TCC Magazine editie 5-2019

Page 1

ED I TI E 5 - 2 01 9 - JAARG ANG 9

INTERVIEW MET

Thomas Hontelez Zelfgekozen levenseinde STRESS BIJ JONGEREN

Wat kun je doen?


Pulse

(Visolie + Q10)

Lamberts PULSE is een superieure 2x daagse formule met 1300mg zuivere visolie en 100mg co-enzym Q10 (CoQ10). Toepassingen Deze capsules bevatten een geconcentreerde visolie die maar liefst 1040mg omega 3 vetzuren per 2 capsules leveren, en is derhalve een van de krachtigste op de markt. De visolie ondergaat een geavanceerd zuiveringsproces dat ervoor zorgt dat de olie geurvrij is. Verder zijn de gehaltes aan verontreinigingen ver onder de toegestane strenge EU-limieten. De olie in de capsule is beschermd tegen oxidatie door de toevoeging van natuurlijke vitamine E (en CoQ10). De meest heilzame ingrediĂŤnten zijn de twee omega 3 vetzuren EPA en DHA. Deze formule bevat maar liefst 715mg EPA en 286mg DHA per 2 capsules. EPA en DHA dragen bij tot een normale hartfunctie. Dit gunstige effect wordt verkregen met een dagelijkse inname van minimaal 250mg EPA en DHA.

n u e t s r e d n t O r a h e j

www.lamberts.nl

Een ander belangrijk nutriĂŤnt in deze formule, is co-enzym Q10. Lamberts Pulse bevat hiervan maar liefst 100mg per 2 capsules. Deze voedingsstof wordt vaak aanbevolen in combinatie met de hierboven genoemde Omega 3 vetzuren.Pulse bevat de CoQ10 in zijn natuurlijke vorm.


VOORWOORD

Bos Ik hou van de herfst. En ik hou van het bos. Het bos is altijd mooi, maar in de herfst is het op de een of andere manier intenser. Het is meer ‘bossig’. Het ruikt sterker en ik beleef de bomen, struiken, takken en bladeren dieper. Voor mijn hoofd is niets beter dan een wandeling in het bos. Dan kom ik weer tot mezelf en tot rust. Het liefst zou ik iedere dag even een stukje gaan lopen. Sommige dagen lukt dat, andere dagen niet. Ik neem ook wel eens een van de kinderen mee. Dan is de wandeling anders, want dan ren ik achter een fiets aan of loop ik uiteindelijk met een kind op m’n nek dat moe is van het rennen. En ook al ben ik tijdens de wandeling met kind minder bezig me bewust te ontspannen, bij thuiskomst voel ik me toch een stuk rustiger en opgeladen. En ik zie het ook aan de kinderen. Die lekkere rode wangen en frisse en open blik. Dat wandelen iets met je doet, lijkt al heel lang bekend. Al honderden jaren maken mensen pelgrimstochten. ‘Van oorsprong ging het om een verbinding met God’, vertelt religiewetenschapper en docent levensbeschouwing Thomas Hontelez ons. ‘Een manier om zonden af te lossen en in het reine te komen met jezelf zoals dat in de (christelijke) traditie werd gezien. Lopen naar verschillende bedevaartsoorden, naar relieken of graftomben van martelaren bracht mensen dichter bij God.’ Wanneer je pelgrimeren in de huidige tijd zet, is het een manier om jezelf te leren kennen of je te verdiepen in wie je eigenlijk bent. Maar hoe werkt dat dan precies? Hontalez schreef hier een boek over: Wandelen naar wijsheid – Lessen voor de pelgrim. Daarin beschrijft hij zijn eigen ervaringen en zijn visie op het fenomeen. Het is zeker een inspiratieboek voor wie een pelgrimswandeling overweegt, maar ook voor wie geïnteresseerd is in alles wat bijdraagt aan geestelijke ontwikkeling.

Voor deze editie spraken we ook met Jeltje Weijer en Karin Hermelink. Beiden zijn het traject ingegaan met Zorgtender om een aanvraag te doen voor een zorgcontract bij de gemeente. Voor beiden loopt het traject nog; dat wil zeggen dat ze nog geen toezegging hebben gekregen. Wat het tot nu toe heeft opgeleverd is een goed werkend kwaliteitssysteem. Jeltje zegt hierover: ’Het kwaliteitssysteem is een soort houvast en biedt mij structuur. Het is een systeem dat ik achter de hand heb, zodat ik niets over het hoofd kan zien. In ons werk hebben we tenslotte toch te maken met steeds meer wet- en regelgeving.’ In de volgende editie spreken we met 2 andere therapeuten die een aanvraag hebben gedaan en horen we hoe Jeltje en Karin er nu voor staan. Deze twee onderwerpen zijn natuurlijk slechts een tipje van de sluier van wat we in deze editie van TCC Magazine kunnen lezen. We hebben weer artikelen verzameld over uiteenlopende onderwerpen. Carien Karsten schrijft over stress bij jongeren en Yonda Poslavsky schrijft over Method of Levels. Ik wil je weer veel leesplezier wensen. Ik trek nog gauw even mijn jas aan voor een wandeling hier in het bos. Even m’n hoofd leegmaken en wie weet welk inzicht ik opdoe! Sacha van den Ende Hoofdredacteur

TCC Magazine | 3


H E T T W E E D E B O E K VA N L U CAS F L A M E N D

Een onmisbare handleiding voor de epigenetische behandeling van ADHD, verslavingen, afbouwen van psychofarmaca en de glutamaat problematiek. VER SC HIJNT BE GIN NOVE MBE R

WWW. EX EN DO-EPI G EN OMI CS. COM


INHOUDSOPGAVE

6

23

33

62

Voorwoord

3

Column Willem Pinksterboer

41

Inhoudsopgave

5

Hoofdpijn en migraine Jan Blaauw

42

Interview met Thomas Hontelez

6

3 Wegwijzers naar meer zelfzorg

47

Nieuws Bedrijfsartsen melden 3.854

11

voor hulpverleners HÊlène van Oudheusden

beroepsziekten in 2018

Van angst naar liefde Samsara

48

Column Wilma de Haas

13

De adviseur legt uit...

51

Ja, ik heb een zorgcontract aangevraagd!

14

Bio-energetica en de systeemspecialist NKS

52

Cytokines en depressie onder de loep

17

Mannen: er is meer dan alleen praten Rosegarden

55

ALIP na een jaar een feit

18

De meerwaarde van EMDR in de praktijk

57

Opleiding tot basiscoach

21

Dolly van de Wint

In de praktijk: Zelfgekozen levenseinde: het is

23

Method of Levels Yonda Poslavsky

58

Op de beeldbuis

61

goed zo Interview met Marlyn de Korte

29

Dementie Tpnet

62

Mind, een reis naar de essentie

33

In de boekenkast

65

Colofon

66

van ons mens-zijn Ria Teeuw Stress bij jongeren. Wat kun je doen?

37

Carien Karsten

TCC Magazine | 5


6 | TCC Magazine


INTERVIEW MET THOMAS HONTELEZ

EEN PELGRIM STO C H T IS E E N SO O RT S N EL KO O KPAN VAN H ET L EV EN

‘ Wandelen naar wijsheid’, inspiratie­ boek voor zingeving Denk je aan een pelgrims­ tocht, dan denk je al snel aan de route naar Santiago de Compostella. Die wandeling is hele­ maal ‘in’, zeker de laatste tien, twintig jaar. Maar er zijn nog zoveel andere pelgrims­tochten te maken, ook in eigen land. Een voorbeeld daarvan is de Walk of Wisdom, een route van 136 km rond Nijmegen. Je kunt ook een geheel eigen tocht kiezen. Zelfs kun je leren pelgrimeren zonder een stap te hoeven verzetten. Dat roept natuurlijk de vraag op wat pelgri­ meren dan precies is. Religiewetenschapper en docent levensbeschou­ wing Thomas Hontelez (29) schreef er een boek over: Wandelen naar wijsheid – Lessen voor de pelgrim.

Daarin beschrijft hij zijn eigen ervaringen en zijn visie op het fenomeen. Het is zeker een inspiratieboek voor wie een pelgrimswandeling overweegt, maar ook voor wie geïnteresseerd is in alles wat bijdraagt aan geestelijke ontwikkeling. Thomas is voorzitter van de Raad van Toezicht van de stichting die de Walk of Wisdom heeft opgezet en beheert. Het plan bestaat om in elk land ter wereld één Walk of Wisdom uit te zetten en die vervolgens met elkaar te verbinden. De uitvoering zal nog wel wat jaartjes in beslag gaan nemen. Snelkookpan Thomas ziet duidelijk onderscheid tussen wandelen en pelgrimeren. Het laatste noemt hij een manier om jezelf te leren kennen of je te verdiepen in wie je eigenlijk bent. Volgens hem kun je het dan ook uitleggen als wandelen naar wijsheid: ‘Je doet het door jezelf een beetje in het avontuur te storten. In mijn boek noem ik een pelgrims­ tocht een soort snelkookpan van het leven. Je maakt onderweg veel mee en je wordt op jezelf teruggeworpen. Je moet het allemaal alleen doen. Ik denk dat dat een onderdeel is van wat ik wijsheid noem, dat je weet wat je aan jezelf hebt.’ Zondagmiddag ‘Bij pelgrimeren ga je tijdens het wandelen op zoek naar verbinding met het hogere. Overigens zijn er

vast nog meer opvattingen. Van oorsprong ging het om een verbinding met de christelijke God, een manier om zonden af te lossen en in het reine te komen met jezelf zoals dat in de christelijke traditie werd gezien. Lopen naar verschillende bedevaartsoorden, naar relieken of graftomben van martelaren bracht mensen dichter bij God. Vanaf de jaren ‘60 is het godsbeeld in Nederland gaan verschuiven van een god die boven ons staat en die bepaalt hoe wij moeten leven, naar een meer holistisch of spiritueel godsbeeld waarin God niet meer boven ons is, maar ook in ons. Ik denk dat pelgrimeren dat tegenwoordig allebei beoogt. Voor de mensen die dat prettig vinden, kan je nog steeds naar Santiago lopen en misschien een band met God krijgen. Maar ik vind het vooral mooi als je er het contact met je goddelijke zelf mee kunt ontwikkelen. Daarin onderscheidt pelgrimeren zich van een wandeling op zondagmiddag om een voorbeeld te noemen. Een ander onderscheid is dat als je gaat wandelen, je vaak een bestemming hebt. Die is niet per se nodig voor een pelgrim, een doel is belangrijker.’ En zo’n doel zou kunnen zijn dichter bij jezelf te komen? ‘Het kan ook heel aards zijn, bijvoorbeeld stoppen met roken. Toen ik in 2014 een grote pelgrimstocht liep, was dat voor mij het verwerken

TCC Magazine | 7


van liefdesverdriet. Maar er zijn ook mensen die een pelgrimstocht lopen om het verlies van een overleden dierbare een plek te geven, een moeilijke periode af te sluiten of het slot van het werkende leven te markeren. Dat zijn allemaal doelen, en die kun je in de meeste gevallen bereiken onafhankelijk van de bestemming.’ Eigenlijk doet die er niet eens zoveel toe? ‘Dat zou je bijna denken. Tegelijkertijd is het natuurlijk wel zo dat als je naar Santiago loopt, daar al honderden jaren miljoenen mensen hebben gelopen, dat doet wel iets met je. Wat mij fascineert, is dat veel mensen die tocht lopen terwijl ze niks met de katholieke kerk hebben. Hoewel het mooi is om in een eeuwenoude traditie te stappen, zou ik die mensen ook willen aanmoedigen om een plek te kiezen die echt voor hen persoonlijk belangrijk is, die iets met hen doet, waar ze herinneringen aan hebben of die nog meer samenhang heeft met hun doel.’ Kan zoiets ook op één dag? ‘Het hangt ervan af hoe groot je doel is. Als jij net een dierbare hebt verloren, verwerk je dat niet in één dag natuurlijk.’ Loop je zo’n pelgrimsroute per definitie alleen? ‘Nee hoor, dat kan ook met anderen. Ik begeleid vaak voettochten in Italië. Dan lopen we bijvoorbeeld met z’n twaalven naar Assisi, het graf van Franciscus. Hoewel ieder een eigen doel heeft, kun je vaak toch spreken van universele ervaringen. De manier waarop je verwerkt, is heel persoonlijk en die is dat ook bij pelgrims die eenzelfde doel hebben.’ Jouw boek gaat toch vooral over het vertalen van lessen die pelgrimeren je oplevert? ‘Ja, de lessen die je daarbij leert, kun je zien als een soort universele levenslessen die je in je dagelijks leven ontzettend goed kunnen helpen. Een van de hoofdstukken gaat erover dat je nog niet eens letterlijk op pad hoeft

8 | TCC Magazine

te gaan om op die manier een pelgrim te zijn. Een paar kenmerken van pelgrimeren zijn bijvoorbeeld dat je openstaat voor andere mensen of dat je eenvoudig leeft. Want als je met een rugzak onderweg gaat, kun je nu eenmaal ook niet te veel meenemen. Dat zijn belangrijke waarden waarvan ik denk dat die ook buiten het pelgrimeren heel belangrijk zijn.’ Hoe heb je dat zelf ervaren? ‘Ik kan me nog wel herinneren dat ik onderweg in een buitensportwinkel ging rondkijken welke nieuwe spullen ze daar hadden. Die winkels hebben alles te maken met buitenzijn, dus kom ik daar graag. Ik was in een grote stad gekomen en dook zo’n winkel in om te kijken of er nog iets was dat ik kon gebruiken. Maar ja, mijn rugzak was gewoonweg vol, daar kon niets meer bij. Op een gegeven moment realiseerde ik me dat het aanbod in die zaak me helemaal niets meer deed, want ik kon toch niets meer meenemen en eigenlijk had ik dat ook niet nodig. Ik besefte dat ik met heel weinig ook kan leven en gelukkig zijn.’ Wat wil je mensen precies meegeven? Een manier van denken? Bewustwording? Associëren? ‘Ik denk toch een manier van leven, een manier van denken, een manier van naar de wereld kijken. We zijn tegenwoordig in alles zo naar buiten gericht, dat we soms vergeten om bij onszelf naar binnen te gaan. Om te voelen wat we echt nodig hebben en dat dat in principe heel eenvoudig kan zijn.’ Kun je daar een voorbeeld van geven? ‘De manier waarop we reizen. Veel mensen van mijn leeftijd pakken het vliegtuig naar een of andere stad en de tendens is vaak hoe verder hoe beter. Als ze zijn gearriveerd, gaan ze naar een hostel waar leeftijdgenoten zijn, waar wifi is, waar koud bier, waar lekker eten is. Ze gaan op die manier eigenlijk verder met het leven zoals ze dat thuis ook hadden met veel telefoneren en veel internetten.

“De lessen die je bij pelgrimeren leert, kun je zien als een soort universele levens­ lessen die je in je dagelijks leven ontzettend goed kunnen helpen.”

Weer thuisgekomen, vertellen ze wel enthousiast over die bijzondere ontmoeting die ze hebben gehad met lokale mensen en hoe die daar leven. Aan de ene kant willen we dus graag het vertrouwde houden, aan de andere kant zijn we op zoek naar een authentieke ervaring. Toevallig heb ik kortgeleden een paar dagen in Nederland gelopen met rugzak en tent. Ik weet ook niet hoe alle Nederlanders leven. Dus als ik dan bij iemand in huis kom of onderweg met anderen aan de praat raak, geeft mij dat een beeld van hoe anderen in Nederland leven. Daar weet ik niet zo heel veel van als ik eerlijk ben.’ Je hebt het nu over je eigen cultuur, dan weet je dat toch wel? ‘Een beetje. Ik ben hoogopgeleid, woon in het centrum van Nijmegen, werk op een havo/vwo-school in Arnhem-Noord en heb hoogopgeleide vrienden. Mijn beeld wat ik van Nederland zie, wordt toch bepaald door hoogopgeleide Nederlandse mensen. Hun leven ken ik en wat zij interessant vinden, weet ik. Maar ik heb geen idee wat er in Rotterdam gebeurt in wijken waar veel moslims wonen of laagopgeleide arbeiders. Hoe denken zij over het leven, hoe staan zij in de wereld?’


INTERVIEW MET THOMAS HONTELEZ

Maar daar kom je ook niet achter tijdens een pelgrimstocht, die lopen meestal niet door de Schilderswijk van Den Haag. ‘Nee, maar als je zo’n pelgrimstocht van tevoren bedenkt, zou het best interessant zijn eens zo’n gebied proberen op te zoeken. Wat ik er vooral mee wil zeggen, is dat je ook mensen die een ander leven leiden kunt leren kennen, daar hoef je niet per se voor op pelgrimstocht. Dat is wat ik me al wandelend heb gerealiseerd. Dat ik ook in mijn eigen land weinig weet over andere mensen en andere culturen. Met het boek adviseer ik om je wereld te verbreden. En niet alleen tijdens een pelgrimstocht van 1000 km door Zuid-Frankrijk en Noord-Spanje. Het gaat om openstaan voor andere mensen en jezelf, dat levert hele mooie dingen op, ook hier in Nederland.’ Ik begrijp dat pelgrimeren ook gaat om de verbondenheid met de natuur. Kun je wat je in je boek hebt geschreven, vergelijken met een soort meditatief wandelen? ‘Als pelgrim moet je wel je kilometers

maken, anders kom je nergens. Wat langer onderweg, leer je aanvoelen wanneer het gaat regenen. Dat kun je ruiken, aan de wolken zien en aan de wind voelen. Dat is een klein voorbeeld van iets wat we niet kennen in het gewone, dagelijks leven. Als ik ga pelgrimeren, zijn de eerste paar dagen heel onwennig. Dan lig ik ’s avonds in mijn tentje, hoor allerlei geluiden om me heen, dat is best wel spannend allemaal. Maar ik leer die geluiden kennen. En ik leer oog te hebben voor wat er in de natuur speelt. Ondanks dat je wat harder loopt dan wanneer je meditatief wandelt, denk ik dat een hele dag buiten je al aanzienlijk meer verbindt met de natuur. Weet je, je ziet zo ontzettend veel mooie dingen onderweg. De manier waarop de zon door de bladeren schijnt, is al genoeg om te beseffen dat de natuur heel bijzonder is en dat je daar onderdeel van uitmaakt. Ik hoop dat dat iets doet met je bewustzijn. Er zijn niet heel veel plekken op de aarde meer waar je lekker in de natuur kan lopen zonder dat je vliegtuigen of auto’s hoort. Ik hoop dat pelgrims dat gaan

waarderen en er meer begrip voor krijgen.’ Je hebt een keer een pelgrimstocht van Nijmegen naar Istanboel gelopen. Waarom? ‘Er vielen toen veel gebeurtenissen in mijn leven samen. Die waren op dat moment niet prettig, maar ik was er achteraf ontzettend dankbaar voor. Zo eindigde de relatie met mijn vriendin nadat we vierenhalf jaar samen waren geweest. In diezelfde tijd had ik ontslag genomen omdat ik geen leuk werk had. Omdat ik geen student meer was, moest ik het studentenhuis verlaten waar ik woonde. Niets bond me meer aan het leven dat ik tot dan toe had. Omdat ik altijd al een keer op avontuur had gewild, was het een perfect moment om de rugzak om te hangen en op weg te gaan. Ik ben vijf maanden onderweg geweest en in die tijd een heel andere persoon geworden.’ In welke zin? ‘Ik kwam erdoor over de breuk met mijn vriendin heen en ontdekte in mezelf wat ik wilde met mijn leven.

TCC Magazine | 9


Ik heb daar rust in gevonden, ben zelfverzekerder geworden en heb vertrouwen gekregen. Dat zijn hele waardevolle eigenschappen die ik tot op de dag van vandaag nog steeds heb.’ Was dat de eerste keer dat je een pelgrimstocht maakte? ‘Ik had al meerdaagse tochten gemaakt met rugzak op. Maar zo vijf maanden alleen onderweg en dan ook nog eens met een dergelijke emotionele ballast en de intentie om dat te verwerken, dat was voor mij de eerste keer.’ Is toen het idee geboren erover te gaan schrijven? ‘Dat was pas bij terugkomst. Ik wilde eerst een soort reisverslag schrijven, dat is wel mooi om te lezen, maar ik wilde vooral met lezers delen wat de tocht mij als persoon gedaan heeft. En anderen inspireren om zelf de waarde van pelgrimeren te gaan ontdekken. Eenvoud, openheid en vertrouwen in het dagelijks leven te brengen. Volgens mij is dat iets waar de wereld grote behoefte aan heeft.’

10 | TCC Magazine

Je bent religiewetenschapper en docent levensbeschouwing. Speelde dat ook een rol? ‘Ik ben natuurlijk religiestudies gaan studeren omdat ik die vraag naar zingeving, ritueel en geloof van mensen heel interessant vind. Ook intrigeert het me hoe het godsbeeld de laatste decennia is veranderd. Fascinerend vind ik dat er best veel Nederlanders de halve wereld overvliegen om elders te gaan zitten mediteren terwijl hier de kerken leeglopen. Destijds was dat voor mij een trigger om daar iets mee te gaan doen, dat wetenschappelijk te gaan bestuderen. Mijn eigen antwoord op de vraag naar zingeving heb ik gevonden in het pelgrimeren. En waar je gepassioneerd over bent, wil je delen. Zo is het boek ontstaan. Ook vind ik het leuk om samen met mijn leerlingen in de klas na te denken over die vragen.’ Pikken ze het op? ‘Ik ben nog niet zo heel lang docent, maar ik heb wel de indruk dat pubers ervoor openstaan, ze vinden het wel prettig om over

zingevingsvraagstukken na te denken. Zo van: waarom zijn we hier op aarde en wat doen we hier? Hoe moeten we met de aarde omgaan? Leerlingen maken zich echt wel zorgen over de manier waarop het klimaat verandert. Dat biedt een mooie ingang om met ze in gesprek te gaan over wat hun leven zin geeft.’ Als ik je zo hoor, dan komt bij me op dat je vooral bewustwording in de wereld wilt brengen, met je werk, met je boek…. ‘Ja, en inspiratie. Dat pelgrims onderweg zichzelf zullen ontdekken. Elk hoofdstuk in mijn boek begint met een persoonlijke ervaring en daarvanuit formuleer ik een soort algemene levensles. Ik wil de lezer graag laten zien dat de levenslessen die ik en iedere pelgrim opdoen, ook in het dagelijks leven toepasbaar zijn. En dat je niet eens letterlijk op weg hoeft te gaan om je die lessen eigen te maken.’


NIEUWS

Bedrijfsartsen melden 3.854

beroepsziekten in 2018

In 2018 zijn er 3.854 meldingen van beroepsziekten door 761 bedrijfsartsen geregistreerd in de Nationale Beroepsziekteregistratie. De meest gemelde beroepsziekten zijn psychische aandoeningen en aandoeningen aan het houdings- en bewegingsapparaat. gevolgen van een beroepsziekte

Beroepsziekten 2019 van

blijven groot voor de arbeids-

het Nederlands Centrum

participatie: bij 84 procent leidt

voor Beroepsziekten (NCvB),

de beroepsziekte tot tijdelijke

Coronel Instituut voor Arbeid

en bij 6 procent tot blijvende

en Gezondheid van Amsterdam

arbeidsongeschiktheid.

door gezonde werk­

Psychische beroepsziekten

Het NCvB benadrukt in de

komen vooral voor in het onder-

rapportage over 2018 het grote

omstandigheden

wijs, de financiële dienstverlening

belang van preventie op de werk-

en de IT-branche. Aandoeningen

plek. Veel ziektegevallen kunnen

aan het houdings- en bewe-

door gezonde werkomstandig-

gingsapparaat treffen vooral

heden worden voorkómen. Bij elf

Het rapport geeft een overzicht

werknemers in de industrie, ‘land-

veel voorkomende aandoeningen

van het aantal en de aard van

Algemeen procent haalbaar. Algemeen

en de verdeling binnen sectoren

UMC, dat onlangs is verschenen.

bouw, bosbouw en visserij’ en de bouwnijverheid.

meldingen 2018

ht

Dit blijkt uit Kerncijfers

“Veel ziekte­ gevallen kunnen

worden voorkómen.”

Beroepsziektemeldingen 2018geregistreerde beroepsziekten is een daling tussen de 3 en 25 Beroepsziektemeldingen 2018 Kerncijfers Beroepsziekten 2019

Uit de nationale beroepsziek-

Meldingen Meldingen is opgesteld door het Nederlands

en beroepen in Nederland. Diagnose Diagnose beschrijft het wetenDaarnaast

teregistratie 2018 blijkt dat

Centrum voor Beroepsziekten

schappelijke en maatschappelijke

beroepsziekten even vaak voor-

van het Coronel Instituut

58% Psyche ontwikkelingen met betrekking

komen bij mannen als vrouwen

voor Arbeid en Gezondheid,

29% Bewegingsapparaat 29% Bewegingsapparaat tot beroepsziekten.

en toenemen met de leeftijd: een

Amsterdam UMC, in opdracht

derde van alle meldingen betreft

van het Ministerie van Sociale

werknemers boven de 55 jaar. De

Zaken en Werkgelegenheid. 3854 meldingen 3854 meldingen

761 artsen doordoor 761 artsen

58% Psyche

7% Gehoor 7% Gehoor

Lees het complete rapport op 2% Huid 2% Huid

www.beroepsziekten.nl 2% Luchtwegen 2% Luchtwegen 2% Overig 2% Overig

Diagnose

Leeftijd / Geslacht Leeftijd / Geslacht 1,0 0,8 0,6 0,4 0,2 0,0

29% Bewegingsapparaat 7% Gehoor 2% Huid 2% Luchtwegen 2% Overig

1,0 0,8 0,6 0,4 0,2 0,0

Arbeidsongeschiktheid Arbeidsongeschiktheid

Mannen Mannen Vrouwen Vrouwen

58% Psyche

door 761 artsen

1,0 0,8 0,6 0,4 0,2 0,0

Arbeidsongeschiktheid

< 30 jaar 4% < 30 jaar 4% 6% 6% 31-40 jaar 9% 31-40 jaar 9% 12% 12% 41-50 jaar 13% 41-50 jaar 14%13% 14% 51-60 jaar 18% 51-60 jaar 14%18% 14% > 60 jaar 7% > 60 jaar 4% 7% 4%

Risicofactoren Risicofactoren

6% 6% 10% Blijvend Niet Blijvend

10% Niet 5% <1 week5% <1 week 4% 4% 1 week–1 maand 1 week–1 maand

75% 75% >1 maand >1 maand

Sector Sector

TCC Magazine | 11 6% Blijvend

10% Niet 5% <1 week

Te veel werk 26% Geluid 7% Te veel werk 26% Trauma 7% Geluid 7%

11

1+1= 1+1=

1+1= 1+1=



COLUMN WILMA DE HAAS

Grote zwarte neger Naast het uitvoeren van inburgeringstrajecten en duale trajecten heb ik jarenlang voor het alom bekende en verguisde Arbeidsbureau gewerkt. Begonnen met inschrijvingen in dat karakteristieke pand op de hoek van de Singel in Amsterdam en nog de overgang meegemaakt dat mensen hun sofinummer moesten meenemen ter identificatie. Dat werd tegelijkertijd mijn eerste oefening in omgaan met agressieve cliënten. Een andere overgang werd die van Arbeidsbureau naar Arbeidsvoorziening. Daarbij hoorde een meer marktgerichte aanpak. Taakstellingen werden ingevoerd. Waar al dat overheidsgeld naartoe ging, moest meer zichtbaar worden en tevens verschoof het accent van inschrijvingen naar bemiddeling. Had ik even geluk. Want daar was ik veel beter in dan inschrijvingen. Vooral omdat we met een onmogelijk systeem werkten waar de meest idiote functies in stonden maar nooit de beroepen die iemand in zijn normale leven uitvoerde. ‘Zullen we díé dan maar nemen?’ probeerde ik dan voorzichtig. Als ik pech had, moest ik, tevergeefs, ellenlange lijsten af omdat die cliënt toch in zijn beroep geregistreerd wilde worden. Ik zie die groene oplichtende neonletters nog voor me. Bij de bemiddelingsactiviteiten hoorde een actieve marktbewerking. Hup. De boer op. Vacatures binnenhalen! Zo heb ik als het meisje met de zwavelstokjes in een barre winterstorm kalenders van Arbeidsvoorziening deur aan deur moeten brengen. Merry Christmas. Ook heb ik ooit als een schooiertje uit zo’n Engels kostuumdrama voor de tweede maal een granieten trap van een statig pand in Amsterdam-Zuid moeten beklimmen en aangebeld. Of ik mijn brood terug mocht. Dat had ik tijdens het acquisitiegesprek op de kapstok laten liggen. Een ander moment dat me is bijgebleven, vond ook plaats in die deftige buurt van Amsterdam-Zuid. Ik zat bij een werkgever en die had naar mijn aas gehapt. Ik had een vacature. Hoera! Nadat we de functie-inhoud en bijbehorende eisen hadden doorgenomen, benadrukte deze werkgever dat hij niet zo’n grote zwarte neger wilde. Voordat ik het wist floepte het eruit: ‘Ik ben toevallig getrouwd met zo’n grote zwarte neger.’ En toen werd het stil.

Wilma de Haas is eigenaar van Haas & Konijn®, een bureau voor persoon-

Een stilte die de voorbode zou zijn van een hele reeks aan excuses en redenen om de voorkeur te mogen uitspreken voor een blank exemplaar. Ik liet hem zich rustig een paar minuten heel ongemakkelijk voelen en trok toen de stekker eruit. ‘Wist u dat grote zwarte negers toevallig ook heel hard kunnen werken?’ En liet het daarbij. Ik wist voldoende en had ook niet de illusie dat bij deze man iets van beeldwijziging mogelijk was. Weg vacature.

lijke en professionele ontwikkeling en auteur van K-Therapie.

Toch had ik het graag gezien. Een grote zwarte neger in Amsterdam-Zuid. En andersom. Die blanke kaaskop in de Bijlmer. Zou een kleurrijk plaatje hebben opgeleverd.

TCC Magazine | 13


Ja, ik heb een zorgcontract aangevraagd! Sinds de pilot eind 2018 heeft Zorgtender al heel wat praktijken geholpen met de aanvraag van een zorgcontract bij de gemeente. We vroegen twee therapeuten naar hun ervaringen. Jeltje Weijer - JEL Kindercoaching Jeltje Weijer heeft een kindercoachpraktijk in Franeker. ‘De cliënten die bij mij komen, zijn de gevoelige kinderen met een sterke wil in de leeftijd van gemiddeld 8 tot 14 jaar. Deze kinderen, en hun ouders, begeleid ik in een traject op maat, gemaakt naar hun persoonlijke behoefte.’ Waarom heb je een aanvraag gedaan bij Zorgtender? ‘Dit heb ik op advies gedaan van TORI, hét kindercoachexpertisecentrum. Samen met andere (startende) coachen keken we of een aanbesteding ook iets voor ons zou kunnen zijn. Ik vind dat ieder kind, dat mijn specifieke hulp nodig heeft, recht heeft op deze hulp, ongeacht de financiële situatie van de ouders. Omdat het hen voor nu helpt, zelfvertrouwen geeft en hen weer op hun eigen plek zet, maar ook omdat het zeker preventief werkt voor hun toekomst.’ Wat hoop je dat het je oplevert? ‘Het mes snijdt aan twee kanten, denk

14 | TCC Magazine

ik. Enerzijds vind ik dat alle kinderen het recht hebben op mijn specifieke hulp ongeacht de financiële situatie van hun ouders. En met een zorgcontract zou dat mogelijk zijn. Aan de andere kant hoop ik dat het mijn praktijk een lift geeft.’ Wat viel je op bij het doen van de aanvraag? ‘In maart van dit jaar ben ik begonnen aan het traject voor de aanvraag met Zorgtender. Peter Bults van Zorgtender heeft mij geholpen om een kwaliteitssysteem op te zetten voor mijn praktijk. Hij stelde me scherpe en gerichte vragen over onderwerpen waar ik zelf nog nooit over had nagedacht. Ik hoefde eigenlijk alleen mijn documenten goed te ordenen en alles bleek gelukkig aanwezig. De aanvraag bij de gemeente hebben we in april gedaan. Wat me daarna opviel, was de trage verwerking van mijn aanbesteding bij Sociaal Domein Friesland. Toch weer die bureaucratie; al begrijp ik ook heel goed dat er

kritisch gekeken wordt naar nieuwe zorgaanbieders. Wat mij betreft staat kwaliteit voorop en is het ook goed dat ik als nieuwe zorgaanbieder kritisch onder de loep word gehouden. De aanvraag loopt nog steeds en in juli 2019 is er een interne audit gedaan door een externe partij en inmiddels heeft er ook een toetsingsgesprek plaatsgevonden. Het is nu afwachten.’ Wat heef het je tot nu toe opgeleverd? ‘Het heeft mij in ieder geval mijn eigen kwaliteitssysteem opgeleverd. Ook als ik geen contract krijg, ben ik wel blij met het kwaliteitssysteem. Dit is een soort houvast en biedt mij structuur. Het is een systeem dat ik achter de hand hebt, zodat ik niets over het hoofd kan zien. In ons werk hebben we tenslotte toch te maken met steeds meer wet- en regelgeving. Ik werk met kinderen en ga met die kinderen vaak de natuur in. Hier in Friesland betekent dat, dat we vaak in de buurt van water zijn. Zelf had ik nooit over iets simpels als een


ZORGTENDER zwemdiploma of een inzittendenverzekering voor de auto nagedacht. Nu neem ik dit op in het contract dat ik met de ouders afsluit. Zo kan ik ook de zorg waarborgen voor de cliënt. Ik ben erg blij met de ondersteuning bij de aanvraag die ik van Peter en Martijn van Zorgtender heb gekregen. Zelf had ik het nooit op deze manier kunnen doen. Zij hebben zoveel expertise in huis op dit gebied. Ik heb dan ook veel geleerd van het hele proces. Ik heb nu een beetje kunnen zien hoe het er voor- en achter de schermen aan toegaat bij de gemeente. Dat heeft me ook wakker gemaakt en me laten zien dat ik vooral op mezelf mag leunen vanuit mijn missie en niet op een contract.’ Karin Hermelink - Toegepaste Psychologie Praktijk Almelo Karin Hermelink heeft een praktijk voor psychosociale therapie en hypnotherapie in Almelo. ‘In mijn praktijk komen jongeren en volwassenen die problemen ervaren met stress of burn-out, verminderd zelfvertrouwen, prikkelbaredarmsyndroom of angsten.’ Waarom heb je een aanvraag gedaan bij Zorgtender? ‘Ik heb een aanvraag gedaan bij Zorgtender omdat ik merk dat er cliënten zijn, die minder makkelijk de regie over hun eigen zorg kunnen nemen of die door financiële problemen de therapie zelf niet kunnen bekostigen. Het zou mooi zijn wanneer deze cliënten via de gemeente toch van mijn zorgaanbod gebruik kunnen maken. Daarnaast had ik nog een reden om de aanvraag te doen. Ik heb jaren in loondienst gewerkt naast mijn

praktijk. Twee maanden geleden ben ik gestopt met mijn vaste baan om alle aandacht aan mijn praktijk te kunnen besteden. Het lukte niet meer om beide te combineren. Ik kreeg meer en meer aanvragen voor mijn praktijk en besloot om mijn eigen bedrijf verder uitbouwen. Met een zorgcontract bij de gemeente hoop ik een ander stukje van de zorgmarkt aan te spreken.’ Hoe heeft Zorgtender je geholpen bij de aanvraag van een zorgcontract? ‘Ik vond het heel prettig dat Zorgtender alles voor mij structureerde, zodat het heel duidelijk was welke documenten ik moest insturen of nog moest aanvragen. Na het intakegesprek bleek dat ik een kwaliteitssysteem moest opzetten. Aanvankelijk had ik het idee om dit net te doen als een collega volgens de KIWA-eisen. De mensen van Zorgtender hebben uitgezocht of mijn gemeente dit goed zou keuren en dat bleek niet zo te zijn. Daarom ben ik een middag naar Zorgtender gegaan en hebben we alle processen binnen mijn bedrijf doorgenomen. Het was een soort interview en dat maakte het voor mij heel makkelijk. Zorgtender heeft alle informatie vervolgens gebruikt om een kwaliteitssysteem op te zetten en daarna hebben we de aanvraag ingediend.’ Wat is je opgevallen bij de aanvraag? ‘Financieel was het voor mij een tegenvaller dat voor de gemeente waarmee ik een contract wil gaan afsluiten, een aanvullend kwaliteitssysteem nodig is. Maar ook hierbij heeft Zorgtender mij gelukkig heel goed ondersteund, waardoor het voor mij een geringe inspanning was om

het kwaliteitssysteem in te richten. Ik hoop dat ik de investering die ik heb gedaan, straks terugverdien als ik het contract binnen heb.’ Wanneer verwacht je de toestemming te krijgen (ervan uit gaand dat je hem krijgt) en wanneer kun je er mee aan de slag gaan? ‘Mijn aanvraag loopt nog, omdat de gemeente extra informatie wilde hebben, met name over het calamiteitenplan. Inmiddels heb ik de informatie toegevoegd en hoop ik dat mijn kwaliteitssysteem zo compleet is. En dat ik het contract krijg natuurlijk.’ Hoe lang heeft het proces van de aanvraag geduurd? ‘Al in januari dit jaar hield ik de website van Zorgtender goed in de gaten, omdat ik graag mee wilde doen. In maart heb ik een kennismakingsgesprek gehad en in mei ben ik op gesprek geweest bij Zorgtender vanwege het kwaliteitssysteem. In juni hebben we de aanvraag gedaan. Daarna duurde het even voor we een reactie kregen van de gemeente. Uiteindelijk kregen we reactie met de vraag om aanvullende informatie. Dat heeft voor wat vertraging gezorgd, maar inmiddels ligt die ook bij de gemeente. Nu is het afwachten dus. Los van de uitkomst van de aanvraag, heb ik de samenwerking met Zorgtender als heel prettig ervaren. Ook wanneer het contract mij niet gegund wordt, ben ik heel tevreden over de samenwerking. Ik heb echt het idee dat Zorgtender er alles aan gedaan heeft. Natuurlijk zal ik wel teleurgesteld zijn wanneer de aanvraag wordt afgeketst, maar dat heeft niets te maken met de begeleiding.’

Ga voor meer informatie naar www.zorg-tender.nl

JELTJE WEIJER

KARIN HERMELINK

TCC Magazine | 15


OPLEIDING ORTHOMOLECULAIRE THERAPIE evolutionaire verklaringsmodellen praktijkgericht portfolio modulaire opbouw

Een betere gezondheid voor uw patiĂŤnten kan een ware zoektocht zijn. En zelfs als u vooruitgang boekt, kan het gevoel u bekruipen dat u afslagen mist of alternatieve routes onbenut laat. Tijdens onze compleet vernieuwde opleiding Orthomoleculaire Therapie leert u voeding, voedingsstoffen, beweging, suppletie en andere leefstijlinterventies integraal inzetten bij de preventie en behandeling van een ontspoorde fysiologie. Daarbij kijken we naar risicofactoren ĂŠn mogelijkheden tot gezondheidsverbetering op alle niveaus: biochemie, energie, cellen en organen, orgaansystemen, de (sociale) omgeving en de samenhang daartussen. 16 | TCC Magazine Meer weten? Kijk op naturafoundation.nl/ot


NIEUWS

Cytokines en depressie onder de loep Gestrest, depressief, nerveus of teleurgesteld. Dit zijn enkele voorbeelden van negatieve stemmingen die volgens onderzoek geassocieerd zijn met hogere ontstekings­ waarden in het menselijk lichaam. In dit artikel belichten we graag de relatie tussen cytokines en depressie. Verschillende onderzoeken brengen de rol van het immuunsysteem op een depressie mooi in kaart. Onderzoekers suggereren dat zowel externe als interne factoren van depressie zorgen voor een verhoogde vrijgave van pro-inflammatoire cytokines. Wat zijn cytokines? Het natuurlijke immuunsysteem wordt gevormd door verschillende witte bloedcellen, waaronder monocyten, macrofagen, neutrofielen en NK-cellen. Ziekteverwekkers zoals bacteriën of virussen worden door de witte bloedcellen opgespoord, afgevoerd of zelf vernietigd. De coördinatie van de reactie van het immuunsysteem op ziekteverwekkers wordt onder andere gereguleerd via cytokines. Dit zijn eiwitten die hechten aan specifieke receptoren en daarmee een bepaald signaal afgeven. Er bestaan zowel ontstekingsbevorderende, de zogeheten pro-inflammatoire cytokines, als ontstekingsremmende (anti-inflammatoire) cytokines. Plasmaconcentraties verhoogd Onderzoek wijst uit dat bij een depressie de plasmaconcentraties van

pro-inflammatoire cytokines, zoals il-6 en il-8, verhoogd zijn (Van West, Kenis & Maes, 2005). Een recenter onderzoek liet zelfs zien dat cytokines de voortgang en ernst van depressieve stoornissen kunnen beïnvloeden en zag niet alleen verhoogde serumconcentraties van de pro-inflammatoire cytokines, maar ook van het acute fase eiwit CRP, dat tevens een goede marker is voor de aanwezigheid van een ontsteking (Young, Bruno & Pomara, 2014). Progressief proces De cytokines bevorderen dus de ontsteking met als mogelijk gevolg dat deze zich nog verder uitbreidt. Wanneer die niet wordt geremd of verholpen, kan het ziektebeeld zich verder blijven ontwikkelen. Gelukkig is de wetenschap al best ver en zijn er veelbelovende behandelingen om de ontstekingsreacties aan te pakken. Voeding, beweging, suppletie en leefstijlinterventies staan daarbij centraal.

Ook bij de aanpak van depressie! Wil je meer lezen over depressie, de relatie met CRP en cytokines en een mogelijke behandeling? Lees dan nog eens het artikel Depressie: de evolutionaire achtergrond in editie 1 van dit jaar. Bronnen • Young, J.J., Bruno, D. & Pomara, N. (2014). A review of the relationship between proinflammatory cytokines and major depressive disorder. J Affect Disord. 169, 15-20. DOI: 10.1016/j. jad.2014.07.032. • Van West, D., Kenis, G., & Maes, M. (2005). Cytokines en de depressieve stoornis: een psycho-immunologische kijk op de etiologie van de depressieve stoornis. Tijdschrift voor psychiatrie, 47(3), 139-147. Geraadpleegd via: http://www.tijdschriftvoorpsychiatrie.nl/assets/articles/ articles_1336pdf.pdf

TCC Magazine | 17


na een jaar een feit Ruim een jaar geleden vonden de eerste oriënte­ rende gesprekken plaats tussen de NFG, NWP en Inspired Communications rondom het op de kaart zetten van leefstijl binnen de complementaire zorg. Inmiddels is de Alliantie Leefstijl Interventie Professionals (ALIP) statu­ tair opgericht en liggen er verschillende plannen klaar om leefstijl als nieuwe vorm van gezondheidszorg verder vorm te geven. We spraken met Sander de Bot die zich als beleidsont­ wikkelaar bezighoudt met het in gang zetten van de doelen van ALIP. Waarom is er een Alliantie Leefstijl Interventie Professionals opgericht? ‘ALIP is in eerste instantie opgericht ter bevordering van de ontwikkeling van leefstijlcoaching binnen de complementaire zorg. Steeds meer onderzoek laat de samenhang zien tussen leefstijl en gezondheid en ook in de media komt dit onderwerp aldoor aan de orde. We zien dat bepaalde klachten niet alleen een medische kant hebben. Ziekten zoals obesitas en diabetes mellitus type 2 kunnen door een combinatie van leefstijlinterventies aanzienlijk verbeteren of zelfs op lossen. Deze interventies kunnen te maken hebben met gezonde voeding,

18 | TCC Magazine

beweging, psychosociale factoren en bijvoorbeeld zingeving. Vanaf het moment dat we de A.L.I.P. zijn gaan ontwerpen, hebben we verder willen kijken dan alleen naar de complementaire sector. Wij zijn ervan overtuigd dat het belangrijk is dat zorgprofessionals meer gaan samenwerken. Daarom zoeken we als alliantie samenwerking met reguliere en complementaire partijen zoals beroepsorganisaties, opleiders en leefstijlgerelateerde bedrijven. Op die manier zetten we ons gezamenlijk in om leefstijl een integrale plaats te geven binnen de gezondheidszorg. Willen we in Nederland een overzichtelijke manier van (be)handelen hebben op het gebied van leefstijl, dan is het belangrijk dat de verschillende partijen met elkaar afspraken maken over de wijze van handelen, het taalgebruik, de benodigde opleidingen en vooropleidingen. Dat is wat we met de samenwerking willen bereiken.’ Welke doelen heeft ALIP? ‘ALIP heeft drie basisdoelen die van belang zijn: Allereerst willen we leefstijlinterventies een integrale plaats geven binnen de gezondheidszorg door samen te werken met alliantiepartners. Maar we zien het nog breder. We zijn van mening dat samenwerking met de politiek, zorginstituten en de zorgprofessionals noodzakelijk is om blijvende resultaten tot stand te brengen. De benoemde samenwerking zorgt ervoor dat we ketenzorg bevorderen tussen leefstijlartsen, -coaches en therapeuten en andere zorgverleners zoals huisartsen. Ketenzorg is een belangrijk thema, omdat hiermee veilige zorg ontstaat waar de huisarts direct en nauw bij

betrokken is. De huisarts stelt vast of er inderdaad sprake is van een leefstijlprobleem, waardoor deze de functie van poortwachter binnen de zorg inneemt. Dit houdt in dat huisarts de cliënt doorverwijst naar leefstijlprofessionals. Bovendien rapporteren laatstgenoemden terug naar de huisarts, waardoor deze op de hoogte is van de vorderingen die de cliënt maakt. Uiteindelijk willen we door samenwerking en afstemming eenduidige beroepsstandaarden creëren, zodat veilige, integrale en hoogwaardige zorg geleverd kan worden bij leefstijlinterventies.’ Wat is er bereikt sinds de oprichting? ‘Sinds de eerste gesprekken vorig jaar zijn er verschillende stappen gezet. We zijn begonnen met een marktonderzoek, zodat we een duidelijk beeld hebben van de ontwikkelingen binnen de politiek, zorginstituten en van zorgverleners en leefstijlprofessionals op het gebied van leefstijlgeneeskunde en leefstijlcoaching. Hierdoor is duidelijk geworden hoe binnen de verschillende partijen tegen leefstijl wordt aangekeken. Op basis van deze informatie hebben we een plan ontwikkeld, dat we in onze statuten en een huishoudelijk reglement hebben vastgelegd. Daarna hebben we een website gemaakt en zijn we begonnen aan het samenstellen van beroeps- en competentieprofielen. De concepten hiervoor liggen klaar en die zullen we met de verschillende partners bespreken. Ook hebben we vanaf het begin met verschillende partijen gesproken die interesse hebben in de ontwikkeling van leefstijl, daar een rol in spelen of in willen spelen. Met hen zullen we stapsgewijs de ontwikkelingen volgen en samenwerking opbouwen. Als laatste wordt er samen met


ALIP zouden willen registreren, benaderen. Mocht je interesse hebben, dan kun je ons dit nu al laten weten. We noteren dan een aantal gegevens, zodat we je kunnen informeren wanneer het zover is.’ Zijn er momenteel ontwikkelingen in het nieuws die ALIP volgt? ‘We volgen alle ontwikkelingen op het gebied van leefstijl, zowel vanuit de media als vanuit ons netwerk. We zien gelukkig bemoedigende ontwikkelingen waarbij steeds meer huisartsen en specialisten de mogelijkheden van leefstijlgeneeskunde zien en waar nieuwe onderzoeken naar leefstijl plaatsvinden. Daarnaast volgen we de politieke ontwikkelingen op dit gebied. Wij zien dan ook een duidelijke ontwikkeling náár en mogelijkheden vóór een gezondere maatschappij, vermindering van bepaalde typen medicatie en het werken aan een betaalbare zorg.’

partners gewerkt aan een omgeving waarin we samen met leefstijlprofessionals gaan onderzoeken op welke manier leefstijl ingezet kan worden bij specifieke klachten.’ Kun je iets vertellen over de organisatiestructuur en de mensen? ‘ALIP telt 3 bestuursleden. Voor alle drie geldt dat we een groot belang zien in de samenwerking tussen reguliere en complementaire zorg, waarbij we elkaar uitstekend kunnen vinden op het gebied van leefstijl.’ Wat zijn de ALIP doelen op de korte termijn? ‘Op korte termijn gaan we in gesprek met verschillende partijen die aan leefstijl gerelateerd zijn, waaronder de huisartsen. Met hen willen we graag spreken over de verwachtingen en voorwaarden die er overen-weer zijn, zodat we vervolgens concrete afspraken kunnen maken. Daarnaast zijn we in gesprek met partijen waarmee we een proeftuin

ontwikkelen voor leefstijlprofessionals. Deze werkzaamheden zijn van belang om uiteindelijk bij de zorgverzekeraars afspraken te kunnen maken over de mogelijkheden van vergoeding uit het basispakket voor bij ALIP-aangesloten professionals, zodat leefstijl beschikbaar wordt voor een grote groep Nederlanders.’ Zijn er al aangesloten professionals? ‘Op dit moment zijn er nog geen professionals aangesloten. We richten ons eerst op partijen die zich als alliantiepartner willen aansluiten bij ALIP. Zij bepalen namelijk de vakinhoudelijke richting, die aansluit op en rekening houdt met het landelijk beleid dat ontwikkeld wordt. Alliantiepartners kunnen beroepsorganisaties zijn uit de reguliere en complementaire zorg, leefstijlopleiders en leefstijlgerelateerde bedrijven en praktijken die voldoen aan de toelatingsvoorwaarden. Binnenkort gaan we de zorgprofessionals die zich als leefstijlprofessional

Wat wil ALIP bereiken binnen de gezondheidszorg? ‘Door samenwerking en afstemming willen we kunnen waarborgen dat leefstijlprofessionals veilige en hoogwaardige zorg bieden, die afgestemd is met huisartsen en waar zowel reguliere als complementaire zorgverleners aan kunnen deelnemen. Dit alles zal eraan bijdragen om tot afspraken te komen met zorgverzekeraars, zodat de behandelingen van leefstijlprofessionals vanuit het basispakket vergoed kunnen worden en daarmee voor een grote groep Nederlanders beschikbaar komt. Zo kunnen we een steentje bijdragen aan het oplossen van de grote uitdagingen waar we in Nederland voor staan binnen de zorg. Leefstijlprofessionals kunnen hier een zeer belangrijke en prominente rol in spelen. Uiteindelijk willen we bereiken dat we door samenwerking en afstemming met verschillende zorgpartijen ervoor zorgen dat werkzaamheden door leefstijlprofessionals op een veilige en hoogwaardige manier worden uitgevoerd.’ Kijk voor meer informatie op www.alip-leefstijl.nl

TCC Magazine | 19


STEVIA

BURBUR

De plant komt uit Zuid- en Centraal-Amerika en het kent onder de oorspronkelijke bewoners al eeuwenlang een traditioneel gebruik. Naar Stevia is recent onderzoek gedaan. Het neemt binnen het Cowden protocol een belangrijke plaats in, omdat het de biofilm aanpakt. Deze tinctuur bevat een extract van het blad van Stevia rebaudiana.

