GENOMINEERDEN SPORTPRIJS UTRECHT 2015
Sportman Utrecht Sander de Wijn - hockey Talent De Wijn komt tot volle wasdom Toen Sander de Wijn werd genomineerd voor Sportman van het Jaar 2011 in Utrecht, werkte hij hard aan zijn fysieke gestel. Hij sprak over “een inhaalslag”. En zie, in 2015 is het talent van de verdediger van Kampong (in 2008 overgekomen van het Nijmeegse Union) en Oranje tot volle wasdom gekomen. Daarvoor was meer nodig dan een fysieke inhaalslag alleen. “Jarenlange toewijding, hard werken, steun van mijn omgeving en de wil om beter te worden,” aldus De Wijn. “Bovendien heb ik mijzelf in 2015 meer als leider ontwikkeld.” Twee fonkelende prijzen pakte Sander de Wijn (25) afgelopen jaar. Met Oranje werd de EK gewonnen. Individueel was er de Gouden Stick, waarmee hij werd uitgeroepen tot beste speler van de Hoofdklasse. Kampong bereikte de finale van de play-offs waarin Oranje Zwart de sterkste was. “Een mooie prestatie,” zei De Wijn vorig jaar. En nu: “Natuurlijk hadden we liever gewonnen. Maar kijk ook naar de stappen die we de afgelopen jaren als team hebben gemaakt. Die ultieme bekroning moet nog even wachten, maar we gaan vol enthousiasme, energie en toewijding door om dat doel te halen. Ook al was het een moeilijk seizoen met de nodige perikelen, we hebben iets losgemaakt bij de club. Finale verloren maar harten gewonnen, werd gezegd. Dat is ook veel waard.” In de finale van de EK werd de vloer aangeveegd met Duitsland (6-1). Eerder verloor Oranje finales op de Spelen (2012) en WK (2014). De kentering kwam volgens De Wijn begin 2015 tijdens de stage in ZuidAfrika, aan de hand van de nieuwe bondscoach Max Caldas en zijn staf. Toch was er ook kritiek op het “saaie” spel van Oranje tijdens de EK, vooral van de media. “Dat heeft ons wel eens geïrriteerd, want het was verre van saai. Ik geloof dat we zelfs de meeste goals scoorden.” Inmiddels heeft De Wijn - ook uitgeroepen tot Sportman 2015 bij zijn club - tot 2020 bijgetekend bij Kampong. “Het is mijn club geworden, ik voel mij er thuis. Het heeft ook te maken met wat ik van thuis heb meegekregen; ik ben erg loyaal. Bovendien hebben we een mooi team.”
Sportman Utrecht Kaj Hendriks - roeien Eerst Rio en dan de Varsity Natuurlijk was Kaj Hendriks (28) blij met het brons op de WK in het Franse Aiguebelette, ook omdat de Holland Acht daarmee was geplaatst voor de Spelen. En toch, er zat meer in dan die derde plek. “Dat vertrouwen haalden we uit de race in de herkansing. Maar in de finale was één van ons wat ziekjes, het was geen optimale race.” Hendriks was in 2013 al Sportman van het Jaar in Utrecht na zijn wereldtitel in de vierzonder in Zuid-Korea. Een jaar eerder werd de roeier van Triton in dezelfde boot vijfde op de Spelen van Londen. Zijn tweede Spelen lonken, maar hoe zeker is hij van een plek? “Het moet wel raar lopen als dat niet lukt. Maar inderdaad, het is niet voor honderd procent zeker. Je kunt een blessure krijgen, zoals ik heb meegemaakt in 2014.” Hendriks lag er dat jaar lang uit vanwege een hernia. Lang roeide hij in de vier-zonder, nu in de Holland Acht, het vlaggenschip van de Nederlandse vloot. “Mijn hart ligt nog bij de vier-zonder. Komt ook door de mooie resultaten, want zo'n wereldtitel vergeet je natuurlijk niet. Maar dat brute geweld in de acht is ook heel mooi. En Nederland heeft een mooie geschiedenis met de acht.” Wat het in Rio ook gaat worden, na de Spelen pikt Hendriks de draad van zijn studie weer op en zet het vizier op de Varsity. Zoals hij ooit zei: “Ik stop niet met roeien voor ik die race heb gewonnen.” Dat lukte ook niet in 2015, hoewel Triton tot favoriet was bestempeld. Want met Hendriks en Harold Langen (óók Holland Acht) had de organiserende vereniging een superduo aan boord. Die andere twee in de Oude Vier tellen echter ook mee. “We hadden te weinig tijd voor de voorbereiding. Dat komt in 2017 wel goed. Niet dit jaar, de focus is nu volledig op Rio gericht.” Hendriks neemt de Varsity (sinds 1878) serieus. “Het is de historie, de eer voor de vereniging. Vorig jaar waren er zelfs oud-leden van Triton uit Zwitserland naar het Amsterdam-Rijnkanaal gekomen. Omdat het deze keer wellicht zou gaan gebeuren...” Ze konden de kleren aanhouden en op de kant blijven, zoals alle jaren sinds de laatste zege in 1967. En dat zit Hendriks dus dwars.
Sportman Utrecht Lars van der Haar - veldrijden Lars van der Haar en 'die twee' Als een duveltje in een doosje was Lars van der Haar aan de top gekomen. In Tábor (Tsjechië) had in januari 2015 de bekroning van die opmars moeten komen met de wereldtitel. Maar ineens stonden daar twee beloften, die besloten zich in te schrijven bij de elite. De titel ging naar Mathieu van der Poel, Wout van Aert klopte Van der Haar in de sprint om het zilver. “Zouden ze niet zijn overgekomen, had ik die wereldtitel gepakt. En nog veel meer wedstrijden gewonnen. Toch ben ik heel trots dat ik bij ze in de buurt zit. Die twee hebben het niveau enorm opgekrikt. Ze hebben het veldrijden ook veranderd. Zij rijden vanaf de eerste ronde volle bak en nemen onderweg nauwelijks gas terug. Dat was voorheen anders. Dan ging het ene rondje heel hard en de volgende twee wat rustiger.” Toch liggen de verhoudingen niet helemaal vast. Er zijn immers dagen dat Van der Haar - 24jaar en lid van De Volharding - uitpakt. Zo won hij in het najaar de WB-wedstrijd in Valkenburg en de strijd om de eerste Europese titel voor profs. En hoe dicht was hij niet bij de winst tijdens de WK in Heusden-Zolder, eind januari ( al telt dat niet mee voor zijn nominatie voor 2015). “Ik heb mijn momenten,” zegt de opvallend kleine (1.69 meter) renner. “Als ik een goede dag heb zoals tijdens de EK dan win ik.” Belangrijk is dan wel een parkoers dat hem ligt. “Om te winnen heb ik dat nodig. Ik heb graag een technische omloop, met veel korte klimmetjes. Afwisselend, dus ook met stukken waar je heel even kunt herstellen. Die twee zijn zo goed, het maakt hun niks uit. Het zijn allrounders.” Voor Vlamingen lijkt het veldrijden de belangrijkste bijzaak in het winterleven. Nederland doet goed mee, maar de concurrentie uit andere landen wordt minder. Jammer? “Ze doen wel mee,” zegt Van der Haar. “Nogmaals, het niveau is met Van der Poel en Van Aert enorm omhoog gegaan. De rest raakt dan vanzelf uit beeld, ze komen er niet meer aan te pas. Of dat jammer is? Mij maakt het niet uit waar de concurrentie vandaan komt. Of het nu een Zwitser is of een Belg.”
Sportvrouw Utrecht Inge Janssen - roeien Inge Janssen leeft in een achtbaan Met een krachtige eindsprint schoot de Hollandse dubbelvier in de finale van de WK, vorig jaar september, van de laatste naar derde plaats. Het brons betekende tevens olympische kwalificatie. “En er is ruimte voor verbetering,” zei Inge Janssen (26) na afloop. Waar die ruimte zit? “In het totale plaatje; fysiek, technisch en mentaal. Vooral technisch kunnen we nog stappen maken. Het is ook een van de lastigste roeinummers, het luistert heel nauw. Maar ook fysiek kunnen we beter worden, logisch.” Een rustige (nou ja...) opening en sterke eindsprint past wel bij het kwartet. Janssen: “We hebben vorig jaar vier, vijf internationale races zo geroeid, steeds met dit verloop. Toch zaten we op de EK in Poznan [zilver] dichter achter de Duitse boot. Op de WK lieten we in het eerste stuk meer liggen dan het plan was.” Die ervaringen neemt de ploeg mee in de lange voorbereiding op Rio. “We gaan verschillende scenario's oefenen en gaan er bij een wedstrijd ook een keer vanaf de start invliegen, zoals de Duitse boot altijd doet.” Een jaar lang in een tunnel, alles gericht op die ene dag in augustus 2016. Aan zoiets dacht Janssen niet toen ze acht jaar geleden vanuit Voorburg naar Utrecht kwam om te studeren en lid werd van Orca. “Voor de lol en gezelligheid. Topsport is me overkomen. Het is snel gegaan, alsof ik in een achtbaan zat. In roeien kan dat. Het is meetbaar, je weet al snel of je aanleg hebt.” De inzet voor Rio is een plak. “Het is topsport, je wil daar gewoon winnen. Maar je moet realistisch zijn; je hebt niet alles in eigen hand en de concurrentie zit ook niet stil. Realiteit is ook dat goud kán. Daarin moet je een balans vinden, dat moet je in je hoofd allemaal goed op orde hebben.” Dat de bemanning van de dubbelvier zeker is van een plek geeft in ieder geval rust. Net als de wetenschap dat ze geen idee heeft wat ze ná Rio gaat doen. De sociaal geografe: “Ik zie wel waaraan ik dan behoefte heb. Een vrij gevoel. Dat geeft ook rust, hoor.”
