50ste jaargang, nr. 3 Derde kwartaal: juli - september 2013 Uitgave voor Nederland
Salvatoriaanse Hulpactie Het leven en werk van Rina Lemmens, lekenmissionaris in Jamaica 43 jaar werkt Rina Lemmens als een gelukkige lekenmissionaris op de eilanden Dominica en Jamaica in de Caraïbische Zee, dicht tegen Zuid-Amerika. Een werk wat niet altijd even gemakkelijk is, maar dat in dienst aan de Heer een diepe innerlijke vreugde en een rijke ervaring voor het leven geeft. In ons blaadje geeft ze een mooi getuigenis van haar leven met en voor de armen. Vertrek naar Dominica (Caraïben) Na het noviciaat bij de Zusters (De Jacht) vertrok ik in 1970 naar Dominica, een eilandje in de Caraïbische Zee, met heel mooie natuur, hoge groene bergen en de diepblauwe zee. Algauw werd ik geconfronteerd met de grote armoede en de noden van het volk. Ik mocht er samenwerken met Zuster Alica De Tremmerie, in het Sociaal Actie Centrum van Roseau. Het hele eiland was mijn terrein met als doel de ontwikkeling van de vrouw. Met een kleine gele Volkswagen reed ik over de slechte, kronkelende wegen, bergop en bergaf tot in de kleinste dorpen. Drie pilaren Met dankbaarheid blik ik terug op mijn leven. Het verlangen om mijn leven zinvol te maken, staat zoals een melkstoel op drie poten: de grondslag komt van mijn thuis, mijn beroep en VKSJ. In mijn familie te Kinrooi waar iedereen welkom was, leerde ik delen. Er werd geen onderscheid gemaakt tussen armen en rijken. Mijn opleiding als huishoudkundige regentes gaf mij een brede kennis mee. Ik onderwees enkele jaren in de middelbare school van het H.-Graf in Kinrooi. Het was een fijne, leerrijke tijd. Als leidster in de VKSJ koos ik het motto: “In dienende liefde”. Daar ontwikkelde ik mijn leiderstalent en leerde ik met groepen werken. Ik werkte met gehandicapten en deed sociaal werk in woonwagenkampen te Maaseik en Sittard (NL). De roeping om mezelf te geven was zo sterk dat ik bereid was alles achter te laten om naar het Missiegebied van de Caraïben te vertrekken.
Als het niet meer mogelijk was om ‘s avonds terug naar huis te keren, sliepen we in de sacristie van de kleine kerkjes, zonder kraantjeswater of toilet. Maar de mensen van het dorp brachten ons altijd water en eten. Mijn doel was de mensen helpen om zichzelf te helpen. “Niet een vis geven, maar hen helpen te vissen”. Met de hulp van FAO (Food and Agriculture Organization) was het mogelijk tien Huishoudkundige Centrums in te richten. Ik leidde 20 vrouwen op om cursussen te geven in ‘Gezondheid en Hygiëne’ en ‘Koken en Voeding.’