De Tachtigjarige Oorlog, 1568-1648. Hij is bekend uit alle boekjes over de vaderlandse geschiedenis, deze lange periode die begint in het midden van de zestiende eeuw en eindigt in de Gouden Eeuw. Een tijd waarin de onafhankelijke Republiek van de zeven noordelijke Nederlandse gewesten tot stand komt. Bij het sluiten van de vrede in 1648 is de Republiek allang een machtige staat. In de beginjaren wordt de strijd dicht bij Goes en Zuid-Beveland gevoerd. Later komt er een grens tot stand door noord-Vlaanderen, waarbij het latere Zeeuws-Vlaanderen ontstaat. Desondanks leeft men deze tachtig jaar ook op de Bevelanden voortdurend in het besef van de oorlog. De mensen moeten meebetalen in de kosten van de oorlogvoering, en soms moeten ze een soort van dienstplicht vervullen. Aan de vestingwerken van de stad wordt bijna heel de oorlogsperiode gewerkt. Ondertussen wordt de Republiek een wereldmacht.
1. Houten beeldje met verguldsel, voorstellend keizer Karel de Vijfde. Naast keizer is Karel ook koning van Spanje. De Nederlanden horen tot zijn rijk. Hij regeert vanaf 1515-1555, een periode waarin veel mensen de rooms-katholieke kerk de rug toekeren. De Hervorming ontstaat, een kerkleer die Karel streng onderdrukt. Toch wordt zijn bewind gunstig beoordeeld, in tegenstelling tot dat van zijn zoon, de gehate koning Filips de Tweede. Het beeldje heeft eeuwenlang boven de deur van het stadhuis aan de Grote Markt gestaan. Historisch Museum De Bevelanden, Goes. De Nederlandse gewesten van zuid en noord (nu BelgiĂŤ en Nederland) horen in de zestiende eeuw tot het Spaanse Rijk. De rooms-katholieke Karel V en zijn zoon Filips de Tweede willen hun rijk strak besturen, hun wil moet wet zijn. Dat er in die tijd allerlei protestantse geloofsrichtingen ontstaan, kunnen ze niet accepteren. Allebei zien ze zich als beschermer van de rooms-katholieke kerk en de paus. Andere godsdiensten moeten te vuur en te zwaard worden bestreden. De hiervoor opgerichte kerkelijke rechtbank heet de Inquisitie, en die is erg streng. Mensen met afwijkende ideeĂŤn komen soms op de brandstapel aan hun einde. Op 24 augustus 1559, vier jaar nadat hij zijn vader als koning van Spanje is opgevolgd, vertrekt koning Filips de Tweede vanuit Vlissingen naar Spanje. Hij laat de Nederlandse gewesten van zuid en noord achter in een gistende ontevredenheid. Een landvoogdes gaat namens de koning vanuit Brussel de Nederlanden besturen. Niet alleen de onderdrukking van de protestanten leidt tot veel protesten. Ook dat er een nieuwe indeling van bisdommen met nieuwe dure bisschoppen moet komen, keuren veel mensen af. Ondertussen verarmen de mensen en wordt alles duurder en duurder. In 1563 wordt Jan Janszoon Grendel, een leider van de Doperse geloofsrichting, op de markt in Goes verbrand.