10 minute read

Hoofdartikel

Next Article
Mijn kerk

Mijn kerk

Rijkdom aan korstmossen op oude kerkmuren en grafstenen

Tekst en foto’s: Henk-Jan van der Kolk

Advertisement

Oude kerken en grafmonumenten hebben niet alleen een historische waarde, maar dragen

ook vaak bij aan de biodiversiteit. Er zijn veel planten en dieren die in of op oude muren en

stenen leven. Een belangrijke groep steenbewoners zijn korstmossen. In Nederland komen

honderden verschillende soorten korstmossen voor die afhankelijk zijn van steen. Oude

kerken en begraafplaatsen zijn dan ook vaak hotspots voor bijzondere korstmossen.

voor de mens, nuttige organismen. Net als planten leggen korstmossen CO2 vast en ze dienen als voedsel voor gespecialiseerde kleine insecten. Voor de mens zijn korstmossen nuttig omdat ze chemische stofjes aanmaken die als medicijn gebruikt kunnen worden en omdat korstmossen indicatoren zijn voor luchtvervuiling en klimaatverandering.

Korstmossen komen overal in onze omgeving voor. Ze groeien op steen, boomschors en soms ook op de grond. Op alle bomen en op vrijwel elke stoeptegel groeien korstmossen. Op één boom of steen groeien vaak al tientallen verschillende soorten. Ondanks dat ze overal om ons heen voorkomen, is het niet algemeen bekend wat korstmossen zijn. Anders dan de naam doet vermoeden, zijn korstmossen niet verwant aan gewone mossen. Gewone mossen zijn een soort primitieve planten en hebben een stengel met blaadjes. Korstmossen bestaan uit twee organismen die vriendschappelijk met elkaar samenleven, namelijk een schimmel en een alg. De alg produceert voedsel door (net zoals planten dat kunnen) zonlicht om te zetten in suikers. Deze suikers worden gedeeld met de schimmel. De schimmel zorgt op zijn beurt voor bescherming; hij groeit helemaal om de alg heen en zorgt ervoor dat de alg vochtig blijft en niet teveel schadelijke UV-straling ontvangt. Het uiterlijk van een korstmos wordt dan ook bepaald door de schimmel. Interessant is dat de schimmel en de alg niet even afhankelijk van elkaar zijn. De schimmel kan alleen overleven in samenleving met één specifieke soort alg. Hij kan niet op zichzelf leven en kan ook niet met andere algen samenleven. De alg daarentegen kan vaak wel alleen groeien (vaak in donkere en vochtige plaatsen), en één soort alg kan vaak ook een korstmos vormen met meerdere soorten schimmels. Korstmossen zijn in de natuur, maar ook

Extreme groeiplaatsen

Korstmossen groeien heel erg langzaam, slechts enkele millimeters tot maximaal een centimeter per jaar. Hierdoor maken ze geen schijn van kans als ze moeten concurreren met planten en mossen, die doorgaans veel sneller groeien. Gelukkig zijn korstmossen echte bikkels en hebben ze zich aangepast aan het leven op extreme groeiplaatsen. Ze kunnen uitstekend groeien op ondergronden die hard, droog en voedselarm zijn, zoals boomschors en steen. Op deze plekken kunnen planten niet wortelen en is het te droog en te warm voor de meeste mossen, waardoor korstmossen hier weinig last hebben van concurrentie. In de regel raakt in de loop der tijd alles waar geen planten en mossen op groeien bedekt met korstmossen. Hierbij valt te denken aan plastic, glas en metaal dat buiten ligt, maar zelfs op auto’s die lange tijd niet worden schoongemaakt kunnen korstmossen gaan groeien.

Muurschotelkorst is één van de meest voorkomende korstmossen.

Specifieke voorkeuren

In Nederland komen ongeveer 800 verschillende soorten korstmossen voor. Elke soort heeft een eigen specifieke voorkeur voor een groeiplaats. In de regel groeit een soort korstmos op de grond, op boomschors of op steen. Ook binnen de steenbewonende korstmossen zijn er weer duidelijke voorkeuren voor specifieke groeiplaatsen. Als eerste is de zuurgraad van de steen van belang. Sommige soorten groeien alleen op kalkhoudende steen. Voorbeelden van kalkhoudende steensoorten zijn mergel, hardsteen en cement. Andere soorten korstmossen groeien alleen op zuurdere steensoorten, zoals baksteen, basalt en graniet. Wanneer een grote granieten kei en een kalksteen naast elkaar worden neergelegd, groeien op beide stenen na verloop van tijd tientallen soorten korstmossen. Er zal echter geen enkele soort zijn die op beide stenen groeit. Als tweede is de expositie van de steen van belang. Sommige korstmossen groeien het liefst in de zon en zijn dus alleen te vinden op muren die op het zuiden kijken. Andere korstmossen groeien liever droog en beschut en zijn daarom juist op muren te vinden die naar het noorden kijken. Ook zijn er factoren die van algemeen belang zijn voor een rijke begroeiing met korstmossen, namelijk de ruwheid en de leeftijd van de steen. Op ruwere stenen groeien meer korstmossen omdat ze zich hier makkelijker aan vast kunnen hechten. Ook op oudere stenen groeien meer korstmossen, simpelweg omdat korstmossen langzaam groeien en ze dus veel tijd nodig hebben om zich ergens te ontwikkelen.

Korstmossen op steen

Korstmossen op steen komen van nature vooral voor op rotsen in berggebieden en op rotsige kusten, die in Nederland niet voorkomen. De enige min of meer natuurlijke steenmilieus die we in Nederland kennen, zijn zwerfstenen op de zandgronden en mergelrotsen in Zuid-Limburg. Zelfs hier heeft de mens een grote invloed gehad door zwerfstenen te gebruiken voor de aanleg van hunebedden en dijken, en mergelrotsen voor mergelwinning. Korstmossen die op steen groeien, zijn in Nederland dan ook afhankelijk van gebouwen en aangevoerde stenen. Onze dorpen en steden zijn als het ware alternatieve rotsen geworden en in de loop der jaren

Stoeprandvingermos is een opvallend heldergrijs korstmos.

gekoloniseerd door veel soorten korstmossen. Op de oudste gebouwen groeien vaak de meeste soorten korstmossen, omdat oude gebouwen gemaakt zijn van ruwere stenen en omdat korstmossen hier lang de tijd hebben gehad om zich te vestigen. Typische hotspots voor korstmossen zijn dan ook oude kastelen, stadsmuren en kerken. Ook begraafplaatsen zijn hotspots voor steenbewonende korstmossen omdat daar allerlei verschillende en bijzondere steensoorten zijn aangevoerd als grafmonument. Deze locaties zijn niet alleen belangrijk voor korstmossen, maar ook voor muurplanten. Op oude kerkmuren groeien vaak muurvarens. Voor groei van muurplanten moet het cement tussen stenen wel enigszins verweerd zijn zodat de wortels er houvast vinden.

Kerkkorstmossen op kerkmuren

Veel oude Nederlandse kerken zijn bijzonder vanwege een rijke begroeiing met korstmossen. De muren van de oudste Nederlandse kerken zijn vaak opgebouwd uit tufsteen. Tufsteen werd gewonnen in de Eifel en via de rivieren naar Nederland gebracht, vandaar dat vooral in dorpen langs de Rijn en IJssel veel kerken staan die (gedeeltelijk) opgebouwd zijn met tufsteen. In latere tijden werden kerken meestal van baksteen gemaakt. Oude tufstenen muren zijn bijzonder geschikt voor korstmossen omdat tufsteen een zuur en poreus gesteente is. Vooral op de droge noordkant komen een aantal heel specifieke soorten korstmossen voor die in Nederland bijna alleen maar op kerkmuren groeien, en zelfs hun naam daaraan te danken hebben. Enkele voorbeelden zijn Kerkcitroenkorst (Flavoplaca ruderum), Kerkmosterdkorst (Leproplaca chrysodeta), Kerkschotelkorst (Lecanora antiqua) en Kerkmuurkorst (Dirina massiliensis). Een andere voor korstmossen gunstige eigenschap van oude kerken zijn ingebouwde overgangsstroken en sierlijsten, die meestal gemaakt zijn van kalksteen. Omdat deze steensoort (in tegenstelling tot tufsteen) kalkrijk is, groeien er verschillende korstmossen op. Kenmerkende soorten voor kalkhoudende steen op kerkmuren zijn de Gelobde citroenkorst (Variospora flavescens) en de Groene kalkstippelkorst (Verrucaria viridula). Op één kerk kunnen tientallen verschillende soorten korstmossen groeien. In kerken met de meeste soorten korstmossen zijn verschillende steensoorten verwerkt. Een andere voorwaarde is dat de buitenmuren van de kerk niet grondig worden schoongemaakt. Het schoonmaken van muren zorgt ervoor dat de korstmossen verdwijnen, en vele jaren nodig hebben om te herstellen. Bij restauraties is het dan ook aan te raden om de stenen van de buitenmuur zoveel mogelijk te ontzien en niet grondig schoon te borstelen. Eén van de meest bijzondere kerken voor korstmossen is de Dorpskerk in Hoog-Keppel. Op deze kerk groeien maar liefst 77 verschillende soorten.

De kerk van Hoog-Keppel, de grijze vlekken op de toren zijn korst-

mossen.

