Ze hebben een grote kop, een korte nek, scherpe hoorns en een korte staart met een kwast. Voor zo’n groot dier kan een bizon snel rennen, met snelheden tot 56 kilometer per uur. Bizons maken diverse geluiden die ze in verschillende situaties gebruiken, waaronder gegrom, gesnuif en gepiep. In de paartijd proberen stieren andere stieren weg te jagen door op de grond te stampen, te staren, te snuiven en met hun hoorns te zwaaien. Bizons kunnen ook luid loeien. Wanneer ze loeien, hangt hun bek open en bungelt hun tong eruit. Soms is het geloei op een afstand van bijna 5 kilometer te horen. 15
Kuddes bizons trokken vroeger over de Great Plains van de Verenigde Staten en Canada. Nu zijn ze alleen nog in parken en reservaten te vinden.
Bizonsoorten Hoogte: 1,5 tot 2 meter Lengte: 2,1 tot 3,7 meter Gewicht: 318 tot 1.361 kilogram Levensduur: 15 tot 25 jaar
Net als zijn verwanten drinkt een prairiebizon meestal ĂŠĂŠn keer per dag uit een waterpoel of een beek.
16
Bosbizons zijn meestal hoger en minder gedrongen dan prairiebizons.
Deze Europese bizon, of wisent, rust in een bos in Polen.
17
In de winter vegen bizons met hun baard sneeuw weg en krabben ze het ijs weg om bij de planten eronder te komen.
18
Het leven van een bizon varieert met de seizoenen. De winter is een zware tijd voor bizons, ook al hebben ze een warme, wollige vacht. Ze vegen zwaaiend met hun baard de sneeuw weg om voedsel te vinden. Op zoek naar gras graven ze in de diepe sneeuw door met hun neus te duwen en krachtig met hun grote kop te zwaaien. In de lente schuren bizons zich tegen stenen, bomen en palen om hun ruige wintervacht kwijt te raken. Vaak keren ze verscheidene malen naar dezelfde plekken terug om hun vacht en huid te verzorgen. Bizons vinden het ook heerlijk om over de grond te rollen. Dit helpt om losse haren te verwijderen en werkt verlichtend bij insectenbeten. Wanneer grote groepen bizons over de grond rollen, vormen ze kuilen. Deze kuilen vullen zich met regenwater zodat er kleine, tijdelijke waterpoelen ontstaan. Vroege kolonisten die naar het westen op weg waren en de sporen van bizons volgden, lieten hun vee soms in deze prairievijvers drinken.
19