Mijn eerste dierengroeiboek - Kriebeldieren

Page 1

Ik denk

Ik denk De slak zont in een late streep licht. Naast hem ligt de mier lui in het gras. Ze kijken naar de lucht. ‘Ik denk...’ zegt de slak. ‘Ik denk...’ Dan volgt er lange tijd niets meer. ‘Wel, wat denk je dan?’ vraagt de mier. Hij vindt dat het tijd is voor een praatje. ‘Ik denk...’ Maar wat dacht hij nu ook al weer? Het lijkt wel een blaadje dat zweeft op de wind, het dwaalt door de lucht... Bijna kan hij het pakken... Ja! Dat was wat hij dacht! Maar net als hij het wil grijpen, is het weer weg. ‘Denk je aan eten?’ vraagt de mier, die heel vaak aan eten denkt. ‘Nee! Dat was het niet,’ zegt de slak. ‘Ik keek naar de lucht en naar de zon,

50


en toen was er iets...’ ‘Een briesje?’ De slak denkt nu heel diep na. ‘Een wolk?’ ‘Het was geen briesje en het was geen wolk. Ach, laat maar, straks komt het wel vanzelf terug.’ Hij doet zijn ogen dicht en voelt de zon op zijn huis. Even is het stil. De mier rekt zich uit in het gras. Hij houdt van dit soort praatjes met de slak. ‘Wat raar...’ zegt de slak. ‘Wat is er raar?’ ‘Ik zag twee zonnen!’ ‘Dat kan niet.’ De slak doet zijn ogen open en kijkt weer naar de lucht. De mier kruipt wat dichterbij. Hij drukt zijn hoofd tegen dat van de slak. Nu kijken ze samen.

51


52


‘Dat is de zonnebloem!’ ‘Natuurlijk! Ik zag de zon en de zonnebloem. Toen dacht ik: hoeveel zonnen zouden er zijn?’ ‘Dat is niet denken.’ ‘Dat is het wel!’ ‘Dat is het niet. Jij denkt niet, jij vraagt je iets af!’ ‘Ik ken ook wel een vraag.’ ‘Zoals?’ ‘Wat gaan we eten?’ ‘Klopt niet,’ zegt de slak. ‘Dat is veel te gewoon.’ De mier, die nog lang wil blijven praten, zoekt nu ook een vraag. ‘Kan het gras slapen?’ ‘Goed! Wat doet de nacht overdag?’ ‘Hoeveel druppels gaan er in een plas?’ ‘Hoe lang duurt een wolk?’ Ze liggen nog lang in het gras. Ze denken de meest wonderlijke vragen. Tot het tijd is om te eten.

53


Met je ogen stijf dicht

Met je ogen stijf dicht Het is weer een mooie dag. Een mooie, maar saaie dag, vindt de mier. Hij weet niet wat hij moet doen. In de schaduw van het bieslook ziet hij de slak. Die heeft vast een leuk idee. ‘Wat een warme dag vandaag,’ zegt de mier. Maar de slak houdt zijn ogen stijf dicht. ‘Hmmm...’ mompelt hij. ‘Lig je weer op je denkplek?’ vraagt de mier. ‘Juist,’ zegt de slak. ‘Heb je geen zin in een praatje?’ ‘Mier, laat me met rust...’ De mier zwijgt. Hij gaat naast de slak in het gras liggen. Straks wil de slak zeker nog met hem spelen. Hij wacht. Hij wacht nog meer. ‘Vind je dat niet saai, slak?’ ‘Wat dan?’ ‘Denken.’ ‘Helemaal niet.’ ‘Waar denk je aan?’ ‘Hoe het zou zijn om iets anders te zijn.’ ‘Wat wil je dan zijn?’

54


55


‘Een kei, of een wolk, of een roos,’ zegt de slak. ‘Een roos? Hoe zou dat zijn?’ ‘Dat was ik net aan het bedenken, mier. Wil je nu zwijgen?’ De mier zucht. Misschien wil de pim pam poen wel spelen. Of zou hij de slak nog eens durven storen? ‘Euh... slak...’ kucht hij zacht. ‘Ja?’ ‘Mag ik niet meedenken?’ ‘Vooruit dan maar,’ moppert de slak. ‘Wat zou jij graag willen zijn?’ De mier denkt diep na. ‘Een bes!’ ‘Doe je ogen dicht en probeer die bes voor je te zien.’ ‘Met mijn ogen dicht?’ ‘Probeer maar, je moet het zien als in een droom.’ Het is even stil. ‘Zie je die bes?’ vraagt de slak. ‘Wacht, wacht. Ik weet nog niet of ik blauw ben of wit of rood of zwart. Een braambes of een bosbes of een...’ ‘Ja zeg, je moet er een kiezen.’ ‘Sssst, zo kan ik niet nadenken. Goed, ik zie een blauwe bes.’ ‘Waar hangt ze?’ ‘In een trosje naast vier andere bessen.’

56


57


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.