EDITIE 5 2014 4 E JAARGANG WWW.PSCMAGAZINE.NL
IN CONTACT KOMEN MET JE WERKELIJKE STAAT VAN ZIJN SPIEGELNEURONEN, NEUROPLASTICITEIT EN OPVOEDEN AANTREKKINGSKRACHT WAT BEWEEGT ME? DE INFORMATIEBRON VOOR PROFESSIONALS IN DE PSYCHOSOCIALE GEZONDHEIDSZORG AANGESLOTEN BIJ DE NFG, ROSEGARDEN EN TP.NET
WEBSITE QUICKSCAN DÉ SERVICE DIE JE HELPT MEER UIT JE BESTAANDE WEBSITE TE HALEN
“Hoe vindbaar is mijn website? Is de boodschap duidelijk en is alle belangrijke informatie helder beschreven? Sluit mijn website aan bij mijn doelgroep en is de uitstraling professioneel?” Er zijn veel aspecten waarop gelet moet worden bij het maken én onderhouden van een goede website. Omdat niet iedereen de tijd of de kennis en ervaring heeft, biedt de NFG samen met Inspired Communications de ‘Website Quickscan’ aan. Een service die u helpt meer uit uw bestaande website te halen. Kosten en informatie De kosten voor de Website Quickscan zijn normaal € 149,-. In overleg met de NFG is er nu een speciale aanbieding. U betaalt slechts € 99,- voor deze service. Wees er snel bij en ontdek wat u kunt verbeteren aan uw website! Meer informatie vindt u op de website: www.inspiredcommunications.nl onder ‘Service NFG-leden’.
2
VOORWOORD
DE WEG NAAR ZELFACCEPTATIE In deze editie van PSC Magazine kunt u weer een bijzonder interview lezen. Deze keer spraken we met Jan Geurtz, schrijver van de boeken Verslaafd aan liefde en het onlangs verschenen vervolg Bevrijd door liefde. Zijn eerste boek ging over het stoppen met roken. Al snel kreeg hij verzoeken om hulp bij andere verslavingen en begon hem een patroon op te vallen in al die verslavingsproblemen. De diepere oorzaken van de verslaving liggen vaak al in de jeugd. Hij ontdekte hoe het negatieve zelfbeeld en de neiging tot het afwijzen van onszelf ontstaat. Toen hij dat doorhad, zag hij dat bij het aangaan van relaties hetzelfde verslavingsmechanisme een grote rol speelt. Daarover gaan zijn twee laatste boeken en dat is het onderwerp dat centraal staat in het interview. Hoe kunnen we van die zelfafwijzing afkomen? Want zelfacceptatie leidt tot geluk in relaties en liefde. Meer over liefde leest u in het artikel van Tila Pronk. Zij schreef het boek Hartstocht, waarin ze de zoektocht naar de liefde door de wetenschappelijke loep bekijkt. Het boek geeft een keur aan wetenschappelijke feiten en verrassende inzichten over de liefde. Psychologen hebben de afgelopen jaren belangrijk onderzoek gedaan dat antwoord geeft
'Heeft u gezien dat de website van de NFG vernieuwd is? Deze is nu nog meer gericht op vaknieuws.' op fundamentele vragen over de liefde. Een van die vragen is: waarom vinden we bepaalde mensen aantrekkelijk? Daar gaat dit artikel over. Voor antwoorden op andere vragen zoals: ‘Waardoor slaat de vonk over? Waarom hebben partners die net samen zijn, zo’n rooskleurig beeld over elkaar en hun toekomst samen? Hoe groeit een prille liefde uit tot een langdurige en sterke relatie? Hoe ga je om met irritaties, jaloezie en leugens? En hoe kan het dat zoveel relaties - ondanks goede intenties van beide partners - toch mislukken?’ raden we aan het boek te lezen.
Verderop in dit magazine leest u over de psychologie van Adler. Dit is een holistische, sociale en doelgerichte psychologie, die mensen bemoedigt zichzelf te vertrouwen, hun persoonlijke kracht en capaciteiten te erkennen en deze in te zetten voor een betere kwaliteit van leven. De theorie van Adler biedt concrete stappen ter verbetering van menselijke relaties binnen het gezin, op school, in werksituaties en daarbuiten. Hoewel de naam Adler niet bij alle psychologen bekend is, gebruiken veel mensen ongemerkt begrippen die hij heeft geïntroduceerd. Zijn opvattingen zijn nog altijd terug te vinden in hedendaagse psychotherapeutische stromingen. In het artikel van Pauline Hofstra kunt u nader kennismaken met de opvattingen van Adler. Cathelijne Wildervanck schrijft deze keer niet (hoofdzakelijk) over ADHD, maar over spiegelneuronen en neuroplasticiteit. Deze twee begrippen zijn nog redelijk onbekend, maar volgens haar zouden ze niet mogen ontbreken in het vocabulaire van ouders, therapeuten en coaches. Spiegelneuronen hebben als functie te voelen wat een ander voelt en daar betekenis aan te geven. Neuroplasticiteit gaat over de 'kneedbaarheid' van de hersenen. Natuurlijk vindt u in de Zintuigenprikkels weer talloze boeken. Veel van deze boeken kunt u gebruiken voor de tweejaarlijkse herregistratie. De herregistratie voor 2015 kunt u vanaf dit jaar digitaal aanvragen via het ledengedeelte van de website van de NFG. U kunt uw herregistratie voor 2015 tot 14 december aanvragen. Heeft u trouwens gezien dat de website van de NFG vernieuwd is? Deze is nu nog meer gericht op vaknieuws. Het actuele nieuws staat voorop, maar ook kunt u alle berichten per onderwerp teruglezen. Ik wens u veel leesplezier en hoop dat deze editie van PSC Magazine weer volop inspiratie biedt. • Sacha van den Ende Hoofdredacteur PSC
3
spreken zien weten zijn voelen handelen liefhebben 4
SanoConcept
synergie vanuit de bron
CHAKRA FYSIEK
ENERGIE Onbewuste drijfveren, emoties en predisposities vormen bij veel gezondheidsklachten een factor van belang. Het SanoConcept hanteert een geïntegreerd model waarin drie niveaus worden onder-scheiden: het fysieke, energetische en persoonlijkheids- of psychovegetatieve niveau. In dit concept spelen de persoonlijkheidskenmerken ofwel de chakra’s een sleutelrol. Chakra’s komen overeen met de psychovegetatieve stuurcentra in de hersenen. Daar zetelen de fixaties en remmingen die energetische en somatische verstoringen kunnen veroorzaken of beïnvloeden. Het SanoConcept biedt u een werkbaar medisch-klinisch model en uitgebreide ondersteuning middels diverse opleidingen. Vraag nu het gratis vademecum aan. Uitgebreide testset van 40 energetische producten is verkrijgbaar voor maar €15,-.
Kijk voor meer informatie op www.SiVAS.nu
SiVAS PSC
Subtiele interventies met behulp van het Vasculair Autonoom Signaal
SanoPharm Nederland bv - Prins Hendrikweg 2 - 3771 AK - Barneveld T 0342-420714 - F 0342-420686 - www.sanopharm.com - info@sanopharm.com
INHOUDSOPGAVE
EDITIE 5 - 2014 3 VOORWOORD SACHA VAN DEN ENDE 6 INTERVIEW IN CONTACT KOMEN MET JE WERKELIJKE
6
STAAT VAN ZIJN
10
DE CPSS-METHODE
HILDA GIJSEN EN YVONNE ZOETIGHEID
13 COLUMN WILMA DE HAAS 14
WAT BEWEEGT ME? PAULINE HOFSTRA
18
SPIEGELNEURONEN, NEUROPLASTICITEIT EN
OPVOEDEN CATHELIJNE WILDERVANCK 22 AANTREKKINGSKRACHT TILA PRONK 24 ZINTUIGENPRIKKELS
14
26
MINDER STIGMATISERING IN DE HULPVERLENING
BEVORDERT HERSTEL CLIËNT
SAMEN STERK ZONDER STIGMA
28
ONDERNEMEN ANNO 2014 HANNEKE NIJKAMP
29 LIFESTYLE 30
ZEG ‘JA’ TEGEN DE LIEFDE TP.NET
33 COLUMN MARTINE CLAUSEN 34 ZINTUIGENPRIKKELS
19
36 SUPERVISIE WIM JURG 38
COLOFON EN VOORUITBLIK PSC
5
IN CONTACT KOMEN MET JE WERKELIJKE STAAT VAN ZIJN
In contact komen met je werkelijke staat van zijn Een interview met Jan Geurtz Jan Geurtz studeerde Nederlands, Orthopedagogiek, Onderwijskunde en Wetenschapsfilosofie en is vooral geïnspireerd door het boeddhisme. Na een leven vol geluk en ellende, zoals diverse liefdesrelaties, het opvoeden van vier kinderen, ettelijke verslavingen, vele drukke baantjes en banen, een gigantische burn-out, een scheiding, saaie en interessante studies, verschillende therapieën en trainingen, kortom, na een heel gewoon leven, begon hij op 45-jarige leeftijd mensen van het roken af te helpen. Hij was zelf net gestopt met roken en was daar ontzettend blij mee. Hij volgde een opleiding tot trainer, dus het leek hem leuk zijn eigen stoppen-met-roken-training te beginnen. Die sloeg meteen aan, en na een jaar schreef hij een boek over stoppen met roken (De opluchting, 1996), dat inmiddels een bestseller is. Door die bekendheid kreeg hij gaandeweg verzoeken om hulp bij andere verslavingen. En toen begon hem een patroon op te vallen in al die verslavingsproblemen. Daarover gaat het boek De verslaving voorbij. “In die tijd voerde ik individuele gesprekken met mensen om ze te helpen stoppen met hun verslaving. Tijdens die gesprekken ging het vaak over de diepere oorzaken van de verslaving en daaruit bleek dat het vaak al in de jeugd begint. Zo ontstond het boek Het einde van de opvoeding. Dit gaat over hoe het negatieve zelfbeeld en de neiging tot het afwijzen van onszelf ontstaat. En toen ik dat eenmaal doorhad, merkte ik dat bij het aangaan van relaties hetzelfde verslavingsmechanisme een grote rol speelt. Veel mensen 6
PSC
zijn geneigd zich afhankelijk te maken van hun partner en zo ontstaat er steeds minder ruimte voor liefde omdat de angst voor verlating steeds meer ruimte in gaat nemen. Die angst wordt dan uiteindelijk de voornaamste reden om bij elkaar te blijven. Dit is de hoofdgedachte in het boek Verslaafd aan liefde (2009). Dit is mijn meest bekende boek.” In dit boek speelt het boeddhisme een belangrijke rol. “In 1998 kwam ik in aanraking met het boeddhisme en dit is gaandeweg steeds meer verweven geraakt met de kennis over verslavingen die ik had opgebouwd. Het boeddhisme heeft het niet specifiek over verslaving, maar eigenlijk gaat het hier om hetzelfde, namelijk verslaafd zijn aan je eigen identiteit. Verslaving en spiritualiteit zijn bij elkaar gekomen in de boeken Verslaafd aan liefde en Verslaafd aan denken. En onlangs is het vervolg op Verslaafd aan liefde uitgekomen: Bevrijd door liefde. Dit is eigenlijk het praktijkboek dat bij Verslaafd aan liefde hoort.
Sinds het uitkomen van dit boek kreeg ik heel veel e-mails en vragen van mensen met relatieproblemen en eenzaamheidsproblemen. Daarnaast geef ik cursussen en workshops over relaties, liefde en spiritualiteit en, dit alles heeft me zoveel praktijkvoorbeelden opgeleverd, dat het praktijkboek niet kon uitblijven.” Je boeken gaan dus eigenlijk uit van je eigen ervaringen en van wat je zag in de praktijk? “Dat klopt. En dat is misschien ook de reden dat de boeken aanspreken. Ze gaan over dingen die iedereen herkent en ik probeer dit helder uiteen te zetten.” Naast het schrijven van boeken geef je cursussen en workshops. “Ik geef inderdaad jaarcursussen om mensen te leren mediteren op de manier die in de boeken wordt omschreven. Mediteren is een manier om op een andere manier naar je eigen gedachten en gevoelens te kijken, zodat je er niet in verstrikt raakt. Eigenlijk is het een soort school voor meditatie en spiritualiteit, want er is een eerste jaar, een tweede en derde jaar. Daarnaast is er nog de cursus Spirituele Relaties die gaat over liefde en relaties, en een workshop van twee dagen waarin ik mensen wil leren hoe je meditatietechnieken kunt gebruiken bij zelfafwijzing. Hoe kun je zelfafwijzing zien zonder jezelf af te wijzen? Daar gaat het om. Wat vaak gebeurt als mensen doorhebben dat ze zichzelf afwijzen, is dat ze hiertegen gaan vechten en enorm hun best gaan doen om van zichzelf te houden. Dit is een geforceerde vorm, die soms wel een klein beetje verbetering oplevert ten opzichte van zwelgen in je zelfafwijzing, maar het blijft een soort identiteit, een soort ego. Op bepaalde momenten lukt het niet om dit vol te houden en dan ben je toch jezelf aan het afwijzen. En als je dit ziet, wijs je jezelf vaak af over het feit dat je jezelf afwijst. Dit komt vaak voor, zeker nu veel mensen bezig zijn met bewustwording. Een van de dingen waar ze zich bewust van worden, is hun zelfafwijzing en dat stoort. En dan gebeurt het dat mensen zich stom of zwak vinden, omdat ze zich ervan bewust worden dat ze niet van zichzelf houden. Dit is een van de meest voorkomende valkuilen, als we het hebben over persoonlijke en spirituele ontwikkeling. Ik zie dat de meeste mensen vol goede moed beginnen aan hun pad van ont-
INTERVIEW MET JAN GEURTZ
wikkeling en dat ze blijven steken in het hun best doen om anders te willen zijn dan ze waren en zichzelf te verbeten. En nogmaals, dit levert tot op zekere hoogte resultaat op. Als voorbeeld: je kunt jezelf beter assertiviteit aanleren dan elke keer over je heen laten lopen. Alleen is die
er eigenlijk op gericht om het ego gezonder te maken. En mensen kunnen hier veel baat bij hebben. Ik denk echter dat dit altijd maar tot op zekere hoogte is en op straffe van zelfafwijzing. Spirituele ontwikkeling overstijgt het systeem van het ego. Door spirituele ontwikkeling ver-
' Door spirituele ontwikkeling verdwijnt de hele zelfafwijzing, ongeacht je gedrag. Er is geen zelfafwijzing meer over welk gedrag dan ook.' assertiviteit nog steeds een soort onderdeel van het ego: nu moet je assertief zijn op straffe van die zelfafwijzing. Als je even niet assertief bent, vind je jezelf meteen weer een mislukking. En daaruit blijkt dat het nog steeds om het ego draait. Het ego is eigenlijk dat gedrag dat je moet vertonen om te voorkomen dat je jezelf afwijst. Het ego vindt dat je eigenlijk altijd groot, sterk, slim en afhankelijk moet zijn, om maar wat voorbeelden te noemen. Er zijn mensen die zich daar heel erg goed in getraind hebben. Die mensen hebben misschien een gezond ego, maar dat is niet per se een bevrijding. In mijn boeken komt dit vaak naar voren. Hierin zit het belangrijkste onderscheid tussen psychologische therapie en spirituele ontwikkeling. Psychologische therapie is
dwijnt de hele zelfafwijzing, ongeacht je gedrag. Er is geen zelfafwijzing meer over welk gedrag dan ook.” Hoe zou je als therapeut kunnen werken aan het overstijgen van het ego? “Natuurlijk moet je daar als therapeut wel behoefte aan hebben. Voor heel veel mensen is die psychologische ontwikkeling voldoende. Die hebben die spirituele aspiratie niet, soms doordat ze te weinig ellende mee maken of hebben gemaakt. Hun ego is succesvol genoeg om hun leven (voorlopig) goed genoeg door te komen. De behoefte aan spirituele ontwikkeling vloeit meestal voort uit het (gedeeltelijk) falen van het egosysteem. Eigenlijk zijn dit vaak meer neurotische mensen; mensen met meer angsten,
meer onzekerheden, meer zelfafwijzing, die hier al een tijdje mee hebben geworsteld en hebben geprobeerd met onder andere psychologische therapie hierin verder te komen. Vervolgens komen ze in aanraking met spirituele ontwikkeling die veel ruimer is en veel vriendelijker, omdat deze oordeelvrij is. Natuurlijk kun je ook geïnteresseerd raken in spiritualiteit zonder dat je zelf in de problemen zit, maar vaak is er wel een relatie. Eckhart Tolle zegt dat voor de meeste mensen ellende hun eerste spirituele leraar is. En dat gold voor mijzelf eigenlijk ook, terwijl ik geen extreme ellende heb meegemaakt. Om mensen te helpen met hun spirituele ontwikkeling is het allerbelangrijkste dat je hier zelf ook mee bezig bent. Je kunt niet overdragen wat je niet eerst zelf gerealiseerd hebt. Bij een spirituele therapeut vindt een verschuiving plaats van ‘mijn cliënt heeft een probleem en ik help hem dat op te lossen’ naar ‘mijn cliënt heeft een probleem, maar daaronder zit iets volmaakts en daar probeer ik hem weer mee in contact te brengen’. In dat laatste geval help je iemand niet zijn probleem op te lossen; dat moet hij zelf doen en dat kan hij ook zelf. De essentie van spiritualiteit is eigenlijk het in contact komen met een soort volmaakte natuur die we allemaal in ons hebben, maar die versluierd is door het ego. Als coach of therapeut kun je hiertoe inspiraPSC
7
IN CONTACT KOMEN MET JE WERKELIJKE STAAT VAN ZIJN
je zowel op absoluut als relatief niveau werkt. Het absolute niveau is op een andere manier leren kijken naar je geest en het relatieve niveau is het vervangen van patronen die je ellende opleveren door patronen die je geluk opleveren.”
tie overdragen als je jezelf hier ook mee hebt bezig gehouden. Je kunt bijvoorbeeld de methode van het kijken naar in plaats van het identificeren met emoties overdragen. Vervolgens staat of valt spirituele ontwikkeling met of je bereid bent om te oefenen. Wil je regelmatig thuis gaan oefenen om een of meer keer per dag te mediteren en jezelf even af te zonderen om te kijken naar je eigen geest en je eigen gedachten en gevoelens? En dit op een manier die geleidelijk leidt tot de-identificatie. Het betekent niet dat een therapeut daarnaast niet ook op egogebied dingen kan aanreiken. Als iemand 8
PSC
altijd over zich heen laat lopen, blijft het gunstig om hem assertiviteit bij te brengen. Ik denk dat als je beide benaderingen kunt combineren (psychologische en spirituele), je iemand leert een gezonder ego meteen ook te relativeren. Je helpt iemand assertiviteit te ontwikkelen met enige humor. Je laat iemand zien dat hij niet werkelijk diegene is die assertiever moet worden en dat het helemaal niet erg is dat hij of zij niet altijd assertief is. En dat is het belangrijkste: ophouden met oordelen over of het wel of niet lukt om assertief te zijn en tegelijkertijd te genieten van als het wel lukt assertief te zijn. In de spiritualiteit zeggen ze ook wel dat
Kun je wat meer vertellen over mediteren? “In meditatie heb je globaal gezien twee stromingen. Bij de eerste is meditatie alles wat je doet om de geest te kalmeren. Dit is wat tegenwoordig ook het meest populair is en wat soms ook wel wordt aangeduid als mindfulness. In feite is dit een soort aandachtstraining. Je leert je aandacht bij 1 ding te houden, door een bodyscan of door je ademhaling te volgen bijvoorbeeld. Dit is een prima methode. Je ego wordt gezonder en kalmer, maar deze methode helpt je niet je ego te overstijgen. Bij de tweede stroming is meditatie erop gericht de essentie van je eigen geest te herkennen. Deze wordt ook wel aangeduid als boeddha-natuur, de natuurlijke staat van zijn of non-dualisme. Dit zijn allemaal termen die gebruikt worden voor hetgeen we werkelijk zijn achter de versluierde staat van het ‘ik’. In de praktijk worden deze twee stromingen van meditatie niet altijd van elkaar onderscheiden. Als je op zoek bent naar spirituele ontwikkeling, bereik je het beste resultaat door beide te combineren; dus door én je geest te kalmeren én je essentie te zien. Je kunt het kalmeren van de geest ook niet overslaan om direct door te gaan naar het zien van de essentie, want dan is de geest gewoon te druk om naar zichzelf te kijken. Kalmeren is niet het doel, maar een hulpmiddel. Tegenwoordig wordt mindfulness in de gezondheidszorg vaak gebruikt om de geest te kalmeren, bijvoorbeeld bij depressiviteit. Ik heb ook ergens gelezen dat in het Amerikaanse leger sluipschutters een mindfulnesstraining krijgen. En dat klinkt inderdaad heel logisch. Daaraan kun je ook duidelijk zien dat deze vorm van meditatie op zichzelf niet gericht is op spirituele ontwikkeling. “ Wanneer ben je zelf begonnen met mediteren? “In 1998 kwam ik in aanraking met het boeddhisme. Het mediteren heb ik toen nog twee jaar uitgesteld. Ik had hier helemaal geen zin in en het leek me toen tijdverspilling om te gaan zitten en niks te doen. De eerste twee jaar heb ik vooral gelezen en gestudeerd, want ik was enorm gefascineerd door die spirituele
INTERVIEW MET JAN GEURTZ
kennis. Op den duur begon ik te snappen dat er toch ook geoefend moest worden. In 2000 begon ik voorzichtig te oefenen. Eerst vijf minuten en dat breidde zich uit. In het begin was het voornamelijk het kalmeren; gaan zitten, je ademhaling volgen en je kapot ergeren aan de drukte van je geest en de pijn in je rug van het zitten. Geleidelijk aan begon ik het leuker te vinden. Ik merkte dat het lukte om wat meer tot rust te komen en onder invloed van lessen en studie merkte ik, dat mijn manier van kijken anders werd dan van daarvoor. Nu ga ik een aantal keren per dag zitten op mijn kussentje en doe ik wat je doet als je gaat mediteren, namelijk zo weinig mogelijk. Ik probeer niks te doen, niks te veranderen. Gewaar te zijn, aanwezig te zijn en bewust te zijn van wat gebeurt in mijn geest zonder dat te willen veranderen of beïnvloeden. Dat laatste is vaak het moeilijkst, want vaak bestaat de neiging je beter of helderder te willen voelen. Het meditatieproces is voornamelijk een proces van afleren. Eigenlijk is het meditatieproces het achterwege laten van het ego, zodat je daaronder de boeddha-natuur kunt zien. Wanneer je steeds
de-identificatie heeft pas zin, als je die kunt toepassen in je dagelijkse leven. Als je op momenten van bijvoorbeeld frustratie of boosheid kunt blijven toekijken, dan begint de de-identificatie effect te hebben. Het effect is dat pijnlijke gevoelens hun pijnlijkheid verliezen, zonder dat je de gevoelens zelf per se hoeft te beëindigen. En dat laatste is eigenlijk het mooie. Mensen denken vaak dat, als het gaat over verlicht zijn, je dan nooit meer angstig bent of boos of gefrustreerd. Die dingen komen nog steeds op in je geest, maar je bent ze niet. Je hebt ze. En door dat te aanschouwen, lossen ze eigenlijk vrij snel op. Soms gebeurt dit in een paar seconden en andere keren zak je eerst even terug in oude patronen. Maar na een tijdje zie je dan weer hoe het zit en kom je uit de identificatie en lossen die gevoelens meteen op. Mijn leraar gebruikt altijd het voorbeeld dat, wanneer je een scheet laat in een kleine ruimte, hij heel lang blijft stinken. Dit is vergelijkbaar met een pijnlijke emotie voelen in een geest die zich verkrampt, omdat hij die pijnlijke emotie niet wil voelen. De geest wordt als het ware zo klein als de emotie zelf en
'Wanneer je steeds een stukje van dat ego loslaat, gedachtes en gevoelens, vindt er doorgaans een de-identificatie plaats met wat je doorgaans beschouwde als jezelf. Meestal denk je dat je die gevoelens en gedachtes bent; daar ben je mee geïdentificeerd of versmolten.' een stukje van dat ego loslaat, gedachtes en gevoelens, vindt er doorgaans een de-identificatie plaats met wat je doorgaans beschouwde als jezelf. Meestal denk je dat je die gevoelens en gedachtes bent; daar ben je mee geïdentificeerd of versmolten. En dat is wat losweekt door de reflex van ‘ik moet iets doen om me goed te voelen’ los te laten. In plaats van dat je je mee laat sleuren door de stroom van je gevoelens, zit je als het ware op de oever en kijk je naar je gevoelens. Het is niet dat je ze niet voelt. Je voelt ze misschien wel beter dan daarvoor, maar er is geen verzet, geen “ik” die van ze af wil. En daardoor is er geen lijden meer, geen beknelling. Dit is iets wat je tijdens je meditatie leert en gedurende de rest van de dag oefent. Meditatie is maar de helft van het verhaal. De andere helft is integratie. Die langzaam ontwikkelende
hebben er vertrouwen in dat het allemaal wel goed komt. Dat hele krampachtige van ‘ik moet echt veranderen’ maakt plaats voor het ‘dit doet wel pijn, maar als ik me niet te druk maak, gaat het vanzelf over’. Een soort vertrouwen in de vergankelijkheid van emoties. Dat is ook een van de eerste boeddhistische stellingen. Alles verandert constant. Dus als jij je er niet mee bemoeit, kan een emotie niet eens lang duren, want die verandert meteen alweer in de volgende emotie of wat dan ook. Die bevrijding van je emoties, daar moet je natuurlijk wel even op oefenen, maar je kunt al vrij snel een begin maken met een soort humor over je eigen ego. Er zit al een soort eigenwaarde in het kunnen hebben van je eigen gevoelens en dat is het begin.” Wat maakt dat je dit werk leuk vindt en ermee doorgaat? “Ik noem het inderdaad wel werk, maar tegelijkertijd is dit het liefste wat ik doe, doorgeven wat ik zelf heb ervaren op mijn spirituele pad. Het is leuk te zien dat anderen daar hetzelfde effect van hebben als ik zelf ervaren heb. Tegelijkertijd, als ik hier iedere dag zit te mediteren, is dat geen werk. Dat is omdat mediteren mijn leven zoveel vreugdevoller maakt. Het is een soort houding die je in je werk overdraagt, maar ook zelf leeft. En dat geeft de meeste vreugde.” • Het nieuwste boek van Jan Geurtz, Bevrijd door liefde is, onlangs verschenen. Voor meer informatie: www.jangeurtz.nl
wordt daardoor bekneld. En dan kan een emotie heel lang pijn blijven doen. Wel maanden of jaren. Als je ruim blijft, is het net alsof je een scheet laat op een bergtop die zich meteen kan oplossen in die enorme ruimte daaromheen. Die enorme ruimte staat symbool voor wie we eigenlijk zijn: een enorme liefdevolle, open, oordeelvrije ruimte. Daarbinnen komen nog steeds gevoelens en emoties op, maar die worden daar niet geblokkeerd door het ego. Het is enorm bevrijdend en vreugdevol als je steeds meer in contact komt met die werkelijke staat van zijn, met die ruime, open, liefdevolle, oordeelvrije, onbeknelde staat van zijn. Ik zie dit al vrij snel gebeuren bij mensen die bijvoorbeeld een cursus bij mij doen. Ik zie dat mensen meer ontspannen raken in hun emoties. Niet dat ze dan direct vrij zijn van hun emoties, maar ze PSC
9
DE CPSS-METHODE
De CPSS-methode een voorbeeld van samenwerking tussen reguliere en complementaire zorg. Door: Hilda Gijsen en Yvonne Zoetigheid De CPSS-methode is een voorbeeld van hoe de samenwerking tussen reguliere en complementaire gezondheidszorg eruit kan zien bij cliënten met het chronisch pijnsyndroom en stress, afgekort CPSS. In dit artikel een toelichting op de CPSS-methode. CPSS, het chronisch pijnsyndroom en stress Pijn is voor iedereen verschillend want ieder mens is uniek. “Pijn is wat de cliënt zegt dat het is en treedt op wanneer de cliënt zegt dat het optreedt.” (McCaffery,1989) Er bestaan verschillende typen pijn zoals acute pijn en chronische pijn. Chronische pijn is pijn die langer dan 3-6 maanden (afhankelijk van de oorzaak en de behandeling) aanhoudt. Chronische pijn ontstaat door sensitisatie (overgevoeligheid) van het perifere en centrale zenuwstelsel in combinatie met psychische en sociale veranderingen die elkaar beïnvloeden. Uit fysiologisch onderzoek in de hersenen blijkt tevens dat delen van het limbisch systeem zijn geactiveerd bij chronische pijn. In het kort gezegd: het lichaam maakt stresshormonen aan. Stresshormonen als adrenaline, noradrenaline en cortisol jagen het lichaam aan en plegen roofbouw op het lichaam. Omgekeerd veroorzaakt stress een hogere gevoeligheid voor pijn. Beide beïnvloeden elkaar en de behandeling moet dus gericht zijn op chronische pijn en stress! De gevolgen van chronische pijn en stress zijn enorm, zowel op lichamelijk, geestelijk, gedragsmatig als sociaal gebied. Lichamelijke klachten zijn bijvoorbeeld verhoogde bloeddruk, verhoogde spierspanning, verstoorde ademhaling, spijsverteringsproblemen en toenemende moeheid. Geestelijk maakt dat het zoeken naar de oorzaak en de controleerbaarheid van de klachten onzekerheid geeft over de toekomst met als gevolg depressieve gevoelens, concentratiestoornissen en 10
PSC
acceptatieproblemen. Het verwerken van primaire en secundaire traumatische ervaringen die de oorzaak zijn van de pijn en de stress, speelt een grote rol. Gedragsmatig wordt pijngedrag gezien, als het vermijden of juist overrulen van de pijn. Grenzen worden niet of juist te veel gesteld. Pijnmedicatie wordt onjuist gebruikt. Overmatig eten en drinken wordt ook gezien ter compensatie van het voelen van de pijn en de stress. Sociaal gezien hebben chronische pijn en stress enorme invloed op de omgeving van de cliënt: diens partner, gezin, familie, werk en hobby’s. Naast de wissel die het trekt, kunnen vergoeding van letselschade en zorgen om inkomen spelen. Het bio-psycho-sociale model (BPS-model); integraal werken Uit bovenstaande blijkt duidelijk dat chronische pijn en stress niet kunnen
worden gezien als slechts een fysiek proces, maar als het gevolg van een complexe interactie tussen biologische, psychologische en sociale factoren. Alle factoren beïnvloeden elkaar en verdienen alle aandacht tijdens de behandeling en de begeleiding. Het vroegere dualistisch medisch denken, waarbij men de klacht ofwel somatisch ofwel psychisch bejegende en behandelde, is achterhaald. Meer en meer hanteert men nu een multicausaal denken, een model waarbij zowel biologische, psychologische als sociale componenten gezien worden als factoren die een ziekteproces meebepalen, en die voortdurend op elkaar inspelen en in interactie zijn met elkaar. Ook factoren uit een ver verleden kunnen bij de cliënt weer een rol spelen door het ‘geheugen’ van het lichaam en de geest. Ook wordt de meerwaarde van complementaire behandelmethoden erkend. Deze nieuwe benadering vraagt van alle behandelaren en therapeuten dat zij inzien, dat de cliënt gebaat is bij een integrale manier van behandelen, samen willen werken (een netwerk vormen) en goed met elkaar kunnen communiceren. Elkaars (vak)taal leren verstaan en begrijpen is hierbij nodig.
HILDA GIJSEN EN YVONNE ZOETIGHEID
Hoe kunnen wij interdisciplinair samenwerken? De CPSS-methode is een methode waarin reguliere en complementair werkende behandelaars op het gebied van chronische pijn en stress, nauw met elkaar samenwerken in een kortdurend behandelplan. De cliënt staat centraal. Het behandelplan wordt samen met de cliënt opgesteld. Het behandelplan is opgebouwd uit drie fasen. Elke fase kan ingevuld worden door complementaire en reguliere behandelaars. Zij zetten hun eigen expertise in en werken nauw met elkaar samen aan hetzelfde behandelplan. In de eerste fase worden de diagnose en de behandeling van chronische pijn en stress vastgesteld. Samen met de cliënt wordt het behandelplan opgesteld en wordt de cliënt gestimuleerd en gerespecteerd in het bepalen van de behandelaars die een bijdrage kunnen leveren. De zorgverzekering, de mate van aanvullende verzekering en de financiële mogelijkheden om bijvoorbeeld de bijdrage aan de complementaire zorg te betalen, hebben een invloed op de keuze(mogelijkheden). Artsen (huisartsen, (pijn)specialisten) stellen diagnose(s) middels onderzoek. Vervolgens wordt gekeken naar reguliere en complementaire behandelmethoden. Tegelijk wordt ook een anamnese afgenomen om de psychosociale zorg vast te stellen. Diagnostische vragenlijsten als bijvoorbeeld de vierdimensionale klachtenlijst (4 DKL) en de Pijn Cognitie en Coping Lijst (PCCL) kunnen worden gebruikt ter ondersteuning. In de eerste fase vindt psycho-educatie plaats waarin uitleg wordt gegeven over chronische pijn en stress en het belang van therapietrouw. Herstel van de neurohormonale balans krijgt veel aandacht middels leefstijladviezen, dagstructuur, een activiteitenplan en ontspanningsmethoden. Eye Movement Desensitization& Reprocession (EMDR) wordt ingezet op de chronische pijn én de stress(oorzaken) zoals onverwerkte trauma’s. Dit beïnvloedt positief het herstel van de neurohormonale balans. In de tweede fase vindt de zogenaamde “reorganisatie van de binnenwereld” plaats. Cognitieve gedragstherapie op kerncognities (“ik ben niets meer waard”) of niet-helpende cognities (“ik moet alles doen om pijn te voorkomen”, “ik kan het
niet aan”) vindt plaats. Het aanleren van gezond pijngedrag en het vermijden van ziek pijngedrag zijn onderdeel van het vervolg van de psycho-educatie. In deze fase wordt de fysieke en mentale weerbaarheid vergroot, bijvoorbeeld door inzichtgevende en conditievergrotende sportactiviteiten. De cliënt wordt gestimuleerd om hobby’s, contacten met familie en vrienden weer op te pakken als deze door de CPSS werden verwaarloosd. In de derde fase is aandacht voor de reorganisatie van de buitenwereld. De cliënt wordt gestimuleerd om de rol binnen het gezin te vervullen zoals hij/ zij deze voor ogen heeft. Dit kan ook het (weer) uitvoeren van huishoudelijke taken zijn. Reïntegratie naar (aangepast) werk, begeleiding bij een eventuele letselschadeprocedure en budgetcoaching kunnen onderdeel zijn, als er financiële problemen zijn (ontstaan) door veranderingen in het inkomen door gehele
aan de psychosociaal therapeut of de fysiotherapeut. Elektronisch zorgdossier en het cliëntenwerkboek Er wordt gerapporteerd in een elektronisch zorgdossier, zodat iedere behandelaar in het behandelteam op de hoogte is van de ontwikkelingen ten aanzien van het behandelplan. De cliënt werkt met behulp van een cliëntenwerkboek aan het programma, met bijvoorbeeld het lezen van literatuur, en oefeningen (fysiek, mentaal en sociaal gericht) om de zelfstandigheid en het mogelijke herstel te bevorderen. Kortom: De CPSS-methode draagt bij aan verbetering van de zorgverlening aan cliënten met het chronisch pijnsyndroom en stress, waardoor de kwaliteit van leven van de cliënten wordt vergroot.
Een praktijkcasus: Mevr. H, alleenstaande moeder van drie kleine kinderen, heeft een jaar geleden in een kledingwinkel een val gemaakt. Haar rechtersleutelbeen was gebroken en haar rechterschouderkop verbrijzeld. Het herstel van de schouderkop is niet optimaal verlopen en mevrouw heeft last van chronische pijn, kan haar werk als caissière in een supermarkt niet meer uitvoeren en loopt in de ziektewet. Thuis kan zij haar huishouden moeizaam doen en de zorg voor haar kleine kinderen is zwaar. Het CPSS-behandelplan bestond uit de volgende acties: de pijnspecialist schreef mevrouw pijnmedicatie voor. De fysiotherapeut begeleidde mevrouw bij een oefenprogramma voor de nek- en schouderproblemen en een acupuncturist verbeterde de doorbloeding van de nek en de schouder. De psychosociaal therapeut en EMDR-practitioner functioneerde als casemanager en behandelteamlid. Zij zette EMDR in op de chronische pijn en de trauma’s rondom de val, de ziekenhuisopname, de stress rondom de zorg voor haar kinderen. De psychosociaal therapeut verzorgde tevens de psycho-educatie, cognitieve gedragstherapie en de andere elementen uit de beschreven derde fase. De arbo-deskundige is met mevrouw gaan onderzoeken welk werk zij zou kunnen doen. Resultaat na twee maanden was dat mevrouw aangaf minder pijn te voelen, beter haar schouder kon gebruiken en de zorg voor kinderen en huishouden weer aan kon. Zij kreeg daarbij hulp van haar moeder en twee vriendinnen. Zij heeft haar hobby hardlopen ook weer opgepakt. Zij is binnen het bedrijf met behulp van de arbo-deskundige op zoek gegaan naar ander werk en ze heeft dat gevonden. Zij werkt nu als verkoopmedewerker op de plantenafdeling.
of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. Begeleiding naar ander werk is tevens mogelijk. Een casemanager Om de zorg goed op elkaar af te stemmen en de continuïteit te bewaken, heeft de cliënt een casemanager, de zogenaamde CPSS-coach. Deze CPSS-coach is onderdeel van het behandelteam en is vaak diegene die een belangrijk deel van het behandelplan uitvoert. Denk hierbij
Meer weten over de CPSS-methode en/of wilt u leren deze methode in uw praktijk toe te passen? Kijk dan op de website van het CPSS-Centrum: www.cpsscentrum.nl Hilda Gijsen en Yvonne Zoetigheid zijn Bestuursleden van het CPSS-centrum (opgericht in 2009). Beiden hebben een verpleegkundige achtergrond, zijn psychosociaal therapeut, EMDR-master-practitioner i.o. en CPSS-coaches. PSC
11
Innovatieve nutricijnen met de hoogst mogelijk kwaliteit, zuiverheid en opneembaarheid!
Als u kiest voor Nutrisan, kiest u voor —
natuurlijke en veilige nutricijnen de hoogst mogelijke kwaliteit en zuiverheid de best opneembare vorm strenge kwaliteitscontrole innovatieve productontwikkeling wetenschappelijk onderbouwde kwaliteit ingenieuze en gepatenteerde productieprocessen perfecte prijs/kwaliteit verhouding nutricijnen conform de Europese wetgeving
Nutrisan bvba | Egide Walschaertsstraat 22 bus i | 2800 Mechelen T. +32 (0)15 21 51 00 | info@nutrisan.com | www.nutrisan.com Focused on Science, Driven by Nature
&
Psychodidact Communicatie & Psychologie
NHA en Psychodidact verzorgen in samenwerking de Opleiding Psychosociaal Counselor (OPC). Studenten worden na het behalen van het diploma van deze geaccrediteerde SNRO HBO registeropleiding toegelaten tot het register van de NFG. Meer info over deze unieke opleiding vindt u op www.nha.nl. De onderstaande modules uit deze registeropleiding kunt u ook los volgen. De te behalen certificaten voor deze modules zijn officieel erkend als na- of bijscholing door de NFG: PSCM0312 Sociale Psychologie
Klinische Psychologie 1 en 2
- Uniek lesmateriaal (gratis 14 dagen op proef) - Studiebegeleiding door vakdocenten via onze digitale leeromgeving. - Contact met medestudenten via onze leeromgeving. - Praktijkdag verzorgd door Hein Heijen. Lesgeld: € 499 of 9x € 60,00
- Uniek lesmateriaal (gratis 14 dagen op proef) - Studiebegeleiding door vakdocenten via onze digitale leeromgeving. - Contact met medestudenten via onze leeromgeving. - 3 Praktijkdagen verzorgd door Hein Heijen. Lesgeld: € 699 of 12x € 66,00
Medische kennis Anatomie, Fysiologie en Pathologie
- Uniek lesmateriaal (gratis 14 dagen op proef) - Studiebegeleiding door vakdocenten via onze digitale leeromgeving. - Contact met medestudenten via onze leeromgeving. Lesgeld: € 279 of 9x € 34,00
Bel voor GRATIS studiegids 077-3067000 of www.nha.nl PSC 0312.indd 1
02-02-12 09:26
COLUMN WILMA DE HAAS
anneer u op een woensdagavond op de Hooijersteeg, tweede boerderij aan de linkerhand, door de halraampjes kijkt, is de kans groot dat u daar een moeder en zoon op levensgevaarlijke wijze een matras de steile trap op ziet zeulen. Zoon bezwijkt onderaan bijna onder het gewicht en moeder trekt dat rotding naar boven alsof haar leven ervan afhangt. Het is weer zover. Het is woensdagavond. Op die avond krijgt Oedipus de ruimte in de Hooijersteeg en mag zoonlief bij zijn moeder slapen, omdat vader er niet is.
stomme verbazing kreeg ik een antwoord waar menig psycholoog zijn vingers bij zou aflikken. ‘Dat is toch logisch. Een kind voelt zich bij zijn moeder het veiligst.’ Dus dát was waar het om draaide die avonden. Veiligheid. Het gevoel veilig te zijn. Een paar weken daarvoor had ik precies het omgekeerde meegemaakt. Die avond had ik in een assertieve bui besloten voor mezelf te kiezen en het moederschap in de ochtend gedag te zeggen. Moeder zou uitslapen en zoon moest zich maar alleen redden. Elk kind kan toch zijn eigen broodje smeren? Om acht uur ’s ochtends werd ik wakker door schuldgevoelens. Dit werkte dus overduidelijk niet.
Maar niet in haar bed. Er zijn grenzen. Het is bijna aandoenlijk te zien hoe waardevol die nachten voor mijn zoon zijn. Wil ik echt iets gedaan hebben, dan is het op de woensdag. Met dit nachtelijk samenzijn in het vooruitzicht is het al heel snel ‘Ja mama, nee mama, ja mama’. Leiderschap kan zó eenvoudig afgedwongen worden. Die avond vroeg ik eens heel expliciet aan hem wat hij daar nou zo leuk aan vond. Zo op een matrasje naast je moeder liggen. Eigenlijk een open deur. Die vraag voelde niet echt coachwaardig. Tot mijn
Beneden gekomen trof ik in elke ruimte de lampen aan. Hal. Gang. Overloop. Slaapkamers. Woonkamer en keuken. Zoon stond achter de deur mij op te wachten met twee samoeraizwaarden van anderhalve meter, een Zwitsers zakmes, een gekarteld broodmes en een of ander oetlullig uitklapbaar mesje met houten handvat, waarmee hij eens in een poging om van een stokje een pijl te maken bijna zijn vinger had afgesneden.
Veilig voelen. Misschien wel een van de meest wezenlijke gevoelens. En essentieel voor de ontwikkeling. De voorwaarde zelfs om te kunnen leren. Vandaar dat dit ook de basis is van waaruit ik werk als coach. De ander het gevoel geven veilig te zijn bij mij. Daar begint het mee. Nu zou het een beetje raar zijn wanneer ik mijn cliënten bij binnenkomst twee samoeraizwaarden, een Zwitsers zakmes, een gekarteld broodmes en een of ander oetlullig uitklapbaar mesje met houten handvat zou geven. Ook zie ik het persoonlijk niet echt zitten om met mijn cliënten een matras de steile trap op te zeulen. Nee, ik kies dan liever voor de basis waaruit het ouderschap bestaat. Onvoorwaardelijke acceptatie. Dat is iets wat ik wél kan doen. De ander het gevoel geven dat ik hem accepteer zoals hij is. Zonder voorwaarden. Daar heb ik geen messen of matrassen voor nodig.
Hij had zich overduidelijk niet veilig gevoeld.
WILMA DE HAAS RICHTTE HAAS & KONIJN ®OP, EEN BUREAU VOOR PERSOONLIJKE EN PROFESSIONELE ONTWIKKELING.
PSC
13
WAT BEWEEGT ME?
Wat beweegt me? Menselijk gedrag begrijpen met behulp van de holistische en optimistische psychologie van Alfred Adler (1870 - 1937). Door: Pauline Hofstra De psychologie van Adler is een holistische, sociale en doelgerichte psychologie, die mensen bemoedigt zichzelf te vertrouwen, hun persoonlijke kracht en capaciteiten te erkennen en deze in te zetten voor een betere kwaliteit van leven. Geestelijke gezondheid hangt in dit verband samen met de wijze waarop iemand streeft naar bijdragen, gelijkwaardigheid en wederzijds respect tussen individuen en groepen. Sinds het begin van de vorige eeuw zijn er diverse effectieve methoden ontwikkeld ter preventie en behandeling van psychische en sociale problemen. De theorie van Adler biedt concrete stappen ter verbetering van menselijke relaties binnen het gezin, op school, in werksituaties en daarbuiten (Eva Dreikurs-Ferguson, 2013). Hoewel de naam Adler niet bij alle psychologen bekend is, gebruiken veel mensen ongemerkt begrippen die hij heeft geïntroduceerd zoals gemeenschapsgevoel, gevoelens van minderwaarde en minderwaardigheidscomplex. Zijn opvattingen zijn nog altijd terug te vinden in hedendaagse psychotherapeutische stromingen (Jaap Bij de Vaate, 2004). Tijd voor een nadere kennismaking! De theorie van Adler is gebaseerd op 5 principes. In dit artikel wordt dieper ingegaan op Adlers eerste basisprincipe. Aan de hand van een praktijk voorbeeld wordt duidelijk hoe dit principe een rol speelt in ervaren problemen. Mensen zijn sociale wezens die zich verbonden willen voelen met andere. Ida is een baby. De eerste weken van haar leven besteedt ze voornamelijk aan slapen, drinken, plassen en poepen en opnieuw slapen, drinken… Hoe ouder ze wordt, hoe meer aandacht ze krijgt voor haar omgeving. Ze ziet haar ouders staan, zitten, bukken, lopen, lachen en praten. Ida wil dat ook. Ze probeert te rollen en na veel oefening lukt haar dat. Vervolgens wil ze zitten, staan en lopen. Iedere dag opnieuw oefent ze het gedrag dat ze de mensen in haar omgeving ziet doen. Ida 14
PSC
De 5 belangrijkste principes van Alfred Adler: 1. Mensen zijn sociale wezens die zich verbonden willen voelen met andere. We willen onze plek vinden in de wereld. Dat is van primair belang voor ons. Even belangrijk is mee kunnen doen en bij kunnen dragen aan het grotere geheel waar we deel van uitmaken. We noemen dit gemeenschapsgevoel. Iemand met veel gemeenschapsgevoel handelt vanuit de wens te doen wat nodig, is helpend en respectvol voor het grotere geheel waar hij/zij zich deel van weet. Iemand met weinig gemeenschapsgevoel is (onbewust) vooral bezig met de eigen behoeftes en plaatst zich voor de ander. Hij/zij ervaart regelmatig gevoelens van minderwaarde. 2. Mensen zijn actief en streven van een ervaren ‘min’ naar een veronderstelde ‘plus’. We willen ons goed voelen over onszelf. We zijn actieve deelnemers aan ons eigen leven. We beslissen wat we willen doen en hoe we reageren. We zijn geen slachtoffers van onze omstandigheden. We zijn ons er niet altijd van bewust waarom we doen wat we doen, maar we doen het wel zelf. Daarom kunnen we veranderen wat we doen. We zijn zelfbepalend. 3. Menselijk gedrag is doelgericht en doelbewust. Ook al zijn we ons er niet altijd van bewust wat onze doelen zijn of waar we naar streven, we komen in beweging omdat we iets willen bereiken. Veel mensen zoeken naar oorzaken en richten zich op de vraag waarom zij doen wat zij doen. Maar oorzaken zijn speculatief en kunnen meestal niet worden veranderd. Doelen kunnen worden bijgesteld. Wanneer ze eenmaal zijn herkend, is er de keus: wil ik hiernaar blijven streven of kies ik een ander doel. Dit is onze vrijheid en dat is bemoedigend. 4. Mensen zijn creatief en geven betekenis aan hun leven. De werkelijkheid is zoals wij die waarnemen. Er is geen absolute waarheid, er is alleen de waarheid die wij ervaren en de betekenis die wij eraan toekennen. Hoewel we niet kunnen veranderen wat we hebben meegemaakt, kunnen we de betekenis die we eraan hebben gegeven, wel veranderen. Wanneer we de huidige situatie niet kunnen veranderen, zijn we vrij om er een andere betekenis aan te geven. Wat voor de één een handicap is, vormt voor de ander een uitdaging. Wij beslissen. 5. Mensen zijn holistisch. Het hele individu bestaat uit verschillende delen (gedachtes, gevoelens, gedrag, dromen, herinneringen, fysiologie), maar de delen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Willen we iemand begrijpen, dan zullen we moeten kijken naar de hele persoon, niet naar de afzonderlijke delen. Omdat mensen altijd onderdeel vormen van een groter geheel, wordt menselijk gedrag onderzocht en begrepen binnen de sociale relaties die zij onderhouden met andere mensen.
ontwikkelt zich tot mens in aanwezigheid van andere mensen. Mensen hebben andere mensen nodig om te overleven, maar ook, net als Ida, om te leren wat het betekent mens te zijn. We kunnen als mensen zelfstandig functioneren, maar niet alleen leven. Degenen die denken dat dit wel kan, vergeten dat er heel veel mensen nodig zijn
om ervoor te zorgen dat wij zelfstandig kunnen leven. Mensen zijn op samenwerking met andere mensen aangewezen. Menselijke problemen zijn dan ook sociale problemen. Zelfs kleine Ida heeft een sociaal probleem als ze gefrustreerd raakt over het feit dat ze nog niet kan wat ze andere mensen ziet doen. Ze wil erbij horen en meedoen op haar manier!
PAULINE HOFSTRA
Verbonden voelen en ertoe doen En dat is wat ons in beweging brengt: we willen onze plek innemen en ons waardevol voelen. Een kind dat ziek is, hoopt dat de andere kinderen hem zullen missen op school. Als partner wil je graag horen dat je man of vrouw zich gelukkig prijst met je. In je werk hoop je dat je bijdrage wordt gewaardeerd. En als je afspreekt met vrienden, verwacht je dat zij dat niet uit verplichting doen, maar omdat ze jouw gezelschap op prijs stellen (Zivit Abramson, 2014). Als jonge vrouw zoekt Ida contact met mijn praktijk. Ze zit niet lekker in haar vel, is lichtgeraakt en ervaart stress. Ida weet niet wat ze kan doen om zich beter te voelen. Uit de gesprekken die volgen blijkt, dat ze gelooft dat ze, zo zoals ze is, niet goed genoeg is. Ze gelooft dat ze moet doen wat anderen normaal vinden en van haar verwachten om zich nog enigszins van waarde te voelen. Ida vergelijkt zichzelf continu met anderen en voelt zich soms goed, maar steeds vaker onzeker en gespannen. Ze heeft het idee dat ze zichzelf kwijtraakt en steeds minder weet wie ze is en wat ze zelf belangrijk vindt. Ze wil zich weer de moeite waard vinden. Wat te doen? Je niet goed genoeg voelen, je buitengesloten voelen, ongewenst, niet geliefd,
betekent dat je je minder waard voelt dan andere mensen. De anderen ervaar je als ‘boven, beter, meer geliefd en meer waard …’ en jij voelt je ‘onder, minder
van gelijkwaardigheid hebben waargenomen en ervaren. Zij hebben de conclusie getrokken: Zo, zoals ik ben, hoor ik er onvoorwaardelijk bij. Bovendien gelo-
'Mensen hebben andere mensen nodig om te overleven, maar ook, om te leren wat het betekent mens te zijn. We kunnen als mensen zelfstandig functioneren, maar niet alleen leven.' geliefd en minder waard’. De pijn die hiermee gepaard gaat, willen we als mens altijd vermijden. Het streven naar verbondenheid, naar het ervaren van liefde en het hebben van betekenis, is nu precies wat ons beweegt! Er zijn globaal twee manieren waarop mensen ervaren dat zij erbij horen en van betekenis zijn: 1. Je onvoorwaardelijk geliefd, waardevol en verbonden voelen vanaf je geboorte. Sommige mensen hebben het geluk dat zij enkel bemoedigende ervaringen hebben gehad in hun jeugd, zich nooit bekritiseerd of afgewezen hebben gevoeld en alleen samenwerking op basis
ven ze dat dit voor andere mensen ook zo geldt. We zijn als mens gelijkwaardig, niet gelijk maar allemaal nodig. We kunnen allemaal op onze eigen manier bijdragen en van betekenis zijn. Mensen die dit geloven, ontwikkelen een positief, realistisch gevoel van eigenwaarde en gemeenschapsgevoel, de basis voor constructieve samenwerking tussen mensen. Ze vertrouwen op zichzelf, denken en handelen zelfstandig. Ze durven initiatief te nemen, verantwoordelijkheid te dragen en fouten te maken. Is het nodig dat ze hun talenten inzetten, dan doen ze dat. Is het nodig dat ze bijdragen door iets te doen wat ze niet zo goed kunnen, dan doen ze dat ook. Ze PSC
15
WAT BEWEEGT ME?
laten zich leiden door wat helpend is voor het grotere geheel waar zij zich bij voelen horen. Ze richten zich op het WIJ: JIJ en IK. 2. Je voorwaardelijk geliefd, waardevol en verbonden voelen. De meeste mensen hebben onbewust als kind geconcludeerd dat zij er alleen bij horen en van waarde zijn, als aan een conditie wordt voldaan: Ik hoor er voorwaardelijk bij. Alleen als ik het goed doe en succes heb … Alleen als ik me hulpeloos opstel en me laat helpen …. Alleen als ik het laatste woord heb… Alleen als anderen van me houden … heb ik een plek en hoor ik erbij. Deze condities bevinden zich op een verticale as: zijn ze eenmaal vervuld, dan plaatst dat de betreffende persoon op een bepaalde manier ‘boven’ de anderen. Met als gevolg dat iemand anders zich ‘onder’ bevindt. Er wordt gedacht in termen van meer of minder, beter of slechter, JIJ of IK. Er wordt constant gekeken naar anderen en vergeleken met anderen. Hoe doe ik het in vergelijking met de rest? Een ander gevolg is egocentrisme: ik hoor erbij als IK bepaal wat er gebeurt, als IK de aandacht heb, als IK win, etc. Het draait om MIJ, niet om anderen, niet om relevantie en nut, niet om plezier. Als ik help, doe ik dat in eerste instantie 16
PSC
omdat het mij een goed gevoel geeft. Dat merk ik vooral aan het nare gevoel dat ik ervaar, wanneer mijn hulp niet in goede aarde valt, en aan de manier waarop ik mijn gevoel van eigenwaarde vervolgens probeer op te krikken door de ander ondankbaar te vinden. Als ik echt wil helpen en doen wat nodig is, hoef ik me immers niet afgewezen te voelen. Ik zou kunnen vragen of en hoe ik wel van dienst kan zijn zonder gevoelens van minderwaarde. Je voorwaardelijk geliefd voelen, maakt je afhankelijk van
in heeft, als zij zelf kan bepalen wat ze doet en met wie ze omgaat. Haar ouders mopperen wel, maar stellen geen grenzen die zij als belemmerend ervaart. Ze kan doen en laten wat ze wil. Als tiener krijgt Ida nieuwe vrienden en gaat zij zich anders gedragen. Haar ouders klagen niet alleen over haar nieuwe vrienden en haar gedrag, ze eisen bovendien dat zij weer normaal doet en met haar nieuwe vrienden breekt. Ida reageert daarop met gedrag dat zij haar hele leven al heeft geoefend om zich beter te gaan voelen: ‘zelf bepalen wat ik doe en doen waar ik zin in heb’. Ze verwijt haar ouders dat zij haar niet met rust laten en vermijdt steeds vaker de woonkamer. Ze verlaat stiekem de woning om vrienden te bezoeken. Haar ouders beperken haar vrijheid en stellen meer en meer grenzen. Hun dochter voelt zich steeds meer beknot en minder geliefd. Als ze op een gegeven moment een nacht niet thuis komt, barst de bom. Er vallen harde woorden; de jonge vrouw voelt zich ongewenst en waardeloos. In een poging zich beter te voelen en thuis niet genegeerd maar geaccepteerd te worden, concludeert Ida dat het nodig is in het vervolg te doen wat anderen van haar verwachten. ‘Als ik niet kan doen wat ik wil, moet ik doen wat anderen willen.’ Het maakt haar echter op de lange termijn niet gelukkig en het resulteert in een negatief, onrealistisch gevoel van eigenwaarde. Wat te doen? De ‘doe-het-zelf’route. Wat kun je doen als je tot de conclusie komt, dat jij je er ook voorwaardelijk bij voelt horen? Volgens Adler is er een ‘doehet-zelf’route waarop je een redelijk stabiel gevoel van verbondenheid kunt ontwikkelen en gezond gevoel van eigenwaarde kunt opbouwen. Door gedrag te kiezen vanuit gemeenschapsgevoel. Door jezelf af te vragen: wat kan ik nu doen dat
'Vanaf het moment waarop we geboren worden, verkennen we de wereld waarin we zijn beland. We nemen de omgeving waar en geven alles wat we ervaren een subjectieve betekenis.' (de reactie van) anderen en kan leiden tot een onrealistisch en negatief gevoel van eigenwaarde. Het zorgt in veel gevallen voor stagnatie van het ontwikkelen van gemeenschapsgevoel. Ida heeft als jong kind onbewust de conclusie getrokken dat zij zich er alleen bij voelt horen, wanneer zij doet waar zij zin
helpend en nodig is in deze situatie? Bij alles wat je doet heb je immers de keuze: doe ik wat vooral goed is voor MIJ of doe ik wat de situatie nu vereist en wat helpend en nodig is voor ONS (WIJ: JIJ en IK)? Mensen die voor deze ‘doe-het-zelf’route kiezen, zijn moedige mensen. Ze laten
PAULINE HOFSTRA
Waar komt het idee vandaan dat er aan een conditie moet worden voldaan om erbij te horen en van waarde te zijn? Het is een grove fout en veroorzaakt veel pijn en leed. Vanaf het moment waarop we geboren worden, verkennen we de wereld waarin we zijn beland. We nemen de omgeving waar en geven alles wat we ervaren een subjectieve betekenis. Zo leren we niet alleen wat hard is en wat zacht, wat warm is en wat koud, maar ook hoe mensen met elkaar omgaan en wanneer wij ons prettig (en veilig verbonden) voelen en wanneer niet. Hoewel we goed waarnemen, is ons denken beoordelingsvermogen op deze leeftijd nog niet volledig ontwikkeld. We trekken onze conclusies veel te vroeg en hebben de neiging te generaliseren: dit geldt vanaf nu altijd. Zo werken onze hersenen nu eenmaal en het is ook vaak helpend: iedere dag controleren of je bij een rood stoplicht nog steeds moet stoppen, is immers ondoenlijk. Maar het is minder helpend als het conclusies over onszelf en anderen betreft. Ida heeft als kind ervaren: ik kan doen en laten wat ik wil, de ander moppert hooguit maar stelt geen grenzen en dat voelt goed, en daaruit de conclusie getrokken: om mij goed te voelen, moet ik kunnen doen wat ik wil. De generalisatie die daaruit volgt, luidt: ik voel mij er alleen bij horen en waardevol als ik kan doen wat ik wil zonder dat iemand mij belemmert. Als ik belemmerd word in mijn doen en laten, voel ik me onvrij en waardeloos. Ik moet er dus voor zorgen dat deze conditie altijd in vervulling gaat. Kunnen doen en laten wat Ida wil, wordt zo een voorwaarde om zich verbonden, geliefd en waardevol te voelen voor de rest van haar leven. Al haar gedrag is (onbewust) gericht op het verwezenlijken van dit doel en het vermijden van het tegendeel. Als tiener reageert zij dan ook heel ‘logisch’ op het gedrag van haar ouders, wanneer zij weerstand ervaart. Adlerianen hebben dan ook een andere kijk op ‘storend gedrag’ van kinderen. Storende kinderen zien zij als ontmoedigde kinderen die onbewust verkeerde conclusies hebben getrokken over de manier waarop zij erbij horen en van waarde zijn. Zij helpen ouders bemoedigend reageren, zodat hun kinderen ervaren dat zij er vanzelfsprekend bij horen, waardevol maar ook nodig zijn (Theo Schoenaker, 2000).
de voor hen zo vertrouwde en veilige strategieën los op basis waarvan zij zich veilig verbonden en waardevol hebben gevoeld. Ze vertellen zichzelf een nieuw verhaal op basis van nieuw verworven inzichten en nemen de beslissing dat ze, om iets anders te willen ervaren, anders willen reageren. Daarmee verlaten zij hun ‘habit-zone’ en nemen risico. Er is immers geen garantie op succes! Het voelt in het begin alsof je voor het eerst van het ene trapezestokje naar het andere vliegt: je moet het oude stokje loslaten en even door de lucht zweven, voordat je het nieuwe stokje kunt pakken. Zonder garantie dat het je de eerste keer ook lukt. En daar is moed voor nodig en de bereidheid je onhandig en ongemakkelijk te voelen, omdat je iets nieuws probeert. Maar ook bewuste aandacht, veel geduld en een grote dosis mildheid. Mensen die de ‘doe-het-zelf’route kiezen, zullen dus moeten leren hoe zij zichzelf kunnen bemoedigen en blijven bemoedigen. In de praktijk blijkt meer dan eens dat hun moedige gedrag juist weer bemoedigend is voor anderen. Ida leert tijdens de begeleidingssessies over de onbewuste conclusies die ze in haar vroege jeugd heeft getrokken en
waarop haar huidige gevoel van eigenwaarde is gebaseerd*. Ze ontdekt dat haar doel positief is (zich verbonden en waardevol voelen) maar haar strategie (ik moet doen waar ik zin in heb) niet helpend en realistisch. Ida wordt zich bewust van de opbrengst van deze conclusie (o.a. me onbelemmerd kunnen uitleven, zelfstandig kunnen handelen, nieuwe dingen durven uitproberen) maar ook van de prijs die zij betaalt (o.a. afhankelijkheid van anderen, anderen ervaren als obstakel, ruzie, sociale afstand en eenzaamheid). Ze leert dat haar strategie ‘of doen waar ik zin in heb, of doen wat anderen willen’ leidt tot gevoelens van meer of minder waarde, en haar op de lange termijn niet helpt zich de moeite waard te vinden. Ida ontdekt hoe zij zich veilig, waardevol en geliefd kan voelen in een samenwerking die gebaseerd is op gelijkwaardigheid en wederzijds respect. Hoe ze zich ook kan richten op bijdragen en geven, in plaats van op nemen en krijgen. Ida besluit het risico te nemen en haar vaardigheid ‘nieuwe dingen durven uitproberen’ in te zetten voor het aanleren van deze nieuwe strategie. Zo doet Ida nieuwe ervaringen op en ontwikkelt ze langzaam maar zeker een positief en realistisch gevoel
van eigenwaarde. Zo ervaart ze dat ze het stuur van haar leven zelf in handen heeft en de richting die zij in wil slaan, zelfstandig bepaalt. Dat onafhankelijkheid betekent dat zij altijd zelfstandig kiest, maar niet altijd alles alleen hoeft te doen om zich goed (waardevol) te voelen. Meer weten over Adlers psychologie en wat dit voor jou (en jouw praktijk) kan betekenen? Neem dan eens een kijkje op de volgende websites: www.Icassi.net Jaarlijkse internationale Summerschool voor iedereen die zich (persoonlijk en professioneel) wil verdiepen in Adlers theorie en methoden: de Individual Psychologie. www.individualpsychologie.nl De Nederlandse Werkgemeenschap voor Individual Psychologie www.centrumanimare.nl Praktijk voor individuele en relatietherapie van Pauline Hofstra, De Wijk www.meermoed.nl Opleidingen, trainingen, lezingen, workshops, Wil en Renie Bahlmann, Assen www.schoenakerinstituut.nl Opleidingen, trainingen, lezingen, workshops, Theo en Julitta Schoenaker, Marry en Jan Oostijen, Genemuiden *In Adleriaanse councelingssessies wordt o.a. gebruik gemaakt van diagnostische methoden als: familieconstellatie, plaats in de kinderrij, jeugdherinneringen en dromen. Bronnen bij dit artikel: Zivit Abramson, Learning Couples, ASIIP,2014 Jaap Bij de Vaate, Psychologie voor het dagelijks leven, Uitgeverij SWP, 2004 Eva Dreikurs-Ferguson, De theorie van Adler, Boeve boeken, 2013 Theo Schoenaker, Moed doet Goed, Uitgeverij Anode, 2000 Pauline Hofstra is psycholoog bij Centrum Animare, De Wijk en bestuurslid van de Nederlandse Werkgemeenschap voor Indivual Psychologie (NWIP, www.indicidualpsychologie.nl). Daarnaast is ze docent/ facultymember (voor youth) bij de internationale Summerschool Icassi (www. icassi.net).
PSC
17
SPIEGELNEURONEN, NEUROPLASTICITEIT EN OPVOEDEN
Als het niet meer lukt om van je kind te houden
Spiegelneuronen, neuroplasticiteit en opvoeden Door: Cathelijne Wildervanck Mijn specialisme is ADHD. Ik word geacht verstand te hebben van alle problemen die dat met zich meebrengt, al denk ik zelf liever meer in mogelijkheden en oplossingen. Maar goed, vanuit dit specialisme zie ik veel mensen en spreek ik ook vaak met ouders. Ouders die met hun handen in het haar zitten, er niet meer uitkomen met hun kind en van mij willen horen hoe ze het weer op orde krijgen thuis. Vaak komen ze na een lezing naar me toe met de vraag hoe ze hun kind 'normaal' kunnen laten doen, in elk geval iets meer sociaal aangepast dan het kind nu doet. In zo'n gesprekje echoot dan ergens in mijn brein: spiegelneuronen en neuroplasticiteit! Logisch toch? Twee woorden die elke ouder vooraan in zijn vocabulaire heeft staan, en jij als therapeut en coach waarschijnlijk ook. Niet? Nee inderdaad, die kans is klein. Toch is het zeer waarschijnlijk dat jij als coach, counselor of therapeut gebruik maakt van deze twee breinprincipes. En als ouders deze kennis zouden hebben, zouden ze, denk ik, makkelijkere keuzes maken, blijere kinderen hebben en zichzelf ook (nog) beter voelen. Spiegelneuronen Mijn eerste vraag aan ouders is altijd: "Wat is er leuk aan je kind?" Deze vraag verrast ze vaak. En dan is het lang niet altijd makkelijk daar meteen antwoord op te geven. Te veel in verwarring door al het gedoe, de strijd en de onmacht. Ouders weten me doorgaans feilloos te vertellen wat er mis is met hun kind, wat het anders zou moeten doen en wat het zou moeten 18
PSC
laten. Dus stel ik nog een keer de vraag maar dan in andere woorden: "Hoe merk je dat je van je kind houdt?" Soms blijft het ook dan nog even stil. Ouders die vast zitten in de dagelijkse realiteit, vastzitten in het gevoel van overleven en niet meer bij het gevoel van liefde voor hun kind kunnen komen. Ik ben ook moeder, van drie kinderen, en weet hoe vol we het soms hebben met alles draaiend houden. Waardoor stilstaan, echt stilstaan, bij wat er leuk is, vaak een uitzondering op de dagelijkse gang van zaken is. Spiegelneuronen zijn een klein klompje hersencellen die als functie hebben te voelen wat een ander voelt en daar betekenis aan te geven. Dus je bent gebouwd om te voelen dat een ander chagrijnig of blij is. Je bent gebouwd om aan te voelen of een ander je leuk vindt of je een klap wil geven. Je bent uitgerust om de hele tijd waar te nemen wat een ander voelt. Het punt is dat de meeste mensen dit niet weten. Ik sprak laatst met een vrouw die ik al een aantal keren gecoacht had. Zij en haar man hadden besloten drie maanden uit elkaar te gaan. In die drie maanden zouden ze bezien wat er nog van de relatie over was. Dat zouden ze de kinderen nog niet vertellen, het verhaal was dat pappa voor zijn werk drie maanden aan de andere kant van het land moest zijn. Ze vonden dat ze nu nog niet konden laten weten hoe het zat, immers je weet maar nooit‌.Ik denk dan: je kinderen zijn Malle Eppie niet! Alsof die niet voelen wat er allemaal broeit en groeit! In positieve en negatieve zin voelen we van alles waarvan we denken dat een ander het niet merkt. Maar het is lariekoek dat een ander het niet merkt. Als buitenkant en binnenkant niet overeenstemmen, voelen anderen dat doorgaans haarfijn aan. Niet dat ze altijd precies kunnen duiden wat er dan van binnen gaande is. Maar dat er iets gaande is, hebben we meestal wel door. Ken je dat? Dat je iemand vraagt hoe het gaat en het antwoord (ja heel goed hoor!) geloof je voor geen meter? Hoe doen we dat toch? Of dat je ergens geweest bent en dat je zo moe bent? Dat de energie zo zwaar was? Of dat het ergens heel gezellig is en er komt iemand binnen en ineens slaat de stemming om? We onderschatten zwaar de besmettelijkheid en de voelbaarheid van stemming.
CATHELIJNE WILDERVANCK
Kinderen zijn van nature goed in het gebruiken van hun spiegelneuronen. Waarom? Omdat het overlevingswaarde heeft om in te voelen. Omdat je daarmee kan borgen dat mensen je lief vinden en voor je zorgen. Maar de werking van de spiegelneuronen moet nog wel worden gefinetuned worden. En daar heeft het kind volwassenen bij nodig. Spiegelneuronen zijn bij de geboorte al aangelegd, maar ontwikkelen zich in het contact met de ander. Belangrijk daarbij is dat kinderen door het zenuwstelsel van de ander leren om zelf met emoties om te gaan. Door rust op te pikken, leert het kind wat rust is. Door blijheid op te pikken leert, het wat blijheid is. En als het zelf onrustig is, kan het als het ware even bij jou als volwassene wat kalmte lenen. Op den duur zal het kind daarmee leren om zijn eigen zenuwstelsel te reguleren. Om zelf kalm te worden in tijden van woelige baren. Sommige kinderen hebben het harder nodig dan andere om steeds weer bij volwassenen te tanken. Via het zenuwstelsel van een ouder, een juf of een therapeut als het ware weer even herinnerd te worden aan hoe ze zelf van binnen weer rustig, blij of tevreden kunnen worden. Stemming werkt besmettelijk, het kind kan nog niet goed onderscheid maken tussen jouw vrolijkheid en die van hem en zal dat wat hij met zijn spiegelneuronen oppakt, ervaren als het zijne. Hoe cool is dat! Dus als jij versterkende emoties ervaart, zal dat het kind versterken! Dat kun je proactief inzetten (in welke stemming ben ik graag, en hoe cool is het dat mijn/een kind dat oppikt?). Maar ook reactief: wat heeft mijn/dit kind nodig nu het bijvoorbeeld boos, verdrietig of onmachtig is? Op die manier kun je het kind weer bij gevoelens van vertrouwen, rust, lef, kracht etc. brengen. Dat noem ik 'je zenuwstelsel uitlenen'. Het kind is te boos om nog bij het gevoel van blijdschap of tevredenheid te kunnen komen. Omdat jij dat wel kunt, kan je kind meeliften en daarmee zijn zenuwstelsel kalmeren. En met een gekalmeerd zenuwstelsel kan een kind weer leren, contact maken, uitreiken, dingen onthouden, spelen etc. Overigens is het wel handig een stemming te nemen die echt past bij het kind op dat moment en niet de stemming die jij handig vindt. Want een van nature energiek, opgewekt, ondernemend kind proberen beschouwend en teruggetrokken te laten worden omdat jij dat handiger vindt, is je zenuwstelsel opdringen in plaats van ter beschikking stellen/uitlenen. Je voelt vast het verschil wel!
'In positieve en negatieve zin voelen we van alles waarvan we denken dat een ander het niet merkt. Maar het is lariekoek dat een ander het niet merkt.' Neuroplasticiteit Tot zover de spiegelneuronen. Nu de stap naar neuroplasticiteit, want die twee concepten werken zo mooi samen! Neuroplasticiteit betekent dat je hersenen 'kneedbaar' zijn. Ze vormen zich ook op latere leeftijd nog steeds, op basis van onder meer ervaringen. Vergelijk je hersenen met je armspieren. Als je die frequent traint, worden ze sterker. Train je 1 arm, dan wordt die
ene arm sterker en de andere niet. In eerste instantie was men geĂŻnteresseerd in neuroplasticiteit op het gebied van vaardigheden: als je veel wiskunde doet, krijg je dus vrij letterlijk een wiskundeknobbel. Als je een bepaalde vaardigheid vaak doet, worden de verbindingen in je brein die samenhangen met die vaardigheid, sterker en er groeien zelfs nieuwe verbindingen. Dit geldt ook voor emoties en gedachtes. Als jij veel gedachtes van een bepaalde categorie met een bijbehorende specifieke emotie hebt, worden de verbindingen die bij deze emotie horen, sterker. En net zoals je de neiging hebt om je sterkste arm te gebruiken om te tillen, zo wil je brein het liefst de meest gebruikte neurologische paden activeren. Dit proces is beĂŻnvloedbaar trouwens. We zijn geen speelbal van ons brein. We hebben een heel specifiek deel in ons brein waarmee we controle kunnen nemen over wat, hoe en wanneer we voelen, denken en doen. Dat deel is de prefrontale cortex (PFC). Toen je nog niet van de PFC gehoord had, dacht je wellicht: zo is het nu eenmaal. Het leven is op dit moment verdrietig of verwarrend of boos makend. Voor jezelf of voor je cliĂŤnt of voor je kind. En dus zet je al je kwaliteiten in om met deze onplezierige toestand te dealen. Maar nu komt het vervelende. Door met een onplezierige toestand te dealen activeer je nog meer netwerken in je brein rondom dat vervelende gevoel. Dus als jij nadenkt over hoe je je onmacht op je werk beter kunt leren hanteren, zijn alle cellen die te maken hebben met onmacht, keihard aan het verbinden. Misschien heb je wel eens gehoord van de wet van Hebb: "When they fire together, they wire together." Als een breincircuit geactiveerd wordt, wordt het ook meteen sterker. Dus een vaak boos kind krijgt een makkelijk boos brein. Een snel gefrustreerde werknemer krijgt een makkelijk gefrustreerd brein. Ik hoor je denken, dat is niet zo mooi! Nou wel als het andersom ook werkt. Een snel tevreden persoon krijgt een makkelijk snel tevreden brein. Een snel vrolijk persoon krijgt PSC
19
Stimuleert een goede geestelijke gezondheid Werkt ontspannend en rustgevend Tijdens het zoeken naar de oorzaak van je neerslachtig voelen, is het nuttig iets te doen om de meest vervelende verschijnselen (onbestemde onrustgevoelens, je angstig voelen, slecht slapen en dergelijke) op te heffen of zoveel mogelijk te verminderen. Neurapas® balance bevat drie werkzame bestanddelen die elkaar aanvullen en versterken en die daarbij helpen.
NEURAPAS balance
De werkzame stoffen in Neurapas® balance zijn Sint-Janskruid, valeriaan en passiflora. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat Neurapas® balance bij neerslachtige, sombere gevoelens snel en zonder bijwerkingen verlichting brengt. Dit bereikt u al door 3x daags 1 tablet in te nemen. 60 tabletten € 17,50
Prins Hendrikweg 2 - 3771 AK Barneveld www.sanopharm.com - info@sanopharm.com
100% natuur. 100% puur.
Ashana Holistic Education
Instituut voor Eclectische Energetische Natuurgeneeskunde
Scholingen voor profesionals
Secretariaat: Mariet van Buuren BNG® Thornerweg 3A, 6097 NC Panheel, telefoon 0475 - 572988
Nieuwetijdskindercoach Energetische kindertherapie Kinder-mindfulness Hypnotherapie bij kinderen Paranormale kinderen begleiden Hoogsensitiviteit in de praktijk Voor meer info: www.ashana.biz
E-mail: info@instituuteen.nl website: www.instituuteen.nl Geaccrediteerd door CPION, SNRO, KTNO, ZHONG, VIV, VBAG, LVNG, de NFG, BATC, RING, ERC, NRR en het Rode Kruis
Opleidingen (HBO Niveau) Registeropleiding Eclectisch Energetisch Natuurgeneeskundig Therapeut SHO Registeropleiding Medische en Psychosociale basiskennis
Bijscholingen, cursussen en workshops Klassieke Homeopathie, Feng Shui, Ankhtherapie, Voetreflexologie Dolfijnenergie, Communicatie en NLP binnen de hulpverlening
Geaccrediteerd door SNRO, NBVH Door KTNO, voor BATC, LVNG, VBAG Erkend door VIV en door NFG Grotestraat 18 5931 CV Tegelen (Venlo) Tel: 077-3740538 Mail: info@ashana.biz 20
PSC
Werken met de E.E.N.® Energetica, EHBO, BLS en AED Jaarlijkse nascholing Medische vakken en EHBO, BLS en AED
CATHELIJNE WILDERVANCK
een makkelijk snel vrolijk brein. En een snel chagrijnig persoon dat grip leert krijgen op zijn brein middels het gebruik van de PFC.....krijgt op termijn ook een snel makkelijk of tevreden of vrolijk brein.
voelt op je kind.....als jij warmte voelt als je aan hem of haar denkt..... als jij liefde, contact en aandacht in je eigen lichaam voelt......weet dat de ander daar een uitgekiend ontvangsysteem voor heeft.
Klinkt dit gemaakt? Dat kan ik me heel goed voorstellen. En gek genoeg vinden we het wel logisch om de hele dag bezig te zijn met fictieve beren op de weg (als ik die baan niet krijg dan.... als mijn kind zakt voor zijn zwemdiploma dan....als ze steeds zo ruzie blijft maken dan....). Dus we dwingen ons brein een groot deel van de dag op basis van onze gedachten over wat mogelijk kan gaan gebeuren, om stevige netwerken te maken rondom deze nare, onwenselijke stemmingen van onmacht, angst of frustratie. En als ik mensen uitleg dat het andersom ook zo werkt (wat zou het gaaf zijn als ik die baan krijg....wat zou het fijn zijn als ze meer vriendjes weet te maken......etc.), dan vinden we dat vaak gekunstelde heppie-de-peppie-psychologie. Dat is het dus niet! Want hoe makkelijker iemand in een positieve stemming komt, hoe makkelijker de dingen in het leven gaan. Zelfs heel praktische zaken als aardrijkskunde leren, je tas inpakken of op tijd naar voetbal gaan, lukken eigenlijk alleen maar vanuit een (redelijk) ontspannen zenuwstelsel. Als je jezelf en anderen (je cliënten, je kinderen etc.) weet te trainen in het focussen van de aandacht op gewenste stemmingen, stimuleer je positieve neuroplasticiteit. En met kennis van spiegelneuronen kun je als het ware de verdubbelaar in gaan zetten. Om te zenden moet je het eerst zelf voelen.
Spiegelneuronen en neuroplasticiteit. Er ging een golfje van blijheid door mijn lijf toen ik ontdekte hoe deze twee begrippen in het dagelijkse leven het verschil kunnen maken. •
En dus vraag ik aan ouders als eerste: ”Wat is er leuk aan je kind?” En als je daaraan denkt, hoe voelt dat dan? En op welke momenten ervaar je dat gevoel het meest? En wat zou jij (en dus niet je kind!) kunnen doen in je leven om dat specifieke fijne gevoel over je kind vaker te voelen? Want: als jij je trots
CATHELIJNE WILDERVANCK PSC
21
AANTREKKINGSKRACHT
Door: Tila Pronk Toen Romeo Julia voor de eerste keer zag, verzuchtte hij dat hij tot op dat moment nog nooit echte schoonheid had gezien. De twee worden halsoverkop verliefd en trouwen in het geheim, ondanks de vete tussen hun families. Naast hun tragische lot, is het meest opvallende aan hun liefdesgeschiedenis de allesoverheersende, wederzijdse aantrekkingskracht. Hoewel relaties in het dagelijks leven vaak een stuk minder dramatisch van start gaan, is de basis van elke relatie een bepaalde aantrekkingskracht tussen twee mensen. Maar waar komt die aantrekkingskracht vandaan? Bestaat liefde op het eerste gezicht echt? Welke rol speelt uiterlijk in aantrekkingskracht, en wanneer vinden we iemand eigenlijk mooi? Welke factoren spelen nog meer een rol? En wat zoeken we nu eigenlijk in een partner? Liefde op het eerste gezicht Volgens de Griekse mythologie is liefde op het eerste gezicht het resultaat van theia mania of ‘gekte van de goden’. Twee mensen worden getroffen door een pijl van Eros, die via de ogen het hart betovert. In wetenschappelijke termen wordt liefde op het eerste gezicht omschreven als een gebeurtenis waarbij één of twee mensen vanaf het allereerste oogcontact verliefd op elkaar worden. Uit een grootschalig onderzoek bij ongeveer 1500 mensen is gebleken dat ongeveer tweederde deel gelooft in het fenomeen ‘liefde op het eerste gezicht’. Ongeveer de helft had dit ook ervaren. En van de mensen die het wel eens hadden meegemaakt, was 55 procent vervolgens met het object van hun onmiddellijke affectie getrouwd. In het kort komt het er dus op neer, dat 20 procent van de deelnemers liefde op het eerste gezicht had ervaren en getrouwd was met deze persoon. Opmerkelijk is dat van deze groep geluk22
PSC
kigen 75 procent nog steeds getrouwd was met die partner - een hoger percentage dan voor de gemiddelde huwelijken geldt. De eerste indruk Wetenschappers, artsen en schrijvers hebben door de eeuwen heen vaak geprobeerd een verband te leggen tussen iemands uiterlijke kenmerken en zijn persoonlijkheid - ook wel fysionomie genoemd. Er is tot op heden nooit enig wetenschappelijk bewijs gevonden voor het idee dat gezichtskenmerken gerelateerd zijn aan bepaalde persoonseigenschappen, maar toch is fysionomie enorm populair gebleven. Waarschijnlijk komt dit omdat mensen, als ze iemand voor de eerste keer zien, meteen een bepaald idee hebben over de persoonlijkheid van een persoon. Hoeveel tijd hebben we eigenlijk nodig om een eerste indruk te vormen? De sociaal psychologen Janine Willis en Alexander Todorov hebben aangetoond
dat je nog minder tijd nodig hebt dan je misschien zou denken. In een aantal onderzoeken kregen deelnemers steeds foto’s te zien van een gezicht van iemand die ze niet kenden. Sommige deelnemers kregen de gezichten extreem kort te zien. Andere deelnemers zagen de gezichten iets langer, 500 ms (een halve seconde) of 1000 ms (een seconde). Deelnemers van een laatste groep mochten zo lang naar de gezichten kijken als ze wilden. De resultaten van dit onderzoek lieten iets opvallends zien: voor alle eigenschappen maakte het niet uit hoe lang deelnemers naar de foto’s mochten kijken, want het oordeel over de persoon op de foto was voor alle groepen gelijk. De mensen die het gezicht eindeloos mochten bestuderen, velden dus hetzelfde oordeel als de mensen die de foto slechts in een glimp zagen. Mensen hebben blijkbaar in een fractie van een seconde al bepaald of ze iemand agressief, betrouwbaar, aardig of aantrekkelijk vinden. Het enige wat wel veranderde, was hoe zeker mensen waren over hun antwoord. Mensen werden namelijk zekerder van hun inschatting naarmate ze langer naar de foto hadden gekeken, maar hun oordeel bleef dus hetzelfde.
De wetten van de aantrekkingskracht In de zoektocht naar een partner is het vooral belangrijk dat je iemand aantrekkelijk vindt. Dit oordeel is misschien wel het snelst geveld, omdat onze hersenen ons direct een seintje geven als we in de aanwezigheid zijn van een mooi persoon. Zo blijkt dat, als je oogcontact hebt met iemand met een aantrekkelijk gezicht, de ‘beloningsgebieden’ in het brein geactiveerd worden. Dit levert een fijn, gelukkig gevoel op. Je zou misschien zeggen dat wat een mooi gezicht is, puur een kwes-
TILA PRONK
tie is van persoonlijke smaak. Hoewel natuurlijk niet iedereen hetzelfde mooi vindt, zijn mensen toch over het algemeen verrassend eensgezind over wat een mooi gezicht is. Uit een onderzoek bij studenten van verschillende achtergronden en culturen - Aziatisch, Zuid-Amerikaans en Noord-Amerikaans - bleek dat zij de aantrekkelijkheid van vrouwelijke gezichten (afkomstig uit deze drie gebieden) vrijwel allemaal hetzelfde beoordeelden. Hoewel er vaak wordt gemopperd dat het beeld van ‘de aantrekkelijke vrouw’ opgelegd wordt door westerse media, blijkt dit niet (helemaal) het geval. Zo hebben mensen die nauwelijks tot nooit toegang hebben tot de media toch ongeveer hetzelfde beeld van wat een aantrekkelijk gezicht is als mensen die er hun hele leven aan blootgesteld zijn. Het lijkt er zelfs op dat wie aantrekkelijk gevonden wordt - in ieder geval gedeeltelijk - biologisch bepaald is. Dit blijkt onder andere uit een onderzoek waarin pasgeboren baby’s op een computerscherm naar aantrekkelijke en onaantrekkelijke gezichten keken. De onderzoekers waren geïnteresseerd in de oogbewegingen van de baby’s. Naar welk gezicht zouden ze kijken? De resultaten wezen uit dat de baby’s vaker en langer keken naar de aantrekkelijke gezichten dan naar de onaantrekkelijke gezichten. Zelfs baby’s van slechts twee dagen hebben blijkbaar al een voorkeur voor knappe gezichten. Wet 1: gemiddeldheid De eerste wet van fysieke aantrekkingskracht is min of meer per ongeluk ontdekt door de Engelse antropoloog Sir Francis Galton, rond 1830. Galton vroeg zich af of bepaalde groepen mensen, zoals criminelen, een bepaald type gezicht hadden. Om dit idee te testen, combineerde Galton verschillende gezichten, door transparante velletjes met de afbeeldingen van verschillende criminelen over elkaar heen te leggen. Het eindresultaat interpreteerde hij als het basisgezicht van dé crimineel. Hoewel het hem niet lukte om aan de hand van dit basisgezicht criminelen te identificeren, viel hem wel iets op: het basisgezicht was aantrekkelijker dan elk van de individuele gezichten. Galton leek ontdekt te hebben dat een gemiddeld gezicht aantrekkelijk is. Galtons anekdotische bewijs is ongeveer 150 jaar later op een vergelijkbare manier onderzocht door Amerikaanse psychologen. De resultaten toonden aan dat hoe meer foto’s er bij elkaar werden
genomen, hoe aantrekkelijker het gezicht werd gevonden. De vraag is natuurlijk, waarom valt een mens op een gemiddeld gezicht? Wat maakt een gemiddeld gezicht aantrekkelijk? Stel je een willekeurige groep mannen voor. Terwijl de ene man een buitenproportioneel grote neus heeft, heeft de ander juist een heel smalle neus. En waar de één bolle wangen heeft en ogen die dicht bij elkaar staan, heeft de volgende een ingevallen gezicht met ogen die ver uit elkaar staan. Als je het gemiddelde van al deze gezichten neemt, hebben alle aspecten van het gezicht een ‘normaal’ formaat. Wet 2: symmetrie Een belangrijke reden waarom een gemiddeld gezicht aantrekkelijk is, is dus dat er geen rariteiten in zitten en dat alle onderdelen van het gezicht - ogen, oren, mond, neus, wangen - in perfecte verhouding zijn. Ook is een gemiddeld gezicht vaak symmetrisch. Hoewel symmetrie erg moeilijk waar te nemen is met het blote oog, heeft het wel degelijk consequenties voor de aantrekkelijkheid. Er lijkt zelfs informatie over de symmetrie, en dus de aantrekkelijkheid, van iemands gezicht opgeslagen te zijn in de lichaamsgeur.
gezicht hebben? Er zijn onderzoeken die inderdaad hebben aangetoond dat stereotiepe mannelijke trekken (brede kaaklijn, forse wenkbrauwen, vierkante kin) aantrekkelijk worden gevonden, maar andere onderzoeken hebben het tegendeel laten zien, namelijk dat een man aantrekkelijker wordt gevonden als hij bepaalde vrouwelijke gezichtskenmerken heeft. Dit laatste zou komen omdat vrouwelijke gezichtstrekken een teken zijn voor positieve, vrouwelijke karaktereigenschappen, zoals vriendelijkheid en warmte. Aan welk soort gezicht vrouwen de voorkeur geven bij een man, blijkt af te hangen van de fase van de menstruatiecyclus. Behalve symmetrische gezichten, vinden vrouwen in hun vruchtbare periode gezichten aantrekkelijker als ze meer stereotiep mannelijk zijn. Buiten hun ovulatie geven ze echter de voorkeur aan mannen met meer vrouwelijke gezichtstrekken. Dit komt, omdat vrouwen (onbewust) meer waarde hechten aan een goede genenpoel in hun vruchtbare periode, terwijl buiten de ovulatie betrouwbaarheid en vriendelijkheid belangrijker worden gevonden.• Dit artikel is een fragment uit het boek Hartstocht van Tila Pronk. ISBN 9789035136076, www.uitgeverijbertbakker.nl
Wet 3a: vrouwelijkheid Naast de gemiddeldheid en symmetrie van een gezicht hangt aantrekkelijkheid ook af van de mate waarin iemands gezicht duidelijk tot de ene of de andere sekse behoort. Met andere woorden, een vrouw die er vrouwelijk uitziet, wordt aantrekkelijker gevonden dan een vrouw die er mannelijk uitziet. Aan welke kenmerken moet een typisch vrouwelijk gezicht voldoen? Ten eerste heeft een uitgesproken vrouwelijk gezicht een aantal kinderlijke trekken, zoals grote ogen, een smalle neus, een hoog voorhoofd en volle lippen. De reden hiervoor heeft een evolutionaire oorsprong: een vrouw met een babyface straalt jeugdigheid uit - een teken van vruchtbaarheid. Tegelijkertijd is het ook belangrijk dat een vrouw een aantal volwassen trekken in haar gezicht heeft, zoals een uitgesproken kaaklijn, zodat ze er ook weer niet té kinderlijk uitziet. Wet 3b: mannelijkheid Worden mannen ook aantrekkelijker gevonden naarmate ze een mannelijker PSC
23
ZINTUIGENPRIKKELS
In deze rubriek bespreken we elke editie vakgerel a te e r d e b o e ke n , c d ’s , d vd ’s e n ap p s .
Vrij en onbezorgd
Love Birds
Hoe zet je jezelf klem door verhalen en verstrengelingen, tussen angst en hoop, verleden en toekomst? En hoe hervind je je natuurlijke openheid, spontaniteit, kracht, zorgeloosheid en vrijheid?
De meeste mensen vinden hun relatie het belangrijkste, maar tegelijkertijd het moeilijkste onderdeel van hun leven. Als je verliefd wordt, vind je alles aan de ander leuk. Maar als je een tijdje samen bent, komen er onherroepelijk dingen naar voren waaraan je je gaat ergeren. Dan blijken de verschillen ineens veel groter dan je aanvankelijk dacht. Hoe ga je daarmee om en hoe voorkom je ruzie, of erger nog, een breuk?
In korte en praktische hoofdstukken wordt duidelijk gemaakt hoe je jezelf kunt bevrijden. De inzichten zijn helder en confronterend: Wat doe je in het moment zelf? Waarom blijf je negatieve gedachten, oordelen en emotionele reacties herhalen? Hoe creëer je je eigen lijden en verwarring? Wanneer je deze belemmerende patronen herkent, worden ze geleidelijk transparanter en kijk je er meer doorheen. Op dat moment hebben ze geen macht meer over je en voel je je minder afhankelijk van de omstandigheden. Je kunt je hart openen voor jezelf en anderen, en er ontstaat meer ruimte en vrijheid. De tijdloze vrijheid waarin je spontaan jezelf bent en geniet van het onbezorgd rondzwerven door het Zijn. Het boek is gebaseerd op de hart-essentie van het boeddhisme (dzokchen), de meest directe weg naar inzicht, ontwaken en bevrijding. Robert Hartzema geeft sinds 1980 les in het boeddhisme, waarvan 15 jaar in naam van een Tibetaanse leraar. Daarnaast werkte hij als lichaamsgericht therapeut en gaf les op een opleiding voor Coaching & Counseling. Sinds 2001 geeft hij samen met zijn vrouw Marjan Möller de jaartraining Boeddhistische Psychologie. Hij is auteur van 14 boeken waarvan enkele in het Engels en Duits werden vertaald. Vrij en onbezorgd, Robert Hartzema Uitgeverij Karnak, ISBN 9063501072
24
PSC
Love Birds bevat twee eenvoudige tests, waardoor je erachter komt welk liefdestype (welke vogel) jij en je partner zijn. Elk type wordt uitgebreid beschreven en de combinaties worden onder de loep genomen. In principe kunnen alle combinaties werken, al is de ene gemakkelijker dan de andere. De truc is dat je de verschillen tussen twee typen vogels leert herkennen en begrijpen. Daardoor omzeil je de belangrijkste valkuil in relaties - namelijk denken dat de ander hetzelfde is, denkt en doet als jij. Je leert de typerende karaktereigenschappen van de ander herkennen, begrijpt je partner dus beter én je weet wat je voortaan wél en vooral níet moet doen. Door de verschillende liefdestypes te vergelijken met vogels maakt Trevor Silvester deze lastige relatiematerie vrolijk en overzichtelijk, en daar kan iedereen met én zonder relatie zijn voordeel mee doen. Love birds, Trevor Silvester, Uitgeverij Kosmos, ISBN 9789021553955
ZINTUIGENPRIKKELS
Filosoferen met kinderen
De kracht van verhalen Het zal een hulpverlener niet onbekend in de oren klinken: een verhaal gebruiken om inzichten te verkrijgen in de vragen die in een ziel liggen te wachten om te worden beantwoord. Nel de Theije-Avontuur en Leo Kaniok hebben het boek Filosoferen met kinderen geschreven met maar liefst honderd korte verhaaltjes. Filosoferen daagt uit om na te denken, om de ingrediënten van het verhaal te verwerken, creatief te denken. Maar ook is het een middel om in gesprek te komen met anderen en zo kennis te maken met andere “denkramen”. Al met al is filosoferen een waardevolle interventie, vind ik. Het boek Filosoferen met kinderen is gericht op de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen en draait om de universele waarden zoals: geluk, liefde, vrijheid, rechtvaardigheid, etc. De doelgroep van het boek is kinderen tussen 4 en 12 jaar. En eigenlijk vraag ik me af of de verhalen nu wel zo leeftijdsgebonden zijn. Ze hebben mij in ieder geval...een flinke vijftiger... toch uitgedaagd om een mening te vormen over enkele onderwerpen. Bijgevoegd is een verhalenschema waarin bij ieder verhaal wordt uitgelegd voor welke kinderen ze geschikt zijn, wat het thema is, wat het onderliggende thema is en welke kerndoelen in het onderwijs worden gebruikt. En het wordt al helemaal verwennerij, toen ik ontdekte dat er ook nog een “praatpapier” was bijgevoegd met handreikingen. Voor de de “Aagjes Weetgraagjes” is ook de herkomst van de verhalen terug te vinden in het boek. Beetje jammer is dat de inhoudsopgave niet helemaal correct is, maar ach, dat valt in het niet door de grote hoeveelheden extra’s. Al met al een boek vol nieuwe frisse gezichtspunten en fijn om in de kast te hebben staan. Recensie: Anja van de Weerd Filosoferen met kinderen, Nel de Theije-Avontuur en Leo Kaniok Uitgeverij Panta Rhei, ISBN 9088400571
Na dit leven.....Alles is liefde
Een neurochirurg over zijn reis naar het hiernamaals Eben Alexander raakt na een zeer ernstige bacteriële infectie in een diepe coma. Zijn gehele neocortex, verantwoordelijk voor het bewustzijn, functioneert niet meer. Zijn overlevingskansen zijn zeer gering. Opmerkelijk is dat hij het toch overleeft en volledig herstelt. Eben Alexander heeft gedurende zijn zes dagen lange coma een Bijna Dood Ervaring (BDE). Eben ziet het als zijn plicht om aan zoveel mogelijk mensen bekend te maken dat wat hij heeft meegemaakt, waar is en echt is. Dit heeft geresulteerd in het schrijven van het boek Na dit Leven. Hierin beschrijft hij zijn reis, die uiteindelijk leidt naar een allesomvattende wereld van Liefde en het besef van wie wij zijn en hoe wij met elkaar verbonden zijn. Wat het verhaal extra interessant maakt, is dat Eben Alexander neurochirurg is, die zijn hele carrière doorgebracht heeft aan de meest prestigeuze onderzoeksinstituten. Het is fascinerend om te lezen hoe hij als neurochirurg en dus als wetenschapper, omgaat met een BDE-ervaring. Voorheen stond Eben Alexander klaar met wetenschappelijke verklaringen, als hij werd geconfronteerd met patiënten die soortgelijke ervaringen hadden. Maar nu begint tot hem door te dringen dat die mensen hem écht iets belangrijks probeerden te vertellen. Met zijn eigen medische gegevens in de hand, waarin onder andere was vastgesteld dat zijn neocortex buitenwerking was en er dus geen bewustzijn kon zijn, gaat hij op zoek naar een verklaring. Als bijlage zijn de neurologische hypothesen bijgevoegd, die Eben heeft overwogen om zijn ervaring te verklaren. Na dit leven leest als een roman, gemakkelijk en met een zekere spanning erin. Het boek heeft een bijzonder slot. Het ontroerde me.... Recensie: Anja van de Weerd Na dit leven, Eben Alexander Uitgeverij A.W. Bruna LeV., ISBN 9400501900
Eet Q
Gebruik de kracht van emotionele intelligentie om af te vallen ‘Als ik weet hoe ik goed en gezond moet eten, waarom lukt me dat dan niet?’ Een herkenbare vraag voor ieder die gezonder wil eten. Alleen geven de meeste dieetboeken er geen antwoord op. Psycholoog Susan Albers biedt uitkomst: zij laat zien hoe emoties je eetgedrag bepalen en leert je slimme keuzes te maken, die gunstig zijn voor je gewicht. Eet Q biedt vaardigheden en strategieën om emotionele intelligentie en mindfulness te ontwikkelen: het vermogen om op te merken wat je gevoelens je op een bepaald moment duidelijk willen maken. Met Albers’ methode neem je zelf de regie over je eetkeuzes, leer je met je hongerbuien om te gaan en overwin je emotie- en stresseten. Na het lezen van dit boek hoef je nooit meer een dieet te volgen. Je relatie met jezelf én met anderen verbetert, je krijgt meer zelfvertrouwen en je hebt je gewicht voortaan zelf in de hand. Susan Albers is een gepromoveerd psychologe en gespecialiseerd in mindful eten, mindfulness, emotionele intelligentie en gewichtsverlies. Al meer dan vijftien jaar helpt ze in haar praktijk mensen om beter met eten en met hun gevoelens om te gaan. Eerder verschenen al Mindful eten en Vijftig manieren om jezelf te troosten zonder eten. Eet Q, Susan Albers Uitgeverij Ten Have, ISBN 9789025903084
PSC
25
MINDER STIGMATISERING IN DE HULPVERLENING BEVORDERT HERSTEL CLIËNT
Minder stigmatisering in de hulpverlening bevordert herstel cliënt
Bewustwording van eigen rol hulpverlener maakt groot verschil ‘Wat ik als stigmatiserend heb ervaren waren de kleurplaten, het materiaal om mee te knutselen, te borduren. Het gaf me het gevoel dat ik als klein kind werd gezien. Wat ik ook naar vond, was dat verpleegkundig personeel op de gesloten afdeling in een afgesloten ruimte zat, je zag ze niet eens. Mijn tip: doe er in ieder geval ramen in.’ Stigmatisering in de hulpverlening is een steeds terugkerend thema. Want hoewel hulpverleners zich veelal met toewijding inzetten voor hun cliënten, kunnen vooroordelen over en de benadering van een cliënt de situatie onbedoeld verergeren. Stichting Samen Sterk zonder Stigma pleit ervoor om professionals in de hulpverlening bewuster te maken van hun eigen rol in stigmatisering van mensen met een psychische aandoening. Vanaf de intake Het tegengaan van stigmatisering begint al bij de intake. Een diagnose is nodig om iemand met een psychische aandoening te kunnen behandelen, maar daarbij is het belangrijk om de mens achter de aandoening te blijven zien. Dat klinkt makkelijker dan het is. Cliënten kunnen neerbuigendheid ervaren of zelfs vernedering. Ze voelen zich soms niet serieus genomen of aangetast in hun privacy. Tegelijkertijd hebben veel patiënten last van zelfstigma: ze geloven in de heersende vooroordelen. ‘Mijn zelfbeeld was zo laag, ik durfde het niet aan om bekeken en gewogen te worden. Als ik al zo over mijzelf dacht, 26
PSC
wat moest die psycholoog dan wel niet denken?’ Maatschappelijke achterstand Mensen met (ernstige) psychische aandoeningen ervaren door stigmatisering aanzienlijke belemmeringen in het dagelijks functioneren. Deze hebben vaak nog meer invloed en zijn ook meer permanent dan de symptomen van psychische klachten. Maatschappelijk staan ze
terwijl ze net als ieder ander willen meedoen, een relatie hebben en actieve burgers zijn. Meerdere oorzaken liggen ten grondslag aan het relatieve sociale isolement van deze groep. Het kan onder meer gaan om een gebrek aan sociale ervaring en vaardigheden, een onvermogen om de bronnen in de omgeving aan te boren of armoede. Factoren die bij de persoon ten opzichte van zijn omgeving liggen en die in behandeling, rehabilitatie en zelfhulpgroepen kunnen worden aangepakt. Maar daarnaast speelt de sociale afwijzing (ervaren of geanticipeerde discriminatie) door de omgeving een heel belangrijke rol, vanwege het stigma dat rust op psychische problemen en ziekten. Wanneer stigmatisering afneemt, zorgt dat voor een vermindering van chronische stress, hogere zelfachting, een sterkere
'Wanneer stigmatisering afneemt, zorgt dat voor een vermindering van chronische stress, hogere zelfachting, een sterkere moraal, minder depressieve symptomen en een afname van het sociaal isolement.' op achterstand vergeleken met mensen zonder psychische aandoeningen: ze wonen vaker alleen (ruim de helft), hebben minder vaak een vaste partner (ruim tweederde niet) en hebben minder vaak betaald werk (85% niet). Daarnaast hebben ze vaak een kleiner sociaal netwerk, ervaren ze minder sociale steun en een gemiddeld lagere kwaliteit van leven,
moraal, minder depressieve symptomen en een afname van het sociaal isolement. De kans op terugval en heropname neemt af en er is meer vertrouwen in psychiatrische hulp. ‘Ik voelde mij eerder vaak betutteld. Je bent zo afhankelijk van anderen. Deze keer was dat anders. Ondanks dat ik op
SAMEN STERK ZONDER STIGMA
van stigmatisering. Door zich bewust te zijn van hun eigen vooroordelen, hun vraagstelling onder loep te nemen of door te kijken wat er in de eigen werkomgeving aangepast kan worden. Daarnaast kunnen zij een belangrijke ambassadeurspositie vervullen in onze samenleving en daarmee vooroordelen en discriminatie tegengaan. Voor wat betreft de cliënt? Niets werkt zo goed tegen stigma als mensen met psychische aandoeningen die laten zien dat ze gewone mensen zijn, en naast hun beperkingen veel mogelijkheden en talenten hebben. Net als iedereen.” Over Samen Sterk zonder Stigma Stichting Samen Sterk zonder Stigma werkt aan een samenleving waarin iedereen open kan zijn over psychische aandoeningen. De stichting wil mensen bewustmaken van vooroordelen en de impact hiervan. Op het werk, op sociaal vlak en in de hulpverlening. •
een gesloten afdeling was opgenomen, kon ik toch bewegen, ik kon naar buiten zonder toestemming (de tuin in) en daardoor voelde ik me minder opgesloten.’ Handvatten voor de hulpverlener De meeste hulpverleners werken vanuit hun overtuigingen en voelen zich nauw verbonden met hun vak. Logisch dat, wanneer zij worden gewezen op stigmatisering en hun eigen rol hierin, er irritatie kan ontstaan. Gerdien Rabbers, directeur van Samen Sterk zonder Stigma zegt daarover: “We zijn allemaal mensen: de psycholoog, de verpleegkundige, maar ook de cliënt. Allemaal hebben we onze eigen opvattingen en onze eigen vooroordelen. Het is dan ook nutteloos om elkaar iets te verwijten in deze. Veel productiever is om samen te kijken hoe we stigmatisering kunnen verminderen. Daarin ligt niet alleen een rol voor de behandelaar, maar evengoed voor de cliënt.” Fysieke omgeving speelt grote rol Niet alleen de betrokkenen hebben een rol in stigmatisering, de fysieke omgeving heeft ook een groot aandeel in hoe cliënten hun behandeling ervaren. Uit diverse onderzoeken blijkt dat instellin-
gen met gescheiden patiënt- en personele toiletten, bezoekruimtes met naast elkaar opgestelde tafels (gevangenisgevoel) en een steriele omgeving met veel plastic, als intimiderend worden ervaren. In een praktijkruimte kan het niet groeten van de mensen in de wachtruimte of een wachtruimte met veel stoelen (een grote groep onbekenden om je heen) al heel onprettig zijn.
Bronvermelding: Voor dit artikel is geput uit de Wegwijzer Stigmabestrijding in de ggz: http:// samensterkzonderstigma.nl/over-stigma/ kennisbank/. Verwijzingen naar de genoemde onderzoeken zijn ook in deze wegwijzer te vinden. De citaten komen uit de persoonlijke verhalen van ambassadeurs van Stichting Samen Sterk zonder Stigma. Kijk voor meer informatie over het werk van Samen Sterk op www.samensterkzonderstigma.nl
‘Juist de inrichting van de crisisopvang is belangrijk: bij mijn laatste opname was deze heel warm ingericht. Je komt in de war binnen, dus dan is een warme sfeer extra belangrijk. Wat ik ook heel fijn vond, was dat iedereen een eigen kamer had, een eigen toilet, een eigen douche. En heel belangrijk: een eigen sleutel. Mijn spullen konden niet gestolen worden, je had tenminste nog iets in eigen regie. Je had nog een eigen plekje.’ Bewustwording Zowel een brede bewustwording van de gevolgen van stigma als daadwerkelijke stigmabestrijding is een project van de lange adem. Rabbers zegt daarover: “Hulpverleners kunnen echt een positieve bijdrage leveren aan het tegengaan PSC
27
ONDERNEMEN ANNO 2014
PR: onderhandelen om gezien te worden PR, reclame maken, advertenties, website, social media: voor therapeuten en hulpverleners is dit alles vaak een onderdeel van ons bedrijf waarvan we weten dat het wel belangrijk is, maar dat het vaak ook moeilijk is om dit goed in te zetten. Advertenties plaatsen kost (veel) geld, social media bijhouden kost tijd, het maken van een advertentie kost tijd als je het zelf doet, en geld als je het laat doen. Waar doe je nou goed aan? Allereerst is pr, commercieel omgaan met zorg, jezelf ‘te koop’ zetten, voor veel therapeuten lastig. Waar adverteer je mee? Je kunt niet zoals de bakker, een aanbieding plaatsen waarmee je klanten lokt. Commerciële zorg is ook iets waar veel therapeuten moeite mee hebben; zorg is toch niet commercieel? De zorg is de afgelopen jaren helaas commerciëler geworden dan mogelijk wenselijk is door de wijze waarop overheid en zorgverzekeraars met zorg omgaan. Termen als concurreren in prijs, kwaliteit, openingstijden etc. krijgen we elke keer weer te zien in diverse brieven die de minister naar de Kamer schrijft, als er over de zorg weer Kamervragen gesteld worden. Commerciële, private zorg wordt straks de norm en niet meer de uitzondering. Ik denk dat het erg belangrijk is om aandacht te blijven houden voor pr in je bedrijf, zelfs als je het druk hebt en de zaken goed gaan. Maar wat is nou goede pr en waar kun je dan op letten? In deze
column wil ik met je nadenken over pr in de vorm van gedrukte advertenties. In mijn volgende column wil ik aandacht besteden aan social media.
een eerder verschenen editie, waarmee je kunt bepalen welke grootte van de advertentie voor jou relevant is en welke positie.
Allereerst een vraag die belangrijk is om te stellen: hoe vinden je huidige cliënten jou? Is dit via internet, via huisartsen of andere verwijzers, via mond-op-mondreclame of een advertentie in de lokale krant? Mocht je dit niet goed weten, ga dit dan na en houd bij hoe cliënten bij jou komen en vraag hun waarom ze voor jou gekozen hebben. Het belang hiervan is namelijk groot, zeker als we het over pr hebben; je moet daar adverteren waar je opvalt voor jouw doelgroep van cliënten. Stel, je werkt met kinderen. Het is dan vaak zinvoller om te adverteren in een uitgave van bijvoorbeeld een kinderopvangorganisatie, dan dat je adverteert in een uitgave van een voetbalclub. Daarnaast spelen de kosten voor een advertentie een rol, welk budget heb je hiervoor vrij en is dit een vaststaand bedrag of ga je daar flexibel mee om.
Het doel van je advertentie is ook belangrijk voor de informatie die je erin zet. Zo kun je ook verschillende advertenties gebruiken in verschillende soorten media/uitgaven. In sommige gevallen kan het ook verstandig zijn om een grotere advertentieruimte te nemen om zo meer op te vallen. Let eens op alle blaadjes, krantjes en reclame die bij jou door de bus komen vallen. Welke advertenties vallen op, wat blijft hangen en kijk wat je daarvan kunt leren in je eigen, specifieke situatie. Mocht je vragen hebben naar aanleiding van mijn column of vragen hebben over ondernemen, dan mag je daarvoor altijd contact met mij opnemen (info@caritasgroep.nl). Mogelijk kan ik je in een persoonlijk gesprek begeleiden of het onderwerp uitwerken in een volgende column.
Velen van jullie zullen ook met een zekere regelmaat gebeld worden door diverse uitgeverijen/pr-bureaus met de vraag of jullie in een speciale uitgave willen adverteren; ze kunnen daar voor jou een speciale prijs voor maken. Dit kunnen soms goede voorstellen zijn, aangezien ze vaak eenmalig zijn, en je ook kunt onderhandelen over de prijs, de plaats van je advertentie en eventuele extra’s zoals een logo elders in de krant. Doe dit vooral; zij willen graag hun advertentieruimte verkopen tegen een zo goed mogelijke prijs, aan jou de vraag wat je ervoor over hebt; wat is het je waard? Je hoeft zeker niet akkoord te gaan met hun voorstel, onderhandel!! Dat kan je op jaarbasis behoorlijk wat geld schelen. Je kunt vaak ook vragen om een digitaal voorbeeld van
HANNEKE NIJKAMP IS PRAKTIJKHOUDER BIJ DE CARITASGROEP. ZE IS PSYCHOLOOG, RELATIECOUNSELOR, COACH EN SUPERVISOR. INFO@CARITASGROEP.NL
28
PSC
LIFESTYLE
‘Slaap: toestand van algehele rust, waarbij de zintuigen niet werken en het bewustzijn ophoudt’. (Van Dale) Slapen is net zoiets als eten. Wanneer je lang genoeg niet slaapt of eet, word je vanzelf moe of krijg je honger. Wetenschappers zeggen daarom wel dat slapen een van de basisbehoeften is. Tijdens de slaap veranderen allerlei lichaamsprocessen; veel spieren ontspannen en hersengolven vertragen net als hartslag en ademhaling. Het klinkt logisch te zeggen dat slapen dient om het lichaam te herstellen. Dit is gedeeltelijk waar, want aan de andere kant zien we dat lang niet alle spieren ontspannen, en uit onderzoek blijkt dat delen van de hersenen tijdens de slaap juist actief kunnen zijn. Slapen en dan met name de droomslaap, kost ook energie. Hoeveel slaap iemand nodig heeft, hangt af van een aantal omgevingsfactoren en van leeftijd, en is deels genetisch bepaald. Wetenschappers komen uit op een gemiddelde behoefte aan slaap van 7,5 uur. Over het algemeen geldt dat de kwaliteit van de slaap belangrijker is dan het aantal uren. Te weinig slaap blijkt het functioneren van onze hersenen sterk te beïnvloeden. Het tast ons geheugen, ons concentratievermogen, ons spraakvermogen, onze reactiesnelheid en besluitvaardigheid en ons gevoel voor tijd en ruimte (planningsvermogen) aan. Daarnaast beïnvloedt het onze emoties en fysieke gezondheid. De periode die we slapen, is doorgaans opgedeeld in 5 slaapcycli van elk 90 tot 120 minuten. Deze cycli hebben allemaal dezelfde opbouw en volgen elkaar op. Een cyclus bestaat uit 5 fasen. Deze fasen worden onderscheiden door de mate van hersenactiviteit en oogbeweging (Eye Movement). Bij fase 1 t/m 4 is de oogbeweging langzaam. Deze fasen heten dan ook Non Rapid Eye Movement (NREM). Alleen in de laatste fase is er snelle oogbeweging, Rapid Eye Movement, vandaar de naam remslaap. Na elke remslaapfase ontwaken we doorgaans kort (vaak onbewust) en begint de hele slaapcyclus van lichte slaap naar diepe slaap naar droomslaap weer van vooraf aan.
Om de kwaliteit van de slaap te verbeteren, kunnen verschillende maatregelen genomen worden: • Zorg voor regelmaat. Sta iedere dag van de week omstreeks eenzelfde tijdstip op. Op regelmatige tijdstippen wakker worden geeft automatisch aanleiding tot regelmaat bij het inslapen. • Slaap enkel zoveel als nodig is. Door de tijd in bed te beperken wordt de slaap vanzelf verbeterd. Te veel tijd in bed spenderen leidt tot onderbroken en oppervlakkige slaap. • Dagelijkse lichaamsbeweging in de ochtend of vroege namiddag (niet in de late namiddag) verbetert de slaap. • Dim de lichten 2 uur voor het slapengaan en beperk de prikkels van buitenaf. • Isoleer de slaapkamer tegen geluid en licht, en richt deze op een rustgevende manier in. • Zorg voor een ideale temperatuur in de slaapkamer. Overdreven warmte of koude kan de slaap verstoren. • Zowel honger als een volle maag kunnen slaap verstoren. Een lichte snack vóór het slapen gaan kan de slaap bevorderen. • Vermijd het drinken van grote hoeveelheden water in de avond om nachtelijk opstaan om te plassen te voorkomen. • Vermijd cafeïne bevattende dranken (koffie, thee, cola) in de namiddag en de avond. • Het chronisch gebruik van tabak verstoort de slaap, omdat nicotine opwekkende effecten heeft. • Vermijd alcohol, vooral 's avonds. Alhoewel alcohol soms het inslapen bevordert, heeft het toch een slaapverstorend effect in de tweede helft van de nacht. • Wanneer het inslapen niet lukt, sta dan op en ga naar een andere kamer om te ontspannen. • Las 's avonds een pieker(half)uurtje in voor het slapengaan. Dit voorkomt veel piekeren in bed. • Beperk het gebruik van slaappillen. • Bronnen: CSSW, NTR Meer tips om beter te slapen? Geef ze door aan de redactie: redactie@pscmagazine.nl PSC
29
ZEG 'JA' TEGEN DE LIEFDE
Door: Hiltje van Gijssel/Piet van Gijssel Liefde heeft haar tijd nodig In dit artikel gaat het over liefde. En liefde Anselm Grün spreekt van: ‘Wie ongeduldig is, heeft niet lief.’ Dat is nogal een uitspraak! Zou iemand die geen geduld heeft, heeft alles te maken met relaties. Relaties die niet tot zoiets moois als liefde in staat zijn? Het ongeduld waar stoppen voordat ze een kans hebben gehad, Anselm Grün van spreekt, past goed in deze tijd van maakbaarrelaties die abrupt worden afgebroken of heid en perfectie. Alles moet perfect zijn en alles is maakbaar! Dat begint al op jonge leeftijd: ouders zoeken de beste scholen, relaties die eindigen in vechtscheidingen. Als kinderen krijgen de beste opvoeding. Het kind ontwikkelt zich therapeut heb je te maken met de onmacht, in sport, muziek en kunst. Een beugelbekje zorgt voor een perhet verdriet en de woede van je cliënt na een fecte uitstraling, die op social media niet misstaat. ‘Like me’! In de relatie is het niet anders: de relatie moet perfect zijn en breuk of scheiding. In dit artikel een aantal de verwachtingen zijn hoog. Fouten en tekortkomingen mogen zienswijzen van een songwriter, twee schrij- niet en moeten zo snel mogelijk de kop in worden gedrukt. Net die éne tekortkoming kan het einde van een relatie betekenen. vers en een cabaretier. Relaties en verwachtingen Vaak heeft een breuk te maken met hooggespannen verwachtingen en de manier waarop de geliefden de verbinding aangingen. Welk antwoord gaven ze op de vragen: Hou je van me? Blijf je me trouw? Was dat: ‘JA?’, ‘JA!’ of ‘JA.’. Het ‘JA?’ - van vrijblijvendheid en ‘over 5 jaar zien we wel weer’het volmondige’ JA!’ bij hartstochtelijke liefde of ‘JA.’ Over het laatste ‘JA’ gaat dit artikel, over eigenwaarde, geduld, vrijheid en kijken met je hart.
Me, myself and I Teruggeworpen op mezelf, na het eindigen van een relatie, ben ik mijn eigen beste vriend. Joan Armatrading, songwriter en zanger schrijft en zingt erover. ‘Cuz I realized I got. Me, myself and I That’s all I got in the end That’s what I found out And it ain’t no need to cry. I took a vow that from now on. I’m gonna be my own best friend’ Bij jezelf teruggekomen, ben je je eigen beste vriend en werk je aan je eigen waarde en je zelfvertrouwen. En verder? Een scheiding heeft naast negatieve ook positieve kanten. In therapie onderzoek je wat er fout ging en wat er goed ging. Als mens leer je in een relatie jezelf beter kennen. Die goede dingen neem je mee in je leven en misschien bij een volgende relatie. Met opgeheven hoofd! Me, myself and I is de keuze voor jezelf, je eigen waarde. Het ‘JA.’ houdt in: ‘Ja, ik wil mezelf beter leren kennen.’ 30
PSC
Er is geen oog meer voor andere goede eigenschappen. Maar zo werkt het niet in relaties. Als alles zo perfect en duidelijk is, lijkt het alsof er haast geen ruimte is voor verandering en persoonlijke groei. Juist in een liefdesrelatie leer je van elkaars tekortkomingen en groei je naar elkaar toe. Dat heeft tijd nodig en geduld. Geduld met jezelf en geduld met degene die je liefhebt. Een uitspraak van Grün is: ‘Alleen wie met zichzelf geduld heeft, is in staat om de ander te accepteren en lief te hebben zoals hij is.’ Het ‘JA.’ geeft aan dat je wilt oefenen in geduld.
Liefde en vrijheid in verbondenheid Liefde laat je bloeien en is tegelijkertijd ook heel broos. Als je claims legt en voortdurend bang bent om je geliefde kwijt te raken, verlies je hem ook echt. Hoe meer je je vastklampt en je geliefde geen ruimte laat, des te groter is de kans op verlating. Je geliefde heeft lucht en ruimte nodig. Dit heeft ook een andere kant. Die is dat je jezelf zo aanpast dat je je eigen authenticiteit verliest. Beide partijen hebben ruimte nodig. In een relatie is het dus een zoeken naar een balans tussen vrijheid en verbondenheid. In liefde ben je verbonden en ervaar je eenheid. En tegelijkertijd gun je elkaar de vrijheid en ben je bereid om los te laten. Helaas wordt in relaties verbondenheid vaak verward met gebondenheid in de zin van knellen en vasthouden. Kahlil Gibran zei het zo: ‘Laat openingen in uw samenzijn zodat de hemelwind tussen u danst.’ Met ‘JA.’ beloven de geliefden elkaar vrijheid in verbondenheid.
Liefde en het geheim van het hart In de parabel van de Kleine Prins van Antoine de Saint-Exupéry staat een verhaal over de zoektocht naar geluk. De vos zegt: ‘Hier is mijn geheim: het is heel eenvoudig: je ziet alleen maar goed met je hart. Wat essentieel is, is voor de ogen onzichtbaar.’ De uitleg is: als je alleen maar kijkt met je ogen, zie je boosheid, ontevredenheid en ergernis bij de ander. Probeer daarom te kijken met je hart. Probeer te kijken zonder alle negatieve emoties, zonder wrok en zonder haat. Door je onbevangen open te stellen voor de ander ben je in staat om al het
TP.NET
goede en alle schoonheid in de ander aan te spreken en kun je je door die ander laten inspireren. Zo geef jij de ander de ruimte om te bloeien en zichzelf te ontwikkelen. En dat is meteen ook goed voor jezelf. Met ‘JA.’ geef je aan dat je wilt kijken met je hart.
Leer jezelf kennen! Door een relatie leer je jezelf beter kennen. Die kennis kun je verdiepen door de wijsheid van schrijvers, dichters en filosofen. Zij houden ons een spiegel voor die ons leert te vertrouwen op onze eigen waarde, ons geduld te oefenen, ons open te stellen voor de ander en te kijken met ons hart. Daar word je een beter en gelukkiger mens van met veel verschillende facetten. En tot slot: wees vooral niet bang, je mag opnieuw beginnen! Freek de Jonge schreef er een prachtig lied over.
Wees niet bang Wees niet bang je mag opnieuw beginnen vastberaden doelgericht of aarzelend op de tast houd je aan regels volg je eigen zinnen laat die hand maar los of pak er juist een vast wees niet bang voor al te grote dromen ga als je het zeker weet en als je aarzelt wacht hoe ijdel zijn de dingen die je je hebt voorgenomen het mooiste overkomt je het minste is bedacht wees niet bang voor wat ze van je vinden wat weet je van een ander als je jezelf niet kent verlies je oorsprong niet door je te snel te binden het leven lijkt afwisselend maar zelfs de liefde went
PLATFORM TPNET Transpersoonlijk.net (TPnet) is een zelfstandig platform voor de therapeut, psycholoog, filosoof, kunstenaar en belangstellende. Centraal staan de inzichten uit de transpersoonlijke psychologie (C.G. Jung, Assagioli, Ken Wilber, ...) en de wereld van transpersoonlijke ervaringen. Dit laatste gaat om ervaringen van schoonheid en eenheid. Voor transpersoonlijke therapie geldt de benadering dat problemen kunnen worden gezien als mogelijkheid tot persoonlijke ontwikkeling en groei. Verder biedt de website van TP.net actuele informatie over workshops/trainingen/cursussen/evenementen. Alles gericht op het ont-moeten en leren van elkaar. Actueel zijn nu: Leertraject “Kracht van zelfkennis” - Een leertraject voor therapeuten en coaches die meer zelfkennis op diepere niveaus van bewustzijn willen verwerven en die vanuit deze basis anderen willen gidsen. http://www.transpersoonlijk.net/ enneagram-kracht-zelfkennis/ De website krijgt een andere lay-out en voor leden is het straks mogelijk om zelf hun activiteit toe te voegen. Neem dus af en toe een kijkje op transpersoonlijk.net om de mogelijkheden te ontdekken. Meer informatie: www:transpersoonlijk.net info@transpersoonlijk.net Piet van Gijssel, tel. 050-5423892
wees niet bang je bent een van de velen tegelijk is er maar een als jij dat betekent dat je vaak zult moeten delen en soms zal moeten zeggen laat me vrij Bronnen: Anselm Grün, A. de Saint Exupery, J. Armatrading, F. de Jonge, K. Gibran PSC
31
STRIP AUKE HERREMA
www.aukeherrema.nl
Bloesem-remedies brengen de emoties in evenwicht en bevorderen daardoor indirect de gezondheid. De oorzaak aanpakken op een veilige manier.
‘Tristan lacht weer.’ Moeder van Tristan
De Dr. Schüssler Celzouten van Adler beziien kracht en kwaliteit. Zijn de cellen gezond, dan is ook het lichaam gezond. De mineralen zijn verwreven en niet geschud. Celzouten div. nummers in poedervorm, 10 verschillende mengsels, b.v. combinatie 1 t/m 12, het energie Met de hand verwreven mengsel. Alles in 250 gr. en 1 kg.
Essentïele oliën en producten voor de aromatherapie, biologische cosmetica. Het grootste assortiment biologische oliën, airsprays en massage oliën. Winkel: De 3Vrouwen St.Jansstraat 5 - 5964 AA Meterik Tel: 077-3526885 www.de3Vrouwen.nl
De kracht van een lach. 32
104x118.indd 1
PSC
WWW.BLOESEM-REMEDIES.COM Bloesem Remedies Nederland
Tel: 077-3987826 / 077-3989011 E-mail: info@bloesem-remedies.com
COLUMN MARTINE CLAUSEN
MARTINE CLAUSEN, LIEFDE-VOL
Iedereen kent wel het fenomeen dat dingen je pas opvallen zodra je je erop focust. Ik kan me nog goed herinneren dat ik, toen ik net zwanger was, ineens overal kinderwagens en dikke buiken zag. En toen ik autorijles had, regende het ineens leswagens. Peinzend over het fenomeen focus, realiseerde ik mij dat het in voornoemde gevallen zo was, dat ik ze opmerkte zodra ik er zelf mee te maken kreeg. Nu las ik onlangs een zeer intrigerend boek over een vrouw die op sterven lag. Zij had terminale kanker en werd met spoed naar het ziekenhuis gebracht, omdat ze in coma raakte. De artsen konden niets meer doen en de familie werd snel opgebeld dat ze nu moesten komen, omdat de vrouw de nacht niet meer zou halen. Maar de vrouw haalde niet alleen de nacht, sterker nog, toen zij uit de coma was, bleek de kanker verdwenen. Al haar vreselijke wonden genazen binnen een paar dagen, maar bovenal voelde zij zich prima. Zij bleek een bijna-doodervaring te hebben gehad en kon dingen vertellen die de doktoren hadden gezegd ergens anders in het ziekenhuis. Het belangrijkste dat ze tijdens haar BDE had ervaren, was een gevoel van onvoorwaardelijke, pure liefde. Ze voelde zich omringd door en doordrenkt van de meest liefdevolle energie die ze nog nooit eerder had gevoeld. Ook zag zij haar overleden vader en vriendin, die haar zeiden dat het haar tijd nog niet was en haar terugzonden.
mij enorm raakte in haar relaas (en bij het horen op YouTube in interviews met haar), waren haar uitstraling en manier van praten. Ze zei: ”Het is mijn taak om te vertellen dat we met zijn allen veel te hard bezig zijn met ‘goede mensen’ te zijn. We zijn doordrenkt van schuld en schaamtegevoelens, maar dat hoeft helemaal niet. We worden allemaal zo diep liefgehad. Zo onvoorwaardelijk.” En toen dacht ik weer aan focus. Ik dacht: het verhaal van deze vrouw is waar, want de artsen in het ziekenhuis stonden paf over haar genezing. Ze hadden haar al jaren onder behandeling, dus hadden allerlei bewijzen van haar ziekte, en nu waren alle kankercellen zomaar verdwenen. Als dat waar is, bedacht ik, dan is dat verhaal van die liefde ook waar. Dus toen vroeg ik mij af: hoe kan het dat wij deze onvoorwaardelijke liefde niet ervaren? Een van de redenen is waarschijnlijk dat, waar ik het aan het begin van dit stukje over had: focus. Wij richten ons niet op onvoorwaardelijke liefde. Ik besloot een experiment uit te voeren: ik nam mij voor om overal waar ik mij bevond, mijn focus te richten op het zien en opmerken van onvoorwaardelijke liefde. Dus toen ik op de fiets naar de stad ging en moest wachten bij een stoplicht, merkte ik op hoe een kindje door haar moeder geroepen werd om samen over te
steken. En hoe het kindje haar handje in dat van haar moeder legde en naast haar mee huppelde. Ik glimlachte. Ik zag liefde. En toen ik een stukje verderop langs een sloot reed, zag ik een oudere heer met grijs haar eendjes voeren. Zo rustig, zo eenvoudig. Dat was ook liefde. Toen ik in de middag bij mijn ouders langsging, stond mijn vader net op het punt om een stukje te gaan wandelen. ‘Wim, neem de plu mee, voor de zekerheid’, zei mijn moeder, terwijl ze een opvouwbare paraplu aan hem gaf. Weer liefde. Toen ik mijn fiets in de schuur zette en er een vlinder voorbij fladderde, zag ik weer liefde. Liefde bleek overal te vinden, als ik maar keek. Liefde is de grondslag van het universum. Wij zijn erin geboren, wij zijn ervan doordrenkt, we ademen erin. Als we liefde vergeten zijn, dan hoeven we ons er alleen maar op te focussen en dan voelen wij haar ook. Niet de voorwaardelijke liefde die iets van je terug wil, nee, de onvoorwaardelijke liefde die je wordt geschonken. Zomaar, omdat het Universum niet anders kan. PS. het boek heet Ik moest dood gaan om mezelf te genezen door Anita Moorjani
Helaas ontbreekt het mij hier aan ruimte om dat ongelofelijke verhaal te vertellen. Daarvoor raad ik het boek aan. Maar wat PSC
33
ZINTUIGENPRIKKELS
In deze rubriek bespreken we elke editie vakgerel a te e r d e b o e ke n , c d ’s , d vd ’s e n ap p s .
Mindful sex De eenvoudige principes van mindfulness leiden tot een beter seksleven en worden in dit boek toegelicht. Het boek Mindful sex gaat over een van de belangrijkste drives van de mens: seks. We denken er vrijwel voortdurend aan, maar vragen ons tevens af of we wel sexy en goed in bed zijn, en of de band met onze geliefde wel intiem genoeg is. We hunkeren naar de hemelse seks die anderen in onze ogen wel ervaren, maar voelen ons tegelijkertijd belemmerd door onze eigen tekortkomingen. Door mindfulness in bed toe te laten, geniet je van het moment, ben je niet meer zo bezig met wat er wel en niet moet en heb je minder last van remmingen. Vertrouwen, begrip voor elkaar (en voor je eigen wensen), tederheid en intimiteit nemen toe. Door het rustiger aan te doen, minder op het orgasme gericht te zijn en te genieten van de gehele seksuele beleving kun je je seksleven naar een hoger plan tillen. Mindful sex is de sleutel tot een beter, intiemer en bevredigender seksleven. Mindful sex, Claudia Blake Uitgeverij Kosmos, ISBN 9789021553832
Leren liefhebben Vanaf de eerste vlinders in je buik tot de laatste kus: in je relatie kun je kiezen voor spiritualiteit. Spiritualiteit maakt het niet alleen mogelijk om het fijn te hebben met elkaar, maar biedt ook een prachtige kans om je innerlijk te ontwikkelen. Want in de ontmoeting met de ander kom je jezelf tegen, met al je positieve eigenschappen, maar ook met je schaduwkanten. In dit boek staan onder meer praktische tips om ruimte te scheppen in je relatie. Voor-wathoort-wat maakt dan plaats voor aandacht, ruilen wordt geven en dankbaar ontvangen. Zo breng je jezelf en je partner tot bloei. Een heerlijk boek voor prille verliefden én voor partners die al jaren samen zijn. Vincent Duindam is huisman, ‘zorgend vader’ van twee dochters, schrijver en psycholoog aan de Universiteit van Utrecht. Hij is auteur van verschillende boeken over ouderschap en relaties, publiceerde een bundel haiku en schrijft als freelancer voor Happinez, Psychologie Magazine en VolZin. Zijn onderzoeksthema’s zijn socialisatietheorie en ‘mannen en zorg’. In 2009 werd Duindam door minister Plasterk genomineerd voor de Moderne Man Prijs. Leren liefhebben, Vincent Duindam Uitgeverij Ten Have, ISBN 0789025902988
34
PSC
ZINTUIGENPRIKKELS
Gewoon single Het leven van de gemiddelde single gaat niet altijd over rozen. Vooral de zoekende single heeft brede schouders nodig om de vele opmerkingen, vragen en (voor)oordelen op te vangen. Als je alleen bent, ben je per slot van rekening maar ‘zo alleen’, daar wordt niemand vrolijk van. Is er wat mis met de single? Ligt het ergens ‘ook een beetje aan henzelf’ dat ze single zijn, want ‘ze is ook best moeilijk en veeleisend hoor’. Een single moet stiekem of openlijk ongelukkig zijn, lijkt wel. Maar ook al zijn er sneue momenten, de single is niet zielig en zit niet thuis weg te kwijnen; het beeld over de single moest worden aangepakt. Aan de hand van interviews en persoonlijke verhalen schetst Karin Ramaker een realistisch beeld van de singles van nu: de voordelen van de alleenheerschappij in je eigen huis, de goedbedoelde maar soms kwetsende adviezen van de omgeving, de absurde ervaringen in het online daten, kortom, de ups en downs van het single-bestaan. Herkenbaar, hilarisch en soms confronterend voor iedereen die single is. Karin Ramaker (1973) is blogger en initiatiefnemer/organisator van allerlei (crossmediale) internetprojecten. Verder verzorgt ze blogworkshops en geeft ze blogadviezen voor bedrijven. Eerder verscheen van haar: Opkrabbelen, nadat je op je bek bent gegaan.
Buddhist Boot Camp In het boeddhisme gaat het om trainen van de geest, in een bootcamp om een intensieve fysieke training voor mensen met weinig tijd. Buddhist Boot Camp combineert elementen van beide. Het gaat over relaties, emoties, carrière en andere thema’s uit het dagelijks leven. De hoofdstukjes kunnen in willekeurige volgorde gelezen worden. Timber Hawkeye beschrijft technieken om met meer aandacht te leven. Iedereen kan ze toepassen, want je hoeft geen boeddhist te zijn om gemotiveerd te worden door Boeddha’s leer. Los van religie, ras of volk, kleur, geslacht, seksuele voorkeur, leeftijd, talent, flexibiliteit of kwetsbaarheid - als je goed doet, voel je je goed, en als je slecht doet, voel je je slecht. Boeddhisme draait niet alleen om meditatie, maar ook om je mouwen oprollen en iets van het lijden in de wereld verzachten. Ben je bereid voor de vrede te vechten in het leger van de liefde? Welkom bij Buddhist Boot Camp! Timber Hawkeye wil wakker schudden, verlichten, verrijken en inspireren om in harmonie te leven met de wereld in ons en buiten ons; dit alles zonder enig sektarisme. Buddhist Boot Camp, Timber Hawkeye Uitgeverij Ten Have, ISBN 9789025903404
Gewoon single, Karin Ramaker ISBN 9789055947935, Uitgeverij Scriptum
Houd van Mij
Overgevoelige en paranormale kinderen zijn niet gek, ziek of speciaal, maar voor veel volwassenen is het wel moeilijk om met deze kinderen om te gaan, zeker als zij zelf niet overgevoelig zijn. Wat gaat er in ze om? Wat zien en voelen ze? In dit Handboek voor overgevoelige kinderen geeft Norma Prikanowski uitleg, achtergronden, tips, oefeningen en technieken en legt zij uit hoe kinderen gecoacht kunnen worden. Een gedegen, up-to-date handboek dat zowel ouders als professionals kan ondersteunen.
Dit boek richt zich op het allerbelangrijkste dat je kunt leren: liefde geven én begerenswaardig worden. Al het geluk, gezondheid en overvloed die een mens kan ervaren in het leven, staan hiermee in directe verbinding. Openstaan voor liefde, ook voor liefde voor jezelf, is de voorwaarde om volwassen en gelukkig te worden. Als je weet hoe je de blokkades opheft die daarbij in de weg staan, kom je tot grote hoogten op het gebied van relaties, werk en uiteindelijk het leven zelf. Robert Holden combineert een groot psychologisch inzicht met een toegankelijke presentatie. Hij heeft een uniek programma over de liefde ontwikkeld, dat hij wereldwijd presenteert. Dat programma heeft hij bewerkt tot dit boek. Hij heeft inmiddels duizenden mensen geholpen.
Handboek voor overgevoelige kinderen, Norma Prikanowski ISBN 9789020209969, Uitgeverij Ank-Hermes
Houd van Mij, Robert Holden Uitgeverij Servivre, ISBN 978021555294
Handboek voor overgevoelige kinderen
PSC
35
SUPERVISIE
Door: Wim Jurg Wat is supervisie? De meeste gebruikte, korte begripsomschrijving is die van Frans Siegers uit het Handboek Supervisie:
geen beschouwingen opgezet omtrent het functioneren van de supervisant in zijn werk, maar hij wordt op methodische wijze gestimuleerd tot zelfreflectie in het hier en nu. De relatie met de supervisor is daarbij een cruciaal instrument voor de kwaliteit van die zelfreflectie. Samenvattend is de begripsomschrijving van Henri Zier uit zijn Voor het eerst supervisie veelzeggend:
“Supervisie is een methode op het gebied van “Supervisie onderscheidt zich van de andere scholingsmiddelen in opleidingen en van andere vormen van werkbegeleiding in opleiding en deskundigheidsbevordering, de praktijk door continue aandacht voor mogelijke leerbelemgericht op het leren zelfstandig en integra- merende persoonlijke ervaringen van de supervisant én door volledig ruimte te geven voor de leerbevorderende persoonlijke tief te functioneren in de uitoefening van een manier van leren van de supervisant.” dienstverlenend beroep, waarin het doelgeWerkvormen van supervisie richt hanteren van de relatie tussen werker en Supervisie kan in verschillende werkvormen gegeven worden. Bij de individuele supervisie is de verhouding 1:1. Hierbij krijgt anderen een belangrijke rol speelt.” Karakteristieken van supervisie: •
•
•
•
•
• 36
Supervisie is een methode, gericht op deskundigheidsbevordering. Dat betekent dat supervisie systematisch, doelgericht en procesmatig van opzet is. Supervisie richt zich op een tweetal niveaus. Het eerste niveau is integratie van denken, voelen en handelen van de supervisant. Het tweede integratieniveau betreft de aspecten persoon, beroep en werksituatie. Concreet betekent dit dat de supervisant situaties uit zijn dagelijkse werksituatie aandraagt in de supervisie. In het supervisieproces wordt dan systematisch, doelgericht en procesmatig, integratie nagestreefd m.b.t. het denken, voelen, handelen van de supervisant, gerelateerd aan de persoonlijkheid van de supervisant, zijn concrete werksituatie en de kenmerken en eisen van zijn professie. Doel van deze integratie kan als volgt omschreven worden: ”Supervisie richt zich op de groei van genegenheid, begrip, kunde en durf van de supervisant in zijn contacten met de dienstafnemers.” (Henri Zier: Voor het eerst supervisie) Supervisie beoogt de eigen leerstijl van de supervisant bewust te maken, daarbij aan te sluiten en te verdiepen. De leerstijltest van Kolb wordt daarbij veel gebruikt. Aansluiten bij leerstijlen en de hierboven genoemde integratieniveaus vooronderstellen dat het in supervisie vooral om reflectie gaat op het eigen, persoonlijke, beroepsmatige functioneren in de beroepspraktijk. Daarbij zal er aandacht zijn voor de persoon van de supervisant, zijn achtergrond, karakter, motieven en gedragspatronen. De reikwijdte en diepte daarvan wordt aangegeven en begrensd door het ingebrachte werkmateriaal uit de dagelijkse praktijk. Reflecterend werken is het instrument bij uitstek dat leidt tot ervarend leren in het hier en nu. In supervisie worden PSC
de supervisant veel individuele aandacht en is de supervisie op maat gesneden. We noemen dit ook wel ‘dyadische supervisie’. Verder is er ook supervisie aan twee supervisanten tegelijk. Dit noemen wij ‘triadische supervisie”. Hierbij wordt de aandacht verdeeld over twee personen, maar er is meer ruimte voor diversiteit in casuïstiek. Ook biedt de supervisor gelegenheid om hen achtereenvolgens te helpen om elkaar te begeleiden en daarmee de begeleidingsvaardigheden te ontwikkelen. De aantallen supervisanten kunnen nog groter worden bij groepssupervisie. Vanaf drie studenten spreekt men hiervan. Al naar het beroepsveld is het maximumaantal supervisanten vier t/m acht. In het agogische veld is vier het maximum. In het pastoraat gaat men zelfs tot acht personen. We denken hierbij aan het KVP-model (Klinische Pastorale Vorming). Bij de laatste vormen van groepssupervisie dient de supervisor ook kennis te hebben van groepsdynamica naast andere vaardigheden waarover hij dient te beschikken. Bij sommige vormen van supervisie wordt de nabijheid van de supervisor t.o.v. de therapeut en de cliënt groter dan bij de gangbare supervisie. De supervisor is nl. aanwezig bij de therapie die door de therapeut gegeven wordt. Zijn aanwezigheid kan concreet zijn doordat hij in de ruimte waar de therapie gegeven wordt, aanwezig is, ofwel hij observeert via een doorkijkspiegel hoe het proces verloopt. Voor de therapeut kan dit zeer bedreigend zijn, omdat hij a.h.w. op de vingers wordt gekeken. Anderzijds is het daardoor mogelijk om de noodzakelijke feedback concreter te verschaffen. Deze vorm van supervisie wordt slechts zeer beperkt toegepast in bepaalde situaties, zoals groepstherapie, gezinstherapie en echtpaartherapie. Om de kwaliteit als supervisiewerkvorm te kunnen waarborgen moet er na afloop niet alleen ruimte zijn voor feedback, maar
WIM JURG
Dit had als resultaat dat ik zelf ook een goed en veelzijdig supervisor wilde worden. Dat werd echter een lange weg met begeleiding door diverse supervisoren. Die weg strekte zich uit over de diverse werkvelden van pastoraat, psychologie en psychotherapie. Ik kon dit volbrengen, omdat het samen ging met de praktijkervaring. De opleiding tot supervisor heb ik bij het toenmalige PVO te Amsterdam voltooid. Hierna volgde een periode van SOS: supervisie over supervisie. Op die wijze ben ik opgeleid tot senior supervisor met de bevoegdheid om mensen op te leiden tot supervisor. Dat mocht ik vele jaren doen en tegen die achtergrond is dit boek ontstaan. Overigens ben ik van mening dat de professionele en persoonlijke groei even belangrijk zijn. Na diverse trainingen in Nederland kon ik in Chicago bij Gendlin afstuderen als mondiaal erkend trainer in de focustherapie. Aansluitend heb ik bij het RINO elk van de vier hoofdstromingen van de psychotherapie bestudeerd en ook modules gevolgd in de neurologie en neuropsychologie.
ook voor reflectie. Het is belangrijk dat de supervisant er blijvend voordeel bij heeft en zonder het laatste aspect van de reflectie zal dit niet voldoende gebeuren. De groepssupervisie is bij uitstek geschikt om na afloop omgezet te worden in intervisie, want de supervisant heeft zo geleerd om niet alleen te reflecteren op het werkmateriaal, maar ook om collega’s te begeleiden in hun groeiproces. Intervisie wordt soms te vroeg ingezet en kan dan leiden tot gebrek aan kwaliteit. Om groepen in de omschakeling te helpen, bestaat het beroep van intervisor. Dit is een supervisor die deskundigheid heeft verworven in het begeleiden van groepen en het opzetten van een goede intervisie. Bovenstaand artikel komt uit het boek Basisprincipes van supervisie door drs. W. Jurg.
Na mijn hartaanval in 2009 kreeg ik het verlangen om mijn kennis en ervaring vast te leggen in enkele boeken over deze vakgebieden. Hier heb ik in 2013 aan mogen werken en inmiddels zijn er drie boeken afgerond. Het tweede boek gaat over de principes voor supervisie. Dit is het meest uitgebreide boek. In hoofdstuk 5 wordt gesproken over diagnostiek en indicatie. Dit is een belangrijk onderdeel van het boek en de inhoud daarvan sluit aan op mijn eigen interesses. Dit heeft geresulteerd in mijn derde boek met als titel Van Classificatie naar diagnose. In dit boek spreek ik o.a. over de noodzaak van een second opinion onder de noemer “statische en dynamische diagnose”. Sinds kort is dit iets dat me meer en meer bezighoudt vanwege de implicaties die hiermee verbonden zijn voor opvangcentra en klinieken. In het boek over supervisie worden alle werkvelden en therapievormen besproken, die relevant zijn voor het vak van supervisor. Wel in beknopte vorm. Het boek is goed te gebruiken voor diverse opleidingen, maar ook voor zelfstudie.
St. Tabitha, Anerweg-Noord 86, 7775 AV Lutten.
In dit stukje wil ik graag beschrijven hoe mijn boek tot stand is gekomen en uitgegeven op 80-jarige leeftijd. Zoals bij iedere supervisor is het begin van je loopbaan eenvoudig, omdat je hulp krijgt bij de werkuitvoering. Dat heb ik zelf tijdens de KPV-opleiding ervaren bij de afronding van mijn doctoraal studie Pastorale Psychologie onder supervisie van pater Van Tienen, een bekwaam supervisor die in Amerika is opgeleid. Zijn stijl als deskundig theoloog en psycholoog sprak mij erg aan.
PSC
37
COLOFON
U vindt de NFG niet alleen op
FACEBOOK maar sinds kort ook op
Om het voor u als zorgondernemer mogelijk te maken contact te leggen met collega’s uit uw regio en de onderlinge verbinding meer kracht bij te zetten, vindt u de NFG sinds kort ook op LinkedIn. Hoe meer mensen zich aansluiten hoe makkelijker u kunt zien wie er werkzaam is in uw regio. U kunt dan bijvoorbeeld samen uw gemeente benaderen en samen initiatieven ontwikkelen zoals beschreven in de vorige editie van PSC Magazine. Deze initiatieven willen we graag met u delen, zodat we met elkaar kunnen werken aan nog betere zorg.
ZELF IETS BIJDRAGEN? Wilt u zelf iets bijdragen aan PSC Magazine? Stuur dan een e-mail aan onze redactie: redactie@pscmagazine.nl.
PSC MAGAZINE, DE INFORMATIEBRON VOOR PROFESSIONALS IN DE PSYCHOSOCIALE GEZONDHEIDSZORG AANGESLOTEN BIJ DE NFG, ROSEGARDEN EN TP.NET Hoofdredactie Sacha van den Ende E-mail: sacha@pscmagazine.nl Bladmanagement: Maartje Albert E-mail: maartje@pscmagazine.nl Eindredactie: Marianne Smits Redactieadres Sabangstraat 9 2612 BJ Delft Telefoon: +31 (0)6 12 98 64 89 E-mail: redactie@pscmagazine.nl Uitgever Inspired Publishing Contactpersoon: Sacha van den Ende Sabangstraat 9 2612 BJ Delft Telefoon: +31 (0)06 23 63 38 65 info@inspiredcommunications.nl
38 38 PSC
Vormgeving Eefje Kleijweg www.eefjekleijweg.com Druk Drukkerij Bestenzet bv, Zoetermeer Lezersservice PSC Magazine verschijnt zes keer per jaar. Het wordt in 2014 toegezonden aan alle leden van beroepsorganisatie NFG (Nederlandse Federatie Gezondheidszorg), TP.net en Rosegarden. Abonnementen Jaarabonnementen per zes nummers: € 39,95. De abonnementsprijs dient bij vooruitbetaling te worden voldaan. U ontvangt hiervoor een factuur. Nieuwe abonnementen kunnen op elk moment van het jaar ingaan. Opzegging dient schriftelijk, ten minste 2 maanden voor afloop van de abonnementsperiode te worden ingediend bij de uitgever. Adreswijzigingen Adreswijzigingen graag zo spoedig mogelijk schriftelijk indienen bij de uitgever per post of per e-mail: abonnement@pscmagazine.nl
Losse edities Kijk voor losse edities op www.pscmagazine.nl Disclaimer De informatie in dit blad is uitermate zorgvuldig opgesteld en gecontroleerd. De uitgever is evenwel niet aansprakelijk voor de inhoud van ingestuurde c.q. aangeboden artikelen, product-informatie en voor eventuele schade als gevolg van vermeende (medische) adviezen, onverhoopte onjuistheden en/of onvolledigheden. De uitgever draagt geen verantwoordelijkheid voor de inhoud van advertenties. Informatie over gebruikte bronnen kan opgevraagd worden bij de redactie. ©Copyright Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Inspired Publishing. Alle rechten voorbehouden.
"Merk je ook dat je verder wilt?" + Specialist in sekse specifiek & lichaamsgericht werken
+ Supervisie voor hulpverleners + Training op maat
In- & outdoortraining in teamverband en individueel o.a. “Een taal erbij” en “Geweldloos verzet in gezinnen”.
VOOR EBSITE ONZE W D BEZOEK TUELE AANBO CHING HET AC A O C & G TRAININ
WWW.IKOS - HARDERWIJK.NL
Koots òf coach?
OS_PSC_105x74.indd 2
17-01-13 (w 3) 15:49
HET AANTAL PATIËNTEN MET CHRONISCHE PIJN EN CHRONISCHE STRESS STIJGT! Vergroot nu uw kennis en vaardigheden middels een korte, geaccrediteerde bijscholing waarin u leert uw patiënten effectief te behandelen met behulp van de CPSS methode. Meer info: www.cpsscentrum.nl
krachtige leerstrategie.
of stuur een email naar info@cpsscentrum.nl
Kijk voor informatie op: opleiding.ke rnvisie
methode.nl
Verlies en Verlangen
Praktijk voor psychodynamische therapie en persoonlijke ontwikkeling
Trainingen in 2014 Omgaan met rouw en verlies
2-daagse training: voor professionals die werken met cliënten met een rouw- en/of verlieservaring
Stil Verlangen, de onvervulde kinderwens
2-daagse training: voor professionals die werken met cliënten met een onvervulde kinderwens. Data: zie www.verliesenverlangen.nl accreditatie voor NFG, NVPA en Adiona leden 06-27865750 www.verliesenverlangen.nl info@verliesenverlangen.nl
€ 250-
GRATIS ADVERTENTIE
VAKANTIE IS WIELEWAAL
VAKANTIE IS... ...SPIERPIJN VAN HET LACHEN
Stichting Wielewaal zoekt vrijwilligers om kinderen, jongeren en volwassenen met een beperking een onvergetelijke vakantietijd te bezorgen. Maak jij het mogelijk? www.wielewaal.nl/ vrijwilligers
Kenners Kiezen Kwaliteit
Meer informatie: www.nutrisan.com