1
04 tweemaandelijks magazine — april mei 2015 — jaargang 1, nr 4
03 Project week — What’s in a Name? 21 Letter Home en I’ll be late for Dinner 25 Soundspotting 29 Mekhitar Garabedian op de Biennale van Venetië 33 Alexei Lubimov, Rusteloze Wereldreiziger 33 Nieuw in de bibliotheek 37 Vriendschap als Tuig VU: Wim De Temmerman, Jozef Kluyskensstraat 2, 9000 Gent
Links • Artist Organisations International Conference, Hebbel Am Ufer, Berlijn, 9-11 januari 2015: www.artistorganisationsinternational.org • Hans Ulrich Obrist: Unbuilt Roads, 107 Unrealized Projects, 1997: www.e-flux.com/announcements/agency-of-unrealized-projects/ • Forward!Vooruit!, solo tentoonstelling Ahmet Ögut, Van Abbemuseum, 7 maart-14 juni 2015: forwardvooruit.com • De Eenzaamheid van het Project, Boris Groys, 2002: ruimtenrondom.files.wordpress.com/2011/10/de-eenzaamheidvan-het-project.pdf • Common Practice, University of London, 7 februari 2015 www.commonpractice.org.uk • Size Matters: Notes towards a Better Understanding of the Value, Operation and Potential of Small Visual Arts Organisations, Sarah Thelwall, 2011 www.commonpractice.org.uk/wp-content/uploads/2014/11/ Common-Practice-London-Size-Matters.pdf • Mark Fisher, Capitalist Realism, is There No Alternative?, 2009, pdf: www.haraldpeterstrom.com/content/5.pdfs/Mark%20 Fisher%20–%20Capitalist%20Realism,%20Is%20There%20No %20Alternative.pdf • Mark Fisher, Ghosts of My Life, uitgegeven bij Zer0 Books, 2014 www.zero-books.net/books/ghosts-my-life 1 Emily Fahlén en Ahmet Ög ˘ üt tijdens de presentatie van The Silent University, AOI, Hebbel Am Ufer, Berlijn
2 University
Logo, The Silent
3 Boris Groys, The Loneliness of the Project, 2002, uitgegeven door M HKA
2
04
3
04
PROJECT WEEK — WHAT’S IN A NAME? De afgelopen projectweek (16-20 maart) werd in negen ateliers van KASK&Conservatorium de manier onderzocht waarop kunstenaars, vormgevers, studenten, onderzoekers en docenten omgaan met de instrumenten (tools) die hen ter beschikking staan. Tools of instrumenten bepalen heel dikwijls de uitkomst van datgene wat we produceren. Dat gebeurt zeer direct -denk bijvoorbeeld aan fysiek gereedschap- maar dikwijls ook onzichtbaar, in de invloed die organisatievormen hebben op de dagelijkse werking van een school, of de invloed van meet instrumenten die het succes van een instelling moeten bepalen. Ook taal is een belangrijk instrument dat aangewend kan worden om vernieuwing en de verspreiding ervan te realiseren. “We zouden het woord Project niet langer gebruiken”, zo wijst kunstenaar Ahmet Ög ˘ üt (1981, Diyarbakir, Turkey) zijn collega Emily Fahlén grappend publiek terecht tijdens een presentatie van The Silent University op het congres Artist Organisations International (AOI) gehouden in januari in Berlijn. AOI werd georganiseerd door kunstenaar Jonas Staal (NL) en brengt kunstenaarsorganisaties samen die op zoek zijn naar duurzame manieren om als kunstenaar vandaag actief te zijn. Ög ˘ üt weigert The Silent University als project te omschrijven. The Silent University is een organisatie en geen project. Binnen het kader van The Silent University wil Ög ˘ üt ook niet als kunstenaar worden benoemd, eventueel wel als oprichter van de organisatie, maar nog het liefst gewoon als medewerker, een identificatie label dat kunstinstituten bij de promotie van zijn werk pas na lange discussies bereid zijn te gebruiken. Er is hier duidelijk een soort van spraakverwarring aan de gang. Waarom voldoen standaarduitdrukkingen in de kunst vandaag niet meer en waarom worden ze ter discussie gesteld? Het woord project bijvoorbeeld is toch zeer wijd verspreid? En misschien wordt het wel nergens zo intensief gebruikt als in de kunsten. Subsidiedossiers staan vandaag bol van de projectvoorstellen, curator Hans Ulrich Obrist heeft ooit zelfs een hele lade met ongerealiseerde projecten gebundeld in een publicatie Unbuilt Roads: 107 Unrealized Projects. Dat was in 1997. Moet het vandaag anders? Reeds in 2002 diende ik zelf voor het eerst het woord project te bevragen, op verzoek van museumdirecteur Bart de Baere. Dat gebeurde in het M HKA, aan de balie van het museum waar ik een exemplaar van Boris Groys’ kleinood The Loneliness of The Project op de kop wou tikken. The Loneliness of the Project is een essay door Groys geschreven in opdracht van M HKA, en gedrukt als een mooie en bescheiden uitgave. Het boekje bevat alleen deze ene tekst en geen verdere contextualisering. Ieder jaar, zou M HKA zo’n boekje uitgeven waarin een auteur een visie uit de doeken zou doen die betekenisvol is voor de kunsten vandaag. Ik herinner me heel enthousiast te zijn
4
4
04
The Institute, 2015, uitgegeven door HISK 5 Ahmet Ög ˘ üt, FORWARD New York City, US /VOORUIT Gent, BE, 2015
5
04 geweest over dit kleine, mooie geschenk dat voor mij als het ware uit het niets – én dus vrijblijvend – daar op de balie terecht was gekomen. In realiteit kwam dit kleine project uiteraard niet uit het niets, het had zijn wortels in een gesprek tussen curator Barbara Vanderlinden, museumdirecteur Bart de Baere en Boris Groys en de langdurige intellectuele relatie die Vanderlinden en de instelling M HKA met de theoreticus had onderhouden. Groys beschrijft in zijn essay wat het woord project eigenlijk inhoudt en welke consequenties het precies heeft. Each project is above all the declaration of another, new future that is supposed to come about once the project has been executed… If one has a project -or more precisely, is living in a project- one is always ready in the future. One is working on something that (still) cannot be shown to others, that remains concealed and incommunicable. The project allows one to emigrate from the present into a virtual future, thereby causing a temporal rupture between oneself and everyone else, for they have not yet arrived in this future and are still waiting for the future to happen. Enkele dagen geleden las ik, heel duidelijk uitgeschreven, waarom De Baere me toen waarschuwde voor een overmatig enthousiasme voor het project-idee en dat was bij het lezen van Pascal Gielens tekst On Oeuvre. The Ideology of the Immaterial Body of Artworks, pas verschenen in de publicatie The Institute (uitgegeven naar aanleiding van 20 jaar HISK). Pascal Gielen trekt uit de omschrijvingen van het project door Groys anno 2015 enkele andere conclusies – en het waren waarschijnlijk deze waar Bart de Baere me in 2002 al voor waarschuwde: Wie projectmatig werkt raakt vaak geïsoleerd en staat daardoor sociaal zwak. Projectmatig werk leidt vaak ook tot vrijblijvendheid en gebrek aan betrokkenheid of engagement bij diegene die het project initieert bovendien breidt die vrijblijvendheid zich volgens Gielen uit ten aanzien van het eco-systeem, de stad, buurt of instituut waar het project zich ontwikkelt. Projecten zijn dus gemakkelijk inpasbaar, inwisselbaar ook, ze missen vaak urgentie en vragen niet om duurzaamheid. In een wegwerpmaatschappij passen ze dus uitstekend. A commitment to either local circumstances or history can only be temporary: anything else would threaten independence and personal freedom. And that would be detrimental to the myth of artistic autonomy (Gielen, 2015) Geen wonder dus dat vandaag het begrip project – en het veelvuldig gebruik ervan – door kunstenaars of andere progressieve stemmen in de kunstwereld ter discussie wordt gesteld. De evolutie van onze houding tegenover van het begrip project is geen geïsoleerd geval. Ook andere begrippen, of het gemis eraan, staan ter discussie. Ahmet Ög ˘üt – die we hierboven reeds vermelden – stelt in een recent artikel voor E-Flux Journal (CCC: Currency of Collective Conscousness, februari 2015), de vraag hoe men als kunstenaar zich vandaag weerbaar en efficiënt kan opstellen tegenover instituten, de kunstmarkt, sponsors en zo verder, als volgt: It is time to talk about what can be done before we hit a dead end,
6
04
6 Ahmet Ög ˘ üt, FORWARD New York City, US /VOORUIT Gent, BE, 2015
7 Practice
Logo Common
8 Santiago Sierra, Death Counter, 2009. Commissioned by Electra © Santiago Sierra
9 Album cover Nevermind, Nirvana, september 1991
7
04 or simply a moment of crises. What tools can be used? Ög ˘ üt gaat verder in de tekst op zoek naar nieuwe begrippen die als instrumenten kunnen worden gebruikt bij de constructie van een andere visie op kunst en samenleving. Zulk een nieuw concept is bijvoorbeeld de idee van The Intervenor. Deze intervenor zou een autonome stem hebben die ondanks zijn outsiderspositie toch het recht heeft om binnen een instituut te ageren als kunstenaar. Een dergelijke intervenor zou niet alleen in de tentoonstellingsruimte zijn ding kunnen doen maar ook kunnen ingrijpen op het vlak van communicatie of administratie, uitspraken kunnen doen over uiteenlopende dingen als de organisatie van evenementen (en wie ze sponsort) of de toestand van de bureaucratie binnen een organisatie. Als men de precaire situatie bekijkt waarin kunstenaars werken én de maatschappelijke vragen die zij in hun kunst formuleren, wordt het duidelijk dat het arsenaal aan woorden dat we vandaag gebruiken om onze activiteiten in de kunsten te omschrijven niet meer voldoen. Ons taalgebruik dateert nog uit het modernisme, sommige begrippen zijn ronduit verouderd, tegelijk zijn ze uiteraard ideologisch gekleurd. We zijn ons daar niet altijd bewust van. Toch zegt ons taalgebruik – ook in de kunst – heel veel: wat we doen, hoe we het doen en uiteindelijk zelfs waarom we de dingen doen. Stephen Wright schrijft daarover het volgende: …since we can neither think nor even name art without appropriate terms, retooling our conceptual vocabulary has become a crucial task, one that can only be undertaken by fostering terminological cross-pollination with other avenues of human activity. (Stephen Wright, 2013) De daad bij het woord voegend heeft Wright – in opdracht van het Van Abbemuseum – een lexicon opgemaakt. Het lexicon stelt voor het gebruik van enkele begrippen te laten uitdoven tegelijkertijd schuift Wright een reeks nieuwe begrippen naar voor die handig kunnen zijn voor het beschrijven van kunst activiteiten vandaag. Begrippen die volgens Wright gerust kunnen uitdoven zijn bijvoorbeeld expert culture, autonomy of authorship. Concepten die dan weer naar voor kunnen worden geschoven zijn bijvoorbeeld competence, usership of narratorship. Volgens Wright is het gebruik van deze nieuwe woorden noodzakelijk net omdat vele mensen niet langer de aloude esthetische functie van kunst willen onderstrepen in termen van bijvoorbeeld auteursschap maar net kunst haar gebruiksfunctie of artistieke vaardigheden willen naar voor brengen. Eind februari 2015 bezetten studenten de Amsterdamse Universiteit. Ze protesteerden op de campus tegen wat ze noemen het rendementsdenken in het onderwijs. Het succes en welslagen van onderwijsinstellingen – vergelijkbaar met instellingen in de zorgsector – worden vandaag inderdaad gemeten aan de hand van in cijfers uitdrukbare barema’s (financiële gezondheid of het aantal deelnemers). Maar indien men andere waarden als maatstaf voor succes zou bepalen, andere meetinstrumenten zou hanteren, komt men ook tot een andere evaluatie van de instellingen, uiteraard.
8
04
10 The Showroom, London © Els Roelandt
11 Still uit Alfonso Cuaron’s film Children of Men, 2006
12 Cover, Mark Fisher, Capitalist Realism. Is There No Alternative, 2009, Zer0 Books
9
04 Op het seminarie Common Practice, op 6 februari gehouden aan de Londonse Universiteit en georganiseerd door een aantal kleinere Londonse kunstorganisaties (Chisenhale Gallery, Electra, Gasworks, The Showroom, House of Voltaire, Afterall… die samen nieuwe organisatievormen bedenken) werd gewezen op deze andere meetinstrumenten. De opbouw en cumulatie van ethische, culturele of sociale waarden door een instelling kunnen ook worden gemeten. Een kleine instelling die bijvoorbeeld uit financiële overwegingen systematisch stagiairs of vrijwilligers werk laat uitvoeren, zal misschien financieel beter scoren maar tegelijk een belangrijke opbouw van waarde mislopen: de kennis die wordt vergaard door tijdelijke werknemers in dienst te nemen zal met het vertrek van deze personen weer grotendeels verdwijnen. Uiteindelijk komen kleine instellingen op die manier in een legitimiteitscrisis terecht. Maar dat geldt evenzeer voor al diegenen die er actief zijn: ze werken immers in een sector waarin meer en meer waarden als competitiviteit en concurrentie hoogtij vieren. Dit staat in contrast met de waarden of de inhoud van de kunst waar zij dagelijks mee bezig zijn en die ideeën over duurzaamheid, sociale of institutionele kritiek enzovoort verspreidt. Andrea Phillips (Professor Art Department, Goldsmiths, University of London en auteur van How to work Together, 2014) pleit tijdens Common Practice er daarom voor de betekenis van woorden als competitiviteit, autonomie, creativiteit en participatie terug te plaatsen in hun sociale wortels. De discussie over tools en instrumenten leidt heel ver, ze is ook ontzettend belangrijk: van eenvoudige fysieke instrumenten tot taal of organisatievormen op grote of kleine schaal, elk instrument helpt mee de uitkomst te bepalen. Er wordt vandaag ontzettend veel nagedacht over deze problematiek en er zijn veel buitengewoon interessante gedachten over geformuleerd de afgelopen jaren. Eéntje daarvan wil ik hier nog graag vermelden. Wanneer we de bovenstaande discussie op een metaniveau bekijken, is Mark Fishers essay uit 2009 Capitalist Realism. Is There No Alternative? wel zeer verhelderend. Fisher (vorig jaar nog te gast op de KASKlezingen) doet haarfijn uit de doeken waarom de ontwikkeling van nieuwe instrumenten en een nieuwe taal zo belangrijk is. Hij vertrekt vanuit de vraag of het kapitalistisch realisme waarin we vandaag leven nog wel een alternatief heeft en vergelijkt onze situatie met die van Theo (gespeeld door Clive Owen) in de film Children of Men (Alfonso Cuaron, 2006). Theo leeft in een wereld waar geen kinderen meer geboren worden, waar met andere woorden geen plaats meer is voor het nieuwe of reflectie op en verbetering van het oude. Fisher: What happens if the young are no longer capable of producing surprises? Fisher legt in zijn betoog haarfijn en aan de hand van voorbeelden uit de culturele en maatschappelijke sfeer uit hoe kapitalistisch realisme elke actie tot vernieuwing uit eindelijk recupereert en monddood maakt (met de muziek van Kurt Cobain en Nirvana als een beklijvend voorbeeld). Na die analyse gaat hij letterlijk op zoek naar een nieuwe taal die het hoofd kan bieden aan de condities waarin we ons bevinden.
10
04
12 Campagne beeld projectweek KASK & Conservatorium 16 tot 20 maart 2015
13 Walter Benjamin, Het kunstwerk in het tijdperk van zijn technische reproduceerbaarheid, postuum uitgegeven in 1935
14 Martin Heidegger, Sein un Zeit, uitgegeven in 1927
11
04 …resistance to the ‘new’ is not a cause that the left can or should rally around. Capital thought very carefully about how to break labor; yet there has still not yet been enough thought about what tactics will work against capital in conditions of post-fordism, and what new language can be innovated to deal with those conditions. (Fisher, 2009) Als we niet uitkijken, zo zegt Fisher, dan laten we ons door markt stalinisme – waarin meer aandacht gaat naar aan de manier waarop dingen, feiten gerepresenteerd worden dan aan de dingen en feiten zelf en waar alles tot zuivere Public Relations smeltin slaap wiegen. Tijd voor actie dus, of heeft u zich nooit geërgerd aan de treinmededeling die u inlicht over het feit dat de vertraging van uw trein te wijten is aan een late aankomst van de vorige trein? — Els Roelandt Het initiatief om de projectweek van KASK en School of Arts in het kader van Tools, instrumenten, te zetten, richtte zich enerzijds op het kritisch bevragen en maatschappelijk kaderen van de diverse makers-, ontwerpers-, vormgevings-, bouw- en kunstpraktijken vanuit de sleutelfunctie van de daar ingezette of werkzame tools. Anderzijds werd in de praktijk afgetast hoe het focussen op de betekenis en werking van tools een kritische benadering van onderwijsvormen mogelijk maakt: hoe de huidige onderwijsvorm en -organisatie kan worden getransformeerd door het introduceren van tools die andere pedagogische beginselen installeren. Een zoektocht naar open tools dus. De aandacht voor instrumenten, (hand)werktuigen, gerei of ook wel hulpmiddelen, tools dus, komt uiteraard niet uit de lucht vallen. Deze opvallende focus op de betekenis en rol die tools spelen bij de organisatie van productie, werk en breder samenleven, – die het laatste decennium vooral in designcontext groeide – werd al sinds het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw met veel aandacht onder de loep genomen door filosofen, sociologen en cultuurcritici in een poging de evoluties van het neo-liberalisme en het laatkapitalisme te beschrijven en te analyseren. Van de jaren zeventig tot tachtig van de vorige eeuw leek elke kritiek op het kapitalisme verdwenen. De hernieuwde kritiek die eind de jaren tachtig opnieuw de kop opsteekt ontplooide zich als gevolg van de ingrijpende veranderingen en groeiende problemen op globale schaal. Problemen van ecologische, economische en politieke aard die heden ten dage uiterst acuut en alomgekend zijn. Deze nieuwe sociologische, filosofische en artistieke kritiek op het kapitalisme ligt in de lijn van Marx’ kritiek op het kapitalisme en in de lijn van de marxistische cultuurkritiek van het eerste deel van de twintigste eeuw. Reeds Walter Benjamin had uitgebreid oog voor de mogelijkheden besloten in de nieuwe massaproductie- en -distributiemiddelen van teksten en hoe die nieuwe technologie
12
04
15 Situationistische uitroepen in de straten van Parijs
16
Michel Foucault
17
Slavoj Žižek
13
04 het statuut van het auteurschap konden verschuiven en ‘emanciperen’. Deze bedenkingen kwamen naar voor in zijn voordracht op 27 april 1934 met als titel ‘De auteur als producent’, postuum uitgegeven in 1966. Maar ook in ‘Het kunstwerk in het tijdperk van zijn technische reproduceerbaarheid’ (Benjamin, 1935) worden de artistieke en maatschappelijke implicaties (en mogelijkheden) van nieuw ontwikkelde instrumenten en procédés voor de reproductie en verspreiding van beelden geduid en afgetast. Een andere, minder marxistisch getinte, doch zeer wezenlijke bijdrage in het nadenken over tools is die van Martin Heidegger. Hij spreekt in deze context over tuig. Het tuig is constitutief voor zijn hele filosofie van het zijn en het er-zijn (oa in ‘Zijn en Tijd’, 1927). Daarbij merkt hij op dat “hoe minder het hamerding alleen maar wordt aangestaard, hoe intensiever het wordt gebruikt, des te oorspronkelijker wordt de verhouding ertoe, en des te minder verhuld treedt het tegemoet als dat wat het is, als tuig”. Van belang voor Heidegger is dat het tuig is gekoppeld aan het bijzondere statuut van de praktische houding (in tegenstelling tot de theoretische). Deze is niet ‘atheoretisch’ en heeft in tegenstelling tot de theoretische schouwende blik de kwaliteit de manier waarop het tuig ‘werkt’ te verstaan. Tot het zijn van een tuig hoort altijd al een tuiggeheel, waarbinnen het dit of dat tuig kan zijn dat het is. Tuig is naar zijn aard iets ‘om te…’ . Een tool verwijst dus altijd naar iets anders. Essentieel echter is dat het niet de tools zijn die ons in de alledaagsheid als meest belangrijk voorkomen, maar dat wat moet worden geproduceerd. Sinds de start van de Industriële Revolutie hangt het kapitalisme samen met ontwikkelingen die de werktuigen transformeren tot industriële machines. Werktuigen die voorheen particulier werden gebruikt voor het vervaardigen van noodzakelijke verbruiksgoederen transformeerden tot machines die op grote schaal massaproductie organiseerden. Deze evolutie, met grote impuls vanuit de oorlogsindustrie, leidde niet alleen tot een naoorlogse cultuur van overproductie, consumentisme en verspilling. Ze veranderde ook radicaal de manier waarop we samenleven: de vooral rurale maatschappij veranderde in een stedelijke. De Franse filosoof Michel Foucault heeft zich in zijn werk als geen ander ingelaten met deze maatschappelijke veranderingen, met hoe de Industriële Revolutie sinds de 18e en de 19e eeuw de soevereiniteitsmaatschappij transformeerde tot een disciplinemaatschappij van insluitingsmilieus (de fabriek, de school, de gevangenis,…). In zijn korte maar erg krachtige en uiterst politieke tekst ‘Naschrift bij de controlemaatschappij’ beschrijft de Franse filosoof Gilles Deleuze in de lijn van Foucault hoe ons samenleven door een om zich heen grijpende informatisering, met dominante rol dus van digitale tools, evolueert tot een controlemaatschappij en hoe dit ons leven fundamenteel verandert. Hij duidt het verschil tussen beide ‘regimes’ treffend: Disciplinemaatschappijen hebben twee polen: er is de handtekening die verwijst naar het individu, en het getal of registratienummer dat verwijst naar zijn positie in een massa.
14
04
18 Gallimard uitgave uit 1996 van Guy Debord’s la Société du Spectacle, 1967
15
04 Voor de disciplines waren die twee immers nooit onverenigbaar: de macht constitueert tezelfdertijd massa’s en individuen, ze brengt diegenen op wie ze wordt uitgeoefend onder in corpsen en kneedt tegelijk de individualiteit van ieder corpslid (…). In de controlemaatschappijen daarentegen gaat het in essentie niet meer om een nummer maar om een cijfer: het cijfer is een wachtwoord, terwijl de disciplinemaatschappijen werden gereguleerd door ordewoorden (zowel vanuit het standpunt van de integratie als van het verzet). De numerieke taal van de controle bestaat uit cijfers die toegang verschaffen tot informatie of die de toegang ontzeggen. We hebben niet meer te maken met het paar massa/individu. Individuen zijn ‘dividuen’ geworden en massa’s zijn veranderd in stalen, data, doelgroepen of ‘bestanden’. Maar hoe zijn kunst, design maar ook ons kunstonderwijs specifieker in deze ontwikkelingen opgenomen? Symptomatisch voor ons onderwijs is in deze alvast dat het nog steeds geënt blijft op een disciplineringsmodel: we spreken nog steeds vaak van kunstdisciplines, waarbij disciplines als insluitingsmilieus kunnen worden opgevat, mallen, afzonderlijke gietvormen, zoals Deleuze ze noemt. De controlemaatschappij die met de postmoderniteit ontstaat op het ogenblik dat het kapitalisme zich herpakt in het neo-liberalisme, laat zich echter niet meer volgens rigide mallen vatten, maar eerder in termen van vloeien, zoals de PoolsBritse socioloog en filosoof Zygmunt Bauman beschrijft in zijn ‘Liquid Modernity’ (2000): controles zijn immers, zoals Deleuze stelt een modulering, als een zichzelf voortdurend vervormende mal of een zeef met gaatjes die van het ene moment op het andere van plaats veranderen. Designers gaven zich na de Tweede Wereldoorlog volmondig over aan de tools die de industrie ter ontwikkeling van de markt hadden uitgezet met als doel massaproductie en massaconsumptie. Ze ontwierpen (ver)koopbare objecten waarbij ze het nadenken over het samenleven dat deze objecten moest weten te organiseren – wat onder het modernisme van voorheen wél centraal stond – eerder overlieten aan de companies die daar wél een duidelijk model voor hadden: het model van de winst en accumulatie van kapitaal. De kunst werd in diezelfde maatschappelijke beweging getransformeerd tot een sector die kunst produceert. Een groot deel van haar werking en invloed werd gerecupereerd door de amusementsindustrie: het spektakel werd de dominante ervaring waar elke individuele consument zich mee tracht in te schakelen in de massa, zoals Guy Debord, de intellectueel van het Situationisme scherp wist te analyseren in zijn ‘La Societé Du Spectacle’ (1967). De tanende maatschappelijke invloed van de kunsten en de onmogelijkheid om de kritiek uit intellectuele en artistieke hoek ook politiek ten gelde te maken, hangt samen met de mutatie die het kapitalisme ondergaat vanaf begin de jaren tachtig van de vorige eeuw. Pijnlijker voor de artistieke en intellectuele kritische kracht is wat de sociologen Luc Boltanski en Eve Chiapello beschrijven en analyseren in hun magistrale boek ‘The New Spirit
16
04
17
04 Of Captitalism’ (2005). Dit soort kritiek leidde in de jaren zestig van de vorige eeuw nog tot fel gemeenschappelijk protest door studenten, intellectuelen, arbeiders en kunstenaars. Protest met politieke, sociale en maatschappelijke gevolgen strevend naar veranderingen inzake vrijheid, seksualiteit, creativiteit, mogelijkheden tot zelfexpressie, zelfverwerkelijking… Boltanski en Chiapello duiden niet enkel op het verdwijnen van de (linkse) kritiek als dusdanig, maar tonen net hoe dit gebeurt door het recupereren van dit soort ‘artistieke’ waarden door de manier waarop in het neo-liberalisme de kapitalistische productiecyclus evolueert volgens een productie model dat niet langer Fordistisch is. De geïnformatiseerde controlemaatschappij produceert vooral services en communicatie en drijft daarbij hoofdzakelijk op immateriële arbeid waarbij de werkers worden aangesproken op hun intellectuele capaciteiten en waar kapitaal vooral een kwestie is geworden van speculatie en niet meer rechtstreeks afhangt van het produceren en verhandelen van goederen. Ook Maurizio Lazzarato, Italiaans socioloog en filosoof, beschrijft deze nieuwe arbeidsprocessen en hoe ze ons samenleven grondig wijzigen. In zijn beroemde essay ‘Immateriële arbeid’ dat hij in 1997 samen met Toni Negri publiceerde in het nulnummer van DeriveApprodi (een tijdschrift dat zijn stempel zou drukken op het militante politieke en theoretische onderzoek in het Italië van de jaren 90) toont hij aan hoe creativiteit en zelfverwerkelijking gestoeld in immateriële arbeid vandaag het nieuwe arbeidsethos bepalen. De nieuwe sleutelwoorden zijn derhalve flexibiliteit, zingeving, zelf realisatie door werk, en zelfuitbuiting… De ‘nieuwe’ immateriële arbeid heeft daarbij haar prototype in de artistieke arbeid, waar deze waarden al altijd van tel zijn. Wat zowel Boltanksi als Lazzarato en met hen ook nog vele anderen vaststellen, is dat het laatkapitalisme haar arbeidsprocessen organiseert volgens een esthetisch model. De actualiteit van het laatkapitalisme bestaat erin dat het een metastabiliteit organiseert, zoals Deleuze het noemt. Die metastabiliteit bestaat eruit dat het constant een instabiliteit dient te organiseren teneinde zijn eigen werking te verzekeren. In die zin is de huidige politieke instabiliteit als gevolg van de financiële crisis die uitbrak door rommelkredieten en speculatief wanbeheer door de banken,… niet zo verwonderlijk en zelfs een noodzakelijk kwaad. De metastabiliteit leidt echter tot een eigenaardige situatie die Slavoj Žižek uiteenzet in het recent in het Nederlands uitgegeven interview (‘Eis het onmogelijke’) dat hij gaf aan het Zuid-Koreaanse Indigo (een platform dat een humanistisch tegenwicht wil bieden aan het onderwijskundige establishment en nadenkt over idealisme en engagement). Hij wijst er op de paradox van het westerse kapitalisme: (…) kijk eens wat er zich in het westerse kapitalisme voordoet. De mensen praten er over individualisme, maar wat voor individualisme is dat? Geen wonder dat grote ondernemingen blij zijn met zulke ‘evangelische’ aanvallen op de staat, als die staat probeert mediafusies te reguleren, beperkingen op te leggen aan energiebedrijven, de luchtvervuilingsbepaligen aan te scherpen, de natuur te beschermen,(…). (…) Het is de ultieme ironie van de geschiedenis dat het radicale individualisme
18
04
19
04 dient als ideologische rechtvaardiging van de onbeperkte bevoegdheden van dat wat de overgrote meerderheid van de mensen ervaart als een grote anonieme macht, die zonder enige democratische controle hun levens reguleert. Žižek pleit dan ook voor een nieuw, niet-Leninistisch communisme. Communisme is geen antwoord voor hem, niet de naam van een oplossing, maar de naam van een probleem: het probleem van de commons in al zijn dimensies, (…), het probleem van de commons als die universele plek van de mensheid waarvan niemand zou mogen worden buitengesloten. (…) Dat is voor mij communisme. En dat is inderdaad wat er momenteel aan het gebeuren is: de kritiek van het kapitalisme ontstaan in de jaren negentig van de vorige eeuw, heeft zich onder impuls van de economische, politieke, ecologische en sociale malaise die ons globaal samenleven bepalen, getransformeerd tot vormen van nieuw actief verzet en noodzakelijk nieuw opgezette manieren van samenleven. Vormen van verzet die opnieuw aanknopen bij het verzet van mei ‘68. Daarbij worden de mogelijkheden van onzichtbaar werkende, hoofzakelijk geïnformatiseerde tools van de controlemaatschappij opnieuw ingelijfd in een dynamiek van kritiek. Het was onder andere Lazzarato die reeds in 1997 aangaf dat de immateriële arbeidscyclus van het laatkapitalisme net dat kapitalisme voor een legitimiteitsprobleem stelt. Het specifieke van dit type productie laat niet enkel zijn sporen na in de ‘vorm’ van het productieproces, namelijk door het creëren van een nieuwe relatie tussen productie en consumptie, maar het stelt de kapitalistische toe-eigening van dit proces voor een legitimiteitsprobleem. Deze samenwerking kan in geen geval vooraf worden bepaald door de economie, aangezien zij te maken heeft met het maatschappelijke leven zelf. Pas achteraf kan ‘de economie’ zich de vormen en producten van deze samenwerking toe-eigenen, door hen te normaliseren en te standaardiseren. De creatieve en innovatieve elementen zijn nauw verbonden met de waarden die alleen door de levensvormen worden geproduceerd. In postindustriële maatschappijen moet men creativiteit en productiviteit enerzijds zoeken in de dialectiek tussen de levensvormen en de waarden die zij produceren, en anderzijds in de activiteiten van de subjecten waarop deze vormen steunen. Voor de legitimering die de ondernemer in zijn of haar vermogen tot innovatie vond, ontbreekt vandaag de dag elk fundament. Het ‘heroveren’ van die tools gebeurt al veel langer in kringen van hackers. Ook designers ontwikkelen steeds meer praktijken gericht op een duurzaam inzetten van digitale tools. In dit licht is het uiteraard ook van belang dat onderwijsinstellingen, in bijzonder het kunstonderwijs – indien het de radicaal-kritische praktijk van de kunstenaar en de designer (maker, ontwerper, bouwer) blijvend wil omarmen – zich buigen over de organisatievormen, de lesinhouden en over de tools die worden ingezet. Deleuze schrijft over het schoolregime dat het lijdt aan vormen van permanente controle en de effecten van permanente vorming op de school, met daarbij het verwaarlozen van alle universitair
20
04
1 Still uit Letter Home, An Van Dienderen, 2015
2 Still uit Letter Home, An Van Dienderen, 2015
3 Still uit Letter Home, An Van Dienderen, 2015
21
04 onderzoek en het introduceren van ‘het bedrijf’ op alle onderwijs niveaus. Ook Slavoj Žižek laat zich uiterst verontwaardigd uit over de beslissing van de Britse minister van Onderwijs, David Wiletts. (Hij stelde) openlijk dat ‘de kunsten, geesteswetenschappen en sociale wetenschappen’ die aan de universiteiten worden onderwezen niet te maken zouden moeten hebben met de staat, wat inhoudt dat het een zaak zou moeten zijn tussen de universiteit en het individu – de burger – als een vertegenwoordiger van de markt. Het is een totale vercommercialisering van het hoger onderwijs. Ik denk dat dat een ramp is. Want in onbegrijpelijker tijden zoals nu hebben we niet alleen behoefte aan deskundigen. We hebben ook behoefte aan mensen die radicaler nadenken om de problemen bij de echte wortel aan te pakken. Daarbij verwijt hij dat men van universiteiten echt scholen voor deskundigen wil maken, wat feitelijk al gebeurt. Denken is echter veel meer dan dat. Het gaat over het stellen van fundamentele vragen. En dat is aan het verdwijnen, waarbij denken dus niet het oplossen van problemen is, maar vooral het stellen van vragen. Žižek verwijt het onderwijs dus ‘een particulier gebruik van de rede’, gericht op het afleveren van deskundigen die problemen kunnen oplossen – de door de samenleving gedefinieerde problemen van het reilen en zeilen van staat en bedrijfsleven. — Erwin Wittevrongel en Bram Crevits.
LETTER HOME EN I’LL BE LATE FOR DINNER Onderzoeker aan Kask & Conservatorium An Van Dienderen en Elias Heuninck (medewerker aan het Herculeslab) stellen bij Beursschouwburg in Brussel hun kortfilms voor: Letter Home en I’ll be Late for Dinner. LETTER HOME
Letter Home is een brief zonder woorden. Er wordt gesproken, maar niet door de auteur. En de taal klinkt Oosters, onbegrijpelijk voor de meeste westerse oren. Het is tegelijk een brief zonder beelden, tenminste: geen helder te omschrijven beelden. Nadat An van Dienderen diverse kritische documentaires realiseerde, waarin de ontmoeting met een andere cultuur telkens vrij expliciet werd geproblematiseerd, volstaat ze nu plots met een quasi abstracte beeldenstroom. Dit is evenwel geen afstandelijke, autonome data-kunst, zoals de zuiver computergegeneerde pixel-patronen van bijvoorbeeld Casey Reas. Als een enveloppe vol gedroogde en verkruimelde bloemblaadjes valt haar korte film uiteen in een chaotische mozaïek van kleuren, impressionistische pixels, die door flarden van concrete geluiden toch nog enigszins geduid kunnen worden. Van Dienderen bewerkte daartoe haar oorspronkelijke beeldmateriaal, opgenomen met een modale camcorder,
22
04
4 Still uit Letter Home, An Van Dienderen, 2015
5 Still uit I’ll be late for Dinner, Elias Heuninck, 2015
6 Still uit I’ll be late for Dinner, Elias Heuninck, 2015
7 Still uit I’ll be late for Dinner, Elias Heuninck, 2015
23
04 door algoritmes in de war te sturen. Hierdoor treedt de materialiteit, de textuur van het elektronische beeld op de voorgrond. We zien de wereld als door een raam vol waterspatten, die elke beweging vertekenen, of die plots lijken te verstarren als ijsbloemen. Zoals Patrick Bokanowski voor zijn films (met name La Plage en Au Bord du Lac) telkens zijn eigen, imperfecte lenzen vervaardigde om een niet gestandaardiseerde kijk op zijn omgeving te evoceren, zo ‘vertekent’ Van Dienderen vertrouwde, toeristische beelden door haar opnames digitaal te subverteren. Op één concrete tekstverwijzing na (de kaft van Rupert Cox’ boek The culture of copying in Japan) bevat deze dagboekfilm geen enkele concrete informatie. De kijker wordt op zijn of haar eigen automatismen teruggeworpen om de realiteit achter de beelden te reconfigureren. En toch is dit allesbehalve een cryptische film, eerder een suggestieve choreografie van kleuren en vormen. Een electronisch vuurwerk van efemeer oplichtende puntjes. Niet toevallig heerst in Japan nog een sterke traditie inzake vuurwerk. Daar wordt het ‘hanabi’ genoemd: 'hana' is het woord voor bloem, 'bi’ is vuur: bloemvuur dus. Letter Home is een a-typische documentaire, waarin van Dienderen het plastische potentieel van het digitale coloriet verkiest boven het clichématig registreren van wat we al te makkelijk aanvaarden als couleur locale.
I’LL BE LATE FOR DINNER
Met I’ll be late for dinner tilt Elias Heuninck het videografische impressionisme verder op tot kosmisch niveau. Letterlijk dan, want hij putte voor zijn collage-film uitsluitend uit materialen die door de NASA werden vrijgegeven, meer bepaald een sequentie van archiefbeelden van het Cassini-project. Cassini is een ruimtesonde die in 1997 werd gelanceerd en sinds 2004 in een baan rond Saturnus zweeft. Als een extreem dure drone wordt het toestel van op afstand aangestuurd en voert het informatie opdrachten uit. Net als met eerdere projecten (Phantom Ride, Lyrical Data) vertrekt Heuninck ook nu weer vanuit de traditie van de found footage film, de creatie van nieuw werk op basis van bestaande beelden. Het recycleren van web-materiaal vormt inmiddels al een uitvoerig nieuw hoofdstuk binnen deze meta-praktijk, maar als sub-genre blijft het verwerken van astronomische state-of-the-art beelden nog relatief onontgonnen terrein. Het vierkante formaat van Heuninck’s film is inherent aan de oorspronkelijke beelden. De notie van een horizontaal, landschapsformaat is immers volkomen irrelevant in de ruimte. De door Cassini doorgestuurde beelden van Saturnus zijn inmiddels iconisch geworden, zij het in de vorm van opgepoetste signalen, die qua esthetiek niet hoeven onder te doen voor de glossy pagina’s uit National Geographic. Heuninck gebruikt liever de ongefilterde beeldinformatie die de pers niet haalde, en die hij zonder narratieve opbouw schijnbaar willekeurig aaneenrijgt. Daarbij treedt af en toe een animatie-effect op. Maar het is vooral
24
04
8 Still uit I’ll be late for Dinner, Elias Heuninck, 2015
1
Bruce Nauman, Body Pressure, 1974
25
04 de ruis die in het oog springt bij de rusteloze afwisseling van moeilijk te definiëren signalen, alsof we in een wervelende wolk met ruimte-afval zijn terecht gekomen. Doordat de beeldinformatie moeilijk te decoderen valt, is het vooral de nerveuze snelheid van de montage die de film zo opmerkelijk maakt. Hierdoor vindt Heuninck bovenal aansluiting met de traditie van de flicker film, zoals die midden de jaren zestig werd gelanceerd door avant-garde filmers als Tony Conrad, Peter Kubelka en Paul Sharits. De fascinatie voor optische stimuli in de vorm van een abstracte, onregelmatige stroom aan lichtflitsen wordt nog aangewakkerd door af en toe een statisch test-beeld (back focus chart) in te lassen, eveneens afkomstig van de NASA-camera. De mentale spagaat tussen de banale titel en de ‘vergezochte’ filmbeelden, lanceert de kijker van I’ll be late for dinner voor een desoriënterende trip tussen sterren en electronische ruis, overgeleverd aan de dynamiek van energetische deeltjes en de enigmatische kenmerken van een ruimtecamera. — Edwin Carels Letter home van An Van Dienderen (montage Elias Heuninck en Fairuz Ghamman, sound design Patrick Codenys) en I’ll be Late for Dinner spelen op woensdag 22 april in de Brusselse Beursschouwburg om 20:30
SOUNDSPOTTING Game (Gent Advanced Master Ensemble), Multimedia en Drama organiseren de avond van 2 april een geluidsparcours: Soundspotting. Soundspotting is een speeltuin voor de waarneming of een museum van gebaren en geluiden op de Campus Bijloke. In 1974 bedacht Bruce Nauman het werk Body Pressure. Body Pressure staat bekend als de performance die Nauman zelf nooit heeft uitgevoerd. Het werk bestond oorspronkelijk uit een muurtje dat parallel werd gebouwd aan een bestaande museummuur. Naast het muurtje liet Nauman roze vellen papier na met daarop instructies voor het publiek. Het publiek kon die instructies dan zelf uitvoeren ter plekke, of ze meenemen naar huis en ze daar uitvoeren, of ze gewoon links laten liggen. Body Pressure is bedacht en geschreven als een opdracht aan de bezoeker en maakt daarom van die bezoeker meer dan alleen een kijker, de bezoeker wordt uitvoerder en verwezenlijkt het werk. Hiermee zet Nauman een stap verder in de performance kunst die in de jaren zestig en
2 Anne Teresa de Keersmaeker, Work/Travail/Arbeid Š Anne Van Aerschot
3 Voorbereiding van het parcours Soundspotting op Campus Bijloke
4 David Helbich, OhrstĂźcke/ No Music, 2015
26
04
27
04 vroege jaren zeventig van de vorige eeuw al zeer sterk tot ontwikkeling was gekomen. Nadat hij de kunst heeft proberen te onttrekken aan haar object gebonden karakter, geeft Nauman haar nog een extra dimensie door in de performance de passieve rol van de toeschouwer om te zetten naar die van een actieve uitvoerder van het werk. Ondertussen, anno 2015, wordt Body Pressure nog zeer regelmatig op tentoonstelling gebracht, onder de vorm van een stapeltje roze vellen papier met instructies. Beleving is een begrip dat nogal centraal staat in kunst vandaag. Niet alleen in de beeldende kunst overigens. Ook in de dans wordt gezocht naar manieren om toeschouwers meer of anders te betrekken bij de ervaring van het beschouwen. Bij Centrum voor hedendaagse Kunst, Wiels in Brussel bijvoorbeeld loopt deze maanden een tentoonstelling met werk van choreografe Anne Teresa de Keersmaeker. Work/Travail/Arbeid vertrekt van de eenvoudige vraag of een choreografie kan worden uitgevoerd in de vorm van een tentoonstelling. Als antwoord zal De Keersmaeker haar dansvoorstelling Vortex Temporum herinterpreteren voor de radicaal verschillende tijdelijke en ruimtelijke omstandigheden van een museale ruimte. De voorstelling wordt niet eenvoudigweg verplaatst naar een nieuwe omgeving. De dans zal opnieuw geinterpreteerd worden als een negen weken durende tentoonstelling en doorlopend toegankelijk voor het publiek. Het spreekt vanzelf dat een danservaring zo op een volledig andere manier door toeschouwers zal worden beleefd dan wanneer een zelfde voorstelling op een podium in een zwarte zaal wordt opgevoerd. Wat heeft dat alles nu te maken met Sound spotting? Dejana Sekulic, studente bij GAME, ensemble of Advanced Master Studies in Contemporary Music en haar team wil met het parcours Soundspotting verschillende locaties van de Bijloke Campus bezetten en vullen met geluiden. Die geluiden zullen niet alleen gemaakt worden met geluidsinstallaties. Bezoekers zullen ook gewezen worden op de geluiden die ze zelf voortbrengen. Bezoekers, of toevallige passanten worden dus, net zoals bij het werk Body Pressure van Nauman, uitgenodigd om zelf actief deel te nemen, en in dit geval de geluiden of wel zelf op te wekken, of op te merken en op die manier de omgeving of ruimte waarin ze zich bevinden op een andere manier te ervaren. Dejana Sekulic: Geluiden creëren een ruimte maar ze zetten ook aan tot uitwisselingen of een dialoog tussen performers, de installatie en de ruimte. Hierdoor wordt de performer (een levend wezen) een object dat geluid produceert en omgekeerd, worden klanksculpturen en geluidsinstallaties levende wezens. De ruimte zelf wordt dan een klankobject. Wie het parcours volgt krijgt instructies, die kan je ter plekke uitvoeren of kan je ook meenemen en later, elders, om het even waar eigenlijk opnieuw uitvoeren. Dejana Sekulic: Geluiden gaan zo vaak verloren, al onze zintuiglijke aandacht gaat steeds naar het zien. Wanneer we gewezen worden op de geluiden rondom ons gaat er dikwijls een heel andere wereld open, en zien we letterlijk de dingen anders, zelfs ruimtes of objecten erin worden dan anders ervaren.
1 Mekhitar Garabedian installatie voor de 56ste editie van de Biennale van VenetiÍ, Untitled (Gurgen Mahari, The world is alive, Venice), 2015 Š Mekhitar Garabedian
28
04
29
04 Op het programma staan ondermeer werken van Mark Applebaum, Rabbit Hole en Composition Machine #1, David Helbich’s Ohrstücke en No Music en stukken van Mauro Lanza, Sarah Nemtsov en Jasna Velickovic. De werken worden uitgevoerd door studenten drama (B1 en B2), Autonome Vormgeving en GAME, sommigen op gezette tijdstippen, andere doorlopend. — Els Roelandt
MEKHITAR GARABEDIAN OP DE BIENNALE VAN VENETIË In mei opent de 56ste editie van de Biennale van Venetië. Hayoutioun of Armenity is de groepstentoonstelling in het Armeense paviljoen waar onderzoeker aan KASk&Conservatorium Mekhitar Garabedian voor uitgenodigd werd. De tentoonstelling vindt plaats in een klooster op San Lazzaro en werd gemaakt door Adelina Cüberyan v. Fürstenberg. De Armeense monnik Mekhitar (in het Nederlands hij die troost brengt), naar wie Garabedian is genoemd, liet in 1717 op het kleine Venetiaanse eiland San Lazzaro een klooster bouwen voor de orde die hij enkele jaren daarvoor in Constantinopel had opgericht. Het klooster en de bijbehorende bibliotheek verkregen wereldfaam en het is hier, in dit klooster dat beladen is met de noodlottige geschiedenis van de Armenen, dat curator Adelina Cüberyan v. Fürstenberg zestien Armeense kunstenaars uit de diaspora uitnodigt om hun verhaal te vertellen. Cüberyan: Ik heb de nationaliteit van kunstenaars of de kleur van hun paspoort als uitgangspunt genomen bij het maken van tentoonstellingen. Voor het Armeense paviljoen in Venetië was echter reeds beslist dat de editie van 2015 in het teken zou staan van de Armeense genocide die precies 100 jaar geleden plaats vond. Om deze eerste ‘moderne’ volkenmoord te herinneren, besliste ik op zoek te gaan naar Armeense kunstenaars die in de diaspora leven. Uiteindelijk heb ik er zestien geselecteerd. Armeniërs waren de eerste christenen, zij waren het die een alfabet ontwikkelden en de eerste schriften opstelden. Het schrift is steeds van onschatbare waarde gebleven voor de Armeense cultuur en dit belang gehecht aan het geschreven woord, de verwerking van herinneringen gekoppeld aan het trauma van de genocide is voor mij het uitgangspunt geworden van de tentoonstelling. De tentoonstelling zal te zien zijn in het oude klooster, niet in een white cube. De toegang tot het klooster, dat reeds eeuwen een plek is waar geleerden – oa ook Lord Byron – naartoe trekken, wordt vrij. Er worden ook nog steeds boeken gedrukt in het klooster. Armenity zal onder andere bestaan uit een Wunderkammer die een mengeling
30
04
2 Pagina 124 uit Yerkaran Songbook, 1890-1923 Songs Chosen by Mekhitar Garabedian, 2006, Mekhitar Garabedian, Imschoot Uitgevers 3 We Are All Armenian, Mekhitar Garabedian, 2007
31
04 van Oosterse en Westerse accenten zal leggen. De meeste van de uitgenodigde kunstenaars kenden het klooster al, verschillende waren er zelfs reeds geweest net omdat herinnering, geschiedenis, schriftuur en onderwijs zo’n belangrijke rol spelen in onze cultuur. San Lazzaro is al eeuwen een pelgrimsoord voor geleerden en studenten van over de hele wereld, voor Armenen is het nét nog iets meer. Mekhitar Garabedian bijvoorbeeld maakte in het klooster in 2013-2014 reeds een werk (Table (Histoire de mes ancêtres) / Saint Lazare, Venise). Table is een uitvergroting van de inhoudstafel van een kinderboek dat vertelt over de Armeense geschiedenis en in 1977, het geboortejaar van Garabedian, eerst gedrukt werkt in het klooster van San Lazzaro. Mekhitar Garabedian, wiens oeuvre zeer diep gedrenkt is in de idee van verlies, herinnering, geschiedenis, schriftuur en verwerking maakt enkele nieuwe werken voor Armenity. Al deze werken vormen een onderzoek naar hoe het collectieve en persoonlijke verleden blijven doorleven in het heden. Garabedians volledige oeuvre is een goudmijn aan literaire en andere citaten ontleend aan voornamelijk de Armeense literatuur en in het Westen dikwijls onbekende schrijvers of dichters. Eén van de nieuwe werken die Garabedian maakt voor Venetïe is zo’n citaat, gegoten in neon: And the world is alive. And Van is alive. Deze zinnetjes zijn afkomstig uit het in 1966 verschenen en meteen ook verbannen boek Burning Orchards van Gurgen Mahari. Mahari die later voor tien jaar naar Siberië werd gestuurd wilde met dit boek een waarachtig portret schrijven van het dorp Van waar hij opgroeide: May the political parties, past and present, forgive my not glorifying their leaders, but presenting them as they were. And may the people of Van living all over the world forgive my not portraying the characters in my novels as saints, but rather as the ordinary human beings they were. Met de neon haalt Garabedian nu niet alleen Van uit de vergetelheid maar ook de schrijver Mahari laat hij hier onder het oog van de duizenden bezoekers aan de biennale opnieuw schitteren. Cüberyan vindt het belangrijk dat de zestien kunstenaars die ze selecteerde een kritische en open blik hebben op de wereld en zich in hun werk niet beperken tot uitspraken over hun eigen geschiedenis maar deze kritisch bevragen. De kunstenaars die ik koos uiten een diep gewortelde bezorgdheid over het belang van herinnering, rechtvaardigheid en verzoening; deze overstijgen voor hen de noties van territorialiteit, grenzen of geografie. Ongeacht of ze uit Beiroet, Lyon, Gent, Los Angeles of Cairo komen, deze kunstenaars zijn wereldburgers die constant hun Armeens-zijn bevragen en heruitvinden. — Els Roelandt De 56ste Biennale van Venetië loopt van 9 mei tot 22 november
32
04 1 Alexei Lubimov aan het werk tijdens zijn masterclass op het conservatorium Š Frederik Styns
2 Alexei Lubimov aan het werk tijdens zijn masterclass op het conservatorium Š Frederik Styns
33
04
ALEXEI LUBIMOV, RUSTELOZE WERELDREIZIGER Eind februari verwelkomde MIRY Concertzaal een klepper van formaat. Alexei Lubimov is zijn naam. Pianist, geboren en getogen in Moskou, vandaag woont hij in Parijs. Hij heeft het niet zo voor masterclasses en ook zijn concertagenda vult hij slechts met mondjesmaat. Toch zwichtte hij voor de Gentse charme, en ging hij in op onze uitnodiging. Hij gaf een masterclass aan de studenten piano van het Koninklijk Conservatorium, en speelde een recital dat voor altijd in het geheugen van onze concertzaal gegrift zal staan. Alexei Lubimov werd geboren in 1944 in Moskou en ging er in de leer bij pianist Heinrich Neuhaus, als een van diens laatste leerlingen. Neuhaus studeerde op zijn beurt bij Leopold Godowsky, ook wel eens de ‘pianist der pianisten’ genoemd. Lubimov ademt aldus traditie. Traditie niet als doel op zich, maar als noodzakelijke bagage om een persoonlijke zoektocht af te leggen naar muzikale retoriek, kleur, zeggingskracht en structuur. In het eerste deel van het recital speelde Lubimov op pianoforte werk van Johann Sebastian Bachs bekendste zoon, Carl Philipp Emanuel Bach, alsook van Joseph Haydn. In het tweede deel vertolkte hij op de moderne vleugel de zelden gespeelde sonate uit 1924 van Stravinsky, Preludes van Debussy en de 9de Sonate van Scriabin. Deze eclectische aanpak is een constante in Lubimovs carrière. Aan de grondslag van deze vrije denkwijze over muziek ligt zijn passie voor Boeddhistische en Oosterse literatuur en cultuur, aangewakkerd door een ontmoeting in Brussel met Heinrich Stockhausen, een van de belangrijkste vernieuwers uit de tweede helft van de 20ste eeuw. Lubimov als rusteloze én grenzeloze reiziger tussen vroeger en nu, tussen Westen en Oosten. In MIRY Concertzaal dwong Alexei Lubimov het publiek om muzikale structuren, verhaallijnen, kleuren en landschappen te ondergaan. Hij slaagde erin om – vanuit zijn kennis van zowel de hedendaagse muziek als van de historische uitvoeringspraktijk - door te dringen tot muzikale essentie, en de meest complexe muzikale structuren onderwerp te maken van een dialoog tussen publiek en muzikant. Het derde bisnummer was een kleinood van goede vriend Arvo Pärt. De partituur, slechts één blad met enkele subtiele akkoorden, deden vriend en vijand wegzinken in het grenzeloze universum waarin we allemaal reizen. Uitbundig applaus. Triomf in MIRY Concertzaal. — Frederik Styns
“… since we can neither think or even name art without appropriate terms, retooling our conceptual vocabulary has become a crucial task, one that can only be undertaken by fostering terminological cross-pollination with other avenues of human activity.” Wanneer we over kunst spreken dan hanteren we een bepaald vocabularium. De meeste termen en woorden die we vandaag gebruiken stammen echter nog uit de tijd van het modernisme. Vandaag is kunst zovele (andere) dingen geworden dat dit beperkte vocabularium niet meer voldoet. Stephen Wright bracht in dit lexicon een aantal woorden samen. Sommigen ervan zijn voor de kunst van vandaag verouderde concepten, zoals Autonomy of Authorship. Wright stelt voor om deze woorden terug te trekken en in de plaats ervan schuift hij een reeks van termen naar voor die handig kunnen zijn bij het beschrijven en definiëren van hedendaagse kunstpraktijken, termen zoals Competence of Narratorship, of termen die handig zijn bij het uitdrukken van de gebruiksfunctie die kunst heeft, zoals Hacking, Gaming of Piggybacking. PIGGYBACKING
Literally, of course, piggybacking refers to carrying a person on one’s back or shoulders. By extension, it also refers to transporting something by having it ride on the back of something else – a kind of free ride at no inconvenience to the vehicle since it was going there anyway. Piggybacking has become a widespread mode of usership in the past decade due to the advent of wireless Internet connections. Piggybacking on internet access is the practice of using another subscriber’s wireless service without their explicit permission or knowledge. It is a legal and ethical grey zone, regulated in some places, permitted in others. It is a form of freeloading (another nice term), different from parasitism and more akin to a logic of the epiphyte: whereas parasites are the uninvited guests who overeat to the point of endangering the host’s food supply, and thereby ultimately imperiling the well-being of the parasites themselves, the epiphyte lives in a negotiated form of symbiosis with the host. As a form of usership – one very of- ten exploited by art practices operating outside of art-financed domains – piggybacking is akin to reading someone else’s newspaper over their shoulder, using a drinking fountain, reading from the light of a porch lamp, that is, benefitting the user at no expense to others. Art practices that use platforms like skype, for example, as their medium or support might be described as piggybacking off a free and widely used (though often somewhat dodgy) service. In a society whose distribution of resources is so massively and systemically skewed, piggybacking may be seen as a user-driven form of redistributive symbolic justice. Je kan deze publicatie gratis downloaden via de website van het Museum of Arte Util (museumarteutil.net).
34
04
35
04
NIEUW IN DE BIBLIOTHEEK
Toward a Lexicon of Usership, Stephen Wright, 2013 Gepubliceerd naar aanleiding van Museum of Arte Util, Van Abbemuseum, Eindhoven.
Hoe kunnen we samen leven, werken en de wereld veranderen? Om een antwoord op deze vraag te vinden onderzoekt kunstenares Céline Condorelli het concept vriendschap als het ideale instrument. De intellectuele relatie tussen filosofe Hannah Arendt en schrijfster Mary McCarthy vormen het uitgangspunt en inspiratiebron in Condorelli’s publicatie The company she keeps, uitgegeven in 2014 bij Book Works (titel naar het gelijknamige boek van Mary McCarthy uit 1942 en hiernaast in de beroemd geworden Penguin kaft uit 1965 van de hand van Alan Aldridge). Friendship in this form becomes productive and cooperative, a pragmatic form of subjects organizing themselves. Friendship is able to manifest collective autonomy beyond lack or need, and beyond the plenitude of sameness. While we have to end this conversation here, we could do that by proposing friendship as an elective affinity without finality. (Johan Frederik Hartle in The Company she Keeps, Céline Condorelli, 2014, p. 22)
36
04
37
04
VRIENDSCHAP ALS TUIG
Mary McCarthy, The Company She Keeps, pocketontwerp door Alan Aldridge, 1965
38
04
39
04
Colofon
Uitgever: KASK — Koninklijk Conservatorium, School of Arts van de HoGent Redactie: Els Roelandt Grafisch ontwerp: Studio Jurgen Maelfeyt
Met dank aan: Adelina Cüberyan von Fürstenberg, An Van Dienderen, Bram Crevits, Claire Stragier, Dejana Sekulic, Edwin Carels, Elias Heunick, Erwin Wittewrongel, Frederik Styns, Ilse den Hond, Jonas Temmerman, Mekhitar Garabedian, Martine Clierieck, Régis Dragonetti en Wim De Temmerman.
Coverbeeld: Still uit Letter Home, An Van Dienderen 2015.
Al deze artikels en meer zijn te lezen op www.schoolofartsgent.be
Retouradres: Campus Bijloke, Jozef Kluyskensstraat 2, BE–9000 Gent
bpost PB-PP | B-53 BELGIE(N)-BELGIQUE
APR
MEI
14.02.15 — 12.04.15
KIOSK GRATIS
VIBRANT MATTER, 5 jaar KIOSK (verlengd)
2015
In de glazen gang aan de Zwarte Zaal wordt op regelmatige basis werk getoond van masters onder de noemer Masterprojecten of MAP. Dit keer komt het initiatief van de afdeling grafische vormgeving met werk van Amina Saâdi, Versailles City. EXPO
© Tom Callemin
ma — do: 08:00-22:00 vr: 08:00-18:00 za — zo: 11:00-18:00
Vibrant Matter, de tentoonstelling naar aanleiding van het vijfjarig bestaan van KIOSK wordt verlengd. Binnen het afgelegde tentoonstellingsparcours blijkt de materialiteit van het object of kunstwerk van centraal belang te zijn geweest voor de voor KIOSK geselecteerde kunstenaars. Vibrant Matter is een poging om verschillende benaderingen van de notie materialiteit samen te brengen. In deze feestelijke groepstentoonstelling wordt werk getoond van zowel kunstenaars die eerder tentoonstelden in KIOSK als kunstenaars die dat nu voor het eerst doen: Katinka Bock, Edith Dekyndt, Thea Djordjadze, Matias Faldbakken,Karsten Födinger, Camilla Løw, Valérie Mannaerts, Benoit Platéus, Eva Rothschild, Analia Saban en Kato Six. EXPO
25.03.15—05.04.15 ZWARTE ZAAL
Johan Opstaele: Ombres — Work in progress
© Johan Opstaele
di — vr: 14:00-18:00 za — zo: 11:00-18:00
24.03.15—05.04.15 GLAZEN GANG
GRATIS
© Amina Saâdi
Masterprojecten #31: Amina Saâdi “Versailles City”
GRATIS
Johan Opstaele presenteert videowerk in het kader van zijn doctoraatsonderzoek A la recherche du moment / Framing the moment. De tentoonstelling laat zich inspireren door het beeld van de schaduw zoals deze in de oude oosterse leer van het ‘Mohisme’ (samen met het ‘Confucianisme’ één van de twee meest vooraanstaande filosofische scholen in China tussen 403-221 V.Chr.) EXPO ma — vr: 14:00-19:00 za — zo: 11:00- 18:00
WO 01.04.15
20:30
KASKCINEMA
€ 5 / € 3
One Shot Cinema: Der Samurai (Till Kleinert, 2014, 79')
Het eindwerk waarmee Till Kleinert afstudeerde is een grimmige, fantastische thriller. Wanneer Jakob, een jonge en plichts bewuste agent uit een afgelegen Duits dorpje, een vreemd, androgyn wezen in de bossen aantreft, brokkelt zijn realiteitszin af. De man, voorzien van een samoerai-zwaard neemt Jakob op sleeptouw in zijn visie het hele dorpje te vernietigen. Ondanks zijn belangstelling en afgunst, wordt het Jakobs taak deze ongetemde samoerai op andere gedachten te brengen. Een verhaal over angst, verleiding, drift, verlies van controle en bevrijding met een knipoog naar de ambiguïteit van onze seksuele identiteit. Vóór de film is er een Kort Applaus voor Oak, het bacheloreindwerk van KASK-student Jeroen Ceulebrouck. FILM KASKcinema i.s.m. Film Fest Gent
DO 02.04.15 BIJLOKE CAMPUS
19:00
€ 10 / € 5 / € 0
MIRY Hedendaags: Soundspotting
ruimtes wordt de grens tussen bezielde en niet bezielde geluidsbronnen soms erg dun. Uitvoerders van vlees en bloed worden onderdeel van klinkende machines. Klanksculpturen en installaties krijgen haast menselijke trekken wanneer ze speels wiekend geluid voortbrengen. En tenslotte wordt de ruimte zelf een klankobject. (zie bespreking p. 25) CONCERT EXPO
DO 02.04.15
09:30
CIRQUE GRATIS
KASKlezing: Not A Day Without A Line, deel 2
Studiedag over kunstenaarsteksten i.s.m. S.M.A.K, Gagarin en UGent. Met het tijdschrift Gagarin als vertrekpunt wordt een vervolg georganiseerd op het symposium over kunstenaarsteksten Not a day without a line (een samenwerking tussen UGent, Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalweten schappen, KASK, S.M.A.K. en Gagarin met o.a. Wilfried Huet, Simon Deakin, Honoré d’O, Job Coelewijn, Vaast Colson, Chien Cheng Hou e.a. Tijdens deze studiedag komen kunstenaars die in Gagarin publiceerden aan het woord. Simon Deakin zal zijn doctoraat over dit onderwerp presenteren. KASKLEZINGEN
DO 02.04.15
21:00
© Manuel Ruas Moreira
TREFPUNT CONCERTZAAL VRIJE BIJDRAGE
Met het muzikale parcours Soundspotting wordt de Bijloke Campus een hele avond een speeltuin voor de waarneming, een museum van gebaren en geluiden. Centraal staat het klankobject. Tijdens een verkenningstocht door verschillende
De Nieuwelingen: Ilium Quartet & Madame Blavatsky
Trefpunt vzw zet zijn schouders onder jong jazz- en poptalent van het Conservatorium/School of Arts en lanceert een concertreeks De Nieuwelingen met als apo theose een concert op het groot podium van Sint-Jacobs tijdens de Gentse Feesten. Elke maand kunnen bands werk voorstellen, uit proberen, aftoetsen, de band beter maken én groepsnaam & sound kenbaar maken aan
een ruim publiek. Studenten Muziekproductie staan in voor de technische ondersteuning en opnames. Om 21:00: Ilium Quartet. Het Ilium Quartet laat zich inspireren door oude jazz. Dit gepassioneerde viertal combineert eigen tijdse versies van klassiekers met kraakverse eigen nummers. Met Nicolas Van Belle (gitaar), Alan Van Rompuy (keys), Emanuel Van Mieghem (basgitaar) en Julian Vleminckx (drums). Om 22:00: Madame Blavatsky verlegt met funky beats de grenzen van de Dubstep en andere elektronische muziek. Met Marius Couvreur (productie, drum), Artan Buleshkaj (gitaar), Gilles Vandecaveye (keys) CONCERT
— Mozart, Schumann, Scriabin
© Colin Way
Conservatorium jazz, pop en muziekproductie i.s.m. Trefpunt vzw
02.04.15 — 04.04.15 20:00 NTGENT MINNEMEERS
Het parcours afgelegd door de jonge Russische pianist Pavel Kolesnikov spreekt tot de verbeelding. In 2012 won hij de befaamde Hones wedstrijd, in maart 2013 verscheen zijn eerste opname, in januari 2014 maakte hij zijn debuut in de Wigmore Hall in Londen. Wat deze jonge artiest siert is zijn bescheidenheid en zijn blijvend streven naar vervolmaking. Hij volgt momenteel les bij Maria João Pires aan de Muziekkapel Koningin Elisabeth. Na geslaagde recitals in Carnegie Hall (New York), Konzerthaus (Berlijn), Louvre (Parijs), Vancouver Recital Society is hij te gast in MIRY Concertzaal met onder andere het machtige Opus 17 van Schumann, waarvan het eerste deel een hartverscheurende liefdeskreet is aan het adres van Clara Wieck met wie Schumann vier jaar na het schrijven van dit werk zou trouwen. Op het programma W. A. Mozart’s Fantasie in c, KV 475, R. Schumann Fantasie in C, opus 17 en A. Scriabin’s Sonate nr. 4 in F, opus 30 en Vers la flamme, opus 72. CONCERT
€ 5,5 / GRATIS
Zalig de Onwankelbaren — dramaproject olv Marijke Pinoy
Marijke Pinoy en enkele studenten derde bachelor drama van KASK / School of Arts Gent gaan gedurende 8 weken aan de slag met Voorjaarsontwaken van Frank Wedekind. Spel en creatie zijn van Anna Carlier, Elsa Rauchs, Mira Bryssinck, Tom Goossens; coaching door Marijke Pinoy en muziek van Chris Carlier; het kostuumadvies is van Marij de Brabandere. Voorstellingen op 2, 3 en 4 april, telkens om 20:00. DRAMA Tickets en reservatie: via NTGent.be (studenten, docenten en alumni DRAG, jury, werkveld kunnen via dramagent@gmail.com reserveren)
ZO 05.04.15
11:00
MIRY CONCERTZAAL € 15 / € 10 / GRATIS
MIRY Zondagen: Pavel Kolesnikov
MIRY Concertzaal i.s.m. Muziekkapel Koningin Elisabeth
DI 07.04.15 KASKCINEMA
20:30
€ 5 / € 3
Rope (Alfred Hitchcock, 1948, 80')
plan het hele dorpje te vernietigen. Ondanks zijn belangstelling en afgunst, wordt het Jakobs taak deze ongetemde samoerai op andere gedachten te brengen. Een verhaal over angst, verleiding, drift, verlies van controle en bevrijding met een knipoog naar de ambiguïteit van onze seksuele identiteit. Vóór de film is er een Kort Applaus voor Oak, het bacheloreindwerk van KASK-student Jeroen Ceulebrouck. FILM KASKcinema i.s.m. Film Fest Gent
DO 09.04.15 Rope, Alfred Hitchcock’s eerste kleurenfilm is geïnspireerd op een waargebeurd verhaal. Twee studenten vermoorden uit verveling hun ‘inferieure’ studie genoot. Zijn dode lichaam verstoppen ze in een kist, die ze vervolgens als tafel gebruiken voor een etentje voor de onwetende vrienden en familie van het slachtoffer. Rope speelt zich af in realtime en op één en dezelfde locatie. Hitchcock suggereerde via, niet altijd even subtiele, camerabewegingen dat deze film zelfs in één take is opgenomen. De film werd destijds verboden in verschillende Amerikaanse steden, wegens de vermeende homo seksuele relatie tussen de twee jonge moordenaars. Nou. FILM KASKcinema i.s.m. Film-Plateau
WO 08.04.15 KASKCINEMA
20:30
€ 5 / € 3
One Shot Cinema: Der Samurai (Till Kleinert, 2014, 79')
Het eindwerk waarmee Till Kleinert afstudeerde is een grimmige, fantastische thriller. Wanneer Jakob, een jonge en plichtsbewuste agent uit een afgelegen Duits dorpje, een vreemd, androgyn wezen in de bossen aantreft, brokkelt zijn realiteitszin af. De man, voorzien van een samoerai-zwaard neemt Jakob op sleeptouw in zijn
KASKCINEMA
20:00
€ 5 / € 3
Machos at the movies
Vorig jaar hadden we de Bitches. Dit jaar zijn de Machos aan de beurt. Als alternatief voor het wat makke Men at the Movies, presenteert KASKcinema een programma (door), over én voor de man. Om 20:00 wordt Animal Kingdom (David Michôd, 2010, 113') gepresenteerd. Dit regiedebuut van David Michôd, bekend van The Rover, is een genremix van misdaadfilm en familiedrama. Centraal staat een 17-jarige jongen die na de dood van zijn moeder gaat inwonen bij zijn grootmoeder en haar drie criminele zonen. Deze ‘Australische Goodfellas’ met onder andere Guy Pearce, Jacki Weaver en Joel Edgerton, is een bloedstollende thriller en een interessante karakterstudie die overladen werd met prijzen. Om 22:30 volgt dan Big Bad Wolves (Aharon Keshales & Navot Papushado, 2013, 110'), eveneens een zonderlinge genremix. De film over de zoektocht van een vader naar de moordenaar van zijn dochter is niet enkel een detectiveverhaal maar ook een wraakthriller met horrorelementen én een portie absurde humor. Ondanks de invloed van de Amerikaanse cinema op de strakke cinemato grafie, krijgt de film een heel eigen identiteit door het gebruik van het Hebreeuws. FILM
DI 14.04.15 KASKCINEMA
Spoorloos (George Sluizer, 1988, 107')
20:30
€ 5 / € 3
op 17 en 18 april onder toeziend oog van een internationale jury met als voorzitter Gunther Broucke, intendant van Brussels Philharmonic. Daarnaast vindt tevens het vijfde Europees Klarinetfestival plaats, met diverse internationale solisten, componisten en ensembles. CONCERT international-music-promotion.be
WO 15.04.15 KASKCINEMA
Rex (een piepjonge Gene Bervoets) en Saskia (Johanna ter Steege) zijn op reis in Frankrijk. Wanneer Saskia inkopen doet bij een benzinepomp, keert ze niet meer terug. Na drie jaar zonder teken van leven, krijgt Rex plots brieven van de ontvoerder. Het scenario van het Nederlands-Franse Spoorloos is gebaseerd op de roman Het Gouden Ei van Tim Krabbé. Later volgde nog een Amerikaanse remake met Kiefer Sutherland en Sandra Bullock, The Vanishing, waarbij het einde een Hollywood-remake kreeg. Er is geen druppel bloed te zien in deze psychologische thriller, maar de legende wil dat Stanley Kubrick Spoorloos de griezeligste film ooit vond. Vóór de film is er een Kort Applaus voor World of Tomorrow, Don Hertzfelds nieuwe kortfilm die op het afgelopen Sundance Festival de Grand Jury Prize kreeg. FILM
15.04.15 — 19.04.15
MIRY CONCERTZAAL
20:30
€ 5 / € 3
One Shot Cinema: Der Samurai (Till Kleinert, 2014, 79')
Het eindwerk waarmee Till Kleinert afstudeerde is een grimmige, fantastische thriller. Wanneer Jakob, een jonge en plichtsbewuste agent uit een afgelegen Duits dorpje, een vreemd, androgyn wezen in de bossen aantreft, brokkelt zijn realiteitszin af. De man, voorzien van een samoerai-zwaard neemt Jakob op sleeptouw in zijn plan het hele dorpje te vernietigen. Ondanks zijn belangstelling en afgunst, wordt het Jakobs taak deze ongetemde samoerai op andere gedachten te brengen. Een verhaal over angst, verleiding, drift, verlies van controle en bevrijding met een knipoog naar de ambiguïteit van onze seksuele identiteit. Vóór de film is er een Kort Applaus voor Oak, het bacheloreindwerk van KASK-student Jeroen Ceulebrouck. FILM KASKcinema i.s.m. Film Fest Gent
€ 15
Europees Klarinetfestival
MIRY Concertzaal verwelkomt van 7 tot en met 19 april Ghent Clarinet Capital 2015. Twee weken lang wordt het Gentse Conservatorium het mekka van de klarinet. Tijdens dit evenement gaat de derde Internationale Klarinetwedstrijd door, zeg maar de Koningin Elisabethwedstrijd voor klarinet. Brussels Philharmonic en het Ciurlionis String Quartet uit Litouwen begeleiden de finales
DO 16.04.15 KASKCINEMA
Sound It Out (Jeanie Finlay, 2011, 75')
20:30
€ 5 / € 3
Sound It Out is de naam van een kleine vinylzaak in Teesside, een grijzig dorp in het noordoosten van Engeland, tevens de centrale setting van de film. Ondanks de opkomst van het internet en de daaropvolgende faillissementen van muziekwinkels in de buurt, bleef Sound It Out overleven. Documentairemaker Jeanie Finlay, die zelf in de buurt opgroeide, maakte een portret van een plaats die economische teloorgang aanvecht door gebruik te maken van muziek, charme en humor. De film wordt vertoond naar aanleiding van Record Store Day op zaterdag 18 april. FILM
VR 17.04.15 KASKCINEMA
20:00
€ 10 VIA DEMOCRAZY
Live Track Cinema: Lennert Coorevits (Compact Disk Dummies) + Duel
Live Track Cinema is een nieuw initiatief dat pop- en rockmuzikanten uitnodigt beeld en muziek op een creatieve manier samen te brengen. Jonge leeuw Lennert Coorevits vormt samen met zijn broer Janus de elektropunkband Compact Disk Dummies. Nadat ze in 2012 Humo’s Rock Rally wonnen, nam hun muzikale ambitie een vliegende start. In 2013 verscheen hun eerste EP, Mess With Us. Deze Lennert Coorevits zorgt voor de muzikale begeleiding van Steven Spielberg’s tv-film Duel. Het verhaal van Duel is simpel: op een Amerikaanse snelweg wordt een man achtervolgd en in het nauw gedreven door een bombastische truck. Het resultaat is een geslaagde oefening in spanningsopbouw. Er is amper dialoog in de film, waardoor de live soundtrack van Lennert Coorevits gemakkelijk ingepast wordt. Dit wordt een dolle, luide en spannende rit op Route 14 in de stoffige Californische woestijn. FILM KASKcinema i.s.m. Democrazy
DI 21.04.15 KASKCINEMA
20:30
€ 5 / € 3
Heat (Michael Mann, 1994, 171')
