor junioren speelde. Naast de reguliere trainingen willen we de spelers jaarlijks ook iets extra’s bieden. De voormalige Franse bondscoach Pierre Villepreux kwam bijvoorbeeld begin september voor een week - fotografi e Mirjam de Haan
langs om de spelers te trainen in de door hem ontwikkelde – en zeer succesvolle – methode. Om dit mogelijk te maken is iedere vorm van sponsoring natuurlijk zeer welkom! De RAZ verzorgt voor de mini’s en cubs de RDD’s in Den Bosch en Breda, maar de spelers uit Zuid maken ook op hun eigen club kennis met de RAZ tijdens onze roadshow waarin de RAZ een training geeft en een presentatie houdt. Rugbyers uit Zeeland, Limburg en Noord-Brabant die graag meer uit hun sport willen halen dan alleen de clubtraining kunnen zich opgeven voor een testdag. Info en het aanmeldformulier voor de RAZ zijn te vinden op onze website onder het kopje evenementen. Tijdens een testdag worden de toekomstige talenten getest op hun motivatie en hun fysieke kwaliteiten. Na afloop ontvangt iedere kandidaat een formulier met daarop de uitslag van zijn testresultaten.
VOEDING
SOEP, JOUW REDMIDDEL DEZE WINTER
BORRELS, BORRELS, BORRELS Grote kans dat jouw agenda uitpuilt van de borrels, feestjes en etentjes. Het is zaak om afspraken met jezelf te maken om overeating te voorkomen. Kies voor extra groente of een salade, in plaats van friet. Zeg tegen de ober dat je de saus of dressing on the side wil en bestel een karaf water, ook als je wijn of bier drinkt. En een supersimpele manier om de helft van de calorieën binnen te krijgen: deel je voorgerecht en toetje.
ESKEDOST
De keuze is aan jou: kies je voor gezonde koolhydraten en een stukje vlees of ga je voor een winterproofmaaltijd? Mijn advies: begin de avond met een soep die rijk is aan groenten, met daarin een magere eiwitbron zoals gehaktballetjes. Het is in deze tijd nu eenmaal moeilijker om aan de juiste hoeveelheid groentes te komen. Denk eens aan al die salades die we in de zomer verorberen. Die zijn er nu niet of nauwelijks bij. Daarbij is het een hele kunst om genoeg water binnen te krijgen. We hebben vaak weinig dorst en daardoor is de kans groter uitgedroogd te raken. Die twee problemen pak je met een zelfgemaakte soep aan. Overigens kan je ook voor een vegetarische variant kiezen. Voeg dan plantaardige eiwitten, in de vorm van linzen, bonen of kikkererwten toe. Toch trek in een Hollandse hap? Maak dan een keer bloemkoolpuree in plaats van aardappelpuree. Dat bevat veel minder calorieën voor dezelfde hoeveelheid.
/ESKE.DOST
Winter is coming! Dat betekent kou, dikke jassen, stevige maaltijden en minder beweging. Want wat is het heerlijk om lekker op de bank te kruipen met een kop hete thee en een zakje chips. Helaas zorgen die borden boerenkool en knusse avondjes thuis vaak ook voor gewichtstoename. Maar dát is te voorkomen.
drankjes met leuke mensen. Juist daarom is het belangrijk om realistische doelen te stellen. Je hoeft niet te stoppen met drinken, maar maak met jezelf regels over wanneer en hoeveel je drinkt. Het is zonde als je achteraf spijt hebt omdat je te veel gegeten of gedronken hebt.
BEWEGEN Voor veel mensen zijn de feestdagen niet hét moment om naar de gym te gaan. Voel je niet schuldig, maar blijf wel actief. Kies na dat etentje voor een wandeling. Ga tijdens de feestdagen naar buiten met een frisbee of bal, of speel een spel waarvoor je even in de benen moet.
Fijne decembermaand! ◆
Ik heb zelf in januari geen goede voornemens. Ik kies ervoor om twaalf maanden per jaar gezond te leven. Waarom zou je helemaal losgaan in december en al je gezondheidswensen overboord gooien? Af en toe laat ik me afleiden en geniet ik van een paar
VOEDING
En dan zijn daar die talloze borrels. Heel verleidelijk om elke gelegenheid aan te grijpen om aan een glas te nippen, maar geen goed idee. Neem je bijvoorbeeld voor dat je maximaal één glas per avond pakt als je een feestje hebt. Zo vermijd je dat je vijf of zes keer per week drinkt. Toch kan de illusie van het drinken fijn zijn. Spa rood, water met citroen, limoen of munt of een tonic (ja, zonder gin) zijn goede opties die je toch het gevoel geven dat je meedrinkt.
VOE DIN GSD ESK UND IGE PERSON AL TRA INE R EN SKA MPI OEN EN BOK LIG RMA VOO VAN DE CHI EFS VOE DIN GSD ESK UND IGE
69
KRACHT
LESJE COÖRDINATIETRAINING Bij het woord coördinatietraining zal het gemiddelde rugbyhart niet sneller gaan kloppen. Er wordt vaak gedacht aan suffe oefeningen op een yogamatje of op een oefentol. Als je een kijkje neemt in de gemiddelde sportschool, zie je oefeningen met grote gewichten en weinig herhalingen. Ook bestaat nog steeds de illusie dat je grote spieren nodig hebt om sterk te zijn. Gelukkig zien we de laatste tijd steeds meer een verschuiving in het soort krachttraining.
Naast het uitvoeren van de oefeningen is het effectief om op commando acties te maken. Je trainingsmaatje of coach moet je dan opdrachten geven. Zet bijvoorbeeld een parcours uit met pionnen in verschillende kleuren. Maak uitvalpassen naar de kleur en het been (links of rechts) die genoemd worden door je maatje of trainer. ◆
, (SPO RT)F YSIO THE RAP EUT NG COACH STR ENG TH & CON DITI ONI
@BRUCE_FRITZ
Er wordt veel aandacht besteed aan blessurepreventie, met krachttraining als middel. Als je kijkt naar het ontstaan van blessures, is de krachttraining bijna nooit de oorzaak van een blessure; je krijgt een blessure door veel meer factoren. Om blessurepreventief aan het werk te gaan, is het belangrijk dat je je lichaam traint in zowel onverwachte als geplande acties, zodat we feedback krijgen van de gemaakte actie. Door deze feedback te krijgen en te verwerken, leren we. Een blessurepreventieve training of sportspecifieke krachttraining moet dus onverwachte én geplande acties bevatten. Een mooi voorbeeld hiervan is trainen met asymmetrische gewichten, rotaties of oefeningen met dubbele taken.
BRUCE__FRITZ
Om progressie te kunnen boeken heeft ons lichaam trainingsprikkels nodig; het lichaam moet keer op keer worden uitgedaagd. Dit betekent dat we ons lichaam in verschillende situaties moeten trainen, en niet alleen met verschillende weerstandsniveaus. Wanneer we een trainingsprogramma doen waarbij we spieren geïsoleerd trainen, worden die spieren sterker in wat we trainen (bijvoorbeeld de bovenbenen tijdens een squat), maar niet tijdens een specifieke actie. Spieren moeten leren samenwerken! Je zou een vergelijking kunnen trekken met een goed rugbyteam. Wanneer je vijftien topspelers tot je beschikking hebt, maar de coach deze spelers niet op de juiste positie in het veld zet, zou het spel niet optimaal lopen. De juiste speler moet op het juiste moment een actie maken. In ons lichaam werkt dit hetzelfde. Onze spieren moeten zowel onafhankelijk van elkaar als met elkaar kunnen functioneren.
/SPORTPRAKTIJKBRUCEFRITZ
Tegenwoordig wordt er nog vaak binnen een trainingsprogramma of -periodisering een onderscheid gemaakt in kracht, snelheid, lenigheid, uithoudingsvermogen en coördinatie. De trainers en fysiotherapeuten onder jullie zullen deze eigenschappen wellicht herkennen als de grondmotorische eigenschappen. In de meeste trainingsschema’s wordt er gestart met grondoefeningen, die soms geheel los staan van de kern of het doel van een training. Vervolgens worden er basisoefeningen gedaan, die iedere rugbyspeler wel kan dromen – denk aan squats, deadlifts, benchpress of pullups. Er wordt gevarieerd in sets, herhalingen, tempo en volgorde.
WORK-OUT
1. SQUAT
De volgende oefeningen worden met een aquabag gedaan: uitdagend en zwaar tegelijk! INTENSITEIT: 80% van de 1RM. Drie tot vier sets van 45 secondes technisch correct uitgevoerd. Neem een rust van 15 seconden tussen de oefeningen.
2. SHOULDER PRESS
71
Model: Maika Ringenaldus, NSRV Obelix
3. DIAGONALS
4. WOODCHOPS
WORK-OUT
5. DEADLIFT
72
6. LUNGE, KNEE LIFT, FRONT PRESS
7. SINGLE LEG DEADLIFT
8. RUSSIAN TWIST
CLUBPAGINA
RUGBY CLUB THE HOOKERS 1974
-fotografi e Jan Kaper
JAN VAN BURG TOERNOOI OKTOBER 2017 Beetje guur, maar verder toch best mooi weer op deze zaterdag zo tegen het eind van oktober. Tijd voor ons traditionele veldjeugdtoernooi voor de TBM. Het Jan van Burg toernooi, vernoemd naar onze oprichter en President (dan weet u ook tenminste waar de naam vandaan komt). Zo’n 360 Turven, Benjamins en Mini’s van allerlei rugbyclubs uit Nederland op ons veld in Hoek van Holland. En zoals het hoort, te midden van vele aanmoedigingen van het publiek hebben de kids gestreden voor echte bekers, supermooi om te zien hoe fanatiek deze kids met elkaar kunnen genieten van het spelletje. En, ook ontzettend leuk (en belangrijk!) om te zien hoe de jonge scheidsrechters (een aantal Cubs en junioren) naast de ‘oudere jeugd’ (lees gewoon volwassenen) dit toernooi in goede banen hebben geleid. Dan waren er natuurlijk ook nog de ‘baksels’, poffertjes en ons eigen winkeltje dat naast de reguliere ‘bar’ voor de inwendige mens zorgden. Alles niet mogelijk zonder de onvermoeibare inzet van ‘het cement’ van iedere vereniging, onze vrijwilligers! Het is bijna gewoonte om hier, in RUGBY., vanuit the Hookers de loftrompet te blazen over onze vrijwilligers, en terecht! Zonder al die mensen hebben verenigingen geen enkel bestaansrecht. Vandaar dat het belangrijk is om onze verhalen in dit blad ook vaak te koppelen hieraan. Zonder spelers, geen rugby, maar ook zonder vrijwilligers geen verenigingen waar die spelers hun rugby kunnen spelen. - fotografi e Joyce van Dalen
74
• ADVERTORIAL •
GRAVITY IS VERKRIJGBAAR BIJ RUGBY-SHOP.NL Binnenhof 4 in Driebergen
• ADVERTORIAL •
GRAVITY, VOOR AL JE BLESSURES Week in week uit wikken en wegen met blessures, voor niemand is het lekker. Gelukkig heeft dokter Shane Murnaghan daar een oplossing op bedacht: Gravity. Een nieuw, maar eenvoudig concept om de sporter te helpen bij zijn blessures.
De maandag is vaak een domper van een dag. De werkweek begint, de kinderen moeten naar school of het is weer tijd om urenlang te blokken in de bibliotheek voor je tentamen. Dat is al een matig vooruitzicht, maar wat het allemaal nog een stuk zwaarder maakt zijn al die kleine pijntjes na een loodzware rugbywedstrijd op de zondag. Met een stijve rug of nek uit bed stappen of een knie die op slot zit, die tijden zijn dankzij Gravity voorbij, als we dokter Murnaghan mogen geloven. WAT IS HET? Eigenlijk komt het product neer op een comfortabele nekbrace en een kleine rugsteun in de vorm van een driehoek. In zowel de nekbrace als de driehoek zit een dekentje met rubberen bolletjes, die aanvoelen als vingertoppen. Deze bolletjes drukken als een soort massage op het zenuwstelsel in de nek en onderrug, die de pijn in de rest van het lichaam vermindert of weghaalt.
Marc van Nieuwpoort van Rugby-Shop.nl heeft Gravity in zijn winkel liggen. Hij is erg te spreken over het product. ‘Bij mij werkt het uitstekend. Ik lig er regelmatig op en het haalt mijn nekpijn weg.’
MEDISCH Het klinkt zo eenvoudig, dat het bijna onmogelijk en onwaar lijkt. Sportfysiotherapeut David Sherman denkt daar anders over en laat zijn deskundigheid over Gravity schijnen. ‘Gravity dwingt je om rust te nemen. Het haalt de druk weg van je spieren en zorgt ervoor dat je lichaam weer in balans komt.’ De vingertopjes van de nekbrace resetten volgens Sherman je spieren. ‘Door stress en spanning worden je spieren stijf, waardoor jij je spieren soms anders gaat gebruiken. Er zit dan als het ware een soort kink in de kabel. Gravity zet alles weer recht’, vertelt Sherman. GETEST Zelf ervaren. Dat is de beste manier om te achterhalen of Gravity iets voor jou is. Dat dacht Max van Zeijl, EK-deelnemer trampolinespringen ook. ‘Gravity hielp mij om meer naar een ontspannen lichamelijke staat te gaan. Regelmatig gebruik, naast een moment van ontspanning, geeft ook het gevoel alsof je lichaam net dat tikje lekkerder beweegt.’ Van Zeijl vergelijkt Gravity met mediteren. ‘Als je het doet merk je niet direct verlichting. Pas wanneer je stopt valt het verschil dat het maakt echt op.’ ◆
75
HOE WERKT HET? Na een intensieve training, een dag hard werken of gewoon voor preventief gebruik kun je Gravity erbij pakken. Je moet gedurende vijftien tot twintig minuten op een harde ondergrond liggen, met de nekbrace in je nek en de driehoek tegen je onderrug aan. Op deze manier bevordert Gravity het menselijk lichaam om op een natuurlijke wijze te relaxen en ontspannen. Het product kan dagelijks gebruikt worden en vermindert onder andere spier- en zenuwspanning, het verlicht aanhoudende pijn, het maakt de spieren losser en het vermindert stress. Het is dan ook niet zozeer een medisch product, maar meer een ontspanningsproduct, dat je zowel fysiek en mentaal stimuleert om af en toe je rust te pakken en te ontspannen.
Van Nieuwpoort raadt het zijn klanten die kampen met pijntjes aan. ‘Probeer het zelf. Als het niet bevalt, kun je het product gewoon weer terugbrengen.’
TOUCH
Als serieuze rugbyer skip je uiteraard nooit leg day. Of chest day. Of arms day. Maar met name leg day niet. Het squatrek is jouw Koningsrots. Jij bent Quadzilla. In no time heb jij je PR op de squat verdubbeld. Laat die scrum van de tegenstander nu maar komen! Je vreet ze op, desnoods in je eentje, met die boomstammen die je onder je heupen hebt zitten. Het nadeel blijkt al snel, wanneer je in de kerstuitverkoop denkt even gauw wat nieuwe broeken te scoren: je krijgt je benen nergens meer in. Je probeert wat grotere maten, maar die zijn natuurlijk veel te groot voor je heupen. Niemand in de mode-industrie lijkt rekening te houden met jou en je quads fit for gods. Gelukkig zijn er ook merken die broeken maken waar die kanonskogels die jij benen noemt wel in passen. Die speciaal gemaakt zijn voor mannen met dikke benen. We lichten er hier vier voor je uit…
GEEN
SPIEREN TE STRAK
76
LEVI 541 ATHLETIC FIT JEANS
Waar de meeste bekende modemerken juist gaan voor strak, nauwsluitend en licht heeft Levi’s met de 541-juist een broekenlijn ontwikkeld die wat minder aan deze eigenschappen voldoet, om de gespierde man tegemoet te komen. De broek bestaat voor twee procent uit elastisch materiaal. Dat klinkt als weinig, maar het maakt véél verschil.
TOUCH
VITRUVIAN APPAREL
77
BILLENKOEK Deze gaat ons na aan het hart, aangezien ze, net als RUGBY. zelf (shout-out naar abonnees van het eerst uur!), ontstaan zijn uit een Nederlands Kickstartproject. Opgericht door twee broers, Kevin en Ashwin Wullems, die al jaren samen naar de gym gaan, maar naarmate de tijd en de omtrek van hun dijen vorderde meer en meer moeite kregen om nog spijkerbroeken te vinden die pasten. Omdat ze het beu waren om te grote broeken te moeten kopen die veel te groot waren om hun middel, zijn ze zelf broeken gaan ontwerpen. Het resultaat mag er zijn. Het beoogde bedrag is inmiddels opgehaald, en de boys zijn in bussiness. Vooralsnog produceren ze slechts twee modellen, maar ze hopen snel aan uitbreiding te kunnen denken.
TOUCH
ACROBOLIX FRAN DENIM JEANS
BACK TO
78
DENIM
NOOIT MEER
KNAPPENDE
BROEKEN
Instagrammer Jon Call, beter bekend als Jujimufu (dikke volgtip!) heeft een aardige schare volgers. In de fitnesswereld is hij tamelijk uniek, omdat hij met gemak 240 kilo kan squatten, maar door zijn turnachtergrond ook de meeste atletische airkicks en splits maakt. Een vast onderdeel van zijn work-out is bijvoorbeeld de superset deadlift-saltoachterover. Hij ging echter viraal toen hij een perfect split deed met een halter van ruim tachtig kilo boven zijn hoofd. Wat misschien niet meteen opviel, was dat hij toen een spijkerbroek droeg. Dat waren deze Fran Denim Jeans, die zo elastisch zijn dat ze zelfs Calls bijzondere work-out overleven. Best handig als je bij de gym aankomt en je sportbroek bent vergeten.
Ook dit bedrijf begon als een Kickstarter, maar is reeds in bussiness. In tegenstelling tot de andere merken hebben ze reeds een behoorlijke lijn opgezet van niet alleen jeans, maar ook T-shirts, polo’s en zelfs petten en sokken. Wij kiezen echter voor deze chino, aangezien je natuurlijk niet iedere dag blauw wil dragen. Deze broek is veelzijdig, rekt goed mee – je zou er zelfs een squatworkout in moeten kunnen doen – en is zo gemaakt dat hij ruim is bij de bovenbenen maar niet compenseert bij je middel. Wij zijn in ieder geval fan.
79
HIJ HEEFT DE BROEK AAN
TOUCH
BARBELL APPAREL ATHLETIC CHINO PANTS
RUGBY & LEIDERSCHAP
‘MIJN CARRIÈRE ALS MARINIER HEEFT MIJ GEVORMD TOT DE REF DIE IK NU BEN’ Rugby, Building Character since 1823. Voor Paul Slangen staat deze slogan centraal. Hij houdt zich bezig met de ontwikkeling van mensen, teams en organisaties, zowel op het veld als op het werk. Maar hoe bouwt rugby je karakter? In de rubriek Rugby & Leiderschap gaat Slangen in gesprek met rugbyers in het bedrijfsleven. Hij zoekt uit welke op het veld geleerde lessen worden meegenomen in deze maatschappelijke carrières. In deze editie is RUGBY. bij een ontmoeting tussen Paul en Stephan Glaser (47), kapitein-luitenant ter zee en al 29 jaar werkzaam bij Defensie. Stephan ging onder andere mee op missies naar Joegoslavië, de Arabische Golf ten tijde van het bewind van Saddam Hoessein, Libië en de Somalische kust. Stephan werd geboren in Delft. Hij besloot op zijn achttiende marineofficier te worden. Zijn vader werkte in de jaren vijftig ook bij de marine en diens verhalen deden Stephan besluiten dat hij hetzelfde beroep wilde. Hij rugbyt sinds 1990, en heeft dankzij zijn werk bij de marine over de hele wereld kunnen rugbyen; Engeland, Frankrijk, Bosnië, Noorwegen, IJsland, de VS, de Bahama’s, Curaçao, Koeweit, Dubai en Bahrein staan allemaal op zijn lijstje. ‘Rugby heeft veel raakvlakken met mijn werk bij Defensie’, vertelt Stephan. ‘Dezelfde aspecten zijn belangrijk: samenwerken, denken in teamverband, respect voor elkaar – voor iedereen is een plekje in het team. Ik
Volgens Stephan is niet iedereen ervoor gemaakt om zich in een conflict te mengen. Voor hem voelde het als iets wat hij gaandeweg leerde. ‘Je leert langzaam hoe ver het bij defensie kan gaan: dat er ook maten van je niet terug kunnen komen na een missie. Dat is direct een groot verschil met rugby. Na een rugbywedstrijd drink je met z’n allen een biertje. Na terugkeer van een missie in mijn werk, kan het zijn dat met z’n allen, nooit meer echt met z’n allen zal zijn.’
‘Je vertelt over je werk alsof het vrij alledaags is’, merkt Paul Slangen op. ‘Is dat ook zo?’ ‘Het gaat me niet bepaald in de koude kleren zitten; je kunt mentaal gek worden. Er zijn goedgetrainde marinemensen die van het padje raken zodra ze de echte oorlog in gaan. Je zit dag en nacht onder een dreiging. Dat is zwaar. Je moet echt op je collega’s kunnen vertrouwen. Net als in het rugbyveld moet je erop vertrouwen dat je collega die misser wegschopt en die tackle maakt.’
‘Is leiding en sturing aan een peloton mariniers geven hetzelfde als leiden op het rugbyveld?’ vraagt Paul. ‘Sturing geven gaat me makkelijk af. Ik doe het graag. In mijn tijd als rugbyer was ik vaak teamcaptain en inmiddels sta ik op het rugbyveld als ref. Het is een zeker ook praktische keuze geweest om ref te worden, het is immers makkelijker te combineren met mijn werk, maar ook een bewuste: op deze manier bewaak ik het overzicht.’ Als leider moet je duidelijke sturing kunnen geven, en het team moet vertrouwen hebben in de leider. Zonder die twee waarden is er geen leiderschap, volgens Stephan. ‘Er kunnen geen vijf kapiteins op een schip zijn, dus de leider moet het leiderschap duidelijk geven en het ook opeisen. Ik merk dat mensen het prettig vinden om duidelijk te horen wat er fout gaat en hoe het beter kan. Ik kan wel zeggen dat mijn carrière als marineofficier me heeft gevormd tot de ref die ik nu ben.’ ◆
81
Het werk als marineofficier vraagt niet alleen fysiek, maar ook mentaal veel van je, vertelt Stephan. Een van zijn heftigste missies was in Irak, in de tijd dat Saddam Hoessein nog aan de macht was. ‘We voeren toen voor de kust van Irak. Er was er een handelsembargo afgegeven en wij controleerden alle schepen die het kustgebied van het land in- en uitvoeren. Op dat moment stonden de verhoudingen tussen de verschillende landen daar zo op scherp, dat er een realistische dreiging was voor het uitbreken van een oorlog. Doordat wij dicht bij de kust voeren was er een reële dreiging van de raketsystemen die in Irak op het land stonden. Ik wist dat als ik één ding verkeerd zou doen, er een hoop doden zouden vallen, als het schip al zou blijven drijven. Ik moest continu scherp zijn. Voelen we ons serieus bedreigd? Gaan we schieten? Doordat wij veel hadden geoefend, had ik vertrouwen in mijn kunnen, het wapensysteem dat we gebruikten en de collega’s om me heen. Ik ben dan niet bang voor zo’n conflict.’
RUGBY & LEIDERSCHAP
vond het opvallend om te zien hoe de marine- en de rugbywereld op elkaar lijken qua normen en waarden. Maar natuurlijk heeft mijn werk een andere lading dan het spelen van een potje rugby. In de sport zeg je wel eens “put your body on the line”, in mijn werk voor Defensie doet men dat letterlijk. Dat is een wezenlijk verschil. In iedere baan kunnen ongelukken gebeuren, maar in mijn werk kan er echt geschoten worden. Een mens blijft meestal ver weg van zulke conflicten, maar wij zoeken ze juist op.’
Belangrijk is dat het team op elkaar ingespeeld is, volgens Stephan. Zowel in zijn werk als in de rugby. Toen hij commandant was van een schip dat mijnen zocht op de Noordzee, nam hij zijn bemanning eens mee naar het rugbyveld. ‘Ik wilde in een andere setting met de mannen omgaan. De bemanning kende elkaar nog niet goed, ze kwamen van twee verschillende schepen en waren op een ander schip bij elkaar geplaatst. Ik wilde dat iedereen elkaar beter leerde kennen en leerde hoe iedereen in elkaar zit. Dat is essentieel als je samenwerkt op zo’n niveau. In de rugby heb je elkaar natuurlijk ook enorm nodig als team: je redt het niet alleen.’
OM EEN CONFLICT AAN TE KUNNEN GAAN MOET JE JAREN AAN HET VERTROUWEN BOUWEN
COLUMN
MY JOURNEY IN HOLLAND
82
Negen jaar geleden kwam ik als jonge, ambitieuze rugbycoach naar Nederland. Het werd de beste keuze van mijn leven. Ik startte mijn loopbaan bij ’t Gooi, die voor mijn komst nog nooit een nationale titel hadden gewonnen, niet in Ereklasse en ook niet in de beker. Er werd me verteld dat men mikte op de middenmoot; veel dragende
spelers waren vertrokken en vervanging stond niet direct klaar. Mijn sporthart brak. Middenmoot? Echt niet! Ik wilde de titel winnen! En met het tweede de beker! Van het oude team waren nog enkele harde, ervaren gasten over, die samen de kern vormden en vaak enkele jaren ouder dan ik waren. Ze werden aangevuld met jonge talenten die nergens voor terugdeinsden. We trainden met een enorme groep van vijftig spelers, bestaande uit colts, het tweede en het eerste. Langzaamaan ontstond er een cultuur waarin spelers bereid waren om door muren te rennen. Met deze mentaliteit waren we redelijk succesvol in de competitie. Na de laatste wedstrijd stonden we derde. Destijds speelden de eerste vier teams nog play-offs. Er volgden twee zinderende halvefinales tegen DIOK, waarin we de winnende try uiteindelijk pas in de laatste minuut van de tweede wedstrijd scoorden. We stonden in de finale. Het tweede had zich ondertussen geplaatst voor de bekerfinale tegen Castricum. We moesten keuzes maken. We hadden 37 spelers tot onze beschikking. We hielden zestien spelers vers voor de Ereklassefinale, de rest deed met het tweede mee. We wonnen, in een van de hardste wedstrijden die ik ooit heb gezien. Missie 1 was volbracht: we hadden de beker. Missie 2: de Ereklassefinale tegen The Dukes, die de competitie gedomineerd hadden. Maar boy oh boy, wat begonnen wij goed. We speelden volkomen anders dan in de competitie; we zochten nu juist veel de ruimte aan de buitenkant op. The Dukes waren verrast en hadden geen antwoord. Bij rust stonden we al met 24-0 voor. In de tweede helft gaven The Dukes meer gas. Onze voorsprong verdween beetje bij beetje; in de laatste minuut waren ze teruggekomen tot 24-23. We hadden het niet meer op de bank, zeker niet toen The Dukes een try scoorden in de laatste minuut. De scheids floot. Forward pass. De vijf punten werden afgekeurd en hij floot af. Het was gelukt. Missie 2 volbracht. We waren landskampioen. Het was het belangrijkste seizoen uit mijn loopbaan. Ik transformeerde van een coach die alles zelf wilde doen in een manager die juist taken uit handen gaf. ’t Gooi was voor mij de perfecte leermeester. Ik ben de club eeuwig dankbaar. From the front row,
LET OP: Foto word dinsdag 8 augustus vrijstaand gemaakt!
CLUBPAGINA
THE DUKES DAMES In diverse talen zijn zij bezongen en al jaren maken ze onderdeel uit van onze rugbyclub. En zeker niet alleen als bardame, rugbymoeder of spelersvrouw. Al in de jaren zeventig van de vorige eeuw speelden dames van The Dukes rugby. Maar het initiatief om een echt damesrugbyteam op te richten kreeg pas in 2012 vorm. En het was nodig ook, want tussen alle rugbyende jeugdspelers doken steeds meer meiden op. Het initiatief was succesvol, want sinds het seizoen 2012-2013 neemt er een Dukesdamesteam deel aan de competitie. We begonnen met een clusterteam, met speelsters van Octopus, The Wallaby’s en The Dukes. Maar beetje bij beetje groeit het aantal “eigen” rugbydames verder, zowel bij de jeugd als bij de senioren. Een team met echte ambities om ‘helemaal fit te worden door middel van conditie en krachttraining’ en de rugbyskills verder te verbeteren. En met steeds meer succes. Het eerste kampioenschap is gevierd. De eerste wedstrijd om promotie te maken naar de Ereklasse is reeds gespeeld, en de eerste internationals, zowel bij de jeugd als bij de senioren, zijn afgeleverd. De eerste jeugdspeelsters stromen inmiddels ook door naar het eerste damesteam. Door dit alles staat er inmiddels een prima team met teammanager, coach, trainer en een gestadige aanvoer vanuit de jeugd. En een hecht team, dat de hele zomer doortrainde, een goede trainingsopkomst heeft en waarin jeugdspelers een kans krijgen. Een plaats in de Promotiepoule werd al in oktober veiliggesteld, na slechts drie wedstrijden. Een prachtig ontwikkelproces. En stoppen? Tevreden achteroverleunen? Ho maar. Er kan nog zo veel beter qua opstelling, tackelen en wat nog meer. Daarnaast wordt het damesrugby ook gepromoot en worden overal nieuwe speelsters geworven. Klasse, dames! Veel succes in de strijd om promotie naar de Ereklasse. En veel plezier natuurlijk. Want feesten en dansen kunnen ze ook, die dames. Geen wonder dat er zo vaak over hen gezongen wordt. - fotografi e Patrick Kuurstra
BR’ER
RUGBY ALS BASIS VAN EEN HECHTE VRIENDSCHAP 85
Amper dertien jaar waren ze, toen ze met elkaar in het team van Pril Oranje speelden. Door de jaren heen bleven ze elkaar tegenkomen, deelden ze uiteindelijk dezelfde vriendengroep, een enorme passie voor rugby en inmiddels zelfs een gezamenlijk bedrijf. Je zou Bart Viguurs en Richard van den Broek (beide 34) de ultieme rugbyvrienden kunnen noemen. Tekst: Josselin Gordijn
We spreken Bart en Richard in het clubhuis van The Dukes, een gloednieuw gebouw aan de Limietlaan in Den Bosch, waar zich ook het kantoor van Bart en Richards onderneming bevindt: Commit2bFit. ‘In de constructie zat ook een fitnessruimte, maar die wordt overdag niet gebruikt’, legt Bart uit. ‘Daarom kunnen wij er gebruik van maken. We sturen vanaf hier al onze trainingen aan, en als het goed weer is, gaan we met onze klanten het veld op. Lekker buiten sporten.’
Rugbyclub The Dukes neemt ook een speciale plek in de vriendschapsband tussen de twee heren. Bart komt zelf uit Den Bosch en speelt er al bijna zijn hele leven. Hij komt uit wat hij zelf ‘een rugbyfamilie’ noemt. Zowel zijn vader als zijn oudere broer Gerard waren actief op het veld en daarom besloot Bart het op negenjarige leeftijd
BR’ER
ook maar eens te proberen. Zijn jongere broer Pepijn zou later volgen. Waar zijn vader, mede-oprichter van de club, vooral de sport zag als een goed excuus om samen te komen met zijn vrienden, was Barts broer Gerard een begrip in de rugbywereld. Of ze op elkaar lijken? ‘Gerard is een totaal andere speler dan Bart’, legt Richard uit. ‘Gerard is misschien wel een van de meest angstaanjagende spelers van ons land. Hij is direct, fysiek en sterk. Bart is gereserveerder, bewaart het overzicht. Het zijn twee totaal verschillende types.’
86
Toen Bart klein was, was zijn club ook nog klein. ‘Waar we nu vijfhonderd leden tellen, kenden we in mijn jeugdjaren iedere speler bij naam. Het was een kleine, gemoedelijke sport.’ Richard beaamt dit. In tegenstelling tot Bart komt hij uit een voetbalfamilie. Hij werd geboren in Tiel, waar hij met zijn ouders, broer en zusje woonde. ‘Ik voetbalde met veel plezier, tot ik elf was en een van mijn voetbalmaten mijn nieuwe Nikes had gestolen. Dat vond ik zo stom, dat ik niet meer wilde voetballen en op zoek ging naar een andere sport. In de krant stond een advertentie van de plaatselijke rugbyclub: ze zochten spelers. Ik besloot te gaan kijken.’ Anders dan de grote voetbalclub die Richard gewend was, kwam hij aan op een klein veldje met een klein houten clubhuisje. ‘Er stonden tien kinderen op het veld. De sfeer was ontzettend goed. De volgende dag kwam ik een van de jongens van het eerste team tegen op straat. Hij zei tegen me: “Hoi Richard, hoe was je eerste training? Wat leuk dat je nu op rugby zit!” Ik stond versteld. Bij voetbal zouden spelers van het eerste nooit zoiets zeggen tegen een jonkie als ik. Dat was het moment dat ik besloot: ik wil rugbyer worden. Ik nam een abonnement op een Engels rugbytijdschrift en daarmee was het beklonken.’ TWEE JONKIES OP HET VELD Op hun dertiende ontmoetten Richard en
Bart elkaar voor het eerst, toen ze beiden voor Pril Oranje speelde, voorheen Onder 15. Waarom ze vrienden werden? ‘Ik denk dat het komt omdat we allebei een jonkie waren’, zegt Bart. ‘We herkenden onszelf in elkaar.’ Van Pril Oranje groeiden de twee door naar Klein Oranje (Onder 17) en daarna naar Jong Oranje (Onder 19).
‘We herkenden onszelf in elkaar’ Bart en Richard klikten direct goed op het veld. Nu, vele jaren later, weten ze hoe dit komt. ‘We weten van elkaar waar we goed in zijn’, zegt Richard. ‘Ik ben echt een spelverdeler. Bart is goed in timing en in het afmaken. Ik ken Bart inmiddels zo goed dat ik weet wat hij wanneer denkt, als we aan het spelen zijn. Ik kan hem precies peilen en zie welke gaten hij ziet. Omdat ik dat precies van hem weet, weet ik wanneer ik hem een bal moet aangooien. Bart maakt het dan af. Het is ultiem teamwork.’ GESCHEIDEN WEGEN Bart vertrekt op 22-jarige leeftijd naar Nieuw-Zeeland om daar voor de International Rugby Academy of New Zealand (IRANZ) te spelen en wordt uiteindelijk geselecteerd voor het provincieteam van Wairarapabusch. ‘Eten, slapen, trainen, en opnieuw. Dat was het leven wat ik daar leidde. Als sporter was het destijds niet gemakkelijk contact te houden met je familie op een ander continent. Ik was er eenzaam. Toen ik op de dag voor de wedstrijd geblesseerd raakte en in m’n eentje in de kleedkamer zat, kwam ik mezelf goed tegen. Thuis was toen erg ver weg. Dat waren leermomenten. Ik kwam als een rijker mens terug en heb er ontzettend veel geleerd.’
‘Ik ben echt een spelverdeler, Bart is goed in de timing en het afmaken’ Richards rugbycarrière begon aanvankelijk net zo succesvol. Hij reisde rond met een sevensteam en speelde in Zuid-Afrika. Maar op zijn 24e ging het mis: hij kreeg een hernia. Na onderzoek bleek dit reuma te zijn, dat zich concentreerde in zijn knie. ‘Ik kon nu
87
heel erg bij de pakken neer gaan zitten, maar kon ook een andere keuze maken. Mijn interesse in coachen is er altijd geweest, dus ik besloot me daar op te gaan focussen.’ Richard werd als 24-jarige hoofdcoach van de senioren van The Pink Panthers. Hij vond het te gek: ‘Je passie overbrengen aan andere mensen, dat is heel mooi om te doen.’ Maar hoeveel plezier hij ook had, hij miste het spelen. ‘Het deed soms pijn om mijn team te zien spelen. Dan wilde ik ook weer zo graag. Toen dat gevoel aanhield besloot ik, ondanks mijn reuma, toch nog een paar jaar te gaan spelen. Geen makkelijke keuze; ik heb veel pijn gehad. Reuma betekent eigenlijk gewoon dat je veel ontstekingen hebt en niet weet wanneer die wel en niet opspelen. Ik moest harder trainen dan voorheen, had continu spierpijn. Toch vond ik dat ook wel kicken. Een mensenlijf kan veel hebben.’
In de twee jaar voor Nieuw-Zeeland woonde Bart in Den Bosch, maar speelde hij voor Castricum. ‘The Dukes speelden toen nog Eerste Klasse, en ik moest wel op het hoogste niveau spelen om voor Nederland uit te komen. Ik reed voor iedere training op en neer naar Castricum. Het kostte veel moeite, maar het was het waard. Ondertussen deed ik een opleiding Commerciële Bedrijfskunde aan de Randstad Topsportacademie. Daar moest ik dan één dag in de week naartoe. De rest was zelfstudie.’ Het bleek een goede keuze, want met Castricum werd Bart ook twee keer landskampioen.
NAAM: Richard van den Broek GEBOREN: 23 oktober 1983 in Tiel SPEELDE VOOR: RC De Scrumboks, RFC Oisterwijk Oysters, Helderberg RC (ZA), RC The Pink Panthers, RC The Dukes RUGNUMMER: 10 BESTE MOMENT: Het spelen op de Hong Kong Sevens (2003) en mijn eerste wedstrijd als Oranjecaptain bij de fifteens (2010) RITUELEN: Anders dan dat ik al m’n hele leven op Adidas Copa Mondial speel, geen HELD: Mijn vrouw, Kim MEEST GELEERD VAN: Hans Meester BESTE HERINNERING: Grand Prix Sevens-seizoenen met Oranje RUGBYLIED: Wilhelmus LEUKSTE TEGENSTANDER: Italie Sevens.
NAAM: Bart Viguurs GEBOREN: 28 maart 1983 in Den Bosch SPEELDE VOOR: RC The Dukes, Castricumse RC, Greytown RC (NZ), Wairarapabusch (NZ) en ACC Rugby Roma (IT) RUGNUMMER: 15 BESTE MOMENT: Het spelen op de Hong Kong Sevens (2003) en landskampioen worden met The Dukes (2008) RITUELEN: In de ochtend voor de wedstrijd op de bank Discovery Channel kijken; daar word ik rustig van HELD: Heb ik niet MEEST GELEERD VAN: Verliezen BESTE HERINNERING: Op trip, in het buiteland. Meer kan ik er niet over zeggen RUGBYLIED: Heb ik niks mee; ik voer liever een goed gesprek LEUKSTE TEGENSTANDER: Die op papier beter zijn.
BR’ER
Toen The Dukes promoveerden naar de Ereklasse, was de keuze voor hem echter zo gemaakt. ‘Na vijf maanden in Nieuw-Zeeland speelde ik nog negen maanden in Italië en daarna ben ik meteen weer in Den Bosch gaan spelen. Na een moeilijk eerste jaar, werden we het tweede jaar, onder leiding van Alex Chang, voor de eerste en vooralsnog enige keer in de clubgeschiedenis landskampioen. Dat is nog altijd een van de hoogtepunten uit mijn spelersloopbaan.’ HERENIGD De herstart van Richard en de sportieve ambities van The Dukes vielen perfect samen, waardoor Richard er in 2010 voor koos om ook bij de Bossche club te gaan spelen, ondanks aanbieding van andere clubs uit Nederland. ‘De belangrijkste reden om voor The Dukes te kiezen, was dat Bart er zat.’ En zo waren ze na al die jaren weer herenigd.
90
Na al die jaren viel evengoed op hoe verschillend ze nog steeds waren. ‘Bart is een echte rugbyer, ik zie mezelf meer als een kenner. Ik ken alle teams, alle namen van belangrijke coaches en spelers, lees alle bladen. Spelen kan ik ook wel aardig, maar niet zo goed als Bart. Hij heeft juist de skills, maar kent geen enkele naam. We hebben meer dan eens gehad dat ik versteld stond dat Bart met hele grote namen op het veld heeft gestaan, toen hij in Nieuw-Zeeland speelde en in zijn tijd als sevensspeler. Als ik hem er dan naar vroeg, had hij geen flauw idee wie dat waren en wat hun geschiedenis is.’ De hereniging duurde uiteindelijk tot 2013, toen Richard een belletje kreeg van de Nederlandse Rugbybond met de vraag of hij talentencoach van de damessevens wilde worden. Dit betekende dat hij zelf moest stoppen met sporten op het hoogste niveau. ‘Ik bedacht me dat ik, ondanks mijn reuma, alles eruit had gehaald wat erin zat. Ik was aanvoerder van zowel de herensevens als de herenfifteens geweest, had in de Grand Prix gespeeld en heb veel gave internationale wedstrijden op mijn naam staan. Het was tijd voor een nieuwe stap.’
‘Rugby is eigenlijk een debiel spelletje, maar wel de ultieme basis voor een vriendschap’ ZAKELIJKE KLIK Sinds januari 2017 zijn de vrienden ook zakelijk aan elkaar verbonden. Naast dat Richard coach is van het team waar Bart voor speelt,
richtten ze samen het bedrijf Commit2bFit op, een coachingbedrijf waar ze het talent in mensen ontwikkelen door middel van bewegen. ‘Het is niet de standaard personal training waar je de opdracht krijgt om tien push-ups te doen’, zegt Richard. ‘Wij gaan uit van een goed gesprek en kijken naar de thema’s die een klant wil behandelen. We stellen veel vragen. Dit doen we voor, tijdens en na het bewegen. Op deze manier helpen we zowel individuen als bedrijven.’ De samenwerking tussen de heren gaat goed. Naast de vriendschappelijke klik en de onmiskenbare klik op het rugbyveld, is er ook een zakelijke klik. Toch hebben de heren getwijfeld om deze uitdaging samen aan te gaan. ‘We moesten wel even nadenken of het nou wel slim was om ook nog samen een bedrijf te starten’, zegt Bart. ‘Maar we merken dat we elkaar net zo goed begrijpen als op het veld; we weten van elkaar waar onze kwaliteiten liggen.’ ‘Bart is de echte ondernemer van ons twee,’ legt Richard uit. ‘Hij ziet overal mogelijkheden. Bart kan heel goed zien wat een individu nodig heeft. Hij stelt goede vragen, is ontzettend geïnteresseerd en neemt geen genoegen met een sociaal wenselijk antwoord. Hij voelt het aan als mensen dat geven.’ Richard is daarentegen doelgericht en inhoudelijk sterk op het gebied van coaching, volgens Bart. ‘Hij is een echte coach. Hij ziet ontzettend snel wat mensen nodig hebben om gemotiveerd te raken en past dat toe.’ En ze leren ook nog van elkaar. ‘Zonder Bart was ik geen ondernemer geweest. Dan was ik gewoon een enthousiaste vrijwilliger die overal en nergens bij betrokken zou zijn.’ RUGBY ALS BASIS ‘Rugby is het geheim van onze vriendschap’, zegt Richard. ‘Eigenlijk is rugby een debiele sport. Je doet alsof je oorlogje speelt, maar dan met echte emoties en echte pijn. Wat het interessant maakt, is dat je dit samen doet en samen doorstaat. De ultieme basis van een vriendschap.’ ◆
GOED INITIATIEF
Rugby stopt niet bij het spelletje alleen: overal om de sport heen bestaan en ontstaan initiatieven die positief bijdragen aan de beleving, bevordering of beoefening van rugby in Nederland. RUGBY. selecteert ieder nummer een opvallend initiatief.
DE KUNST VAN HET GEVEN
DICK MUIR Het idee voor het gala in combinatie met een liefdadigheidsidee ligt bij Arnold
VANAF 19:00 UUR
Een zaal vol met mensen die de rugbysport een warm hart toedragen. Lekker met z’n allen een heerlijk diner nuttigen en elkaars bod tackelen tijdens de veiling. Een gezellige avond voor jong en oud, man en vrouw, en rugbyers van alle denkbare niveaus. Dat is wat Rugby Nederland, in samenwerking met Arnold Michel, tijdens het rugbygala van 2 februari aanstaande wil bereiken. En dit jaar wordt het extra bijzonder, want naast de inzameling van geld worden er ook spelers gehuldigd. ‘Wij willen het allemaal gaan combineren. Voorheen werden spelers gehuldigd op een ALV, maar wij vonden dat er veel meer aandacht aan besteed mocht worden. Bijna elke sport in Nederland heeft zo’n gala, dus waarom rugby niet ook?’, zegt Coen Potters, secretaris en bestuurslid jeugdrugby van Rugby Nederland.
2 FEBRUARI 2018
92
Tekst: Vick ten Wolde
BENEFIET GALA
De verkiezing van Speler van het Jaar tijdens het nuttigen van een prachtig diner. Dit jaar wordt dat festijn gecombineerd met een liefdadigheidsevenement, om geld in te zamelen voor Stichting Nazorg Sport Gehandicapten (SNSG) en de Stichting Rugby Youth Development Nederland (RYDN). • Diner • Internationale gastsprekers • Veiling • Loterij • Uitreiking Jaarlijkse Awards
Bestel nu uw toegan gskaart(en ) op rugby. nl slechts enkele beschikbaar
in samenwerking met
GOED INITIATIEF
Michel, onder andere directeur van de Amsterdam Sevens en voormalig teammanager van de Oranjeheren. De organisatie is dit eerste jaar in handen van hem en Rugby Nederland. ‘Ik ben een rugbyman’, zegt Arnold van het organisatiecomité. ‘En daarnaast ligt events organiseren mij wel. Het wordt een hele mooie avond met goede muziek, dansen en entertainment. En er komen bekende oud-rugbyers langs om de prijzen uit te reiken.’ Het gaat om spelers als Dick Muir uit het kampioensteam van Zuid-Afrika uit 1995. Arnold: ‘En de week voor het gala gaan zij trainingen geven bij allerlei scholen.’
FAMILIE Het geld gaat onder andere naar SNSG. ‘Ons doel is om sporters, in het bijzonder rugbyers, die door hun sport mindervalide of gehandicapt zijn geraakt te helpen. Wij bieden hen hulp, zowel binnen als buiten de sport. Wij steunen hen in medisch en financieel opzicht’, vertelt Marten Vente van SNSG, die veel waarde hecht aan het familiegevoel dat rugby uitstraalt. ‘Wij vinden het heel belangrijk dat deze pechvogels zich betrokken blijven voelen bij de sport. Als je rugbyt heb je een paspoort voor het leven, zowel nationaal als internationaal. Het kan niet zo zijn dat je na een ongeluk opeens niet meer bij de familie hoort.’ SNSG organiseert bijvoorbeeld meet and greets met spelers tijdens toernooien, maar doet ook andere soort investeringen. ‘Een van onze jongens woonde in Zoetermeer
PECHVOGEL Een van die pechvogels waar Marten het over heeft is Maurice van den Hout. In 1990 brak hij zijn nek tijdens het rugbyen. ‘De Stichting stond meteen voor me klaar’, zegt Maurice. ‘SNSG is heel belangrijk voor me. Ze blijven je bij de sport betrekken. Ze doen moeite voor je en dat is een heel fijn gevoel.’ Maurice is heel blij met SNSG en het gala. ‘Het is een mooi initiatief. Wij hebben er veel aan en hopelijk kunnen we iets moois van het geld doen.’ RYDN ‘Wij willen de jeugd, en dan hebben we het over de Onder 18 en Onder 20, meer laten meedoen aan EK’s’, stelt Coen Potters. Daar is geld voor nodig. ‘Door allerlei financiële gebreken en de financiële herstructurering in het rugby in Nederland is dat nogal lastig om te realiseren.’ Coen hoopt op veel aanwezigen, zodat er flink in de jeugd geïnvesteerd kan worden om de aansluiting met de top in Europa te maken. ‘Het is niet alleen bedoeld voor de Ereklasse, maar voor alle niveaus. De Pink Oldy’s hebben bijvoorbeeld ook een tafel gereserveerd’, gaat Marten verder. ‘Dit is de plek en het moment om je rugbyhart op te halen.’ ◆
93
INZAMELEN Een belangrijk ander onderdeel van het gala is het inzamelen van geld. Om een steentje bij te dragen kun je meedoen aan het diner of de veiling. Dit jaar staat het thema kunst centraal. ‘De kunst van het luisteren naar de scheidsrechter, de kunst van het ontvangen en de kunst van het geven’, vertelt Arnold, die tevreden is over de partijen die kunst ter beschikking hebben gesteld. ‘Vanuit Cobra Café uit Amsterdam – niet te vergelijken met de bekende kunstbeweging uit de jaren veertig van de vorige eeuw – komt er een Litho van Salvador Dalí en een prachtig bronzen beeld van Theo MacKaay. Maar we hebben ook een origineel shirt uit 1893 van een wedstrijd tussen Schotland en Wales, inclusief foto.’
en de gemeente aldaar regelde voor hem een busje, zodat hij overal naar toe kan. Toen hij verhuisde naar Houten had hij deze mogelijkheid niet meer. Wij hebben toen een busje gekocht en aan hem doorverkocht voor één euro. Nu kunnen zijn familie en vrienden hem overal naar toe rijden.’
GASTCOLUMN
EREKLASSESPELERS MOETEN MEER TRAINEN De gemiddelde rugbyspeler in de Lotto Ereklasse traint samen met zijn team slechts twee keer per week. Ik zeg slechts, want dit is maar één keer vaker dan de gemiddelde Nederlandse huisvrouw. Om topprestaties te leveren, moeten we deze cultuur doorbreken.
94
Voor een topsporter is zijn sport de belangrijkste tijdsbesteding. Het vraagt van de sporter om zijn agenda volledig af te stemmen op zijn trainingen en wedstrijden. Topsporters in teamverband moeten te allen tijde bereid zijn het belang van hun team op de eerste plaats te zetten, en de drive hebben om zich dagelijks te verbeteren; ze worden gedreven door passie. Rugby op het hoogste niveau in Nederland wordt gespeeld door amateurs; ik geloof dat er geen enkele speler in Nederland is die er zijn brood mee verdient. Bij volleybal, basketbal en hockey heb je een paar professionals, maar het gros is amateur. Maar er is wel een groot verschil: de amateurs bij volleybal, basketbal en hockey trainen véél vaker dan de rugbyers. Er zijn enkele voorwaarden om topprestaties neer te zetten: er zijn goede coaches nodig die spelers blijven uitdagen om te groeien, de faciliteiten en het trainingsmateriaal moeten in orde zijn, en er moet vaak en hard gewerkt worden. Succes zonder hard werken is onmogelijk. Spelers moeten uren maken en doelgericht en -bewust trainen.
Twee keer per week trainen is dan niet genoeg. Bij basketbal traint men minimaal één keer per dag. In het volleybal en bij hockey gaat het over vier trainingen in de week, nog los van de krachttrainingen en andere sportspecifieke individuele oefeningen. En het is nodig! Niet alleen om mee te draaien in de competitie, maar vooral ook om internationaal potten te kunnen breken. Waarom hebben Ereklasserugbyers deze omslag nog niet gemaakt? Het is de gemakkelijkste oplossing om grote stappen te maken en het rugby in Nederland naar een hoger niveau te brengen. Veel clubs kiezen ervoor om spelers uit het buitenland aan te trekken, om op die manier een kwaliteitsinjectie te geven aan hun eerste team. Ik heb niks tegen het aantrekken van buitenlandse spelers, maar er is een goedkopere, eenvoudigere en meer duurzamere oplossing om structureel een hoger niveau te halen: er moet een cultuuromslag gaan plaatsvinden. Wij rugbyers moeten ons denken over topsport aanpassen en anders handelen. Op de zes rugbyacademy’s in Nederland en op het NTC in Amsterdam trainen onze (top)talenten dagelijks - soms zelfs twee keer per dag. En het resultaat mag er zijn. Bijna alle nationale jeugdselecties spelen in de hoogste Europese divisies. Iets om trots op te zijn! Het laat zien dat er meer getraind moet worden als je stappen wil maken, onder begeleiding van goede coaches en met de juiste faciliteiten. We moeten loskomen van oude patronen. Het is nu aan de clubs, de teams en het individu om de uitdaging op te pakken. We laten bij de jeugd zien dat we de aansluiting kunnen vinden als we de handen ineenslaan. Laten we dit ook doen bij de senioren. Meer succes betekent meer aandacht en dat betekent dat onze sport kan groeien.
Allard Jonkers
BEN JIJ OOK GOED MET EEN PEN? STUUR JE COLUMN NAAR REDACTIE@RUGBYTIJDSCHRIFT.NL WELLICHT LEZEN WE IN DE VOLGENDE EDITIE JOUW VERHAAL
Rugby en literatuur. Ze gaan soms misschien moeilijk samen – laten we eerlijk zijn, zoveel verhevens delen eersterijers meestal niet voordat ze engage horen – maar er zijn ook genoeg facetten van onze sport waar auteurs mee uit de voeten kunnen. Wij van RUGBY. dragen literatuur een warm hart toe; we sluiten iedere editie immers niet voor niets af met Kleedkamerfictie. Nederland is maar liefst drie rugbyende schrijver rijk, en nu de bekendste van hen een nieuw boek uit heeft, leek dat ons een perfect moment om deze niche eens uit te lichten.
BOEKEN
BREGJE HOFSTEDE – De hemel boven Parijs ‘Zodra er één de bal had, werd hij keihard neergehaald en direct bedolven onder briesende, stampende lijven.’ Het is slechts één zin uit Hofstedes succesvolle debuutroman, waarvan de filmrechten inmiddels verkocht zijn. Het verhaal centreert zich rond de Nederlandse studente Sofie en haar Parijse professor Olivier, nummer 8 van een lokaal rugbyclubje, die een heimelijke liefdesrelatie onderhouden. Dat Olivier rugbyt, is voor ons mooi meegenomen. Het leidt tot een indrukwekkend beschreven rugbyscènes, waarbij duidelijk wordt dat rugby voor veel meer staat dan alleen de sport zelf. Na De hemel boven Parijs publiceerde Hofstede nog De herontdekking van het lichaam, nadat ze op haar 25e een burnout kreeg.
TOMMY WIERINGA – De heilige Rita Wieringa’s ster steeg na Joe Speedboot razendsnel. Daarna volgden met Caesarion en Dit zijn de namen nog eens twee gigantische bestsellers, waardoor Wieringa misschien wel de beroemdste Nederlander is die rugbyt; dat hij in ieder interview wel even vermeldt dat hij rugbyt, is voor iedereen die de sport een warm hart toedraagt een prettige bijkomstigheid. In oktober kwam zijn nieuwe roman uit, De heilige Rita, dat zich direct een plek in de meeste Top 3’en van bestverkopende boeken vocht. Het verhaal volgt Paul Krüzen, een vrijgezelle vijftige die alleen zijn vader nog heeft, nadat zijn moeder hen op zijn achtste achterliet voor een avontuur met een Rus. Paul laat zich ondertussen troosten door de armen van de prostituee Rita. Het is een echte Wieringa: stilistisch van een enorm hoog niveau, met personages die uitvoerig uitgediept worden.
SIMONE VAN SAARLOOS – De vrouw die Dat Van Saarloos een rugbyhart heeft, is inmiddels bekend. Haar liefde voor de sport was een belangrijk onderwerp toen ze in de zomer van 2015 bij Zomergasten zat, en in ons februarinummer van dit jaar werd ze nog getackeld werd door JayJay. Het viel JayJay destijds op dat oud-DIOK-speelster Van Saarloos soms wat moeilijk praat en wat lastige woorden gebruikt. Dat zien we ook in haar boek De vrouw die terugkomen, dat op sommige punten niet even alledaags is: het is gewaagd en enorm ambitieus, waarbij Van Saarloos de grote thema’s niet schuwt.
RUN IT STRAIGHT CHALLENGE Waar we in Nederland dood worden gegooid met regeltjes om onze eigen veiligheid te verhogen (‘ja auto, stop maar met piepen, ik weet dat mijn gordel nog los is’) spuugt men in Australië de health and safety inspector liever vol in het gezicht wanneer hij over iets triviaals als veiligheid komt neuzelen. Niet verwonderlijk dus dat Australische sportsite The Roar nu een wedstrijd voor de beste Run It Straight heeft uitgeschreven. De spelregels: een aanvaller en een verdediger rennen zo hard mogelijk op elkaar af – sidesteps zijn verboden! Deelnemers moeten hun Run It Straight filmen en naar The Roar opsturen, die ze op hun site en hun Facebook delen. De beste inzending wint tienduizend Australische dollar. Maak je klaar voor gebroken botten, rondvliegende tanden en hersenen die als vlaflip door elkaar worden geschud.
BREAK STUFF TILBURG Onderzoek wees recentelijk uit dat een gemiddelde twintiger nu meer prikkels in één dag krijgt dan een middeleeuwer in zijn hele leven. Het maakt het dagelijks leven tegenwoordig vol en gestresst, wat zorgt voor burn-outs en depressies. In Tilburg heeft men echter de ultieme stressverlichter verzonnen: Break Stuff. Het concept is vrij simpel: daal af in hun kelder, een bedompte betonnen kamer met graffiti op de muur, neem een knuppel ter hand en ram een tv, radio, servieskast of computerscherm aan diggelen. Met op de achtergrond uiteraard het nummer Break Stuff van Limp Bizkit. Een geweldige oplossing voor een alledaags probleem. Op hun website staan prijzen die varieren van 18,95 per persoon als je wat servies tegen de muur wil smijten tot 29,95 als je het uiteinde van een honkbalknuppel in een tv wil begraven. Eindig het jaar 2017 stressvrij!
WATER YOU DOING? Waar wij rugbyers soms liever thuisblijven van training als het een beetje hard regent – omdat we het niet leuk vinden om nat te worden – voelen de mannen van OWR-Nederland zich juist als een vis in het water. Deze club in Hilversum is namelijk de enige onderwaterrugbyclub van Nederland. Tenminste, voor zover ze zelf weten. Men probeert nu een competitie op te zetten met andere verenigingen die ook dergelijke onderwatersporten spelen, om de sport te laten groeien. Geïnteresseerd? Neem dan contact op met info@owr-nederland.nl.
CULT DE LANGSTE GOLFHOLE OOIT GESPEELD De 28-jarige Adam Rolston, oud-rugbyer van Hongkong, zocht een nieuwe uitdaging die zijn reislust kon bevredigen. Samen met zijn caddy Ron Ruthland kwam hij op het idee om een enorme hole golf te spelen, dwars door Mongolië, waarbij ze recht door het land reizen en zich alleen laat leiden door zijn golfbal. Het leidde tot een epische roadtrip van 2.011 kilometer en 20.093 slagen. Dankzij deze onderneming staan Rolston en Ruthland, die de reis met een karretje van 120 kilo moest afleggen, nu in het Guinness Book of Records.
MAY THE FORCE BE WITH YOU Het zal je vast niet ontgaan zijn, maar 13 december komt de nieuwe Star Wars-film The Last Jedi uit, deel VIII van de saga. Under Armour, dat eerder al opzien baarde met thermoshirts met Batman-, Superman- en Captain America-logo, bracht hiervoor een reek Star Wars-shirts uit, met onder andere deze, van Darth Vader en een Stormtrooper. Wat ons betreft een perfect Sinterklaas- of kerstcadeau nu de koudste rugbytrainingen van het jaar eraan komen.
LIONS OP DVD Ondanks een einde in mineur, was de Lionstour weer groots. Hoewel de testwedstrijden het belangrijkste zijn, laten die nooit het hele verhaal van de British & Irish Lions zien: spelers uit vier landen, normaal gesproken vijanden, die samenkomen voor drie ultieme duels tegen een gezamenlijke rivaal. Daarvoor moet je eerst vrienden worden. Lions Uncovered laat je alles zien wat tijdens de tour zelf achter de schermen blijft. Van courtsessions tot kwajongensstreken en van ontluikende vriendschappen tot regelrechte bromances.
EET ALS EEN ATLEET Wij houden van rugbyers met kennis van zaken, zeker als het op fitness en voeding aankomt. Niet dat we onszelf een foodie zouden willen noemen – liever appelgebak dan avocado – maar AAC-rugbyster Saraï Pannekoek mag dat wel. Zij is co-auteur van het nieuwe boek uit de I’m a foodie-reeks. Aanrader!
ANTWOORDEN SPELREGELQUIZ Antwoorden op de spelregelquiz zijn: 1c, 2a, 3c, 4b, 5a, 6b, 7c
KANGAROOS TEGEN DE ALL BLACKS Zowel in rugby league als in union is er een team dat met kop en schouders boven de rest uitsteekt. In league is dat Australië, dat met zijn Kangaroos alleen een beetje wordt uitgedaagd door de Nieuw-Zeelandse Kiwi’s. In union zijn de All Blacks al sinds 2009 de nummer 1 van de wereld. Maar wie zou er winnen als ze tegen elkaar zouden spelen? Om voor eens en voor altijd een antwoord op deze vraag te krijgen, stellen verschillende media nu een hybride wedstrijd voor, waarbij er de eerste helft league en de tweede helft union wordt gespeeld (of andersom). Er zingt inmiddels een bedrag van ruim vijftig miljoen dollar – voor één wedstrijd – rond, maar naar verluidt houden met name de All Blacks op dit moment de boot af. Een definitieve ‘nee’ hebben ze echter nog altijd niet gegeven, waardoor we nog naar hartenlust kunnen speculeren over een eventuele afloop.
98 KLEEDKAMERFICTIE
99
Kaler dan een kleedkamer wordt het niet. Galmende grotten, levenloze tegelpaleizen, strakke ruimtes zonder opsmuk. En altijd weer zo’n gegoten betonnen vloer met een besmeurd putje in het midden. Het is de meest inspiratieloze ruimte uit het leven van een rugbyer. Niets is confronterender dan de spiegel die een kleedkamer je voorhoudt na een verloren wedstrijd. Geronnen bloed onder je neus. Klamme kleding plakt aan je lijf. Kreunend bevoel je je stramme ledematen. Alles wijst op de verloren strijd. Je voelt je verslagen, alleen zittend op een koud stuk bank, starend naar je eigen voeten. De echo’s die om je heen galmen, lachen je uit. In deze kakofonie orden je langzaam je gedachten. Waar heeft het vandaag mis kunnen gaan? Gemiste tackles flitsen langs je netvlies, alsof ze geprojecteerd worden op de kale muren om je heen. Je sluit je ogen en loopt de douches binnen. Onder een kletterende straal probeer je je gedachten weg te spoelen. De shampoo glijdt uit je handen. In een flits zie je niet de fles maar een bal uit je hand glippen: de knock-on op de tryline die jij vandaag maakte. Je verslagenheid spoelt door het doucheputje wanneer je via het weerspiegelende water op de tegelvloer oogcontact maakt met een naar de vloer starende teamgenoot. Door de dunne muren hoor je de kleedkamer naast je. De tegenstander die jullie vandaag heeft afgedroogd, weggeveegd. Je hoort opgewonden geroezemoes. Ze zingen. Je slikt de bittere smaak van verlies weg. Het lijkt een eeuwigheid geleden dat jij een wedstrijd hebt gewonnen. Niets is warmer dan de douche waar je in stapt bij het betreden van een kleedkamer na een overwinning. Ieder compliment wordt uitvergroot in de echo’s. Schouderklopjes worden guitig gegeven. En ze klinken goed. Zo goed. Wanneer je nog nooit het kletsende geluid hebt gehoord van een enthousiaste hand op een naakte schouder na een overwinning, weet je niet hoe een échte schouderklop klinkt. Een groter compliment bestaat niet. De klop wordt gedragen door een bulderend compliment: ‘Tjonge jonge, wat een monsterlijke hit weer!’ Dit wordt bevestigend onthaald. Het was inderdaad een fenomenale tackle. Magistraal. Iemand zet een lied in. In een symfonie van loftrompetten verlies je jezelf in de zalige roes van een overwinning. ‘We are the champions’, klinkt het eensgezind uit de kelen. Champions! Iemand maakt een grap over champignons, terwijl hij gezwind een niet nader te noemen lichaamsdeel rondslingert. Hard gelach overstemt kortstondig het gezang. De kleine ruimte vult zich met stoom en complimenten. Een teamgenoot wordt met applaus onthaald wanneer hij binnenstapt met een goudgloeiende jug bier. Het condens beslaat onmiddellijk de ijskoude buitenkant. Glazen wisselen van handen en monden en zijn de enige vorm van afkoeling in dit euforische samenzijn. Via de spiegel maak je oogcontact met een breed glimlachende teamgenoot. Het lijkt twee eeuwigheden geleden dat jij ooit iets hebt verloren. Oh, the sweet taste of victory. ◆
KLEEDKAMERFICTIE
YOU WIN SOME YOU LOSE SOME.