8 minute read

Interview voorzitter Jacco Vonhof, MKB Nederland

Next Article
Regionieuws

Regionieuws

JACCO VONHOF, VOORZITTER MKB NEDERLAND ‘OVERHEIDSBELEID MAG GEEN ONDERNEMERSRISICO ZIJN’

In de hoge Malietoren, die uitkijkt over Den Haag, zetelt MKB-Nederland. Een ivoren toren? Welnee; de innemendheid en de toegankelijkheid van voorzitter Jacco Vonhof laten hier geen ruimte voor. Manager Roel Batelaan ging met hem in gesprek en móést tutoyeren.

Ruim een jaar actief als voorzitter MKB-Nederland, wat zijn je ervaringen? Het nieuwe is er nu vanaf, ik begin steeds beter te begrijpen hoe ‘Den Haag’ werkt. Ik weet hoe de hazen lopen. Echter, dat is niet hetzelfde als begrip hebben voor de politieke besluitvorming.

Je bent cynisch over de politieke kaasstolp? Nee, dat is te cru. Als MKB-Nederland hebben we de politiek ook keihard nodig. Momenteel is de politiek op weg naar nieuwe verkiezingen. Dit is voor ons hét moment om onze input te leveren voor de verschillende verkiezingsprogramma’s, die weer moeten leiden tot een regeerakkoord dat ondernemers blij stemt. Waar schuilt dan de kritiek op de Haagse politiek? Soms zie je een soort verlamming plaatsvinden in de stad waar Nederland wordt geregeerd. Dat heeft diverse redenen, onder andere de politieke versnippering. Met een vijftal partijen die ongeveer even groot zijn en vier partijen in het kabinet, begint het grote uitruilen van politieke stokpaardjes. Dit verlamt en zo komen er soms weinig oplossingen uit de Haagse politiek.

Wat is het alternatief? ‘Den Haag’ stelt toch de kaders? Ik zie de Haagse politiek als een draaischijf. Als die niet functioneert, gaan we ons heil ook elders zoeken, bij andere partijen op een ander politiek niveau zoals provincies en gemeenten. Sowieso is het doel om zelf meer aan de bal te zijn op onderwerpen die voor ondernemers belangrijk zijn en waar de politiek vooralsnog niet levert.

Een vastlopende draaischijf, hoe zie je dat voor je? Neem als voorbeeld de vuurwerkhandel; Jacco Vonhof (foto: Guido Benschop)

veel bedrijven hebben de laatste jaren geïnvesteerd in opslagbunkers en voorraad. Er is weliswaar een debat gaande, maar een overheid die op stel en sprong besluit tot een verbod, is niet goed bezig. “Een ondernemersrisico” wordt dan gezegd, maar de overheid an sich mag nooit dat ondernemersrisico zijn. Voer een consistent beleid als overheid, alleen dan durven ondernemers te investeren en te ondernemen.

Vuurwerkbeleid is landelijk beleid, wat kunnen de lagere overheden daarin doen? Vuurwerkregulering had op zich ook lokaal kunnen worden opgelost, maar neem een ander actueel voorbeeld; stikstof. Je ziet dat de landelijke overheid dit over de heg naar de provincies teruggooit. Zo is de lagere overheid toch weer in controle. Op dat niveau gaan we dan het gesprek. Al is de stikstofproblematiek bij uitstek een onderwerp waarop we een brede alliantie moeten vormen. Het raakt zoveel partijen: ondernemers, boeren, natuur en milieu, woningzoekenden

‘Voer een consistent beleid als overheid, alleen dan durven ondernemers te investeren en te ondernemenʼ

We hebben het nu wel over de overheid, maar wat kunnen ondernemers zelf doen om te slagen? Dat is me uit het hart gegrepen! Ik zeg altijd: “Wat heb je zelf gedaan? Zoek een nieuwe weg!” tegen ondernemers die de overheid apathisch aankijken. Tegelijkertijd moeten de randvoorwaarden goed zijn; overheidsbeleid moet consistent zijn, aansluiten op de praktijk van ondernemers en niet eeuwig op zich laten wachten.

Wat kan bijvoorbeeld een winkelier doen om zelf te slagen? Digitalisering gaat echt de doorslag geven voor bedrijven in winkelcentra. Ik heb het dan niet over het hebben van een website maar over het slim gebruik van data: leg data vast over klanten en weet wat zij wensen. Alleen de deur openzetten was jarenlang genoeg, maar de grote internetbedrijven hebben al een flink gat geslagen in de retailwereld. Wat kunnen we daar aan doen? Het lijkt soms dat gemak de mens dient? Ja, dat lijkt zo. Maar hier is ook sprake van een ongelijk speelveld. Een grote internetwinkel kent een veel lagere belastingdruk dan de lokale ondernemer. Hij betaalt ook geen OZB en rijdt tegelijk over dezelfde wegen als wij. Het speelveld moet gelijk zijn, vervolgens mag men weer concurreren. In Brussel wordt een stevige lobby gevoerd voor zogenaamde ‘fair taxation’.

Over Brussel gesproken; hoe zie jij de Brexit op economisch vlak? Het komende jaar gaat doorslaggevend worden, een harde Brexit kan er goed inhakken bij de BV Nederland. Soms denken bedrijven niet met de Brexit te maken te hebben, omdat zij geen eindproduct leveren aan of afnemen uit Groot Brittannië. Als jouw klant of leverancier echter wel zakendoet aan de andere kant van de Noordzee, kan dit ook gevolgen hebben voor jouw bedrijfsvoering. Verdiep je hier in als ondernemer! Terug in Nederland; wat heb je met Westland? Ik ben zelf een Zwollenaar. Bij ons in de buurt is ook een glastuinbouwareaal bij IJsselmuiden en Kampen. Van Westland ben ik altijd erg onder de indruk geweest. De innovatie en vooruitstrevendheid spatten van alle sectoren af. In Westland is de energietransitie al afgerond voor die in de rest van het land is begonnen. Het mooiste daarvan is: het is door ondernemers zelf begonnen, uit welbegrepen eigenbelang. Voor mij hét voorbeeld dat overheidsingrijpen niet altijd noodzakelijk is voor een goede uitkomst.

SAMENWERKING VNO-NCW WESTLAND EN MKB WESTLAND WERPT VRUCHTEN AF

VNO-NCW Westland Delfland en MKB Westland zijn niet meer weg te denken als belangenorganisaties van en voor het Westlands bedrijfsleven. Roel Batelaan gaat in het World Horti Center in gesprek met beide voorzitters; Pieter Eenhoorn en Shirley Schelkers. Wie zijn de voorzitters van VNO-NCW en MKB in Westland? Eenhoorn: “In 2012 ben ik Joop Gardien opgevolgd als voorzitter van VNO-NCW Westland Delfland. Als belangenbehartiger ben ik al langer actief. In de jaren rond de eeuwwisseling was ik voorzitter van de IKN en bestuurslid Federatief Bedrijfsleven Westland. Het werken aan een goed ondernemersklimaat trekt me. Ook na mijn afscheid als partner bij BDO Accountants blijf ik mij daarvoor inzetten.” Schelkers: “Sinds 2016 ben ik bestuurlijk actief bij MKB Westland. Ik ben in 2017 met mijn communicatiebureau verhuisd van Rotterdam naar Het Tramhuisje in Naaldwijk. Zelf woon ik ook in Naaldwijk en het is prettig om dichtbij kantoor werkzaam te zijn, midden in het netwerk. Vorig jaar ben ik als voorzitter Henk Salome opgevolgd en we zijn met een enthousiast, nieuw team aan de slag gegaan.”

Jullie kennen elkaar goed? Schelkers: “Via de diverse overlegorganen hebben we elkaar de laatste jaren veelvuldig gesproken. Daarnaast zijn we beiden actief bij LTC Naaldwijk; Pieter als voorzitter van de technische commissie en ik ondersteun hem tijdens de eredivisiewedstrijden van het gemengde team met pr en communicatie. Door zo’n samenwerking bouw je een goede band op.”

SHIRLEY SCHELKERS: ‘De Westlandse ondernemers zouden zo veel mogelijk moeten profiteren van gemeentelijke uitgaven’

Wat is het verschil tussen beide belangenorganisaties? Eenhoorn: “Om de belangenbehartiging goed te regelen is een goede samenwerking belangrijk, maar ook een afbakening. VNO-NCW richt zich op dga’s en werkgevers en zet zich met name in voor bedrijventerreinen, agro-logistiek en Greenport-gerelateerde bedrijven. Glaskracht bedient de belangen van de primaire glastuinbouw. MKB heeft de nadruk op het midden- en kleinbedrijf en zij nemen het voortouw in de belangenbehartiging voor de retail en detailhandel. Zo spreek je als belangenbehartigers met één mond, dan bereik je ook meer.”

Kunnen jullie concrete zaken noemen waarin jullie samenwerken? Schelkers: “Op 9 maart jl. hebben we samen een geweldig evenement neergezet met een spreker en een midterm debat voor de Westlandse politiek (lees op pag. 8 de interviews met de fractievoorzitters, red.). Zoiets was nog nooit gebeurd in Westland en zo steken we samen onze nek uit. Inhoudelijk vinden we elkaar in afvaardigingen in de gemeentelijke commissie ‘mobiliteit’, maar bijvoorbeeld ook bij het ontwikkelen van een arbeidsmarktvisie. Belangrijk is dat we nu onze pijlen richten op de arbeidsmarkt voor over 10 of 20 jaar. We moeten vandaag nog de juiste stappen zetten.”

We zitten hier in het WHC, heeft dat een rol in de arbeidsmarkt van de toekomst? Eenhoorn: “Ja, de doorontwikkeling van de Greenport Horti Campus (waar het WHC-onderdeel van is) moet hoog op de politieke agenda komen te staan. Zo behoudt het glastuinbouwcluster de wereldwijde rol van voortrekker en tegelijk leidt je de werknemers op van de toekomst. Westlandse jongeren wil je niet kwijtraken, je wilt hen betrekken bij de toekomst van deze regio. Dat kan alleen door naar het gewenste kennisniveau op te leiden.” duidelijk en op hoofdzaken zijn.” Schelkers: “Bereikbaarheid is voor alle Westlandse bedrijven een hot issue; er gebeurt het nodige op dit gebied, maar we hebben nog wensen. Er moet een goede prioritering zijn en dit moet kenbaar worden gemaakt bij metropoolregio, provincie en Rijk.”

Welke onderwerpen gaan jullie nog meer aan het (ondernemers)hart? Schelkers: “Gezamenlijk hebben we aandacht gevraagd voor de ondernemerslasten, een verhoging van de OZB en rioolbelasting vonden wij ongewenst. Hier blijven wij scherp op in de komende tijd, net als op het aanbestedingsbeleid van Gemeente Westland. Westlandse ondernemers zouden zo veel mogelijk moeten profiteren van gemeentelijke uitgaven.” Eenhoorn: “Het gebruik van de beperkte ruimte blijft een punt van aandacht. Met elkaar moeten wij een langetermijnvisie ontwikkelen waarin het ondernemerskli

Zijn er meer gezamenlijke onderwerpen? Eenhoorn: “Mobiliteit ontwikkelt zich. Er moet nu een stip op de horizon worden gezet voor de toekomst; voor een ontsluiting van het Westland via een hoogwaardige openbaar vervoerverbinding... Maar ook op korte termijn moet er iets gebeuren. Het R-net biedt mogelijkheden. En goederen moeten makkelijk en snel het Westland in en uit kunnen. In de lobby moet onze keuze

vno ncw westland- delfland

PIETER EENHOORN: ‘De doorontwikkeling van de Greenport Horti Campus moet hoog op de politieke agenda komen te staan’

maat aantrekkelijk blijft. We zullen slimmer van onze ruimte gebruik moeten maken. Bij de uitvoering starten we met een pilot om die visie te testen. Zo tonen we daadkracht door te beginnen en kunnen we bijsturen op basis van de opgedane ervaringen.”

This article is from: