3 minute read

HUMOR LEERT RELATIVEREN

Bert en Eddy zijn al tientallen jaren goede vrienden. Wat hun vriendschap zo sterk houdt? Humor. En die mag wel eens de grens opzoeken.

Reismaatjes

Ongeveer 20 jaar geleden vroeg Eddy aan Bert of hij mee wou gaan rondreizen in Indië en Nepal. Dat werd de start van hun hechte vriendschap.

Bert: “Ik voelde me niet goed in m’n vel na een relatiebreuk en kon zo’n trip wel gebruiken. Maar al snel bleek op reis van alles mis te gaan. Daar stond ik dan, met Eddy in z’n rolstoel met 7 tassen en zakken, zonder hulp.”

Eddy: “We werden nogal aangegaapt met al die tassen van mij. Bert mocht ermee sleuren. Zelf had hij maar één rugzak mee.”

Bert: “Ik vroeg me af waar ik aan begonnen was. Hoe we daardoor zijn geraakt? Met veel humor. Het ideale medicijn om te leren relativeren. Met succes, want er volgden nog heel wat avontuurlijke reizen naar alle uithoeken van de wereld. 20 jaar later kunnen we niet meer reizen omdat Eddy een zware operatie moest ondergaan. Onze uitstappen bestaan nu vooral uit hospitaalbezoeken. Ik ben niet meer alleen Eddy’s kameraad, maar ook zijn officiële assistent bij zulke gelegenheden.”

Niet te braaf

Bert: “We kennen elkaar door en door. Dat zorgt ervoor dat onze humor niet te braaf moet zijn. Eddy mag grappen maken over het feit dat ik homo ben, en ik durf op mijn beurt moppen tappen over zijn handicap. Wij zijn outcasts, en onze humor maakt dat ‘anders zijn’ bespreekbaar. Ik zie het als een soort verbintenis tegen de wereld.”

Eddy: “Ik durf redelijk ver gaan in mijn humor. Pas op, we trekken mensen nooit in het belachelijke. We hebben gewoon heel droge humor. Als ik met Bert op stap ga, spreken mensen hem bijvoorbeeld aan om te vragen wat er mis is met mij. Dan ga ik volledig mee in het verhaal: als mensen mij behandelen alsof ik kinds ben, speel ik dat spelletje mee. Heel grappig voor mij en Bert, en mensen weten niet wat er gebeurt. Het confronteert hen echt met hun vooroordelen.”

Bert: “Onlangs was Eddy gevallen met zijn handbike. Tijdens een bijeenkomst zei een familielid dat het toch wel gevaarlijk was, zo’n rolstoelfiets. Waarop ik spontaan antwoordde: ‘Ja, stel je voor, voor het zelfde geld was hij in een rolstoel terecht gekomen’. Toen werd het even heel stil, tot Eddy in schaterlachen uitbarstte.”

Gespreksopener

Humor is een krachtig instrument om zaken bespreekbaar te maken. Bert: “Het is niet altijd makkelijk voor mensen om over thema’s als handicap of seksualiteit te praten. Neem mij bijvoorbeeld: ik werkte 20 jaar lang op de dokken in een administratieve functie. Doordat ik zelf durfde grappen maken over het feit dat ik homo ben, heb ik nooit problemen gehad met homofobie. Integendeel, de dokwerkers kwamen altijd voor me op. Ze noemden mij al grappend ‘schatje’ en dat vond ik helemaal prima. Door die humor voelde ik me goed in de groep.”

Eddy: “Het is ook een kwestie van perspectief. Zelf heb ik een stoma, maar ik benader zo’n beperking met humor. Dan zeg ik al lachend dat ik geen wc moet zoeken, ik trek m’n plan wel ter plekke. Ik vind het fantastisch als je zo het beste kan maken van je beperkingen. Zo vertelde een vrouw waarmee ik in een wachtzaal zat ooit dat ze zelf haar nieuwe borsten mocht kiezen na een amputatie. Ze grapte dat ze die kon laten aanpassen naar de voorkeur van haar vriend. Een tegenslag hoeft geen onoverkomelijk drama te zijn als je het met humor kan bekijken!”

Bert: “Voor mij is het ook een soort verdedigingsmechanisme. Een cynische reactie omdat je raar aangekeken wordt door je anderszijn. Als je er zelf mee lacht, kunnen anderen je er niet mee kwetsen. Maar ik vind vooral het ontwapenende van humor belangrijk. Als je zelf lacht met iets, toon je aan anderen dat je niet altijd serieus moet omgaan met degelijke thema’s. Het luchtig houden is echt oké.”

Gevoelig

Bert: “Je merkt wel op dat humor tegenwoordig moeilijker ligt dan vroeger. Veel dingen kunnen gewoon niet meer. Alles wordt te serieus en persoonlijk genomen. Mensen zijn vaak bang om nog grappen te maken uit schrik om beschuldigd te worden van vooroordelen. Begrijp me niet verkeerd, sommige dingen kunnen niet door de beugel. Maar ik vrees dat we nu te veel op kousenvoeten rond elkaar lopen om elkaar niet te beledigen.”

Eddy: “Wij twee doen elkaar regelmatig den duvel aan. Eigenlijk zijn wij gewoon heel positieve mensen, en daar hoort humor bij. Zit het eens tegen? Dan maken wij er toch het beste van. En dan moet je kunnen lachen met de situatie.”

Tekst: Renée Vansteenwinckel

BERT DEBEN: POËZIE MET EEN

Hoek Af

Bert schrijft al bijna 35 jaar poëzie en won al heel wat prijzen voor zijn humoristische teksten. Het gedicht ‘Normaal ben ik anders’ schreef hij om te tonen dat het normaal is om je anders te voelen. Want niemand is gelijk.

Normaal ben ik anders

Hoe ben ik hier terecht gekomen ik voel mij als een bouwpakket dat anders werd ineen gezet alsook foutief geadresseerd vooral misrekend van planeet zo droom ik soms met veel plezier een wereld parallel van hier waar iedereen afwijkend is zodanig zelfs dat men dan daar geen naam of woord kent voor ‘normaal’ gewoon omdat wij allemaal zo veel verschillen van elkaar.

©Bert Deben

Lees meer gedichten van Bert op www.bertdeben.blogspot.com

This article is from: