3 minute read

Overleven in armoede

Next Article
Bij de gynaecoloog

Bij de gynaecoloog

Op 17 oktober is het Internationale dag voor de uitroeiing van armoede. Samira en Ibrahim, allebei afkomstig uit Somalië, wonen in Leuven en hebben samen 4 kinderen. Beiden groeiden op in uitdagende omstandigheden.

“Als 5-jarige kleuter ben ik samen met mijn 3 broers en zus naar België gevlucht, zonder ouders”, vertelt Ibrahim. “Mijn moeder overleed in Somalië en mijn vader was al in België. Mijn vader stond er dus alleen voor in de opvoeding van zijn 5 kinderen. Hij heeft het moeilijk gehad. Dat besef ik nog meer nu ik zelf kinderen heb.” Samira beaamt dat. “Wanneer ik tegen mijn schoonvader zeg dat ik moe ben, begrijpt hij dat niet. Wij kunnen immers alle taken onder ons 2 verdelen.”

Samira heeft een ander verhaal. “Eigenlijk hadden we het best goed in Somalië. Tot er inmenging kwam van IS. Toen ik 14 jaar was, werd ik voor het eerst ongesteld. Voor de extremisten het moment waarop ik oud genoeg was om te trouwen, ze wouden mij meenemen. Mijn moeder was hier tegen en ook ikzelf wou mijn studies afmaken. Ze dreigden ons iets aan te doen als ik niet meeging. Mijn moeder heeft al haar juwelen verkocht. Dat geld legde ze samen met nog wat geld van mijn vader om een mensensmokkelaar te betalen. Zo ben ik in mijn eentje naar België gekomen. Hier woonde een tante bij wie ik terechtkon.”

Zorgen voor de ouders

“De aanpassing was niet makkelijk. Het contact met mijn tante verliep stroef, ik kende haar helemaal niet. De rest van mijn familie zat nog steeds in Afrika. Het is normaal dat je dan onderhoudsgeld naar hen opstuurt. Zodra het mocht, begon ik studentenjobs te doen. Ik ging vaak poetsen. Van wat ik verdiende, ging een deeltje naar mijn tante en de rest stuurde ik naar mijn mama. Ze voedde mij, mijn broer, zus en halfbroer in haar eentje op na de scheiding van mijn vader. Dankzij haar heb ik nu een mooi leven in België, het is dan ook logisch dat ik haar iets teruggeef.”

“Het was een eenzame periode. Wanneer ik leeftijdsgenoten hoorde klagen over hun ouders, kon ik dat niet begrijpen. Zij moesten hun moeder tenminste niet missen. Maar verder ben ik nooit jaloers geweest. Ik merkte wel dat andere mensen het beter hadden, dat ze iets konden sparen bijvoorbeeld, maar ik probeerde me vooral op mezelf te focussen. Vergelijken heeft geen zin. Mijn opa zei altijd “Als je het moeilijk hebt, komt er nadien een betere tijd”. Ik ben moslim, mijn geloof houdt me sterk.”

Een diploma als basis

Samira is nu 26 en droomt van een diploma. “Ik vind het nog altijd heel erg dat ik niet kon studeren toen ik jonger was. Ik ga nu een opleiding tot zorgkundige volgen, maar het was makkelijker geweest als mijn jeugd er anders had uitgezien. Nu moet ik mijn studie combineren met de opvoeding van 4 jonge kinderen. Op mijn 19de zijn Ibrahim en ik getrouwd, niet veel later was ik zwanger. Misschien had ik hier langer mee gewacht als werken niet zo’n noodzaak was geweest tijdens mijn tienerjaren.”

Ondertussen hebben Ibrahim en Samira dus 3 dochters en een zoon. Ze ervaren nu hoe het is om op te voeden. Wat wensen zij voor hun eigen kinderen? “Ik wil een vriend zijn voor mijn dochters”, zegt Ibrahim. “Alles moet bespreekbaar zijn tussen ons. Voor Samira blijven de studies belangrijk. “De kinderen mogen kiezen wat ze studeren, maar ik wil wel dat ze een goed diploma behalen. Zo kunnen ze andere keuzes maken in het leven en hoeven ze niet al jong te beginnen werken, zoals ik moest doen. Ik hoop vooral dat ze niets tekortkomen.”

Meer lezen over of iets doen tegen amoede? Surf naar netwerktegenarmoede.be

This article is from: