Mijn eerste griezelgroeiboek

Page 1

de weerwolf

dag mam. ik ga naar bas.

kom maar.

6

pas op in het bos.

de maan is vol!

neem dit. dan gaat hij weg.

de lap is rood. ik veeg.

dag bas.

zo, het is net. ik ben weg, bas.

7


wat hoor ik?

oo nee! waar is de lap?

8

daar! ik ren rap naar mam!

oe-woe! oe-woe!

oe-woe!

aa! aa!

kom! een kus van mam!

zzzzzzzzzzzzzz

ik ga weer naar bas.

dag bas.

oo! een reep van de lap!

9


mam! het was bas in het bos!

10

ik ga niet meer naar bas!

11


de zwarte kat

ik ga naar nel.

dag nel. ik wil room. ik maak vis.

vis met room. neem maar mee.

er is geen room meer!

12

mmmmm vis!

ik maak vis. vis met room.

13


sssssssssssss!

aa! aa! de kat is weg. ik eet vis.

een pan voor de vis.

ik neem de room.

14

weg kat! weg van de vis!

nel? ik wil een peer!

daar! een pan op je kop. ik wil een peer. ik ga naar nel.

wat is dat?

15


de alvermannen

de alvermannen Ze zijn klein en lelijk. Ze komen enkel als het donker is. Soms helpen ze de mensen. Dan doen ze de was of bakken ze brood. Soms ruimen ze de keuken op. Maar als ze boos zijn, branden ze soms hoeves plat. Loer niet naar hen door het sleutelgat. Ze blazen erdoor en dan word je blind. De mensen noemen hen‌ alvermannen.

90

Op een keer bakt een boerin broodjes. Ze zet de plaat buiten. Zo koelen de broodjes af. Het wordt donker. De boerin wil de broodjes naar binnen halen. Ze schrikt! De plaat is leeg. Alle broodjes zijn weg!

91


De boerin wil weten hoe dat komt. De volgende dag bakt ze weer broodjes. Ze zet de warme broodjes buiten. Ze verstopt zich en wacht af. De klok slaat twaalf uur. Er duiken kleine mannetjes op. Ze stormen op de broodjes af. In een mum van tijd slokken ze alles op. De boerin is bang van de alvermannen. Straks vreten ze mijn keuken leeg, denkt ze. Ze wil van hen af en verzint een list.

92

De dag erna neemt de boerin weer een plaat. Deze keer legt ze er geen broodjes op, maar witte keien. Tegen de avond zet ze de warme plaat buiten. De boerin gaat weg. Ze kijkt door het raam en ze wacht.

93


Daar zijn de alvermannen. De eerste neemt een grote hap. De boerin hoort zijn tanden kraken. ‘Auw!’ gilt de alverman. ‘Ik ben een man van honderd en tien. Maar ik heb nog nooit, zo een hard broodje gezien!’ De alvermannen rennen weg. Ze gaan op zoek naar een andere hoeve. Met zachtere broodjes. En de boerin ziet hen nooit meer terug.

94

95


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.