lovers
sander van deurzen
Project Space Tilburg - Gust van Dijk 27 november 2014 - 24 january 2015
he drain
ill matched
pipe
the a sma
SEA Foundation (SEA) is een privaat, non-profit, kunstenaarsinitiatief dat residenties, tentoonstellingen en aan de beeldende kunst gerelateerde evenementen organiseert. SEA ondersteunt en maakt ruimte voor productie, presentatie en onderzoek. Er is een residentieprogramma en een presentatieruimte. In alle activiteiten van de organisatie is beeldende kunst het vertrekpunt, worden verbanden gelegd, de grenzen afgetast en verbintenissen gesmeed. In de verschillende disciplines van hedendaagse cultuur plaatst SEA altijd de context en het idee voor het medium. SEA ontplooit wereldwijd activiteiten en genereert discussie. Door het blootleggen van culturele processen of hierin te interveniĂŤren vraagt SEA aandacht voor processen die zich richten op de huidige (nieuwe) sociale, politieke en ecologische kwesties. Door deel te nemen aan deze processen werkt SEA van binnen uit om ze productiever, zichtbaarder en meer solide te maken. SEA Foundation (SEA) is a private, non-profit, artist-run initiative that initiates and coordinates events, residencies and exhibitions. SEA provides mentoring and on-going support for artists as well as physical space for production, presentation and research. In all its activities the organization is fueled by visual arts. Transgressing the boundaries between different cultures and disciplines, SEA always puts context and the idea before the medium. By working in different cultural contexts worldwide, the foundation generates discussion by exposing and intervening within, as well as being part of, cultural processes that concentrate on current (emerging) social, political and ecological issues. SEA supports these processes in becoming more productive and solid by transforming them into in long-term working relationships and provides continuous support to guide these temporary projects in society, arts and culture.
the ill matched lovers
sander van deurzen
Project Space Tilburg - Gust van Dijk 27 november 2014 - 24 january 2015
Hij zegt dat zijn houding tegenover schilderkunst wantrouwend was of de discipline eerder passé. Dat was nu eenmaal de tendens toen Sander van Deurzen zeventien jaar geleden afstudeerde aan de Kunstacademie in Maastricht. Het draaide om installaties als de ultieme uitdrukkingsvorm, in de schilderkunst viel niets nieuws meer te ontdekken. Toch is Sander zich tegen deze gedachte, die hij zo stellig aangehouden had, gaan afwenden. Zijn werkruimte laat van mogelijke twijfel weinig over: rijen schilderijen bewonen het atelier. Op de vloer ligt een groot doek te drogen, zoemende ventilators als achtergrondgeluid. Een boek met schetsen ligt open en er zijn knipselmappen en boeken over kunsthistorie. Overheersende kleuren in de uitgestalde werken zijn roze en zwart, een contrast waar je moeilijk omheen kan. Evenals de grote ‘penseel’-streken, die een opvallend onderdeel van Sanders handschrift uitmaken. Hij zegt dat hij deze met sponzen aanbrengt en schildert altijd op op de grond liggende doeken om te voorkomen dat de verdunde acrylverf uitdruipt.
He says that his attitude toward painting was distrustful, or rather, that he thought the discipline had had its day. That was the general tendency when Sander van Deurzen graduated from the Art Academy in Maastrich seventeen years ago. Everything revolved around installations which were seen as the ultimate form of expression and the art of painting seemed to be overly explored with nothing new to be discovered. Still, Sander eventually averted from these firm believes about painting. His work space leaves no room for doubt: the atelier is inhabited by rows of paintings. The floor is occupied by a large canvas which is spread out to dry: the humming sound of several ventilators fills the room. Scattered in the room, an opened sketchbook and several scrapbooks and Art History books can be found. The paintings are dominated by the colours pink and black and provide a contrast that is difficult to ignore, something that also applies to the large ‘brush’ strokes that take up a striking part of Sander’s style. He says that he applies these strokes with sponges which means that he always has
Geen witte verf, alleen kleuren; het zichtbare wit is het doek zelf, doorschijnend door de verf of juist de afwezigheid van verf, zorgvuldig weggehaald om witte lijnen te creëren. Ook het zwart is kleur, althans een mengsel van gekleurde verf om puur zwart te vermijden. De doeken roepen aanvankelijk veel vragen op. Ze zijn een combinatie van figuratief en abstract, van duister en licht, maar nooit grijs, nooit een saai compromis. Ik bezocht zijn atelier in het Amsterdamse ateliercomplex Nieuw en Meer. Sander zegt geïnspireerd te zijn door oude meesters of er althans naar te willen verwijzen. Het is dan ook onmogelijk om je totaal af te keren van het oude en iets nieuws scheppen doet Sander dan ook door bewust bestaande elementen te herschikken. Een klassieke vorm als een landschapsschilderij kan dan samenvallen met een abstract expressionistisch werk dat eerder modernistisch aanvoelt, als een Rothko. De werken lijken dan ook eeuwen kunstgeschiedenis in zich mee te dragen en de kunstenaar wil zich dan ook daarmee in de kunstgeschiedenis plaatsen. Dat
to spread the canvas out on the floor to prevent the diluted acrylic paint from dripping. White paint is absent as van Deurzen only uses colour: the visible white is provided by the canvas itself, either translucent through the paint, or visible in the absence of paint, which is then carefully removed to create white lines. Black is also regarded a colour since it is created out of a mixture of several colours to avoid pure black. Initially the paintings raise a lot of questions. They are a combination of figurative and abstract, of light and dark, but they never settle in mere grey or a boring compromise. I visited van Deurzen in his atelier at the Amsterdam studio complex Nieuw en Meer. Sander tells me that he is inspired by the old master painters or that he at least wants to refer to them. It is therefore impossible to completely discard the old in the creation of something new. Sander’s way of containing the old is by consciously re-arranging already existing elements. This way, a classic
klinkt zwaar, maar Sander hanteert vrijwel consequent een speelse aanpak, in kleur en in vorm. Het werk doet dan ook soms satirisch aan en men kan er niet omheen dat de kunstenaar dit bewust doet. Zo maakte hij enkele jaren terug een flinke reeks werken waarop McDonald’s-speeltjes afgebeeld zijn. De kleurrijke figuren zijn in sommige versies ontdaan van hun details, waardoor het mensfiguren worden in plaats van plastic producten. Als bloemenvelden voordoende scènes kennen hun tegenwicht in een ander werk dat duidelijk duister is en waarin een nietsvermoedende toeschouwer een slagveld van gesneuvelde soldaten in kan herkennen. Het gekozen onderwerp heeft niets eeuwigs, staat niet symbool voor een benijdenswaardige menselijke kwaliteit, maar drukt eerder vergankelijkheid uit, het vluchtige, onbeduidende, voor sommigen zelfs het verwerpelijke van de moderne maatschappij. De kunstenaar lijkt deze opvatting te delen met pop-art-kunstenaars. Sander zegt hierover: ‘Gebruikte men in de zeventiende eeuw een schedel
painting of a landscape can coincide with an abstract expressionistic work that rather has a more modern feel like a Rothko. Van Deurzen’s works seem to carry centuries of Art History within themselves, and it is with this characteristic that the artist wants to place himself within Art History. This might sound heavy, but Sander consistently uses a playful approach to colour and shape. This provides his work with an almost satirical touch which can be explained in no other way but intentional. This is clearly visible in the large range of works depicting tiny McDonald toys which he made a few years ago. In some versions, the colourful figures are stripped of their details which makes them more human instead of plastic. The flower field-like scenes are counter balanced by another, clearly more obscure work in which the unsuspecting spectator might recognise a battlefield of fallen soldiers. The chosen subject has an eternal feel and does not symbolise an enviable human quality: it rather expresses transience, the fleeting, the insignificant, or for some even the reprehensible nature of modern society.
en een uitgebrande kaars als symboliek voor dit thema, zo maak ik gebruik van beeldcultuur dominerende dingen.’ Maar tegelijkertijd laat het ook een zekere frivoliteit of kinderlijke onschuld zien of zelfs een moderne romantiek die we kennen uit Disney-films en McDonald’s-reclames. Een uiteenlopende reeks variaties op dit onderwerp, die Sander zeven jaar geleden maakte, is chronologisch geëindigd met een werk dat de figuratieve vormen verbasterd heeft tot het onherkenbare; een waas waarin de figuren niet veel meer zijn dan kleurige geesten zwevend in water of lucht. De knipselmappen bevatten een schat aan beelden, veelal uit tijdschriften, reisbrochures en ander tijdelijk bedoeld drukwerk. Niets dan triviale kiekjes van bijvoorbeeld vakantieoorden. Sanderschilderde enkele foto’s na, vormde ze naar zijn hand en zoomde daarmee in op afbeeldingen die anders vluchtig bladerend uit het oog verloren zouden zijn. Een zwembad: kinderen met opblaasdieren en ook watertrappelende volwassen
The artist seems to share this view with Pop Art artists. On this, Sander remarks: “In the same way the skull and the burned out candle were used in the seventeenth century to symbolise this theme, I use objects from our imagery dominated culture to achieve the same.” But at the same time it also shows a certain silliness or child-like innocence or even a kind of modern Romanticism that we find in Disney films or McDonald commercials. A wide range of variations on this topic, made by Sander some seven years ago, ended chronologically with a work that corrupted already figurative figures to the unrecognisable: a blur in which the figures have become nothing more than colourful spirits floating in water or air. The scrapbooks contain a wealth of images, mainly derived from magazines, travelling brochures or other temporary press-work. Nothing but trivial snapshots of for instance holiday resorts. Sander copied some of these snapshots, reshaped them in his own style and, by that, zoomed in on the
mannen van wie de benen, door de breking van het licht door het water, uitzonderlijk kort lijken, wat ze tot tragikomische gnomen maakt. Sterke lichamen contrasteren met verschrompelde pootjes, wilde dieren zijn verworden tot licht en kleurrijk speelgoed. De menselijke figuren zijn kwetsbaar, drijven rond in blauw en hebben hierbij geen grip op hun omgeving, behalve dan het hulpeloos dobberen, gevangen in opblaasbaar rubber. Het alledaagse, ‘platte’, maakt de werken grotesk op een lichte manier. Het zou echter een vergissing zijn om Sander te typeren als een lichtvoetige kunstenaar; ondanks het speelse element kent zijn oeuvre een zwart randje, een randje waar Sander de laatste jaren sterker naar op zoek is geweest. Hij toont mij werken met vleselijke beelden, ontblote tanden in een lijfloze mond, een druipende tong uit een donkere kier, een wanhopig omhoog kijkende Christus, bloedend onder zijn doornenkroon. De vormen zijn ondanks de duisternis karikaturaal, aangedikt in uitgedunde verf in heftig
imagery that would otherwise become quickly lost in volatile browsing. A swimming pool: children with inflatable animals but also grown men threading the water whose legs, by the breaking of the light in the water, seem exceptionally short which makes them into tragicomic gnomes. Strong bodies contrast with shrivelled paws as wild animals are reduced to light and colourful toys. Afloat in a sea of blue, the human figures become vulnerable and they display no grip on their surroundings other than floating around helplessly trapped in a mass of inflatable rubber. In a playful manner, the flatness and vulgarity of these works makes them grotesque. But it would be a mistake to typify Sander as a light-hearted artist: despite the playful undertone, most of his work also displays a dark edge, an edge that Sander has been exploring more and more in recent years. He shows me some works with carnal images, bared teeth in a body-less mouth, a dripping tongue appearing from a dark crevice, and Christ, desperately looking up underneath his crown of thorns. Thickened in depleted paint expressed in
uitgesproken kleuren. De contrasten zorgen voor versterking, de tegenstellingen heffen elkaar dus gelukkig niet op. Met de satire op de kunstgeschiedenis laat Sander een van zijn sterke invloeden zien: Giorgio de Chirico. De Italiaanse presurrealistischekunstenaar zou spotten met vooruitgangsdenken en de drang naar vernieuwing, door zich nog voordat het surrealisme goed enwel op gang kwam af te keren van deze avant-gardistische stroming. Hierinherstelde De Chirico klassieke waarden, terwijl hij de breuk met het verleden wel als definitief beschouwde. Zijn werk bestaat dus niet uit kopieĂŤn van oude meesters, maar als twintigste-eeuwse schilderijen in een klassiek jasje.Ook Sander gebruikt traditie, maar dan als een reflectie in een lachspiegel; eerlijk maar uit het lood gezet, net als de belachelijk korte beentjes van de eerder genoemde zwemmer. De vlakke, soms onheilspellende achtergronden in Sanders werk, vinden we ook in De Chirico. Het verplatte perspectief maakt dat de werken over je heen lijken te vallen,
intense colours, the shapes feel like caricatures despite their darkness. The contrasts provide enhancement which fortunately leaves the contradictions intact. With his satirical take on Art History, Sander displays one of his stronger influences: Giorgio de Chirico. This pre-surrealistic artist would mock the thought of progress and the urge for innovation by turning away from this avant-gardist movement even before surrealism actually took off. With this stand, De Chirico restored classical values, even though he regarded the break with the past as a definite one. Thus, his work is not comprised out of mere copies of old masters, but rather it consists out of twentieth century paintings with a classical touch. Van Deurzen also uses tradition but more in the sense of a reflection in a distorting mirror: honest but out of perspective, just like the ridiculously short legs of the previously mentioned swimmers. The flat, and sometimes ominous backgrounds in Van Deurzen’s paintings,
je kunt niet gemakkelijk wegkijken in een verdwijnpunt, want de schilderijen staan als een muur voor je. De figuren lijken dan ook in kleurvlakken te zweven.En ook de voorwerpen waarvan het praktisch nut onbekend is en die op een schijnbaar betekenisvolle manier gerangschikt zijn vinden we terug in Sanders schilderijen. Sanders handschrift is niet alleen in zijn stijl herkenbaar, maar ook in gekozen objectvormen. Hij wijst mij op de bol, een eenzaam oog dat meekijkt vanuit het schilderij. Eenmaal erop gewezen komt het voorwerp telkens terug in andere werken die ik zie. Hetzelfde geldt voor een in perspectief vervormde kubus, een smalle vaas, een subtiel dun draadje dat van een tafelblad hangt en een afvoerbuis waar een druppel aan hangt. Een freudiaanse lezing zou fallussymboliek herkennen en ook Sander zelf geeft aan dat het vele gebruik van roze de werken een erotische thematiek meegeeft. Juist het mysterie rondom een veronderstelde symboliek van de voorwerpen,
can also be found in the paintings of De Chirico. Because of the flattened perspective, the paintings seem to immerse you, and as a spectator it is almost impossible to look away into a vanishing point, because the works surround you like a solid wall. The figures seem to float in colour planes. These objects, their practical use unknown and apparently ordered in a meaningful manner, can also be found in Sander’s work. Sander’s ‘signature’ is not only visible in his style, but also in his choice of object-shapes. He points me to a sphere, a lonely eye that is watching from within the painting. Once pointed out, the object keeps coming back in other works I see. The same can be applied to the, in perspective, misshapen cube, a small vase, a subtle thin wire that is hanging from the table and the drain pipe from which a drop of water hangs almost suspended in the air. A Freudian reading of the works would identify a phallic symbolism and even Sander admits that the exuberant usage of the colour pink gives the works
maakt dat de werken iets intrigerends krijgen. Blijkbaar wordt er een beeldentaal gesproken welke niet binnen ons klassieke vocabulaire valt, als een geheim genootschap dat enkel zijn leden wil aanspreken. Sander geeft aan dat altijd nog de eigen invulling voorop staat. Hier wil hij de nadruk op leggen, dat de werken open worden, associatief. Mijn eerdere gedachten over de McDonald’s-figuurtjes lijkt hier prima in te passen. Sander zet de toeschouwer van het een op het andere been, haalt kunstgeschiedenis overhoop door zijn knipogen, zijn verschuivingen tussen abstract en figuratief en zijn ontmoeting dus licht en donker, zowel in kleur als in thematiek. ‘Goede kunst veroorzaakt een soort kortsluiting bij de toeschouwer. Echter het effect raakt uitgewerkt, wanneer het werk breed bekend en veel gezien is. De kunstenaar moet daarom steeds op zoek naar nieuwe strategieën om deze kortsluiting te veroorzaken.’ Naast deze kortsluiting noemt Sander ook de ‘schildersroes’ als dankbaar element in zijn praktijk, zowel voor
a certain erotic theme. Precisely the mystery surrounding the supposed symbolism of these objects, provides the works with an intriguing quality. The image-language spoken apparently does not fit our classic vocabulary, almost like a secret society that only wants to address its members. Sander indicates that individual interpretation always takes priority. He wants to emphasise this, ‘open up’ his works and make them more associative. This line of reasoning seems to fit my initial thoughts on the tiny McDonald figures. Van Deurzen confuses the spectator: he messes with Art History by using his little visual jokes, his shifts between the abstract and the figurative, and his encounters with the light and the dark, both in colour as in theme. “Good art should cause some sort of short circuit within the viewer. But when a work is well known by a broad audience, this effect wears of. Therefore, an artist should always explore new strategies to induce this reaction.” Besides the short-circuit effect Sander also mentions the so called ‘painters-rush’ as complementary to his practice, for both him as an
hem als kunstenaar als voor de toeschouwer. Deze beoogde roes leidt in zijn praktijk tot een onberedeneerd schilderen, een ongekende vrijheid, maar anders dan actionpainting waarin de roes voor volledig loslaten van controle kan zorgen, blijft Sanders stijl beheerst. Zijn werken zijn dan als een lucide droom: vervreemdende elementen, alsof opgeborreld uit het onderbewuste, maar die wel beteugeld zijn. Het is duidelijk dat Sander de toeschouwer bewust bespeelt, maar daarbij geen trucs hanteert; zijn schilderen is namelijk tegelijkertijd oprecht kijken, ook de schilder wordt overdonderd door onvoorziene indrukken en ook hij zal net als de toeschouwer daar orde in willen aanbrengen. De verf speelt hierin actief mee, want deze is in zijn verdunde vorm niet te controleren, vooral met gebruik van grote kwasten of sponzen. De kleuren zijn dan zelf vormen en stromen binnen de streken. Het spel is hier niet alleen te zien als een uitdaging of verwarring, maar boven alles als plezier.
artist and for the audience as well. In practice, this desired intoxication leads to an exorbitant way of painting, a wealth of freedom, but apart from action painting, wherein the intoxication can lead to the complete abandonment of control, Sander’s style remains poised. His works then appear to be a lucid dream: alienating elements, as if sprung from the unconscious, but at the same time tamed. It is clear that Sander consciously plays with his audience without using tricks: this because, at the same time, Sander’s way of painting reflects a genuine sense of ‘looking’ at his own work. Even the painter becomes utterly overwhelmed by the unforeseen impressions of his work and even he, just like the audience, wants to put these in order. In this process, the paint, uncontrollable in its diluted state, plays an active part, especially when applied with large brushes or sponges. The colours themselves then become shapes as they flow freely within the brush strokes. Here, the playfulness of van Deurzen’s work can not only be seen as a challenge or confusion, but above all as joy.
Over zijn meest recente praktijk, inclusief de tentoonstelling in Project Space Tilburg - Gust van Dijk, zegt hij het volgende: ‘Ik probeer de verschillende series die in het verleden zijn ontstaan te verenigen. Kunstgeschiedenis als inspiratie bron wordt nu iets meer naar de achtergrond gedrukt en maakt ruimte voor onderliggende thematieken die dit overstijgen, het vluchtige karakter van mijn werk komt prominenter naar voren, het veranderlijke. Een figuratief beeld wat overvloeit in een abstract, of in een karikaturaal portret. Ik wil dat kunsthistorische elementen in mijn werk wordt overstegen door de ideeën van onder meer Baudelaire, Griekse natuurfilosofen, Rudolf Steiner, Rudiger Safranski. Het zijn denkers die het werk fundamenteler dragen, dan kunsthistorische verwijzingen. Door sterk te variëren in onderwerp druk ik meer op dit onderliggend fundament.’
About his recent work, including his exhibition at Project Space Tilburg – Gust van Dijk, van Deurzen says the following: “ I am trying to unite the various series that I have created in the past. Little by little, the inspiration I got from Art History has moved to the background to make room for underlying themes that transcend this, the volatile nature of my work is now more prominent, the shifting. A figurative image that flows into an abstract image, or a caricature like portrait. What I want is that the art historic elements in my work are transcended by the thoughts of for instance Baudelaire, the school of Natural Philosophy, Rudolf Steiner and Rudiger Safranski. These examples carry my work more fundamentally, than the references to Art History do. By strongly varying my subject-choice, I can put more pressure on the foundation that is underneath.”
Sander van Deurzen 1975, Blerick, The Netherlands
EDUCATION 1993-1997 Academy of Fine Arts Maastricht, The Netherlands AWARDS AND GRANTS 2003 Royal Award for Painting, Royal Palace Foundation, Amsterdam (NL) 1997 Academy Award, Academy of Fine Arts, Maastricht (NL) SOLO SHOWS (selection) 2014 Project Space Tilburg, ‘The Ill Matched Lovers’, Tilburg (NL) 2013 Barbara Seiler Galerie, ‘Please Fix My Horn, My Brakes Don’t Work’, Zurich (CH) 2012 Forum für Kunst und Kultur, ’Neue Auslage!’, Herzogenrath (DE) 2011 Wetering Galerie, ‘Dust Curtains’, Amsterdam (NL) 2010 Barbara Seiler Galerie, ‘KNOCK KNOCK’, Zurich (CH) 2009 Wetering Galerie, ‘Stripped’, Amsterdam (NL) Galerie Willy Schoots, Eindhoven (NL) 2008 Wetering Galerie, ‘Chuncked and Muddled’, Amsterdam (NL) 2006 Gallerie Moderne, Silkeborg (DK) 2004 Museum De Beyerd, Breda (NL) Vrije Universiteit Amsterdam, ‘The Game Is Not Over Yet’, Amsterdam (NL) 2003 Noord Brabants Museum, Den Bosch (NL) GROUP SHOWS (selection) 2014 Van Bommel van Dam Museum, ‘Join In’, Venlo (NL) Museum Singer Laren, ‘Droomkunst’, Laren (NL) Van Bommel van Dam Museum, ‘Limburgs finest’, Venlo (NL) 2012 Museum for Modern Art, ‘Just Paint’, Den Haag (NL) Ikob, Museum für Zeitgenössische Kunst, Eupen (BE) Helmrinderknecht Gallery and Barbara Seiler Galerie, ‘Reflections on Form’, Zurich (CH) Van Bommel van Dam Museum, ‘Live Ateliers’, Venlo (NL) 2011 Museum Tongelohuys, ’Mens en Boom’, Roosendaal (NL) 2010 Vincent van Gogh Huis, ‘De Wortels van Een Meester’, Zundert (NL) Van Bommel van Dam Museum, ‘Met Andere Ogen’, Venlo (NL)
Breda’s Museum, ‘Passage’, Breda (NL) Stichting outLINE, ‘Challenging The Myth of The Painter’, Amsterdam (NL) 2008 Timmerfabriek, ‘Glocalaffairs’, Maastricht (NL) Stedelijk Museum, ‘Content Art Consumer’, Schiedam (NL) Museum Catharijneconvent, ‘Allemaal Engelen’, Utrecht (NL) 2007 Museum van Bommel van Dam, Van Bommel van Dam Prijs 2007, Venlo (NL) 2006 Dordrechts Museum, Wim Izaks Prijs, Dordrecht (NL) Art Cologne, Galerie Willy Schoots (NL) 2005 Academie-galerie, ‘Painting-relations’, Utrecht (NL) Galerie Horst Dietrich, ‘That Seventies Show’, Berlin (DE) 2004 Museum Van Bommel van Dam, Van Bommel van Dam Prijs 2004, Venlo (NL) De Branderij , ‘Vet Goeie Schilders’, Antwerp (BE) 2003 Royal Palace, Royal Award for Painting 2003, Amsterdam (NL) 2002 NBKS, ‘Vier Vet Goeie Schilders’, Breda (NL) Museum for Modern Art, Royal Award for Painting, Den Haag (NL) 2001 Museum Van Bommel van Dam, ‘Van Bommel van Dam Prijs 2001’, Venlo (NL) 2000 Stadsgalerij Heerlen, Heerlen (NL) Kunstcentrum Signe, Heerlen (NL) Works in public and private collections
NT 36x30.5cm 2014 acrylic on panel
Artist Sander van Deurzen Curator Riet van Gerven Designer JinHee Kwon www.a-text-forms.com Text and poems Robert Proost www.robertproost.nl Translation Heleen Klomp Office assistants Joost Ariens Wendy Wilbers Jan-Willem van Rijnberk without his generous support none of this would have been possible
Š 2014 SEA Foundation www.seafoundation.eu Project Space Tilburg - Gust van Dijk
Tivolistraat 22, 5017HP Tilburg, The Netherlands +31 (0)13 5444495
l vase,
Š 2014 SEA Foundation www.seafoundation.eu
the, in perspective, misshapen
lonely eye,
cube,