3 minute read

De eerste keer

Next Article
Google Art Project

Google Art Project

The King of Joints

Marc (59) was 16 jaar toen hij voor het eerst blowde. Hij is nu werkloos en beschrijft zichzelf als een echte levensgenieter. Zijn interesses gaan uit naar politiek, sociologie, het universum en filosofie. En hij is druk in de weer met zijn eerste vijf groeiende wietplanten.

De eerste keer dat ik blowde was geen gedenkwaardig verhaal. En ik ben waarschijnlijk ook niet echt stoned geweest. Ik was 16 en kende Peter van het voetballen. Peter studeerde geneeskunde en hij woonde in de buurt van mijn middelbare school. In een pauze ben ik naar hem toegegaan. Hij had al wat bladeren van de plant gehaald om

deze te laten drogen. Hij had één wietplant en die stond midden op zijn vensterbank. Het was een plant van wel twee meter hoog, maar nu weet ik dat er geen toppen aan zaten en we alleen de gedroogde bladeren hebben gerookt. Of ik echt high ben geweest weet ik niet. Wel zorgde de gedachte

of de verwachting dat we stoned zouden raken ervoor dat we allebei enorme lachkicks kregen. Daarna ben ik zonder problemen weer naar school gegaan.

Door: Diede Dracht

Fantasie

Stoned zijn vond (en vind) ik heerlijk. Je fantasie neemt de vrije loop, je legt zo veel connecties en ik werd er ook heel creatief van. Alles om je heen wordt de buitenwereld, en

buiten dat grote veld met al die mensen om, voelde ik me absoluut niet meer verbonden met de samenleving. Het was een manier om me te onderscheiden van en af te zetten tegen het burgerbestaan. Er heerste zo’n sterk gevoel van vrijheid en gemoedelijkheid. Dat heerlijke, vrije gevoel van stoned zijn ben ik nooit meer kwijtgeraakt. Nog steeds draai ik ’s avonds graag een blowtje en laat ik me meevoeren door de meest prachtige natuur- of universum documentaires. Hopelijk doen mijn eigen plantjes het goed dit jaar…

Mijn bijnaam was Jimi, van Jimi Hendrix, omdat ik een soortgelijke vilthoed had. hoed had.

Lachkicks

Die lachkicks bevielen goed, maar in die tijd was er weinig wiet te koop. Het was allemaal eigen teelt. Wel was er veel goede hasj. Toen ik wat langer blowde haalden we dat meestal bij Holly Hazenbos, aan het einde van de Oudegracht in Utrecht. Ik was snel verslingerd aan het blowen. Grappig is dat nog voor ik blowde een conrector al anders van mij dacht. Hij zat in het bestuur van mijn voetbalvereniging. Mijn bijnaam was Jimi (van Jimi Hendrix) omdat ik een soort-

gelijke vilthoed met veer had en een grote bontjas droeg die ik op een rommelmarkt had gekocht. Mijn conrector kon dit moeilijk plaatsen, want toen hij op een avond aan de bar in het clubhuis zat en ik een drankje bestelde, pakte hij mij stevig bij mijn bovenarm beet en vroeg: “Marc, je gebruikt toch geen drugs, hè?!” Haha, nee! Van drugs had ik nog nooit gehoord!

met veer had ntjas droeg mmelmarkt

t. avond et clubhuis zat en ik een pakte hij mij stevig bij mijn en vroeg: “Marc, je gebruikt s, hè?!” Haha, nee! Van buiten dat g mensen om luut niet m d w m van het hee van lijkhe gevoel

Festival

Niet lang na die dubieuze eerste keer ging ik met drie vrienden naar een zelfopgezet feest. Er was een festival georganiseerd waarbij je voor je eigen drinken (en dat soort zaken) moest zorgen. In een Renault 4 kwamen we aan bij verschillende open plekken in een bosrijk gebied. Er was niks in de wijde omgeving en overal stonden, zaten en lagen mensen te dansen of relaxen. Het bleek een soort van pre-party te zijn, opgezet door mensen die naar het Roskilde festival in Denemarken gingen. We zijn daar een aantal dagen gebleven en dat is één hele grote, stonede, warme herinnering geworden. Ik rookte al jaren shag en kon dus goed draaien. Het duurde dan ook niet lang voordat ik bekend stond als The King of Joints. Ik had er geen problemen mee om voor anderen te draaien. Het betekende voor mij vooral heel veel gratis hasj en juist het eerste hijsje wanneer je de joint aansteekt vind ik het lekkerst.

This article is from: