3 minute read

C-Man

Next Article
Grabbelton

Grabbelton

Omfietswiet

Binnen de cannabiscultuur is het de hoogste eer om als jurylid voor een cannabiscompetitie te worden gevraagd. Alleen al het feit dat je wordt uitgenodigd is de natte droom van iedere cannabisconnaisseur – waar je kennelijk voor wordt aangezien wanneer je als jurylid wordt uitgenodigd.

De ingestuurde monsters moeten op vier aspecten worden beoordeeld: uiterlijk, geur, smaak en effect. Hoewel het cijfer voor effect tweemaal telt voor het eindresultaat, hebben uiterlijk, geur en smaak een bijna net zo belangrijke impact op het eindresultaat. Dat lijkt me niet helemaal fair. Natuur-

lijk kan ik intens genieten van de bedwelmende geur van een mooie haze, maar wat is een hemels geurmoment waard als het effect tegenvalt? Tenslotte blijf je geen uren verzaligd met je neus boven zo’n bud hangen, terwijl de high je toch al gauw een uur of drie aangenaam bezighoudt.

Wanneer zijn de smaak en geur van cannabis- producten eigenlijk serieuze issues geworden?

Smaakbeleving

Hetzelfde geldt voor smaak. Wanneer zijn de smaak en geur van cannabisproducten eigenlijk serieuze issues geworden? Komt het door de vele internationale cannabiscompetities, de mondialisering van de handel in cannabiszaden, of de invloed van de Amerikaanse cannabiscultuur? Ik denk van alle drie een beetje. De cultus van de smaakbeleving vindt zijn oorsprong ongetwijfeld in Amerika, waar de cannabiscultuur, veel meer dan bij ons, niet zelden hysterische trekjes vertoont. Wie wel eens op een High Times Cannabis Cup is geweest begrijpt precies wat ik bedoel.

Wijncultuur

Misschien is het zinnig te kijken naar de wijncultuur, waar het beschrijven van smaken en geuren tot een heel eigen vakjargon is uitgegroeid. Waar de wijnkenner woorden tekort komt om smaaksensaties te omschrijven, daar vond de nuchtere Hollander tot voor kort een wijntje hooguit zoet, wrang of zuur. Inmiddels zijn wijngoeroe’s tot een soort semi-celebrities uitgegroeid, en hele volksmassa’s hebben zich door deze woordkunstenaars laten verleiden de dialoog met hun smaakpapillen aan te gaan.

Al hebben wijnconnaisseurs nog net niet de sterrenstatus van topkoks, invloedrijk zijn ze wel. Niet voor niets zijn goed beoordeelde wijnen in de schappen van supermarkten voorzien van door wijnrecensenten verleende predikaten als ‘sterrenwijn’ of ‘om etswijn’.

Maar toch... Het heeft iets aanstellerigs om uit te weiden over onbenulligheden als smaak en geur. Een echte kerel krijgt woorden als ‘een mini-tinteltje jubelend wit knetterfruit’ echt niet uit z’n bek. Drinken doe je om je prettig te voelen. Al dat jnproeversgeneuzel is alleen maar een excuus om van alcoholconsumptie iets verhevens te maken. Of toch niet? Proeven moet je leren, zegt de wijnkenner. Tijdens mijn jaren in de horeca moest ik eens een workshop wijnproeven volgen. Als je je maar strak genoeg concentreert op wat je volgens de docent moet proeven, dan ga je inderdaad allerlei subtiele smaaknuances onderscheiden.

Sativa en Indica

De vraag is of we als onontwikkelde cannabisproevers iets hebben aan het wijnkennersjargon. Wijn is een heel ander product dan cannabis. Wijn wordt koud of op kamertemperatuur gedronken, cannabis wordt als gloeiend hete verbrandingsgassen de longen in gezogen. Wijn kan je enige tijd in je mond laten rondwalsen om in alle rust de smaakelementen te identi ceren. Dat is bij hete rook wat lastiger. Ik kan nog wel het verschil tussen een Sativa en een Indica proeven, en een zachte smaak van een scherpe onderscheiden. Maar wat moet je als je alleen maar lekker high wilt worden met een ‘complex bouquet, barstensvol aardbei en bloedsinaasappel, gevolgd door een licht bittertje en ontbijtkoek met wat salmiak en zout’? En dan hebben we nog de geurbeschrijving. Zo zou een slecht doorgespoelde Kush volgens de cannabisrecensent van de toekomst kunnen ruiken naar ‘zwarte kersen, pruim, rook, bacon met leer, waarna een vleugje verpulverde mineralen in de neus verschijnt. Dit is een geconcentreerde en rijke Kush met een brutaal, lichtelijk zoet geurend bouquet’.

Als ik bij de Dirk of de Hema een esje wijn koop, vaar ik altijd blind op het stickertje om etswijn. Nog

nooit kwam ik bedrogen uit.

Mocht het ooit zover komen dat we in de coffeeshop kunnen kiezen uit een gewone en een om etswiet, dan weet ik nu al welke ik zou kiezen.

This article is from: