8
fo to: karim achalhi
De nieuwe roman van Abdelkader Benali, gebaseerd op een waargebeurd verhaal Ilias wordt op 14 december 2002 geboren. Hij wordt met het pompje gehaald, wat een stulp aan het hoofd veroorzaakt die na een paar dagen verdwijnt. ‘Een stokbroodhoofd,’ noemt Abdellah het. De weigering om tevoorschijn te komen wordt snel goedgemaakt, want om de paar uur wordt Ilias wakker om zijn ouders eraan te herinneren dat hij er is. Als Petra met tranen van vermoeidheid hun zoon ’s nachts voedt, zit Abdellah naast haar neer en fluistert: ‘Allah yasmahna man alwalidien.’ ‘Is dat weer een toverspreuk,’ zegt Petra. ‘Het is een inzicht dat komt als we zelf ouder zijn. Dan verzuchten we wat ik net zei: “Moge god ons vergeven voor de last die we onze ouders hebben bezorgd.”’ ‘Leer het me zeggen,’ zegt Petra. Lettergreep voor lettergreep legt hij de woorden op haar lippen en verzegelt die met een kus. ‘Al moet ik dat eigenlijk niet doen bij een dankzegging aan Allah. Maar we zijn in Nederland, en we zijn moe, en jij bent mooi.’ – Uit: Abdelkader Benali, Paradijsvogel boven de Hoge Woerd
Pros_AP_221_DEF1.indd 8
09-11-21 14:00