Verslag 1. Situering Lille Métropole Communauté Urbaine is een samenwerkingsverband tussen 85 gemeenten die gelegen zijn in het Noorder-departement in de Franse regio Nord-Pas-de-Calais. De zetel van de intercommunale is gevestigd in de stad Lille (Rijsel). Het volledig gebied, dat een grens vormt met België, is 611 km² groot en telt ongeveer 1 200 000 inwoners. De raad wordt sinds 2008 voorgezeten door Martine Aubry. De bedoeling is om organisatorisch de gemeentelijke grenzen te overschrijden, projecten gezamenlijk te realiseren en als één grote agglomeratie naar buiten te treden. In hun doelstellingen staan urbanisatie, verkeersstructuur, openbaar vervoer en andere nutsvoorzieningen centraal. Het openbaar vervoersnetwerk Transpole en het Grand Stade Lille Métropole zijn het meest in het oog springende realisaties van Lille Métropole Communauté Urbaine. Lille ligt in Noord-Frankrijk nabij de grens met België, aan de rivier de Deule. Deze stad is de hoofdplaats van Frans-Vlaanderen, van de regio Nord-Pas-de-Calais en van het Noorderdepartement. De stad zelf telt 226 827 inwoners (2009), maar vormt samen met steden als Roubaix, Villeneuve-d’Ascq en Tourcoing één van de vier grootste agglomeraties van Frankrijk met ruim 1 miljoen inwoners. Lille ligt 25 km ten zuidwesten van de Belgische stad Kortrijk, waarmee het een transnationaal Eurodistrict vormt: de Frans-Belgische eurometropool RijselKortrijk-Doornik. Op die manier is Lille, in bredere zin, met ook de omgeving van Kortrijk en Moeskroen in België, het centrum van een dichtbevolkte regio met circa 1 900 000 inwoners. Lille heeft vanouds belangrijke industrie (textiel) en is een universiteitsstad. In 2004 was de stad samen met Genua de culturele hoofdstad van Europa.
1
2. Welkom Pascal Cebulski heet ons welkom. Hij zette samen met Sanne de tweedaagse van Vlabra’ccent naar Lille op poten. Hij legde de contacten van al onze bezoeken en vergezelde ons tijdens deze twee volle en interessante dagen.
3. Franky Devos: Samenwerking Noord-Frankrijk en Vlaanderen. 11u30: Franky Devos geeft een uitleg over Lille Métropole en de grensoverschrijdende samenwerking, met enkele projecten ter illustratie. Zie tekst Franky Devos: “We moeten verder, dus moeten we terug. Naar een nieuwe plaats voor kunstenaars in de Eurometropool Lille, Kortrijk, Tournai.” Franky Devos werkt voor BUDA in Kortrijk. BUDA is een werkplaats, filmhuis en de organisator van verschillende festival zoals Budavista en NEXT. Ze willende samenwerking tussen Lille en Kortrijk versterken. Tussen de twee grote steden ligt een sterk verstedelijkte strook. Rondom Lille liggen veel kleine gemeenten. Kortrijk en Lille hadden reeds veel banden door hun textielgeschiedenis. Eerst zakten Vlamingen naar Lille af om te gaan werken. Tot het moment dat de werkgelegenheid in de Vlaamse steden Brussel, Gent en Antwerpen groeide. Daarna kwam er weer een kentering. In Kortrijk was er bijna geen werkloosheid (slechts 3%). Binnen Kortrijk vergrootte de vraag naar Noord-Franse arbeiders omdat zij buiten de ruit van Brussel, Gent en Antwerpen vallen. Dus tussen Kortrijk en Lille kwam weer enige samenwerking. In 2004 werd Lille de culturele hoofdstad van Europa. Ze investeerden in enkele participatieve kunstprojecten om in te spelen op noden uit de buurt. Hierdoor veranderde het imago van de stad Lille in positieve zin. In 2008 startten ze met de Eurométropole: Lille-Kortrijk-Doornik. Dit samenwerkingsverband rust op een wisselend voorzitterschap. Momenteel is dat Stefaan De Clerck (CD&V). Verder in het verslag volgt nog meer uitleg over de Eurométropole. NEXT is een festival dat valt onder dit Eurométropole. Het is een festival dat georganiseerd wordt door vijf partnerorganisaties. Zij krijgen subsidies van Europa omdat er binnen de organisatie van die festival grensoverschrijdend gewerkt wordt. Alles van het festival gebeurt in twee of drie talen. Bij theatervoorstelling