Burbur Detox is een extract geproduceerd van de bladeren van de Desmodium molliculum (Manayupa), een overblijvende plant die gevonden wordt tussen de 1000 en 3500 meter boven de zeespiegel in Peru. Het kruid Desmodium molliculum werd traditioneel gebruikt voor zijn reinigende werking in het hele lichaam. Het kruid is zeer effectief in het ondersteunen van het ontgiften van o.a. de lever, nieren en het lymfesysteem.

Alle NutraMedix producten zijn afkomstig van plantaardige rijkdommen van de natuur, voornamelijk uit Peru en het Amazone-regenwoud. Het unieke productieproces van NutraMedix optimaliseert het gehele kruid voor een krachtiger breedspectrum-extract. Studies, het Cowden Protocol en het nieuwe vereenvoudigde behandelschema met onder andere de bovenstaande producten kunt u opvragen via therapeuten@tshealthproducts.nl. TS Health Products, Gelreweg 9, 3843 AN Harderwijk, NL Tel: 0341-462121 | info@tshealthproducts.nl | www.tshealthproducts.nl

Bijscholing oorzaak en behandeling hersenaandoeningen:

Vrijdagmiddag 8 november 2019 gegeven door: Drs. Katherina Deutsch Volgens recente onderzoeken nemen o.a. hersenaandoeningen zoals autisme, ADHD en dementie toe. In veel van deze gevallen is er een verband te leggen met gifstoffen in de omgeving, Lyme, ongeschikt voedingspatroon en de darmfunctie. Mogelijk bent u al bekend met de term ‘’lekkende darm’’, in de literatuur wordt tegenwoordig ook al gesproken over het ‘’lekkende brein’’. De bloed hersenbarrière kan ons dan ook steeds minder goed beschermen tegen invloeden van buiten. Daarnaast kunt u extra ondersteuning bieden door vanuit de laatste wetenschappelijke onderzoeken met complementaire behandelmogelijkheden te komen. Verder zullen we ook kort ingaan op de lichamelijke invloeden op een depressie of burn-out en de psychologische invloed van o.a. stress op de hersenaandoeningen. Tijdens deze ¾ studiedag worden de volgende onderwerpen besproken: ✔ Anatomie en fysiologie hersenen: korte introductie ✔ De laatste ontwikkelingen m.b.t. hersenen onderzoek ✔ Hersenaandoeningen reguliere en complementaire behandelopties zoals bij: autisme, ADD, ADHD en (preventief) ouderdomsziekten: Parkinson en Alzheimer ✔ Korte mini casussen Drs. Katherina Deutsch heeft een eigen praktijk voor Integrale Geneeskunde en heeft diverse reguliere en complementaire opleidingen afgerond. Ze heeft een brede interesse en deelt haar ervaringen en kennis graag met ons. Accreditatie: KTNO (BATC, VBAG, LVNG, NVST, VVET,FAGT, CAT,VIV ) , AVIG, MBOG, NWP en wordt aangevraagd bij: VNT, NVVM.

TS Health Academy | Gelreweg 9 | 3843 AN Harderwijk | T: 0341 - 462172 | info@tshealthacademy.nl


SONNEVELT OPLEIDINGEN

O PL E I DI N G TOT BASIS COACH

Wie ben jij in de basis als coach? Hoe word je een goede coach? Is dat alleen een kwestie van een opleiding volgen? Of komt er meer bij kijken? Wat je in ieder geval nodig hebt, is weten wie jij in de basis bent. Als je daar antwoord op hebt, heb je inzicht in waar jouw kwaliteiten liggen en hoe je je als coach verder kunt specialiseren. Leer alle basiscoachvaardigheden om anderen te kunnen begeleiden. Over de opleiding Basis Coach

Wat leer ik in de opleiding Basis

In de opleiding Basis Coach van

Coach?

Sonnevelt staat de vraag centraal

Aan het einde van de opleiding Basis

wie jij in de basis bent. Aan de hand

Coach kun je:

van het vitaliteitsmodel van Albert

––

Sonnevelt leer je te werken met je kwaliteiten en je talenten om ze

––

ten volle te benutten. Er wordt veel aandacht besteed aan het omgaan

Mensen coachen bij uiteenlopende vraagstukken, Mensen begeleiden om hun talenten optimaal te benutten,

––

Lichamelijke oefeningen

met thema’s zoals zingeving, werk

inzetten als ondersteuning van

van de opleiding Vitaliteitscoach.

en relaties. Door te kijken naar je

jouw coachen,

––

Principes van de Basis Coach

Gericht verder met je professio-

––

Transactionele Analyse

nele ontwikkeling,

––

Gedragspatronen

Coachen op de belangrijke

––

eigen processen, wordt helder welke

––

kwaliteit(en) en belemmering(en) je hebt ontwikkeld en wie je in de ‘basis’ bent. Je leert wat voor soort coach

––

Het lichaam (herstelvermogen en stress)

thema’s. ––

Het lichaam als coachinstru-

je bent, welke coachmethodieken

Tijdens de opleiding wordt er ook

bij jou passen en hoe je omgaat met

veel aandacht besteed aan jouw

thema’s die voor jou persoonlijk

persoonlijke proces. De basis voor

belangrijk zijn. Door eigen kwaliteiten

een goede coach is inzicht in eigen

––

Zingeving

thema’s en terugkerende patronen.

––

Sociale verbindingen en

te combineren met je aangeboren

ment (emoties en diverse methodes)

systemisch werk

talenten word je een betere coach. Mieke Haksteen: “Het mooie

––

Ingrijpende gebeurtenissen

aan dit vak is, dat ik, buiten het

––

Passie

ding Basis Coach is de ideale

overdragen van kennis en erva-

––

Examen theorie en praktijk

training voor je persoonlijke

ringen, ook door de studenten

ontwikkeling of om de eerste

word geïnspireerd. Hun verhalen

Tijdens les 9 presenteer je een

stappen te zetten in de wereld

en ervaringen zijn leerzaam en

eindverslag en krijg je supervisie van

van coaching: wie ben je in

inspirerend en dienen vaak als

de docent. Ook werk je tijdens de

basis, welke natuurlijke talenten

leidraad om de thema’s die de

opleiding aan je portfolio (reflectie-

heb je, welke gedragspatronen

opleiding Basis Coach biedt, met

verslagen en huiswerkopdrachten)

belemmeren je. Vervolgens leer

elkaar uit te werken. Hierdoor

en doe je al ervaring op door middel

je dit toe te passen als coach

ontstaat een mooie verbinding

van intervisie (3 bijeenkomsten) en

om anderen met dit vraagstuk

tussen de studenten onderling

het begeleiden van proefpersonen (4

en tussen mij, als docent, en de

contactmomenten).

Mieke Haksteen: “De oplei-

te helpen. Je maakt kennis met verschillende vormen van coaching, zodat je kunt kiezen welke vorm je het meest aanspreekt om je er eventueel in te verdiepen.”

studenten.” Voor meer informatie over lesmaStructuur opleiding Basis Coach?

teriaal, locaties, lestijden en prijzen

De opleiding Basis Coach is opge-

verwijzen wij je graag naar de

bouwd uit 10 lesdagen. Je kunt de

website:

opleiding ook volgen als onderdeel

www.sonneveltopleidingen.nl.

TCC Magazine | 21


OPLEIDINGEN Mentaal Vitaal Basis Coach Energetisch Therapeut Gelukscoach Jongerencoach Kindercoach Levenscoach Mental Coach Psychosociale Basiskennis Relatiecoach Seniorencoach Stervensbegeleider Stress en Burn-out Coach

Toe aan een volgende stap? Laat Sonnevelt je inspireren Fysiek Vitaal Ben jij therapeut, coach of counselor en klaar voor meer verdieping

Beweegcoach

of verbreding van je vakkennis? Wil jij geĂŻnspireerd, geraakt en

Gewichtsconsulent

verrijkt worden? Dan is een opleiding of na- en bijscholing van

Je Lichaam als Kompas

Sonnevelt Opleidingen een goede keuze. Al 25 jaar zijn wij dĂŠ opleider op het gebied van vitaliteit en gezonde levensstijl.

Medische Basiskennis Natuurvoedingsadviseur Trainer Hormoonfactor

Al onze opleidingen zijn SNRO-geaccrediteerd en worden met een

Totaal Vitaal

gemiddelde 8,9 hoog gewaardeerd door onze studenten.

Leefstijlcoach Vitaliteitscoach

Kijk voor het gehele aanbod op onze website sonnevelt.nl

Vitaliteitsadviseur

of kom naar onze open dag op 12 januari 2020.

NA- EN BIJSCHOLING

Ook organiseren we een infoavond op 28 januari 2020.

Ademhaling en vitaliteit Darmvitaal De 6 aanrakingen Psyche en gewicht Overgang en voeding

3x

op rij

Runningtherapie


DE NFG

In de praktijk Iedere hulpverlener krijgt ermee te maken: dilemma’s. Hoe handel je en wat mag je wel én niet als hulpverlener. Vaak wordt de NFG gebeld met vragen. In deze rubriek delen we de vragen met je, maar ook de antwoorden.

Zelfgekozen levenseinde:

het is goed zo Deze week (11-09-2019) werd een arts vrijgesproken van moord. De arts in kwestie had een bejaarde vrouw geholpen bij een zelfgekozen levenseinde. In 2012 had de vrouw een euthanasieverklaring opge­ steld waarin ze verklaarde dat, als zij dement werd, zij euthanasie wilde. In 2016 werd zij opgenomen in een verpleeghuis omdat zij dement was geworden. Het openbaar ministerie vervolgde de arts wegens moord omdat het OM vond dat de arts ook nog een mondelinge toestem­ ming moest hebben. De rechter oordeelde dat dat niet mogelijk was omdat de vrouw diep dement was. De rechter oordeelde dat de arts wel degelijk de wilsuiting van de patiënt had gevolgd en oordeelde dat de verklaring uit 2012 voldoende was.

Juist dit soort scenario’s zorgt ervoor dat de meeste hulpverleners zeer terughoudend zijn als het gaat om een zelfgekozen levenseinde. De angst om voor de rechter te komen. Ook heerst er een gevoel dat hulpverleners achteraf, vanachter het bureau, beoordeeld worden vanuit een theoretische werkelijkheid. Zeker wanneer je te maken krijgt met een cliënt met een doodswens. Voor een hulpverlener is er bij een acute hulpvraag waarbij juridisch vaak minder ‘geregeld’ is in vergelijking met een euthanasieverzoek. In dit artikel bespreken we de cliënt met een doodswens; niet per definitie zijnde een cliënt met een euthanasieverklaring. De eerste vraag die zich voordoet is of je hulp mag verlenen aan mensen die hun leven als voltooid beschouwen,

en als deze vraag met ‘ja’ beantwoord wordt, rijst de vraag: welke hulp? Voor dat we die vraag kunnen beantwoorden, moeten we eerst beseffen waar de grondslagen liggen in ons denken en overtuigingen. Vanwaar de bijzondere focus op curatief handelen en het niet accepteren van een doodswens? Rondom de dood bepaalt de christelijke ethiek ons denken zonder dat we wellicht dat beseffen. In de Bijbel vinden we de basis van de christelijke ethiek rondom de zelfgekozen dood terug in 1 Koningen. Kort samengevat, geeft Elia tot twee keer aan toe dat hij liever wil sterven, trekt de woestijn in om onder een bremstruik in slaap te vallen en te sterven. Maar twee keer stuurt God een engel op hem af die

TCC Magazine | 23


“Bij mensen met een doodswens is de gedachte aan de dood niet een opkomende gedachte die weer voorbijgaat.”

hem verleidt om toch wat te eten. Hij krijgt een nieuwe taak van de God die hem opnieuw zin in het leven geeft. Dat is vaak ook de visie die wij als hulpverleners hebben op ernstig psychisch lijden. Het is tijdelijk; er is altijd licht aan het einde van de tunnel. Maar de Bijbel bevat nog een verrassende andere kijk op de zelfgekozen dood. Minder bekend dan het verhaal van Elia is het verhaal van Simeon. In het Nieuwe Testament in het Lucasevangelie kunnen we in Lucas 2:25-35 zijn verhaal vinden. Simeon is een vrome rechtvaardige man uit Jeruzalem die niet mocht sterven totdat hij de Messias zou zien. Toen hij in de tempel Jezus in zijn armen nam, begon hij God te loven: “Laat uw dienstknecht gaan in vrede, want mijn ogen hebben Uw heil gezien, dat Gij bereid hebt voor het aangezicht van alle volken.” Waar Simeon voor leefde, is vervuld. Hij maakt de keuze om te willen sterven. Hoewel er in het verhaal niet vermeld wordt wanneer en hoe Simeon sterft, maakt hij voor zichzelf duidelijk een keuze. Daar staan dus in de Bijbel twee verhalen tegenover elkaar. Toch is het verhaal van Elia bekender geworden dan dat van Simeon. Dat heeft deels te maken met de interpretatie die sinds de middeleeuwen in het christendom is gaan gelden: de mens wikt en God

24 | TCC Magazine

beschikt. We beschikken dus niet over het moment van sterven; dat recht heeft alleen God en die visie is stevig verankerd geraakt in ons gedachtegoed. Jezelf van het leven benemen was zelfs zo taboe dat bijvoorbeeld de katholieke kerk het uitdrukkelijk verbood dat ‘zelfmoordenaars’ op een katholieke begraafplaats begraven mochten worden. De visie van de katholieke kerk rondom zelfgekozen levenseinde is pas in de late middeleeuwen definitief veranderd. In 1177 werd door een Parijse Prior de term suicida geïntroduceerd. Onze voorouders in het pre-christelijke tijdperk keken volstrekt anders tegen een zelfgekozen levenseinde aan. In het Germaanse geloof werd zelfgekozen dood als een eervolle dood gezien. Een belangrijk aspect van de verering van Odin was het offeren door ophanging of worging. Er werd gedacht dat een zelfgekozen levenseinde door ophanging een snellere weg naar het Walhalla was. Van de Grieken weten we, verrassend maar waar, dat Aristoteles bijvoorbeeld een zelfgekozen levenseinde, hekousios thanatos, afwees, terwijl in Griekenland in die tijd een zelfgekozen dood gezien werd als een middel om de eer van jezelf of je familie te redden. De bekendste zelfdoding in het Oude Griekenland was die van Aias. Hij was na Achilles de op een na grootste held van Troje. Volgens Griekse traditie mocht hij na het overlijden van Achilles zijn wapens krijgen. Echter Odysseus wist met list en bedrog het voor elkaar te krijgen dat hij de wapenuitrusting van Achilles kreeg. Voor Aias was dat een zeer groot gezichtsverlies. Hem restte niets anders dan zichzelf in zijn eigen zwaard te storten. Voor de Grieken is hij een schoolvoorbeeld geworden van een eerzaam man. In Athene werd daarom één van de tien districten naar hem vernoemd. De Romeinen hadden het over een mors voluntaria, een vrijwillige dood. Daar was een zekere vorm aan verbonden; gif of zichzelf verhangen

gold als een laffe daad. Een echte man deed het met een steekwapen. De bekendste waren Cato Minor, de grote filosoof Seneca en Lucretia. Cato Minor liep in zijn eigen zwaard en reet zijn wond, nadat zijn bedienden het hadden gedicht, met zijn blote handen weer open. Seneca kreeg van keizer Nero het bevel om zich om te brengen. Hij bereidde zijn einde zorgvuldig voor. Hij liet zich de aderen aansnijden door een medicus. Lucretia bracht zichzelf om omdat haar eer was geschonden. Nadat zij over de schanddaad aan haar echtgenoot en vader had verteld en hun opdroeg haar te wreken, pleegde ze zelfmoord met een mes dat ze onder haar kledij verborgen had gehouden. Wat is een doodswens? Bij mensen met een doodswens is de gedachte aan de dood niet een opkomende gedachte die weer voorbijgaat. Het is een gedachte die blijft hangen; weken, maanden, soms jaren en die aldoor concretere vormen aanneemt. De dood wordt steeds meer als een oplossing ervaren voor de obstakels waarmee iemand in zijn leven wordt geconfronteerd, voor het ”aan het leven” lijden, voor het fysieke, psychische, mentale en emotionele lijden, voor de machteloosheid, het gevoel van onvermogen, het gevoel niets waard te zijn, niets te bieden te hebben, niet over het geestelijk en gevoelsmatig instrumentarium te beschikken om zich in het leven te handhaven. Soms betreft het ook een signaal naar de omgeving - ze hebben mij in de steek gelaten -, of moet het worden opgevat als symptoom voor de angst voor de toekomst of als symptoom van een loodzware depressie die maar niet overgaat. Een doodswens is niet aan leeftijd gebonden. Bij jonge mensen treedt de wens vooral op in de puberteit. Onder invloed van hormonen verandert het lijf van een kind heftig en kunnen er diverse psychische aandoeningen ontstaan. Anorexia en boulimia bijvoorbeeld. Maar ook kan zich een doodswens ontwikkelen. Soms ontstaat dat naast een (ernstige)


DE NFG

depressie. Soms is die wens ontstaan doordat een puber zich geconfronteerd ziet met zaken waartegen hij/ zij zich niet opgewassen voelt. Dat is dus iets anders dan een depressie. Het is dus een uitweg/oplossing voor wat de puber als een uitzichtloze situatie ziet, niet zozeer een echte doodswens. Toch zijn er gevallen bekend waarin een puber heel helder en beargumenteerd de wens om te sterven uitspreekt. De bekendste is Noa Pothoven uit Arnhem. Zij gaf op 16-jarige leeftijd aan te willen sterven en schreef daar zelfs een boek over, Winnen of leren. Haar verzoek, buiten haar ouders om, bij de levenseindekliniek werd afgewezen vanwege haar leeftijd. Noa deed in de periode voor haar dood meerdere zelfdodingspogingen. Zij had anorexia ontwikkeld, naast een persoonlijkheidsstoornis, een depressie, een dwangstoornis en zij leed aan automutilatie. Uiteindelijk koos zij ervoor om te sterven door zich van eten en drinken te onthouden. Bij oude mensen is de doodswens vaak een verlangen naar rust en verlossing uit een situatie die niet meer beter wordt. Ook is er het besef dat men er niet meer toe doet. Vaak rouwen mensen over het verlies van hun actieve leven. Er zijn verschillende

manieren waarop en verschillende omstandigheden waarin ouderen aan de dood denken zoals: • Bezig zijn met de dood in de laatste levensfase, als voorbereiding op het uiteindelijk overlijden, • De dood willen versnellen door (niet) medisch te handelen, • Dood willen in overleg met anderen en de hulpverlening; bijvoorbeeld door te stoppen met eten en/of drinken met begeleiding, een euthanasieverzoek of een verzoek tot hulp bij zelfdoding, • Actief dood willen en suïcidaal gedrag vertonen; dat wil zeggen bezig zijn met zelf een einde aan het leven te willen maken. Hoe herken je een doodswens? Die kun je alleen maar herkennen door de woorden die iemand uitspreekt of door de lichaamstaal. Bij dat laatste is actief vragen de enige manier om het helder te krijgen. Soms kan je lichaamstaal ook verkeerd interpreteren. Soms willen mensen niet laten merken dat ze een doodswens hebben. Daar kunnen diverse redenen aan ten grondslag liggen zoals: • Frustratie over bijvoorbeeld een lichamelijk of geestelijk onvermogen

• • • • • •

Schaamte De angst om als aansteller gezien te worden Bang om geliefden verdriet te doen De angst om voor ‘gek’ versleten te worden Angst om niet gehoord of geloofd te worden Een gevoel van eenzaamheid. Het idee dat het anderen niets zal schelen. Gevoel van intense (ziele)pijn

Een doodswens kan meerdere oorzaken hebben. Naast een weloverwogen levenseinde kunnen het ook de volgende redenen zijn: • Depressie • Pesten • Burn-out • Vechtscheiding • Eenzaamheid • Lichamelijke klachten • Polypathologie Mensen met een voltooid leven lijden het meest aan hun existentie, hun leven. Leven is lijden geworden. Ze lijden aan de zinloosheid en uitzichtloosheid van het leven, een gevoel van nutteloosheid, verlies van doel, zingeving en het ontbreken van perspectief. Men heeft innerlijk al afscheid van het

TCC Magazine | 25


leven genomen, heeft zich onthecht, terwijl het leven voortduurt. Ze ervaren angst voor afhankelijkheid, angst voor verlies van waardigheid en angst voor verlies van hun identiteit. Wat zijn de signalen? Hoe kun je als hulpverlener herkennen dat iemand een doodswens heeft? • Hij/zij is bezig anderen zijn/ haar plaats in het leven te laten innemen. • Nonchalance over de dood. De dood als een oplossing presenteren. • Hij/zij trekt zich meer en meer terug uit het dagelijks leven. Steeds minder zaken worden interessant gevonden. • Trekt zich in zichzelf terug. • Slecht slapen. • Hij/zij treft voorbereidingen. Geeft spullen weg. Laat een testament maken. • Hij/zij krijgt ‘ onverklaarbare’ ongelukjes zoals van de tap vallen, aanrijdingen. • Een zwaar rouwproces na bijvoorbeeld het verlies van een geliefde. • Hij/zij heeft door een psychiatrische of somatisch diagnose de overtuiging gekregen dat het leven geen zin meer heeft. Het is natuurlijk niet zo dat als je dergelijk gedrag signaleert, er altijd sprake is van een doodswens die daadwerkelijk uitgevoerd gaat worden. Soms kan iemand behoefte hebben aan bezinning. Als je een van deze gedragsveranderingen signaleert, vraag dan door. Geef aan wat je waarneemt. Confronteer. Stel vragen die rechtstreeks de gedragsveranderingen adresseren. • Waarom wil je deze zaken op orde brengen? • Waarom praat je zo luchtig over de dood? • Hoe verklaar je wat er met je aan de hand is? • Enzovoort, enzovoort. Belangrijk is het om het bespreekbaar te maken. Draai er niet omheen. Benader het wel met respect en zonder

26 | TCC Magazine

vooroordeel. Vaak is een doodswens ook een proces van vernauwing in de gedachten. Door te vragen en alternatieven te bieden kun je dit proces doorbreken. Daarmee voorkom je dat het een al te grote plaats inneemt in de gedachten en voorkom je dat het een obsessie wordt. Dat is een gevaarlijk punt. Als iemand aan niets anders meer kan denken, zelfs gaat verlangen naar de dood, bestaat de kans dat hij/zij het ook daadwerkelijk gaat uitvoeren. Het bespreekbaar maken voorkomt vaak dat het een obsessie wordt. Van belang is dan wel dat je overweegt om de therapiefrequentie op te hogen. Zo voorkom je dat het effect van de doorbreking wegebt. Hoe maak je het bespreekbaar? Veel hulpverleners worstelen hiermee omdat het voor henzelf een beladen onderwerp is. Dan is het moeilijk om

op een normale manier een voor je eigen gevoel beladen vraag te stellen: Waarom denk je aldoor aan de vraag om je leven te beëindigen? Voel het ook niet als een falen als je cliënt al een tijd bij je onder behandeling is. Raak niet in paniek. Sommige cliënten kunnen sterk verhospitaliseerd zijn en weten exact hoe een therapie werkt; soms zelfs beter dan de therapeut! Laat jezelf niet manipuleren door je cliënt! Van belang is dat je een open gesprek creëert, waarin je cliënt zich veilig genoeg voelt om op een eerlijke manier met jou het gesprek aan te gaan. Als je constateert dat je cliënt je ontwijkt, of niet eerlijk antwoord, zeg het dan: Ik heb het gevoel dat dit niet het hele antwoord is...


DE NFG ziet. Het is cynisch gezegd maar stel dat nabestaanden het dossier opvragen en zoeken naar de bekende stok…. Zij zullen die zeker ook vinden.

“Het is niet zo dat goede gesprekken een doodswens wegnemen, ook al steek je er heel veel tijd en geduld in. Soms blijft die wens.”

Een absolute voorwaarde is dat je de doodswens accepteert als een gegeven. Ga die wens niet ‘bestrijden’ of bagatelliseren (...het is van tijdelijke aard). Het als een gegeven accepteren kan heel bevrijdend werken. Wellicht is het voor het eerst dat iemand er niet emotioneel bestrijdend op reageert. Als deze situatie ontstaat, is er ruimte voor verdiepende vragen: • Hoe ben je tot die gedachte gekomen? • Loop je er al lang mee rond? • Hoe voelt die gedachte? • Wat doet die gedachte met je? • Wat zou er volgens jou moeten gebeuren opdat die gedachte zich minder heftig opdringt? • Waar moet de dood een oplossing voor zijn? • Hoe concreet heb je je doodswens al voor jezelf gemaakt? Probeer geen vragen te stellen die gevoelsmatig een vorm van emotionele chantage met zich mee brengen: • Wat zal je vrouw hiervan denken? • Hoe moet het met je gezin als jij er niet meer bent? • Is dit niet in strijd met je geloof? • Is dit niet een foute oplossing? Dit soort vragen brengt het risico met zich mee dat je een averechts effect bereikt. Richt je niet op het bereiken van een instant, kortetermijnoplossing. Probeer naast iemand te staan: jij kunt niet genezen, je cliënt geneest zichzelf. Eerlijkheid wordt vaak gewaardeerd. Vertel wat het je doet om te horen hoe de ander worstelt. Dat kan er ook toe leiden dat je zegt:

kan het niet aan om hier dieper met je op in te gaan, mag ik met je zoeken naar iemand waarmee je hierover beter kunt spreken. Wees je ervan bewust dat jij niet alles kunt.” Eigenlijk geloof ik niets en twijfel ik aan alles, zelfs aan U” (Gerard Reve, Dagsluiting). Dat verwacht een cliënt ook niet van je. Het niet veroordelen en durven zwijgen en luisteren; dát is essentieel. Lijdt iemand aan het leven of is de doodswens een symptoom van bijvoorbeeld een depressie of de reactie op het krijgen van een diagnose waar men aan verbindt dat het leven niets meer waard is, bijvoorbeeld: multiple sclerose, schizofrenie, bipolaire stoornis, autisme? Dergelijke diagnoses kunnen als een doodsvonnis werken en het effect hebben dat iemand denkt dat een menswaardig leven niet voor hem is weggelegd. Ga in dat geval met iemand op zoek naar hulp of naar informatie die iemands beeld over de effecten van zijn diagnose kunnen bijstellen, onderzoek de mogelijkheden van therapie. Denk aan lotgenotenwebsites, patiëntenverenigingen, second opinion zowel bij lichamelijk als psychisch lijden. Blijven doorvragen is ontzettend belangrijk. Maak van de vragen en de antwoorden gedetailleerde aantekeningen en verwerk deze in het dossier. Lees het dossier iedere keer door voordat je cliënt komt. Zeker als je een drukke praktijk hebt. Dat voorkomt dat je cruciale details over het hoofd

Daarnaast moet je zeer bewust zijn van het ‘pluis’ en ‘niet-pluis’ systeem. Als je het gevoel hebt dat iemand zijn doodswens uitspreekt en bijvoorbeeld last heeft van psychoses, maar niet psychotisch is op het moment, dan is het verstandig om ter sprake te brengen dat de stap naar een psychiater te overwegen is. Denk ook niet te snel in extremen. Als iemand zwaar depressief is - tenzij het om een vorm van depressie gaat die de wilsbekwaamheid van een persoon aantast - betekent dat niet dat je bijvoorbeeld over een gedwongen opname hoeft te denken. Ik heb alles gedaan en toch blijft de doodswens Het is niet zo dat goede gesprekken een doodswens wegnemen, ook al steek je er heel veel tijd en geduld in. Soms blijft die wens. Zie dat niet als een falen. Wat je bereikt is, dat iemand zich niet meer alleen voelt in zijn/ haar worsteling. Een doodswens is nog altijd taboe in onze samenleving. Dat bewees Noa Pothoven wel. Haar doodswens werd over de gehele wereld voorpaginanieuws. Jouw interventie is steun en niet falen. Wat resteert er als de doodswens iemands identiteit geworden is? Probeer dan door te verwijzen naar gespecialiseerde hulpverleners en zorg ervoor dat het bij de huisarts terechtkomt. Het laatste wat we willen is een zelfdoding die anderen (treinmachinisten etc.) belast. Als je cliënt in de laatste fase van zijn/haar leven komt, komt alles ineens heel dichtbij voor je als hulpverlener. Maak dan afspraken met je supervisor. Die kan je tips en trucs geven om hiermee om te gaan of therapie geven. Belangrijk is dat jij geen schuldcomplex krijgt.

TCC Magazine | 27


Opleiding tot HeartMath® Therapeut In de HeartMath methode staan de thema’s lichaamsbewustzijn en emotieregulatie centraal. Door middel van biofeedback op het hartritme leren uw cliënten hoe ze omgaan met stress en hoe ze zichzelf in een meer optimale toestand kunnen brengen. In deze nieuwe opleiding leert u aan uw cliënten om meer grip te krijgen op stress en hun manier van omgaan daarmee, zodat ze gericht kunnen werken aan een gezondere leefstijl. Uit vele studies blijkt dat dit leidt tot een toegenomen welbevinden en functioneren, zowel lichamelijk als psychisch.

HeartMath Benelux biedt nu een 5-daagse opleiding tot HeartMath Therapeut. In de opleiding wordt aandacht besteed aan:

• Begeleiding van cliënten door • Inpassing van HeartMath middel van het Werken aan interventies in bestaande Veerkracht programma behandelmethodieken Het Werken aan Veerkracht programma De opleiding biedt een kennismaking biedt een evidencebased protocol om met diverse interventietechnieken. Om met behulp van een werkboek de cliënt deze interventies goed over te kunnen in 7 sessies te begeleiden. De cliënt brengen is het van belang om de geleerwordt zich bewust van zijn doelen, de technieken ook zélf veel te oefenen stressbronnen en energielekken en leert en toe te passen in het dagelijks leven. stapsgewijs de HeartMath technieken toepassen en integreren in het dagelijks leven. Huiswerkopdrachten en oefenen zijn belangrijke onderdelen.

Meer informatie vindt u op www.heartmathbenelux.com of persoonlijk via 043-3655626.

• Diagnostiek: Inzicht in het functioneren van het autonome zenuwstelsel Het computerprogramma van HeartMath brengt de hartritmevariabiliteit (HRV) in beeld, een belangrijke indicator voor het functioneren van het autonome zenuwstelsel en daarmee ook van ziekte en/of gezondheid. Dankzij de nieuwste versie van de emWave, de emWave Pro Plus, is het nu ook mogelijk om diverse functionele waarden uit de HRV te bepalen.

Benelux


INGE JAGER

De combinatie van kennis van het brein en mindfulness helpt psychosociaal therapeut Marlyn de Korte om haar werk nog beter uit te voeren.

“Wij hebben invloed op onze hersenen en de ontwikkeling daarvan. Door zelf­ onderzoek, door aandachtbeoefening en door je innerlijke houding maak je nieuwe verbindingen, waardoor je andere sensaties, gedachten en gevoelens activeert.”

Hoe ben je gekomen tot het werk dat je nu doet? ‘Ik ontdekte als leerkracht basisonderwijs, dat ik een grote affiniteit had met kinderen van wie de ontwikkeling niet vanzelfsprekend verliep. Als juf had ik niet de ruimte om intensief individueel met deze kinderen te werken. Daar worden vaak externen voor ingeschakeld of de interne begeleider gaat met de kinderen aan de slag. Ik wilde me scholen om juist die afgestemde individuele begeleiding te kunnen bieden. Ik behaalde mijn master pedagogiek, met de specialisatie orthopedagoog voor het onderwijs, en kon als interne begeleider aan het werk met die kinderen van wie de ontwikkeling anders loopt dan verwacht.’ Dat klinkt als een perfect einde van een zoektocht, maar dit was niet het happy end? ‘Nee zeker niet; in diezelfde periode werd bij mij, ik was begin dertig, de diagnose reuma gesteld. Ik kon niet meer op school werken als interne begeleider. Na een outplacementtraject kreeg ik te horen dat ik hoogstens een paar uur per week een administratieve taak zou kunnen uitvoeren. Maar daar word ik niet blij van. Toen besloot ik om voor mezelf te beginnen en tot op de dag van vandaag heb ik daar geen moment spijt van. Ik heb mijn passie gecombineerd met de omstandigheden die zich voordeden en daar heb ik het beste van gemaakt. En dat is eigenlijk wat ik ook mijn cliënten wil meegeven: er

is altijd een volgende stap mogelijk. Hoe lastig het ook is, in welke situatie dan ook.’ Hoe kwam je in contact met mindfulness? ‘Tijdens mijn revalidatieprogramma volgde ik het 8 weken mindfulness programma (dat is de meest bekende en wetenschappelijk onderbouwde mindfulness cursus) en ik merkte dat het mijn gedrag veranderde. Het heeft de manier veranderd in hoe ik in het leven sta. Door me te richten op het hier en nu en niet op doemscenario’s in de toekomst, heeft het mijn leven een stuk rijker gemaakt. En dat wil ik in mijn werk uitdragen. Deze ervaring vertellen aan anderen is niet genoeg. Mensen moeten het echt zélf ervaren; ze moeten merken wat een meditatie met hen doet of wat aandacht voor de ademhaling voor ze betekent. Dus ik ging op zoek naar een opleiding waar ik kon leren om kennis van mindfulness in contact met anderen te gebruiken. Inmiddels zit ik in het eerste jaar van de opleiding Mindful Coachen (aan de Academie voor Open Bewustzijn) en is dit het puzzelstukje dat in de basis mijn ontwikkeling en mijn werk met elkaar integreert.’ En wat leer je nu zoal? ‘Ik ontdekte daar dat mindfulness een middel kan zijn om meer samenwerking te bewerkstelligen tussen lijf en brein. Ik ben een ‘voelmens’ en mijn waarneming en verwerking van prikkels zijn intensief. Wanneer ik me vereenzelvig met mijn gedachten,

TCC Magazine | 29


lichamelijke sensaties of gevoelens kan ik helemaal opgezogen worden, zodat ik niet meer objectief kan waarnemen. Eén van de belangrijkste dingen die ik in de opleiding leer is om me niet te vereenzelvigen met die verschillende facetten van mijn ervaring.’ Hoe doe je dat, je niet-vereenzelvigen? ‘Ik stap in de rol van een soort wetenschapper en benader mijn lichaam, gedachten en gevoelens als object. Bijvoorbeeld als ik last heb van angst of schaamte, helpt het me om te realiseren dat ik dat gevoel niet ben en dat ik ernaar kan kijken en het dus ook los kan laten. Of bij nare gedachtes: ik geef dan mijn gedachten aandacht en relativeer ze door ze bijvoorbeeld te toetsen aan de vraag: zijn ze waar?’ Wat je nu doet is eigenlijk contra-intuïtief: in plaats van wég van een akelige gedachte of een onprettig gevoel, ga je er juist naar toe? ‘Klopt, ik word een onderzoeker die zich richt naar het onderwerp van onderzoek, en dat ben ik zelf. Deze

30 | TCC Magazine

methode geeft me een middel in handen om meer balans te ontwikkelen en te onderhouden. En dat geeft me een gevoel van (zelf) vertrouwen.’ Wat je nu beschrijft klinkt vooral privé. Wat merk je hiervan in je werk? ‘Ik blijf overal, dus ook in mijn werk, dichter bij mezelf. Daardoor heb ik meer ruimte voor de anderen én blijf ik ook dichter bij mijn cliënten. Eerder bedacht ik als hulpverlener wel eens: dit zou goed voor je zijn, en dan kwam ik met een interventie. En dat is anders aan het worden. Ik blijf meer op de achtergrond, wat ik overigens nog niet zo gemakkelijk vind. Ik laat het proces meer gebeuren en blijf dichter bij de eigen ervaring van mensen. Ik heb meer geduld in het proces en uiteindelijk blijkt het leerproces van de cliënt vaak net zo snel of zelfs sneller te gaan dan vroeger. Ik doe dus minder suggesties en volg meer. Ik leer cliënten eigenlijk zichzelf beter te leren kennen. Ze leren op te merken wat goed gaat en wat ze spannend vinden. Ik werk overigens

niet alleen met de kinderen, maar met hun hele omgeving: ouders en school.’ Hoe doe je dat, de ouders erbij betrekken? ‘De ouders zijn bij de behandeling en zij zien en ervaren wat ik doe en ik leg uit wat ik doe en dan kunnen ze daar thuis vaak direct iets mee. Vaak ligt een oplossing overigens meer bij de ouders dan bij de kinderen zelf, dat is soms wel confronterend voor ouders. Bijvoorbeeld in het geval van een jongetje dat tijdens de eerste sessie iets oppakte en zat te friemelen. Het eerste wat moeder zei was: ‘Leg dat nou eens even weg.’ Hij deed dat en begon te klieren. Ik probeer dan moeder te leren dat het er in de opvoeding ook om gaat dingen te laten zoals ze zijn en illustreerde dat door het voorwerp terug te geven aan het jongetje. En toen zag je ander gedrag bij die jongen. Hij was gefocust. Moeder realiseerde zich dat zíj er last van had als hij iets in zijn handen had. Maar het bleek dat hij graag iets in zijn handen heeft en het nodig heeft om


INGE JAGER focus te hebben. Doordat moeder het friemelgedrag anders is gaan zien, uit ze zich nu anders, waardoor de jongen zich minder negatief beoordeeld voelt en de onderlinge sfeer verbeterd is. Hoogsensitiviteit Marlyn heeft zich gespecialiseerd in hoogsensitiviteit. Zij gebruikt de kennis van neurowetenschappen in haar werk; dat stelt haar in staat om op basis van de opbouw van het brein mensen hun gevoeligheden te kunnen uitleggen. Het helpt als mensen horen dat hun brein iets anders werkt, zoals wordt aangetoond met MRI-scans door professor Elke van Hoof aan de Vrije Universiteit Brussel. Zij zegt: ‘Hoogsensitiviteit kenmerkt zich van andere persoonlijkheidskenmerken door de gave om heel veel informatie uit de omgeving op te nemen en deze diepgaand te verwerken. […] 15% van de algemene bevolking is hoogsensitief.’ Bij hoogsensitieve personen lichten grotere gebieden in het brein op, waaruit blijkt dat er meer (ongefilterde) input is. Er is dan een systeem dat snel veel opmerkt, maar meer tijd nodig heeft voor de verwerking van die prikkels. Hoe werk jij met hoogsensitieve personen? ‘Ik gebruik een beeld van een lopende band bij een postsorteercentrum. Ik leg dan uit: hoogsensitiviteit is te vergelijken met een postsorteercentrum waar veel pakketjes binnenkomen om te verwerken. De toevoer van de pakketjes gaat op een ++ snelheid, maar de verwerking staat op - - snelheid. Met als gevolg: er vallen pakketten van de band, dat is de overprikkeling. Er is geen overzicht meer maar een gevoel van chaos. Cliënten komen met klachten van overprikkeling tot burn-out bij mij. Maar het helpt dan niet om een instant oplossing te bedenken of vaardigheden aan te leren zoals grenzen aangeven of ‘nee’ leren zeggen, waardoor ze zich even beter

“Hoogsensitiviteit is te vergelijken met een postsorteercentrum waar veel pakketjes binnenkomen om te verwerken. De toevoer en verwerking lopen niet met elkaar op, dus vallen er pakketten van de band. Dat is de overprikkeling.”

voelen. De basis die onder omgaan met hoogsensitiviteit moet liggen, gaat over dichtbij jezelf blijven om goed voor jezelf te kunnen zorgen. Dát wil ik mijn cliënten leren ontwikkelen en daar is aandacht beoefenen voor mij het belangrijkste element in. Met aandacht voor zichzelf en hun eigen proces kunnen ze op tijd signalen onderkennen en daardoor grenzen gaan stellen.’ Zou je kunnen zeggen dat die combinatie van aandacht beoefenen (mindfulness) en neurowetenschappen voor jou een eyeopener is? ‘Ja, wanneer je begrijpt hoe het persoonlijkheidskenmerk hoogsensitiviteit voor jou werkt, t.a.v. prikkelgevoeligheid en informatieverwerking, wordt aandachtbeoefening betekenisvoller. Het kan mensen helpen om meer rust en ontspanning te vinden en beter voor zichzelf te gaan zorgen. Dit gegeven motiveert mij bijvoorbeeld om (toch) elke dag tijd te maken voor meditatie. Hoogsensitiviteit is geen fase in de ontwikkeling die een keer overgaat: even een paar weken rust en je bent uit die overprikkeling en je kan weer door. Nee, het is snappen wat hoogsensitiviteit is en hoe je daar op een goede manier mee kunt omgaan. En ik vind mindfulness daar een heel praktisch instrument voor.’

Mindfulness heeft voor jou vooral praktisch nut? ‘Ja, mindfulness wordt vaak als zwe­verig gezien, veel cliënten komen met dat oordeel bij mij. Maar ik leer nu de herkomst van mindfulness, vanuit de boeddhistische psychologie én hoe die oorspronkelijke kennis ondersteund wordt door de neurowetenschappen. Het gaat bovendien om ons lichaam, dat is niet zweverig, maar juist heel concreet. En als je een oefening doet, ervaar je meteen wat het met je doet en dat het ook echt iets met je doet. Wij hebben hiermee invloed op hoe we ons voelen. Wij hebben invloed op onze hersenen en de ontwikkeling daarvan. Door zelfonderzoek, door aandachtbeoefening en door je innerlijke houding maak je nieuwe breinverbindingen, waardoor je andere sensaties, andere gedachten en andere gevoelens activeert. Marlyn volgt de opleiding Mindful Coachen, een tweejarige opleiding waarbij mindfulness, Boeddhistische Psychologie en neurowetenschappen met elkaar gecombineerd worden. www.openbewustzijn.nl/ opleiding-mindful-coachen/

TCC Magazine | 31


Instituut voor E.E.N.®

www.vitaopleidingen.nl

Eclectische Energetische Natuurgeneeskunde

Download

Studiegids

Studieprogramma 2019-2020 informatie en inschrijving:

T: 036-5224950

e: info@vitaopleidingen.nl

Registeropleidingen: • • •

Medische Basisvakken SHO Puur Plato - 27 EC Psychosociale Basisvakken SHO Puur Plato - 25 EC Medische- Psychosociale Basisvakken SHO - 47 EC

Beroepsopleiding Life Science Therapeut: •

Generieke en Specifieke fase

• • • • •

Energetisch lichaamswerk - Magnetiseren Ideomotoriek - Ratio-intuïtieve Methodiek - Bio-tensor deel 2 Levend- (en droog) Bloed Analyse Iriscopie/oogdiagnostiek Losse Colleges

Geaccrediteerd door CPION, SNRO, KTNO, ZHONG, VIV, VBAG, LVNG, NFG, BATC, VNT en NVST Registeropleidingen (HBO niveau) Opleiding E.E.N.® Therapeut (240 ECTS) Omscholingstraject tot E.E.N.® Therapeut (240 ECTS) Didactiek voor HBO docenten (i.s.m. de VU Amsterdam) Opleiding Med ische en/of Psychosociale Basiskennis psychosociale i skennisosociale basisk ennis (P lato) Cursussen, bij- en nascholingen Klassieke homeopathie vernieuwd, Introductie (voldoet aan de Plato eindtermen) psychosociale thematherapie, Introductie E.E.N.® Therapie, (diverse leslocaties), Ankhtherapie, dolfijnenergie, aromatherapie, EHBO Rode Kruis, bij- en nascholingen Medische en Psychosociale Basiskennis

Bij- en nascholing:

Vita Opleidingen B.V. Gildenveld 49-53, 3892 DD Zeewolde www.vitaopleidingen.nl

Secretariaat: Pater Jac. Schreursweg 2B 6097 NH Panheel Telefoon 0475-475178

E.E.N.®

Instituut voor Eclectische Energetische Natuurgeneeskunde

Email: info@instituuteen.nl Website: www.instituuteen.nl

Breng uw emoties in evenwicht met bloesemremedies Bloesem Remedies Nederland is de distributeur van 17 verschillende merken bloesemremedies zoals: Australian Bush, Alaska Essences, Californische F.E.S. Essences, Healing Herbs, Deva Bach remedies en de Nederlandse remedies. De hoogste kwaliteit van Schüssler Celzouten. Verwreven en zonder magnesiumstearaat van Adler. Met de hand verwreven poeders van Sonnenmineral.

ONTDEK WAT

VERBINDENDE COMMUNICATIE

VOOR JOU KAN BETEKENEN

Primavera essentiële oliën en aromatherapie zowel in biologische als in Demeter kwaliteit. Kijk op onze nieuwe site: www.primaveralife.nl Wil je leren hoe je Verbindende Communicatie praktisch kan toepassen? Ben je werkzaam als coach, psycholoog of therapeut en wil je diepgaande veranderprocessen b� je cliënten initiëren?

Bezoekadres: Winkel de 3Vrouwen, ook voor edelstenen en boeken. www.de3vrouwen.nl Kijk voor de cursussen over aromatherapie, celzouten en de bloesemtherapie op www.bloesemremedies.com.

VINE biedt een professioneel pakket van diverse opleidingen en trainingen aan. Onze leergang Verbindende Communicatie in Coaching, is gericht op professionals die zich verregaand willen ontwikkelen tot een krachtige en onderscheidende begeleider van zowel individuele als organisatorische vraagstukken. Ben j� klaar voor (nog) meer verdieping? Bek�k het aanbod op onze website www.vinetraining.nl Informeer voor onze accreditaties

VINE

Verbinding voor mens en organisatie VINE Instituut voor Verbindende Communicatie | 030 215 50 60 | Mariniersweg 3, 3941 XK Doorn


RIA TEEUW

een reis naar de essentie van ons mens-zijn

Wat is dat, de ‘menselijke geest’? Bevindt die zich uitsluitend in je hoofd of ook elders in je lichaam? Is ‘bewustzijn’ een onderdeel ervan of is het exact hetzelfde? Als therapeut zou je kunnen zeggen dat de menselijke geest onderdeel is van je werkterrein, en als psychosociaal zorgverlener zelfs helemaal. Maar wat is het dan precies en hoe werkt het? De Amerikaanse neuropsychiater en schrijver Dr. Daniel Siegel ging de zelfverkozen uitdaging aan om een antwoord te vinden op vragen over dit levensmysterie. Het resultaat beschrijft hij in het lijvige boek Mind. Het schrijfproces zag hij als een soort ontdekkingstocht waarbij hij de lezer uitnodigde hem op zijn reis te vergezellen. Een reis vol hypotheses, gedachtespinsels, maar ook zeer aannemelijke conclusies.

Over het algemeen wordt aangenomen dat de geest zetelt in de hersenen, maar is dat eigenlijk wel zo logisch? Volgens Siegel krijg je een aanzienlijk breder beeld als je het zou beschouwen als iets wat zich voorbij de huid uitstrekt: ‘De geest is niet alleen wat de hersenen doen, en zelfs niet alleen wat de sociale hersenen doen. De geest zou wel eens iets kunnen zijn wat voortkomt uit een hoger niveau. Uit een stroom van energie en informatie die zich voltrekt binnen in ons en tussen ons en anderen en de wereld.’ Zelforganisatie Dat energie ook door het hele lichaam stroomt en zich niet alleen beperkt tot het hoofd, is daar volgens hem een bewijs van. Als mens worden we altijd en overal omringd door energie en informatie. Die stromen komen

bij ons binnen. Zodra energie het zenuwstelsel binnenkomt, beginnen zenuwcellen te pulseren. Terwijl dat gebeurt, ontstaan er veranderingen in de neuroplasticiteit van de hersenen: neurale groei, synaptische groei, groei van myeline en er ontstaan epigenetische modificaties die de genexpressie reguleren. Het veranderde zenuwstelsel geeft op zijn beurt ook weer energie en informatie af en zendt die uit. Het is een spel van continue actie en interactie. Wellicht zorgen de hersenen ervoor dat energie die ontstaat via het pulseren van zenuwcellen, wordt omgezet in informatie. Het lichaam zelf brengt misschien niet alleen energie maar ook informatie voort. De geest zit zowel in de energiestroom als in de informatiestroom. Het is meer dan het bewustzijn, meer dan de subjectieve ervaring en meer dan het verwerken van informatie. Het

TCC Magazine | 33


bevat ook zelforganisatie en bevindt zich niet alleen binnen in ons, maar ook tussen mensen onderling. Met onze vijf zintuigen die we in elk geval hebben, zijn we in staat een scala aan signalen op te vangen die ons in staat stellen verbindingen met elkaar aan te gaan op manieren die wel degelijk echt zijn maar niet altijd beschikbaar voor bewuste perceptie. Tijd En hoe zit het met hoe de geest de werkelijkheid ervaart? Die is tenslotte subjectief. Neem het intrigerende begrip ‘tijd’. Siegel stelt dat zwaartekracht en snelheid de relationele aard van de tijd veranderen. De geest zou illusies hebben geschapen over het ‘ik’ als iets dat zich beperkt tot het lichaam en over het concept tijd als iets wat stroomt. Tijd stroomt volgens hem niet, maar is eerder een soort veld van waarschijnlijkheden. Als je er op deze manier naar kijkt, wordt het gemakkelijker om, zoals hij zegt, ‘te rusten in het huidige moment, open te staan voor wat zich aandient in alle stromen van je bewustzijn’. Te emotioneel Al in het begin van zijn loopbaan ervoer Siegel dat alles wat met de geest te maken had, ongepast was in de wetenschappelijke wereld. Als student geneeskunde had hij een begeleider die een pediatrisch chirurg was. Toen hij deze vertelde over het verdriet en de wanhoop van een van de patiënten, kreeg hij te horen dat hij ‘te emotioneel’ was, en dat hij zich moest concentreren op de symptomen van de patiënt en niet op diens verhaal. Dat was een aanpak die tegen zijn gevoel indruiste. En terecht, bleek later uit verschillende onderzoeken die het tegenovergestelde uitwezen van wat hij als student op dit gebied had gehoord. Als een arts aandacht besteedt aan de innerlijke, subjectieve ervaring van een patiënt, wordt diens immuunsysteem sterker. Als artsen onderricht kregen in de geest en hoe ze zelf hun emoties in evenwicht brachten door die mindful aandacht te schenken, bleek dat ze hun risico op een burn-out verlaagden. Dat zijn

34 | TCC Magazine

begeleiders hem in het begin van zijn studie hadden verteld dat empathie niet paste in het klinische werk van een arts, was dus niet alleen onterecht, maar getuigde ook van verkeerde inzichten. Rivier van integratie Siegel ontdekte nog veel meer in zijn latere loopbaan. Vaak bleken mensen die bij hem aanklopten, een leven te leiden dat óf vreselijk saai en voorspelbaar was óf explosief vol ontregelende en opdringerige emoties. Welk van de twee het ook was, mensen leden er erg onder. Oorzaken waren trauma’s en andere verstoringen. Zo kwam hij op de vraag wanneer je de geest als ‘gezond’ zou kunnen beschouwen. Zijn conclusie was dat een complex systeem dat zichzelf niet optimaal organiseert, de neiging heeft naar een van de twee toestanden te verschuiven: chaos of rigiditeit. Een metafoor die hij gebruikte was die van een rivier van integratie: de stroom in het midden is harmonie, de ene zijde een oever van chaos en de andere een oever van rigiditeit. Wat als die twee met elkaar zouden integreren? Zou daar dan welzijn uit voortkomen? Ontstaat zo een gezonde geest?

Wiel Het antwoord is volgens hem bevestigend. Ook kun je zeggen dat integratie te bereiken is met zelforganisatie, de manier waarop de geest door de tijd heen een harmonieuze stroom creëert. ‘Een gezonde geest creëert integratie binnenin en onderling’, stelt hij. En ook: ‘Genezing is integratie’. Om integratie van bewustzijn te bereiken, ontwierp hij een oefening, ‘The Wheel of Awareness’. Deze is te vinden op zijn website www. drdansiegel.com onder de button Resources. Het heeft als doel om chaos en rigiditeit te transformeren naar harmonie en welzijn. Mindsight Ook bedacht hij het woord ‘mindsight’ voor de manier waarop we de geest zien, zowel die van onszelf als die van anderen. Het begrip omvat drie vaardigheden: het vermogen om zicht, empathie en integratie te cultiveren. Empathie om andermans innerlijk leven aan te voelen. En integratie om gedifferentieerde elementen van de geest te koppelen tot een samenhangend geheel waaruit vriendelijkheid en compassie


RIA TEEUW voortkomen. Hij stelt dat ‘de basis voor een mindsight-aanpak is dat we allemaal een natuurlijke neiging hebben in de richting van integratie, van optimale zelforganisatie. Net als complexe systemen is zelforganisatie een belangrijke eigenschap en een fundamenteel facet van onze geest.’ Zonder identiteit Een belangrijke levenservaring die aansloot op zijn zoektocht naar de geest, kreeg hij door een ongeluk tijdens paardrijden. Het veroorzaakte hoofdletsel met een hevig geheugenverlies dat een dag duurde. ‘Gedurende die 24 uur hadden de sensaties van alledag een totaal andere kwaliteit’, vertelt hij daarover. ‘Zo was het drinken van een glas water een woeste ervaring die begon met bekijken van flakkerend licht dat weerkaatste op een soort glanzend vat dat koel aanvoelde. De ronde vorm van een mango was intrigerend. Het was een dag zonder identiteit. Niet angstaanjagend, maar van moment tot moment vervuld van sensorische ervaringen die op de een of andere manier als compleet aanvoelden.’ Ondanks dat, voelde hij zich volledig wakker en alert. Het was een dag die hem onderdompelde in het hier en nu. Een ervaring die hem intrigeerde en die hij wilde begrijpen. Corpus callosum Het bracht hem onder andere bij ‘mindful’. Was dat misschien de geïntegreerde toestand van de geest? Hij hoorde dat mindful mediteren de structuur van de hersenen kon veranderen. Zones die te maken hadden met integratie, werden dikker. En weer later wezen onderzoeken uit dat het corpus callosum, dat de linker- en rechterhersenhelft verbindt, groeide dankzij mindful mediteren. Met andere woorden: mindfulness beoefenen zorgt voor integratie van de hersenen. Niet-DNA-moleculen Rond de millenniumwisseling verschenen voorlopige studies waaruit viel af te leiden dat dagelijks aan mindfulness doen een gunstige

invloed heeft op de manier waarop de niet-DNA-moleculen die de genexpressie reguleren, worden geconfigureerd in gebieden van het genoom die ontstekingen helpen voorkomen. Een proces dat wellicht samenhangt met bepaalde soorten diabetes en kanker. Siegel: ‘Het heeft er alle schijn van dat mindfulness epigenetische, regulerende, veranderingen in je genoom verbetert.’ Aanwezig zijn is volgens hem de toegang tot integratie en dus de grondslag voor gezondheid en welzijn. ‘We gaan de ondeelbare en tegelijkertijd vaak onzichtbare werkelijkheid omarmen van de onderling verbonden aard van onze plaats op de wereld. Als we aanwezig zijn, stellen we ons open voor onze eigen geschiedenis, de pieken en plateaus van onze persoonlijke, gescheiden identiteit.’ PTSS Een heel andere ontdekking die hij deed, was dat de basale wetenschap van het geheugen wel eens nuttig zou kunnen zijn om een klinische verklaring te vinden voor de manier waarop een traumatische gebeurtenis uitsluitend in het impliciete geheugen kan worden gecodeerd. Later, wanneer die wordt opgehaald, kan deze terugkeren als het hele scala aan symptomen van PTSS, zoals indringende herinneringen en emoties, vermijdingsgedrag en zelfs flashbacks. Zo’n flashback kan een reeks uitsluitend impliciete herinneringen zijn die volledig in het bewustzijn wordt bovengehaald, maar dan niet voorzien van het expliciete label dat het te maken heeft met iets wat in het verleden heeft plaatsgehad. De onderzoekers die hij hierover sprak, bevestigden dat deze hypothese theoretisch gezien deugdelijk was. Siegel had als student gewerkt met een patiënt die worstelde met een trauma nadat hij in Vietnam had gevochten en die gebukt ging onder flashbacks en andere indringende symptomen van een PTSS. Niemand van zijn begeleiders kon hem in die tijd duidelijk maken hoe een trauma een persoon zodanig kan raken dat het leidt tot PTSS. Pas later ontmoette hij onderzoekers

die dachten dat het deel van de hersenen dat het geheugen integreert vanaf de oorspronkelijke input tot toegankelijke, flexibele reflecties op een gebeurtenis uit het verleden, de hippocampus is. ‘Als die beschadigd raakt, blokkeert hij het omzetten van herinneringen uit de eerste lagen naar meer uitgewerkte geestelijke representaties waarop naderhand kan worden gereflecteerd.’ Hersenkraker Wie meer wil weten van het mysterie ‘de menselijke geest’, doet er goed aan het boek te lezen. Dit artikel kan alleen maar heel summier de beschreven hypotheses en ontdekkingen van Siegel behandelen, want het boek is veel te omvangrijk. Maar bereid je wel voor op een echte hersenkraker die je niet even tussen de bedrijven door leest. Neem de tijd voor elk hoofdstuk en vorm vooral ook je eigen mening over wat hij aandraagt. Verwacht niet dat je álle antwoorden krijgt die het mysterie ontsluieren. Siegel geeft toe dat ook hem dat niet gelukt is. ‘Wat uiteindelijk de hersenbasis van het bewustzijn blijkt te zijn en hoe het weten van gewaarzijn zich werkelijk voltrekt, dat weten we eenvoudig niet. Niemand weet dat.’

Verschenen mei 2017 480 pagina’s Uitgeverij Mens ISBN 9789463160360

TCC Magazine | 35


Wil jij anderen helpen met een gezonde leefstijl? Volg dan een opleiding of training bij het OPFG! Het OPFG inspireert iedereen die geïnteresseerd is in de nieuwste wetenschappelijke inzichten op het gebied van leefstijlgeneeskunde door middel van specifieke opleidingen, trainingen, masterclasses en workshops. We gaan de diepte in! Veel waardevolle kennis én alle ruimte voor je persoonlijke groeiproces.

Opleiding tot Vitaminecoach

Instromen tot de beroepsopleiding

Leer in 12 dagen de basis over gezondheid waarmee jij jezelf en anderen kunt helpen met een gezonde leefstijl!

Met een éénjarige opleiding tot Orthomoleculair Therapeut kun je bij ons instromen. Afhankelijk van de vooropleiding geven we dan vrijstelling en dan kun je verder opgeleid worden in de 4 jarige opleiding.

Deze opleiding is SNRO geaccrediteerd!

Praktisch aan de slag

Wetenschappelijk onderbouwd

Meer informatie: www.opfg.nl

Echt aandacht voor jou


CARIEN KARSTEN

Britt (15) fietst naar school. Ze krijgt de pedalen nauwelijks naar beneden. Haar benen voelen slap. Het eerste uur heeft ze gym en ze is bang om te laat te komen. Ze zullen wel weer boos zijn, denkt ze. Ze probeert harder te trappen, maar dat lukt niet. Dan begint het te draaien in haar hoofd. Ze voelt zich beroerd, stapt van haar fiets en belt haar moeder. ‘Mam, ik kan echt niet meer.’

Stress bij jongeren Wat kun je doen? ‘Kom maar naar huis’, zegt haar moeder. Ze weet dat Britt zich niet aanstelt, ze is niet lui. Na een ernstig fietsongeluk een jaar eerder heeft Britt hard gewerkt om toch nog over te kunnen gaan. Ook in de vakanties werkte ze door. Maar de laatste tijd is ze wel erg vermoeid. De huisarts verwijst Britt naar een psycholoog. Die stelt vast dat ze burn-out is. Ze is echt op, en blijft een paar maanden thuis. Jongeren onder druk Britt is geen uitzondering. Veel jongeren voelen zich onder druk staan. Drie op de vier Nederlandse scholieren geeft aan prestatiedruk te ervaren. Een op de drie geeft ook nog aan moeilijk met die stress om te kunnen gaan. Recente publicaties van onder andere RIVM en de SER wijzen ook op de toenemende druk waaronder jongeren tegenwoordig leven. Vooral meisjes tussen de 14 en de 17 jaar op havo-, vwo- of mbo-niveau hebben de afgelopen tien jaar meer psychische problemen gekregen. Ook de cijfers over studenten geven aan dat zij onder druk staan. Ongeveer de helft van hen ervaart psychische klachten. Ze kampen met verslavingen aan drugs, alcohol, gamen en porno, en hebben vooral last van toenemende prestatiedruk en angst voor schulden. De Nederlandse cijfers komen overeen met resultaten van

internationaal onderzoek naar stress bij jongeren. Volgens het laatste stressrapport van de Amerikaanse organisatie van psychologen (APA) behoren jongeren tot 21 jaar tot de meest gestreste generatie in het land. Paradox Wat is er aan de hand? Als er een ding direct opvalt, dan is het wel dat je jongeren zelden zonder telefoon in de hand ziet lopen. En het komt natuurlijk niet door de telefoon zelf dat jongeren onder druk staan, maar wel door dat waar de telefoon voor staat: voortdurend blootgesteld staan aan nieuwe mogelijkheden en uitdagingen, en tegelijkertijd je beoordeeld voelen over alles wat je doet. Voeg

daarbij een opvoeding door ouders die – met de beste bedoelingen – hun kinderen voorhouden dat de wereld voor ze openstaat, en dat het er vooral om gaat dat ze gelukkig worden, en je hebt het ultieme recept voor een burn-out: op een stuurloze manier altijd maar bezig om je te bewijzen. De paradoxale boodschap die jongeren tegenwoordig meekrijgen, is dat hun enerzijds wordt voorgehouden dat hun eigen geluk vooropstaat, dat ze zich niet hoeven te conformeren en dat ze vooral hun eigen weg moeten vinden. Maar tegelijkertijd krijgen ze te horen dat ze alles moeten halen uit wat er in ze zit. Ze moeten het leuk hebben en

TCC Magazine | 37


succesvol zijn. Ondertussen wordt hun niet de weg gewezen hoe ze dat zouden kunnen bereiken. Dat zou maar betuttelend zijn. Zo krijgen jongeren het idee dat alles van henzelf afhangt. Ze zijn helemaal vrij, ze kunnen alles. Laat maar zien dat je er dan het beste van maakt. Voor velen geeft die paradoxale boodschap veel spanning. Altijd maar op alle gebieden moeten presteren en altijd het gevoel dat er nog wel een schepje bovenop kan. Passie Student Erik (23) heeft een lange periode van stress en paniekaanvallen gekend. Bij hem begon dat nadat bekend werd dat zijn oudere broer een ongeneeslijke vorm van kanker had. Erik keek altijd enorm tegen hem op. Zijn grote broer was sterk en sportief en deed zinvol werk als soldaat in het leger. Zoiets wilde Erik ook. Hij koos voor de politieschool. Dat leek hem wel wat: veel sporten, niet achter

38 | TCC Magazine

een bureau en doen wat goed is voor de samenleving. Allemaal dingen die hij belangrijk vond. Omdat er destijds een vacaturestop was bij de politie is dat niet doorgegaan. Dan maar een opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening - dan kun je ook wat voor anderen doen. Na een jaar hield hij dat voor gezien, omdat hij alleen maar leerde hoe je mensen zover kon brengen dat ze zichzelf gingen helpen. En hij wilde juist zo graag zelf een bijdrage leveren. Vervolgens schreef hij zich in voor een lerarenopleiding. Dat hield hij een half jaar vol. Hij voelde zich niet goed voorbereid en heel onzeker voor de klas. Niets voor hem. In die periode overlijdt zijn oudere broer Freek aan kanker. ‘Door de dood van Freek ging ik nog meer twijfelen over wat ik moest gaan doen’, zegt Erik. ‘Ik dacht: als je zomaar op je 27e kunt omvallen, dan moet ik

nu toch iets hebben van: dit ga je doen, en dan dat, en dan dat. Maar zo werkte het helaas niet. Ik wist nog steeds niet echt wat ik wilde.’ Erik voelt zich vaak vermoeid, agressief en krijgt last van paniekaanvallen. Hij heeft veel last van duizeligheid. Aanvankelijk denkt hij dat het wel voorbij zal gaan, als hij maar kalm aan doet. Maar het gaat niet voorbij. Hij wordt depressief en gaat met zijn klachten naar zijn huisarts. Die zegt dat hij rustig aan moet doen en verwijst hem naar een psycholoog. ‘Daar heb ik wat mindfulness gedaan. Maar ik zat nog zo in de stress, dat dat niet echt lukte. Maar goed, ik had het idee dat ik er wat aan had gedaan. Ik was niet meer depressief en vond dat ik verder geen psycholoog meer nodig had.’ Na een tijd komen de klachten in


CARIEN KARSTEN alle hevigheid terug. Hij gaat weer naar een dokter en wordt verwezen naar een haptonoom. “Ik moest leren om mijn lichaam te ontspannen, en te luisteren naar wat mijn lichaam aangaf. Ik sportte toen ook veel. Ik deed dat zo intens, dat het alleen maar meer stress gaf. Maar ondertussen kreeg ik wel de tools aangereikt om mijn paniekaanvallen onder controle te houden. Daardoor was het minder beangstigend.” Generatie Toch voelt Eric zich niet echt geholpen. ‘Bij de hulpverleners ging het vooral om de vraag: waar heb je last van en hoe kom je daarvan af? Daar is niets mis mee en het helpt je ook wel om weer verder te gaan, maar je komt niet bij de kern. Het echte probleem blijft gewoon bestaan.’ Wat dat echte probleem is, wordt hem duidelijk door de boeken die hij leest over millennials. ‘Daarin herkende ik veel. Onze generatie is opgevoed met het idee dat je moet doen wat je leuk vindt en dat je je hart moet volgen. Maar dan moet je dus ook weten wat je echt leuk vindt, en dat is nu juist zo moeilijk. Er zijn zoveel keuzes. Mijn ouders zeiden dat het niet uitmaakt als ik een baantje zou hebben op een wat lager niveau. Als ik het maar leuk zou vinden. Maar die gedachte bracht mij juist in paniek. Wat heb ik eigenlijk voor ogen? Waar streef ik naar? Dat wist ik niet. Ik ging van hot naar her. Ik zag mensen om mij heen die voor mijn gevoel allemaal heel gelukkig waren en alles goed voor elkaar hadden. Waarom heb ik dat niet? dacht ik dan. Waarom weet ik niet wat ik wil? Iedereen heeft het maar over zijn of haar passie, en waarom kan ik mijn passie dan niet vinden? Die gedachte werd echt een obsessie voor me.’ Dan ziet Eric de Ted Talk ‘Stop searching for your passion’ van Terri Trespicio. ‘Toen drong het tot me door dat ik de hele tijd op zoek was naar iets enorms en dat ik daarmee moest ophouden. Het is niet zo dat je eerst moet weten wat je passie is om succesvol te zijn; het is eerder

andersom: je voelt passie bij de dingen die je doet en die je goed afgaan. Toen ik dat eenmaal inzag, ben ik vol energie begonnen om met vrienden zelf bier te gaan maken. Ik had dat wel eens eerder gedaan en vond dat ontzettend leuk. Onlangs hebben we duizend liter bier gemaakt. In het voorjaar komen er weer nieuwe biersoorten van ons. Je verdient er geen klap mee, maar het is wel heel leuk.’ Hulp bieden Wat opvalt bij de verhalen van Britt en Eric is dat hun stress vooral komt door alle uitdagingen waar ze voor staan, hoge verwachtingen en prestatiedruk zonder dat ze een houvast hebben om keuzes te maken. Wat ook opvalt, is dat ze er allebei bovenop komen door iets te gaan doen wat ze ligt, waar ze plezier in hebben en wat ze goed kunnen. Wie gestreste jongeren wil helpen, doet er dan ook goed aan om het evenwicht te herstellen tussen wat henzelf beweegt en de gerichtheid op de buitenwereld. In mijn boek Minder druk, over het voorkomen van burn-out bij jongeren, heb ik daarom veel vragenlijsten en oefeningen opgenomen die antwoord kunnen geven op de vragen: Wie ben ik? Wat wil ik? En: Wat kan ik? Het doet er niet toe waar het eigen talent wordt gezocht, als het maar om dingen gaat die iemand graag doet en goed kan. Vervolgens kijk je hoe iemand die talenten vaker kan inzetten.

je je goed op een dag? Wat gebeurt er dan? Wat raakt je? Waar krijg je energie van? Om een antwoord op die vragen te vinden helpt het om gedurende een of twee weken een dagboek bij te houden waarin iemand opschrijft wat die positieve ervaringen zijn en wat daaraan opvalt. Het helpt dan ook om terug te kijken naar wat iemand als kind leuk vond om te doen. Ook Britt krijgt haar energie weer terug als ze iets gaat doen waar ze als kind al plezier in had en wat ze goed kan. Ze gaat nu elke zaterdag naar de Rietveld Academie en volgt daar het oriëntatiejaar. Ze zegt: ‘Ik heb nu meer levenslust dan daarvoor. Ik voel me gelukkiger dan ik me in jaren heb gevoeld.’ Carien Karsten is psychotherapeut en coach, geeft workshops en trainingen over preventie van stress en burn-out, en schrijft boeken waarin ze wetenschappelijk onderzoek en nieuwe inzichten in de psychologie toegankelijk maakt voor een breed publiek. Ook leidt ze anderen op in het coachen van mensen met stressen burn-outklachten. Onlangs verscheen haar laatste boek Minder druk, waarin ze laat zien hoe jongeren tussen de 15 en 25 stress ervaren, waardoor ze het ervaren, wat het met ze doet, maar vooral ook wat je als jongere zelf kunt doen om de stress niet te veel op te laten lopen.

Maar bij wie echt uitgeput is, zal je toch in de eerste plaats aandacht moeten geven aan een goede gezondheid. Voor iedereen geldt dat je met voldoende bewegen, goed eten en regelmatig slapen een heel eind komt. Probleem is alleen dat je dit soort adviezen niet opvolgt als je emotioneel uit balans bent. Als eerste stap naar emotioneel herstel is het goed om stil te staan bij iemands positieve ervaringen. Het gaat dan om vragen als: wanneer voel

TCC Magazine | 39


Bijscholing voor NFG-herregistratie Acceptance and Commitment Therapy (ACT) Vijfdaagse training Start 04 november

Motiverende gespreksvoering Driedaagse training Start 07 november

16 registerpunten

12 registerpunten


COLUMN WILLEM PINKSTERBOER

Pijn Deze zomer las ik op nu.nl dat tussen 2013 en 2017 het aantal doden ten gevolge van een overdosis opiaten vijftig procent is gestegen. In de meeste gevallen ging het om gebruikers van oxycodon, vertelde het bericht. Schokkend nieuws natuurlijk, maar eerlijk gezegd verbaasde het me niet. Het was al bekend dat artsen deze middelen steeds vaker voorschrijven, waardoor steeds meer mensen ze gebruiken. In reactie op dit nieuws vertelde Bruno Bruins, de minister van medische zorg en sport, dat hij Instituut Verantwoord Medicijngebruik (IVM) opdracht heeft gegeven een taakgroep voor te zitten die het gebruik van zware pijnstillers onder de loep moet nemen. Maar het is inmiddels toch wel duidelijk wat de oorzaken van dit probleem zijn? Statistiek De effectiviteit van middelen zoals oxycodon is met behulp van klinisch onderzoek eenvoudig en overtuigend te bewijzen. Als je dit middel vergelijkt met een placebo, zullen de mensen in de oxycodon-groep statistisch vast en zeker minder pijn ervaren dan de mensen in de placebogroep. Het voorschrijven van deze middelen is dus keurig evidence-based waardoor artsen het idee krijgen dat het een verantwoorde keuze is voor hun patiënten. De vraag of het middel de patiënt ook werkelijk helpt, wordt niet gesteld. Die vraag is namelijk niet te beantwoorden met behulp van de in onze gezondheidszorg allesbepalende statistiek. De overheersing van de grote getallen en statistiek is ten koste gegaan van persoonlijke zorg. Bovendien is de tijd die nodig is voor persoonlijke zorg, tegenwoordig een schaars goed in de reguliere gezondheidszorg. Verdienmodel Voor de farmaceutische industrie is pijnbestrijding een fantastisch verdienmodel. We weten allang dat deze bedrijfstak niet wakker ligt van een paar doden meer of minder, zolang de winst en de waarde van de aandelen maar stijgen. Wanneer de speelruimte van de farmaceutische industrie niet drastisch ingeperkt wordt, zullen deze problemen blijven bestaan.

Willem Pinksterboer heeft een praktijk voor oosterse geneeswijzen en is als docent verbonden aan acupunctuuropleiding TCMA. Hij schrijft artikelen en geeft lezingen over filosofie, zingeving, gezondheid en de positie van de alternatieve geneeswijzen in de gezondheidszorg. www.willempinksterboer.com

Heelmeesters Het grote onderliggende probleem is de onvolledige manier waarop de geneeskunde denkt over ziekte en pijn. Al eeuwenlang worden ziekte en pijn benaderd als vijanden die met alle mogelijke middelen bestreden moeten worden. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden, zegt het spreekwoord. Maar de oxycodon-crisis is het resultaat van de harde heelmeester. Er is dringend behoefte aan zachte heelmeesters, die weer werkelijk ‘helen’. Artsen die begrijpen dat je geen lichaam hebt, maar dat je dit lichaam bent. Dokters die pijn niet alleen bestrijden, maar haar ook verzachten en die je aanmoedigen met geduld je pijn te ontmoeten en te ontvangen. Therapeuten die helpen in de pijn te ontspannen en die luisteren, troosten en inzicht geven. De kennis die in de alternatieve gezondheidszorg voor handen is, zou hierbij een grote rol kunnen spelen. Symptoombestrijding Welke aanbevelingen de taakgroep van minister Bruins zal doen, is bijna net zo voorspelbaar als de stijging van het aantal oxycodon-incidenten. De richtlijnen zullen worden aangepast en zowel artsen als patiënten zullen beter geïnformeerd worden over de risico’s van oxycodon-gebruik. Misschien komt er zelfs een landelijke campagne. Maar de werkelijke problemen zullen onaangeroerd blijven. Waarschijnlijk zal het aantal incidenten wel dalen, maar tegen die tijd introduceert de farmaceutische industrie gewoon weer een nieuw ‘bewezen effectief’ en afhankelijk makend middel. Het hele circus begint dan weer van voren af aan. Minister Bruins lijkt met zijn taakgroep op een arts die keurig de richtlijnen volgt en de symptomen onderdrukt, maar zijn ogen sluit voor de werkelijke problemen van de patiënt. Er is een minister nodig die begrijpt dat er een ingrijpende koerswijziging nodig is in de zorg en die de moed heeft dat te zeggen. Maar tot die tijd mogen wij als zachte heelmeesters best iets harder van ons laten horen. Ons werk is belangrijk en onze stem is dat ook!

TCC Magazine | 41


Hoofdpijn en migraine staan niet voor niets in de top tien van meest onder­mijnende ziekten ter wereld Cijfers in de gezond­ heidsmonitor van CBS en RIVM uit 2012 laten een prevalentie van migraine of ernstige hoofdpijn van 16,7% van de bevolking van 25 jaar en ouder zien. Migraine komt met name voor in de leeftijdscategorie van 25 tot 40 jaar. Uit cijfers blijkt een duidelijke prevalente stijging ten opzichte van voorgaande jaren. In meer dan 95% van de gevallen gaat iemand met hoofdpijn niet naar de huisarts. Zelfs chronische, recidi­ verende hoofdpijn is in de meeste gevallen geen reden om de huisarts te bezoeken: slechts 25 tot 50% van de migraine­ patiënten is bekend bij de huisarts en slechts 1 van de 6 patiënten met spanningshoofdpijn.

In 2017 gaf 14% van de bevolking aan één of meer migraineaanvallen of ernstige hoofdpijn te hebben gehad in de afgelopen 12 maanden. Dit betrof 9,6% van de mannen en 18,3% van de vrouwen (CBS-Gezondheidsenquête). In de leeftijdscategorie 18- tot en met 44-jarigen komt migraine het meest voor (19,9%). Het aantal patiënten dat geregistreerd is met migraine in huisartsenregistraties, kan afwijken van het aantal personen dat migraineklachten ondervindt volgens epidemiologisch bevolkingsonderzoek. In de gezondheidsenquête is niet alleen gevraagd naar migraine maar ook naar ernstige hoofdpijn. Daarnaast zal een deel van de mensen met migraine niet bij de huisarts bekend zijn omdat ze niet met hun klachten naar de huisarts gaan of omdat de huisarts deze niet (meteen) onderkent. In 2017 waren er ongeveer 273.000 personen met migraine bekend bij de huisarts: 59.800 mannen en 213.200 vrouwen (Nivel Zorgregistraties eerste lijn). Dit komt overeen met 7,0 per 1.000 mannen en 24,7 per 1.000 vrouwen. Migraine komt het meest voor tussen de 45 en 54 jaar en komt veel vaker voor bij vrouwen (Nivel Zorgregistraties eerste lijn). De jaarprevalentie betreft alle mensen die ergens in het jaar 2017 bekend waren bij de huisarts met migraine. Deze mensen hoeven niet allemaal in 2017 contact te hebben gehad met de huisarts voor migraine.

In dit artikel, dat voortborduurt en een update geeft op een eerder verschenen artikel in ORTHOFYTO, wordt een aantal oorzaken en aandachtspunten bij hoofdpijn besproken, maar als we kijken naar het geheel van mogelijke oorzaken, zal de uiteenzetting nooit dekkend kunnen zijn. Dit eerder verschenen artikel kan eventueel opgevraagd worden via info@praktijkblaauw.nl. Spanningshoofdpijn Spanningshoofdpijn is een van de meest voorkomende vormen van hoofdpijn. De episodische vorm heeft een prevalentie van ruim 60% bij mannen en ruim 71% bij vrouwen. De chronische vorm (CTTH) komt in de bevolking bij ongeveer 2-5% voor. De oorzaak van spanningshoofdpijn is onbekend. Vaak wordt spanningshoofdpijn geassocieerd met stress, spierspanning en (ossale) nekafwijkingen, hoewel hier geen bewijs voor aanwezig is. De soorten primaire hoofdpijn laten we buiten beschouwing. Deze komen veelal in eerste instantie terecht bij de huisarts. Waar we ons nu op focussen zijn de (soms wat minder bekende) secundaire oorzaken van hoofdpijn. De secundaire hoofdpijnen hebben veelal te maken met een situatie na hoofdtrauma, een vaataandoening zoals CVA, arteritis temporalis, niet-vasculaire intracraniële aandoeningen zoals een infectie of tumor, medicatie afhankelijke hoofdpijn, hoofdpijn door hoesten, heftige

Voor Nederland wordt mede gebruik gemaakt van statistiek van CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek: CBS-Gezondheidsenquête en CBS-Gezondheidsmonitor) en RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu).

42 | TCC Magazine


JAN BLAAUW

inspanning of een orgasme, koud eten, ijs eten, te strakke muts, hoed of helm, hoofdpijn door koorts, hypoxie, hypoglykemie, nierdialyse, kno-ontstekingen, acuut glaucoom, trigeminusneuralgie. Er worden honderden oorzaken van hoofdpijn genoemd, vaak als een begeleidend symptoom aanwezig bij (niet-limitieve opsomming): –– overdosering vitamine A –– overdosering vitamine E –– overdosering vitamine D –– overdosering vitamine B3 –– overdosering inositol –– overdosering chroom –– early dumping syndrome –– PVS (PostViraalSyndroom) –– gevoeligheid voor biogeneaminen –– hooikoorts –– histamine overbelasting –– viraleinfectie –– CVS (nevencriteriumcriteriaCDC) –– auto immuunziekten (‘cytokinenregen’) –– belasting van kwik, lood en andere zware metalen

–– cafeïne, aspirine, paracetamolgebruik(dagelijks) –– hypertensie en hypotensie –– hart- en vaatziekten –– menstruatie –– sinusitis –– spanningen en stress –– gebitstoornissen –– lever- en galaandoeningen –– verdere spijsverteringsproblemen –– oogkwalen –– nierziekten –– depressie –– hersentumor –– wervelstandproblemen –– detoxificatiefenomeen. Wat weten we inmiddels over genetische veranderingen? In een meta-analyse van 29 genome geassocieerde studies met een totaal van 23.285 personen met migraine en 95.425 ‘population-­ matched’- controlepersonen. Bij deze migrainepatiënten werden 12 loci gevonden (SNP, dat Single Nucleotide Polymorfisme betekent) die verbonden waren met migraine

gevoeligheid. Vijf hiervan zijn nieuwe: AJAP1 op 1p36, TSPAN2 op 1p13, binnen FHL5 op 6q16, binnen C7orf10 op 7p14 (wordt in verband gebracht met een verstoord glutaarzuurmetabolisme) en bij MMP16 op 8q21. En de volgende kandidaatgenen op 4 loci: APO1B, TBC1D7, FUT9 (is betrokken bij de groei van neuronale cellen, STAT6 (betrokken bij oxidatieve stress in astrocyten en hierdoor vrijgave van prostaglandinen die vaso-actief werken) en ATP5B. Mensen met deze overeenkomstige genenplaatsen lijken voor bepaalde genen een grotere kans op migraine te hebben, andere lijken weer geen betekenis te hebben. In een vervolgstudie uit 2016 hebben onderzoekers nu totaal 38 SNPs gevonden vanuit een meta-analyse met 375.000 individuen met migraine (met en zonder aura). De NRP1 SNP migrainerisicovariant laat bewijs zien voor een associatie met menstruele migraine. Deze kennis zal aanleiding kunnen geven voor voedingsinterventie of

TCC Magazine | 43


44 | TCC Magazine


JAN BLAAUW

“Hoofdpijn is een veel gehoorde klacht en verdient aandacht!”

ontwikkeling van medicijnen. We zien invloeden vanuit verschillende energiemetabolismesystemen, vrije radicaalpathologie en onder andere de invloed van de eicosanoïdenstofwisseling. Het beïnvloeden van epigenetica zal hierop het antwoord zijn. Aanvullend onderzoek en anamnese voor de complementaire aanpak van hoofdpijn Meer inzicht krijgen in oorzakelijk verband is belangrijk om doelgerichter te kunnen behandelen. Kijk hierbij goed naar de lijst met secundaire oorzaken. Normaal zou je een rijtje aan aanvullende onderzoeken kunnen voorstellen: –– klinische chemie en hematologie –– magnesiumbepaling bloed (serum en intracellulair erytrocyt) –– uitgebreid ontlastingsonderzoek (microbiota, gisten en schimmels, ontstekingsgevoeligheid, histamine, etc.) De anamnese is ook erg bepalend en wordt uitgebreider besproken in eerdergenoemd artikel in de inleiding. (Dit geldt ook voor de regulier niet-medicamenteuse behandeling). Voedingssupplementen Het behandelplan bestaat in eerste instantie uit het gebruik van drie middelen. Deze therapie (dosering in een paar dagen opbouwen en minimaal zes tot twaalf weken volhouden). –– Vitamine B2 (riboflavine) 3 x daags 2 capsules van 50 mg (of Riboflavine5-fosfaat 3 x daags 1 capsule van 50 mg)

–– Co- enzym Q10 3 x daags 1 capsule van 100 mg –– Magnesiumcitraat 3 x daags 200 mg (elementair) (of lager in verband met darmklachten). De vormen waar we in de ortho-­ moleculaire praktijk gebruik van maken, maken dat de effectiviteit groter kan zijn. –– Magnesium in de vorm van glycerofosfaat (snellere opname), bisglycinaat (langzamere opname) of citraat –– Vitamine B2 in de vorm van riboflavine-5-fosfaat –– Co-enzym Q10 met name bij oudere personen in de vorm van Ubiquinol. Vitamine B2 (riboflavine) (niveau B-bewijs) In een RCT kregen 55 patienten gedurende drie maanden 400 mg riboflavine of een placebo. De conclusie was zeer hoopgevend. De NNT (Number Needed To Treat) om op zijn minst 50% verbetering te bereiken was 2.3 voor hoofdpijndagen, 2.8 voor aanvalsfrequentie en 3.1 voor de migraine-index. Uitzonderlijk hoge score. In 2009 is deze studie nog eens overgedaan en met dezelfde resultaten. De belangrijkste reden is dat dit een cofactor is in de mitochondriale stofwisseling. Een gebrek aan energie en verstoring in de werkzaamheid van de mitochondria wordt in verband gebracht met migraine. Co-enzym Q10 (niveau B/C-bewijs) 43 patiënten ontvingen met gelijke verdeling placebo of co-enzym Q10 3 x daags 100 mg. Na 1 maand baseline ontvingen patiënten of placebo of middel voor een periode van drie maanden. Het aantal dagen met migraine nam af, alsmede de intensiteit van de migraine. In een recentere studie (Slater 2011) wordt gezien dat een inname een zeer kleine verbetering geeft bij een Rct met 120 patiënten waar 100 mg per dag is ingezet.

had een duidelijk mindere frequentie van het optreden van migraine, namelijk 41,6% bij de magnesiumgroep in vergelijk met placebo voor 15,8%. In een tweede studie betrof het 69 patiënten met totaal 243 elementair magnesium in de vorm van magnesium-l-aspartaat-hydrochloride trihydraat voor 12 weken. Hier werd geen verschil tussen beide groepen waargenomen wat betreft het effect. Dat er controverse is over de werkzaamheid van magnesium hangt mede af van de soort verbinding die al dan niet goed door het lichaam kan worden opgenomen. Daarnaast maakt het verschil uit of iemand deficiënt is in een groep of niet; dit bepaalt mede de effectiviteit van de dosis in het onderzoek. Combinatie onderzoek met riboflavine, co-enzym Q10 en magnesium (niveaubewijs A) 130 patiënten, multicenter, ontvingen in RCT placebo dan wel Migravent® of Dolovent®. Deze bestond uit meerdere stoffen, maar met de nadruk op de bovenstaande drie stoffen. Op basis van 4 capsules: 400 mg riboflavine, co-enzym Q10 150 mg en magnesium 600 (onbekend welke verbinding). Het aantal dagen met migraine nam af, alsmede de intensiteit van de migraine. Bewijslast met A, B, C of D komt voort uit de Grading of Recommendations Assessment, Development and Evaluation (GRADE). Hoofdpijn is een veel gehoorde klacht en verdient aandacht! Jan Blaauw is natuurgeneeskundig en orthomoleculair therapeut en oprichter van opleidingsinstituut Ortho Linea.

Magnesium (niveau C-bewijs) In een RCT van 81 patiënten werd 600 mg magnesium elementair in de vorm van trimagnesium dicitrate ingezet voor 12 weken. De magnesiumgroep

TCC Magazine | 45


VITORTHO HELPT Ook vegetariĂŤrs en veganisten

Let op de symbolen op onze verpakkingen en op www.vitortho.nl


HÉLÈNE VAN OUDHEUSDEN

3 Wegwijzers

naar meer zelfzorg voor hulpverleners Ik voel me niet helemaal lekker maar kan toch die ene cliënt niet afbellen. Tijdens een consult dwalen mijn gedachten af naar wat ik allemaal thuis nog moet doen. De nieuwe richtlijnen van het ministerie zijn te ingewikkeld, ik ben bang dat ik al die veranderingen niet meer kan bijbenen. Herken je dit? Zomaar een paar praktijksituaties waardoor je als hulpverlener te veel druk op je schouders kunt hebben. Therapeuten, coaches en counselors hebben de neiging om eerst voor de ander te zorgen en dan pas voor zichzelf. Dat kost veel energie. Je ziet daardoor niet altijd hoe dichtbij de oplossing van je werkprobleem ligt. Vaak hoef je maar een klein beetje bij jezelf naar binnen te kijken om uit een probleem te komen. Zachtheid voor je inner work life Je bent eerst mens en dan pas professional. Je hebt dan ook ruimte nodig om alle dagelijkse prikkels te verwerken. Wat doet het met je als je die ene cliënt toch vraagt een andere keer te komen? Hoe voel je je in het consult als je gedachten bezig zijn met klusjes thuis? Dit is je inner work life: de manier waarop je omgaat met gebeurtenissen op het werk. Met cliëntcontact, opmerkingen van collega’s en jouw administratieve taken. Je ziel en je brein hebben zachtheid nodig om al je indrukken te verwerken. Wanneer je die tijd neemt, krijg je de mooiste invallen om uitdagingen op je werk op te lossen. En je vergroot tegelijk je werkgeluk.

3 Wegwijzers voor meer werkgeluk Deze praktische tips helpen je om je zelfzorg en werkgeluk te vergroten: 1. Moodboardgesprek met jezelf Maak eens een moodboard van je gevoel over je praktijk, je ideale cliënten en de collega’s met wie je het liefst samenwerkt. Een moodboard is visueel. Doordat je met afbeeldingen en foto’s werkt, kom je direct op je gevoelslaag. Kijk na een paar dagen nog eens naar je collage. Wat kun je vandaag veranderen om dichter bij je ideale werk te komen? 2. Tijd om niemandsland te verlaten In niemandsland voel je dat iets op je werk niet lekker loopt. Je komt er alleen nog niet toe om dit te veranderen. Ga eens rustig zitten met pen en een vel papier. Adem een paar keer in en uit. Laat dan je pen de vrije hand. In zo’n breinwash maak je je werkgeheugen schoon. Ga op een andere plek zitten en laat 3 oplossingen voor jouw werkissue naar boven komen. Zo wandel je zacht naar het land van de mogelijkheden.

3.

Zelfzorg: waarom ben ik coach? Wie inspireerde jou om coach, therapeut of counselor te worden? Was het een hulpverlener uit je jeugd? Iemand tijdens je opleiding? Wat bewonderde je het meest aan die persoon? Zijn dat kwaliteiten die jij al toepast of kun je hier een nieuwe stap in zetten? Telkens nieuwe kwaliteiten in jezelf ontdekken geeft je energie. Daar vaar jij wel bij. En je vindt telkens sneller oplossingen voor uitdagingen op je werk.

Hélène van Oudheusden is personal coach en therapeut in Den Haag. Ze begeleidt zorgprofessionals die vanuit hun innerlijke stem de regie over hun werkgeluk willen nemen. Hélène schrijft en geeft internationale lezingen en trainingen. www.helenevanoudheusden.nl

WINACTIE: Wil je het boek Maak een Krachtplek van je Werk winnen? Ga dan naar de Facebookpagina van de NFG, like deze en blijf op de hoogte van deze actie, andere winacties en nieuwsberichten uit het vakgebied: http://bit.ly/2nr4KCt

TCC Magazine | 47


“Eén grote vraag is: waarom heb ik dat ego über­ haupt in mijn denken toegelaten? Het antwoord is de zucht naar bijzonder zijn.”

Van angst naar liefde Wanneer ik wakker word van een stomp in mijn maag door een springvloed van stresshormoon is het drie uur ’s morgens en aardedonker in mijn studentenkamer. Mijn hart zet ’t op een lopen, het zweet breekt me uit en mijn maag voelt alsof hij een salto heeft gemaakt en naar mijn knieën zakt. Ik schiet overeind, want ik krijg geen lucht. Ik ben ervan overtuigd dat ik doodga. Pure paniek jaagt door mijn systeem. Halfblind van de duisternis klauter ik van het trapje van mijn stapelbed in de hoop dat ik mijn kamergenoot niet wakker maak. Ik grijp de telefoon en rek het snoer zo ver mogelijk uit de deur zodat ik naar de badkamer kan uitwijken. Mijn lichaam siddert onbeheerst en het kost moeite armen en benen in bedwang te houden. Ik ga op de koude tegelvloer zitten en merk dat mijn tranen de ademhaling nog meer belemmeren. Beverig toets ik het nummer in van mijn ouders. Mijn moeder neemt op, goddank. ‘Mam?’ ‘Corinne? Wat is er?’ ‘Mam… Ik weet niet wat er met me aan de hand is… Ik sidder over mijn hele lijf en ik krijg geen lucht.’ ‘Waar ben je? Zit je?’ ‘Ja, op de grond in de badkamer.’ ‘Mooi. Goed, probeer maar gewoon een beetje te ademen.’ Als je ooit een paniekaanval hebt gehad, weet je hoe moeilijk het is om het gevoel te beschrijven aan

48 | TCC Magazine

iemand die zoiets niet kent. Het is de onverdunde, innerlijke hel. Aan het hoogste eind van het angstspectrum — waar ik een groot deel van mijn leven heb doorgebracht — vind je de paniekaanvallen, gekmakende angst en loslopende zorgelijkheid. Aan het onderste eind van het spectrum tref je de gewone angst en zorgen die iedereen weleens heeft. Dit boek gaat over manieren waarop je met je angst kunt omgaan, ongeacht waar die zich in het spectrum bevindt. Mijn angstreis was een van de ergste verschrikkingen van mijn leven. Maar toen ik toestond dat hij ook mijn grootste leraar werd, werd hij ook een van de beste ervaringen. Mijn angst heeft me grotere innerlijke vrede gebracht dan ik ooit voor mogelijk had gehouden en daarvoor ben ik ongelooflijk dankbaar. Ik hoop dat dit boek je zal helpen jouw angst ook dankbaar te worden, want angst is de roep om wakker te worden en kan je op weg helpen naar liefde en innerlijke rust. Elke ervaring die je hebt, kan twee doeleinden dienen en jij mag kiezen welke. Zij kan je helpen de ogen te openen voor de vrede die al in je huist, of ze kan eraan meewerken dat je je onbewust blijft van die vrede. In deze wereld worden we geconditioneerd om het laatste te kiezen. Op deze bladzijden beschrijf ik slechts een fragment van het proces waarmee ik mezelf aan mijn haren uit het moeras van de paniek heb getrokken en een bestaan heb verworven dat vrij is van angst. En door dat proces te

ondergaan doe ik nu dingen waartoe ik mezelf nooit in staat heb geacht: zonder vliegangst luchtreizen maken, en nog wel zonder pilletjes of gezelschap; vol vertrouwen grote zalen toespreken; naar de stad New York gaan zonder me totaal overweldigd te voelen; slapen als een baby in plaats van aan afschuwelijke slapeloosheid te lijden, en wakker worden zonder ochtendangst. Als ik zulke radicale veranderingen in mijn leven kan ondervinden, dan is dat voor jou als lezer ook mogelijk. De oefeningen die me van mijn angst hebben bevrijd, heb ik uit Een Cursus in Wonderen. De Cursus behelst een systeem om onze gefixeerde, angstige perspectieven los te maken, zodat we de vrede die al in ons is, opnieuw kunnen ontdekken. Aanvankelijk zul je dat nieuwe gedachtesysteem moeilijk te volgen vinden, maar daarover hoef je je niet druk te maken. Als de Cursus voor jouw welzijn bestemd is, zal hij langzaam maar zeker hout gaan snijden, naarmate je bereidheid om hem te begrijpen toeneemt. Je hoeft er geen geloof aan te hechten, maar als je de proef op de som neemt met zijn concepten, zullen de resultaten voor zich spreken. Mijn benadering in dit boek is slechts één manier om de diepzinnige leer van de Cursus te verkennen, en die manier is gebaseerd op mijn interpretatie en ondervinding van zijn beginselen. In mijn werk en boek reik ik nieuwe manieren aan om opnieuw naar de wereld te kijken en praktische


SAMSARA

strategieën om ons bewustzijn van vrede te herstellen. We verkennen onze collectieve afdaling in angst. Ik neem je mee in de helende stappen en verschuivingen in perceptie, die ons kunnen helpen uit de angst te klimmen. Want wie zijn we nu echt? Jij bent niet wie je denkt te zijn, en dat is geweldig nieuws. Jij bent niet je angst, je beklemming of je zorgelijkheid. Het kan zijn dat je het gevoel hebt dat die dingen jou kenmerken, omdat ze heel goed zijn in het trekken en overweldigen van je aandacht. Dat is ook hun doel. Maar de angstige, geflipte, beklemde jij is niet de echte jij, ook al lijken die angst en beklemming nog zo echt. Wat je echt bent, is veel ontzagwekkender, dat garandeer ik je. Als je net als ik hebt geworsteld met een diepgewortelde angst voor dood, ziekte en lijden, heb ik goed nieuws. Wat jij in werkelijkheid bent, is liefde, uitsluitend liefde. Jouw werkelijke natuur bestaat in feite in een eeuwige toestand, het leven zelf, waarin je volmaakt gelukkig en vreedzaam bent. Waarschijnlijk heb je al eerder

soortgelijke leringen gehoord, maar we gaan aan de slag om de waarheid achter de woorden te ondervinden, want alleen de ervaring telt. Het ego is de overtuiging van je denkwezen dat je een lichaam met een persoonlijkheid in plaats van een eeuwig wezen bent. Het is het geloof of de opvatting dat je afgescheiden bent van God of welke naam je dit maar wilt geven. Het ego zet onze perceptie op zijn kop omdat het een gedachtesysteem behelst dat uitdrukking geeft aan kenmerken die het tegenovergestelde van God zijn. Heb je ooit een volmaakt dwaas idee gehad dat je maar niet kwijt kon raken? Zelfs al vermoed je dat het helemaal fout is, zou je het wel eens heel lang serieus kunnen nemen. Het ego is een malle gedachte die we serieus zijn gaan nemen. Het geloof erin levert een kolossale bijdrage aan de angst. Voordat we inzien hoe het geloof in het ego in feite de oorzaak is van alle misère, zullen we niet geneigd zijn het los te laten. Tijdens mijn zoektocht naar bevrijding van het ego zocht ik antwoorden op een paar grote, existentiële vragen die

me jarenlang hadden achtervolgd. Eén grote vraag is: waarom heb ik dat ego überhaupt in mijn denken toegelaten? Het antwoord is de zucht naar bijzonder zijn. Boekfragment uit: Van angst naar liefde Corinne Zupko www.samsarabooks.com Corinne heeft duizenden individuen gecounseld en onderricht op nationale en staatsconferenties, in klaslokalen, workshops, via de telefoon en vanuit de stoel van de therapeut. Ze is afgestudeerd Educational Specialist met de nadruk op counseling en meditatie, heeft een MA-counseling en de BA-psychologie. Corinne is motivational en keynote speaker, gecertificeerd Professional Counselor in de staat New Jersey, adjunct-hoogleraar van de counseloropleiding, gecertificeerd coach en leraar Mindfulness-Based Stress Reduction.

TCC Magazine | 49


U zoekt orthomoleculaire voedingssupplementen... Op onze website www.derooderoos.nl kunt u kiezen uit ons brede assortiment van alle gerenommeerde merken. Wij leveren orthomoleculaire voedingssupplementen op uw verzoek als gezondheidsprofessional direct aan uw cliënten.

Wij werken vanuit een modern ingericht gebouw, gericht op snel en professioneel werken.

Wij verwerken al 25 jaar uw voorschrift! Onze kernbegrippen zijn: • onafhankelijk • geen advies • vraaggestuurd • korting voor uw cliënten • kwaliteit • betrouwbaar • klantgericht • conform wetgeving

www.derooderoos.nl | 070-3010701


DE ADVISEUR LEGT UIT

De werkkamer thuis van de ondernemer U bent ondernemer en u gebruikt een kantoor, werkruimte thuis óók voor de zaak. Dan rijst de vraag of u niet bepaalde kosten van die werkkamer mag aftrekken van de belasting. Hierna ga ik in op de fiscale ins en outs voor de ib-ondernemer/ zzp’er. Daarnaast maak ik een onderscheid voor de eigen woning en een gehuurde woning. Werken vanuit uw eigen woning Hoofdregel is dat uw werkkamer onder de eigen woningregeling valt en dus als privé vermogen wordt beschouwd. De betaalde hypotheekrente blijft volledig aftrekbaar en bij verkoop van de woning is de eventuele vermogenswinst op de werkkamer onbelast. Dat wordt anders indien de werkkamer naar verkeersopvatting een zelfstandig deel van de woning vormt. Naast dit ‘zelfstandigheidsvereiste’ moet er bovendien sprake zijn van het verdienen van inkomen vanuit die werkruimte: het ‘inkomenscriterium’. Zelfstandigheid houdt in dat een werkkamer fysiek en administratief als een zelfstandig onderdeel van de woning moet zijn te onderscheiden. Een belangrijke richtlijn hiervoor is het hebben van een eigen opgang voor de werkkamer en de aanwezigheid van sanitaire voorzieningen. Ook de oppervlakte van de werkkamer (meer dan 10% van de totale oppervlakte) speelt hierbij een rol. Vervolgens komt de vraag aan de orde of de werkruimte nagenoeg geheel zakelijk wordt gebruikt; dan is het een verplicht zakelijke vermogensetikettering óf ook privé (gemengd gebruik > 10% zakelijk). In dat laatste geval

staat de ondernemer een keuze open voor privé of zakelijk vermogen. Indien de zelfstandigheid op haar merites is beoordeeld, komt de inkomenstoets aan de orde. Daarbij is nog van belang of de ondernemer nog elders over werkruimte beschikt (kantoor). Indien dat het geval is, moet u aannemelijk kunnen maken dat tenminste 70% van de winst uit onderneming vanuit de werkkamer thuis is verdiend. Beschikt u niet over een externe werkruimte, dan is het voldoende dat u aan kunt aantonen dat u in belangrijke mate (30%) uw inkomen vanuit de werkkamer thuis verdient. Kwalificeren voor de aftrek werkkamer heeft ook consequenties voor de eigenwoningregeling box 1. Ook het huwelijksgoederenregiem speelt hierbij een rol. Indien men in gemeenschap van goederen is gehuwd, kunt u niet ter beschikking stellen aan uzelf. De werkkamer schuift dan naar

box 3 samen met het aandeel in de hypotheek; u verliest dus aftrek in box 1! U mag wel een forfait van 4% van de WOZ-waarde van de woning ten laste van uw winst brengen. Het gaat hier te ver om diep op de terbeschikkingstellingsregeling in te gaan, maar onthoudt u dat dit in box 1 plaatsvindt, zodat een eventuele verkoopwinst op een zelfstandige werkruimte ook belast wordt in box 1. Indien u werkt vanuit een gehuurde woning, komt u slechts aan aftrek van kosten toe indien er sprake is van een fysieke zelfstandige werkruimte met eigen opgang en sanitair. De conclusie is dus dat het niet altijd voordelig is om een werkkamer als het ware af te splitsen van de eigenwoningregeling. Onder de eigen woningregeling blijft de hypotheekrente immers volledig aftrekbaar. Heeft u fiscale vragen over de werkruimte thuis, neemt u dan gerust contact met ons op.

