Code ROOD - November 2007

Page 1

CODE ROOD

JONGERENKRANT

Code Rood is een uitgave van ROOD, jong in de SP, bestemd voor jongeren. Nummer 4, november 2007 Reacties? Graag! Code Rood, Vijverhofstraat 65, 3032 SC Rotterdam, T (010) 243 55 57 E coderood@sp.nl I rood.sp.nl

In deze uitgave: Mogen wij ook naar school?

De Europese Unie boert lekker

VoorleesExpress verbindt culturen met een verhaal

‘Een boer ben je voor het leven’

De muur verhindert voor Palestijnse kinderen de toegang tot onderwijsinstellingen. Volgens Unicef heeft het bouwwerk een grote impact op meer dan vijftigduizend Palestijnse kinderen.

In Nederland eten wij van de kip het liefst de vleugeltjes en de fileetjes. Het ‘restafval’ dat wij niet willen wordt tegen lage prijzen verkocht op de markten van landen in WestAfrika, zoals Kameroen en Senegal.

De VoorleesExpress is een voorleesservice waarbij autochtone jongeren een half jaar lang wekelijks voorlezen aan kinderen in allochtone gezinnen.

Als boer ben je zelfstandig ondernemer en dat spreekt me enorm aan. Daarnaast ben je elke dag aan het werk in de natuur.

Jongeren als wegwerpmedewerkers

Veel jongeren werken, naast hun opleiding of gewoon fulltime. Voor de één betekent het alleen een extra zakcentje, de ander heeft het geld nodig om studie en/of huur te betalen. Vaak is er echter een flink verschil tussen hun arbeidsvoorwaarden en die van oudere collega’s. Want of je er nu van rond moet komen of niet, bij steeds meer werkgevers kun je alleen een oproep- of flexcontract krijgen. En hoewel dat in eerste instantie erg handig klinkt – wie wil er nou niet flexibel zijn? – levert het voor scholieren, studenten en werkende jongeren vooral veel onzekerheid op. Tekst: Bob van Vliet Foto: Hollandse Hoogte In 1999 werd de Wet Flexibiliteit en Zekerheid ingevoerd, om ‘de werkgever de mogelijkheid te bieden meer flexibiliteit in arbeidsrelaties aan te brengen’ en ‘de werknemer meer zekerheid te bieden in een flexibele arbeidsrelatie’. Dat eerste is prima gelukt, het tweede een stuk minder. Want hoewel er in deze zogenaamde Flexwet een aantal zaken op het eerste gezicht aardig geregeld lijken te zijn, wordt. Zij in de praktijk vooral gebruikt om (jonge) werknemers zo lang mogelijk zo min mogelijk rechten te geven. Dit leidt tot onzekerheid over werk en inkomen, en het biedt minder kansen voor jongeren hun leven op te bouwen.

doorbetaald wanneer je ziek wordt. Een flinke griep, RSI of een gebroken been kan nu eenmaal iedereen overkomen, terwijl je maandelijkse rekeningen gewoon doorlopen. Helaas krijg je bij flex- en uitzendcontracten vaak pas na één of twee zieke ‘wachtdagen’ loon doorbetaald. Dit leidt er in de praktijk toe dat jongeren zich soms gedwongen voelen om ondanks ziekte toch naar hun werk te gaan, omdat ze anders aan het eind van de maand geld tekort komen. En zelfs voor doorbetaling na wachtdagen moet je het geluk hebben dat er ergens iets over je werktijden in je contract staat. Steeds vaker is dit namelijk niet eens meer het geval.

Doorbetaling bij ziekte Het meest voor de hand liggende voorbeeld van die onzekerheid is de doorbetaling bij ziekte. Met een normaal vast contract krijg je minstens zeventig procent van je loon

Nul-urencontracten De term nul-urencontract zal een hoop mensen bekend in de oren klinken. En dat is raar, want eigenlijk horen zulke dingen niet of nauwelijks voor te komen. De Flexwet geeft

werkgevers de mogelijkheid oproepkrachten in te zetten voor werk waarvan pas kort van tevoren is gebleken dat het gedaan moet worden. Je kunt bijvoorbeeld denken aan een bedrijf dat een enorme order krijgt, of werk waarbij het weer een rol speelt – zoals een kroeg met terras. In de praktijk misbruiken veel werkgevers deze mogelijkheid in de wet door iedereen maar zonder urengarantie aan te nemen, van supermarkt tot IT-bedrijf. Het feit dat je wettelijk na drie maanden automatisch recht hebt op een contract met daarin één garantie voor het aantal uren dat je gemiddeld werkt, wordt op grote schaal genegeerd. Voor de werkgever is het namelijk erg fijn dat hij nergens aan vastzit, maar, zoals gezegd, heeft dit voor werknemers een aantal nare gevolgen. Bovendien krijg je niet alleen een probleem wanneer je ziek wordt; de baas kan ook zomaar besluiten je minder in te roosteren. Of helemaal niet meer. Want behalve dat contracten steeds flexibeler worden, zijn ze ook steeds vaker tijdelijk. Permanent tijdelijke contracten Een tijdelijk contract hoort na verloop van tijd over te gaan in een vast contract. Volgens de wet is dat bij de derde verlenging, of na drie jaar. Zo kun je als werknemer dus erg lang aan het lijntje gehouden worden. Vooral voor net afgestudeerden kan dit flink lastig zijn: probeer zonder vast contract maar eens een hypotheek te krijgen. Maar ook de vakkenvuller die zich in drie jaar opgewerkt heeft tot afdelingsverantwoordelijke krijgt hiermee te maken. De teller

voor tijdelijke contracten wordt namelijk op nul gezet wanneer er drie maanden tussen twee overeenkomsten zitten. Dus zetten supermarkten hun werknemers op grote schaal een paar maandjes op de reservebank, zodat ze daarna weer met een ‘eerste’ tijdelijk contract aangenomen kunnen worden. Tenminste, als ze überhaupt terug mogen komen. Aangezien het jeugdminimumloon voor een achttienjarige anderhalf keer zo hoog is als dat van een vijftienjarige, kiezen supermarkten er liever voor om iemand na die drie jaar (of eerder) gewoon te vervangen door een jongere, goedkopere kracht. Naar de rechter? Mag dat nou allemaal zomaar? Nee. Als je elke week werkt, of in totaal minstens twintig uur per maand, dan heb je bij een flexcontract na drie maanden recht op een urengarantie, gebaseerd op het aantal uren dat je gemiddeld maakt. Daarom horen nulurencontracten in de praktijk nauwelijks te bestaan. Vraagt je baas je het halve bedrijf te runnen? Dan hoor je daar de bijbehorende rechten en inkomenszekerheid bij te krijgen. Ook de ‘drie-maanden-truc’ is verboden. Werkgevers mogen de wettelijke regels niet misbruiken om iemand langer dan de bedoeling is onder een tijdelijk contract te laten werken. Uit onderzoek van ROOD, jong in de SP, bleek onlangs dat veel jongeren die daar wel recht op hebben, niet doorbetaald krijgen bij ziekte, dat tijdelijke contracten veel te vaak verlengd worden met nieuwe tijdelijke


CODE ROOD contracten en dat leeftijdsdiscriminatie nog altijd veel voorkomt. Renske Leijten, Tweede-Kamerlid van de SP, vroeg naar aanleiding van dat onderzoek aan minister Donner van Sociale Zaken om de arbeidsinspectie strenger te laten controleren op dit soort misstanden. Volgens Donner moet je echter maar naar de rechter stappen als je vindt dat je onrechtmatig behandeld wordt. Veel jongeren weten echter niet precies waar ze recht op hebben, en al helemaal niet bij wie ze daarover kunnen aankloppen. Daarnaast wordt het er op de werkvloer natuurlijk niet gezelliger op als je de baas voor de rechter sleept. Eerlijke voorwaarden Gezien hun slechte behandeling zou je bijna zeggen dat jongeren geen rol van betekenis spelen op de arbeidsmarkt. Toch werken drie op de vier jongeren. Het lijkt de normaalste zaak van de wereld dat er achter de kassa in de supermarkt een jong meisje zit en dat er in de kroeg een hippe jeugdige barman de biertjes tapt. Bij het gros van die (bij)banen gaat het gewoon om structurele arbeid. De baas rekent erop dat zijn werknemers netjes komen werken en ruim van tevoren aangeven als ze verhinderd zijn. Dan zou

je als werknemer ook mogen verwachten dat je na drie jaar trouwe dienst niet zonder slag of stoot op straat komt te staan en dat je, als je onverhoopt ziek wordt, je geen zorgen hoeft te maken of je aan het eind van de maand de huur en de telefoonrekening kunt betalen. Wat wij willen Wat ROOD en de SP betreft worden nulurencontracten zo snel mogelijk afgeschaft. Zeker op plaatsen waar duidelijk sprake is van structureel werk – zoals de supermarkt. Ook de mogelijkheden om permanente banen in te vullen met een reeks tijdelijke contracten zouden flink ingeperkt moeten worden. Jongeren zijn geen wegwerpwerknemers en horen ook niet als zodanig behandeld te worden. Naast eerlijkere contracten zou het ook goed zijn als jongeren meer leren over de arbeidsmarkt. Wat voor contracten bestaan er allemaal? Wat zijn je rechten en plichten precies? Bij maatschappijleer op de middelbare school zou hier bijvoorbeeld aandacht aan besteed kunnen worden. Tot het zover is moet de arbeidsinspectie veel strenger controleren op naleving van de regels die er al wél zijn om werknemers

wat zekerheid te bieden. ROOD-voorzitter Gijsbert Houtbeckers: “Het kan toch niet zo zijn dat jongeren zelf met hun baas moeten uitvechten dat het ziektegeld waar ze recht

op hebben wordt uitbetaald, of dat hun contract na verloop van tijd wordt aangepast. Het risico van een verstoorde arbeidsrelatie is daarvoor te groot.” •

Minimumjeugdloon De hoogte van het minimumloon is afhankelijk van je leeftijd. Uitgaande van een veertigurige werkweek gaat het om de volgende bedragen:

15 jaar

€ 2,28 per uur

16 jaar

€ 2,62 per uur

17 jaar

€ 3,00 per uur

18 jaar

€ 3,46 per uur

19 jaar

€ 3,99 per uur

20 jaar

€ 4,67 per uur

21 jaar

€ 5,51 per uur

22 jaar

€ 6,46 per uur

23 jaar en ouder*

€ 7,60 per uur

*(Vanaf je 23e geldt het ‘normale’ minimumloon)

Vanwege de enorme verschillen leidt dit systeem gemakkelijk tot leeftijdsdiscriminatie. Daarom zijn ROOD en de SP voor een hoger minimumjeugdloon.

Mogen wij ook naar school? De Europese Unie boert lekker In Nederland eten wij van de kip het liefst de vleugeltjes en de fileetjes. Het ‘restafval’ dat wij niet willen wordt tegen lage prijzen verkocht op de markten van landen in West-Afrika, zoals Kameroen en Senegal. Een goede oplossing om duurzaam met eten om te gaan, zou je zeggen. Maar, de boeren in díe landen kunnen zo hun eigen producten niet meer kwijt, waardoor de economieën zich niet kunnen ontwikkelen. Tekst: Anne Thijssen Foto: sxc.hu

In Nederland zijn we gewend dat alle kinderen naar school gaan. Er bestaat zelfs een leerplicht tot achttien jaar. Niet in alle landen is dit vanzelfsprekend. In Palestina is het voor kinderen bijvoorbeeld een heel avontuur om op school aan te komen. De vele conflicten tussen de Palestijnse en de Joodse bevolking, sinds de stichting van de staat Israël in 1948, maken ook de simpelste dingen in Palestina nog erg lastig. Tekst: Malu Luer en Ellen van Andel Foto: flickr.com Palestina ligt in het Midden-Oosten en bestaat uit de gebieden Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever. Het land tussen deze streken (of eromheen, als je het zo wilt zien) heet Israël. De conflicten tussen Israël en Palestina gaan voornamelijk over grondgebied. In 1967 heeft de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties een resolutie aangenomen die de grenzen van de beide staten vastlegt. Toch is Israël doorgegaan met het bezetten van Palestijnse gebieden, ondanks uitspraken van het Internationaal Gerechtshof en de Verenigde Naties. De Palestijnen zijn in opstand gekomen en verschillende Palestijnse (terroristische) organisaties hebben bomaanslagen gepleegd op Israëlische doelen. Israël beschouwde deze aanslagen als een rechtvaardiging voor het bouwen van een kilometerslange muur, dwars door en langs Palestijns grondgebied. Met de bouw ervan startte men in 2002. De muur verhindert voor Palestijnse kinderen de toegang tot onderwijsinstellingen. Volgens

Unicef heeft het bouwwerk een grote impact op meer dan vijftigduizend Palestijnse kinderen, want het schaadt hun leven op alle terreinen van zowel hun mentale als hun fysieke ontwikkeling. De Gazastrook is al geheel omringd door een Israëlische muur. De Israëlische autoriteiten maken het voor de anderhalf miljoen inwoners steeds lastiger aan voedsel en andere levensmiddelen te komen. Kinderen onder de veertien jaar kunnen wel de checkpoints passeren. Omdat er in Palestina veel armoede heerst en er nauwelijks werkgelegenheid is, moeten zij geld verdienen in Israël. Mede hierdoor gaat meer dan de helft van deze Palestijnse kinderen niet naar school. Israël is in juli 2004 door het Internationaal Gerechtshof van de Verenigde Naties gedefinieerd als ‘een bezettende macht die de bouwwerkzaamheden per direct dient te staken. Israël is ook verplicht aan het herstel van de bezette Palestijnse grond mee te betalen.’ De Europese Unie, waaronder ook Nederland, steunt deze uitspraak. •

De Europese Unie voert al een aantal jaren overleg met ontwikkelingslanden in Afrika, het Caraïbisch gebied en de Stille Oceaan (de ACS-landen) voor nieuwe verdragen die de handel tussen de landen moeten regelen. Deze verdragen worden de Economische Partnerschap Overeenkomsten (EPA’s) genoemd. Begin 2008 zullen ze in werking treden. Het doel van de EPA’s is om een vrijemarkthandel te creëren tussen de Europese Unie en de ACS-landen. Dit betekent dat er geen import- of exportheffingen mogen worden geheven. Voor de ACS-landen pakken deze overeenkomsten zeer ongunstig uit. De boeren daar krijgen geen subsidies. Ze zijn afhankelijk van het product dat ze verbouwen of fokken, omdat het vaak hun enige bron van inkomsten is. De boeren in Europa ontvangen echter wel subsidies. Zij exporteren hun overproductie naar de ACS-landen, die daar voor lage prijzen van de hand wordt gedaan. De markt in deze landen raakt overspoeld met producten uit Europa, die vaak goedkoper zijn dan het voedsel dat de plaatselijke boeren verkopen. Dit komt niet alleen door de subsidies, maar ook omdat de Europese boeren meer kennis, technologie en materiaal bezitten om hun productiekosten

laag te kunnen houden. Verder beschikken ze over veel meer financiële middelen dan de boeren uit de ACS-landen. Niet alleen de plaatselijke boeren uit de ACSlanden worden door de vrije markt getroffen. Ook de bedrijven die de lokale producten verwerken zien hun inkomsten dalen. Als de boeren namelijk geen kippen fokken, zijn er ook geen kippenplukkers, en veeartsen nodig. Verder moeten de graanboeren hun productie verlagen omdat er geen vraag meer is naar kippenvoer. De EU reguleert op deze manier eigenlijk de economieën van de ACS-landen door strakke regels op te leggen via de EPA’s. Is het niet krom om zoveel tijd, geld en energie in ontwikkelingshulp te steken als onze eigen regeringen er zelf voor zorgen dat de ontwikkelingslanden hun economieën niet kunnen laten groeien en zo afhankelijk blijven van hulp van derden? • Bron: Daan Juffermans en Stefan Verwer, Voedsel Bedreigd! De Gevolgen van Europese Handelsverdragen voor Landbouwproducenten in Sub-Sahara Afrika, Uitgave: Icco, Utrecht 2007 www.aanpakkendiehandel.nl


CODE ROOD VoorleesExpress verbindt culturen met een verhaal In de Utrechtse wijken Kanaleneiland en Overvecht leven veel allochtone gezinnen in een geïsoleerde situatie. Sommige vrouwen en hun kinderen komen nooit buiten de grenzen van de wijk. Daarom was het hartverwarmend voor de oprichters van de VoorleesExpress om tijdens hun campagneaftrap in het Spoorwegmuseum een heleboel gezinnen te mogen begroeten. Tekst: Marleen van der Leij Foto’s: Louis Latorre Geurts De Utrechtse VoorleesExpress bestaat nu twee jaar en is sinds haar begin alleen maar gegroeid. En niet alleen in Utrecht, de VoorleesExpress wil binnenkort ook in andere steden starten. “We zijn erg blij met het succes van de VoorleesExpress,” zegt Anne Heinsbroek, die samen met haar zus Marieke het project bedacht. “Maar omdat we zo groeien, hebben we extra geld nodig.” Met de campagne wil SodaProducties, waar de VoorleesExpress onder valt, steun van particulieren en bedrijven aantrekken. De VoorleesExpress is een voorleesservice

waarbij autochtone jongeren een half jaar lang wekelijks voorlezen aan kinderen in allochtone gezinnen. Kinderen die Nederlands als tweede taal hebben en vaak kampen met een taalachterstand. “Ik woonde samen met een Turkse vriendin en merkte dat haar neefjes en nichtjes niet allemaal goed Nederlands spraken. Meer kinderen in de wijk hadden dit probleem. Ik ben er een keer gaan voorlezen en zo is het verder gegroeid,” vertelt Anne. Alle kinderen en ouders die mee hebben gedaan aan het project, kregen een uitnodiging om naar de campagne-aftrap in het

Jet Boeke (schrijfster van Dikkie Dik en ambassadrice van de VoorleesExpress) leest voor

Spoorwegmuseum te komen. Ayoub (7) heeft er de hele week al naar uitgekeken. “Ik vind het heel leuk om met mijn moeder, zusjes en voorlezer naar het museum te gaan. Ik ben hier nog nooit geweest.” Ayoub gaat ook meedoen aan de voorleeswedstrijd, die straks begint. “Ik heb goed geoefend, ik zie wel hoe het gaat.” De zussen zijn erg blij met de opkomst van vanmiddag. Marieke: “Het is heel bijzonder dat de families de binnenstad bezoeken, veel gezinnen leven vaak geïsoleerd. Voor ons is het heel speciaal dat al die ouders en kinderen met de door ons geregelde bussen uit Kanaleneiland en Overvecht zijn gekomen.” De officiële campagneaftrap wordt verricht door burgemeester Brouwer-Korf en VoorleesExpress-ambassadrice Jet Boeke (schrijfster van Dikkie Dik). “De Nederlandse taal is bijna een soort paspoort om met alles mee te kunnen doen. Ontzettend goed dat dit in Utrecht gebeurt,” aldus de burgemeester. Suleyman (8) zit ook in het publiek. Hoe vond hij het dat er elke week een voorlezer bij hem over de vloer kwam? “Leuk! We gingen soms ook spelletjes doen en Malou hielp me ook met mijn huiswerk.” Het heeft zijn vruchten afgeworpen, want Suleyman leest nu op een hoog niveau. Voorlezer Malou: “Ik vind het geweldig om een half jaar bij een gezin thuis te komen. De kinderen gaan echt vooruit en het contact met de ouders is heel bijzonder. Suleyman’s moeder is erg gastvrij en moedigt haar zoon aan om goed zijn best te doen.” Leerkrachten merken eveneens de vooruitgang bij kinderen die met de VoorleesExpress hebben meegedaan. Ingrid Gyömörei, SP-fractiemedewerker op het gebied van integratie, over de VoorleesExpress: “Dit is echt een geweldig initiatief! Wat ik hier zo mooi aan vind, is dat je echt meetbare

Ayoub leest voor tijdens de voorleeswedstrijd in het Spoor doelen kunt stellen. Bij de VoorleesExpress zien ook de leerkrachten het positieve resultaat. Bij het zoveelste integratieproject dat van bovenaf wordt opgelegd, ontbreekt het vaak aan haalbare en meetbare doelen. Ook wordt er te vaak uitgegaan van de zogenaamde ‘slachtofferrol’ waarin allochtone gezinnen zich zouden bevinden, daar wil ik echt van af. Laten we het geld gerichter inzetten op projecten zoals de VoorleesExpress, wat direct profijt oplevert en waarin respect voor elkaars cultuur ontstaat. Kinderen die zichzelf beter leren uiten op taalniveau, zullen ook andere kinderen positief beïnvloeden.” Ingrid gaat de VoorleesExpress voorleggen aan haar collega’s in de gemeenteraad van Den Haag. Ze is ook van plan om dit voorbeeld te gebruiken tijdens debatten, om andere partijen te overtuigen van de kracht van succesvolle integratieprojecten als de VoorleesExpress. •

‘Een boer ben je voor het leven’ Hoe is het leven van een jonge boer? Als we het programma Boer zoekt vrouw moeten geloven kan het bestaan op de boerderij best eenzaam zijn. En dat het hard werken is, zal voor niemand als een verrassing komen. Ook de regeltjes waar de boer van tegenwoordig aan moet voldoen, zijn niet van de lucht. Maar toch, de mensen die ervoor kiezen, doen dat met heel hun hart. Tekst: Marleen van der Leij Foto: NAJK andere Europese landen, terwijl hier een heel ander klimaat heerst. Dat werkt beperkend en frustrerend. Qua productieprocessen behoort de Nederlandse landbouw tot de wereldtop. Het is jammer dat die processen soms belemmerd worden door het toenemende aantal regels. Ik ben bang dat als het zo doorgaat met de regeltjes, het voor de boer in Nederland moeilijk wordt. Voor regels rondom het welzijn van dieren bijvoorbeeld zullen boeren in de toekomst subsidies krijgen. Maar na een tijdje zal de overheid de noodzaak van die subsidies weer uit het oog verliezen en wordt er van afgeknabbeld. Het inkomen, dat toch al onder druk staat, wordt dan nog meer bedreigd.”

