ANW next step One size fits all of maatwerk?
Veel huisartsen worstelen met de ANW-diensten. De werkdruk is hoog en de motivatie staat onder druk, vooral omdat veel ‘spoedjes’ best tot de volgende dag zouden kunnen wachten. Daarom is Huisartsenposten Oost-Brabant gestart met het programma ‘Continuïteit en dienstbelasting’ in de ANWzorg. Tijden veranderen en de ANW-zorg moet mee veranderen, vindt Harrie Geboers van Huisartsenposten Oost-Brabant. Tijd voor the next step.
ideeën. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met de druk op de posten als je huisartsenpraktijken in de gelegenheid stelt om van 8 tot 8 te werken, in plaats van van 8 tot 5? Wat is het effect als je de triage laat uitvoeren door huisartsen in plaats van door assistenten of als je niet-urgente gevallen een alternatief biedt, zoals bijvoorbeeld een spreekuur in het weekend? Misschien kan de drukte op de HAP verminderd worden als je zorgt dat je als huisarts maximaal bereikbaar bent en mensen op een goede manier informeert voordat ze naar de post gaan. Maar je kunt het ook heel anders insteken: door een betere ondersteuning van huisartsen op de HAP. Wat als assistentes weer dienstbaar zijn aan de dokter en zorgen dat alles soepel loopt? Dat klinkt ouderwets, maar aan de andere kant: als je huisartsen echt als een welkome gast beschouwt en behandelt, zou dat ervoor kunnen zorgen dat ze zich meer thuis voelen op de HAP. Allemaal ideeën die de ronde doen en waar we de komende tijd een keuze uit gaan maken.’
Maatwerk
En dan wordt er ook nog gedacht aan
meer radicale oplossingen waarbij artsen meer vrijheid krijgen om hun spoedzorg in te vullen. ‘We moeten ons afvragen of de HAP wel one size fits all moet zijn of dat we meer servicegericht moeten denken’, zegt Geboers. ‘Niet alle praktijken hebben dezelfde ideeën over het invullen van spoedzorg. Ik kan me voorstellen dat een huisarts zijn palliatieve patiënt om 8.00 uur ’s avonds het liefst zelf aan de telefoon heeft, terwijl een andere patiënt om 11.00 uur ’s ochtends best door iemand anders gezien kan worden. Meer flexibiliteit en maatwerk zou een optie kunnen zijn.’ Dat is een kleine revolutie, geeft hij toe. Maar aan de andere kant: de huisartsenzorg is altijd in beweging geweest. Hij herinnert zich nog goed hoe groot de druk 15 jaar geleden in zijn eigen praktijk was. ‘Daar zijn toen twee oplossingen voor bedacht: de POH en de HAP. Dat leidde tot een verlaging van de werkdruk voor huisartsen, en ruimte voor substitutie en nieuwe initiatieven. Inmiddels lopen huisartsen opnieuw tegen hun grenzen aan. Dat vraagt dus weer om nieuwe concepten. Het is belangrijk dat er creatief en innovatief wordt nagedacht over consulten. Tijden veranderen en
Harrie Geboers huisartsen moeten mee veranderen.’ Geboers is optimistisch over de toekomst. Dit wordt geen eindeloos onderzoekstraject, integendeel. Initiatieven die niet opleveren wat ervan werd verwacht, zullen snel gestopt worden, terwijl kansrijke experimenten op snelle implementatie kunnen rekenen. ‘Huisartsen zijn oplossingsgericht en de gedrevenheid om goede zorg te leveren is groot. Ik verwacht dan ook dat hier mooie dingen uit gaan komen waar we weer jaren mee vooruit kunnen.’ • Petra Pronk, journalist
Tekst: Petra Pronk
V
orige jaar werd Nederland opgeschrikt door snel toenemende werkdruk op de huisartsenposten. Huisartsenposten OostBrabant wil graag weten hoe dat komt, en vooral: wat eraan te doen is. Het integraal programma is gestart met als doel te kijken hoe de spoedzorg in de toekomst beter geregeld kan worden zodat huisartsen plezier in hun werk houden en de kwaliteit van de spoedzorg behouden blijft. Kenniscentrum Vilans is gevraagd het project te leiden. De start van het programma viel zo’n beetje samen met de enquête van de LHV over de ANW-zorg. Met de LHV-notitie als uitgangspunt werd in oktober 2016 begonnen met het inventariseren van knelpunten onder de ongeveer 540 leden van Huisartsenposten Oost-Brabant. Harrie Geboers, lid van de raad van bestuur van Huisartsenposten Oost-Bra-
16
bant, over de eerste bevindingen: ‘Uit de inventarisatie is gebleken dat het aantal visites aan ouderen met complexe morbiditeit toeneemt. Datzelfde geldt voor patiënten met GGZ-problematiek, mensen die vroeger werden opgenomen, maar nu een beroep doen op de huisarts. Substitutie naar de eerstelijn heeft gezorgd voor meer drukte op de posten. Dat zijn belangrijke constateringen. Het aanbod wordt complexer, terwijl we qua taakherschikking en inrichting op de posten achterlopen. Daar komt bij dat het aantal urgenties en de zwaarte daarvan flink is toegenomen. Vaak gaat het daarbij helemaal niet om spoedgevallen, en toch zijn deze mensen door de triage heen gekomen. Daardoor is er een groeiend bezwaar tegen het triagesysteem. Het is de vraag of dat terecht is. Het hele triageproces is een punt van aandacht.’ Interessant is ook dat het gevoel van
onvrede van huisartsen deels een kwestie is van ‘beleving’. ‘Vroeger deed een huisarts zo’n 1.500 uur per jaar dienst. Nu zo’n 150 tot 250 uur. Dat is feitelijk veel minder dan in de vorige eeuw. Dat het toch als zwaar ervaren wordt, komt onder andere doordat het aantal mensen dat je als huisarts tijdens je dienst ziet, nu vele malen groter is dan vroeger. Als je dienst hebt, werk je 6 uur lang continu. Als daar dan ook nog eens veel mensen bijzitten van wie je weet dat ze best een dagje hadden kunnen wachten, dan is dat niet bevorderlijk voor de motivatie.’
Experimenten
Die bevindingen moeten vertaald worden naar oplossingen. Geboers: ‘We gaan de komende tijd op de posten aan de slag met experimenten om te kijken of we de werkdruk en het gevoel van werkdruk kunnen verminderen. Er zijn allerlei
17