Willem van der Kolk is adviseur bij Van der Kolk Belastingadviseurs. Heb je vragen over jouw eigen situatie? Neem contact op via telefoon (0164 - 66 13 13) of e-mail (info@vdkb.nl) of ga naar de website: www.vdkb.nl

TCC Magazine | 51


Bio-energetica en de systeemspecialist Op verschillende wijze willen wij vanuit het NKS jullie kennis laten maken met de diversiteit van het systeemspecialistisch werken. Een van de toevoegingen aan het klassieke systeemtherapeutisch denken is de bio-energetica. “Het lichaam spreekt de mond voorbij” is een zin die in onze opleiding geregeld terugkwam. Dit raakt eigenlijk direct de kern van de bio-energetica. Een van de uitgangspunten van de bio-energetica is namelijk dat lichaam en geest onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Wat er in de geest omgaat, vindt zijn weerspiegeling in de toestand van het lichaam en omgekeerd. Het bio-energetische lichaamswerk bestaat uit een groot aantal zeer gerichte en doeltreffende oefeningen. Deze zijn ontworpen om iemand bewuster te maken van zijn lichamelijke spanningen en deze te verminderen. Ook kan de stand van iemands lichaam bruikbare informatie geven over zijn/ haar geschiedenis en reageert het lichaam in therapie

leiden. Ook kunnen er spanningen in sociale relaties ontstaan en kunnen de stemming, vitaliteit, levenslust en het zelfvertrouwen negatief worden beïnvloed. Allemaal veel gehoorde klachten in de praktijk van een systeemspecialist. Binnen de bio-energetica is het concept van levensenergie erg belangrijk. De essentie van levensenergie is de voortdurende cyclus tussen spanning en ontspanning, yin en yang, opladen en ontladen. Deze energiestroom wordt geblokkeerd door spanningen in het lichaam, waardoor de beschikbare energie niet vrijuit kan worden gebruikt. Bio-energetica is erop gericht door middel van lichamelijke oefeningen het evenwicht in de energiestroom terug te brengen en blokkades op te heffen. Zo kunnen strekken, masseren, ademhalen of schreeuwen helpen weer ruimte te maken voor de natuurlijke energiestromen voorbij de ontstane blokkades.

“Wat er in de geest omgaat, vindt zijn weerspiegeling in de toestand van het lichaam en omgekeerd.” vaak al voordat een klant de tijd heeft gehad een rationeel gebaseerd antwoord te geven op een vraag. Als therapeut is het dus van groot belang aandacht te hebben voor fysieke signalen en onze klanten bewust te maken van de taal van hun lijf voorbij het bewuste en rationele. Alexander en Leslie Owen, de grondleggers van deze prachtige theorie, hebben in de loop van vele jaren het therapeutisch werken met hun cliënten doorontwikkeld. Zij benadrukken dat deze oefeningen geen vervanging voor therapie zijn. Toch zal de regelmatige uitvoering van bio-energetische oefeningen iedereen helpen om het energieniveau op peil te houden en het vermogen om van het leven te genieten te vergroten. Wat in de geest omgaat, vindt zijn weerspiegeling in de toestand van het lichaam en omgekeerd. Negatieve levenservaringen worden in de vorm van spierspanning opgeslagen in het lichaam. Deze spanningen kunnen blokkades veroorzaken op diverse plaatsen in het lichaam, zoals in de rug of in de nek. Uiteindelijk zullen deze spanningen tot een negatief lichaamsgevoel, minder beweeglijkheid, een moeizame ademhaling en een verstoorde lichamelijke energiestroom

52 | TCC TCCMagazine Magazine

In mijn dagelijkse praktijk heeft de taal van het lichaam een prominente rol. In de behandeling van burn-outklachten, waarbij klanten door structurele stress en overvraging vaak het contact met hun lijf verregaand kwijt zijn, begin ik vaak met oefeningen om eerst maar weer eens dat lichaam te voelen. Dat doe ik bijvoorbeeld met gewaarzijnsoefeningen uit de mindfulness, waarin de lichaamssignalen een belangrijke rol hebben. Ook ademhaling is van cruciaal belang. Sterker nog, zonder ademhaling stopt ons bestaan. Door hen te helpen goed door te ademen, door de opgebouwde blokkades heen, ontstaat ruimte om de energie weer te laten stromen en bij intensieve ademoefeningen kunnen opgeslagen emoties weer ontladen. Het is prachtig om het effect te zien op het lichaam maar meer nog op het mentale welbevinden van de mensen in mijn praktijk. Door het lichaam in therapie te negeren laten we de grootste bron van kracht en zelfherstellend vermogen links liggen en dat is jammer. Door: Luit Afman, systeemspecialist bij Reinaerde en in eigen praktijk (www.ehbbo.net)


NKS

Verwondering = Systeemtherapie Draagt filosofie bij aan het werk van de systeemspecialist? Het eerste wat bij mij opkomt? “Jazeker! Maar hoe dan?” Wanneer ik aan filosofie denk, denk ik aan verwondering. Gelukkig is je verwonderen, of filosoferen, niet alleen voorbehouden aan grote denkers. Ieder mens houdt zich ermee bezig. In het grote filosofieboek staat dat filosofie dat is wat iedereen doet wanneer er even geen alledaagse dingen te doen zijn en er ruimte ontstaat om je te verwonderen over de betekenis van het leven en de wereld. Het gaat niet zozeer om het geven van antwoorden op existentiële vragen, maar om het proces van het vinden van de antwoorden. Dit proces omvat het lef om algemeen geaccepteerde inzichten in twijfel te trekken. Wanneer je dit doet en stilstaat bij de loop der dingen, kun je in een gemoedstoestand van filosofische verwondering komen. Dit kan leiden tot bezinning, reflectie of een nieuw perspectief. En juist dit is waar zowel de systeemspecialist als de cliënten wat aan kunnen hebben. Een voorbeeld… Wanneer een echtpaar op een punt komt dat ze de hulp van een systeemspecialist

nodig hebben, zien ze elkaar vaak meer als vijand dan als geliefde. Ze zijn in bepaalde patronen verwikkeld geraakt waar ze niet meer uit geraken. In deze context van vijandschap is het niet mogelijk om tot een oplossing te komen. Het is de taak van de systeemspecialist het echtpaar te ondersteunen bij het zoeken en, afhankelijk van beider intenties, het hervinden van de oorspronkelijke context waarin ze weer als man en vrouw intiem kunnen zijn. Het nieuwe perspectief, voortkomend uit de filosofische verwondering, kan helpend zijn bij het ontstaan van een nieuw verhaal, van een nieuwe context. Hierdoor kan het echtpaar zich weer op een andere manier tot elkaar verhouden. Het woord verwonderen heeft het eigenlijk al in zich. Wie hoopt er nu niet op een wonder wanneer een huwelijk uiteen dreigt te spatten? Wat betekent dit voor het werk van de systeemspecialist? Wat moet een systeemspecialist ‘extra’ in huis hebben om enerzijds de cliënten in een toestand van filosofische verwondering te brengen en anderzijds de uitkomst van deze verwondering te integreren in het verhaal van de cliënten.

Het lijkt mij dat het vooral van belang is om zelf ervaring te hebben met verwonderen zodat je snapt hoe het voelt om in je deze toestand te bevinden en je weet hoe hierin te geraken. Volgens filosoof Paul van Tongeren gaat het om het doorbreken van vanzelfsprekendheid. Zonder verwondering regeert al snel het vooroordeel. Dit creëert een kokervisie en de systeemspecialist en de cliënten horen alleen nog maar wat ze willen horen. Dit past bij het idee van Arthur Schopenhauer dat ieder mens de grenzen van zijn gezichtsveld houdt voor de grenzen van de wereld. Verwondering kan helpen om je te bekwamen tot expert in het verbreden van het eigen gezichtsveld. Verwondering wordt vaak gezien als iets wat overvalt, als iets wat je overkomt. Socrates ziet het als een eyeopener, maar ook als iets wat je de afgrond in duwt. Ondanks dat verwondering iets is wat je overvalt, kun je je er wel in bekwamen door je te beoefenen in aandacht die verwondering stimuleert. Wat mij betreft gaat het hierbij om het hebben van een open mind en een staat van oprecht nieuwsgierig zijn. Het gaat om het willen luisteren naar het verhaal van de cliënt waarbij een veelvoud aan mogelijkheden in ogenschouw worden genomen die zonder oordeel worden aanschouwd. Het gaat echter ook om het willen luisteren naar het eigen verhaal dat zich als innerlijk gesprek afspeelt tijdens een therapiesessie. Het gaat om de aandacht om tussen de regels door te luisteren, naar dat wat niet wordt gezegd en voor de cliënt nog niet zo vanzelfsprekend is. Dit zo schrijvend vraag ik mij af of dit alles nu iets extra’s is, of dat het al onder de taakomschrijving van de systeemspecialist valt. Door: Ariana Groenendijk, systeemspecialist in eigen praktijk. www.praktijkdeverbinding.com

TCC Magazine | 53


NEM ACADEMY

www.nemacademy.nl 076-5219573 NFG erkende Bijscholingen: EMDR Emotioneel Lichaamswerk Haptonomie Individueel Systemisch werk Creatieve Interventies

SNRO erkende opleidingen: Psychosociale Basiskennis Opleiding Transformatie Therapeut Opleiding Transformatie Coach

NEM Academy Michiel de Ruyterstraat 2, 4819 AD Breda www.nemacademy.nl info@newenergymovers.nl


ROSEGARDEN

Mannen: er is meer dan alleen praten

A A NVUL L E N D E WE RKVO R M E N O P H E T FO R M E L E G E SP R E K Waarom was hij niet eerder gekomen? Hij was burn-out en al maanden thuis. ´Ik had nog zo gezegd tegen mijn vrouw: dat jij nou naar je therapeut gaat, prima, maar mij krijg je er niet heen. Al dat praten is niks voor mij.´ Via een goede vriend had hij over me gehoord, maar het had hem nog maanden gekost om de stap te zetten.

Het formele gesprek is nog altijd een beproefde vorm voor therapie. De werkvormen dienen dan ook als aanvullend gezien te worden en niet ter vervanging. Wandelen blijkt goed te passen bij fysieke mannen. Soms komen mannen ook dichter bij hun gevoel als ze fysiek bezig zijn. Rollenspel is voor mannen qua lichaamsgerichtheid nog een stap verder.

Vaak is de drempel voor mannen hoog om naar een psychosociaal therapeut te gaan. Veel vrouwen daarentegen vinden de weg naar therapie gemakkelijker dan mannen. Praten over problemen? Ze lossen het liever zelf op dan dat ze hulp zouden vragen. In mijn werk als psychsociaal therapeut zie ik regelmatig mannen die te lang wachten en zo in de problemen komen.

Als deze vorm niet als te confronterend wordt ervaren, kan hij via spel vaak sneller, intenser en dichter bij zijn gevoel en emoties komen. Het werken met poppetjes wordt door veel mannen als fijn ervaren. Ze kunnen vanaf een afstandje kijken naar de situatie en tegelijk zich verbonden voelen hiermee. Op den duur merkte ik dat de mannen minder moeite hadden om ook het formele gesprek verdiepend te voeren zonder werkvorm. Het kiezen van de juiste werkvorm vraagt de afstemming van de therapeut. Van de geïnterviewde therapeuten uit mijn onderzoek werkten de meesten met het gesprek als basis. Een kleine groep van deze therapeuten maakte ook gebruik van werkvormen. Deze kleine groep ervaart echte meerwaarde van de inzet van werkvormen om mannen van het hoofd naar het hart te krijgen. Misschien toch maar eens gaan uitproberen als dit je aanspreekt?

In een kleinschalig kwalitatief onderzoek ben ik op zoek gegaan naar welke werkvormen binnen therapie (praktisch) goed werken voor mannen. Bij twee cliënten gedurende zes sessies per cliënt heb ik vier werkvormen uitgeprobeerd: het formele gesprek, wandelen, poppetjes (een situatie uitspelen met Playmobilpoppetjes) en rollenspel. Deze werkvormen sluiten doorgaans aan bij verschillende therapieën en ze zijn binnen een therapiesetting uitvoerbaar. Ook heb ik meerdere therapeuten geïnterviewd en hun ervaringen in het werken met mannen vastgelegd. Uit het onderzoek komt naar voren dat deze werkvormen mannen dichter bij hun gevoel en emoties kunnen brengen. Door daar dichterbij te komen, komen ze dichter bij het probleem en de oplossing daarvan. Eerder bleef de oplossing meer op cognitief niveau van het door hen analyseren steken. Nu werden de sessies verdiept dankzij de inzet van de werkvormen. ´Ik heb nooit echt ruimte gehad om de pijn te mogen voelen.´ ´Met mijn verstand kon ik er niet bij, maar nu mag ik steeds meer leren om mijn pijn te omarmen.´ ´Ik hoef niet meer sterk te zijn.´ Het zijn enkele uitspraken van cliënten. Voor de ene man blijkt de ene werkvorm goed te werken en voor de ander de andere werkvorm. Het lijkt een kwestie van persoonlijkheid. Maar bij zowel deze cliënten als de mannen die ik hierna heb begeleid, zijn er werkvormen die de sessies verdiepen.

Gelukkig hoor ik steeds vaker mannen zeggen: ´Ik ga tegenwoordig naar mijn coach en dat lucht op!´ Mannen lopen net als vrouwen tegen bepaalde problemen aan in hun leven. Als we mannen passend willen helpen, vraagt onze aanpak wellicht om aanvullende werkvormen. Wat zou het mooi zijn als we door de inzet van werkvormen meer mannen naar hun hart van kwetsbaarheid kunnen brengen! Simon Anemaet Bestuurslid Rosegarden Nieuwsgierig geworden naar meer? Je kunt mij e-mailen via info@PraktijkSelah.nl en dan stuur ik het onderzoek naar je op.

TCC Magazine | 55


Je effectiviteit vergroten?

Ontdek de kracht

van Integral Eye Movement Therapy • Stressreductie • Verliesverwerking • Preventie burn-out • Behandeling van angst, depressie & trauma’s

• Persoonlijke groei

Vijfdaagse opleiding voor coaches, counselors, psychologen en therapeuten Verlichting brengen bij je cliënten met een innovatieve methodiek? Dat kan sneller en effectiever dan je ooit had durven dromen.

Met Integral Eye Movement Therapy neutraliseer je steeds terugkerende vervelende herinneringen, emoties en gevoelens. Je groeit als persoon en als professional.

Cursisten waarderen de diepgang en professionaliteit van IEMT-training met een 9! Meer info? Bezoek www.iemt-training.nl of kom naar een van onze gratis kennismakingsworkshops.


DOLLY VAN DE WINT

De meerwaarde van EMDR in de praktijk EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing) is een behandelmethode voor baby’s, kinderen, jongeren en volwassenen die iets naars hebben meegemaakt en die last blijven houden van de gevolgen hiervan. Wetenschappers denken dat herinneringen aan die nare ervaring(en) niet goed zijn opgeslagen in het geheugen. EMDR zorgt ervoor, dat ze een nieuwe plek krijgen, waardoor ontstane klachten verminderen of verdwijnen. Tijdens de EMDR-behandeling hoeft er niet gepraat te worden over de gebeurtenissen, wat voor veel cliënten fijn is, omdat ze hun verhaal soms al vaker hebben verteld. Ook voor de therapeut is het prettig, omdat hij minder kans loopt op secundaire traumatisering. Een EMDR-behandeling brengt doorgaans een stroom van gedachten en beelden op gang, maar soms ook gevoelens en lichamelijke sensaties. Regelmatig heb ik meegemaakt, dat een cliënt bijvoorbeeld heftig begon te trillen met zijn lichaam of misselijk werd. Een groot voordeel van EMDR is dat verbetering snel merkbaar is. De behandeling van een eenmalige gebeurtenis gaat sneller dan meerdere of herhalende gebeurtenissen, maar ook dan kan een cliënt veel baat hebben van EMDR. Ook voor kinderen is EMDR een fijne en snelle methode die als onderdeel gebruikt kan worden bij therapie. De behandeling bij kinderen m.b.v. EMDR kan pas starten als de omgeving responsief en sensitief is. Bij deze behandeling is dus een goede voorbereiding van de omgeving altijd nodig. Bij kinderen onder de 4 jaar, of kinderen die zelf het verhaal niet kennen, wordt de verhalenmethode toegepast. Denk hier aan een preverbaal trauma zoals een geboortetrauma of adoptie. Deze methode is dan een onderdeel van de ouder- en kindtraumatherapie. Bij deze behandelingsvorm zijn de ouders/verzorgers co-therapeut. Ik heb het meegemaakt dat een kind van 4 jaar oud tijdens de behandeling zelf ging vertellen, wat hij in zijn 1e levensweek had meegemaakt; een voorval dat de ouders vergeten waren. Nare gebeurtenissen worden ook opgeslagen in het lijf en door de behandeling kon het kind er alsnog woorden aan geven en het verwerken. Mijn ervaring is, dat EMDR naast het verwerken van nare gebeurtenissen, ook een inzichtgevend aspect heeft en zelfs een spirituele kant kan hebben.

Zo heb ik het bij volwassenen meerdere keren meegemaakt, dat ze contact kregen met overleden dierbaren, die hun liefdevolle boodschappen gaven. Ook komen er regelmatig ‘helpers’ tijdens een sessie. Die slaan dan bijvoorbeeld denkbeeldig een warme deken om de cliënt heen nadat deze door een donker, koud stukje is gegaan. De cliënt maakt dan als het ware zelf een helend verhaal, nadat de nare gebeurtenis is verwerkt. Bovendien merk ik dat de cliënten na behandeling beter geaard zijn, assertiever zijn, beter hun grenzen kunnen aangeven en dat het geheugen en de concentratie verbeterd zijn. Kinderen maken een inhaalslag met hun ontwikkeling door de behandeling en ook wordt de hechting tussen ouders/ verzorgers beter. Daarbij is het wel belangrijk dat ouders/ verzorgers nauw betrokken worden bij de behandeling, zodat die mee kunnen gaan met deze ontwikkeling. Zelf heb ik regelmatig met pre-puber meisjes te maken gehad, die nog geen pubertrekjes vertoonden voor de behandeling. Na behandeling kregen ze echter wel puberaal gedrag, waar ouders/verzorgers dan weer aan moesten wennen. De toepassingen van EMDR zijn legio. Je kunt EMDR zelfs toepassen bij lichamelijke klachten. Het neemt de oorzaak van de lichamelijke klacht niet weg, maar de beleving wordt minder. Voor veel hulpverleners is EMDR een snelle en fijne methode, waarbij wel enige voorkennis over psychopathologie, trauma’s en ACE’s nodig is. Dolly van de Wint heeft een een praktijk voor therapie, EMDR en ouderbegeleiding. www.andersopvoeden.nl

TCC Magazine | 57


Method of Levels

De Method of Levels (MOL) is een jonge, transdiagnostische gesprekstherapie. Bij een transdiagnostische benadering staat niet de diagnose met daarbij horende symptomen centraal, maar de onderliggende basisfactoren of patronen die een grote overlap blijken te hebben over verschillende diagnoses heen. De MOL komt voort uit de Perceptual Control Theory (PCT). De PCT is een model voor menselijk gedrag dat in de jaren ´50 van de vorige eeuw is ontwikkeld, en daarna is verfijnd door o.a. William T. Powers. De PCT stelt dat ons gedrag geregeld wordt vanuit de doelen of principes die voortvloeien uit wat voor ons het meest belangrijk is, onze waarden, onze kijk op het leven. Powers ontdekte drie essentiële factoren die wij reguleren om tot onze doelen te komen: perceptie, vergelijking en actie. We moeten kunnen waarnemen hoe het nu, op dit moment, is (perceptie, de werkelijkheid van iemand op dat moment). Dat wat we waarnemen moeten we vergelijken met hoe we het willen hebben (de innerlijke standaard) en we moeten kunnen handelen zodat dat wat wordt waargenomen in overeenstemming komt en blijft met hoe we het willen hebben (gedrag). Alles verandert voortdurend en in ons dagelijks leven zijn we dan ook steeds bezig inconsistenties in wat we ervaren en hoe we het willen hebben in harmonie te brengen, te controleren. Zo kunnen we bijvoorbeeld voelen dat we het koud hebben ten opzichte van onze innerlijke standaard die streeft naar een comfortabele temperatuur. Er is dan sprake van een inconsistentie. Dat leidt tot gedrag, bijvoorbeeld het aantrekken van een trui, waarna we het warmer en

58 | TCC Magazine

comfortabel krijgen en de inconsistentie is opgeheven voor dat moment. Je kunt je voorstellen dat er in het dagelijks leven honderden controleprocessen tegelijk aan de gang zijn. We kunnen nooit tegelijkertijd aan al die processen aandacht besteden, laat staan er controle over uitoefenen. Dat hoeft ook niet, want veel van deze processen verlopen probleemloos en zijn dusdanig geautomatiseerd dat we er geen bewuste aandacht aan hoeven geven. Anderen vragen wel onze aandacht, omdat ze van groot belang of complex zijn of kunnen haperen en we nu eenmaal makkelijker controle uitoefenen op een proces als we daar meer aandacht aan kunnen geven. Maar wat controleren we nu werkelijk? Powers vond uit dat het niet zo blijkt te zijn dat we ons gedrag controleren, maar dat we onze perceptie controleren. Als we het koud hebben en we trekken een trui aan, dan is niet het aantrekken van de trui wat uiteindelijk van belang is, maar de gewijzigde perceptie van ¨ik heb het koud¨ naar ¨ik heb het comfortabel¨. We laten ons gedrag dus bepalen door dat wat we willen bereiken, onze innerlijke standaard, doel of waarde. Als we de trui willen aantrekken om het weer warm te krijgen en dit tegelijkertijd ook niet willen omdat we vinden dat hij erg muf ruikt, kan er een klein conflictje ontstaan. Bij psychisch lijden zijn er volgens de PCT botsende doelen en lukt het

ondanks alle pogingen niet om die in overeenstemming te brengen. Psychisch lijden betekent het hebben van een aanhoudend intern conflict. De MOL is een therapie die mensen helpt zich bewust te worden van conflicten tussen doelen, gerelateerd aan belangrijke referentiewaarden, zodat ze van daaruit oplossingen kunnen vinden. In een MOL-sessie heeft de therapeut twee belangrijke taken: de cliënt te helpen de aandacht te blijven richten op het onderwerp én door te vragen bij verstoringen in het gesprek. De vragen zijn gericht op de ervaring in het hier-en-nu, het leren kennen van de referentiewaarden en het ontdekken hoe hier een weg in te vinden. Dit proces wordt in de MOL reorganisatie genoemd. Om de cliënt bij het onderwerp te houden geeft de MOL aanwijzingen voor de wijze waarop de therapeut vragen stelt. De therapeut heeft daarbij niet het doel om te snappen wat er aan de hand is of wat de cliënt bedoelt of empathisch te ondersteunen, te adviseren of uit te leggen. De therapeut stelt voortdurend belangstellende vragen naar aanleiding van wat hij de cliënt hoort zeggen. Deze vragen zijn steeds gericht op dat wat er op dat moment omgaat in de cliënt. Cl.: Ik baal ervan dat ik nooit een keuze kan maken.


YONDA POSLAVSKY Th: Ik zie je naar de grond kijken en je zegt dat je alles goed wilt doen? Cl.: Ja, ik denk na waarom dat eigenlijk is. Volgens mij wil ik de dingen nog steeds doen zoals mijn ouders het wilden. Wat idioot eigenlijk! Th.: Idioot? Cl.: Ja, ik moest maar eens volwassen worden! Th.: Hoe ziet dat eruit? Cl.: Nou, in ieder geval koop ik dan in de supermarkt wat ik wil kopen. Lacht

Th.: Nooit? Cl.: Nou, niet helemaal nooit, maar wel als het om belangrijke dingen gaat. Th.: Belangrijk? Cl.: Ja, belangrijke dingen, dingen die er echt toe doen voor mij. Th.: Die er echt toe doen? Cl.: Die er echt toe doen, zoals bij het boodschappen doen rekening houden met het milieu, maar ook met mijn portemonnee. Th.: Dat zijn er twee… Het milieu en de portemonnee… Vertel eens…. Wanneer cliënten door de vragen van de therapeut worden aangemoedigd om over hun probleem te praten, zullen er vaak korte momenten zijn waarbij het bewustzijn van de cliënt even afdwaalt. We kennen dat allemaal: iemand kijkt even weg, kucht, krijgt een glimlachje op het gezicht enz. Soms is er ook sprake van evaluatieve opmerkingen als: Wat klinkt dat stom of Ik weet het ook niet meer. Dit noemen we verstoringen. Binnen de

MOL wordt ervan uitgegaan dat deze vaak wijzen op een vluchtige verschuiving van de aandacht naar een hoger gelegen level, weg van de symptomen in de richting van dat niveau waarop de problemen ontstaan. Dat is het niveau van de waarden, principes en doelen. De vragen van de therapeut gaan dan over wat er in de binnenwereld gebeurt op met moment van de verstoring. Dit is de kern van de MOL. Cl.: Zucht… Th.: Je zucht, wat gebeurt er nu? Cl.: Ik denk na hoe dat nu zit. Ik heb thuis geleerd op de kleintjes te letten, maar eigenlijk koop ik liever het product dat het meest milieuvriendelijk is. Dus eigenlijk weet ik wel wat ik wil kiezen. Het probleem is ook niet dat ik het niet kan betalen. Th.: Het probleem is niet dat je het niet kan betalen? Cl.: Nee, het probleem is dat ik bij alles wat ik doe, het goed wil doen. Cl kijkt naar de grond

In een gesprek op de MOL-manier kan het enkele minuten duren of meerdere sessies omvatten voordat iemand zelf een bevredigende oplossing gevonden heeft voor zijn emotionele problemen. Cliënten bepalen zelf of en wanneer ze een vervolggesprek willen hebben. Elk gesprek staat op zichzelf en start altijd met de vraag waarover de cliënt nu wil praten. De therapeut stelt steeds nieuwsgierige vragen, let op verstoringen en stelt daar weer een serie vragen over enz. Op deze manier ontstaan er spontaan inzichten waardoor interne conflicten zich oplossen. Diagnoses worden niet gesteld en er wordt geen probleemanalyse of een plan van aanpak gemaakt met bijbehorende interventies. Mensen hebben meestal zelf alles in huis om uit de psychische problemen te komen en de therapeut, coach of counselor moet een situatie scheppen waarin er ruimte is om alle pijnlijke gevoelens en gedachten volledig te uiten. Dat is waar het om gaat in de MOL: de aandacht net zolang helpen te focussen op wat relevant is totdat er inzichten en oplossingen tevoorschijn komen. Het ziet er simpel uit, maar dat is het niet omdat hulpverleners heel veel achterwege moeten laten van wat ze jarenlang gewend zijn te doen. Meer informatie: Method of Levels gesprekstherapie, een transdiagnostische benadering door W. Mansell, T. Carey en S. Taj www.methodoflevels.nl www.methodoflevels.com.au

TCC Magazine | 59


Zaterdag 14 december 2019 in Eindhoven:

Fertility Congres 2019 Schrijf nu in met cod e CONGRES 2019 voor € 30 korting

Congres met topsprekers voor medische professionals die betrokken zijn bij preconceptie, fertiliteit, zwangerschap en gezondheid van het kind. Praktische implicaties vertaald vanuit een kruisbestuiving van baanbrekend research. De mens verkeert voortdurend in interactie met zijn leefomgeving, leefstijl en voeding. Dit met consequenties voor de genetische expressie, fysiologie en orgaanfuncties tot aan het psychologisch functioneren. Onderzoek toont met toenemende nauwkeurigheid aan hoe dit de vruchtbaarheid van de mens én de gezondheid van het kind kan beïnvloeden. Vanuit de milieubiologie, epigenetische epidemiologie, periconceptie epidemiologie, gynaecologie en voortplantingsgeneeskunde, brengt dit congres toepasbare feiten en inzichten voor huisartsen, gynaecologen en andere zorgverleners die stellen met een kinderwens informeren of behandelen.

Sprekers - prof. dr. Régine Steegers-Theunissen - prof. dr. Wim Vanden Berghe - dr. Wim Decleer - prof. dr. Adelheid Soubry - prof. dr. Tim Nawrot - dr. Jonathan de Jonge - drs. Gabriël Devriendt Accreditatie voor dit congres is aangevraagd bij een groot aantal beroepsverenigingen. Uw toegangskaart koopt u via de website. Met een uitgebreide lunch: € 195 per persoon. Zonder lunch: € 175 per persoon. Tijdelijk € 30 korting met code congres2019

Fertility Congres 2019, 14 december 2019, Eindhoven Meer informatie en aanmelden: www.rethinkfoundation.nl


Why We Hate

Nieuwe Discovery serie Why We Hate van Oscarwinnaars Alex Gibney en Steven Spielberg In de nieuwe zesdelige documentaireserie Why We Hate zien we dat haat en conflict door de geschiedenis heen altijd al onderdeel geweest zijn van ‘het menszijn’. Van wrede extremen als de Holocaust of de Rwandese genocide, wanneer haat zich ontpopt in massavernietiging, tot alledaagse incidenten als pesterijen op het schoolplein of kwaadaardig trollen op social media. Haat vormt onze levens op vele manieren. En hoewel het menselijk ras de capaciteit bezit om te haten, begrijpen maar weinig mensen wat haat ontluikt en wanneer haat zich transformeert in een vernietigende kracht. Why We Hate is vanaf zondag 13 oktober om 22.00 uur te zien bij Discovery. Waarom zijn we als mensheid in staat om de ander zo intens te haten? Die existentiële vraag staat centraal in de nieuwe serie Why We Hate, geproduceerd door Steven Spielberg en Alex Gibney en geregisseerd door Geeta Gandbhir en Sam Pollard. Waarom kiezen mensen naast liefde en samenwerking ook voor de donkere tegenhanger ervan? De intrigerende serie onderzoekt de geschiedenis van deze oeroude menselijke emotie: van de evolutionaire biologie tot de kwaadaardige consequenties in de huidige maatschappij. Aan de hand van de modernste journalistiek, historisch onderzoek en baanbrekend onderzoek op het gebied van psychologie, biologie en neurowetenschap, traceert Why We Hate de basis van haat, de evolutie van haat en de krachtige impact van haat op mensen en hun omgeving in de geschiedenis van de mensheid. De wetenschap waarom men haat is een krachtige tool om inzichtelijk te krijgen en te begrijpen wat conflict veroorzaakt

en ervoor zorgt dat mensen samen in gesprek gaan over dit gedrag en deze onderwerpen. De serie blijft niet hangen in negativisme en wil een boodschap van hoop meegeven. In Why We Hate komen kenners, daders en slachtoffers van haat aan het woord. Van neurowetenschappers, evolutie-antropologen en extremisme-experts tot mensen die haat dagelijks in praktijk brengen, zoals neonazi’s, jihadisten en leden van de omstreden Westboro Baptist Church die jubelen bij elke dodelijke ramp die plaatsvindt. We zien in iedere aflevering experts inclusief de cognitieve wetenschapper Laurie Santos, evolutie-antropoloog Brian Hare, journalist en auteur Jelani Cobb, extremisme-expert Sasha Havlicek, internationaal strafrechtadvocaat Patricia Viseur Sellers en neurowetenschapper Emile Bruneau. “Om tot de menselijke psyche door te dringen is niet alleen fascinerend, maar ook nodig om te begrijpen wie we zijn. Dit is geen serie die alleen vastlegt wat er gebeurt; het is een onderzoek – een poging om te begrijpen waarom wij haten, door middel van wetenschap en door het begrijpen van onze gemeenschappelijke humaniteit. Haat zit in ons DNA. Als we begrijpen waarom we handelen zoals we doen, kunnen we ook ons gedrag veranderen. Dit is wat ons ‘menszijn’ uniek maakt ”, aldus Gibney en Spielberg.

dan heel vaak ook voor haat? Aflevering 2 ‘Tribalism’ – 20 oktober: Waarom verdelen we de wereld zo makkelijk in ‘wij’ en ‘zij’, zoals bijvoorbeeld gebeurt bij sport en politiek? Waarom leidt de liefde voor de ene groep zo snel tot haat van de andere? Aflevering 3 ‘Making Hate’ – 27 oktober: Wat is ervoor nodig om haat aan te wakkeren? We hebben allemaal de mogelijkheid om te haten, maar welke triggers halen het slechte daadwerkelijk in ons naar boven? Aflevering 4 ‘Ideologies of Hate’ – 3 november: Wat drijft ons om hatelijke ideeën te omarmen? Welke factoren zijn ervoor nodig dat mensen achter ideologieën aanlopen die haat en geweld verkondigen? Aflevering 5 ‘Mass Destruction’ – 10 november: Hoe kan het dat we deelnemen aan de meest extreme vorm van haat: genocide. Criminoloog Patricia Viseur Sellers onderzoekt de rol van leiders en volgers. Aflevering 6 ‘Overcoming Hate’ – 17 november: Hoe kunnen we weerstand bieden tegen onze slechte impulsen? Zijn we in staat om haat te overwinnen en wat is daarvoor nodig?

Per aflevering zoomt de serie in op de verschillende aspecten van haat: • Aflevering 1 ‘Origins’ – 13 oktober: Waar komt haat vandaan? Als mensen in staat zijn om lief te hebben en samen te werken, waarom kiezen we

Why We Hate is vanaf zondag 13 oktober t/m 17 november om 22.00 uur uur te zien bij Discovery.

TCC Magazine | 61


DOOR TINEKE FERWERDA

Dementie In mijn omgeving zag ik hoe verschillend mensen omgaan met dementie. Nu de overheid heeft aangekondigd dat mensen moeten gaan nadenken hoe ze hun latere jaren, zeg maar de herfstperiode van het leven, willen doorbrengen, ligt het voor de hand om ook in TCC Magazine dit onderwerp te belichten. We kunnen er immers als beroepsgroep op verschillende wijzen mee te maken krijgen. Mogelijk komt een cliënt met de vraag hoe om te gaan met een dementerende partner. Of een cliënt die zelf dementerend is en over euthanasie wil praten. Of misschien iemand die al vast wil leggen dat in geval van beginnende dementie hij/zij levensbeëindiging wenst. Over wie hebben we het? Hieronder drie ervaringsverhalen. Dokter Andersen Mijn gedachten en ervaring geef ik weer aan de hand van 3 verschillende situaties. Ik denk in de eerste plaats aan dokter Andersen. Het is al jaren geleden, omstreeks 1989, en ik werkte op de psycho-geriatrische afdeling van een verpleeghuis als maatschappelijk werkende. Dat betekende intakes, indicaties doen en dus praten met de patiënten en de familie. Dokter Andersen was aan het dementeren en stond op de wachtlijst om bij ons in het verpleeghuis te komen. De indicatie was gedaan door een collega. De heer Andersen arriveerde onder de liefdevolle hoede van zijn dochter op een ochtend bij ons en ik maakte kennis met een uiterst voorkomende man. Hij bracht een mooie grote groene plant mee, waarvoor we een plekje zochten in onze binnentuin. De heer Andersen was huisarts geweest. Hij kwam zeer hoffelijk en vriendelijk over en bijna

62 | TCC Magazine

vroeg je je af of er wel iets aan de hand was met deze man. Hij stelde zich zeer adequaat voor en deed de deur voor mij open toen we de binnentuin verlieten. Nog steeds na zoveel jaar herinner ik me zijn voorkomendheid en zijn vriendelijkheid. Natuurlijk bleek al heel snel dat er duidelijk sprake was van dementie in een gevorderd stadium. Dat voorkomende en die vriendelijkheid, de manier waarmee hij zijn boompje verzorgde, zijn me na al die jaren bij gebleven. Mevrouw Janssen Mevrouw Janssen raakt langzamerhand vergeetachtig maar kan nog heel veel met steun van haar echtgenoot. Het proces gaat langzaam en de echtgenoot helpt haar en merkt langzamerhand dat hij steeds meer moet gaan helpen. Dan komt het moment dat het niet meer gaat thuis ondanks de hulp van de echtgenoot en de kinderen. Mevrouw zal naar een verpleeghuis gaan. Daar bezoekt meneer Janssen haar iedere dag. Samen gaan ze door het proces van de ziekte die zich steeds indringender laat voelen. Zij wordt steeds afweziger en er zijn momenten dat ze hem niet meer herkent. Hij moet dan zijn stem laten horen en dingen tegen haar zeggen zoals: “Mies, ik ben Herman, je man, ik ben in 1964 met je getrouwd, dat weet je toch?” In negen van de tien keren komt de herkenning weer. Ze eten soms samen in het verpleeghuis. Zo went hij eraan dat hij langzamerhand de hulp van de verpleging wordt en elke middag haar komt helpen met eten. Ze kan het niet meer zelf. Langzamerhand worden ook de andere functies uitgeschakeld. En dan herkent ze hem niet meer en ook

“Dat proces heeft ze van dichtbij meege­ maakt en zo wil ze het niet voor zichzelf, niet voor haar man en niet voor haar kinderen.”

haar kinderen worden onbekenden. Ze blijft meer en meer in bed tot een longontsteking haar ziek maakt. In gesprek met de arts benadrukt de echtgenoot dat ze moet worden behandeld en beter gemaakt moet worden. Hij is inmiddels zo gewend aan zijn dagelijkse bezoeken en natuurlijk blijft de liefde, hij wil haar nog niet missen. Wonderwel komt mevrouw Janssen de longontsteking een beetje te boven. De verpleeghuisarts wil een gesprek met de man en de kinderen en vertelt dat een longontsteking of een andere levensbedreigende ziekte wellicht nu het einde van het leven van mevrouw Janssen kan betekenen, zeker als we haar niet voor een tweede maal behandelen met antibiotica. Ze is sterk lichamelijk verzwakt en is inmiddels diep dement. Een behandeling met antibiotica zal waarschijnlijk haar einde ook zijn. Er doen zich ook allerlei andere complicaties voor en de arts


TPNET

vraagt de familie of ze nu kunnen accepteren dat hun vrouw en moeder mogelijk aan het einde van haar leven is gekomen? De familie gaat akkoord. Na enkele weken wordt mevrouw Janssen weer ziek en omringd door haar geliefden en met pijnstilling en rustgevende medicatie sterft mevrouw Janssen.

Langzamerhand groeit ook de omgeving met haar mee. Die omgeving, man en kinderen, willen haar vanuit liefde en respect dit vrijwillige levenseinde gunnen, hoe moeilijk het ook zal zijn haar te moeten missen. Verklaringen moeten worden opgesteld en een scen-arts en een psychiater geconsulteerd.

Mevrouw Thijssen Mevrouw Thijssen heeft een gecompliceerde familieanamnese waarbij bij beide ouders vroegtijdig alzheimer is geconstateerd en waaraan ze na een lang ziekbed zijn overleden. Als ik mevrouw Thijssen spreek is ze net na een hele serie onderzoeken gediagnosticeerd met ook alzheimer en ze is daar erg verdrietig over. Ze heeft tijd nodig om na te denken maar is zeer uitgesproken dat ze niet zo wil eindigen als haar ouders. Dat proces heeft ze van dichtbij meegemaakt en zo wil ze het niet voor zichzelf, niet voor haar man en niet voor haar kinderen. In de volgende maanden heeft ze vele gesprekken met haar huisarts, aanvankelijk samen met haar echtgenoot en later ook met haar kinderen erbij. Euthanasie wordt op haar verzoek besproken.

Euthanasie is alleen te krijgen op uitdrukkelijk verzoek van de persoon als zij/hij daartoe nog bij voldoende besef is, compos mentis is. Dat betekent dat je je verzoek om je leven te laten beĂŤindigen zelf heel helder en duidelijk kan formuleren en dus de ziekte nog niet zo ver is gevorderd dat het besef ontbreekt. Het moment wordt (meestal) door de huisarts, die bereid is euthanasie te verlenen, bepaald. Dan kondigt de huisarts aan dat het volgende week maandag zo ver zal zijn, dit tot schrik van de familie. Altijd wil je dat het tijdstip van afscheid nemen verder weg ligt in de toekomst, zo menselijk, zo begrijpelijk. Uiteindelijk overlijdt mevrouw Thijssen in liefde omgeven door haar gezin. Als ik bij toeval na 3 jaar de familie

spreek, is men gerust en tevreden dat een zo zwaar proces zo goed is verlopen. Tot slot In mijn omgeving zag ik hoe verschillend mensen omgaan met dementie. De vraag is hoe wij met dementie bij onze medemensen kunnen omgaan. Over dit vraagstuk wil TPnet in februari 2020 een themadag organiseren. Heb je belangstelling om hieraan mee te werken, dan kun je contact met me opnemen. Tineke Ferwerda, jhferwerda202@kpnmail.nl

Transpersoonlijk.net, netwerk voor zorgprofessionals Transpersoonlijk.net (TPnet) is hĂŠt netwerk voor de coach, counselor & therapeut Workshophoppen 2019 op 12 oktober Zie: www.transpersoonlijk.net. Lid worden Word lid en je ontvangt een webpagina.

TCC Magazine | 63



Aap op schoenen met een buikje Een evolutionaire kijk op gezondheid Het is werkelijk schokkend als je je realiseert op hoe enorm veel aspecten van ons leven we tegen onze natuur ingaan. Het bizarre is dat we vaak ook nog denken dat we goed bezig zijn. Wat zijn we onwetend! Althans, dat gevoel ontstaat als je dit boek leest. Waar het om gaat is, dat onze genen zich nog bij lange na niet hebben aangepast aan onze huidige leefstijl. Uiteraard weten we inmiddels best dat verkeerde eetgewoonten en een gebrek aan beweging hebben geleid tot de welvaartsziekten van deze tijd. Maar er zijn nog veel meer aspecten van ons leven waar we grote winst kunnen behalen wat onze gezondheid betreft. Want ook al denk je heel verantwoord en bewust te leven, we ontkomen haast niet aan een heleboel achterhaalde opvattingen over wat gezond is. Dit boek opent je ogen daarvoor. Een paar voorbeelden. Het ontbijt. Het idee is dat je je dag daarmee zou moeten beginnen. Het is echter veel beter om eerst te wandelen of op een andere manier lichamelijk actief te zijn. Dat was de oermens ook en ons lijf is daar nog steeds op ingesteld. Een ander voorbeeld: als we sporten, dragen we het liefst schoenen met een fantastische demping. Maar daarmee beperken we juist de natuurlijke, elastische functie van onze voeten en bevorderen we knieklachten. Nog altijd zijn we op een bepaalde manier oermensen en het zou ons een boel ellende besparen als we dat onder ogen zouden zien. De auteur van het boek, René Brant, is journalist en schrijft op freelancebasis artikelen over gezondheid, natuur en milieu voor verschillende tijdschriften. Met die pet op ging hij enkele jaren terug mee op expeditie naar de Pyreneeën, waar hij met een internationale groep van tien vrijwilligers probeerde tien dagen lang te leven als natuurmens. De reis was onderdeel van het promotieonderzoek van dr. Leo Pruimboom,

expert in de klinische Psycho-Neuro-Immunologie (kPNI). De deelnemers maakten een trektocht in de bergen, sliepen in de buitenlucht en moesten net als de oermens, hun kostje zelf bijeen zien te scharrelen. Hoewel Brants deelname aanvankelijk vooral ingegeven was door journalistieke nieuwsgierigheid, ontdekte hij al snel de positieve effecten van deze ‘expeditie Oergezond’. Niet dat de reis altijd gemakkelijk was. Maar als beloning voelde hij zich gezonder en actiever dan hij ooit had meegemaakt. ‘Zo hoort een mens zich te voelen’, schrijft hij. Met als gevolg dat hij helemaal in het onderwerp ‘oermens’ in relatie tot de huidige tijd is gedoken, met dit boek als resultaat. Hij ging daarvoor gesprekken aan met een aantal experts. Een paar namen: Dr. Frits Muskiet, Yvonne van Stigt, drs. Richard de Leth, prof. Andries Kalsbeek en psychiater Bram Bakker. Ook de lijst van geraadpleegde literatuur achterin het boek is indrukwekkend. Brant heeft een heel toegankelijke en persoonlijke schrijfstijl. Je voelt gewoon dat hijzelf ‘geraakt’ is door de inzichten die hij nu met een groot publiek deelt. Misschien waren het een soort kwartjes die op een goed moment allemaal vielen en met elkaar een belangrijk plaatje voor hem compleet maakte. De manier waarop hij zijn verworven kennis met anderen wil delen, de zorgvuldigheid waarmee hij te werk is gegaan en de enorme hoeveelheid tijd die hem dat vast zal hebben gekost, dwingt beslist ontzag af. Of je daarmee kunt zeggen dat je alles wat er in het boek staat voor een onbetwiste waarheid moet aannemen, is een andere zaak. Het is en blijft een visie, maar wel gebaseerd op gedegen onderzoek en plausibele aannames.

Aap op schoenen met een buikje « Een evolutionaire kijk op gezondheid « René Brant « ISBN 9789463191548 « Uitgeverij Scriptum « Recensie door Ria Teeuw

TCC Magazine | 65


Colofon Hoofdredactie Sacha van den Ende E-mail: sacha@inspiredcommunications.nl Bladmanagement en redactionele bewerking Maartje Albert en Ria Teeuw E-mail: maartje@inspiredcommunications.nl

NFG zorgt voor werk

Eindredactie Marianne Smits en Charlotte Simons Redactieadres Waterviolier 40 2498 ES Den Haag Telefoon: +31 (0)6 12 98 64 89 E-mail: redactie@inspiredcommunications.nl Uitgever Inspired Publishing Contactpersoon: Sacha van den Ende Waterviolier 40 2498 ES Den Haag Telefoon: 070 - 89 14 914 E-mail: info@inspiredcommunications.nl Vormgeving Eefje Kleijweg | Grafisch Ontwerp www.eefjekleijweg.nl Druk Damen Drukkers Lezersservice TCC Magazine verschijnt zes keer per jaar. Het wordt toegezonden aan alle register- en aspirantleden van de beroepsorganisatie NFG, ALIP, de leden van TPnet, NKS en Rosegarden en aan studenten van diverse toonaangevende opleiders. Abonnementen Jaarabonnementen per zes nummers: â‚Ź 39,95. De abonnementsprijs dient bij vooruitbetaling te worden voldaan. U ontvangt hiervoor een factuur. Nieuwe abonnementen kunnen op elk moment van het jaar ingaan. Opzegging dient schriftelijk, ten minste 2 maanden voor afloop van de abonnementsperiode te worden ingediend bij de uitgever.

Ben je coach, psycholoog of therapeut en wil je een contract voor de Wmo of Jeugdwet met de gemeente aanvragen? Ga dan naar de speciaal voor NFG-hulverleners opgerichte website: www.zorg-tender.nl.

Adreswijzigingen Adreswijzigingen graag zo spoedig mogelijk schriftelijk indienen bij de uitgever per post of per e-mail: abonnement@inspiredcommunications.nl

66 | TCC Magazine

Het aanvragen van een zorgcontract werkt heel gemakkelijk. Meld je aan en ontvang advies op maat.


MAGNESAN FORTE PLUS

HET MENSELIJK BREIN KRIJGT 10.000.000 PRIKKELS PER SECONDE TE VERWERKEN

HET RESULTAAT VAN 20 JAAR INNOVATIE bonusan.com/magnesium

Magnesium Draagt bij aan extra energie bij vermoeidheid en aan hersenen zenuwfuncties betrokken bij concentratie. Unieke samenstelling Met synergisten taurine en glycine. Fully reacted bisglycinaat. Met co-factor B6 (actieve vorm). Flexibel hoog doseerbaar Hoge dosering van 150 mg per tablet. Ook in poedervorm verkrijgbaar.


Veel termen gedefinieerd in de verklarende woordenlijst achterin.

Illustraties en grafieken toegevoegd aan productpagina’s.

Toelichting op de hulpstoffen in onze producten.

NIEUWE EDITIE VAN HET VITALS VADEMECUM Onze ambitie om continu betere informatie te

van verschillende nutriĂŤnten en staan we stil bij

ontwikkelen rondom het gebruik van onze producten

belangrijke kwaliteitsaspecten. Tot slot is er een

heeft voorop gestaan bij de ontwikkeling van de

overzicht opgenomen van gebruikte hulpstoffen in

tweede editie van ons vademecum. We durven

onze producten en hun functie.

dan ook te stellen dat het vademecum duidelijker, uitgebreider en overzichtelijker is geworden. Zo

Nieuwsgierig naar het

is er achterin het vademecum een verklarende

nieuwe vademecum?

woordenlijst toegevoegd. Daarnaast bevat de nieuwe

Professionals kunnen het

editie van het vademecum bij enkele producten een

vademecum kosteloos

extra toelichting in de vorm van illustraties en/of

op www.vitals.nl bestellen.

grafieken. Zo gaan we dieper in op de opname

ELKE DAG BETER

WWW.VITALS.NL


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.