?
2
Willem gaat naar school, hij fietst rechtdoor. Hij ziet Mira komen op haar fiets. Mira wil linksaf slaan. Wie mag eerst? En waarom?
a) b) c) d)
Willem, want die fietst rechtdoor Willem, want die komt van rechts Mira, meisjes gaan altijd voor Mira, omdat ze van rechts komt
?
3
Je rijdt met je papa en mama in de auto. Je ziet dit bord. Wat is er aan de hand?
a) b) c) d)
Je ouders moeten precies 50 kilometer per uur blijven rijden. Je vader is jarig: hij wordt 50 jaar. Je mag niet harder rijden dan 50 kilometer. Je mag niet langzamer rijden dan 50 kilometer.
?
4
Wat zijn dit? a) b) c) d)
stukken van een pizza ingesneeuwde verkeersborden uit Rusland haaientanden die op straat zijn geschilderd de meester heeft breuken op het schoolbord getekend
?
5
Wat moet je doen als je deze figuren op de weg ziet? Let op: je bent op de fiets!
a) b) c) d)
Het zijn haaientanden: omdraaien, maken dat je weg komt: haaien zijn gevaarlijk Haaientanden zijn tekens. Als je ze zo ziet, moet je voorrang geven aan alle bestuurders op de andere weg. Niks van aantrekken: het is reclame voor het pizza-restaurant om de hoek. Je moet tussen die figuren doorrijden, niet erover heen.
?
6
Je fietst en komt op dit voetpad. Wat moet je doen? a) b) c) d)
Niets, op een voetpad mag je gerust fietsen. Een plastic zak over het bord doen, dan kun je gewoon verder fietsen. Extra langzaam fietsen, dan mag het gerust. Lopen! Met de fiets aan de hand, het is echt een voetpad voor voetgangers!
?
7
Wat moet ik doen als ik dit plaatje zie?
a) b) c) d)
Voorrang geven aan alle bestuurders, ook aan de fietsers. Die kunnen van twee kanten komen. Voorrang geven. Maar eerst kiezen of je naar links of naar rechts gaat: rechtdoor mag niet! Dit is een afspraakpunt voor fietsers: hier kun je elkaar ontmoeten, vandaar die pijlen. Je hoeft alleen maar voorrang te geven aan fietsers. Die kunnen van links of van rechts komen.
?
8
Je ziet Mira op haar fiets. Ze gaat rechtdoor. Er komt haar een auto tegemoet. Die wil naar links. Wie mag nu eerst: de auto of Mira?
a) b) c) d)
De auto mag eerst, want het is een auto: Mira moet wachten Mira mag eerst: rechtdoor op dezelfde weg gaat voor. Mira mag eerst, want vrouwen op dezelfde weg gaan voor. De auto mag eerst, want de auto komt van rechts als Mira links af slaat.
?
9
Mira fietst naar school. Ze ziet een auto aankomen. Ze weet niet of ze voorrang heeft. Weet jij dat wel?
a) b) c) d)
Mira mag eerst, ze komt van rechts Mira moet de auto voor laten gaan, die komt van rechts Wie er rechtdoor gaat, die mag voor, dus Mira‌ Mira moet de auto voor laten gaan, ook al komt die van links nu