35 minute read
Beeldbank online
from Venster 2020-3
Interview Digitale schatkamer van de SOGK
Een goede beeldbank van de ‘eigen’ kerken – dat was het doel van het project dat de redactie van Venster, samen met Nico Peek, algemeen secretaris van onze stichting, enkele jaren geleden startte. En dankzij de inzet van vele vrijwilligers staan inmiddels bijna vierduizend foto’s online. Zo kan vanaf nu iedereen vanuit de luie stoel genieten van onze kerkgebouwen. Neemt u ook een kijkje?
Advertisement
‘We zijn met dit project begonnen omdat we voor onze publicaties regelmatig behoefte hebben aan goed beeldmateriaal van onze kerkgebouwen’, vertelt Nico Peek. ‘Voor het blad Venster, voor het jaarverslag, de website of een uitnodiging hebben we keer op keer foto’s nodig. En het is niet werkbaar om hiervoor steeds opnieuw een fotograaf op pad te sturen.’
Openbare beeldbank Zo ontstond het idee van een beeld- of fotobank. Niet – zoals gebruikelijk – op een gemeenschappelijk computernetwerk van een kantoor (want de ‘medewerkers’ van de SOGK zitten nu eenmaal niet in eenzelfde gebouw), maar op het internet. Aanvankelijk was de beeldbank alleen toegankelijk voor ‘intern’ gebruik, maar sinds kort is die openbaar (zie kadertje).
Aandachtspuntenlijstje De beeldbank is gevuld met foto’s die op cd’tjes en als dia’s binnen de stichting circuleerden. Daarnaast hebben Carel van Gestel en Rein de Jong – twee fotografen van Venster – in de afgelopen jaren al onze kerkgebouwen bezocht en op de foto gezet. ‘We kregen een heus aandachtspuntenlijstje mee’, aldus Carel van Gestel. ‘Daarop stond bijvoorbeeld dat we elke kerk van alle zijden in beeld moesten brengen. En dat we detailfoto’s moesten maken van de bijzonderheden van het gebouw. Gelukkig werden we in elke
Karlijn van Onzenoort
kerk altijd gastvrij ontvangen door een behulpzame vertegenwoordiger van de Plaatselijke Commissie, die ons uitgebreid rondleidde.’
Trefwoordenlijst Vervolgens werden alle foto’s zorgvuldig van labels en trefwoorden voorzien en één voor één in de beeldbank geplaatst. Eerst door Martin Kas, daarna door zijn opvolgers Veerle Mertens en Suze de Zwart. Dit gebeurde aan de hand van een trefwoordenlijst. ‘Die was al best uitgebreid toen Suze en ik het werk overnamen’, vertelt Veerle Mertens. ‘Maar toch kwamen we af en toe een foto tegen van een object dat nog niet in de lijst stond vermeld, zoals een collectezak of een reliek. Zo werd niet alleen de beeldbank steeds voller, maar ook de trefwoordenlijst steeds langer’, lacht ze.
Minuut per foto Het vullen van de beeldbank is een tijdrovende klus, weet ook Suze de Zwart. ‘Van elke foto moet je zorgvuldig alle gegevens overnemen in zogenoemde beschrijvingsvelden. Niet alleen de naam van het kerkgebouw en de plaatsnaam, maar ook de naam van de fotograaf, de datum van de foto en de verschillende trefwoorden. Per foto kost het me gemiddeld een minuut om die gegevens allemaal correct in te voeren.’
Toekomstplaatje En nu zitten er dan 3879 foto’s in de beeldbank. Alhoewel… op het moment dat u dit leest, kunnen het er zomaar weer enkele tientallen meer zijn. Want de beeldbank breidt zich nog steeds uit. Zo hebben Veerle en Suze in de afgelopen weken nieuwe foto’s van de H.-Antonius-van-Paduakerk in
Kranenburg erop gezet en staan ook de foto’s van de recente bouwwerkzaamheden in de Grote Kerk in Wageningen klaar voor plaatsing. ‘Bovendien denken we erover om in onze beeldbank ook foto’s op te nemen van andere Gelderse kerken’, besluit Nico Peek. Maar dat is nu nog een onscherp toekomstplaatje...
Bladeren door de beeldbank
In de beeldbank kunt u foto’s bekijken van onze kerkgebouwen (exterieur en interieur) en van diverse activiteiten die er plaatsvonden. De foto’s staan gerangschikt naar locatie. U kunt in de zoekbalk bovenaan op trefwoord zoeken, bijvoorbeeld op ‘kraagsteen’. Vervolgens krijgt u alle foto’s van kraagstenen in onze kerkgebouwen te zien. U vindt de beeldbank via: sogk.collectiebank.nl of via onze website: www.oudegeldersekerken.nl > Stichting > Over Oude Gelderse Kerken > Publicaties. Alle foto’s zijn voorzien van een watermerk. Zo zorgen we ervoor dat ze alleen gebruikt worden om te bekijken.
Rijkste middeleeuwse dorpskerk van de Veluwe
De Oude Kerk van Apeldoorn
Huub Ummels
Het middeleeuwse Apeldoorn was een goed voorbeeld van een kerspel. Het bestond
uit het kerkdorp Apeldoorn met de daarbij behorende buurtschappen. De kerk van
het kerspel stond op wat nu het Raadhuisplein is, in het centrum van Apeldoorn.
De fundamenten en grafkelders van deze kerk zijn nog altijd aanwezig onder de
klinkerbestrating van het plein.
De geschiedenis van deze kerk gaat voor wat betreft schriftelijke bronnen terug tot 1193. Op Witte Donderdag van dat jaar kwamen twee kanunniken uit Utrecht om, naar roomskatholiek kerkelijk gebruik op die dag, de voetwassing te doen en voor te gaan in de mis in de toenmalige OnzeLieve-Vrouwe- of Mariakerk van Apeldoorn. Ze behoorden tot het kapittel van Sint-Marie. Dit kapittel bezat vrijwel alle gronden in Apeldoorn en had tevens zeggenschap over de kerk, een zo genoemde eigenkerk. Een aantal keren werd zelfs een Utrechtse kanunnik tot pastoor van de kerk in Apeldoorn benoemd. De feitelijke zielzorg werd dan verricht door een vice-cureit, ook wel plebaan of onderpastoor genoemd.
Van katholiek naar protestant Op 31 mei 1595, Tweede Pinksterdag, moest op last van het Hof te Arnhem pastoor Cornelis Voeth, zeer tegen de zin van de bevolking, de kansel inruimen voor de eerste predikant van Apeldoorn, ds. Theodorus Jacobi. Vanaf dat moment tot de afbraak in 1842-43 is de Oude Kerk een hervormde kerk. Behalve het resultaat van drie opgravingen zijn er talloze schriftelijke bronnen bewaard, waaronder een gedetailleerde plattegrond uit de negentiende eeuw en betrouwbare buitenaanzichten van de kerk, zowel tekeningen als aquarellen. Helaas is er geen afbeelding bekend van het interieur van de kerk, die in de negentiende eeuw in totaal 932 zitplaatsen telde.
Archeologische onderzoeken In 1958 wordt voor het eerst onderzoek gedaan naar de fundamenten van de kerk en de ligging ervan. Het initiatief kwam van de heer R. Hardonk, stadsgeschiedschrijver van Apeldoorn, en werd uitgevoerd door de landmeetkundige afdeling van de gemeente. Hij hoopte te weten te komen of de stoffelijke resten van admiraal Jan Hendrik van Kinsbergen zich nog onder het Raadhuisplein bevonden. Deze zeeheld was in 1819 in een grafkelder in het koor bijgezet. Aanleiding voor het onderzoek vormde de tentoonstelling ‘Apeldoorn 792 tot 1958’, die werd georganiseerd in verband met de geboorte van de honderdduizendste inwoner van Apeldoorn in dat jaar. De kelder werd toen niet gevonden, maar uit de opgraving bleek dat de kerk, zoals al werd vermoed, schuin over het plein heeft gestaan. In januari en februari 1989 vond in verband met het planten van nieuwe
De contouren van de voormalige Oude of Mariakerk zoals die bij de reconstructie van het plein in 1977 in de bestrating van het Raadhuisplein waren aangegeven. Foto: auteur, 1977
bomen en de herinrichting van het Raadhuisplein de tot nu toe grootste opgraving plaats. Desondanks beperkte dit onderzoek zich tot twee evenwijdige sleuven met een breedte van zes meter en een lengte van ongeveer veertig meter. Omdat het plein na de opgraving van 1958 in zijn geheel op de monumentenlijst was geplaatst, werd er voorafgaand aan de werkzaamheden onderzoek gedaan door de toenmalige Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek. Na dat onderzoek bleef er onzekerheid bestaan over de plaats van de aansluiting van het schip op de toren en de eventuele voorganger(s) van de toren. Die onduidelijkheid had alles te maken met verstoringen door onder andere de aanleg van twee olietanks op die plek.
Oudste fase De datering van de kerk in de oudste fase zou ergens tussen 1100 en 1200 zijn, maar gelet op een paar uitzonderlijke kenmerken, wellicht nog eerder. Er zijn wel paalsporen gevonden, maar door verstoringen te weinig om aan een houten voorganger te denken. In elk geval behoort het bewaard gebleven romaanse doopvont tot de oudste in ons land. De eerste romaanse of misschien wel pre-romaanse
De contouren van de Oude Kerk zijn bij de laatste reconstructie door middel van geelkoperen strips in de bestrating van het Raadhuisplein aangegeven. Foto: Koos de Geest, 2011
kerk bleek over de muren gemeten gefundeerd te zijn op een bed van maar liefst twee en een halve meter breedte, bestaande uit ijzeroer, hier en daar aangevuld met veldkeien. Een kerkfundering van een dergelijke breedte komt volgens de deskundigen die bij de opgraving betrokken
Plattegrond van de kerk. Ingekleurde tekening uit 1831 door de landmeter W.G.C. Geil. Archief Hervormde Gemeente Apeldoorn en Het Loo, CODA
De vroegere Oude of Mariakerk van Apeldoorn. Tekening: Jan de Beijer, 10 augustus 1744. Collectie: auteur
Uitsnede uit een kaart van het centrum van Apeldoorn in 1840 met daarop aangegeven de ligging op het plein van zowel de kerk als de pastorie. Archief Gemeentewerken, CODA
De opgraving van 1989 met op de achtergrond de brede fundering van de romaanse kerk. Op de voorgrond de funderingsresten van de laatgotische kerk. Op de voorgrond het ontgraven van een van de grafkelders. Foto: gemeente Apeldoorn, 1989
waren – Thomas van Straalen van de toenmalige Rijksdienst voor de Monumentenzorg en de provinciaal archeoloog Rudi Hulst – elders in ons land niet voor! Waar doorgaans bij romaanse kerken sprake is van lisenen, zijn hier zeer zware steunberen toegepast. De kerk bestaat dan uit een rechthoekig schip en een iets smallere rondgesloten koorpartij van in totaal zo’n 22 meter in de lengte, gemeten zonder een eventueel aanwezige toren.
Nieuw koor De eerste wijziging dateert uit de veertiende eeuw als de romaanse koorpartij wordt afgebroken om plaats te maken voor een gotisch koor. In die veertiende eeuw wilden vooral de wat grotere dorpen niet achterblijven bij de algemene ontwikkelingen. Het nieuwe koor is nu binnenin even breed als het gehandhaafde schip, maar zal hoger zijn geweest. De aangetroffen baksteen van het nieuwe gotische koor heeft het formaat 28-29 x 14 x 7 centimeter. Het romaanse of preromaanse schip, dat tufstenen muren had, uitgevoerd in kistwerk, bleef dus vooralsnog gehandhaafd. Het nieuwe koor zou het gevolg zijn van een gelofte door zeven geërfde boeren van de Wormingermark in Apeldoorn. Een en ander stond in een oud geschrift dat in de negentiende eeuw nog aanwezig was, maar thans is verdwenen. Het is een tijd waarin de pest, ‘de zwarte dood’ heerste. Wanneer hun buurtschap en het kerspel Apeldoorn gespaard zouden blijven van deze ziekte, dan zou er een nieuw koor aan de kerk verrijzen. En zie… de engel van het verderf ging aan Apeldoorn voorbij.
