5 minute read

Interview met Karine Lalieux: Brussel is een prachtige plek om te leven

INTERVIEW is een prachtige plek om te levenBrussel

Karine Lalieux is een echte Brusselse. De stad zit in haar DNA en dat is een voordeel in haar job als minister van pensioenen en maatschappelijke integratie.

Je bent geboren in Anderlecht. Hoe vormde dit jouw kijk op de wereld?

Karine Lalieux: “Ja, ik ben een echt zinneke. Mijn vader is een Waal, mijn moeder een Vlaamse. Een geboren en getogen Brusseles. Ik ben daar zeer fier op. Brussel is een prachtige plek om op te groeien, om te leven, om in lief te hebben. Ik adem Brussel. Ik heb in verschillende wijken gewoond. In de schaduw van de basiliek van Koekelberg tot de levende wijk Bockstael. Ik ken Brussel door en door. Ik studeerde criminologie aan de Université Libre de Bruxelles. Daar bleef ik 10 jaar lang werkzaam, tot ik in 2000 voor de eerste keer deelnam aan de federale verkiezingen en mijn politieke avontuur begon. Dat was soms heftig, maar ik heb een pak mooie dingen kunnen doen en bewerkstelligen. Ik heb gestreden voor sociale rechtvaardigheid, financiële inclusie en toegang tot woningen. Ik heb de openbare diensten met hand en tand verdedigd. Ik heb altijd gestreden voor zij die het moeilijk hebben, voor mensen met financiële zorgen en voor vrouwenrechten, een strijd die nog steeds niet gestreden is. Het is een voordeel in de federale regering om van Brussel te zijn. Je krijgt te maken met de gevoeligheden die dit land rijk is, maar door in Brussel te wonen, kende ik ze al. Dat helpt me in mijn dagelijkse werk. Een ander belangrijk voordeel, voor Brussel dan, is dat er in de regering een échte Brusselse zit. Op die manier zijn het perspectief, de bekommernissen en belangen van onze metropool altijd aanwezig.”

We willen het pensioenstelsel leefbaar en solidair maken, zodat iedereen kan genieten van zijn oude dag

Je zetelde in het federaal parlement, maar ook in de gemeenteraad van Brussel-stad?

Karine Lalieux: “Ja. Als gemeenteraadslid, schepen van Openbare Netheid, en later ook Cultuur, droeg ik deze zaken hoog in het vaandel. Ik ben ook nog schepen van Toerisme en Grote Evenementen geweest. In 2018 werd ik dan OCMW-voorzitter van Brussel. Die functie was me op het lijf geschreven. Ik stond heel dicht bij de mensen. Die gesprekken, de vergaderingen, het menselijke contact dat ik toen had, leerde me immens veel. Ik heb daar enorm veel ervaring uitgehaald. Ervaring die me nu van pas komt als minister in de federale regering. Het zit in mijn DNA, dat sociale.”

Waarom ben je aan politiek beginnen doen ?

Karine Lalieux: “Ik ben uitgesproken links. Carrément socialist. En ik ben er trots op om dat te zeggen. Ik zag verschillende zaken in onze samenleving die niet langer door de beugel konden. Exclusie, ongelijkheid, onrechtvaardigheid, racisme, armoede … Ik wou meer betekenen voor de samenleving. Toen ik gevraagd werd om op de lijst te staan, was de keuze snel gemaakt. Toenmalig PS-voorzitter Elio Di Rupo vond dat er evenveel vrouwen als mannen op een lijst moesten staan. Ik zit hier dankzij een vrouwenquota. 21 jaar later staan we een pak verder, maar zeker nog niet ver genoeg. De coronacrisis die we nu meemaken brengt ook perspectieven met zich mee in hoe we onze wereld anders kunnen invullen. Dat moeten we ook doen. Daar dient het socialisme van de 21e eeuw voor. Het socialisme wordt soms als iets ouderwets afgedaan. Maar daar is niets van waar. Het socialisme was nodig in de 19e eeuw, het was broodnodig in de 20e eeuw en het is extreem noodzakelijk in de 21e eeuw.”

En hoe vertaal je dit naar het huidige pensioenbeleid?

Karine Lalieux: “Mensen, en vooral jongeren, hebben weinig vertrouwen in de toekomst van hun pensioen. Dat moeten we omkeren. Het vertrouwen herwinnen. Dat is de bedoeling van het plan voor de pensioenhervorming dat in september voorgesteld werd. We willen het pensioenstelsel rechtvaardiger en solidair maken, zodat mensen zicht hebben op een waardig en leefbaar pensioen en

In de federale regering krijg je te maken met de gevoeligheden die dit land rijk is, maar door in Brussel te wonen, kende ik die al

kunnen genieten van hun oude dag. Vanuit die visie verhoogden we de minimumpensioenen. In 2024 kunnen de mensen rekenen op een minimumpensioen van 1500 euro netto. Dat is gebudgetteerd en gegarandeerd. We verhoogden met deze regering ook alle laagste uitkeringen. We investeren massief in de gezondheidszorg. Dat is belangrijk in de strijd tegen armoede.”

Je trekt je ook het lot aan van senioren die in armoede (moeten) leven ... Wat zijn jouw plannen voor hen?

Karine Lalieux: “De verhoging van de minimumpensioenen en de inkomensgarantie voor ouderen was een absolute must. Ik ben daar fier op want het zal een heel positieve impact hebben op de armoede bij ouderen. Armoedebestrijding staat centraal in mijn aanpak als politica. Het gaat dan niet enkel om ouderen, maar om iedereen die in armoede leeft. Dat is altijd zo geweest en dat is het nu ook, zeker omdat ik er als minister voor bevoegd ben. Om die reden kom ik binnenkort met een federaal actieplan tegen armoede en sociale ongelijkheid. Dat zal ervoor zorgen dat iedereen, van de jongsten tot de oudsten, goed beschermd is tegen armoede. Het is een speerpunt in mijn beleid. Ik maakte 75 miljoen euro vrij voor de taskforce kwetsbare groepen, ik zorgde ervoor dat er een pak middelen vrijgemaakt werden voor onze OCMW’s. In deze coronatijden was dat broodnodig. De IGO-uitkering werd ook verhoogd. Ik kan zo nog wel even doorgaan. Het geeft mij een goed gevoel als mens en als politica. Dat zijn ook de zaken die ik hoor wanneer ik op bezoek ga op het terrein. Wanneer ik ‘in den draai’ met mensen praat. Wanneer ik de berichtjes lees die me bereiken via sociale media. Vorige week nog, op de markt, kwam een gepensioneerde me bedanken voor de verhoging van het vakantiegeld.”

Je bent ernstig met jouw werk als minister bezig, maar je houdt ook van plezier maken. Hoe vind je een evenwicht?

Karine Lalieux: “Ah, maar politiek is plezierig werk hé! Het is hard werken, maar ik maak ook heel veel plezier. Met mijn collega’s, mijn team, de mensen in het parlement. Het is een harde stiel, maar soms ook een vrolijke stiel. Waar ik het meest vrolijk van word, is natuurlijk mijn lidmaatschap van de Brusselse stadsgardevilles. De meyboomplanting is speciaal voor mij. Brusselse folklore creëert een verbinding tussen de Brusselaars.

Maar ook cultuur is een belangrijke uitlaatklep voor mij. Tentoonstellingen, theater of een goede tv-serie, daar kan ik zo van genieten. Game of Thrones is één van mijn favoriete TV-series. En ik kan ook genieten van een goede roman wanneer ik op vakantie ben.”

Rohnny Buyens en Jurgen Masure

This article is from: