Voel-binnenwerk.qxd
3/18/09
1:02 PM
Page 102
Blozen
Jij en ik
Mijn wangen zijn zo rood als een potje kersenjam. En dat komt door hem! Help! Wat kan ik blozen. Als duizend rode rozen! Als een ondergaande zon! Nooit geweten dat dit kon!
Later zul je bij me wonen. Later zijn we met z’n beiden. Dat bedenk ik soms, wanneer je giechelt met de and’re meiden. ’t Is voorlopig nog maar beter om de zaak geheim te houden, ’k zal je nog maar niet gaan zeggen dat ik van je ben gaan houden. Later ga ik reizen maken heel alleen, naar verre landen, en daar ga ik mensen redden, redden met mijn eigen handen. Iedereen zal in de kranten van mijn grote daden lezen. ‘Waarom zou die mensenredder zo ontzettend moedig wezen?’ Niemand zal de waarheid weten, jóu alleen zal ik ’t vertellen: later, als ik zó beroemd ben dat ik bij je aan durf bellen.
Mieke van Hooft Ik ben op jou! Liefdesgedichten voor kinderen Lannoo, 2006 102
Willem Wilmink Verzamelde liedjes en gedichten Bert Bakker, 2004 103
Voel-binnenwerk.qxd
3/18/09
1:02 PM
Page 104
Spraakgebrek
Verliefd?
achteraf weet ik wat ik had willen zeggen precies wat ik had moeten doen grijp ik alle kansen eindigt ons gesprek niet in spraakgebrek als jij weg bent durf ik pas tegen je te dansen maak ik fijne grappen duw de anderen opzij vind ik eindelijk de woorden die veel vroeger hoorden zie ik jou, jij mij
Ik zit wel eens te staren en dan zegt moeder: Hela, rare! Maar staren, moet je weten, is in je ogen een fijn gevoel. Je kunt het niet willen, want als je het doet weet je zelf niet hoe het moet. Je zit te kijken en ziet niks. Niks is leuk en niks is lief, niks is grappig. Niks zit op de voorste rij, als hij omkijkt ziet hij mij.
Hans Hagen Ik schilder je in woorden Van Goor, 2001 104
Wiel Kusters Salamanders vangen Querido, 1985 105
Voel-binnenwerk.qxd
3/18/09
1:03 PM
Page 106
Doosje
Pen
Ik bewaar in mij een houten doosje. Daar zit van alles in.
Ze gaf je een pen die je draagt als of je onmiddellijk dood zou gaan wanneer je hem niet droeg.
Wuivende handjes om hello te zwaaien iedere keer als ik je zie. Voetstappen die van mijn huis naar het jouwe gaan. Rinkelende woordjes om te vertellen hoe blij ik met je ben.
Gil vander Heyden Een puntje krokus Bakermat, 1994
Je gebruikt hem nooit – hij mag niet leeg. Houdt hem in je hand als iets wat leeft. Streelt de dop waarop zij heeft gebeten.
Kees Spiering Thuis, in een vreemde tuin Bakermat, 1995
Voel-binnenwerk.qxd
3/18/09
1:02 PM
Page 68
Mijn broertje Ik heb een klein broertje met wit haar en een grote snottebel, ik heb een klein broertje van twee jaar, en ’t is een leuk ventje, dat wel.
Hij begrijpt er nog zo weinig van wanneer ik hem vertel, dat-ie niet met mijn speelgoed spelen kan, maar ’t is een leuk ventje, dat wel.
Als-ie stout is krijgt-ie weinig straf, want hij is ook nog zo klein. Met mij loopt dat wel ánders af: ik moet verstandig zijn.
Hij maakt wel ’es dingen van me stuk, en dat is niet zo fijn. Maar het is ook nog zo’n kleine puk, en ik moet verstandig zijn.
Dikke buik
Ik krijg een baby’tje het zit in mama’s buik het is een broertje of een zusje ik geef de buik een kusje in de navel roep ik BOE Kom je al naar buiten toe
Hans & Monique Hagen Lichtjes in je ogen Van Goor, 2001 68
Hij zit aan mijn meccanodoos en aan mijn voetbalspel, en soms is het wel erg hopeloos, maar ’t is een leuk ventje, dat wel. Dat wel.
Willem Wilmink Verzamelde liedjes en gedichten Bert Bakker, 2004 69
Voel-binnenwerk.qxd
3/18/09
1:02 PM
Page 70
Brief aan een reus Ik schrijf de reus een brief. Ik schrijf: ik vind jou lief. Eet mij dus maar niet op. Hoor eens, reus, eet mij niet op. Eet maar drop. Of plakjes kaas. Schiet een haas. Hoor eens, reus, eet mij niet op. Ik smaak heel vies. Naar poep en pies.
Een ouder broertje hebben
een ouder broertje hebben en een jonger zusje zijn betekent: eeuwig klein maar omgekeerd o hel en hemel dat zou zalig zijn
Hoor eens, reus, eet mij niet op. Ik smaak heel naar. Neem mijn zusje maar. Hoor eens, reus, eet haar maar op. Zij is erg vals. Maar wel mals. Hoor eens, reus, eet haar maar op. Zij wil heel graag in je maag. Hoor eens, reus, eet haar maar op. Mijn zus wil ik wel kwijt. Zij pest mij altijd. Die rotmeid.
ik kneep hem fijn
Nannie Kuiper Ik heb alleen maar oog voor jou Leopold, 1997 70
Bies van Ede Puit plep twiet Zwijsen, 1997 71