Vergroting van de kerk Vanaf 1477 werd de kerk aanzienlijk vergroot. Het betrof in feite complete nieuwbouw met deels gebruikmaking van de oude fundamenten. Deze nieuwbouw is vrijwel zeker mede het gevolg van een bewaard gebleven aflaatbrief uit Rome, gedateerd 27 november 1477. In de brief wensen vijftien kardinalen van de Romeinse curie dat de Apeldoornse parochiekerk gewijd aan Maria in het bisdom Utrecht hersteld wordt of nieuw gebouwd en van een passende inventaris voorzien. Zij schrijven dat aan allen die daaraan bijdragen, een aflaat van honderd dagen wordt verleend. De kerk blijft vooralsnog eenbeukig. In de deels nieuwe fundering is veelvuldig gebruik gemaakt van ouder materiaal, hergebruikte tufsteen, brokken ijzeroer en bakstenen van onder andere het afgebroken tweede koor. Gelijktijdig of na een korte tussenpoos is begonnen met de bouw van een forse toren met een uitgebouwde traptoren aan de zuidoostzijde. De bouwstijl van de toren met zijn overhoeks geplaatste en rijk versneden steunberen, en de talrijke bewaard gebleven brokstukken van vooral zandstenen decoratieve laatgotische bouwdelen pleiten eveneens voor een datering in de tweede helft van de vijftiende of het begin van de zestiende eeuw.
Slechts één zijbeuk De laatste ingrijpende verandering betreft de aanleg van een zijbeuk aan de noordzijde. De weggebroken schipmuur wordt aan die zijde door ronde pilaren vervangen. De zijbeuk telde zeven traveeën. Niet uitgesloten is dat de zijbeuk pas later met twee traveeën langs de toren is doorgetrokken. Opmerkelijk daarbij is het naar binnen buigen van de beide traveeën, vermoedelijk zo uitgevoerd vanwege een perceel grond of bebouwing op de hoek van het kerkplein en de Dorpsstraat, die het rechtdoor bouwen onmogelijk maakte. Deze verbouwing heeft zich in fasen voltrokken, waarschijnlijk in het begin van de zestiende eeuw.
Zo ongeveer zal de Apeldoornse kerk eruitgezien hebben vóór de complete nieuwbouw in de vijftiende eeuw. De tekening laat het romaanse schip zien en het veertiende-eeuwse gotische koor. Tekening: auteur Overzicht van de verschillende bouwfasen op basis van het archeologisch en bouwhistorisch onderzoek in 1989 en 1996. Tekening: Arnold de Haan, collectie: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Grafsteen De meest opmerkelijke vondst werd gedaan in januari 1989. Op de derde dag van de opgraving kwam tot ieders verrassing aan de noordzijde van het plein een fraaie grafzerk te voorschijn. Een zerk met een afmeting van 3,0 x 1,7 meter. Alleen een gedeelte van de linker bovenkant ontbrak (zie afbeelding omslag). De zerk bevat de in steen uitgehouwen alliantiewapens van de families Van Ulft en Van Stepraedt, alsmede 24 van de oorspronkelijke 32 kwartierwapens. In de onderste helft laat de zerk een grote cartouche zien. Daarin staan de namen, titels en sterfdata vermeld van de overledenen: Johanna Maria van Stepraedt, overleden in 1668, en Willem van Ulft overleden in 1678, in leven bewoners van het middeleeuwse jachtslot Het Oude Loo.
Wilhelmina van Pruisen Een andere ontdekking in de onmiddellijke nabijheid van de zerk was die van twee grafkelders, waaronder een zeer grote kelder onder het vroegere koor van de kerk, een die overigens uit bronnen bekend was. Deze kelder bleek, door de aanwezigheid van een trap met zandstenen treden, een semipermanent toegankelijke kelder te zijn geweest. Zelfs de ijzeren roosters waarop de grafkisten hebben gestaan, waren nog geheel aanwezig. Wie bij Koninklijk Besluit nog in 1820 met groot ceremonieel in deze kelder werd bijgezet, was de op Paleis Het Loo overleden weduwe van stadhouder prins Willem V, Wilhelmina van Pruisen. Meer dan twee jaar later werd haar kist in alle stilte per schip naar de Nieuwe Kerk in Delft overgebracht. Dezelfde kelder diende een jaar eerder ook als laatste rustplaats voor admiraal en zeeheld jhr. Jan Hendrik Van Kinsbergen. Een door beeldhouwer Paulus Joseph Gabriël (1784-1833) vervaardigd epitaaf voor de admiraal was tegen de noordmuur van het koor aangebracht. Dit monument bevindt zich thans in het CODA Museum. 1 Ook verschillende leden van de andere adellijke geslachten die Het Oude Loo bewoonden, vonden in de kelders hun laatste rustplaats.
Nieuw onderzoek In september 1996 vond er opnieuw, zij het beperkt, een archeologisch en bouwhistorisch onderzoek plaats. Aanleiding was ook toen een reconstructie van het Raadhuisplein. Volgens aantekeningen in het archief was het kerkhof tegelijk met de sloop van de kerk in 1843 geruimd. Dat bleek echter niet het geval. In de hogere lagen kwamen veel skeletdelen tevoorschijn. Op de ongestoorde delen, zowel aan de noord- als aan de zuidkant van het kerkgebouw, bleken de graven nog geheel intact te zijn. Talrijke resten van kisten, spijkers, ijzeren handvatten en houten planken werden zichtbaar. De begravingen zijn zonder uitzondering allemaal west-oost georiënteerd, met het gezicht
Epitaaf voor luitenantadmiraal Jan Hendrik van Kinsbergen, die in 1819 in de grote grafkelder onder het koor van de kerk werd bijgezet. Het epitaaf werd vervaardigd door beeldhouwer Paulus Joseph Gabriël. Collectie:
CODA
De kerk gezien vanuit het noordoosten. Het middelste koorvenster is dichtgemetseld ter bescherming van het orgel dat zich sinds 1779 in het koor bevond. Aquarel A. Lieman 1841. Collectie: VOA/Felua, CODA
Vogelvluchttekening van de kerk zoals deze eruitzag kort voor de afbraak in 1842-43. Reconstructie auteur 1977
Het orgel, in 1779 voor de Oude Kerk van Apeldoorn gebouwd door Johan Gustaf Schilling, hangt sinds 1842 in de Hervormde Kerk van Beekbergen. Foto: Rein de Jong, 2020 naar het oosten. Vaak waren de schedels aan de achterzijde ondersteund, één keer zelfs met een oor van een steengoed pispot.
Blikseminslag In de nacht van 16 op 17 februari 1817 brandde als gevolg van blikseminslag de torenspits af. Hulp bij het blussen werd van verschillende kanten geboden. Zelfs de Deventer brandweer was ter plaatse. Wel veranderde door die brand de aanblik van de toren aanzienlijk. De eerdere hoge torenspits, zoals afgebeeld op de tekening van Jan de Beijer uit 1744 (zie pagina 12), werd vervangen door een kortere met als bekroning een zogenoemde houten lantaarn. Ook de balustrade en de omloop met de waterspuwers, die ervoor moesten zorgen het hemelwater buiten de steunberen te houden, werden niet meer aangebracht.
Afbraak In 1835 valt het doek voor de Apeldoornse kerk als koning Willem I besluit de Hervormde Gemeente een nieuwe grotere kerk te schenken, maar wel met de restrictie dat deze gebouwd moest worden halverwege Apeldoorn en de buurtschap Het Loo. Het jaar daarop in 1836 geselt een zware storm het dak en de kerkmuren. Er wordt besloten de schade nog maar provisorisch te herstellen. Na het gereedkomen van de Nieuwe Kerk aan de Loolaan in juni 1842, werd de Oude Kerk publiekelijk voor afbraak verkocht, ondanks pogingen van de Apeldoornse rooms-katholieken om het dan leegstaande kerkgebouw weer in hun bezit te krijgen. Na de afbraak werd het plein ingericht als marktplein. Pal achter de kerk werd na afbraak ervan, begonnen met de opbouw van een nieuw raad- en rechthuis dat in 1843 in gebruik werd genomen. Met de afbraak van de Apeldoornse kerk ging een van de grootste en bovendien fraaiste kerkgebouwen van de Veluwe verloren.
Inventaris Tot de spaarzame zaken van wat rest van de inventaris van de middeleeuwse dorpskerk van Apeldoorn behoort nog een groot gedeelte van de zerk van Adolph Bentinck en Margaretha van Varick uit 1548, eveneens bewoners van het kasteel Het Oude Loo, naast een aantal restanten van andere zerken. In 2012 kon de Vereniging Oud Apeldoorn een geelkoperen lezenaar uit 1700 aankopen die in bruikleen is opgenomen in de collectie van het CODA Museum. De lezenaar werd gebruikt door de voorlezenaar en stond niet op de kansel. Op de lezenaar is het stadswapen afgebeeld en het jaartal. Andere bewaard gebleven objecten zijn het orgel uit de kerk dat zich tegenwoordig in de Hervormde Kerk in Beekbergen bevindt, zie de vorige editie van Venster. In de huiskapel
Gebeeldhouwd wapen van stadhouder-koning Willem III dat hij voerde
als koning van Engeland. Het wapen is afkomstig van de stadhouderlijke bank uit de Oude Kerk van Apeldoorn en bevindt zich thans in de huiskapel van Paleis Het Loo. Foto: Christa Balk, CODA
van Paleis Het Loo is nog de gebeeldhouwde bekroning van de eikenhouten stadhouderlijke bank uit de Oude Kerk aanwezig. Die laat het wapen van stadhouder Willem III – bouwheer van Paleis Het Loo – zien dat hij voerde als koning van Engeland. Het wapen wordt geflankeerd door een leeuw en eenhoorn als schildhouders. De stadhouderlijke bank stond in het interieur van de kerk op de meest prominente plek, pal tegenover de preekstoel. In het CODA Museum bevindt zich de romaanse doopvont die zo goed als zeker uit de eerste helft van de twaalfde eeuw dateert. Volgens het Groningse Instituut voor Liturgiewetenschappen behoort deze – samen met die van de dorpen Almen en Vledder – tot de alleroudste doopvonten van Bentheimer zandsteen van ons land. Na de hervorming is de vont naar buiten gesleept, waar die tot de sloop van het kerkgebouw in 1842-43 heeft gestaan. Staande op deze steen heeft de koster jarenlang direct na de dienst op zondagmorgen allerlei mededelingen van kerkelijke, maar ook niet kerkelijke zaken afgelezen, de zogenoemde ‘kerkesprake’.
1 P.J. Gabriël vervaardigde ook het grote monument ter herinnering aan de zeeheld Van Kinsbergen in de Nieuwe Kerk van Amsterdam. Het is –met uitzondering van dat van Michiel de Ruyter – het grootste monument in de Nieuwe Kerk. Bovendien is bij Koninklijk Besluit bepaald dat er altijd een schip bij de Koninklijke Marine in dienst is dat de naam Van Kinsbergen voert. Thans is dat een opleidingsvaartuig.
Bronnen
• De kerkfundering onder het Raadhuisplein is vreemd genoeg wettelijk beschermd als gebouwd rijksmonument. De locatie van de kerk is opgenomen in de Archisdatabase van de RCE onder waarnemingsnummer 31.506 met monumentnummer 8.167; ingeschreven op 17-07-1973. • Het Utrechts Archief, Archief van het kapittel van Sint-Marie, inv.nr. 1 Liber pilosus. • CODA-archief, Oud-archief Apeldoorn, waarin tevens gedeponeerd het archief van de Nederlands Hervormde Gemeente van Apeldoorn en Het Loo, Archief kerkvoogdij, div. stukken. • Inventare der nichtstaatlichen Archive der Provinz Westfalen. Band II: Regierungsbezirk Münster, Heft 2: Kreis Warendorf, Archiv Vornholz. Münster. Diverse stukken m.b.t. de Apeldoornse kerk. Dit archief bevat onder andere het huisarchief van Het Oude Loo en is in kopie aanwezig in het Gelders Archief onder nr. 1172. De lezenaar uit de Oude Kerk uit 1700. De lezenaar was bij het doophek aangebracht ten behoeve van de voorlezer/voorzanger. Collectie: VOA, CODA
De twaalfde-eeuwse romaanse doopvont. Collectie: VOA/ Felua, CODA
Over de auteur
Huub Ummels (1945) is oud-beleidsambtenaar cultureel erfgoed (monumentenzorg) van de gemeente Apeldoorn. Hij was o.a. medeauteur van het standaardwerk over de Gelderse kastelen. Ook heeft hij als documentalist deel uitgemaakt van de wetenschappelijke staf van Nationaal Museum Paleis Het Loo. Daarnaast was hij enkele jaren voorzitter van de excursiecommissie van de Stichting Oude Gelderse Kerken.
Literatuur
R.M. van Dierendonk, ‘Kerk en kerkhof onder het Raadhuisplein: archeologisch nieuws bij een reconstructie’, in: Nieuwsbulletin Felua 1996, 100-104.
R. Hardonk, Geschiedenis van Apeldoorn 792 – 1675, Apeldoorn 2007.
H.G. Hartman, De Gelderse Volksalmanak, Arnhem 1864.
R.S. Hulst, A. Buisman, M.J.A. de Haan, ‘Dorpskerk van Apeldoorn’, in: Jaarverslag van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek 1989, 62-63.
K. Mars, Overdruk van het archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom, Utrecht dl. 73. afl. 2, Apeldoorn 1954.
H.C.J. ter Loo, Oud Apeldoorn in Woord en Beeld, Apeldoorn 1932.
SAGA ‘Goud van Oud’, in: Rapport 2 Sectie archeologie gemeente Apeldoorn, Apeldoorn 2014, 58 t/m 119.
R. Steensma, Bentheimer doopvonten en wijwaterbekkens in Nederland, Jaarboek voor liturgie-onderzoek 23, Groningen 2007.
H.A.M. Ummels, ‘Archeologisch onderzoek op het Raadhuisplein te Apeldoorn. Voorzichtige conclusies’, in: Nieuwsbulletin Felua: Mededelingen van de historische Vereniging Felua, 1989, 25-30.
H.A.M. Ummels, ‘Een monumentale grafzerk’, in: Nieuwsbulletin Felua: Mededelingen van de historische Vereniging Felua, 1989, 45-48.
Actuele publicaties
Ineke Pey
Nieuwstadskerk in Zutphen
De Nieuwstadskerk in Zutphen. 750 jaar bouwgeschiedenis, restauratie, inrichting, J. Krijnen, M. van Velzen-Barendsen (red.), Dieren 2020, geb., 208 p., 370 afb. meest full color, noten, lit.opg., bronnenlijst, € 27,90, ISBN 978-90- 78115-96-0. Nog maar vijftien jaar geleden verscheen de vorige grote publicatie over de Zutphense St.-Jan of Johannesde-Doperkerk, beter bekend als de Nieuwstadskerk. Toch is er alle reden voor de publicatie van dit rijk geïllustreerde boek. Anders dan in 2004 ligt aan dit boekwerk een intensief bouwhistorisch onderzoek van het middeleeuwse gebouw ten grondslag, waarbij veel onbekende bouwsporen aan het licht kwamen. ‘De nieuwe uitkomsten zijn spectaculair anders en leiden tot een aanzienlijk complexere bouwgeschiedenis dan we vermoeden’, schrijven de bouwhistorici Karel Emmens en Jeroen Krijnen in de inleiding. De kern van het boek wordt dan ook gevormd door de nieuwe reconstructie van de bouwgeschiedenis door Emmens, die het onderzoek uitvoerde. De bouwgeschiedenis wordt gecompleteerd met Krijnens beschrijving van de negentiende- en twintigste-eeuwse restauraties. De laatmiddeleeuwse geschiedenis van de Nieuwstad, glasvondsten en begravingen in de Sint-Jan vormen de onderwerpen van andere hoofdstukken. Ook gebruik en inrichting van de kerk voor en na de reformatie worden beschreven. ‘Het boek De Nieuwstadskerk in Zutphen laat zich lezen als een spannend verslag van 750 jaar kerk- en stadsgeschiedenis…’, belooft de achterflap van het boek. Niet alleen het boek is spannend; ook de voor iedereen toegankelijke zolder van het middenschip is dat. Hier wordt de mogelijkheid geboden om de drie vijftiende-eeuwse kappen en de restanten van de dertiende-eeuwse kerk te bekijken!
Walburgiskerk in Zutphen
God, geld en gebeente. Onderzoek in het archeologische rijksmonument onder de nieuwe vloer van de Sint-Walburgiskerk te Zutphen, Bert Fermin e.a., Zutphen 2020, in de serie Zutphense Archeologische Publicaties nr. 134, geb., 318 pag., 721 afb. full color, noten, lit. opg., ISBN 9789491950599. In 2018 werd de vloer van de Zutphense St.-Walburgis opgebroken om vloerverwarming te kunnen aanleggen. Het was een chance of a lifetime voor archeologen, bouwhistorici en kunsthistorici. De vloer gaf zijn verborgen schatten prijs, die vervolgens door M. Groothedde, B. Fermin, E. den Hartog, A. Lorne, N. Eeltink, J. Krijnen en J. van Dalfsen werden bestudeerd, beschreven en gepubliceerd in het boek God, geld en gebeente. Onder het zand werd een keur aan objecten aangetroffen, waaronder muurwerk van de romaanse voorganger van de kerk, grafkelders, preekstoelen, resten van een doksaal en middeleeuwse altaren. Maar ook kleine ‘lossere vondsten’ als boekbeslagen en delen van rozenkransen, en ‘vooral heel veel munten’ uit verschillende periodes. Door archeoloog Fermin wordt deze muntenvondst nauwgezet beschreven en gecatalogiseerd. Uiteraard werden er ook veel menselijke skeletten gevonden, waarvan er enkele zijn onderzocht. In de fundering van een middeleeuws altaar werd een uniek vijftiende-eeuws kalkstenen (hoog)reliëf ontdekt, deels gepolychromeerd en God de Vader voorstellend. Tot de verbeelding spreekt dat het ondersteboven was ingemetseld. Waarom werd dit gedaan en waarom was het ondanks de Beeldenstorm nog ‘verrassend gaaf’?, vraagt Den Hartog zich af. Niet algemeen gebruikelijk in kunsthistorische literatuur, en daarom juist interessant, is dat door Lorne wordt ingegaan op de polychromie op het beeld, en dat de pigmentresten werden geanalyseerd. Daarbij is gebruik gemaakt van de XRF-(röntgen)methode. Het enige wat ontbreekt aan dit lijvige, fraai geïllustreerde boek is een register.
Mijn kerk
Mijn kerk is de Evangelisch-Lutherse Kerk aan de Beukenlaan in Ede. Het oudste deel van het gebouw wordt gevormd door een kleine zaalkerk uit 1918. Kenmerkend zijn de spitsboogramen met jugendstilmotieven en een zwaan in natuursteen boven
de hoofdingang, het symbool van de Evangelisch-Lutherse Kerk in Nederland. In 1936 werd, naar een ontwerp van de architecten F.B. Jantzen en J.J. van Egmond, de bestaande kerk vergroot tot een kruiskerk met een vieringtoren en een zwaan op de spits.