Waarom vind je dit het mooiste beroep dat er bestaat? “Het gevoel van vrijheid is voor mij erg belangrijk. Als boer ben je zelfstandig ondernemer en dat spreekt me enorm aan. Daarnaast ben je elke dag aan het werk in de natuur. Je produceert ook echt iets, eigenlijk het belangrijkste product dat er is: voedsel. Als je van vrijheid en de natuur houdt, is dit het mooiste beroep.” Wilde je altijd al boer worden? “Ik ben opgegroeid op een boerderij en heb dat leven van kinds af aan erg leuk gevonden.

Bijna ieder kind vindt het leuk op een boerderij. Je hebt de ruimte en hoeft niet op te letten voor het drukke verkeer. Ik raakte vergroeid met het boerenleven en kreeg het gevoel dat ik altijd op de boerderij wilde blijven. Langzaamaan begon onbewust het idee te groeien dat ik zelf ook boer wilde worden.” Zijn er problemen waar (jonge) boeren in Nederland op dit moment tegenaan lopen? “Bij veel Europese regels vraag ik me af of ze wel zo verstandig zijn voor de Nederlandse landbouw. De mestwetgeving bijvoorbeeld, in Nederland gelden dezelfde regels als in

Waarom heb je je bij het NAJK aangesloten? “Op school merkte ik dat de lesmethodes niet altijd meegroeiden met de praktijk. De landbouwsector verandert snel. Ik had behoefte aan informatie uit de praktijk. Het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) organiseert thema-avonden en cursussen, daar ben ik toen naartoe gegaan om me te ontwikkelen. De eerste keer dat ik er kwam, besefte ik door een presentatie dat je als boer niet alleen een individu bent dat melk produceert, maar dat je zuivel levert die de hele wereld overgaat. Daarom moet je verder kijken dan je eigen bedrijf. Om die reden heb ik me aangesloten bij het NAJK.”

Waarom is het NAJK zo belangrijk? “Een speerpunt van het NAJK is de bedrijfsovername door jonge boeren. Het is een keuze voor het leven, daarom willen we jonge boeren met voorlichting helpen die keuze op een weloverwogen manier te maken. Vroeger was het vanzelfsprekend dat de oudste zoon het bedrijf overnam, dat is achterhaald. We geven niet alleen advies op economisch, maar ook op sociaal gebied. Wat betekent het voor jou en je ouders als je het bedrijf overneemt, of juist niet. Dat kan voor spanningen zorgen in de familie. Veel organisaties in Nederland, en landbouworganisaties in het bijzonder, worden bestuurd door oudere mensen. De wereld om ons heen verandert snel en in z’n algemeenheid gezegd kunnen ouderen minder snel schakelen. Daarom is een jongerenorganisatie nodig, om direct in te springen bij actuele gebeurtenissen en een ander geluid te laten horen.” •

Wat zegt de SP? De SP wil meer aandacht voor (agrarische) bedrijfsovername door jongeren, voor de ontwikkeling van streekproducten, agro-toerisme en zorgboerderijen. De SP vindt verder dat Nederland moet investeren in biobrandstoffen, biologische landbouw en minder energieverbruik.


CODE ROOD Gijs’ Geluid

Troepen Terug

‘Jongeren kiezen minder vaak voor een opleiding in het leger’, meldde het nieuws afgelopen september. Niet vreemd als je een grote kans loopt in Afghanistan terecht te komen. Bovendien zijn er in Nederland genoeg minder risicovolle banen te vinden. Momenteel doet het leger erg zijn best soldaten te rekruteren die naar Afghanistan gestuurd kunnen worden. Daarbij is het geen uitzondering om jongens en meisjes van achttien jaar, die hun militaire opleiding nog maar net hebben afgerond, al uit te zenden. Een zeer onwenselijke situatie als je het mij vraagt. Natuurlijk ben je op je achttiende officieel volwassen, maar de vraag is of je dan al opgewassen bent tegen een missie zoals in Afghanistan. Het kabinet eist van iedere jongere een startkwalificatie. Maar voor het leger is defensie ondertussen door het hele land jongeren aan het werven bij middelbare scholen en ROC’s. Defensie zou zich beter kunnen richten op mensen die al een opleiding hebben afgerond. De meest wenselijke situatie is daarbij dat alleen mensen boven de 21 jaar uitgezonden mogen worden. Dat defensie genoodzaakt is jongeren van achttien jaar uit te zenden naar Uruzgan geeft al aan dat het voor Nederland niet meevalt deze missie uit te voeren. Een extra reden dus om onze troepen terug te trekken. Al blijft de belangrijkste reden natuurlijk dat het om een vechtmissie gaat en we nauwelijks aan wederopbouw en politieke oplossingen toekomen. Wat aan de ene kant opgebouwd wordt, wordt aan de andere kant weer afgebroken. Nederland zou zich veel meer moeten richten op de lokale overheden en hulporganisaties, om aan echte opbouw te kunnen werken, samen met de Afghanen. Kortom, verhoog de leeftijd dat iemand uitgezonden mag worden naar eenentwintig, stop met het pompen van miljoenen Euro’s in dure campagnes op scholen, haal de troepen terug uit Afghanistan en probeer echt iets voor de mensen en jongeren daar te doen. Teken de oproep ‘Geen verlenging Missie Uruzgan’ op www.sp.nl

Kamernieuws SP staat volledig achter MBO-staking SP-kamerlid Jasper van Dijk was op 11 oktober aanwezig op het ROC Twente bij de succesvolle staking van MBO-personeel, uit protest tegen de hoge werkdruk. Het is de eerste van een reeks stakingsacties op donderdagen in het MBO. De bonden protesteren met de acties tegen een gebrek aan zeggenschap over de invulling van de lessen. Van Dijk: “De werkgevers willen dat docenten en assistenten bijna volledig afroepbaar zijn voor lesgeven. Alle voorbereiding, nazorg, en begeleiding moeten ze dan maar in hun eigen tijd doen. Dit maakt pijnlijk duidelijk wat er fout gaat in het onderwijs. Op het MBO kreeg men eerst van bovenaf een aantal ‘onderwijsvernieuwingen’ door de strot geduwd. Nu willen de werkgevers docenten de laatste mogelijkheid afnemen om goed kwalitatief onderwijs te geven. Zo worden ze tot lesboeren gereduceerd. Dat men dat niet pikt is dan ook meer dan begrijpelijk.” • Surinaamse studenten weer welkom De hoogte van de collegegelden voor Surinaamse studenten wordt weer gelijk aan die voor Nederlandse studenten. Dit heeft de minister toegezegd naar aanleiding van vragen van SP-kamerleden Harry van Bommel en Renske Leijten. Het vorige kabinet besloot studenten van buiten de Europese Economische Ruimte (EER)

niet langer te financieren. Daardoor mogen onderwijsinstellingen de kostprijs vragen. Dit betekent vaak dat het collegegeld voor nietEuropese studenten vier tot zes keer over de kop gaat. SP-onderwijswoordvoerder Renske Leijten is blij met het resultaat: “Het is hartstikke logisch dat Surinaamse jongeren die hier komen studeren hetzelfde bedrag betalen als Nederlandse studenten. We spreken immers dezelfde taal en hebben een speciale historische band. Suriname wordt nu tot onze Europese Economische Ruimte gerekend en dat betekent dat zowel universiteiten als studenten tegemoet gekomen worden in de kosten.” • Kamer steunt SP-motie over boycot Birma De meerderheid in de Tweede Kamer heeft een motie van SP-kamerlid Krista van Velzen aangenomen over de noodzaak van economische sancties tegen het militaire bewind in Birma. Ondertussen roept Van Velzen burgers op de Franse oliemaatschappij Total te boycotten. Total is verreweg de grootste investeerder in Birma. Door deze investeringen in Birma houdt het bedrijf de militaire dictatuur in het zadel. Van Velzen: “Total blijft nog steeds investeren in het regime, ondanks herhaalde oproepen en maatschappelijke protesten. Steun de demonstranten in Birma: Tank niet Total-itair!” •

ROOD ROOD in in actie actie

Gijsbert Houtbeckers Voorzitter ROOD, jong in de SP

ROOD Delft tegen megasalaris bestuursvoorzitter TU

Ik word nú lid van ROOD en maak ROOD de grootste en beste politieke jongerenorganisatie van Nederland

Machtiging Ik ben 16 jaar of ouder en jonger dan 28 jaar. Ik word lid van ROOD en de SP en machtig jullie het volgende bedrag per kwartaal af te schrijven als contributie:

kwartaalbijdrage

 5,– (minimum)

 10, –

anders 

(De minimale contributie per jaar is  5,– voor ROOD en  15,– voor de SP.)

Ik ben 14 of 15 jaar en ik word lid van ROOD (SP-lid worden kan pas vanaf 16 jaar) Ik machtig jullie het volgende bedrag af te schrijven als jaarlijkse bijdrage:

 5,– (minimum)

 10, –

anders 

naam

roepnaam

voorletters

adres

CODE ROOD november 2007

postcode

m/v

Op dinsdag 25 september was ROOD Delft op de TU te vinden om studenten op de hoogte te stellen van wat er binnenkort met hun collegegeld gaat gebeuren. De Raad van Toezicht van de Technische Universiteit is namelijk op zoek naar een nieuwe bestuursvoorzitter. Hoewel de raad alleen belastinggeld in de portemonnee heeft zitten, belet hun dat niet heel veel geld uit te willen geven. Meer dan de zogenaamde Balkenende-norm, want anders loopt de universiteit het risico met ‘een uitgerangeerde staatssecretaris’ te blijven zitten, aldus universiteitskrant Delta. ROOD Delft vindt het onaanvaardbaar dat het onderwijsbudget aan overdreven hoge salarissen van managers besteed wordt. Daarnaast moet er niet gezocht worden naar iemand die deze baan enkel voor het grote geld wil hebben, maar juist naar iemand die inziet dat hij of zij aan het hoofd van een publieke instelling komt te staan - en daar hoort geen zakkenvullerij bij. Helaas zijn de Raad van Toezicht, de Ondernemingsraad en zelfs de Studentenraad het hier niet mee eens. Als protest deelde ROOD dus maar alvast acceptgiro’s uit om de kosten te dekken...

Melk koeien, geen huizen!

Op dinsdag 6 november trapt ROOD, jong in de SP samen met de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) de Huisjesmelkerverkiezing 2007 af. Degene die deze oneervolle prijs zal winnen, buit de huurders in zijn of haar pand(en) behoorlijk uit. De aftrap vindt plaats in Rotterdam, maar tot januari kun je ROOD en de lidbonden van de LSVb in veel steden vinden. Heb jij een huisbaas die je uitmelkt? Laat het ons dan vooral weten! Vul vanaf 6 november een kaartje in bij jou in de buurt of ga naar www.rood.sp.nl en geef door welk soort toeren jouw huisbaas uithaalt.

Actie ROOD Amersfoort levert tweehonderd nieuwe fietsrekken op

plaats

telefoon

geboortedatum

e-mail

rekeningnummer

Als welkomstcadeau ontvang ik een: dames T-shirt maat S heren T-shirt maat M dames T-shirt maat M heren T-shirt maat L

datum handtekening Stuur deze bon terug naar: ROOD, Antwoordnummer 30542, 3030 WB Rotterdam Je kunt deze machtiging stopzetten met een telefoontje of een e-mail aan de SP: 010 243 55 40 of administratie@sp.nl

Vrijdag 5 oktober zijn tweehonderd nieuwe fietsrekken geplaatst op Station Amersfoort. Later zullen er nog meer bij komen. Daarnaast zal de gemeente met de NS gaan overleggen om te bekijken of de bewaakte fietsenstalling goedkoper of zelfs gratis kan worden gemaakt. ROOD Amersfoort, initiatiefnemer van www.fietsiefoetsie.nl, is blij met de nieuwe rekken. Het is het resultaat van maandenlang actievoeren en overleg plegen met de gemeente. De SP-jongeren hebben de actie opgezet omdat ze het oneens zijn met de verwijdering van fietsen die niet in rekken staan: de oorzaak de ‘overtreding’ is namelijk simpelweg een tekort aan rekken. Verkeersminister Eurlings gaat nu serieus het probleem van te weinig fietsenstallingen bij treinstations bekijken. Hij zegde dit toe naar aanleiding van een rapport van de SP over het gebrek aan goede stallingen. Door nieuwe stallingen te bouwen, ongebruikte fietsen te verwijderen en stationsgebieden beter in te richten, kan volgens Tweede-Kamerlid Emile Roemer meer ruimte voor de fiets ontstaan, waardoor het gebruik van het openbaar vervoer weer iets aantrekkelijker wordt.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.