1 minute read
Opinie
Dat is tenminste hoe het zou moeten gaan. In de praktijk wordt die vredige verplaatsing vaak verstoord door defecten aan het spoor en het verlangen er al te zijn. Wat mij echter het meest tot frustratie drijft, zijn de medepassagiers. Vooral rond spitsuur laten die zich niet van hun mooiste kant zien. Terwijl de trein het station nog aan het binnenrollen is, komt er al een stormloop op gang op het perron. Iedereen moet en zal vlak voor de deur staan wanneer de trein tot stilstand komt. Mensen checken in hun omgeving of er zeker geen andere passagier snel een persoonlijke vierzit kan claimen. Dan gaan de deuren open en blijkt dat er mensen willen uitstappen. Ook dát nog. Ze doen een stap opzij, een kleintje, zodat ze nog steeds in polepositie blijven om als eerste op de trein te springen. “Doe kalm!” denk ik dan, à l’aise s’il vous plaît
Eens in de wagon zie je de kopjes omhoog gaan, opkijkend van hun smartphone. “Kom niet naast mij zitten, God sta mij bij”. De zieligste mensen hebben hun bagage preventief op de zitplaats naast zich geploft. Als klap op de vuurpijl begint er enkele rijen verder een baby te krijsen. Ogen rollen uit de kassen, het volume van de AirPods wordt verhoogd. Vergeet niet dat jij vroeger ook een baby was en dat andere mensen jou toen ook talloze keren verdragen hebben. Nu is het aan jou om stoïcijns te blijven.
Advertisement