ASG 208
Transcriptie: (m.u.v. Franse tekst)
Mevr. M. Torbijn-Reijnhout Mevr. S.J.P. Ooostdijk- de Kraker
Onderwerpen: Pagina’s: -
-
-
-
-
-
Voorstel van de Raad van State betreffende bijdragen in de oorlogslasten Lijfrente van £ 4.000 per jaar voor Vrouwe Loyse de Croy, laastelijk weduwe douarière van de heer Johan van Bourgondië Stuk over het tractement (salaris) van de Prins van Oranje Voorwaarden en condities waaropo Raadsheer Planen in opdracht van de Gecommitteerde Raden van de Staten van Zeeland land in de polder van Triniteyt (- en bij Triniteyt behorend land – verpacht Opmeting en verpachting van vorengenoemd land Grote opmeting en legger van het land liggende in de Zuidpolder van Triniteyt, het Doelderspoldertje, Kerkepoldertje, Grote- en Kleine Zoutepolder en de Sint Annapolder Verzoekschrift van Arnemuiden over kwijtschelding van de 100e penning aan de Staten en de Grafelijkheid van Zeeland Advies op verhogen van de aluin, enz. Borgstellingen door de comptabele officiers (administrateurs) voor de Gecommitteerde Raden van Zeeland Verkorte staat van de maandelijkse oorlogslasten die te betalen zijn in Zeeland Instemming met de lasten die aan Zeeland zijn opgelegd Instemming met de lasten die aan Friesland zijn opgelegd Instemming met de lasten die aan Utrecht zijn opgelgd Aandeel van provincies, steden en landen in de kosten in het ontzet van Maastricht en de voortzetting van de oorlog Instructie voor de Gecommitteerde Raden van de heren Staten van Holland en West-Friesland i.v.m. advisering aan de Prins van Oranje Uittreksel uit het register van de resoluties (besluiten) van de Hoogmogende Heren Staten Generaal der Verenigde Nederlanden Paspoorten Punt om n iet te vergeten om op de vergadering van de Staten van Zeeland in te brengen Voorstel van raadsheer Teelinck om een gracht te maken bij Oost-Duiveland Schipper Cornelis van Oudenierop verneemt dat de gerezen problemen zijn opgelost Extracten uit de stukken van Meester Jan van de Warcke, als Gedeputeerde van de Staten van Zeeland, op de vergadering van de Generale Staten in Holland, geschreven aan de Staten van Zeeland, op 25 april 1590 Rekest van raadsheer d’Hiniosa Rekest van P. Arent van Dorp Rekest van Pieter Cornelis Crouser Rekest van de Capiteyn Jooz de Moor, vice-admirael van Zeeland
1- 6 7- 9 10-14
15-41 42-46
47-71 72-77 78,79 80-82 83-97 98-100 101-104 105-109 110-115
116-124
125 126 127-138 139-142 143,144
145-149 150 151-153 154 155-158
Pagina’s: -
Rekest van de Boeraet- en Taffafloerwerkers Brief van Jacob Valcke aan burgemeesters en schepenen van van Goes over betaling van gelden voor de oorlog - Stukken betreffende de visitatie van Dreischor (Dreysscher) - Stuk betreffende de vergelijking van betaling van oorlogslasten tussen de provincies - Rekest van monsieur Ortel - Extract uit de notulen van de heren Staten van Zeeland betreffende betaling en levering van bier - Stuk betreffende de fortificatie van Brouwershaven - Stuk betreffende waardevaststelling van gouden munten en penningen - Advies van rentmeester Hane over de zaak Dreyscher (Dreischor) - Stuk betreffende het schuldig zijn van 3.000 voetknechten en 600 paarden door de Engelse majesteit - Stuk betreffende het nemen van een besluit met betrekking tot de handel op Frankrijk - Consideratie bij het monsteren van Engelsen - Stuk betreffende het aanstellen van nieuw krijgsvolk en de vaststelling dat met 2.000 mannen meer uitgericht kan worden - Protest van Zierikzee tegen Brouwershaven over het niet betalen van de jaarlijkse dijkgelden en waterpenningen - Verzoek van Gelderland tot aanwijzing van enkele vertegenwoordigers om de Prins van Oranje van advies te dienen - Extract uit het register der resolutien van de Staten Generaal over de werkingsfeer van de Staten Generaal ten opzichte van de Gedeputeerden van de provincies - Antwoord van de Staten Generaal op het voorstel van de heer Warcke betreffende de klachten van de Staten m.b.t. monstering en discipline van Engelse soldaten - Brief van Gedeputeerde raden en Staten van Zeeland aan burgemeesters, schepenen en de raad van Goes over levering op verzoek van de Franse Koning van granen en buskruit - Brief van de Gecommitteerde Raden van Staten van Zeeland aan burgemeester, schepenen en de raad van Goes over de delicten van het oorlogsvolk - Notulen en besluiten van de Staten van Zeeland over de voorziening van graan, buskruit, ammunitie, enz. - Brief aan burgemeesters, schepenen en raad van Goes over de handel van zeep, olie, zaad, enz. - Extract yut brief van meester Adriaen Cooper, lid Gedeputeerde Staten van Zeeland aan de Staten van Zeeland uit “s- Gravenhage over de oprichting van zeepziedrijen in Holland, Brabant en Vlaanderen en dat daarom de accijns op zeep, olie en zaad dient te worden verminderd
159-161 162-164 165,166 167,168 169-181 182-186 187 188 189-191 192 193,194 195-199 200,201 202-204 205,206
207,208 209-221
222-224
225 226-230 231
232-234
pagina’s -
-
Brief van de zoutzieders van Arnemuiden aan die van Goes over een nieuwe impost (accijns) op de turf van Geertruidenberg Kopie van stuk van Prins Maurits over het kleinzout Extracten aangaande de neutralisten (neutrale plaatsen in de oorlog Stukken voor burgemeesters, schepenen en de raad van Goes over inkomsten, oorlogslasten en fortificaties in Zeeland en het verzoek om een gedeputeerde af te vaardigen Rekest en stukken over Daniel Remauline (Remalme) uit naam van de kinderen Haesdonck Rekest van Brouwershaven over de versterking van de stad Stukken over de kleine visserij
235 236-238 239-241
242-248 249-255 256,257 258-262
Persoonsnamen: Aagache 161 Adams, Jan 34,63 Aelman, Ferdinant 242 Aersen, J. 144 Aerssens, 194 Aerssins, C. 221 Alles, Jaques d’ 82 Allesse, H. Jan 160 Andriesen, Pauwels 25,54 Backer, 150 Baerse, P. van den 248 Baerse, Pieter van 160 Balten Velen, M. 157 Baraevelt 207 Barthels, Jan 39 Barthssen, Jan 68 Beauquary, Christofle du 161 Beer, Ingel de 30,59 Beer, Marinus de 29,30 Beer, Marqus de 58,59 Belle, Jasper van 53 Blancquet, Jacquus 144 Blancx, Nicolaes 158 Blanet, Jacques 161 Blykert, P. 166 Bodley, Thomaes 125,177,207-209 Boghe, J. 251 Borc, 150 Bouwenssen Schot, Geleyn 184,185 Braemsloot (Braensloot), Walraven van 82,156,157 Brecht, Jo(o)s 29,31,58,60 Bree, Gillis de 29,58 Bruninck, raetsheer 10 Brusle, Bernaerd du 160 Brusles, Jehan 161 Bruyne, Pieter de 39,68 Buchier du, Nicolas 160 Bullaert, Anthoni 126 Buremans, Gilles 160 Bye, de 195 Camerlinck, Frans Michielssen 182,185 Camerlink, Frans Franssen184,185 Camps, Pasguier des 161 Cant, Reynier 205 Catz, Jonckheer Chaerles Pieter 25-27,34,54-56,63 Claessen (Clayssen), Simon (Symon) 21,34,49,63 Clement, Nichollas 160 Cock, Maarten (Maerten) de 28,57 Constant, Philips 80 Cooper, Adriaen 232 Coopet 207 Cort, Jan Pieterssen 81 Coullerne, Everardt van 158 Couser, Joncheer Cornelis 154 Crans, Jacob 28,35,57,64 Crouser, Pieter Cornelis 154
Croy, Vrouwe Loyse de, weduwe van wylen d’Heer van Froymont, Johan van Boigoigne 7 Croy, Vrouwe Loyse, eertyts weduwe douagiere van den Here Marques van der Vere 7,8 Dack, Jan 30,59 Danckaerts, Antheunis (Anthonis) 37,66 Dane, Jacob 19,33,47,62 Dellens, Anthonie 160 Denis, Taurin 160 Dienaere (Dienare), Ambrosius 37, 66 Diericxssen, Cornelis 182 Dierkens, Jan 19,47 Doelder, Jan 19,20,47,48 Dorp, Joncheer Arent van 151,153 Drake, Franchois 181 Duvelant 238 Duynen, Bernhard van 81 Elisabeth I, Majesteyt van Engelandt, Conclijke Majesteyt) 93,127,156192,195,196,208-221 Fainacques, Lion des 161 Forts(s)en, Jan 165,189 Gast, Merten de 81 Geerbrantssen, Geerbrant 81 Geertssen, Dierick (Dieryck) 37,66 Gilpin 6 Gort, Marinus Cornelissen 253 Govaert, Cornelis 21 Govaert, Gys 19,47 Govart, Cornelis 49 Grouwe, Jacob van de 37,66 Ha(e)ne, Tristram J. 189,191 Ha, Adriaen van der 26,55 Haege, Jan van der 81 Haesdonck, Elizabeth 250 Haesdonck, Jan van 249,250,252,253,255 Hamerliing, Joos23,24, 52,53 Harbart, Jan 22,50 Hecke, Symo(e)n van 37,38,66,67 Heermale Roorda 207 Heggen, Jacques (Jacqus) ter 24,31,53 Heindricxzoon, Dieryck 165 Hendricxen, Dierick 189 Hendrik IV van Navarra, Majesteyt of Conynck van Vranckryck 90,99,100,146,147,167,201,222,226,227,245 Herbey 177 Heyndricxssen, Arnout (Arent,Arnoult, Aernout) 184,185,186 Heyndricxssen, Pieter 181 Hiniosa, Pieter 150 Houck, J. 160 Houcke, Jan 40,69 Hoyel, Henry 160 Hoyel, Jacques 160 Hubert, Pauwels 81 Jacobssen, Bastiaen 126 Jacoby, Daniel 203,204 Janninus, 187 Jardin, Guillaum du 254 Joncquere, Andrien 160 Jugenhaven, Capiteyn 134 Kaerle, Keyser 93 Kaminga, 144
Keetelaer, Dignus 80 Kervinck (Kervynck), Pieter 20,27,36,48,56,65 Lanen, P ,43,46,47,66 Leycester, Grave van 102, 143,144 Leynsen, Cornelis Jonge 81 Lieman, Thiery 160 Lobel, Hans de 160 Lodewycx, Joos 39,68 Lonbart, Martin 161 Looper, Bartholomeus 80 Maeckere, Aernout de 19,23 Maillet, Piere 160 Maker, Adriaen de 39,68 Maker(e), Aernout (de) 41,47,52,70 Male, 194 Man(ne)ma(ec)ker 72,150,157,242,243,252 Mansfelt, Graeff Karel van 151 Margriete, Vrou 152 Marquette, Vrouwe van 132 Messdach (Mestdach), 23,52 Meyn, Pieter 25,54 Meyros, Nicolaes 80 Michielssen, Hartman 235 Moesberghen 205 Mogge, Marinus 81 Moliaert, Meester Pieter 7 Moor, Jans de 155 Moor, Joos de 136,155-158 Musaert, Adriaen 39,68 Nenejans, Joos 160 Nes, J. van 126 Neue, Joris de 80 Nimia 207 Noussen, Adriaen 235 Nouts, Johan 181 Noutsen, Pieter 33,34,35,62-64 Ooren, Vincent van 39,68 Oranje , Prins Maurits (Excellentie, Gouverneur Generaal, stadtholder, Graaf van Nassau) 8,1014,89,96,103,111,114,116,117,120-122,127,131,133,137,151,156,236 Ortel(l) 169,173,176,177,179,181 Ottens, Lenaert 26,55 Oudenierop, Cornelis Pieterssen van 144 Oudernierop, Cornelis van 143 Parma (e), Hertoge van 151,188 Partis, Qunten 160 Pauli, Jan 205 Pauwels, Pieter 25,27,54,56 Perduyn, Jaspartenzoon 160 Philips II (Edele Majesteyt, Coninc = wrs. Philips II) 19,26,28,30,33,47,55,57,59,62,93,188 Pierssen, Ingel 32,61 Pieterse, Ingel 32 Pipaert 160 Pipaert, Jaspart 160 Pique, Gabriel 160 Pitte, Jaques van de 38 Planen, raetsheer 15,18,19,37 Pol, Pieter 26,55 Poorter(e), Adriaen de 29,30,34,58,59,63
Preune(Pruenen), Catharina 249,250,252 Putte, Jacques vande 67 Putte, Jan van de 33,62 Rechtere, C de 14 Relle, Jasper van 24 Remauline (Remalme,Renialme), Daniel de 249,252,253,255 Renesse van der Aa, 205 Requout, Hector 144 Reygersberch, Pieter 82 Reykert, 168 Reyngout, 151 Reyniersen, Reynier 81 Rezen, Pieter 90 Ricke, Pieter de 158 Roëls, C.158, 225,229,230,231,244 Roëls, Christiaen 138,204,224 Roels, Christoffel 200 Roëls, Cornelis 166,168,188,192 Roels, l. 61-64 Roels, Laurens 32,33,34,35 Roelsins, 127 Rogier, Vincent 160 Roosboom, Henrick 251,253,254 Rose, Pieter 157,158 Ruysschere, Luenis de 27,56 Rycken, P. 229 Ryckert, P 138,192,225,231,242,243 Sack, Jan 30,59 Saldaigne, van 226 Sandelyn, Joncvrouwe Catharyna 135 Scheppere, Jan 23,52 Schoutens, Pieter 80 Serlippens, Jan 23, 25,27,52,54,56 Smalleganghe,252 Solms, Grave van 131 Soudan, Hermes 161 Steelant, Herman van 19,47 Ste(e)lant, Michiel (van) 32,33,35,61,62,64 Stevens, Adriaen 69 Stevins, Cornelis 40,69 Stevins(stevens), Daniel 19,20,23,24,25,29,31,35,40,46-48,52-54,58,60,64,69 Stomelinck, Anthonius 29,30,58,59 Storm, Aert 80 Stricker, Jan 26,55 Teelinck (Teelincx), T 6,134,136,139-140,143 Terheggen, Jacqus 60 Ternoy, Caron 160 Tiederhoven, Goedevard van 81 Traseignies, Aernout van 153 Traseignie(s), Charles van 151,153 Traseignies, Gilles van 152 Traseignies, Pieter van 152 Tumery, Symon 161 Valcke, Jacob 143,164,167 Velde, Jacob van der 80 Velde, Pieter van de 190 Vermeulene, L. 25,54 Vermoelen, Jan Pieterssen 144
Vincke, Adriaen 28,32-34,57,62,63 Visscher, Bruesen de 32,61 Vlaminck, Caerle 32,61 Vogel, Coenraed de 81 Vos, Jan 32-36,53 Vos, Jan de 24,61-65 Vos, Pauwels de 19,47 Vyncke, Adriaen 35,61,64 Warck(e) 207,209 Warcke, Jan van de 145,148,228,232 Wauters, Floris 57 Wauters(e), Joris 28,57 Wilkes (Wiekes) 207,209,230 Wilkes, Thomas 181,195 Willem, Johan de 160 Winckel, Joos van de 57 Wispelaer, Francois de 28,30,57,59 Witte, Cornelis 25,54 Witte, Sebastiaen van de 254 Woortwijck 207 Wout, J. van der 126 Wyncke, Joos van (de) 28,35,64 Zalinghen, Lucas van 253 Zuylen, 143 Zuytlandt, Joost Marinussen 80
Aardrijkskundige- en zaaknamen:
Admirael Generael 96 Admiraliteyt 94,96,102,103,104,109,119,120,131,144,225 Aken 239 Amsterdam(me) 232 Antwerpen 73,110,159,160,255 Antwerpen, Borghemeesters, Schepenen ende Raedt der stede van, 250,251 Arn(e)muyden 72,73,75,81,127,128,152,235 Arnemuyden, Magistraet 127 Axe(l)le 100,164 Baendyck 20,23,24,26-31,36,48,52,55-60,63 Beoisterschelt 191,261 Berg(h)en (op Zoom) 83,99,164,240 Bewesterschelt 152,261 Biervliet 84,99,164 Bra(y)sdyck 24,25,27,28,53,54,56,57 Brabant 95,102,114,154,156,219,232,233 Brabant, Hartochdomme 114 Breda 94,240 Breslans 78,79 Briele 94,176 Brouwershaven 81,88,187,202,223,227,256 Brouwershavensegat 141 Buren, Graeffschap 113 Camere vande Rekeninge 13 Capelle 202 Capi(e)teyn(en) Generael 10,116,121,156,174 Catz, Jonckheers Charles Pieters straetken 27,56,63 Catzenellenboge 236 Ceulen 239 Claeskercke 202 Cleven 239 Crayhouke, 60 Crayhove 31 Craynest ‘t 40,69 Culenburch, Graeffschap 113 Cuyck 236 Daesbourg 236 Delffshaven 126 Delft 185 Deurwaerder 123 Deventer 107,108 Dietz 236 Doelderspolderken, (Jan de) 19,21,36,47,48,65 Donay 78 Drachten 110 Drente 102,110,113 Dreyscher 165,166,189,190,191 Duerstede 108 Duvelan(d)t 134,139/140,141 Duvelant, eylande van 139/140 Duvendijcke 202 Duynkercke 141 Eems 110 Eendrecht 139/140 Embden (Empden) 104,239
Emse 103 Engelan(d)t (Engelsche,Ingelandt) 78,93,192,195,196,209,214,216,218,220,225,226,230 Enghelsche kercke 100 Franicker 110 Fro(y)mont 7 Geertruydenber(ge)ch 11,235 Gelderlan(d)t 164,205,219 Gelre 110 Gelre, Furstendomme 110,112 Gendt 151 Gendt, pacificatie 110, 239 Generaliteyt 3,5,6,92,93,95,96,109,110,200,230,232, Gheertsdyck 153 Ghelderlandt 95,100,109 Goes 80,129,132,162,165,167,187,188,192,202,222,225,229,231,235,242,243,255 Gouvernement 10 Gouverneur 85 Gouverneur Capiteyn Generael ende Admirael 236 Gouverneur Generael(s) 111,114,116,196,214 Grave 236 Gravenha(e)ge, ‘s (Hag(h)e (in den) 11,14,144,122,124,143,162,194,232,238 Gro(e)ni(n)g(h)en 103,110,113 Groenwiten 169 Hamborch (Hamburch) 239,249,253 Hollan(d)t 5,7,10,12,13,89,92-95,97,100,102,107-110,112,119,121,122,131, 139/140,145,147,149,150,156,170,181,235,236, Holland ende Zeelant 13,14 Holland, Graeffschap 110 Holland, Hof(f) van 7,9,78 Hollandt ende Zeelandt, Staten van 10,11,14,215,218,219 Hollandt, Staten van 11,13,93,104,150,182, 205,235,239 Hollandt, Zeelandt ende Westvrieslandt, Hove van 238 Hollant ende West Vrieslant, Staten van 116,123,124 Hollant ende Zeelant, Gouvernement van 12 Hollant, Provincialen Hove van 253 Hollant, Rekencamere van 12 Hoogen Raede 7 Hooghen Raet van Hollandt 223,227 Hove Provintiael 150 Kerck(en)wege 24,49,53 Kercke(n)polderken (‘t)19,21,21,35,47,49,50,64 Kerckwech 25,54 Lauwers 110 Leeuwerden 110 Lieffkinshoeck (Liefkenshouck) 100, 243,246 Linghen 110,113 Lissingen 236 Luyck 239,241 Maestricht 110,115 Mechelen 114 Mechelen, Grooten Raedt tot 151 Meulendijck (Meulendyck,Muelendyck) 20,23,48, 52 Middelburch (Middelnurgh) 58,80, 126,127,129,131,136,138,154,156,157159,164,166,168,187,188,192,202,223-225,227-229,231,242, 244,247,252,253,254 Middelburch, Burchmeesters, Schepenen ende raet der stadt 127,247 Mo(u)ffescransse (Mouffeschans) 20,21,23,35,48,49,52,64 Nassau 236 Nayhoecke 34,63
Nederlanden (Nederlant) 78,173, 178,179 Nederlanden, Vereenichde 125 Neusen (Ter – Neuzen) 15,18,32,41,42,43,46,61,71,100 Nieuotene 20,48 Nieuwe Schansse 94 Nimweghen 205 Noortbevelandt 153 Noortdijck 189 Noortgouwe 189,190 Noorthollandt 103 Nyeuwerkercke 202 Oistende 164 Ommelanden 102,103,110 Ommelanden, Vr(i)essche 110,112 Ontvanger Generael 3 Oostduvelant 88,139/140 Oostdyck 87 Oostende 99 Oostvaert 63 Orangnen 236 Overysel 95,109,100,110,112,219 Pond boteren, ‘t 32,38,61,67 Poortvlietsche sluys 142 Portugael 106,145,146,167,181 Provincien(provintien), geunieerde 83,110,113,139/140,162,198,205,207,209,226 Provincien(provintien), Vereenichde (Nederland(t)se 96,126 Ra(e)d(e)t (Raeden) van Sta(e)te(n) 1,3,6,10,95,97,101,102,105,106,120,121,123,142,146,162,169,170,172,175,176,179,195,196,205,214, 219 Rade van State der Vereenichde Nederlanden 143,144 Reelo 115 Rentmeester Generael 189 Reyda 104 Reymerswale 81 Roompot 139/140 Saldaigne 90 Saute polderke, cleenen 47,61,62 Saute polderke, Grooten 47,61,63 Sautenpolder(ken) 19,32 Schouwen 80,98,139/140,141,202,203 Sint Vyt 236 Sinte Anna (Anne) polder(e) ken 19,37,38,47,66 Sneeck 110 Soetelinkercke 153 Souten Speye 39,68 Soutenpolder 33,34,36 Spaignen 78 Spaingnaerden 110 Sparcx polderken 39,40,41,68,69,70 Speydyck 37 Speye 41,70 Speys polder 37,66 Sta(e)ten Generael 6,10,72,83,87,90,95,105-107,109,125,126,137,143,162,175-177-181,205,207212,215,231 Hollant, Zeelant ende Vrieslant,stadhouder van 13, 103 Stadts dyck 127 Staet(en) Generael der Vereenichde Nederlanden 11,169,194 Staten Generael der Vereenichde Nederlandssche provintien 194,205
Staten vande provincien 195 Steenschietens, die 152,153 Steenwyck 103 Superintendent Collegie 103,131 Sutphen, Graeffschap 110 Suydtbevelandt 189 Teemssche, Couwerburch ende Steenbrugge, Heerlicheyt van 151 Tercera 79 Tholen 81,88,,89,98,130,131,133,154,202 Tholen, eylande van der 139/140-142 Thoulouse 79 Tournay 114 Tournezyn 114 Trasegnies 151-153 Tresorier Generael 196 Tresorier generael van Zeelandt 80 Triniteyt(Tryniteyt) 15,19-21,23-26,34-36,41-43,47-49,52,54,55,63-65,70,71 Unie 110,113 Utrecht 91-93,100,105,108,110,113,147,149,164,219 Utrecht, Staten van 105-109,205 Valenchyn 114 Veluwe 108 Vere,7,8,55,81,82, 132,202,236 Vereenichde landen 94 Vereenichde Nederlanden 10 Vianden 236 Vlaemse 110 Vlaend(e)ren 95,102,114,137232,233 Vlaenderen, Graefschappen 114 Vlissing(h)en (Vlissyngen) 8,37,66,81,83,85,95,100,131,134,157,182-185,202 Vossemaer 189 Vranckrijck 78,90,93,99,100,146,147,159,167,192,193,200,222,226,227,246 Vrieslandt 7,92,93, 100,101,102-104,108-110,112,145,147,149,164,206,236 Vrieslandt, Gedeputeerde Staten van 101,104 Vrijdorpe 202 Vyngellyck ‘t (Vyngerlyck ‘t) 39,68 Wagheninghen 108 Walcheren 80,157,258 Weerden (Waarde) 252 Welsinghen 152 West Vrieslandt (Westvrieslandt) 89,103,120,121,156 Westvaert 64 Wissekercke 153 Woerden 238 Yselsteyn, Graeffschap 113 Zeeburch 136 Zeelan(d)t 7,72,83-85,89,92,93,98-100,102,103,108-110,112,125,131,133,135,138142,144,149,150,154-156,162-167,192,200,202,206,232,233,236,242,243,246,247, Zeelan(d)t, Gecommitteerde Ra(e)den van de Staten van 43,80,85,116,120124,136,138,143,150,151,154,156,157,158,160,168,182,183,192,203,204,215,225,229,231,240,242, 249,252 Zeeland(t), Sta(e)ten van 80,86,87,88,90,100,143,145,148,151,154,155,157,162,256,258,260 Zeelandt Beoosterschelt, Graeffelicke domeynen 189 Zeelandt bewesterschelt 9 Zeelandt, Graeffelicheyt van 7,9,72,150,154,155,158,249,256 Zeelandt, Graeffschap van 110,189 Zeelandt, Hoff van 158 Zeelandt, Staten van 11,12,15,17,19,43,47,98,127,129,139/140,166,167,
182,187,188,189,192,194,200,224,225,226,227,228,229,230,231,232,235,238,239,240,244,247 Zeelandt, vice-admirael van 156 Zeelant, Ghedeputeerde Staten van 98,99 Zeelant, Hoff van 252 Zeelant, Provincie (van) 83,84,86 Zeelant, provintie van 154 Zierickzee 37,66,81,129,130,131,132,133,139/140,141,191,201,204,227,235 Zijpe 139/140 Zonnemaer 189,190 Zuyd(t)-beve速lan(d)t 80,88,252 Zuytphen 107,108 Zuytpolder 19,31,47,49,60
ASG 208.
1
Copie. Propositie van den Raede van State. Copia. Myn heeren, Die van den Raede van State hebben uw Edele nu tot verscheyden malen verzocht om te nemen een vruchtbare resolutie op de contributien van de jare achtentachtich ende negenentachtich nae advenant van dat die oncosten vander oorloige inde zelve jaren by ramynge commen te beloopen. Waervan hoe vele gelegen is uw Edele wel connen verstaen, in zonderheyt oock dat zonder de zelve met de provintien.nyet pertinentelyck geliquideert can worden ende veel min geweten, hoe nae dat die zelve respective haer contingent betaelt hebben, ende oft zy 't onder oft te boven commen. Soo hebben die vanden Raede voornoemt uw Edele alsnoch wel willen vermanen ende verzoecken daerop op ‘t spoedichste een alzulcke eenparige resolutie te willen formeren als den dienst van den lande requireert, ende daermede die zaken staende ter maent gehouden mogen worden.Ten minsten dat boven de £ 200 duizend ter maent voorden jare 1588, die somme van £ 600 (zoo daerby £200 tot resisterende vande Spaenssche vlote geemployeert zyn) ende voor den jare 1589 £ 300 extraordinaris ingewillicht mogen worden. Nu is het oock zoo dat het jaer 1590 voor de deure is, ende de vyandt tegenwoortelyck zyn crychsvolck in winterlage refrescerende buyten allen twyffel metten eersten bequamen tyt
ASG 208. 2 ons wederom met alle zyn gewelt zal commen bespringen ende op den hals liggen, waertegens in tyts ordre genomen moet worden ende versien op de middelen tot bescherminge ende handhoudinge vande Staet van den lande noodich zynde. Soo zal het uw Edele oock gelieven op 't spoedichste resolutie te nemen op de contributien vande toecommende jare 't negentich. Ende want wy nu in dese loopende jare metter daet gesien hebben, hoe weynich crychsvolck wy te lande hebben connen bryngen, die garnisoenen eenichssins in redelickheyt bezet blyvende, waerduer die Staet vanden lande grootelicx gepericliteert wort ende by eenich ongeval van oorloige lichtelick geschapen zoude zyn inde uuterste schade ende verlies te vallen, byzunder zoo eenige quartieren zonder vestingen van importantie geheel open liggen, de welcke de vyandt met cleyne macht lichtelick zoude connen wechdraghen, ende daermede eenige andere quartieren affsluyten ende andere daeruut geheelick devasteren ende bederven. Waeromme noodich zal zyn de zelve contributien zulcx te begrooten dat daeruut boven de ruyteren ende knechten tegenwoortelick in dienste zynde tegen den anstaenden zomer dry duysent goede voetknechten ende dryehondert peerden mogen worden gelicht, ende voor een tyt van zes maenden onderhouden ende betaelt, dat oock regard genomen worde op de grootheyt ende extraordinaris oncosten de welcke die tochten mede bringen, zoo wanneer eenich volck van oorloige te velde gebracht wordt, verre excederende 't gene dese voorleden jare by raminge daervooren in state gestelt es geweest.
A.S.G. 208.
3
Inzunderheyt zoomen dickmael den vyandt op eene tyt twee, drye ende meer plaetssen het hooft moet bieden, 't crychsvolck doen marcheren ende alle behoeften doen navoeren. Insgelycx dat noch nootelick eenige fortificatien die en gemaect buyten de contributerende provintien die voor 't meerendeel tot laste vande Generaliteyt zullen becosticht moeten worden by gebrecke van andere middelen. Dat oock inden ordinaris staet geen mentie gemaect en is van eenige pionnieren, die welcke te velde achter wegen nyet en mogen gelaten worden, immers in gevalle die soldaten wercken dat men de zelve extraordinares daervan moet betaelen. Behalven noch vele oncosten van vrachten ende uuytdeylinge van vueres, die neyt gecort en mogen worden. Is daeromme 't verzoeck van de voornoemde Raede dat uw Edele voor den toecommende jare 1590 willen continueren over de vier contribuerende provintien die tegenwoordige repertitie ende betalinge van 't cryghsvolck ende andere ordinarissen lasten. Ende bovendyen noch vyff hondert duysent guldens eens extraordinaris, ende dat ten minsten de zelve extraordinaris ÂŁ 500.000 an zuyvere penningen opgebracht worden an handen vanden ontvanger Generael, om bekeert te worden zulcx in 't Generael den dienst vande landen meest zal vereysschen. Zonder dat oock by den provintien de zelve tot der equipagie te water angetast zullen mogen worden, gelyck inden voorleden jare wel geschiet is, zoo daerop geen staet gemaect zynde, de zaken te lande daermede grootelicx verachtert ende-geintriceert worden.
ASG 208.
4.
Ende op dat voortaen dyergelycke abuys ende inconvenienten voorgecommen mogen worden. Alzoo by gebrecke van behoorlyck opsicht het belyt ende directie der convoyen ende licenten die goede ordre die op den zelven met zeer rype deliberatie groote moyte ende arbeyt tot merckelycken dienst vanden lande ende vermeerderinge der voorschreven middelen gestelt ende nu ettelicke jaren zonder wederzeggen ofte clachte van ymande in treyn ende ende practycquen is geweest, in en geheel verloop is gecommen waerduer de incompsten der zelver die anderssins op eenen eenparigen voet ende beleydinge met behoorlycken ordre geheven ende geadministreert zynde, nyet alleenlick tot de costen vande equipaige ende onderhout vande schepen van oorloige tot bescherminge deser landen noodich, ten vollen zouden connen genoech doen, maer uut de welcke bovendyen noch merckelick sommen dicmaels tot den noot ende dienst vande lande voldaen zyn geweest alsnu, nyettegenstaende (God loff) die traffyquen vande lande in redelicken ganck is ende alle stroomen by nae geopent zyn, zoo weynich inbrengen dat de voorschreven equippaige nootzakelick uut andere middelen tot grooten bezwaernisse vande lande ende vermeerderinge vande middelen ende consenten tot de oorloige te lande ingewillicht, noch dagelicx geholpen moet worden. Ende dat bovendyen de voorschreven disparige ordre ende directie veroorzakende es groote diversie van neeringe ende vele misverstanden onder den provintien. Soo en hebben vanden voornoemde Raede ampshalven nyet mogen laten gelyck zy
A.S.G. 208.
5
hier tevoorens tot meermaelen gedaen hebben uw Edele jae ernstelick zy eenichssins mogen alnoch te vermanen ende verzoecken, de zelve gelieve metten eersten 't placaet ende instructien op den opheve der voorschreven middelen lest ingestelt wesende van nyeuws te examineren opden naem van uw Edele nae bevindt der zaken 't arresteren doen publiceren ende onder eene gemeene ende eenparige directie in 't werck stellen, waer in zoo uw Edele der voorschreven vande Raede advys goet vinden te gebruycken, zullen der geerne tot dienste vande lande den heeren ontdecken die principaelste stucken die zy in 't voorschreven placaet ende instuctien duer de voorleden exercitie bevonden ende geleert hebben inzonderheyt tot goede directie der voorschreven middelen noodig te wesen. Voorts om tegens 't saisoen te meer crychsvolck te velde te mogen brengen, zullen uw Edele oock gelieven indachtig te wesen om te vermanen ende induceren die voornaampste steden van uwe respective provintien om eenich crychsvolck in waertgelt tot haren costen te onderhouden, de welcke zy om een cleyne soldye wel zullen connen gecrygen van haren borgers oftandere, die ondertusschen haer handtwerck wel mogen blyven doen, ende oock inden steden wacht houden tot verlochtinge vande andere borgers, gelyck alreede by eenigen steden in Hollant gedaen is, om in tyde van noot van wegen der Generaliteyt gebruyct te mogen worden in frontier plaetssen in plaetsse van andere garnisoenen midts ontfangende voorden zelven tyt alzulcke gaegen als andere crychsvolck vanden lande.
ASG 208.
6.
Alzoo mede die Generaliteyt van geen geschut en is versien om te lande te gebruycken, ende die steden dickmael weygerich vallen het hare uut te leenen, waerdeur den dienst vanden lande dickmael verachtert wort. Soo zal uw Edele gelieven eenich middel te ramen tot vier canons ende acht halve canons met hare equipaige om in 't velt te gebruycken ende anderssins zulcx als den dienst vanden lande zal vereysschen. Aldus gedaen inden Raede van State ende geresolveert den heeren Generaele Staten voorgedragen te worden, den 7 den decembris anno 1589, ende was geparapheert T. Teelinck rt. Onder stont gescreven ter ordonnantie vande Raede van State ende geteeckent Gilpin.
ASG. 208. 1589 mei 20
7. An Edele mogende zeer voorzienige heeren de Gecommitteerde Raeden vanden Staeten ’s landts ende Graeflicheyt van Zeelant.
Geeft reverentelick te kennen Meester Pieter Moliaert als Raedt ende uuyten naeme van Vrouwe Loyse de Croy, lest weduiwe douagiere van Heer Johan van Bourgoignen in zynen levene heere van Froymont ende te voiren naergelaten weduwe van Heer Maximiliaen van Bourgoignen in zynen leven Marquis van Vere etc. hoe dat tot voordeele van hem suppliant in de voorschreven qualitteyt ende tot achterdeele vande Graeflicheyt van Zeelant gewesen is inden Hoogen Raedt, zekeren sententie in daten den 20en meye lestleden, daerby de voorseyde Vrouwe Loyse aengerwesen is de somme van zesthien duysent zeven hondert achtenzeventich ponden, scellingen ende penningen van veertich grooten Vlaems ’t pondt als reste van ’t verloop van eene lyffrente van vier duysent gelycke ponden ’t sjaers, staende ten lyfve vande voorseyde Loyse de Croy, verschenen den derden decembris anno 1585 ende daer te voiren ende daernaer als annis 1588, 87 ende 88 midtsgaders den 3den juny anno 89
ASG 208.
7b.
noch drye jaeren, ende een half der voorseyde rente bedragende veerthien duysent gelyck ponden, verschenen zyn dan alsoe hy suppliant beduchtende es dat uwe Edele omme eene zoo groote somme van penningen gereet te furnieren, alsnu nyet voorzien en zyn. Ende dat hy wel bereyt es opte betalinge van dien met uwe Edele in vrientschappe te overcommen zoo verre de zelve daertoe zouden begeeren te verstaen. Soe versouct hy suppliant dat uwer Edele geliefve hem inde voorschreven qualiteyt te doen hebben in minderinge van alle ’t voorscreven achterwesen de somme van vyf duysent guldenen tot vervullinge vande schulden ende noodelicke behoufte vande voorseyde Vrouwe Loyse de Croy. Ende opte betalinge van ’t voirdere met hem te verdragen, eensdeels midts constituerende nieuwe erfrenten, ende eensdeels midts maeckende zekeren daegen ende termynen zulcks als ten minsten quetse te weerzyden, ende in billicheyt bevonden zal worden te behoiren, dit doen etc.
ASG 208
- 7c Supplement voor Meester Pieter Moliaert nomme Vrouwe Loyse de Croy weduwe van wylen d'Heer van Proymont etc. Copie
Inde saecke hangende voor den Hoogen Raede in Hollant tusschen de staeten 's landts ende der Graeflicheyt van Zeelandt impetranten in relief d'appel ende van requeste civile ter eenre ende Meester Pieter Moillaert Raedt ende uuyten naem van Vrouwe Loyse de Croy weduwe douagiere van Here Johan van Bourgoine Here van Fromont eertyts weduwe douagiere van den Here Marques van der Vere gedaechde debattherende de claeger ende requeste civile ter andere zyden 't Hoff met rype deliberatie van Raede duergesien ende overwegen hebbende alle 't gene ter materie dienende was, dat behoorde overgewegen ende geconsidereert te zyne doende recht uuyten naem ende van wegen de Hooge Overicheyt ende Graef licheyt van Hollandt, Zeelant ende Vrieslandt, interneert de claeger van relief in't mandement geinsereert, releveert dien volgende, den impacten van judebie prosecutie van heurlieder appelatie rejecteert de requeste civile, doet te nyete de sententie in questien ende doende van nieuws recht condempneert den impetranten den gedaechde te betaelen de somme van zesthien duysent zeven hondert acht ende ’t zeventich
ASG 208
-8-
ponden eenen scellynck eenen pennynck van veertich grooten ’t pondt als reste van 't verloop van eene lyfrente van vier duysent gelycke ponden 't sjaers, staende ten lyfve van de voornoemde Vrouwe Loyse de Croy als weduwe douagiere van den Marqus van Vere etc., verschenen den derden juny in den jaere 1577, 78,81,82,83,84 ende vyfventachtentich ende over het half jaer verschenen den derden decembris daeraen gevolcht. Te saemen uuytbrengende zeven jaeren ende een half, onvermindert ende behouden den gedaechde inde voorschreven qualite zyne voorden actie ingevalle de crediteurs vande goederen vander Vere ende Vlissingen zullen comen te obtneren tegens den sterfhuyse van Hare Majesteyt de Prince van Oraignien als de zelve goedyngen gecocht hebbende ofte jegens anden die vanden zelven sterfhuyse actie hebben zullen, ende dat daer duen oft uuyt anden oirzaecken yet zal moeten getrocken worden vande derthien duysent twee hondert eenentwintich ponden achthien scellingen elf penningen by den gedaechde by provisie voor ontfangen gerekent
ASG 208
-9-
Midts dat den zelven gedaechde zyne executie dirigeren zal ande domynen vande Graeflicheyt van Zeelandt bewesterschelt, ende elcke parchele van dien die 't voorschreven hoff verclaert voor de lyfrente, ende die hooftsomme van dien, daer questie es, verbonden ende executable te wesen. Ontrent den gedaechde zynen voirderen eysch ende conclusie inde voorgaende ende ter eerster, instantie opte impost gedaen ende genomen ende compenseert de costen om redene geprominischiert den 20sten may anno 1500 negenentachtentich.
A.S.G. 208.
- 10 -
copie
Acte van die van Hollant op 't argumenteren van het tractement van zyne Excellentie.
Exhibitie by den Raetsheer Bruninck den 14en decembris 1589. Syne Excellentie met den Raede van State in den jaere 1584 gecommitteert zynde ter Regieringe vande Vereenichde Nederlanden. Is by myne Edele Heeren de Staten Generael toegevoecht een tractement van twee duysent Karolus ter maendt. Ende hoewel zyne voorschreven Excellentie daer nae inden jaere (15)85 by myne Edele Heeren de Staten van Hollant ende Zeelant is gedefereert het Gouvernement ende Capiteynschap Generael der voorschreven respective provintien.Ende desen behalven in alle voorvallende oorlochsche expeditien hem altyt heeft laten gebruycken tot dienste vande gemeynen lande, ende daer inne geconsumeert alle de middelen die hy ende die van synen Raede eenichssins hebben te wege weten te brengen.Soo en is nochtans 't voorschreven tractement nyet tegenstaende de twee ende drye jae vier dobbele dierte ende rysinge van alle zaken, nyet alleene noyt nyet vermeerdert, maer is den laste zyne Excellentie opgeleecht jaerlicx meer ende meer verswaert ende syn hem syne patrimoniale goederen, mits 't verlies van Geertruydenberge ende anderssints infructueux gevallen, dat hy van nu voortaene daer uuyte cleyne hulpe (ten opsiene vande groote costen die hy tot des gemeyne lants dienst blyft dragende) verwachten can. Waar uuyte oock syne Excellentie in eeniche tachterheyd gecomen is, ende noch meer comen soude, soo verre daer tegen nyet tydelyck en worde voorsien, gelyck byde rekeningen van zynen staet ende hoffhoudinge vande voorschreven jaere (15)84
-
11 –
tot den iersten septembris lestleden van halven tot halven jaere gehoort ende gesloten, blycken can dat het noodich uuytgeven der selver hoffhoudinge tot in septembri vande jaere (15)85 beloopen heeft 35000 Karolus, inden jaere 86, 44000, inden jaere 87, 53000 Karolus ende in de twee leste jaeren 88 ende 89 verre over de 60000 Karolus, als by myne Edele Heeren de Staten Hollant byde selve rekeningen ende cortten staet daer uuyte gemaeckt (daer aff 't dobbelt den gedeputeerden vande Edele Heeren Staten van Zeelant in Sgravenhage als doen is overgelevert geweest) gebleken is, d'welck zyne Excellentie heeft beweecht daer aff openisse aende voorschreven heeren Staten te doene. Ende heure Edele voor meerder verloop te versoucken, dat tydelick ordre daer tegen mochte worden gestelt, alsoo heure Edele uuyt 't gene voorschreven is wel mochten speuren, dat 't voorschreven tractement nyet en genoechd tot de eene helft vande lasten die zyne Excellentie tot vervallinge van syne opgeleegde ampten gedrongen is te dragen. Ende naedyen daer oppe verscheydenlick is geconfereert gedelibereert ende oick in consideratie geleecht is geweest, dat 't voorschreven zyns Excellentie oudt ende ordinaris tractement van twee duysent pont ter maendt wort gedragen ende gerekent tot laste vande staet Generael der Vereenichde Nederlanden, d' welck hier te vooren tot laste vande Heeren Staten van Hollant ende Zeelant alleenlick gedragen ende betaelt is geweest, hebben myne Heeren de Staten van Hollant aengenomen, daerinne te voorsien ende stadtsgewyse zyns Excellentie voorschreven tractement nae 't verheysschen van zynen staet ende opgeleechden last te vermeerderen. Ende
A.S.G. 208
- 12 -
nyettemin alsdoen by provisie gedelibereert ende in promptis geresolveert, dat op rekeninge ende in minderinge der voorschreven vermeerderinge ende tot vervallinge van een deel van syns Excellentie groote schulden ende achterwesen het tractement van twee duysent veertich Karolus guldens des jaers, in tijde van vrede gestaen hebbende tot het politicque Gouvernement van Hollant ende Zeelant. Ende betaelt uuyt den domeynen vande selve provintien, mits de voorschreven dierte van allen zaken zoude worden gedoubleert op vier duysent Karolus des jaers, ende betaelt vande jaere 85 herwaerts makende t' samen vyff jaeren, hebbe alreede daer oppe vele te wege gebrocht dat die van de Rekencamere van Hollant met de Gecommitteerde van syne Excellentie syn verdragen op de daghen van betalinge van 't voorschreven achterwesen tot 16000 Karolus, ende dat zy voortaene in 4000 Karolus de drye duysent twee hondert Karolus jaerlicx in twee termynen van Meye ende Novembris, in elcken jaere sullen betalen voorde quote van Hollant, latende de dipositie vande resterende 4000 Karolus achterwesens ende 800 Karolus jaerlycx aen myne Edele Heeren de Staten van Zeelant. Welcke aengemerckt ende syne Excellentie hem vastelick vertrouwende, dat de voorschreven myne Edele Heeren de Staten van Zeelant zyne Excellentie in egeen verloop van schulden sullen begeeren te sien vallen, versoecken de gecommitteerde van zyne voorschreven Excellentie jegenwoordelick hier wesende dat myne Edele Heeren van de Raede der Heeren Staten van Zeelant, believe soo vele te bevoorderen tot't voorschreven achterwesen van 4000 Karolus eens ende 800 Karolus jaerlycx aen syne Excellentie van gelycken mogen worden betaelt, ende sullen uw Edele zyne Excellentie tot dienste vanden lande ende de gemeyne zake altyt willich ende gereet vinden
ASG 208 - 13 – copie Die Staten van Hollant gehoort hebbende 't raport ende gesien hebbende der staet vande hoffhoudinge van syne Excellentie ende d' oncosten ende lasten, die de zelve extraordinarie moeten dragen, ende oock van d'achterwesen daer uuyt geresen nyettegenstaende dier goede ordre ende debvoir byden hoffhoudinge van syne Excellentie onderhouden ende bewesen op de voorgaende last ende resolutie vanden Staten hebben omme te voorsien jegens alle voorder verloop van den achterwesen inden staet voornoemt van syne Excellentie. Ende tot betalinge vande schulden ende achterwesen alreede geresen, ter somme toe van ontrent twintich duysent ponden, niettegenstaende aller particuliere incompsten van syne Excellentie inde hoffhoudinge voornoemt mede zyn verstreckt verclaert ende geresolveert dat vanden tyt aff vanden Gouvernemente van syne Excellentie als vanden jaere 1585,1586,1587,1588 ende l589, den zelvenuuyten domynen van Hollant ende Zeelant, elcx voor huerlieden ampart, op sulcke dagen als tusschen de Gecommitteerde van syne Excellentie ende die van de Camere vande Rekeningen zal worden geaccordeert voor de quote van Hollant betaelt sal worden de somme van vier duysent tachtentich ponden van 40 grooten 't pont, inde plaetse vande ordinarisen tractemente vande Stadhouder van hollant, Zeelant ende Vrieslant, bedragende twee duysent veertich ponden in 't jaer, overmits de verhooginge
A.S.G. 208. - 14 van andere tractementen, verstaen voorts dat jaerlicx uuyt d’incommen vande domeynen van Hollant ende Zeelant gelyck somme aen syne Excellentie voor syn ordinaris tractement sal worden betaelt. Gedaen inden Hage onder 't zegel vande Staten voornoemt, hier oppe gedruckt den 29en septembris 1589. Ende was besegelt met het segel vande voorschreven Staten in rooden wasse.Ende stont gescreven ter ordonnantie vanden Staten ende onderteeckent C. de Rechtere.,
ASG 208 - 15 – Voorwaerde ende conditien waerop by den Raedtsheer Planen van wegen die gemein zaecke als specialen daertoe gecomitteert.zynde by de heeren Gecomitteerde Raden van Staten van Zeelant, verpacht zul~ len worden alle de landen gelegen in den poldere van Triniteyt ende apendentien van dien by der Neusen, zulcx die by de voorschreven heeren raeden onlancx zyn gedaen ververschen, achtervolgende de metinge ende affgeleyde partien in elcken poldere bysondere als hier naer volcht. I. Die pachters zullen terstonts mogen comen in 't gebruick van hunne respective pachten, waervooren zy gehouden zullen zyn van stonden aen te stellen goede suffisante borge ende mede als principael tot keure ende contentenente vande Rentmeester vande gemeyne zaeck Aen den welken zy jaerlicx preciselyck telken Kerssmisse naer note gehouden zullen zyn hare respective pachten te commen betalen op peyne prompte executie daertoe die voorschreven Rentmeester eenen gemeenen zytdach publyceren zal. II Die voorschreven pachters zullen hen tevreden moeten
ASG 208
- 16 -
houden metter mate op al sulcke groote als de respective partie ofte partien van hunne pachten by den Landmeter gemeten ende affgeleyt zyn , zonder dat men eenige breeder metinge gehouden zal zyn te doen ten waere 't hunnes coste.
III. De pacht zal wesen voor eenen termyn van zes eerst volgende jaren, daeraff d'eerste jaers pacht vervallen ende verschynen zal te Kersmisse 1500 't negentich wel verstaende dat zy dies niet te min zullen moeten betaelen over dit jaer 1589 twee schellingen grooten Vlaems van eelcken gemeten totter dyckagie op de ter min ende inder manieren als over de volgende zes jaren hier naer besprocken wort. IIII Die voorschreven pachters zullen boven de belooffde penningen van hueren pacht mitsgaders boven alle ordinaris gemeene lasten iegenwoordige ende toecomende gehouden zyn te betalen alle jare totte onderhoudinge vande dyckagie die somme van twee schelingen grooten van elcke gemete d'een helfft Bamisse ende d'ander helft meye naer dyckrecht sonder eenigen affslach van haren pachte. V. Ende indien de oncosten vande voorschreven dyckagie t'eenigen jare zwaerder vielen, zulcx datse uuyt de voorschreven twee schellingen grooten van de gemete niet verstrect, en conden worden, soo zullen in die gevalle die voorschreven pachters (des gelast zynde 't surplus
ASG 208 - 17 –
moeten verschieten, in affcortinge ende minderinge van hun pacht vandien jare. Marge: naderhant is in 't verpachten den pachters mede toegeseyt 't gebruyck van de zeedycken elcx tegens 't zyne gelyck als de binnendycken. VI. Die voornoemde pachters zullen gebruycken de boven dycken aende partien van landen die zy respectivelyck zullen pachten eelck tegen ’t zyne, zonder pacht daer aff te betalene gelyck men op elcke partie in 't pachten aenwysen zal. Die pachters zullen 't eerste jaer oft oughst vry wesen val(n) alle thienden ende die resterende vyff jaren zullen zy schuldig wesen te geven oft betaelen den eelftsten schoof naer costumme. Die voornoemde pachters en zullen niet vermogen haerlieder pacht oft pachten yemanden over te laeten niet meer in deelen dan geheele, op extictie der selver ten ware met consentie van de voorschreven heeren Raden. Alle de voorschreven pachten zullen van wegen als vooren haer volcomen effect sorteren niettegenstaende in sommige der selver eenige partien ofte blocken zouden mogen particuliere propritarisen competeren, d' welcke proprietarissen worden omverlet gelaten om by requeste met hun bescheet aende voorschreven heeren Raden te moghen dienen, om daer op gelet zynde naer behooren hun uuyte zelve pachten contenterende verleent te verden, sonder dat den pachters van hun eenige voorder moyenisse dien aengaende zal geschieden.
ASG 208 -
18 –
Den voorschreven pachters zal by den voornoemde Rentmeester van den gemeene saecken des volgende geschreven ende gelevert worden pachtbrieff t' hunnen redelycken coste. Ende voorts zullen de voorschreven pachters gehouden zyn te betalen voor rancoen gelt een schellinck grooten Vlaems van elcken gemete gereedt zonder eenige affslach. Aldus beraempt ende goetgevonden ter voorschreven verpachtinge geprocedeert te werden, by den voorschreven Raetsheere Planen, ter presentie ende by advyse van Schouth ende Commisen over de dyckagie vande quartiere van der Neusen, mitsgaders Daniel Stevins ende meer andere, opden nalesten Maye 1500 negenentachtich binnen de stadt van der Neusen.
ASG 208 - 19 -
Groote metinge ende leger van den lande liggende zoo wel inden Zuyt polder van Tryniteyt al 't polderken wylent Herman van Steelant nu genaempt Doelders polderken kercke polderken grooten ende cleenen saute polderken mitsgaders sint Anne poldere , hermeten by laste van myn Edele heeren, de Staten van Zeelant by Pauwels de Vos geswooren landmeter, ter presentie van Aernout de Maeckere ende Daniel Stevens als by myne voornoemde daertoe gecommitteert zynde volgende haer bevel in date vande vyfentwintichsten april 1589, al hiernaer volcht.
marge: de verpachtinge van alle de landen gelegen inde polders hier vermelt is gedaen ter plaetse respective by den raetsheer Planen ter presentie ende op de conditien hier vooren transschreven op den lesten may 1589 alles gelyck op elcke partye respective hier naer in margine angeteeckent staet. Pachter Jacob Dane voor sessentwintich schellingen grooten ‘t gemet 't sjaers. Eerst 't polderken eertyts toegehoort hebbende in partie d' hoirs Herman Stelant de Edele Majesteyt ende andere nu genaempt Jan de Doelders polderken 't zelve affgeleyt in die partien. I. Eerst van noorden af gemeten totte scheetgracht liggende tusschen 't bedryff wylent Gys Govaert, Jan Dierkens ende Jan Doelder voor schreven haer bestreckinge west ende.
ASG 208 - 20 oost groot t' samen met een stucken streckende over den waterloop tot aenden dyck van Nieuotene. 17 gemeten 60 roeden Pachter Pieter Kervinck voor 28 schellingen 2 dinaren 't gemet. II. De tweede partie wesende daer eertyts de huysen van den voornoemden Doelder op gestaen hebben haer bestreckende van den voornoemden grachte, zuytwaert tot op eenen anderen gracht loopende recht van de dyck van Nieuotene tot op den baendyck van Tryniteyt groot t'samen 18 gemeten 8 roeden. Pachter Daniel Stevens voor 25 schellingen 2 dinaren 't gemet. III. De derde partie van de voornoemde polder haer bestreckende van noorden de voorgaende partie tot anden muelendyck liggende zuydt haer alsoo p(1)alende west zuyt ende oost den dyck liggende zuyt west van 't fort genaemt de Mouffe schans groot 25 gemeten 71 roeden
ASG 208 - 21 Somma van de groote van 't voorschreven geheele polderken gereseerveert de dycken niet gemeten. 60 gemeten 129 roeden. Metinge van ‘t kerke polderken Eerst gemeten van noorden inne beginnende aende Mouffe schanse streckende tot anden wech van de kercke van Tryniteyt loopende naer de vaert groot in 't geheele 23 gemeten 14 roeden waer inne Cornelis Govaert pretendeert gerecht te zyn als hoir van zynen broeder in drye gemeten die liggen by den voornoemde kercke wegen dus hier ten goeden bevinden de vornoemde. 23 gemeten 14 roeden. marge: dese pachter zal het dycxken van den kercken polder te binnen hebben, des zal hy daer over passagie moeten consenteren naer de vaert, als naer costuyme, pachter Symon Clayssen, timmerman voor 15 schellingen 10 dinaren ’t gemet.
ASG 208 - 22 -
Pachter Jan Harbart voor 11 schellingen 6 dinaren 't gemet. II. De tweede partie haer bestreckende van noorden aff aende voorgaende zuyt waert totten eynde van 't voornoemde poldercken groot in 't gehele 7 gemeten 228 roeden. Somma van de groote van 't voorschreven kercke polderken sonder de dycken daer inne te begryppen, 30 gemeten 232 roeden.
ASG 208
- 23 -
Grootte vande partien liggende inden zuyt polder van Tryniteyt daer de kercke placht inne te staen begonnen van noorden inne zuytwaert. Pachter Aernout de Maecker ende Jan Serlippens, voor 7 schellingen grooten 't gemet. I. Eertst van de Mouffe schransse streckende zoolancx den meulen dyck oostwaert tot op den waterloopt ende soo lancx den voornoemden waterloop zuytwaert tot op een gracht besuuden de stede van Messdach streckende zoo weestwaert omme, totte ’t baendycxken van Triniteyt ende alzoo noort waer omme, totte voornoemde Mouffe schranse groot 48 gemeten 87 roeden. II. Pachter Daniel Stevens voor 13 schellingen 8 dinaren 't gemet. De tweede partie oost over den voornoemde waterloop wesende 't bedryff van Jan Scheppere streckende lancx den zeedyck tot by 't huys daer Joos Hamerling te wonen placht op
ASG 208
- 24 -
eengracht op den voornoemden waterloop groot in 't geheele 23 gemeten 38 roeden hierin hebben de hoirs Jan de Vos. III. Pachter Jacques ter Heggen voor 14 schellingen grooten 't gemet. De derde partie haer streckende oost van de voorgaende partie wesende de hofstede daer Joos Hamerling pachtere te woonen placht lancx den dyck ende van daer lancx den Braysdyck voorby d' ander hoffstede van Jasper van Relle tot aen de kercken wege tot zuyt aen van Daniel Stevins ende zoo westwaert tot op den voorgaenden waterloop groot in 't geheele, 28 gemeten 80 roeden hier in hebbende hoirs Jan de Vos 11 gemeten 280 roeden. IIII. De vierde partie haer bestreckende de west vande voorgaende partie tot
ASG 208
- 25 -
aen den Baehdyck van Triniteyt wesende daer de kercke inne gestaen heeft met diversche oude hoff stekens noort d’eerste partie deser metinge oost den waterloop zuyt L. Vermeulene groot 21 gemeten 100 roeden. Pachter Cornelis Witte voor 6 schellingen 8 dinaren 't gemet. V. Pachter P. Pauwels voor 8 schellingen dinaren ’t gemet De vyffde partie zuydt aen haer bestreckende van Braysdyck van Triniteyt noort de voorgaende partien met den kerckwech zuyt Jonckheer Chaerles Pieter Catz wesende 't bedryff van Pieter Meyn groot in 't geheele 14 gemeten waer inne Daniel Stevens heeft 6 gemeten 226 roeden ende de reste L. Vermeulene compt t’zamen 14 gemeten VI de. Pachter Pauwels Andriesen ende borge Jan Serlippius voor 7 schellingen dinaren 't gemet. De seste partie wesende d’bedryff vande voornoemde Pieter Meyn liggende zuyt vanden voorgaenden haer bestreckende van den Brasdyck
ASG 208 -
26 –
totten Baendyck van Tryniteyt zuydt den voornoemden Jonckheer Charles Pieter met bedryff van wylent Jan Stricker, Pieter Pol dese partie 29 gemeten 68 roeden. VII de Pachter Lenaert Ottens wagenaar ter Vere voor 9 schellingen dinaren 't gemet Suyt van de voorgaende partie Majesteyt met een partie streckende als vooren aen bee de dycken groot 11 gemeten 70 roeden hier inne begrepen de hoffstede daer Pieter Pol inne te woonen placht. VIII de Pachter den zelven Lenaert Ottens voor 6 schellingen dinaren't gemet. Noch zuydt aen Jonckheer Charles Pieter Catz streckende als met een partie groot daer aff besitter was Adriaen van der Ha. 16 gemeten 39 roeden 1X de. Alnoch zuydt aende voornoemde Catz met een partie streckende als vooren
ASG 208 -
27 –
van eenen dyck totten anderen ende zuytwaerts tot aen met Jonckheers straetken, daer in begrepen d'hoffstede van den voornoemde Catz groot 26 gemeten 183 roeden. Pachter P. Kervinck voor 7 schellingen grooten 't gemet. X de. Pachter Jan Serlippius ende Pieter Pauwels voor 7 schellingen 2 dinaren 't gemet. Item zuyt over 't voorschreven straetken den voornoemden Catz met partie strekende lancxt straetken van eenen dyck totten anderen ende alsoo zuytwaert lancx den Braysdyck tot an 't leen van d'hoirs Luenis de Ruysschere ende alsoo westwaert met een cromme gracht tot anden baendyck voorby de hoffstede daer Luenis de Ruysschere te woonen placht groot in erve, 32 gemeten 48 roeden
ASG 208
- 28 -
Item noch zuydt van de voorgaende partie een ander partie zuyt aen Pachter Francois de Wispeleer voor 8 schellingen 2 dinaren 't gemet. Loopende van den eenen dyck tot den anderen alsoo zuytwaert lancx den Braysdyck tot an ’t bedryff van Joris Wauters was alzoo keerende westwaert naer den Baendyck op het oosten met Brauwe ende west ende met een gracht hier inne begrepen de hoffstede daer Maarten de Cock te wonen placht wesende een leen van 17 gemeten 272 roeden ende zedeert Adriaen Vincke hier in oock 't hebbende 6 gemeten 215 roeden ende de reste al Majesteyt groot in 'heele 54 gemeten 117 roeden XII de. Pachter Jacob Crans ende Joos van Wynckel voor 11 schellingen 6 dinaren 't gemet. Item zuyt vande voorgaen partie een partie van lande streckende op de zuyt zyde vande voornoemde Brauwe ende gracht vande eenen dyck totten anderen als vooren wesende de hoffstede van Joris Wauters streckende alzoo van den eenen dyck totten anderen op een scheetgracht vanden Baendyck met een bylken loopende tot ande crage vanden Braysdyck groot in't geheele 47 gemeten 200 roeden
ASG 208 -
29 –
13de. Pachters Gillis de Bree ende Marinus de Beer voor 12 schellingen grooten 't gemet. Item zuyt aende voorschreven partie noch een partie van lande streckende vande baendyck lancx de scheetgracht met een byle zuyt waerts lancx de Crage alzoo verre als streckt 't lant van Daniel Stevins, alzoo westwaert wederomme tot ten voorschreven baendyck zuyt de hoffstede van Anthonis Stomelinck groot in 't heele 28 gemeten 77 roeden. hierinne hebben de kinderen Jos brecht daeraff Daniel Stevins vocht en als zyn susters kinders woonende tot Middelburgh 9 gemeten hier inne heeft Daniel Stevens op 't oost eynde 8 gemeten 283 roeden. 14 de. Pachter Pieter Daniel Stevens voor 12 schellingen 8 dinaren 't gemet Item zuyt aen noch een partie streckende met een scheetgracht vande baendyck totte voorschreven nieuwe crage ende alzoo zuyt waerts lancx de Crage tot den rechte grachte wederomme westwaert neffens de hoffstede daer Adriaen de Poorter te woonen placht tot ande voorschreven baendyck groot in 't heele 15 gemeten 139 roeden
ASG 208 - 30 hier inne heeft Ingel de Beer over de hoirye Jan Sack 9 gemeten 100 roeden ende de reste Majesteyt daer in begrepen de hoffstede van Anthonis Stomelinck. 15 de. Pachter Marinus de Beer voor 13 schellingen 4 dinaren 't gemet. Item zuyt an noch een partie streckende achter de voorschreven scheetgracht van den baendyck oostwaert totte nieuwe crage ende alzoo zuyt waert achter de voorschreven crage tot een ander scheetgracht die wederomme loopt tot by den baendyck daeraen 't eynde staet een groote troncke ende licht eenen grooten putt groot in 't heele 24 gemeten 75 roeden In dese partie licht de hoffstede van van Adriaen de Poorter in welcke partie heeft Ingel de Beer over de hoirs Jan Dack op 't oosteynde vande voorschreven stucke 11 gemeten 224 roeden. 16 de. Pachter Francois de Wispelaer voor 11 schellingen 2 dinaren 't gemet Item zuyt aen noch een partie streckende lancx de voorschreven gracht daer de tronck staet vande baendyck oost waert totte nieuwe crage alzoo zuyt waert lancx de voorschreven crage tot op den scheetgracht die loopwest waert
ASG 208 - 31 tot 't voorschreven dycxken de partie es groot 12 gemeten 4 roeden, 17 de. Pachter Jacques ter Heggen schoemaker voor 7 schellingen 8 dinaren 't gemet. Item zuyt an noch een partie streckende lancx de voorschreven gracht van 't baendycxken oostwaert totter nieuwe crage zuyt ende west waert tot voornoemde baendycxken te crayhove ende alzoo lancx 't voornoemde dycxken noortwaert totter voornoemde gracht ende de partie es groot 28 gemeten 182 roeden Hierinne ende inde voorgaende partie heeft Daniel Stevens over kinderen Joos brecht 8 gemeten en een half Somma van den Zuytpolder beloop ter nombre van 461 gemeten 7 roeden.
ASG 208 -
32 –
Groote van den cleenen sauten polder streckende vanden dyck genaempt 't Pond boteren daer eertyts Bruesen de Visscher te wonen placht streckende zoo noortwaert tusschen de vaert ende den zeedyck tot daer Ingel Pieterse te wonen placht. 1 ste. Pachter Caerle Vlaminck woonest Ter Neuzen voor 12 schellingen 6 dinaren 't gemet &U Eerst van zuyden inne tot op het straetken loopende van de hooger hoolen tot aen den zeedyck wesende diveersche partien ende groot 't zamen tot voornoemde straetken tot nombre van 27 gemeten 234 roeden. hier inne heeft Michiel van Steelant 10 gemeten 9 roeden ende d' hoirs Jan de Vos 3 gemeten 29 roeden L. Roels nu Adriaen Vincke 2 gemeten.
2 de. De tweede partie in 't voornoemde polderken streckende van 't voornoemde straetken tot ende met de hoffstede daer Ingel Pierssen te woonen placht groot in 't geheele 35 gemeten 255 roeden waer
ASG 208 -
33 -
inne heeft Michiel Steland mette Conincklycke Majesteyt ‘t samen 8 gemeten 62 roeden Laurens Roels nu Pieter Noutsen 3 gemeten 106 roeden Jan vande Putte Gent daer Adriaen Vincke actie aen pretendeert 3 gemeten 288 roeden d' hoirs Jan de Vos 9 gemeten 296 roeden ende Laurens Roels nu Noutsen noch 263 roeden compt’t samen totten nombre voorschreven van behoudens elcx actie gereserveert totten voornoemden nombre van 37 gemeten 255 roeden in dese partie zyn uuytgelaten alle dyck puytten ende zeedycken. somma van den cleenen Souten polder beloopt 63 gemeten 189 roeden Pachter Jacob Dane voor 11 schellingen grooten 't gemet.
ASG 208 - 34 -
Groote van den grooten soute polder begonnen ende gemeten vande crage inne onlancx geleyt daer men ‘t heet te Nayhoecke. De pachters van desen polder sullen de binnendyck metten pachters vande polder van Triniteyt halff en halff hebben. 1 ste. Pachter Jan Adams voor 7 schellingen grooten 't gemet. Eerst van zuyden inne vande voornoemde crage streckende zoo tusschen de oost vaert ende den baendyck van Triniteyt tot op den scheetgracht tusschen het bedryff van wylen Adriaen de Poortere ende 't leen Laurens Roels groot in 't geheele 26 gemeten 185 roeden waer inne heeft d'hoire Jan de Vos liggende binnen de Crage 9 gemeten dus hier niet min de voornoemde 26 gemeten 185 roeden.
Pachter Symon Clayssen timmerman voor 11 schellingen 6 dineren 't gemet. 2 de. De tweede partei haer bestreckende noort vande voorgaende tot aen den wech die loopt van Jonckheer Charles Pieters Catz straetken tot aen de vaert duer bedryff Adriaen Vïncke commende tot de hooger hoolen op een scheetgracht groot in 't geheele. 25 gemeten 255 roeden hier inne heeft Laurens Roels nu Pieter Noutsen ca’r uxoris 3 gemeten 110 roeden
ASG 208 - 35 ende de hoirs Jan de Vos 3 gemeten 150 roeden.
3de. Pachter Adriaen Vyncke voor 15 schellingen 't gemet. De derde partie haer bestreckende noort ande voorgaende west de vaert oost den dyck van Triniteyt noort ’t kercke polderken groot in 't heele 12 gemeten 76 roeden Hier inne heeft Laurens Roels daer de huysen op gestaen hebben 228 roeden ende Michiel van Stelant 562 roeden commende an kerc ke polderken. 4 de. Pachter Daniel stevens voor 11 schellingen grooten 't gemet. Vierde partie streckende vande voorgaende tot ande Moffescransse oost 't kerckepolderken west de vaert tot op den scheetgracht noortwest vande Moffescransse noort groot in 't geheele, 21 gemeten 71 roeden Hier inne heeft Pieter Noutsen carolus uxoris 2 gemeten 150 roeden d'hoirs Jan de Vos 212 roeden
5de. Pachter Joos van de Wyncle ende borge Jacob Crans, voor 20 schellingen 28 dinaren 't gemet. De vyfde partie liggende noort by de voorgaende tot op een gracht met een cleen byle loopende op de vaert wesende den dyck van Triniteyt oost noort de navolgende partie groot in 't geheele 13 gemeten 27 roeden.
ASG 208 - 36 Hierinne hebben de hoirs Jan de Vos 7 gemeten 127 roeden ende mits 't affgevloyt lant inde vaert ende anders hier parestime 6 gemeten. 6de. Pachter Pieter Kervinck voor 22 schellingen 8 dinaren 't gemet. De seste ende laste partie haer bestreckende noort van de voorgaende, oost den baendyck van Triniteyt west de vaert noort den dyck ende guele loopende naer Doelders polderken groot in't geheele 13 gemeten 69 roeden. hierinne hebben de hoirs Jan de Vos volgende de oude henemin 7 gemeten 142 roeden ende van de vaert ende gulle naer Doelderpolderken parestime 4. Somma van den grooten Souten polder 112 gemeten 83 roeden.
ASG 208 - 37 Groote van Sinte Anna polderken begonnen van Zuyden inne le. Pachter d'Heer Planen voor 7 schellingen 2 dinaren 't gemet. Eerst gemeten 't bedryff Jacob van de Grouwe commende zuyt aen speydyck west den dyck speys polder oost de vaert over ’t straetken groot streckende noort aen het bedryff Ambrosius de Dienare op een doren hage met een brauwe van den eenen dyck totten anderen op oosteynde groot, 21 gemeten. 2de. Pachter Dierick Geertssen van Vlissingen ende Anthonis Danckaerts van Zierickzee voor 8 schellingen grooten ‘t gemet. De tweede partie wesende het bedryff van Ambrosius de Dienare haer bestreckende noort waer van de voorgaende partie tot an bedryff Symon van Heeke liggende noort oost den dyck over de vaert west den dyck van polder groot t'samen, 37 gemeten
ASG 208 - 38 Dese pachter zal den binnendyck van wederzyden te binnen hebben. Pachter Jaques van de Pitte voor 8 schellingen 4 dinaren 't gemet De derde partie wesende de stede daer Symon van Hecke te wonen placht, commende zuyt aen de voorgaende partie noort den dyck van 't Pond boteren oost de vaert west oock den zeedyck met 't gene liggende over 't dycxken commende over tot ande vaert groot in 't geheele 27 gemeten 226 roeden. Somma van den groote van Sinte Anna polder 85 gemeten 226 roeden.
ASG 208
- 39 -
Metinge ende grootte van Sparcx polderken, liggende by der souten speye gedaen by Joos Lodewycx gesworen landmeter, present Adriaen de Maker op den 18 ende 19den Octobris 1589 volgens d’acte van de Rade alhier in date den llden Octobris voorschreven. De verpachti b" van dit ende't annex polderken hier na vermelt is mede op de conditien, by ende present als vooren gedaen op t advue van die vanden Rade, den lsten juny 1589. Ende is 't zelve naderhant geallandeert. e
1. Van dese vier partyen zyn pachters Pieter de Bruyne ende Jan Barthels d' ander d’een deur d'ander voor 7 schellingen 't gemet Ick zegge 7 schellingen 10 dinaren 12 stuvers 't gemet. Eerst van noorden inne streckende zuyt waert tot een scheetgracht noort an 't Vyngellyck daer inne begrepen de hoffstede van Vincent van Ooren streckende soo west waert tot anden zeedyck groot achtendertich gemeten 196 roeden 138 gemeten 196 roeden. De tweede partie zuyt ande voorgaende streckende zuytwaert voorby de hoffstede van Adriaen Musaert totten eersten rechten scheetgracht zuyt vande voorschreven hoffstede groot eenenvertich gemeten 106 roeden. 41 gemeten 106 roeden.
ASG 208 - 40 -
3de. De derde partie zuyt van de voorgaende loopen zoo zuytwaerts tot op een rechte scheetgracht van den eenen dyck totten anderen te weten twee stucken aen 't oosteynde ende drye stucken in 't midden ende zoo voorts streckende recht totten zeedyck groot vierentwintich gemeten 50 roeden. 24 gemeten 50 roeden. 4de. De vierde ende leste partie inden zelven polder streckende als vooren vanden eenen dyck totten anderen ende zuytwaert totten dyck van 't Craynest groot dertich gemeten 251 roeden 20 gemeten 200 roeden. Hier inne hebben de hoirs Cornelis Stevins 18 gemeten daer aff leste pachter was Jan Houcke zulcx Daniel Stevens hoir van voorschreven Cornelis aendienende. Somma van de groote Van-Sparcx polderken 135 gemeten 2 roeden.
-
41 -
Metinge ende verpachtinge vande polders van Triniteyt ende appendentien by der Neusen
1589. Pachters Aernout de Maker, voor gelyck zeven scellingen thien grooten 12 stuvers 't gemet. Item noch een cleen polderken liggende annex oost de voorgaende partie gesepareert met eenen binnendyck tusschen beyde streckende oost totten speye groot sesthien gemeten twee hondert tachtentich roeden . Somma perse 1600 gemeten 280 roeden. Somma totalisvan alle de voorschreven beverste landen zoo van Tryniteyt ende appendentien als 't Sparcx polderken beloopt t' samen negenhondert vyff ende 't zesthien gemeten twee hondert achten veertich roeden. 965 gemeten 248 roeden.
ASG 208
- 42 – Metinge ende verpachtinge Vande polders van Triniteijt Ende appendentien bij der Neusen 1589
ASG 208 - 43 mei 1589
Voorwaerde ende conditien waerop bij den Raetsheer P.Lanen van wegen die gemein zake als specialyck daer toe gecomitteert zynde by de heeren Gecommitteerde Raden van de Staten van Zeelant, verpacht zullen worden alle de landen gelegen in de polders van Triniteyt ende appendentien vandien by der Neuzen zulcx die by de voorschreven heeren Raeden onlancx zyn gedaen ververschen achtervolgende de metinge ende affgeleyde partien in elcken poldere bysondere als hier naer volcht.
1 Die pachters zullen terstonts mogen comen in 't gebruick van hunne respective pachten, waervoor zy gehouden zullen zyn van stonden aen te stellen goede suffizante borge ende mede als principaele tot kuere ende contentemente vande Rentmeester van de gemeyne zaecke. Anden welcken zy jaerlicx precyselyck telcken Kerssmisse naer note gehouden zullen zyn haere respective pachten te commen betaelen op peyne van prompte excecutie, daer toe die voorschreven Rentmeester eenen gemeenen zytdach publiceren zal. 2 Die voorschreven pachters zullen hen tevreden moeten houden
ASG 208 - 44 -
metter mate op alsulcke groote als de respective partie offe partien van hunne pachten by den landmeter gemeten ende affgeleyt zyn, zonder dat men eenige breeder metinge gehouden zal zyn te doen, ten waere 't hunnen coste.
3 De pacht zal wesen voor eenen termyn van zes eerst volgende jaeren, daeraff d’’eerste jaers pacht vervallen ende verschynen zal te Kersmisse 15 hondert negentich, wel verstaende dat zy dies niet te min zullen moeten betaelen over dit jaer 1589, twee schellingen grooten vlaems van elcken gemete totter dyckaige op de termin ende inder manieren als over de volgende zes jaeren hier naer besproken wort.
4 Die voorschreven pachters zullen boven de belooffde penningen hueren pacht, mitsgaders boven alle ordinaris gemeene lasten tegenwoordige ende toecomende gehouden zyn te betaelen alle jaere totte onderhoudinge van de dyckaige,die somme van twee schellingen grooten vlaems van elcken gemete d’een helft Bamisse en d'ander helft Meye, naer dyckrecht sonder eenigen affslach van haeren pachte. 5 Ende indien de oncosten vande voorschreven dyckaige 't eenigen jaere zwaerder vielen zulcx datze uuyt de voorschreven twee schellingen grooten vlaems vande gemete, niet verstrect en conden worden, Soo zullen in die gevalle die voorschreven pachters (des gelast zynde) 't surplus
ASG 208 - 45 -
moeten verschieten in affcortinge ende minderinge van hun pacht van den jaere.
6 marge: Naderhant is in 't verpachten, den pachters mede toegeseyt 't gebruyck vande zeedycken elcx tegens 't zyne gelyck als de binnendycken. 6 Die voornoemde pachters zullen gebruycken die boven dyvken aende partien van lande die zij respektivelijk zullen pachten elck tegen 't zyne, zonder pacht daeraf'f te betaelene gelyck men op elcke partie in 't verpachten anwysen zal. 7 Die pachters zullen 't eerste jaer oft oughst vry wesen val alle thienden ende die resterende vyff jaeren zullen zy schuldich wesen te geven oft betaelen den elffsten schoof naer costume. 8 Die voornoemde pachters en zullen niet vermogen 'haerlieder pacht oft pachten yemanden over te laeten niet meer in deelen dan geheele op extictie der zelven, ten waer met consente vande voorschreven heeren Raden. 9 Alle de voorschreven pachten zullen van wegen als vooren haer volcomen effect sorteren niet tegen staende in sommige der zelver eenige partien ofte blocken zouden mogen particuliere proprietarisen competeren. d' WeIcke proprietarissen worden omverlet gelaten om by requeste met hun aende voorschreven heeren Raden te mogen dienen, om daerop gelet zynde naer behooren hun uuytte zelve pachten contentement verleent te worden, sonder dat den pachters van hun eenige voorder moyenisse dienaengaende zal geschieden
ASG 208 - 46 -
Den voorschreven pachters zal by den voornoemde Rentmeester van de gemeene saecke des volgende gescreven ende gelevertt worden pachtbrieff t' hunnen redelycke effecte.
11 Ende voorders zullen de voorschreven pachters gehouden zyn te betaelen voor ranzoengelt eenen schellinck grooten vlaems van elcken gemete gereedt zonder eenigen affslach. Aldus beraempt ende goet gevonden ter voorschreven verpachtinge geprocedeert te worden by den voorschreven Raedshere P. Lanen, ter presentatie ende, by advyse van Schouth ende Commisen over de dyckaige vande quartiere van der Neusen, midsgaders DaniĂŤl Stevins ende meer andere op den nalesten May 15 hondert negenentachtich, binnen de stadt van der Neuse
ASG 208 -
47 –
Groote metinge ende leger van den lande liggende zoo wel inden Zuytpolder van Tryniteyt al 't polderken wylent Herman van Steelant nu genaempt Doelders polderken,Kerkepolderken Grooten ende cleenen Saute polderkens mitsgaders Sint Annepoldere, hermeten by laste van myn Edele heerpn de Staten van Zeelant by Pauwels de Vos gesworen lantmeter ter presentie van Aernout de Makere ende DaniĂŤl Stevins, als by myne voornoemde daer toe gecommitteert zynde volgende haer bevel in date vande vyfentwintichste April 1589, als hier naer volcht. marge:
De verpachtinge van alle de landen gelegen in de polders hier vermelt, is gedaen ter plaetssen respective, by den Raedsheer P. Lanen ter presentie ende op de conditien hier vooren transscreven. Op den lesten May 1589. Alles gelyck op eleke partye respective hierna in margine angeteckent staet. Eerst 't polderken eertyts toebehoort hebbende in partie d'hoirs Herman van Steelant de Conincklycke Majesteyt ende andere, nu genaempt Jan de Doelders polderken 't zelve affgeleyt in drie partien.
marge: Pachter Jacob Dane voor zessentwintich schellingen grooten 't gemet sjaers. Eerst van Noorden af gemeten totte scheetgracht liggende tusschen 't bedryff wylent Gys Govaert, Jan Dierkens en Jan de Doelder voorschreven haer bestreckinge weesende.
ASG 208 - 48 -
oost groot 't samen met een stucxken streckende over den waterloop tot anden dyck van Nieuotene. 17 gemet 60 roeden II De tweede partie wesende daer eertyts de huysen vanden voornoemde Doelder op gestaen hebben haer bestreckende vanden voor noemde grachte zuytwaert tot op eenen anderen gracht loopende recht vande dyck van Nieuotene tot op den baendyck van Tryniteyt groot 't samen 18 gemet 8 roeden marge:
Pachter Pieter Kervynck voor achtentwintich scellingen twee grooten ’t gemet III
De derde partie van de voornoemde polder haer bestreckende van noorden de voorgaende partie tot anden muelendyck liggende zuydt haer alsoo palende west zuyt ende oost den dyck liggende zuyt west van 't fort genaempt de Mouffeschans groot 25 gemet 71 roeden marge:
Pachter DaniĂŤl Stevins voor vyffentwintich scellingen twee grooten 't gemet.
ASG 208 -
49 – Somma vande groote van voorschreven geheele polderken gereserveert, de dycken niet gemeten 60 gemet 124 roeden.
Metinge van 't kercke polderken. I Eerst gemeten van noorden inne beginnende aende Mouffeschanse streckende tot anden wech vande kercke van Triniteyt loopende naer de vaert groot in't geheele 23 gemet 14 roeden, waer inne Cornelis Govart pretendeert gerecht te zyne als hoir van zyn broeder in drie gemeten die liggen by den voornoemde kerckwege, dus hier ten goeden bevindende de voornoemde. 23 gemeten 14 roeden marge:
Desen pachter zal het dycxken vande kerckenpolder te binnen hebben, des zal hy daerover passaige moeten consenteren naer de vaert als naer costuyme. Pachter Simon Claessen, timmerman voor vyfthien scellingen thien grooten 't gemet.
ASG 208 -
50 –
II De tweede partie haer bestreckende van noorden aff aende voorgaende zuytwaert totten eynde van 't voornoemde polderken groot in 't geheele. 7 gemeten 228 roeden marge:
Pachter Jan Harbart voor elf scellingen zes grooten ’t gemet Somma vande groote van 't voorschreven kerckepolderken sonder de dycken daer inne te begrypen 30 gemeten 232 roeden.
ASG 208 - 52 -
Grootte vande partien liggende inden zuytpolder van Tryniteyt daer de kercke placht inne te staen, begonnen van noorden inne zuytwaert. Eerst vande Mouffescransse streckende zoolancx den meulendijck oostwaert tot op den waterloop ende zoo lancx den voornoemden waterloop tzuy'twaert tot op een gracht besuuden de stede van Mestdach, streckende zoo weestwaert omme, tot op ’t baendicxken van Tryniteyt ende alzoo noortwaert omme, totte de voornoemde Mouffescransse groot 48 gemeten 87 roeden marge:
Pachters Aernout de Maker ende Jan Serlippens voor zeven scellingen grooten 't gemet. II
De tweede partie oost over den voornoemde waterloop wesende 't bedryff van Jan Scheppere streckende lancx den zeedyck tot by 't huys daer Joos Hamerling te wonen placht op marge:
Pachter Daniël Stevins voor derthien scellingen acht grooten 't gemet.
ASG 208 - 53 een gracht op den voornoemden waterloop groot in 't geheele 23 gemetetn 38 roeden Hier in hebben de hoirs Jan de Vos. III marge:
Pachter Jacqus ter Heggen voor vierthien scellingen grooten 't gemet. III
De derde partie haer streckende oost vande voorgaende partie wesende de hoffstede daer Joos Hamerling pachtere te wonen placht lancx den dyck ende van daer lancx den Braysdyck voorby d’ander hoffstede van Jasper van Belle tot aen de kercke wege tot zuytaen van Daniël Stevins ende zoo west westwaert tot op den voorgaenden waterloop groot in ’t geheele 28 gemeten 80 roeden Hier in hebben de hoirs Jan de Vos
IIII De vierde partie haer bestreckende west vande voorgaende partie tot
ASG 208 - 53 – aenden baendyck van Triniteyt wesende daer de kercke inne gestaen heeft met diversche oude hoffstekens noort d’eerste partie deser metinge oost den waterloop zuyt L. Vermuelene groot 21 gemeter 100 roeden. marge IV: Pachter Cornelis Witte voor zes scellingen acht grooten 't gemet.
V De vyffde partie zuydt aen haer bestreckende vande Braysdyck van Triniteyt noort de voorgaende partien metten kerckwech zuyt Jonckheer Charles Pieter Catz wesende 't bedryff van Pieter Meyn groot in 't geheele 14 gemeten waerinne Daniël Stevins heeft 6 gemeten 226 roeden ende de reste L. Vermuelene compt 't zamen 14 gemeten marge V: Pachter Pieter Pauwels voor 8 scellingen grooten 't gemet.
VI De seste partie wesende d' bedryff van voornoemde Pieter Meyn liggende zuyt vanden voorgaenden haer bestreckende vanden Brays dyck marge VI: Pachter Pauwels Andriessen ende borge Jan Serlippens voor zeven scellingen grooten 't gemet.
ASG 208 - 55 totten Baendyck van Tryniteyt zuidt den voornoemden Jonckheer Charles Pieter met bedryff van wylent Jan Stricker Pieter Pol dese partie 29 gemeten 68 roeden VII Suydt vande voorgaende partie de Majesteyt met een partie streckende als vooren aen bee de dycken groot 11 gemeten 70 roeden Hier inne begrepen de hoffstede daer Pieter Pol inne te wonen placht. marge VII: Pachter Lenaert Ottens wagenaer ter Vere negen scellingen grooten 't gemet. VIII Noch zuydt aen Jonckheer Charles Pieters Catz streckende als met een partie groot daeraff besitter was Adriaen van der Ha 16 gemeten 39 roeden Marge VIII: Pachter den zelven Lenaert Ottens voor zes scellingen grooten ’t gemet. Alnoch Zyudt aenden voornoemden Catz met een partie streckende
A.S.G. 208 - 56 – van eenen dyck totten anderen ende zuytwaerts tot aen met Jonckheers straetken, daer in begrepen d' hoffstede vanden voor noemde Catz groot 26 gemet 183 roeden marge: pachter Pieter Kervynck voor zeven scellingen groooten 't gemet. Item zuyt over 't voorschreven straetken den voornoemden Catz met partie streckende lancx 't straetken van eenen dyck totten anderen ende alzoo zuytwaert lancx den braysdyck tot an 't leen van d'hoirs Luenis de Ruysschere ende alzoo westwaert met een cromme gracht tot anden baendyck voorby de hoffstede daer Luenis de Ruisschere te wonen placht, groot in erve, 32 gemet 48 roeden marge : pachter Jan Serlippens ende Pieter Pauwels, voor zeven scellingen twee grooten 't gemet11 Item noch zuydt vande voorgaende partie een ander partie zuyt aen.
ASG 208
- 57 –
marge: pachter Francois de Wispeleer voor acht scellingen twee grooten 't gemet loopende van den eenen dyck tot den anderen alzoo zuytwaert lancx den Braysdyck tot an 't bedryff van Floris Wauters was alzoo keerende westwaert naer den baendyck op het oosten met Brauwe ende westende met een gracht hier inne begrepen de hoffstede daer Maerten de Cock te wonen placht wesende een leen van 17 gemet 272 roeden ende zegdet Adriaen Vincke hier in de reste al Majesteyt , groot in ‘t heele 54 gemet 117 roeden. marge: pachters Jacob Crans ende Joos van de Winckel voor elff scellingen zes grooten 't gemet. 12 Item zuyt vande voorgaende partie een partie van lande streckende op de zuytzyde vande voornoemde Brauwe ende gracht vande eenen dyck totten anderen als vooren wesende de hoffstede van Joris de Wauters streckende alzoo vande eenen dyck totten anderen op een scheetgracht vande Baendyck met een bylken loopende tot ande crage vande baendyck groot in 't geheele 47 gemet 200 roeden.
A.S.G. 208
- 58 13
marge: pachters Gillis de Bree ende Marqus de Beer voor twaalff scellingen grooten ’t gemet. Item zuyt ande voorschreven partie noch een partie van lande streckende vande Baendyck lancx de scheetgracht met een byle zuytwaerts lancx de crage alzoo verre als streckt 't land van Daniël Stevins, alzoo westwaert wederomme totten voorschreven Baendyck, zuydt de hoffstede van Anthonius Stomelinck groot in't heel, 28 gemet 77 roeden. hierinne hebben de kinderen Joos Brecht daeroff Daniël Stevins voocht es, als zyn susters kinders, wonende tot Middelburch 9 gemet, hierinne heeft Daniël Stevins op.’t oosteynde 8 gemet 283 roeden.
14 marge: pachter Daniël Stevins voor twaalff scellingen acht grooten 't gemet. Item zuyt an noch een partie streckende met een scheetgracht vande Baendyck totte voorschreven nieuwe crage ende alzoo zuytwaert lancx de crage tot een rechte grachte wederomme westwaert neffens de hoffstede van Adriaen de Poorter te wbnen placht tot ande voorschreven Baendyck, groot in 't heele, 15 gemet 139 roeden.
ASG 208 - 59 – hierinne heeft Ingel de Beer over de hoirye Jan Sack 9 gemet 100 roeden en de reste Majesteyt, daer in begrepen de hoffstede van Anthonis Stomelinck. 15 marge: pachter Marqus de Beer voor derthien scellingen vier grooten 't gemet. Item zuytan noch een partie streckende achter de voorschreven scheetgracht vanden Baendyck oostwaert totte njeuwe crage ende alzoo zuytwaert achter de voorschreven crage tot aen ander scheetgracht die wederomme loopt tot by den Baendyck, daer aen ’t eynde staet een groote troncke ende licht eenen grooten putt groot in't heele 24 gemet 75 roeden. In dese partie licht de hoffstede van Adriaen de Poorter, in welcke partie heeft Ingel de Beer over de hoirs Jan Dack op 't oosteynde van de voorschreven stucke
11 gemet 224 roeden.
marge: pachter Francois de Wispeleer voor elff scellingen twee grooten 't gemet Item zuytan noch een partie streckende lancx voorschreven gracht daer de tronck staet vande Baendyck oostwaert totte de nieuwe crage alzoo zuytwaert lancx de voorschreven crage tot opden scheetgracht A.S.G. 208 - 60 die loop westwaert tot 't voorschreven dycxken de partie es groot 12 gemet 4 roeden 17 marge: pachter Jacqus Terheggen schoemaker voor zeven scellingen acht grooten 't gemet. Item zuytan noch een partie streckende.lancx de voorschreven gracht van 't baendycxken oostwaert totten nieuwer crage alzoo lancx de crage zuyt ende westwaert tot 't voornoemde baendycxken te Crayhouke ende alzoo lancx 't voornoemde dycxken noortwaert totter voornoemde gracht ende partie es groot 28 gemet 182 roeden hierinne ende in de voorgaende partie heeft Daniël Stevins over hoir Joos Brecht 8 gemet 1/2 Somma vanden Zuytpolder beloop ter nombre van 461 gemet 7 roeden.
ASG 208 - 61 – Groote van den Cleenen sauten polder streckende vanden dyck genaempt 't Pont boteren daer eertyts Bruesen de Visscher te wonen placht streckende zoo noortwaert tusschen de vaert ende den zeedyck tot daer Ingel Pierssen te wonen placht. Ie marge: pachter Caerle Vlaminck wonende ter Neuzen voor twalff scellingen zes grooten 't gemet. Eerst van zuyden inne tot op het straetken loopende van hoogher hoolen tot anden zeedyck wesende diversche partien ende groot 't zamen tot 't voornoemd straetken totten nomber van 27 gemet 234 roeden Hierinne heeft Michiel van Steelant 10 gemet 9 roeden ende d'hoirs Jan de Vos 3 gemet 29 roeden, L. Roels nu Adriaen Vyncke 2 gemet. 2e De tweede partie int 't voornoemde polderken streckende van 't voornoemde straetken tot ende met de hoffstede daer Ingel Pierssen te wonen placht groot in 't geheele 35 gemet 255 roeden waer
ASG 208 - 62 inne heeft Michiel van Steelant mette Coninklyke Majesteyt ’t samen 8 gemet 72 roeden, L. Roels nu Pieter Noutsen 3 gemet 106 roeden. Jan van de Putte te Gent daer Adriaen Vincke actie aen pretendeert 3 gemet 288 roeden, d'hoirs Jan de Vos 9 gemet 216 roeden ende L. Roels nu Pieter Noutsen noch 263 roeden compt t' samen tot nombre voorschreven van behoudens elcx actie gereserveert totten voornoemde nombre van 37 gemet 1 255 roeden In dese partie zyn uuytgelaten alle de dyckputten, ende zeedycken. Somma van den cleenen soutenpolder beloopt, 63 gemet 189 roeden. marge : pachter Jacob Dane voor elff scellingen grooten 't gemet.
A.S.G. 208 - 63 – . marge: De pachters van desen polder zullen den binnendyck metten pachters van den polder van Triniteyt halff ende halff hebben. Groote van den grooten souten polder begonnen ende hermeten vande crage inne onlancx geleyt daerment heette Nayhoucke. le marge: pachter Jan Adams, voor zeven scellingen grooten 't gemet. Eerst van zuyden inne vande voornoemde crage streckende zoo tusschen de oostvaert en den Baendyck van Triniteyt tot op den scheetgracht tusschen het bedryff van wylen Adriaen de Poortere ende 't leen L. Roels groot in 't geheele 26 gemet 185 roeden, waerinne heeft d'hoire Jan de Vos liggende binnen de crage 9 gemet dus hier niet min de voornoemde 26 gemet 185 roeden 2e marge: pachter Simon Clayssen timmerman voor elff scellingen zes grooten 't gemet. De tweede partie haer bestreckende noort vande voorgaende tot anden wech die loopt van Jonckheer Charles Pieters Catz straetken tot ande vaert duer 't bedryff Adriaen Vincke comende tot der hooger hoolen op een scheetgracht groot in 't geheele 25 gemet 255 roeden. Hierinne heeft L. Roels nu Pieter Noutsen cq vxoris
3 gemet 140 roeden.
ASG 208 - 64 – . ende de hoirs Jan de Vos 3 gemet 150 roeden. 3e marge: pachter Adriaen Vyncke voor vyfthien scellingen grooten 't gemet. De derde partie haer bestreckende noort ande voorgaende west de vaert, oost den dyck van Triniteyt, noort 't kerckepolderken groot in 't geheele 12 gemet 76 roeden. Hierinne heeft L. Roels daer de huysen op gestaen hebben 228 roeden ende Michiel van Steelant 562 roeden comende an’t kerckepolderken. e
4
marge: pachter Daniël Stevins voor elff scellingen grooten't gemet. Vierde partie streckende van de voorgaende tot ande Mouffe scrasse, oost 't kerckepolderken, west de vaert op den scheetgracht, noortwest vande Mouffe scransse noort groot in't geheele. 21 gemet 71 roeden. hierinne heeft Pieter Noutsen casu quo uxoris 2 gemet 150 roeden d' hoirs Jan de Vos 212 roeden.
5e marge: pachter Joos vande Wyncke ende borge Jacob Crans voor twintich scellingen acht grooten 't gemet. De vyfde partie liggende noort by de voorgaende tot op een gracht met een cleen byle loopende op de vaert wesende den dyck van Triniteyt oost, noort de
ASG 208
- 65 –
navolgende partie groot in 't geheele
13 gemet 27 roeden. Hierinne hebben de hoirs Jan de Vos 7 gemet 127 roeden ende mits 't affgevloyet lant inde vaert ende anders hier par estime 6 gemet. e
6
marge: pachter Pieter Kervynck voor tweeentwintich scellingen acht grooten 't gemet. De seste ende laste partie haer bestreckende noort van de voorgaende, oost den Baendyck vande Triniteyt, west de vaert, noort den dyck ende guele loopende naer Doelders polderken groot in 't geheele. 13 gemet 69 roeden Hierinne hebben de Hoirs Jan de Vos volgende de oude hevingen 7 gemet 142 roeden van de vaert ende guele naer Doelders polderken par estime 4 gemet. Somma vanden grooten souten polder
112 gemet 183 roeden.
ASG 208 - 66 Groote van Sinte Anna polderken begonnen van zuyden inne. pachter d'heer P. Lanen, voor zes scellingen twee grooten 't gemet. Eerst gemeten ’t bedryff Jacob van de Grouwe commende zuyt aen speydyck west den dyck speyspolder, oost de vaert over 't stracken groot streckende, noort aen het bedryff Ambrosius de Dienaere op een doren haege met een brauwe van eenen dyck totten anderen op 't oosteynde groot 21 gemet. marge: pachters Dieryck Geertssen van Vlissyngen ende Antheunis Danckaerts van Zierickzee, voor acht scellingen grooten 't gemet. De tweede partie wesende het bedryff van Ambrosius de Dienaere haer bestreckende noortwaert vande voorgaende partie tot an 'tbedriff Symoen van Hecke liggende noort oost den dyck over de vaert, west den dyck van polder groot t' samen, 37 gemet
A.S.G. 208 - 67 – marge: desen pachter zal den binnendyck van wederzyden te binnen hebben. pachter Jacques vande Putte, voor acht scellingen vier grooten 't gemet. De derde partie wesende de stede daer Symon van Hecke te wonen placht commende zuyt ande voorgaende partie, noort den dyck van 't pont boteren, oost de vaert, west oock den zeedyck met 't gene liggende over 't dycxken commende over tot ande vaert groot in 't geheele 27 gemet 226 roeden. Somma van de grootte-van Sint Anna polder. 85 gemet 226 roeden.
ASG 208 - 68 –
marge: De verpachtinge van dit ende 't annex polderken hiernae vermelt is mede op de conditien, by ende present als vooren gedaen, op 't adveu van die vande Raede, den len juny 1589, ende is 't zelve naderhant geallandeert. Meting ende grootte van Sparcx polderken liggende by der souterspeye gedaen by Joos Lodewycx gesworen lantmeter, present Adriaen de Maker op den 18en ende 19en octobris 1589. Volgens date van Rade alhier in date den llen octobris voorschreven. marge: van dese vier partyen zyn pachters Pieter de Bruyne ende Jan Barthssen d’onder d'een duer d'ander voor zeven scellingen thien grooten 't gemet, ick zegge zeven scellingen thien grooten 12 stuivers 't gemet. 1 Eerst van noorden inne streckende zuytwaert tot een scheetgracht, noort an 't Vyngerlyck daer inne begrepen de hoffstede van Vincent van Oorne streckende soo westwaert tot anden zeedyck groot achtendertich gemeten 196 roeden. 38 gemet en 196 roeden. 2 De tweede partie zuyt ande voorgaende streckende, zuytwaert voorby de hoffstede van Adriaen Musaert totten eersten rechten scheetgracht zuyt van de voorschreven hoffstede, groot eenenveertich gemeten 106 roeden 41 gemet 106 roeden.
ASG 208 - 69 3 De derde partie zuyt vande voorgaende loopende zoo zuytwarts tot op den rechte scheetgracht vanden eenen dyck totten anderen te weten twee stucken aen 't oosteynde ende dry stucken in't midden ende zoo voorts streckende recht totten zeedyck groot vierentwintich gemeten 50 roeden 24 gemet 50 roeden.
4 De vierde ende leste partie inden zelven polder streckende als vooren vande eenen dyck totten anderen ende zuytwaert totten dyck van 't Craynest groot dertich gemeten 251 roeden. 30 gemet 250 roeden. hierinne hebben de hoirs Cornelis Stevins 18 gemet daeraff leste pachter was Jan Houcke zulcx DaniĂŤl Stevins hoir vande voorschreven Cornelis is Adriaen . Somma vande groote van 't Sparcx polderken 135 gemet 2 roeden.
ASG 208
-
70 –
Item noch een cleen polderken liggende annex oost de voorgaende partie gesepareert met eenen binnendyck tusschen beyde streckende oost totter speye groot sesthayen gemeten twee hondert tachgentich roeden. somme perse 16 gemeten 280 roeden. pachter Aernout de Maker voor gelycke 7 schellingen 10 dinaren 12 stuvers 't gemet. Somma totalis van alle de voorschreven beverste landen zoo van Tryniteyt ende appendentien als 't Sparcx polderken beloopt 't samen negen hondert vyff ende 't zestich gemeten tweehonder (t) achtenveertich roeden. 965 gemeten 248 roeden.
ASG 208 - 71 – Metinge ende verpachtinge vande beterste polders van Triniteijt ende Appendentien bij der Neusen 1589
ASG 208 - 72 Arnemuyden, requeste nopende de quitscheldinge van de hondertsten penninck over de jaeren 86,87 Vermogende Edele, hoochgeleerde, wyse vrome, discrete seer voorsienighe heeren. De Staten 's lants ende Graeffelijcheyts van Zeelandt. Gheven reverentelijck in alder ootmoet te kennen Burchmeesters, Schepenen ende Raiden der stadt Arnemuyden hoe dat sij lieden bij voorgaende requeste uwer Edele Mogende verthoont hebben dat de collectatie ende betaelinghe van de dobbele honderste penninck tot laste van de huysen opgestelt ende geconsenteert binnen de voorschreven stadt naer die jaeren 86,87,88,89 ende 90 uuyt oorsaecke inde voorschreven requeste verhaelt ongevoordert was gebleven ende dat over sulcx die supplianten naer de doot van wylen den heere Tresorier Manmaker bij d'onderwinders van desselfs sterffhuysse daer aff gewaerschout ende vermaent wordende ende geenen middel oft apperentie siende dat dyen uuyt die gemeynte gereconureert soude connen worden nyet anders en wisten te doene dan hen t'addresseren aen uwe Edel Mogende, op hoope ende vast betrauwen dat die schamele gemeynte daer aff verlost ende gequiteert soude worden. Ende naer dyen sulcx, daer menichfuldighe swaere saecken, ende niet deur negligentie van de supplianten die daer op ernstich aengehouden ende vervolcht hebben langen tyt aengelopen heeft.Soe sijn die supplianten buyten haere goede meyninge ende tot groot verwonderen bij missive van de voornoemde onderwinders gesommeert om de voornoemde dobbele 100ste penninck voor de voorschreven jaeren op te bringhen, met comminatie, om bij faulte van dyen bij andere middelen geprocedeert te worden, ende dat ter oorsaecke op te remonstrantie van wegen den voorschreven sterffhuyse aen uwe Edele Mogende gedaen, geappostuleert soude sijn, dat soedanige schulde soude blijven ten laste van de sterffhuysse, daer uuyt de voorschreven onderwinders souden willen infereren dat sij lieden soedanige t’achterheden voorts souden willen reconureren ende executeren, daer toe sijlieden oock seggen nyeuwe executoriale geobtineert ten hebben. Sonder nochtans dat de supplianten voor alsnoch eenige appostille op heurlieder voorgeroerde requeste (met soe grooten moyte, ernsticheyt ende costen lange vervolcht) hebben vernomen die sijlieden oock in soe onvruchtbaren schyn geensins en verwachten, maer wel dat uwe Edele Mogende
ASG 208 - 73 op te goede diensten bij de burgers van Armuyden van den beginne deser oorloge tot verlossinge des lieven Vaderlants met verlies van goet ende boet gedaen, sulcken regardt sullen nemen, dat die selve oft heurlieden vrouwen ende kinderen nyet t’eenenmaele overvallen en werden. Want 't is uwe Edele Mogende, ende allen den Nederlanden kennelijck dat die van Arnmuyden van de Spaingiaerden, sijn overvallen ende niet alleen ten uuytersten toe geplundert, maer mede twee geheele jaeren uuyt haere huysen gehouden geweest ende dat sijlieden nyettemin staende den selven tyde soe danighe trauwe diensten gedaen ende soe veel bloets tegen den viant gestort hebben, als (sonder jactantie gesproecken) eenighe andere plaetsen. 't is mede kennelijck dat naer dyen d' overgebleven met Gods hulpe wederom t'Armuyden gecommen waeren sijlieden alle de huyssen onder die voet ende soe verbystert vonden datse bet een hoop steenen dan huysen geleken, doch hebben die courage ende yver soe gethoont, dat se die wederom in soedanigen staet gewrocht hebben dat de gemeene saecken daeraff proffyt ende dienst is genietende ende altyt van den beginne heeft genoten tot voorderinge van alle 't welck sijlieden oock boven machte getracht hebben, al op hoope van tot goeden eynde te moghen commen, des sijlieden alsnoch vastelijck vertrauwen, doch overmits die gehoepte neringhe onder die voornoemde burgers nyet allenen niet vermeerdert maer die gene die se voor het laeste overgaen van Antwerpen hadden, grootelijck gemindert is, soe bevinden metterdaet dat heurlieden yver te seer liberael ende lastich over haer selven is geweest ende onder andere in taxeren van de huyssen in 't respect van den hondertsten penninck. Sulcx naer dyen die burgers verscheyden termynen op soe danige hooghe taxatie betaelt hadden is eyntelinge dan noodt overgecommen dat die supplianten uuyten naem ende van wegen de voorschreven burgers geobtineert hebben atterminatie van eenige vervallen termynen, die sijlieden op te selve taxatie voldaen hebben, al conform 't genarreerde bij de voorschreven requeste aen uwe Edele Mogende gepresenteert, dan daer naer wederom den dobbelen 100ste penninck geconsenteert ende 't placcaet daer over gepubliceert sijnde, hebben het cohier van de voornoemde taxatie bedragende over eenen enckelen 100sten penninck £ 80-9-4-2 naer den stant dier alsdoen was gemindert in alles ter somme van £ 60-12-8-12 in 't geheel met intentie dat die toecommende collectatie ende betalinge in conformiteyt van dien soude geschieden, dan overmits sij lieden d' angenoemen termijnen onder die burgerie doende collecteren ende die anden voornoemde heere
ASG 208 - 74 -.
Tresorier jaerlijcks betalende, genouch geimpecheert waeren ende soe veel deden als sij lieden voorde burgerie belooft ende aen hem genomen hadden soe is die collectatie van de naervolgende dobbelen 100sten penninck niet gevoordert geweest, maer soe 't schynt bij de rekeninge van de voorschreven heere Tresorier in jaerlijckse restanten gepasseert op ten ouwen taux, ende is daer uuyt gecauseert over de voorgeroerde jaeren de some van ontrent achthondert pont bij de voornoemde onderwinders nu in restanten gebrocht, die nochtans in den waerheyt maer daer in behoort te wesen £ 606-7-1 vlaems, in conformiteyt van de voornoemde nieuwe taxatie, bij de supplianten nyet alleen uuyt redenen ende rootelijcheyt voorgeroert maer mede uuyt voorgaende exempelen van andere steden onder uwe Edele Mogende aengegaen, gemaect ende gevolcht ende d’welcke met recht ende redenen in gelijcke veranderinge van tyden gesustineert soude connen worden, in sunderheyt ten opsien van veel schamelen, ende overnits groote last van kinderen ende andere miserabiliteyten, die quote niet en conden gesurneren, ende waeraen oock niet te executeren en was Soe dat in alle gevalle die voornoemde burgers van Armuyden soe veele nyet ten achteren en souden sijn als de voornoemde onderwinders pretenderen, maer alleenlijck de voorgeroerde some van £ 606-7-1. Dan gemerckt dat oock soodanighe schuldige somme deur verloop des tyts bij den burgeren nyet opgebrocht ende veel min onder die selve naer soe langen tyt bequamelijck geexecuteert en soude connen worden, overmits boven die gemeyne soberheyt der neringhe veel huyssen vercocht ende eenighe oock bij decrete gelevert sijn, daer aff die vercoopers versturven oft in andere plaetsen verhuyst sijn ende merckelijck om dat de voorgeroerde jaeren noch alle jaere eenen dobbelen 100sten penninck geschoten daer van de voorschreven burgers noch een oft twee dobbele 100ste penninck ten achteren sijn die oock mede eerst daechs gecollecteert ende verantwoort sullen moeten worden, mitsgaders oock omdat van gelijck veel huirders die ande voorschreven 100ste penninck een deel te dragen hadden gesturven ende verhuyst sijn, behalven datter seer veel huyssen ledich gestaen hebben ende noch staen ende dat den meestendeel van de resterende eygenaars met veel kinderen voorsien synde op te schepen van oorlooge dienen moeten ende generalijck geen middel en hebben om te connen betaelen. Soe en hebben de supplianten geen bequamer middel geweten om de voorschreven burgerie bij elckanderen te houden ende nyet overvallen te worden dan uwe Edele Mogende andermael seer ootmoedelijck te bidden om in plaetse van vrydicheden die andere gelijck berooffde ende minder geruineerde plaetsen gemeynlijck gesont ende toegestaen sijn geweest, die voorgeroerde
ASG 208 - 75 onbetaelde termynen voor dese reyse quytgescholden te worden als breeder bij de voornoemde requeste verhaelt staet, betrauwende die supplianten dat uw Edele Mogende in dyen deele met natuerlijcke redenen, billicheyt ende medelijden d'een mensche ende litmate den kinderen schuldich is, beweecht sullen sijn nyet alleen ten opsien van de vervallende neringe der selver burgers ende plaetse van Armuyden voornoemt, die eertyts in alle landen vermaert is geweest ende metter daet tot den tyde van de voorgeroerde plunderinge van den geneenen viandt gecontinueert heeft ende deur soedanige plunderinge gedesoleert ende verermpt is. Maer des te meer dat uw Edele Mogende~- sijn vaders ende voorstanders van alle trouwe gemeynten ende gecostumeert die selve bij excemptie quytscheldinghe bevrydinge ende andere middelen tot conservatie dienende te helpen ende bij te staen, om in tyden ende wylen van den selve wederom dienst te genieten, soe die supplianten nyet en twyffelen off van de burgers ende stadt van Armuyden voornoemt in alle tyden geschieden sal. Die supplianten bidden eyntelinge dat uw Edel Mogende vastelijck gelieven te gelooven dat die supplianten alle 't voorgeroerde alleenlijck ende 't eenemael sijn voorderende voorde particuliere burgers, sonder dat de stadt den den alderminsten penningen daer aen soude proffiteren ende veel min daer aff yet gecollecteert ontfangen off genoten maer wel ter contrarien ten opsien van de voorgeroerde schamele ende miserable persoonen die bevonden sijn geweest hen hemden ende cleerkens inde lombart gedraegen te hebben ende metten kinderen gebreck te moeten lyden om die voorgeroerde geattermineerde termynen op te bringhen van stadts wegen eenen geheelen termijn verschoten ende opgebrocht hebben sonder middel van recouvre des sijlieden op eere ende trauwe versekeren al in vougen dat soe wel die verminderinge van de quohier als mede die versochte quytscheldinge in nootelicheyt ende redenen respectivelijck gefundeert sijnde die supplianten verhoopen ende vertrauwen in haer versouck voorde gedesoleerde doch seer getrauwe burgerie verhoort sullen wesen. Voorder bidden die supplianten seer ootmoedelijck dat uw Edel Mogende gelieve de requeste bij henlieden over jaeren ende daeghen ande selve uw Edel Mogende om middel tot redres van de desolatie van Armuyden ten hebben gepresenteert ende langen tyt met grooten costen rnoyten ende loopen vervolcht eenmael bij der hant te nemen ende met vruchtbaere resolutie gerecommandeert te houden ende metten alder eersten te expedieren op dat der supplianten groote costen ende moyten een weynich daer mede gesoulageert ende den bequamen tyt om te wercken (die voor handen is) waergenomen mach werden dit doende,
ASG 208 - 76 – Voorslagh van eenige middelen zoo zekere als onzekere tot onderhout van eenige vroome ende bequame jongers, die in de Latynssche particuliere scholen, zoo geproffycteert hebben, dat zij dienen voorts geholpen ten studien, zoo om ten Seminarium te zijn tot aencommende ministers des woorts Gods in ’t exercitie van de waere Christelijcke Religie als mede om in jure philosophia medicina ende andere liberale scientien tot dienste van den lande te hebben bequame ancommende mannen. Sekere middelen. Hiertoe t' employeren die beneficien juris patronatus die meest daertoe oft tot gelijcke zaken gefundeert zijn. Die rancoen penningen van alle ontfangen oft verpachtingen vande gemeene zake middelen, oft een deel van dyen.
ASG 208
- 77 Die alimentatien van de papen ende nonnen van buyten 's landts, hier nyet geboortich. Die wereltlycke confiscatien of een deel van dyen. Die penningen voor den armen commende den domeynen van de Lombaerts. Die kercke goeden boven die reparatien. Onzekere middelen. Alle die sloten van de rekeningen van de Bailluis, zoo van voorgaanden tyt die te doen staen, als van den toecommende tyt . Den thienden penninck oft zoo veel als men wilt bespreken van de compositien van de voorschreven Bailluis.
ASG 208 - 78 Advis op 't verhooghen van de Aluyn etc. Copie. Advis wat den Aluyn meede ende Pastel meede soude moghen dragen op de convoyen als de lyste inhoudt. Eerstmael angaende den Aluyn die is gestelt op 't convoy tot vyftig stuvers 't hondert van 't incommen ende soo veel van 't uuytgaen. Den voorschreven Aluyn is hier voortyts belast geweest door het gansche lant met een besondere imposte tot proffyte van 't Hoff, tot twee guldens elck hondert. Maer overmits van noote es die verwers te onderhouden, die in dese landen gevlucht zijn, dat genouch ware op de helft van 't incommen ten hooghsten. Want het selve en compt nyet meer met geheele schepen als het placht, maer wel in vaten ende balen. Nopende die meede 't rapport uuyt hoofde des gelijcx de gemeene het selve hebben wij aen ons ende die gestelt op twaelf stuvers van uuytgaen. Die voorschreven meede die dient voor diversche verweryen die in Nederlant, Engelant, Vranckryck, Spaignen moet gebruyckt worden beter als met andere meede, namentlick van Breslans ende Donay.
ASG 208 - 79 Welcke meede dickwyls es rysende van twintich op veertich ponden ende soo op ende liste, zonder dat op den prys de zelve min getrocken wordt, al soo men die moet hebben. Soo dat die wel soude mogen draghen twintich stufvers op 't hondert ende die ghemeene twaalff stuvers, ende die Breslans oock twaalff stuvers van uuytgaen in plaetse van acht stuvers. Belangende den Pastel van Thoulouse die es gestelt op vyfthien stuvers van incommen, ende die van Tercera op thien stuvers de bale van twee hondert ponden de welcke soude mogen verhoocht worden van vyff stuvers op elcke bale
ASG 208
- 80 -
Op de borchtochten van de Comptabel Officiers. Extract uuyte notulen van de Gecommitteerde Raeden van de Staten van Zeelandt Inden Raede geresolveert uuyt chrachte van de last van den Staeten van Zeelandt den voorschreven Staeten voor te draegen hunnen advisen op de afvoorderingen van de borchtochten van de naevolgende comptabel Officiers roerende d'administratie van de Tresorier generael van Zeelandt. Pieter Schoutens borge te doen stellen van zijne administratie van de 100ste penninck van de huysen ten platten lande in Walcheren oft ten minsten voor £ 200 grooten op 't formulier van der borchtochten daertoe geconcipiert . Nicolaes Meyros van gelijcke administratie van de 100ste penninck over de gemeten in Walcheren in de vyff ambachten voor zijne administratie oft ten minsten voor £ 400 grooten vlaems. Bartholomeus de Looper over die gemeten van zuyt ende west wateringe aldaer, ad idem Philips Constant over de gemeten oost wateringe aldaer ad idem Jacob van der Velde heeft borge gestelt zoo voor 't landt als voorden Tresorier ter somme van £ 900 grooten over zijne administratie in Schouwen van den 100sten penninck ende gemeene middelen. Dignus Keetelaer den 100sten penninck van de huysen in Zuydbevelandt te vernemen in plaetse van Aert Storm te doen vernieuwen ander borge voor een derde zijnder administratie met advise van die van der Goes, alzoo d’ander souffisant zijn. Joos Marinussen Zuytlandt te doen stellen borge voor zijne administratie van den 100sten penninck oft ten minsten tot £ 200 grooten alzoo Pieter Rezen overleden is. Joris de Neue te letten oft hij nyet en behoort borge te stellen tot duysent ponden grooten voorde convoyen ender licenten tot Middelburch.
ASG 208 - 81 -. Bernard van Duynen borge te doen stellen voor £ 400 grooten op de convoyen ende licenten tot Vlissingen. Merten de Gast tot £ 300 op de convoyen ende licenten ter Vere. Godevard van Tiederhoven voorde convoyen ende licenten t' Armuyen borge te stellen voor £ 300. Pauwels Hubert voor convoyen ende licenten tot Zierickzee voor zijne administratie ofte ten minsten van £ 200 grooten. Reynier Reyniersen voor den convoyen ende licenten tot Brouwershaven tot £ 50 grooten. Jan Pieterssen Cort van 't lastgelt tot Vlissingen gedurige borge te doen stellen voor zijn administratie oft ten minsten voor £ 50 grooten . Jan van der Haege voor convoyen ende licenten tot Reymerswale voor £ 100 al zoo hij zijnen vaeder gestelt heeft. Coenraed de Vogel £ 100 grooten voor zijne administratie van de convoyen ende licenten ter Tholen. Merten de Gast voor 't lastgelt ter Vere tot £ 50 grooten. Marinus Mogge voor 't lastgelt tot Zierickzee £ 50 grooten. Geerbrant Geerbrantssen voor 't lastgelt tot Brouwershaven tot £ 50 grooten Cornelis Jonge Leynsen voor de administratie van de buytgoedren tot Vlissingen.
ASG 208 - 82 Pieter Reygersberch voor administratie van de buytgoederen ter Vere Walraven van Braemsloot van zijne administratie van de wereltlijcke confiscatien. Jaques D' Alles nieuwe borge te doen stellen voor sijne administratie ofte ten minsten voor £ 200 grooten. d'andere hier nyet vermelt hebben behoorlijcke borge gestelt
ASG 208 - 83 Staet van den oorloghe van den Tresorier de anno 1590. Staet in 't cortte van de maentelijcke oorloochslasten vallende te betaelen in Zeelant. Volgende den Staet ende raminghe gemaeckt bijden heeren Staten Generael van de oorlochslasten te draghen bij de geunieerde provincien bedragende ter maent ter somme van £ 220.000 van 40 grooten. Waer inne het contingent van Zeelant bedragen soude £ 34787-16-7 te 40 grooten, in welcken staet de sevicie van den Ingelsche garnisoenen binnen Vlissinghen nyet hooger geraemt ende gestelt en zijn, dan op £ 2000 ter maent, ende bedragen ontrent de £ 3000 ter maent. In den zelven es vergeten te stellen den brant van turff, keerssen voor de corps de gardes aldaer ter maent 100 van 40 grooten. De fortificatien buyten de provincie van Zeelant sijn maer gestelt op £ 500 ter maent ende bedraeghen over £ 1000, in den voorschreven staet es vergeten te brengen de geapponiteerde Capiteynen ter maent £ 170, soo dat de oorlochslasten in Zeelant vallende te betaelen bedraghen ter maent £ 36587-16-7 £ 36587-16-7 De fortificatie van Bergen marge; Wat dese maentelijcke generaele oorlochslasten bedraeghen boven de £ 31625-6 sal het selver betaelinge strecken ende corten in de quote van Zeelant in de leste geconsenteerde 500.000 gulden, over den jaere 1590.
ASG 208 - 84 -. Zoo in die groote merckelijcke somme costen sal wert hier gebracht pro memorie De nieuwe fortificatie van Biervliet die volgende de tauxatie wel costen sal 10 oft 12000 gulden ende hier pro memorie Andere maentelijcke betaelinghen staende tot particulieren last van de provincie van Zeelant. De sevitie van de Capiteynen, soldaten, houdende garnisoen inde besloten steden van Zeelandt bedraecht ter maent, zoo min zoo meer,nadat er vele inde steden gelecht worden alsoo die ten platten lande geen servite gemeten omtrent £ 4300 van 40 grooten
ASG 208 - 85 – Tractement van de twee Gecommitteerde Raden van State jegens £ 1800 t’sjaers elcx compt ter maent voor de twee
£ 300
Huyshuyre van den Gouverneur van Vlissingen tegens £ 1000 t’sjaers
£ 83-5-8
Tractement van den Gecommitteerde Raden van Staten van Zeelant als van de clercken huyssiers ende ordinaris boden van den Rade voor haer ordinaris tractement ende gaigen ter maent ontrent
£ 450
Legatien vacatien van den Gecommitteerde die dagelijcx ten dienste van den lande gecommitteert worden, onderhout van den camere van den Raden van den Griffie mitsgaders de vacatien van de boden ende andere voorvallende oncosten bedraghen wel in 't jaer ter somme van 13e ende 14 duysent pont compt ter maent ter goeder rekeninge
£ 4300
Somma totalis van de maentelijcke oorlochslasten in Zeelant bedragen van 40 grooten.
£ 40521-3-3
ASG 208
- 86 -
De generale verpachte middelen van de heeren Staten van Zeelant bedragen over de geheele provincie van Zeelant daerinne begrepen de 14 gulden op 't hondert wit zouts voor ses maenden beginnende prima octobris 1590 ende expirerende ultima marty 91, ter somme van £ 212738 van 40 grooten, waer aen cortte moeten de wedden van de ontfangers ende ande lasten, dan wort alhier uuytgetogen bij provisie de geheele somme sonder eenige cortinge bedragende ter maent £ 35456 van 40 grooten £ 35456 De welcke gecort aenden maentelijcken oorlochslasten hier boven verhaelt bedraegende £ 40521-3-3 van 40 grooten compt maentelijcks te cort ter somme van £ 5067-3-4 die gevonden moeten worden aen den 100sten penningen van den jaere 1590 dus hier £5067-3-3
ASG 208 - 87 Andere particuliere lasten van de heeren Staten van Zeelant op haere middelen van den jaere 90. De heeren Staten generael hebben geconsenteert ende ingewillicht tot subsidie van de swaere oorlochslasten te lande ende te waeter te furneren ende betaelen extraordinaris over den jaere 90 ter somme van 500000 gulden, waer inne het contingent van Zeelant bedraecht ter somme van£ 79063-5 te 40 grooten dus hier de voorschreven £ 79063-5 De Heeren Staten van Zeelant hebben tot vervallinge van de swaere oorlochslasten gereboursseert ende betaelt groote merckelijcke sommen van penningen bedraegende metten interest ter somme van…………… waer van het rembourssement dagelijcks versocht wordt uuyt de consenten van den jaere 1590. De Staten van Zeelant zijn belast in haer particulier metten fortificatie binnen de provincie van Zeelant, te wetene den Oostdyck van
ASG 208 - 88 -
Zuyt Bevelandt, die costen sal dit jaer 7200 gulden, op rekeninge van de welcke geemployeert zijn £ 800 uuyte weerlijcke confiscatien ende £ 400 bij den Tresorier £ 2400 Die fortificatie van den dyck van Oostduvelant sal costen over dit jaer 1590 ter goeder rekeninge £ 6000 De fortificatien van den stadt van Brouwershaven waer toe die heeren Staten van Zeelant belooft hebben te geven tot subsidie de somme van negen duysent pont van 40 grooten te betaelen in drye payen rekeningen elcx van £ 3000 t’sjaers.'t Eerste jaer uuyt de middelen van den jaere 1590, het tweede 1591 ende het derde 1592. Compt voor het eerste £ 3000 Tot subsidie van de fortificatie aen de stadt van der Tholen is bij den heeren Staten van Zeelant geaccordeert te betaelen dit jaer 1590 de somme van £ 4000 des zoo moeten die van de stadt de wercken voorts maecken, volgende het besteck daer van zijnde tot haeren costen, dus hier, £4000 De fortificatie van den lande vander
ASG 208 - 89 Tholen aen de dycken costen jaerlicx merckelicken sommen ende hier pro
memorie
Voor de helft van den brant als turff, keersen ende anders tot behouff van de garnisoenen ten platten lande in den eylande van der Tholen ter maent £ 200 van 40 grooten ende hier pro
memorie
Andere verdachte ende overdachte lasten hier pro
memorie
Tractement van zijne Excellentie als Gouverneur van Hollandt Zeelant, Westvrieslant aen zijne Excellentie bij de Staten van de voorschreven provincien geaccordeert ingegaen metten ........ novembris 84 verschenen, 85,86,87,88 tegens £ 4080 van 40 grooten 'tsjaers, waer inne het contingent van Zeelant bedraecht 'tsjaers £ 816 van 40 grooten, compt voor de vyff verloopen,jaeren £4080 die geordonneert zijn promt te betaelen £ 4080 Ende alsoo het voorschreven tractement van halffven te halven jaer betaelt.
ASG 208 - 90 -
soude worden, dient geordonneert bij wyen de selve betaelt sal worden. Andere lasten. Aen de Majesteyt van Vranckryck sijn bij den Heeren Staten generael bij forme van leeringe op rembourssement geconsenteert te furneren de somme van 't negentich duysent ponden van 40 grooten voor de welcke alhier aen den Heere van Saldaigne gelevert sijn ammonutie van oorloge te betaelen binnen 'tsjaers alle maende een twaelffde part, waer voor die heeren Staten van Zeelant haer beobligeert hebben, dus hier £ 14281-7-9 aen den selven hebben van Saldaigne
ASG 208 - 91 -
betaelt voor die van Utrecht volgende de consenten van den Heeren Staten de somme van £ 11081-4-1 van 40 grooten dus hier
£ 11081-4-1
Om welcke voorschreven lasten te vervallen, in 't geheele oft in deele, hebben haere consenten van den 100st.penninck geschoten over de gemeten gedregen ende geconsenteert die bebedraghen sal ontrent £ 176000 van 40 grooten £ 176000 van 40 grooten.
ASG 208
- 92 copie 1590
Die van Hollandt verclaeren, dat nyettegenstaende deur den lanckduerighen oorlooghe, ende zwaere lasten bij henlieden in den voorleden jaeren ghedraghen, mitsgaders den afbreck op te frontieren, zoo in steden als landen geleden den Staet van Hollandt ten hoochsten is belast ende bezwaert, zijluyden nochtans tot handthoudinghe van de ghemeyne zaecken, defentien van den landen ende affbreck van den vyanden, te vreden zijn hen noch ten uuytersten te evertueren ende over sulcx volghende voorgaende consenten hen debiteurs te maecken ende te verandtwoorden tot behouve van der Generaliteyt, volghende de rekeninghe daer van ghedaen ende noch te doen, bij resumptie van haere voorgaende consenten voor de jaeren 15 hondert 86, ect. 87,88,89, ende den loopenden jaere ’t negentich soo namentlick als jaerlick sulcx hier naer volcht, te weten namentlick de vyff jaeren gheduerende, haere quote jeghens die van Zeelandt, Utrecht ende Vrieslant in twee hondert duysent ponden, ende inden jaere 15 hondert ende 86 ect., extraordinarie haere quote in vyff hondert duysent ponden, behalven de costen van de waghens ende pionniers, bedraghende de quote van Hollandt over tachtich duysent ponden, inden jaere 87 ect. extraordinaris voor de quote van Hollandt alleen vyff hondert duysent ponden in de jaere 88 ende 89 t'saemen haere quote in
ASG 208 - 93 -
twaelff hondert duysent ponden, daer inne begrepen de assistentie aende Majesteyt van Vranckryck ende totte expeditie van Portugaele, aende Majesteyt van Engelandt in den voorschreven jaere 89 ect. ghedaen, ende voor den loopende jaere van 15 hondert 't neghentich, haere quote in vyff hondert duysent ponden al van 40 grooten 't pont, ende volghende voorgaende verdraghen quotisatief, Behoudelick dat die providcien van Zeelandt, Utrecht ende Vrieslandt hen in 't consenteren ende betaelen, van henne quoten in ghelycke sommen, soo namentlick als extraordinarie met die van Hollandt zullen conformeren. Ende dat die Staten van Hollandt over alle de quartieren, steden dorpen ende ghehuchten, der zelver landen, die met den zelven ghewoon zijn te contribueren, ofte wiens contributie henlieden jeghens Keyser Kaerle ,ende Coninc Philips als Grave van Hollandt, aen haere consenten hebben ghestreckt, tot voorderinghe van haere quote. Zulcke middelen zullen ghebruycken, als zyluyden daer toe noodich acht ende practicabel bevinden.Ende dat alle 't ghene dat van, ofte uuytte zelve quartieren, steden, dorpen ende ghehuchten, tot vervallinghe van de lasten van der oorloghe ten behouve van der Generaliteyt gheconsequeert is, ende noch in den loopende jaere gheconsenqueert zal werden, henlieden in haere voorschreven consenten valideren zal ende dat tot 't ghene voorschreven is den Staten Generael ende den Raedt van State, jegens den onwilligheden
ASG 208 - 94 ende anderssins henlieden zullen assisteren, des noot ende versocht zijnde volghende die negende. Item dat uuytte resterende quote van Hollandt betaelt zullen worden, de lasten volghende den Staet van der oorloghen bij henlieden aen te nemen zoo wel die daer inne ghestelt zijn bij memorie als anderssints, ende dat henlieden valideren zullen aende voorschreven consenten, zulcke voordere lasten, als zij tot defentie van de Vereenichde landen, zoo aen den volck van oorloghe, als 't ghene van der oorloghe dependeert, mitsgaders tot assistentie van die van der Admiraliteyt hebben betaelt. Ende noch zullen moeten betaelen ende namentlick de costen ende weerde van het gheschut gesonden in de steden van Breda ende te senden in de nieuwe Schansse gemaect ende noch te maecken in den loopende jaere mitsgaders van 't gene in dienste van de lande is t' onbruyck ghemaeckt ende wederomme hergoten es, ofte hergoten zal moeten worden, verstaen oock in alles, zoo in 't betaelen als verstrecken van haere consenten, te genyeten alsulcke voorder conditien ende voordeelen, als yemandt van de andere provincien genoten heeft ofte genyeten zal. Item dat in regardt van der betalinghe ofte leeninghe, die in den Briele aen het garnisoen van haere Majesteyt, soo in logysghelden, besoldinghen als anderssins
ASG 208 - 95 -
ghedaen is, ende voorder zal moeten worden gedaen, henlieden de zelve zal valideren, volgehende voorgaende consenten ende ghelijck in regardt van die van Vlissinghen ghebruyck is, ofte ghebruyckt zal worden . Item dat die consenten van Ghelderlandt ende Overyssel, naer haeren staet ende vermoghen zullen ghevoordert werden, ende vermeerdert ende bij brandtschadt oft verdyngh uuytte platte landen van Ghelderlandt, voor zoo veel die bij het consent van die van Ghelderlandt tot laste van de zelve provintie niet en zijn aenghenomen. Item van Brabant Vlaendren de omlanden grenzende Generalicken alle andere landen, onder het ghebiet van de ghemene vyanden wesende, ofte mitten zelven contribuerende, mit allen middelen van weghen de Generaliteyt gevoordert zal worden, dat de selve landen ten behouve van de ghemeene zaecke, soo veel contribueren aen dese zyde als zij doen aen des vyandts zyde, ende zoo veel mede als eenichssins, daer van es te consequeren. Dat voorts bij de Staten Generael ende Raedt van Staete, alle uuyterste debvoir gedaen zal worden, dat inde steden ende sterckten,die van weghen de Generaliteyt in de zelve landen ghehouden, worden, ghelycke middelen van contributie, tot gemeene defentie zullen worden inghevoert ende ghebruyct als in Holland worden ghebruyckt, Sijn voorts te vreden dat voor den loopende jaere
ASG 208 - 96 -
't neghentich, de convoyen ende licenten bij continuatie op te voorgaende lysten, tot vervallinge van de lasten van der oorloghe te water(zoo veel die zullen moghen strecken) zullen worden gheheven, behoudelick het innecommen van dien, als ghemeene middelen wesende, zal blijven ten dispositie van zijne Excellentie als Admirael Generael, ende de Collegien van der Admiraliteyt, van weghen de Generaliteyt gecommitteert ende dienende, ofte mochte committeren. Ende dat van de zelven convoyen ende licenten, zoo wel van de voorgaende als van den loopenden jaere ten behouve van der Generaliteyt, zal worden verandtwoort ende ghereeckent naer behooren, mydts dat die van der groote visscherye uuytte zelve convoyen ende licenten tot subsidie van het onderhouden, van vyff ofte ses schepen van oorloghen, die zij tot haere defensie.onderhouden, boven cruyt, scherp, ende wapenen, naer ouder ghewoonte, in plaetse van het ordinaris subsidie, van ontrent acht duysent ponden, van 40 grooten 't pondt, twaelff duysent ghelijcke ponden, zullen worden verstreckt, ten aensien van de groote schade bij henlieden in den voorleden jaere gheleden. Consenteren mede voor den loopenden jaere, dat bij gevolch van d’andere provincien.'over alle de Vereenichde provincien, ten proffyte van der Generaliteyt zal gheheven ende verpacht
ASG 208 - 97 -
worden, den impost van de veerthien guldens op elck hondert wit zout, dat van de denne gaet, volghende de ordonnantie daer op ghemaect. Behoudelick dat die van der grooter visscherye voornoempt, in recompense van 't zout, dat zij ter zee aenden harynck versouten, uuyten zelven impost zal worden betaelt,die somme van sesse duysent ponden, zulcx als inde voorgaende jaeren mede es ghedaen. Ende verstaen die van Hollandt mit 't voorschreven consenten noch te eenich pont van dien te willen preindicieren, de vryheden ende gherechticheden van de voornoemde landen noch te leden van dien maer dat de zelve zullen blijven in haer gheheel, ende dat in gevalle de voornoemde poincten, bij de Generaele Staeten, Raedt van Staete, ofte Staeten van eeniche provintie worden ghecontrainiert, ende de zelve contranientien, nyet daetelick (naer behooren ghedaen vermaninghe) gherecht zij luyden als dan daeran niet worden en zullen wesen verbonden.
ASG 208 - 98 Copie Consenten van die van Zeelant. De Ghedeputeerde van de Staten van Zeelant wesende op dese teghenwoordighe vergaderinghe inne brenghende, de consenten van den lande van Zeelandt, zoo ordinaris als extraordinaris, seggen dat de heeren Staten van Zeelandt, hebben gheconsenteert ende consenteren alsnoch, eerst hunne quote in de ordinaris contributie, over de jaeren 86,87,88,89 ende 't negentich. Niet jeghenstaende de inlegheringhe van den eylande van der Tholen, can ende groote verminderinghe van de contributien, daer uuyt tot noch toe ghetoghen. Mitgaders de groote inlaghe bij die van Schouwen behoust te legghen, daer toe die Staeten voorschreven benoodicht zijn, de contributien aldaer vallende eensdeels te quycteren ende mits dien hen andere middelen dienende; tot furnissement van henne quote, verre boven andere provintien, tot excessive lasten van henne inghesetenen te verhooghen wel zoude verheysschen, dat henne quote oock voor de voorgaende jaeren vermindert waere geweest. Versueckende wel instantelick, dat voor desen tegenwoordighen jaere van 't neghentich, daer op regardt genomen werdt, wesende hen lieden onmoghelick, daer inne voorderfte continueren, consenteren voorts extraordinarie over den jaeren 86 ect. henne quote in vyffhondert duysent Rynsch guldens, ende voor den jaere 87, consenteren extraordinarie teghen vyffhondert duysent Rynsch guldens, bij die van Hollandt gheaccordeert. Item inde lasten van de waghens ende pionniers,
ASG 208
- 99 -
over den voorschreven jaere daerinne zij verre boven heure quote hebben te coste geweest, ende soo veele belanght den jaere 1500 88 ende 89 .. Consenteren tot vervallinghe van de extraordinarise lasten van der oologhe ellff hondert duysent Rynsch guldens, daerinne verstaende ghesmolten ende begrepen te zijn, alle andere particuliere consenten, gheduerende de voorschreven jaeren ghedraghen, uuytghesondert 't neghentich duysent Rynsch guldens tot behouve van de Majesteyt van Vranckryck. Ende aengaende den tegenwoordighen jaere van 1500 't neghentich, hebben de voorschreven Staten gheconsenteert ende consenteren midts desen henne quote, inde vyffhondert duysent Rynsch guldens, mits dat daer inne oock de consenten tot noch toe ghedraghen, sullen begrepen zijn. Ende op conditie, dat de voorschreven extraordinaris consenten, zoo wel zullen strecken tot vervallinghe, van het cort van de equippaige, ordinaris ende extraordinaris te water als tot betalinghe van de lasten ten lande vallende. Item dat op de vercortinghe van den tyde van betalinghe van den garnisoen ligghende binnen Zeelandt, ende op de fortten daer ontrent zulcx geleth zal worden, als die dierte van alle dinghen ende beswaeringhe van den garnisoen plaetsen verheyssen, ende dat voorts daer aff zal worden gheemployeert, tot behouve van de fortificatie van Berghen op ten Zoon, veerthien duysent ende van Oostende ses duysent guldens, item tot het opmaecken van het nieuwe fort tot Biervliet, twelff
ASG 208 - 100 -
duysent Rynsch guldens salvo insto, mitsgaders de andere nootlicke oncosten, ende reparatien van de andere fortten buyten Zeelandt gheleghen, als Axele, Ter Neusen, Liefkenshouck, ende meer ander accorderende voorts voor de zelven jaeren 86,87,88,89 ende 't negentich, in de opgeve van den convoyen ende licenten, behoudelicken dat de lysten zullen worden hersien ende gemodereert naer ghelegentheyt van den tyde, ende meesten proffyte ende voordeele vander negotiatie. Welverstaende dat de provintien van Hollandt, Utrecht ende Vrieslandt, in dese consenten mede selen accorderen, ende de zelve furnieren, ende dat de provincien van Ghelderlandt ende Overyssel insghelycx, nae henne macht zullen contribueren. Item dat oock die van Utrecht ende Vrieslandt, zullen aen den Coninklycke Majesteyt van Vranckryck furnieren henne portien, in de voorschreven 't negentich duysent Rynsch guldens, ende die van Ghelderlandt de acht hondert Rynsch guldens bij hen geaccordeert, tot opmaecken van de Enghelsche kercke, tot Vlissinghen, ende dat de heeren Staeten van Zeelandt, zullen ghenyeten alle anderen voordelicke conditien, die bij eenighe van de andere provintien bespreken ende genoten worden, ende behoudens de Staeten van Zeelandt, henne privilegien ende gherechticheden.
ASG 208 - 101 Consenten van die van Vrieslant. copie Die Gedeputeerde van de Staten van Vrieslandt persisterende bij hun voorgaende consent, zoo ordonnaris als extraordinaris van den jaeren 86,87,88 ende 89 etc., consenteren mede (hoe wel veele meer beswaert dan eenighe van de vier provintien, voor dit loopende jaer 1500 't negentich. Soo in de ordinaris maentlick, twee mael hondert duysent als in de extraordinaris vyffmael hondert duysent guldens current, volghende de ghewoonlicke quotisatie, mits dat die staet van oorloghen zal worden met ghemeenen advuyse gheredresseert, alle onnutte tractementen van superintendenten, wachtmeesters en de diergelycke affghedaen, d' een provincie niet meer dan de andere, noch beswaert, noch verlicht, maer zoo veele ghelyckheyts holden, als eenichssins moghelick zal wesen, mits oock dat uuyt 't voorschreven consent van vyff hondert duysent guldens current, ghereet ghestelt zullen worden, vyftich duysent guldens ten minsten, in handen van den heeren van den Raedt van Staeten, om daermede in alder yl te doen lichten, ende voor ettelicke maenden onderholden een regiment knechten tot verseckeringhe van 't veltlegher, zoo naer alle menselicke gissinghen, dese versterckinghe thien dobbelde proffyt, met Godes hulpe, noch desen somer innebrenghen zoude moghen. Weshalven oock gemerckt eenighe provintien schynen te willen dit extraordinaris consent gheheel met
ASG 208 - 102 -
reeckenen betaelen, ( waer toe die van Vrieslandt meer stoffs hebben dan eenighe van den anderen) zijn tevreden op dat de versterckinghe voortgaen mach, noch te consenteren, boven de vyff hondert duysent guldens current, in heure ghewoonlicke quote van vyfftich duysent guldens current ende die datelick in handen van den Raedt van Staete ten eynde boven verhaelt te leveren, biddende wel dienstelick dat die andere provintien van ghelijcken gelieven te doen, op dat dese ghewunste occasie, die ons die goede Godt nu aenbiet, niet versuymt, maar veel meer tot Gods eere ende welvaert van dese landen wacht genomen mach worden. Angaende die brandtschat confirmeren sich met die van Hollandt met vruntelick versouck, dat die van Hollandt willen helpen voorderen, die brandtschat van Brabant, ende die van Zeelandt de Brandtschat van Vlaenderen, gelijck die van Vrieslandt in den brandschat van de Onmelanden ende Drente, heuren vlijt aenwendende zijn belanghende de particuliere collegien van de Admiraliteyt, angesien dese bij zijne Excellentie van Leycester tumultuaire inghestelt zijn, hebben die van Vrieslandt tot noch toe daer van versocht redres, ende op hope gheconsenteert in 't supperindentent collegie, maer anghesien tot noch toe weinich op hun versoeck gheleth
ASG 208 - 103 -
soo versoucken sij het alsnoch in navolghende manieren, te wetene dat het ghetal van de particuliere Collegien, die plaetsen van haere residentie, het ghetal van de Raeden in een yeder collegie, ende hoe menich uuyt een yeder provintie, mettet gene hier aencleeft met ghemeene advuys, ende onderlynghe communicatie gheordonneert mach worden hier in holdende zulcke ghelyckheyt ende proportie alsmede tot noch toe in 't stellen van Collegien ghedaen heeft, dienvolghende begheeren die van Vrieslandt, zoo veele persoonen inde particuliere collegien van der Admiraliteyt als die van Zeelandt, ofte die van West Vrieslandt ende Noorthollandt daer in nu hebben ofte hebben zullen. Begheren oock dat die Capiteynen ligghende op de custen van Vrieslandt ende Omlanden, zullen staen in haestighe voorvallende saecken, ten ghebiede van heuren Stadtholder, ende Gedeputeerden, ende over sulcx die licenten ende convoyen op Groninghen, ende Steenwyck noghen sluyten, ende oepenen, naer dat die noodt van de ghemeyne zaecke verheysschen zal, midts dat zijne Excellentie als Admirael, ende het superintendent Collegie, hier van terstondt verstendicht zullen worden, mette redenen waerom zulcx gedaen zal wesen. Ende op dat die licenten ende convoyen mette meeste proffyt op de Emse ontfangen
ASG 208
- 104 -
moghen worden ('t welcke geenssins op de scepen, veel minder inde stadt Empden behoort, ofte kan gheschieden, ghelijck die menichfuldighe experientie gheleert heeft). Versoucken die van Vrieslandt dat desen ontfanck (ghestelt bij zijne Generaele ende Gedeputeerden in de schantze Reyda, daer toe alsoo bequaem, als eenighe plaetse wesen can) aldaer ghecontinueert mach worden, dat die nominatie van de contrerolleur bij de Staten van Hollandt, van den ontfangher bij die van Vrieslandt staen zal, dat uuyt die opcomste, die Hollandtsche ende Vriessche Capiteynen, tot bewaringhe van de custe ghestelt met ghelijcken portien betaelt zullen worden, Ende soo verre dese versoucken (angaende het redres, van de collegien van der Admiraliteyt d'auctortiteyt van zijne Generale ende Gedeputeerden ende d' administratie van den licenten ende convoyen) affgheslaghen mochten worden, (des men verhoop neen) zijn de voorschreven Gedeputeerden van Vrieslandt, specialicken ghelast te verclaeren, dat die Staeten heure manieren van dach tot dach meer ende meer vernemen, dat men voorhebbens is, hen niet als bontgenooten maer als onderdanen te tracteren. Ende dat zij daer om, met hen leetwesen, ghedwonghen zullen worden, tot beschermynghe van hen vryheyt, die licenten ende convoyen zelve te administreren, zoo langhe ende ter tyde een generaele wet, met ghemeen advys ghenonen zal wesen, eyntelijck bescheyden die van Vrieslandt, alles zoo in 't administreren van heure consenten, als anderssins te zullen noghen ghenyeten, met alle voordere conditien die eeniche van de andere provintien genoten heeft, ofte genieten zal.
ASG 208 1590.
105 – Consenten van die van Utrecht. Copie
Omme van weghen den heeren Staten van Utrecht te verclaeren wat consenten van contributien zij verstaen zouden innegewillicht te hebben, ende als debiteurs te verandtwoorden, tot behouff van de ghemeyne zaecke, over die jaeren 1586,87,88,89 etc. ende ’t neghentich. Seyt haerluyden Ghedeputeerde, als hier naer volcht. Te weten dat voor zoo veel angaet die jaeren 86,87 ende 88 totten eersten octobris des zelve jaere ( wesende den tyt van de veranderinghe van de regieringhe aldaer, hem te refereren totte verclaeringhe van zijne principaelen, zoo bij monde gedaen als bij geschrifte overgegeven, aen de Gedeputeerden uuyte heeren Staten Generael, ende Raeden van Staete, in't beghinsel van 't jaer 1589 tot Utrecht gesonden, om op de continuatie van de contributien, ende oude quote mette voorschreven Staeten te handelen, wesende in effect, dat zij luyden hen refereren totte consenten, soo ordinaris als extraordinaris, binnen den voorschreven tyt ghedraghen, mitsgaders die bescheyden daervan zijnde, ende dat zij verstaen onghemolestiert te zullen blijven, van die te verandtwoorden off rekeninghe daer van te doen, ende oock ontlast van alle ordonnantie, die de heeren Generale Staten, oft Raeden van Staete, staende die voorgaende regieringhe, ende zeedert totten eersten
ASG 208 - 106 -. aprilis 1589, sonder consent van de voorschreven Staeten, op hem, lieden moghen hebben gegeven, ende bij den zelven Staten van Utrecht niet anghenomen zijn gheweest, ende sullen des nyettemin de voorschreven Staeten van Utrecht, t' allen tyden bereet wesen bewys te doen van den uuytgheeff, ende employ van de voorschreven penninghen, zulcx zij die bij de registren zullen connen bevinden. Op dat die heeren Raden van Staete, haer daermede jegens anderen zullen moghen behelpen, daer ende zoo 't doenlick wesen zal. Verclaert voorts dat die voorschreven heeren Staeten van Utrecht gheaccordeert hebben over die eerste zes naervolghende maenden, beginnende prima octobris 1588 etc. totten lesten Marty 89 etc. beyde incluys, ende stylo vetery, thien duysent guldens ter maent, zoo voor ordinaris als extraordinaris contributien, ende daer beneffens noch hun quote in eens hondert duysent guldens tot het voyage van Portugael. Ende al hoewel dat die voorschreven Staeten van Utrecht, ten ansien van haeren gheturbeerden, ende zeer soberen staet, zoo ten respecte van de voorgaende regieringhe als ghestadich inval des vyants in haer provintie wel behoort hadden voor een tyt van contributien verlicht te blijven. Soo is 't nochtans, dat zijluyden op ernstelick versouck van de voorschreven Gecommitteerde heeren, uuytte Generale Staeten ende Raeden van Staten, ende onder der zelver
ASG 208 - 107 beloften van dat haere quartieren teghens den vyandt beter beschermpt zouden worden, eyntelick wederom gheaccordeert hebben, hun oude quote (als naer advenant het thiende paert, van die van Hollandt) in de ordinaris contributie van twee hondert duysent guldens ter maendt, ende dat successive voor.den tyt van drye halve jaeren, achter eenvolghende, beghinnende den eersten aprilis 89 etc. totten lesten septembris 1590 beyde incluys, ende stylo vetery. Ende hebben noch over den zelven tyt extraordinairie anghenomen, die verhooghinghe van de reparticie van ’t crychsvolck, ghelijck die bij den Staten Generael ghearresteert is, den .. aprilis 1589 monterende in effecte alle zes maenden, tot hondert duysent guldens over de vier provincien, hebben oock daeren boven gheaccordeert heur quote in noch twee hondert duysent guldens extraordinaris over het jaer 1589. Maer zoo veel aengaent die vyffmael hondert duysent, over dit loopende jaer extraordinarie versocht, verclaeren dat zij daer inne niet en zouden consenteren, ende veel min haer quote furnieren, ten, waere dat door 't legghen van twee schanssen, al een voor Deventer ende d'ander voor Zuytphen haer provintie bevryt worde teghens het uuytloopen van den vyant, in welcken ghevalle zullen die voorschreven Staeten van Utrecht te vreden zijn, hun
ASG 208 - 108 aenpaert, ende quote beneffens die andere provintien als Hollandt Zeelandt ende Vrieslandt, inde volle versochte vyffmael hondert duysent guldens te consenteren, met al sulcken verstande, dat zij die niet betaelen noch schuldich wesen en zullen, voor dat men metterdaet begonst zal hebben de voorschreven schanssen voor Deventer, ende Zutphen te legghen, Maer die zelfde begonst zijnde zullen daer toe betaelen uuyt dese haer voorschreven quote invyff hondert duysent ponden een gherecht vierendeel, van achthien duysent guldens, ende die schanssen in tamelick defentie ghebrocht zijnde noch een ghelijcke vierendeel, ende die twee andere vierendeelen, bij het volmaecken van de voorschreven schanssen, mits dat men daer uuyt zal moghen betaelen, waghens, karren peerden, pionniers etc., die tot het effectueren van de zelve schanssen uuyt die provincie van Utrecht in Veluwe gheschict zullen worden, ende dat van de restererende pennynghen van haer luyder voorschreven quote (affghtoghen zijnde 't verhoochstel van de reparticie van 't crychsvolck, voor de laetste zes maenden) ’t surpluys gheÍmployeert zal worden, totte fortificatie van Duerstede ende Wagheninghen, ende dat 't gene daer anne te cort zal connen, bij de andere provincien zal worden ghesuppleert. Des zullen de Staten van Utrecht te vreden zijn, die fortificatie van de vaert, buyten last ende costen van de andere provincien, voort te doen voltrecken
ASG 208
- 109 -
ende dit al in sulcken verstande, dat die provintien van Hollandt, Zeelandt, ende Vrieslandt, in alle dese voorschreven ordinaris, ende extraordinaris sommen mede zullen consenteren ende die zelve furneren, ende dat die contributien over Ghelderlandt ende Overyssel, insghelijcx naer haere macht, verhoocht zullen worden, ende angaende de brantschatten op den vyant, verstaen dat die allomme, zoo veel moghelick verhoocht, gheinnet, ende behoorlick rekeninghe daer van ghedaen zal worden, ten proffytte van der Generaliteyt. Consenteren voorts die voorschreven Staeten van Utrecht, in den opheeff van de convoyen, ende licenten voor dit loopende jaer, behoudelick dat van den incommen, ende employ van dien, bij de respective collegien van der Admiraliteyt, van weghen die Generaele Staeten ghecommitteert, ende noch te committeren, soo wel van de voorgaende, als dit loopende jaer, zal worden verandtwoort, ende gherekent ten behouve vander Generaliteyt, daer ende alsoo ’t behooren zal. Ende dit al behouden den Staten van Utrecht, haere gherechticheden, ende privilegien, ende dat zij voorts mede zullen ghenyeten, alle andere voordelicke conditien die bij eenighe van d'ander provincien besproken zijn, ende ghenoten zullen worden.
ASG 208 - 110 -
Repartitie. Antwerpen Gelre Vlaemse Hollant/Zeelant Utrecht Vrieslandt Groeninqen ende Ommelanden Overysel Drente lant
80.000 33.000 150.000 106.000 12.000 24.000 18.000 15.000 5.000.
Copie. Die Gedeputeerden van de naerder geunieerde provincien binnen Utrecht vergadert mitten anderen rypelijck geconverseert hebbende op verscheyden zwaricheden die hem daegelijccx representeren zoe 't ontset van de stadt van Maestricht als continuatie van der oirloge hebben eyntelijck op 't behagen van haerlieden respective provincien geadvyseert ende voer texpedienste bevonden om te thoonen dat hoe wel zij van meyninghe zijn te persisteren bij de naerder unie onder die voerschreven provincien besloten zij nochtans nyet, en dencken sich aff te sunderen van de Generaliteyt noch te ontrecken uuyt die Unie bij de Pacificatie tot Gendt gemaect, maer daer inne volharden tot dat die Spaingnaerden ende anderen des gemeens lants vyanden off net gewelt oft met accordt uuyt die landen verdreven ende vertoghen. Ende deselve doer Goidts genade in ruste ende vrede gestelt zullen zijn. Dat die voerschreven geunieerde provincien als die van den Furstendomme Gelre, Graeffschap Sutphen die van der lande ende Graeffschappen van Hollandt ende Zeelandt, Utrecht, Vr(i)essche Ommelanden tusschen die Eems ende Lauwers, die steden van Leeuwerden, Sneeck ende Franicker met haere grietenyen ende andere creken van Vrieslant, Overyssel, Groenighen, Drachten ende Linghen, die noch nyet met hem geunieert en zijn te saemen 't haerder lasten zouden nemen, zoe tot Maestricht als van oirloghe te onderhouden hondert vendelen knechten ende vyfthien hondert peerden oft ruyteren waervan die vyftich vendelen mitsgaders dry hondert peerden in de nootelijcke garnisoen van de voorschreven lande verdeylt zouden worden ende die andere vyftich vendelen met twaelff hondert peerden zouden in 't velt tegens den vyant gebruyct worden.
ASG 208 - 111 -
Welcke voerschreven hondert vendelen ende vyfthien hondert peerden betaelt zullen worden uuyt die middelen generael bij de voerschreven provincien geaccordeert ofte noch te accorderen. Dan alzoe die voerschreven middelen als noch alomme nyet geaccordeert noch in tram gebracht en zijn. Ende dat men van de plaetsen daer die begonst zijn in tram gebracht te worden nyet en heeft connen trecken die vruchten die men daer van verwacht vermits verscheyden opstacken ende beletselen, zoe doer inlage van ruyteren als anderssins voergevallen. Soe is geadvuyseert dat bij provisie voer den tyt van twee maenden over die voerschreven provincien een repartitie ofte verdeylinghe gemaeckt zoude worden van twee mael hondert drye ende twintich duysent gulden telcken maent op te brengen, wel verstaende dat yegelijck van voerschreven provincien tegens haere quote weder innehouden ende opbeuren zouden die middelen generael in haerlieder quartier loop hebbende. Dat voerts die amonitien van den oirloghe onderhoudt van schepen van oirloghe ter zee als op 't rivieren ende binnen wateren deputatie van commissarissen ende ander bedachte ende onbedachte costen betaelt zouden worden uuyten convoyen die inde voerschreven naerder geunieerde landen vallen ende geheven zullen worden. Item dat die prouffycten van de munte geemployeert zullen werden tot die fortificatie, steden ende plaetsen van de voerschreven provincien daer men des geordonneert heeft ende noch van noode vinden zal te ordonneren. Item dat uuyt den innecommen van de demeynen betaelt zouden worden die Gouverneur Generael ende die particulier
ASG 208 - 112 -
Gouverneurs ofte Stadthouders van de provincien die lasten affgetoghen. Item om die voerschreven tweemael hondert drye ende twintich duysent gulden den tyt van twee maendt geduyrende over de voerschreven provincien te vinden was voergeslaeghen dat die van den Furstendomme Gelre ter maent furneren zouden vyftich duysent gulden al hoe wel die Gedeputeerden van den Furstendomme Gelre hen laeten duncken wel te behooren te volstaen met dartich duysent gulden. Soe es’t selve eyntelijck geraempt op veertich duysent gulden. Item was voergeslaeghen dat die van Hollandt ende Zeelandt in de voerschreven 223.000 gulden opbrenghen zouden alle maent die rechte helft. Alsoe wel die Gedeputeerden van de zelve landen hem lieten duncken dat 't selve oick voer den voernoemden lande beswaerlijck wesen zoude ende dat sij ter maent nyet meer en zouden behooren op te brenghen naer advenant van d’andere dan tachtich duysent gulden. Ende es geraempt op hondert duysent gulden. Item over 't lant van Vrieslant was voergeslaeghen acht ende twintich duysent gulden ter maent hoe wel haerlieden Gedeputeerden sustineerden dat sij behoorden te volstaen met achtien duysent gulden, ende es geraempt op vier ende twintich duysent gulden. Item die Vriessche Ommelanden op zesthien duysent gulden. Item die van Overyssel op 20.000 guldens.
ASG 208 - 113 Die van Drenth op Die van Linghen
5000 guldens. 3000 guldens
Item die stadt van Groeninghen op
3000 guldens
Item die van Utrecht op
12000 guldens
hoewel die Gedeputeerden van Utrecht sustineerden 't selve te hooch te sijn, ende dat sij behooren te volstaen met acht duysent guldens. Ende dit alles bij provisie ende nyet langher durende dan de tyt van de voerschreven twee maenden, ende zonder dattet zelve t'eniger tyt in consequentien getoghen zal worden, onvermindert oick een yegelijck zijn gerechticheyt,privilegien ende excemptien, ect. Welverstaende dat alle de naerder geunieerde provincien middeler tyt vervoirderen zullen die middelen generael in 't tram te brenghen omme daer uuyt van maent tot maent die ruyteren ende knechten betaelt te worden ofte zoe die middelen daer toe nyet en zouden moghen strecken dat men die selve middelen oft eenighe van dien achtervolgende die unie verhoghen ofte eenige anderen, namentlijck den impost op ten turff ende zeepe daer bij moghen voeghen zal, tot dat men compt tot vollen furnissenment van de voerschreven twee hondert drye ende twintich duysent gulden ter maendt het en ware, overmits veranderinghe van den tyt ende zaecken men die lasten van den oirloghe mochten verminderen. marge; N.a hier staet te bedencken hoe men doen zal met den Graeffschappen van Buren, Culenburch, Yselsteyn ende dergelijcke ect. die noch in 't generael noch particulier nyet en contribueren.
ASG 208 - 114 -
Ende en sal men den voerschreven incommen ende penningen nyet moghen employeren oft innehouden tot ghenen anderen eynde dan voerschreven is. Item dat die voerschreven provincien hier inne veraccordeert ende verdraeghen zijnde, hier bij zal voughen alzulcke clausule van verbant ende submissie als men tot reele executie bevinden zal noodich te wesen. Waer tegens die vande Hartochdomme van Brabant, Graeffschappen van Vlaenderen, die stadt, steden ende landen van Mechelen, Valenchyn, Tournay, Tournezyn etc., onderhouden zouden drye duysent vyff hondert peerden ende gelijcke hondert vendelen knechten, waervan die vyfftich vendelen met zes off zeven hondert peerden als 't van noode wesen zal oick in den nootelijcken garnisoenen verdeylt zouden moghen worden ther ordonnantien van zijne Hoocheyt ende Excellentie. Ende die reste zoude geemployeert werden in compaigne tegens den vyant. Item dat die voerschreven van Brabant, Vlaenderen etc., hier thoe employeren zouden alzulcke middelen als inden voerschreven landen vallen ofte zijlieden zelfs advyseren zullen. Insgelijcx zullen zij die costen totter amonitien, onderhoudt van schepen van oirloghe Commissarissen, fortificatien, traictementen van Gouverneurs generael ende particuliers ende andere bedachte ende onbedachte costen moghen vinden.
ASG 208
- 115 -
bij al zulcke middelen als voren verhaelt ofte ander die zij advyseren zullen, daerthoe zijlieden oick gebruycken zullen alzulcke clausule van verbant ende submissie als men tot Reelo exactie bevinden zal, op dat alzoe alle foule exactie cuncussie uuyteringhe van den lande vergoet moghen worden. Ende alzoe te beter middel te hebben met gemeenderhant ende macht den vyant te wederstaen ende de oorloge te continueren tot dat Godt Almachtich doer zijn genade gelieven zal eene vaste ende geduyrighe peys te verleenen. Ende off eenige van de voerschreven provincien hem zouden willen excureren dat zij tegenwoirdichlijck geen middelen en zouden hebben die penningen daer op zij bij provisie gequotiseert zijn ofte zullen worden promptelijck te furneren zouden die selve met eenighe van den ruyteren ofte vendelen knechten moghen handelen de selve 't haerlieden laste nemen ende daer mede maecken alzulcke daegen ende termynen als zij met henlieden haerlieden contentement zouden connen verwerven, beheltelijck dat zijluyden altyt die ruyteren ende soldaten zullen houden in goede ordre ende dicipline. Item op 't ghene voerschreven is dient bij de respective provincien boven genoempt geresolveert te worden uuytganck van may, op dat alsdan die penningen daer een yegelijck opgeseth es, promptelijck gefurneert ende ruyters ende soldaten in haerlieder dienst gecontinueert ende betaelt moghen worden ten eynde d’accassie van 't ontset van Maestricht nyet en verloope.
ASG 208 - 116 -
Instructie voor den Raet neffens d' Excellentie.
Instructie voor den Gecommitteerde Raden vanden Heeren Staten van Hollant ende West Vrieslant neffens zyne Excellentie.
Alzoo tot beleyt vande saecken het Gouvernement van den landen van Hollant ende West Vrieslant betreffende noodich es te committeren eenige persoonen die gestadich besoingeren als Raden vanden Staten der voorschreven landen neffens zyne Excellentie op sekeren last ende instructie. Soo syn by de Ridderschap Edelen ende steden der voornoemde landen representerende de staten der selver, daer toe besloten de poincten hier naer volgende. 1. Inden eersten sullen de voorschreven Gecommitteerde Raden gehouden wesen, van den geheelen stadt ende gelegentheden vanden lande ende van alle occupatien te houden goede correspondentien met syne Excellentie den selven getrouwelyck tot des gemeene lantswelvaren helpen raden ende adviseren, sonder op het particulier van eenige quartieren oft steden hen selven oft yemant anders (in 't gundt gemeene beste soude mogen verhinderen te sien oft te letten. Ende sullen hier tot dyen eynde van den alomme ter plaetse, daer syne voorschreven Excellentie wesen sal tot dienste van den lande
ASG 208 - 117 januari 1590 2. Sullen gehouden wesen te vergaderen tot allen tyden ende plaetsen als syluyden tot dienste van den lande sullen bevinden noodich te wesen ende voorts als zyne Excellentie 't selve goet vinden sal. 3. Die Gecommitteerde Raden voornoemd sullen specialick daer op letten, dat als voorschreven gemeene lants gerechticheden, vryheden privilegien ende costumen werden geconserveert ende onderhouden. 4. Sullen besorgen dat de voorschreven landen quartieren ende steden van dyen, in goede ruste eenichen vrede ende welvaren gehouden mogen worden, ende onser sulcx geauthoriseert wesen omme die quartieren ende steden, mitsgaders allen den Crychsoversten, Colonellen ende Capiteynen in dienste der voorschreven landen wesende, onder den welcken eenige Overste alreede op gecommen/ es, oft noch soude moghen op commen, by syne Excellentie als Gouverneur ende Capiteyn Generael der voorschreven landen die doen bescriven ende by alle goede middelen de zelve te accorderen ende vereenigen zoo verre sulcx doenlick es, sonder dat sy nochtans dies angaende ofte in eeniche andere saecken yet sullen moghen doen jegens de gerechticheden vande voorschreven landen ofte steden. 5. Ende sullen oock hebben te letten dat alle
ASG 208 - 118 -
ordonnantien op't faict vander justicie ende policie van de landen gemaect alomme onderhouden ende achtervolcht worden, ten eynde d'ingesetenen vande voorschreven landen goet recht geschiede ende onder goede policie geregeert mogen worden. VI Sullen besorgen dat alle exactien ende concussien vande officieren vander oorloge mitsgaders de excessen van de soldaten gestraft worden naer behooren. VII Item dat behoorlijk ende met alle rigeur werde geprocedeert tegens den genen die bevonden sullen worden yet voort te stellen dat tot meuyterie, verraderie, servitie ende oproer oft anders tot nadeel vanden lande zoude mogen strecken. VIII Sullen oock hebben te letten off uuyt eenige doleancien ende clachten van quartieren steden oft dorpen vande voornoemde landen eenige veranderinge vermeerderinge oft verminderinge in 't stuck vande justicie, weerlijcke oft kerkelijke policie nootelijk sal moeten geschieden daer aff sy behoorlijke notulen sullen maecken, ende de voorschreven Staten raport doen, omme daer op gedaen te worden als des lants welvaren sal vereyschen.
ASG 208 - 119 IX Sullen generale hebben te besorgen dat alle’t gene by de voorschreven Staten op 't stuck vande justicie weerlijkcke ende kerkelijcke policien geordonneert es, ende voorder geordonneert sal worden geeffectueert werde, ende den Staten doen behoorlijck raport van ‘t ghene geeffectueert es ende noch te effectueren staet. X Item sullen by arreste hebben de kennisse ende indicature van allen geschillen, procederende vanden gevangenen ter oorsake vander oorloge prinsen ofte beuyten byde soldaten te lande gehaelt ende inde voorschreven landen gebracht met alle 't gene daer aen dependeert, daer inne zy gehouden sullen wezen eenen ygelyck recht ende justicie te doen, gelijck zy in conscientie, ende volgende d'ordonnantien ende placaten daer op gemaeckt bevinden sullen te behooren. Zonder dat zy hen anders de saecken vande justicie, den hoogen ende provincialen Rade de Gecommitteerde Rade van Staten de Collegien vander Aadmiraliteyt, Gerechten vande landen, steden Heerlicheden, dorpen ende andere competerende sullen onderwinden. XI Sullen mede besorgen dat de sterckten ende fortressen allomme binnen Hollant ende
ASG 208 - 120 -
West Vrieslant opgemaect gevoordert ende onderhouden mogen worden naer behooren. XII Sullen insgelicx bevoorderen dat by syne Excellentie de steden ende sterckten van de voorschreven landen met goede garnisoenen bewaert ende beset gehouden werden, ende dat de selve garnisoenen dickwils verantwert werden, doende onderhouden in't geven vande patenten, de ordere ende resolutie daer op by den Staten alreede genomen ende noch te nemen. XIII Item sullen houden goede correspondencie met het collegie vande Gecommitteerde Raden vander Staten voornoemt. XIIII Ende op alle occurente saecken den landen aengaende ende nyet wesende den Staten gereserveert oft den Gecommitteerde Raden van der Staten, oft die van den Admiraliteyt specialen by haere instructie belast sullen syluyden ten meesten dienste ende welvaren vanden lande met syne Excellentie adviseren ende resolveren. XV Item en sullen nyet resolveren dan in
ASG 208 - 121 presentie van 't meerendeel van de raden in loco wesende ende de depechen van importantie sullen by een vande Raden geparapheert werden ende uuytgegeven op de name van syne Excellentie als Gouverneur ende Capiteyn Generael van Hollant ende Westvrieslant ende die Raden van State der selver landen neffens syne Excellentie gecommitteert. XVI Sullen in hare besoingen houden die ordre dat vooral affgedaen sullen worden, de saecken vande landen ende de staet vandyen betreffende, daer naer vande quartieren, steden dorpen , ende collegien, ende ten laasten vande particulieren. XVII Die van den voorschreven Rade nochte yemant van henlieden en sal hen nyet maecken comptabel deur de administratie van eenige vuires, munutirus, wapenen oft penningen, maer sullen 't selve laten tot laste vande commisen daer toe gestelt, oft mochte stellen uuytgesundert in secrete saecken, die zy ter ordonnantie van zyne Excellentie 't samen oft deur yemant van henlieden sullen beleyden. XVIII De Gecommitteerde vande Staten sullen
ASG 208 - 122 in't voorschreven Collegie altyt vry acces hebben ende d'Edelen ende Gedeputeerde vanden Steden nyet wesende van 't voorschreven Collegie ende hebbende yet van haeren collegien te proponeren, sullen acces hebben meten selven Rade, ende heuren last aldaer mogen openen, ten eynde daerop geresolveert mach worden naer behooren. XIX. De voorschreven Gecommitteerde Raden sullen hen onthouden in den Hage als ordinaris plaetse van de residentie van zyne Excellentie met de gaigen vande gene uuyten staet van de Edelen in 't selve Collegie gecommitteert wezende van twaelff hondert guldens ‘s jaers ende de andere van acht hondert guldens 's jaers, ende als sy buyten, ofte binnen Hollant in commisie reysen sullen sy getracteert worden boven de reyscosten die gene die buyten staet vande Edelen is gecommitteert drye guldens, ende d’andere s'dachs twee guldens. XX. Item sullen tot secretaris by provisie gebruycken Johan Nulander secretaris van syne Excellentie, ende besorge dat hen een ofte twee goede clercken van de voorschreven landen bygevoucht worden. marge: den 9den february (15)90 is by den Staten voornoemt geresolveert dat de Gecommitteerde uuyt den Edelen in commissie reysende, sullen getracteert worden boven de reyscosten 't sdaechs tot vier guldens ende de Gecommitteerde uuyten steden tot drye guldens ‘s daechs.
ASG 208 -
123 –
XXI Ende sullen eenen deurwaerder gebruycken totte gaige van twintich stuvers daechs binnen de ordinaris plaetse vande vergaderinge ende buyten de ordinaris plaetse tot dertich stuvers. XXII. De voorschreven Raden sullen alleenlyck dienen voor een jaer, Ende voor de experatie van het jaer sal op de continuatie vanden Raet ende de persoonen inden selven dienende by de Staten geleth ende geresolveert worden naer behooren. Ende ingevalle van continuatie sullen ten minsten twee vanden zelve persoonen verandert ende andere in hare plaetse gecommitteert werden. XXIII. Ende sullen beloven ende sweeren den Staten van Hollant ende Westvrieslant gehou ende getrouw te wesen. Ende dat sy hun sullen reguleren naer dese instuctie ende in alle saken ten meesten dienste vande lande helpen adviseren ende resolveren, sonder aen te sien eenige quartieren ofte steden, hen selven oft yemant anders van heuren vrunden, magen ofte anderen (in 't gene gemeene saecke soude moghen hinderlijck wezen) maer alleen voor oogen hebben het gemeene beste ende welvaren vande lande, ende dat sy nyet ontdecken en sullen de convicaten delebrerende oft resolutien in 't voorschreven Collegie vallende die secreet behooren gehouden te worden mochte gedurende
ASG 208 - 124 -
haeren diensten yemant anders als den Staten van Hollant ende Westvriesland ten dienste staen, ofte van yemant eenige pensioenen, giften ofte presenten byden bescreven rechten verboden directelijck oft indirectelijkck te ontfangen ende voorts alles te doen dat goede ende getrouwe Gecommitteerde Raden vanden Staten schuldich syn te doen, alles op alsulcke penen als naer rechte daer toe staen. XXIIII. Ende reserveren de Staten aen hen de interpretatie van alle de duysterheden ende twyffelachticheden die uuyt dese instructien souden mogen rysen, ende oock d' amplicatieve verminderinge ende veranderinge vandyen, gelijck sy luyden ter dienste vanden lande sullen bevinden te behooren. Gedaen inden Hage den 22sten January 1590.
ASG 208 - 125 4 januiari 1590 Extract uyt het register der resolutien van de Hoogmogende Heeren Staten Generael der Vereenichde Nederlanden. Jovis quarta january 1590. 't Voorseyde geschrifte vande Raetsheer Bodley gelesen ende daerop gedelibereert wesende, is geresolveert den selven daer~ op te antwoorden, dat d'heeren Staten 't voorseyde geschrifte gevisiteert hebbende verwondert sijn over het inhouden, namael hen een yegelick kennelick es, dat alle heure actien ende resolutien strecken tot hanthoudinge en conservatie vande lande, ende meer als van sommige andere, ende dat 't voorseyde geschrifte procedeert van de voorseyde Bodley, die met eede aen 't'lant verplicht is, ende tot last van 't selve wort getracteert wetende oock dat het Collegie van de Staten Generael is het eerste ende principaelste lit van den lande daer over hij met het selve behoort te handelen met alle respect ende consideratie dat de Staten Generael hebben willen waerschouwen bij forme van advertiesement op sijn versoeck dat sij besoigneren in heure vergaderinge vermogen den last die sij hebben van haere principalen daer van sij aen niemanden en hebben te verantwoorden dain aen de selve heure principalen dies verclaeren die van Zeelant te persisteren bij heure voorgaende advysen.
ASG 208 -
126 –
Paspoorten
1590 januari 8
Copie
Laet passeren van wegen die heeren Generaele Staten der Vereenichde Nederlantsschen provintien, schipper Bastiaen Jacobssen van Delffshaven nae Middelburch ende voorts op vianden landt met de goederen hier onder gespecificeert. Alzoo 't recht ende subsidie der generaele middelen daervan betaelt zyn, in handen van onse Gecommitteerde eerst van Anthoni Bullaert, tachtich bayen in acht partien compt ÂŁ 40,noch zeven vat friessche boter compt ÂŁ 56. Actum Delffshaven desen 8en january 1590 ende was onderteeckent J. van der Wout ende J. van Nes Bet lieger was op't spatum gedruckt, eenen zegel in rooden wasse, ende op den dors stont gescreven, gevisiteert te Delffshaven den 8en january 1590 ende was geteeckent Jacob Jacobssen.
ASG 208 - 127 Poinct van die van Middelburch.
Exhibitien by den Pensionnaris Roelsins 6den january 1590.
Memorie om een poinct van bescryvinge te maken ter vergaderinge van den Staten van Zeelant . Alzoo van wegen Burchmeesters Schepenen ende raet der stadt Middelburch, ons is verthoont, dat by die Magistraet van Arnemuyden naer dat de voorschreven stadt haer heeft begeven onder ’t gebiet van zyne Princelycke Excellentie, zyne Konincklycke Majesteyt, hen hebben vervoordert, verscheyden huysen gestaen hebbende op stadts dyck, ende over sulcx naede costuymen van Middelburch geacht ende gehouden voor muebele goeden, aff te brecken, ende de materialen te aenveerden ende den grondt te appliceren tot een marckt, ende anderssints daer mede te doen naer heurlieder wille ende goetduncken, sonder den eygenaers vande selve huysen, eenich behoirlyck contentemente gevene, ende sonder de renten ende paeybrieven daer op specialyck gehypotekeert, te betalen, ofte de voorschreven eygenaers ter cause van de voorschreven renten ende paeyen by den rentheffers in rechte betrocken zynde te willen comen garanderen, daer toe rechtelyck gesommeert zynde, als tot groote beswaernisse jae uuyterlycke bederffenisse van verscheyden weduwen, weesen ende andere borgers, ende ingesetene der stadt Middelburch tegens alle rechten redene ende billicheyt , ter wyle de voorschreven eygenaers gecondempneert synde de voorschreven renten ende paeyen te moeten betalen, tegens de voorschreven van Arnemuyden egeen verhael en sullen connen gecrygen, dan met groote moeyte
ASG 208 - 128 -
ende oncosten van procederen, die den selven nyet mogelyck en sal wesen te supporteren, 't zal daeromme uw Edele believen te bedencken op eenige bequame middelen, om de voorschreven van Arnemuyden te induceren ofte constringeren ten eynde zy den voorschreven eygenaers behoorlyck contentement geven, ende indempniseren tegens de voorschreven rentheffers, om alle voorder oncosten, moeyten, ende inconuenienten te verhoeden ende voorcomen die ter oorzake vande proceduren ende executien die voorschreven van Arnemuyden souden mogen comen te ontstaen. Ende uw Edele gedeputeerde ter aenstaende dachvaert te authoriseren ende belasten, een goet advuys dies aengaende inne te bringen, ende helpen resolveren, sulcx als tot conservatie van goede eenicheyt tusschen de steden, borgers ende ingesetenen der selver sal bevonden worden te behooren.
ASG 208 - 129 -
Memorien tegens den 11 den marty 1590 Goes. Memorie uuyte besoingen op de pointen van bescrivinge van den Staten van Zeelant gelecht tegens den 28sten january 1590, mitsgaders uuyte notulen der selver dachvaert, daerop raport inne te brengen es tegens den llden marty 90,om des anderen daechs te besoingeren, zoo dyen angaende als op anderen saecken hier onder verclaert. marge; Die resolutien hier opgenomen uuyte ingebrachte raporten, zijn aengeteeckent soo op de pointen van bescryvinge deser dachvaert als op de notulen. Uuyte pointen Op den 100sten penning der anno 1590 Die van Middelburch hebben andermael raport genomen. Die van zierickzee sustineren als in 't voorgaende jaer exemptie vande 100ste penning. Op de verhooginge Middelburch neempt raport op de verhooginge van de bieren. Zierichzee verstaet dat die hoorn beesten ende besayde gemeten sullen betaelen in 't somer saisoen als
ASG 208 - 130 in 't winter saisoen. Ende idem Tholen Zedert hebben die van Zierickzee ende Tholen hier op raport genomen Op de liquidatie van de consenten over de jaeren 88 en 89 Zierickzee heeft alleen raport genomen. Op 't versoeck ter contributie van het extra ordinaris over 't jaer 90. Is generalyck raport genomen. Op de angmentatie van het crychsvolck. Is gebleven aende goede wille van den
ASG 208 - 131 -
steden om daer inne te doen soo sij te Rade werden sullen dan dient nader geresolveert. Op de particuliere collegien van de Admiraliteyt enden superintendent collegien ende placcaet op de convoyen ende licenten. Zierickzee ende Tholen nemen raport. Soo oock de zelve raport nemen op de propositie van Middelburch, om die licenten ende convoyen, op Hollant hier inne te stellen op den voet als die van Hollent doen op Zeelant. Op 't tractement van zijne Excellentie. Die van Middelburch anderwerff raport. Op 't versoeck van den Grave van Solms, Middelburch, Zierickzee, Vlissingen ende
ASG 208 - 132 Vere nemen naerder raport. Op 't versoeck van de Vrouwe van Marquette. Die van Zierickzee ende Goes nemen raport. Opde schoolorderinge. Te resolveren generalyck op het geconcipieerde placcaet dyenangaende. Opde studenten terTheologie inde scholen te houden also juris ende medecine voor als noch is gehouden Raport generaelyck inne te brenghen op 't getal van de studenten plaetse van studie, middelen, ende anderen circustantien ende d'exindentien, Item op de copie van 't vertooch van de ministers, om te hebben.
ASG 208 - 133 eenige professeursvan Theologie in Zeelant. Op 't versoeck van de equipaige tot Zierickzee. Raport generalyck inne te brengen tegens die compste van zijne Excellentie. Op 't versoeck der fortificatie van der Tholen. Raport generalyck inne te brengen. Op de instructie van de officers van justicie ende cipiers. Raport generalyck inne te brengen. Uuyte notulen Op't affgedaen arrest van de
ASG 208 - 134 hableners die van Middelburch hebben gelooft met hunne principalen te spreken op 't versoeck van Vlissingen nopende het affedoen arrest van de schepen van hable contrarie die resolutie. Op de propositie van d'heer Teelincx. Nopende 't consent extraordinaris over 't jaer 90 Op ‘t annemen van Capiteyn Jugenhaven, Op de fortificatie van Duvelant volgens die particuliere remonstrantie dyen angaende. Op 't vermeerderen van den Crychsvolcke. Op de fortificatie van de frontier steden
ASG 208 - 135 -. die consenten nyet ter wille consinueren ende equipaige. Om affstand te doen van de betalinge van de garnisoenen in Zeelant op cortere dagen. Om 't hebben de rekeningen van Zeelant zoo van ordinaris ende extraordinaris consenten ende licenten. Generalyck raport inne te brenghen. Op de requeste van den gemeene thyende heeren, Is generalyck raport genomen. Op de requeste van Joncvrouwe Catharyna Sandelynk Is generalyck raport genomen.
ASG 208 - 136 -
Op de requeste van de eygenaers van de beplante boongarden is generalyck raport genomen. Op de requeste van Joos de Moor. is generalyck raport genomen. Op 't versoeck van den heer Teelincx op zijne wooninge, is generalyck raport genomen. Op de foulen van 't Casteel van Zeeburch, Die van Middelburch ende die van den Rade sullen hunne informatien dezen angaende inne gelieven te brenghen. Op 't consent van den ordonnantien tegens de doopers wesende 't selve yder van den Staten toegesonden mette pointen
ASG 208 - 137 -
van bescrivinge geleyt tegens den 10 den septembris 1589. Generalyck raport inne te brengen. Op 't brantschatten over Vlaenderen om dyen in tram te brengen conform die convocatie daer op begoust te houden met eenige Gecommitteerden uuyt Vlaenderen bij gescrifte hier mede gaende volgende die resolutie van den Generale Staten. Generalyck raport inne te brengen. Item hier gaet mede copie van den instructie op den nyeuwen Raedt neffens zijne Excelentie. Om daer op te letten ende resolveren. Aldus gedaen in 't hoff
ASG 208 - 138 -
van Zeelandt tot Middelburch ter vergaderinge van de Gecommitteerde Raden van de Staten van Zeelant den 3den meerte 1590. P. Ryckert. Ter ordonnantie van den zelven, bij Chr. RoĂŤls
ASG 208
139/140
copie. Propositie vanden Raetsheer Teellinck, nopende den gracht an Oostduvelant.
Over gegeven bij den Raedt Teellinck den IIden Marty 1590, in de vergaderinge vande Staten van Zeelant.
Cort advertissement ende consideratien dienende overwegen op het poinct bij den Raedtsheer Teellinck geproponeert, nopende den gracht te maken anden houck van Oostduvelandt, om den vyandt daer mede zijnen pas duer de Zijpe in Duvelandt te beletten. De voorschreven propositie en is nyet gedaen om in 't minste te verhinderen oft yet na te laten 't gene tot behoudenisse vande Eylande van der Tholen sal mogen dienen, dan alleenlijck om in omnen eventum den stadt vanden Lande navolgende 't exempel van alle wel gepolitieerde republicken, te meer te versekeren. Indyen 't zij door gewelt, slappe wacht, eenige muyterie oft verraet vanden crijchsvolcke bij tijde van vorste, ondiepte van de riviere van Eendrecht oft andere inconvenienten meer die in zaken van orloge te considereren staen, den vyandt (des Godt verhoede) inden Eylande vander Tholen soude mogen geraken. In welcken gevalle hem eenen vrijen ende onbecommerden pas open staet om van daer over de Zijpe tot inden Eylande van Duvelant ende van daer voorts in Schouwen ende allen den annexe polders te voete te connen gaen, met soo veel volcx als hem gelieven sal, sonder dat het inde macht vanden lande soude syn hem te wederstaen, soo verre den voorschreven gracht nyet op gedolven en wert. Ende bij dyen middele can den vyandt Zeelandt van Hollandt ende allen den andere geunieerde provintien separeren, hem vande stadt Zierickzee mitsgaders twee schoone zeegaten als sijn den Roompot ende
ASG 208 - 141 -
Brouwershavensegat met een groot getal zeevarende luydent meester maken, ende boven dyen 't landt van Zeelandt van alle de middelen in dyen quartieren vallende berooven. Ende wat hij dan voorts mette selve gelegentheyt ende zeevarende volck soude connen uuytrichten, waere te lanck om te verhalen. Dan connen alle verstandige sulcx bij hen selven wel overleggen principalijck als men daer bij pondereert wat hij alleenlijck mette stadt Duynkercke is uuytrichtende die maer een tyehavene en heeft. Nu de advenuen vande voorschreven eylande sijn zeer vele ende tot verscheyden plaetssen deur de ondiepte der riviere seer dangereux ende des vyandt gewelt tegen het onse seer machtich, de ongeregeltheden van onsen crijchsvolcke seer groot ende meer tot muyterie ende verraet genegen dan wel te voren sijnde dergelijcke inconvenienten te meer te vreesen dat yeder Capiteyn, jae somtijts elck Corporaelschap zijn wachte op hen selve heeft ende derwelcker een quaet zijnde (alwaert dat alle d’andere vroom ende goet waeren) haere personnaige connen spelen ende den vyandt in 't landt laten commen. Bij tijde van vorste en derst den vyandt oock voor sijn retour (als in andere entiepruisen) nyet versorcht zijn, die wijle hij alleenlijck in't landt connen de comende sijn victorie gewonnen heeft. In alle dese periculen ende dangieren staen de Landen van Schouwen ende Duvelant gemeen met het Eylandt van der Tholen soo verre den voorschreven gracht die den vyandt geheelijck zijnen voortganck can benemen nyet opgedolven en wert . Ende den gracht (die met min dan mer eendert maendt juconnulis inden quartiere van Zierickzee vallen sal connen gemaect worden geleyt ende vyandt sijne hope van voortganck benomen
ASG 208 - 142 zijnde, en sal apparentelijck soo veel listen, lagen, costen ende arbeyt om den eylande van der Tholen nyet doen als hij anders sal, soo lange hem de voorschreven passaige open blijft, want het eylandt van der Tholen alleene hem soo seer dienstelijck nyet en is ende soude meer costen dan proffijt daer van hebben. Ende 't voorschreven Eylandt soude hem te meer infructueux ende de voorschreven achter landen versekert sijn, soo verre mette voorschreven gracht mede die Poortvlietsche sluys conde versekeren ende met eenige treffelijcke bolwercken gefortificeert werde. Dan oft sulcx uw terstonts nyet en conde geschieden de dangereuse passaigen die den vyant te voet nemen mach versekert en opgedolven sijnde can men daer naer op een ander tijt de voorschreven Poortvlietsche sluys mede versekeren. Om welcke voorseyde ende andere redenen die de heeren door haere voorsienige diferentie connen overwegen versouct de voorseyde Teellinck inder naem vande voorseyde Raedt van State seer ernstelijck haere Edele gelieve in conformiteyt van haere voorige resolutie op dit stuck naer voorgaende oculaire inspectie ende volcomen kennisse van zaken genomen, de voorseyde wercken metten iersten anstaende saisoene bij der handt te willen nemen ende voltrecken, waer deur den staet vanden lande van Zeelandt nyet weynich versekert sal sijn.
ASG 208 - 143 Beroerend devocatie van den Ouden Nuerop. april 7 1590
copie
Edele erntveste hoochgeleerde eersame ende wijse lieve besondere, den Raedtheere Teelinck onse medebroeder weder gecomen uut Zeelandt heeft ons onder anderen gerapporteert dat hij U Lieden volgens den last hem mede gegeven, hadde gesproecken, nopende die zaecke van Cornelis van Oudernierop, ten eynde die saeke van revisie bij hem al geduyrende het leven van d'heere Grave van Leycester, hooger memorie al geintenteert ende naderhant bij den heeren generale Staten verstaen dat bij ons voorts ter diffinitive solde werden geutet waermet dat der heeren generale Staten resolutie daer inne mochten naergecomen werden. Daerop U Lieden als doen den voirseyde heere Teelinck voor antwoordt haddet gegeven diesaengaende metten heeren Staten van Zeelandt te sullen sprecken. Ende alsoe van wegen den voirseyde Oudernierop zeer werdt geinsisteert ten eynde hem recht ende justitie mach wedervaeren, hebben goet gevonden desen aen U Lieden te schriven ten eynde d’selve ons willen over schriven, wat affgescheyt zij vande Staten van Zeelandt daerop hebben becoemen, ende oft U Lieden daerinne begeeren die resolutie der heeren generale Staten naer te coemen, op dat wij moeghen weten waer naer ons te richten ende wat parthie voor antwoordt geven. Ende hiermede, Edele erntveste hoochgeleerde eersame wijse lieve besondere U Lieden in schutz des almogenden bevelende, uuyten Hage den seventen april 1590, geparafeert J. Valcke videt. Onder stont ter ordonnantie van den Rade van State der Vereenichde Nederlanden, onderteeckent van Zuylen, de supperschriptie Edele erntveste hoochgeleerde eersame ende wijse onse seer lieve besondere Staten van Zeelandt, ofte heure gecommitteerde Raeden.
ASG 208 - 144 copie Gesien bij mijn heeren die Staten generael der vereenichde Nederlantsche provincien, de stucken vande questien geresen voor zijne Excellentie die Graeff van Leycester tusschen schipper Cornelis Pieterssen van Oudenierop ende Jacquus Blancquet als volmachtige van Jan Pieterssen Vermoelen ende Hector Requout Capiteinen zi.jnde partyen mette appointementen daer inne gegeven, ende daerop gelet hebben geresolveert (sonder prejudĂŻtie van eenige andere zaken ten respecte vande geleden ofte toecomenden tyt de wyle den Raedt van State van dese zaecke heeft begoust kennisse te nemen,) dat den selven Raedt van State wordt geauctoriseert midts desen daerinne vordere te continueren ende dat de zelve zaeck, behoirlick geinstrueert wesende, ten diffinitiven te beslichten te bij wesen ende overstaen vande twee uuyte Admiraliteyt van Zeelandt (de welcke tot dien eynde bij den voirseyde Raedt beschreven zullen worden) na dat zij t' samen in rechte ende redene uuyte stucken ende gelegentheyt der selver sake zullen bevinden te behooren, wel verstaende dat die nieuwelick zal werden geinstitueert. Ende dat de gedreteerde defaulten ofte continuatien partie nyet en zullen obsteren. Aldus gedaen ter vergaderinghe vande voirseyde heeren Staten in ‘s Gravenhage den derden juni anno 15 hondert achtentachtentich Kamminga videt, onder stont Ter ordonnantie vande voirnoemde heeren Staten ende was geteeckent J. Aersen-
ASG 208 - 145 -
1590 april 25.
Extracten uut Itscryvens van de Gedeputeerde in Hollant.
Extract uuyt zekere missive van Meester Jan van de Warcke, als Gedeputeerde van de Staten van Zeelandt, op de vergaderinge van de Generaele Staten in Hollandt, gescreven aen de Staten van Zeelandt, in date den 25 sten aprilis 1590. Men heeft wederomme begonst te handelen op de vergelijckinge van de consenten van de jaeren zes zeven, acht ende negenentachtich, mitsgaders op het extraordinaris consent, d'welck voor desen jaere 't negentich gedragen zoude worden. Ende voer zoo vele als angaet de voorgaende extraordinarisse consenten die uw Edele hebben begroot bij henne resolutie van den 27 sten february lestleden over de jaeren acht ende negentachtentich, ter somme toe van thien hondert duysent rynsguldens, zijn uw Edele noch verre verscheyden van de andere provintien, emmers zoo het schynt, angesien dat die van Hollant ende Vrieslandt hebben voor de jaeren acht ende negentachtich geaccordeert extraordinaire ontrent twelff hondert duysent ryns guldens. Te weten voor den jaere achtentachtich zes hondert duysent ryns guldens ende voor den jaere 1589 vyff hondert duysent ryns guldens, daer inne begrepen de assistentie tot de voyage van Portugael, daer bij nu gevought de 't negentich duysent rynsguldens van Vranckryck compt oick voorden jaere 1589 zes hondert duysent salvo justo. Is wel waer dat alzoo bij forme van communicatie hier te voren noch dickmael is gehandelt op de vergelyckinge van de consenten. Ende dat wij hebben verclaert uw Edele resolutie beroerende de voorgaende extraordinairis consenten genomen den 27 sten octobris lestleden ende dat daer aff de calculatie ende rekeninge is gemaect,
ASG 208 - 146 -
zoo is gerekent dat uw Edele hadden maer vyff ende tachtentich duysent karolus guldens min geaccordeert dan de voorscreven andere provintien, d' welcke de oorzacke is geweest, dat wij altyt hebben gefusistreert, dat uw Edele zoude believen henne consenten te verhooghen mette voorscreven somme van 85.000 ryns guldens, daer toe uw Edele bij henne leste resolutie zoo het schynt zijn gecomen. Maer de zwaericheyt bestaet daer inne dat in uw Edeles leste consent nyet en wort verclaert wat sommen zij inde thien hondert duysent rynsguldens begrypen. Ende dat van weghen voorscreven andere provintien wort geseght, dat zij henne voorgaende calculatie ende rekeninge nyet voorder en hadden verstaen, dan vande extraordinarise partyen, die eygentlick waeren geconsenteert tot defentie van dese landen, ende daer aff den Raedt van State de administratie heeft, maer dat zij daer inne nyet en hadden begrepen de assistentie totte voyage van Portugael bedragende oft geestimeert op hondert duysent rynsguldens, noch oock de 't negentich duysent rynsguldens tot behouve van de Conincklicke Majesteyt van Vranckryck. Ende zoo verre uw Edele henne extraordinarisse consenten van de thien hondert duysent rynsguldens voor den jaere 1588 ende 1589 zulcx verstonden dat alsdan deshalven geen different meer en zoude zijn. Alzoo uw Edele consenten van den jaere 1586 ende 1587 met d'ander over een commen. Ick en achte nyet van noode de voorscreven opinien te debateren oft daer op yet anders te zeggen, dan dat uw Edele believe mij te verwittighen, hoe zij hen leste consent verstaen, want hoe wel te wenschen is, ende dat ick mij oock verzekere dat uw Edele hen uuyterste debvoir daer toe zullen doen, dat uw Edele hen conformeren mette consenten van de andere provintien, zoo moeten gelijcken wel uw Edele henne consenten formeren
ASG 208 - 147 -
naer henne macht ende middelen,.ende nyet naer 't gene d'andere provintien zoude hebben belieft te verschieten, d’welck noch verre te boven zoude gaen gelyck die van Hollandt ende Vrieslandt verclaren de consenten bij hen als voren gedragen, voor zoo vele als angaet die van Utrecht 't zedert den tyt dat de zaken aldaer zijn verandert verclaren hen genouch te conformeren met die van Hollandt ende Vrieslandt uuytgenomen alleenlijck de partye geaccordeert de Conincklijcke Majesteyt van Vranckryck daer op zij noch van daghe te daghe resolutie verwachten in zulcker voughen, dat mits het voorscreven different tusschen uw Edele consenten ende de consenten van de andere provintien, men al noch die begrootinge van de sommen nyet en heeft connen liquideren, vele min d'ander conditien die respective bij de consenten zijn besproken. Ende wort duydelijck genouch bij die van Hollant ende d’ander verclaert, dat zij nyet en verstaen te procederen tot eyntelicken consente van het extraordinaris van desen jaere 1590, zonder voortgaende liquidatie van de voorgeroerde consenten, ende dat zij verstaen te genyeten 't gene bij hen over betaelt is. Maer hebben zonder prejuditie van dyer te vreden geweest te commen in verbale onderhandelinghe, nopende de extraordinarise consenten van desen tegenwoordighen jaere welcken angaende die van Hollandt Utrecht ende Vrieslandt hebben verclaert dat zij extraordinaris voor desen jaere zouden consenteren in vyffhondert duysent rynsguldens, daer inne begrepen het versocht geschut, ende met eenige andere conditien. Ick heb oock verclaert uw Edele last tot vier hondert duysent met de conditien bij uw Edele besprocken, zulcx uw Edele oock hondert duysent rijnsguldens voor desen jaere
ASG 208 - 148 -
zoude commen te accorderen min dan d'andere provintien, daer op uw Edele oock naerder zal believen te resolveren ende voor ooghen hebben, dat de lasten van der oorloghe voor desen jaere nyet minder maer wel meerder zullen zijn dan van de voorgaende jaeren. Ende dat men nu ter tyt naer dyen God Almachtich deur zijne crachtige handt zoo merckelick helpt ende de macht van den vyandt an alle zyden affwendt hem behoort meer te betrachtigen ende alle mogelicken middelen te weghe te bringhen, ende den vyandt eenigen grooten affbreuck te doen, mitsgaders d'ander redenen die uw Edele naer henne wysheyt wel naerder zullen weten te pondereren. De voorscreven provintien verstaen dat inde vyff hondert duysent guldens oock begrepen zal zijn voor den tegenwoordigen jaere de achthyen duysent rynsguldens ter maent boven de 200.000 rynsguldens ter maendt ordinaire geaccordeert, welcke achthienduysent oick mede worden gerekent in de extraordinaris consenten van de voorgaende jaere.
Ander extract uuyt een ander missive van den voorscreven van den Warcke in dato den llden may 1590.
Midts de ongelyckheyt van de consenten zoo van de voorgaende jaeren als van den tegenwoordigen gelyck uw Edele tot meermael zijn veradverteert, en is niet mogelick geweest resolutie te nemen, ende alsoo van weghen den heeren Staten van Hollandt genouch uuytdruckelick is geseght, dat zij verstaen dat hen in d'munutie behoort te strecken 't gene zij inde voorgaende jaeren meer dan andere provintien hebben verschoten in mindernisse
ASG 208 - 149 -
van de contributie van de tegenwoordigen jaere zoo hebben die van Vrieslant ende Utrecht genoech verclaert dat zij 't zelve redelick vonden, ende die van Vrieslandt hebben daer en boven verclaert dat zij te vreden waeren, hen paert ende portie te draghen van 't gene die van Hollandt meer dan Vrieslandt betaelt hebben, salvo dat die van Hollandt van gelijcken zouden doen. Ende alhoe wel men nyet genouch en can prysen de gene die hen gewillich thoonen alle henne mogelicke middelen te verstrecken tot dienste ende beschermenisse van den lande, zoo heeft nochtans 't zelve een groot bedencken ende consequentie als andere provintien zoude moeten volghen, ende inde contributie moeten adnoneren ende mede voer hen deel furneren, 't gene bij de maghtichste oft anderssins best vermogende zonder voorgaende volcommen oft genouchsame deliberatie ende consent magh gefurneert zijn, uw Edele sal believen eens eyntelick op dese materie van contributien te resolveren.Ick wel verhaelt de conditien die uw Edele bespraecken zoo van fortificatien als cortter daghen van betalinge, maer midtsdyen op het eyntelick sluyten van de consenten nyet en conste geleth worden, en is daer op oick nyet gedaen, dan dat generalick uuyt andere provintien wel verstaen werde, dat zij gheen behaegen en hadden, in het bespreck van de cortter daghen van betalinge, want hoe wel zij teghen d' extraordinarise dierte ende andere incommoditeyten van de garnisoenen in Zeelandt nyet en connen met redenen segghen, zoo wordt nochtans seer overwegen de ongelijckheyt ende consequentie.
ASG 208 - 150 -
Requeste van de Raedsheer d’Hiniosa 21 mei 1590. Aen mijne Edele heeren, mijn heeren de Staten des lants ende Graeffelicheyt van Zeelandt ofte heure Gecommitteerde Raden. Verthoont met behoorlicke reverentie uwer Edel Mogende dienstwillighe Pieter Hiniosa doctoor in beyde rechten, hoe dat hij suppliant in decembri negen ende seventich bij u Edel Mogende ende sijne P hoogh loffelijcke memorie gecommitteert es geweest tot Raedt ordinaris in den Hove Provinciael omme volgende die privilegien van den lande ende Graeffelicheyt van Zeelant inden selven Raedt dien voorschreven staet te bedienen. Ende heeft hij suppliant terstont sich getransporteert ende gevonden in den Haghe omme uw Edel Mogende ende den lande van Zeelant dienst te doen ende hem tot dien eynde geaddresseert aen de advocaet van den lande van Hollant. Versoeckende dat d' selve sijns suppliants commissie soude besegelen in conformite van de inhouden van de voorschreven acte van Creatie, dan heeft den voorschreven advocaet de saecke metten heeren Staten van Hollant geconmuniceert hebbende verclaert dat die Staten van Hollant verstonden dat er twee raden ordinaris uuyt Zeelant in den voorschreven Hove Provintiael waren als namentlick Borc ende Backer ende dat mitsdien u Edel Mogende geen recht en competeerde om eenighe Raeden meer inden voorschreven Raden te stellen, deur welck different tusschen u Edel Mogende ende den heeren Staten van Hollant, des suppliants commissie ongesegelt gebleven is tot den lsten mey 1500 een ende tachtentich wesende meer als sesthien maenden. Ende alzo hij suppliant van den voorschreven sesthien maenden in Hollant geen gagien en heeft mogen trecken overmits sijne gagien eerst beginnen hebben te lopen van den dach sijnder commissie, ende dat hij suppliant nochthans geduyrende den voorschreven tyt sich van alle andere besoingen ontledicht ende gereet gehouden heeft omme u Edel Mogende dienst te doen soe wanneer die voorschreven commissie besegelt soude sijn. Soo versoeckt hij seer oetmoedelijck dat d' selve gelieve insiende die billicheyt den Tresaurir Mannemaecker te ordonneren over elcke de voorschreven maenden te betalen vyftich guldens ofte anders tot discretie van u Edel Mogende.
ASG 208
-
151 –
Requeste van P. Arent van Dorp Copie. Aen mijne Edele heeren Gecommitteerde Raeden, van de heeren Staten van Zeelandt. Gheeft reverentelick te kennen Joncheer Arent van Dorp, hoe dat hij eertyts cooper bedegen sijnde bij decreet van den grooten Raedt tot Mechelen van de heerlicheyt van Teemssche, Couwerburch ende Steenbrugge, den selven coop wederomme overgelaeten hadde aen den heeren van Trasegnies voeren wiens schuldt de selve vercocht waeren, onder solempnele ende scriftelicke gelofte, dat hij den remonstrandt van sijn verschoten penningen soude remboursseren op seker termynen, die op veel namen nyet voldaen en waeren in 't jaer 72 als den remonstrandt dees partye tronde ende ghuick volgen sijnen Princelicke Excellentie, hoochelicken memorie, ende geduerende d'eerste oirloghe bevindende den heeren van Trasegnies in sijn gemoet, met meer ander luyden dat onse saeke gansschelick soude 't onder gaen, heeft de heerlicheyt van Couwerburch vercocht aen Reyngout ende reste aen ander verplicht, sulcx dat meenende den remonstrant naer dinaeken van den paix tot Ghendt aen den zijnen te geraeken, en heeft bij den voorschreven heeren egeen middel te dyengevonden ende over sulcx benoodicht geweest met recht te procederen, doende de voorschreven heerlicheyt decrete stellen, waer jegens Reyngout ende meer andere zich hebben geopposeert ,sonder dat de saeke ten eynde heeft connen gebracht werdden aleer de provincien van den anderen gescheyden sijn. Ende sedert heeft den Hertoge van Parme des remonstrants pretentie tot 18000 guldens toe geschoncken aen den voornoemden heer van Traeseignies, die oock ten selven tyde de voorschreven heerlickheyt van Teemsche ende Couwerbrugge vercost heeft aen Graeff Karel van Mansfelt zijnen intercesseur om tot die ghifte te geraeken. Ende es den voornoemden Reyngout gerestitueert in de heerlicheyt van Couwerborch, alles tot groot verdriet ende onverwinnelicken schade van den remonstrant, de welcke bevindende dat op den naem van de voornoemde heer van Traseignies ter steenrolle bekendt staen eenige quaede ambachten daer de gemeen saeken doch nyet aff en geniet noch oock en can genieten, versouct dattet uw Edele believe hem in recompense van soo grooten verlies te gunnen ende te geven de voorschreven ambachten staende verso
ASG 208 - 152 -
hier naer gespecifieert, als andere gemeen saeke vervallen bij tytule van confiscatie ende hem daer aff te verleenen brieven in behoorlicken forme, zonder eenige oversettinge oft ander gherechticheyt te betaelen, alsoo de voorschreven ambachten rechte voert jae al waert oock paix geenen stuyver ’t gemeten in coope soude gelden. Hier naer volgende de ambachten competerende die van Traseignies in Bewesterschelt. In Aernemuyden, Gilles van Traseignies hem aengecommen van Pieter van Traseignies,bij der.breede 133 gemeten 54 roeden Die Steenschietens
113½ gemet 45½ roeden
Welsinghen. Gilles van Traseignies hem aengecommen van Vrou Margriete van onwaerdigen Vrou van Aernemuyden bij der breede : 210 gemeten 130½ roeden Die Steenschietens
149½ gemeten 39½ roeden
Idem gecommen van Pieter van Traseignies bij der breede
210 gemeten 130½ roeden
Die Steenschietens
149½ gemeten 139½
Idem gecommen van Pieter voornoemt bij den breede
113½ gemeten 72 roeden
Die Steenschietens
48 gemeten praeter 2 roeden
ASG 208 - 153 -
Requeste van Pieter Arent van Dorp. Soetelinkercke in Noortbevelandt., Charles van Traseignies tweede zoen van wylent Aernout van Traseignies was bij der breede 72½ gemeten Die Steenschietens
48 gemeten
Gheertsdyck ende Wissekercke, Charles voornoempt gecommen als boven bij der breede
1018 gemeten 91 roeden
Die Steenschietens
739 gemeten 100 roeden.
ASG 208 - 154 Requeste van Pieter Cornelis Crouser. Aen mijn eerwaerde heeren, mijn heeren de Ghecommitteerde Raden vande Staten des lants ende Graeffelicheyts van Zeelandt. Verthoont met alder eerbiedinghe Joncheer Cornelis Couser, Jacobs sone in zijnen leven ten verscheyden stonden Burchmeester deser stadt Middelburch, hoe dat hij suppliant door desen lancduerigen inlantschen crych ende principalick door het doorsteken van de dycken op de Brabantsche syde jegens over den eylande van der Tholen, verre berooft is van de middelen die hem Godt de Heere naer zijne qualiteyt ryckelick beloont heeft, zulcx dat hij apparentelick in zijne oude dagen geschapen is gebreck te lyden, ten zij bij uw Edele daer inne versien werde. Ditte gemerckt ende sonderlicken dat den suppliant een inborelinc is van de provintie van Zeelant, woonachtich binnen der stede van der Tholen, lidtmaet van de kercke ende die omden dienst van de geeyne saecke van sijne middelen berooft is, Bidt dat uw Edele believe hem suppliant te verjonnen ende onderhouden met een tamelicken traictement naer zijne qualiteyt ende conditie onder eenighe van de compaignien van Zeelant, overmits zijne overbleven middelen hem niet langer alimenteren en connen, daer toe hij noyut getendeert en heeft, noch oyut getendeert en zoude hebben alzo langhe hij vande zijnen hadde connen leven dit doende ect.
ASG 208 - 155 -
Requeste voor den Capiteyn Jooz de Moor vice admirael van Zeeland Aende Edele, eersame, wijse en discrete heeren Staten des landts ende Graeflicheyt van Zeelandt. Verthoont met oetmoet ende reverentie uwer Edele dienstwilligen Joos de Moor, dat ter voorgaende u Edele vergaderinge, de suppliant gepresenteert hebbende Requeste, ende daerbij versocht continuatie van betalinge van het pensioen van 200 guldens 't jaers, hem suppliant bij u Edele lange te voren vergunt. U Edele belieft heeft bij appostille daer op te ordonneren, dat geduerende zijns suppliants tegenwoordigen dienst, het zelve pensioen zal ophouden. Maer dat cesserende den selven dienst hem suppliant, ’t zij de voorschreven 200 guldens wederom, oft meerder pensioen toegeleyt zal worden. Welcke appostille de suppliant met verwonderinge (onder reverentie ) gelesen ende verstaen heeft. Gemerct gelijck inde zelve voorgaende requeste geposeert is, ’t selve pensioen hem suppliant toegevuecht ende beloft is geduerende zijn leven. Oirspronck hebbende uuyt het Bailluaige welck hem vergunt was in recompensie van vorige diensten, alsdoen ende voor den tyt der zelver gifte, zoo bij zijnen vader, als bij hem suppliant gedaen, ende welcke diensten gansch egeene gemeynschap zijn hebbende metten jegenwoordigen dienst des suppliants, blijckende al 't zelve bij den narrative van der acten, dyen aengaende gedepescheert, ende hier bij copie annecx, de welcke u Edele gelieven zullen te oversien ende lesen. Boven desen, zoo en is den suppliant, totten jegenwoordigen dienst aengenomen wesende, niet gewaerschout, vele min besprocken dat het voorschreven pensioen zoude ophouden d’welck indien hem ware voorgewent geweest veel weerdich was (zonder twyfel) daer op beraet te nemen. Alle welck aengemerckt, geconsidereert oock dat des suppliants moeder, weduwe wesende wylent Jans de Moor des suppliants vader, Vice Admirael was, ende 't zelve ampt den tyt van derthien maenden bedient hebbende, is in den selven dienst dootgeschoten. De voorschreven moeder des suppliants voorde selve diensten, niet meer heeft geproffiteert dan inde 94 ponden grooten in alles, te seer weynich voor alsulcken swaren ampt, ende in alsulcke periculose tyden. Waer dore de suppliant is belast gebleven, de selve zijne moeder te sustenteren ende onderhouden. Soo bidt de suppliant andermael, dat u Edele 't gene voorschreven overgemerct, gelieve de betalinge van 't voorschreven pensioen, daervan hij zecht prima juny 1586 niet en is betaelt geweest, te doen continueren, oft indien niet, dat ten minsten geduerende het ophouden van 't zelve pensioen, u Edele gelieve de voorschreven moeder des suppliants toe te leggen een redelick pensioen geduerende haer leven het welcke te gevuechlycker can geschieden, uuyt dien de suppliant alsnu binnen den tyt in vier jaren van zijn voorschreven pensioen niet en heeft genoten. Ende zonder oock dat 't zelve in consequentie can getrocken worden. Gemerct des suppliants moeder voorde diensten haers voorschreven mans, egeene volcommen gagie nochte recompensie genoten heeft. d'welck doende ect.
ASG 208 - 156 Requeste voorden Capiteijn Joos de Moor vice admirael van Zeelandt. copie De Gouverneurs ende Raeden 't slants van Zeelandt. Allen den gehenen die dese brieven zullen sien oft hooren lesen, Saluut. Alzoo den doorluchtighen ende hooch gebooren furst en de heere den Prince van Oraingen Grave van Nassau ect. Als Gouverneur ende Capeteyn Generael der Conincklijcke Majesteyt over Hollandt, Zeelandt, Westvrieslandt ende uuyten recht. Gegeven ende gheconsenteert heeft Capeteyn Joos de Moor,jegenwoordelijck Baillju der stadt van Middelburch, ’t voorschreven Bailljeusschap in aenziene ende recompense van zijne zunderlinghe diensten t’schepe voor de gemeyne sake gedaen ende uuytgericht, de welcke nochtans. alsoo men sijns door de continuatie des tegenwoordihen crychts, in ghelijcke diensten wel van doene heeft, veerdich ende bereet is 't voorschreven Bailljuschap te resigueren ende over te geven in handen van den Erenfesten ende vromen 't sum Rollem aom de gemeyne zake ghelijck als daer te vooren noch vromelijck ende vertrouwelijcken bij te staene ende te helpen voorderen, midts dat men hem voor de zelfde resiguatie ende verlatinghe van 't voorschreven officie, doe ende bij legge eenne redelicke recompense. Soo ist dat wij 't zelve aengemerct ende sonderlinghe dat de voornoemde Capeteyn Joos de Moor 't voorschreven officie in anziene van zijne voorgaende diensten, voor de gemeene saecke gedaen, ontfanghen heeft, ende 't zelve nu resiqneert ende verlaet om voorts mits den noot des jegenwoordighen crychs, te continueren in al sulcke diensten, hem in recompense van dien gegeven ende geconstitueert hebben, geven ende constitueren bij desen eenne rente van twee hondert guldens 't sjaers van twintich brabantsche stuvers elcke gulden, ingaende van de date van desen , bevelen ende ordonneren. Walraven van Braensloot rentmeester van de geestelicke ende weerlijcke goeden ten prouffyte van den ghemeene zaecke vervallen in quartier van Middelburch, den voornoemde Capeteyn Joos de Moor, die voorschreven rente van twee hondert guldens te betalene, telcken halfven jaere de helft, te weten een hondert gulden, ende dat de leefdag hen van den Capiteyn de Moor geduerenden, alwelcke
ASG 208 - 157 -
betaelinghe den voornoemden rentmeester passeren zal in behoorlicken rekeninghe in uuytgeven, 't oirconden es voorschreven soo hebben wij dese bij een van onse secretarisen doen teckenen, ende den zeghel van den Raede in placcate daerop laeten drucken. Gegeven binnen Middelburch op den twintichsten dach van meye in 't jaer ons heeren 1500 vier ende 't zeventich. Ende stondt bij ordonnantie van de Gouverneurs ende Raed 't slants van Zeelandt,onderteyckent M. Balten Velen. Ende ter sijden op ’t spatium stondt gedruct de zeghel van den Raede in placcate in rooden wasse becleet met witten pampieren. Gecolationeert dese copie jegens sijn origineel ende daer mede bevonden t’accorderen van woorde tot woirde. Actum binnen der stadt van Vlissinghen, den 25sten january anno 1590. mij t'oirconden Pieter Rose notarius publicus.
Ende op den dros des voorschreven rentebriefs stondt, wordt geordonneert mits deses den Rentmeester Walraven van Braemersloot rentmeester van 't extra ordinaris van de gemeyne sacke over Walcheren ende appendentien, te continueren aen Capiteyn Joos de Moor, de betaelinghe van sijn lyff pensioen van tweehondert guldenen 't jaers ter causen van deses tyt in 't witte vermelt, soo wel van de termynen noch onbetaelt was (daer aff hij blicken nemen sal bij de affrekeninghe van de voorschreven Capiteyn metten Tresorier Manmacker) als van terminen die noch verschijnen sullen, sijn leefdach lanc gedaen.
(daarna frans stuk – Requeste Govaerd van de Hage – glasblazer)
ASG 208 - 158 -
Ende brengende telcken quytantien van den voorschreven Capiteyn ende voor d’eerste reyse copie authentique van desen onder de handt van eenighe onse officiers, sal hij passeren in rekeninghe van sijnen ontfanck ende uuytgeven, daer ende soo dat behoort. Aldus gedaen in 't Hoff van Zeelandt tot Middelburch den twee ende twintichsten may anno 1500 negenentzeventich. Ende was onderteyckent Pieter de Ricke, Nicolaes Blancx ende Everardt van Coullerne, geheel onder stondt ter ordonnantie van de Gecommitteerde Raeden van Staten ‘s lants ende Graeffelicheyt van Zeelandt. onderteyckent C. Roels. Collata cum suo originali concordat de verbo ad quod attestor mij t'oirconden Pieter Rose 1590 notarius publicus.
ASG 208 - 159 copie. Requeste van de Bouraetweher Eerwaerde, wijse zeer voorsienige heer. mijn heeren Burghmeesters, schepenen ende Raeden deser stad Middelburch. Verthoonen ende geven in alder reverentie ende oetmoet te kennen de Boeraet ende Taffafloerte werckers, mits gaders die coopluyden henlieden daer mede generene wonen bynnen deser voorschreven stadt, hoe dat zij lieden supplyanten zijn dragende alle lasten ende impositie die goede ingesetenen volghende de placaten ende ordonnatien daer van gepubliceert, moeten dragen. 't Is nu zulcx Edele heeren dat dagelijcke alhier bynnen dese voorschreven stadt, van Antwerpen, zijn commende zeckere voerere ten ende Tafsafloerteren waerdeure zijlieden supplianten henlieden grootelijcke verbande geinteresseert, ,jae zulcx dat zijlieden supplianten henlieden goet met een connen vercoopen. Deur dien dat die van Antwerpen, (wesende partie adverse) divversche van de voorschreven goeden alhier zijn sendende ende van hier de zelve goeden sendende naer Vranckrycke tot groote schade ende intereste van de voorschreven supplianten. Ende die wille zijlieden supplianten alle de voorschreven laesten impositien zijn dragende soo dunckt henlieden supplianten (onder reverentien gesprocken dat zijlieden behoorden geprefereert te worden voor alle vremde persoonen hier in dese geunieerde landen niet wonende).Soo keren de voorschreven supplianten aen uw Edele zeer oetmoedelycken byddende dat de zelve gelieven te interdiceren alle persoonen hoe danich zij souden moghen wesen dat zijloeden geene voeraet ofte Taffafloer teeren commende van Antwerpen niet en zullen mogen ontfangen op al sulcken pene
ASG 208 - 160 -
als uwe Edele sal bevinden te behooren, gemerckt het zelve sal wesen tot grooten proffitie van de stadt daer beneffens sal uwer Edele gelieven te considereren dat de Magistraet van Antwerpen heeft verboden geen saien gaeren om voeraet te maecke alhier te senden, boven desen sal uwer Edele gelieven de voerschreven interdictie te doene met openbaer publicatie nyet twyffelende daer de werckgesellen die van hier betrocken zijn, deur dien die van Antwerpen de voorschreven goeden alhier moghen brenge wederom alhier sullen commen 't gunt tenderen sal tot welvaert van de stadt. Dit doen etc. In margien was geschreven de supplianten zullen hem adresseren aende Gecommitteerde ter vergaderinge van Staeten van Zeelant. Convoy Jaspartenzoon Perduyn, Burghemeester ende Meester Pieter van Baerse, actum ten Raede den 9 den juny 1590 waes onderteeckent J. Houck, ende ander de voorschreven, requeste waeren gestellen die namen ende toenamen van de supplianten alhier naer volgende. Anthonie Dellens Jaspart Pipaert Bernaerd du Brusle Piere Maillet Gilles Buremans Joos Nenejans Hans de Lobel Jacques Hoyel Henry Hoyel Gabriel Pique
Johan de Willem Nicollas Clement Nicolas du Buchier Taurin Denis Andrien Joncquete Par moy Quinten Partis Regnant Pipaert tanturier Vincent Rogier Caron Ternoy Thiery Lieman H. Jan Allesse.
ASG 208 - 161 -
Lion des Fainacques Christofle du Beauquary Hermes Soudan Pasguier des Camps Jacques Blanet Jehan Brusles Symon Tumery Martin Lonbart
Gecolationeert te zijne original ende bevindende accordeert bij mij notaris, onderscreven desen 10den july 1590 Aagache, notarius.
ASG 208 - 162 -
recto 23 may 90.
Eersame wijse zeer voorsienighe heeren Burgemeestren ende Schepenen der stede vander Goes
Mijn heeren, Al eest zoe dat ick nyet en twijfele oft uwer Edelen zullen uuyt de poincten van beschryvinge die aende steden van Zeelandt gesonden werden genoech verstaen hoe noodich het zij tot den dyenst vanden lande in’t generael dat de geunieerde provincien bij goeden onderlinge verstande, hun vereffenen off verdragen op de consenten vande jaeren 88 ende 89, dye alnoch tot grooten achterdeele vande goede beleyde van ‘s lants zaecken onvereffent staen. Midtsgaders dat volgens de propositie bij den Raede van State met zijn Excellentie al in Novembris lestleden, aen mijn heeren representerende de generaele Staeten in ‘s Gravenhaege gedaen, werde gedregen een volcomen consent van vijfhondert duysent guldens extraordinaris, tot vervallinge vande extraordinaris oorlochslasten van desen loopende jaere 90, ende dat daerop bij uwer Edele sal genomen worden alzulcken innesien als het behoort, mer want nochtans zoe wel mijne heeren de Staten generael voorseyt, als van den Raede van Staete deur groote instantie van zijne Excellentie ende andre principale heeren ende chryschoversten bij hun schryven vanden 14den ende 15den deser mij hebben belast, bij mijne heeren de staeten van Zeelandt (daervan uwer Edele zijn een principael lidtmaet) met alle mogelicken vlijt te bevorderen dat het zelve tytelick mochte geschieden gelijck bij d’andre contribuerende provintien alreede gedaen es. Soe en hebbe ick niet mogen laeten dese aen uwer Edele
ASG 208 - 163 -
(als aen alle d'andre steden van Zeelant) te schrijven ende bijde zelve uwer Edele van wegen d'heeren generale Staten ende den Raede van State te verthoonen hoe noodich het zij dat de voorseyde consenten (midts conformiteyt van uwer Edele met d'andre provintien werden vergeleken, ende het consent vande 500.000 gulden over desen loopenden jaere werde tytelick gedregen), als aen het eene gelegen zijnde den bondt vande goede eenicheyt ende onderlinge genuegen vande provintien, ende aen d'ander de middelen ende occasie om de landen dese regte in goede verzekertheyt tegens den vyandt te stellen, terwijle hij nu vast elders gedistraheert wert, ende zijne zaecken nyet zoo wel gestelt zijn om dese landen te invaderen zoo te beduchten es dat hij wel poogen zal te doene als de goede occasie (die haer nu voor ons soo schoon presenteert om wat goedts te doen) verbij zal zijn, d’ welcke zonder note van ondanckbaerheyt tegens Godt Almachtich niet en zoude verswijmt zijn. Vertrouwende daeromme inden naem als voren. 't zelve dese reyse te behertigen met zoedanigen spoet dat d'heeren generale Staten emmers binnen 10 off 12 daegen van uwer Edele goede ende vruchtbarige resolutie mogen versekert zijn, de wijle de zelve (op 't goed betrouwen van uwer Edele trouherticheyt tot de gemeen zaecken) alreede (om geen meerder tyt ende occasie te verliesen) in handelinge zijn getreden op aenneminge van ontrent 3000 voetvolcx, waar
ASG 208 - 164 -
thoe promtelick de somme van ontrent een hondert ende twintich duysent guldens zal moeten gefurneert werden, ende zal uwer Edele believen te considereren dat 't voorseyde consent bijde voorseyde propositie es begrootet tot vyfhondert duysent gulden zoe om den dienst van 't voorseyde crijchvolck met eenige ruyterie ettelicke maenden te continueren, als om pronnieren te lichten van geschut, munitien van oorloge, vuires ende andere crijchbehoufte voorsien te zijn ende mede om eenige steden ende plaetsen zoo wel in desen quartiere, als namentlick Bergen op den Zoom, Biervliet, Oistende, Axelle (waeraen den lande van Zeelant zonderlinge es gelegen) als elders in Gelderlandt Vrieslandt ende Utrecht met goede fortificatien te versekeren, zoe dat de voorseyde somme van 500.000 gulden nyet en can vercort werden, gelijck bij d'andre provintien alreede es verstaen, volgens 't schrijven van mijn heeren de Staten general voorseyt aen mij gedaen, versouckende daeromme andermael dat bij uwer Edele in desen egeen faulte en zij, als waer mede uwer Edele de landen in 't gemeen, den lande van Zeelant ende u Edele selfs in 't particulier goeden dienst zullen doen. 't Welck betrouwende, bid ick den Almogenden u mijn heeren, te nemen in zijn zalige hoede, geschreven tot Middelburch den 20sten may (15)90 uwer Edele dienstwillige Jacob Valcke.
ASG 208 - 165 -
Eersamen, wijsen zeer voorsienigen heeren Burghmeesters, Scepenen Raedt der stadt Goes recto 23sten may margo. Eersame, wijse, zeer voorsienige heeren, Alzoo de dijckgraven Jan Fortssen, ende Dieryck Heindricxzoon weder gekeert vande visitatie vanden val in Dreysscher onlancx ontdeckt, ons op huyden hebben verthoont hoe zij den zelven zeer dangereux hebben gevonden. Ende zoo daerinne nyet in der haest en worde versien het voorseyde landt van Dreyscher geschapen zoude zijn metten watere gemeen te worden tot onverwinnelicke schade vande landen van Zeelant, (ende daerdoire d'andere omliggende landen in gelijck gevaer hiernaer oock nootwendich zouden gebracht worden) daeromme zij met die van Dreysscher ons hebben verzocht den steden van Zeelant, dese noot met dese anstaende vergaderinge voor te willen dragen. Soo hebben wij uw Edele bij dese wel willen verzoucken hunne Gedeputeerde tot desen mede te belasten, om met gemeenen advuyse te helpen adviseren ende beramen, waermede men die voorseyde van Dreysscher in desen hunnen noot zoude mogen secoureren ende helpen. Ende hoewel wij achten dat uw Edele inde heffinge met d'andere provincien zoo vande voorleden jaren sess, zeven, acht ende negenentachtich voor hun contingent inde twelffhondert duysent guldens, ende voorden loopende jare 't negentich voor hun contingent inde vijffhondert duysent guldens, (waerinne uw Edele alsnoch van d'andere provintien voor hun contingent verschillen in tweehondert duysent guldens) hun genoegh bezwaert ende belast zullen vinden. Soo zullen nochtans uw Edele willen insien hoe
ASG 208 - 166 -
bezwaerlick jae ommogelick dyen van Dreysscher zoude wesen hun zelffs te conserveren ende hoe schadelick ende schandelick (onder correctie) het voor den anderen eylanden zoude wesen een zulcken schoonen partye van lande ende deel van Zeelant te verlaten ende abandonneren, dewijle men de zelve oft uut de domeynen oft andere middelen zeer wel zal connen helpen, hiermede Eersame, wijse, zeer voorsienige heeren, zijt Gode bevolen. Uut Middelburgh 22sten may 1590 , P. Blyckert Ter ordonnantie vande Staten van Zeelant Bij Corn. RoĂŤls
ASG 208 - 167 -
Eersamen, wysen zeer voorsienigen heeren, Burghmeesters, Schepenen, Raedt der stadt, Goes recto, 23sten may (15)90. Eersame wyse ende zeer voorsienige heeren. Alzoo het ierste ende zeste poincten der tegenwoordiger bescryvinge vande Staten tegen den 27sten deser, wat duysterheyt schynen mede te bringen. Soo hebben wy uw Edele wel willen by dese dyenangaende verclaren ende verzekeren die meyninge te zyn dat inde vergelyckinge vande consenten tusschen die provintien vande jaren zesse, zeven, acht ende negenentachtich verzocht wort die quote van Zeelant in twelff hondert duysent guldens, daerinne d’andere provintien die zelve consenterende begrypen de hondert duysent guldens voor d'equippaige naer Portugal. Item de hondert duysent guldens den Coninck van Vranckryck vergunt. Dat oock versocht wort 't consent vande quote van Zeelant in vyff hondert duysent guldens over ’t loopende jaer 't negentich, waerinne uw Edele nyet meer geconsenteert en hebben dan vier hondert duysent guldens, Ende dat nochtans in beyde de voorschreven partyen uw Edele differeren van d’andere provintien over hun contigent ter somme van twee hondert duysent guldens.Sal uw Edele gelieven dyen volgende hun consent te willen meerderen ende hun conformeren met d'andere provintien met verstande dat indese voorschreven consenten begrepe zyn de hondert twelff duysent guldens verzocht by het zeste poinct deser voorschreven bescryvinge, welcke hondert twelff duysent guldens (die d'heer Valcke duer zynen laste calculeert op 120 000 guldens) moeten om den dienst vanden lande nyet te verachten met alder wiet tot lichtinge van eenigh,
ASG 208 - 168 cryghsvolck ende tot voorderinge van eenige noodige fortificatie, gereet opgebracht worden zonder die te limiteren oft retarderen met eenige bespreken van conditien, daermede die consenten gemeynlijck lange verachtert worden ende in suspens blyven. hiermede... Eersame wyse zeer voorsienige heeren zyt .Gode bevolen, ter Middelburgh, den 22sten May 1590. Reykert. Ter ordonnantie vande Gecommitteerde Raeden vande Staten van Zeelant by Corn. Roels.
ASG 208 - 169 -
Requeste ende vervolch bij Monsieur Ortel van wegen den Staten Generael der Vereenichde Nederlanden overgegeven den 12den decembris 1589 mette antwoorde vande heeren ende andere van hare Majesteyts Secreten Rade daerop gestelt den 15den meerte 1590.
recepta 26 ste may 1590
copie, tot Groenwiten den 15den marty 1589
Translat. De antwoorde van de heeren ende andere van hare Majesteyts Edele Secreten Rade. Requesten vervolcht bij Monsieur Ortell vanwegen den Staten Generael en der vereenichde Nederlandsche provintien. 1. Alzoo zeer dickmael ende tot verscheyden tyden groote instantie gedaen is zo bij den Staten Generael als den Raedt van Staten dat hare Majesteyts volck van secours van tijden tot tijt mochte vervult ende gehouden werden in competenten getale goede ordre ende obedientie, ende tot noch toe in effecte nyet daerinne gedaen is. So ist dat de Staten voornoemt nu wederomme ernstelick versoecken, dat hare Majesteyts gelieffe zij ten zelven eynde alsnoch een gantsch volcomen ende strickt bevel te geven zo in regardt van hare Majesteyt als tot beter ende effectueler dienste der voorseyde landen gemerct de vendelen meestendeel zeer swack ende ongewapent zijn. marge; Sij sijn gemeynliick gemainteneert ende onderhouden alzo vol als de compaignien in hun eygen landen, al hoe wel alsulcke compaignien als swack zijnde in behoorlicken tijden zullen worden gesuppleert waerinne (gemerct zijlieden weygeren vremdelingen te admitteren inde Engelsche compaignien) zijlieden in consideratie moeten hebben die swaricheden van ‘t oplichten ende transporteren der zelven van tijt tot tijt als de compaignien zwack ende gebreckich worden.
ASG 208 - 170 -
2 Item dat zij behoorlick mogen voldaen zijn van huerlieder ordinaris betalinge ende onderhoudinge bijsonder die welcke nu ter tijden in garnisoen liggen binnen verscheyden vande grootste ende beste steden van Hollant op dat andersins op haer mishandelingen (hen zelven excuserende op ‘t gebreck van betalinge) nyet naer en volgen eenige inconvenienten achterdeelich beyde hare Majesteyt ende de landen. 3. Dat die voorseyde Staten ofte Raedt van State van tijt tot tijden mogen ondericht zijn vande zelve betalingen, ende alzo sien met authoriteyt de selve gedaen zijn zo wel tot beter voldoeninge van henlieden als tot williger remboursement versekert bij ordentelicke monsteringen, gepasseert bij commissarissen van beyden zijden volgende het tractaet 't welck tot nu toe grootelicx versuimpt is geweest marge; Is, ’t dat die Staten voor hun zelven commissarissen appoincteren in de garnisoen steden ende d’andere plaetsen daer hare Majesteyts troupen in dienst zijn sullen ondericht werden vande betalinge welcke alle weke gedaen worden ende op eenen zekerlicken bekenden dach.
ASG 208 - 171 -
4. Dat tot voorhoedingen van alle misbruycken dagelicx gecommitteert door particuliere monsteringen (d’ eene garnisoen d'ander met volck supplerende omme, stercke vendelen te toogen wan die inder waerheyt zeer swack zijn) dat hare Majesteyt ende die heeren van haren Raed gelieve egeene andere monsteringen te alloueren dan die qualick gepasseert zijn ende dat tot alle plaetsen op eenen dach alzo andere particuliere monsteringen als oock het weygeren van monsteringen nyet dan bedriechelick misbruycken zijn eerstelick om hare Majesteyt te ontsteelen hare tresooren, de landen hare behoorlicke diensten ende eyntelick de selve te overlasten met verscheyden onbehoorlicke remboursementen.
5. Dat den Capiteynen ende officieren strict bevel gegeven zij nyet meer van hun compaignien te absenteren, ofte hierna te weygeren eenige monsteringen die hun te voren geleyt zullen
marge 4; Alle de compaignien die daer blijven in de asseurantie ende anderen steden in garnisoene cunnen ende zullen al op eenen dach gemonstert worden, maer de gene die uuytgelicht worden te velde connen qualick op dese maniere besichticht worden.
marge 5; Dit is goedgevonden als noodich zijnde ende zal dien volgende ordre gegeven worden aende capiteynen
ASG 208 - 172 -
worden volgende het tractaet ende voorgaende ordonnantie gestabilieert op de pene vande presentie casseringe ende verlies van hun achterstel. 6. Dat hare Majesteyts officieren van monsteringe belast mogen worden naer de ordelicke besluytinge van de rollen van eenige zodanich generale monsteringen de selve te communiceren met de officieren vande voorseyde staten.Ten eynde bij conferentie vande rollen van wedersijden alle frauden mogen ontdect worden zo ten dienste van hare Majesteyt als der landen voornoempt ende dat tot beter volbrenginge vandien die voorseyde monsterheer generael belast zij zijn officie ende ordinaris residentie te houden ontrent de Staten Generael ofte den Raedt van Staten. marge;6 Sal directie gegeven worden aende commissarissen vande monsteringen omme te volbrengen 't gene alhier versocht is.
7 Item aengesien de jnwoonders van diversche steden in 't
A.S.G. 208. - 173 – Nederlant (beweeght door eenen goeder yver) zo dickmael ende lange als hun mogelick geweest is te hulpe te gecommen hebben het gebreck van verscheyden hare Majesteyts Officieren, Capiteynen ende soldaten ende daer over bij diversche uuytstellingen vanden Tresorier gedwongen waren eerst als supplianten tot hem te comen ende daernae (door zeker extraordinaris voet met hem genomen) tot de heeren van hare Majesteyts Edele Secreten Raed. So werden van wegen de voorseyde ingesetenen zeer ootmoedelick versocht dat eenen zekeren dach van voller betalinge der voorschreven secours ende garnisoenen den crediteuren voornoemt bekent ende notoir gemaect mach worden in regard vande respective groote sommen hun van zo langen tijden competerende. Op welcker heysch altijt voor antwoort gegeven is bij den voorseyde Tresorier ende zijnen officieren dat bij gebreck marge 7. Dat Meester Ortell particulierlick overlevere wat men yemant vande ingesetenen der steden daer hare Majesteyts volck is, ofte in 't garnisoen geweest is, schuldich is voor victuaillen ofte eenige andere dingen den Capiteynen ende compaignien gelevert waerop hare Edele zullen letten wat oorbaerlick zal zijn gedaen te worden tot de betalinge vandien.
ASG 208 - 174 – van geene volle betalinge de crediteurs oock nyet conden voldaen werden. So dat bij dese uuytstellingen ende des dachs van volle betalinge eenige onzekere particuliere persoonen een over groot proffyt gedaen hebben tot groote verachteringe van hare Majes teyts discredyt van haer ondersaten ende gemeene bedrieginge der crediteuren voornoempt de welcke nyet gewoon zijnde zulcke verdrietelicke dilayen meer verteert ende verschoten hebben in 't vervolgen van hen beswaerlicke sollicitatie dan hun hooftsomme beloopt. Maer ekent zijnde op wat tijden hare Majesteyt zekerlick te vollen betaelt heeft het inconvenient ende misverstant zoude gantsich wechgenomen zijn ende de crediteurs daermede gecontenteert tot groote eere van hare Majesteyt in veel manieren. 8. Dat den Generael Capiteynen Officieren ende gemeene soldaten van hare Majesteyts paye bij marge 8; Sal ordre gegeven worden op dat poinst aen 't volck van oorloge volgende 't versoeck.
ASG 208 - 175 publique acte ende verclaringe mach gecommandeert zijn altijts te respecteren ende gehoorsamen zonder weygeringe zulcx als zijlieden bij den Staten Generael ende Raet van State zullen belast zijn zo wel ten respecte vande voorseyde monsteringen als in zaecken den dienst der zelver landen particulierlick betreffende, op dat de zelve op de beste course ende correspondentie mogen in ordre gehouden werden. 9. Dat oock volgende het voornemen vande heeren van haer Majesteyts secreten Rade voortganck mach hebben de ondersoeckinge vande amonitien geconsumeert bij hare Majesteyts garnisoenen uuyt de magasijnen der voorseyde landen ende daerop zulcken redelicke satisfactie gegeven mach werden als bij beyde partyen zal worden geaggreert. marge 9; Is 't dat de Staten appoincteren eenige speciale commissarissen omme te communiceren mette Gouverneurs ofte hun gedeputeerden inde steden daer de amonitien zijn geconsumeert geweest, sal henlieden directie gegeven worden dien volgende te procederen tot examinatie van desen.
ASG 208 - 176 10. Ende dat zij middelertijt zo vele mogen ontfangen als alreede gecort is bij den Tresoriers ter oorloge tot huerlieder gebruycke van den Capiteynen blijvende in huerlieder handen, namentlick tot den jare 87 ofte zulcke vordere tijden, als hare Majesteyt vol betaelt heeft, waervan de kennisse voor de Staten ende landen voornoemt altijts gantsch verborgen gehouden is geweest. marge 10. Wanneer men weten zal wat uuyt de amonitien zal zijn genomen so zal der een liquidatie gemaect werden van beyden zijden op ’t oversien ende confereren vande heysschen die gedaen zullen werden zo wel van wegen hare Majesteyt als vande Staten. 11. Dat ordre gestelt mach zijn tot gereet remboursement van 't gelt gedesbourseert uuyte gemeene contibutien der landen aen hare Majesteyts garnisoenen inden Briele ten minsten 't zedert de belofte gedaen bij haere Majesteyts raedt den 13den Aprilis 1588 ende dat hare Edele voorseyde beoften naer zo lange ende continuele vervolch nyet ijdel gemaect marge 11; Dat meester Ortell een rekeninge overlevere van zo veel als behoorlicken geheyscht wort ende dat hij exhibere der heeren Apostille vande 13den Aprilis 1588 op dat zij mogen letten op de beloften daerbij gedaen ende ordre nemen opde satisfactie als behooren zal
ASG 208 - 177 werden bij den Tresorier signeur Herbey tot geen cleyne verachteringe van hare Edele authoriteyt ende resolutie op presentie van zijne particuliere heysschen welcke bij andere beter ende gevoechlicker middelen cunnen genoechsaem gedebatteert worden dan bij zo handelinge metten Staten waerdoor de landen in 't eynde zouden betaelt worden met het interest van hun eygen principale somme henlieden zo lange onthouden. 12. Dat hare Majesteyt gelieve te te desadvoyeren bij publique acte allerley disvuye muyterien, factien, seditien ende verwijtelicke reprochen die welcke eenige voorleden jaren zeer sorgelick zijn gepractiseert geweest onder 't dexel van hare Majesteyts dienste zo wel onder 't volck van oorloge als vande publicque regeringe marge 12; Dat Meester Ortel te kenne geve wat oneenicheden ect.gewassen zijn uuyt dese pretensien ende bij wien, ende zo wanneer de Staten zullen volcomen hebben hare Majesteyts expectatie in die dingen die hun overgelevert zijn bij haren dienaer meester Bodley. Sal hun deselve acte bij henlieden versocht, vergunt worden.
ASG 208 - 178 Te meer alzo sulcke dienaers staet, leven ende conditie vol wel bekent zijn, dese hare extraordinaire affectie alleenlick veynsen omme te beter te bedecken ende volbrengen hare heymelicke listen ende te voldoen hare ambitie ende giericheyt tot destructie van beyde de Staten, voornementlick der voorseyde provintien, waerrinne de voorseyde Staten ernstelick versoucken dat tot continuatie van goede vruntschap zulcke persoonen zijnde quade ende sorgelicke lidtmaten voor beyde de Staten mogen nyet gecontinueert oft onderhouden werden, in sunderheyt in hare Majesteyts vendelen inde Nederlanden omme hun in 't gesichte te blijven tot groote verachteringe der Staten voornoempt. 13. Dat strictelick commandement mach gegeven zijn den Gouverneur der steden ende plaetsen
ASG 208 - 179 van assurantie respectivelick dat zij hun garnisoenen (ten minsten inde frontierplaetsen) nyet meer en overlasten dan volgende het contract om dat het logysgelt ende andere dagelicxe zulcke extraordinareis oncosten de landen altijts beswaerlijcker geweest zijn dan te voren de geheele paye plach te zijn. marge 13. Sullen brieven gescreven zijn aende Gouverneurs vande Staten van asseurantie dat zij op zullen houden eenich servitie gelt te heysschen ofte allouance voor eenige meerdere compaignien dan geapporteert zijn in yder vande zelve ordinare te wesen. 14. Dat hare Majesteyt geliefte zij eene generale directie te geven haren dienaers dien haer gelieven zal te committeren tot de zaecken der Nederlanden in wat degrĂŠ het zij alle goede ende vruntelicke correspondentie te houden met de voornoempte Staten generael, Raet van State ende Staten particulier dirigerende in alle occurerende hun actien tot conservatie der selver ende liever gehoor te geven ende sich onderichten laten bij henlieden.
marge 14; Meester Ortel zal verclaren welcke van hare Majesteyts dienaers nyet alle behoorlicke correspondentie met de Staten gehouden hebben ende waerinne op dat contrarie gebleken zijnde ordre mach genomen worden tot reformatie.
ASG 208 - 180 dan bij anderen die sich daer nyet in te onderwinden hebben. Alzo die Staten voornoempt gecoren persoonen zijn ende gehadt hebben zo menige jaren het beleyt van dese lange ende bezwaerlicke oorloge daer over best geinformeert zijn, wat haer eygen staet op dagelicke occurentien dragen mach ende wat remedien meest noodich zijn naer de natuere ende heysche van hun zaecken. 15.
Dat eenich gevoegelick redres mochte gemaect werden jegens dese dagelicxe abuysen ende harde handelingen ter zee opde ingeseten schepen ende goederen der voorseyde landen ende eenige vaste voet gevesticht voor de hanthoudinge vande wettelicke trafique (zonder dese welcke zij nyet connen leven) bevesticht nyettemin bij onderlinge advuys ende consent ten minsten proffijt van de viant ende meesten voordeel vande gemeene zaecke tot beter versekertheyt marge 15; De misbruycken zullen verclaert worden op dat eenige cause mach genomen werden omme die te redresseren ende aengaende het stabilieren van het tractaet bij consent van hare Majesteyt ende den Staten daer zal ordre op gestelt zijn, is 't zaeck dat door huerlieden ter guversatie (mits nyet verwilligende in haer Majesteyts redelick versoeck) het selve nyet verhindert en wort.
ASG 208 - 181 vande traffyquanten ende daer mede gantsch aff te snijden alle manieren van privÊ gewin ende commoditeyt. 16. Dat die compaignien voetvolck aldaer zijnde in plaets vande 600 peerden gebruyckt mogen worden in henlieden dienste tegen den viant als de reste van 't secours. marge 16; Can meester Ortell betoogen dat deze compaignien ofte partyen vandien nyet geemployeert zijn in dienste jegens den viant ende dat hij can doen blijcken dat de Staten de selve accepteren inde plaetse vande peerden. Ende ten zelven eynde een acte van de zelve thoonen, so zal ordre gegeven worden dese compaignien te gebruycken als versocht is andersins en sien hare Edele geen redenen de selve aldaer in paye te houden maer metten eersten wederom te roepen. 17. Dat alzo Signeur Johan Nouts ende Signeur Franchois Drake Ridders inde laeste voiaige van Portugael aenveerden inde name van hare Majusteyt 44 schepen van Hollant die welcke zijlieden gebruyckten in de zelve reyse vande 24en marty 1589 totten 16en juny daeraen volgende ende de selve ontlasteden tot cascairs zonder satisfactie dat het hare Edele gelieve ordre te stellen dat spoedige betalinge gedaen mach worden aen Pieter Heyndricxssen van wegen eygenaers deser voorseyde schepen gedeputeert om de selve te heysschen ende t’ontfangen. marge 17; De partie gedeputeert bij den eygenaers om satisfactie te versoecken voor dien dienste zal verschijnen voor Signeur Johan Nouts ende Signeur Franchois Drake ende leveren de namen vande eygenaers voornoempt ende de respective sommen bij hun versocht de welcke daerop zulcke antwoorde zullen geven als in redelickheyt geheyscht can werden. Onderstont gescreven, ter ordonnantie vande heeren ende andere van hare Majusteyts Edele Secreten Rade, onderteeckent Thomas Wilkes.
ASG 208 - 182 –
1590 mei 27.
Extract uuyt de poincten van beschryvinge vande heeren Staten van Zeelandt gehouden geduerende haer Edele dachvaert geleght jegens den 27sten may 1590. 20ste poinct van bescryvinge.
Alsoo de regierders van Vlissingen seer hart gepresseert sijnde van wegen de erffgenamen van Frans Michielssen Camerlinck om betalinge te becomen vande somme van hondert tweentachtich ponden eenen schellinck acht grooten vlems, voor leveringe van bier inden jaer 1572 bij den voorseyde Frans Michielssen gedaen (die voorseyde erffgenamen boven de wegen van executie gebruyckende de authoriteyt van sijn Excellentie die tot dyen eynde zeer heftelick aende voorseyde van Vlissingen gescreven heeft) hun geaddresseert hebben aende Gecommitteerde Raden vande Staten van Zeelandt sustinerende de voorseyde schult, ’t landt van Zeelandt te raecken. Ende presenterende 't selve te bewijsen soo wel bijde rekeningen vande geleverde bieren als bijde attestatie ende verclaringe van Cornelis Diericxssen die inden voorseyde jaere 1572 mitsgaders inden jaer 73 de voochden vande voorseyde erffgenamen voorde voorseyde somme van £ 100-82-1-8 op 9000 guldens, die de Staten van Hollant de Staten Zeelandt hadden belooft ten deele aff te marge; Resolutie hier op genomen bij den heeren Staten van Zeelandt voornoempt. 18 juny 1590 Mits die irresolutie op het poinct gevallen ende verscheydentheyt van advisen, is geresolveert te doen tegen den naesten een ander poinct van bescryvinge.
ASG 208 - 183 –
sprecken, ende ten deele te furneren, heeft geassigneert maer sonder effect, mits dat eyndelinge de voorseyde belofte oock geen effect is sorterende. Versouckende daerom tegen de voorseyde erffgenamen geindemniseert te werden. Ende dat die Gecommitteerde Raden omme alle executien ende misverstant te beletten goet gevonden hebben dat de voorseyde Regierders van Vlissingen met partyen souden accorderen ten besten doendelick ende ter minster quetse vanden lande. Welcken volgende de voorseyde van Vlissingen metten voorseyden erffgenamen overcomen zijn te betaelen een derde gereet, een derde den 25sten february 1500 eenentnegentich ende het resterende deel den 25sten february 1592 Sullen uwe Edele heeren Gedeputeerde volmachticht zeynden om vruchtbaerlick daerop te resolveren. Concordat collationis facta primis.
A.S.G. 208. - 184 –
Ick Arnout Heyndricxssen van den Burcht zoo over mij selven ter causen van mijne huysvrouwe als vervangende, in desen Frans Franssen Camerlinck, kenne ende belijde getransporteert te hebben ende te transporteren bij desen aenden eersamen Signeur Geleyn Bouwenssen Schot, tegenwoordich Burgemeester der stadt Vlissingen, een obligatie van Burgemeesters ende Schepenen, der voorseyde stede, vande somme van een hondert twee en tachentich ponden eenen schellinck acht grooten ende zes myten vlems als mij inde voorseyde qualiteyt bij haere Edele verkent ende verleden op den 24sten april 1590 met alsulck recht ende actie als mij inde voorseyde qualiteyt daer aen competeert oft soude mogen competeren. om bij de voorseyde Bouwenssen het effect ende betalinge vande selve obligatie te mogen manen, vervolgen, innen ende ontfangen daer ende soo hij te rade werdden sal sonder bij mij inde voorseyde qualiteyt daen aen eenich voorder recht oft actie te behouden in eeniger manieren. Belovende voorts den voorseyde Geleyn Bouwenssen de voorseyde cessie ende opdracht te garranderen gestant te doen ende van weerden te doen houden tegen den voorseyde Frans Franssen synes macht ofte haerder actie hebbende ende tegen eenenyegelick die de voorseyde opdracht resoinderen ende te nyete doen oft daer aen eenich recht zouden willen pretenderen. Verbindende tot breeder versekerheyt hier van mijnen persoon ende goederen present ende toecommende de selve onderwerpende allen rechten ende rechteren renunchierende voorts allen rechten costumen usantien ende beneficien insonderheyt het beneficie restitutionis in integrun ende den rechte dicterende dat quader renunciatie sonder speciale nyet opereert. t’oirconden mijn hanteycken hier ondergestelt opden 27 sten aprilis 1590 ende was onderteyckent, Arent Heyndricxssen vander Burcht.
ASG 208 - 185 copie Transport gedaen bij Arnoult Heyndricxssen vander Burcht aenden Burgemeester Geleyn Bouwenssen Schot. Ick Aernout Heindricxssen vander Burch kenne ende belyde midts desen soo over mijn selven ter cause van mijn huysvrouw als ver vangende ende mij sterckmaeckende over Frans Franssen Camerlinck, te samen kinderen ende erffgenamen van Frans Michielssen Camerlinck, in sijn leven brouwer tot Delft, verdregen overeengecomen te sijn ende getransigeert te hebben met Burchmeesters ende Schepenen der stadt Vlissingen van alle pretentien querelen ende debaten die wij gehadt hebben ofte noch souden mogen hebben ter cause vande somme van een hondert twee ende tachtich ponden eenen schellinck acht penningen grooten ende zes myten, als reste van meerder somme die de voorsaten in officie van de voorseyde Burchmeesters ende Schepenen ende Raedt den voorseyde Frans Michielssen schuldich gebleven sijn, over leveringen van bier inden jaere twee ende 't zeventich gedaen, mitsgaders vande processen, sententien executien gijsselingen daer uuyt gevolcht, ende de costen ter dyer oorsaecke ende andere gedoocht, metten schaden ende interresten daerom geleden ende noch te lijden in eeniger manieren midts bij de voorseyde regeerders alleen betaelende de voorseyde somme van £ 182-1-8-6, in drie gelijcke payementen ten weten een derde gereet, een derde den 25sten february 1591 ende ’t resterende derde den 25sten february 1591 volgende haer obligatie mij onder date deser daervan gegeven, den voorseyde Burchmeester, Schepenen ende Raedt mitsdien quytscheldende alle de voorseyde costen, schaden ende interresten bij den voorseyde erffgenamen gepretendeert ende die noch soude mogen pretenderen, sonder de selve nimmermeer te heesschen
ASG 208 - 186 – doen ofte laeten heesschen in eeniger manieren ende belovende haere Edele te garanderen tegen eenenyegelijck die hen ter dier oorsaecke soude willen aenspreken, executeren ofte eenichsins molesteren, verbindende tot breeder versekerheyt mijnen persoon ende alle mijne goederen present ende toecommende waer die gestaen ofte gelegen meugen sijn ende de selve onderwerpende allen rechten costumen usantien, beneficien insonderheyt restitutionis in intergrum ende alle andere exceptien daermede ick mij soude mogen behelpen ter contrarien bijsonderlijck den rechte dicterende dat generale renuntiatie sonder speciale nyet en opereert. In oirconden der waerheyt hebbe ick Aernout Heindricxssen voornoempt dese onderteeckent op den 24sten aprilis 15 hondert ende 't negentich
ASG 208 - 187 –
Edele wyse, discrete seer voorsinnighe heeren, mijn heeren Burchmeesters ende Regeerders der stadt Goes recepta den lesten meye 190. 1590, mei 31. Mijn heeren, Deur advertentie gecomen zijnde alhyer, meynende te vinden de heeren Staten vergadert op diverssche poincten vande beschrijvinge ende onder andere een rakende de fortificatie van Brouwershaven ende verstaende dat uwe Edele nyet en zijn gecommuniceert de middele bij ons daer toe versocht, die wij vande voorgaende eenichssins hebben verandert. Soo en hebben wij geenssins willen nalaten de selve neffens dese uwer Edele over te seynden Biddende hertgrondelick dat haer gelieve ter aenstaende congregatie daerop te comen geresolveert tot voirderinge van onse begonste wercken ende consequentelick tot versekeringe vanden lande. Ende de selve alles goets vastelick vertrouwende, Bidden den Almogende. Edele wijse discrete zeer voorsinnige heere uwer Edele, langhe te willen sparen in Godsalige ende voorspoedige regeringe uuyt Middelburch ultima may 1590 De al uwer goede onderdanen ende vrienden Burgmeesters der stede Brouwershaven ende 't haerder ordonnantie. Janninus, 1590.
A.S.G. 208. - 188 – 28 juni 1590 Eersame, wijse ende seer voorsienige heeren Burgemeesters, Schepenen ende Raet der stede Goes. Eersame wijse ende zeer voorsienige heeren. Alsoo die Prince van Parma op den naem van den Conninck van Spaignen heeft laten uuytghaen den lesten aprilis 't negentich een valuatie daer bij dese provincie vooral gebloot sal worden van alle goede goude munte ende penningen tot groote lesie van de gemeente ende negociatie. Ten zij daer tegens promtelick worde voorsien, als uw Edele zullen connen verstaen uuyten extracte hier bij ghaende. Soo dient deze ten fyne uw Edele gelieve aff te veerdighen hunne Gedeputeerde volcommelick gemachticht tegens den eersten july naestcommende 't savons inde Herberghe om desen angaende met d' andre leden vanden Staten van Zeelandt des anderen daechs te consulteren ende besluyten ‘tgene tot meesten dienste vande lande oirboirlicxt bevonden sal worden hier mede, Eersame wijse ende zeer voorsienige heeren zijt Gode bevolen, uuyt Middelburch den 28 sten juny 1590, J. Harant Ter ordonnantie vande Gecommitteerde Raden vande Staten van Zeelandt, bij mij Cornelis RoĂŤls.
ASG 208 - 189 Advies van den Rentmeester Hane op de saecke van Dreyscher. 1590, juny 2. Den Rentmeester Generael van de Graeffelicke domeynen van Zeelandt, Beoosterschelt Tristram J. Haene, heeft in 't lange gevisiteert ende oversien de requeste geputeert mynen heeren die Staten ‘s landts ende Graeffschap van Zeelandt, van wegen Bailliu Dijckgraeff, Commissarissen ende Breede Gelanden ‘s landts van Dreysscher. Mitsgaders seker verbael de selve heeren Staten overgedient bij Jan Fortsen ter vesten, dijckgraeve van Suydtbevelandt ende Dierick Hendricxen, Rentmeester van Vossemaer als gecommitteert wesende bij de Gecommitteerde Raeden van voirnoemde heeren Staten ter visitatie van den val ende grondtbrexen, geschiet aen den Noordtdijck van Dreysscher in de maendt van january lestleden hier annex. Ende omme te voldoene den inhouden der missive vande voirnoemde heeren als daer bij gelast sijnde, de selve eerstdachs scriftelick te beantworden ende die over te seynden, oft die domeynen van Dreysscher particulierlick aen eenige Rentmeesteren verbonden ende gehypoteyqueert staen, ende voorts op als ’t adviseren bij wat middelen dat de voirnoemde van Dreysscher supplianten souden moegen geholpen worden. De voirnoemde Rentmeester dient voer antwoerde, dat de Domeynen van Dreysscher alleenlick verbonden staen aen eenige particuliere persoonen totte somme van omtrent twee hondertvyftich guldens jaerlijcx. Ende omme voorder t’adviseren bij wat middelen dat men de selve van Dreysscher soude moegen te hulpe commen. Soo eist dat hij Rentmeester (onder correctie) gheene andere noch egalier middelen en weet waer mede men de zelver sal mogen bijstandt doen in heuren jegenwordigen ende uuytersten noodt (alsoo in alder haest ende metter daet daer inne dient voersien) dan dat men henlieden sal accorderen 't gundt hier naer volcht. Alvoeren dat zijluyden sullen moegen lichten den dobbelen 100sten penninck van ‘s Graven domeynen alleenlijck voir twee jaeren als 't negentich ende eenennegentich soo over Dreysscher, Zonnemaer ende Noortgouwe die bedragen sullen, bij estinatie voer de twee jaeren £ 250 grooten. Alnoch dat de selve sullen lichten uuyte
- 190 ASG. 208. gemeene middelen van Dreysscher, Zonnemaer ende Noortgouwe, de somme van vier hondert ponden grooten vlaems eens, ende dat bij ordonnantie van voirnoemde heeren Staten op den Rentmeester Pieter van de Velde, de eene helft gereet ende de reste binnen een jaer daer naer hier de selve ÂŁ 400 grooten. Waer jegens sullen de voirnoemden van Dreyscher gehouden wesen te geschieten op alle heure gemeten hemels breede vier schellingen grooten vlaems op 't gemet, te betalen daer van gereet twee schellingen grooten ende de reste een jaer daer naer boven heurlieder ordinaris geschot van 10 schellingen 6 grooten meer ende nyet min, die den eygenaer jaerlicks te draegen heeft tot laste van sijnen gemeten, waer van vele van dyen, omtrent de 8,9 ende 10 schellingen grooten in pachte en gelden die t' samen bedraegen zullen omtrent Ende alsoo de prochien van Zonnemaer ende Noortgouwe, naestgelegen plaetsen sijn, ende onder de hooghe Vierschare van Dreyscher staen, sulcx mede indyen (dat Godt wil verhoeden) die prochien van Dreysscher deur grondtbrexen quame te innunderen, soo souden de voirnoemde twee prochien moeten draegen den grooten laat van dijckagie daer sijlieden jegenwoordich aff bevrydt sijn, deur het behoudt van Dreysscher, soo dunct hem Rentmeester (onder correctie ) in redenen gefundeert te sijnde, dat de voirnoemde van Sonnemaere ende Noortgouwe in consideratie van dyen wel behooren te helpen
ÂŁ 545 grooten
ASG. 208. - 191 -
draegen den grooten last van de voirnoemde van Dreysscher, midts contribuerende tot onderstant van dyen, twee schellingen grooten vlaems op 't gemeth landts hemelsbreede te betaelen in drye termynen, het een derde paert gereet ende de reste in twee aenstaende jaeren bij egaele portie, midts dat men de voirnoemde van Dreysscher, daertoe verleenen sal behoorlicke brieven van octroy dat beloopen soude voorde voirnoemde drye jaeren ontrent ÂŁ 280 grooten. Alle welcke voirnoemde middelen t' saemen bedraegen ter somme van vierthien hondert vyffventseventich ponden grooten vlaems, die voirnoemden van Dreysschere eensdeels sullen moegen lichten in gereede penningen ten minsten quetse van den lande comme die te mogen employeren totten coop van rys, steen ende andere gelycke materiaelen die men sal behoeven tot het opmaeken, soo van den val geschiet in januario t'negentich als oock die laste gevallen in de voirleden maendt juny, die beyde seer lastich sijn, ende een groote merckelijcke somme van penningen costen sullen, ende excederen sullen de voirschreven somme, sulcx dat men de voirschreven van Dreysscher (onder correctie) wel sal moegen accorderen ende toelaeten de middelen hiervoeren waer inne de voirnoemde heeren Staten wel sullen vermogen in desen te disponeren naer hunne goede discretie ende voersienicheyt tot 't welvaren ende preservatie van 't voirschreven landt van Dreysscher. Gedaen tot Zierickzee ten comptoire Beoisterschelt onder desselfs Rentmeeesters handtteycken desen 2den july 1590 ende was onderteyckent T.J. Haene.
ASG 208 - 192 –
Eersamen, wijsen zeer voorsienigen heeren Burghmeesters, Schepenen ende Raedt der stadt, Goes. recepta 15 e july (15)90. Eersame wijse zeer voorsienige heeren. Wij zeynden uw Edele hiermede copie van 't scryven van de generaele Staten vanden 4den deser, midtsgaders extract van 't scryven vande Gedeputeerde van Zeelant op de Generaele Staten vanden 10den deser, beroerende zoo het recouvré oft ordre tegens die beschadicheden die bij de ligneurs van Vranckryck angedaen wort deser zijde, als nopende het lichten ende annemen van nyeuws van twee oft drye duysent voetknechten, midsgaders op ’t veranderen van zesse hondert peerden (die de Majesteyt van Ingelandt uuten tractate dese landen tot assestentie, schuldich is) in twelff hondert voetknechten, 't zal uw Edele gelieven hunne Gedeputeerde daerop te lasten ende volmachtigen tegen donderdach den 19den deser, Om gesamentlick het advis van die van Zeelant te formeren ende onse voorseyde Gedeputeerde op de Generaele Staeten daerop te connen instrueren. Eersame wijse zeer voorsienige heeren zijt Gode bevolen, uut Middelburgh den 14den july 1590, P.Ryckert. Ter ordonnantie vande Gecommitteerde Raeden vande Staten van Zeelant, bij Cornelis Roëls.
ASG 208 - 193 –
copie 4 july 1590 Edele, eerntfeste, hoochgeleerde, wijse,discrete ende zeer voorsichtige heeren. Uw Edele Gedeputeerde in onse vergaderinge hebben zeer groote instantie gedaen, dat resolutie zoude mogen genomen worden, daernae die gemeyne coopluyden ende andere ingesetenen van desen landen hun zouden weten te dragen in hunnen handel ende negotiatie op Vranckrijck, die wijle zij zoo langer zoo meer bij die hedende de partye vande ligue inden zelven Conynckrycke worden beschadicht. 't Ware bij toelatinge dat die beschadigde haere geleden schaden zoude mogen verhalen ande persoonen ende goeden van die van de voorseyde ligue, ende van hunne geassocieerde bij arreste ende anhoudinge van de zelve, alomme daer die zoude wesen te becommen, oft bij brieven van marque ende represalien, oft anderssins met alzulcke andere middelen ende wegen als met gemeynen advise zouden worden goet gevonden t overmidts dat de voorseyde beschadinge langer werdende gedooght zonder causeren nyet alleene de grondelicke ruine ende bederff vande zelve gemeyne coopluyden ende ingesetenen, maer oock veroorzaken diverse van neeringe ende die geheele stilstand van alle negotiatie ende trafficque ter zee, daervan het welvaren vanden lande dependeert, ende alzoo wij dese zake overleght hebbende bevinden de zelve te wesen van grooter importantie, ende ten hoochsten te raken den staet vanden landen, en hebben die diesangaende nyet connen resolveren zonder alvooren daerop te hebben verstaen de goede meyninge ende intentie vande provintien respective, ten ansien mede dat wij tot noch toe oock nyet en zijn bericht ASG 208 - 194 van de intentie ende neeringe van die vande voorseyde ligue ende hunne gassocieerde versoucken daerom dat uw Edele gelieve opde voorseyde propositie rijpelick te letten ende huere Gedeputeerde in dese vergaderinge van veerthien dagen oft uuterlick drye weken naestcommende volcommelick te instrueren ende authoriseren, om dese angaende metten Gedeputeerde vande andere provintien te nemen zulcke resolutie als met gemeynen advise voorden.meesten dienst vanden lande, zal bevonden worden te behooren, bezonder oft men die beschadichde cooplieden zal contenteren voor ierst te mogen doen arrest op de schepen ende goederen die van de ligue oft huere geassocieerde toecommende ende de zelve te houden in arreste (zonder nochtans voorder daeropte mogen procederen) ter tijt toe dat men volcommelick vande meyninge ende intentie van de ligueurs ende huere geassocieerde zal zijn bericht. Om daernae voorder geresolveert te worden naer behooren. Hiermede bidden wij den Almogenden Edele heeren etc. uut ‘s Gravenhage den 4 den july 1590 Geparapheert Heer Male videt, onder stont, u Edele goede vrunden die Staten Generael der Vereenichde Nederlandssche provintien, Ter ordonnantie ende zelve onderteeckent Aerssens. Die superscriptie was adresserende an de Staten van Zeelant oft huere Gedeputeerde Raeden.
ASG 208 - 195 -
Consideratien op stuck vande monsteringe vande Ingelschen. copie Recepta 12 de july 1590 overgegeven bij den Tresorier de Bye, den derden july 1590
Sommier verhael vande consideratien vallende op 't stuck vande monsteringen van het volck van haere Majesteyt van Engelant, onlancx overgegeven bij Mijn heere Wilkes. Dat die voorseyde ordre nyet mede brenght bij wyen den dach van monsteringe zal bestemt worden, d’welck nochtans een principael poinct es daerop dient geresolveert. Noch oock dat de Commissarissen vande monsteringen van wegen haere Majesteyt gestelt zullen staen tot gesach vande Raedt van State bij gebreck van 't welck veele ondiensten ende absurditeyten gesproten zijn. Dat die voorgemelte ordre den voorseyde Commissarissen van van wegen haere Majesteyt genouch toelaet absolute macht om de rollen daerop de betalinge ende leeningen gedaen worden te mogen berekenen ende sluyten daer ter contrarien de rollen vande Commissarissen van den lande nyet voorder gehouden en worden dan voor waerachtige attestatien ende getuygenisse in wat gestalte zij die compaignien bevonden hebben ende worden daerna de zelve geexamineert de difficultien gepondereert ende eyntelick de betalinge daerop geordonneert bij den Rade van State ofte Staten vande provincien deur wiens bevel ende monsteringe gedaen zijn ofte de betalinge te ordonneren staet.
ASG 208 - 196 –
Inde ordre ende maniere van betalinge vande weekelijcxse leeningen daertoe in het eerste articel van dese ordonnancie gerefereert wort bevint men dat de Comissen toegelaten wort ordinarie te passeren thien payen op 't hondert contrarie d'ordre van dese landen ende hoe het oock schynt contrarie het tractaat te spreken, dat voor een compaignie van hondert vijftich mannen betaelt zal worden 170 pont sterling doende 1700 gulden. Voorts bevind men mede inde voorseyde ordre 't gene hier naer volght. Ende een perfect dobbel te weten vande weelelijcxe declaratie ende monsterrolle daeraff gemaect wezende, mette reste van de rollen vande garnisoene zullen voor elcker weeck eynde gezonden worden aen haere Majesteyts Raetsheeren om bij hem gepresenteert te wordden aenden Gouverneur Generael soo verre bij sij daer den Raet resideren sal ende aenden Raet van State de welcke vande gebreken van een yder Compaignie eens voor d’einde van alle drie maenden onder signature vande Raetsheer van haere Majesteyt ende Commissaris Generael sullen verstendighen den heere Tresorier Generael van haere Majesteyt van Engelandt ten fyne dat bij hem mach geconsidereert worden wat sommen van gelde behooren te worden gespaert uuyte weeckelicxe leeninghen daeraff aenden voorseyde Tresorier de somme van 't gelt is gelevert uuyt welcke verhael schijnt dat de eyntelicke decisie soude gebracht worden uuyt dese provincien aende Tresorier van haere Majesteyt in Engelant d' welc tegens dye gerechticheyt vande lande zoude wesen ende daerom wel dient daerop geleth.
ASG 208 - 197 -
soo wel inde voorgaende als mede dese laetste ordonnantie wordt groot fondament toegestaen op de weeckelicxe revenen daerop alle weke de leeningen ende dan voorts mede de principaele betaelingen gedaen worden, de welcke zoo dye publyckelick nyet genomen en worden, wel te presumeren is, dat de zelve revenen alleenlick gedaen worden uuyte examinatie van de rollen dye de commissarissen voor haer behouden, daer van alle voorgaende monsteringen hoe wel ende onversiens dye te vooren genomen zijn geconsendeert connen worden als bij conferentie op dese saecken beter bevonden zal worden. Behalven voorts dat de ordonnancie vanden lande zijn veele distincter, distingneren het debvoir vande commissarissen bij instructie appateert dye haer belast es secriet te houden ende 't gene den Gouverneur, Capiteynen ende anderen officieren van oorloge staet te weten, ende volgende monsteringe aengaende bij openbaeren placcate om te publiceren ende dat mede dese nyeuwe overgegeven ordonnantie (al hoe wel in zommige poincten veel swaerder dan d' onze) es deurgaens vol defecten, ordonnerende het een let ende 't gene nootelijck daer bij dient achterwege latende, nochte dit oock de Commissarissen soo particulierlijck op het debvoir van haer ampt nyet en worden geinformeert als in d' ordonnantie van den lande, als te wetene op de absenten om de rollen pertinentelijck te maken, op de visitatie vande siecken ende den zelven die op de wacht blijven (op het aennemen ende aenroleren
ASG 208 - 198 van eenige nyeuwe soldaten den selve den eedt affnemen ende haer laetste passepoort te casseren bij opteyckeningen vande dach dat zij in een ander compaignie gecommen zijn, van de middelen om de vrybeuteren ende soldaten te leeren kennen, ende veel meer andere saecken dye bij conferentie van de zelve ordonnantie tegens den anderen beter te vinden zullen zijn. Zoo worden noch bovendyen inder zelve ordonnantie bevonden tegens dye ordre van de lande nyet alleenlijkck achterwege gelaten te zijn, maer inde exercitie geriegligeert te worden. dese naer volgende poincten. Te weten van geen morte payen te passeren onder wat dexel dattet zij. Van geene burgers te mogen passeren dye aengenomen zijn in den steden ter wijle de compaignien aldaer garnisoen houden, noch te egene dye in eenigen steden gemuntineert zijn geweest. Oyck mede egene te passeren onder 't dexel van de Capiteynen jongers, dienaers ofte domesticquen tenzij de zelve met haer paerden ende wapenen op de monsteringe present ende dat dye personen daer toe suffisant ende capabel zijn. Van geen te passeren dye buyten de geunieerde provincien absent Zijn
ASG 208 - 199 -
Oyck mede geene andere natie dan de geheele Compaignie es, ’t en waere bij consentie van de Raede, Alle welcke poincten nochtans zijn substantiel ende als voor wetten dienende op de examinatie van de rollen, omde selve daer naer te sluyten.
ASG 208 - 200 -
Extract uuyt zeker missive vande Gedeputeerde van Zeelandt inde generaliteyt vacerende gescreven den 10den july 1590, den pensionaris vande Staten van Zeelandt, Signeur Christoffel Roels . Nyettemin oft noch voorder geirasisteert werde op de wisselinge vande sesse hondert peerden in twelff hondert voetknechten, naer dyen 't selve heeft grote oppareeties, ende nyet en dient tot achterdeele vanden lande van Zeelandt. Ende besundere dat d’andere provintien daer toe genoech geneyght zijn. Sal uw Edele daeromme believen de goede handt te houden, 't zij dat ons de meeninge vande heeren Staten deshalven bij mijne heeren vande Rade overgescreven werde, oft dat mijne heeren de Staten daerop believe resolutie te nemen. Ende sunderlinge sal uw Edele believen te benernstigen dat terstont resolutie genomen werde opde lichtinge vande dryduysent ofte te minsten twee duysent voetknechten, ende dat de quote van Zeelant te minsten in ’t seventich duysent rijnsguldens tot dyen eynde werde gefurneert in handen vanden ontfangeren generael. Want het is onmogelick, zoo verre men d’andere provintien geen opinio wilt geven, dat men nyet en begeert voor hen te doen ledigh te staen van eenich nyeuw crijchsvolck op te nemen, ende het blijct metter daet dat men nu met twee duysent mannen meer soude uuytrechten
ASG 208 - 201 dan op andere tyden als den vyandt alle sijne macht tegen dese landen gelegen sal zijn te gebruycken, met eenen grooten leger. Ende besunder in zake vander oorloghe moeten d'occasien waer genomen worden, d’welck te meer in dese gelegentheyt behoort te geschieden, naer dyen nyet alleenlick wij nu tertyt den vyandt sulcken affbreuck zouden moghen doen dat hij in langen tyt geen voordeele op dese landen en souden connen cryghen, waer omme dat wij daer mede oick merckelick zoude connen te helpen de Conelicke Majesteyt van Vranckrijck.
ASG 208 - 202 Protest van die van Zierickzee jegens die van Brouwershaven. De Burgemeester ende heymraden metten opperdijckgrave, regierders vanden lande van Schouwen, met groot verwonderen verstaen hebbende hoe dat de Gedeputeerde van d’eerste Edele ende steden van Middelburch, Goes, Tholen, Vlissingen ende der Vere inde leste dachvaert op het versoeck van die van Brouwershaven gheen ofte weynich swaericheyt gevonden hebben, den selffden tot behouve van heure fortificatie te consenteren ende meer andere pointen datse souden anveerden de kercken toe behoorende d'ambochsheeren ende ingesetenen vande prochien Nyeuwerkercke, Duvendijcke, Vrijdorpe ende Capelle met Claeskercke, ende bovendyen oock den selffden te vergunnen, dat alle de landen, soo wel die nu bij de voorseyde fortificatie werden angetast totten wallen ende grachten als die binnen mede voorseyde wallen ende grachten sullen beslooten werden van nu voortaen souden vrij ende excempt sijn van de jaerlijcxe dijckgelden ende waterpenningen. 't Welck certaenen saecken sijn van te veel schadelicken consequentie, t’ender ende nyet dan tot ruymer resolatie ende proculatie van den lande, ende hier te vooren noyt bij eenige Graven oft Gravinnen van Zeelant gedaen ofte in heur vermogen nyet geweest zijnde de gerechticheyt van yemand een derden te geven
ASG 208 - 203 -
zonder zijn consent ende voor wete, mitsgaders de landen, vroonen te maecken ende te veranderen van heur nature, die van begin ende mettet uuytgeven vanden lande subject zijn geweest den dijck ende wateringe als waerdeur ende om veel meer andere redenen hier te lanck te verhaelen sijn de voorseyde regierders genootsaect van ampte ende eetshalven wel expresselijck te protesteren. Gelijck zij protesteren mits desen in cas de voorseyde consenten, effect souden commen te sorteren, als directelijck streckende tot groote lesie ende onuuytsprekelijke schade van alle de ingesetenen van desen voorseyde landen, het welck nyet dan met te veel swaere ende peryculeuse decharge belast es, een yegelijck genouch bekent met die intentie dat se met alle wegen ende middelen soo van justicie als anders jegens 't selve consent hen sullen opposeren, alle welcke intentie ende protestatie den secretaris Jacoby uuyt den naeme ende van wege Burgemeester, heymraden ende opperdijckgrave regierders ‘s lants van Schouwen voornoempt, de Gedeputeerde van wegen d'eerste Edele ende den Gecommitteerden Raden van den heeren Staten van Zeelant kennelijck gemaeckt ende geinsinueert heeft met versoeck dat hen van desen zijne gedaen protestatie verleent werde behoorlijcke actie, omme den regierders 's lants voornoempt te dienen daer ende zoo sij te rade bevinden sullen. Aldus gedaen ende geinsinueert op den 13den july 1590 bij mij onderteeckent D. Jacoby
ASG 208 - 204 Onder stont deser acte is bij de secretaris van Zierickzee meester Daniel Jacoby den Gecommitteerde Raden overgegeven, den 14den july 1590 mij bekent onderteeckent, Christiaen Roels
ASG 208
- 205 -
Versoeck van die van Gelderlant op den crychsraed neffens zynen Excellentie. Extract uuyt 't request der resolutien van mijnen heeren die Staten Generael der Vereenichde Nederlandtsche provintien Sabbaty 14 july 1590 post prandium. Is geresolveert bij forme van interpretatie van de resolutie genomen den 27sten junny lestleden van de last der Gedeputeerde van de respective provintien neffens zijnen Excellentie wesende dat alsulcke twee ofte drye Gedeputeerde, als die van Gelderlandt alreede vercoren, hebben ofte noch verkiesen sullen, d' heeren van Kennenburch, Jan Pauli ende Reynier Cant van wegen die Sta – ten van Hollandt neffens zijnen Excellentie wesende den heere van Moesberghen ende Renesse van der Aa, byde Staten van Utrecht neffens sijnen Excellentie gesonden midtsgaders alsulcke twee ofte drye Gedeputeerde als die ander geunieerde provintien elcx buyten heuren bij sijnen Excellentie ende Raedt van State noch sullen mogen senden. Sullen met sijnen Excellentie ende Raedt van State voirnoemt, midtsgaders den Crygsoversten in 't leger wesende (die welcke Crygsoverste daer toe sullen worden geroepen) op 't stuck van 't employ van 't leger ende 't volck van orloge jegenwordelick omtrent Nimweghen bij den anderen wesende ende die voirden daerbij bescheyden souden mogen wordden, te weten waer ende in wat manieren 't selve leger (de saecken voir Nimweghen volbrocht wesende) sal gebruyct wordden 't saemen nyet alleenlick te helpen adviseren naer oock resolveren ende de ghenomen resolutie dies aengaende nae de occuratien helpen veranderen alles ten meesten dienste van den lande, sulcx als in gelijcke saecken te meermaelen bij voergaende regieringe gebruyct is geweest behoudelick dat de selve Gedeputeerde wegen die Staten Generael, aldaer sullen besoigneren ende in 't adviseren ende resolueren 't gemeene best van den lande voir ooghen hebben sonder daer tegen te particulariseren. Ende dat in andere saecken den Raedt van state alleene sal besoigneren.
ASG 208 - 206 -
volgende haeren last ende instructie, behoudelick mede dat de ghene die bij de provintien ten eynde ende alreede vercoren sijn ende noch vercoren sullen werden, die hiervoeren nyet naemcondich en sijn gemaect, sullen wesen goede patriotten ende nyet sitten onder 't verding van den vyandt oft daer voer suspect sijn. Die van Zeelandt ende Vrieslandt verclaren dat zij hier inne nyet en connen consenteren sonder voergaende advys van heure principaelen, maer te mogen lyden dat de voirgaende resolutie wordden uuyt gegeven bij pluraliteyt van stemmen zonder prejuditie ende sonder 't selve te trecken in consequentie.
ASG 208 - 207 -
Extract uyt het register der resolutien vande Hoog mogende heeren Staten Generael der Vereenichde Nederlanden. Mercury den 25 ste july 1590 present: Woortwijck, Baraevelt, Nimia, fille Warck, Coopet, Heermale Roorda. Compareerden den Heere Wilkes en Bodley, hebben verclaert, dat sij oversien,en gelet hebben op d’antwoorde van de Heeren Staten henluyden gegeven op haere propositie, en alsoo sij daerop hebben ter weerseggen, dat sij daerom alhier erschenen sijn en om met onderlinge communicatie de saecke naerder te mogen verstaen en contentement ontfangen, begeerende niettemin en uuyterlick insisterende om voor eerst te hebben breeder verclaeringe van de heeren Staten op de parenthese staende in 't eerste poinct van haer lieder propositie, begrijpende oft de heeren Staten oock gelast ende geauthoriseert sijn om met hen op de poincten van haerlieder last te handelen, waerop de voorseyde heeren is gedaen particuliere onderrichtinge vande qualiteyt en macht van het Collegie ofte Corpus van de heeren Staten Generael, gecomposeert wesende bij de Gedeputeerde vande geunieerde provintien, en dat het selve Collegie als geformeert wesende en het souverain Collegie vande lande, het welcke geen overheeren en heeft, maer wel de Gedeputeerde van de provintien, te weten de Staten van de selve aende welcke sij haer actien ende resolutien moeten verantwoorden, dat het gene de heeren Staten met hen op haere propositie sullen handelen sal bij de provintien en een yegelick valide gehouden werden, gelijck oock de antwoorde hen luyden alreede gegeven, naer
ASG 208 -
208 –
macht die de Gedeputeerde van de provintien elcx hebben van haere principalen, alsoo sij geauthoriseert sijn om te maintineren den welstant van den lande, de vrijheden, gerechticheden, en privilegen van de selve in 't generael en particulier en besonder met 't onderhouden het tractaet met haere Majesteyt gemaeckt, doch soo die voorseyde heeren in last soude hebben eenige saecken te proponeren tegen de haere voorseyde gerechticheden, vryheden, privilegien en 't voorseyde tractaet, dat die Gedeputeerde van de provintien hen rondelick wel willen verclaeren dat sij daerop niet en sullen resolveren ofte yets concluderen sonder voorgaende rapport aen haere principalen, ende alsoo die voorseyde heeren hen met dese antwoorde niet en hebben laten genoegen, maer alnoch aengehouden hebben om te weten oft de negen articulen die seckeren tyt geleden bij den heere Bodley van wegen haere Majesteyt den heeren Staten Generael sijn geproponeert geweest (daerinne heurlieder last tegenwoordich verstaet) den provincien respective sijn gecommuniceert geworden, ende oft sij bij de selve geauthoriseert ende gelast sijn, met hem daer op te handelen en te concluderen, begerende daer van acte tot heurlieder ontlastinge, is daer op ten beyden sijden in 't lange gediscoureert geweest en eyndelick bij de heeren Staten versocht de wijle de voorseyde heeren insisteren om te hebben schriftelicke acte dat sij haerlieder versoeck desen aengaende oock schriftelick souden willen stellen, om daerop geresolveert te worden naer behooren.
ASG 208 - 209 -
Copie 1590 juli 26.
Antwoorde vande Staten Generael op de propositie van here Warcke op den 26sten juny (15)90.
Die Staten Generael der gheunieerde Nederlandsche provintien, ghehoort, ghesien, ende rijpelick gheleth, hebbende, op de propositie bij den heeren Thomas Wiekes, secretaris vanden privee Raedt vanden Conincklicke Majesteyt van Engelandt, als Ambassadeur vande zelve haere Majesteyt, ende Thomas Bodley Raedt geintroduceert, bij de voorschreven Conincklicke Majesteyt inden Raede van Staten, der voornoemde gheunieerde provintien, in heure vergaderinghe, bij monde ghedaen. Vermoghens den brief van credentie zijne Edele tot dien eynde bij haere Majesteyt aenden Staeten voornoempt, medeghegeven, ende de pointten schriftelick, den 26sten juny lestleden overghegeven. Verclaeren dat zij beyden haere Majesteyt ten alderhooghsten bedancken voor de continuatie van haere goede gheneghentheyt, gunste ende affectie totten welstandt deser landen, ende dat hun zeer lieff es, dat haere Majesteyt tot dien eynde ghelieft heeft, alhier te zenden, den voorschreven heere Wiekes, mit last omme te voorzien ende ordre te stellen, op de doleantien vande Staeten voornoempt. Vertrouwende dat de zelve heere Wiekes bevoorderen zal, dat de voorschreven doleantien ende alle
ASG 208 - 210 -
voorgaende zwaericheden ghevoechelick gevonden ende neder ghelecht zullen worden, zulcx als den welstandt van dese landen, beneffens den dienst van haere Majesteyt is verheesschende. Ende zullen de Staeten Generael van haerlieder zijde, willich ende bereyt wesen zijne Edele in alle redelicheyt ende billicheyt te bejeghenen, ende soo den voornoemden heere Ambassadeur belieft voor 't eerste poinct vande doleantien voor te nemen het stuck van der monsteringhe, ende discipline militaire van het volcke van oorloghe, bij haere voornoemde Majesteyt, deser landen tot secours, goedertierentlick belooft. Soo en connen den Staeten voornoempt, den voorschreven heere nyet onthouden, dat al in den jaere 1586 zyluyden ghenootzaeckt zijn geweest te doleren (ghelijck daer naer is ghecontinueert) van dat het voornoemde secours van ruyteren, ende knechten nyet complet ghemaeckt, ende ghehouden werde, dat in de monsteringhen groote fraulden gheschieden, ende dat bij veele groot gebreck was, inde onderhoudenisse vande behoorlicke disciplyne militaire. Op welcke pointten bij den tractate tusschen haere Majesteyt ende
ASG 208 - 211 -
dese landen ghemaeckt voorsien is, ende ghemerct de Ghedeputeerden van de respective provintien, daerop ghelast zijn, Soo en sal die vergaderinghe vande Staten Generael, nyet naerlaten daer op te adviseren ende resolveren, ten meesten dienste van den lande, ende volghende, den zelven tractate. de
opt 2
In conformite van 't voorschreven tractaet, het es het volck van oorloghe van haere Majesteyts secours ghehouden te achtervolghen de ordonnantie op 't stuck vande monsteringhen in desen landen ghemaect, ende noch te maecken, als het doen vanden eedt in ’t leste articul van den zelven tractate gheroert medebrenght, aengesien den eedt van het volck van oorloghen altyts inne ghehouden heeft dat het zelve volck hem moet regieren naer de ordonnantie ghemaeckt ende noch te maecken tot onderhoudinghe, vande goede disciplyne militaire, daer van het stuck vander monsteringhen een partye is. Dan ghemerckt de Staeten, altyts.begeert hebben ende noch begheren die angaende te doen onderhouden, ende achtervolghen, ’t gene tot meesten dienste van haere Majesteyt
ASG 208 - 212 ende den lande es streckende. Soo zullen zij zeer gheerne, die ordonnantien alhier gheroert doen examineren, ende met het guendt dienstelick wel bevonden worden, de ordonnantien van dese landen te vermeerderen naer behooren. opt 3de Soo wanneer 't volck van het secours van haere Majesteyt, hen reguleren zal, naer de ordonnantien op het stuck vande monsteringhe ghemaeckt, ende de zelve naercommen. Alsdan zal oock van weghen dese landen, ordre ghestelt worden, omme zoo in den steden van asseurantie als elders daer het van noode wesen zal haere Commissarisen te zeynden, ende te lasten totte zaecke vande monsteringhe ende betaelinghe, volghende 't voornoemde tractaet. de
opt 4
De Staeten zouden verstaen dat 't volmaeken vande compaignyen van het secours van
ASG 208 -213 -
haere Majesteyt behoort te blijven tot laste vande Capiteynen der zelver, ende dat men daeromme de Commissarisen vande monsteringhe zal lasten pertinente noticie te houden vande soldaten, van 'zelve secours, die inden dienst vanden lande zullen sterven, geschoten ende ontmandt worden, ende omme het ghetal vande zelve ghesturven, ende ontmande te suppleren ende vullen, sal den Capiteynen een maent gaige voor de oncosten van het transport van elcke soldaet ghestorven ofte ontmandt wesende, bij kennesse alsvooren ghepasseert worden op te rolle. de
opt 5
Die Staeten en connen niet anders verstaen dan dat alle d' Officiers van het secours van haere Majesteyt in 't tractaet staen, ghestelt, tot laste van de zelve haere Majesteyt, dan als van weghen den landen daer en boven, eenighe ander officieren, zouden moghen worden, ofte in den dienst van den lande ghebruycken bij bewillinghe vande Staeten, volghende het tractaet, sullen alsdan de gaigen van de zelve
ASG 208 - 214 -
soo vande Engelsche natie als anderen tot laste vanden lande betaelt worden. de
opt 6
't Volck van oorloghe van het secours van haere Majesteyt te paerde ende te voet, treckende naer het legher ofte elders, inden dienst van 't landt zal gheconduiseert, ghelogiert ende gheaccomodeert worden, bij Commissarissen ende mitte patenten, van die Gouverneurs van de provincien respective, als de soldaeten vanden lande selffs. Ende voor het scheyden van het legher, zal bij
- 214 den Raedt van Staeten (daer inne, in conformite van het voorschreven tractaat hare voornoemde Majesteyt boven den Gouverneur Generael van haer secours, twee haere ondersaeten mach houden ofte van nieus introduceren) gheresolveert worden, in wat steden ofte plaetssen, zoo de Engelsche als andere compaignien, in garnisoene gheleyt ende herleyt zullen worden. alwaer de zelve op de patente vanden Gouverneurs vande respective provintien te geven bij advuys
ASG 208 - 215 -
vande Staeten ofte haere Gecommitteerden vande zelve provintien, zullen worden ontfangen, ende met logysgelt ofte anders gheaccommodeert, als andere soldaeten aldaer ligghende, ofte ghelijck men aldaer ghebruyckelick is te doen, behoudelick dat haere Majesteyt de besoldinghe vande zelve zal doen betaelen, al in conformite van het voorschreven tractaet. ste
opt 7de ende 8
Is geschreven aenden heeren Staeten van Hollandt ende Zeelandt, ten eynde zij hem informeren, wat tot noch toe desen aengaende, in den steden ende plaetsen van asseurancie ghedaen is, omme dat ghedaen ende ghesien, daer op gheresolveert moghen worden, ghelijck in conformite van het tractaet, voor de meeste versekerheyt van de voornoemde steden, ende plaetsen, burgheren ende inghesetenen vande zelve eensaementelick den soldaeten aldaer garnisoen houdende, zal bevonden worden te behooren. opt 9de Soo wanneer de Staeten Generael, goet
ASG 208 - 216 -
vinden zullen, tot coste vanden lande, eenich volck van oorloghe, vanden Engelsche natie te lichten, boven het volck van het secours, van haere Majesteyt. Sullen alsdan bij bewillinghe van haere Majesteyt met die Collonelen, ende Capiteynen, daerover als Commandeurs te stellen, handelen nae den staedt van 't landt zal moghen lijden, mitsgaders dezelve doen ghebruycken, naer de occurentie ende gheleghentheyt, van tijt ende zaecken, ten meesten dienste vanden lande. de
opt 10
Die Staeten ghelooven ende bekennen wel dat haere Majesteyt groote costen ende lasten heeft ghedaen, ende ghedraghen, ghelijck zij, als een zeer Christelicke, wijse ende voorzichtighe Princesse noch daghelicx doet, omme haere naebuyeren te assisteren, voor den welstandt, ende de handthouwinghe vande ghemeene zaecke, teghens het ghewelt van alle der zelver gemeene vyanden, alles de ghemeene Christenheyt ten besten daervooren die Staeten, voor zoo wel dese
ASG 208 - 217 -
landen aengaet, hen ook ten hoochsten, aen haere Majesteyt houden verbonden, ende en zouden mitsdien niet liever zien ofte doen, als haere Majesteyt allesins te believen, naer haer uuyterste vermoghen. Maer dewijle 't ghene alhier begeert wordt, anders bij het tractaet is overdraghen, zoo volghende ’t zelve tractaet haere Maesteyt belooft heeft, niet alleene 't belooffde secours te betaelen, maer daer en boven, dat oock in de steden van asseurantie, de soldaten, van 't zelve secours, zullen betaelen d' inposten ende excyssen, als andere soldaten, ende dat dit 't accorderen, te seer schadelick zoude zijn, voor den Staet deser landen ende strecken tot grondelick bederff ende onderganck vande steden ende plaetsen, van asseurantie, burgheren ende ingesetenen der selver, die haer zoo ghewillichlicken tot cautionnariyen hebben laten stellen ende ghebruycken, mitsgaders, tot zeer grooten ondienste van haere Majesteyt. Te meer angesien te beduchten is, dat daer door de affectie tot haere Majesteyt, in dese landen zeer zoude moghen vermindert worden, tot zeer cleene verlichtinghe van haere Majesteyt.
ASG 208 - 218 -
Soo verclaeren die voorschreven Staeten, dat sij gheenssins nochte dienstelick nochte oorboorlick en zouden vinden, hierinne teghen den inhouden van 't voornoemde tractaet te consenteren. opt llde Dese landen zijn, ende zullen ten eeuwighen daeghen verbonden blijven, omme haere Majesteyt ten hoochsten te bedancken, ghelyck zij oock daeghelicx, doen voor de groote gunste, die de selve ghelieft heeft, henlieden te bewijsen, mitsgaders voor de weldaden, die zij noch daeghelicx van haere Majesteyt ontfanghen, door het beneficie van haerer secours, ende andersins. Daer vooren de voornoomde Staeten, haere Majesteyt oock wel verseeckeren, dat de zelve, inde goede opinie, die zij vande landen heeft, haer gheenssins en zal bedroghen vinden. Verhopende de Staeten, dat het secours bij haere Majesteyt dese landen gedaen, ghepresteert zijnde naer behooren, haere Majesteyt ende d' Enghelsche natie strecken zal, nyet alleen in dese landen, maer door die gheheele werelt, ende
ASG 208 -
219 –
zonderlinghe bij alle Christelicke potentaten, ende republycquen, tot een eeuwighe memorie, glorie, ende reputatie. opt 12de Alsoo de Staeten in tracteren mit haere Majesteyt zunderlinghe gheleth hebben, op het gene de landen tot heure defentie, ende crenckinghe vande vyanden, meest noodich was, Ende over sulcx verstaen hebbende, dat ten aensien vande gheleghenteyt van Brabant, Gelderlant, Utrecht, ende Overyssel, als in haer den landen gheleghen ende principale frontieren vande voorschreven landen, henlieden meest ruyteren noodich waeren, hebben daeromme tot het beloofde secours, van duysent ruyteren, zunderlinghe gheinsesteert, mitswelcken de Staeten Generael, in dese versochte veranderinghe, nyet en connen bewillighen. Sijnde nyettemin tevreden, omme haere Majesteyt te believen zoo veele eenichssins moghelick is, dat de zelven zal moghen doen aennemen, zoo veel ruyteren van dese landen ofte andere natien, de ghemeene Christelicke zaecke toeghedaen desser ghebrecken totter suppletie, van de belooffde duysent paerden
ASG 208 - 220 -
ende daerover stellen zulcke hooffden van Enghelsche natie ofte andere, als haer goetduncken zal, welverstaende dat bij provisie, het voetvolck van de zelve Inghelsche natie, d’ welcke in dese landen, zoude moeghen bevonden worden, boven het belooffde secours van de vyfftich duysent, behalven de besettinghe vande plaetsen van asseurantie strecken zal in minderinghe van het defect aen de voornoemde duysent ruyteren. de
opt 13
De Staten hebben gheduerende d'oorloghe, de besoldinghe vanden ruyteren ende knechten, in haeren dienste wesende, te meermaelen verhoocht, boven de oude ghebruycken, op welck verhooghinghe, oock voor de compaignien van haere Majesteyts secours getracteert is gheweest, op vast betrouwen dat de vendelen zouden worden ghemaect, ende ghehouden complet de wyle de cracht ende defentie van het landt, daer inne, mitsgaders in 't onderhouden vande goede dicipline militaire, bestaet. Verclaeren daeromme, dat zij hierinne niet en zouden
ASG 208 - 221 -
connen consenteren. Te min zoo men de verzochte mortepayen, aende compaignien van het secours van haere Majesteyt (die haer volle betalinghe ontfanghen) zouden toelaten, dat van ghelycken zouden versoucken ende met redene moeten gheaccordeert worden, den compaignyen ruyteren, ende knechten die in den dienst van den lande, tot cost ende last vande zelve zijn, de welcke alleene ontfanghen de twee derdendeelen, van huerlieder besoldinghe, het welcke den landen, niet en zoude connen vervallen. Verzoucken daeromme met alle behoorlicke reverentie, dat haere Majesteyt ghelieve, hier op niet te insisteren, als jeghgens haere, ende der landen dienst streckende, ende te doen affschaffen ‘t gene jegens het tractaet, desen aengaende is inne ghevoert, wesende redelicken dat het ghene voor de mortepayen, bij den capitainen ende andere officieren, voor cervitien, inde steden van haere garnisoenen es gheproffiteerd,werden gherestitueert. Aldus ghehouden op den 21sten july 1500 tneghentich, onder stont, Ter ordonnantie van de voornoemde Heeren Staten, ende gheteeckent C. Aerssins
ASG 208 -
222 –
Eersame wijse ende seer voorzienige heeren, Burgemeesters, Schepenen ende Raet der stede Goes. Recepte 27 july 1590 Eersame, wijse ende zeer voorzienige heeren. Hier gaet mede die propositie vanden heer van Saldaigne van wegen die Conmincklijkcke Majesteyt van Vranckrijck, inhoudende diverse pointen tot sijnder assestentie naemtelijck om te hebben leveringe van granen ende ponder ofte buscruyt, item om te verbieden den toevoer van vuires ende ammunitien uuyt dese provincie nade plaetsen bij de legerers geoccuipeert etc.. Waerop versocht wordt in aller haest favorabele resoluite ende om het welvaeren vande geunieerde provincien oock noodich es, het stuck van sijne voorseyde Majesteyt te beneerstigen als ons eygen. Ende want den Gedeputeerde lest geweest hebbende opde
ASG 208 - 223 -
visitatie vande fortificatie van Brouwershaven hunne 't samen compste alhier geleyt hebben tegens dysendach naestcommende wesende den lesten deser t'savons inde herberghe, om des anderen daechs te besoingeren. Sal uw Edele gelieven hunne Gedeputeerde mede tegens alsdan op de voorseyde propositie te volmachtighen. Als wanneer mede uw Edele gelieven sal hunne voorseyde Gedeputeerde te lasten op 't stuck vande kennisse vande Hooghen Raet in Hollandt binnen dese provincie, ende administratie van justicie in 't uuyterste resort, ter wijlen die van Middelburch den voorseyden Hooghen Raet naer d' expiratie van het accordt nyet en willen kennen, naer uuytwijsen het leste reces vande sesten deser. Ende daerom dient geadviseert jegen
ASG 208 - 224 -
die voorseyden expiratie, op den besten ende dienstelijcken ordre van justicie binnen dese provincie, hiermede ter ordonnantie van de Gedeputeerde Raden van de Staten van Zeelandt, bij mij Christiaen Roels. Eersame wijse ende zeer voorsienighe heeren, zyt Gode bevolen uuyt Middelburch den 26sten july 1590 , P.Ryckers.
ASG 208 - 225 Eersame wyse ende seer voorsienige Heeren Burgemeesters, Schepenen ende Raet der stede Goes recepta den 8sten augusty 90. Eersame, wyse, discrete ende zeer voorsienige heeren. Alzoo daghelicx zwaericheyden voorcommen op de kennisse ter caussen meest van de delicten van het oorloghs volck privilegie ende declimatoire van hunne ordinaris Magistraten oock in civile zaken, zoo aen die van der Admiraliteyt, als anderssins, uuyt respecte van hunnen dienst ende eedt. Om daer inne ten besten te mogen versien ende ordre stellen. Soo heeft ons goed gedacht dyenaengaende bescryvinge te doen aen uw Edele, om daer op met advise van zijne Excelentie als Gouverneur ende van de hooffden van der oorloghe dyen sulcx toestaet respective eenen bestandigen voet te moghen nemen, zoo in regard van de ghene die originelick in den dienst van den lande zijn, als oock nopende die Ingelsche garnisoenen cantionnarissen ende van den secourse, die met gemeynen advise goet gevonden ende gearresteert zoude moghen worden. Sal daerom uw Edele gelieven hunne Gedeputeerde te volmachtigen om tegen die naeste aenstaende bestemde vergaderinge daer op te mogen resolveren, hier mede Eersame wyse, discrete ende zeer voorsienige heeren, zijt Gode bevolen, uuyt Middelburch, den 25sten augusty 1590. P. Ryckert. Ter ordonnantie van de Gecommitteerde Raden van Staten van Zeelandt. bij mij C. Roels.
ASG 208 - 226 -
Notulen vande resolutie vande Staten van Zeelandt genomen op de bescrijvinge vande lesten july 1590. Notulen ende resolutien vande Staten van Zeelant opde bescrijvinge tegens den laetsten july 1590. 2den augusti 1590. Op 't ierste point van de propositie van d'heer van Saldaigne, belangende de twintich duysent ponden tot provisie ende leeninge van granen, is 't selve point eendrachtich goet gevonden. ende daer in geconsenteert conforme de resolutie bij de Staten van Zeelandt genomen in de dachvaert van 28sten meye 1590 den 14 den juny daer naer. Op’t tweede point der zelver propositie aengaende ‘t credit aende Staten Generael versocht van viertich duysent croonen tot provisie ende leeninge van buscruyt, is bij de Staten van Zeelandt eendrachtelick geresolveert gemerct de comicxiteyt vande zake van Vranckrijck, met de ghene vande geunieerde provintien, dat de Coninck van Vranckrijck in zijn versouck geaccomodeert sal worden, op alle sulcke verseckertheyt als zijne Majesteyt daertoe sal geven ende met de selve geconvenieert sal worden, ende met conditie dat d’andere provintien van gelijcken in 't voorseyde versouck van zijne Majesteyt sullen consenteren ende verdraghen. Op 't derde point der voorseyde propositie belangende den toevoer van vures ende ammonitie van oorloghe aen de steden van Ligneurs, is eenpaerlick goet gevonden den voorseyde toevoer te verbieden, behoudens dat generalick geschiede, zoo wel van weghen d' Engelsche natie als andere, Oick met conditie
ASG 208 - 227 -
dat de steden onder de gehoorsaemheyt vande Coninck van Vranckrycke tegenwoordich wesende, gelycken toevoer aende voorseyde Ligneurs verboden ende geinterdueert worde, ende de steden deser provintien in gelycke vryheyt met de voorseyde steden onder des Majesteyts gebiedt wesende, gestelt ende getracteert worden, te weten soo hun den toevoer toegelaten wordt, dat van gelycken andere plaetssen sal geschieden ende toegelaten worden. Op 't point van de fortificatie van Brouwershaven de Gedeputeerde vanden Staten van Zeelandt geweest hebbende tot Brouwershaven, om inspectie te nemen vande fortificatie aldaer hebben hun raport gedaen, 't welcke gehoort en eendrachtelick gepersisteert ende Gedeputeerde vanden Staten van Zeelant, dat de subsidie die van Brouwershaven toegeseyt, den selven gefurneert behoort te worden Dan alzoo die van Zierickzee daer toe nyet en hebben connen verstaen als daer toe geenen last hebbende dan den voorgaenden bij hen ingesonden hebben de selve eyndelinge andermael raport genomen aen hunne principale, om de selve 't induceren soo ’t mogelick, hen te willen conformeren met d’andere leden vande Staten van Zeelandt, oft ingevalle sulcx bij hen luyden nyet en soude connen geobtineert worden dat 't different gerefereert sal mogen worden aen sijne Excellentie. Op 't point vande continuatie vanden Hooghen Raedt hoewel de Gedeputeerde vande Staten van Zeelandt (uut gesondert van Middelburch) goet zouden vinden de continuatie vanden voorseyde Hoogen Raedt voorden tijt van een jaer twee oft drye, nochtans
ASG 208 - 228 Alzoo de voorseyde van Middelburch, daerin seggen nyet te willen noch te connen consenteren, nyetemin daer van met heure principale noch te sullen sprecken is generalick daer op raport genomen ter naester dachvaert geleyt tegens den 13den deser maendt 't's daechs te voren inde herberge. Is geresolveert dat tegens de voorseyde dachvaert bescreven sal worden, Meester Jan van der Warcke om de Staten als dan voor te dragen de besoignen inde Staten Generael gevallen, ende bij sulcken middel de dachvaert ende de resolutie vande Staten van Zeelant te faciliteren.
ASG 208 - 229 –
Eersame wyse ende seer voorsienighe Heeren Burgemeesters, Schepenen ende Raet der stede Goes. Eersame, wyse zeer voorsienige heeren. Alzoo om ter naester anstaende verpachtinge van de gemeyn middelen van consumptien te connen weten, waer naer men hem zal hebben te reguleren, voor het winter saisoen, in de verhooghinge van de bieren, bezaeyde gemeten, hoornbeesten, mangelen van de peerden ende 't slaen van de beesten, daer op die liste resolutie genomen is in februario ende martio lestleden. Sal uw Edele gelieven hunne alhier aenwesende Gedeputeerde te volmachtighen, om dienangaende uw Edele advis inne te bringen ende een generaele resolutie te mogen nemen ende formeren zulcx als den lande dienstlicxst bevonden zal mogen worden. hier mede Eersame wyse zeer voorsienige heeren zijt Gode bevolen uuyt Middelburch den 21sten augusti 1590. P.Rycken Ter ordonnantie van de Gecommitteerde Raeden van de Staten van Zeelant, bij mij C. RoĂŤls.
ASG 208 - 230 -
Extract uuyt de notulen van de dachvaert der heeren Staten van Zeelandt geleyt jegens den 13den augusty 1590, alwaer onder ander op 't 3de articul van seker propositie van den heere Wilkes staet, geresolveert het naervolgende. 22ste augusty 1590. Sullen oock de voorschreven steden van asseurantie van ammonitie van oorloge conform de tractate voorsien gehouden worden naer behooren. Wat raect d’onderhoudinge van de reparatie van den fortificatie van de voorschreven steden van asseurantie, wordt verstaen dat die selve nyet en sal conmen tot laste van die Majesteyt van Engelant maer tot laste van de Generaeliteyt, onder stont, C. Roels.
ASG 208 - 231 -
Eersamen wysen ende zeer voorsienige heeren Burgemeesters, Schepenen ende Raet der stede Goes recepta den 29 sten augusty 90. Eersame wyse ende seer voorsienige heeren. Wysende uw Edele hier beneffens extract uuyt het scriven van onse Gedeputeerde op de Generaele Staten, van den 23sten deser, nopende die verlichtinge van het convoy oft licent vande zeepe, olie, saet ende andere specien. Sal uw Edele gelieven jegens den staende vergaderinghe haere Gedeputeerde daer op te volmachtighen, hier mede. Eersame wyse ende zeer voorsienighe heeren zijt Gode bevolen uuyt Middelburch den 28sten augusty 1590 P.Ryckert. Ter ordonnantie van de Gecommitteerde Raden van de Staten van Zeelant, bij mij C.Roëls.
ASG 208 - 232 -
Extract uuyt sekere missive van Meester Adriaen Cooper Gedeputeerde van den Staten van Zeelant inde generaliteyt van den 23sten augusty 1590 gescreven aen de Staten van Zeelant uuyt ‘s Gravenhaghe. Die van Amsterdamme hebben over eenige daghen soo d'Heere van der Warcke kennelijck mach wesen, versocht dat naerdyen in ’t convoy ende licent verre die helft binnen desen jaere nyet gecommen en es voor rate des tyts, als wel in 't voorleden jaer binnen Amsterdamme ende elders alhier in Hollandt van de zeepe es gecommen. Ende dat er verstaen wort dat in Brabant ende Vlaenderen zeepsiederyen worden opgerecht zulcx dat die geheele neringhe van de zeepsiederye binnen desen lande soude 't onder worden gebracht mette andere neringen daer van dependerende, ten zij dat het convoy ofte licent van de voorschreven zeepe werde gemodereert tamelijcker wyse ende zoo veel als eenichssins noch draghen mach op dat die manifacturen van desen lande mogen werden geconserveert tot neringe ende welvaren der zelver. Sijn daer omme die voorschreven van Amsterdam andermael doende instancie aen die van Zeelant zoo 't schijnt dat d’andere provincien daer toe souden verstaen dat sij mede zouden bewillighen ende consenteren inde versochte moderatie van 't convoy ofte licent op de zeepe. Ende alsoo ick tot meer maele hebbe verclaert, dat van gelijcken behoorde te geschieden van de olie ende 't saet daer van die voorschreven zeepe meest wort gemaect.
ASG 208 - 233 -
Ende dat onse coopluyden haer gererende met 't slaen van de olie ende trafficque van ’t Suet hun grootelyccx beclagen, dat sij noch in Brabant noch in Vlaenderen eenige merct connen maecken beneffens die van den lande al'daer zijnde, door dyen sij soo grooten licent van hunne waeren ende coopmanschappen voorschreven alhier moeten betaelen, dat sij mits dyen over langhe hebben versocht eenige moderatie van convoy offt licent op den goederen voorschreven offte dat anderssins hun soude strecken tot ruyne ende bederff van hunne persoon ende neringhe met meer andere propoosten ter materie meest dienende. Waerop geseyt wort dat die zeepsiederye een mainifacture deser lande is die wel behoorde gefavoriseert te worden meer als 't gewas van den lande, dat in alle gevallen binnen den lande voorschreven behoorde te blieven ende alsoe bij ons oock redene van gewichte werden gesustineert als uw Edele wel connen vermoeden, zijn bij de andere provincien versocht geweest dat ick naer uw Edele advys soude versoecken, omme 't zelve mij met ten aldereersten over gesonden te moghen worden. Sullen daer omme uwEdele gelieven hier oppe metten eersten hun advys toe te schicken ende soude (onder correctie) nyet wesen ongerade met den eersten de Generael oft yemant anders herwerts te schicken ende met desen commoditeyt oock mede te versoecken eenige moderatie van eenige specie van goederen ende waeren inde lyste te hooghe gestelt, den lande van Zeelant te zeer preindicabel hoe wel die provincien daer toe seer noode sullen commen, ende daer door ten laetsten die convoyen ende licenten grootelicx
ASG 208 - 234 souden worden vermindert, zoo den coopman immer meer materie soude ontbrecken van te claghen, bevelende 't zelve mits dyen uw Edele gewoonelijcke discretie. concordat collatione factal bij mij.
ASG 208 - 235 er wyse, discrete deken ende beleeders van de Panneringe der stadt van der Goes. den bode drye stuyvers den derden septembris 1590 is bij Adriaen Noussen betaelt Eersame, discrete heeren onse besundere goede vryenden. Alzoe wij voor seker verstaen ende bevinden bij de vrachtenaers nu lest comende uuyt de vloote voor Gertruydenberch, dat mijn heeren van Hollant den torff comende van Geertruydenberch belast hebben met eenen nieuwen impost van een halfve stuyver op elcke tonne swarts ende een oortken op het grauw de welcke vooren nyet meer geweest en heeft dan een oorken het swart ende een duyt het grauw, ende 't selve alleene doen betaelen van de torff comende hyer in Zeelant ende geen andere, d’welck is streckende tot groote bederfenisse van onse panneringhe van Zeelant. Zoe hebben wy daeromme doen vergaderen onse neringhe om te ramen eenighe redelijcke middelen hie wy 't selve souden moegen voorsyen, ende hebben raetsaem gevonden u Edele ende die van der Zierickzee te beschryven ende bidden met ons 't selve te willen helpen vorderen aende heeren Staten van Zeelant als onse beschermers op dat hem belieffve voor ons daerinne behoorlijck te voorsyen tot behoudenis van de selve onse neringhe. Soo ist dat wij 't selve u Edele vryendelijck versoucken dat u Edele belyeffve daer inne den besten middel naer u Edele vermoegen te besluyten ende yemant committeren die 't selve met ons aende heeren Staten van Zeelant verthoone ende 't selve aldaer verthoont sijnde, dye als dan mede helpe soliciteren aen de heeren staten van Hollant ofte anders om 't selve te moegen affgedaen werden naer behooren, d’welck wy u Edele toe betrouwen (gelijck wy tot noch toe malcanderen in gelijcke rysende nootsaeckelijck behoorlijck geholpen hebben) 't selve u Edele in dese gelegentheyt oock sullen behertighen. Ende hyer op verwachtende u Edele antwoorde syt hyer mede den Heer Almachtich in genade bevolen. In Arnmuyden den 3den septembris 1590. Dye al u Edele vryenden ende medebroeders deken ende beleeders der panneringhe tot Arnmuyden ende 't haeren bevele. Hartman Michielssen.
ASG 208 - 236 Copie Placaet van vizbot van ‘t clynzout. 1590 copie.
Mauritz geboren Prince van Orangnen, Grave van Nassau, Catzenellenboge, Vianden, Dietz etc., Marquis van der Vere ende Vlissingen, Heere van Sint Vyt, Daesbourg, de stadt Grave ende van de landen van Cuyck. Gouverneur Capiteyn Generael ende Admirael, mitsgaders d’eerste ende d’andere Raden over Hollandt, Zeelandt ende Vrieslandt. Doen te wetene alzoo teghens verscheyden voorgaende placaten, daerbij ons merckelijck redenen wel uuytdruckelijck op groote penen verboden is geweest eenige cleynsout in dese landen ofte elders gerafineert in der steden oft landen van Hollandt, op te leggen vercoopen oft voorderen, omme aldaer gebruyckt ofte in eeniger manieren verbesicht te worden daghelicx bevonden wordt dat vele ingesetenen de voorschreven cleynen vercoopen ende de goede luyden voer goet zout doen leveren ende dat dickwils clijnsout onder 't goet zout zoo vermenght is, dat het den gemeenen man nyet mogelijck en is 't zelve van het gerafineert zout van gesoden t’onderscheyden, daer deur veroorsaect, dat den harinck, vis, boter, caes, vleesch ende andere eetwaeren daer mede gesouten zijnde verdorven worden, tot zeer groote schade van de goede ingesetenen van den landen in 't particulier ende generael tot disreputatie der selver landen bij allen 't uuyteemschen herwaerts over traffiquerende. Soo eest dat wij met rype deliberatie dies aangaende genomen, geordonneert ende gestatueert hebben, statueren ende ordonneren bij desen dat voortaen nyemandt van wat qualiteit ofte conditie hij zij, inde steden ofte ten platten lande binnen een maendt nae de publicatie van desen en sal moghen eenich cleynsout gebruycken ofte verbesigen, 't zij in 't cleyn ofte groot, gemenght ofte ongemenght in 't zouten van den harinck, visch, boter, caes, vleesch, oft
ASG 208 - 237 eenige andere eetwaeren, op pene van hondert ponden van £ 40 grooten pondt, ende confiscatie van de clynen ende 't zout daer mede zij vermenght sullen worden, mitsgaders van alle de eetwaeren die bevonden sullen worden daer mede gesouten te zijne. 't appliceren een derdendeel zoo wel van de voorschreven clynen, ende gesouten eetwaeren, als van de voornoemde pene ten behouve van den aenbringer het tweede derdendeel ten behouve van den officier van de plaetsse die d'executie daer van doen sal, ende het derde derdendeel ten behouve van de gemeene zake. Dat oick alle die ghene die braetsout ende gesoden zout ofte eenige van beyden te coope houden, gheen clyn zout en sullen moghen copen noch vercoopen, noch oick directelijck ofte directelijck bij hen in heuren huysen, cassen, kelders, packhuysen noch elders hebben, op gelijcke penen ende confiscatie t’appliceren als boven. Ende ten eynde voortaen de fraulden te beter verhoet ende een yegelijck daer voren gewaerschouwt moghen zijn. Soo en sal nyemandt eenich clynsout in tonnen moghen slaen, ofte doen slaen, op gelijcke pene als boven, ende zullen oock alle de ghene die hen met clynsout te vercoopen ofte anderssins te verthieren sullen willen generen, gehouden wesen binnen vierentwintich uren nae de publicatie van desen voor hare huysen, winckels, cramen ofte andere plaetssen daer zij luyden 't selve te coop hebben sullen, uuyt te hangen een blauwe met inscriptie met groote leesbaeren witte letteren van clynsout, op pene van telcker reyse (als bevonden sal worden 't voorschreven teycken nyet uuyt te hanghen) te verbeuren 25 pondt ende 't zout dat in heure huysen winckels, cramen ofte andere plaetssen bevonden sullen worden t' appliceren als voren, van gelijcken soo eenige schipper ofte schuytvaerder hem vervoorderde de voorschreven specien van clynsout metten braet ofte gesoden zout vermenght ofte oock beyde t' samen in een schip ofte schuyte geladen te hebben. Sal boven die confiscatie van zoo wel 't goet
ASG 208 - 238 -
als 't clynzout telcken reyse vervallen. Ende boete van hondert ponden als boven ende t'appeleren als boven. Ende indyen eenige schipper oft schuytvaerder bevonden worde clynsout alleene te coope te hebben ofte te verthieren sonder ’t voorschreven teycken op haere schepen ofte schuyten gestelt ende den cooper verthoont te hebben, sal 't selve telcker reyse contrarie gedaen hebbende vervallen in de boete van 25 ponden, ende verbeurte van de waerde van al 't zout, ‘t ghene hy sonder ’t voorschreven teycken uuyt te hangen ofte verthoont te hebben, vercocht heeft. Mitsgaders van 't ghene noch in 't schip ofte schuyt bevonden sal worden, t’appliceren als voren. Ende op dat nyemandt daer van ignorantie ende pretendere, ontbieden ende bevelen wij den iersten deurwaerder hierop versocht desen alomme in de voorschreven landen te vercondigen ende publiceren ter plaetsse daer men gewoenlick es publicatie te doen, lastende ende bevelende eenen yegelicken dien 't aengaen mach dese onse ordonnantie ende bevelen t’achtervolgen ende tegens den overtreders van dyen te procederen ende doen procederen, zonder eenige gratie, faveur, dissimulatie ofte verdrach. Alzoo wij tot der landen welstandt 't zelve noodich bevonden hebben. Gegeven in den Haghe onder onsen zeghel hier onder op doen drucken in forme van placaet, den 23sten july 15hondert 't negentich. Onder stont gescreven, bij mijns heeren den Gouverneur ende Raden over Hollandt, Zeelandt ende Vrieslandt ende was onderteyckent de woerden, onder stont alnoch gescreven, ten versoucke van de Edele Mogende heeren mijn heeren de Staten van Zeelandt is dese uuytgegeven voor copie ende naer voortgaende collatie tegens 't origineel bevonden te accorderen van woorde te woorde, actum desen 6den septembris 1590. Bij mij onderscreven deurwaerder van den Hove van Hollandt, Zeelandt ende Westvrieslandt. onderteyckent van Duvelant.
ASG 208 - 239 – Extracten aengaende de Neutralisten. Extract uuyt zeker missive van de Gecommitteerde Raden van den Staten van Zeelandt gescreven aende Gedeputeerde van den voorschreven Staten op de qualiteyt vacerende in date den 13 den octobris 1590. Wy bevinden bij de dagelicxe versoucken ende impetratien van de handlichtingen van de goeden in annotatie oft confiscatie alhier bij ons genomen, bij oft van weghen persoonen geresideert hebbende bij den vyant die hen als nu segghen te onthouden in neutrale plaetssen, als Luyck, Ceulen, Aken, Cleven, Embden, Hamburch etc., oick bij de ghene die onder Saulnegarde sitten, ende gelycke handtlichtingen versoucken dat bij dien middele alle de confiscatien ten uuyteynde tot nyete sullen gaen. Ende want wy gern daer op weten souden het advys van de Staten Generael, Rade van State ende particulierlijck van den Staten van Hollant. Sullen uw Luyden 't selve beverustigen ende ons ons over scryven mede u lieder advys. Voorworpene ende remonstrerende oft nyet oorboor en waere hier op te maken een generaele verclaeringhe die men soude eenpaerlijck publiceren, daer bij men alle de ghene die voor de pacifatie van Gendt in sulcke neutrale plaetssen hebben gewoont soude laten gebruycken ins neutralitatis, uuytgenomen die ghene die men wel weet van deser zijde derwaerts geweken te zijn, ende van ons gescheyden, uuyt partyschap, die nyet veel en connen sijn, om 't selve geweten ons te reguleren soo wij te rade werden sullen. Wilt dit doen haesten alsoo wij
ASG 208 - 240 -
seer aengeloopen worden ende hier inne gern op eenen eenpaerigen voet met d’andere provintien souden handelen, sonder nochtans die confiscatien te willen voorder submitteren aende resolutien van aldaer. Ander extract uuyt zeker missive van de voorschreven Gedeputeerde aende Gecommitteerde Raden voorschreven, in date den 15den octobris 1590. Voirts soo vele als aengaet de versochte handtlichtingen uuyt oorzake van Neutraliteyten, Saulnegarden oft dyergelijcke pretensien en connen anders nyet achten, dan dat de selve questie behoort naer gescrevene rechten getermineert te worden, alsoo daer op in 't besunder nyet en is versien ende wel schynt dat bij de Staten generael daer op nyet promptelijck en can versien worden, gelijck wij 't selve soo wij de voorschreven zake desen dagh hebben geproponeert lichtelijck hebben connen verstaen. Ende wes de saulnegarden aengaet, soo en connen de selve (onder correctie) nyet voorder verstaen noch geinterpreteert worden dan die en luyden, te weten voorde persoonen ende goederen aldaer geleghen, behoudelijck dat men regardt behoort te nemen, op de persoonen geseten ten platten lande onder de steden houdende met dese landen als Berghen op den Zoom, Breda ende dyergelijcke, hoewel dat anderssins wort gedisputeert ende in controversie getrocken, oft de plaetssen ende sunderlinghe de platte landen die hen nyet beschermen en connen, bij den vyandt over vallen
ASG 208 - 241 -
wesende, voor vyanden moeten gerekent worden, dan nyet. Ende voor soo vele de neutrale landen aengaet, die hebben altyt vry geaght geweest van confiscatien, gelijck oick tot noch toe het Landt van Luyck, meest voor neutrael is gehouden geweest, maer mits dyen den Bisschop hem soo partydich draeght ende om andere redelijcke confiscatien, wordt u ter tyt de voorschreven neutraliteyt bij den heeren Staten genouch in eenighen twyffel getrocken, gelijck uw Edele naerder selen sien, uuyt te antwoorde die van Luyck te geven, die alnoch nyet eyntelijck en is geresolveert, ende daer aff wij uw Edele metten eersten de copie selen seynden. Dyes nyettemin voor soo vele als aengaet de persoonen die uuyt vyanden lande gaen woonen in neutrale plaetssen, zoo verre de selve gewoont hebbende in plaetssen bij den vyant met gewelt overvallen nyet binnen eenighen competenten tyt daer nae en sijn in neutrale plaetssen vertrocken geweest sulcx dat voor hen hunne goeden subiect de annotatie oft confiscatie waeren geweest en souden (onder correctie) nyet anders dan onder speciale main levee ende uuyt speciale gratie ontslaghen connen worden. In alle welcke poincten altyt besunder in inlantsche oorloghe met alle moderatie geprocedeert wordt
ASG 208 - 242 Eersamen, discreten ende seer voorsienige Heeren Burgemeesters, Schepenen ende Raet der stede Goes recepta 14 novembris 90. Eersame, wyse zeer voorsienige heeren. Wij zeynden uw Edele hier beneffens den staet bij den Tresorier Manmaker gemaect, van den incommen ende lasten ter oorloige in Zeelandt vallende over desen tegenwoordigen jare 1500 ’t negentich. 't zal uw Edele gelieven hare Gedeputeerde daerop volmachticht herwaerts aff te veerdigen tegens maendage naestcommende wesende den 19den deses ‘s avonts inde herberge, om des anderen daechs mette Gedeputeerde van de andere leden van de Staten van Zeelant dienangaende t’adviseren ende resolveren zulcx ten meesten dienste van den lande bevonden zal worden te behooren midsgaders omme te liquideren van de penningen bij uw Edele respectivelijck voor de gemeene zake verschoten. Eersame, wyse zeer voorsienige heeren zijt Gode bevolen, uut Middelburch den 13den novembris 1590 P.Ryckert. Ter ordonnancie van de Gecommitteerde Raden van de Staten van Zeelant, bij mij Ferdinant Aelman. Goes.
ASG 208 - 243 Eersame wyse ende seer voorsienige Heeren Burgemeesters, Schepenen ende Raet der stede Goes. recepta den 25sten novembris 1590. Eersame, wyse zeer voorsienige heeren. Alzoo naer het examineren van den staet uwe Edele mette voorgaende bescryvinge bij copie toegezonden, ende naer convocatie daer op metten Tresorier Manmaker gehadt, bevonden wort nyet mogelick te wesen voor dese reyse dat de steden van Zeelandt uuten hondertsten penninck van den jare 't negentich van alle hunne leeningen geremboursseert zullen connen worden, ter wylen daer uut voor die extraordinaris consenten over den zelven jare ende andere oncosten van fortificatien staende tot laste van den lande van Zeelant particulierlick, in den zelven staet begrepen, gevonden moeten worden. Ende daer en boven den voorschreven Tresorier van zyne groote t'achterheden een weynich contentements gegeven moet worden. Zulcx dat uuterlick uuten zelven 100sten penninck geen voorder rembourssement voor dese reyse en zal connen gevallen dan van de penningen totte extraordinaris equippage geaccordeert. Inde dat die andere leeningen totte gealtereerde op Lieffkinshoeck uuten 100sten penninck van anstaenden jare een ende 't negentich, ons bedunckens zal moeten vallen. Zoo zal uwe Edele gelieven, gehoort ’t raport van hunne Gedeputeerde deser angaende, om finalick hier op te resolveren, eenige hunne Gedeputeerde hier op volcommelick gemachticht ander werff herwaerts aff te zeynden tegens woensdage. verto.
ASG 208 - 244 -
naestcommende wesende den 28sten deser loopende maent, t's avonts inde herberge om des anderen daechs daer op te besoingneren. hier mede Eersame wyse zeer voorsienige heeren, zijt Gode bevolen uut Middelburch den 24sten novembris 1590 P. Ryckert. Ter ordonnantie van de Staten van Zeelandt bij mij
C. RoĂŤls
ASG 208 - 245 Memorie. 't Zuiver capitael van de uuytgeleyde penningen vande extraordinaris equipaige, 2½ jaer £ 48000 Den interest tot ultima decembris 1590 £ 14400 Alnoch 't furnissement vande steden totte betalinge vande quote van Zeelant anden Conynck van Vranckryck ende muyterie tot Lieffkenshouck 15 maenden £ 22000 Den interest tot ultima decembris 1590
22000
D'Heer Tresorier compt boven alle assignatien hem gegeven zonder den interest ontrent
't Extraordinaris totter orloghe die anno 1590 ten minsten genomen op 400000
60000 _______ £ 147700 _________
63250 ______ 210950
Den dobbelen 100sten penninck op den voet vande voorgaende jaere bedraecht ontrent
170000
ASG 208 - 246 d’Ordinaris quote bedraecht ter maendt d'extraordinaris belastynge van Zeelant, servitien, vacatien ect.ontrent
In summa ter maendt tot cort bij ghissinge ontrent ter maendt. Sonder d’ordinaris equippaige die maentelick bedraecht betaelt dan
£ 31025
3500 _______ £ 35125 £ 2000
36000
ASG 208 - 247 copie Gehoort voorder het raport van de Gedeputeerde op de vergaderinge van de Staten van Zeelant, nopende de resolutie op ghisteren alhier genomen, ende alhier inne gebracht, beroerende het versien op het officie van den Tresorier, als namentlijck dat men eerst ende alvooren te procederen op de electie van eenen oft meer Tresoriers, zal geinformeert zijn van de traictementen, gaigen, wedden ende proffycten, ende bij consequentie lasten bij de Staten van Zeelant, die hier bevoorens geresulteert zijn ten oorzake van 't zelven Tresorierschap, oft ontfanck, collecte ende distributie van des lants penningen, zoo wel rakende d'equipaige als anderssins. Ende dat het schynt dat andere Gedeputeerde van zommige steden van Zeelant, zouden verstaen willen, dat men in de voorschreven zake zoude moeten procederen bij pluraliteyt van voisen. Ende over zulcx op ghisteren zouden eenige uuten hunnen genomineert hebben ende gelast te concipieren instructie op het bedienen ende instellen van eenen Tresorier, zonder eenich regard te willen nemen op 't voorschreven geproponeerde van de Gedeputeerde deser stadt Middelburch soo hebben Burgemeesters, schepenen ende Raedt der voorschreven stadt Middelburg geprotesteert ende protesteren bij desen van milliteyt alder proceduren, die ten voorschreven zaken van de Tresorier oft Tresoriers angevangen oft gedaen zullen worden op't pretext van pluraliteyt van voysen oft over stemmen voor ende aleer op de voorschreven propositie geleth, in 't welck gestelt ende ten effecte gestelt zal worden, midsdyen dat het
ASG 208 - 248 -.
anders ommogelijck is, op de voorschreven zake eenen goeden voet te nemen, zonder den lande grootelicx te prejudicieren. actum ten Raede den 22sten decembris 1590 mij present, onderteeckent, P. van den Baerse.
ASG 208 - 249 -
Requeste van Daniel de Remauline uuten name van vande kyndren Haesdonck om Edel moghende ende seer voorsinnighe Heeren, mijn Heeren de Gecommitteerde Raeden des lants ende Graefflijckheyt van Zeelandt. Verthoont reverentelijck Daniel de Remalme uuyten naem van de kinderen van Joncheer Jan van Haesdonck daer moeder aff was Jouffrou Catharina Preune dat alsoo uw Edele belieft heeft op zijne vorighe requeste bij appoinctement op de marge der zelver te ordonneren dat hij zoude doceren van 't geposeerde in zijne requeste bestaende principalick in twee poincten te weeten in den eersten dat de goeden daer inne vermelt de voorschreven kinderen over haer moederlijck goet verbonden ende beweesen sijn tot verificatie van welcken presentie hij de geannexeerde copie auctentelijck van de verpandinge der zelver goeden waervan het originael u Edele t’anderen tyde overgelecht is. Ende ten anderen dat de voorschreven kinderen hunne residentie sijn houdende in Hamborch 't welck hij t’anderen tyde gedoceert heeft ende noch blijcken doet bij de attestatie hier bij ghevoecht. Bidt ende supplieert der halven dat u Edele believe hem in den naem als boven mede te gheven. zijn ghedaen ende versouck dit doende etc.
ASG 208 - 250 -
copie.
Allen den ghenen die dese letteren sullen sien oft hooren lesen, Borghemeesters Schepenen ende Raedt der stede van Antwerpen. saluyt, doen te weten ende certificeren midts desen, voor de gherechte waerheyt, dat wij op heden date van desen, gesien ende ghevisiteert hebben, zekere contract ghepasseert onder het zeghel ten saecken deser voorschreven stadt, op den twintichsten dach der maent aprilis in den jaere 15 hondert sessenvyftich nae paesschen, daer bij Jan Haesdonck Janssone wylen, voerde restitutie (onder andere) van de somme van vyffduysent ende ’t zeventich carolus guldenen eens, die hij van de dotale ende ingebrochte goeden die Jouffrouwe Cateryne Preunen Aertsdochter wylen, zijne wettige huysvrouwe was, aen hem te houwelyck ghebrocht heeft, te hem waerdere aenveert ende sijne ghelieften gheemployeert heeft, verbonden ende te pande gheseth heeft onder andere goeden, ierst de helft van den hoeven metten gronde ende toebehoirten, groot in 't geheele vyffentzestich gemeten, gheleghen tot Weerde in Zeelant daer aff d’ander helft is toebehoirende Jouffrouwe Elizabeth Haesdonck sijn zuster, ende noch seventhien ghemeten ende dertich roeden lants min oft meer onbegrepen metten gronde ende toebehoiren, gheleghen tot Weerden voorschreven. Ende want goddelyck ende redelyck is, der waerheyt
ASG 208 - 251 -
ghetuygenisse te gheven des versocht sijnde, soo eest dat wij Borgermeesteren, Schepenen ende Raedt voughende den zegel ten saecken der voorschreven stadt van Antwerpen desen letteren hebben doen opdrucken op ten tweeentwintichsten dach der maent Aprilis, in 't jaer ons Heeren alsmen schreeff 1500 en achtentachtentich, was onderteeckent J. Boghe metten voorschreven segel in groenen wasse daer opghedruckt. Ghecollationeert ende bevonden concorderende . bij mij H. Roosboom, notario publico manu propria.
ASG 208 - 252 15 juni 1591
Aende Edele moghende ende zeer voorsinnighe heeren mijne heeren de Ghecommitteerde Raeden des lants van Zeelant. Verthoont in aller reverentien Daniel Renialme uuyten naem van de kinderen Jongheer Jan Haesdonck daer moeder aff was Jouffrouw Catharina Pruenen hoe dat op 't vertoch aen uw Edele gedaen, der selver Edele belieft heeft in may 15 00 achtentachentich den voorschreven kinderen te vergonnen ende te laeten volgen het vry gheniet van de jaerelycxse incommen van seeckere houve ende landen gheleghen te Weerden in Zuydt beverlant waer van den Rentmeester Smalleganghe was pretenderende confiscatie, doch onghefundeert, overmidts ghenoch bevonden is, dat de selve goeden de voorschreven kinderen over haer moederlyck goet verbonden ende beweesen sijn, dat oock de selve kinderen hunne residentie sijn houdende te Hamborch, weesende een plaetse neutrael, blijckende bij attestatie hier annex ende also de appostille ende ordonnantie bij Uw Edele inde selve zaecke ghegheven, ende allet bescheet daer bij sijnde 't sedert is berustende geweest onder wylen den Tresorier Manmaker saliger memorie, ende door desselffs overlijden, in ’t onghereede gecommen is, ende nu bij den voorschreven Rentmeester van nieuws molest ghedaen wort. Soo keert hem den voorschreven remonstrant aen uw Edele biddende ende suplierende, dat der selver Edele ghelieve den voorschreven Rentmeester bij appostille op de marge van desen anderwerf te ordonneren ende belasten, van alsulcke pretentien te desisteren naer de voorschreven kinderen de selve hunnen goeden vredelyck te laeten genieten, gelyck sij tot noch toe ghedaen hebben, dit doende.
marge; Schriftelyck besloten advis van den Rentmeester Smallegange om etc., aldus gedaen in 't Hoff van Zeelant tot Middelburch den 22sten may 1591. Gesien 't voorschreven advis sal den Remonstrant doceren van 't geposeerde in zijn requeste, om ect. actten ten bureele 10 schelling, den 15den junny 1591.
ASG 208 - 253 -
In den jaere ons Heeren Jesu Christie, duysent vyffhondertachtentachtentich den thientten dach der maendt van meye, compareerden voor mij Henrick Roosboom openbaer notaris bij den Secreten Raeden ende den Provincialen Hove van Hollant gheadmitteert ende gheapprobeert ende den ghetuyghen naer genoempt d’eersaeme Daniel de Renialme out omtrent tweeendertich jaeren coopman woonende binnen deser stadt Middelburch ende Lucas van Zalinghen maeckelaer out vyffenveertich jaeren, oft daer omtrent. De welcke tot ghetuyghenisse der gherechte waerheyt van 't gene des naebeschreven is daer toe versocht ende gheproduceert zijnde bij Marinus Cornelissen Gort, in den naem ende van weghen de kinderen van Jonckheer Jan van Haesdonck hebben verclaert gherectificeert ende gheaffirmeert elck bij zijne manne waerheyt eere ende vromicheyt waerachtich te zijne hoe dat zijlieden deponeren over langhe wel ghekendt hebben ende kennen de kinderen van Jonckheer Jan van Haesdonck, wesende vyfve in ghetaele te weten twee zonen ende dry dochters ende dat de zelve hunne residentie over langhe ghehouden hebben ende noch teghenwoordelyck zijn houdende te Hamborch, verclaerende zulcx wel te weten door diversche brieven ende tydinghen die zij van de zelve
ASG 208 - 254 ontfanghen ende oock aen de zelve ghesonden hebben van welcke attestatie van mij notaris begheert zijn openbaere instrumenten ende acten een oft meer, dit is ghedaen te Middelburch in Zeelant in presentien van Guillaum du Jardin ende Sebastiaen van de Witte ghetuyghen, hier toe versocht.
H. Roosboom,notario piblico manu propria.
ASG 208 - 255 – . Edele hooch geleerde wijsse zeer vermoghende heeren. Mij is in handen gestelt zeecker request uwer Edele aengedient bij DaniÍl de Renialme uuten naem van de kinderen van Jonckheer Jan van Haesdonck hier beneffens gaende voor advys Edele heeren tot alzulcx dat naer het overgaen van Antwerpen duer uwer Edele last ick hebbe doen annoteren alle die goederen die t'Antwerpen toe behoorden ende die hunlieder hielden bij den vyant onder andere mede de voorschreven goederen van Joncheer Jan van Haesdonck voorschreven ende alsso Daniel de Renialme ende andere die hem de voorschreven goederen onder wonden dach versochten om te doceren van de van de residentie van de weesen, inde requeste begrepen ende oock om aen uwer Edele te versoecken de memlevee van de voorschreven goederen soo heb ick henlieden volghende hen versoeck behoorlijcken dach toe gelaten ende naer 't expiereren van den dach hebben mij verclaert van uwer Edele mamlevee vercregen te hebben, dan mij en is daer noyt yet affghebleecken hoe wel sij mij altyt belooft hebben 't zelve over te leveren ende alsso het tot noch toe niet en is geschiet, soo heb ick benoodicht geweest om henlieder te porren ten eynde sij commen betalen de pachten van de voorschreven goederen oft dat zij mij overleveren de hantlichtinge van de voorschreven goederen, die sij seggen vercregen te hebben die mij sonder op mijn reeckeninge moeten dienen tot mijnder ontlastinge, dat is Edele heeren 't diferent van de voorschreven saecke, hier mede Edele hoochgeleerde wijsse seer vermoghende heeren de Heere Godt wil uwer Edele gesparen in voorspoet ende geluckzalige regeringhe uuter Goes desen 3den juuy 15 hondert eenentnegentich.
ASG 208 - 256 Requeste voor die van Brouwershaven. copie
Edele Mogende Heeren mijn heeren de Staten ‘s lants ende Graeffelicheyts van Zeelandt. De al uw Edele onderdanige subiecten Burgmeesters ende Regierders der stede Brouwershaven uuyt eeniche advertissementen soe van uw Edele als andere curcunstantien considerende dat den vyandt soe lange soe meer soude mogen machnieren alderhande lastige surprinsen ende secrete aenslagen op de eylanden deser provintie ende daer beneffens insiende den presenten standt ende gelegentheyt der selver stede ende fortificatien vandyer, wesende ten deele gebracht tot eenige defensie ende nochtans nyet tegens groot gewelt ende belegeringe, bijsunder oock tegens eenigen loop ongeprovideert van geschut ende andere munitie van oorloghe, hem willende ampshalven quyten zoe met behoorlick advertissement als supplicatien in desen diendende. Bidden seer oitmoedelick dat uw Edele gelieve hen te versien ten minsten bij forme van leeninge van vyff ofte zes metale stucken geschuts daermede zy van dry bollewercken responderende op d' open van den
ASG 208 - 257 -.
lande d’advenue oft incompsten van dyer souden nogen defenderen ende benemen, Ende voorts tegens alle inconvenienten te deputeren eenige Commissarissen ter inspectie ende visitatie van de wercken van fortificatie alreede gemaect ende alnoch nootelick gerequireert ende daernaer tot voorderinge van de nootwendichheyt te disponneren naer behooren, d’welck ect.
ASG 208 - 258 -
Aen de Edel Mogende heeren Staten van Zeelandt. Geven met behoorlycke reverentie te kennen de gemeene cleyne visscherie zynde de pinckvaert binnen desen eylande van Walcheren, dat sijluyden dagelijckx tot haere groote schade bevinden het vergaen van de visch, zoo dat haere neringe merckelycke affgaet, ’t welcke eensdeels geschiet door het misbruyck van ' t want bij eenige ende vele visschers waerdoor alle het jonckvisch bij naer wordt opgevangen, ende de leches berooffende bedorven alsmede door het onbehoorlijck schutten van de visch binnen ‘s lants bij eenige personen hun dagelijckx daer inne oeffenende, om waer inne te versien de supplianten hun gedrongen vinden hun te keeren aen Uw Edel Mogende, versouckende uw Edel Mogende beliefte zij te belasten dat geen visschers wy zij souden mogen zijn de havenen deses lants off ander onder uw Edel Mogende gebiet frequentereuil souden gebruycken tot toogen minder want als d’ondergestelde mate, gereserveert nochtans 't schelvisch want 't welt alleenlijck soude worden gebruyckt in soodanigen tyt als den schelvis te vangen is zonder langer, ende dat met staken sonder daermede te tooghen. Voorders dat het placcaet bij
ASG 208 - 259 Uw-Edel Mogende geemaneert op het schutten in den voorgaenden jaere gepubliceert mochte worden gerenoveert, ende scherpe toesicht daer op genomen, 't welcke geschiedende de supplianten nyet en twyffelen Godt goeden toewassch van vis sal geven, tot proffyte ende voedinge veler menschen ende welvaren deses lants.
ASG 208 - 260 -
1611. Copie van 't placcaet op de neeringhe van de cleene visscherye ect. c 1611 copie Die Staeten ect. Alsoo wij ten diverschen tyden bij onse placcaeten hebben verboden, op de menichfuldighe clachten ghedaen teghens die schutters van platvisch, dat niemant met schutnetten oft dierghelycke, en zoude moghen visschen angesien daerbij zoo grootte menichte van platvisch jaerlicxs vernielt ende verdorffven wort dat den zelven platvisch alhier(daer hij hem jaerlicxs op zijnen tijt is voortsettende ende haeyende) qualick can vermenichfuldighen. Ter wylen de schutters met hunnen fuycken, kuylen ende netten, dickwylen een grootte menichte van platvisch vanghende, alleenlick den grootsten visch daer uuytte schietende, de reste met menich duysenden teffens te laeten versmachten, ende te nyette gaen op de platen, ende droghe sanden, alwaer zijluyden 't cleene visch uuyt storten, tot gheheele bederffenisse van de cleene visscherie, ende pyncvaert, daer men nochtans in voortyden gecostumeert is gheweest, alderhande platvisch van butten, platen, scharren, tongen, ende dierghelycke te vanghen, met reepe ofte cleen hoeckwant, waermede een grootte menichte van visscherye haer is ghemerende, ende haerluyden huysghezinnen onthouden zulcxs dat wij daerom over langhe raedsaem ghevonden hebben, aff te doen ende te verbieden, de verpachtinghe van de cleene visscherye zoo van de Graeffelicke domeynen weghen als van particuliere Ambachtsheeren, stellende als doen tot dienste van de ghemeynte zulcken besten ordre op de cleene visscherie als wij hebben meynen daertoe te behooren, maer want nyet teghenstaende dien, wij bevinden bij nyeuwe daeghelicxsche clachten, dat door die vermethenteyt van zommighe, mitsgaders door de slappicheyt ofte conniventie van de Officieren oock door dien dat
ASG 208 - 261 -
dit placcaet in langhe niet en is vernyeuwt ende ghepubliceert gheweest, dat het effect van onse goede meeninghe nyet en is gevolcht. Soo eest dat wy begheeren in desen te versien, ende alle disordre weeren, zoo veel moghelick is, hebben hierop ghestatueert ende geordonneert, statueren ende ordonneren het naervolghende. Eerst zoo verbieden wy anderwerff den Rentmeester van de domeynen Bewesterschelt oft Beoosterschelt ende alle particuliere Vassalheeren ende Ambachtsheeren, gheen verpachtinghe van de cleene visscherie meer te doen, doende mits desen aff ende te nyette alle verpachtinghe die ter contrarie van desen daer aff ghedaen zouden moghen wesen, ende interdiceren voorts allen ende eenenyeghelicken wye hy zy te visschen op eenighe slycklanden, verdronckenlanden, platen, gorssinghen oft sanden met eenigherhande schutnetten ofte schutten van rys, ryet ofte andere materiaelen, daer men schuttinghen aff zoude moghen maken ende zetten, noch oock niet eenighe fuycken, kuylen, ankerkuylen ofte sleypnetten, dan wort die voornoemde cleene visscherye tot dienste ende gherieve van de ghemeynte bij provisie mits desen toeghelaeten ende ghetollereert, in den manieren naer volghende. Te wetene dat die vande voornoemde visscherie hun daer mede willen gemeren zullen alleenlick vermoghen te stellen in creken ofte slouwen, fuycken zonder daeraen te moghen stellen ende ghebruycken eenighe schuttinghen, hoedanighe die zouden moghen zyn ende wort den voornoemde visschers daer en boven noch toeghelaeten te moghen visschen overal met sleypnetten, alleen om molenaers, ende herders te vanghen, ende dat jaerlicks van Pyncxteren aff tot in septenbris toe, zonder langher 't gene wort alnoch toeghelaeten te visschen met anckerkuylen om
ASG 208 - 262 -
daermede te vanghen, als dienende totte grootte vischneerynghe van cabelliau, schelvisch ende andersins. Ende dat alles op de pene zoo wye contrarie desen bevonden zal zijn ghedaen hebben, voor d’eerste reyse te verbeuren, haerluyder schuytten ende want, voor de tweede reyse haerluyder waterschip, schuytte ende want, ende voor de derde reyse op ghelyck verbeurtte, ende voorts arbitraire correctie, naer gheleghentheyt van zaken, een derde tot proffytte van den aenbrengher, d’ander derde van den Officieren ende 't leste derde van de armen van der plaetse respectivelick, daer dese contraventie achterhaelt zal worden. Ontbieden ende bevelen allen officiers dien dat angaen mach, hier op scherpe toesicht te nemen, ende tegens die overtreders te procederen, zonder verdrach ofte dissimulatie. Voorts alsoo wy bevinden dat de binnen wateren ende stromen zoo vermenighfuldighen van zeehonden, dat bij de zelve den cleenen visch zoo wort vernielt ende opgheheten dat die niet en can vermenichfuldighen. d’welck mede grootelicxs is streckende tot schade van de zelve visscherye, ende dat daer omme daerinne dient versien. Soo eest dat wy eenyeghelick toelaeten bij desen, den zelven te vanghen, ghelovende voor elcken gevanghen zeehondt te betaelen bij de Magistraet van de steden respective daer die zeehonden ghebrocht zullen worden, welcke Magistraten, daer aff bij ons betaelt zullen worden uuytte voorschreven domeynen mits dat zijluyden de voorschreven zeehonden die muyl zullen doen affhouwen zoo dat men die niet meermaels of voor diverssche Magistraten en zal connen presenteren, aldus ghedaen ect.