DATACENTER &CLOUD
Juli 2018 | Telecom & VoIP Dossier, Datacenter & Cloud Dossier, Security & GDPR Dossier en Internet of Things Dossier zijn uitgaven van Sellair.
SECURITY
DOSSIER DOSSIER DISTRIBUTEURS
DATACENTER & CLOUD
DOSSIER
2018
VoIP en UC&C
DOSSIER
UITGEBREIDE INFORMATIE OVER (COLOCATIE) DATACENTERS EN INFRASTRUCTUUR TOELEVERANCIERS oe passen datacenters in 19 Heen duurzame economie?
◼ BEDRIJFSPROFIELEN ◼ ADRESSEN ◼ CONTACTEN ◼ SPECIALISTEN ◼ DIENSTEN
er stroomtekort 44 Dofreigt speelt er wat anders?
dge computing: motor 74 Evan de IoT-architectuur
DATACENTERS & COLOCATION
Contact Iron Mountain Datacenters Amsterdam: +31 (0)20 316 51 71
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
Voorwoord | Eric Luteijn
Colofon Het Datacenter & Cloud Dossier is een crossmediaal platform van Sellair BV met naast de website een jaarlijkse special over Datacenters, Cloud en aanverwante relevante onderwerpen die in een oplage van 10.000 exemplaren wordt verspreid. Opmerkingen en suggesties over deze uitgave kunt u richten aan redactie@channelconnect.nl ADRES
Sellair BV Arendstraat 41 1223 RE Hilversum Telefoon: 035 642 3000 www.sellair.nl info@sellair.nl
Colo is commodity Het is weer een jaar van beweging en consolidatie geweest in de datacentermarkt, en niet alleen in de Nederlandse. Brexit blijft de onzekerheid voeden aan de overkant van de plas, Frankrijk wil zich laten gelden en de Scandinaviërs en Ieren kloppen als hyperscalermarkten aan de deur. Nu moeten de primaire colocatiemarkten iets doen. Naast enkele grote overnames in Nederland (denk aan EvoSwitch door Iron Mountain of Interoute door GTT) is er ook flinke bedrijvigheid, met nieuwe faciliteiten in Zeeland in de vorm van The Green Bay en het nieuwe Data Competence Center van Bytesnet in Groningen. Maar belangrijker is dat datacenterpartijen zich moeten gaan onderscheiden. Nabijheid bij een knooppunt is mooi, maar minder relevant door de alsmaar beter wordende connectiviteit. En dus doen datacenters hun best om allerlei extra diensten te bieden. Twinning voor extra zekerheid wordt bijvoorbeeld steeds vaker de norm, ook bij kleinere klanten. Niet alleen zul je als datacenter dus vloerruimte en apparatuur moeten leveren, maar je zult het moeten doen vanuit twee faciliteiten die in directe fiberverbinding met elkaar staan. Of wat te denken van cloudcomputing?
Na een lange aanloop is het vrij normaal geworden voor bedrijven om met clouddiensten, meestal zelfs meerdere, in zee te gaan. Ook dat moet een datacenter faciliteren. Colocatie is commodity, niemand komt nog weg door op de oude voet verder te gaan. Stilstand is achteruitgang, te meer omdat de markt roodgloeiend is. Financieringsgeld klotst tegen de plinten, wat niet weg neemt dat je een grote klant nodig hebt nog voor de eerste bouwschets is gedaan. Dat heeft op technisch gebied ook voor vooruitstrevendheid gezorgd. PUE’s onder de 1.3 zijn de regel geworden, de markt is volop aan het spelen met nieuwe technieken en warmtedeling. Wederom: alles om je te onderscheiden. Maar dan heb je wel de mensen nodig. Tijdens de totstandkoming van dit nummer is het de redactie opgevallen dat er veel zorgen zijn over het vinden van nieuwe mensen. Dat is niet vreemd, dat probleem hebben alle technische sectoren. Maar we merken ook dat er niets mee wordt gedaan. Misschien wordt het tijd om te kijken hoe andere sectoren met deze problematiek omgaan.
UITGEVER: Eric Luteijn
REDACTIE & MEDEWERKERS
Michiel van Blommestein (hoofdredactie) Marco Mekenkamp (eindredactie) Bram Dons Edwin Feldmann Pim Hilferink Dirkjan van Ittersum Eric Luteijn Rashid Niamat Hans Steeman
WEBREDACTIE
Michiel van Blommestein (michiel@channelconnect.nl) Brian de Groot (brian@channelconnect.nl)
CONTACT REDACTIE: redactie@channelconnect.nl VORMGEVING & DTP: Ruben Klip PROJECTMANAGER: Laurens Koetsier ADVERTENTIES EN EXPLOITATIE SELLAIR BV
eric@channelconnect.nl jan@channelconnect.nl laurens@channelconnect.nl DRUK: Vellendrukkerij BDU, Barneveld PRIJS: kosteloos voor abonnees ChannelConnect Losse verkoopprijs: € 49,50 OPLAGE: 10.000 exemplaren DATACENTER & CLOUD DOSSIER 2018 IS EEN UITGAVE VAN
Datacenter & Cloud Dossier 2018 mag niet worden gereproduceerd, geheel noch gedeeltelijk, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Datacenter & Cloud Dossier is niet aansprakelijk voor onjuistheden in deze uitgave. Datacenter & Cloud Dossier Ook het komende jaar zullen is niet verantwoordelijk voor handelingen van derden, ChannelConnect en ISP Today de vinger welke mogelijkerwijs voortvloeien uit het lezen van deze uitgave. Datacenter & Cloud Dossier behoudt aan de pols houden. 5G komt eraan Arendstraatzich 41,het 1223recht RE Hilversum, The Netherlands voor om ingezonden materiaal zonder en immersed cooling staat voor een Postbus kennisgeving 145, 1400 ACvooraf Bussum, TheofNetherlands geheel gedeeltelijk te publiceren.
Eric Luteijn ceo
doorbraak in gebruik. Wij graag Tel.horen +31 (0)35 642 30 00 | Direct +31 (035) 763 06 70 | Mobiel +31 (0)6 535 106 90 Lezersservice wat u, de lezer, allemaal opmerkt. eric.luteijn@sellair.nl | www.sellair.nl | twitter: eluteijn Ons mailadres is redactie@channelconnect.nl. Want hoe meer input van professionals, hoe beter we allemaal zijn geïnformeerd.
Eric Luteijn, uitgever eric@channelconnect.nl
Voor onze wekelijkse email nieuwsbrief kunt u zich (gratis) aanmelden via de website www.channelconnect.nl Hier kunt u ook terecht kunt voor nieuws, achtergronden, marktcijfers, opinie en video-interviews. Voor wijzigingen van adresgegevens en/of overige vragen kunt u contact opnemen met onze abonnementenadministratie via redactie@channelconnect.nl of 035 642 3000. ChannelConnect ISSN 2542-7407
3
Storage Unchained ETERNUS PRIMARY STORAGE FAMILY
Going beyond the limits Een verdergaande digitalisering is de fundamentele transformatie van bedrijven welke resulteert in digitale ecosystemen die van invloed zijn op de manier waarop bedrijven werken. Centraal in deze digitaal evoluerende wereld is data en in de jaren die voor ons liggen zullen dan ook drie factoren een enorme impact gaan hebben op de storage systemen: ■ Digitale Business Groei: De eisen voor real-time beschikbaarheid van gegevens zullen naar verwachting van de analisten omhoog schieten waardoor storage systemen moeten voorzien in een minimale latency. ■ Digitale Business Continuïteit: Analisten voorspellen dat het aandeel van kritische gegevens drastisch zal toenemen en storage systemen moet een ononderbroken toegang tot enorme hoeveelheden gegevens waarborgen. ■ Digitale Bedrijfsefficiëntie: De explosieve gegevensgroei voorbij het terabyte bereik zal slimme datamanagement functies vereisen die de efficiëntie van storage systemen aanzienlijk verbeteren en risicovolle data migraties verminderen. U kunt al deze nieuwe uitdagingen overwinnen met het ETERNUS storage portfolio!
Intel® Xeon® processor. Intel Inside®. New Possibilities Outside.
De belangrijke kenmerken van het ETERNUS Storage portfolio
Naadloze familie architectuur
Betaalbare bedrijfscontinuïteit
Ontworpen voor superieure prestaties
Vereenvoudigd opslagbeheer Integratie van Fujitsu en partner producten om een compleet digitaal ecosysteem te bouwen dat de digitale transformatie van uw bedrijf nu en morgen ondersteunt
Meer informatie over Business-Centric Storage: bcs.nl.fujitsu.com
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
Inhoudsopgave
Inhoud Voorwoord 3 Inhoudsopgave 5 Datacenter & Cloud Summit 2018 | In het teken van veranderingen en serieuze vragen 6 Verslag | DataCloud 2018 Monaco: Vinnige Finnen en heel veel edge 12 Interview | André van Oosten, Ingram Micro 14 Interview | Klanten van Complions-GRC aan het woord 16 Interview | Edward van Leent, EPI Group 18 Achtergrond | Hoe passen datacenters in een duurzame economie? 19 Interview | Bas Born, Schneider Electric 20 Interview | Kjeld van Dinteren, Tech Data, en Rik Chorus, Cisco 22 Interview | Michael Arbman, Bytesnet 26 Technologie | De inrichting van het groene datacenter 28 Interview | Peter de Jong en Fred Traets, Bytesnet 31 Interview | Edgar van Essen en Gregor Snip, Switch Datacenters 32 Interview | Jan Michiel Berkel, DCspine, en Bas van der Wijst, Simac 34 Event | Neutral Peering Days steeds interessanter 36 Interview | Carlo Brouwer, STULZ Groep 38 Interview | Aleksander Mitrov, AMS-IX 40 Interview | Richard Boogaard, Smartdc 41 Interview | Legrand Data Center Solutions 43 Achtergrond | Dreigt er een stroomtekort of speelt er wat anders? 44 Interview | Rob stevens en Maartje van Alem, Interconnect 46 Column | George van Brugge, Portland Europe 49 Interview | Ron van Dongen, DEF Nederland 50 Interview | André Hiddink, Rittal 52 Interview | Jean-Pierre Verhoeven en Patrick de Vreede, RL Networks 53 Achtergrond | Eén cloud is geen cloud, twee cloud is… 54 Interview | Marc van Ierland en Bert Schep, Tech Data 56 Column | Andrew van der Haar, Fiber Carrier Association 59 Interview | Bart van Rheenen en Mark Olij, Arrow ECS Benelux 60 Interview | Esther Spanjer, Western Digital 62 Interview | Marcel Dix en Ronald Stuvel, ATAL 64 Achtergrond | Tijd voor een andere kijk op het buitenland 66 Interview | Eric Boonstra, Iron Mountain 68 Interview | Marc Swolfs, Intronics 70 Interview | Rick van den Hoogenhof en Bjorn Peeters, Copaco 72 Achtergrond | Edge computing: de motor van de IoT-architectuur 74 Interview | Jochem Steman, Datacenter.com 76 Interview | Guido Neijmeijer en Peter Branbergen, Vertiv 78 Achtergrond | Nederlandse datacenters zijn koopwaar 80 Interview | Andrew van der Haar, Datacenter Groningen 83 Interview | Robin Verlangen, Alticom 84 Interview | Joeri Borstlap, Resello 86 Achtergrond | Wie pakt de Brexitpot? 88 Interview | Edwin van Ommen en Johan Jacobsen, Kannegieter, en Jeroen Loonstra, Leviton 90 Interview | Gijs van Gemert, Serverius 92 Achtergrond | Van silo’s naar converged en hyper-converged infrastructuur 96 Interview | Joris te Lintelo, maincubes 98 Interview | Paul Faas en Dave Dekkers, Dataplace 100 Interview | Else Maria van der Meulen, DataCenter Fryslân 103 Interview | Claartje Mangert en Jeroen van Brussel, NLDC 104 Interview | Lizette van Broekhoven en Willem Jan Withagen, EcoRacks 106 Interview | Mattieu Terlouw, Eaton 109 Achtergrond | Chronisch personeelstekort: geen plan, geen coördinatie 110 Productnieuws | Netgear 4300-96X - een modulaire switch 113 Interview | Huub van Raamsdonk, Elinex, en Wing Leung, Huawei Technologies Netherlands 114 Checklist | Hoe kies ik een datacenter? 116 Overzicht | Datacenters in Nederland 118 Agenda | Datacenter evenementen 122
5
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Datacenter Summit 2018 | Rashid Niamat | Foto’s Marco Mekenkamp
Datacenter Summit 2018 in het teken van echte veranderingen en serieuze vraagstukken
In het hoogste bouwwerk van Nederland heeft ChannelConnect afgelopen april zijn ChannelConnect Datacenter Summit 2018 georganiseerd. Alticom, uitbater van de bekende zendmast bij Lopik, stelde daarvoor de unieke vergaderruimte op grote hoogte ter beschikking. Zes datacenters, een leverancier van connectiviteit en twee vertegenwoordigers van belangrijke kennisplatforms spreken tijdens de ronde tafel vrijuit over onderwerpen die de sector aangaan. In tegenstelling tot vorige edities is dit jaar bij de selectie gelet op een optimale mix van spelers met een Nederlandse footprint. Tweede belangrijke verschil is de bredere scope. Zo is DCSpine als vertegenwoordiger van connectiviteit present, evenals de brancheverengingen Nederland ICT en Green IT Amsterdam.
Aan de 2018 Datacenter Summit met gespreksleider Rashid Niamat werd deelgenomen door: Jan Michiel Berkel – Lizette van Broekhoven – Frank de Frémery – Gijs van Gemert – Alex de Joode – Gerben Ouwens – Gregor Snip – Robin Verlangen – Jaak Vlasveld –
DC Spine Ecoracks AC Niellsen Serverius Nederland ICT The Green Bay Switch Datacenters Alticom Green IT Amsterdam
State of the art of proven technology De ontmoeting trapt af met een bespreking over techniek. Want waar kiest het datacenter van nu voor: state of the art, of bewezen technologie? En is dat uit overtuiging, of omdat de klanten er specifiek om vragen? Hoe verhoudt dat zich met de betrouwbaarheid en duurzaamheid 6
van de faciliteiten? Een goed startpunt die aanknopingspunten biedt voor andere uitdagingen als verduurzaming. Jaak Vlasveld van Green IT Amsterdam merkt meteen op dat de op het eerste gezicht technische ontwikkelingen als meer schaalbaarheid niet los kunnen worden gezien van duurzaamheid. Dat is een proces waarbij de sector blijft zoeken naar nieuwe technologieën en samenwerkingsverbanden. Gregor Snip van Switch liet zijn voorkeur voor state of the art blijken en voegt eraan toe dat die keuze noodzakelijk is om efficiënt, schaalbaar en met weinig onderhoud te opereren. Vanuit zijn ervaring met het Open Compute Project (OCP) merkt hij echter op dat het idee dat hyperscalers per definitie state of the art toepassen onjuist is. Voor dat type datacenters gelden namelijk andere eisen. Jan Michiel Berkel (DC Spine) laat vanuit het perspectief van netwerk en connectiviteit ook een interessant geluid horen: “Hoewel state of the art als begrip vaak wordt gebruikt, zien wij dat betrouwbaarheid hoger op de lijst staat. Dat verklaart de grote voorkeur voor proven technology, maar dan tegenwoordig wel met de aanvullende eisen dat het flexibel en schaalbaar moet zijn.”
Gerben Ouwens van The Green Bay, een datacenter waarvan de eerste paal nog de grond in moet, kan zich in de antwoorden van de eerdere sprekers vinden. Hij voegt daar een belangrijk begrip toe: het uiteindelijke doel.
Bij duurzaamheid hoort wel de belangrijke opmerking “De keuze die een datacenter maakt moet een doel dienen. Daarbij is de klantwens bepalend. Als hij voor 100 procent betrouwbaarheid gaat, zal de nadruk op iets anders liggen dan de kostenbesparing.” De anderen, zoals Gijs van Gemert (Serverius), stippen aan dat state of the art vooral een marketingkreet is. “Klanten willen eerst en vooral dat je kwaliteit levert. Ze vragen niet om het nieuwste van het nieuwste. De groep die dat zoekt slaat, net als de groep die de laagst mogelijke prijs zoekt, Nederland over.” Daarop inhakend noemt Lizette van Broekhoven dat Ecoracks een
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
marktsegment bedient waar de klant een duidelijk idee heeft over kwaliteit, maar zich bij state of the art weinig kan voorstellen.
Aansprekend zijn Frank de Frémery (AC Niellsen) neemt een andere positie in door een lans te breken voor state of the art. “Je moet dat niet per se afwijzen, al was het alleen maar omdat millennials verwachten omringd te worden door de nieuwste technologie. Dat werkt ook door in de datacentersector. Daar moet je open voor staan en in mee gaan, anders spreek je die groep als klant en als personeel onvoldoende aan.” Die uitspraak blijkt een snaar te raken. Gijs van Gemert constateert dat profilering met efficiënte stroom en koeling weinig zin heeft omdat het gewoon saaie business is. Zorgen dat het werkt is het enige dat telt. Berkel steunt dat en wijst erop dat de infrastructuur op veel plekken al lang beschikbaar is. Dat verander je niet zomaar en het wordt er zeker niet sexy door. Wat wel kan, is de bediening te vereenvoudigen en in te spelen op de cloudvereisten van flexibiliteit en schaalbaarheid. Dat is veel belangrijker en ook het te volgen pad voor andere delen van de keten.
Klantvraag en duurzaamheid Na de behandeling van flexibiliteit, schaalbaarheid en degelijkheid gaat het gesprek over duurzaamheid. Hoe belangrijk is dat in de praktijk? De antwoorden lopen uiteen. Snip haalt een van de voordelen van OCP aan. Die architectuur maakt het mogelijk hardware op grote schaal te recyclen. Dat komt onder andere doordat servers geen aparte voeding meer hebben en stroom direct vanaf het rack komt. Dit soort innovatieve standaarden werkt als een mes dat aan twee kanten snijdt. Het helpt de sector verder te verduurzamen, het zorgt voor een efficiëntere business en lagere kosten voor aanbieder en klant. Andere deelnemers laten doorschemeren dat ze allemaal met groen te maken hebben omdat het als vereiste staat in tenders en aanvragen. De prettige realiteit daarbij is dat niemand deals misloopt door een gebrek aan groen.
Nieuwe MJA Bij duurzaamheid hoort wel de belangrijke opmerking, Jaak Vlasveld en Alex de Joode wijzen op de verdere aanscherping van het milieubeleid in Nederland. De doelstellingen van de, mede door Nederland ICT opgestelde
MJA, zijn voortijdig behaald. Hierdoor kan er eerder dan gepland een opvolger komen. Hierin zal het energieverbruik van kantoren veel aandacht krijgen. De verplaatsing van on premise naar off premise (of de cloud) zal daardoor waarschijnlijk een forse boost krijgen. Tegelijk zal het tot hernieuwde belangstelling in de markt leiden en de vraag hoe groen de datacenters zijn waarheen men migreert.
Wat is regionaal? De vraag of de klant nog steeds een voorkeur heeft voor een regionaal datacenter levert uiteenlopende reacties op. Van Gemert, met datacenters in Meppel en Dronten, snapt niet waarom die vraag anno 2018 nog steeds wordt gesteld. In zijn optiek krimpt de markt voor aanbieders die alleen de directe omgeving voorzien van datacenterdiensten. Daarnaast is er de al eeuwenoude vraag wat regionaal is. “Onze locaties zijn ver weg van Amsterdam, dus wat dat betreft zitten we in de regio. Negentig procent van mijn klanten komt van buiten Nederland en hen interesseert de vestigingsplaats totaal niet. Dat speelt geen rol voor ze; ze willen dat de afgenomen diensten doen wat ze horen te doen.” 7
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Datacenter Summit 2018 | Rashid Niamat | Foto’s Marco Mekenkamp
Frank de Frémery
Ouwens herkent dat standpunt. “We zitten naar Nederlandse begrippen heel erg in de regio, maar voor de toekomstige klanten is Zeeland op amper twee uur rijden van Schiphol dezelfde regio als Amsterdam.” Voor Berkel is dat reden te pleiten voor meer duidelijkheid. “Als we het begrip regionaal gebruiken, moeten we als sector duidelijker maken wat we er zelf onder verstaan. Er zijn volgens mij twee mogelijkheden. We bedoelen ermee de fysieke vestiging van elk datacenter buiten de metroregio Amsterdam, of we bedoelen dat het datacenter klanten uit de directe omgeving bedient.” Dat laatste is de positionering van Ecoracks, dat de eigen regio als belangrijkste markt beschouwt.
Impact van cloud Uiteraard staat ook cloud op de agenda. Snip reageert hier als eerste. “De impact van cloud is duidelijk. Wij hebben steeds meer cloudproviders als klant en eindgebruikers wordt minder.” Ouwens knikt. “Dat is een geluid dat ik vaker opvang en waardoor wij ons de vraag stellen of wij colo gaan aanbieden en zo ja voor hoe lang. Ik schat dat wij maximaal dertig procent van de capaciteit als colo kunnen verhuren. De overige zeventig procent zal een cloudbestemming krijgen.” Gastheer Robin Verlangen laat zich niet in de kaarten kijken voor 8
Gerben Ouwens
de verhouding colo-cloud in de torens van Alticom. Dat ook hier cloud sterker groeit dan colo wordt evenwel duidelijk. “Cloud wordt echt steeds meer omarmd. Tegelijk weten en horen we dat niet alles in de cloud kan, zeker niet in de publieke cloud. Daarom is er zo’n sterke vraag naar hybride oplossingen.” Alex de Joode (Nederland ICT) benaderde de vraag op een andere manier. Onder de leden van Nederland ICT zitten niet alleen de cloudaanbieders, maar ook heel veel zakelijke cloudgebruikers. “Voor het mkb is cloud dubbel ontzorgen. Ze hebben geen hardware meer te managen en het veiligheidsvraagstuk is ook geregeld. Dat ze daarbij gefaseerd overgaan en eerst van on premise naar een lokaal datacenter en weer een paar jaar later stapsgewijs naar cloudomgevingen is een tendens die we duidelijk waarnemen.” Waar alle deelnemers het over eens waren, is dat de kennis over cloud, inclusief de kosten, steeds verder toeneemt. Het is een van de punten waarop het Datacenter Summit 2018 zich onderscheidt van de vorige edities. Men leek eensgezind bij de opmerkingen dat cloud vaker dan gedacht duurder is dan de voorgaande oplossingen. Of de sector daar eerlijker over moet communiceren, blijft tijdens de discussie boven tafel
Gijs van Gemert
zweven. Dat hier een belangrijk punt wordt aangesneden, is iedereen duidelijk.
Brexit Bij het volgende thema, Brexit, is de stemming aan tafel totaal anders dan vorig jaar. De contingencyplannen bij de grote bedrijven – denk aan de financials – zijn uit de kast getrokken en dat zorgt voor de nodige reuring in de markt. Er zijn ook al echte Brexit-ervaringen die worden gedeeld. Het duidelijkste voorbeeld is Serverius waar ze inmiddels een fysieke verhuizing van hardware van een Brits datacenter naar de eigen omgeving hebben gefaciliteerd. Bij de andere datacenters is het wat minder spectaculair, maar iedereen geeft aan meer Brexit-gerelateerde aanvragen en business te krijgen. Het was De Joode die dat het beste kon verklaren. “Brexit betekent dat, naar het zich laat aanzien, de veiligheid en integriteit van data van EU-burgers niet gegarandeerd kan worden. Dat dwingt alle bedrijven, dus niet zoals vaak wordt beweerd alleen de banken, data te gaan scheiden. Data van Britse burgers kunnen blijven, die van EU-burgers moeten het land uit omdat er zeer waarschijnlijk niet langer aan de AVG/GDPR-eisen voldaan kan worden.” Dat is de reden waarom er sprake is van meer vraag naar datacenterruimte in de Nederland.
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
Alex de Joode
Goede kaarten en bottlenecks Brexit is daarmee op papier een geschenk voor de Nederlandse datacenters. Dat iedereen zijn EU-data uit Londen haalt om vervolgens hier neer te zetten is voor De Frémery echter geen uitgemaakte zaak. “De strijd zal vooral gevoerd worden tussen de metroregio Amsterdam, Parijs, Frankfurt en in mindere mate Dublin.” Wat Frankfurt voor heeft is dat het een hotspot is van financials. Er is echter geen stroom en ruimte meer beschikbaar. Parijs heeft dat wel, maar de spraak- en cultuurbarrière is daar een punt. Dublin is voor met name de echte cloudomgevingen een goede
Jan Michiel Berkel
Jaak Vlasveld
uitwijkplaats. Amsterdam heeft op papier dus goede kaarten. Toch is dat iets waar niet alleen door De Frémery de nodige vraagtekens bij werden gezet. “Het is lastig om in Amsterdam nog stroom te krijgen en beschikbare vloerruimte is op dit moment schaars.” Die constatering werd gecorrigeerd door zowel Van Gemert, Snip en Vlasveld. De eerste merkten op dat in Nederland veel datacenterruimte leeg staat. Vlasveld legt uit dat het tekort aan stroom in Amsterdam twee redenen heeft. De eerste is dat er veel capaciteit is gereserveerd die niet wordt afgenomen en niet mag worden vrijgegeven. Het
Lizette van Broekhoven
Gregor Snip
ander punt is dat de oplevering van onderstations door de procedures gemiddeld zeven jaar bedraagt. Dat is een landelijke bottleneck en niet een die uitsluitend de datacentersector in de regio Amsterdam raakt. Dat is een interessant inzicht, omdat de vermeende stroomschaarste dus van een andere aard is. Het is geen echte schaarste in aanbod, maar vooral een distributieprobleem.
Werkgelegenheid De vraag naar kundige medewerkers in de sector is hoger dan het aanbod. Aan tafel zijn twee partijen die daar vooralsnog weinig last van hebben.
Robin Verlangen
9
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Datacenter Summit 2018 | Rashid Niamat | Foto’s Marco Mekenkamp
Ecoracks uit Eindhoven heeft bewust een kleine omvang en The Green Bay komt in een regio waar het aanbod van goed personeel ruimer is dan verwacht. Dat laatste is een situatie die anderen maar al te graag zien, maar helaas hebben die met een andere realiteit te maken. Zoals Van Gemert al eerder in het gesprek had aangegeven, is een deel van het werk in een datacenter eerder saai dan sexy. Om daar de juiste mensen voor te vinden die je ook langer aan je kunt binden is erg moeilijk. De Frémery merkt op dat het ook lastig is personeel te vinden
Er zijn ook al echte Brexit-ervaringen die worden gedeeld dat met colo bezig wil zijn. “In de regio Amsterdam stikt het van de vacatures voor coloverkopers, maar niemand wil dat nog doen.” Wat verder een rol speelt is dat partijen als AWS, maar ook Booking, salarissen bieden die voor de reguliere datacenters niet op te brengen zijn. “Ik zou daarvoor mijn prijzen moeten verhogen, wat in een uiterst competitieve markt onverstandig is”, liet Van Gemert weten. 10
Kwaliteit van het aanbod baart ook de nodige zorgen. Iedereen aan tafel is ontevreden over het onderwijs en daarmee de bagage die nieuwe toetreders op de arbeidsmarkt bij zich hebben. De Joode rekent voor dat het Nederlandse onderwijs ‘een mammoettanker’ is die pas over tien jaar kan voorzien in een diploma dat voldoet aan de eisen en wensen die de ICT-sector nu heeft. Het stemt somber te horen dat Nederland daardoor een goede positie op de internationale markt verliest.
is gekomen. Het is een luchtige noot, maar ook een duidelijk signaal.
Lichtpuntjes voor de arbeidsmarkt
De Joode noemt ICT-sector de derde delta van Nederland. Een sector die voor de omvang van het land buitengewoon groot en belangrijk is. Om die positie te behouden moeten de handen uit de mouwen. Van Gemert spreekt over dat Nederland meer over de grens moet kijken en meer moet doen dan alleen maar energie stoppen in de theorie en praatclubjes. Verlangen wil de handschoen naar het onderwijs werpen. “Als we de huidige positie willen vasthouden en uitbouwen moeten we de jeugd, jongens en meisjes, meer en beter aanspreken. Dat moeten we nu doen ook al levert dan niet van vandaag op morgen resultaat op. Niets doen is ook geen optie”.
Toch zijn er ook twee lichtpuntjes. De Frémery wijst op de vluchtelingen die in Nederland een nieuw moederland hebben gevonden. Daar zit de nodige potentie waar de hele IT-sector, niet alleen de datacenters, veel meer gebruik van kan maken. Het andere lichtpuntje, op een andere manier gebracht, komt van De Joode: “Er zijn veel te weinig vrouwen in dit deel van de ICT-sector actief. We laten als bedrijven vijftig procent van de arbeidsmarkt schieten en dat is een slechte zaak. Waarom spannen we ons niet meer in die voor deze sector te interesseren?” Van Broekhoven laat weten dat haar poging een datacenter gerund door vrouwen te starten bij gebrek aan animo nog niet van de grond
Afrondend Met die constatering loopt de ronde tafel ten einde. Zoals gebruikelijk kan iedereen nog een keer het woord nemen. Vlasveld doet dat met een claim en een waarschuwing. “De hele stack, van stroom tot applicaties in Nederland is goed. Maar we moeten de ogen niet sluiten voor de concurrentie elders in en buiten Europa.”
Specialist in connectivity voor datacenters Glasvezelkabel, koper CATx kabel, patchpanelen en powerbekabeling Monitoringsystemen, netwerksystemen
Server- en netwerkkasten
Server- en netwerkkasten SFP, SFP+, XFP, X2, Xenpak, QSFP+ en CFP transceivers en kabels
Intronics levert onder andere voor datacenters: UTP netwerkbekabeling, fiber netwerkbekabeling, KVM switches, extenders, repeaters, PDU’s, kasten, switches, management systemen.
Intronics BV, +31 342 407040, sales@intronics.nl, www.intronics.nl Intronics Belgium, +32 14 220 334, sales@intronics.be, www.intronics.be
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Verslag | Michiel van Blommestein - Fotografie | Broad Group
Verslag DataCloud 2018, Monaco
Vinnige Finnen en heel veel edge
Monaco is niet direct een locatie waar je een datacenter neer zou willen zetten. Het is er veel te warm en de Franse Riviera staat niet bekend om zijn geweldige connectiviteit. Sterker nog, de rare relatie tussen Monaco en de EU maakt dat het prinsdom een juridische nachtmerrie zou worden. Maar het maakt het wel een prima ‘neutrale’ plek om alles over datacenters te bespreken. In juni werd hier voor de vijfde keer de DataCloud-conferentie georganiseerd. Dat het gaat om Frankrijk, maar niet helemaal, merk je meteen uit het geroezemoes van gesprekken onderling. Naast het Engels domineert het Nederlands onder de ruim tweeduizend datacenterprofessionals. Het is de zoveelste bevestiging dat Nederland er nog steeds toe doet in de datacenterwereld. Nederlandse partijen als ICTroom en NxtVn hebben hun eigen stand, al dan niet via een partner. Andere Nederlandse partijen als Asperitas en Datacenter.com hebben eveneens zware 12
delegaties rondlopen, net als grote faciliteiten die nog in aanbouw zijn, zoals DCValley en The Green Bay.
Scandinavië Maar dat wil niet zeggen dat andere markten niet luidruchtig aan de poort kloppen. Opvallend zijn vooral Scandinavische partijen die zich erg zichtbaar profileren op de beurs, met hun land als directe selling point. ‘Data Centers by Sweden’ en ‘Telia Helsinki Data Center’ vielen op, maar lang niet
zoals de dijenkletser waar de Noren mee op de proppen kwamen: Norway as a Service. Ook buiten de stands om waren ze aanwezig. Zoals een Fin die tijdens een panel Frankrijk als datacenterland vanuit het publiek, een snedige opmerking maakte over dat het Franse klimaat zich niet leent voor warmtehergebruik. “En er komt een directe dataverbinding vanuit Finland naar Duitsland via de Oostzee met vier keer de capaciteit van de onderzeese kabel tussen Londen en New York.”
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
De Europese colocatie-voorraad groeit jaarlijks met 15 tot 17 procent Tijdens een borrel na de beursdag verklaart deze Ari Kurvi, een manager van een Fins datacenter van het Russische Yandex, tegenover uw reporter dat zijn regio eindelijk potentieel begint te zien. “Wij zijn Finnen, wij waren nooit zo goed in het zeggen waar we goed in zijn”, lacht hij. “Maar moet je kijken: het klimaat is goed, we kunnen het hele jaar door met buitenlucht koelen en veel gebouwen kunnen de restwarmte het hele jaar door goed gebruiken. Stroom is bovendien goedkoop en we hebben goed opgeleid personeel.” Het gebrek aan een eigen knooppunt doet Kurvi niet veel, omdat de connectiviteit dus steeds beter wordt.
Het geharrewar om een stukje van de datacentermarkt heeft een reden. Ieder jaar groeit de Europese colocatievoorraad met 15 tot 17 procent, zo rekent Steve Wallage, Managing Director van Broad Group Consulting, voor in zijn presentatie. Dat komt mede door twee drivers die tijdens het event uitgebreid aan bod komen: Internet of Things (IoT) en het daaraan gelieerde edge computing. Het gros van de presentaties ging daarover, en het is aan datacenterleveranciers om daar een antwoord op te hebben.
Edge als kans voor het kanaal “Het is een spannende periode bij ons”, zo bevestigt Robert McKernan, Senior Vice President IT Europe Region & Global Channel, van Schneider Electric tijdens het event. “We zien hybride ICT ontstaan en de cloud wordt vooral in Europa sterk uitgebouwd. Het gaat ook sneller. Cloudproviders uit zowel de VS als China komen hier naartoe. Dus we zien vooral de grote datacenters die worden gebouwd en uitgebreid. Tegelijkertijd zien we de laatste twaalf maanden een echte edge-strategie ontstaan bij eindklanten. Organisaties gaan dus naar de cloud, maar investeren in eigen apparatuur om edge te kunnen implementeren.” Tot nu toe speelde het ICT-kanaal volgens McKernan een
kleine rol bij de totstandkoming van grote cloud-omgevingen, met zijn grote schaal met laag- en middelspanning. “Maar de edge bouwt voort op wat het kanaal al 25 tot 30 jaar met veel succes doet. De marketingroutes en kennis zijn dus al aanwezig.” Tegelijkertijd betekent dat een hogere dichtheid, waarbij steeds meer datacenter func tionaliteiten weggezet moeten kunnen worden op een kleinere oppervlakte. Denk aan achterkamers bij winkels en autodealers. Dat brengt volgens McKiernan weer nieuwe uitdagingen met zich mee. “Denk bijvoorbeeld aan de toegang. Een datacenter is goed beveiligd, een achterkamer in een winkel is dat niet”, zegt hij. Dan gaat het niet eens over kwaadwillende bezoekers. “Ik heb in de VS wel eens gehoord van een geval waarbij een winkel vlak voor de feestdagen in grote problemen kwam omdat een medewerker daar kwam waar hij niet hoorde en de verkeerde knop had ingedrukt.”
De edge bouwt voort op wat het kanaal al 25 tot 30 jaar met veel succes doet Maar over de hele breedte kan alleen maar worden geconcludeerd dat iedereen in de markt uiterst optimistisch is over de toekomst, waarbij de hoop duidelijk op edge ligt.
13
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Interview | Pim Hilferink
André van Oosten, Benelux Business Unit Manager Datacenter Solutions Ingram Micro
‘ We worden steeds meer een solutions distributeur’ Ingram Micro signaleert een aantal bewegingen in de markt: de omarming van de cloud, maar ook de (gedeeltelijke) terugkeer van ‘born in the cloud’-partijen naar on-premise IT. De Azure-stack is een goed voorbeeld waarbij je je eigen cloudomgeving bouwt in je eigen datacenter. Ook ziet Ingram Micro de IoTbusiness behoorlijk toenemen en die zorgt voor een ongekende hoeveelheid data, die allemaal getransporteerd, opgeslagen en geanalyseerd dient te worden om vervolgens in informatie te worden omgezet. “Het datacenter, of dat nu on-premise of in de cloud staat, dient al die data wel te verwerken”, zegt André van Oosten. “De manager achter zijn bureau wil alleen maar de informatie die eruit komt. Door het samenspel tussen core en edge wordt de datacenterbelasting evenwichtiger verdeeld. Hoe meer data je aan de edge verwerkt, des te minder je die hoeft te vervoeren of op te slaan, en wat je niet kunt gebruiken gooi je weg. Ook back-up en archivering krijgen een andere dimensie. Vroeger deed je dat met een tape of disk-to-disk, maar tegenwoordig is een back-upoplossing al snel een nieuw project.”
Ecosystemen steeds belangrijker Van Oosten: “Vendoren leveren servers en daar moet natuurlijk software op draaien. Vroeger leverden ze die zelf, maar HPE is een mooi voorbeeld van hoe de nieuwe wereld van ecosystemen eruit ziet. Ze hebben hun softwaredivisie verkocht aan MicroFocus om vervolgens nauwe relaties aan te knopen met bijvoorbeeld Dataprotector. Bedrijven als Veeam of CommVault zien een veel vriendelijker HPE, omdat ze geen in-houseconcurrentie meer hebben. Data is de rode draad: wat je uitvoert met je data wordt dusdanig belangrijk dat alles 14
daaromheen gaat draaien. In het licht van de GDPR moet je je tegenwoordig afvragen wat je wilt opslaan, waar je het opslaat, wie er onderweg allemaal bij zouden kunnen en nog meer.”
Business driver “Kosten zijn altijd een belangrijke factor bij zakelijke beslissingen”, vervolgt Van Oosten. “Maar als je alleen uit kostenoverwegingen naar de cloud gaat is dat geen goede beslissing. De cloud is de-facto niet goedkoper. Dat zie je uiteindelijk pas als alle rekeningen binnen zijn, en dan is de TCO soms een driver om te gaan ‘de-clouden’ en over te stappen naar een hybride oplossing. Wel of niet in de cloud hangt samen met je workloads en de flexibiliteit die je nodig hebt. Bij een weloverwogen gebruik van de cloud hoef je immers niet te automatiseren op excessen.”
CloudBlue Van Oosten: “Ik ben vanuit mijn datacenterachtergrond hardware georiënteerd, maar Ingram Micro is inmiddels veel meer dan dat. De markt vraagt naar totaaloplossingen en daarvoor zijn we afdeling-overstijgend en met een multi-vendorstrategie gaan werken. Ingram Micro is ook
een softwarecompany geworden. Zo leveren wij de platformsoftware van Odin, dezelfde software waar ook onze marketplace op draait, nu ook verder onder de naam CloudBlue, die los staat van de marketplace, de Ingram Micro Cloud. De Ingram Micro Cloud blijft het vertrouwde platform dat is gericht op het ondersteunen van channelpartners bij de distributie van third-party cloudoplossingen.” CloudBlue is uitsluitend gericht op de directe verkoop van het toonaangevende CloudBlue e-commerce-platform en bijbehorende diensten aan serviceproviders, MSP’s, telecombedrijven, grote VAR’s en andere distributeurs. “Met CloudBlue speelt Ingram Micro in op de steeds belangrijker worden ‘as a service’-markt, waar we steeds meer toegaan naar maandelijkse billing- en pay-as-you-go-modellen, en waarin de traditionele manier van orderverwerking en billing niet meer voldoet. Die is tijdrovend en foutgevoelig, er komen per maand te veel orders en lijnen binnen, dus moet je dat automatiseren, consolideren en koppelen aan je financiële systemen voor snelle en eenvoudige orderverwerking en billing.”
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
Als de reseller dat niet zelf kan, klopt hij bij ons aan. Vaak hebben vendoren daar ook implementatieoplossingen voor, maar de reseller heeft ook collega’s die kunnen bijspringen. Zo kunnen ze gezamenlijk grotere projecten aan dan in hun eentje. Dat hoeven zeker niet allemaal grote tenders te zijn, maar een hybride-cloudoplossing neerzetten met software waar je misschien nog nooit van hebt gehoord is ook gaaf. ‘Kennis is macht’, maar datzelfde geldt ook voor het hebben van de juiste kennissen.”
Kennis en kennisoverdracht
André van Oosten
Scherpere positionering van het dienstenportfolio Van Oosten: “We vinden onszelf steeds vaker terug als verlengstuk van de reseller, die niet meer alleen met zijn boodschappenlijstje bij ons komt, maar ook met zijn uitdagingen. Dan krijg je vragen zoals ‘kunnen jullie het ook installeren?’ of ’heb je een goed onderhoudspakket?’ of ‘ken je iemand die de ecosysteemsoftware kan installeren?’ We kunnen al heel lang heel veel, maar strategisch was er niets voor ingeregeld. Daar hebben we verandering in gebracht door het professionaliseren van onze Flexible Services-propositie. Daarbij kom je ook in aanraking met zaken als een statement of work, afwijkende terms & conditions, gewoon om jezelf en de reseller te beschermen tegen wat zou kunnen gebeuren. De diensten worden al goed afgenomen, en dat past bij het oplossingsgericht aanbieden aan je klantenset. Je bent er niet met het afwerken van het boodschappenlijstje, www.ingrammicro.nl
het gaat veel verder. Denk aan de kennis die komt kijken bij het opstellen van een complexe offerte, daar komt een reseller in zijn eentje niet meer uit en moet hij binnen zijn ecosysteem kijken met welke collega(’s) hij het best kan samenwerken om een valide propositie neer te leggen. Daarbij kunnen wij natuurlijk een makelaarsrol vervullen en zo partners bij elkaar brengen.”
Eindgebruiker moet keuzes maken bij automatisering “Een eindgebruiker moet zelf ook kiezen wat hij wil met zijn automatisering. Over het algemeen hebben ze een IT-afdeling die de boel in de gaten houdt”, stelt Van Oosten. “Maar die is meestal niet in staat om daarnaast ook projecten te draaien. Dus als er een nieuw stuk automatisering wordt toegevoegd dat ook beheerd moet worden, moet er sowieso opleiding bijkomen, maar de hele implementatie komt voor rekening van de reseller. info@ingrammicro.nl
Van Oosten: “Over kennis gesproken: we zijn voortdurend actief met het overdragen van de benodigde kennis aan onze resellers. Enerzijds om vendor-certificeringen op peil te houden, anderzijds om een valide gesprekspartner naar zijn achterban te kunnen zijn. We merken dat het resellers in een groeiende markt toch wel moeite kost om te investeren in kennis waarvoor hij niet direct ook een toepassing heeft. Dankzij onze gedetailleerde kennis van onze achterban weten we vrij aardig waar een reseller staat en met welke informatie hij geholpen is. Als voorbeeld noem ik de Nimble Storage-training waarvoor we heel gericht geworven hebben en waar we geen enkele no-show hadden. Dan weet je dat de deelnemers ofwel direct toepassing hebben voor de opgedane kennis, dan wel dat ze direct de potentie zien om ermee aan de slag te gaan. Als het te abstract wordt zijn ze niet bereid om te komen, maar als je duidelijk kunt maken wat de eindklant en de reseller uiteindelijk meer, beter, sneller of goedkoper kan dan voorheen, dan geef je ze precies datgene waarnaar ze op zoek zijn en heb je een deal.” “We doen ook aan kennisoverdracht voor de dingen die we zelf ontwikkelen en aanbieden, zoals de hiervoor besproken nieuwe CloudBlue-propositie. Resellers kunnen daarmee hun portfolio naadloos uitbreiden en dat kan vooralsnog niemand anders dan Ingram Micro. Daarmee maken we echt een verschil!” 030 246 4001 15
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Interview | Rashid Niamat
Klanten van CompLions-GRC over de voordelen van werken met de GRCcontrol Certificeringen hebben de reputatie arbeids- en tijdsintensief te zijn. De GRC-tooling van CompLions-GRC bewijst dat het ook anders kan. Twee klanten, Odin Groep en Cyso delen hun ervaringen met deze Nederlandse dienst. Onder de vlag van Odin Groep zijn meerdere bedrijven geschaard. De datacenters van Previder behoren tot de bekendste activiteiten. CFO Carmelo Messina beantwoordde de volgende vragen. Waarom is Odin Groep gecertificeerd? Het is voor ons een ‘license to operate’. We zijn naar ISO9001, ISO14001 en ISO27001 gecertificeerd, omdat daar heel vaak om gevraagd wordt. Daarnaast hebben we nog meer specialistische certificeringen zoals DigiD, NEN7510 en een SOC2-rapportage, die voorwaarde zijn om specifieke klantgroepen te mogen bedienen. Was Odin Groep al gecertificeerd voordat CompLions-GRC in beeld kwam? Ja, maar die methode voldeed niet meer aan onze wensen. Het was te arbeidsintensief en mede daardoor was de betrokkenheid in de organisatie in onze optiek onvoldoende. Wat is er door het overstappen naar CompLions-GRC veranderd? Best wel veel. Om te beginnen hebben we de Excelsheetfase definitief achter ons gelaten. Daarnaast is mede door de simpele werking en het inzicht dat de tooling van CompLions-GRC geeft, de betrokkenheid in de hele Odin Groep toegenomen. Meer bewustzijn, meer focus op permanent verbeteren en dat leidt dan tot meer efficiency. Dat is een positieve verandering. Als ik zeg meer betrokkenheid, bedoel ik dat aandacht voor certificeringen niet langer de job van 16
de quality auditor, de Security Officer en de CFO is. Iedereen, alle afdelingen en de hele directie, begrijpt nu makkelijker wat het concreet betekent en wat de voordelen zijn. Voor de externe auditor, in ons geval is dat BSI, is er ook het nodige veranderd. Zij krijgen de data meer gestructureerd aangeleverd, dat scheelt hen tijd. Scheelt het jullie ook tijd? Absoluut, we kunnen nu bijvoorbeeld bepaalde zaken doorrollen, zodat een jaar later dezelfde werkzaamheden veel sneller te doorlopen zijn. Verder is belangrijk dat de GRC-tooling overlap in de normsettings signaleert en ontdubbelt. Op die manier is een behoorlijke tijdswinst te behalen.
veranderende markt, veelal voor klanten die certificeringen ook als eis stellen omdat ze voor de hoogste kwaliteit moeten gaan. Om dat aan te kunnen tonen hebben we de GRC-tooling nodig. Ook in de gevallen waar de audits puur maatwerk zijn – wat voor sommige klanten verplicht is – blijft de GRC-tooling een belangrijke basis. We verwachten binnenkort tot de eersten in Nederland te behoren die AVG-certificering gaan behalen. Daarvoor zullen we ook weer de GRC-tooling inzetten, die daarvoor wordt uitgebreid.
Wat kan Odin Groep nu, wat vroeger niet haalbaar was? We hebben nu, mede op basis van de GRC-tooling en conform ISO14001, een jaarlijkse duurzaamheidsrapportage. Uit de tooling komt data waarmee de quality manager het rapport efficiënter kan opstellen. Daar hebben we twee versies van. Een gedetailleerde voor intern gebruik en een compactere, makkelijk leesbare online versie voor klanten en geïnteresseerden. Wat zijn de ambities van Odin Groep en hoe helpt CompLions-GRC daarbij? Onze ambitie is tot de top van Nederlandse IT-bedrijven te blijven behoren en langdurige en strategische relaties aan te gaan met onze klantgroepen. We willen ook op de lange termijn relevant blijven in de snel
Carmelo Messina van Odin Groep
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
Cyso uit Alkmaar is een managed hosting provider. Het bedrijf zorgt ervoor dat websites en webapplicaties van klanten online beschikbaar zijn. Co-founder Sven Visser beantwoordde de vragen. Waarom is Cyso gecertificeerd? Uiteraard hebben we te maken met vragen van onze klanten. Daarnaast willen we als bedrijf professioneel met informatiebeveiliging omgaan en dat ook kunnen aantonen. Dan zijn ISO27001 en NEN7510 onmisbaar. Daarnaast hebben we nog ISO20000, dat is de standaard voor IT Service Management.
Sven Visser van Cyso
Was Cyso al gecertificeerd voordat CompLions-GRC in beeld kwam? Nee. Toen ik de shortlist opstelde, viel me op dat er partijen waren die ons in de certificeringstrajecten wilden ondersteunen op de traditionele manier, dus met veel Excelsheets. Dat sprak me weinig aan. We deden bij Cyso al het nodige op die manier en daar wilde ik juist vanaf. CompLions-GRC had als een van de weinige aanbieders een SaaS-oplossing. Dat sprak me meer aan, helemaal toen ik begreep wat we er allemaal mee konden doen. Daarnaast was er direct een goede klik tussen de bedrijven, dat is ook belangrijk. Wat is er door het gebruiken van de CompLions-GRC tooling veranderd? Wat we merken is dat zeker de auditeurs van grotere klanten altijd willen weten hoe we werken en welke methodieken worden toegepast. Als we dan aangeven de tooling van CompLions-GRC te gebruiken, dan stelt ze dat gerust. Dan weten ze dat er niets is overgeslagen en dat alles overzichtelijk is. Dat is een deel van het verhaal. Er is ook een intern aspect te vermelden. De risicoanalyses die we voorheen maakten, kenden onvermijdelijk de eigen interpretatie van de auteurs. Dat leidde vaak tot discussies. Nu is er een neutraal normenkader waar iedereen zich aan houdt. Scheelt het jullie ook tijd? Zoals ik al aangaf: met de risicoanalyses hebben we nu allemaal dezelfde kaders. We hebben het nu allemaal
over hetzelfde. Dat is natuurlijk een verbetering van de efficiency, dus het scheelt ook tijd.
daarvoor in de GRC-tooling op te nemen worden de procedures en afspraken 100 procent geborgd en het wordt auditable.
Wat kan Cyso nu, wat vroeger niet haalbaar was? Door gebruik te maken van de tooling van CompLions-GRC zijn we beter in staat op meer te letten dan de techniek. Daar bedoel ik mee dat we een technisch bedrijf zijn en de neiging hebben voor elke uitdaging een technische oplossing te zoeken. Bij IB moet je breder kijken en de GRC-tooling dwingt ons dat bij elke stap te doen. Daardoor worden onze processen en oplossingen steeds beter. Verder kunnen we nu bijzondere klanteisen volledig integreren met de audit. Bijvoorbeeld een aanvullende eis over Disaster Recovery. Door de regels
Wat zijn de ambities van Cyso en hoe helpt CompLions-GRC daarbij? We hebben een gezonde groeiambitie en verwachten naar 100 medewerkers door te groeien. Daarbij blijven we focussen op het middensegment van de markt. Wat we zien is dat de certificeringseisen die de corporates stellen onvermijdelijk doorsijpelen naar onze klanten. Daarop zijn we dankzij de CompLions-GRC tooling voorbereid, maar het valt niet uit te sluiten dat we nog meer certificeringen nodig gaan hebben. Een vorm van AVG-certificering of een ISAE3402-verklaring zou er dan een van kunnen zijn. 17
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Interview | Michiel van Blommestein
Edward van Leent, chairman en CEO van EPI Group
‘ Lesmateriaal moet je jaarlijks volledig herzien’ Bij de internationale opleider van datacenterprofessionals EPI staat al sinds jaar en dag een Nederlander aan het roer. Edward van Leent, chairman en CEO van de groep, heeft het bedrijf zien evulueren van gespecialiseerd ontwerpbureau naar een opleider met als doel kennis naar de markt te brengen. De transformatie van EPI is ontstaan uit voortschrijdend inzicht. Het is in 1987 opgericht in Groot-Brittannië en besloot in 1999 de Aziatische markt te bestormen met een kantoor in Singapore. Die markt was immers sterk aan het groeien, en een ervaren partij als EPI zou daar mooie dingen kunnen doen. “Maar de Aziatische markt bleek toendertijd heel erg gericht te zijn op prijs”, zegt Van Leent. “Terwijl onze filosofie juist uitgaat van kwaliteit.” In 2001 besluit EPI daarom zijn interne kennis en ervaring anders in te zetten. “We werden een business van consultancy, training, en audits en certificeringen voor datacenters.” Singapore werd het hoofdkantoor, en EPI groeide uit tot marktleider in zijn branche.
Drie activiteiten “We hebben drie hoofdactiviteiten”, noemt Van Leent. “We doen design validation, dus we kijken bouwtekeningen nauwkeurig na. Ieder schoonheidsfoutje kan grote gevolgen hebben. Zoiets simpels als een verkeerde breaker op de verkeerde plek kan je je Tier/Rated-3 certificaat kosten.” De tweede activiteit van EPI is de fysieke auditing volgens de ANSI/TIA 942-standaard en audits voor operations gebaseerd op DCOS. En dan zijn er de trainingen. “Daar hebben we twee raamwerken voor ontworpen”, legt Van Leent uit. “We hebben het onderverdeeld in IT-trainingen en Datacenter-trainingen. Die bestaat weer www.epi-ap.com 18
uit drie lijnen: Ontwerp en bouw voor zowel uitvoerders als opdrachtgevers en controleurs, Operations and governance, en Compliance.”
Wij kijken echt naar competenties. Al ons materiaal wordt gecontroleerd door accrediteringsbedrijf Exin, die ook de examencriteria vaststellen.”
Meer dan ooit moeten datacenterprofessionals bijblijven met de nieuwste technieken Meer dan ooit moeten datacenterprofessionals bijblijven met de nieuwste technieken en standaarden. “Natuurlijk, sommige concepten veranderen amper”, zegt Van Leent. “Een gebouw is een gebouw. Maar als het gaat om netwerken, stroom en koeling, gaat het allemaal heel snel. Koude en warme straten zijn al tien tot vijftien jaar in zwang. Maar opeens heeft containment zijn intrede gedaan, waarbij je 100 procent scheiding behaalt. En adiabatische koeling is ondertussen op de markt verschenen. Je moet het lesmateriaal jaarlijks volledig herzien.”
Een ander groot verschil is dat EPI nog steeds actief is in de bouw van datacenters. “We hebben echt praktische kennis, en de docenten zijn mensen die nu, op dit moment ook actief datacenters bouwen. Dus geen voormalige ontwerpers en auditors, maar professionals die dat dagelijks doen”, besluit Van Leent.
Competenties Juist als het gaat om lesmateriaal, kan EPI zich sterk onderscheiden van de rest in de markt. “Wij hebben een andere aanpak bij de ontwikkeling”, zegt Van Leent. “Je ziet veel in de markt dat docenten kijken wat speelt in de markt, daar maken ze een serie presentaties van waarover je op het eind een examen krijgt.
sales@epi-ap.com
+65 969 153 47
Edward van Leent
twitter.com/EPI_CDCP
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
Achtergrond | Jeroen van der Tang
Jeroen van der Tang, manager duurzaamheid Nederland ICT
Hoe passen datacenters in een duurzame economie? Voor wie zich bezighoudt met duurzaamheid, staat dit jaar grotendeels in het teken van het Klimaatakkoord. Bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties hebben de afgelopen maanden onderhandeld over de transitie naar een duurzame economie. Nederland ICT zat namens de ICT-sector aan tafel, vanwege het eigen energiegebruik en de slimme ICT-oplossingen die grote energiebesparing mogelijk maken. Datacenters spelen hierbij een dubbele rol. Aan de ene kant zorgt de transitie naar de cloud dat opslag en processen zich concentreren op één locatie, waardoor er veel efficiënter met energie wordt omgegaan. Maar doordat de hardware steeds vaker verhuist van het kantoor naar het datacenter, verschuift het energieverbruik van ICT ook van duizenden bedrijven naar de ICT-sector zelf. Datacenters worden zo een steeds relevantere speler op de energiemarkt, met een grote vraag naar duurzame energie. Tot nu toe slaagde de ICT-sector er in om het energieverbruik stabiel te houden, terwijl het datagebruik exponentieel groeide. De komende jaren dient zich echter een trendbreuk aan. In navolging van Google en Microsoft vestigen zich mogelijk de komende jaren meer hyperscales in Nederland. Dat is goed voor internationale positie van Nederland als ‘dataland’, maar zorgt er wel voor dat het aandeel van de ICT-sector in het totale energieverbruik van Nederland gaat groeien.
Jeroen van der Tang
Dit zorgt voor nieuwe uitdagingen voor het stroomnetwerk van de toekomst. Zeker op plekken waar datacenters zich concentreren, moet het net voorbereid zijn op een groeiende vraag. In Amsterdam werd begin dit
gemeenten, die komende jaren nieuwe warmteplannen gaan maken, worden de datacenterlocaties nu letterlijk op de kaart gezet. Tot slot is er de duurzaamheid van de servers zelf. Deze worden volgens de
jaar al gewaarschuwd dat het netwerk tegen zijn maximale capaciteit aanloopt. Als Nederland een aantrekkelijke vestigingsplaats voor datacenters wil blijven, dan moeten we investeren in een slim en stabiel energienetwerk; zowel voor de lokale vraag als voor de inpassing van het sterk groeiende aanbod van duurzame energie.
‘Wet van Koomey’ continu efficiënter en met virtual machines ook steeds optimaler benut. Opvallende conclusie van een recent verschenen studie is dat er in Nederland momenteel meer servers worden afgedankt dan dat er nieuwe worden verkocht. Meer dan de helft blijkt voor hergebruik naar het buitenland te gaan. Zeker met de nieuwe AVG is datasecurity daarbij een belangrijk thema. ITAD-partijen van vendoren en distributeurs hebben dit professioneel geregeld. De overige helft wordt vernietigd. Nederland ICT stuurt aan op vernietiging door een veilige en milieuverantwoorde verwerker die WEEELabEx gecertificeerd is. Zo worden waardevolle materialen maximaal teruggewonnen en wordt CO2 bespaart.
Een onderbelicht aspect van datacenters is dat ze energie kunnen terugleveren. In het benutten van restwarmte schuilt nog een enorme potentie. Zeker nu de gaskraan in Groningen versneld dichtgaat, zijn de ‘slimme elektrische kachels’ in de datacenters een interessante alternatieve warmtebron. Berenschot heeft dit jaar in opdracht van Nederland ICT en RvO een onderzoek gedaan naar de succesfactoren van de bestaande cases. Om deze optie goed op het vizier te krijgen van de
En zo kunnen we allemaal bijdragen aan een duurzame ICT-sector. 19
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Interview | Pim Hilferink
Bas Born, Vice-president IT Division bij Schneider Electric
‘ Data zijn de basis én de katalysator voor ontwikkeling van slimme ICT’ Het datavolume groeit wereldwijd door (industrial) IoT, en in het spoor daarvan komt er een hausse aan datagenererende en datavragende applicaties op ons af die tot (nieuwe) informatie moeten leiden en het mogelijk maken om bestaande applicaties breder en beter te benutten. Slimme technologie draagt op haar beurt weer bij aan datagroei. Aan het woord is Bas Born, vice-president IT Division bij energiemanagementspecialist Schneider Electric. “Industriële data wordt tegenwoordig steeds vaker aan de edge verwerkt, dat is sneller, goedkoper en veiliger omdat de data ‘in huis’ blijft. Het gaat immers vaak om interne bedrijfs- of kwaliteitsprocessen en die data wil je niet zomaar overal neerleggen. Denk aan voedselveiligheid in de food- en beverage-sector of productiegegevens in de farmaceutische industrie. On-premise verwerking geniet daar absoluut de voorkeur. Zo ook op andere terreinen op het gebied van analytics en toepassingen in lifesciences of medische apparatuur. Maar ook in de proces- en maakindustrie kan nog flink worden geoptimaliseerd door alles connected en smart te maken, en de data uit de procesverwerking te (her)gebruiken voor het ontwikkelen van slimmere toepassingen en nieuwe apps. Het draait allemaal om data en nog meer data en dat leidt tot een toenemende behoefte aan energie, IT werkt nu eenmaal niet zonder.”
Uitdagingen Born: “Vanuit Schneider zien we uitdagingen op het gebied van beschikbaarheid van energie in concentratiegebieden zoals de regio Amsterdam, waar de vraag naar energie vanuit de datacenterwereld inmiddels aan zijn max zit. Vraagstukken rondom het opnieuw inzetten van energie en energieopslag zijn voor een bedrijf als 20
Bas Born
het onze heel relevant. We zetten dan ook een aanzienlijk deel aan R&D-capaciteit in op het gebied van vraagstukken rondom de energietransitie.”
grootste energieslurper in het datacenter, dus het is logisch dat wij onderzoek doen naar alternatieve vormen van koeling, bijvoorbeeld door slimmer gebruik te maken van (gedeeltelijke) ‘free cooling’.”
Minder energieverbruik “Alle grote (IT) vendoren zetten in op verlaging van het energieverbruik van hun apparatuur, deels met behulp van (virtualisatie)software, maar ook zaken als warmtereductie en slimmere koeling”, vervolgt Born. “Koeling is tenslotte de
Schneider houdt zich niet bezig met energieopwekking, het bedrijf is expert op het gebied van betrouwbare energiedistributie. “Maar ook in dat vakgebied zie je een hausse aan nieuwe, slimme technologieën”, vervolgt
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
Born. “Zo hebben we softwaretooling ontwikkeld onder de vlag van EcoStruxure waarbij we onze eigen technologie met software slim(mer), meetbaar en manageable maken en deze met gebruikmaking van apps en analytics kunnen verbeteren en optimaliseren, zowel voor onszelf als onze klanten, of het nu gaat om gebouwen, datacenters, fabrieken of energiedistributie in de grid. Het belangrijkste daarbij zijn optimalisatie en kostenbeheersing.”
Datacenterland Born: “Nederland is – dankzij de gunstige geografische ligging en de Amsterdam Internet Exchange als internationaal internetknooppunt – uitgegroeid tot een gigantisch datacenterland, en ondanks dat er in het buitenland ook flink wordt gebouwd staan we volgens een recent onderzoek in Europa na London op de tweede plaats. Om concurrerend te blijven zijn wel continue innovaties op het gebied van nieuwe diensten, maar ook de technische infrastructuur op het gebied van betrouwbaarheid, schaalbaarheid en CO2-footprint noodzakelijk. Daar leveren wij graag een bijdrage aan.”
OT en IT komen bij elkaar “Het toenemend belang van data en analytics in bedrijfsprocessen leidt ook tot een verschuiving in de rol van de verschillende spelers in de channel”, meent Born. “Waar IT vroeger synoniem was voor kantoorautomatisering heeft het inmiddels zijn impact op vrijwel alle facetten van de maatschappij: de digitale transformatie. De IT-dienstverlener staat daar middenin. Maar daarnaast is er de maakindustrie, die traditioneel gebruikmaakte van allerlei vormen van Operating Technologie, ofwel OT. Die raakt verweven met IT en ook OT krijgt te maken met IoT, smart en connected en dat gaat verder dan pure procesautomatisering. Die synergie leidt ertoe dat nieuwe én bestaande IT-partijen kunnen profiteren van een grotere adresseerbare markt. Maar de rol van system integrators verandert ook, de toenemende complexiteit van de www.schneider-electric.com
vraagstukken dwingt tot samenwerking van diverse exper t-par tijen, en maakt hen tot de regisseur die alle puzzelstukken op hun plaats moet laten vallen. Dat vraagt om interdisciplinair denken en handelen. De vroegere scheiding tussen IT, facilitair en OT vervaagt, alles is interconnected.”
Big data vs. fast data Om te bepalen hoe de aanzwellende datastroom het meest (kosten)efficiënt kan worden gekanaliseerd maakt men tegenwoordig steeds vaker het onderscheid tussen ‘big data’ en ‘fast data’, met elk hun specifieke eisen op het gebied van opslag en beschikbaarheid. Born: “Je ziet dat er steeds meer en andere toepassingen binnen het datacenter zijn. Veel kantoorautomatisering is verhuisd naar een colocatieaanbieder. On-premise is de infrastructuur door het gebruik van PaaS, IaaS, SaaS en dergelijke de afgelopen jaren enorm veranderd, daar worden geen enorme serverruimtes meer gebouwd, maar wordt de capaciteit verdeeld over meerdere lokale ruimtes in verband met de gewenste connectiviteit voor de verbindingen naar het grote datacenter bij de colocator. De diverse edge-toepassingen hebben ook hun weerslag op de inrichting; de belasting (voor energievoorziening, koeling et cetera) wordt anders. Denk ook aan ontwikkelingen als hyperconverged IT-oplossingen en ‘allesin-één’ micro-DC-toepassingen, de omgeving verandert vrijwel continu. Daarbij kun je ook denken aan de bijzondere veiligheidseisen die moeten worden meegenomen in bijvoorbeeld de zuivel- of voedingsmiddelenbranche waar data rondom kwaliteit en kwaliteitscontroles – gevoelige onderdelen van het bedrijfsproces – tot de assets van het bedrijf behoren. Het is onze rol om de gebruikers van de infrastructuur onder al die verschillende digitale technologieën van continue, milieuvriendelijke én kostenefficiënte energie, inclusief slimme monitoring tools, te voorzien.”
info@schneider-electric.com
Klantcase Green Mountain datacenter Met koud fjordwater een datacenter koelen dat diep in een berg ligt, is een gedurfd idee. Maar met behulp van Schneider EcoStruxure IT innoveerde Green Mountain de koeling van het datacenter met behoud van de belangrijke uptime voor klanten. Het resultaat is een van de meest duurzame datacenters ter wereld. Met de groeiende stroom data die door zowel particulieren als bedrijven wordt gegenereerd staan datacentra voor de uitdaging om veilige en betrouwbare diensten te leveren. Maar dat betekent ook een toenemende milieubelasting: het energieverbruik in datacentra draagt twee procent bij aan de globale CO2-uitstoot. Green Mountain dat een colocatiefaciliteit beheert die is gebouwd in een voormalige, diep in een berg gelegen NAVO-bunker, heeft de rollen omgedraaid en de krachten van de natuur gebruikt om een van de meest betrouwbare en groene datacentra ter wereld te worden. Green Mountain benaderde aannemers en leveranciers die de meest energie-efficiënte en betrouwbare oplossingen in de markt konden bieden. Eén van die partijen is Schneider Electric, dat alle aspecten van de datacenterinfrastructuur van het enorme project heeft gedaan, zoals het ontwerp van een koelsysteem dat met behulp van zwaartekracht koud water van de naastgelegen fjord vervoert naar het koelstation van het datacenter. Zo wordt Green Mountain nu aangedreven door honderd procent hernieuwbare waterkracht en biedt daarmee de kritische uptime die klanten nodig hebben.
023 5 124 124
@schneiderelecnl 21
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Interview | Pim Hilferink
Kjeld van Dinteren (Tech Data) en Rik Chorus (Cisco):
‘ Security moet écht hoger op de agenda komen, ook in datacenters’ Cisco is in de afgelopen jaren uitgegroeid tot een van de grootste leveranciers van netwerk- en security-oplossingen, zowel fysiek als virtueel. Het bedrijf is de nummer 1 in de Amerikaanse datacentermarkt en is op weg om die positie ook op het gebied van security te gaan innemen. Met Rik Chorus, Security Channel Manager bij Cisco Nederland, en Kjeld van Dinteren, binnen Tech Data Nederland Business Development Manager Cisco Security, hadden we een gesprek over de ontwikkelingen in de markt voor datacenter- en cloudsecurity. “Het is mijn taak om onze partners en hun klanten te begeleiden op hun journey naar adequate security”, opent Kjeld van Dinteren, Business Development Manager Cisco Security bij Tech Data het gesprek. “De basis daarvoor is niet primair de technische invulling, maar een door management én organisatie gedragen securitystrategie, en dat blijkt een pittige uitdaging.”
gebruik van de ruime mogelijkheden om webinars te organiseren over diverse topics rondom de security-architectuur van Cisco.”
Focus op certificering van partners Chorus: “We hebben een breed en diep portfolio en dat moeten we bij de partners goed over het voetlicht brengen en hen ermee vertrouwd maken. Cisco is vanuit
‘ Met preventieve en defensieve maatregelen alleen ben je er niet, goede security is afhankelijk van de zwakste schakel in de keten: de mens’ “Helemaal eens”, beaamt Rik Chorus, Security Channel Manager bij Cisco Nederland. “Daarom werk ik ook nauw samen met de grote integrators en distributeurs en proberen we gezamenlijk de markt en het partnerkanaal te ont wikkelen. Awareness is een sleutelwoord, het delen van kennis is key. Om die reden organiseren Tech Data en Cisco samen kennistrainingen, zoals de Lunch & Learn-sessies die we eens per twee maanden houden.” Van Dinteren: “Om kennis te delen, best practices te sharen en de markt op technisch vlak te ondersteunen maakt Tech Data 22
point solutions doorontwikkeld naar een volledige security-architectuur. Vanuit de actualiteit op het gebied van security en de bewezen noodzaak maken Tech Data en Cisco partners bewust van zowel het brede portfolio, als ook de kracht van de samenwerking. Tech Data ondersteunt partners met kennis en kunde middels trainingen en certificeringen. Voor een juiste enablement zijn certificeringen zeer noodzakelijk en daarvoor zijn organisatiebrede en individuele certificeringen in het leven geroepen. Belangrijk is om medewerkers te specialiseren en te certificeren in de
verschillende security-aspecten, vanaf de operationele kant tot aan de saleskant.” “Ik volg zelf die trainingen ook”, zegt Van Dinteren, “enerzijds om mee voorop te lopen in deze steeds ontwikkelende markt waar je vanuit security-oogpunt je aanvallers voor wilt zijn, anderzijds omdat je moet weten wat je je partners aanbiedt als je een vraagbaak voor ze wil zijn. Die persoonlijke betrokkenheid zie ik als een stukje meerwaarde vanuit Tech Data.”
Security in drie fasen Op basis van de dreigingen van vandaag heeft Cisco een toekomstvast securitymodel ontwikkeld dat drie fasen kent: 1: Before, 2: During en 3: After. Hieraan is de volledige architectuur opgehangen. Chorus: “Voorafgaand aan een aanval kunt je defensieve maatregelen nemen, zoals firewalling of mailsecurity. Maar ook tijdens een aanval, zoals een targeted attack, bieden we oplossingen. Na afloop kun je met visibilitytools zichtbaar maken waar en hoe diep in het netwerk een aanvaller zich genesteld heeft. Helaas zien we analyse achteraf in het Nederlandse mkb nog veel te weinig.” “Totaaloplossingen worden steeds belangrijker. Zoals de OpenDNS Umbrellapropositie op het cloudsecurityplatform,
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
Op basis van de dreigingen van vandaag heeft Cisco een toekomstvast securitymodel ontwikkeld dat drie fasen kent
Kjeld van Dinteren
waarbij organisaties op internetniveau volledig beschermd worden, zowel de interne als remote gebruikers. Onderdelen zijn naast defensieve maatregelen, Advanced Malware protection, behaviour analytics en overkoepelend is er Cisco Talos. Dat is onze Global Research en Intelligence organisatie. Talos is een van onze belangrijkste assets: alle intelligentie en informatie in de Cisco producten komt vanuit Talos, dat voortdurend up to date wordt gehouden.”
GDPR: onbekend maakt onbemind Van Dinteren: “GDPR zorgt voor de nodige uitdagingen voor de gemiddelde mkb’er, zoals het voldoen aan de eis om lekken binnen 72 uur te melden. Daarbij helpt dan de rapportage vanuit Cisco Umbrella dat onderdeel uitmaakt van ons uitgebreide solutionsportfolio. Maar alles staat of valt bij awareness, en door meer awareness op het GDPR-topic te creëren komt het hoger op de agenda bij het management: onbekend maakt immers onbemind. Tech Data zorgt niet alleen voor awareness op het gebied van GDPR door middel van workshops, maar heeft
op basis van het brede solutionsportfolio de mogelijkheden om voor het mkb een volledige securitypropositie te bieden. Organisaties moeten af van het idee dat investeren in GDPR-maatregelen een soort verzekeringspolis is. Data is overal en voor zover die van jou is of onder jouw verantwoordelijkheid valt moet je die serieus beschermen. Maar security gaat veel verder, het is ook een vorm van business enablement: door security op de juiste manier in te vullen zorg je ervoor dat je mensen op de juiste manier veilig en efficiënt kunnen werken, in de cloud en ook remote. Kortom: security heeft dan een heel andere impact. En met de groei van IoT en wat daaromheen erbij komt kijken wordt security alleen maar belangrijker.”
Cisco en datacentersecurity Chorus: “Bij vervanging of vernieuwing van datacenteromgevingen werd vroeger vaak pas achteraf nagedacht over security. Dan kreeg je dus ‘bolted-on’ security. Nu zie je steeds meer verwevenheid tussen het netwerk en de security-omgeving. Cisco heeft voor datacenteromgevingen diverse ‘validated designs’ ontworpen,
waarbij vooraf al goed is nagedacht over de security en met welke hard- en softwarecombinaties je de passende beveiliging kunt neerzetten. Binnen netwerken wordt encrypted verkeer een issue, omdat dat verkeer ook tot in de back-end kan doordringen zonder dat je weet waar het van afkomstig is. Er kan zomaar een hacker tussen zitten. Om dat te ondervangen heeft Cisco binnen de netwerkstrategie Encrypted Traffic Analytics ontwikkeld, een samenspel tussen de netwerkcomponenten, bijvoorbeeld een Catalyst 9000, en security-oplossingen zoals Stealthwatch en ISE, die in staat zijn om het volledige verkeer te analyseren zonder dat het gedecrypt hoeft te worden. Zo kan verdacht verkeer worden gesignaleerd en gerapporteerd worden aan de gebruiker, en indien nodig worden gesandboxed.”
Securityoplossingen in én vanuit de cloud “Binnen private of hybrid clouds worden steeds meer securitytoepassingen ingezet, zoals Cloudlock, Cisco’s Cloud Access Security Brokerage (CASB)”, licht Van Dinteren toe. “CASB is een softwaretool tussen de on-premise infrastructuur en die van een cloudprovider die fungeert als poortwachter en ervoor zorgt dat de reikwijdte van de security policies van een organisatie verder gaat dan de eigen infrastructuur. Maar je ziet ook steeds meer security-oplossingen die vanuit een cloudplatform geleverd worden, zoals Umbrella. Cisco levert security zowel in de cloud als vanuit de cloud.” > 23
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Mogelijkheden voor MSP Chorus: “Voor MSP’s heeft Cisco een Service Provider Licence Agreement (SPLA) ontwikkeld, waarin al diverse producten zitten, maar dat aanbod gaan we flink uitbreiden. Zo willen we dat de MSP gebruik kan gaan maken van ons platform om dat vervolgens weer beschikbaar te stellen aan zijn klanten. Dan hebben we het over multi-tenantomgevingen, waarvoor we nieuwe licences aan het bouwen zijn. We staan hier nog aan het begin van de ontwikkelingen, maar ik zie het nu wel steeds harder gaan qua ontwikkeling en groei. De markt vraagt erom, zeker ook op het gebied van security services, die we ook flink aan het uitbreiden zijn. Inmiddels kunnen we SOC-diensten leveren, maar ook incident response, assessments, PEN-testing enzovoorts.” “Voor klanten in het mkb verzorgt Tech Data de fulfillment van al die verschillende services via het eigen cloudplatform StreamOne”, vult Van Dinteren aan. “Daar hebben we heel recent ook Umbrella aan toegevoegd. Ik verwacht dat Umbrella voor heel veel organisaties een echte game-changer en voorkeursoplossing gaat worden, mede omdat je in de protocollen van internet een extra laag kan toevoegen waarmee je heel veel aanvallen al kunt afslaan.” Cisco beschouwt de Umbrella-omgeving als een secure internet gateway, waarbij alle verkeer de DNS-servers moet passeren. “Daarop hebben we een complete security-laag gezet waarmee we malafide verkeer kunnen filteren”, legt Chorus uit. “Maar er zijn ook websites en domeinen met een mix van betrouwbare als malafide content, zoals bijvoorbeeld hotmail. Die kun je niet eenvoudig down brengen, maar met een stukje proxyen kunnen we de gebruiker wél naar de veilige content leiden, maar afschermen van het malafide gedeelte. Ook kunnen we er Advance Malware protection aan toevoegen zoals Threat Grid, waarin we ook kunnen sandboxen. Op basis van de www.as.techdata.eu/nl 24
Rik Chorus
dreigingsinformatie in Talos blokkeren we ruim 1,9 miljard stukken malware per dag, maar we kunnen ook domeinen blokkeren, we houden reputaties bij. Alles bij elkaar bieden we organisaties zowel on-premise als remote een stevige eerstelijnsdefensie.”
partners, als voor eindgebruikers. Je kunt op technologisch vlak en qua policies je beleid nog zo goed voor elkaar hebben, maar als er onwetendheid, onkunde, nonchalance of soms ook opzet in het spel is, heb je toch een gat in je defensie. Security is niet primair een kwestie van
‘ Bij vervanging of vernieuwing van datacenteromgevingen werd vroeger vaak pas achteraf nagedacht over security’ Security is gewoon een must “Security is onontbeerlijk, er is geen branche zo innovatief als de hackersbranche”, zegt Van Dinteren. “Maar met preventieve en defensieve maatregelen alleen ben je er niet, goede security is afhankelijk van de zwakste schakel in de keten: de mens. Awareness is echt key en we investeren veel in awarenesstrainingen, zowel voor info@techdata.com
technologische maatregelen, maar van een consistente securitystrategie en consequent beleid. Onze partners kunnen bij hun klanten een belangrijke ontzorgende rol spelen en die wordt – gezien de toenemende complexiteit van de materie – steeds belangrijker, zeker in de enorme mkb-markt die we in Nederland hebben.”
040 250 2602
@techdatabenelux
CLOUD CENTRAL DATA CENTRES GLOBAL SWITCH BIEDT SCHAALBARE EN FLEXIBELE DATACENTER OPLOSSINGEN VOOR DE CLOUD AAN OP STRATEGISCHE LOCATIES IN EUROPA EN AZIË
– Een uitgebreid cloud en carrier neutraal ecosysteem – Lage latency locaties, ideaal voor edge omgevingen – Flexibele en op maat gemaakte oplossingen met bijvoorbeeld schaalbare stroom en ruimte – Redundante en beveiligde omgevingen staan garant voor onze ‘Always On’ oplossingen – Best in class operating procedures
GLOBAL SWITCH AMSTERDAM salesamsterdam@globalswitch.com +31 20 6666 300 ALWAYS ON GLOBALSWITCH.COM
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Interview | Rashid Niamat | Foto Vincent Hartman
Het bijzondere DNA van Bytesnet
Business development manager Michael Arbman claimt dat Bytesnet, door de nadruk te leggen op persoonlijk, dichtbij en vertrouwd, een bijzondere plek inneemt met de twee regionale datacenters. Wat hij daarmee bedoelt werd duidelijk in het volgende interview. “Bytesnet is in de regio’s Rotterdam en Groningen een bekende naam. Dat komt onder andere omdat we het persoonlijke in de klantrelatie veel aandacht geven. Ik zelf heb elke maand met zeker 20 procent van onze klanten persoonlijk contact”, zegt Arbman. Dat is geen harde doelstelling, maar het blijkt wel vast onderdeel van de bedrijfsfilosofie te zijn. “We kunnen klanten alleen maar goed bedienen als we weten wat er echt leeft. Daarom is er meer dan sales- en supportcontact. Ik ga langs om te horen wat er leeft, waar klanten en hun klanten mee bezig zijn. Pas als je dat doet heb je het recht te stellen dat je je in de klant verdiept. Die inzichten zijn voor ons zeer belangrijk. Ook voor de langere termijn, want helpt ons te bepalen waarmee we rekening moeten houden.”
Het antwoord dichter bij huis De focus op dichtbij is op een zelfde manier te verklaren. Sinds de internetknooppunten in Rotterdam en Groningen weten de klanten van de Bytesnet datacenters dat het antwoord ook dicht bij huis gevonden kan worden, maar dat het helpt als iemand daar een voortrekkersrol speelt. Arbman geeft aan dat daarvoor tegenwoordig de volgende aanpak werkt. “Wat wij stimuleren is dat onze klanten en partners via ons datacenter elkaar leren kennen en zaken met elkaar doen. Dat is iets wat veel beter kan en verder moet worden ontwikkeld. Men is nu toch nog snel erg terughoudend omdat te innige samenwerking wel eens omzet zou kunnen kosten”. Bytesnet geeft daar zelf het goede voorbeeld in.
Bytesnet heeft de ambitie op meer plekken aanwezig te zijn De focus op persoonlijk contact is geen uitvinding van Bytesnet. De oorsprong van de organisatie ligt in het oprichten en beheren van internetknooppunten. De eerste gebruikers daarvan waren de zorgsector en het onderwijs. Veel en persoonlijk contact is in die sectoren de regel en is ook onderdeel van de Bytesnet DNA geworden. 26
Als Arbman de vraag wordt gesteld of Bytesnet altijd aan elke klantwens kan voldoen geeft hij namelijk aan dat dit niet het geval is. “Maar dan vind ik het tot onze taak behoren een klant een ander datacenter, waar wij vertrouwen in hebben, te adviseren. Dat is een vorm van samenwerking die mij geen omzet kost, maar op termijn wel meer gaat opleveren.”
Dit kan het bedrijf alleen doen omdat het zelf ook directe contacten onderhoud met de branchegenoten in de regio. In het geval van Rotterdam is dat in de vorm van Tier010, het samenwerkingsverband van datacenters uit die regio. Doel is bekender te maken dat Rotterdam een goede digitale hub is voor ondernemers die geen plek kunnen vinden in de metroregio Amsterdam. Tegelijkertijd wil men bekender maken dat ondernemers het antwoord op de datacenter- en connectiviteitsvraagstukken dichter bij huis kunnen vinden dan ze mogelijk verwachtten.
Vertrouwd En dan is er nog ‘vertrouwd’ als deel van de slogan waar Arbman bij stil staat. “Vertrouwd betekent voor ons veel. We hebben klanten in de zorg en het onderwijs die absoluut zeker moeten weten dat de hardware en data 24/7 veilig is. Maar dat is zeker niet de enige klantgroep die hoge eisen aan ons stelt.” Bytesnet voldoet aan die eisen en beschikt over de gangbare certificeringen. Wie daarvoor de website raadpleegt ziet daar ook expliciet de stroomvoorziening beschreven worden. Arbman: “Met zoveel klanten in de zorg weten we als geen ander dat voor die groep een honderd procent uptime een absolute noodzaak is. In een ziekenhuis mag de stroom nooit uitvallen en dat geldt ook voor de plekken waar de data
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
‘ Met zoveel klanten in de zorg weten we als geen ander dat voor die groep een 100 procent uptime een absolute noodzaak is’ Michael Arbman
van ziekenhuizen staan, onze datacenters dus. Het is een van onze speerpunten en dat spreekt ook klanten uit andere sectoren aan.”
Ambities op een chaotische markt Op de vraag of de propositie gebaseerd op ‘persoonlijk, dichtbij en vertrouwd’ zich niet leent voor meer POP’s dan alleen Rotterdam en Groningen antwoordt Arbman dat Bytesnet de ambitie heeft op meer plekken aanwezig te zijn. Daarmee krijgt het gesprek een interessante wending. “Natuurlijk zien we dat wat wij bieden voldoet aan een vraag die ook elders in het land bestaat. De vraag is er het aanbod niet. Maar een datacenter start je niet zomaar, zeker niet in het huidige klimaat.” Arbman vindt dat er op dit moment sprake is van een chaotische markt. Er zijn veel buitenlandse investeerders op de Nederlandse markt actief die bijna blind de bestaande vierkante meters kopen en voor een prijsopdrijvend effect zorgen. Hij geeft verder aan dat er ruim aanbod is van bestaande locaties die weinig
aantrekkelijk zijn, door de leeftijd of achterstallig onderhoud. Die chaotische markt, waarin trouwens de klant totaal wordt genegeerd, is ook een van de redenen geweest waarom Bytesnet in Groningen zelfbouwen de voorkeur heeft gegeven boven het betrekken van bestaande datacenterruimte.
Nieuwbouw Groningen De locatie van Bytesnet in Groningen op de Zernike Campus, waar deze zomer de eerste klanten worden aangesloten, is niet zomaar een datacenter. Het wordt een competence center waar rond de datacenterdiensten ook andere activiteiten ontplooid en ondersteund gaan worden. “Een van de zaken waar wij ons over verbazen is dat er alleen maar wordt gekeken naar de vierkante meters en capaciteit als het over datacenters gaat”, zegt Arbman. “Natuurlijk zijn die belangrijk, maar nog veel belangrijker is de data in een datacenter. Dat en niets anders is het ware goud. Wij zorgen ervoor dat klanten data kunnen vergaren, bewerken en verrijken. Dat
is dus meer dan rackspace, koeling en stroom aanbieden.” Om die laatste opmerking te kunnen plaatsen is het goed te weten dat Groningen niet alleen een erkende hotspot is als het gaat om de ontwikkeling van Apple-applicaties, maar dat op het gebied van 5G, IoT en big data de regio tot de nationale top behoort. Arbman: “Wij gaan ervoor zorgen dat al deze bedrijven en mensen hun werk en onderzoek goed kunnen doen. Daarvan gaat de regio profiteren, maar ook de rest van het land.” Om die reden is dan ook in het ontwerp veel rekening gehouden met kantoorruimtes, werkplekken, auditorium, scrumruimtes en andere faciliteiten voor zowel bedrijven als medewerkers van de universiteit en Hanze hogeschool. Met die focus en voorzien van een opvallende DNA neemt Bytesnet inderdaad wel een bijzondere plek in het Nederlandse datacenterlandschap in.
27
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Technologie | Marco Mekenkamp
Fujitsu Liquid Immersion Cooling System
De inrichting van het groene datacenter Hoe groen kun je het hebben? We zijn met ons allen verantwoordelijk voor een verantwoorde omgang met onze natuurlijke bronnen en energie. Dit bewustzijn leeft breed binnen onze huidige maatschappij, zowel in onze persoonlijke situatie als in het bedrijfsleven. Steeds meer organisaties besteden aandacht aan een zo laag mogelijke ‘Carbon Footprint’. Maar hoe kunnen we daar in de praktijk nu ons steentje aan bijdragen? Hoe kunnen we een zo laag mogelijk ‘Carbon Footprint’ realiseren? Die vraag hebben zich ook de specialisten van Fujitsu gesteld toen ze de nieuwste generatie vloeistofgekoelde racks ontwikkelden. Fujitsu heeft al meer dan dertig jaar ervaring in de ontwikkeling van vloeistofgekoelde datacenterapparatuur en bijbehorende racksystemen. Het door Fujitsu nieuw ontwikkelde Liquid Immersion Cooling System wordt nu door Fujitsu op de markt gebracht. Fujitsu Nederland werkt hierbij nauw samen met Fujitsu Japan en geselecteerde partners, om het voor zijn relaties in Nederland mogelijk te maken deze nieuwe technologie toe te passen.
Over Fujitsu Fujitsu is een toonaangevende Japanse informatie en communicatie technologie (ICT) leverancier met circa 156.000 medewerkers die klanten ondersteunen in meer dan honderd landen. De datacentermarkt is hierbij een van de gekozen strategische markten, waar Fujitsu een breed portfolio van toepassingen, producten en diensten biedt. Ook heeft Fujitsu een specifiek programma gericht op de ontwikkeling van de business van serviceproviders. Daarnaast biedt Fujitsu veel expertise op het gebied van opslag en archivering van medische data, zakelijke clouddiensten, ICT-security, datacenterinrichting en werkplekdiensten.
28
Belangrijkste voordelen De belangrijkste voordelen van deze uiterst groene Fujitsu Liquid Immersion Cooling (LICS) technologie zijn niet alleen een veertig procent besparing op het stroomverbruik doordat vloeistof koeling veel efficiënter is dan luchtkoeling, er is in een datacenter ook een vijftig procent lager ruimtebeslag in vergelijking met normale racks. Ook is er sprake van een lagere gevoeligheid voor hoge temperaturen, lucht vochtigheid, vervuilde en zoute lucht, waardoor Fujitsu LICS-technologie ook in ongunstige klimatologische omstandigheden kan worden ingezet. Tot slot is er ook sprake van veel minder lawaai(overlast) doordat voor de koeling geen fans in de servers nodig zijn. Dit laatste is zowel belangrijk voor de datacentermedewerkers als voor de omgeving.
De toegepaste 3M-vloeistof is niet geleidend én niet corrosief zodat een optimale koeling wordt bereikt zonder schade te veroorzaken aan de IT-componenten
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
Verschillen met andere systemen Fujitsu is niet de eerste die met een vloeistofgekoelde oplossing voor datacenters komt. Het nieuwe Fujitsu Liquid Immersion Cooling System onderscheid zich echter sterk ten opzichte van eerder op de markt gebrachte vloeistofgekoelde systemen doordat deze een aantal eigenschappen combineert. Zo wordt er voor de koeling een speciale vloeistof van 3M gebruikt. De toegepaste 3M-vloeistof is niet geleidend én niet corrosief – waarbij de datacenterapparatuur direct in contact met de vloeistof staat – zodat een optimale koeling wordt bereikt zonder schade te veroorzaken aan de IT-componenten. In het Fujitsu LICS-rack kan standaard server- en storageapparatuur worden gebruikt; het enige verschil is dat de systemen zonder fans worden geleverd of dat fans in de bios worden disabled. De toegepaste 3M-vloeistof is bovendien niet brandbaar; bij bijvoorbeeld oliegekoelde systemen is brandgevaar een reële mogelijkheid. Maar er is meer. Zo kan de koeling van de vloeistof geschieden met zowel water- als luchtgebaseerde koelsystemen. De Fujitsu LICS-racks kunnen worden opgesteld in ruimten waar minder voorzieningen zijn dan in de gebruikelijke datacenters. Hiermee kan worden bespaard op bouw technische voor zieningen, kosten van brandblusinstallaties en luchtzuiveringsinstallaties, terwijl aan de andere kant juist een hoge serverdichtheid – met bijbehorende energiedichtheid – kan worden gerealiseerd. In een standaard 24U Fujitsu LICS-rack kunnen op die wijze 48 high performance serversystemen worden geïnstalleerd. Hiermee wordt een zo efficiënt mogelijk gebruik van datacenterruimte én de beschikbare energievoorziening gerealiseerd.
De koeling van de vloeistof kan geschieden met zowel water- als luchtgebaseerde koelsystemen
Wanneer u geïnteresseerd bent in de toepassing van het Fujitsu Liquid Immersion Cooling System, bespreekt Fujitsu dit graag met u! Neem hiervoor contact op met Ron Klaas (ron.klaas@ts.fujitsu.com) of Frank Fijneman (frank.fijneman@ts.fujitsu.com) 29
Connecting the world with the power of technology™.
Samen zijn wij de toekomst de baas. Wij zijn er om klanten te helpen technologie in het 21e eeuwse leven te integreren en oplossingen te leveren die de wereld nodig heeft om te verbinden, te groeien en zich verder te ontwikkelen. Met alles van de nieuwste endpoint en advanced solutions tot en met gespecialiseerde producten en services, helpen wij oplossingen te ontwikkelen die inspelen op de behoeften van uw klanten. Gecombineerd met onze expertise, inzichten en uitvoering van wereldklasse en met als doel dat u uw bedrijfsresultaten kunt maximaliseren.
Call to action Ame est prepero eos doluptatem.
www.techdata.nl Tolnasingel 2 - 2411 PV BODEGRAVEN - 088 133 40 00
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
Interview | Michiel van Blommestein
Peter de Jong en Fred Traets, Bytesnet
Meer dan een datacenter Met een nieuw datacenter in Groningen wil Bytesnet een faciliteit bieden waar vooral, maar zeker niet alleen, kennisinstellingen terecht kunnen voor grootschalige dataverwerking. d’Root, zoals het gebouw heet, is een nieuw concept dat Bytesnet tot Data Competence Center heeft gedoopt en naast de bestaande datacenters in Rotterdam en Groningen zal opereren. Naast dat het een hypermodern en aardbevingsbestendig datacenter betreft met een technische installatie van Siemens, is d’Root in recordtijd gerealiseerd. Het idee achter d’Root is voortgekomen uit allerlei vragen die Bytesnet heeft gekregen van klanten en potentiële klanten, zo vertellen Peter de Jong, CEO van Bytesnet en projectmanager Fred Traets. “Daarom hebben we anderhalf jaar geleden besloten een heel nieuw concept neer te zetten”, zegt Peter de Jong. “Het is een combinatie van datacenter en datalab, waarbij we met noordelijke kenniscentra samenwerken op nieuwe ontwikkelingen rond bijvoorbeeld big data, maar ook op het gebied van nieuwe
Opvallend is het hoge tempo waarmee het datacenter is gerealiseerd datacentertechnologie.” Projecten die aan het nieuwe datacenter zijn gekoppeld zijn bijvoorbeeld het opwekken van energie uit waterstof en het koppelen van de faciliteit aan het warmtenet. “Onder de eerste gebruikers van het datacenter is Astron, een van de grootste dataverwerkers ter wereld.” Een van de unieke eigenschappen van d’Root is dat www.siemens.com/datacenters
het toegerust is op High Performance Computing (HPC). “We proberen daarnaast als datacenter zo groen mogelijk te zijn. De koeltechnieken zijn efficiënt, en uiteindelijk zal de waterstof waar we stroom uit willen opwekken ook groen zijn.”
Korte bouwtijd Opvallend is het hoge tempo waarmee het datacenter is gerealiseerd. “We zijn afgelopen december begonnen met de fundering. Het is nu bijna klaar, dus in acht maanden.” Traets, de projectmanager, legt uit dat dit mogelijk was doordat is gekozen voor een bouwteam, in plaats van een aanbesteding. Zo maakt Siemens deel uit van dat team. Het Duitse bedrijf leverde, via haar Competence Center Data Centers in Nederland, de Siemens Sivacon S8 laagspanning verdeelinrichting en 8PS railkanaalsysemen. “Bij deze projectvariant denken alle partijen mee, in plaats van dat ze alleen opdrachten uitvoeren van de aannemer”, zegt Traets. “Iedereen denkt out of the box en je hebt een veel betere samenwerking.” De gevolgen zijn dat iedere partij meer invloed heeft in het hele project, maar ook meer verantwoordelijkheden moet nemen. Het resultaat is uiteindelijk 5000 vierkante meter bruto vloerruimte en een vermogen van 6 MVA uit vier
jean-paul.lorrier@siemens.com
verschillende energiefeeds. “Je hebt dus volledige redundantie en veel flexibiliteit qua energiedistributie.” Vooral opvallend is de zeer lage PUE die tussen de 1.1 en 1.2 hangt, en dat is nog zonder de waterstofaandrijving. “We hebben een uniek koelsysteem, die hoofdzakelijk drycoolers gebruikt, dus met de buitenlucht”, zegt Traets. “Koelmachines gaan alleen aan bij hoge buitentemperaturen. Daarnaast maken we gebruik van de ASRAE-codes. De apparatuur van nu hoeft niet meer op 20 graden te worden gehouden, rond de 26-27 graden is afdoende.”
Fred Traets
00316 129 563 86 31
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Interview | Rashid Niamat | Foto Andrea Bartosova
De unieke propositie van Switch Datacenters
Efficiency datacenters de rode draad Het Nederlandse datacenterlandschap lijkt weinig gevarieerd. De meeste datacenters leveren al dag en jaar hetzelfde handjevol diensten: housing, stroom, koeling en connectiviteit. Een kleine groep levert daarnaast ook andere diensten. Tot die categorie behoort Switch Datacenters uit Amsterdam. Het bedrijf heeft een interessant portfolio, gebaseerd op een heldere visie op de toekomst. Die combinatie is uniek voor de Nederlandse markt. Switch Datacenters is in 1998 gestart en behoort daarmee tot de meest ervaren Nederlandse partijen, aldus CEO en medeoprichter Gregor Snip. Het bedrijf exploiteert drie datacenters in de metroregio Amsterdam; twee zijn gebouwd in opdracht van Switch, het derde betreft een bestaand datacenter dat na de overname grondig is gerenoveerd om aan de eisen van Switch te kunnen voldoen. Daarmee is een tweede activiteit van Switch genoemd: het runt niet alleen datacenters, het bepaalt ook het design, binnen- en buitenzijde. “Dat doen we niet alleen voor onze eigen gebouwen”, legt Snip uit. “We zijn ook actief als ontwerper en opdrachtgever voor de bouw van wat wij noemen wholesale datacenters.”
Efficiency als wederzijds belang “Voor elk datacenter uit de koker van Switch gelden dezelfde uitgangspunten”, vult managing director Edgar van Essen aan. “We sturen strak op maximaal efficiënte datacenters.” Datacenters met de uitstraling van een vijfsterrenhotel is niet waar Switch voor staat. Klanten doen zaken met Switch om andere redenen, legt Van Essen uit: “De kracht van Switch is altijd al geweest dat we meer doen dan de klant verwacht en hem graag advies geven over hoe hij zijn ruimte optimaal kan benutten. We maken er geen geheim van dat we dat ook uit eigen belang doen. Een klant 32
die zijn racks optimaal heeft ingericht en aangesloten, verbruikt minder stroom en koeling. Als klanten efficiënt omgaan met ruimte, stroom en koeling scheelt hen dat kosten. Voor ons is het ook belangrijk want door zijn bijdrage kunnen we het gehele datacenter efficiënter runnen. Efficiency is dus een wederzijds belang.”
Doordachte koeling Snip gaat daar verder op in: “We zijn net als een conciërge, die de huurders welwillend advies geeft waar uiteindelijk het hele complex van profiteert. We kunnen dat doen omdat we over de juiste kennis en ervaring beschikken om datacenters tot in detail in te richten en exploiteren. Dat betekent ook dat we constant investeren eigen design en verbeteringen.” Voorbeeld van dat laatste is adiabatische koeling. Snip en zijn collega’s hebben daar een verbetering doorgevoerd. Het resultaat staat bekend als indirecte adiabatische koeling (zie kader). Dat ontwerp is zo doordacht en efficiënt dat het ook onderdeel is geworden van het OCP-programma. “De hyperscalers die aan de wieg hebben gestaan van OCP zien voor de eigen dedicated datacenters vrije koeling
(buitenlucht direct naar binnen blazen, red.) als optimale oplossing”, legt Snip uit. “Wij hebben echter aangegeven dat dit voor datacenters met colo-faciliteiten niet optimaal is en dat een aangepaste adiabatische koeling, ons ontwerp dus, tot betere resultaten leidt die dezelfde luchtkwaliteit binnen de datazaal garandeert als de conventionele koeling. Dat is onderzocht en inmiddels is het als goede manier van koelen door de OCP-community geaccepteerd.”
OCP bespaart geld en geeft betere marge Bij Switch kunnen ze ook precies uitleggen wat OCP voor de rekening van de klant betekent. “In de meeste conventionele datacenters bepaalt de koeling van de IT-load tot 40 procent van
Edgar van Essen en Gregor Snip
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
‘ We sturen strak op maximaal efficiënte datacenters’
Rendering van het AMS1 datacenter van Switch met indirecte adiabatische koeling op het dak
de kosten. In onze op OCP en indirecte adiabatische koeling gebaseerde architectuur kunnen we dat terugbrengen tot 5 procent. Dat is slechts een van vele voorbeelden. Die besparing rekenen we uiteraard door naar de klant. Hij kan daardoor een betere marge maken, waar wij op de lange termijn ook van profiteren.”
inslag zijn. 2N is veel eenvoudiger te managen dan bijvoorbeeld een 3+1. Het onderhoud is ook totaal onvergelijkbaar. Wij kunnen voor onderhoud of uitbreiding een feed uitzetten en de business gaat gewoon door. 2N is een wezenlijke randvoorwaarde voor efficiënte dienstverlening.”
Waarom OCP belangrijk is Stroomvoorziening volgens Switch Snip weet eveneens de Switch-visie op de stroomvoorziening op twee verschillende niveaus goed te verwoorden. Het eerste is het rackniveau. OCP betekent dat het rack de servers rechtstreeks voedt met een 12V/48V DC busbar. Dat voorkomt tot tien procent stroomverlies door conversie. Het zorgt ook voor minder afval en lagere vervangingskosten; een OCP-server heeft immers geen eigen voeding maar gecentraliseerde universele en herbruikbare voedingen in het rack. Het andere niveau is de stroomvoorziening van het datacenter zelf. “Wij zijn een van de weinige partijen die 2N redundantie als norm hebben. We adviseren al onze klanten altijd de twee onafhankelijke voedingen te gebruiken voor de hoogste uptime. Bij ons komen dus geen 3+1-oplossingen voor waarbij UPS’en of generatoren aan elkaar gekoppeld zijn, die elders schering en www.switchdatacenters.com
Het is duidelijk dat efficiency en OCP nu al belangrijk zijn voor Switch, maar OCP wordt dat voor de hele sector. Snip: “OCP is voorwaarde om klaar te zijn voor de toekomst. Een toekomst waar duurzaamheid een nog belangrijkere rol speelt en alleen de bedrijven overleven die meer kunnen doen met minder mensen. Wij lopen wat dat betreft voor op de markt. Dat levert onze klanten een strategische en operationele voorsprong van meerdere jaren op.”
Top of mind Die boodschap zal door Switch de komende periode vaker worden verkondigd. Van Essen: “We willen daarmee in ieder geval bereiken top of mind te worden bij inkopers en automatiseerders die de IT van grote ondernemingen onder hun hoede hebben. We gaan zo voor groepen die zoeken naar echt Nederlandse datacenters in de metroregio Amsterdam de logische keuze worden.”
+31 20 691 6424
Dat betekent zeker niet dat men alleen op zoek gaat naar grote klanten. “Elke klant is voor ons even belangrijk, of het nu gaat om één rack of honderd racks”, verzekert Van Essen. “Daarin verschillen we van internationale concurrenten in deze regio.” Snip voegt daar nog aan toe: “Switch blijft zich onderscheiden omdat het meer en beter kan adviseren en dat gezamenlijke belang van een tevreden en goed draaiende klant als geen ander inziet.” Het is dan ook geen toeval dat Switch steeds meer overstappers als nieuwe klanten verwelkomt. Die zijn ontevreden over andere datacenters, waar service moet wijken voor commercie. Snip: “Klanten waarderen Switch om meer dan de kwaliteit van diensten en scherpe prijzen. Ze waarderen het zaken te doen met een groep bevlogen, ervaren en onafhankelijke denkers. Dat wordt steeds belangrijker gevonden in tijden van datacenterconsolidaties en mondiale cloud-aanbieders.”
Het voordeel van indirecte adiabatische koeling Bij directe adiabatische koeling wordt buitenlucht met waternevel gekoeld en die lucht wordt het datacenter ingeblazen. Het nadeel hiervan is een grote toename van de luchtvochtigheid in het datacenter, hetgeen slecht is voor de apparatuur. Bij indirecte adiabatische koeling wordt de buitenlucht eveneens met waternevel gekoeld maar via een warmtewisselaar wordt de koelte overgedragen aan de lucht binnen. Op die manier komen er geen buitenlucht en extra vocht het datacenter binnen.
twitter.com/SwitchAms 33
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Interview | Rashid Niamat
Simac Cloud Exchange
De snelweg naar externe clouds mogelijk gemaakt door DCspine In ChannelConnect van mei 2018 werd stilgestaan bij het innovatieve connectiviteitsaanbod van DCspine. Daarbij stond het onderling verbinden van datacenters middels hoge capaciteit, on demand verbindingen via glasvezel centraal. De dienst is ook het antwoord op situaties waarbij organisaties via datacenters met externe clouds verbonden willen worden. Simac uit Veldhoven was bereid dat met een bestaande klantcase toe te lichten. Bas van der Wijst, manager Cloud & IT Service Delivery van Simac staat eerst stil bij de klantgroepen waar hij zich op richt. “Simac heeft meerdere bedrijfsactiviteiten. Wij richten ons onder andere op het aanbieden van managed services en daarbij spelen onze datacenters een centrale rol.” Klanten die van deze dienst gebruikmaken zijn vooral mkb+ en (kleinere) enterpriseorganisaties met het hoofdkantoor, en daarmee de meeste data, in Nederland. Deze klantgroepen bewegen net als de rest van de markt steeds meer naar de cloud. “Onder andere financiële-, technische- en compliancyredenen
het ongewenst de publieke Azure-cloud via het open internet te benaderen. Er lagen al verbindingen tussen de eindlocaties en de Simac datacenters en dat is ook de basis geworden van de ontsluiting van Azure. “Onze klant wilde het personeel op een veilige manier en met garanties over continue beschikbaarheid naar Azure laten gaan. Samen met DCspine is Simac in staat hiervoor de juiste oplossing te leveren. Naast de managed omgeving van Simac levert DCspine voor ons een beveiligde en managed connectie zodat vanaf onze datacenters een goede snelweg naar Azure tot stand gebracht is.”
Van der Wijst haakt daarop in: “Bij onze klant was het inderdaad een punt van zorg dat prestaties bij het gebruik van Azure niet altijd zoals gewenst waren. Daarom vroegen ze ons met een robuuste oplossing te komen. Het voordeel van DCspine is dat we daarmee proven technology leveren en het is een dienst die security met gegarandeerde performance combineert. Dat was exact wat de klant van ons verwachtte.”
‘ We zijn twee goed op elkaar ingespeelde partijen die deel uitmaken van een omvangrijk ecosysteem’ zorgen voor een sterke voorkeur voor het hybride cloudmodel waarbij zowel private als public clouddiensten worden afgenomen. Met het eigen securityportfolio zorgt Simac ervoor dat het ook een verantwoorde keuze is.”
Klantvraag De case die Simac hiervoor aanhaalt is die van een Nederlandse onderneming die naast een private cloudomgeving bij Simac ook van Azure gebruik wil maken. Om begrijpelijke redenen was 34
Performance Jan Michiel Berkel, director van DCspine, licht verder toe: “De garanties waar Bas het over heeft zijn echt nodig voor wie op grote schaal Azure en Office 365 gebruikt. We vangen regelmatig signalen op dat organisaties met veel werkplekken, of waarbij men de clouddienst intensief benut, tegen performance-issues oplopen als men deze via internet gebruikt.” De gevolgen daarvan laten zich raden: de productiviteit leidt er onder en de kans op security-issues is groter.
Bas van der Wijst
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
‘ Onze klant wilde het personeel op een veilige manier met de sterkte garanties naar Azure laten gaan’ Jan Michiel Berkel
De oplossing Simac heeft deze klant aangesloten op de Simac Cloud Exchange. Het kent drie pijlers: hoge capaciteit, eenvoudig te realiseren en een hoge mate van flexibiliteit. Het verzorgt de beveiligde toegang tot verschillende publieke clouds. DCspine is hierin een essentiële schakel: het levert de connectie vanaf de datacenters van Simac naar de cloudconnects van bijvoorbeeld Azure. In dit concrete geval betekent het dat via DCspine de Simac datacenters zijn verbonden met een datacenter waar Megaport aanwezig is, dat is een van de partijen met cloudconnects naar Azure. Simac heeft hiervoor bewust directe contracten met DCspine en Megaport gesloten. De klant zelf hoeft geen onderhandelingen te voeren met derden.
Schaalbaar en flexibel Simac Cloud Exchange is schaalbaar en flexibel. Daarmee voldoet het aan de groeiende klantvraag om niet méér te hoeven afnemen dan op dat moment noodzakelijk is en ook niet langer dan nodig is. Berkel: “Je merkt dat het ‘on demand’-model van clouddiensten steeds vaker ook bij andere diensten wordt verlangd door de markt, ook bij de managed services zoals Simac die levert.
Tot voor kort was dat bij connectiviteit lastig te realiseren. De contracten hebben traditioneel langere looptijden en tussentijds op- of afschalen is complex. DCspine heeft die beperkingen niet. Daarmee is het voor Simac mogelijk geworden de SCE-dienst in de markt te zetten. Er zijn upfront geen omvangrijke investering nodig en als de klant zijn verbruik of contract wijzigt, zal dat voor Simac geen risico’s betekenen.” Van der Wijst vult aan: “Wat Jan Michiel zegt klopt volledig. Wat ik daarbij nog wil opmerken is dat de doorlooptijden die vroeger golden voor het opleveren van connectiviteit ook verleden tijd zijn.”
Snelheid van leveren Berkel: “Als we naar deze case kijken, hebben we te maken met drie partijen. Wij hebben met Simac een overeenkomst voor ons deel, dat is de beveiligde en schaalbare connectiviteit naar de connect van Megaport. Daarnaast heeft Simac rechtstreeks een contract met Megaport gesloten vanaf de connect naar publieke clouds. In totaal heeft dat van eerste contact tot oplevering drie weken in beslag genomen. DCspine levert zelf de verbinding binnen een dag na ordering op, maar heeft in dit traject ook een leidende rol genomen in het commerciële
voortraject, het leggen van de contacten met Megaport en het creëren van de benodigde fysieke patches. We weten dat het in minder dan een week up and running kan zijn. Dat het nu langer duurde heeft onder andere te maken met de doorlooptijd van het voortraject waarin de verschillende diensten van A tot Z zijn besproken.” De dienst draait naar volle tevredenheid van de klant en die heeft er verder geen omkijken naar, dat heeft hij immers volledig bij Simac belegd. Van der Wijst: “Onze klant heeft een perfecte flexibele schaalbare oplossing, één die bovendien ook nog eens veilig en managed is. Dat is precies wat hij wilde. Onze ervaring is dat de samenwerking heel goed was. De specialisten van DCspine en Simac spreken elkaars taal en dat zorgt ervoor dat het eindplaatje staat als een huis.” Berkel: “Simac is voor ons een belangrijke partner omdat ze een rol innemen die wij bewust niet vervullen. Onze core business en expertise is het leveren van connectiviteit tussen datacenters en richting de cloud, voor alles daar omheen werken we graag samen met partners zoals Simac. We zijn twee goed op elkaar ingespeelde partijen die deel uitmaken van een omvangrijk ecosysteem.” 35
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Event | Rashid Niamat
Neutral Peering Days steeds interessanter Jan Hoogenboom
Op 13 en 14 september worden in Scheveningen de jaarlijkse Neutral Peering Days gehouden. Het event is bekend bij hosters, service providers en content aanbieders, niet in de laatste plaats door de Late Summer Drinks. De organisatie werkt eraan het programma voor nog meer partijen interessant te maken. Jan Hoogenboom, oprichter van NL-ix, legt uit waarom. “Om te begrijpen waar we heen gaan moeten we eerst terug in de tijd. NL-ix is inmiddels tien jaar geleden begonnen met de jaarlijkse Late Summer Drinks aan het strand in Scheveningen. Dat evenement is uitgegroeid tot de perfecte locatie om met collega’s uit het vak te
Nederlands evenement waar partijen met elkaar konden overleggen en afspraken konden maken over de manier waarop verkeer wordt uitgewisseld met daarnaast een inhoudelijk programma groot was. Daarom zijn de Neutral Peering Days twee jaar geleden ontstaan en in
‘ Alhoewel onze Exchange momenteel de nummer vijf van de wereld is, hebben we ons nooit uitsluitend gefocust op peering’ praten”, legt Hoogenboom uit. De eerste jaren was het een Nederlandse aangelegenheid. NL-ix heeft inmiddels de vleugels uitgeslagen en wordt in steeds meer landen bekend. Daardoor willen ook steeds meer internationale relaties aan de Summer Drinks deelnemen, maar dat stuit op het praktische probleem dat weinigen toestemming krijgen om voor een avond naar Scheveningen te vliegen. Dat noopte NL-ix tot het vinden van een oplossing. Wat redelijk eenvoudig bleek, omdat de behoefte aan een 36
korte tijd uitgegroeid tot het grootste event in Nederland en ver daarbuiten voor iedereen die iets met peering of interconnectie te maken heeft. En dat heeft natuurlijk ook iets te maken met de positie die Nederland als internethub in Europa inneemt.
Anders dan andere Exchanges Hoogenboom: “Alhoewel onze Exchange momenteel de nummer vijf van de wereld is en 2,3Tbps peak-peeringverkeer verwerkt, hebben
we ons nooit uitsluitend gefocust op peering. De interconnectbehoefte van onze klant heeft altijd centraal gestaan en die kan breder zijn dan alleen peering. Dat heeft ons gevormd tot een Interconnect Exchange met een portfolio dat het volledige scala aan interconnec tmogelijkheden beslaat; daarin zijn we anders dan de Incumbent Exchanges. Daarnaast maakt ons fijnmazige netwerk, wat zoveel datacenters in zowel Nederland als daarbuiten met elkaar verbindt, ons ook anders.”
De Hybrid Massive Cloud “Enerzijds zien we dat IX-peering onder druk staat. Steeds meer partijen handelen verkeer buiten de exchange af. Daarnaast is de prijs van transit, een alternatief voor peering, sterk gedaald; het gevolg is een strijd om wallet share met als resultaat een druk op de prijs van peeringdiensten. Aan de andere kant zien we de digitale transformatie op alle fronten meer en meer body krijgen. En waar we het binnen die context nu hebben over de hybrid-multicloud, hebben we het, bij een verdergaande digitalisering over een paar jaar zomaar over de hybrid massive cloud, inclusief een exploderende vraag naar interconnectdiensten die al die
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
clouds, applicaties, bedrijven, afnemers, partners en software op een veilige, low latency, elastische en gedegen manier bij elkaar brengen. De onderwerpen die hierboven kort zijn aangestipt zijn de centrale onderwerpen op de Neutral Peering Days 2018 en relevant voor alle partijen die betrokken zijn bij deze ontwikkelingen of het nu content netwerken, CDN’s, service providers, cloudpartijen, consultants, integrators en niet in het minst de vertegenwoordigers van de zakelijke markt verantwoordelijk voor de ICT en digitale transformatie zijn. We nodigen ze dan ook van harte uit.”
Van elkaar leren en met elkaar zaken doen De Late Summer Drink staat bekend om de relaxte sfeer en de vele gesprekken die tussen oude en nieuwe bekenden worden gevoerd. “Op de Neutral Peering Days hebben we precies dat gevoel willen doortrekken. Informatie delen via presentaties maar ook mensen met elkaar in contact brengen. Dat www.nl-ix.net
hebben we zo ook georganiseerd. Via een app kunnen afspraken, één-op-ééngesprekken worden ingepland waarvoor in het programma tijd is ingeruimd en waar in het Kurhaus zelfs een speciale ruimte voor wordt ingericht, compleet met lounge banken en een hele goede barista.”
Het afgelopen jaar was er veel vraag naar de ‘Meet Me’-sessies Het afgelopen jaar was er veel vraag naar die ‘Meet Me’-sessies. “We zien dat uiteenlopende deelnemers van content en SaaS-aanbieders uit de VS tot hardwarevendoren uit Azië vooraf via de app de ‘Meet Me’-afspraken inplannen; zij zijn dat al meer gewend dan wij in Europa. Zij kunnen zo in twee dagen tijd
heel veel gerichte gesprekken voeren. Alleen daarom al neemt de belangstelling uit die hoek voor de Neutral Peering Days verder toe”, zegt Hoogenboom. Daarnaast ziet hij dat de vaste bezoekers uit de datacenter, telco, isp-wereld en de nieuwe zakelijke gebruikers veel van elkaar kunnen leren. NL-ix vult als neutrale organisatie een gat in de markt op en weet honderden bezoekers uit binnen- en buitenland bij elkaar te krijgen. Met het geven van meer aandacht aan de zakelijke gebruikers wordt het event nog interessanter. Dat is in het voordeel van alle partijen, leidt tot meer business en helpt Nederland nog beter op de kaart te zetten.
sales@nl-ix.net +31 (0)70 312 0710
https://www.twitter.com/nl_ix 37
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Interview | Rashid Niamat
Carlo Brouwer CEO van de STULZ Groep
De belangrijkste trends voor STULZ
De STULZ Groep B.V. is onderdeel van het Duitse STULZ dat afgelopen jaar het 70-jarig jubileum vierde. Daarmee is het een zeer volwassen partij. Een extra reden om met CEO Carlo Brouwer over meer dan de technische oplossingen te praten. Brouwer zoomde daarvoor in op trends en uitdagingen. STULZ is gespecialiseerd in temperatuuren vochtigheid-managementtechnologie. Het zorgt voor de juiste temperatuur en luchtvochtigheid in onder andere productieomgevingen, laboratoria, serverruimtes en datacenters. In laboratoria en bepaalde productieruimtes zorgt het ook dat die stofarm of zelfs stofvrij zijn. Dat geeft aan dat het portfolio meer omvat dat wat door de datacentersector wordt ingezet. Die sector vertegenwoordigt wel de meeste omzet voor STULZ in Nederland. “Op dit moment is voor ons de datacentersector de grootste klantgroep. Serverruimtes is voor ons een apart segment, daar zijn we ook actief, maar die markt groeit minder”, zegt Brouwer en voegt daar aan toe dat er wel een duidelijke nieuwe sector sterk in opkomst is. “We noteren een goede groei van de warmtepompen, wat past bij de bredere marktvraag naar meer duurzaamheid.” Daarmee is een eerste trend benoemd.
Meer vraag naar maatwerk Een andere trend waar Brouwer op wijst gaat specifiek over datacenters. De ingenieursbureaus die de nieuwbouw en renovaties voorbereiden zijn steeds meer op zoek naar de rand. Omdat de eigenaren van datacenters steeds meer willen halen uit de gebouwen worden de eisen die aan de installaties worden gesteld steeds zwaarder. “Ingenieurs leggen ons steeds vaker vraagstukken voor die de grenzen van de huidige 38
mogelijkheden opzoeken. Gekscherend zeg ik wel eens dat ze niet het randje opzoeken maar met minimaal een teen daarover heen gaan.” Die ontwikkeling is voor STULZ belangrijk, het betekent namelijk meer maatwerk. Dat is volgens Brouwer een groot verschil met de situatie van tien jaar geleden, toen waren standaard oplossingen het meest gevraagd.
datacenters. “Omdat er minder hardware in staat kan een edge datacenter met minder koeling uit”, legt Brouwer uit. “Daarmee is het een type ruimte waarvoor koelingen die wij aan de telecomindustrie leveren volstaan. Dat is een opvallende ontwikkeling omdat temperatuur- en luchtvochtigheidsoplossingen specifiek voor een type gebruik en klant ontwikkeld nu veel breder kunnen worden ingezet.”
Decentraal naast centraal
Het microdatacenter is iets heel anders. Brouwer: “Onze Britse collega’s produceren deze oplossing. Het is het antwoord op de vraag van verschillende beroepsgroepen die, ondanks coloen cloudmogelijkheden, een eigen
De derde trend die Brouwer noemt is de vraag naar meer decentrale oplossingen. “Naast de vraag naar grote datacenters die zich tot de bekende regio’s van Europa beperkt, zien we een goede
‘ Alles is zoveel beter, zuiniger en stiller dan tien jaar geleden en toch is er nog steeds een grote uitdaging. Dat is de restwarmte’ vraagontwikkeling naar kleinere locaties. Afhankelijk van het gebruik noemen we dat edge datacenters, maar in ons portfolio zit ook een oplossing die we microdatacenter noemen.” Voor STULZ zijn edge datacenters een interessante markt, ook omdat daar andere eisen aan de klimaatbeheersing worden gesteld dan voor reguliere
kleinschalige serverruimte in het gebouw moeten hebben.” Brouwer noemt de medische sector en advocaten als voorbeelden van klantgroepen. De microdatacenters zijn maximaal drie standaard racks groot. De gebruiker hoeft zich geen zorgen te maken over de koeling, noodstroom of een separate blusinstallatie, dat is in de unit
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
Ingenieurs leggen steeds vaker vraagstukken voor die de grenzen van de mogelijkheden opzoeken geïntegreerd. De racks worden naar binnen gereden, aangesloten op stroom, connectiviteit en water als er niet voor de DX-optie is gekozen en daarmee is het autonome systeem up and running.
Hyperscalers en datacenter torens Uiteraard komt ook de regio Amsterdam ter sprake met grote datacenters die vaker de hoogte ingaan en de hyperscalers met nog steeds maximaal twee verdiepingen. De consequentie van hoogbouw is dat er te weinig dakoppervlak is om voldoende conventionele air handlers te plaatsen. “Het is ook daarom dat we als fabrikant steeds meer worden gechallenged door de ingenieursbureaus en datacentereigenaren te komen met nog betere en slimmere oplossingen”, geeft Brouwer aan en bevestigt dat STULZ daarom eerder bij projecten betrokken wordt. Overigens is het niet zo dat bij de hyperscalers in de polder, waar wel sprake is van grote platte daken gewone air handlers worden gebruikt. Daar is sprake van zulke hoge vermogens en compacte vloerbezetting dat niet meer mogelijk is die met lucht te koelen. Brouwer: “Als het je al zou lukken met lucht te koelen heb je luchtsnelheden op de vloeren waarbij mensen niet meer kunnen werken.” Daarom gebruiken de hyperscalers vaker chilled water cracs, wat trouwens ook nog positiever is voor het energieverbruik. www.stulz.nl
Carlo Brouwer
Kwaliteit en milieu Via de koelingsvraagstukken van hoge datacenters en hyperscalers komt het gesprek uit bij de begrippen kwaliteit en milieu. Brouwer: “Het is nog te vroeg om het een trend te noemen, maar we signaleren wel meer vragen over stillere oplossingen. Dat heeft te maken dat datacenters dichter bij woonwijken komen. Daar zit niemand te wachten op toegenomen milieubelasting in de vorm van een constante bron van geluid. Wij spelen daar op in door onze ventilatoren groter en stiller te maken. Met meer kwaliteit kunnen we aan die specifieke milieueis voldoen.” Brouwer ziet verder dat klanten vaker om servicecontracten van vijf jaar en langer vragen. “Ook dat betekent dat de klant op kwaliteit stuurt. Slechte spullen kun je immers geen vijf jaar servicen. Het zegt verder dat klanten langer met de installaties willen doen. We zien zelfs meer voorkomen dat men een modulaire installatie wil hebben, zodat die na een renovatie of
verhuizing nog kan worden ingezet. Langere levensduur en inzet hebben een economisch voordeel, maar het is ook beter voor het milieu.”
Uitdaging De markt vraagt steeds meer van partijen met een bewezen trackrecord van kwaliteit. Dat is exact wat STULZ biedt en men beschouwt zich daarmee als de one stop shop voor maatwerk. Kijkend naar marktontwikkelingen staan alle seinen op groen voor STULZ. Toch blijkt aan het eind van het gesprek dat Brouwer een echte uitdaging voor de hele keten blijft zien. “We leveren steeds efficiëntere producten. Alles is zoveel beter, zuiniger en stiller dan tien jaar geleden en toch is er nog steeds een grote uitdaging. Dat is de restwarmte. Het is zo zonde dat we er nog niet in geslaagd zijn daar een oplossing voor te vinden. Dat vind ik jammer. Maar ik blijf optimistisch en weet dat, als die oplossing er komt, daar voor STULZ een rol is weggelegd.”
020 545 1111 39
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Interview | Edwin Feldmann | Foto Rogier Bos
Directe aansluiting op AMS-IX nu nog makkelijker
EasyAccess draait om eenvoud, kostenefficiënt, lage latency en veiligheid Wat Johan Cruijff was in de voetbalwereld, is de AMS-IX zo ongeveer in de internetwereld: een icoon uit Nederland met wereldwijde bekendheid. En de internet exchange is druk bezig om connectiviteit voor het Nederlandse midden- en kleinbedrijf te vereenvoudigen met EasyAccess. AMS-IX heef t op dit moment POP-locaties (point-of-presence) in veertien datacenters in de regio Amsterdam. Voor partijen die daar ver vandaan zaten, was het tot voor kort
sluiten. Dat werkt ook door in de kosten die uiteindelijk veel aantrekkelijker zijn geworden”, stelt Mitrov. EasyAccess biedt nog meer voordelen, volgens de organisatie. Omdat het
EasyAccess verlaagt de drempel om een aansluiting op AMS-IX te nemen minder eenvoudig om een connectie te maken met de Amsterdam Internet Exchange (AMS-IX). Daarvoor moesten ze eerst zelf een oplossing zoeken. Daarom heeft AMS-IX een directe verbinding op de internet exchange mogelijk gemaakt bij nog eens 25 datacenters verspreid in Nederland. EasyAccess heet die dienst die in de lente geïntroduceerd is. “Het betekent dat klanten niet zelf contracten hoeven te sluiten met derde partijen én met de AMS-IX. Er is maar één contract en dat is met de AMS-IX”, vertelt Aleksandar Mitrov, Product & Business Development Manager bij AMS-IX. “Het is een all-in-one-service waarbij peering en transport van data zijn inbegrepen.”
dataverkeer direct van de ene naar de andere partij kan, hoeft het niet over het publieke internet. Dat maakt het veiliger en minder kwetsbaar voor criminelen. “Je ziet dat vooral grote ondernemingen daar steeds meer in geïnteresseerd zijn, mede vanwege de aangescherpte wet- en regelgeving”, constateert Mitrov.
heeft, is de vertraging aanmerkelijk lager dan als het via het publieke internet zou gaan. Bovendien kunnen EasyAccess-klanten direct ‘peeren’ (verkeer uitwisselen, red.) met andere partijen en diensten die zijn aangesloten op AMS-IX, zoals betaalproviders of anti-DDoS-leveranciers, zonder dat er separate verbindingen gerealiseerd hoeven te worden.” EasyAccess biedt dus diverse voordelen voor eindklanten. Maar ook de 25 datacenters waar nu direct een AMS-IXaansluiting kan worden afgenomen, profiteren van de aanwezigheid van de internetexchange, stelt Mitrov. “De connectiviteit naar AMS-IX in een datacenter trekt andere diensten en partijen aan.”
Latency “We krijgen steeds meer enterprises als klant. Die zitten vaak in verschillende datacenters in Nederland.“ Bij AMS-IX zijn nu ruim 800 organisaties aangesloten. Een deel daarvan zijn ISP’s (carriers), contentproviders, hostingpartijen, cloudproviders, security-suppliers en partijen uit de gamingindustrie.
Meer flexibiliteit Bovendien biedt EasyAccess meer mogelijkheden om kleinere poorten af te nemen. Wie voorheen bij AMS-IX een aansluiting kreeg, moest kiezen uit 1GE-, 10GE- of 100GE-poorten. Bij EasyAccess begint het bij 100 Mbps. “Dat verlaagt de drempel voor een aantal organisaties om zich bij de AMS-IX aan te ams-ix.net 40
Voor grote ondernemingen wordt het steeds belangrijker om direct een aansluiting op een internetexchange te hebben. Een belangrijke reden daarvoor is de betere beveiliging van het dataverkeer maar ook de lagere latency, stelt Mitrov. “Als een partij een directe verbinding met een cloudaanbieder
sales@ams-ix.net
020 305 89 99
Aleksandar Mitrov
@AMS_IX
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
Interview | Dirkjan van Ittersum
Smartdc levert colocatie op historische locatie In de Van Nellefabriek werd vroeger koffie, thee en tabak geproduceerd. Tegenwoordig staan er servers te blazen. Heel veel servers, want het gebouw herbergt het grootste datacenter van Rotterdam. Smartdc heeft er 3500 vierkante meter afgehuurd en groeit alweer uit zijn jasje. Wie de voormalige fabriek ziet, krijgt al gauw nostalgische gevoelens. Niet voor niets is het complex door Unesco aangemerkt als Nederlands werelderfgoed. Het interieur van de Van Nellefabriek is juist opvallend modern. Datacenter Smartdc heeft gekozen voor veel glas. “Wij zijn transparant in zaken en hebben dat als uitgangspunt genomen voor de inrichting. Onze meetingrooms zijn van glas waardoor je er direct binnen kijkt. Ook onze powerhouses hebben glazen wanden”, legt managing director Richard Boogaard uit.
23.000 volt Smartdc levert colocatiediensten aan zowel regionale bedrijven als (ver) daarbuiten. Dat het datacenter in een oude fabriekshal zit, brengt onverwachte voordelen met zich mee. “Het gebouw is aangesloten op het 23.000 volt-netwerk waardoor we altijd ruim voldoende stroom hebben. Dat zorgt voor een bewezen hogere uptime.” Klanten van het datacenter betalen per rack en rekenen stroom en connectiviteit apart af. “We zijn carrier-neutraal. Er is keuze uit twaalf leveranciers van connectiviteit. We hebben wel i3D.net als preferred supplier waar al afspraken mee zijn gemaakt over betaling op basis van gebruik. Van oudsher hebben we een nauwe relatie met dit bedrijf. Als er voor een andere carrier wordt gekozen, kan de klant daar apart afspraken mee maken”, vertelt Boogaard.
“We zitten hier op de backbone van het internet. De hoofdader van Amsterdam, Londen, Parijs en Frankfurt loopt hier door de straat.” Opvallend is verder de opbouw van het datacenter. Er zijn modules met racks, beginnend bij 16 stuks tot maximaal 50. “Het zijn afgesloten ruimtes met biometrische beveiliging. Ze hebben ook een eigen koel- en blussysteem. Feitelijk zijn het autonome mini-datacenters. Daardoor blijft een eventueel incident heel lokaal.”
Tweede datacenter Smartdc omschrijft zichzelf als een typisch Rotterdams bedrijf met termen als ‘duidelijk, eerlijk en hands-on’. Toch beperkt het bedrijf zich niet tot de locatie Rotterdam. Er is een tweede datacenter in Heerlen. “Het leuke is dat Heerlen een directe link heeft met de twee grootste internet exchanges van Europa:
Amsterdam en Frankfurt. Dat maakt het een bijzondere propositie.” Veel klanten gebruiken de tweede locatie voor back-up. Mocht er wat misgaan bij het ene datacenter, kan er direct worden overgeschakeld. Dat is van belang bij calamiteiten, bijvoorbeeld brand of overstromingen. “Heerlen ligt 100 meter boven NAP. Buitenlandse klanten stellen daar soms vragen over. Het pand in Rotterdam ligt 80 centimeter boven NAP. Dat is altijd nog een hoger dan de meeste datacenters in de regio Amsterdam.” De belangstelling voor het Rotterdamse datacenter is dermate groot dat het gebouw inmiddels bijna vol zit. Boogaard: “Gelukkig is er hier nog een tweede grote hal die we kunnen gebruiken. We zijn een businessplan aan het schrijven.”
Over de verbindingssnelheid hoeven klanten zich geen zorgen te maken. www.smartdc.net
sales@smartdc.net
(0)10 890 0048
twitter.com/Smart_DC 41
Meet up with NL-ix members and … the international peering, ICT & interconnection community!
FREE ADMISSION
PROGRAM Wednesday 12-09 evening Thursday 13-09
KICK-OFF DRINKS
Meet your peers, speakers, the sponsors and colleagues at our ‘Welcome drink’ at the crazy Pianos.
TRACK 1 PEERING & INTERCONNECT LANDSCAPE An overview of what is happening around the globe and hopefully an answer to the question: ‘Does Peering have a future?’
Thursday 13-09 evening
LATE SUMMER DRINK
Friday 14-09
PEERING TECH
Friday 14-09 evening
TRACK 2 THE DIGITAL TRANSFORMATION: driving the interconnect need A focus on the new and exciting ways in which Digital Transformation is changing the business landscape and the interconnect needs of enterprises and ISPs alike.
WHAT THE HACK? During the What the Hack Hackathon multiple teams of programmers, developers and tech professionals will work around the clock and in competition with each other.
The always popular Late Summer Drink. With close to 400 guests attending last year (despite some seriously heavy weather!) this is one sociable evening you won’t want to miss!
The need for higher speed, monitoring and automation and a tasty panel; A deep dive into tech!
BBQ@NL-ix Hq
THE DIGITAL TRANSFORMATION & SECURITY The Interconnected era offers a multitude of opportunities, but it also brings about threats: So Security is the word!
WHAT THE HACK? Objective: to build innovative software solutions for solving real-world DDoS problems.
We will close the Neutral Peering Days on home turf. We will take our national and international guests by bus to the NL-ix offices where you will have the opportunity to see our offices, meet our complete staff and eat some good burgers at the same time. The BBQ ends at 19.00.
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
Interview | Marco Mekenkamp
Legrand Data Center Solutions: een wereldwijde partner om op te bouwen De datacentermarkt wordt steeds volwassener. De focus ligt inmiddels steeds meer op beschikbaarheid, efficiëntie en kostenbeheersing. Wie tegenwoordig een datacenter bouwt, moet flexibel en modulair te werk gaan om in te spelen op de continu veranderende vraag vanuit de markt. Projecten worden steeds complexer door de toenemende globalisering en de behoefte aan geïntegreerde oplossingen om te voldoen aan wereldwijde standaarden. Support en assistentie van een goed geïnformeerde, betrouwbare partner is dan essentieel. De gespecialiseerde merken van Legrand Data Center Solutions – Legrand, Minkels en Raritan – zijn de betrouwbare, wereldwijde partners voor duizenden organisaties.
Legrand Data Center Solutions Legrand Data Center Solutions verzorgt duurzame oplossingen voor het datacenter. De kernconcepten modulariteit, flexibiliteit en energieefficiëntie zijn doorgevoerd in het uitgebreide productportfolio. Zo profiteren klanten altijd van de nieuwste datacentertechnologie. De bekroonde
oplossingen zorgen ook voor een optimale uptime bij bedrijfskritische operations.
Powered by specialists
Aanpak
De Legrand Group is een wereldwijde marktleider voor de elektrotechnische en digitale infrastructuur in een gebouw. Op dit moment verzorgt de databekabeling van Legrand hoogwaardige verbindingen met meer dan 200 miljoen apparaten. Legrand heeft grootschalig geïnvesteerd in de ontwikkeling en het ontwerp van oplossingen voor energiedistributie en datacommunicatie. Zodoende heeft Legrand zijn aanbod continu verder kunnen uitbreiden en resultaten geboekt op topniveau.
De lokale specialisten van Legrand Data Center Solutions leveren support bij het ontwerpen en bouwen van de white space met innovatieve oplossingen. Of het nu gaat om een commercieel datacenter of een dedicated white space in een ziekenhuis, de Legrand Data Center Solutions specialisten ondersteunen bij alle toepassingen, groot of klein, met brede kennis. Denk bijvoorbeeld aan behuizingen, koeling, voeding, toegangsbeheer en gestructureerde bekabeling – waaronder LCS3, de onlangs geïntroduceerde serie netwerkproducten van hoge kwaliteit – om in te spelen op de unieke wensen van de klant.
Totaaloplossing Legrand Data Center Solutions zorgt voor een diepgaand inzicht in hetgeen de klant wil en wat het bedrijf nodig heeft en biedt vervolgens een totaaloplossing aan voor de white space. Grondige mark t- en productkennis en goede banden met normeringscommissies (EN 50600) en de consultancywereld, zorgen voor een optimaal resultaat in de datacenters van klanten. datacenter.legrand.com
www.legrand.nl
Legrand
Minkels Minkels is een kennisgedreven producent en een wereldwijde leverancier van kwaliteitsoplossingen voor datacenterinfrastructuur. Minkelsproducten onderscheiden zich met hun innovativiteit en flexibiliteit. Klanten kunnen altijd rekenen op de allernieuwste datacentertechnologie en op modulaire oplossingen die inspelen op veranderende, klantspecifieke eisen.
Raritan Raritan biedt intelligente oplossingen aan voor het beheer in datacenters. Hieronder vallen intelligente PDU’s, transfer switches, rackcontrollers en -sensoren, seriële console servers en KVM-over-IP-switches. De bekroonde hardware-oplossingen van Raritan zorgen op meer dan 60.000 locaties in 76 landen over de hele wereld voor meer energie-efficiëntie, betrouwbaarheid en productiviteit.
www.minkels.com
www.raritan.com 43
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Achtergrond | Rashid Niamat
Dreigt er een stroomtekort of speelt er wat anders? Tijdens het Datacenter Summit (zie ook elders in deze uitgave) is door meerdere aanwezigen gewezen op de stroomvoorziening voor de sector. Later verscheen een publicatie, naar het schijnt uit naam van de sector, waarin wordt gewaarschuwd voor een stroomtekort. En begin deze maand liet het CBS weten dat Nederland de laatste periode meer elektriciteit dan ooit tevoren heeft ingevoerd. Wat is er aan de hand met de stroomvoorziening in het land? Een van de bevindingen van het Datacenter Summit is dat het thema stroomtekort complexer is dan op het eerste gezicht lijkt. Zo is door bijvoorbeeld Gerben Ouwens van The Green Bay aangeven dat in Zeeland van krapte, laat staan tekorten, totaal geen sprake is. Ecoracks herkende het wel van andere bedrijventerreinen in Eindhoven, maar op de eigen locatie is het geen issue. In de 24 regio’s waar Alticom de mediatorens exploiteert is het evenmin een heikel thema. De sprekers met datacenters in de regio Amsterdam
geen sprake van schaarste, er is stroom genoeg. Er is een mismatch, want er is geen stroom aanwezig waar de sector wil bouwen en uitbreiden.” Jaak Vlasveld heeft dat punt tijdens de summit verder uitgelegd. Het grootste pijnpunt zit volgens hem in de onderstations. Die zijn op de bekende hotspots van datacenters maximaal belast. “De bouw van een nieuw station vereist vergunningen en het aantal gemeentes dat voldoende kundige ambtenaren heeft om de aanvragen te behandelen en begeleiden is gering. Als de vergunningen rond zijn
Het thema stroomtekort is complexer dan het op het eerste gezicht lijkt hebben wel een ander geluid laten horen. Zij hebben aangegeven dat het lastig, tot onmogelijk is, bestaande locaties verder uit te breiden of nieuwe locaties te openen omdat er te weinig stroom voorhanden is.
Bottlenecks Daarmee is er een eerste nuancering die in de artikelen die in de pers over het onderwerp zijn verschenen ontbreekt. Frank de Frémery heeft daar het volgende over gezegd: “Er is 44
dan is de volgende horde het tekort aan gekwalificeerd personeel dat de werkzaamheden mag uitvoeren.” Vlasveld schetste daarmee een breder beeld. In de gebieden waar sprake is van concentratie van grotere stroomverbruikers is er sprake van meerdere bottlenecks met de bekende gevolgen.
Minder belichtte aspecten Als het bij deze constatering zou blijven is er alle reden de ‘noodkreet’ van de sector serieus te nemen. Er zijn echter aspecten
die de oproep vertroebelen. Daarvoor is het nodig goed naar de spelers te kijken. Op veel plekken is te horen dat bestaande datacenterexploitanten over aanzienlijk reserves aan stroomcapaciteit beschikken. Ze hebben afspraken gemaakt met de energieleveranciers en de infrastructuur is ook aanwezig. Die reserveringen zijn uit bedrijfskundige overwegingen te verdedigen. Net als grond die is gekocht, maar die braak blijft liggen, geeft het de mogelijkheid betrekkelijk snel uit te breiden als de tijd rijp is. Er is echter een verschil tussen eigen grond die niet wordt bebouwd en energie die niet wordt afgenomen. In het laatste geval moeten de leveranciers die capaciteit namelijk wel beschikbaar houden. Dat tijdens de interviews voor het Datacenter & Clouddossier 2018 door meerdere partijen is gesuggereerd dat daarmee de markt wordt gestuurd is een punt dat vermeld moet worden. Ook zijn signalen opgepikt dat in de regio Amsterdam het hamsteren van capaciteit inmiddels aan banden is gelegd of gaat worden. Of hier sprake is van ingrijpen om kunstmatige verkrapping, waarmee nieuwe toetreders worden afgeremd, of om de prijzen te verhogen tegen te gaan is een vraag die nog onderzocht kan worden.
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
Er is stroom genoeg, maar er is een mismatch
Speciale rol energiecentrale Hemweg
Marketing
Conclusie en advies
En dan is er nog een bijzonder aspect in de discussie over stroom voor datacenters en dat betreft de energiecentrale aan de Amsterdamse Hemweg. Dat is een installatie met een capaciteit van 630MW. Er is een lokale politieke meerderheid voor het sluiten van de Hemweg 8, dat is de installatie die kolen verstookt. De aardgasgestookte Hemweg 9, met een capaciteit van slechts 435MW, kan dat nooit compenseren.
De specifiek op de regio Amsterdam betrekking hebbende zorgen leiden tot de vraag: waarom wil iedereen dan in Amsterdam zijn? Ook hier zijn het marktkenners als De Frémery, die daar een helder antwoord paraat hebben. “Iedereen wil in Amsterdam zitten en dat is deels het gevolg van de marketing.” Jarenlang is ingezet op het benadrukken van de USP’s van eerst de stad en tegenwoordig de regio Amsterdam. Het gevolg daarvan is dat ‘het buitenland’ niet verder kijkt dan een staal van misschien 25km rond het stadscentrum. Zelfs datacenters die echt in de regio zitten hebben bijgedragen door te melden dat ze op ‘slechts x kilometer van Amsterdam zitten’ of over ‘additionele connectiviteit en datacenterruimte in Amsterdam beschikken’. Partijen als Ecoracks die alleen naar de eigen regio kijken, Bytesnet dat heel hard in de regio Groningen aan de weg timmert en vandaar naar Duitsland en Denemarken kijkt of Serverius dat al jaren een eigen positie claimt, zijn de uitzonderingen op die regel.
De conclusie is dat de sector toch vooral ook de hand in eigen boezem moet steken als het over het vermeende stroomtekort in de regio Amsterdam gaat. Vermeend, want niets wijst erop dat de combinatie van eigen productie, import en enige regulering onvoldoende is om aan de marktvraag te kunnen voldoen.
Het lijkt terecht dat een deel van het bedrijfsleven in de regio Amsterdam zich zorgen maakt of het uitfaseren van Hemweg 8, voordat er de garantie is dat dit niet tot verstoringen of tekorten in het aanbod gaat leiden, wel een goed idee is. Dat die zorgen doorsijpelen tot de datacentersector is begrijpelijk. Elke datacenterexploitant of -bouwer wil immers weten of hij geen onnodig risico neemt door in een gebied aanwezig te zijn waar de energievoorziening onder druk kan komen te staan door het verminderen of wegvallen van capaciteit.
Het is meer een kwestie van betere regie en daarbij hoort ook ingrijpen. Ingrijpen in de gewoonte te hamsteren en bij de lange doorlooptijden is een taak voor de overheid. Zorgen dat de rest van de wereld leert dat de digitale delta het gebied van de Eemsmonding tot de Schedeldelta omvat is een taak die vooral de sector op zich moet nemen. Dat zal niet iedereen leuk vinden, maar uiteindelijk is dat wel in het belang van de hele sector en alle klanten, niet van slechts een subset langs de ring A10.
45
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Interview | Dirkjan van Ittersum
‘ Interconnect is de populairste Nederlandse IaaS-aanbieder’ Interconnect levert al 24 jaar connectivity-, colocatie- en clouddiensten. In die periode groeide het uit tot de derde IaaS-aanbieder van ons land. Het is zelfs de populairste Nederlandse aanbieder met grote klanten als Vodafone en Enexis. Wij spraken met algemeen directeur Rob Stevens en marketing manager Maartje van Alem. Sinds 1995 is Interconnect actief op de zakelijke markt. Aanvankelijk met bulletin boards en domeinregistratie, maar al gauw kwam er een eerste datacenter. Inmiddels zijn dat er twee, op locaties in Den Bosch en Eindhoven. Nog niet zo lang geleden werd het bedrijf uitgeroepen tot derde leverancier van Infrastructure as a Service (IaaS)-diensten in Nederland.
Nieuw IaaS-platform Sterker nog, als we puur kijken naar Nederlandse bedrijven, dan is Interconnect de nummer 1. Alleen de buitenlandse grootmachten Microsoft Azure en Amazon AWS worden meer gebruikt. “Dat wij een honderd procent
Afgelopen jaar heeft Interconnect geïnvesteerd in een compleet nieuw private IaaS-platform. Door de nieuwste technologieën te gebruiken, kan Interconnect het groeiend aantal virtual machines en de sterke vraag naar storage opvangen. “Iedereen is welkom als klant, maar er zijn drie segmenten die met name grote interesse tonen in onze IaaS-diensten”, legt marketing manager Maartje van Alem uit. “Dat zijn IT-automatiseerders, SaaS-providers en grote bedrijven (mkb+ en enterprise).”
Groei cloud Naast clouddiensten levert Interconnect ook colocatie. De vraag naar beide diensten groeit nog altijd. “Het voordeel
Stichting Continuïteit Interconnect kan de dienstverlening een half jaar lang voortzetten mocht dat noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld bij faillissement Nederlandse organisatie zijn, zorgt voor onderscheidend vermogen. Onze klanten hoeven zich geen zorgen te maken over compliance en governance als het gaat om hun data. Verder kunnen ze rekenen op 24×7 support door Nederlandse engineers”, legt algemeen directeur Rob Stevens uit. 46
voor onze klanten is dat ze vanuit het datacenter door kunnen groeien naar onze cloudoplossingen. Ze kunnen soepel migreren, bijvoorbeeld op het moment dat hun eigen apparatuur is afgeschreven. De trend dat veel klanten overstappen op clouddiensten zien we nog altijd, maar er zijn ook veel partijen
die overstappen van on-premise naar colocatie. Daardoor blijft ook colocatie aardig doorgroeien. De groei van de cloud gaat wel sneller.” Bij Interconnect werken zo’n 85 medewerkers en dat aantal groeit. “We hebben een kleine tien vacatures openstaan”, vertelt Van Alem. Het bedrijf, dat werd opgericht door de broers Rob en Jeroen Stevens, gaat prat op een prettige werksfeer waar de lijnen kort zijn. Dit zorgde eind vorig jaar voor een bekroning vanuit de provincie NoordBrabant. Het bedrijf werd uitgeroepen tot beste werkgever onder de noemer ‘Brabants Besten’. Interconnect wordt gezien als ambassadeur op het gebied van sociale innovatie met gunstige arbeidsvoorwaarden en oog voor individuele werknemers.
Oerdegelijk Het bedrijf heeft niet alleen werknemers hoog in het vaandel, dat geldt (uiteraard) ook voor klanten. Dat blijkt wel uit het feit dat begin dit jaar de Stichting Continuïteit Interconnect werd opgericht. De stichting kan de dienstverlening een half jaar lang voortzetten mocht dat noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld bij faillissement. Een tikje merkwaardig voor een oerdegelijk familiebedrijf dat al jaren zwarte cijfers schrijft, erkent Stevens. “Maar wij vonden het een noodzakelijke stap.” Hij denkt hiermee een trendsetter te zijn. “We merken dat de stap door onze concullega’s nauwlettend is gevolgd.”
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
Een kijkje in een datacenter van Interconnect
Klanten van Interconnect hechten steeds meer waarde aan een optimale beveiliging. Dit wordt ingegeven door een wereldwijde toename van het aantal incidenten, bijvoorbeeld met ransomware en andere cyberaanvallen. “Security is een belangrijk topic”, zegt Van Alem. “We hebben een uitgebreid securityportfolio en kunnen die bieden bovenop onze colocatie- en IaaS-diensten. Zo hebben we anti-DDoS-oplossingen en geavanceerde firewalls. Er is ook veel vraag naar back-up. Daarvoor gebruiken we de oplossing van Veeam.”
Tweede back-uplocatie Doordat Interconnect beschikt over twee datacenters kunnen bedrijven kiezen voor een extra back-up op een tweede locatie. “Er zit dertig kilometer tussen de beide datacenters. Dat is geografisch genoeg afstand om te fungeren als back-uplocatie. In hun programma van eisen stellen veel bedrijven vaak een minimum www.interconnect.nl
afstand van 20 kilometer.” Om klanten voldoende snelheid te garanderen heeft Interconnect eigen glasvezelringen in Den Bosch en Eindhoven. Daarnaast ligt er tussen de beide datacenters een glasvezelverbinding. De klantenkring komt zowel uit de regio als daarbuiten. “We hebben grote nationale en internationale klanten, zoals Vodafone, Claranet, Enexis en O’Neil. Maar we bedienen ook lokale partijen. Onze kracht is dat we dezelfde uptimebetrouwbaarheid bieden als internationale spelers, maar daarbij lokale flexibiliteit leveren. Het is gunstig dat we in de buurt van Eindhoven Brainport zitten waar veel hightechbedrijven zijn gevestigd. Zij kiezen ervoor hun data hier op te slaan en niet in de randstad. Een datacenter in de buurt is handig voor deze bedrijven. Als er wat is, kunnen ze snel hier zijn. Dat geldt voor colocatie, want voor onze cloudoplossingen is dat natuurlijk niet relevant.”
sales@interconnect.nl
Rapportcijfer Ook voor veeleisende klanten is Interconnect geschikt. Zo werden onlangs enkele nieuwe certificeringen behaald, waaronder ISAE 3000/SOC 2 type 2. Het geeft een onafhankelijk oordeel over de beveiliging en beschikbaarheid van de datacenteren IaaS-diensten. Ze zijn dus voldoende beveiligd tegen ongeautoriseerde toegang, gebruik of aanpassing. Ook bieden deze diensten de beloofde beschikbaarheid, blijkt uit de audit. De inspanning van Interconnect hebben effect, want klanten zijn over het algemeen zeer tevreden. Eigen onderzoek toont aan de klanten het bedrijf een 7,8 geven. Het zorgt ook voor dermate groei dat het datacentrum in Eindhoven vol aan het raken is. “We zijn bezig met uitbreidingsplannen. We verwachten op korte termijn te starten met een uitbreiding waarbij we twee keer het huidige oppervlakte gaan krijgen. Dat zit nu in de planningsfase”, besluit Van Alem.
073 880 0000
twitter.com/Interconnect 47
EEN VEILIG ONDERKOMEN VOOR DIGITALISERING
De datacenters van maincubes zijn voorbereid op de uitdagingen van de toekomst. Dat is nodig, want een datacenter is het centrale knooppunt van jouw organisatie. En dus hebben wij maar één doel: jouw IT-apparatuur optimaal en 100% veilig laten presteren in de datacenters van maincubes. Dat garanderen we; met de modernste technologieën, duurzame innovaties en optimale voorzieningen. maincubes biedt veilige ecosystemen voor de digitale toekomst van bedrijven in verschillende industrieën.
maincubes B.V.
Op 20 september openen wij feestelijk ons maincubes datacenter AMS01 Informatie en aanmelden
Made in Germany NU OOK IN NEDERLAND
+31 20 7880 380
info-nl@maincubes.com
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
Column | George van Brugge
George van Brugge
De strijd om de DaaS markt. Is Microsoft losing it? Een wereld zonder Windows-werkstations is ondenkbaar. Maar stel je nou voor dat je wél je oude vertrouwde Windowswerkplek hebt, maar op ieder willekeurig device kunt werken. Het zou toch fantastisch zijn als ondernemers hun medewerkers de vrijheid kunnen geven om hun eigen devices te gebruiken terwijl alle Windows-businessapplicaties gewoon beschikbaar blijven via een Chrome browser? De Desktop-as-a-Service (DaaS)-markt groeit, dat is bekend. Deze groei zit vooral in het enterprisedomein. Maar ook binnen het mkb wint deze manier van werken snel aan populariteit. Naast veiligheid en gemak kun je ook behoorlijk besparen op de kosten per medewerker per werkplek. Neem nou de enorme diversiteit aan Chromebooks die in de markt verkrijgbaar is en die bovendien niet veel meer kosten dan een paar honderd euro. MSP’s kunnen mkb-ondernemers prima helpen om de bestaande kantoorautomatiseringsomgeving naar de cloud te migreren. Dat is dagelijkse kost voor deze IT-dienstvereners. Natuurlijk zullen veel aan Microsoft verslaafde IT-dienstverleners direct aan de Azure-stack denken, maar er zijn zeker alternatieven.
De ‘strijd der Public Cloud Titanen’ is natuurlijk al een tijdje aan de gang. Maar de laatste twee jaar begint het echt spannend te worden. Vooral het Amazon van Jeff Bezos, sinds kort de rijkste man ter wereld, timmert stevig aan de weg. Maar ook Jack Ma met zijn Alibaba Cloud. Ik zou daar als Microsoft toch wel een beetje nerveus van worden. Is het einde van hun monopolie in zicht? Met dat in het achterhoofd kun je je voorstellen dat ik razend enthousiast werd van het verhaal van Jonathan Lieberman, vorig jaar op IT Nation in Orlando. Lieberman, de oprichter van Itopia, heeft een briljante oplossing voor Windows VDI’s op de Google Cloud. Heel specifiek ontwikkeld voor het MSP-domein waarvoor wij als intermediair altijd op zoek zijn naar interessante en betaalbare alternatieven. Itopia is zo’n fantastisch alternatief voor de Microsoft-stack. IT-beheerders kunnen de Itopia Cloud Automation Stack (CAS) inzetten om individuele werkplekken voor elke gebruiker aan te passen, met één-klik-provisioning van Windows-, webof mobiele apps via RDS naar Google Cloud. Cool toch? Het adagium ‘waar mysterie is, is marge’ is bij Itopia zeker ook van toepassing. De marge is voor MSP’s die Itopia inzetten namelijk een ‘tikkeltje’ anders dan bij Microsoft. Om het monopolie van
Microsoft te doorbreken is Google bereid business te ‘kopen’. Microsoft heeft weliswaar een gigantische achterban in het ICT-kanaal, maar ze zullen scherp moeten blijven. Google, Amazon AWS en nieuwkomer Alibaba Cloud hebben genoeg honger en geld om het Microsoft de komende tijd flink lastig te maken. Nu cloud steeds belangrijker wordt in al ons doen en laten, wil ik ook nog graag even een lans breken voor het regelmatig en goed back-uppen van gevirtualiseerde omgevingen. Tegenover marktleider Veeam stellen wij graag de oplossingen van de Maltese vendor Altaro, die specifiek gericht zijn op MSP’s. Die verwachten van een alternatief aanbod dat het aan drie belangrijke voorwaarden voldoet: probleemloze werking, professionele support en vriendelijk geprijsd. Altaro voldoet daar volledig aan en biedt back-upoplossingen voor VM’s in zowel Microsoft Hyper-V als VMware-omgevingen. Het kunnen aanbieden van een betrouwbaar, betaalbaar én winstgevender alternatief voor Azure en Veeam is goed nieuws voor alle MSP’s en hun klanten in het mkb. Heb je daar vragen over? Stuur mij dan een e-mail en we maken snel een afspraak voor een ‘brainsessie’. Ik zit er klaar voor! George van Brugge CEO Portland Europe. Reageren? george@portland.eu 49
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Interview | Edwin Feldmann
Brandveiligheidspecialist DEF Nederland levert steeds meer watermistsystemen
Gebruik van watermist in datacenters groeit snel De Nederlandse datacenterbranche is in 2017 fors gegroeid, bleek deze zomer uit een rapport van de Dutch Data Center Association. In Nederland zijn bijna 200 datacenters die bijna allemaal zonder noemenswaardige problemen draaien. Toch is het voor datacenters belangrijk om voorbereid te zijn op incidenten zoals stroomuitval of brand. In een datacenter komt voor wat betreft brandbeveiliging wel meer kijken dan ‘even een sprinkler installeren’. Ron van Dongen, CEO van DEF Nederland is gespecialiseerd in brandbeveiligingsinstallaties voor datacenters. Hij staat al ruim twee jaar aan het hoofd van DEF Nederland, dat onderdeel is van het internationale bedrijf dat dit jaar precies 60 jaar bestaat.
Een echte brand in een datacenter komt maar weinig voor Het blussen is boven alles een juridische aangelegenheid, legt Van Dongen uit. Vaak bepalen verzekeraars, de brandweer, overheden en klanten van het datacenter welke blusmethode er in de computerruimte wordt gebruikt. “Een sprinklerinstallatie is in een datacenter geen goed idee. Als er brand uitbreekt en het water wordt gesproeid, dan is de apparatuur naar de knoppen. En daar valt de verzekering over en kan het datacenter aansprakelijk worden gesteld voor de schade.” 50
Een brand blussen met gas of watermistverneveling is daarom in datacenters beter. “Zeker met watermist kan heel gericht worden geblust”, zegt Van Dongen. Je kunt daarbij heel goed een bepaald gebied lokaliseren en blussen. Met gasblussystemen wordt vaak een grotere ruimte bestreden.
Combinatie DEF Nederland is gespecialiseerd in gasblus- en watermistinstallaties voor dataruimtes. En die combinatie van gasblussen en watermist is uniek, benadrukt Van Dongen. Die specialisatie komt voort uit de Franse roots van het bedrijf. Het hoofdkantoor van DEF staat in Frankrijk, want de let ters DEF staan oorspronkelijk voor Detection Electronique Française. De laatste tijd merkt Van Dongen wel dat steeds meer datacenters overstappen of in ieder g eval belang s telling hebben voor watermistinstallaties. “Dat komt voor een deel door de Amerikanen. Klanten uit de VS vragen bijna allemaal om watermist als
blusoplossing. Als je namelijk met gas blust, krijg je in een keer een enorme hoeveelheid gas in een ruimte, dan zijn de cilinders leeg en dan houdt het op. Als er dan nog een brandje ontstaat of er smeult nog iets na, dan is er geen blusmogelijkheid meer. Met watermist wordt het water eerst uit het bassin gehaald en vervolgens kan je nog water uit het waternet halen. Dus dat is nagenoeg oneindig.” En die zekerheid willen Amerikanen graag hebben, aldus Van Dongen.
Een watermistinstallatie (pomp en reservoir) van DEF Nederland
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
‘ Je moet continu je kwaliteit kunnen waarmaken’
Ron van Dongen
Want hoewel lang blussen met watermist ook effect kan hebben op de apparatuur, hebben Amerikanen alles wel redundant aangelegd en daarom is dat risico geen probleem. De keuze voor blussen met gas of watermist is uiteindelijk vaak ook een keuze van klant. Daarnaast speelt de gebruikte koelinstallatie ook een rol bij de keuze voor een bepaalde blusmethode. “Als er met gas wordt geblust en het gas wordt door de koeling opgezogen en elders in de ruimte weer naar binnen geblazen, dan werkt het niet en is watermist beter. Het kan ook zo zijn dat bij een brandmelding de koeling tijdelijk wordt uitgeschakeld.” Overigens variëren de kosten van gasblus- en watermistsystemen wel. Een gasblussysteem is iets voordeliger in aanschaf dan watermist, omdat bij een watermistsysteem ook een pomp en een reservoir nodig zijn. De maandelijkse testen en onderhoudswerkzaamheden kunnen klanten vaak zelf. Wel zorgt DEF het jaarlijkse of halfjaarlijkse onderhoud. http://def-firetech.nl/
Gecertificeerd
Meer op afstand
Vanzelfsprekend heeft DEF veel te maken met service level agreements (SLA-contracten). “We moeten binnen zoveel uur bij een klant kunnen zijn om een eventuele melding te onderzoeken. Vaak gaat het om storingen, maar een echte brand komt ook soms voor.” Om alles technisch perfect voorbereid te hebben, werkt DEF Nederland met gecertificeerde producten en installaties, aldus Van Dongen. Hij werkt daarvoor nauw samen met de Deense fabrikant Danfoss, die onder andere pompinstallaties en reservoirs voor blussystemen levert.
Een ander uniek voordeel dat DEF Nederland heef t ten opzichte van branchegenoten is dat het een kleine platte organisatie is. In Nederland bestaat het team uit circa 15 medewerkers, vooral technische mensen. “Wij kunnen heel snel handelen en leveren. Dat is de kracht en uitdaging voor ons, want je moet continu je kwaliteit kunnen waarmaken.”
“De verzekeraar waardeert het als er wordt gekozen voor het werken met gecertificeerde installaties”, aldus Van Dongen. Dat heeft impact op de premies en het is beter voor de reputatie van de datacenters zelf. “Ook Amerikaanse bedrijven willen dat alles gecertificeerd is. Bij alles willen ze zekerheden hebben. Verzekeraars zien dat ook en verlangen dus steeds vaker gecertificeerde producten want dat betekent een lager risico.”
Die kwaliteit probeer t DEF ook te verhogen met technologische innovaties. Veel apparaten kunnen tegenwoordig op afstand via internet worden uitgelezen. Ook DEF is daarmee bezig. “De beheer- en servicetaken van de blussystemen worden vanaf 2019 op afstand mogelijk”, onthult Van Dongen. “Dat gebeurt nu nog een beetje op de ouderwetse manier. Het nieuwe systeem, Logtech geheten, wordt op dit moment in Frankrijk gebruikt en in België wordt het getest. De kinderziektes zijn eruit en als die test in België is afgelopen, is de oplossing rijp voor introductie in Nederland”, besluit Van Dongen.
info@def-fire.nl 0180 656 280
@ReseauDEF 51
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Interview | Rashid Niamat
Het Rittal Compartimentenrack
Het juiste antwoord op de nieuwe marktvraag Wie op zoek is naar serverracks zal daarbij al snel denken aan Rittal. In het uitgebreide portfolio is onder andere het compartimentenrack opgenomen. André Hiddink, product manager bij Rittal, legt uit waarom dit model het antwoord is op een veranderende marktbehoefte en inspeelt op belangrijke regelgeving. Er zijn volgens Hiddink twee trends als we kijken naar serverracks in colocation datacenters. “De eerste is dat colo-datacenters moeten schipperen met de ruimte. Voorheen was dat primair efficiënt omgaan met de vloerruimte, nu zie je dat ook op rackniveau alles wordt gedaan om zoveel mogelijk rendement uit de beschikbare ruimte te krijgen.”
aanpassingen doorgevoerd aan het bestaande compartimentenrack. Het is een rack met standaard afmetingen dat in twee, drie of vier compartimenten kan worden ingedeeld. “Wat we hebben gedaan is het design van het bestaande compartimentenrack aangepast. Zo had de uitvoering met twee compartimenten eerst plek voor 2x 21 HE, dat is nu, bij
‘ Met het Rittal compartimentenrack stellen we datacenters in staat tot een betere businesscase te komen’ De tweede trend lijkt daar haaks op te staan. Het aantal gebruikers dat minder Hoogte Eenheden (HE) nodig heeft neemt toe. “Door migraties naar de cloud en omdat hardware een steeds hogere density krijgt, kan een colo-huurder vaker met minder ruimte af.” Omdat er nog steeds meer bedrijven de IT extern onderbrengen neemt per saldo de bezetting van de meeste colo-datacenters toe, maar dus vooral van in HE gemeten kleinere klanten. Voor verhuurders lijkt dat een lastige ontwikkeling, want de HE kunnen niet achteloos gestapeld worden, er moet een serieuze scheiding worden aangebracht.
Betere business voor de verhuurder Rittal heeft de oplossing. Inspelend op de veranderde marktvraag heeft het
identieke buitenmaten 2x27 HE.” De kabelgoten met volle hoogte hebben een andere plek gekregen en zijn vergroot, conform de wensen van zowel colo-aanbieders als -gebruikers. De kabels zijn nu nog makkelijker naar de gescheiden compartimenten te leiden. Het compartimentenrack biedt ruimte aan het maximum aantal HE dat binnen de technische beperkingen die de standaard afmetingen met zich meebrengen mogelijk is. Dat, in combinatie met de mogelijkheid meerdere klanten strikt gescheiden in een rack onder te brengen, is een groot voordeel voor de aanbieder van colo-ruimte. “Met het Rittal compartimentenrack stellen we de verhuurders in staat tot een betere businesscase te komen.”
sales@rittal.nl 52
+31 316 59 16 60
Compartimentenrack en de AVG Er is echter nog een belangrijke reden waarom het compartimentenrack voor zowel datacenters als gebruikers een serieuze opties moet zijn. “We weten allemaal dat de AVG de nodige eisen stelt aan de integriteit en veiligheid van processen en data”, zegt Hiddink. “Iedereen die persoonsgegevens verwerkt moet kunnen aantonen passende maatregelen te hebben getroffen om in control te zijn. Bijna iedereen denkt daarbij aan de kantooromgeving, maar ook in een externe locatie als een datacenter moet dat geregeld zijn.” De strikt gescheiden en afsluitbare compartimenten zijn zo’n passende maatregel. “Voor datacenters die klanten, met te weinig hardware voor een heel rack, willen ondersteunen AVG-compliant te zijn, is het compartimentenrack een interessante optie”, zegt Hiddink. “Een rack dat maximaal inspeelt op de businesseisen van de verhuurder en huurder, zoiets mag je van Rittal verwachten.”
André Hiddink
twitter.com/RittalNederland
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
Interview | Hans Steeman
RL Networks: een expert op het gebied van refurbished hardware en netwerkapparatuur
Waarom duur, als het ook goedkoper en duurzaam kan Jean-Pierre Verhoeven (managing director) en Patrick de Vreede zijn al meer dan 18 jaar de stuwende krachten achter het succesvolle bedrijf RL Networks. Deze onderneming specialiseert zich in het opkopen en refurbishen van gebruikte IT-producten voor datacentra en zakelijke gebruikers. Zo krijgen apparaten weer een tweede leven en hebben klanten een financieel voordeel. Bovendien wordt de IT door deze aanpak ook nog milieuvriendelijker. De circulaire economie van hardware wordt steeds populairder. De ontwikkelingen gaan snel en bedrijven die altijd het nieuwste van het nieuwste nodig hebben, zullen regelmatig hardware afstoten die nog jaren mee kan. Het hergebruik van deze afgeschreven hardware is het specialisme van RL Networks. Patrick de Vreede: “We zijn zo’n achttien jaar geleden begonnen met het hergebruiken van hardware. Indertijd waren er productieen leveringsproblemen met specifieke netwerkkaarten. Klanten moesten lang wachten eer ze het product geleverd kregen. Gelijktijdig bleken de kaarten in pc’s te zitten die afgeschreven waren en op de markt kwamen. We hebben de pc’s opgekocht en die kaarten eruit gehaald, gereinigd, gereset en weer helemaal bedrijfsklaar gemaakt. Gereed voor een tweede leven.”
in deze richting. Men richt zich op de in- en verkoop van uitgefaseerde servers, storage en netwerkapparatuur voor datacentra en zakelijke gebruikers. Deze hardware wordt in het bedrijfspand in Bleiswijk uiteen gehaald, schoongemaakt en gereset. Harde schijven worden bijvoorbeeld op een gecertificeerde manier gewist, zodat een nieuwe gebruiker een ‘nieuw’ product met ervaring krijgt en de vorige eigenaar de zekerheid heeft dat alle oude gegevens zijn vernietigd.
Zakelijk
De activiteiten van RL Networks ontwikkelde zich dan ook snel richting
De voor hergebruik geschikt gemaakte hardware vindt zijn weg naar zakelijke klanten. Datacentra, internetserviceproviders, resellers en zakelijke gebruikers staan ervoor in de rij. De populariteit wordt mede gedreven door de interessante prijspunten. Hardware wordt voor vijf tot vijftien procent van de listprijs aangeboden en omvat producten van onder andere Brocade, Cisco, Dell/EMC, Extreme Networks, HP, Huawei, Juniper en Ruckus Wireless. Dat is dus een serieus financieel voordeel. Vergeleken met de consumentenmarkt, waar hergebruikte producten met een beperkte korting verkocht worden, is hier een flink voordeel te behalen. De originele fabrikanten bieden ook gereviseerde hardware aan en zitten dan gemiddeld op een hoger prijsniveau, globaal zo’n vijftig procent
www.rlnetworks.com
info@rlnetworks.com
Breder aanbod Het bedrijf dat de afgeschreven computers aanbood had nog meer in de aanbieding. Het gevolg laat zich raden: het aanbod werd verbreed en RL Networks werd een belangrijke speler op de markt voor tweedehands hardware. Vooral het aanbod van netwerkapparatuur en servers bleek een interessant segment te zijn.
van de listprijs is. RL Networks moet daar dus onder gaan zitten. Alle producten worden geleverd met 90 dagen garantie.
Diensten Naast hardware levert men tegenwoordig ook diensten. Jean-Pierre Verhoeven: “We bieden bedrijven ook als dienst het ontmantelen van datacentra aan. Wij halen de systemen uit elkaar, reviseren hardware die herbruikbaar is en wissen alle data op de storage componenten. Is hergebruik niet mogelijk, dan wordt alles op een “groene” wijze afgevoerd, indien nodig naar eerst tot granulaat vermalen te zijn. Zeker tegen de achtergrond van de GDPR-wetgeving is het ontmantelen van datacentra een klus die serieus genomen moet worden.”
+31 153 621 420 53
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Achtergrond | Michiel van Blommestein
Een cloud is geen cloud, twee cloud is een complexe cloud, drie cloud is een cloudspaghetti Nog maar tien jaar geleden beheerden bijna alle bedrijven hun ICT nog in eigen huis. Virtualisatie was al wel duidelijk ingeburgerd en de cloud begon zich net te roeren. Sinds drie jaar is het helemaal los en hebben organisaties massaal de stap naar de cloud gezet. Of eigenlijk: naar de clouds, want net als alles met de ICT is de wereld niet perfect en nemen organisaties meerdere public clouds af. Maar het is vaak een keuze tegen wil en dank. Eindklanten hebben de cloud nu wel ontdekt, en niet-kritieke workloads halen ze met steeds meer vertrouwen naar pu blic - c loud omg eving en, vaak om de kostenbesparingen en schaalbaarheid. Ondertussen lijkt het vertrouwen in de cloud te groeien en worden ook kritieke processen voorzichtig in cloudomgevingen geparkeerd. Applicaties zijn divers en niet elke cloud is hetzelfde. Vorig jaar heeft PricewaterhouseCoopers (PwC), in opdracht van Juniper Networks na rondvraag onder 235 CIO’s wereldwijd opgemerkt dat steeds meer van hun applicaties in meerdere publieke clouds plaatsen.
Multicloud moet, maar is niet eenvoudig Dat hoort geen probleem te zijn. De theorie is dat je dankzij virtualisatie workloads vrijelijk kunt bewegen, van je eigen infrastructuur naar een public cloud en tussen public clouds onderling. De praktijk blijkt echter weerbarstiger. “Eén enkele omgeving is niet altijd de beste oplossing voor je behoeften”, zegt Sushmeta Singal, Director Management Consulting bij PwC. “Waarom zou je bijvoorbeeld een eigen HR-applicatie ontwikkelen als er gespecialiseerde cloudproviders zijn die het kunnen leveren als Software-as-a-Service? Bedrijven willen zich richten op wat ze het beste kunnen, en maken daarom 54
gebruik van wat er beschikbaar is. Dat is een belangrijke factor in de opkomst van multicloud. Wij geven advies aan klanten waar ze hun workload het beste kunnen plaatsen, en dat komt echt nooit neer op een enkele locatie.” De meeste kleinere ondernemingen hebben een multivendorstrategie. “Wil je dat behouden, dan moet de software en apparatuur interoperabel zijn.” Maar CIO’s komen ook op multicloud uit door flexibiliteit en de TCO. “Directeurs geven aan dat ze niet met een leverancier in zee gaan tenzij de TCO met minstens 25 procent zakt.”
worden gevoerd, centraal geabstraheerd beheerd, governance, enzovoorts.” De beloofde portabiliteit van workloads tussen verschillende omgevingen is in de praktijk ook ingewikkeld, zo schrijft Linthicum. “Het verplaatsen van workloads van cloud naar cloud is zowel duur als riskant. Ja, het is mogelijk om applicaties te ontwikkelen die portabel tussen clouds zijn, maar de meesten moeten worden gebonden aan de clouddienst op locatie. Je kunt applicaties altijd in containers vangen, maar voor bestaande applicaties is dat
‘ Het verplaatsen van workloads van cloud naar cloud is zowel duur als riskant’ Het beeld van de oprukkende multicloud wordt bevestigd door David Linthicum, Chief Cloud Strategy Officer bij Deloitte Consulting en bestsellerauteur. “De Global 2000 zijn gegaan van één enkele public cloud naar twee of meer public clouds”, schrijft hij in een e-mail. Meteen geeft hij aan dat daardoor geen ideale situatie is. “Dit brengt een hele nieuwe rits problemen met zich mee, zoals security die over meerdere clouds moet
een grote ingreep die niet altijd past.” Cees Muijs, een technology-evangelist, zegt dat multicloud voorlopig inderdaad veel kunst- en vliegwerk vereist om goed aan te pakken. “Partners moeten met een partij zoals Equinix gaan werken die zich hierin als een soort Zwitserland opstelt en iedereen aan alles verbindt met open API’s”, zegt hij. “Het is echt een tussenstap, want je hebt uiteindelijk te maken met verschillende clouds die
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
gebruikmaken van eigen protocollen en api’s.” Wat er vervolgens uit komt is volgens Muijs niet goed bruikbaar voor een effectieve migratie. “Het is geschreven op een manier die efficiënt is voor de hyperscaler waar de applicatie draait, maar niet voor de eindgebruiker. Je hebt dus een exitstrategie nodig, op basis van API’s.”
Controle Aan de achterkant kunnen cloudomgevingen dus volledig anders werken, terwijl ze qua functies ongeveer hetzelfde te bieden hebben. Het is een belangrijke reden dat overlappende beheeromgevingen beperkt zijn, wat betekent dat leveranciers het slim aan moeten pakken. Ze moeten, zo zijn alle experts het eens, op zijn minst volledige zichtbaarheid bieden. Niet eens als het puur gaat over beheer, maar ook op securitygebied. “Je bent door de limieten een deel van de controle kwijt, maar de data en processen moeten nog wel worden beveiligd”, zegt Singal. In het verleden zijn er wel pogingen geweest om multicloud op een
duurzamere manier werkbaar te maken, dus zonder dat je meteen met specifieke leveranciers in zee moet. Helaas zijn de successen wisselend en erg afhankelijk van de precieze omgeving en type workload. Zo noemt Muijs een situatie bij twee banken die hij ooit heeft gezien. “Beide organisaties hebben het in een eerder stadium OpenStack geprobeerd. Je kunt je eigen cloud bouwen met DevOps-engineers en dat met open api’s proberen te integreren. Maar dat is helaas bij beiden mislukt, terwijl deze methode eerder bij universiteiten en financiële instellingen wel werkt.” Toch is effectieve multicloud zeker geen mythe, zo bevestigen kenners in koor. “Het gaat vooral om de complexiteit en heterogeniteit”, aldus Linthicum. “Omdat we te maken hebben met meerdere cloudmerken die hun eigen functies bieden, moet je een strategie hebben om al die clouds tegelijkertijd te beheren en bedienen. Het is zeker mogelijk om deze uitdagingen aan te gaan, zowel met een juiste aanpak als met de juiste technologie.”
“Het is een interessante fase”, gaat Muijs verder. “We denken dat de trend de komende tien jaar verder doorslaat richting de cloud. Het mkb zal omwille van kennis, ervaring en kosten het meest op haar business partners leunen en vertrouwen. Enterprises gaan ook die kant op, maar wel gefasseerd. De regie, governance en beleid zijn de remblokken, dus zal de adoptie gefaseerd zijn.”
Effectieve multicloud is geen mythe Multicloud is dus een onvermijdbaar gegeven, en daarmee ook tot er een soort van standaarden verschijnen. “Er moet uiteindelijk iemand komen met een best practice. Ik verwacht dat een van de branches die uiteindelijk zelf zal uitbrengen.” 55
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Interview | Pim Hilferink
Marc van Ierland en Bert Schep, Tech Data
‘Tech Data wil de nummer één Microsoft CSP Cloud Solutions en Services Provider worden’ Tech Data investeert de komende tijd fors in de cloudoplossingen van Microsoft, waarmee het sinds jaar en dag een intensieve samenwerking heeft. De cloudpropositie van Tech Data via het StreamOne-platform is cruciaal om de transformatie te maken van een transactionele distributeur naar de leading Cloud Solutions en Services Provider. Microsoft speelt een belangrijke rol om die ambitie waar te maken met het Cloud Solution Provider (CSP)-programma. “Drie jaar geleden heeft Microsoft besloten om het CSP-programma naar de markt te brengen via een direct en indirect model, voor zowel Microsoft Azure als Office 365”, legt Bert Schep, Director Software Europe, uit. “Op die manier kon Microsoft zich concentreren op de directe partners en kregen distributeurs een zwaardere rol richting indirecte partners in de mid-market en het mkb. Doel was en is om transactionele business om te zetten naar consumptionbased modellen met recurring inkomsten. Daar hebben we samen met Microsoft veel werk van gemaakt
we twee maanden geleden besloten om een grote investering te doen in mensen, in nieuwe oplossingen en services en de Microsoft cloudservices behalve naar het mkb ook naar mid-market en enterpriseklanten beschikbaar te stellen.”
Customer Success Managers “Om dat te kunnen doen hebben we voor de Modern Workplace zogenaamde Customer Success Managers geïntroduceerd, een nieuwe rol binnen Tech Data waarmee we samen met onze partners investeren in nieuwe mogelijkheden in het Customer Life Cycle
‘ Onze grote investeringen in Microsoft betekenen onder andere een verdrievoudiging van de bezetting van de Microsoft-afdeling’ via ons cloudplatform StreamOne en inmiddels hebben we wereldwijd meer dan twee miljoen Office 365-seats in beheer. Vanuit die basis werken we nu keihard aan de vervolgstappen die extra toegevoegde waarde voor de eindgebruiker moeten opleveren, zoals het optimaliseren van het rendement van Office 365. Om die reden hebben 56
Management”, vult Director Advanced Solutions Marc van Ierland aan. “Zo vragen we bijvoorbeeld of een klant behalve Office 365 E3 ook gebruikmaakt van bijvoorbeeld SharePoint, Skype for Business of Teams, waarmee flinke productiviteitswinst kan worden behaald. Daarmee creëer je ook een opening naar het aanzetten van een tweede of derde
service en bereid je ze geleidelijk voor op de nieuwe kijk op technologie, waarbij je niet meer praat over het aanbieden en leveren van bepaalde producten, maar waar de gewenste business-outcome en toegevoegde waarde voor de klant centraal staat. Denk aan bijvoorbeeld securityservices – ATP is hot – of het integreren van telefonie met The Voice of O365.”
Nieuwe oplossingen en diensten Schep: “Binnen Advanced Solutions maken we gebruik van de Azure toolkit om in samenwerking met partners solutions en services te ontwikkelen die op toegevoegde waarde zijn gericht. Als Microsoft-distributeur ondersteunen we de strategie om alle softwareoplossingen van on-premise naar de cloud te migreren. Daarom transformeren we onze eigen organisatie volledig naar een solution en services-provider ter ondersteuning van onze partners. Dat we daarmee op de goede weg zijn mag blijken uit het feit dat Tech Data dit jaar de Global Award als Indirect Provider of the Year van Microsoft heeft gewonnen.”
Enablement services voor partners “Om resellers bij de hand te nemen en te ondersteunen in hun eigen migratietraject naar nieuwe businessmodellen dat voorafgaat aan het transformatietraject bij klanten maken we onder meer gebruik
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
‘ Onze resellers kunnen profiteren van het feit dat we officieel Microsoft Learning Center zijn’ door zowel bestaande als nieuwe mensen die gezamenlijk invulling moeten geven aan onze nieuwe rol naar de markt. We zijn een aantrekkelijk bedrijf om voor te werken, en de millennials die we binnenhalen brengen ook een andere dynamiek in het bedrijf die me, ook in het licht van wat Microsoft allemaal doet, herinnert aan de oude tijden van innovatie, van bouwen, waarbij je als organisatie iets vastpakt, er zwaar in investeert en iets gaafs neerzet.”
Marc van Ierland
van enablement services zoals Mentori, dat we met HPE hebben ontwikkeld en waarmee we niet alleen in de enterprise-, maar ook in de mkb-omgeving flinke stappen hebben kunnen maken”, zegt Van Ierland. “Diezelfde aanpak laten we nu ook los op de Microsoft-omgeving, waarbij we resellers aan de hand nemen en laten zien hoe je de overstap naar de hybride cloud kunt maken, welke mogelijkheden analytics biedt en hoe je kunt helpen bij de migratie van een datacenter.”
Meerdere vliegen in één klap Schep: “Een mooi voorbeeld vind ik de Luxemburgse reseller die naar ons toekwam die de hardware infrastructuur voor zijn SAP-klant, een ziekenhuis, wilde vervangen. Na analyse van de situatie zijn we om tafel gaan zitten en hebben we de bestaande omgeving, de groeibehoefte van de klant en andere behoeften in de healthcare-omgeving in kaart gebracht en de vraag gesteld hoe hij er tegenaan keek als we hem naar de cloud zouden brengen. De reseller was nog geen
Microsoft-klant en had nog niets met Azure gedaan, maar onze gesprekken en ondersteuning hebben als resultaat gehad dat de reseller Microsoft-klant werd en samen met ons de eerste SAP/ HANA datacentermigratie in Luxemburg heeft gerealiseerd. Zo hebben we een reseller ge-enabled, de eindgebruiker de toegevoegde waarde gegeven die hij nodig heeft en zijn we samen met Microsoft en SAP een nieuwe wereld ingestapt. Dit project illustreert precies waar we met Tech Data naar toe gaan: over de as van toegevoegde waarde. Toegevoegde waarde biedt ook ons Tech Data Learning Centre, dat sinds een jaar officieel Learning Partner is voor Microsoft.”
Nieuwe medewerkers, nieuwe dynamiek “Onze grote investeringen in Microsoft betekenen onder andere een verdrievoudiging van de bezetting van de Microsoft-afdeling”, vult Van Ierland aan. “Daarin zijn verschillende disciplines vertegenwoordigd, die worden ingevuld
One Commercial Partner organisatie Schep: “Dat sluit weer naadloos aan bij wat Microsoft doet. De nieuwe One Commercial Partner-organisatie bestaat uit drie elementen: een ‘build with’-organisatie, een ‘go-to-market’organisatie en een ‘sell with’-organisatie. Tech Data spiegelt zich daaraan: als je kijkt naar het creëren van services en solutions werken we samen met Microsoft aan de ‘build’-kant en gebruiken Microsoft-technologie om nieuwe dingen te bouwen richting business outcomes. Daar krijgen we veel support in, maar het triggert ook de samenwerking met Microsoft in het verkooptraject. Binnen Advanced Solutions staat Microsoft niet op zichzelf, het wordt meer en meer de ‘glue’ om er ook andere oplossingen uit onze stack mee te verbinden. Als je Office 365 niet puur als officetool positioneert, maar als totaaloplossing waarmee je een managed desktop kunt creëren, ga je samen met onze consultants heel andere klanten doen. Samen kun je grotere deals van 1.500 of 2.000 seats binnenhalen, daar hebben we al diverse voorbeelden van!” > 57
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
‘ Als je Office 365 niet puur als officetool positioneert, ga je samen met onze consultants heel andere klanten doen’ officieel Microsoft Learning Center zijn en toegang hebben tot alle Microsofttrainingen en die precies op maat kunnen inzetten voor het individuele leertraject waar we het zojuist over hadden. Daarmee onderscheiden we ons in de markt.”
Bert Schep
Naast de ‘breedte-play’ rondom O365 staat de ‘diepte-play’ met Azure. Schep: “Als je kijkt naar Azure heb je natuurlijk een veel smaller kanaal. Daar hebben we te maken met een vijf tot tien partijen die zich gespecialiseerd hebben in datacentermigraties of SAP-oplossingen en die de samenwerking met ons zoeken om de twintig of vijfentwintig klanten zie zij bedienen te migreren naar de cloud. De snelheid waarmee Microsoft nieuwe Azure-elementen naar de markt brengt maakt het moeilijk voor de gemiddelde Azure-reseller om dat allemaal bij te houden. Om ervoor te zorgen dat de reseller toch de nodig kennis krijgt en behoudt is Tech Data een partnership aangegaan met DynaSource dat een partner-to-partnerplatform aanbiedt waar de reseller zich kan registreren en kenbaar kan maken wat de kennisgebieden zijn waarover hij beschikt. Maar vervolgens kunnen de partners ook onderling samenwerken om de eigen competenties te bundelen met www.techdata.nl 58
die van een collega om zo gezamenlijk een deal af te ronden die ze in hun eentje niet zouden binnenhalen.” DynaSource is ook vanuit een andere invalshoek nuttig voor de partners van Tech Data. Schep: “IT-oplossingen, en dus ook de kennisbehoeften, veranderen razendsnel. Wat is er dan mooier dat je een reseller kunt helpen om zichtbaar te maken wat zijn huidige kennisgebieden zijn, maar ook om een plan te maken naar de toekomst toe als hij zich wil specialiseren in machine learning of SQL en data. Welke expertises heb je daarvoor nodig? Vandaag kun je ze uit de markt halen, maar morgen kun je ook in je systeem zien welke expertise je hebt binnengehaald via DynaSource. Zo weet je niet alleen waar je staat, maar helpt het systeem je ook om te definiëren waar je morgen naar toe moet en geeft Tech Data je een ‘learning path’ naar de nieuwe wereld. Daarbij kunnen onze resellers profiteren van het feit dat we
ats.nl@techdata.com
StreamOne Enterprise Solutions “Dat doen we ook met onze StreamOne Enterprise Solutions”, vult Van Ierland aan. “Deze marketplace wordt voor tdurend doorontwikkeld en uitgebreid met nieuwe vendoren, en het ‘pay-as-you-grow’-model dat daar onder hangt en dat steeds meer tractie krijgt. We kunnen diverse facetten van de cloud beheren, afrekenmodellen aanpassen en zo de entree in de ‘nieuwe transactiewereld’ van recurring business voor de reseller faciliteren en vergemakkelijken. Daarbij vullen wij de zaken die in de cloudpropositie van een vendor ontbreken aan.” “Al met al zijn we duidelijk op weg om niet alleen op het gebied van ‘transactionele’ producten, maar ook in cloudproposities de preferred one-stop-shop voor onze resellers te worden. Daar ligt voor ons allemaal de toekomst”, zo besluit Van Ierland.
040 250 2602
@techdatabenelux
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
Column | Andrew van der Haar
Andrew van der Haar
Waar blijft het nationaal plan vanuit de overheid? Connectiviteit is inmiddels een randvoorwaarde voor bijna al het maatschappelijk en economisch verkeer. Nu we als Nederland van het aardgas afgaan, kunnen we ons afvragen of connectiviteit nu als nutsvoorziening zal worden erkend. Water, elektriciteit en connectiviteit zullen in de toekomst de belangrijkste pijlers worden onder onze samenleving. Data is het nieuwe goud, maar zonder connectiviteit kan niemand erbij. Gelukkig zijn er in het land vele nieuwe projecten om nieuwe glasvezelnetwerken aan te leggen. Want hoewel we het goed doen op gebied van connectiviteit, blijft er werk aan de winkel. De afgelopen jaren werd er weinig glasvezel aangelegd, maar die trend is gelukkig gekeerd. Niettemin blijven we als Fiber Carrier Association bij de overheid pleiten om de regierol bij de aanleg van glasvezel serieus te nemen. Het gaat immers niet vanzelf, getuige de vele burgerinitiatieven voor aanleg van glasvezel in meer rurale gebieden. En ook in veel steden zijn gebruikers nog altijd aangewezen op koper- en coaxverbindingen. Die zullen op een zeker moment hun technische limieten bereiken. De overheid heeft de handschoen ten dele opgepakt met de dit jaar verschenen digitaliseringsstrategie, maar er mag wel
een tandje bij wat mij betreft. Als het gaat over connectiviteit, gaat het in de strategie vooral over 5G. Dat is voor de glasvezelsector ook een positief punt. Om een dicht netwerk van 5G-masten van connectiviteit te voorzien is veel glasvezel nodig. U kunt zich wel voorstellen waarom: alle mobiel verzonden data komt bij een 5G-mast en deze data moet worden getransporteerd via de core netwerken naar datacenters. Deze netwerken bestaan uit glasvezel. Gezien de bandbreedte die 5G mogelijk zal maken, blijft investeren in glasvezel noodzakelijk, anders krijgen we data straks niet snel van A naar B. Tegelijkertijd neemt ook de behoefte bij het bedrijfsleven aan glasvezelverbindingen snel toe. Die groei is autonoom. De overheid speelt hier vooralsnog geen rol in, maar faciliteert wel vaker dan voorheen. Toch kan het beter. Tijdens de Fiber Vakdag werd maar weer eens duidelijk dat gemeenten en provincies niet door hebben hoe waardevol hun rol is voor het realiseren van een complex glasvezelnetwerk. De rijksoverheid poogt stappen te nemen en neemt gelukkig steeds vaker aan dat glasvezel de enige mogelijke oplossing is om de steeds grotere vraag naar bandbreedte te kunnen invullen. Maar er is nog steeds geen nationaal plan vanuit de overheid. De groei van vraag naar glasvezel die we nu zien, komt dus door marktwerking
en burgers en bedrijven die niet langer willen wachten tot de overheid iets gaat doen. Staatsecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken en Klimaat kan trots zijn. De markt doet zijn werk wel, zo concludeerde zij op basis van verschillende rapporten. Een aantal buitenlandse investeerders zien dan ook toekomst in glasvezel. Het is geen snel rendement, maar een solide basis. Geschat wordt dat de komende vijf jaar circa 1,2 miljoen aansluitingen gerealiseerd worden. Dat is natuurlijk zeer hoopvol, maar bedenk wel dat we over vijf jaar ook meer dan acht miljoen huishoudens hebben. Dus er ligt nog steeds een grote uitdaging wat betreft de uitrol. De Fiber Carrier Association is bezig om de glasvezelsector te helpen, onder meer door standaardisatie en certificering van netwerken in de nabije toekomst. Hierdoor wordt het voor investeerders inzichtelijker waar te investeren en voor diensten die over de glasvezel gaan ook eenvoudiger om gebruik te maken van elkaars netwerk. Zo verwacht ik dat de impuls van aanleg van nieuwe netwerken alleen maar groter wordt en Nederland voorop blijft lopen. Andrew van der Haar is directeur Fiber Carrier Association. Reageren? a.vanderhaar@fibercarriers.nl 59
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Interview | Pim Hilferink
Bart van Rheenen, Managing Director Arrow
‘ Ons datacenter- en cloud-aanbod krijgt nu de aandacht die het verdient!’ Met de aanstelling per 1 augustus a.s. van Mark Olij als nieuwe Business Development Director Datacenters en Cloud bij value added distributeur Arrow ECS Benelux, gaat een lang gekoesterde wens van directeur Bart van Rheenen in vervulling. Olij zal zich inzetten om samen met Arrow’s channelpartners de grote hoeveelheid verkoopkansen voor next-generation solutions en cloudoplossingen om te zetten in echte business. “In de veeleisende eindgebruikersmarkt van vandaag neemt de vraag naar complete projecten de vraag naar producten over, met name op het gebied van Next-Generation solutions, software defined datacenters en cloudoplossingen, vertelt Bart van Rheenen. “Daarnaast dienen zich steeds nieuwe brands aan die we, net als bestaande initiatieven zoals OneArrow en ArrowSphere, goed moeten laten ‘landen’ in de markt om succesvol te zijn. Het aanbod is te omvangrijk en te belangrijk geworden om het er als managing director ‘even bij te doen’, dus ik ben ontzettend blij dat we een ervaren man als Mark Olij aan boord hebben kunnen halen om onze datacenter- en cloudproposities op de juiste manier in de markt te positioneren en in omzet te laten groeien.”
Kennis en ervaring: sleutel voor succes Mark Olij: “Bij mijn vorige werkgever PQR was ik Alliance & Business Development Manager en maakte deel uit van het MT. Daar heb ik de nodige ervaring op het gebied van datacenters, werkplekautomatisering, cloud en IT-infrastructuur opgedaan. Die ervaring aan de ‘klantzijde’ sluit helemaal aan bij mijn nieuwe uitdaging bij Arrow. Daar wil ik een inventieve en creatieve rol op het gebied van solutions vervullen en mijn Europese (vendor)netwerk inzetten. Dat zijn voor mij de sleutels voor het succes dat ik wil bereiken. Zo weet ik uit ervaring dat veel resellers een 60
antwoord zoeken op de vraag wat ze aan moeten met zaken als IoT en de enorme hoeveelheid data die daaruit voortkomt. Het portfolio van Arrow ECS in combinatie met de IoT-devices van de divisie Arrow Components biedt gouden kansen, ook door de koppelingen met bijvoorbeeld een Splunk of NetApp, die oplossingen voor verdere dataverwerking in hun portfolio hebben. Dat soort combinaties wil ik graag maken en neerleggen bij de klanten van Arrow.”
Azure of IBM Bluemix; al die combinaties vormen de bouwstenen voor een hybrid IT-infrastructuur.”
ArrowSphere cloud marketplace ArrowSphere is een kant-en-klaar platform, white-labeled voor de reseller, waarbij de achterkant zoals billing, reporting, tooling et cetera volledig wordt geregeld door Arrow. ”In Nederland is de ArrowSphere-propositie tot nog toe wat onderbelicht gebleven”, zegt Olij.
‘ In de veeleisende eindgebruikersmarkt van vandaag neemt de vraag naar complete projecten de vraag naar producten over’ Hybrid IT als dominant technologieplatform Vrijwel elke reseller in Nederland heeft een focus op hybrid IT, de combinatie van on-site en private- en publiccloudoplossingen. Maar welke rol willen en kunnen ze daarin spelen, en hoe moeten ze dat invullen? Van Rheenen: “We zien dat private-cloudomgevingen vaak worden ingevuld met software defined datacenteroplossingen, zoals van Nutanix of Rubrik, die ‘hardware agnostic’ zijn zodat ze met diverse andere merken te combineren zijn en ook aansluiten op publieke clouds zoals AWS,
“Vrijwel alle vendoren waar Arrow mee werkt – momenteel zijn er dat 34 in totaal – hebben wel een cloudaanbod, zoals Microsoft, maar ook Citrix, VMware, Veeam, Trend Micro, Commvault, Red Hat en meer. Daar hebben we om verschillende redenen in Nederland tot nu toe minder mee kunnen doen dan in België.” “Het wordt een van de verantwoordelijkheden van Mark om daar snel verandering in te brengen en de focus aan te brengen waaraan ik eenvoudigweg niet voldoende toekwam vanwege alle andere ballen die ik ook in de lucht moet
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
Van Rheenen. “Microsoft verstuurt per reseller of IT-dienstverlener slechts één cloudfactuur en ik ken resellers die alleen al voor het uitsplitsen van die factuur naar de verschillende eindgebruikers twee mensen in dienst hebben. Met de reporting uit ArrowSphere kunnen die ofwel worden uitgespaard of voor andere werkzaamheden worden ingezet.”
Arrow moet prominenter ‘in de etalage’ “Vanuit mijn vroegere rol in marketing ga ik samenwerken met het marketingteam bij Arrow en hen voorzien van creatieve ideeën om de communicatie met de markt meer over de as van kwalitatieve content te laten lopen”, zegt Olij. “In de markt is behoefte aan informatie over nieuwe trends en hoe wij daar als organisatie op inspelen. We moeten klanten gaan vertellen dat nú het moment is om in te stappen in cloudoplossingen om de boot niet te missen.”
Bart van Rheenen
Arrow’s datacenterpropositie houden”, vult Van Rheenen aan. “Waar ik me wel mee bezig blijf houden is het uitbreiden van de lijst van next-gen vendoren die een aanvulling vormen op ons bestaande portfolio. Daarmee kunnen we zowel nieuwe klanten aan boord halen als een grotere share of wallet realiseren bij onze bestaande klanten.”
‘Bij Arrow werken échte mensen’ Olij: “Ik wil daar graag nog iets aan toevoegen. Een breed en diep portfolio hebben is één ding voor een distributeur, maar belangrijker zijn de mensen die er werken. Recent kreeg Bart nog van iemand te horen waarom het prettig samenwerken is met Arrow: ‘Daar werken échte mensen’ was de motivatie. Mensen zijn het geheim achter het ontwikkelen van oplossingen met toegevoegde waarde en ik ben blij dat ik daar binnenkort een bijdrage aan kan leveren.” “Laat ik als voorbeeld noemen de reporting die resellers vanuit ArrowSphere krijgen aangeboden”, zegt www.arrowecs.nl
de cloud, die kant gaat de markt tenslotte op”, vult Olij aan. “Daarbij denk ik dat de private cloud nog vele jaren toekomst heeft. Maar ook de vraag naar managed services en IT-staffing neemt toe, IT wordt steeds complexer en organisaties willen daarbij ontzorgd worden zodat ze zich op hun core business kunnen richten. Verregaand geautomatiseerde, hyperconverged oplossingen zoals van Nutanix of Rubrik vergen veel minder mensen voor beheer. De private cloud, gecombineerd met software defined datacenteroplossingen, blijft de komende jaren een dominante rol spelen. Public cloud wordt wel steeds breder geaccepteerd, maar er zijn zeker de nodige uitdagingen om alle bestaande applicaties te migreren én goed te laten werken. De daarvoor benodigde kennis is schaars en dat is voor veel klanten een drempel. Die drempel gaat Arrow wegnemen door de kennis mee te brengen en over te dragen op de klant, dat is hét onderscheidende element in ons aanbod.”
Van Rheenen: “Op EMEA-niveau hebben alle grote landen datacenter, networking en security in het portfolio. In België hebben we vanuit de historie het complete assortiment, dat we in Nederland nog aan het uitbouwen zijn. Denk aan merken als IBM, Oracle, Lenovo, HPE en Huawei aan de hardwarekant. Aan de virtualisatiekant hebben we VMware, Citrix, Red Hat en Microsoft. Security kunnen we invullen met Check Point, Fortinet, Trend Micro en meer. Die worden aangevuld met een nieuwe stack next-gen vendoren als Nutanix en Rubrik en zo maken we een journey die past bij waar onze klanten mee bezig zijn. Wij kijken vanuit verschillende invalshoeken naar de opkomst en kansen van nieuwe technologieën en de startups die daarmee bezig zijn en maken vervolgens onze eigen afweging over het al dan niet toevoegen aan ons portfolio.”
Meer focus op de cloud Mark Olij
“Naast uitbreiding op productniveau gaan we een grotere focus leggen op
info.ecs.nl@arrow.com
088 024 2900
@ArrowECSBeLux 61
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Interview | Pim Hilferink
Esther Spanjer van Western Digital
‘ Western Digital veel meer dan vendor van storagecomponenten’ In de kolommen van ChannelConnect is de afgelopen jaren het nodige gepubliceerd over de welbekende in- en externe harddisks van Western Digital (WD) voor computersystemen en videosurveillance omgevingen. Dat portfolio is via diverse acquisities, van onder meer SanDisk, HGST, Amplidata en Tegile Systems, uitgebreid met nieuwe oplossingen en technologieën, van het kleinste geheugenkaartje van 32 GB voor mobiel gebruik, tot en met een begin deze maand gelanceerde ActiveScale 5.3 Object Storage Systeem met een capaciteit tot 63 Petabyte. De redactie sprak met Esther Spanjer, Director Enterprise Business Development EMEAI bij WD, over het uitgebreide portfolio van platforms en systemen waarmee WD primaire-, secundaire- en cloudopslagapplicaties ondersteunt. “Ik wil in dit verhaal graag de nadruk leggen op onze Data Center Systems: complete, geïntegreerde oplossingen die we hebben ontwikkeld met gebruikmaking van alle componenten die we in huis hebben”, zegt Spanjer. “Naast bare-metal hebben we het dan over JBOD’s (‘Just a bunch of disks’), JBOF’s (‘Just a bunch of flash’), servers, complete systemen waar ook software bovenop zit. Daarmee geven we invulling aan onze strategie om op te schuiven in de waardeketen; we willen meer doen dan alleen componenten verkopen, al blijft dat natuurlijk een belangrijke bron van inkomsten.
het Franse OVH, Amadeus in Duitsland of booking.com in Nederland. Die zijn niet zo groot als AWS of Azure – die hun eigen hardware laten bouwen – maar willen wel kosten besparen door gebruik te maken van onze ‘building blocks’.”
Alles in één hand Spanjer: “We hebben inmiddels alle mogelijkheden om onze eigen technology stack te bouwen, van NAND, controllers, firmware, lees- en schrijfkoppen, schijven, mechanisch en elektronisch ontwerp, harddisks, SSD’s en powersupplies en systeemsoftware waarmee we apparaten en platforms
JBOD’s. Door in het midden van de JBOD een koelsleuf in te bouwen krijg je een evenredige koeling aan zowel de voor- als achterkant van het systeem. Een ander voorbeeld is ‘IsoVibe’, uitsparingen in de boards waarop de harddisks zijn gemonteerd, die ervoor zorgen dat de trillingen van de ene schijf niet worden doorgegeven aan de volgende. Beide gepatenteerde uitvindingen verhogen de betrouwbaarheid van de systemen en leveren een betrouwbaarder performance. Met dit soort ontwikkelingen kunnen we ons echt van andere fabrikanten onderscheiden.”
Big Data vs. Fast Data: ActiveScale
‘ Zolang de harddisktechnologie nog kan worden doorontwikkeld blijft deze technologie interessant voor big-datatoepassingen’ Voor onze datacentersystemen zien we vooral kansen in de markt van Tier2 en Tier3 cloud, bij OEM’s en channelpartners. Europese klanten zijn bijvoorbeeld grote clouddatacenters als 62
kunnen bouwen. Onze R&D-afdeling heeft een schat aan kennis en ervaring opgebouwd en werkt continu aan de verbetering van onze oplossingen, zoals ArcticFlow, het koelsysyteem voor onze
“De datawereld splitst zich meer en meer in wat we ‘big data’ en ‘fast data’ noemen”, vervolgt Spanjer. “Fast data heb je in e-commerce, (verkeers) mobiliteit of smart machines, waarbij real-time prestaties noodzakelijk zijn. Aan de andere kant heb je big data, zoals batch processing in de retail, waarmee de winkelbevoorrading zonder verlies van verkooptijd kan gebeuren. Dat soort uitdagingen kunnen we aan met ons ActiveScale-portfolio dat is ontwikkeld op basis van onze harddisktechnologie en de gedistribueerde opslagsysteemtechnologie van het overgenomen
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
‘ Niemand kan tippen aan onze ‘dollar per terabyte’-ratio’ Magnetic Recording’-technologie, ofwel MAMR, ontwikkeld,” vervolgt Spanjer. “Daarbij wordt de schrijfkop voorzien van een minuscule oscillator (STO) die microgolven genereert. Die verlagen de weerstand van het opslagmedium, zodat er meer data op dezelfde oppervlakte kan worden opgeslagen. Wij denken dat harddisktechnologie de komende tien jaar of langer relevant blijft als relatief goedkope opslagtechnologie voor datacenters. Normale harddisks hebben nu nog 12, en vanaf het derde kwartaal, 14 TB opslag. Zo blijft de kostencurve voor harddisks onder die van SSD’s.”
Esther Spanjer
kunnen zijn, of de verlengde versie voor 102HDD’s, is er ook een JBOF waar 24SSD’s in gaan. De klant kan zo zelf bepalen hoe zijn opslag eruit moet zien. “Voor Software Defined Storage (SDS) en big-dataomgevingen levert Western Digital ook complete systemen, met in de behuizing naast HDD’s en/of SSD’s ook compute en servercapaciteit”, legt Spanjer uit. “Deze complete boxen zijn interessant voor bijvoorbeeld surveillancebedrijven, cloudproviders, media- en entertainmentbedrijven, klanten die veel storage nodig hebben, maar ook compute willen hebben in dezelfde box.”
Fast Data: IntelliFlash portfolio Amplidata. Inmiddels zitten we rond de 1 Exabyte designs, en die capaciteit zal nog verder toenemen. Op dit moment is ons nieuwe ActiveScale X100 systeem met 63PB object-storagecapaciteit het topmodel.”
Harddisk vs. SSD “Als je vraagt wanneer de prijs voor SSD’s die van harddisks gaat benaderen zie ik dat nog niet een, twee, drie gebeuren”, zegt Spanjer. “De komende decennia blijft er een prijsverschil bestaan. SSD wordt wel goedkoper, maar zolang de harddisktechnologie nog kan worden doorontwikkeld blijft deze technologie interessant voor big-datatoepassingen. Momenteel wordt ‘Heat Assisted Magnetic Recording’-technologie toegepast om meer data op te kunnen slaan in bestaande formfactors. Door de speciale coating op de schijf te verhitten met een laserstraal kan er meer data op hetzelfde opslagmedium worden weggeschreven. Nadeel is dat de warmte impact heeft op de overall betrouwbaarheid van de disk.”
Spanjer: “IntelliFlash is de rebranding van het Tegile-portfolio. Het ONE Flash-platform bestaat uit een viertal oplossingen voor specifieke toepassingen. Hybrid, met 10 procent flash, Flash-Hybrid met 30 tot 50 procent flash, All flash met 100 procent flash, en de nieuwste toevoeging: NVMe met 100 procent NVMe flash. Die laatste zorgt voor de extreem hoge prestaties en lage latency die nodig zijn voor bedrijfkritische applicaties, zoals real-time transacties, machine learning, AI en analytics. Alle IntelliFlash Storage-oplossingen maken gebruik van dezelfde software. De Unified Storage kent native block en file, en inline compressie en deduplicatie zorgen voor een forse datareductie. Het platform is schaalbaar van 19TB tot 1,3PB en maakt gebruik van voorspellende cloud analytics voor monitoring, voorspellingen en foutherstel. Asynchrone GEO-replicatie maakt meervoudige disaster recovery mogelijk, terwijl inline data encryptie, instant snapshots en clones end-to-end databescherming mogelijk maken.”
Volledige configuraties “Om die problemen te vermijden heeft Western Digital de ‘Microwave Assisted www.wdc.com
Naast bare-metal configuraties zoals een JBOD met 60HDD’s waarvan er 24SSD info@wdc.com
Net geïntroduceerd is het Ultrastar Serv60+8 hybride storage serverplatform voor SDS, ontwikkeld voor archivering, back-up, mediastreaming, contentopslag, remote office en privatecloudomgevingen. Behalve twee Intel Xeon schaalbare processoren zitten er 60 bays voor SSD, HDD of hybride driveconfiguraties in, plus een high- per formancegedeelte met ruimte voor 8 SSD’s met SAS, SATA of NVMe-interface voor extra data-acceleratie. De serverplatforms maken gebruik van o.a. ArcticFlow en IsoVibe technologie en beginnen bij een capaciteit van 144TB. Spanjer: “Voor het kanaal is SDS een interessante ontwikkeling, waarbij system integrators hun klanten maatwerk kunnen leveren. Maar ook de vervangingsmarkt is heel interessant: steeds meer klanten hebben geen zin meer om de peperdure servicecontractverlenging van hun storage-vendor te accepteren en kiezen liever voor het flexibele en modulaire aanbod dat wij kunnen bieden. Daarbij durf ik gerust te stellen dat niemand kan tippen aan onze ‘dollar per terabyte’-ratio.”
06 222 33 998
@wd_nederland 63
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Interview | Rashid Niamat
Beter monitoren van comfortcondities in serverruimtes en datacenters loont ATAL uit Purmerend levert al bijna 25 jaar sensoren en meetoplossingen. De producten worden ook toegepast in serverruimtes en datacenters. Directeur Marcel Dix en commercieel manager Ronald Stuvel leggen uit waarom dergelijke systemen zo belangrijk zijn. Monitoring is de core van de ATAL business. Daarvoor heeft het bedrijf eigen producten en voert het merken van derden. De productiefaciliteiten zitten onder andere in Tsjechië. Men focust op de Benelux, wat goed is voor 80 procent van de omzet. Die omzet bestaat uit verkoop en onderhoud. Dix: “We zijn een verkooporganisatie die werkt met partners maar ook directe verkoop kent. Het type product dat we leveren vergt wel onderhoud. Daarom is service een vast bestandsdeel van ons portfolio. We beschikken over een eigen kalibratieruimte voor de systemen en kunnen naast onze eigen producten die van derden servicen.”
dat in beide gevallen een technische en operationele noodzaak aanwezig is om de in die ruimtes aanwezige hardware goed te laten functioneren. Wij richten ons daarbij primair op wat we noemen de comfortcondities: dat zijn temperatuur, luchtvochtigheid, atmosferische druk en drukverschil. Maar ook voor trilling- en waterdetectie, rook en registratie van deurcontacten heeft ATAL praktische oplossingen in huis. Als je die monitort
kun je de continuïteit waarborgen. In het geval van een serverruimte is dat voor de eigen organisatie van belang. Bij een datacenter geldt dat het niet alleen voor de exploitant, maar ook voor de huurders van de rackruimte van essentieel belang is.” Er zijn ook verschillen tussen de twee. Stuvel merkt op dat de omvang van de ruimtes en de plek in de organisatie wel wat uitmaakt. “Je ziet vaak dat in
‘ Wij richten ons voor de datacenters en serverruimtes op de comfort condities’ Gebruik door datacenters en serverruimtes Sensoren en meetoplossingen worden in veel sectoren toegepast, ook in datacenters en voor serverruimtes. Dix: “Tussen die twee zien we verschillen en overeenkomsten. De overeenkomsten zijn 64
Een deel van het team van ATAL
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
de kleinere serverruimtes van dito organisaties een algemeen facilitaire dienst of de technische beheerder op de condities moet letten en het er als taak bij heeft. In datacenters zijn het veelal specialisten, die ook vanwege de klantwensen vastgelegd in contracten en SLA’s veel meer moeten meten en weten.” Dix haakt daar op in: “Een aardig voorbeeld van het verschil tussen de twee klantgroepen zien we ook bij het kalibreren. Onze apparatuur is in de regel gekalibreerd en voorzien van een testrapport. Voorheen waren het bijna uitsluitend de raadgevend ingenieursbureaus en vergelijkbare specialisten die om die rapporten vroegen. We krijgen de laatste tijd ook meer vragen van de verantwoordelijken bij datacenters. Je ziet dat het daar begint door te dringen dat ze niet alleen willen meten, maar vooral ook willen weten hoe nauwkeurig ze meten. Zo ver zijn de meeste beheerders van serverruimtes nog niet.”
Data genereren, niet interpreteren Verschillen zijn er ook tussen de verschillende klantgroepen die ATAL bedient als wordt gekeken naar de meetdata die wordt vergaard. Dix zegt dat de IT-sector de voorkeur heeft voor het zelf opslaan en verwerken van de meetdata. Dat doet men dan door de outputprotocollen te integreren met de eigen beheersoftware. Andere klanten waarbij IT niet de corebusiness is, geven er eerder de voorkeur aan de data in het ATAL cloudportal ‘OnlineSensor.nl’ onder te brengen, zodat zij 24/7 de data kunnen inzien. ATAL biedt de cloudservice, maar houdt zich nadrukkelijk niet met de klantdata bezig. Dix: “Wij zorgen voor het genereren van data en het visualiseren, we adviseren klanten ook over de juiste omgang ermee, maar interpreteren valt nadrukkelijk buiten onze scope. Onze corebusiness is het aanleveren van de meetdata.”
IoT oplossingen versus ethernet ATAL heeft een groeiend aantal IoT-oplossingen voor uitlopende sectoren. Het IoT-portfolio bestaat naast het bestaande op ethernet gebaseerde aanbod van meetoplossingen. “Voor serverruimtes en datacenters zijn 99 procent van de door ons geleverde oplossingen met ethernet-connectiviteit (met voeding of op PoE gebaseerd)”, legt Dix uit. “Daar is een simpele verklaring voor: het moet fail safe zijn en de data moet makkelijk uit te lezen zijn. Alles met ethernet is robuust en op bekende manieren uit te lezen. Daarom is er vooralsnog in het ATAL-assortiment nog geen speciale IoT-oplossing voor deze doelgroep.” Stuvel wijst nog op een praktische bijkomstigheid: bijna alles in een serverruimte is ethernet dus waarom zou een beheerder daarvan afwijken, helemaal voor iets essentieels als monitoring en controlemiddelen. “Ik kan me overigens wel scenario’s voorstellen waarbij iets als persoonsvolgsystemen
marktvraag kunnen laten aansluiten.” ATAL merkt dat met name bij de datacenters de ontwikkelingen zeer snel gaan. Stuvel: “Wie weet zitten daar wensen die we nog niet kennen en waar we op kunnen inspelen. Wat dat betreft nodig ik de lezers van harte uit contact met ons op te nemen.” Aan het eind van het gesprek wijst Dix naar buiten, waar ten tijde van het interview tropische temperaturen heersen. “We merken dat comfortcondities van serverruimtes met dit weer in de knel komen. We zien na elk weekend de meldingen over storingen, omdat dan twee dagen achtereen de ruimte niet manueel gecontroleerd wordt en sensoren om dat te doen ontbreken. Ik zou echt alle beheerders van dergelijke ruimtes willen meegeven dat met een investering van een paar honderd euro dat leed is te voorkomen en het hart van een bedrijf, namelijk de data, beter is beveiligd”.
ATAL merkt dat met name bij de datacenters de ontwikkelingen zeer snel gaan als los IoT-systeem in een datacenter of serverruimte toegepast gaat worden. Maar dan is het de uitbreiding van een toepassing die al elders wordt ingezet. Maar wie weet zie ik een logische toepassing over het hoofd.”
Kennis uitwisselen Met die laatste zin stipt Stuvel een onderwerp aan waar Dix nog bij stil wil staan: het begrijpen van de markt. “Wij hebben regelmatig contact met onze partners en klanten waar we rechtstreeks aan leveren. Zo horen we wat er leeft en welke nieuwe inzetgebieden of toepassingen zij overwegen. Dat is voor ons heel zinvolle informatie, waardoor we ons portfolio weer beter op de
Stuvel: “Datacenters zijn wat dat betreft al een stap verder. Ze zullen ook wel moeten, want het gaat op de data van klanten. Maar ook daar is nog wel verbetering mogelijk. Die groep zou ik willen meegeven dat ze niet overal invloed op kunnen uitoefenen. Maar als ze hun klanten inzichtelijk kunnen maken hoe ze de punten waar ze wel invloed op hebben in de gaten houden heeft dat de klant zekerheid. Zekerheid dat zijn data, zijn goud bij jou in goede handen is. Ook daarom is goed monitoren zo belangrijk en zijn goede meetoplossingen onmisbaar.”
www.atal.nl info@atal.nl 0299 630 610 65
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Achtergrond | Rashid Niamat
Nederland is hot als datacenterland maar…
Tijd voor een andere kijk op het buitenland Laat medewerkers van Nederlandse datacenters aan het woord en het zal er snel over gaan dat de hele wereld hier aanwezig wil zijn. Hyperscalers, internationale datacenterexploitanten, nationale en ook nog regionale aanbieders, iedereen bevindt zich schijnbaar midden in een interessante vraagmarkt. De vraag komt van nationale en regionale bedrijven die hier de data en applicaties willen onderbrengen. Het is een beeld waar een kanttekening bij hoort. De afgelopen jaren is door het Datacenter & Cloud Dossier regelmatig gevraagd waarom Nederlandse bedrijven uit de sector niet zelf de vleugels uitslaan naar het buitenland. Als we goed zijn in het ontginnen van de eigen markt en zoveel internationale aandacht weten te trekken, waarom wordt dat kunstje dan niet in het buitenland herhaald?
Ontginning van het buitenland Het antwoord op de vraag wás altijd dat de digitale ontginning van het buitenland op een veel lager niveau staat, de prijzen voor personeel en bakstenen er te hoog zijn en dat de vraag zo lastig in te schatten is. Als men zich al op het buitenland richt, dan is het om geïnteresseerden te overtuigen de digitale boedel in Nederland onder te brengen. Het zijn argumenten die anno 2018 nog steeds worden gehanteerd en niemand lijkt zich af te vragen of ze nog wel kloppen.
Tijd voor herijking De geringe activiteit van de sector over grens verbaast, en onderzoek bevestigt dat het tijd is voor een forse herijking van alle bekende aannames. De aanname dat connectiviteit in het buitenland duur en lastig is zal door bijvoorbeeld NL-ix toch echt worden gerelativeerd. Ja, het kan duur zijn maar inmiddels is op veel plekken in Europa een goede 66
netwerkinfrastructuur aanwezig én concurrentie die voor neerwaartse prijsdruk zorgt. Over personeel en bakstenen kan een hoop worden gezegd, maar de Nederlandse situatie totaal negeren is ridicuul: aanbod en kosten van personeel en de schaarste van geschikte bouwlocaties zijn een serie serieuze struikelblokken voor datacenters in Nederland. En er is geen zicht op een structurele verbetering van die situaties.
om verder ontgonnen te worden. Brexit heeft daar echter dusdanig roet in het eten gegooid dat nu op een hele andere manier naar die markt wordt gekeken.
Eigen datacenter in Duitsland is nodig Wat overblijft is de Duitse markt. Een Nederlandse aanbieder die daar iets over kan vertellen op basis van local presence is Systemec uit Venlo. Financieel directeur Sjoerd Derkx: “We zitten pal aan de grens
Het is de combinatie van een lage stroomprijs, goede connectiviteit en goed personeel die Helsinki op de kaart zet Met die kennis in het achterhoofd is met partijen contact opgenomen die de markt in Duitsland, het belangrijkste buurland en de grootste economie van de EU kennen. België is ook een buurland, maar tijdens alle gesprekken is tot op heden niet opgevallen dat een Nederlandse aanbieder van datacenterdiensten daar serieus naar kijkt. Dat laatste kan niet gezegd worden van het Verenigd Koninkrijk. Dat stond bij diverse partijen lang hoog op de lijst
en als ik daar zou ophouden met het aanbieden van mijn diensten mis ik de helft van de cirkel die ik in gedachte trek.” Systemec heeft niet alleen business uit, maar ook letterlijk in Duitsland. Een derde datacenter in het Nettetal zorgt voor een grensoverschrijdend twin-datacenter. Daarmee onderscheidt het zich van alle andere Nederlandse datacenters langs de grens. Het bedrijf kan zo inspelen op de wens de data exclusief in het eigen land op te slaan en daar is volgens
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
Het idee dat arbeid en bakstenen elders duur zijn zonder naar de Nederlandse situatie te kijken is ridicuul
Fotobijschrift Derkx ook veel vraag naar. Internationaal opereren op basis van een datacenter alleen in Venlo is voor hem dan ook geen optie. Derkx stipt verder nog aan dat klanten voor wie de locatie van de data minder belangrijk is, colo in Nederland een goede optie is, vooral omdat er een prijsverschil is tussen de twee locaties. De hogere stroomprijs in Duitsland is daarvoor verantwoordelijk.
Stroomprijs medebepalend De stroomprijs is ook een factor van belang in het aanbod van de bekende Duitse provider Hetzner. Het bedrijf heeft in het voorjaar van 2018 een eigen datacentercampus in Helsinki geopend. De klimatologische omstandigheden en de stroomprijzen zorgen ervoor dat Hetzner daar de diensten tegen een gunstiger tarief kan aanbieden dan in Duitsland. Christian Fitz, hoofd marketing bij Hetzner, vertelde dat een dedicated server in Helsinki euro’s per maand goedkoper is dan in Duitsland. In procenten uitgedrukt kan dat verschil, afhankelijke van het type server, oplopen tot tien procent van de maandelijkse factuur.
Fitz is ook gevraagd of Hetzner heeft overwogen naar Nederland te komen en daar een eigen datacenter te bouwen. Zijn antwoord was helder. Ja, er is gekeken naar meer landen in Europa, maar stroomprijs, connectiviteit en de vereiste skills zijn doorslaggevend geweest voor Helsinki. Hetzner, dat niet alleen Duitse ondernemingen en particulieren als klant heeft, maar juist ook internationale klanten, voorspelt trouwens dat Helsinki voor veel klanten de primaire locatie gaat worden.
De combinatie bepaalt Systemec en Hetzner zijn twee totaal verschillende bedrijven, maar op een vraag geven ze hetzelfde antwoord. Voor de stroomprijs is Duitsland niet de beste locatie en dat zorgt voor migraties naar andere landen, tot zover de bedrijfsvoering dat toestaat. Wie echter denkt dat Nederland van die hoge Duitse stroomprijs gaat profiteren wordt door Hetzner de les gelezen. Het is de combinatie van een lage stroomprijs, goede connectiviteit en goed personeel die Helsinki daar op de kaart heeft gezet.
Dat moet toch wel aanleiding zijn het beeld dat de Nederlandse sector van zich zelf en de markt heeft bij te stellen.
Conclusie Op basis van verouderde aannames en kennis handelen is onverstandig. De nieuwste zeekabels komen niet meer bij Cadzand in Europa. Het zijn de regio’s Esbjerg en Marseille die ervoor zorgen dat er de komende jaren heel wat zal veranderen in het datacenterlandschap. Voor de Nederlandse datacenters is vooral de Oostzeeregio relevant. Wat daar de combinatie van goede, gunstige energie, moderne connectiviteit en arbeidsmoraal mogelijk maakt, moet hier leiden tot een andere kijk op het buitenland en de eigen USP’s. De connectieontwikkelingen staan overigens bij partijen als NL-ix en Bytesnet goed op het netvlies. Maar wie naar de andere componenten van de combinatie kijkt, is tijdens de afgelopen periode onduidelijk gebleven.
67
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Interview | Rashid Niamat
Eric Boonstra geeft toelichting op overname EvoSwitch door Iron Mountain Op 30 mei werd bekend dat Iron Mountain een van de iconen van de Nederlandse datacentersector, EvoSwitch Nederland, overneemt. Eric Boonstra, CEO van EvoSwitch, heeft de redactie van het Datacenter & Cloud Dossier in een tweetal gesprekken een uitgebreide toelichting gegeven op deze gebeurtenis. Eric Boonstra geeft aan dat EvoSwitch ruim een jaar geleden is gestart met een proces dat uiteindelijk heeft geleid tot de koop van EvoSwitch Nederland door Iron Mountain. “We zagen al geruime tijd aan de ene kant consolidatie op de Nederlandse en internationale datacentermarkt en aan de andere kant de ontwikkeling dat bedrijven vaker van datacenters in meerdere landen gebruikmaken. Voor beide trends sluiten wij de ogen niet. We zijn verschillende scenario’s gaan bekijken met als doel de toekomst van EvoSwitch op de middellange en lange termijn te bepalen.” Daarbij passeerden verschillende mogelijkheden de revue, van samenwerking tot overname. Uit de woorden van Boonstra is op te maken dat er veel internationale belangstelling was, wat niet zo vreemd is want EvoSwitch is een goed draaiende, winstgevende organisatie die voldoende stroom en uitbreidingsruimte heeft en daarnaast een ervaren team.
Ervaren partij Dat voor de overname door Iron Mountain is gekozen, heeft het nodige met het laatste te maken. Iron Mountain was namelijk op zoek naar een ervaren partij met een goed team. Vanwege de schaarste op de (internationale) arbeidsmarkt voor datacenterpersoneel wilde het onder geen beding een lege huls kopen, maar een bedrijf dat gewoon door kan gaan en daarnaast een belangrijke bijdrage kan leveren aan de verdere 68
internationale ambities. Al die punten zijn koren op de molen van EvoSwitch geweest, vertelt Boonstra. De match tussen de partijen was daarmee optimaal, met de overname als resultaat.
FLAP Gevraagd naar de vervolgstappen licht Boonstra een tipje van de sluier op door FLAP ter sprake te brengen. Die afkorting staat voor de vier belangrijkste datacenterlocaties in Europa: Frankfurt, Londen, Amsterdam en Parijs. Iron Mountain heeft vorig jaar de datacenters van Credit Suisse in onder andere Londen overgenomen. Die worden op dit moment verbouwd van dedicated datacenter naar ruimtes waar ook colo
De aandacht voor Frankfurt en Parijs zal niet ten koste gaan van de Nederlandse locatie en klanten, zo verzeker t Boonstra. “Alles behalve dat. De uitbreiding van onze AMS1-campus gaat snel van start en met de AMS2-locatie in Amsterdam wordt eerdaags ook begonnen. Voor de Nederlandse klanten zal er amper iets veranderen, behalve dan dat op de facturen een ander logo en bedrijfsnaam komt te staan. De contacten blijven hetzelfde, de werkwijze ook en duurzaamheid blijft hoog in ons vaandel staan. Ook op dat punt is de match met Iron Mountain optimaal; zij zien daar echt het belang van in en zijn er zelf ook veel mee bezig.”
‘ De uitbreiding van onze AMS1campus gaat snel van start en met de AMS2-locatie in Amsterdam wordt eerdaags ook begonnen’ kan worden gefaciliteerd. Amsterdam is via EvoSwitch nu ingevuld. Frankfurt en Parijs staan daarmee nu hoog op de agenda van Iron Mountain. Boonstra zal daar, samen met het Nederlandse directieteam van EvoSwitch, nauw bij betrokken zijn omdat hij in de nieuwe setting de West-Europese tak gaat leiden.
Tenslotte is Boonstra gevraagd of hij al reacties van klanten heeft gehad. “Ja, uiteraard. Maar ik had niet verwacht dat er direct zoveel belangstelling zou zijn voor de internationale footprint die we nu hebben en verder gaan uitbreiden. De markt heeft duidelijk behoefte aan de kwaliteit en betrokkenheid waar EvoSwitch altijd voor heeft gestaan en dat
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
‘ Als je weet dat Iron Mountain 95 procent van de Fortune 1000-bedrijven als klant heeft, weet je ook dat het een doelgroep is die voor de datacentertak bijzonder interessant is’
Eric Boonstra
gecombineerd met de mondiale footprint die Iron Mountain nu mogelijk maakt.”
en er is 30MW aan stroomcapaciteit voorhanden. “Ook die combinatie is redelijk uniek”.
Waarom Iron Mountain Enkele weken na het interview deed zich de mogelijkheid voor Boonstra nog een paar aanvullende vragen te stellen. De eerste ging over de keuze van Iron Mountain. Wat waren de doorslaggevende punten voor de overname? Boonstra: “De belangrijkste zijn al ter sprake gekomen: dat zijn een goed lopend bedrijf, de uitbreidingsmogelijkheden op de huidige campus en het sterke team in een van de FLAP-steden. Partijen die daar op alle punten scoren zijn er amper in Nederland en elders in Europa.” Een belangrijk punt was de mogelijkheid tot uitbreiden. Direct naast de AMS1-campus gelegen is veel grond in bezit dat snel kan worden bebouwd
Meer naar digitaal Boonstra heeft ook nog uitgelegd wat de verhouding tussen de verschillende Iron Mountain-onderdelen is. De organisatie is in Nederland al vele jaren actief met het aanbieden van archiefoplossingen. “Die tak en de datacenters blijven gescheiden. De meer traditionele business genereert nog erg veel omzet, maar de verwachting is wel dat de klanten meer naar digitaal opschuiven. Ook daarom heeft Iron Mountain nu de zinnen op meer datacenters door de hele wereld gezet. Zo kunnen bestaande en nieuwe klanten bij de transitie worden ondersteund. Target is top 5-speler in datacenters in de wereld te zijn in 2020.”
De bedrijfsonderdelen blijven weliswaar gescheiden aangestuurd – op zowel nationaal als internationaal niveau – samenwerking is onvermijdelijk en uiteraard ook zeer gewenst. “Als je weet dat Iron Mountain 95 procent van de Fortune 1000-bedrijven als klant heeft, weet je ook dat het een doelgroep is die voor de datacentertak bijzonder interessant is.” Cross-selling staat dus zeker op de agenda bij beiden bedrijfsonderdelen. “En wat dat betreft kunnen we al de eerste successen melden. De overname is net een maand bekend en we hebben al de eerste klant van Iron Mountain archiveringsdiensten als datacenterklant kunnen optekenen.” Het is in de woorden van Boonstra een mooi voorbeeld van laaghangend fruit en de Nederlandse handelsspirit. “Met cross-selling zullen we zeker nog heel mooie klanten in de Europese datacenters van Iron Mountain krijgen, dat is niet het enige waar we ons op richten. We blijven ook nieuwe klanten die in deze datacenters van topkwaliteit willen staan, verwelkomen.” 69
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Interview | Rashid Niamat
Marc Swolfs, CEO Intronics
Meer aandacht voor efficiency bij bekabeling loont Tijdens het interview met CEO Marc Swolfs van Intronics gaat het vaak over de constatering dat de markt op dit moment flink in beweging is. Dat is een opvallend geluid van deze aanbieder op het gebied van connectiviteit, bekabeling en de schakeling van signalen. Al snel werd duidelijk dat die constatering terecht is. Het gesprek begint met de algemene vraag hoe de zaken gaan. Swolfs betrekt in zijn antwoord direct de hele keten. “We hebben op dit moment te maken met een omvangrijke opleving van de economie. Industrieel en elders wordt er uitgebreid. Er komen nieuwe activiteiten en gebouwen bij. Dat betekent weer de bouw en aanleg van ruimtes waar bekabeling voor algemene stroomvoorziening en IT nodig is. Dat leidt ertoe dat onze afnemers goed gevulde orderboeken hebben en dat merken wij bij Intronics duidelijk aan de bestellingen.”
Arbeidsmarkt en efficiency Intronics speelt in op het personeelstekort door de klanten te ondersteunen bij het functioneel ontwerp. Dat doet het bedrijf al langer, maar de vraag ernaar is wel verder toegenomen en Intronics neemt een groter deel van die opgave op zich. Door zo werk uit handen te nemen en in het ontwerp te letten op efficiënte aanleg en onderhoud zorgt het ervoor dat de system integrators toch meer projecten kunnen aannemen en binnen de gestelde kaders kunnen opleveren. “Daarbij letten we er vanwege het tekort aan personeel tegenwoordig nog meer op dat we bij
‘ Cat 8.1 is belangrijke ontwikkeling omdat het helpt omgevingen efficiënter en beter aan te sluiten’ Meer omzet en klanten betekent dat Intronics de afgelopen periode het personeelsbestand in Nederland en België ook met ruim acht procent heeft zien toenemen. Dat is iets wat de meeste klanten ook zouden willen, zegt Swolfs. “Maar het is toch wel merkbaar dat er meer vraag dan aanbod is naar technisch onderlegd personeel op de arbeidsmarkt. We horen zelfs van partners dat ze niet de mensen hebben om alle aanvragen aan te kunnen. Dat is toch wel een opmerkelijk signaal over een markt die in beweging is.” 70
nieuwbouwontwerpen strakker sturen op efficiency”, voegt Swolfs daar aan toe. “Een voorbeeld daarvan is werken met standaard lengtes afgewerkte bekabeling. Als je dat overal kunt toepassen scheelt dat veel tijd, omdat er geen afmeten meer nodig is en de extra handelingen van stekkers of connectoren aanbrengen vervallen.” Verder is er nog een aspect van efficiency dat los staat van de hoeveelheid handelingen, maar waar ze bij Intronics in de ontwerpfase wel terdege bij stilstaan. Een goed functioneel ontwerp op basis van prefabs
voorkomt materiaalverspilling, wat zich weer vertaalt in lagere kosten. Bij renovaties of uitbreidingen in bestaande omgevingen heeft men echter te maken met bestaande infrastructuur, zoals kabelgoten. Daar kunnen de installateurs met prefabproducten niet altijd dezelfde tijdwinst en efficiency realiseren, vooral niet als de kabelgoten aan de krappe kant zijn. Het uitwijken naar draadloos voor de netwerken klinkt dan als een voor de hand liggend alternatief, maar dat is niet overal toepasbaar. Daarnaast bestaat er geen honderd procent draadloos, er is altijd minimaal een voedingskabel nodig. Swolfs verwacht overigens dat de krapte op de arbeidsmarkt zal aanhouden. Het zal een driver voor fabrikanten en installateurs zijn te blijven zoeken naar manieren en technische oplossingen om de effectiviteit en efficiency verder te verhogen.
Cat 8.1 Een andere ontwikkeling die voor beweging in de markt zorgt is Cat 8.1 bekabeling. Binnen thuisen kantooromgevingen zijn de utp-ethernetaansluiting Cat 5e of Cat 6a de standaard. In datacenters en serverruimtes komen dat soort verbindingen weinig voor. De doorvoersnelheden die daar gevraagd zijn, liggen flink hoger. “Voor die hogere snelheden beschouwden we glasvezel lange tijd als de enige juiste
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
‘ We zien en merken de impact van te weinig technisch onderlegd personeel op de arbeidsmarkt’ te krijgen. Die voordelen zorgen ervoor dat de totale kosten voor aanschaf en aanleg van Cat 8.1 lager kunnen uitvallen dan glasvezel. En dat zal vanzelfsprekend zorgen voor meer vraag.
Doorontwikkelingen zijn positief voor efficiency
Marc Swolfs
oplossing en het was ook nog eens proven technology. Daarom zie je in datacenters en in de on-premise serverruimtes amper koper, het is glasvezel dat daar op bijna elk mogelijk niveau wordt toegepast”, aldus Swolfs. Maar de ontwikkelingen staan niet stil, ook niet voor aansluitingen gebaseerd op koperdraad. Over Cat 8 werd al langer gesproken en sinds 2016 is er een gepubliceerde standaard voor Cat 8.1 en Cat 8.2. Sinds begin dit jaar komen productie en vraag naar Cat 8.1 op gang. Cat 8.1 betekent concreet dat het mogelijk wordt voor de korte afstanden die in een datacenteromgeving gelden – de zogenaamde rack-level www.intronics.nl
interconnects – ethernet toe te passen. Het is beschikbaar in lengtes tot 30 meter en heeft een maximale capaciteit van 40Gb/s. De voordelen van Cat 8.1 liggen volgens Swolfs voor de hand. “De belangrijkste zijn dat we hier te maken hebben met een bekende technologie. Het is vertrouwd voor alle installateurs. Het kan worden aangelegd, onderhouden en vervangen zonder de aanvullende eisen en trainingen die voor glasvezel gelden. Dat is, gelet op de krapte op de arbeidsmarkt, een niet te onderschatten pluspunt.” Daarnaast is het backwards compatible, er zijn geen additionele investeringen nodig en evenmin dient er andere hardware geplaatste te worden om de Cat 8.1 bekabeling aangesloten sales@intronics.nl
Hoewel Swolfs positief is over Cat 8.1 verwacht hij niet dat het van grote invloed zal zijn op het portfolio van Intronics; daarvoor is de markt voor datacenteren serverruimtebekabeling te gering. Het is wel een belangrijke ontwikkeling omdat het helpt bestaande en nieuwe omgevingen efficiënter en beter aan te sluiten. Glasvezel is dan wel heel bekend in die markt, er zijn situaties waarbij de fysieke eigenschappen een groot voordeel zijn. Bij de andere soorten bekabeling van derden of eigen merk die Intronics levert, zijn op dit moment slimme doorontwikkelingen zoals bij Cat 8.1 niet zichtbaar. “Je zou kunnen zeggen dat die markten minder in beweging zijn. Maar we hoeven niet vreemd op te kijken als we ook daar slimme en betere bekabelingsoplossingen krijgen”, schat Swolfs in. Dan zal gelden wat bij Intronics altijd opgaat: ze zullen verbeterde bekabeling in het portfolio opnemen als het een goed antwoord biedt op vragen van de system integrator, annex installateur en de eindgebruikers. 0342 407 040 71
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Interview | Marco Mekenkamp
Realiseer eenvoudig multi-cloud oplossingen met Copaco 2tCloud De ontwikkeling van een eigen cloudpropositie staat al jarenlang hoog in het vaandel bij de distributeur Copaco. Inmiddels maken ruim 900 business partners gebruik van het 2tCloud platform van Copaco. “Door de grote verscheidenheid aan partners worden we iedere dag opnieuw uitgedaagd na te denken hoe we al deze partners, met hun eigen strategie, meerwaarde kunnen leveren”, aldus Rick van den Hoogenhof, teamleider Cloud bij Copaco Nederland. “Er is echter ook een grote overeenkomst. Het aantal partners dat met ons om tafel gaat om te sparren over hun eigen datacenter- en cloudstrategie neemt toe.” “Er zijn veel vragen in het kanaal. We merken dat in gesprekken met onze partners, via onze cloud specialisten en via onze hardware teams. Vragen zoals ‘Wat is mijn concurrentiepositie over drie jaar nu de public clouds van Microsoft, IBM, Amazon en Google echt opkomen?’, ‘Wil ik opnieuw investeren, en zo ja, ga ik dan voor een twin-datacenter, uitwijk of outsourcing?’ en ‘Kan ik bepaalde klanten, met minder maatwerk misschien beter in de public cloud onderbrengen?’, vertelt Van den Hoogenhof.
clouds (de private clouds van 2tCloud en de public cloud van Microsoft (Azure) en IBM (IBM Cloud). Daarbij kun je kiezen voor single- en multi-cloud oplossingen waardoor het zeer eenvoudig wordt om hybride cloud oplossingen, disaster recovery oplossingen en migraties op te starten.”
Transformatie bij Copaco Copaco heeft de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in expertise. “Het eigen Network Operations Center (NOC) in
‘ We zien bij partners dat er meer gevraagd wordt naar oplossingen en minder naar een merk waarmee zij hun klantvraag kunnen invullen’ Volledige vrijheid via 2tCloud Hij vervolgt: “De beste keuze is natuurlijk van veel factoren afhankelijk. Daarom gaan we met onze partners in gesprek en schakelen we, waar nodig, onze technical of business consultants in. Via 2tCloud is er altijd volledige keuzevrijheid. U kunt diensten inzetten vanuit verschillende hypervisors en vanuit verschillende 72
Eindhoven is daar het ultieme voorbeeld van. Dit hypermoderne NOC, waar geïnteresseerde partners altijd een kijkje mogen komen nemen, is de thuisbasis van het 2tCloud support team, system engineering team, network engineering team en developmentteam. Daarnaast heeft Copaco een groot team bestaande uit technical consultants die gespecialiseerd zijn
in cloud dienstverlening.” Alleen dan kun je partners echt ondersteunen met complexe hybride- of multi-cloud dienstverlening, zo is de overtuiging van Copaco.
Van product naar thema “We zien bij partners dat er meer gevraagd wordt naar oplossingen en minder naar een merk waarmee zij hun klantvraag kunnen invullen”, aldus Van den Hoogenhof. “Daarom verleggen wij de focus in onze trainingsprogramma’s, zowel op commercieel als technisch vlak steeds meer naar thema’s zoals Backup & Disaster Recovery, Migratie of Infrastructure & Cloudsourcing. De klant vraagt immers om een oplossing, niet om een merk. Omdat iedere klantvraag uiteindelijk ingevuld wordt met een specifiek product of specifieke software blijven we uiteraard ook voorzien in alle vendortrainingen. We blijven hiermee altijd een stapje voor op de marktontwikkeling die langzamerhand in de volwassenheidsfase komt.”
Hybride- en multi-cloud Inmiddels is het 2tcloud portfolio ruim voorzien van IaaS-, PaaS- en SaaS-proposities van meerdere vendoren. “We zien een verschuiving in de gesprekken met onze partners naar hybride- en multi-cloud”, aldus Bjorn Peeters, productmanager bij Copaco.
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
Het is nog nooit zo eenvoudig geweest om via één portaal verschillende Infrastructure as a Service (IaaS)diensten van meerdere cloudproviders af te nemen en te beheren
Rick van den Hoogenhof en Bjorn Peeters
“Onze business partners willen snelle integratie van clouddiensten maar ook volledige controle over en inzicht in data, beheer en kosten. Door clouddiensten via onze centrale 2tCloud portal te managen, is de klant in staat om snel in te springen op de business van klanten en het overzicht te behouden.”
Multi-cloud en de stap na IaaS
nemen en te beheren, meent Peeters. “We zijn op een punt waarbij we alle populaire virtualisatietechnieken vanuit verschillende datacenters (eigen of extern) kunnen aanbieden. Van Hyper-V tot VMware en van Linux of CentOS tot Windows, maar ook containers, runtimes en complete kubernetes platformen. Dit stelt onze partners in staat om iedere workload aan te nemen.”
Het is nog nooit zo eenvoudig geweest om via één portaal verschillende Infrastructure as a Service (IaaS)-diensten van meerdere cloudproviders af te
Rick van den Hoogenhof sluit af: “Veel partners zijn positief verrast over de set van mogelijkheden die we bieden en
www.copaco.com/2tcloud
2tcloud@copaco.com
de expertise die we in huis hebben om ondersteuning – eventueel op maat – te bieden. Gelukkig weten steeds meer partners ons te vinden, zowel via het 2tCloud platform als via onze technical consultants. Naast de voordelen die cloud biedt zoals schaalbaarheid en pay-per-use, kunnen we partners echt op ieder niveau en met iedere vraag ondersteunen. We hebben veel met trouwe partners gesproken over visie en strategie en een hecht cloud team opgebouwd om te komen waar we nu staan. Daag ons gerust uit om onze kennis met u te delen.”
040 230 6340
@copaconederland 73
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Achtergrond | Bram Dons
Edge computing: de motor van de IoT-architectuur Alhoewel de term ‘edge computing’ al een tijd rondcirkelt, is er nog steeds verwarring wat dat inhoud en welke relatie het heeft tot de cloud en IoT. In een notendop: edge computing gaat over het onderbrengen van applicaties en processing dicht bij de bron en verwijderd van de grote gecentraliseerde computerlocaties. Edge computing gaat bijvoorbeeld over zaken als geautomatiseerde fabrieken met intelligente devices die hun data naar een locatie streamen en op een bepaald moment enige interactie vragen. Of om autonoom rijdende voertuigen waarvan de veiligheid afhangt van de mogelijkheid om realtime te communiceren met andere voertuigen, intelligente verkeersystemen en het belangrijkste: de mens.
De IoT-uitdaging Soms gaat het alleen maar over het verzamelen van data door de op de edge aanwezige devices, voordat het naar de cloud of datacenter wordt verstuurd om aldaar te worden verwerkt. In andere gevallen vereisen IoT-devices een snel, realtime antwoord dat niet moet worden vertraagd door de in elk netwerk aanwezige zogenaamde ‘round trip latency’. Door de van IoT afkomstige data dichtbij de bron te analyseren voorkomt ook dat gigabytes aan data niet meer over het publieke netwerk hoeft te worden getransporteerd: gevoelige data blijft binnen het eigen systeem.
worden getransporteerd. Maar door de enorme hoeveelheid te verzenden data is er niet genoeg bandbreedte beschikbaar; de vraag is of ook 5G-netwerken dat probleem gaan oplossen.
Edge in de praktijk Alle belangrijke cloudproviders hebben ook de waarde van edge computing ingezien. Ze bieden de gebruiker de mogelijkheid om sommige van hun cloudservices via edge computing uit te voeren. Amazon Web Services heeft
Netwerklatency niet enige driver Naast netwerklatency is er nog een aantal redenen om edge computing toe te passen. Zo kan een onderneming er om veiligheidsredenen voor kiezen om geen data naar de cloud te verzenden. En ook wetgeving kan eisen dat data binnen de grenzen moet blijven. Een gebrek aan een consistente verbinding, zoals bij vliegtuigen, schepen en car fleet owners, kan een andere reden zijn. Deze data kan via cell of satelliet 74
Figuur 1: Cloude en Edge (bron Wikipedia)
Greengrass, Microsoft biedt Azure Stack aan en Google komt met Hybrid Cloud System. Sommige van deze services zijn nogal dwingend in de manier hoe ze moeten worden toegepast. Belangrijk is dat ze een subset van hun commerciële cloudservices bieden voor on-premisegebruik. Edge computing kan ook als ‘do it yourself’ (DIY) systeem worden geïmplementeerd met software, hardware en services naar eigen keus. Het kan eenvoudig als een server in een closet worden toegepast.
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
Als applicaties op VMware of OpenStack draaien, dan bieden dit perfecte edge-oplossingen. VMware, in partnership met AWS, heeft een OVA-template aangekondigd die Greengrass bevat. OEM’s investeren ook in de cloud. Dell, HP en Lenovo gaan samenwerken bij het ontwikkelen van edge-oplossingen. Microsoft en Dell zijn actief aan het investeren in de ontwikkeling van IoT/edge. Ook op hardwaregebied vinden er ontwikkelingen plaats. Intel heeft een nieuwe chip aangekondigd, de Intel Xeon D-2100 processor. Deze is speciaal ontwikkeld voor gebruikers die de transitie naar cloudcomputing willen maken en de toekomstige 5G-netwerken. Het is een ‘system on chip’ (SoC) processor speciaal ontworpen voor edge computing en 5G en 10GbE netwerkapplicaties.
Edge computing en IIoT De edge is een logische laag in plaats van een specifieke fysieke laag binnen een architectuurmodel. Het is een individuele beoordeling en interpretatie “waar” de edge zich in het model gaat bevinden. Vanuit zakelijk oogpunt gezien hangt de locatie af van de zakelijke probleemstelling of de te adresseren kerndoelen. Edge computing bevindt zich verticaal binnen het volledige stack van device naar de cloud en horizontaal over de Industrial Internet of Things (IIoT) subsystemen (zie figuur 2). Het nieuwe industriële computermodel is volledige gedistribueerd en kan een breed scala aan interacties en communicatiesystemen ondersteunen waaronder: • peer-to-peernetwerken (beveiligingscamera’s), samenwerking van edge-devices (auto’s die gezamenlijk in ‘treintjes’ rijden); • gedistribueerde queries tussen data storage op devices, in de cloud en ergens daar tussenin; • gedistribueerd data management waarin is gedefinieerd waar en welke data wordt opgeslagen en voor hoe lang; • data governance, waaronder quality, discovery, usability, privacy en security aspecten van data.
Figuur 2: Edge computing en toepassing IIoT devices (bron Lanner)
IIoT gaat het cloudcomputingmodel compleet overhoop halen waarbij nieuwe scenario’s de richting gaan bepalen waarheen. Kenmerken die daarbij een rol spelen zijn: tijdgevoeligheid, communicatie, data-boundary en -volume, IT/OT-convergentie en data governance. Beslissingen moet vaak binnen de milliseconden worden gemaakt. Een voorbeeld is autonoom rijdende voertuigen. Hoewel anti-collisionalgoritmen in de cloud kunnen worden uitgevoerd, is het beste om deze direct op de edge uit te voeren. Onze mobiele netwerkinfrastructuur is gericht op omgevingen met een hoog aantal aansluitingen en minder geschikt voor remote locaties, een satellietverbinding kan dan de enige optie zijn. In sommige applicaties kan de door devices geproduceerde en geconsumeerde data voor andere devices in de lokale omgeving nodig zijn. Afhankelijk van de toepassing kan de radius enkele centimeters of een complete omgeving zijn (de smart city). De data afkomstig van IIoT-sensors kan reusachtig zijn, bijvoorbeeld honderden 4K-camera’s kunnen communicatiekanalen overbelasten.
Edge computing maakt het mogelijk om deze data lokaal op te slaan.
De toekomst Vorig jaar meldde Gartner in een blog dat “the edge will eat the cloud” net zoals “the cloud is eating traditional datacenter computing”. Veel cloudondernemingen zijn ook die mening toegedaan en zijn al druk bezig met de ondersteuning van edge computing.
Eet de edge de cloud op? IDC schat dat de hoeveelheid door IoT-devices geanalyseerde data, die fysiek dicht bij de bron staan, de 40 procent zal benaderen. Realtime verwerking van data op de edge, gekoppeld aan geavanceerde analyses en machine-learningtechniek in de cloud biedt ondernemingen een ideale IT-architectuur. Sommige technologieën kunnen speculatief zijn en anderen de hype curve overstijgen. Edge computing niet, die zal daadwerkelijk van waarde zijn voor de business en een prominent deel van de IoT-architectuur, nu en in toenemende mate in de toekomst, gaan uitmaken. 75
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Interview | Michiel van Blommestein
Jochem Steman, CEO Datacenter.com
Nieuw, en nu al internationaal En opeens was daar Datacenter.com, een nieuwe Nederlandse datacenterpartij in Nederland met meer dan alleen een opvallende naam. Met een nieuwgebouwd datacenter bij Amsterdam hoopt de colocatiepartij zich te onderscheiden met een flexibel model waarin partners een belangrijke rol spelen. Jochem Steman, de CEO van Datacenter. com, begint zijn verhaal dat het bedrijf ontstaan is omdat bestaande datacenters in zijn ogen niet in staat zijn om aan de eisen van nu te voldoen. Hij zag een scheefgroei tussen vraag en aanbod, een gebrek aan flexibiliteit en vooral langzame en onpersoonlijke dienstverlening in de markt. “Het waren heel simpele dingen”, zegt hij. “Een reactie op een simpele offerteaanvraag kon al snel twee tot drie weken duren. Het zijn kleine dingen. Klanten hebben ook connectiviteit nodig, een
onderhand zowel de veiligheid en beschikbaarheid van een datacenter, maar ze willen niet vastzitten aan een lang contract. Ze weten niet wat in de toekomst komen gaat”, zegt Steman. “Daarom hebben wij een soort prepaidmodel. Als je het wil opzeggen, zeg je het op. Daar is een hoop vraag naar. Niet iedere klant tekent ervoor, want iedere klant is anders. Maar het geeft de mogelijkheid en vrijheid om een datacenter te gebruiken zonder dat je vastzit aan een langdurig contract.”
‘ Bij ons is de doorlooptijd van een cross-connect officieel een dag, maar in de praktijk gemiddeld een uur’ cross-connect. Bij ons is de doorlooptijd van een cross-connect officieel een dag, maar in de praktijk gemiddeld een uur. Alles in deze markt gaat om snelheid. Als we iets nodig hebben, dan hebben we dat ook meteen nodig.”
Prepaidmodel Daarnaast speelt Datacenter.com sterk in op de overgang naar de cloud die klanten maken. “Enterprises en partners willen 76
Volgens Steman kan Datacenter.com zulke diensten ook leveren, omdat ze zich er vanaf het begin op konden inrichten. Ze hebben niet het blok aan het been die legacy heet. Maar zonder ervaring vaart niemand wel in de markt, en daar heeft het bedrijf dan ook aan gedacht. “We hebben een schat aan ervaring aangenomen. Daarbij hebben we een aantal private investeerders met hun wortels in de grote cloudbusiness”,
zegt hij. “We hebben de evolutie van traditionele compute en cloud al meegemaakt, alleen in een ander segment.” Steman begint die evolutie ook te beschrijven en begint, hoe kan het ook anders, bij servervirtualisatie. “We gingen alles consolideren en alles werd flexibel. Vervolgens is de cloud opgekomen. Maar ondertussen staat dat alles nog in een datacenter van twintig tot dertig jaar geleden. Dat vloekt, en daar zagen wij dus ruimte in de markt.”
Groeit als kool Sinds januari is Datacenter.com ook echt live, en volgens Steman is het meteen een succes gebleken. “We hebben nu achthonderd racks verkocht, een flink aantal voor zo’n korte periode. Naast flexibiliteit wil men meer vermogen op dezelfde footprint. Daarom hebben we in Amsterdam zeer hoge racks staan.” Het gaat daarbij om 54U-racks, “en we leveren vermogen en koeling ervoor, dus we kunnen high-capacityracks aan. We hebben klanten die tussen de 6 en 22KW per rack doen, en dat koelen we ook. Daar hebben we geen moeite mee.” Steman zegt daarmee uniek in de markt te zijn. “We trekken daar een ander soort klanten mee. We hebben diversiteit, van één rack tot een paar honderd racks, maar wel allemaal high
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
density. We zijn voor 54U-racks gegaan vanuit een eenvoudige filosofie: als je een netwerkswitch pakt, dan zitten daar 48 poorten op waar je 48 servers op kunt aansluiten. Iedereen heeft een redundant intern netwerk, en een redundant extern netwerk, dus twee keer twee, dan kom je uit op 52, plus een beetje speling. Vooral serviceproviders willen maximaal gebruik kunnen maken van hun infrastructuur.”
Neutraal Kleinere klanten hoeven volgens Steman niet bang te zijn anders te worden behandeld dan klanten die tientallen racks afnemen. “Iedereen moet hetzelfde soort service kunnen afnemen.” Deze neutraliteit komt ook terug in hoe Datacenter.com omgaat met zijn partners, waarbij heel duidelijk is afgebakend wat de colocatieleverancier wel en niet op zich neemt. “Wat we wél doen is een
beveiligingsschil leveren, de vierkante meters, stroom en koeling. Al het andere laten we geheel aan de partner over. Je ziet in de markt dat diensten steeds meer worden samengevoegd, maar wij vinden dat je juist terug moet.
‘ We hebben klanten die tussen de 6 en 22KW per rack doen’ Waarom zouden we gaan concurreren met serviceproviders? Liever doen we één ding heel goed, en we bieden onze klanten een bepaalde vrijheid.”
Na het Nederlandse succes is Datacenter. com ook nadrukkelijk bezig om zijn aanwezigheid internationaal uit te breiden. Mede door de opvallende naam heeft het bedrijf zich in het buitenland goed kenbaar kunnen maken. “Internationaal ging de naam heel snel rond”, lacht Steman. Hij ziet een toenemende vraag naar globale partijen, die regionaal worden gepusht door edge computing. “Op zich zijn er ook niet veel alternatieven in de markt. We willen uiteindelijk in iedere regio een presence hebben.” Op dit moment ontwikkelt Datacenter. com een nieuw datacenter in Dallas. Want met overnames spelen, dat zal er volgens Steman voorlopig niet van komen. “Dan zouden we weer met legacy zitten, en dat is niet in lijn met onze filosofie.”
Jochem Steman
https://datacenter.com
info@datacenter.com
020 238 4200
twitter.com/datacenter_com 77
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Interview | Dirkjan van Ittersum
Vertiv: ‘Forse groeikansen door opkomst edge computing’ Het Amerikaanse Vertiv heeft ambitieuze groeiplannen. Het bedrijf ziet veel kansen voor resellers, met name door de enorme vraag naar edge computing. Het zoekt daarom actief naar uitbreiding van het partnerkanaal. Ook de toegenomen vraag naar modulaire IT-systemen helpt bij de groeiplannen. Vertiv is specialist op het gebied van bedrijfskritische IT-apparatuur. “We hebben jarenlange ervaring met het ontwerpen, bouwen en onderhouden van infrastructuur, bijvoorbeeld in datacenters en communicatienetwerken”, vertelt Country Manager Benelux Guido Neijmeijer. “We leveren alle benodigde apparatuur. Denk aan stroom en koeling, maar niet alleen apparatuur. We zijn ook specialist op het gebied van beheeroplossingen en leveren dit als complete dienst.”
waar veel datacenters zijn gevestigd. Amsterdam is inmiddels nummer twee in de EMEA-regio (Europa, MiddenOosten en Afrika, red.) op het gebied van datacenters. Onze hoofdstad moet alleen Londen voor zich laten. Waar we met name trots op zijn is dat we ook de lokale business sterk hebben kunnen laten groeien. Denk aan lokale datacenters, maar ook regionale telecombedrijven. Verder weten mkb’ers en publieke instellingen ons steeds vaker te vinden via onze IT-channelpartners.”
De naam Vertiv wordt sinds 1 december 2016 gebruikt. Toch is het bedrijf al veel langer actief. “Voor die tijd was het Emerson Network Power. De nieuwe naam viel samen met de overname door een private-equitybedrijf”, zegt Channel Manager Peter Branbergen. Wereldwijd werken er het respectabele aantal van 18.000 mensen bij Vertiv. In de Benelux zijn dat er bijna 60, gevestigd op het kantoor in Breda. “We zijn hier de afgelopen drie jaar bijna verdubbeld”, legt Neijmeijer uit. “Het is de doelstelling dat we autonoom groeien, maar ook door middel van acquisities. Zo hebben we begin dit jaar Geist PDU’s gekocht, een leverancier van Power Distribution Units (PDU’s) voor racks in datacenters.”
Ver tiv lever t aan grote klanten rechtstreeks, maar bedient de rest van de markt via partners. “We werken met een ‘two tier’-model: wij leveren aan de distributeur en die levert aan resellers in Nederland en België. Op dit moment werken we nauw samen met een beperkt aantal strategische partners. Om verder te kunnen groeien willen we dat aantal uitbreiden. Voor het IT-kanaal werken we samen met distributeurs Ingram en Arrow. Daarnaast is het elektrotechnisch (ET)-kanaal belangrijk voor ons. Die markt bedienen we met de Rotterdamse distributeur Forehand.”
Trots “Traditioneel leveren we veel aan onder andere grote internationale hybride cloudbedrijven. Die groeien hard, dus daar profiteren we van. Ook profiteren we van de regio Amsterdam 78
een klantenkring hebben die past bij ons aanbod en actief met kennis van zaken deze markt wil ontwikkelen. Ons doel is om gezamenlijk geïntegreerde oplossingen aan te bieden. Door de sterke vraag naar edge computing zien we veel kansen.” “Je kunt moeilijk onderschatten hoe hard die markt zal groeien”, vult Neijmeijer aan. “Zeker als 5G zijn intrede doet. Denk bijvoorbeeld ook aan de zelfrijdende auto’s en smart cities.
Edge computing Ondanks de ambitieuze uitbreidingsplannen wil Vertiv het aantal partners wel beperkt houden. “Kwaliteit is belangrijker dan kwantiteit”, zegt Branbergen. “We hebben nu een beperkt aantal strategische partners. Dat worden er hooguit enkele tientallen, geen honderden. Belangrijk is dat partners
Guido Neijmeijer
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
helpt met technische ondersteuning, gezamenlijke klantbezoeken, verkoopen marketingondersteuning op diverse gebieden. Er komen veel nieuwe intiatieven zoals het beschikbaar maken van 3-phase UPS’en voor het IT-kanaal en binnenkort de lancering van een wereldwijd volumerack en pduintiatief. Verder is er een speciaal partnerportaal waar onder meer configurators zijn te vinden waarmee partners vrij eenvoudig oplossingen kunnen samenstellen. “Er is zelfs een mobiele app ontwikkeld om configuraties op iedere willekeurige locatie te kunnen maken”, legt Branbergen uit. “Ook zijn er diverse promoties en incentives om de naam Vertiv breder kenbaar te maken in de markt. Een voorbeeld is vijf jaar garantie op Vertiv GXT UPS-systemen en een incentive-trip naar Kroatië. Daarnaast zijn er incentives met Google Home Mini, Netflix en Kindle. Bovendien is er een bonus van vijf procent als incentive voor de publieke sector om ervoor te zorgen dat we in die vertical verder groeien.” De doorbraak van Internet of Things, 5G en andere nieuwe toepassingen zorgt ervoor dat data zo dicht mogelijk bij de gebruiker beschikbaar moet zijn, om iedere vertraging te voorkomen. Een zo klein mogelijke latency is essentieel. Bovendien accepteren gebruikers geen trage verbinding meer, zeker millennials niet.”
2,5 miljard Hoe kan Vertiv een bijdrage leveren aan edge computing? “Er ontstaat een grote behoefte aan kleine datacenters die dicht bij de gebruikers zijn. Wij hebben alle technologie beschikbaar voor zulke micro-datacenters, denk aan stroom, koeling en infrastructuur. We kunnen dat ook remote monitoren en zorgen voor het onderhoud.” De vraag ernaar is al groot, maar zal alleen maar toenemen. “Recent onderzoek van consultancybedrijf Bain & Company toont aan dat de potentiële markt voor edge computing wereldwijd 6 miljard dollar is en in de EMEA-regio 2,5 miljard. Zo’n grote markt kunnen
we zelf niet bedienen. Zo’n 80 procent zal via het kanaal gaan. Dat doen we graag in samenwerking met sterke channelpartners.” Een andere actuele trend is de opkomst van modulaire systemen in datacenters. “Vooral in de bovenkant van de markt ontbreken resources. Eenvoudig gezegd: er zijn niet genoeg handjes met kennis om datacenters te bouwen. Bovendien duurt de traditionele wijze van het bouwen van een datacenter te lang. Door te kiezen voor een modulaire oplossing is een snellere time-to-market mogelijk. Door er modules in te schuiven kun je een bestaand gebouw relatief snel geschikt maken voor een datacenter. Er zijn minder mensen nodig voor de bouw. Bovendien kun je kiezen voor een ‘pay as you grow’model. Je hoeft pas te investeren als de vraag er daadwerkelijk is.”
Channel intiatieven Vertiv biedt voor partners een professioneel partnerprogramma. Het bedrijf
Peter Branbergen
79
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Achtergrond | Michiel van Blommestein
Nederlandse datacenters zijn koopwaar
De overnamestorm gaat nog echt niet liggen De internationale datacentermarkt is duidelijk op overnamepad. Dat voelt de Nederlandse datacentermarkt aan den lijve. Neem de overname van de Telecitydatacenters door eerst Equinix en delen daar weer van door Digital Realty twee jaar geleden, of de recentere overname van EvoSwitch door Iron Mountain. Of het Duitse Maincubes dat de faciliteit van Interoute heeft gekocht. De koopwoede heeft alles te maken met de groeiende behoefte aan internationale spreiding en de beschikbaarheid van harde cash, terwijl de risico’s erg vallen te bezien. Dat de koopwoede heerst, blijkt overduidelijk uit de cijfers. 2017 was een recordjaar voor wereldwijde overnames van datacenters, zo zag de Synergy Research group eerder dit jaar. In totaal ging het om wereldwijd 20 miljard dollar voor in totaal 48 transacties. Dat zijn drie meer transacties dan gesloten in 2015 en 2016 tezamen. “Een belangrijke driver voor de colocatiemarkt is cloudcomputing”, zo schrijft John Dinsdale, chief analyst en research director bij Synergy, in een reactie aan het Datacenter & Cloud Dossier. “Het komt erop neer dat cloud, datacenter en colocatiemarkten steeds internationaler worden. En bedrijven die een leidende positie in die markten willen hebben, moeten een brede en geografisch gespreide voetafdruk hebben. Dat reflecteert de steeds internationalere aard van de grootzakelijke klantenbasis en ecosystemen waarin deze bedrijven opereren.”
Belangrijke spelers Dat heeft de Nederlandse datacentermarkt, en specifiek die van Amsterdam geweten. Digital Realty, Iron Mountain en Maincubes zijn in één klap belangrijke spelers geworden. Het zal niet meer lang duren of ook Chinese spelers als Huawei 80
en Alibaba zich gaan roeren. “Ondanks alle plaatselijke regelgeving rond data is public cloud computing een wereldwijde markt”, stelt Dinsdale. “Dit is een spel van schaal, en om de markt te leiden moet je grote investeringen blijven doen en een wereldwijde aanwezigheid en wereldwijd merk hebben.”
of overnemen.” Een voorbeeld van de eerste aanpak is dat van het Duitse e-Shelter, onderdeel van NTT, dat een gehele nieuwe faciliteit aan het bouwen is op Schiphol-Rijk. “Maar een Iron Mountain heeft een andere route gekozen en neemt een bestaande faciliteit over, inclusief de klantenbasis.”
Datacenters zijn een veilige investering, want de klanten gaan ook na failissement nergens heen De specifieke populariteit van Amsterdam komt deels ook voort uit Brexit, zo zegt Frank de Frémery, Director bij AC Niellsen en als consultant onder meer betrokken bij de overname van het Interoute datacenter door het Duitse Maincubes. Hoewel het niet zo is dat klanten door de Brexit wegtrekken uit Londen, hebben de internationale spelers het sterke gevoel dat ze niet meer alléén in Londen zouden moeten zitten. “Datacenterleveranciers volgen hun klanten”, zegt hij. “Zij vertellen waar ze heen moeten. Dan kun je als bedrijf twee dingen doen: zelf gaan bouwen,
Klantenbasis is belangrijk Juist die klantenbasis is zo belangrijk. Hoe je een entree in een andere markt ook aanpakt, je kunt pas iets doen als je een basis van klanten hebt. In het voorbeeld van e-Shelter worden klanten van NTT naar het nieuwe datacenter gehaald. “De tijden dat je een datacenter bouwt en pas daarna naar klanten zoekt, zijn voorbij. Je moet minimaal één grote klant hebben voor je het project begint, je ‘anchor client’. Maar wie een datacenter overneemt, kan al rekenen op de bestaande klanten die het datacenter heeft. “Anders dan in andere branches zijn klanten niet zozeer gebonden aan het
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
EvoSwitch kreeg een multiple van veertien keer
bedrijf, maar juist aan de locatie waar ze in zitten”, zegt De Frémery. Dat neemt een belangrijk deel van de risico’s weg, en maakt het kopen van een datacenter een aantrekkelijke optie ten opzichte van zelf bouwen. Maar om te kopen is er, net als om te bouwen, veel geld nodig. En geld is er op dit moment genoeg in de markt. “De databranche is echt een nieuw investeringsobject geworden”, zegt De Frémery. “Grote pensioenfondsen en andere investeerders hebben de interesse om de stenen te kopen. Zij hebben enorme hoeveelheden geld. Dat moeten ze ergens stallen, maar het moet wel stabiel zijn omdat het om pensioenen gaat van mensen. Die fondsen kopen dan het datacenter en leasen het terug aan de operator voor bijvoorbeeld twintig jaar, want het gaat ze om de lange termijn.” Wederom komen we terug bij de klanten, want zij vormen eigenlijk het onderpand voor zo’n investering. “Als een operator failliet gaat, zijn de klanten niet meteen weg. Het is dan een kwestie om een
nieuwe operator te vinden. Dat maakt de investering relatief veilig.”
Hoogtepunt van de markt Dat verklaart waarom colocatiepartijen zo over de grens kijken, waarom Amsterdam veel aandacht krijgt en waar het geld vandaan komt. Maar dan is de vraag: waarom verkopen bestaande partijen in Nederland hun datacenter dan? Het antwoord is volgens De Frémery simpel: we zitten op het hoogtepunt van de markt. “De multiple is echt enorm. EvoSwitch kreeg een multiple van veertien keer.” Maar het is ook een kwestie van knopen tellen. “Als je niet groeit, ga je achteruit”, zegt De Frémery. “Steeds meer klanten verwachten tegenwoordig dat je twin-datacenters kunt leveren, en grote klanten dat je in meerdere landen aanwezig bent. Vroeger kon je je als datacenter nog richten op partijen in de regio. Maar ook die gaan tegenwoordig naar de cloud.” Het is dan een keuze of een kleine Nederlandse partij zich in dat geweld wil gaan mengen, terwijl een verkoop heel lucratief kan zijn.
“Een partij als NLDC heeft een aantal datacenters verkocht en doet vervolgens een lease back. Die kan daar leuke dingen mee doen.”
Slecht voor Nederland? Is deze ontwikkeling dan slecht voor Nederlandse datacenters? “Nee”, zegt De Frémery. Hij wijst erop dat met een overname ook meteen grote investeringen worden gedaan. “Kopende partijen gaan het allemaal niet runnen zoals het tot dan toe is gegaan. Zo heeft Maincubes meteen miljoenen geïnvesteerd voor een modernisatie van het pand dat zij van Interoute kocht. Ze kopen omdat ze denken dat ze het datacenter beter kunnen vullen en kunnen uitbreiden. Juist deze investeringen zijn waardevol en zorgen ervoor dat de Nederlandse datacentermarkt ook op technologisch gebied up to date blijft. Hiermee wordt ze nog aantrekkelijker voor buitenlandse investeerders en natuurlijk voor de uiteindelijke klanten die colocationruimte zoeken”, aldus De Frémery. 81
voor al uw
DATACENTER & CLOUD nieuws
emplaar Bewaarex 00 stuks .0
oplage 10
Het laatste cloudr- & datacente s alle device nieuws op
Bezoek interessante datacentermerken op ChannelConnect LIVE in juni en november
+ tweewekelijkse nieuwsbrief met het laatste datacenternieuws
Meld je aan voor onze nieuwsbrieven op de website www.channelconnect.nl of via deze QR-code
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
Interview | Rashid Niamat
Inspelen op continuïteit en connectiviteit troef bij Datacenter Groningen Datacenter Groningen profileert zich als een regionale aanbieder met veel aandacht voor continuïteit en connectiviteit. Directeur Andrew van der Haar legt uit waarom juist die twee thema’s hoog in het vaandel staan. “Wat wij zien is dat er steeds meer aandacht komt voor betere continuïteit en connectiviteit”, zegt Andrew van der Haar. “Het eerste vertaalt zich in meer vraag naar een aanvulling op het twin-datacenterconcept. Bij connectiviteit zien we steeds meer verkeer verplaatst worden van het open internet naar afgeschermde communicatie.”
Scheidsrechter De uitbreiding van het twin-datacenterconcept heeft alles te maken met een hogere beschikbaarheid van de diensten en data. Van der Haar geeft aan dat in geval van een incident er gegarandeerd kan worden dat de andere locatie kan worden ingezet en er geen datacorruptie
ontstaat. Tot op heden gebeurt de replicatie van data vanuit de beide locaties. De ervaring leert echter dat er situaties zijn waarbij dat suboptimaal is. Het toevoegen van een derde datacenter in het model – Van der Haar spreekt over de ‘scheidsrechter’ – zorgt ervoor dat het proces van replicatie altijd correct verloopt omdat de twee onderliggende locaties elkaar niet kunnen overrulen of tegenwerken. Datacorruptie en daarmee verlies van data, tijd en geld wordt zo voorkomen.
‘ Via het open internet communiceren is voor zakelijke gebruikers steeds vaker verleden tijd’ Het is een ontwikkeling die redelijk nieuw is, maar aan een serieuze behoefte voldoet. Van der Haar: “Met name SaaS-aanbieders hebben behoefte aan die derde schakel en met ons datacenter kunnen we daar perfect aan voldoen. Het zorgt echt voor een structurele verbetering bij onze klanten.”
Connectiviteit en maatwerk
Andrew van der Haar
Wat hij daarmee bedoelt is dat het steeds meer voorkomt dat klanten eisen stellen aan zowel de kwaliteit van de connectiviteit in en naar het datacenter als de hoeveelheid partijen waarmee geconnecteerd kan worden. En omdat elke klant verschillend is komt er steeds meer maatwerk bij kijken. “Een klant die zijn kantooromgeving met ons datacenter verbindt via VPN of VLAN is de eerste veelgemaakte stap. Vervolgens connecteert hij via ons datacenter met weer andere clouddiensten en voor elk
Connectiviteit is het tweede punt waar Van der Haar bij stilstaat. “Dat we via het open internet communiceren is voor zakelijke gebruikers steeds vaker verleden tijd”, begint hij zijn uitleg. “Tegenwoordig wordt er door grote en kleine bedrijven gevraagd om aparte paden van de kantooromgeving naar het datacenter en naar de verschillende externe cloudplatformen. Dat heeft de nodige impact op elk datacenter.”
daarvan wil hij een veilig traject. Dat betekent dat wij in staat moeten zijn met steeds meer verschillende partijen te connecten.” Van der Haar noemt verder onderzoek waaruit blijkt dat de datastromen jaarlijks met veertig procent kunnen groeien. De consequentie daarvan is dat de geboden oplossingen over de nodige flexibiliteit moeten beschikken. “Ook al heeft de klant dat niet scherp op zijn netvlies staan, wij houden er terdege rekening mee dat zijn vraag over de tijd wijzigt. Daardoor kunnen we dit soort maatwerkoplossingen snel aanpassen.” Inspelen op deze ontwikkelingen loont voor Datacenter Groningen, zo verzekert Van der Haar. “Het leidt tot hogere klanttevredenheid en meer klanten.” 83
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Interview | Hans Steeman
Datacentra voor business-kritische toepassingen
Mediatorens Alticom klaar voor volgende evolutieslag in data-ecosysteem Alticom is een zeer interessante leverancier van ruimtes voor de wat kleinere datacentra. Het bedrijf, dat in Nederland een specialistische rol claimt, gaat prat op een aantal belangrijke kernwaarden zoals betrouwbaarheid, flexibiliteit en groen zijn. Drie elementen die in de moderne IT van eminent belang zijn. Immers, de steeds grotere schaalbaarheid van IT-omgevingen vergt een organisatie die dat kan waarmaken. IT is niet langer een bepalende serviceafdeling, maar juist een essentieel onderdeel van de businessorganisatie. IT kan het verschil maken en een flexibele toeleverancier speelt daarbij een belangrijke rol. We spraken met Robin Verlangen, de marketing en sales directeur van Alticom in Nederland. Alticom is onderdeel van een groter geheel, het Spaanse bedrijf Cellnex. Cellnex is de grootste onafhankelijke Europese partij voor mission critical wireless infrastructuur. Ze exploiteren een kleine 30.000 masten in Europa, waarvan 800 gsm-masten in Nederland. Daarmee is de basis gelegd voor een zeer verfijnd edge-datanetwerk dat de groei van het internet of things kan ondersteunen. Voor bedrijven is IT altijd een belangrijke afdeling geweest. Door de complexiteit van de infrastructuur en de bijbehorende processen, was het vaak een vertragende factor bij het doorvoeren van veranderingen. Tegenwoordig is IT een essentieel onderdeel van de bedrijfsprocessen en levert zijn aandeel in productcreatie en innovatie. Dit vraagt een andere aanpak, met flexibiliteit en een zeer hoge betrouwbaarheid. Alticom weet daar perfect op in te spelen, door de flexibele en betrouwbare partner te zijn van het kleine en middelgrote bedrijfsleven. Het bedrijf heeft een bijzondere positie doordat het zeer robuuste locaties voor datacentra beheert, die strategisch over het hele land verdeeld zijn. Dat de datacentra binnen de Alticom-infrastructuur ook nog helemaal groen zijn, help mee het imago van een bedrijf positief te beïnvloeden. 84
Geschiedenis Alvorens in te gaan op de belangrijkste voordelen van Alticom, eerst even een kleine introductie. Wie is Alticom en waar komt het bedrijf vandaan? Robin Verlangen: “Het is 2007 als Alticom (een samenstelling van Alti voor altitude of hoogte en com van communicatie) geboren wordt. In dat jaar verkocht KPN de communicatietorens die zij in bezit had aan de Franse firma TDF. De torens waren een essentieel onderdeel van de Nederlandse veiligheidsinfrastructuur. Ze werden gebruikt voor de radioen tv-zenders van onder andere het noodnetwerk en waren voorzien van een robuuste (overgedimensioneerde) energievoorziening. Dit is nog steeds merkbaar want de klanten van Alticom kunnen op elke vloer hun racks plaatsen, maximaal 20 per vloer. Per rack levert Alticom maximaal 20 kW. Aanzienlijk meer dan de standaard 6-8 kW en een direct gevolg van de dimensionering van het noodnetwerk. Door hun constructie zijn de locaties resistent tegen veel invloeden van buitenaf. Kortom: locaties die tegen een stootje kunnen.” In 2017 werd Alticom overgenomen door Cellnex Telecom, een pan-Europese telecominfrastructuurgroep (zie kader), en werd het een strategisch onderdeel van
de waardepropositie van de groep aan de vooravond van de 5G-uitrol in Europa. Edge computing en dus datacenters die dichter bij de eindgebruikers staan, zullen bepalend worden voor het voldoen aan de 5G-vereisten, bijvoorbeeld in termen van latency van slechts 1 milliseconde.
De toren van Alticom in Loon op Zand
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
ons land door moeilijke tijden te helpen met een adequate (nood) communicatievoorziening.
Eigen invulling
Robin Verlangen
Strategische locaties De mediatorens die men nu exploiteert staan op strategische locaties in Nederland die indertijd bewust gekozen zijn om het land een maximale dienstverlening bij calamiteiten te
Alticom is eigenaar van in totaal 24 hoge mediatorens en 7 lagere masten. Samen vormen die torens en masten nog steeds een essentieel onderdeel van de Nederlandse omroep- en telecommunicatie-infrastructuur.
Alticom heeft een bijzondere positie doordat het zeer robuuste locaties voor datacentra beheert garanderen. “Elke plek in Nederland is maximaal 35 kilometer van de dichtstbijzijnde toren verwijderd. Ideaal om er nu een betrouwbaar backbone op te ontwikkelen voor bijvoorbeeld Internet of Things of 5G”, aldus Robin Verlangen. Deze strategisch invulling speelt ook een belangrijke rol bij de toekomstplannen van Alticom. www.alticom.nl
In deze torens en masten verhuurt Alticom ruimtes en levert Alticom een aantal aanvullende diensten zoals energievoorziening en koeling aan alle telecommunicatie- en omroepoperators in Nederland. De disaster-resistente torens zijn zeer geschikt voor het vestigen van datacentra, omdat ze zestig jaar geleden zijn opgezet om info@alticom.nl
Verlangen: “Elke toren heeft een groot aantal verdiepingen, allemaal onafhankelijk benaderbare ruimtes die indertijd gebouwd zijn om materiaal van een radio- of televisiestation te stationeren. Momenteel verhuren we zo’n vloer aan een klant. Hij kan daar, geheel naar eigen invulling, zijn datacentrum onderbrengen. Hij heeft dan een ‘eigen’ gesloten locatie op een plek die optimaal van energie en koeling voorzien is, en resistent is tegen natuurgeweld, zoals bijvoorbeeld de hevige regenval van de laatste tijd. Alticom is de huisbaas en conciërge, de klant bepaalt hoe hij het datacentrum invult.” Maatwerk, bijvoorbeeld een private cloud-omgeving, kan met behulp van partners geleverd worden. Een complete schaalbare managed service is eveneens mogelijk. Tal van Nederlandse bedrijven zijn al toegetreden tot de klantenkring van Alticom.
Potentieel voor de toekomst De toekomst heeft volgens Verlangen veel nieuwe kansen in huis. “De opkomst van het mobiele datanetwerk (IoT) stelt andere eisen aan de infrastructuur. Marktonderzoeker Gartner claimt jaarlijks dertig procent groei voor de datacentra. Op veel plaatsen zullen dus krachtige knooppunten opgezet moeten worden om alle data snel en betrouwbaar op de juiste plaats te krijgen. Voor Alticom is dat een mooie troef: vanaf elke locatie in Nederland is een Alticom locatie binnen 35 km te bereiken. De energievoorziening van de locaties is inherent robuust en geborgd. Al deze eigenschappen zijn de kern van het Alticom-aanbod.” Edge datacentra zijn daarmee de volgende levensfase van de torens. +31 (0)6 556 88447 85
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Interview | Michiel van Blommestein
Joeri Borstlap, CEO Resello
Van webhoster naar cloudplatform en distributeur De steeds verdergaande specialisatie van de cloudmarkt roept om meer gespecialiseerde distributeurs. Tel daarbij op dat webhosters naar nieuwe verdienmodellen zoeken, en je hebt al snel nieuwe dienstverlening. Resello, een platform voor clouddistributie is een voorbeeld daarvan, en komt uit de stal van Yourhosting, het bedrijf van oprichter Valentijn Borstlap. Joeri Borstlap vertelt als CEO van Resello over de totstandkoming van het bedrijf en hoe het zich profileert als Microsoft-partner. Het is helemaal niet zo makkelijk meer om shared- of managed webhoster te zijn tegenwoordig. Door de opkomst van hyperscalers en cloudgebaseerde diensten is hosting commodity aan het worden. “De prijzen staan onder druk en partijen zijn daarom bezig nieuwe verdienmodellen te vinden”, zo begint Borstlap
markt gericht. Met Resello hebben de gebroeders Borstlap de koers inmiddels aangepast. “De organische groei was ooit explosief, maar vlakte af. We gingen daarom nieuwe diensten aanbieden aan de bestaande klantbasis, en we zijn ook nieuwe markten aan het aanboren. Dat doen we op de basis
Telecomaanbieders, net als managed serviceproviders, kantoorautomatiseerders en webhosters willen steeds vaker toegang tot een cloud automation platform zijn verhaal. “Anderzijds komen er steeds meer clouddiensten beschikbaar. Het is dan de uitdaging om die voldoende snel te integreren in de bestaande business.” Nieuwe partijen zijn zich in de markt gaan roeren, zoals telecomaanbieders, managed serviceproviders en kantoorautomatiseerders. Dat gebeurt steeds vaker op basis van een overkoepelend platform. “Daar speelt ook het nieuwe distributiemodel van Microsoft, Microsoft Cloud Solution Provider(CSP), op in”, zegt Borstlap.
van het sinds 2013 nieuw ontwikkelde Resello-platform”, vertelt Borstlap. “Het is een clouddistributieplatform met aan de ene kant cloud business automation – bestaande uit een totaaloplossing voor het leveren, beheren en factureren van clouddiensten – en daarnaast een cloud marketplace met self service customer controlpanel.” Inmiddels zijn ze in meer dan 150 landen actief, met supportkantoren in Moskou en Bangalore.
Provisioning en billing Meer dan de Nederlandse markt Yourhosting zit als shared webhoster middenin al deze ontwikkelingen en is altijd puur op de Nederlandse 86
Het automation platform gaat echter verder dan alleen de verkoop van clouddiensten. Ook provisioning en billing is erin opgenomen. “Alles wat
je nodig hebt om snel clouddiensten aan te kunnen bieden zit erin”, zegt Borstlap. “Alle onderdelen zijn in hoge mate geïntegreerd. Er zit een website in met een e-commerce storefront, centrale backoffice en een customer area”. Het begon dus als een platform om domeinnamen samen met de hosting te automatiseren, dat in de loop der jaren uitgebouwd is met SaaS- en IaaS-diensten. “Naast de websitebuilder Slimsite en Acronis back-up, voeren we ook alle business productivity tools uit het Microsoft CSP-programma, waaronder Office 365, Skype for Business, Dynamics 365 CRM, Microsoft Project en public Azure.” De relatie met Microsoft is bijzonder warm. “Microsoft is een jaar of vier geleden begonnen met het CSP-partner programma, en wij zijn met Yourhosting de eerste geweest die dat op basis van Resello groot in de Nederlandse markt hebben gezet”, zegt Borstlap. “We zijn daardoor ook Azure Stack early adopter en technologiepartner geworden. Daarvoor hebben we samen met Microsoft automatisering en metered billing ontwikkeld.” Bijzonder is volgens hem vooral dat Resello multitenant provisioning aanbiedt, waardoor Resello Azure Stack as-a-Service kan aanbieden. “Public Azure is in principe al multitenant, maar Azure Stack is dat niet by default. Dus dat is echt uniek.”
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
Valentijn Borstlap en Joeri Borstlap
De concurrentie neemt toe en schaal wordt steeds belangrijker
Bijzondere positie Borstlap wijst erop dat het een bijzondere positie is om Microsoft CSP Distributeur te zijn. “Daarvan zijn er maar 85 wereldwijd”, zegt hij. “We hebben vanuit Yourhosting bewezen dat ons businessmodel goed functioneert, en we ons onderscheiden van andere distributeurs doordat we vanuit onze historie de subscriptiegebaseerde businessmodellen begrijpen en een grote verbondenheid hebben in de open-source hostingbranche. Deze markt wil Microsoft graag ontsluiten. De winst voor Microsoft is daarmee dat ze de onderkant van de markt kunnen bereiken. Andere distributeurs richten zich vooral op volumelicenties, en dat ligt bij Resello anders: Het gemiddeld aantal licenties per klant is bij een webhoster een stuk lager, maar je kunt wel de bulk van de markt bereiken. Wij kunnen dat kanaal heel goed bedienen.”
Cloud Solution Providers zijn met name schaal, snelheid van implementatie en expertise. Het Resello-platform biedt daarvoor een complete oplossing en het bedrijf erachter heeft ook de nodige ervaring om partners echt goed op de rit te helpen.”
Toestroom “We zien een enorme toestroom van managed serviceproviders, kantoorautomatiseerders en telecomaanbieders in de markt voor clouddiensten. Al die partijen beginnen op elkaar te lijken. De concurrentie neemt toe en schaal wordt steeds belangrijker. Je ziet ook een tegenstelling tussen de grote partijen met een eigen platform, en kleine partijen die dat niet hebben. Kleine, maar zeker ook grote partijen kunnen dankzij ons platform dus mee in die economie.”
Distributeur Resello heeft zich zodoende goed kunnen positioneren in de platformeconomie, die wordt bepaald door de vorming van nieuw-soortige disruptieve ICT-diensten. “Denk aan Uber of AirBnB, allebei heel succesvol met cloudgebaseerde platformen die dienstverlening op een nieuwe manier organiseren. De uitdagingen voor bestaande en nieuwe www.resello.com
De toestroom zorgt er ook voor dat Microsoft zijn partnerregels heeft moeten aanscherpen. Microsoft-partners konden immers ook bij Microsoft direct inkopen, maar dat bleek niet altijd de goede resultaten op te leveren. “Velen hebben moeite om de levering te automatiseren en doen ook de facturatie nog handmatig. Ze hebben sales@resello.com
de processen onvoldoende op orde en leveren daarmee ook vaak onvoldoende support. Per 31 augustus worden daarom de criteria om direct bij Microsoft in te kopen verscherpt, en wordt een significant deel van de directe partners gedwongen om indirecte partner te worden via een distributeur. Wij zijn met Resello heel goed gepositioneerd om deze partijen te helpen, en hebben daarom onze Direct-2-Indirect dienst gelanceerd, waarbij we CSP-partners ondersteunen in de stap naar indirect partnerschap.” Resello is een succesvolle nieuwkomer. “Het platform is gebaseerd op een revenu share businessmodel. Partners gaan pas betalen als ze daadwerkelijk business via het Resello-platform doen. Bovendien leveren we niet aan eindklanten en concurreren we dus niet met onze partners. We zijn een one-stop shop, bieden eenvoudige integratie door de goede API-documentatie. Daarnaast is het ook nog mogelijk binnen een dag te starten door het platform als PaaS-dienst te gebruiken. Het Resello-platform is geschikt voor partners die een hoge mate van automatisering verwachten met customer billing en een selfservice customer controlpanel. Maar ook kleinere partners die omwille van een compleet portfolio een makkelijk platform zoeken zijn bij Resello aan het juiste adres”, besluit Borstlap.
038 230 5022
twitter.com/Resello 87
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Achtergrond | Michiel van Blommestein
Datacenterhubs vergeleken
Wie pakt de Brexitpot? Laten we meteen eerlijk zijn: van een Brexodus is geen sprake. De Britse interne markt is groot genoeg om aanwezigheid te rechtvaardigen. Wel is Brexit een belangrijke reden voor klanten die EU-wijd actief zijn om voor de keuze voor een extra locatie nadrukkelijk buiten het Verenigd Koninkrijk te kijken. De noodzaak om bepaalde gegevens binnen EU-grenzen te houden, is daarbij een belangrijk motief. Het is wellicht mogelijk dat de EU en Groot-Brittannië goede afspraken maken, maar als het gaat om compliance, zijn klanten liever voorzichtig dan nat. Geen wonder dus dat de andere grote datacentermarkten een charmeoffensief hebben ingezet. ‘Kom naar ons’, is de boodschap. Hoe dichterbij de Brexit komt, hoe directer en agressiever deze boodschap wordt verspreid. Het Datacenter & Cloud Dossier zet de belangrijkste ‘kanshebbers’ op een rijtje.
Het is lastig bijbouwen in Frankfurt Frankfurt Meestal gezien als de grootste concurrent van Amsterdam, en Frankfurt heeft ook veel dingen waarmee ze goede sier kunnen maken. Naast dat het een belangrijk internetknooppunt heeft, ligt de stad in het financiële hart van continentaal Europa. Londen heeft eenzelfde rol, dus je kan verwachten dat veel klanten Frankfurt instinctief zien als een logische uitwijklocatie. Het CFA Institute, een internationale beroepsvereniging voor investeringsmanagers, heeft recent een onderzoek onder zijn leden gehouden met de vraag welke stedelijke regio het meest gaat profiteren van Brexit. Frankfurt zal er volgens maar liefst 85 procent van de respondenten op vooruit 88
gaan, waarmee de Hessische hoofdstad de lijst duidelijk aanvoert. Maar de grootste kracht van Frankfurt kan gelijk ook zijn zwakte zijn. Niet alleen financiële instellingen zijn op zoek naar EU-aanwezigheid. Door de focus op de financiële dienstverlening is het Frankfurter marketingapparaat minder effectief in het overtuigen van andere bedrijven. Daarnaast is de Duitse interne markt weliswaar groot, maar qua datacenters is het akelig gecentreerd. Het is heel moeilijk om nieuwe faciliteiten in Frankfurt te bouwen omdat het net domweg vol zit. Veel voller dan, pak ‘m beet, Amsterdam.
Parijs Frankrijk is natuurlijk die andere grote interne EU-markt, en Parijs is een groot internetknooppunt. Daarbij komt dat het Franse zakenleven en Franse politiek nog veel opportunistischer op Brexit zijn gesprongen dan de rest. Het is waar dat datacentersbouwers laat zijn begonnen met het ontwikkelen van de Franse markt, maar na de economische malaise van tien jaar geleden begint de Franse economie aan een inhaalslag. Dat is ook wel duidelijk als het gaat om de capaciteit en connectiviteit. De netwerken zijn reeds van hoog niveau, en voor het einde van het jaar wordt verwacht dat de capaciteit verdubbelt. Maar misschien
wel de grootste kracht die Frankrijk kan bieden is zijn ligging en decentralisatie. Parijs is de grootste hub, maar Marseille is ook zeker niet slecht. Het land kan fungeren als schakelpunt met Duitsland en de Benelux, maar ook met Spanje en Italië, ook geen misselijke markten. Wie verder kijkt, ziet een goede ligging voor zowel transatlantische connectiviteit als verbindingen met Noord-Afrika. Toch heeft de Franse datacentermarkt zijn uitdagingen. De binnenlandse zakencultuur, door buitenlanders ervaren als star en moeilijk, is niet zomaar veranderd. En zelfs als het een vooroordeel betreft, zijn ze de reputatie niet zomaar kwijt. Dit is een groot blok aan het been, die mede is veroorzaakt door de focus op de binnenlandse markt en waardoor Parijs op achterstand staat. De meeste topmanagers spreken goed Engels, maar daaronder wordt het op dat punt toch minder. En dan heb je de vakbondscultuur. Zoals een Nederlandse manager tijdens Datacloud opmerkte: “Zijn er ook maanden dat ze niet staken?”
Scandinavië Een outsider op deze lijst is Scandinavië. Maar zeker het laatste jaar zijn datacenterleveranciers uit Zweden, Finland en zelfs niet-EU-land Noorwegen zeer actief om klanten te trekken. Anders dan de concurrentie hebben ze geen
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
knooppunten en zijn ze afhankelijk van de verbindingen met Duitsland. Maar wat de Scandinaviërs wel hebben is stroom. Hele goedkope, groene stroom. Sinds de afgelopen paar jaar focussen de Zweedse, Finse en Noorse regeringen sterk op de digitale sector, en een belangrijke maatregel is een zeer lage belasting op
Maar in Zweden of Finland is de bevolkingsdichtheid laag, dus is het nog moeilijker dan elders om aan personeel te komen die ook in de middle of nowhere willen wonen. De afstanden zijn groot, en veel klanten willen nog steeds dicht bij een knooppunt zitten. Derhalve nog veel werk aan de winkel.
Zweden heeft de belasting per kWh verlaagt van omgerekend 0,017 euro naar 0,00051 euro groene stroom voor datacenters. Zo heeft Zweden de belasting per kWh verlaagt van omgerekend 0,017 euro naar 0,00051 euro voor datacenters met een capaciteit boven de 0,5MW. Tel daarbij op dat ze door het klimaat amper hoeven te koelen. Zelfs in de zomer kan de buitenlucht worden gebruikt. Zeer interessant voor prijsbewuste klanten, zoals cryptominers en hyperscalers.
Ierland Op veel fronten lijkt Ierland toch wel dé uitvalsbasis. Het staat cultureel dichtbij, keurige ligging én het stapt niet uit de Europese Unie. Het is al een populaire bestemming voor de hyperscalers, mede door de lage belastingen. Begin dit jaar heeft Amazon bijvoorbeeld weer een investering van 1 miljard euro gedaan. Geen Europees land heeft meer
én kortere fiberverbindingen met de Verenigde Staten. Op dit moment heeft Ierland een totale capaciteit van 420MW, en de verwachting is dat ze de gigawatt halen in 2024. Maar de Ierse datacentermarkt is toch anders is dan de Londense en Amsterdamse. Ierland heeft zich altijd gericht op de hyperscalers en cloudproviders, en is op dat front groter dan Parijs. Maar Londen is, net als Amsterdam, veel meer een colocatiemarkt.
Hevige concurrentie Wie met Nederlandse datacenterleveranciers spreekt, kan de indruk krijgen dat we hier wellicht ietwat overmoedig zijn. Andere hubs hebben wel degelijk sterke punten waar Amsterdam niet per se een direct antwoord op heeft. De positie van Amsterdam blijft sterk, en de markt zal zeker in overweging worden genomen door Brexit-vrezende dataverwerkers. Maar ze moeten dan wel overtuigd worden. 89
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Interview | Rashid Niamat
Kannegieter en Leviton: voor elke vraag de beste oplossing Kannegieter kan bogen op een trackrecord van zestig jaar en grote naamsbekendheid in de markt als distributeur van databekabeling, netwerkapparatuur en slimme distributieoplossingen. Samen met Jeroen Loonstra van Leviton spraken operational director Edwin van Ommen en inside-salesmedewerker Johan Jacobsen van Kannegieter over relevante ontwikkelingen voor datacenters en de samenwerking tussen leverancier en distributeur. “Leviton maakt onderscheidt naar gebruik en omvang bij datacenters, maar we zijn overal aanwezig. We leveren niet rechtstreeks, maar maken in Nederland gebruik van een partij als Kannegieter die op zijn beurt weer aan de installateurs of system integrators levert”, zegt Jeroen Loonstra. Hij maakt daarbij direct duidelijk dat Kannegieter niet zomaar een distributeur is. Leviton is sinds 2015 eigenaar van Brand-Rex en daarmee deed Kannegieter sinds 1972 al zaken. Edwin van Ommen: “Begin jaren ’60 leverde Kannegieter als eerste de BICC-Brand-Rex hoogfrequent kabels aan Fokker en later bekabeling voor de IBM-mainframes. Datacenters zijn een voorbeeld van een markt die voor ons allebei ook zeer belangrijk is en waar we goed vertegenwoordigd zijn.”
gesprekspartner; omgekeerd is dat ook het geval.” Jacobsen: “Leviton is een heel sterke naam in de sector; zij zitten heel sterk in de hogere segmenten met technische oplossingen voor bijvoorbeeld 100GB-bekabeling. Daar komen vragen bij over het beheer en daarvoor heeft Kannegieter dan weer oplossingen. Ook dat is een manier waarop we elkaar in de samenwerking versterken.”
Trends in de markt De opmerking over de bekabeling is een opmaat naar de vraag naar de trends bij datacenters die de twee bedrijven zien. Loonstra verwijst naar de Levitonfabriek in Schotland voor Make to Order, pre-terminated glasvezelverbindingen. “Dat heeft met meerdere trends te maken. Pre-terminated is niet nieuw, maar
‘ Met pre-terminated oplossingen kan de installateur sneller en efficiënter werken’ Omdat de twee bedrijven elkaar zo lang kennen is er sprake van samenwerking die wezenlijk verder gaat dan een normale fabrikant-distributeursrelatie. Loonstra: “Als wij aan tafel zitten met een partij die vragen stelt over oplossingen buiten ons portfolio zullen wij Kannegieter voorstellen als extra 90
de vraag groeit sterk.” Dat komt enerzijds omdat de datacentermarkt fors groeit. Anderzijds is het volgens Jacobsen zo dat klanten van de installateurs steeds later bestellen en de Time on Floor wordt beperkt. “Met pre-terminated oplossingen kan de installateur sneller en efficiënter werken. Dat wordt steeds
belangrijker voor datacenterexploitanten die zo min mogelijk mensen, zo kort mogelijk, op de vloer willen hebben.” Daarmee wordt een link gelegd met een belangrijk punt van de samenwerking. Een van de sterke punten van Kannegieter is de logistiek. Het zorgt ervoor dat een serverrack op het juiste tijdstip en plek wordt afgeleverd. “Die racks zijn door ons dan al volledig voorbereid, voorzien van de juiste panelen en bekabeling, zoals de pre-terminated verbindingen van Leviton”, zegt Van Ommen. “Daardoor heeft de installateur op de datacentervloer veel minder tijd nodig wat voor de datacenterbeheerder belangrijk is. Steeds vaker nemen we het verpakkingsmateriaal weer mee, zodat de installateur daar ook geen omkijken meer naar heeft. Wij zorgen dat hij zo efficiënt mogelijk kan werken en dat het datacenter zo min mogelijk hinder ondervindt.” “Die focus op efficiency heeft ook alles te maken met wat we bij Leviton de Roii – de Return on Infrastructure Investment – noemen. Wij zullen niet de goedkoopste zijn, maar zorgen wel voor het beste rendement als je naar het totale plaatje kijkt”, vult Loonstra aan.
DE-cix Bij elk gesprek over datacenters wordt de groei van bandbreedtes genoemd. Dat is hier ook het geval. Loonstra
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
‘ Wij zorgen dat de installateur zo efficiënt mogelijk kan werken’ redenen niet vervangen kan worden voor hardware met een glasvezel nic. Daarom zal je in datacenters nog heel lang een combinatie van glas en koper blijven zien. Daarnaast is er nog cat8 dat voor de aanwezigheid van koper in de datacenters zal blijven zorgen.” Of cat8 een succes wordt, staat nog in de sterren geschreven, maar van Loonstra vermoedt dat het een interessante vervanging voor alle direct attached coaxverbindingen kan worden. “Dan spreken we over een omvangrijke markt van datacenters en natuurlijk de dedicated serverruimtes.”
Edwin van Ommen, Jeroen Loonstra en Johan Jacobsen
neemt daarvoor een minder voor de hand liggend voorbeeld. Leviton heeft namelijk DE-cix als klant. Het recent geopende DE-cix XII in Frankfurt is voorzien van Leviton-bekabeling met 100GB/s capaciteit. Op termijn zou dat kunnen worden verhoogd naar 400GB/s, maar dat is vooralsnog niet aan de orde. Wat zowel Loonstra als Jacobsen voor nu belangrijk vinden aan deze aanpassing van de backbone is dat het ook impact krijgt lager in het netwerk. “De mogelijkheden die 100GB/s biedt zal ervoor zorgen dat in datacenters de bandbreedte ook opgeschroefd gaat worden”, voorspelt Jacobsen. Daarbij wijst hij op de portfolio’s van Leviton en Kannegieter die daar nu al het antwoord op hebben.
Glas of Koper 100GB/s betekent uiteraard dat er glasvezelverbindingen worden toegepast. De vraag of 100GB/s er ook www.brand-rex.com
voor zal zorgen dat daardoor koper uit de datacenters zal verdwijnen is goed voor een interessante discussie. Loonstra laat weten dat de Leviton-faciliteit in Schotland dit jaar nog de productie van pre-terminated koperbekabeling zal starten. Alleen dat al geeft aan dat glasvezel koper niet geheel zal verdringen. Als standaard levertijd van copper capability zal, afhankelijk van het volume, twee weken factory gate gelden. Dat is gelijk aan wat voor fiber optic assemblees wordt aangehouden. Jacobsen ziet de mark t voor koperbekabeling krimpen, maar niet verdwijnen. “Als de bandbreedte geen beperking is kan koperbekabeling nog steeds goedkoper zijn en echt lang niet elke toepassing heeft 10GB/s nodig.” Loonstra onderschrijft dat. Hij ziet dat er in datacenters nog steeds servers of ander appliances met slechts een koper nic. “Het is legacy dat om meerdere
info@kannegieter.nl
De trends zijn duidelijk, efficiency is daarvoor een belangrijk motief. De opmars van glasvezel is besproken en cat8 zou wel eens grotere impact kunnen hebben. Dat impliceert goede tijden voor Kannegieter en Leviton. Toch vinden Van Ommen, Jacobsen en Loonstra dat het beter kan. Ze willen begrijpen wat de klant echt wil en zullen niet terugdeinzen aan te geven dat de gevraagde oplossing suboptimaal is voor de langere termijn. Jacobsen: “Wij zijn stoer genoeg iets niet te verkopen, als de klant daar over drie jaar niets meer aan heeft.” Van Ommen: ”We hebben voor elke vraag de beste oplossing, maar stel ons dan wel in staat te begrijpen wat je echte vraag is. Soms moeten we het eerste laagje vernis wegkrabben om dat te achterhalen.” Loonstra vat het samen: “De oplossing bieden waar de klant écht wat aan heeft en een Return on Infrastructure Investment die hem tevreden maakt. Dat is wat we willen en door de intensieve samenwerking ook kunnen waarmaken.”
+31 (0) 33 450 8686
twitter.com/iKannegieter 91
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Interview | Rashid Niamat
Uitbreiding in Dronten meer dan een mijlpaal voor Serverius Gijs van Gemert
Acht jaar geleden startte Serverius in Dronten en is sindsdien fors gegroeid. Ook het tweede datacenter in Meppel zit zo goed als vol. Daarom wordt momenteel het bestaande datacenter in Dronten vernieuwd en gelijk qua omvang verdubbeld. Gijs van Gemert spreekt over de start en de veranderingen. “We zijn op deze plek ooit begonnen als een colo-aanbieder, daar was toen veel vraag naar”, vertelt CEO en medeoprichter van Serverius, Gijs van Gemert. “Inspelend op de marktvraag en met wat we op de markt af zagen komen, zijn we ons dienstenportfolio gaan verbreden.” Het bedrijf noemt zich sinds een paar jaar de connectiviteit-, colo- en cybersecurityspecialist. Colocatie is dus nog steeds een groot onderdeel van het portfolio. Het cybersecurityaanbod is in de vorige uitgave van ChannelConnect door drie van de Serverius-medewerkers, die daar nauw bij betrokken zijn, uitgelegd. Het belang van hoogwaardige connectiviteit en de rol die Serverius daarin vervult is door Van Gemert recent uitgebreid beschreven.
Alles naar 2N+1 De nieuwbouw van de locatie Dronten is net gestart. “We hebben vorig jaar het pand hiernaast gekocht en zullen dat verbinden met het bestaande datacenter. Dat is meer dan een kwestie van muurtje doorbreken en de vloercapaciteit met factor twee laten toenemen”, legt van Gemert uit. De panden worden tot op de stoeptegels gestript en voorzien van alles dat nodig is voor een modern en veilig datacenter. “Eind 2017 hebben we de verbouwing annex uitbreiding van het datacenter in Meppel afgerond en dat 92
is op veel punten nu de blauwdruk voor Dronten.” Het betekent onder andere dat de stroom- en koelvoorziening worden uitgebreid. De N+1 wordt een 2N, alles wordt dus volledig redundant. De benodigde installaties zullen wederom volledig van ABB, Schneider Electric en E-Tec afkomstig zijn. Van Gemert benadrukt de voordelen van het gelijktrekken van de installaties in Meppel en Dronten. “Naast dat we nu dezelfde reserveonderdelen op beide locaties kunnen inzetten zullen onze facilitymannen ook hun machinekennis op beide locaties inzetten. Beiden zijn in onze optiek voorwaarde voor de maximale beschikbaarheid en continuïteit die onze klanten verwachten.”
Dronten als Meppel gewoon vol”, geeft Van Gemert aan. Daarbij telt wel dat Serverius in tegenstelling tot verschillende branchegenoten ruimere veiligheidsmarges incalculeert. “We zitten eerder op 70 procent belasting dan structureel over de 90 procent van de capaciteit. Dat doen we omdat we weten dat marges die vendoren adviseren ook wel eens verkeerd kunnen uitpakken. We gaan ervan uit dat huidige normen in de toekomst niet meer gebruikt kunnen worden. Los van de elektra en koeling wordt bijvoorbeeld ook het gehele gebouw verstevigd zodat het nog veel grotere regenbuien aankan dan die we het laatste jaar hebben gezien. Het type klant dat wij bedienen heeft die
Voor elk van die disciplines hebben ze bij Serverius mensen aan boord die het fantastisch vinden zich daar volledig op te kunnen werpen Het vergroten van het vloeroppervlak is nodig omdat Serverius vol zit. “Ook al houden we marge aan voor bestaande klanten, we moeten steeds vaker nee verkopen, we zitten in zowel
continuïteit en beschikbaarheid op lange termijn nodig. Dat kun je niet garanderen als je alles maximaal vult en belast en niet verder kijkt dan wat er in de toekomst zou kunnen gebeuren.”
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
Alle klanten profiteren
geen hobbyisten die het erbij doen. Serverius wordt geheel door ons techneuten gerund en het is de plek voor ons om te doen wat we leuk en vooral interessant vinden: het blijven
Met de verdubbeling van het vloeroppervlak in Dronten neemt ook de kwaliteit verder toe en daar profiteren alle klanten van. Omdat het bedrijf veel klanten heeft die kritische toepassingen draaien, is de upgrade naar 2N een goede en noodzakelijke stap. Voor de nieuwe vloerruimte in Dronten heeft Serverius al de eerste klanten opgetekend. “We zullen die ruimte vooral gebruiken voor de kleinere hyperscalers, dat zijn partijen die 300 tot 500kW aan stroom nodig hebben, dat is dus meer dan alleen 10kW per rack,” zegt Van Gemert.
Het vergroten van het vloeroppervlak is nodig omdat Serverius vol zit
“We zijn eigenljk best trots op deze uitbreiding want met de aankoop van het pand van de buren kunnen we ons vak blijven uitoefenen en daarmee klanten blijven faciliteren. We zijn niet een datacenter dat stuurt op maximaal financieel resultaat, we zijn
werken aan productverbetering. Jaar in jaar uit is ons dienstenpakket met enorm grote stappen verbeterd. Die schuur uit Dronten is dan ook in de afgelopen jaren uitgegroeid tot twee moderne, veilige, gecertificeerde datacenters met de
modernste technologie met het grootste elektrisch vermogen in midden/noord Nederland. Het belangrijkste daarbij is dat het gesupport wordt door een hecht team van vakidioten. Hierdoor staan we overigens ook steeds vaker op de shortlist van grote Nederlandse datacenter organisaties.”
Topspeler in Nederland? Wie de datacenterbouwplannen en de connectiviteit en cybersecurityproductportfolio bekijkt zal zich afvragen of Serverius tot de top in Nederland en daarbuiten behoort. Van Gemert denkt goed na over het antwoord op de vraag of dat ook zo is. “Als je ons portfolio splitst, dan heb je verschillende disciplines. Voor elk daarvan durf ik te stellen dat we moeiteloos met de top meekomen. Maar de combinatie die we hebben, die is uniek. Daardoor zijn wij een onvergelijkbare Europese topspeler.”> 93
UITERST VEILIG BESTANDEN DELEN EN SYNCHRONISEREN O N BEP ER K TE S TOR AGE
HYBRID/SER VER C LIENT
F L E X I B E L E L I CEN SI N G
REBR ANDING OPTIES
B E S T VA LUE F OR M ON E Y
100% C HANNEL
R EGI STREER J E VANDA AG ALS N I EUW E PA R T N ER, EN K RIJG 5 GR AT IS N FR LICE NTIE S * * Gedurende 6 maanden, telkens verlengbaar met 6 extra maanden, mits wederverkoop van 15 licenties
N MD - S A L E S @U NIFIE DPOS T. COM + 32 233 68 86
WWW.NOMADESK.COM
GRATIS
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
Meer weten over de verbouwing en uitbreiding in Dronten? Ga dan naar https://serverius.net/construction of scan de QR-code. Daar heeft Serverius een serie video’s met korte, heldere uitleg over de dienstverlening en de gebouwen. Structuur Voor elk van die disciplines hebben ze bij Serverius mensen aan boord die het fantastisch vinden zich daar volledig op te kunnen werpen. Specialisten die ook een hoop plezier hebben bezig te zijn met het vinden van werkende oplossingen. De buitenwacht denkt dan waarschijnlijk aan een stel ongeorganiseerde, gedreven techneuten, maar dat is niet het geval. Want bij Serverius wordt tot in het grootste detail gestructureerd samengewerkt. Van Gemert legt dat uit: “Op basis van ervaringen uit het verleden hebben we de regel bij Serverius dat er voor alles een geschreven protocol moet zijn. Dat is een beschrijving van een actie of gebeurtenis met bruikbare reactie. Alles verandert in onze sector, dus de protocollen staan niet in graniet gebeiteld. Het stelt ons wel in staat precies te weten wat er waarom moet gebeuren.” Van Gemert is ervan overtuigd dat zonder die structuur https://serverius.net
Serverius bijvoorbeeld nooit het unieke cloudbased securityplatform had kunnen ontwerpen en bouwen.
Een andere factor die daarvoor heeft gezorgd is de permanente focus op automatiseren. Gouden regel bij Serverius is dat alle taken die geautomatiseerd kunnen worden dat ook moeten zijn. Dat betekent dat de klant meer controle krijgt over diensten die hij afneemt en dat voor de medewerkers tijd overblijft
te bedenken, ontwikkelen, bouwen en uitrollen. Dat automatiseren bij Serverius gaat echt heel ver. Alles wat in een rack zit is van de klant. Die hardware moet onderhouden worden, soms is er een onderdeel dat vervangen moet worden. Serverius heeft bijvoorbeeld de RMA-procedure, inclusief track and trace van de onderdelen totaal geautomatiseerd en geïntegreerd in het klantpanel. De klant is ook bij RMA volledig in control. Daar profiteren de klanten en Serverius van.
‘ We zijn echt goed op weg, en er staat nog heel wat meer in de planning’
Aan het eind van het gesprek zegt Van Gemert lachend: “We zijn trotse infraboeren.” En vervolgt dan op serieus toon: “We vergeten niet waar we vandaan komen en we vergeten ook zeker niet wie onze klanten zijn. Als je dat combineert weet je waarom de uitbreiding van het datacenter voor ons een serieuze mijlpaal is. We zijn echt goed op weg, en er staat nog heel wat meer in de planning.”
Automatiseren
gijs@serverius.net
088 737 8310
twitter.com/serveriusbv 95
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Achtergrond | Bram Dons
Van silo’s naar converged en hyper-converged infrastructuur In de afgelopen jaren hebben we een verschuiving gezien van een op silo’s gebaseerde IT-infrastructuur naar een converged (CI) en hyper-converged infrastructuur (HCI). Maar waar moet je nou eigenlijk voor kiezen? Converged Infras truc tuur ( CI ) bestaat uit compute-, netwerk- en storagecomponenten. Deze worden meestal binnen een enkel chassis geïntegreerd en als compleet product aangeboden. Dat biedt een aantal voordelen. Zo heeft de leverancier de taak van de gebruiker overgenomen om te controleren of alle componenten met elkaar kunnen samenwerken. Een
basis zijn er twee CI-stijlen: het ‘product stack’-model waarbij de leverancier de hardware als een enkel product levert, en de ‘referentie’-architectuur. Het referentie-architectuurmodel beschrijft slechts welke platforms zijn getest en of de daarin opgenomen componenten met elkaar werken. Het biedt de klant meer keus bij de aanschaf van specifieke producten met de garantie dat de
HCI gaat een stap verder in het packagingconcept door storage en servervirtualisatiefeatures tezamen in één platform te integreren CI-systeem bevat meestal software voor de aanwezige hardware en Virtual Machines (VM’s). Bij storing heeft de klant contact met slechts één leverancier. Dit voorkomt het zogenaamde ‘finger pointing’, wat we zo vaak tegenkomen bij systemen die zijn samengesteld met componenten van verschillende leveranciers. CI-producten van bekende leveranciers zijn: Hitachi CI Series, HPE Converged System, Dell-EMC VxBlock, IBM VersaStack en Netapp FlexPod. In de 96
leverancier een gevalideerd systeem ondersteunt. Nadeel is – of kan zijn – dat als je het systeem nog voor iets anders wilt inzetten je het risico loopt de ‘garantie’ te verspelen.
Hyper-converged Infrastructuur HCI gaat een stap verder in het packagingconcept door storage en servervirtualisatiefeatures tezamen in één platform te integreren. Externe netwerken worden nog wel met dedicated switches uitgevoerd, intern wordt het verkeer tussen VM’s door
een software-gebaseerd netwerk in de hypervisor afgehandeld. Storageservices draaien op een node of een VM. Data resilience wordt ondersteunt door datareplicatie tussen nodes. HCI-platforms hebben een gemeenschappelijk doel: de administratieve of operationele belasting te beperken. Het storagebeheer is belangrijk vereenvoudigd en in de meeste gevallen in de node geïntegreerd die verborgen blijft voor de systeembeheerder. Nodes kunnen worden bijgeplaatst op basis van ‘plug in and go’ waarbij weinig of geen configuratie nodig is. HCI is per node schaalbaar wat aantrekkelijk is voor kleine tot middelgrote ondernemingen. Bekende HCI-leveranciers: Nutanix NXx, Hitachi Vx, VMware vSAN ReadyNode, Dell-EMC vXRail, HPE Hyper Converged, Netapp HCI, IBM PureSystems en Cisco Hyperflex.
CI of HCI? Beide platforms hebben verschillende gebr uik s toepas singen. HCI is bijvoorbeeld het meest bekend als platform voor virtual desktop infrastructure (VDI). VDI’s kunnen uiteraard ook op CI-platforms draaien maar bij HCI zijn er toch twee belangrijke voordelen. Ten eerste: leveranciers van VDI bieden HCI-plat forms die oorspronkelijk voor VDI zijn geconfigureerd en geoptimaliseerd. Niet alleen dat, ze certificeren dat de
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
VDI is niet de enige toepassing van HCI
hardware en software met elkaar kunnen samenwerken. Een tweede voordeel is dat het bij VDI, zoals eerdergenoemd, eenvoudig is om de capaciteit te vergroten door extra nodes toe te voegen. Het modulaire ontwerp heeft als nadeel dat componenten binnen een node niet zijn te upgraden of afzonderlijk te gebruiken. In tegenstelling tot CI, waar componenten wel voor andere doeleinden kunnen worden gebruikt. VDI wordt toegepast bij HCI, maar het is niet de enige toepassing. HCI-systemen zijn ontworpen om self-contained te zijn en remote te kunnen worden beheerd. Dat maakt ze een goede keus voor het hosten van VM’s op branch offices. Ook voor de toepassing in een flexibele /dev/ testomgevingen is HCI beter geschikt dan CI. Een CI-systeem is meer geschikt voor general-purpose servervirtualisatie. Men kan HCI wel als servervirtualisatieplatform kiezen maar leent zich toch meer voor omgevingen op basis van werkbelastingen met geplande systeemresources. Bij HCI bevat elke node zowel compute als storage. Wanneer alleen maar meer cpu- of storagecapaciteit nodig heeft, dan was met tot voor kort genoodzaakt om een complete node aan te schaffen. De
gebruiker kocht dan meer dan hij in feite nodig had. Er zijn nu ook HCI-leveranciers waarbij men cpu en storage afzonderlijk kan uitbreiden. CI daarentegen is bij uitbreiding meer flexibel, maar het kan duur en tijdrovend zijn om op te schalen. Vanuit oogpunt van schaalbaarheid is CI dan ook meer geschikt voor grote applicaties als Oracle of SAP.
betekent alleen dat systemen en software compatibel zijn en door de leverancier met elkaar zijn getest. Dat wil niet zeggen dat in de praktijk een HCI-systeem in alle situaties is gecertificeerd. Om maar een voorbeeld te noemen: het kan best zijn dat bij een bepaald aantal VDI’s een HCI-systeem zonder problemen draait maar bij uitbreiding van het aantal VDI’s
Een CI-systeem is meer geschikt voor general-purpose servervirtualisatie HCI, standaarden en definities Bij de keus tussen CI en HCI moet men kijken naar de gestelde eisen van de applicaties: voor kleine omgevingen waar storage- en netwerkexpertise ontbreekt, kan HCI een betere keus zijn. Wil men meer invloed hebben op de configuratie, dan is CI een betere optie. Een grondige evaluatie van zakelijke en technische eisen moet eerst worden uitgevoerd bij de keuze van een HCI-platform.
HCI en certificatie Bij het begrip certificering moet de gebruiker wel bedacht zijn op wat dit in de praktijk betekent. Certificatie
er plotseling allerlei prestatieproblemen optreden. Het bijplaatsen van meer nodes kan dan soms niet tot het gewenste resultaat leiden. Wanneer de gebruiker in dit geval de garantie wil dat bij uitbreiding alles naar behoren blijft functioneren dan dient hij dit in een apart contract op te nemen.
Groei van de CI en HCI-markt. De CI-markt is nog steeds het grootst met een stabiele groei. Bij HCI zien we een toenemende belangstelling. De omzet groeit maar gaat niet ten koste van CI.
97
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Interview | Marco Mekenkamp
Maincubes secure datacenters: waarom het tijd is voor Colocation 4.0
Een marktplaats voor digitalisering in plaats van alleen een serverruimte Snel toenemende gegevensstromen zijn voor veel bedrijven overweldigend. Internet of Things, Artificial Intelligence en Augmented Reality worden steeds relevanter voor bedrijven en organisaties en worden een belangrijke sleutel tot het openen van de toekomst. Datavolumes van 50 miljard apparaten en 7,5 miljard digitale identiteiten worden wereldwijd verwacht in 2020. Hoe kunnen mkb-bedrijven erin slagen om deze hoeveelheden gegevens te beheren? Hoe kunnen zij nieuwe bedrijfsmodellen creëren via slimme big data-analyse om te voorkomen dat ze de boot missen? Hun eigen datacenters zijn vaak niet meer geschikt voor de huidige uitdagingen en hoge beveiligingsvereisten van vandaag. En in de context van de General Data Protection Regulation (GDPR) van de EU kunnen gegevensverlies door hacks, tekort aan beveiliging of menselijke fouten al fataal zijn. Veel bedrijven besluiten daarom om te stoppen met hun eigen datacenter en te kiezen en vertrouwen op colocatie.
Van colocatiehost tot provider van de toekomst De eisen waaraan een extern datacenter dient te voldoen zijn vandaag de dag vele malen hoger dan in het verleden. Dit is een ontwikkeling waarin datacenters moeten blijven meegaan om onderscheidend en concurrerend te kunnen blijven. Het gaat niet alleen meer over de IT-ruimte en de serverracks. Hoge beschikbaarheid en betrouwbaarheid, state-of-the-ar t beveiliging en schaalbaarheid voor piekbelastingen worden allemaal verwacht, net als een optimale stroomvoorziening en koelingstechnologie die kunnen worden aangepast aan de specifieke klantwensen waarbij ze tegelijkertijd milieuvriendelijk dienen te zijn. 98
En dat is nog niet alles. Datacenters zijn geëvolueerd door te anticiperen op de ontwikkelingen van digitalisering en deze ontwikkelingen zelf aan te sturen door middel van innovatieve technologieën en diensten. Datacenters moeten zelf de weg banen voor revolutionaire ideeën. Met andere woorden: alles is op weg naar Colocation 4.0 om de klanten van de datacenters de benodigde digitale ruimte te bieden om te kunnen blijven ademen en groeien.
te brengen dat hen verbindt met het ‘Internet of Things’ zodat ze toegevoegde waarde kunnen (blijven) creëren.
Secure-exchange-platform: de voordelen van een connected service maincubes heef t deze visie al werkelijkheid gemaakt, weet Joris te Lintelo, Director International Business Development van maincubes. Met zijn hoge beschikbaarheid datacenters in Frankfurt am Main (Offenbach) en
‘ Het is als een marktplaats: iedereen kan zijn goederen aanbieden, informatie uitwisselen, kopen wat hij nodig heeft en dit alles eenvoudig integreren in zijn eigen aanbod en propositie’ Bedrijven hebben daarom behoefte aan een datacenterconcept dat onderdeel wordt van hun eigen, nieuwe en dynamische waardeketen. Ze willen een oplossing die flexibele gegevensondersteuning kan bieden voor de steeds snellere productcycli en verkorte time-to-market die wordt verwacht door hun eindklanten. Het doel voor bedrijven is om een waardescheppend netwerk tot stand
Schiphol-Rijk bij Amsterdam biedt het Duitse bedrijf haar klanten niet alleen gecertificeerde beveiliging van gegevens en een veilig thuis voor server racks. “maincubes heeft nu ook het ‘secure exchange platform’ gecreëerd”, vertelt Te Lintelo. “Het platform biedt klanten de mogelijkheid om toegang te krijgen tot een zeer uitgebreid pakket van security- en state-of-the-art diensten van partners zoals Telecom Security die
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
Joris te Lintelo
klanten een hoge mate van veiligheid bieden voor hun data, bijvoorbeeld tijdens cyber attacks. Bovendien biedt het platform de mogelijkheid, voor klanten en leveranciers, te verbinden met wereldwijde partners om zodoende optimaal te profiteren van hun IT-, cloud- en IoT-diensten. Het is als een marktplaats: iedereen kan zijn goederen aanbieden, informatie uitwisselen, kopen wat hij nodig heeft en dit alles eenvoudig integreren in zijn eigen aanbod en propositie. Dit is wat ons betreft de toekomst. Het creëren van www.maincubes.com
veilige ecosystemen waarmee bedrijven op een flexibele en probleemloze manier toegang krijgen tot nieuwe initiatieven zoals secure mobility, digital factory, smart city en secure payment die ze kunnen gebruiken om hun eigen bedrijf uit te breiden. Alle services zijn beschikbaar op beide locaties dankzij de directe verbinding tussen de datacenters van maincubes in Duitsland en Nederland. Een win-winsituatie voor alle betrokkenen doordat de steeds complexere eisen van de toekomst eenvoudigweg niet door één enkele onderneming kunnen
info-nl@maincubes.com
worden vervuld. Het delen van resources als onderdeel van een netwerk is hierbij van cruciaal belang.” Daarom zal de volgende stap zijn om de visie van het grote Internet of Things uit te dragen en te beleven als onderdeel van een gemeenschap en door gebruik te maken van horizontale netwerken klaar te zijn voor de digitale transformatie. Ofwel, zoals Te Lintelo het kort en krachtig samenvat: “Het is tijd voor Colocation 4.0.”
020 788 0380
@maincubes 99
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Interview | Michiel van Blommestein
Paul Faas en Dave Dekkers van Dataplace
Dataplace gaat van regionaal naar nationaal en verder Dataplace is in 2011 begonnen als exploitant van een datacenter in Alblasserdam. Ondertussen exploiteert de colocatiegigant vier faciliteiten, met de meest recente toevoeging in Waalwijk. Wie een landelijke speler wil zijn, moet regionaal aanwezig zijn, zo is de gedachte. Bovendien groeit de behoefte aan twin-oplossingen, zo vertellen salesmanager segments Paul Faas en sales manager regionals Dave Dekkers in een gesprek met het Datacenter & Cloud Dossier. Met datacenters in Alblasserdam, Groenekan, sinds vorig jaar Arnhem en sinds dit voorjaar Waalwijk is de groei van Dataplace explosief te noemen. Dat is natuurlijk grotendeels te linken aan de overname door de Eurofiber Group in 2016. Daardoor werd het oorspronkelijke datacenter in Alblasserdam meteen
aangevuld met het Eurofiber datacenter in Groenekan. Maar daarmee zijn ze er nog niet, zo vertelt Paul Faas. “We willen uiteindelijk groeien naar zes of zeven datacenters landelijk, en we zijn op zoek naar meer vestigingen”, vertelt hij. Daar geeft hij meteen meerdere redenen voor. “Je wilt altijd zo dicht mogelijk
bij je klanten zitten. Je weet dat 5G en IoT eraan komen, en dan heb je veel datacenters nodig om dat te realiseren. Je ziet onder meer dat de auto-industrie er heel druk mee bezig is.” Dave Dekkers voegt eraan toe de lokale aanwezigheid domweg nodig te hebben. “Je moet de apparaten kunnen plaatsen als je de edge wil opzoeken”, zegt hij. Steeds meer klanten willen realtime-diensten kunnen aanbieden. “Denk een beetje in de stijl als Netflix”, zegt Dekkers. “Diensten die uitstekende connectiviteit nodig hebben die data snel bij de klant kan brengen. Dat wordt veel eenvoudiger als de afstand tussen datacenter en klant ook klein is. Vooral voor telecombedrijven is dat belangrijk, want zij moeten het weer naar hún klanten doorzetten.”
Behoeften
Paul Faas
100
Een prioriteit die Dataplace heeft gesteld is dat nieuwe datacenters zo snel mogelijk naar de standaard worden getrokken van de overige datacenters. “We willen ze dezelfde huisstijl en herkenning geven, met dezelfde hoogwaardige dienstverlening”, zegt Faas. “Denk bijvoorbeeld aan de toegangscontrole. Wij bieden op een slimme, innovatieve manier 24/7 toegang, 365 dagen per jaar. Aanmelding kan nu zelfstandig, en dat geldt niet alleen voor vaste bezoekers. Incidentele bezoekers kunnen via onze portal in het customer care
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
‘ Je weet dat 5G en IoT eraan komen, en dan heb je veel datacenters nodig om dat te realiseren’
Dave Dekkers
center direct het datacenter betreden.” De reden was dat klanten vooral hierom vroegen, zo vertelt Faas. “De toegang zelf blijft sterk, met een pas in combinatie met een biometrische vingerafdruk”, zegt Dekkers. “Maar nu kun je 24/7 langskomen zonder tussenkomst van een medewerker van Dataplace met ons eigen Dataplace Acces Control-systeem.” In Waalwijk wordt dat deze maanden gerealiseerd. Een andere behoefte waar steeds meer colocatieklanten om vragen is een twin-oplossing, zo merken Faas en Dekkers. “Ze willen specifiek een zekering hebben tegen rampen. We hebben meerdere redundante verbindingen tussen onze locaties, dus kunnen we redelijk eenvoudig twin-oplossingen realiseren.” Dekkers voegt eraan toe dat dit veel synergie biedt op infrastructuurgebied. “We kunnen die infrastructuurlaag heel goed bieden dankzij de combinatie met www.dataplace.eu
onze zusterbedrijven en onze partners.” Dataplace is echter carrierneutraal, benadrukt Dekkers. “We werken samen met heel veel carriers, dus we kunnen in de oplossing uitgaan van de klantvraag, en dat maakt het sterk.”
Certificeringen Faas ziet ook dat certificeringen steeds belangrijker worden voor klanten die een datacenterpartner zoeken. “Dat springt er echt uit. Je moet je certificeringen laten zien en kunnen vertellen hoe je het precies hebt geregeld. Daar zijn we goed op ingesprongen. We hebben één managementsysteem waarmee we alle datacenters goed kunnen certificeren. We staan ook altijd ook open voor audits van klanten zelf.” Dataplace heeft sinds kort een ISAE 3402 type 2-certificering. “Dat is de meest gevraagde. Daarmee kun je aantonen dat je de serviceorganisatie over een periode van een half jaar goed geregeld hebt”, zegt Dekkers. “Het is meer dan een momentopname.”
sales@dataplace.eu
Een belangrijke reden hiervoor is – hoe kan het ook anders – de GDPR die deze zomer van kracht is geworden. “Het verschilt enorm van klant tot klant hoe ze ermee om zijn gegaan”, zegt Dekkers. “Sommigen waren een jaar geleden al serieus in de weer met GDPR, anderen zijn er nog steeds mee bezig.” Faas zegt dat Dataplace zijn klanten daarin volledig ondersteunt. “Dat doen we door de juiste kennis te bieden. Je moet op een adviesvraag kunnen anticiperen, dus hiervoor hebben we een specialist in dienst. De vraag die we vaak horen is of een klant een verwerkingsovereenkomst moet hebben of niet? Dat proces loopt dankzij onze specialist soepel, en meestal zijn klanten verrast omdat het minder gedoe oplevert dan verwacht.” Daarmee is Dataplace duidelijk uitgegroeid van regionale naar landelijke speler. “Maar wel eentje met een duidelijke regionale aanwezigheid”, zegt Dekkers. Maar daar stopt de ambitie van Dataplace niet. De organisatie wil ook het internationale toneel bestormen. “Stel dat je internationaal een rol kan spelen terwijl je dekking in heel Nederland hebt, dan heb je wel een echt unieke propositie”, sluit Faas af.
+31 (0)88 32 827 52
twitter.com/dataplace 101
ICT - MISSION DATACENTERS SPIE CRITICAL - DATACENTERS
WERKEN IN IN EEN EEN WERKEN KRITISCHE OMGEVING OMGEVING KRITISCHE IS ONZE ONZE EXPERTISE. EXPERTISE. IS bouwt vandaag al aan de wereld van van morgen. Wie klaar klaarwil wilzijn zijnvoor voordedetoekomst toekomst bouwt vandaag al aan de wereld morgen. implementeert en beheert SPIESPIE datacenters, In die overtuiging overtuigingontwerpt, ontwerpt,realiseert, realiseert, implementeert en beheert datacenters, ICT-ruimten &&communicatie infrastructuren. ICT-ruimten communicatie infrastructuren.
SPIE, een ambitie SPIE, eengezamenlijke gezamenlijke ambitie De Brauwweg Brauwweg74 74- -82 82 NL-3125 AE NL-3125 AESchiedam Schiedam Tel 010 010 --409 40904 0400 00 www.spie-nl.com www.spie-nl.com
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
Interview | Michiel van Blommestein
Else Maria van der Meulen, DataCenter Fryslân
‘We maken partners van klanten’ Door de constante focus op Amsterdam wordt wel eens vergeten dat de regio cruciaal is voor het mkb, onderwijs, overheid en gezondheidzorg. Die willen niet achteraan sluiten in de file op de A1 als ze actie op locatie moeten ondernemen. DataCenter Fryslân is in het tienjarig bestaan voor veel bedrijven een belangrijke rol gaan spelen. DataCenter Fryslân begon met één locatie, met als pure colocatie als dienstverlening. Sinds 2014 heeft het bedrijf ook een tweede datacenter. Beide locaties zijn gevestigd in Leeuwarden en zijn met elkaar verbonden met eigen glasvezel. De spanningsvoorziening van beide locaties zijn volledig gescheiden op een eigen middenspanningsring. “Je ziet heel erg dat de zorg nog heel erg bezig is om de stap buiten de deur te zetten”, zegt directeur Else Maria van der Meulen. “Provincie en gemeenten doen dat ook, waardoor colocatie ondanks alle publieke cloudoplossingen groeit.” Omdat DataCenter Fryslân de enige partij in de regio is met dergelijke diensten, vormt zij vaak de fundering in de ICT-voorziening. “Ons datacenter is een soort marktplaats zijn, waar iedereen op neutrale plek samen komt.”
Regionale cloud Het is omwille van dat kleinschalige en flexibele dat Datacenter Fryslân ook een regionale cloud op te zetten: De Friese Cloud. ”We doen vooralsnog alleen de verhuur van hele en halve racks”, zegt Van der Meulen. “We merken echter dat klanten afscheid willen nemen van al dat ijzerwerk, de servers. Verder zijn er heel veel mkb-bedrijven die ook best de stap naar cloud computing willen maken. Maar ze willen wel precies weten waar de data zich bevindt en wie het beheert. Dat soort partijen moeten hun gegevens hoe dan ook binnen Nederland houden, maar binnen Friesland zou nog mooier zijn. Het is een stuk emotie, maar ook praktisch
als het gaat om de infrastructuur. Als het allemaal kan via de bekabeling die allemaal in Friesland ligt dan is dat alleen maar sneller en stabieler.”
‘ Klanten willen afscheid nemen van het ijzerwerk, de servers’ Het is natuurlijk praktischer om je apparatuur dichtbij te hebben, maar ook de nabijheid van het zakelijke netwerk is belangrijk. “De lijntjes zijn gewoon korter”, zegt Van der Meulen. “Je weet met wie je zakendoet. Als er iets is, dan hebben ze meteen de juiste persoon aan de telefoon. Dat ervaren partijen als heel prettig”, aldus Van der Meulen. “Voor die klanten voor wie het te duur is een high-end cloudoplossing zelf te bouwen of in te kopen, willen we een betaalbare robuuste regionale variant ontwikkelen. We zijn hier al heel ver mee en willen partners en eindklanten hiermee ondersteunen in hun business en hun keuzes.”
partij daar ook invulling aan geven”, zegt ze. “Dat maakt het ook mogelijk om samen met klanten maatwerkprojecten op te starten. Zo houden we met Friese Cloud rekening met onze bestaande klanten. Zij worden onze partner.” Dat doet DataCenter Fryslân ook met onder andere duurzame projecten. “We kijken nu bijvoorbeeld ook naar het delen van onze warmte, en we hebben heel concrete gesprekken met de gemeente Leeuwarden. Verbetering van onze energie-efficiëntie is een repeterend proces. Bijvoorbeeld door de inzet van directe vrije koeling op onze tweede locatie of het eerder vervangen van de ups-en door een energiezuiniger variant op onze eerste locatie.”
Maatwerkprojecten Het regionale karakter van DataCenter Fryslân maakt het volgens Van der Meulen beter mogelijk om mee te bewegen. “Op het moment dat een klant iets anders wil, dan kan een regionale
Else Maria van der Meulen
www.dcf.nl info@dcf.nl 058 844 4999 103
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Interview | Michiel van Blommestein
Claartje Mangert, Managing Director en Jeroen van Brussel, VP Sales & Marketing NLDC
Zelfstandig een nieuwe weg inslaan Sinds de verzelfstandiging van KPN anderhalf jaar geleden, staat NLDC onder andere bekend als operator van het enige Tier IV Datacenter in Nederland, die aan de maximale beschikbaarheidseisen voldoet. Maar het Tier IV Datacenter in Eindhoven is niet de enige faciliteit van NLDC. Juist de groeiende vraag naar Tier III-datacenters, een status waar de overige vijf datacenters over beschikken, is voor NLDC een belangrijke reden om hun samenwerking met partners verder aan te trekken. Dat maakt dat NLDC ondanks zijn traditionele telecomwortels als een jong bedrijf in de markt staat. Het zal partners in eerste instantie wat eng in de oren klinken, maar NLDC doet naast partnerverkoop ook aan directe verkoop. Maar, zo zegt Managing Director Claartje Mangert, dat heeft meer met de brede markt te maken die NLDC bedient. In de directe kanalen trekt NLDC klanten aan die hun ICT in eigen beheer hebben en zelf zorgen voor integratie
Claartje Mangert
van de diensten. “Dat zijn bedrijven voor wie ICT zeer kritiek is. Denk aan digitale bedrijven als webshops, maar bijvoorbeeld ook ziekenhuizen en financiële dienstverleners”, zegt Mangert. “Het is voor deze klanten dan niet logisch om met partners in zee te gaan, omdat ze het zelf kunnen. Dat is een hele bewuste keuze van hen. Ze zijn gewoon op zoek
naar de allerbeste colocatieleverancier en integreren het zelf met andere diensten.”
Flink geïnvesteerd Natuurlijk heeft NLDC een grote installed base geërfd van KPN, maar volgens Jeroen van Brussel, VP Sales & Marketing van NLDC, is de markt groter dan dat. “We zijn continu op zoek naar de beste kanalen, direct en indirect, om onze diensten te verkopen en te leveren. System integrators en andere partners zijn daarbij belangrijk.” NLDC heeft daarom flink geïnvesteerd in een salesteam, inclusief presales en technische consultants. “Met een team van tien tot vijftien mensen gaan we de markt op”, zegt Van Brussel. “Enerzijds is het heel erg ondersteunend voor de bestaande basis, anderzijds kijken we naar andere markten, zoals de hostingpartijen, dotcompartijen en cloudpartijen. Deze klantsegmenten vinden we in de Metropool Amsterdam, maar minstens zo belangrijk is de sterke regionale rol met datacenters in Eindhoven, Groningen en Rotterdam.” Ook Van Brussel benadrukt de scheiding in de markt tussen de grote bedrijven die alles zelf willen en kunnen doen, en bedrijven die het via een integrator doen. Er is dus geen concurrentie tussen het salesteam van NLDC en die van hun resellers. “De lokale partners weten ook heel goed wat lokaal speelt. Ze hebben
104
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
‘ Als de klant een aanvraag doet, dan kunnen wij binnen acht uur een voorstel leveren’
Jeroen van Brussel
in een eigen netwerk tussen haar datacenters, waardoor connectivity- en twinningmogelijkheden sterk verruimd worden. “We zijn flink aan het boren”, zegt Mangert. “Het is ook van belang om onze neutraliteit verder uit te breiden. KPN mag de naam hebben dat alles KPN moet zijn, maar bij NLDC hebben we ondertussen tientallen partners. Met deze aanpak zijn we daadwerkelijk clouden carrierneutraal.”
Jong en fris
hun eigen plaatselijke zakelijke netwerk, dus die weten heel goed wat er leeft en waar ze nieuwe klanten vandaan kunnen halen”, zegt Van Brussel. “Partners zijn ook zelf klanteigenaar.” Mangert voegt eraan toe dat NLDC voor klanten van de partners onzichtbaar is. Vanaf het moment van verzelfstandiging kon NLDC niet meer uitgaan van de bij iedereen bekende naam van KPN. “Een van de eerste dingen om dat te doen was de naamsbekendheid van NLDC opbouwen”, zegt Mangert. “Daar hoort een hele duidelijke en heldere positionering bij. Dat werkt goed. We zijn veel zichtbaar op events en sociale media. Dat doen we vooral in de markten van ICT-partners en cloudpartijen.” Ook voert NLDC gezamenlijke met partners marketingacties uit. “Partners kunnen potentiële klanten uitnodigen bij onze datacenters. We leggen onze technologie uit, maar wel allemaal uit naam van de partner.” www.nl-dc.com
Synergie creëren Het belang van de regio groeit dus, iets dat andere datacenterpartijen ook zien. Dat zit hem ook in regionale projecten die NLDC van de grond krijgt en zo synergie creëert die voor zowel partners als eindklanten aantrekkelijk is. “In Aalsmeer hebben we een samenwerking met de lokale overheid, plaatselijke ondernemers en een zwembad. In die samenwerking leveren we restwarmte uit het Datacenter aan het gemeentelijke zwembad, een school en een bedrijventerrein. In Aalsmeer hebben we een samenwerking met de overheid en een plaatselijke ondernemer: met onze restwarmte verwarmen we een gemeentelijke zwembad en school en een bedrijventerrein. Of in de provincie Groningen, waar we proberen verschillende overheidsinstellingen op het gebied van datacenterdiensten met elkaar te laten samenwerken.” Maar het landelijke aspect blijft onverminderd belangrijk. Daarom investeert NLDC
info@nl-dc.com
Het netwerk zal de datacenters van NLDC met elkaar verbinden. Dit heeft onder meer te maken met de groeiende vraag naar twin-datacenters, maar vooral ook met de cloudificatie van ICT. “Steeds meer partijen, die eigen systemen en apparatuur in datacenters hebben staan, maken ook gebruik van de public en private cloud. Dat eist goede connectiviteit”, zegt Mangert. “Zeker als je niet op de hotspot in Amsterdam zit.” Uiteindelijk, zo zegt Van Brussel, is NLDC dus ‘knetterhard’ bezig geweest om zich te ontwikkelen. “We zijn anders”, zegt hij. “We hebben drie kernwaarden: durf, doen en duurzaam. We hebben wat te bieden, en we nemen onze maatschappelijke rol serieus, allemaal op een eigenwijze manier.” De salesmensen zijn allemaal zelfstandig en staan volgens Van Brussel op eigen benen. Dat maakt het geheel zeer wendbaar. “Als de klant een aanvraag doet, dan kunnen wij binnen acht uur een voorstel leveren”, zegt hij. “We zijn een jong fris bedrijf met een focus op groei.”
020 605 8888
twitter.com/nldc_bv 105
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Interview | Rashid Niamat
IT en colo kan beter en energie-efficiënter
EcoRacks staat voor focus op de regionale klant en duurzaamheid Weinigen weten dat in Eindhoven een modern datacenter staat dat op bijzondere wijze invulling geeft aan het begrip State of the Art. Lizette van Broekhoven en Willem Jan Withagen van EcoRacks leggen uit wat hun datacenter uniek maakt. “Om te weten wat EcoRacks een uniek datacenter maakt moet je weten dat we elk meer dan twintig jaar in de sector actief zijn. We hebben daarmee aanzienlijk meer ervaring dan veel van de andere aanbieders,” zegt Willem Jan Withagen. Met die ervaring zijn ze bewust een datacenter in Eindhoven gestart dat een sterke focus op de regio heeft. “We zien
EcoRacks spreekt met de propositie niet een specifieke klantgroep aan. Lizette van Broekhoven: “We hebben elk mogelijk type klant hier binnen, van groot tot klein en van jong tot oud. Het overgrote merendeel van de klanten is wel uit de directe regio. We hebben klanten die de eerste off-premise-ervaringen met ons opdoen en klanten die voorheen
‘ We zien dat er in deze regio een sterke vraag is naar een datacenter dat om de hoek ligt’ dat er in deze regio een sterke vraag is naar een datacenter dat om de hoek ligt en niet van een grote aanbieder is, want dat wordt geassocieerd met een afstandelijke klantbenadering.” Voor die vraag wil EcoRacks het antwoord zijn en combineert dat met veel nadruk op verduurzaming. Dat is volgens Withagen minder bijzonder dan het op het eerste gezicht lijkt. “In de regio Amsterdam zie je dat Green IT Amsterdam samen met de overheid de IT-sector, wat een grote stroomverbruiker is, duwt in de richting van minder verbruik. In de regio Eindhoven is die overheidsdruk nog niet zichtbaar, maar daar wachten we niet op. We kunnen nu al een stuk duurzamer opereren en dat is precies wat we doen.” EcoRacks is een van de weinige datacenters die aantoonbaar honderd procent groene Nederlandse stroom afneemt. Daarnaast maakt het werk van meer en beter recyclen, en dat alles maakt het tot een ‘state of the art’ datacenter. 106
in andere datacenters zaten. Dat kan trouwens ook bij de concurrentie in de regio Amsterdam zijn. Voor die klanten is de onvoorspelbare reistijd een belangrijke reden de datacenteroplossing in de regio te zoeken.”
De rol van emotie Het type klant loopt sterk uiteen, de manier waarop ze worden geholpen is dat niet. Withagen: “Colo lijkt een onderwerp waar ratio meer een rol speelt dan emotie. Toch is het zo dat, zeker bij de klanten die voorheen alles on premise hadden of slechte ervaringen met andere datacenters hebben gehad, de emoties een belangrijke rol spelen. Lizette en ik weten dat omdat we ook al zoveel jaren meedraaien. Wij nemen echt de tijd voor klanten, we begeleiden ze veel intensiever dan elders mogelijk is. Dat is iets waarmee we ons echt onderscheiden van de internationale partijen en wat een groot deel van ons succes verklaart. Klanten vertrouwen ons ook echt en dat is heel belangrijk. Helemaal voor klanten die aanhikken tegen het buiten de deur plaatsen van een deel van de IT, wat toch de core van elk bedrijf is. Wij zorgen dan via het netwerk van regionale partners
Een deel van het datacenter van Ecoracks
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
klanten willen.” Klanten verwachten namelijk dat het samenwerken met een ander datacenter afbreuk doet aan de klantondersteuning waar EcoRacks om wordt geprezen.
Van elkaar leren Van Broekhoven: “Ook daar merk je dat emotie een grotere rol speelt dan op het eerste gezicht blijkt.” EcoRacks houdt daar heel veel rekening mee. Colo is daarom standaard op basis van ‘één maand’contracten. Het illustreert dat er geen lock-in is. Withagen: “Het is het soort transparantie dat je bij de grote jongens minder tegenkomt en wat zeker in deze regio partijen ervan weerhouden heeft de IT te outsourcen. Wat dat betreft kan de concurrentie wel wat van ons leren.”
Lizette van Broekhoven en Willem Jan Withagen
dat alles van fysieke verhuizing tot de connectiviteit tussen datacenter en de werkplekken wordt geregeld.”
Klanteisen Het type klant dat EcoRacks bedient is vooral regionaal. Dat wil absoluut niet zeggen dat de faciliteiten in het datacenter daarom beperkter zijn. Op het gebied van connectiviteit levert EcoRacks verbindingen naar Amsterdam, Frankfurt en Brussel. Withagen: “We zijn nog nooit een klant misgelopen omdat we op dat punt te weinig konden bieden. Wat er wel voorkomt – en dat zien we met name bij multinationals – is dat bij aanvragen de eis wordt gesteld van on site 24/7/365 hands on personeel. Dat type klanten kunnen we niet faciliteren, die zijn voor ons een maatje te groot.” Aan de andere klanteisen die in de sector gangbaar zijn kan EcoRacks nu al, of binnenkort voldoen. ISO9001 en ISO27001 staan op de rol om dit jaar nog behaald te worden. EcoRacks www.ecoracks.nl
zal echter niet naar ISO14001 worden gecertificeerd. Withagen: “Dat komt omdat die certificering is gebaseerd op bestaande productieomgevingen die willen verduurzamen. Dat gaat voor ons niet op. We zijn een nieuwe organisatie, hebben geen legacy en alles wat hier naar binnengaat is ook op duurzaamheid geselecteerd. We gebruiken alleen de beste en groenste technologie. Daarom vind je in ons datacenter ook de nieuwe kijk op racks en vloeistofkoeling van Asperitas.”
Ambities Gevraagd naar de ambities geeft Withagen aan dat EcoRacks in ieder geval de nieuwe duurzame technologieën meer onder de aandacht wil brengen, zodat iedereen ziet dat IT en colo beter en energie-efficiënter kan. “Daarnaast denken we serieus na over het twin-datacenterconcept. We zien dat daar veel vraag naar is. Je kunt kiezen dat met het datacenter van een concurrent te doen, maar dat is toch niet wat onze info@ecoracks.nl
‘ Bij colo kunnen emoties een belangrijke rol spelen’ Verder geven Withagen en Van Broekhoven aan dat ze groot voorstander zijn van – zeker op regionaal niveau – betere horizontale samenwerking. Withagen wijst erop dat tegenwoordig bijna niemand meer weet dat AMS-IX er is gekomen omdat providers van elkaar wilden leren en gezamenlijk op non-profitbasis een probleem wilden oplossen. Het heeft geleid tot een van de meest succesvolle en grootste internetknooppunten ter wereld en een model dat talloze keren is gekopieerd. “Op datacenterniveau kunnen we met dezelfde insteek ook heel veel bereiken waar de hele maatschappij van profiteert.” Misschien gaat zoiets uit de regio Eindhoven komen. De regio waar EcoRacks flink aan de weg timmert met een combinatie van innovatie, duurzaamheid en oprechte aandacht voor de klant. 040 747 0181 107
Ultieme beveiliging voor uw datacenter.
System Integrator voor: - Toegangscontrole - Camerabewaking - Inbraaksignalering - Geïntegreerde systemen - Onderhoud en service
Nederland is een primair vestigingsland voor grote datacenters. Shield Beveiligingstechniek biedt al meer dan een decennium beveiligingsoplossingen die meegroeien met de snelle groei van uw datacenter. Wij kenmerken ons door: ✓ 15 jaar ervaring met grote high-risk systeemintegraties ✓ Systeemontwerp, implementatie en onderhoud van meerdere zeer grote internationale datacenters ✓ Gebruik te maken van de meest innovatieve en wereldwijd erkende beveiligingstechnologieën van Honeywell Bent u benieuwd naar de mogelijkheden voor uw locatie? Wij adviseren u graag tijdens een kennismakingsgesprek.
Shield Beveiligingstechniek Dorpsstraat 756, 1566 ES, Assendelft 075 – 792 00 10 www.shield.nu
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
Interview | Redactie
Tijdperk van energie-efficiënte datacenters: slimmer, groener en veiliger Datacenters kunnen een cruciale rol spelen in de missie van overheden om een koolstofarme economie te worden. Een groenere en slimmere benadering van energieverbruik maakt dat mogelijk, zoals via UPS-as-a-Reserve. Veel datacenters erkennen de noodzaak hun energieverbruik terug te dringen en energie-efficiëntie voorop te stellen. Dat gebeurt onder meer met de inzet van hernieuwbare energie, zoals zonne-, wind- en waterkrachtenergie. Uitstekend, maar er zit een addertje onder het gras: onregelmatigheid en het opwekken van hernieuwbare energie gaan namelijk hand in hand.
Schommelingen in stroomkwaliteit Naarmate de energiemarkt evolueert naar een fossiele brandstofvrije toekomst, kan de productie van hernieuwbare energiebronnen volatieler worden en elektrische energie moeilijker nauwkeurig te voorspellen en in balans te houden zijn. Daarnaast nemen het frequentiestabilisatiemechanisme van het net en de mate van traagheid af. Dit zorgt voor grotere en snellere frequentieveranderingen, vooral bij storingen. Die instabiliteit van een volatiele elektriciteitsvoorziening is verre van optimaal voor datacenters, die afhankelijk zijn van een betrouwbare en stabiele energiebron. En met de piek van hernieuwbare energiebronnen en een toenemende vraag naar elektriciteit, voorspellen we meer schommelingen in de stroomkwaliteit van het net.
UPS-as-a-Reserve In dat besef, zouden meer bedrijven UPS-as-a-Reserve (UPSaaR) moeten overwegen; datacenteroplossingen die inkomsten uit de initiële UPS-investering mogelijk maken. Dit geeft datacenters de
controle over hun energie, door te kiezen hoeveel capaciteit ze op een bepaald moment willen aanbieden en tegen welke vastgestelde prijs, waarbij de inkomsten kunnen oplopen tot 50.000 euro per jaar. Met een UPSaaR-dienst kunnen datacenteroperators de UPS toepassen als onderdeel van een virtuele elektriciteitscentrale, waarmee ze kunnen deelnemen aan de vraagzijde van de markt en aan de primaire reservemarkt. De UPS kan worden toegepast om het elektriciteitsnet te ondersteunen door het gevraagde vermogen uit de accu’s te halen. Veel datacenters onderzoeken inmiddels de mogelijkheid die accu’s van elektrische voertuigen bieden om elektriciteit op een energie-efficiënte manier in op te slaan. Het geleverde vermogen wordt dan naadloos parallel aan de UPS-gelijkrichter ingeregeld, zodat zorggedragen wordt voor een nauwkeurige respons, die onafhankelijk is van het belastingniveau. Datacenter operators kunnen het netwerk vervolgens ondersteunen bij het reguleren van de frequentie, waardoor extra inkomsten kunnen worden gegenereerd ter compensatie van de total cost of ownership van de UPS, of als onderdeel van het veel concurrerender maken van het datacenter vanuit prijsperspectief.
www.eaton.nl/nederland/index.htm
Efficiënt en veilig “Eaton heef t aangetoond dat UPS-systemen en -batterijen efficiënt en veilig kunnen worden ingezet om op de energievraag te reageren met minimale risico’s voor de primaire taak van de UPS”, laat Mattieu Terlouw, Sales Director België en Luxemburg bij Eaton weten. “Zo kan een datacenter samenwerken met bijvoorbeeld een commerciële energie-aggregator om zijn capaciteit aan te bieden aan een transportnetbeheerder of het nationale energienetwerk. Door energieleveranciers te helpen het verbruik in evenwicht te brengen met de opwekking van elektriciteit en door elektriciteit terug te verkopen aan het net, kunnen datacenters echt een positief effect hebben op het verminderen van de totale koolstofvoetafdruk. Kortom, het is tijd dat meer datacenters in het hele land een groenere en slimmere benadering van energieverbruik hanteren.”
twitter.com/ETN_NL 109
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Achtergrond | Michiel van Blommestein
Geen plan, geen coördinatie
Chronisch personeelstekort Zowel de ICT als de techniek staan bekend als branches waarvoor het steeds lastiger wordt om nieuwe mensen te vinden. Dat heeft natuurlijk deels te maken met de demografie, de snelgroeiende markt en het stelselmatig tekort aan technisch opgeleiden. Maar helaas speelt ook mee dat de datacenterbranche zelf niet goed met de problematiek omspringt. Tegen 2022 zal het voor maar liefst 87 procent van de ICT-beroepen moeilijk worden om mensen te vinden, zo becijferde het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit van Maastricht eind vorig jaar. Voor technische beroepen, als elektriciens, zal het niet veel beter zijn. En laten datacenters nou net op het snijvlak van al deze vakgebieden liggen. Nu al merken datacenters dat het moeilijk is de juiste mensen te vinden. Projecten duren langer omdat de juiste mensen eerst vrij moeten komen. En is een datacenter eenmaal af, blijkt dat het moeilijk is om de juiste professionals te behouden. “Het verloop is hoog”, bevestigt Edward van Leent, chairman en CEO van EPI, een internationale opleider gespecialiseerd in datacentercertificeringen. “Het is ook niet per se eenvoudig werk. Je hebt te maken met veel weekend- en avondwerk, en je krijgt het alleen te horen als het mis gaat.” Mensen met de juiste kennis zijn best te vinden, zo vindt Van Leent, alleen ontbreekt vaak de ervaring. “Hoeveel training wil je iemand gaan geven? Ik kan je best een boek geven over hoe je biljart moet spelen, maar pas na een paar jaar echt spelen kun je goed worden.”
Niet de persoon, maar rolinvulling Het beeld dat het vooral moeilijk is om ervaring te vinden, wordt gedeeld door 110
Dr. Terri Simpkin, Higher and Further Education Principal bij een andere opleider, CNet Training. Maar, zo zegt zij erbij, managers hebben de neiging om te overdrijven. “In de datacenterwereld is het wensenlijstje van competenties en vaardigheden vaak heel erg lang”, zegt ze. “Maar wervers stellen vaak zeer hoge eisen zonder dat ze doorhebben dat veel van deze vaardigheden niet te vinden zijn in één persoon. Ze zoeken eigenlijk een persoon waar ze eigenlijk naar een rolinvulling moeten zoeken.”
werd gevraagd om ervaring met softwareapplicaties die niet meer in gebruik zijn”, noemt ze. Van Leent noemt nog een ander probleem dat daar direct mee te maken heeft: overdrachten. “Datacenters zijn, bijna van nature, onvolwassen. Een hoop dingen worden procesmatig niet goed beschreven”, zegt Van Leent. “Technische mensen zijn vaak ook niet heel goed in het op papier zetten van procesbeschrijvingen, en soms willen
Wervers stellen vaak zeer hoge eisen zonder dat ze doorhebben dat veel van deze vaardigheden niet te vinden zijn in één persoon Wat het verder moeilijk maakt is dat de datacenterwereld aan dusdanige veranderingen onderhevig is, dat vaardigheden die pak ’m beet vijf jaar geleden cruciaal waren, tegenwoordig niet meer leidend zijn. “De opkomst van edge computing vraagt bijvoorbeeld om nieuwe competenties in de markt”, zegt Simpkin. “Je moet de benodigde competenties constant heroverwegen.” Dat wordt volgens haar lang niet altijd gedaan. “Laatst heb ik gehoord van een dame die
ze dat ook niet uit angst vervangen te worden door een goedkoper iemand.” De onvolwassenheid van datacenters die Van Leent beschrijft heeft echter meer consequenties. Werkgevers in de markt hebben erg veel moeite om het werk, zoals eerder genoemd complex en onregelmatig, daadwerkelijk aantrekkelijk te maken. “Een hoop bedrijven gooien gewoon extra geld op de toonbank. Mensen worden aangetrokken met een goed salaris en extra training.” Veel creatiever dan dat wordt het niet.
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
De datacenterbranche loopt sterk achter als het gaat om de aanpak van het personeelstekort Status Het feit dat het tekort bij ICT’ers anders is dan bij facilitaire technici, zoals elektriciens, is een duidelijke aanwijzing voor die stelling. Er worden op zich veel ICT’ers opgeleid, maar het is niet genoeg om de groei van de markt bij te houden. Maar hoewel het met het aantal facilitaire technici op eerste gezicht goed zit, begint het daar vooral te knauwen dat je voor datacenteromgevingen meer certificaten nodig hebt. “ICT’ers hebben ook meer status dan facilitaire technici”, merkt Van Leent. “Niemand wil meer metselen, iedereen wil managen.” Wel voegt hij eraan toe dat dit vooral bij nieuwe bouwprojecten en uitbreidingen een probleem is, en dat het voor de dagelijkse handel en wandel minder uitmaakt.
Terri Simpkin
Coördinatie ontbreekt Simpkin beaamt dat gebrek aan volwassenheid een groot, specifiek probleem is voor de datacenterbranche. “Het gebrek aan inzicht in de problematiek is sectorbreed”, zegt ze. “Het echte probleem is dat er geen gezamenlijke gecoördineerde aanpak is.” Is dat de branche per se aan te rekenen? Dat is te kort door de bocht. “Feit is dat de datacenterbranche dezelfde mensen wil aantrekken als branches die al langer bestaan en dus ook al langer met deze vraagstukken te maken hebben. Zij tonen meer coördinatie en weten waar de tekorten precies vandaan komen.”
Waar datacenters de neiging hebben zich op één probleem in de arbeidsmarkt te richten, gaat het volgens Simpkin om een grote verscheidenheid van problemen die andere oplossingen vergen. Ze noemt een voorbeeld in het Verenigd Koninkrijk. “Als je kijkt naar de algemene techniek, dan zie je dat de organisatie Engineering UK nauw samenwerkt met werkgevers in de branche om precieze data te bemachtigen over wat nodig is.” Zoiets ontbreekt bij datacenters. “We zien hier en daar goede praktijken, maar niets dat breed genoeg is.” Er is weliswaar iets in de maak, maar de branche moet er wel achter gaan staan.
Een laatste punt is dat ook werknemers veranderen. “Maar we moeten ons gaan realiseren dat werknemers van nu anders zijn dan werknemers van pak ‘m beet twintig jaar geleden”, zegt Van Leent. “Ze willen meer balans tussen werk en vrijetijd.” Waar Van Leent dat vooral ziet als kenmerk van millennials, denkt Simpkin dat het meer een algemene trend in de markt is die losstaat van specifieke leeftijdsgroepen. “Zulke wensen zie je overal terug, al zie je wel een paar overlappende verschillen tussen secties.” Uiteindelijk, zo vindt Simpkin, komt het allemaal neer op het managen van mensen. Dat is duidelijk iets waar de datacenterbranche nog veel te leren heeft. 111
CONTENTCREATIE - CONTENTCURATIE - CONTENTDISTRIBUTIE
voor ICT-channelcommunicatie
uks
0 st
lage
Op
00 10.
s
uw
ie T-n C I te s ats e t la devic e H lle a op
Bezoek interessante ICT-merken op ChannelConnect LIVE in november
+ TWEE NIEUWSBRIEVEN PER WEEK MET HET LAATSTE ICT-NIEUWS
Meld je aan voor onze nieuwsbrieven op de website www.channelconnect.nl of via deze QR-code
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
Productnieuws | Hans Steeman
Modulaire switch beantwoord een veranderende vraag
Netgear 4300-96X – een modulaire switch IT blijft zich ontwikkelen en stelt fabrikanten voor nieuwe uitdagingen. Nieuwe toepassingen stellen ook nieuwe technische randvoorwaarden. Vandaar dat de innovatie in rap tempo doorgaat. Met de 4300-96X introduceert Netgear een switch die modulair opgezet is en een antwoord heeft op de groeiende vraag naar 40Gbit/sinfrastructuur en qua prijs ook voor het mkb een interessante optie is. Door het modulaire concept is maatwerk mogelijk. Eric Lindeman, senior sales engineer Benelux & Other EMEA bij Netgear weet het goed te verwoorden. Twee jaar geleden kwam de SDVoE-alliantie met een nieuwe toepassing. Veel universiteiten en andere grootzakelijke gebruikers hebben behoefte aan Fotobijschrift grootschalige videopresentaties met hoge-definitievideo (HD). Universiteiten kunnen zo real time operaties in een collegezaal tonen. Om de gewenste beeldkwaliteit te realiseren, is er behoeft aan de distributie van 4K-video die niet gecomprimeerd is. Dit is mogelijk met 10 Gbit/s ethernetstreams. De SDVoE-alliantie is een samenwerking van een vijftal innovatieve bedrijven, waaronder Netgear en Sony maar ook chipsetleveranciers zoals ZeVee aQuanta. De inbreng van deze chipleveranciers is nodig omdat de video hoge eisen stel aan het ethernetsignaal. Vooral de synchronisatie is erg kritisch.
Modulair Netgear introduceerde in het kader van deze ontwikkeling de 4300-96X switch, een modulaire switch met maximaal 96 poorten. Door het modulaire concept is de prijs heel concurrerend te houden, de klant betaalt alleen voor wat hij echt gebruikt. In de switch kunnen naar keuze 10- en 40Gbit/s-modules, tot een maximum van 16 stuks, geplaatst worden. Daarmee speelt men optimaal www.netgear.com
in op de trend dat ook datacentra van bedrijven steeds meer eisen aan de snelheid van hun infrastructuur stellen en een groeiende behoefte hebben naar een snellere datanetwerken.
Toepassing De toepassing van de switch blijft niet beperkt tot ongecomprimeerde 4K-video, er is daarmee bedrijfsbreed een groeiende behoefte aan een upgrade. Het gebruik van de nieuwe 802.11 AC Wave 2 acces points voor wifi-netwerken stelt bijvoorbeeld de IT-afdelingen voor uitdagingen. De standaard Cat5-bekabeling is daarvoor eigenlijk niet toereikend. Nieuwe kabels trekken is de beste optie, maar ook een prijzige. Ook hier dient zich via deze switch een oplossing aan. De 10Gbps-modules voor deze switch voldoen aan de Multi-gigstandaard, deze maakt het mogelijk om gewone Cat5- en CAT6a-kabel met een hoge snelheid van 2,5 tot 5Gbit/s over afstanden tot 100 meter gebruiken voor de snelle access points. Hierdoor blijft
elindeman@netgear.com
bestaande infrastructuur zijn waarde behouden en worden hoge kosten bij een upgrade vermeden.
Betaalbare 40 Gbit switch in modulaire vorm Eric Lindeman: “Met de 4300-96X introduceren we een volgende generatie switches in de markt. De kosten zijn in balans met onze doelgroep, kleine datacentra en mkb. De mogelijkheden zijn door de modulaire opzet altijd op maat te maken. Hierdoor wordt geen geld bevroren in features die nu niet nodig zijn.” De vraag naar 40Gbit-infrastructuur blijft groeien, de introductie van 4K ongecomprimeerde video is enkel een eerste stap. Steeds meer toepassingen vereisen hogere bandbreedtes, de 4300-96X vult het gat dat nu ontstaat.
+31 182 587 000
@netgear 113
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Interview | Michiel van Blommestein
Huub van Raamsdonk, Algemeen Directeur, Elinex Wing Leung, Channel Director Enterprise Business, Huawei Technologies Netherlands
‘ Modulair en kant en klaar heeft de toekomst’ Het lijkt opmerkelijk, maar een paar jaar geleden kenden maar weinigen Huawei. De meesten zullen het onderhand kennen van de smartphones, maar Huawei roert zich ook stevig op het gebied van telecomnetwerken, IT en datacenterapparatuur. Dat werd tijdens de CeBIT van 2013 opgemerkt door UPS-specialist Elinex. De twee kwamen tot elkaar, en sinds 2014 is Elinex Value Added Partner van Huawei in de Benelux. Toen Huub van Raamsdonk, algemeen directeur van Elinex in 2013 over de CeBIT struinde, stuitte hij op de stand van Huawei, een bedrijf waar hij niet bekend mee was. “Het was ook voor mij een nieuwe naam”, zegt van Raamsdonk. “Maar mij vielen meteen twee dingen op. Om te beginnen het ruime aanbod: ze presenteerden alle UPS’en die ze op de markt hadden gebracht.” Het tweede was de kwaliteit. “Ik zit al dertig jaar in het vak en ik was erg onder de indruk. Het was baanbrekend met zijn
modulaire concept.” Het is vooral de modulariteit geweest die Huawei er voor Van Raamsdonk bovenuit liet steken. “Ze werkten niet met één groot complex apparaat, maar met een systeem waar UPS-vermogen, -communicatie en bypass zijn opgebouwd in modules. Gevolg is dat je bij een storing geen printboards hoeft te vervangen, maar alleen een module, waardoor je kosten bespaart.” Bovendien zorgt dit volgens Van Raamsdonk voor een hoge mate van
Huub van Raamsdonk
www.elinex.nl 114
info@elinex.com
flexibiliteit. De noodstroomvoorziening is precies aanpasbaar aan de situatie bij de klant, wat in de dynamische datacentermarkt steeds belangrijker wordt. Na uitvoerige verkenningen en verificatietesten stond niets een partnerschap in de weg, met Elinex als Value Added Partner. De diepgaande kennis van technologie, trends en markt van Elinex sloot precies aan. “We konden ze tijdens de eerste gesprekken overtuigen dat ons portfolio volledig is”, vertelt Wing Leung, Channel Director Enterprise Business bij Huawei Netherlands. “Als je kijkt naar het portfolio van Huawei, dan is die zeer breed, van server tot storage tot netwerkapparatuur. Noodstroom is daar een klein onderdeel van. Voor zo’n nichemarkt wilden we daarom een specialist die geheel namens Huawei de markt op gaat en misschien wel meer weet over deze producten dan zelfs onze mensen.” Elinex is volgens Leung zo’n specialist. “Een noodstroomspecialist, precies wat we zochten, en we hebben ze door hun expertise ook meteen Value Added Partner gemaakt, de hoogste categorie.” Die hoogste categorie betekent ook gelijk hoge eisen waaraan Elinex moet voldoen als het gaat om zaken als omzet en het aantal engineers op presales, sales en aftersales.
0180 415 711
twitter.com/ElinexPS
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
Wing Leung
zich ervan bewust zijn dat het een cruciaal onderdeel is van het geheel, zo legt Van Raamsdonk uit. “We hebben altijd een belangrijke regel: als de netspanning erop zit, dan mag het er nooit meer van af, onafhankelijk van het onderhoud dat je moet plegen”, zegt hij. “Wij kijken naar de hele infrastructuur, en onderhoud is een belangrijk facet.” Omdat Huawei zeer sterk is in netwerkapparatuur, zijn de producten uitmuntend in beheeroplossingen op afstand, zo zegt Van Raamsdonk. Zulke innovatie past volgens hem goed bij Elinex. “Het springt eruit door de beheersoftware. Ze weten heel goed hoe je data moet transporteren en verwerken.”
“Met Elinex als Value Added Partner vliegen we projecten gezamenlijk aan.” Wie een UPS op de markt brengt, moet
Uiteindelijk denkt Van Raamsdonk dat in de toekomst onderhoud vrijwel alleen op afstand gedaan kan worden. “Het wordt steeds lastiger om op tijd bij de klant
te komen. We zijn al een jaar of twee bezig met het monitoren van batterijen op afstand, zodat we geruime tijd van tevoren weten dat een accu moet worden vervangen.” Ook Leung is enthousiast over de samenwerking. “Elinex is echt een verlengstuk en we hebben samen heel mooie projecten binnengehaald”, zegt hij. De technische staf van Elinex heeft volgens Leung ook nauwe contacten met de R&D-afdeling van Huawei. “Wereldwijd heb je niet veel van dit soort specialisten, en Elinex is echt een van de beteren. Ze zijn voor ons de noodstroomspecialist in de Benelux. Hun engineers kennen onze producten minstens even goed als wij. Samen kijken we of we ook geïntegreerde oplossingen kunnen leveren, bijvoorbeeld voor schepen. Het integratiewerk zal Elinex dan uitvoeren.”
Huawei UPS oplossingen
HUAWEI FUSION POWER 5OOO-S SERIES DE NIEUWSTE 12OO KW MODULAIRE UPS Specificaties: -
Hot swappable modulair ontwerp 55 kW powermodule N+1 redundantie Flexibel uitbreidbaar 97,5% efficiency vanaf 20% belasting Online onderhoud Redundant ontwerp; geen SPOF Hoog intelligent management systeem
Maintenance Bypass
Kijk voor meer informatie op onze website elinex.nl/huawei
Elinex Power Solutions B.V.
-
T. +31 180 72 13 59
-
info@elinex.com
-
elinex.nl
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Checklist | Jouke Albeda
Hoe kies ik een datacenter?
De Datacenter Checklist
De keuze voor een datacenter hangt natuurlijk af van veel dingen. Om het iets makkelijker te maken, geven we de dingen die je moet overwegen. Locatie Bij het kiezen van een datacenter is het belangrijk een datacenter te kiezen die past bij het bedrijf. Wanneer het bedrijf lokaal opereert en over eigen engineers beschikt, is het verstandig om te kiezen voor een datacenter de fysiek dichtbij is. Indien het bedrijf internationaal opereert of tijdkritische diensten heeft draaien, is latency belangrijk en de afstand tot belangrijke internetknooppunten. Dan is fysieke nabijheid tot Amsterdam AMS-IX, of een ander internetknooppunt, belangrijk bij de locatiekeuze. Wereldwijde of lokale spreiding kan belangrijk zijn indien je graag alles bij één datacenter onderbrengt, in tegenstelling tot de keuze van spreiding in leveranciers. 116
Het maakt echter ook uit waar de operator van het datacenter vandaan komt, en met welke andere datacenters deze in contact staat. Wil je je gegevens in de cloud hebben, maar vanwege de wetgeving absoluut binnen de landsgrenzen, bijvoorbeeld? Dan moet je de zekerheid hebben dat de gekozen cloud ook echt fysiek in Nederland is ondergebracht.
Wat zijn de kosten van downtime? Hoe is downtime verzekerd/boetes/SLA’s? Mag gepland onderhoud downtime veroorzaken? Hoe redundant is het datacenter? Hoe redundant is de powerinfrastrucuur? Heb je de mogelijkheid tot twinning bijvoorbeeld? Belangrijke vragen bij de keuze. Op dit punt is volledige transparantie cruciaal, ook waar het in het verleden gemaakte fouten betreft.
Eisen beschikbaarheid De beschikbaarheidseisen zijn daarnaast belangrijk. Een 100-procentgarantie is niet te geven, maar het risico kan met de juiste techniek wel worden geminimaliseerd. Vaak is er een relatie tussen techniek, prijs en trackrecord.
Eisen veiligheid Welke voorwaarden worden gesteld aan de veiligheid? Zijn er eisen vanuit de verzekeraar of klanten? Wordt er 24x7 on-site security geëist of is monitoring voldoende omdat er geen
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
bedreigingsrisico van personeel bestaat? Dit zijn eisen die vanuit het bedrijf moeten komen. Maar je moet ook denken aan fysieke veiligheid. Een datacenter boven NAP zal in geval van een overstroming minder snel in de problemen komen dan een faciliteit in een polder. Dat hoeft overigens niet te betekenen dat het daadwerkelijke risico echt veel hoger ligt, maar het is een overweging.
niet concurrerend met het eigen bedrijf (SaaS/PaaS-dienstverlening)? Een ander belangrijk aspect van dienstverlening is de integratie met huidige leveranciers (fiber-leverancierconnectie met datacenter, connectie met cloudaanbieders bijvoorbeeld Microsoft Azure, Amazon). Overigens heeft Nederland een uitstekend fibernetwerk, en de komst van virtuele netwerken als DCSpine hebben de flexibiliteit verhoogd.
Eisen brandveiligheid Ook voor brandveiligheid worden vaak de eisen van de verzekeraar gehanteerd. Belangrijk blijft een tijdige detectie van brand en automatische blussing in kritische bedrijfsruimtes. Certificering van het systeem kan een kortingen opleveren gezien de impact wordt gelimiteerd als het risico van brand zich voordoet. Vroegtijde rookmeldsystemen (apsiratie detectie systemen) zijn veel voorkomende systemen in datacenters die ervoor zorgen dat brand en rook tijdig worden ontdekt en gecontroleerd kan worden indien noodzakelijk. Denk echter ook aan de constructie van het pand. Een rack opgesteld in een grote hal kan wellicht eerder worden blootgesteld aan gevolgen die zich bij andere zaalgebruikers voordoen. Een risico hoeft zich dus niet altijd in de eigen hardware/racks voor te doen om tot een nadelige uitval te leiden. Behalve de inrichting van het datacenter is ook de vuurlast van een gebouw van belang. Hoe brandbaarder de materialen, des te groter het risico. Rook trekt zich niet zoveel aan van een hek, hoe effectief deze ook is tegen ongewenst bezoek.
Eisen dienstverlening Biedt de dienstverlener/het datacenter aanvullende diensten die het bedrijf kan ondersteunen (technische ondersteuning, rack en stack, etc.) en is het datacenter
Flexibiliteit van het datacenter en meerkosten Het kiezen voor een strak gestandaar diseerde, veelal internationale, datacenterketen kan in eerste instantie interessant en makkelijk lijken. Maar niet alle grote ketens zullen even flexibel omgaan met mogelijke extra wensen, of zullen mogelijk extra services in rekening willen brengen buiten je huidige contract. Vaak wordt ook een minimaal aantal racks vereist. Zorg daarom dat je ook goed nadenkt over welke diensten jij verwacht van je datacenter. Nu en in de toekomst.
Bezoek het datacenter altijd Een bezoek aan het gebouw laat beveiligingslagen zien en striktheid van de beveiliging. Een kritisch bezoek geeft een goede indruk. Tijdens een bezoek moet het gevoel van het datacenter goed zijn en moet worden gekeken (voor zover mogelijk) indien beloofde/benodigde aspecten daadwerkelijk aanwezig zijn. Luister ook goed naar ervaringen van andere klanten over flexibiliteit, technische advisering en service van het datacenter.
Belangrijke certificering vanuit de ISO/NEN: - Interne informatieveiligheid -> ISO 27001 / NEN 7510 - Kwaliteitsbeheer -> ISO 9001 - Milieumanagement -> ISO 14001 Marktspecifieke certificeringen zijn echter ook van groot belang. De betaal-branche werkt voor transacties bijvoorbeeld met PCI-DSS. De datacentermarkt hecht veel waarde aan de TIER-klassificaties van het Uptime Institute, en aan TIA 942, voor redundantie en uptimegarantie.
Derdenverklaringen Derdenverklaring/certificering komt van een externe auditor die de inrichting beoordeelt, en de werking van processen en procedures tijdens het afgelopen jaar toetst. Dit wordt verwerkt in een SOC1-, SOC2- of SOC 3-rapport Een datacenter kan goede procedures hebben en mooie techniek, als blijkt dat deze niet hebben gewerkt over een periode geeft dit geen vertrouwen en blijkt dus dat het datacenter zijn processen niet goed op orde heeft. Voor het toetsen van werking over een periode zijn rapporten als SOC1/ SOC2 belangrijk als ondersteunend bewijs bovenop referenties.
Externe certificering Dienstverleners kunnen externe certificeringen verkregen hebben. Deze kunnen van belang zijn voor de eindklanten van het bedrijf en deze laten zien dat het datacenter voldoet aan bewezen standaarden. 117
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Overzicht datacenters op provincie
DRENTHE Alticom Hoogersmilde
GRONINGEN www.alticom.nl
Bytesnet Groningen
www.bytesnet.nl
I-DATACENTER www.i-datacenter.nl
Datacenter Groningen
www.datacentergroningen.nl
Serverius www.serverius.net
NLDC Groningen
www.nl-dc.com
TCN Data Hotels
www.tcndatahotels.com
FLEVOLAND Alticom Lelystad
www.alticom.nl
LIMBURG
Interxion www,interxion..com/nl
Alticom Eys
www.alticom.nl
Keppel T&T
Alticom Ittervoort
www.alticom.nl
NLDC www.nl-dc.com
Alticom Maastricht
www.alticom.nl
Serverius www.serverius.net
Alticom Roermond
www.alticom.nl
Solcon www.solcon.nl
ENGIE Datacenter Solutions
www.engie-services.nl
Intersquare www.intersquare.net
FRIESLAND
SmartDC Heerlen
www.keppeltt.com.sg
www.smartdc.net
Alticom Tjerkgaast
www.alticom.nl
Systemec www.systemec.nl
DataCenter Fryslan
www.ddfr.nl
Unilogic Networks
www.unilogic.nl
GELDERLAND Alticom Ugchelen
NOORD-BRABANT www.alticom.nl
@Xit www.axit.nl
BIT www.bit.nl
Alticom Gemert
www.alticom.nl
Compudac www.compudac.nl
Alticom Loon op Zand
www.alticom.nl
Computel Datacenter Gelderland www.computel.nl
Alticom Megen
www.alticom.nl
Dataplace Arnhem
Alticom Mierlo
www.alticom.nl
DCValley www.dcvalley.com
Alticom Roosendaal
www.alticom.nl
Digital Residence
www.digitalresidence.nl
Claranet www.claranet.nl
ISP Services
www.isp-services.nl
Colt Data Centre Roosendaal
ITB2 Datacenters
www.itb-kwadraat.nl
Databalance www.databalance.nl
www.dataplace.eu
Datacenter Brabant Solcon www.solcon.nl Datacenter Nedzone
www.coltdatacentres.net
www.datacenterbrabant.nl www.nedzone.nl
EcoRacks www.ecoracks.nl
118
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
Overzicht datacenters op provincie
E-Quest Datacenter
www.e-quest.nl
Global Switch
www.globalswitch.com
Global-E Datacenter
www.global-datacenter.nl
Gyro DC holding
www.gyrocenter.nl
Interconnect www.interconnect.nl
Interxion www.interxion.com
NBrIX Datacenter
www.nbrix.nl
Leaseweb www.leaseweb.nl
NLDC Eindhoven
www.nl-dc.com
Level3 communications
www.level3.com
Linx Telecom
www.linxtelecom.com
Superior www.superior.nl
maincubes www.maincubes.com NOORD-HOLLAND
NEP The Netherlands
www.nepworldwide.nl
3W Infra
www.3winfra.com
Nikhef www.nikhef.nl
Alticom Amsterdam
www.alticom.nl
NLDC AMS1, Oude Meer
www.nl-dc.com
Alticom Haarlem
www.alticom.nl
NLDC AMS2, Aalsmeer
www.nl-dc.com
Alticom Hilversum
www.alticom.nl
Quatro Logic
www.quatrologic.com
Alticom Wormer
www.alticom.nl
Schuberg Philis
www.schubergphilis.com
atom86 www.atom86.net
Switch Datacenters Amsterdam www.switchdatacenters.com
Colt Data Centre Duivendrecht www.coltdatacentres.net
The Datacenter Group
www.thedatacentergroup.nl
Colt Data Centre Oud Zuid
The Green Bay
www.atventuresolutions.nl
www.coltdatacentres.net
Databarn www.databarn.nl/nl/ Datacenter NoordHolland
Verizon www.verizonenterprise.com
www.datacenternoordholland.nl
Datacenter.Com www.datacenter.com Dataone Datacenter Wormer
www.dataone.nl
Digital Realty, Data Tower
www.digitalrealty.com
Digital Realty, Business Park
www.digitalrealty.com
Digital Realty, Wenckebachweg www.digitalrealty.com Digital Realty, Vlissingenstraat www.digitalrealty.com EdgeConneX www.edgeconnex.com Equinix www.equinix.nl E-Shelter www.e-shelter.com EuNetworks www.eunetworks.com Iron Mountain
www.ironmountain.com/digitaltransformation/data-centers
nect.nl n o c l e n an info@ch r a a n n da bij. mail t ie n r e bedrijf Staat je
119
Datacenter en Cloud Connectivity DCspine is een innovatief online platform voor connectiviteit tussen datacenters en naar de cloud. Het biedt de unieke mogelijkheid om ‘real time’ capaciteit op- en af te schalen. Dankzij de gebruiksvriendelijke portal kan binnen enkele minuten een verbinding worden opgezet tussen meer dan 30 datacenter locaties in Nederland, zo lang als nodig is, met de capaciteit die gewenst is. DCspine maakt het makkelijk te connecteren tussen eigen datacenter locaties, naar de cloud, naar internet exchanges, met leveranciers en klanten of voor migraties.
Hoge capaciteit 100 Mbit tot 100 Gbit | On demand | Op meer dan 30 locaties Flexibiliteit Contractduur 1 dag tot 3 jaar | Aanpassen mogelijk per minuut Eenvoud Alles via onze online portal | Directe interconnects met cloud providers
dcspine.nl | portal.dcspine.nl
DATACENT ER & CLOUD DOSSIER 2018 | CH ANNE L C O NNE C T
Overzicht datacenters op provincie
OVERIJSSEL
ZUID-HOLLAND
1TransVir www.1TransVir.com
AllDatacenter www.allsystems.nl
Alticom Markelo
www.alticom.nl
Alticom Alphen a/d Rijn
www.alticom.nl
Alticom Zwolle
www.alticom.nl
Alticom Den Haag
www.alticom.nl
Alticom Zwolle
www.alticom.nl
Alticom Rotterdam
www.alticom.nl
Ecostora www.ecostora.com
Amazon Nederland (AWS)
www.aws.amazon.com
Equinix EN1
www.equinix.nl
BeneluxSoft www.beneluxsoft.nl
Equinix ZW1
www.equinix.nl
Bytesnet Rotterdam
www.bytesnet.nl
InterDC www.interdc.nl
ColoCenter www.colocenter.nl
ITB2 Datacenters
Data Facilities Spijkenisse
www.datafacilities.net
Previder www.previder.com
Dataplace Alblasserdam
www.dataplace.eu
Twents Datacentrum
GrafiX NOC - Capelle a/d IJssel www.grafix.nl
www.itb-kwadraat.nl
www.twentsdc.nl
Greenhouse Datacenters
www.greenhousedatacenters.nl
UTRECHT
Interoute DC Rotterdam
www.interoute.nl
Alticom Ijsselstein
www.alticom.nl
NLDC Rotterdam
www.nl-dc.com
Datad / Iton Automatisering
www.datad.nl
SmartDC Rotterdam
www.smartdc.net
Dataplace Utrecht
www.dataplace.eu
The Datacenter Group Delft
www.thedatacentergroup.nl
IBM Nederland, Woerden
www.ibm.com
Verizon 3
www.verizonenterprise.com
RAM Infotechnology
www.ram.nl
We-Dare www.we-dare.net
Switch Datacenters Woerden
www.switchdatacenters.com
Xcellent ICT Groep
www.xcellent.nl
ZEELAND Alticom Goes
www.alticom.nl
Cyberbunker www.cyberbunker.com The Green Bay
www.thegreenbay.nl
ZeelandNet Zakelijk
www.zeelandnet.nl
De redactie heeft getracht een zo compleet mogelijk overzicht van datacenters in Nederland te presenteren. De markt is echter aan snelle veranderingen onderhevig. De redactie kan derhalve niet instaan voor de juistheid en compleetheid van alle gegevens.
nect.nl n o c l e n an info@ch r a a n n da bij. mail t ie n r e bedrijf Staat je
121
DATAC E N T E R & C L O U D D O S S I ER 2 0 1 8 | CHA NNELCO NNECT
Agenda | 2018
Datacenter-evenementen 2018 31-8 19-9 19-9 20-9 24-9 27-9 1-10 3-10 8-10 8-10 10-10 22-10 31-10 31-10 5-11 5-11 14-11 20-11 20-11 26-11 29-11
5-9 19-9 20-9 20-9 26-9 27-9 2-10 4-10 12-10 14-10 11-10 24-10 1-11 1-11 6-11 6-11 14-11 20-11 21-11 30-11 29-11
IFA Berlin Relined Fiber Networks - 15 jarig jubileum Big Data Expo 2018 Server Providers Event Hosting & Cloud Transformation Summit Holland Strikes Back OCP Regional Summit Data Centre Expo SDN NFV World Congress 2018 Amsterdam eWeek Data Centre World Asia Open Source Summit Self organising networks world 2018 Data & Cloud Expo 2018 DatacenterDynamics Converged DCD - Zettastructure ChannelConnect Live Winter Datacloud Nordic 2018 DataCentres Ireland Save the Data reInvent 2018 SIDN Connect 2018
Berlijn Utrecht Utrecht Aalsmeerderburg Las Vegas Den Haag Amsterdam Londen Den Haag Amsterdam Singapore Edingburg Londen Utrecht London Old Billingsgate Bunnik Kopenhagen Dublin Las Vegas Zeist
Duitsland Nederland Nederland Nederland VS Nederland Nederland UK Nederland Nederland Singapore UK UK Nederland UK UK Nederland Denemarken Ierland VS Nederland
Datacenter-event in the spotlight EERSTE OCP REGIONAL SUMMIT IN AMSTERDAM Locatie: RAI, Amterdam Datum: 1 en 2 oktober 2018 De eerste OCP Regional Summit van het Open Compute Project (OCP) in 2018 vindt plaats op 1 en 2 oktober in de RAI in Amsterdam. De conferentie brengt besluitvormers, leidinggevenden, IT- en datacenterspecialisten, developers en leveranciers bij elkaar. Het event richt zich specifiek op Europa, Afrika en het Midden-Oosten. Dit zijn de thema’s en onderwerpen die aan bod komen: • Energie- en kostenbesparing - Onderzoeksbureau IHS Markit zal bevindingen presenteren van een onderzoek naar de besparingen die dankzij het gebruik van OCP designs mogelijk zijn ten aanzien van energiegebruik en kosten. • OCP-gebruikers delen hun ervaringen - Naar verwachting zullen organisaties als London Internet Exchange (LINX), Romonet, Booking.com, CERN, Nerim, The Linux Foundation, Kao Data, Yahoo 122
Japan, ING Bank Polen, Adobe en KPN presentaties verzorgen over hun ervaringen met OCP designs in datacenters en telecom-faciliteiten. • Keynotes & tracks - Naast de keynotes worden de volgende tracks georganiseerd: - Netwerken - Rack & Power - Server & Opslag - Telco - Datacenterfaciliteiten (inclusief modulair datacenters) - Open System Firmware - High Performance Computing - Advanced Cooling - Hardware Management - Security Bezoekers kunnen zich inmiddels registreren via: https://www.opencompute.org/summit/ regional-summit-2018 ISP Today, de online uitgave van Sellair voor de hostingsector, is mediapartner van de OCP Regional Summit
Staat je evenement niet in dit overzicht, stuur dan een mail naar redactie@channelconnect.nl voor plaatsing op onze website.
Ongeacht de fase waarin het datacenter zich bevindt, Aggreko kan helpen ! Als een van de grootste aanbieders op het gebied van mobiele power en klimaatbeheersing zetten wij graag de extra stap voor nieuwe en bestaande datacenters. Van de constructie fase en het testen van de systemen (FAT/SAT/IST) tot een back-up bij onderhoud of upgrades, wij hebben de juiste expertise. Daarnaast kunnen wij u helpen met het voorbereiden op mogelijke noodgevallen met ons contingency plan. Wij helpen u online te gaan en te blijven !
Tell us what you need +31 (0)88 - 6441 441
aggreko.com
MICRO DATA CENTER
STULZ Micro Data Center De alles in 1 oplossing
Weinig opslagruimte nodig
Brandblussing
Klein van postuur, groot van kracht
Power Distribution
Mooi en functioneel design
Environmental Monitoring
Ingebouwde UPS
Vele toepassingen mogelijk
De STULZ MDC is een klein datacenter met de architectuur van een groot datacenter, zonder dat de traditionele faciliteiten ter plekke noodzakelijk zijn. De MDC is voorzien van een ingebouwde UPS, brandblussing, PDU (Power Ditribution) en AIMS (Environmental Monitoring). MDC’s worden ingezet op afgelegen of tijdelijke locaties maar zijn ook uitermate geschikt voor serverruimtes. Neem voor meer informatie contact met ons op via onze website STULZ.nl