Grafmonumenten op begraafplaatsen

Net als oude gebouwen herbergen ook veel oude begraafplaatsen een grote korstmossenrijkdom. Op begraafplaatsen zijn in de loop der tijd veel stenen aangevoerd van verschillende herkomst en met verschillende eigenschappen. Evenals de stenen in kerkmuren zijn grafstenen globaal op te delen in twee groepen: kalkhoudende steen en zure steen. Grafmonumenten op de oudste delen van Nederlandse begraafplaatsen zijn meestal gemaakt van hardsteen. Deze harde donkere kalkstenen zijn een geschikte steensoort voor kalkminnende korstmossen, maar ook op beton en zachte poreuze lichtgekleurde kalksteen kunnen kalkminnende soorten groeien. Oude grafmonumenten van hardsteen zijn vaak bedekt met een mozaïek van korstmossen met zwarte, grijze en gele kleuren. Eén van de meest kenmerkende soorten op graven van harde kalksteen is de zwarte grafkorst (Placynthium nigrum). Deze zwarte korstvormige soort valt op door de blauwe randzone. In het buitenland komt de soort algemeen op kalkrotsen voor maar in Nederland vrijwel uitsluitend op oude begraafplaatsen. Op grafmonumenten die uit zure steensoorten bestaan, groeien andere soorten korstmossen. Op begraafplaatsen zijn deze grafmonumenten gemaakt met granieten keien, zandsteen of ruwe tegels van schist of leisteen. Hier kunnen korstmossen op groeien zoals de gebarsten granietkorst (Lecidea grisella), de granietschildmos (Xanthoparmelia conspersa) en de granietblauwkorst (Porpidia macrocarpa). De namen van deze korstmossen geven vaak al aan dat ze alleen op zure steen en vooral op graniet voorkomen. In Nederland zijn de korstmossen op zure steen vaak zeldzaam en vooral op begraafplaatsen te vinden. Tegenwoordig worden vaak bewerkte gladde gepolijste grafstenen gebruikt als grafmonument. Deze stenen zijn weliswaar makkelijk schoon te houden, maar zijn niet erg natuurvriendelijk omdat ze te weinig houvast bieden voor de korstmossen. Vanuit natuuroogpunt is het dus beter om te kiezen voor een grafmonument met ruwe en onbewerkte stenen.

Schoonmaken doorgaans niet nodig

Oude gebouwen en begraafplaatsen hebben naast een historische waarde ook een hoge natuurwaarde, in het bijzonder voor korstmossen. Het is daarom belangrijk om hier bij het beheer rekening mee te houden. Vernieuwing en renovatie zijn in Nederland de belangrijkste bedreigingen voor korstmossen die op steen groeien. In het algemeen is het daarom belangrijk dat oude stenen structuren zoveel mogelijk bewaard blijven, en niet worden vervangen door nieuwe steensoorten. Daarnaast is het aan te raden om stenen, of het nu gaat om tufstenen van kerkmuren of oude grafmonumenten, zo min mogelijk schoon te maken. De aanwezigheid van korstmossen zorgt doorgaans niet voor beschadigingen aan de stenen. Korstmossen leven namelijk van zonlicht, regenwater en voedingsstoffen uit de lucht. Ze gebruiken de steen alleen als aanhechtplaats, maar eten de steen niet op. Door het schoonmaken van stenen kunnen deze beschadigen, en bovendien komen de korstmossen na een tijdje steeds weer terug. Beter is het om de stenen en korstmossen zoveel mogelijk met rust te laten. Voor grafmonumenten is het wel van belang om klimop en struiken die direct over het graf groeien te verwijderen, omdat die ervoor kunnen zorgen dat korstmossen niet genoeg licht krijgen om te groeien.

Restauratie van kerkmuren

Bij de restauratie van oude kerkmuren is het verstandig om advies in te winnen bij een korstmossenspecialist, zodat er rekening gehouden kan worden met de natuurwaarde. Er kunnen verschillende maatregelen genomen worden om de korstmossen te sparen. Voor de hand liggende oplossingen zijn om de muur alleen op de zwakke plekken te versterken en de rest van de muur onaangetast te laten. Als de muur opnieuw gezet moet worden, kunnen korstmossen gespaard worden door de oude stenen zoveel mogelijk te hergebruiken, waarbij de met korstmossen bedekte zijde opnieuw naar buiten wordt gelegd. Een voordeel hiervan is ook dat de kerk het oude karakter behoudt. Een derde maatregel is om op plekken waar voegen opgevuld moeten worden met cement, dit nauwkeurig te doen op plekken waar zeldzame korstmossen groeien. De korstmossen op oude stenen verdwijnen wanneer er cement overheen wordt getrokken. Voor de begroeiing met korstmossen is het in ieder geval desastreus om een hele muur in één keer te vernieuwen met nieuwe stenen of om alles in één keer grondig schoon te maken. Het zal dan tientallen zo niet honderden jaren duren voordat de bijzondere korstmosbegroeiing weer terugkomt.

Gelobde citroenkorst is een fraai oranjegeel gekleurd korstmos. Zwarte grafkorst groeit in Nederland bijna alleen maar op oude grafmonumenten.

This article is from: