De dierenhelden
Wie doen er allemaal mee?
Manda
De ene helft van de dierenredders. Zus van Rafi en haantje-de-voorste.
Rafi
De andere helft van de dierenredders. Broertje van Manda. Slim en dapper.
Loek
Stoere schipper op de binnenvaart en baasje van Fredje. Van hem heeft Fredje alle ruige taal geleerd.
Fredje
Een schreeuwlelijk! Hij kent een hoop zeemanstaal en leert snel bij.
Oom Dex
Dierenarts die de dierenredders helpt. Gebruikt wel veel moeilijke woorden.
Boefje
Meneer Abbas
Van de Dierenbescherming. Praat best plechtig.
Jenny
Havenmeester. Ze is heel lief en maakt het graag gezellig. En in haar vrije tijd … Daar kom je nog wel achter!
Omaatje
Lief, oud, bezorgd dametje.
Dame
Héél deftige mevrouw die in een dure villa woont. Ze heeft veel noten op haar zang.
Voorspelt de toekomst. Praat graag en veel.
Uiltje
Roy Slungel die straattaal praat en uit Damsko komt. Eh … uit Amsterdam dus.
Deze kom je ook nog tegen … Maar dat zul je wel merken!
Manda
Hoi, ik ben Manda. Mijn broertje heet Rafi. In onze stad noemen ze ons de dierenhelden! Want we helpen alle dieren in nood. We brengen ze naar onze oom Dex, die dierenarts is. Of we verzorgen ze thuis tot ze weer terug kunnen naar het bos of de sloot. We beleven heel wat avonturen!
Wil je het gevoel krijgen dat je zelf al die spannende dingen beleeft? Makkie! Lees dit boek samen met iemand anders, hardop, en doe net alsof jullie ons zijn. En de dieren, natuurlijk! Bij elk hoofdstuk kiezen jullie wie jullie willen spelen. Lees om de beurt de blauwe stukjes en de schuine tussenstukjes. Als je een rol leest, speel dan toneel met je stem.
Wil je het helemaal echt laten lijken? Dit helpt:
• Een zin met ! klinkt luid.
• Wacht even bij een punt en een komma. Wacht een beetje langer bij drie puntjes. Daardoor klinkt het extra
spannend of extra geheimzinnig!
• Bij ? laat je de zin klinken als een vraag.
• Op woorden met stréépjes leg je de nadruk.
• Heel klein gedrukte woorden luister je.
• Dik gedrukte woorden mag je lekker hard lezen. En woorden met HOOFDLETTERS mag je zelfs roepen. Durf je dat?
• Als iemand bang is, of stoer of boos of blij, denk dan even na: hoe klinkt zo iemand? Laat dat horen met je stem.
• Soms staat een stem schuingedrukt. Dan klinkt hij door een apparaat. Tip: knijp je neus dicht om het geluid daarop te laten lijken!
Kom maar gauw mee naar het eerste hoofdstuk. Ik moet proberen mijn broertje wakker te krijgen, want we gaan naar het bos. In het donker …
Veel plezier met onze avonturen!
Rafi
Manda
In dit hoofdstuk maak je kennis met de dierenhelden. Manda en haar broertje Rafi helpen dieren in nood. Maar vandaag moet zij hem eerst wakker zien te krijgen …
Het is nog donker, maar niet lang meer. De sterren worden al bleek. De nachtdieren zoeken hun holletjes en nesten op. Kijk, daar sluipt een vos de struiken in. En een vleermuis vangt zijn laatste muggen boven de rivier.
Dicht bij het natuurgebied ligt een stadje. Aan de rand ervan staat een groot, oud huis. In een van de kamers gaat een lichtje aan. En even later in de kamer ernaast ook.
Manda Rafi, slaapkop! Word eens wakker!
Rafi Zzz … Grr … Grmf umf. Mmm …
Manda Hee! Hallo! Slaapkop!
Rafi Zzz … Zzz … Grr …
Manda Hé, Raaf! Kom op, we zouden naar het bos gaan!
Rafi Grr … Zzf … Mmf …
Manda Rafiii … Pff, hij hoort me niet eens! Hij
draait zich gewoon om! Wacht eens, dat spinnetje daar … Wil je me even helpen, uk?
Rafi Zzz … zzz … zzz …
Manda Zo … kruip maar op mijn wijsvinger. Niet bang zijn.
Rafi Zzz … zzz … zzz …
Manda Laat je maar zakken aan je draadje … Zo ja … Nog verder … Nog verder … En kriebel nou maar lekker in Rafi’s hals.
Rafi Zzz … Mmm … Mmf! Umf! Brr!
Manda Raaf! Pas op dat je hem niet vermoordt!
Rafi Wa-wa-wat? Dat ik wie niet vermoord?
Manda Die arme spin!
Rafi Een spin? Waar? WHAA! AAH!
Manda Ssst! Je schreeuwt papa en mama wakker. Stel je niet zo aan, zeg. Ben jij nou een dierenheld?
Rafi Nou moe. Ik vind dieren heel leuk, maar niet in mijn bed!
Manda Ik moest je toch wakker zien te krijgen?
Rafi Wakker? Nou al? Waarom? Het is zaterdag!
Manda We zouden naar het bos gaan, weet je dat niet meer?
Rafi Bos?
Manda Ja. Naar. Het. Bos.
Rafi Maar het is nog donker.
Manda Natuurlijk is het nog donker. Daarom moeten we nú gaan kijken. Uilen zijn nachtdieren, hè? Dat uilskuiken dus ook.
Rafi Nou moe, je hoeft me niet uit te schelden.
Manda Ik scheld je niet uit.
Rafi Wel waar! Je zei ‘uilskuiken’.
Manda Ik bedoel jou toch niet! Je slaapt echt nog, hè? Moet ik soms een emmer koud water gaan halen? Ik bedoel het uilskuiken dat we gisteren op de grond zagen zitten. Onder die boom. In het bos. Dat uilenjong. Hallo-ho! Een uilenjong heet toch uilskuiken?
Rafi O ja … O ja, nou weet ik het weer.
Manda Uilskuiken.
Rafi Wat?
Manda Niks. Kom je nou nog, of niet? Anders ga ik alleen, hoor!
Rafi Nee, nee. Ik kom al.
Als Rafi beneden komt, staat de deur van het schuurtje al open. Manda trekt hun bolderkar naar buiten. In de kar staat een kooi. Boven de bomen is al een streepje grijs licht te zien.
Manda We moeten opschieten. Heb jij ons mobieltje bij je?
Rafi Ja, duh. Ik ben echt wel wakker, hoor.
Manda Kom dan, snel. We moeten zien of dat
kuiken gevoerd wordt of niet. Als we te laat komen, slapen zijn ouders alweer.
Dan weten we nog niks.
Rafi Het is gelukkig niet zo ver.
Manda Het is maar goed dat jij dat kleintje hoorde schreeuwen, gisteren. Arm beest, zomaar uit zijn nest gevallen.
Rafi Van een tak. Niet uit zijn nest.
Manda Hoezo, van een tak?
Rafi Dat zei oom Dex gisteren toch?
Manda O ja, dat is waar. Toen jij hem belde. Hoe noemde hij dat kuiken ook alweer? O ja, een takkeling. Gek woord.
Rafi Jonge bosuiltjes stappen vaak uit het nest voordat ze kunnen vliegen. Dan …
Manda Ja, weet ik! Dan lopen ze wat rond op een tak.
Rafi En dan kukelen ze eraf.
Manda Sukkels. Haha: uilskuikens!
De dierenhelden slaan van het verharde pad af, een bospad in. In het bos om hen heen is het nog schemerdonker. Rafi trekt de kar, die over de boomwortels hobbelt.
Rafi Als oom Dex ons niet had gewaarschuwd, waren we zelf uilskuikens geweest. Dan hadden we dat kuiken opgeraapt.
Manda Ja! Een takkeling wordt dus gewoon nog gevoerd door de vader- en moederuil!
Toch vind ik hem wel zielig, hoor.
Rafi Wie? Oom Dex?
Manda Neehee! Dat uiltje natuurlijk! Stel je voor, hij heeft de hele nacht in zijn eentje op de grond gezeten.
Rafi Maar nu is er hulp onderweg!
Manda Superhulp!
Rafi De dierenhelden!
Manda Als zijn ouders hem niet voeren, nemen we hem mee en dan brengen wij hem groot. Oom Dex helpt ons, dat heeft hij beloofd.
Rafi En daarna laten we hem vrij.
Manda Wie, oom Dex?
Rafi Ja hoor, oom Dex, echt wel.
Manda Volgens mij zijn we er. Hier was het toch?
Rafi Ja, onder die dikke boom daar.
Manda Ooh … Ik zie hem! Kijk, daar, in het lange gras. Net een balletje dons!
Het uiltje boft dat het nog niet is opgegeten door een vos, want het is helemaal alleen. De dierenhelden blijven even kijken en stoppen het dan in de kooi, zodat ze het mee kunnen nemen naar oom Dex.
Wie Manda speelt, doet ook het uiltje. En wie Rafi speelt, leest ook de rol van oom Dex.
Manda Zachtjes nou. Kijken of hij gevoerd wordt.
Uiltje Ieuw! Ieuw!
Rafi Zo te horen niet.
Manda Hoezo?
Rafi Dat is de kreet waarmee ze om eten vragen. Misschien heeft hij wel iets gehad, maar nog niet genoeg.
Uiltje Ieuw! Ieuw!
Een tijdlang staan Manda en Rafi op een afstandje naar het uiltje te kijken. Ze bewegen zich niet en maken geen geluid.
Ze spieden de bomen rondom af. Er is nergens een vader- of
moederuil te zien. Langzaam wordt het lichter en opeens schijnen de eerste stralen van de zon schuin door het bos.
Uiltje Ieuw! Ieuw!
Rafi Hij beweegt zich bijna niet.
Manda Oom Dex zei toch dat de meeste takkelingen gewoon terug klimmen, de boom in?
Rafi Nou, deze niet.
Uiltje Ieuw! Ieuw!
Rafi Zijn ouders zijn foetsie. Ik zie ze nergens.
Manda Kom, we rapen hem op.
Rafi We brengen hem naar oom Dex.
Manda Zou die zo vroeg al wakker zijn?
Rafi Anders moet je hem misschien ook wakker pesten met een spin.
Manda Bel hem maar liever op. Vertel maar dat we eraan komen. Ik pak dat kleintje.
Rafi Ho, wacht!
Manda Wat?
Rafi Trek eerst die dikke handschoenen aan. Denk aan wat oom Dex zei!
Manda O ja. Uilskuikens hebben al scherpe klauwtjes.
Rafi Hallo? Hoi, oom Dex, Rafi hier!
Uiltje Ieuw! Ieuw!
Een half uurtje later staan Manda en Rafi bij een huis in de stad. Boven de deur hangt een bord: DOKTER DEX,
Manda en Rafi zijn dierenhelden, want ze helpen alle dieren in nood! Een baby-uiltje dat uit een boom is gevallen, een verwaarloosde pony, een egeltje dat in het water spartelt … en niet te vergeten de papegaai met al zijn praatjes. Op een dag willen ze een jong haasje redden dat vlak bij de rivier ligt. Op de dijk mogen ze niet verder, want het water stijgt en alles zal onderlopen. Maar de kinderen glippen onder het rood-witte lint door …
Rafi en Manda beleven spannende avonturen! Wil jij je ook een dierenheld voelen? Lees dit verhaal dan hardop, samen met iemand anders. Je roept of je fluistert, je snauwt, praat deftig en blaft of krijst. Zo is het net alsof je er zelf bij bent!
met tekeningen van Richard Verschraagen
NUR 282
ISBN 978-90-487-4495-4
Manda
744954
Rafi