Marius Wessel
Als beeldbepalend hoofdmotief werd in de achterwand van het koor een gemetseld raam in kruisvorm aangebracht, waarin een Latijns kruis is verwerkt en druppelmotieven zichtbaar zijn als tekenen van het bloed van Christus. De door Jantzen ontworpen glas-inloodramen van het dwarsschip tonen de adelaar en de pelikaan als symbolen van het Oude en Nieuwe Testament en de hoge zijramen van het liturgisch centrum de motieven van doop en avondmaal. Het huidige orgel werd in 1970 gebouwd door de firma Pels & Van Leeuwen. Mijn band met dit kerkgebouw ontstond toen ons gezin na een langdurig verblijf in het buitenland in de Evangelisch-Lutherse Gemeente in Ede een geestelijk onderkomen vond. Wat ons aansprak, waren de zorgvuldige opbouw van een aan de klassieke katholieke traditie ontleende liturgie en de begeleiding en uitvoering van zang en muziek door een deskundige cantor-organist. In de afgelopen vijftig jaar is een hechte band ontstaan met de kerk – niet alleen omdat één van onze kinderen en drie kleinkinderen er gedoopt zijn, maar ook omdat we er elke zondag worden geïnspireerd door de glas-in-loodramen die de schriften openen en het evangelie verkondigen. In de pre-coronatijd telde de zondagmorgendienst zo’n honderd kerkgangers onder wie veel ouders met jonge kinderen. Voor een gemeente met 375 leden biedt dit een hoopvolle toekomst, maar dat neemt niet weg dat er financiële zorgen zijn.
Hebt u ook een speciale band met een kerkgebouw, neem dan contact op met hoofdredacteur Ben Verheij via venster@oudegeldersekerken.nl of via (0544) 462032.
Agenda (onder voorbehoud)
Kijk op oudegeldersekerken.nl voor de laatste informatie over openingstijden, aanmelden/reserveren en eventuele veiligheidsregels.
Buren: concert
Concert door de Van Swieten Society. Za 31 okt, 20.15 uur
Drempt: expositie
Expositie van quilt/textielkunst, met werkstukken van Klaske Bloemendaal en Lisette Derickx. Vr 11 t/m zo 13 sep, 11.00–17.00 uur, toegang gratis
Kranenburg: tentoonstelling over dieren
Het Heiligenbeeldenmuseum heeft op 1 juni jl. zijn deuren weer geopend volgens de richtlijnen van de Museumvereniging. Kom kijken naar de thematentoonstelling ‘Dieren van Gods schepping’, waarin veel aandacht is voor de dieren uit de Bijbel. T/m 31 oktober, op dinsdag, donderdag, zaterdag en zondag geopend van 12.00–17.00 uur, let op: vooraf aanmelden is noodzakelijk, toegang: t/m 12 jaar gratis, vanaf 13 jaar € 6,00 of Museumkaart
Steenderen
• Tijdens de Open Monumentendag is de Remigiuskerk geopend om zowel musici als luisteraars de gelegenheid te geven hun na maanden opgelopen speel- en/of luisterhonger te stillen.
Klanken van diverse kleine gezelschappen vullen beide dagen de kerk.
Er is voldoende ruimte om plaats te nemen, afstand te houden en te genieten. Welkom!
Za 12 en zo 13 september, 12.00–15.00 uur, toegang gratis • NovemberKUNST. Kunstbeoefenaars uit Oost-Gelderland tonen trots hun werk, onder wie vier leden van de PC van Steenderen. Schilderijen, tekeningen, sculpturen in hout, steen en klei, sieraden, handwerk in leer, glasdecoratie en nog veel meer. Za 31 okt, 11.00–17.00 uur, zo 1 nov, 11.30–17.00 uur, toegang gratis concertjes door Klaas Stok en Marcus Bergink op het Baderorgel van de Walburgiskerk.
EEN
LUISTERMOMENT EN LEERMOMENT
IN HET MONUMENT 12 EN 13 SEPTEMBER STEENDEREN REMIGIUSKERK
MET DOORLOPEND OPTREDENS VAN SOLISTEN EN KLEINE ENSEMBLES
ZATERDAG speel mee of luister en kijk rond
11-17u actuele indeling op facebook
ZONDAG
speel mee of luister en kijk rond
12-17u actuele indeling op facebook
VRIJ ENTREE
vrije gift bij de uitgang mogelijk
WWW.OUDEGELDERSEKERKEN.NL
Stil uw speel- en luisterhonger in de Remigiuskerk!
Za 12 sep, 11.00–17.00 uur, toegang gratis • Jaarlijkse Bachconcert, door organist Klaas Stok.
Zo 13 sep, 16.00–17.30 uur, toegang gratis, collecte bij uitgang • Langs de IJssel, concert door het duo Francine van der Heijden, sopraan en
Dirk Luijmes, Baderorgel en harmonium. Muziek uit en rondom Zutphen van o.a.
J.G. Bastiaans, J. Brandts
Buys en Bert Matter.
Zo 20 sep, 16.00–17.30 uur, toegang € 15, let op: reserveren noodzakelijk • Sweelinckconcert, Klaas Stok,
Baderorgel en het Nieuw
Vocaal Sweelinck Ensemble.
toegang € 20, let op:
Walburgiskerk in Zutphen
• Open orgeldag, met korte orgel
Vr 25 sep, 20.00–21.30 uur,
reserveren noodzakelijk • Mariavespers. Vespro della Beata
Vergine (1610) van Claudio
Monteverdi, uitgevoerd door het
Margaretha Consort. Met een speciale rol voor het begin dit jaar gepresenteerde Monteverdi-orgel.
Zo 4 okt, 16.00–17.30 uur, 16.00–17.30 uur, toegang € 35 (1e rang) / € 25 (2e rang)
Open Monumentendag 2020
Tijdens Open Monumentendag 2020 staat educatie centraal. De titel van het thema is ‘Leermonument’. Ook in onze monumentale kerkgebouwen kunt u in het weekend van 12 en 13 september – onder voorbehoud – op zoek gaan naar leermomenten. Kijk op oudegeldersekerken.nl voor actuele informatie over activiteiten, openingstijden en eventuele veiligheidsregels.
Najaarsexcursie afgelast
Vanwege corona zal dit jaar helaas ook de najaarsexcursie, met het doorgeschoven programma van de voorjaarsexcursie, niet plaatsvinden. U houdt de kerken en kloosters van Bedburg-Hau, Rindern, Donsbrüggen, Beek en Ubbergen en het fraaie heuvellandschap tussen Nijmegen en Kleef tegoed voor de voorjaarsexcursie op zaterdag 5 juni 2021.
Van binnen bekeken
Marco Blokhuis
Een vernieuwd protestants kerkinterieur
Het interieur van de Sint Lambertuskerk te Buren heeft een mooie uitstraling van een gaaf, historisch gegroeid ensemble. Klassieke onderdelen van het protestantse kerkinterieur zoals de zeventiende-eeuwse centraal opgestelde preekstoel met klankbord, een doophek met het bijbehorende koperwerk, een orgel, een herenbank, bankenblokken en geelkoperen kroonluchters zijn allemaal aanwezig.
Exterieur van de Sint Lambertuskerk in Buren. Foto: Johan Bakker, 2015
Bij nadere beschouwing blijkt dat de huidige inrichting van de kerk met het open koor te danken is aan de restauratie en herinrichting in de jaren 1975-1980. Er kwam een doophek uit Weesp (het oude doophek was verwijderd in 1953), een diaconiehek, eveneens uit Weesp, verving een muur in de noordbeuk, het orgel werd verplaatst naar de westzijde, een gevonden altaarsteen werd op een verhoging geplaatst in de zuidbeuk, een middeleeuwse wandschildering werd blootgelegd en in 1997 kwam er nog een oude herenbank uit De Bilt die het ensemble verder aanvulde tot een ‘vernieuwd’ protestants kerkinterieur. Gedenkraam voor Nico Berghuijs De restauratie die in 1975 begon, is in gang gezet door de toenmalige voorzitter van de kerkvoogdij Nico Berghuijs, aan wie het raam uit 2007 achter in de kerk herinnert. Een toevallige ontmoeting omstreeks 1975 met minister van Justitie Dries van Agt, die als fervent wielrenner op de racefiets Buren aandeed en aansluitend – in fietsbroek – een rondgang door de kerk kreeg, zorgde voor de nodige daadkracht. 1 Vanwege de slechte staat van het gebouw was restauratie noodzakelijk. Het pleidooi van Berghuijs aan Van Agt, dat de kerk waar Willem van Oranje in 1551 was getrouwd met Anna van Buren er zo toch niet bij kon blijven staan, heeft effect gehad. Berghuijs heeft zich later ook voor de restauratie van andere kerken ingezet. Op het raam zien we dan ook vijf torens van kerken waar hij bij de restauratie betrokken is geweest. 2 Het raam voor Berghuijs is een opvallende en kleurige eigentijdse toevoeging aan het interieur.
Verlichting in de kerk Er zijn echter meerdere voorwerpen die al eeuwen bij de kerk horen zoals bijvoorbeeld de twee geelkoperen kroonluchters met een smalle kegelvormige stam zonder bol en met bijzondere slangenarmen. Het zijn fraaie voorbeelden van geelgieterskunst uit het begin van de zeventiende eeuw. Dergelijke slangenarmen zijn het handelsmerk van de Amsterdamse geelgieter Hans Rogiers van Harelbeke, die zich omstreeks 1598 in Amsterdam vestigde. Hij was een bekend geelgieter, die omstreeks 1612 zelfs een opdracht van de Staten-Generaal kreeg voor het gieten van een kroonluchter voor sultan Achmed in Constantinopel. 3 Rogiers maakte niet alleen kroonluchters met slangenarmen, maar ook met diep doorbuigende armen en onder aan de stam een zware bol. Dit zijn de typisch Hollandse kroonluchters die vanaf de zeventiende eeuw massaal zijn gemaakt. In de Sint Lambertuskerk hangen ook twee kroonluchters van dit type, maar het is niet bekend door wie deze zijn gegoten.
Overzicht interieur Sint Lambertuskerk vanaf het orgel. Foto: Rein de Jong, 2018
In veel kerken zijn met de komst van olie- en gasverlichting de kroonluchters van de hand gedaan maar zo niet in Buren. Men is in 1883 wel overgegaan op olieverlichting, maar de kroonluchters zijn daarbij gebruikt als dragers van de nieuwe olielampen en bleven zo bewaard. Met de komst van de elektriciteit zijn ook de olielampen en de dragers weer verwijderd. Gelukkig zijn er enkele bewaard en zo kan in de Sint Lambertuskerk heel mooi de geschiedenis van de kerkverlichting verteld worden.
Nog meer geelkoper in de kerk De invloed van Amsterdamse geelgieters vinden we ook terug in de twee lezenaars uit het begin van de achttiende eeuw. Ze sluiten qua detaillering aan bij lezenaars te Goudriaan (1703) en Hoog-Keppel (1711). De lezenaars hebben een fraai leesblad dat symmetrisch is opgebouwd uit krullend acanthusblad. Dit type lezenaar kent een boeiende ontwikkeling. Het model komt omstreeks 1643 voor het eerst voor in de Oude Kerk in Amsterdam en is zeer veel nagevolgd door latere geelgieters, ook buiten Amsterdam. Verschillen zijn er wel in de detaillering van de bladeren en in het bovenste deel van de ondersteuning. Wat eerst op een brede vogelbek leek, is nu veranderd in een strak gestileerde steun.
Gedenkteken voor Maria van Buren Nadat de Sint Lambertuskerk geschikt was gemaakt voor de protestantse religie en beelden en altaren waren verwijderd, brak er in 1575 ook nog eens brand uit. Hierbij ging het grafmonument in het koor van graaf Maximiliaan van Egmond, de graaf van Buren, verloren. Het is opvallend dat juist Buren als Oranjestad sindsdien geen bijzonder gedenkteken meer had voor de Oranjes als nazaten van de graven
Het Berghuijsraam is ontworpen in 2004 door glazenier-schilder Huub Kurvers te Deventer en gemaakt in Polen. Foto: Rein de Jong, 2018
en gravinnen van Buren. Dit moet toch als een leemte zijn ervaren. Toen in 1895 de grafkelder van de familie in het midden van het koor werd ontdekt, was dit aanleiding om alsnog een gedenkteken te plaatsen. In 1901 is toen onder de orgelgalerij een tombe geplaatst ter herinnering aan Maria van Buren en haar grootvader Maximiliaan van Egmond-Buren. Deze is later is verplaatst naar de oostzijde van het koor en heeft daar nu een beeldbepalende plaats.
Aandacht voor het Woord Uit de periode van vlak na de reformatie dateren de twee tekstborden uit respectievelijk 1602 en 1622. Samen met de tekst op het klankbord van de preekstoel markeren zij
Gedenkteken voor Maria van Buren, hardsteen en marmer, 1905. Foto: Rein de Jong, 2018
Kroonluchter, geelkoper, 1600-1610, Hans Rogiers van Harelsbeke, werkzaam te Amsterdam 1599-1638. Foto: Marco Blokhuis, 2019
de overgang naar het protestantisme door de nadruk op het Woord. De tekst op het klankbord was voor de restauratie niet meer aanwezig maar dankzij een fragment dat werd teruggevonden, kon deze gereconstrueerd worden. Het bevat een toepasselijke tekst voor de plek waar het Woord werd verkondigd: ‘ja saligh zijn de / gene die het woort / godts hooren ende / dat selve bewaren / lucas cap. 11. vs. 28’. Op de twee tekstborden staan eveneens Bijbelteksten. Die op het oudste bord verwijzen naar de Opstanding en naar het Laatste Oordeel en dienen tot onderwijzing in de leerstellingen van het calvinisme. Het tekstbord is blijkens de familiewapens op het bord geschonken door drost Philips van Steelandt (overleden 1623) en zijn vrouw Margaretha van Mechelen (overleden 1643). Op het bord staan teksten uit Romeinen 14 die oproepen tot verdraagzaamheid, een toepasselijke keuze voor een bestuurder van de stad. Dergelijke tekstborden hebben niet alleen een didactische functie. Ze dragen ook bij aan de decoratieve inrichting van de kerk die eerder was ontdaan van de katholieke versierselen.
Doop- en avondmaalsgerei In 1895 ontving de kerk een fraaie avondmaalsset en een daarbij aansluitende doopset. In de negentiende eeuw kwam het beter betaalbare fabrieksmatig vervaardigde zilver op en
‘Zending-kerkje’, offerbus voor de zending in de vorm van een kerk, beschilderd metaal (blik), 1890-1930. Foto: Marco Blokhuis, 2019
veel kerken kwamen toen in het bezit van zilveren avondmaalsgerei. Op de schaal is te lezen: ‘geschenk aan de ned. herv. kerk te buren van de echtelieden johannes de ronde (overleden 21 januari 1883) en maria hendrina van genderen (overleden 28 october 1895)’. De set is gemaakt door de firma Van Kempen & Zonen en is al terug te vinden in hun prijscourant van omstreeks 1870. 4
Kerk als schatkamer In een kerkgebouw worden vaak allerlei voorwerpen bewaard die elders allang verdwenen zouden zijn. Behalve de niet meer gebruikte olielamp is er ook een offerbus in de vorm van een beschilderd metalen kerkje met op de rand de tekst: ‘Nederlandsch Zendelinggenootschap. – Opgericht in 1797. – Matth. 6:10a [Uw Koninkrijk kome] – Col. 1:20 – Zending-kerkje.’ Deze organisatie was het eerste echte Nederlandse zendingsgenootschap. Het kerkje met een gleuf in het dak voor het inwerpen van geld is een weinig
Lezenaar, geelkoper, 1700-1725. Foto: Marco Blokhuis, 2019 Avondmaalsgerei, zilver, in 1895 vervaardigd door fa. J.M. van Kempen te Voorschoten. Foto: Marco Blokhuis, 2019 Doopschaal, zilver, in 1895 vervaardigd door fa. J.M. van Kempen te Voorschoten. Foto: Marco Blokhuis, 2019
Koperen olielamp die in 1883 in gebruik werd genomen. Foto: Marco Blokhuis, 2019 Tekstbord met Bijbelteksten en familiewapens Van Steelandt-van Mechelen, paneel, 1600- 1625. Foto: Rein de Jong, 2018 Herenbank, eikenhout, 1650-1700, afkomstig uit de kerk van De Bilt. Foto: Marco Blokhuis,
2019
voorkomend voorbeeld van een offerbus voor de zending in de vorm van een kerkgebouw en dan nog in een zeer goede staat. Een vergelijkbaar exemplaar bevindt zich in een museum in Deventer.
Tot slot De ingebruikname van een kerkgebouw na een periode van restauratie is een bijzondere gebeurtenis voor de gemeenschap en dat gaat meestal gepaard met geschenken. Diverse voorwerpen in de kerk herinneren daaraan zoals het doopvont, een grote vijfarmige smeedijzeren kandelaar en een vloerkleed geknoopt door gemeenteleden. Geheel heringericht kon de Sint Lambertuskerk na vijf jaar in volle luister heropend worden, natuurlijk in het bijzijn van, inmiddels minister-president Dries van Agt als officieel genodigde, met wiens fietstocht langs Buren het herstel van de Lambertuskerk werd bespoedigd. Over de auteur
Marco Blokhuis (1956) is werkzaam als erfgoedspecialist bij de afdeling Erfgoed in Kerken en Kloosters van het museum Catharijneconvent in Utrecht. Hij adviseert beheerders van kerkgebouwen over behoud en beheer van het erfgoed. Daarnaast inventariseert en publiceert hij over kerkelijke collecties, zoals die van de SOGK.
1
2
Mededeling van I.J. Lautenbach, voorzitter van de Plaatselijke Commissie van de Sint Lambertuskerk, aan wie Berghuijs zelf dit verhaal vertelde. Op het raam zijn in silhouet de kerken te zien van, v.l.n.r. Erichem, Batenburg, Buren, Asch en Zoelen. B. Dubbe en F. van Molle, ‘De
4
Amsterdamse geelgieter Hans Rogiers van Harelbeke’, in: Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek, nr. 22 (1971), p. 21-37. H.R. Tupan, Neemt, drinckt alle daer uyt: zilveren avondmaalsbekers in Drenthe uit Nederlands-hervormd bezit 1600-1900, cat. Drents Museum, Assen-Zwolle 1997, 18-19.
Werk aan de kerk
Tekst: Marcel de Kroon, foto’s: Ton Rothengatter
Werkzaamheden in de Walburgis
In de Walburgiskerk in Zutphen was eind juni de derde en laatste fase van de restauratie en herinrichting van het gebouw in volle gang. In het zuidertransept van de kerk is in de kelder een nieuwe toiletgroep aangebracht. Daarnaast zijn de bestaande keuken en de (mindervaliden)toiletgroep opgeknapt. Als deze werkzaamheden zijn afgerond, heeft het kerkgebouw alle voorzieningen in huis om op een goede wijze veel publiek te kunnen ontvangen voor bijvoorbeeld orgelconcerten, congressen, tentoonstellingen of andersoortige evenementen.