wordt er bijvoorbeeld vaak boventiteld. Zoals dat ook het geval was bij de voorstelling die wij zagen: “Viejo, Solo y Puto” door Sergio Boris. Zie pagina 32 in de NEXT brochure. Eén artistieke visie binnen de organisatie is ontzettend belangrijk, daarom is er één artistiek comité dat daarover waakt. Het budget van NEXT wordt voor 50% voorzien door de vijf partnerorganisaties en voor 50% door de overheid waarvan de helft door Frankrijk en de helft door België. Binnen België wordt dan weer de helft van het budget betaald door Wallonië en de andere helft door Vlaanderen. Het is daarbij eigenlijk door de Fransen dat Vlaanderen contact legde met Wallonië. Tijdens NEXTfestival komen er vaak internationale programmatoren kijken. 2
Vragen en antwoorden voor en door Franky Devos: Is de organisatiestructuur organisch gebeurd? Ja, deze structuur werd niet opgelegd. Wat als de middelen wegvallen? Dan zal de samenwerking zeker blijven bestaan, maar het project niet meer. Binnen de samenwerking is het niet altijd even gemakkelijk. In het begin werd er vaak gezegd: “Chez nous, ça ne marche pas comme ça”. Dat wil niemand nog horen, er moet eerder gezegd worden hoet het dan wel gaat en niet gewoon dat het niet gaat. Er zijn veel meningsverschillen waarvoor naar een compromis gezocht moet worden. Gaat de eigenheid niet verloren als er zoveel compromissen gezocht moeten worden? Voor een stuk zeker wel, maar dat kan ook net sterk zijn. Daarnaast heeft BUDA ook nog eigen projecten die ze op poten zetten. Heb je een zicht op welk publiek jullie bereiken of willen bereiken? Er zijn een aantal groepen die telkens de oversteek maken. Er worden speciaal bussen ingelegd om hen te bereiken. Steeds meer doen individuen dat ook. Daarnaast gaat een grote focus naar jongeren met NEXT at home waarbij het project wordt uitgelegd. Daarbij kost een ticket voor -26 jaar slechts zeven euro. Tot slot trachten ze ook zoveel mogelijk in twee talen aan te bieden.
4. Aline Lyoën: Rondleiding in la Maison Folie de Wazemmes. 12u30: Dit Maison Folie werd in 2004 geopend in het hart van een probleemwijk van de stad Lille: Wazemmes. Belangrijke motor achter het project was de organisatie van Lille 2004; culturele hoofdstad. Het is een voormalige textielfabriek van ongeveer 5000 m², gerenoveerd door architect en kunstenaar Lars Spuybroek. De geschiedenis van het gebouw voelen ze de dag van vandaag nog steeds. De appartementen van het gebouw zijn gebruikt in de twee Wereld Oorlogen. Qua architectuur is het vrij speciaal. Het gebouwencomplex omvat verschillende tentoonstellingszalen, ruimten voor creaties en kunstenaarswoningen, cybercafés en een Hammam. Het pand werd uitgebreid met een nieuw gebouw met een fonkelende metalen gevelbekleding, dat dienst doet als spektakelzaal (concertzaal met geluidsstudio’s). Dit Maison Folie combineert volkscultuur en artistieke veeleisendheid. De aandacht gaat vooral uit naar innoverende projecten en lokale verenigingen: het is niet enkel een plaats voor promotie, maar eveneens voor ondersteuning van de artistieke creatie. Er is een sterke diversiteit binnen het publiek dat ze bereiken. Het is gelegen in een dynamische buurt op verschillende vlakken, daardoor bereiken ze veel soorten mensen. Maison Folie werkt graag met en voor de mensen uit de buurt. Ze spelen daarom regelmatig in op wat het publiek interesseert. De populaire cultuur is daarom ook een erg belangrijk onderdeel van de werking. Met verschillende acties bereiken ze steeds een specifiek publiek. Die acties zijn liefst zo ruim en verschillend mogelijk zodat zich dat ook vertaald in het aangetrokken publiek. Ze werken veel samen met andere organisaties. De rondleiding startte in de inkomhal waar het publiek onthaald wordt. Deze is geschilderd in het groen met monden en ogen op getekend. Daarna gingen we naar de zaal gericht op het podium of op performance. Deze zaal heet logischerwijs “Salle de spectacle”.
3
5. Alix Dutrieux: Toelichting twee culturele projecten Lille Métropole. 14u15: Alix licht twee projecten van Lille Métropole Communauté Urbaine toe waarbinnen gemeenschappen samenwerken op cultureel vlak. Zie ook brochures en slides. Les Fabriques culturelles is ontstaan in 2005 en houdt het netwerk van “fabrieken voor creativiteit” van de Eurométropole in Lille in. Ter gelegenheid van Lille als culturele hoofdstad van Europa in 2004, werden een groot aantal creatiestructuren –Maisons Folies genaamd- in verrassende gebouwen geïnstalleerd. Deze Maisons Folies groeiden in 2010 uit tot het netwerk van de “Cultuurfabrieken” over het hele grondgebied van de Eurométropole. Van Wazemmes tot Tourcoing via Moeskroen, Vloesberg, Doornik, Roeselare, Waregem en Kortrijk, vertegenwoordigen de cultuurfabrieken een dynamisch netwerk van 66 locaties voor creatie, verspreiding en huisvesting die de culturele vitaliteit van de Eurométropole verzekeren. Vandaag maken nog 11 locaties deel uit van de structuur: Maison Folie de Wazemmes, LilleMoulins, Tourcoing, Lambersart, Villeneuve-d’Ascq, Lomme et Mons en Baroeul, la Condition publique à Roubaix, les Arcades a Faches-Thumesnil, le Nautilys à Comines et le Vivat à Armantières. Ze werken vaak rond bepaalde thema’s. Les Fabriques culturelles hebben een relatief klein team. Ze hebben ook weinig geld waardoor ze niet zoveel kunnen investeren. Daarom proberen ze zoveel mogelijk aan gratis publiciteit te doen zoals mond-aan-mond reclame. Les Belles Sorties, georganiseerd door vele plaatselijke structuren (opera’s, cultuurcentra, concertzalen…) binnen het kader van Lille Métropole Communauté Urbaine, zijn uitzonderlijke evenementen, voorstellingen of concerten die gespreid in tientallen gemeenten in de regio plaatsvinden, telkens met minder dan 15 000 inwoners. De prijs is zeer democratisch, namelijk maximum vijf euro. Dit om de toegang tot cultuur te bevorderen. Het zijn kwaliteitsvolle spektakels die ze aanbieden.
6. Jérôme Segard en David Gadenne: Le Prato. 15u30: Le Prato is een theater in een oude molen, gevestigd in de populaire wijk Moulins. Moulins is een wijk waar veel verschillende nationaliteiten en soorten mensen samen leven. Vandaar de zin: “Théâtre international du quartier”. Le Prato heeft een gevarieerd programma, gewijd aan verschillende nieuwe vormen van circus en humor. Directeur Gilles Defacque, zelf een clown, is een grote fan van Beckett en de stomme film. Elk jaar wordt er een festival gehouden, een jaarlijks hoogtepunt. Le Prato houdt zich bezig met het produceren en spelen van voorstellingen die te maken hebben met theater en circus, waardoor ze relatief uniek zijn. Ze spelen niet alleen voorstelling in Le Prato zelf, maar gaan ook op verplaatsing optreden. Le Prato heeft een stabiel team met veel mensen die er al lang werken. Jérôme doet de publiekswerking. Ze proberen relaties op te bouwen met mensen uit de buurt. Op die manier proberen ze cultuur te brengen voor de eigen inwoners. Dat is niet altijd even gemakkelijk want er wonen in de wijk Moulins mensen met verschillende nationaliteiten en met een grote verscheidenheid aan culturen. In de wijk zijn 54 nationaliteiten aanwezig. Daarom proberen ze steeds een mix van mensen in het publiek te krijgen, niet enkel verschillend op basis van nationaliteit maar ook binnen andere aspecten. Ze trachten dan ook iets te brengen dat een ruim publiek kan aanspreken. Daarbij werken ze ook samen met een sociaal werker 4
om het publiek te mobiliseren. Ze hebben ook een participatief project met amateurs en professionelen om hen zo te mengen. In de “Salle à manger” kan iedereen iets eten. Daar kan het publiek, de artiesten en het team elkaar ontmoeten. Ze proberen dit zo spontaan mogelijk te laten gebeuren. Ook in de bar kunnen deze verschillende groepen elkaar ontmoeten voor of na een voorstelling. Mensen uit de buurt kunnen komen vrijwilligen door bijvoorbeeld een handje toe te steken in de keuken of gewoon iets komen eten. Le Prato probeert de prijs van voorstellingen aan te passen aan het publiek. Afhankelijk van de situatie kosten de tickets tussen de vijf en de zeventien euro. Vooral voor jongeren, armen en studenten proberen ze hun tarieven aan te passen. De medewerkers van Le Prato hebben de vrijheid om hun budget te spenderen zoals ze het zelf willen invullen. Door die vrijheid wordt het soms net ingewikkelder om alles te beslissen. De grote zaal waar ze over beschikken bevindt zich op de binnenkoer van het oude industrie gebouw. Ze is 13 meter breed en 19 meter diep. De zaal is mooi afgewerkt met hout en met rood velours overtrokken stoelen. Het is een praktische zaal. Ook ze kleine zaal is belangrijk voor hen. Ze verhuren hun zalen nooit aan derden. Enkel ondersteunen ze mensen die bezig zijn met dezelfde dingen door hen in de zaal te laten repeteren.
7. Didier Thibaut: Uitleg cultuurbeleid Frankrijk in La Rose des Vents. 19u: Uitleg over het Cultuurbeleid van Frankrijk door Didier Thibaut, de directeur van La Rose des Vents. La Rose des Vents is opgenomen in het netwerk van nationale scènes. “Nationale scène” is het label, gegevendoor het ministerie van cultuur aan grote publieke theaters. Het zijn er een zeventigtal in totaal. Hoe doel is het verspreiden van cultuur (theater, dans, muziek en circus) in Frankrijk. Ze zijn één van de partners van NEXT. De geschiedenis heeft veel invloed op het huidige beleid en op de filosofie die de dag van vandaag gehanteerd wordt. Binnen het Franse cultuurbeleid speelt l’état of de staat een erg belangrijk rol. De staat beïnvloedt het beleid op verschillende niveaus. Veel van de genomen beslissingen werden in handen van de staat gelegd. De staat moet ervoor zorgen dat er een natie gecreëerd kan worden. Enerzijds moet de staat controle uitvoeren, anderzijds moeten ze het artistieke ondersteunen. Daarbij was de Verlichting in de 18e eeuw een periode met veel impact. In de Verlichting werd plots veel belang gehecht aan cultuur en aan het vrije denken. De democratisering van cultuur werd noodzakelijk binnen een goed beleid. André Malraux heeft een essentiële rol gespeeld voor de dag van vandaag. Tijdens Malraux zijn mandaat als minister van cultuur werden kunst en cultuur een staatszaak. Zijn politiek bestond erin de cultuur zoveel mogelijk bij de mensen te brengen. Hij steunde ook projecten die de Franse cultuur meer aanzien in het buitenland zou moeten geven. André Malraux besteedde als minister aan drie elementen veel belang: het terug toegankelijk maken van de “geest of spirit” die leefde binnen een gemeenschap, bijdragen aan het patrimonium door middel van artistieke creaties en de democratisering. Daarbij was het theater vaak de maatstaf voor andere disciplines. La Maison de la Culture de Tournai was het eerste erkende cultuurcentrum in Wallonië. In het kader van het grensoverschrijdende programma werken zij samen met La Rose des Vents de Villeneuve d’Ascq, Le Prato en NEXT festival. Zij hebben drie grote missies: om een huis van 5
creaties te zijn, om zich een artistieke identiteit aan te meten en die uit te bouwen en om culturele activiteiten te doen binnen een bepaald grondgebied. Zij hebben daarbovenop ook verschillende verantwoordelijkheden die ze dragen. Ten eerste: Hoeveel opvoeringen worden er gedaan en hoeveel kost het? Ten tweede: Hoe zit het met de toeschouwers? Hoeveel publiek hebben we? Ten derde: Hoe gaan we professioneel om met bepaalde sociale groepen zoals studenten, gehandicapten… Ten slotte: Wat is de “rendre compte” of rekening? Hoe zit het op budgettair vlak? Hoe zit het met alle administratie en contracten? Steeds meer wordt dit geheel een model voor andere systemen en sectoren. Tot slot komt daarbij nog het belang van een goed evaluatiebeleid zodat er voortdurend bijgeschaafd en aangepast kan worden.
8. Sergio Boris: “Viejo, Solo y Puto” voorstelling NEXT festival. 20u: Zie pagina 32 in de NEXT brochure. “Broeierig theater dat door chemische cocktails brutaal uit de hand loopt…”
9. Le Tripostal met tentoonstelling “Happy Birthday galerie Perrotin”. 10u30: Tripostal was oorspronkelijk het post-sorteerbedrijf voor Lille, maar het werd in 2004 van de sloop gered. Nu biedt het ruimte voor tijdelijke tentoonstellingen. Het gebouw heeft een oppervlakte van zo’n 6000 m². Lille3000 ontvangt Galerie Perrotin in Tri Postal. De tentoonstelling presenteert werk van kunstenaars die de galerist Perrotin tentoongesteld heeft tijdens zijn 25-jarig parcours: onder andere werk van Johan Creten, Wim Delvoye, Pieter Vermeersch, Lionel Estève en Eric Duyckaerts. Zie brochures en www.lille3000.eu/perrotin/. De inkomhal van Le Tripostal is erg laagdrempelig en aangenaam. Het is een grote, witte ruimte en er hangen verschillende kleurige TL lampen aan het plafond. Le Tripostal nodigt uit voor een ruim publiek. Ze bieden een speciale formule aan voor kinderen wanneer ze hun verjaardagsfeestje daar houden. Wanneer je geluk hebt, kan je de tentoonstellingen bezoeken in een paardenkostuum. Tijdens het project Lille3000 zijn er om de twee à drie jaar nieuwe oeuvres en nieuwe artiesten die projecten op poten zetten. Dit weerspiegelt de dynamiek van de stad Lille. Tripostal heeft verschillende collecties waarvan “Happy B-day” degene is die we zagen tijdens ons bezoek. Momenteel is het dus een Franse galerist, Emmanuel Perrotin, die voor de collectie zorgde. Om die reden waren er zoveel verschillende soorten werken in de tentoonstelling. Elke zaal is totaal anders omdat er werken hangen van andere kunstenaars. 11u45: Uitleg van de directeur. In 2004 werd Lille de culturele hoofdstad van Europa. Dat jaar heeft een grote invloed uitgeoefend op het gehele cultuurgebeuren in de stad. Lille “ademt” sinds dat moment cultuur. Lille heeft zich hiermee ook gepositioneerd op wereldniveau. Hierdoor is ook het imago van de stad Lille veranderd, wat invloed heeft op de toekomst.
6
Er is in de stad Lille een nieuw project op poten gezet namelijk: Lille3000. Om de drie jaar, tot het jaar 3000, zijn er verschillende grotere projecten in heel de stad. Zowel op economisch als op cultureel vlak zijn ze nu een partner. Ze proberen te ontwikkelen naar een internationale stad. Lille tracht zich als stad uit te bouwen naar de toekomst toe. Ze willen daarbij een zo ruim mogelijk publiek bereiken want een sterke troef van Lille3000 ligt binnen de diversiteit. Tripostal bereikt mensen die ze normaal niet direct zouden bereiken dankzij het samenwerken met verschillende winkels waaronder supermarkten. Er zijn honderden winkels die meewerken om klanten te bereiken om aan cultuur te doen binnen Tripostal. Binnen in Tripostal is het vaak betalend om exposities te bekijken, maar tijdens Lille3000 is buiten bijna alles gratis. Het is een bewuste keuze om mensen die ze normaal niet bereiken toch aan te trekken. Daarbij hebben ze tijdens het hele jaar een slim systeem om klanten te bereiken. Ze geven kinderen die met hun school een bezoek brachten een kaartje waarop staat: “kom nog een terug met je familie”. Op die manier bereiken ze ook de ouders. In een school zitten alle soorten kinderen samen, daardoor spreek je een ruimer deel van de bevolking aan. Voor Lille3000 zijn er verschillende bronnen van inkomsten. Over het algemeen zijn er drie grote soorten partners: institutionele partners, officiële partners en officiële leveranciers. Ze werken hiervoor ook samen met vrijwilligers. Daarbij zijn samenwerkingsverbanden met andere partners niet weg te denken (bijvoorbeeld met de Opera). Lille3000 bestaat uit verschillende projecten. Enkelen daarvan worden hieronder kort toegelicht:
Europe XXL: tijdens dit evenement zijn er verschillende grote spektakels overal in de stad Lille. “Culture de proximité” is belangrijk tijdens dit project. Ze proberen zich dan ook te richten op verschillende buurten en wijken van Lille waarbij alles gratis is. Fantastic: met dit project doen ze allerlei dingen in de publieke ruimte, ook tentoonstellingen. Futuro Textiles: is een expositie waarbij het artistieke en het ondernemende centraal staan.
10.
Lunch in l’Alimentation
Tijdens de middag eten we uitgebreid in l’Alimentation, het sociaal restaurant van La Condition Publique. Het restaurant wordt beheerd door l’ Oiseau-Mouche, een uniek project in Frankrijk. Ze proberen in hun werking zo goed mogelijk in te spelen op het maken van kunst door personen met een beperking. Zie brochure Saison 2013-2014.
11.
La Condition Publique
14u30: Bezoek aan La Condition Publique door Marion Boissier en Philippe Cunat, en uitleg over La Condition Publique en Maisons Folies in het algemeen. Ontvangst door Anne-Isabelle Vignaud, de directrice van La Condition Publique. Het indrukwekkende gebouw La Condition Publique was tot 1972 een opslagplaats voor wol, katoen en zijde. In 2000 werd het overgenomen door Lille Métropole Communauté Urbaine en ter beschikking gesteld van de stad Roubaix. Nu is het een centrum voor kunst en creativiteit met ruimte voor workshops, conferenties, artistieke residenties, vergaderingen en studio’s
7
voor repetities (muziek, theater, dans…), bar enzovoort. Sterke samenwerkingen met andere bedrijven, verenigingen en organisaties zijn belangrijke onderdelen van hun werking. Het mooie indrukwekkende gebouw is ontstaan in 1904 voor de textielindustrie. Het was geen fabriek, maar wel een opslagplaats. Nadat het gebouw dienst deed binnen de textielindustrie, veranderde het naar een plaats waarbinnen multidisciplinaire aan kunst gedaan werd en wordt. Ze begonnen te dromen van het grootse cultuurleven. Daarom vestigden verschillende cultuur disciplines (radio, fotografie, design, architecten…) zich in dit gebouw, waardoor het een dynamisch leven kreeg. Ze zijn gelegen in een populaire buurt waar veel jongeren aanwezig zijn. Om deze jongeren aan te spreken trachten ze sectoroverschrijdend te werken. Waarbij ze cultuur en sport combineren om jongeren aan te spreken. Er zijn verschillende exposities die plaats vinden en aangepast zijn aan het gebouw. Zij worden opgesteld in specifieke zalen binnen het gebouw. Ze werken samen met andere organisaties om de kosten te drukken. Dit houdt in dat deze andere organisaties in hun zalen mogen. Er is ook een festival dat plaats vindt in La Condition Publique. Tijdens dat festival werken ze rond een bepaald thema waar de inwoners het over willen hebben. De organisatie gaat dus in dialoog met de inwoners en buurtbewoners. Meer dan 120 personen nemen deel. La Condition Publique bestaat uit een team van 22 vaste teamleden en nog een kleine ploeg die de techniek verzorgt. Daarnaast werken ze veel met vrijwilligers. Ze proberen zich ook te focussen op het samenwerken met jongeren uit de buurt. 15u: Rondleiding door La Condition Publique in twee groepen. In de gang staat een grote maquette van het gebouw. Daarop zien we dat het gebouw onderverdeeld is in twee grote delen, twee grote opslagplaatsen. Veel zaken in het gebouw zijn nog origineel, een aantal dingen hebben ze aangepast in functie van de veiligheid. In de “Salle de spactacle” kan alles van plaats veranderen, niets staat vast. Dus het podium heeft bijvoorbeeld geen vaste plaats in de zaal, maar kan ergens gezet worden al naargelang de activiteit. Deze zaal is dus mooi, maar bovendien ook erg functioneel. Bij de spektakelzaal zijn twaalf loges. Er zijn verschillende grote zalen in het gebouw van La Condition Publique. Er zijn enkele zalen waar exposities gehouden kunnen worden. In die zalen is het dak nieuw afgewerkt met hout, maar zijn de tegels nog de oorspronkelijke tegels.
12.
François Goarin: Uitleg over Eurométropole Lille.
15u30: François volgt de culturele zaken op. Hij probeert samenwerkingen binnen de cultuur te versterken en te verruimen. De “hoofdopdracht” van l’Eurométropole is het bevorderen en ondersteunen van doeltreffende en samenhangende grensoverschrijdende samenwerkingen binnen het grondgebied. De ambitie is om de administratieve, politieke en culturele grenzen geleidelijk aan te laten vervagen. De Eurometropool Lille-Kortrijk-Tournai is een multicultureel grondgebied. Cultuur is dan ook een belangrijke pijler in de opbouw van de Eurometropool. Het culturele project steunt op enkele gemeenschappelijke waarden: de tweetaligheid, de interculturaliteit en het Europese burgerschap. Dit project draagt bij tot de uitstraling van het grondgebied en de nauwe contacten tussen burgers. Er zijn verschillende prioriteiten. Eerst en vooral promoot de Eurometropool de bestaande culturele structuren. Dankzij de toekenning van kwaliteitslabels genieten evenementen die de hele Eurometropool omvatten nu al de nodige steun. Verder 8
brengt de Eurometropool de initiatiefnemers bijeen. Tot slot informeert ze de inwoners over de activiteiten ingericht in de grensstreek via gerichte communicatie. Een tijd geleden heeft men een rondvraag gedaan bij mensen over de afstand tussen de steden Lille, Kortrijk en Doornik. Uit die bevraging bleek dat mensen denken dat er een grote afstand is tussen de drie steden, terwijl ze in realiteit niet zo ver uit elkaar liggen. Mensen zijn het niet gewoon om grenzen te passeren, dus ze zijn niet goed op de hoogte van de afstand. Het grootste probleem is dat mensen denken dat de steden vele verder van elkaar gelegen zijn. Daarom willen ze mensen, vooral bepaalde groepen zoals studenten, informeren. Zie slides voor meer informatie: Wat is Eurométropole? Wat is de structuur? Welke zijn de beslissingsorganen? Hoe zit het met economie, ruimtelijke planning, mobiliteit, dienstverlening aan de bevolking…? Ze ondersteunen projecten zoals NEXT festival op basis van promotie en labeling. Ze zetten het evenement bijvoorbeeld op hun website, organiseren persconferenties… Op die manier proberen ze het zichtbaarder te maken.
13.
Bezoek aan Le Colisée
16u20: Le Colisée is een prestigieus theater, gebouwd in 1927 en sindsdien meerdere keren verbouwd. Een rijke en gevarieerde geschiedenis geeft het theater een uniek karakter. De zaal biedt plaats aan maximum 1800 toeschouwers (variabel van 600 tot 1800 plaatsen). Op de scène zijn alle genres vertegenwoordigd: dans, theater, circus, muziek, opera… In Le Colisée hebben ze twee structuren; enerzijds die voor het programmeren en anderzijds die van de communicatie. Tijdens de rondleiding vertrokken we in de Grote Zaal, die in vergelijking met de andere zaal vrij “klein” is. Er worden bijvoorbeeld open repetities gehouden waarbij tijdens het creatieproces in interactie gegaan wordt met publiek. Er zijn ongeveer 200 plaatsten in deze zaal. Het was vroeger een cinema en dancing, maar dat is ondertussen getransformeerd naar een zaal voor performances. Nadien liepen we langs de grote inkomhal. Daarnaast bevindt zich een grote zaal. In deze zaal kunnen de plaatsten voor het publiek aangepast worden. Deze kunnen variëren tussen de 600 en 1800 plaatsten. Ze kunnen de parterre vergroten of verkleinen. Het podium van deze zaal heeft een grootte van 15 meter op 32 meter. Enkele jaren geleden was de werking nog erg bescheiden. Ze hadden slechts elf projecten. De dag van vandaag hebben ze 3 000 000 euro budget, waarbij alle voorstellingen ook nog geld opbrengen. Het interieur en de energie wordt betaald door de organisatie, de grote reparatiekosten worden niet door hen zelf betaald. Zij werken niet met vrijwilligers. Tijdens de voorstellingen waar veel publiek naar komt kijken, moeten zij beroep doen op verschillende veiligheidsagenten. De werking van het restaurant is uit handen gegeven aan een gerant. De ruimte van de bar wordt verhuurd aan onder andere traiteurs die ze kunnen openhouden. Ze willen veel mensen aantrekken en dat lukt, daar zijn ze blij om. Ook de Colisée is gelegen in een populaire buurt. Voor West Side Story waren er al 11 000 000 toeschouwers, wat ongelofelijk is. Vorig jaar speelden ze hier de voorstelling “Cirque Plume”. De prijzen van een voorstelling schommelen ongeveer tussen 8 euro en 30 euro. Er zijn ook veel abonnees. Deze abonnees komen uit Lille, maar ook van andere steden. Er is ook een speciaal abonnement 9
voor jongeren. Het ticketsysteem van “la dernière minute” werkt goed. Er waren bijvoorbeeld bij “Cirque Plume” 100-115 personen per avond die konden genieten van een voordelige prijs door op het laatste moment te komen. Bijna nooit heeft men bij dit systeem de situatie dat de zaal vol zit en mensen geen voordelen meer kunnen halen uit deze tickets. Zie brochure.
14.
Bezoek aan Le Gymnase.
Le Gymnase is een dansstudio/dansschool, ontstaan in 1983 en is gehuisvest in een oude gymzaal in Roubaix. Le Gymnase biedt onder meer opleidingen voor professionals zoals onder andere choreografen, gekwalificeerde docenten…) maar ook voor beginners en gevorderden. Le Gymnase organiseert jaarlijks een festival voor kinderen en families: Les Petits Pas. Met Transdanse willen de schouwburg Kortrijk en Danse à Lille een aantal grensoverschrijdende acties opzetten om kinderen, jongeren en volwassenen te laten kennismaken met de cultuur waarin ze leven en hen de kans te geven om aan die cultuur een eigen creatieve bijdrage te leveren. Hiervoor vormen Spinrag en Les Petits Pas met de opgebouwde renommé een ideale kapstok. Om nieuw publiek te bereiken zetten beide festivals maximaal in op samenwerking met scholen of verenigingen en laagdrempelige projecten gericht op kansengroepen. Zie extra blad voor meer informatie en geschiedenis.
10