Michael Manns epische misdaadfilm start met een spectaculaire gewapende overval en een achtervolgingsscène in downtown L.A. De stadsjungle wordt de achtergrond van een kat-en-muisspel tussen twee iconen uit de filmgeschiedenis. De parallelle karaktertekening van held en antiheld richt gelijkwaardig de aandacht op de gedreven topagent (Al Pacino) en de geniale misdadiger (Robert De Niro). Wat hen bindt, is een driftig ongenoegen en de angst om zich te settelen in de samenleving. Met een meesterlijke bijdrage van Moby op de soundtrack, explodeert Heat in de onver mijdelijke confrontatie tussen de natuurlijke maar gelijkgestelde vijanden. FILM KASKcinema i.s.m. Film-Plateau
DI 21.04.15 TREFPUNT CAFÉ
20:30
GRATIS
POPjam — Trefpunt café
Deze popjam wordt geopend door combo 5 van docent Dirk Blanchart, met Jasper Publie en Anna-Florence Van Craen (zang), Nathan Ysebaert en Dieter De Bruyn (gitaar), Bert Haerens (bas), Willem-Alexander Langlet en Paco De Prins (drums) en Neil Akenzua (piano) CONCERT i.s.m. Trefpunt vzw
WO 22.04.15
20:00
MIRY CONCERTZAAL € 10 / € 5 / GRATIS
MIRY Hedendaags: Bestiaal vs. GAME / Tiptoe Company
voorzien van een samoerai-zwaard neemt Jakob op sleeptouw in zijn plan het hele dorpje te vernietigen. Ondanks zijn belangstelling en afgunst, wordt het Jakobs taak deze ongetemde samoerai op andere gedachten te brengen. Een verhaal over angst, verleiding, drift, verlies van controle en bevrijding met een knipoog naar de ambiguïteit van onze seksuele identiteit. Vóór de film is er een Kort Applaus voor Oak, het bachelor-eindwerk van KASKstudent Jeroen Ceulebrouck. FILM KASKcinema i.s.m. Film Fest Gent
Dat progressieve jazz en hedendaags klassiek heel wat gemeen hebben is bekend. Improvisatie, complexe ritmiek maar vooral een ongebreideld zoeken naar nieuwe klanken zijn de belangrijkste gemene delers. Toch blijven het vaak gescheiden werelden. Hoog tijd voor een ontmoeting dus. Het jazztrio Bestiaal rond componist en drummer Sebastiaan Vekeman staat voor avontuur, soms lyrisch, nooit gezapig en altijd genadeloos. Uitdagers van dienst zijn de manschappen van Tiptoe Company en GAME. Repertoire wordt gekaapt, composities uitgewisseld en improvisaties gedeeld. Op het programma staan eigen werk van Bestiaal, S. Vekeman, Free Square Jazz, M. Balter, New Cochlea en P. Dusapin. CONCERT
WO 22.04.15 KASKCINEMA
20:30
€ 5 / € 3
One Shot Cinema: Der Samurai (Till Kleinert, 2014, 79')
Het eindwerk waarmee Till Kleinert afstudeerde is een grimmige, fantastische thriller. Wanneer Jakob, een jonge en plichtsbewuste agent uit een afgelegen Duits dorpje, een vreemd, androgyn wezen in de bossen aantreft, brokkelt zijn realiteitszin af. De man,
DO 23.04.15
20:00
CIRQUE GRATIS
KASKlezing: Phillip Van den Bossche
Van 21 juni tot 21 september 2015 is de Belgische kust opnieuw het speelterrein van Beaufort, de triënnale voor hedendaagse kunst aan zee. Curatoren Phillip Van den Bossche, Patrick Ronse, Hilde Teerlinck en Lorenzo Benedetti geven het artistieke concept vorm. Drie natuur- en erfgoedlocaties spelen een centrale rol in de tentoonstelling: Het Zwin aan de oostkust, Raversyde in het midden en De Nachtegaal aan de westkust. De kustlijn vormt de artistieke verbinding waarbij in elk van de tien kustgemeentes een kunstwerk te bewonderen zal zijn. Philip Van den Bossche komt toelichting geven bij deze vernieuwde editie van Beaufort. KASKLEZINGEN
DO 23.04.15
20:00
TREFPUNT CONCERTZAAL VRIJE BIJDRAGE
De Nieuwelingen: Examenconcert songwriting
Trefpunt vzw zet zijn schouders onder jong jazz en pop talent van de Conservatorium/School of Arts en lanceert een concertreeks De Nieuwelingen, met als apotheose
een concert op het groot podium van Sint-Jacobs tijdens de Gentse Feesten. Elke maand kunnen bands werk voorstellen, uit proberen, aftoetsen, de band beter maken én groepsnaam & sound kenbaar maken aan een ruimer publiek. Studenten Muziekproductie staan in voor de technische ondersteuning en opnames. CONCERT Conservatorium jazz, pop en muziekproductie i.s.m. Trefpunt vzw
DO 23.04.15 + MA 27.04.15 OPENING 23.04.15 – 19:00 GLAZEN GANG
KASK Label
GRATIS
What is mind? No matter. What is matter? Never mind. (G. Berkeley)
Zeven studenten van de derde bachelor Beeldhouwkunst presenteren hun meest recente werk. Centraal in deze groepstentoonstelling staat het gebruik van materiaal. Elk op hun manier zijn de studenten de afgelopen drie jaar bezig geweest met het omzetten van ideeën in materie. Ze hebben geleerd te denken in de materie. Met werk van: Maxime Brigou, Lander Cardon, Kaat Cuyvers, Anton Hewitt, Ciska L’Ecluse, Olivia Van Impe en Lowie Vandenberghe. EXPO
Nikita Verhelst (Lamp) Heleen Van Valckenborgh (bril)
vr: 13:00-17:00 zo: 10:00-17:00
Graag stellen we u de nieuwe KASK Label lichting voor. Begin april zal een nieuwe Call georganiseerd worden met als doel nog meer nieuw talent aan de tentoonstelling te kunnen toevoegen. KASK Label is een platform dat projecten uit de afstudeerrichtingen design en vormgeving van KASK / School of Arts voorstelt aan het brede publiek. Doel van het platform is om de vaak experimentele design- en vormgevingsprojecten van bachelor- en masterstudenten breder kenbaar te maken, maar ook te vertalen naar een verkoopbare vorm. KASK Label selecteert en presenteert hiervoor jaarlijks een aantal uitzonderlijke projecten van studenten. EXPO PRESENTATIE TIJDENS OPENDEURDAG 27.04.15 10:00-17:00
23.04.15 — 25.04.15 OPENING 23.04.15 – 19:00 ZWARTE ZAAL
GRATIS
23.04.15 — 18.06.15 OPENING 23.04.15 – 19:00 HET PAVILJOEN
Temple of Maybe
GRATIS
Voor de vijfde expo van dit seizoen riep Samuel Vanderveken – uitgenodigd door Het Paviljoen – de acht-koppige kunstenaarsgroep Erewhon* tot leven. Erewhon bestaat uit de kunstenaars, Buren (Oshin Albrecht en Melissa Mabesoone), Dominiek Colpaert, Geert Koekoeckx, Warre Mulder, Tom Poelmans, Samuel
Vanderveken en Katleen Vinck. Zij transformeren samen Het Paviljoen tot de Temple of Maybe, een plek waar levens beschouwelijke overtuigingen centraal staan. Temple of Maybe staat stil bij de vraag wat religie – hier gebruikt als overkoepelende term voor alle mogelijke ideo logieën – inhoudt. Dit is de laatste expo in een reeks van vijf, die Het Paviljoen behandelt als ‘kneedbaar’ object in plaats van een tentoonstellingsruimte pur sang. Het Paviljoen is een autonome ruimte voor actuele en experimentele kunst, opgericht door HISK, KASK en S.M.A.K. Met dank aan Duvel Moortgat. EXPO
* Erewhon is de titel van een boek uit 1872, geschreven door Samuel Butler. Erewhon is de naam van een fictief land en wordt volgens Butler gelezen als het omgekeerde van nowhere en uitgesproken als een woord met drie lettergrepen E-re-whon. In 1968 refereert Gilles Deleuze naar Erewhon in zijn boek, Difference and repetition. Het Paviljoen i.s.m. HISK, KASK & S.M.A.K. ma — vr: 08:00-18:00 Finissage: 18.06.15 – 19:00
VR 24.04.15 KASKCINEMA
21:00
€ 10 VIA DEMOCRAZY
Live Track Cinema i.s.m. Democrazy: Condor Gruppe + Tine Guns
Live Track Cinema is een nieuw initiatief waarbij pop- en rockmuzikanten beeld en muziek op een creatieve manier samen brengen. Condor Gruppe is een door soundtracks beïnvloede band uit het Antwerpse. Ze hebben een voorliefde voor obscure Italiaanse soundtracks uit de jaren 70, spaghettiwesterns, surf music, worldgrooves en het elektronisch geïnspireerde krautrock. De vijf bandleden speelden eerder bij onder andere Flying Horseman, Mauro Pawlowski & The Grooms, Meuris en Creature With The Atom Brain. Condor Gruppe bundelt de krachten met filmmaakster
Tine Guns, die het concert narratief en visueel live aanvult. Guns werkt in haar installaties meestal rond thema’s als herinneringen, archieven en tijd. Voor dit concert heeft zij in het archief van Cinematek gegraven, vergeten films opgerakeld en gemonteerd. Tickets zijn te verkrijgen via Democrazy. FILM CONCERT KASKcinema i.s.m. Democrazy
25.04.15 — 14.06.15 OPENING 25.04.15 – 20:00
KIOSK GRATIS
Solotentoonstelling Christian Falsnaes
KIOSK stelt de eerste Belgische solotentoonstelling van de Deense kunstenaar Christian Falsnaes (1980, Kopenhagen, leeft en werkt in Berlijn) voor. Performance vormt de kern van zijn werk. Hij zet een veelvoud aan beeldvormen in zoals schilderkunst, video, muziek of dans om theatrale, vaak absurde situaties te ontwikkelen waarbij het publiek actief betrokken wordt bij de creatie. Centrale thema’s zijn de relaties tussen het individu en de groep, alsook deze tussen de kunstenaar en de bezoeker en andersom. Sociale codes, groepsdynamiek, machtsrelaties, auteurschap, genderrollen worden lijfelijk afgetast in de vorm van, vaak onaangekondigde, performances waarbij Falsnaes of een stand-in het publiek dirigeert vanuit verschillende rollen. Falsnaes’ tentoonstelling in KIOSK combineert performatief werk met een interactieve ruimtelijke installatie. EXPO di — vr: 14:00-18:00 za — zo: 11:00-18:00 Ook op feestdagen geopend.
ZO 26.04.15 10:00-17:00 CAMPUS BIJLOKE & CAMPUS HOOGPOORT
GRATIS
Opendeurdag KASK & Conservatorium /
School of Arts Gent
Overweeg je een studie in kunst of vormgeving? Op zondag 26 april zetten KASK en Conservatorium hun deuren voor je open. Tijdens de informatiesessies kom je alles te weten over onze opleidingen. Met al je vragen kan je rechtstreeks terecht bij docenten en studiebegeleiders. Je kan de volledige infrastructuur bezichtigen en ook binnenlopen in de ateliers en de praktijklokalen. Studenten presenteren er eigen werk en er zijn voorstellingen, concerten en tentoonstellingen. Zo krijg je een heel concreet idee van wat studeren bij ons kan betekenen. ONDERWIJS
ZO 26.04.15 KASKCINEMA
10:30
€ 3 / € 2
KIDScinema Op ontdekking: Met de loep in de hand op stap in cinemaland
zij een dubbelluik met romantische muziek van Chopin en Mendelssohn. Bij uitstek de warme en diepe klank van de cello laat Mendelssohns gevoel voor melodische finesse tot haar recht komen. De piano krijgt in dit programma een evenwaardige rol toebedeeld. Pieter Wispelwey geeft een masterclass op het Conservatorium op 29 april. Deze is gratis toegankelijk voor het publiek. Op het programma staan: Van F. Mendelssohn de Variations concertantes voor cello en piano, opus 17, het Rondo capriccioso voor piano, opus 14 en Sonate voor cello en piano nr. 2, opus 5F; van Chopin de Intro duction et Polonaise brillante in C, opus 3 en Sonate voor cello en piano, opus 65. De uitvoering is van Pieter Wispelwey (cello) en Anthony Romaniuk (piano). CONCERT
DO 28.04.15 KASKCINEMA
Een compilatie van kortfilmpjes, zorgvuldig geselecteerd door Filem’on, laten de allerkleinste cinemabezoekers de onbekende wereld zien. Voor kinderen vanaf 4 jaar. Reserveren is aan te raden. FILM
20:30
€ 5 / € 3
Oliver Twist (David Lean, 1948, 110')
KASKcinema i.s.m. Filem'on vzw
DI 28.04.15
20:00
MIRY CONCERTZAAL € 20 / € 15 / GRATIS
MIRY Meesters: Pieter Wispelwey & Anthony Romaniuk — Mendelssohn, Chopin
Pieter Wispelwey is een wereld beroemde cellist en al jarenlang een vaste waarde in de klassieke muziek. Nieuwe allianties met jonge beloftevolle muzikanten zoals de Australische Anthony Romaniuk schuwt hij niet. Samen brengen
In 1948 verfilmde David Lean de beroemde roman Oliver Twist van de Britse auteur Charles Dickens. Die vertelt het verhaal van de arme weesjongen Oliver die zijn weeshuis ontvlucht om het geluk te zoeken in Londen. Nadat hij in de problemen komt, komt zijn welgestelde familie hem uiteindelijk op het spoor. David Lean slaagde erin om Dickens’ boek op een prachtige manier te verfilmen. Door gebruik te maken van film noir-stijlkenmerken wist hij de nadruk te leggen op het misdaad aspect van het verhaal.
Zowel de casting als de fotografie zijn een lust voor het oog. De schimmige beelden van huizen en stegen geven, samen met de decors van het Victoriaanse Londen, uitstekend de Dickens-sfeer weer. FILM
WO 29.04.15 KASKCINEMA
20:30
€ 5 / € 3
One Shot Cinema: Der Samurai (Till Kleinert, 2014, 79')
In de Glazen Gang aan de Zwarte Zaal wordt op regelmatige basis werk getoond van masters onder de naam Masterprojecten of MAP. Dit keer komt het initiatief van de afdeling Fotografie met de tentoonstelling SIFT van Jeroen Vranken & Mira Verstraeten. Tezelfdertijd worden het Between Tides toonmoment in de Zwarte Zaal en de veiling op woensdag 6 mei in de Zwarte Zaal georganiseerd, beide evenementen tonen eveneens werk van masterstudenten uit de afdeling Fotografie. EXPO
KASKcinema i.s.m. Film Fest Gent
29.04.15 — 10.05.15
GLAZEN GANG
GRATIS
Masterprojecten #32: Jeroen Vranken & Mira Verstraeten “SIFT” © Jeroen Vranken & Mira Verstraeten
© Daniel Piaggio-Strandlund
Het eindwerk waarmee Till Kleinert ma — do: 08:00-22:00 afstudeerde is een grimmige, vr: 08:00-18:00 fantastische thriller. Wanneer za — zo: 11:00 - 18:00 Jakob, een jonge en plichtsbewusvr 01.05: 14:00-18:00 (tijdens het weekend en op te agent uit een afgelegen Duits feestdagen via de ingang dorpje, een vreemd, androgyn van KIOSK, Louis Pasteurlaan 2) wezen in de bossen aantreft, brokkelt zijn realiteitszin af. De man, 29.04.15 — 04.05.15 voorzien van een samoerai-zwaard neemt Jakob op sleeptouw in zijn ZWARTE ZAAL GRATIS plan het hele dorpje te vernietigen. BETWEEN TIDES: Ondanks zijn belangstelling en Toonmoment Masters afgunst, wordt het Jakobs taak deze ongetemde samoerai op Fotografie andere gedachten te brengen. Een verhaal over angst, verleiding, drift, verlies van controle en bevrijding met een knipoog naar de ambiguïteit van onze seksuele identiteit. Vóór de film is er een Kort Applaus voor Oak, het bacheloreindwerk van KASK-student Jeroen Ceulebrouck. FILM
Between Tides toont werk van Tomas Bachot, Eva Claus, Marthe Coolens, Marlies De Boeck, Jolijn Degrande, Iphygenia Dubois, Richard Duyck, Trui Hanoulle, Lore Horré, Lucie Mach, Frank Ostyn, Aaron Maes, Arne Naert, Daniel Piaggio-Strandlund, Tijsje Severens, Sidney Terneu, Evelien Thewis, Annelies Van den Bergh, Maarten Van den Bossche, Elies Van Rentergem en Mira Verstraeten. Samen met het Masterprojecten #31 toonmoment
DO 30.04.15
met Jeroen Vranken & Mira Verstraeten: ‘SIFT’. EXPO
wo 29.04, do 30.04 & vr 01.05: 14:00-18:00 za 02.05 – zo 03.05: 11:00-18:00 ma 04.05: 14:00-18:00
DO 30.04.15
16:00
# LOCATIES IN GENT
GRATIS
TUNES
17:00
KASKCINEMA GRATIS
Filmtonen: La Coquille et le Clergyman (Germaine Dulac, 1927, 40')
Jazz en heel veel muziek op verschillende locaties in Gent. Op 30 april vindt jaarlijks Unesco International Jazz Day plaats. Van bij aanvang organiseert de School of Arts / Conservatorium Jazz op deze dag het Tunes festival. Je kan genieten van (oud-)studenten die spelen op unieke locaties. Dit jaar stappen we mee met Lokale Helden (Poppunt). Het programma staat vanaf 1 april online. EVENT i.s.m. Stad Gent en Trefpunt vzw.
DO 30.04.15 KASKCINEMA
20:00
Ed Wood Double Bill
€ 5 / € 3
Ed Wood (Tim Burton, 1994, 127'): Tim Burton lijkt de laatste jaren de gratie van het publiek verloren te hebben. Laat ons daarom even terugkeren naar een van de meest gelauwerde samenwerkingen tussen de regisseur en Johnny Depp: Ed Wood. In deze stijlvolle en onderhoudende zwart-wit biopic wordt het leven en de carrière van ‘de slechtste regisseur aller tijden’ uit de doeken gedaan. Daarna volgt het echte werk van Ed Wood: Plan 9 from Outer Space (Ed Wood, 1959, 79') is één van Ed Woods meest beruchte films en wordt beschouwd als één van de slechtste films aller tijden. Maar, of net daarom, blijft het genieten van deze passioneel onzinnige en amateuristisch ogende sciencefictionfilm. FILM
De vroege Europese avant-garde ging heel diverse richtingen uit: van invloeden uit het kubisme in de abstracte film tot surrealistische experimenten en dadaïstische collagefilms. Germaine Dulac was een leading lady van de Parijse kunstscène in de jaren twintig en dertig. Haar oeuvre biedt een staalkaart van de verschillende kunststromingen die aan zet waren op dat moment. Tot op heden is haar film La Coquille et le Clergyman een van de belangrijkste films binnen het subgenre van het psychodrama. De film inspireerde talloze muzikanten tot het creëren van een nieuw geluid en ter ere van de Unesco International Jazz Day is dit stil meesterwerk dan ook een ideale uitvalsbasis voor een jazzconcert. De live muzikale begeleiding gebeurt door Steven De Wijngaert en Jens Van Esch. FILM CONCERT KASKcinema i.s.m. Film-Plateau
WO 06.05.15
18:00-22:00
KIOSK GRATIS
Nocturne en rondleiding in solotentoonstelling Christian Falsnaes
Tijdens deze nocturne is KIOSK open tot 22:00. Met een rondleiding
WO 06.05.15 ZWARTE ZAAL
19:00 GRATIS
ARTIST PROOF: Veiling Masters Fotografie
Artist Proof is een jaarlijkse veiling georganiseerd door de masters fotografie van KASK. De veiling vindt plaats in een informele, ontspannen sfeer. Het leren kennen en steunen van jonge fotografen en hun werk staat centraal. Met werk van fotografen Karmen Ayvazyan, Monday Agbonzee Jr., Tomas Bachot, Eva Claus, Marthe Coolens, Marlies De Boeck, Ode de Kort, Jolijn Degrande, Sanne Delcroix, Iphygenia Dubois, Richard Duyck, Aurélie Geurts, Trui Hanoulle, Lore Horré, Marie Houttequiet, Lucie Mach, Raf Michiels, Pauline Miko, Thomas Min, Frank Ostyn, Aaron Maes, Arne Naert, Daniel PiaggioStrandlund, Quinten Prové, Tijsje Severens, Sidney Terneu, Stefaan Temmerman, Evelien Thewis, Josephine Van De Walle, Annelies Van den Bergh, Maarten Van den Bossche, Karel Van Parijs, Elies Van Renterghem, Laura Van Severen, Mira Verstraeten en Jeroen Vranken. Veilingmeester is Hans Vos. De veiling zelf start om 20:00. EXPO VEILING
DO 07.05.15
21:00
TREFPUNT CONCERTZAAL VRIJE BIJDRAGE
De Nieuwelingen: Die Okkupeerder, KAFSKA, Seiren
Trefpunt vzw zet zijn schouders onder jong jazz en pop talent van de School of Arts / Conservatorium en lanceert een concertreeks De Nieuwelingen, met als apotheose, een concert op het groot podium van Sint-Jacobs tijdens de Gentse Feesten. Elke maand kunnen bands werk voorstellen, uit proberen, aftoetsen, de band beter maken
én groepsnaam & sound kenbaar maken aan een ruimer publiek. Studenten Muziekproductie staan in voor de technische ondersteuning en opnames. Op het programma staan om 21:00: Die Okkupeerder. Een hiphopcollectief onstaan rond jazz student drums, Jan Heirman. Met Jan Heirman (drums), Ambroos De Schepper (sax), Cyriel Vandenabeele (gitaar) en Thibaut Talpe (bas) Om 22:00: KAFSKA, Feel good reggae met Rudi de Graef (zang), Raf (gitaar), Tristan (gitaar), Zjef Van Steenbergen (bas), Wannes Cornelis (drums). Om 23:00: Seiren met Charlotte Jacobs, Gert Malfliet, Jens Paeyeneers. Gevolgd door een heuse Nieuwelingen afterparty. CONCERT Conservatorium jazz, pop en muziekproductie i.s.m. Trefpunt vzw
ZO 10.05.15
11:00
MIRY CONCERTZAAL € 15 / € 10 / GRATIS
MIRY Zondagen: Quatuor Hermès
Quatuor Hermes © François Sechet2
doorheen de tentoonstelling om 19:30. EXPO
De jonge snaken van het Franse Quatuor Hermès lieten zich voor het eerst internationaal opmerken tijdens het Internationale Kamermuziekfestival van Lyon in 2009, waar ze de eerste prijs wegkaapten. Ze ontvingen er tevens een prijs voor hun interpretatie van het strijkkwartet Ainsi la nuit van Henri Dutilleux. In 2012 werden ze opgemerkt in Amerika en werden er uitgenodigd door de belangrijkste concerthuizen. De hemel in geprezen door legendarische musici zoals Alfred
11.05.15 — 26.05.15 OPENING 11.05.15 – 19:00 GLAZEN GANG
GRATIS
© Katharien De villiers
Masterprojecten #33: Katharien De Villiers, “The Palace of Illness in Beauty”
In de Glazen Gang aan de Zwarte Zaal wordt op regelmatige basis werk getoond van masters onder de titel Masterprojecten of MAP. Dit keer komt het initiatief van de afdeling vrije kunsten met werk van Katharien De Villiers, The Palace of Illness in Beauty. EXPO
ma — do: 08:00-22:00 vr: 08:00-18:00 Tijdens het weekend open via de ingang van KIOSK (Louis Pasteurlaan 2) tussen 11:00 en 18:00. Alsook op de feestdagen 14.05, 15.05 en 25.05 tussen 14:00 en 18:00.
DO 14.05.15
20:00
MIRY CONCERTZAAL € 20 / € 15 / GRATIS
MIRY Meesters: Romina Lischka & Maude Gratton Bach
Lischka en Gratton© Florence Grandidier
Brendel, bouwen ze voort aan hun carrière en laten ze in MIRY Concertzaal onder andere het – enige – strijkkwartet van Debussy weerklinken, een werk dat het licht zag een jaar voor Prélude à l’après-midi d’un faune en waaruit overduidelijk reeds de artistieke rijpheid van de componist spreekt. Op het programma staan H. Dutilleux’s Ainsi la nuit en C. Debussy’s Strijkkwartet in g, opus 10. De uitvoering is van Quatuor Hermès met Omer Bouchez (viool), Elise Liu (viool), Yung-Hsin Lou Chang (altviool) en Anthony Kondo (cello). CONCERT
Romina Lischka en Maude Gratton zijn beiden autoriteiten op het vlak van oude muziek, actief in iconische ensembles zoals Collegium Vocale Gent en Ricercar Consort. Samen focussen zij in dit concert op de hoogtijdagen van de barok: de muziek van Johann Sebastian Bach. In de renaissance en barok was de viola da gamba met zijn heldere en tegelijkertijd melancholische klank heer en meester. Nadien verdween het instrument – ten voordele van de cello – grotendeels van het toneel. Sinds enkele decennia vindt dit edele instrument gelukkig zijn weg terug naar het podium. Bachs Sonates voor viola da gamba en obligaat klavecimbel behoren ongetwijfeld tot de hoogtepunten van de literatuur voor zowel viola da gamba als klavecimbel. Op het programma staan J. S. Bach’s Sonates voor viola da gamba en obligaat klavecimbel, BWV 1027-1029, fragmenten uit Suite nr. 5 voor cello in c, BWV 1011 en fragmenten uit Das Wohltemperierte
© Lien Van Leemput
Klavier, BWV 846-893. De uitvoering LOCATIES is van Romina Lischka (viola da gamba) en Maude Gratton CAMPUS BIJLOKE (klavecimbel). CONCERT Jozef Kluyskensstraat 2, Gent CIRQUE 28.05.15 — 07.06.15 Louis Pasteurlaan 2, Gent OPENING 28.05.15 – 19:00 GLAZEN GANG GLAZEN GANG GRATIS Louis Pasteurlaan 2, Gent Masterprojecten #34: HET PAVILJOEN Lien Van Leemput, Louis Pasteurlaan 2, Gent KASKCINEMA “Contouren” Godshuizenlaan 4, Gent KIOSK Louis Pasteurlaan 2, Gent MIRY CONCERTZAAL Biezekapelstraat, Gent NTGENT MINNEMEERS Minnemeers 8, Gent TREFPUNT CAFÉ Bij Sint-Jacobs 18, Gent TREFPUNT CONCERTZAAL Voor Masterprojecten #34 presenBij Sint-Jacobs 18, Gent teert Lien Van Leemput (master ZWARTE ZAAL grafisch ontwerp) haar werk Louis Pasteurlaan 2, Gent Contouren, geïnspireerd door Georges Perec: To question the habitual. But that’s just it, we’re habituated to it. We don’t question it, it doesn’t question us, it doesn’t seem to pose a problem, we live it without thinking, as if carried within it neither question nor answers, as if it weren’t the bearer of any information. (…) But where is our life? Where is our body? Where is our space?
ma — do: 08:00-22:00 vr: 08:00-18:00 Tijdens het weekend kan de tentoonstelling tussen 11:00 en 18:00 via de ingang van KIOSK (Louis Pasteurlaan 2) bezocht worden.
ZO 28.06.15 18:00-22:00
KIOSK GRATIS
Nocturne en rondleiding in solotentoonstelling Christian Falnaes
Tijdens deze nocturne is KIOSK open tot 22:00. Met een rondleiding doorheen de tentoonstelling om 19:30. EXPO
IE M
© Amina Saâdi
5102 RP A