Sportvrouw Utrecht Dafne Schippers - atletiek Een wereldster uit Oog in Al Onlangs nog vloog ze even naar Los Angeles, businessclass uiteraard, voor een fotoshoot bij sponsor Nike. Onderdeel van een reclamecampagne met ook Mo Farrah en Allyson Felix. Na acht uur voor de camera's vloog ze terug. Het zegt alles over de wereldwijde status van Dafne Schippers sinds die verrukkelijke WK in Beijing, augustus 2015. Het meisje uit Oog in Al werd 'the sensational Defnie Sjippers'. Een jaar geleden was er nog de twijfel tussen zevenkamp en sprint. Zélfs bij de eeuwige discussie in de atletiek wie zich de koningin mag noemen; de winnares van de meerkamp of 100 meter. Ze kwam er niet uit. Nu zegt ze, met schaterlach: “Ik denk dat ik toch kies voor de winnares van de sprint.” In maart 2015 won ze goud op de 60 meter bij de EK-indoor. Daarmee voltooide Schippers (23) een unieke trilogie nadat ze in Zürich 2014 al Europees kampioene was op de 100 en 200 meter. Maar wat was dat waard tussen het Caribisch en Amerikaans sprintgeweld op de WK? Het antwoord kwam met zilver (100) en goud (200 meter) met toptijden; 10,81 op de 100 (Nederlands record) en 21,63 op de 200 meter (Europees record). Kreeg ze na Zürich al veel over zich heen, sinds Beijing is het een gekkenhuis. “Elke dag minstens vijf verzoeken voor interviews en weet ik wat,” zegt ze. Manager Ralph van Baasbank: “Van China tot Cuba en Amerika, van de BBC maar ook NBC, de Amerikaanse tv-zender die de olympische rechten heeft. Ze krijgt heel veel aanvragen om beelden te schieten tijdens een training. Dat kost energie en daar willen we voor waken. Meestal verkopen we “nee” hoe jammer Dafne dat ook vindt. Van nature werkt ze graag mee, maar we moeten keuzes maken.” De manager was wel wat gewend met Ranomi Kromowidjojo, die twee keer goud won in Londen 2012. “Zij kreeg ook heel veel over zich heen, vergelijkbaar met Dafne nu.” Schippers gaat volgens Van Baasbank heel goed met haar nieuwe status om. “We gaan enkele momenten inplannen voor de media, komend voorjaar. En dan is iedereen gelijk, van de NBC tot de media die haar al van jongs af aan volgen en waarmee ze ook iets heeft.” Druk van buitenaf deert Schippers niet. Sterker nog, ze geniet ervan. Het maakt haar alleen maar scherper, sneller. Over het doel voor Rio de Janeiro is ze bovendien uitgesproken; goud en niks minder. De zomer in Utrecht zal lang en onrustig zijn.
Sportvrouw Utrecht Leonie van der Molen, Marloes Nijhuis, Dagmar Genee, Amarens Genee, Vivian Sevenich - waterpolo Allen voor één, alles op Rio Natuurlijk voelde het als een kater, die verloren finale van de WK waterpolo in Kazan. “Ook al weet je dat Amerika sterker was, toen nog wel,” zegt Leonie van der Molen. Vivian Sevenich: “En we zaten er dicht bij, 5-4. Die gelijkmaker, dat hád gekund. Als je dan vijf minuten na afloop al met zilver op het podium luistert naar het Amerikaanse volkslied, sta je daar toch te balen.” “En dan vraag je je af,” zegt Amarens Genee, “wat je net beter had kunnen doen.” Haar zus Dagmar Genee: “Maar het houdt je ook hongerig.” Marloes Nijhuis: “Als je dan de volgende dag op Schiphol aankomt en alles is oranje, dan komt al snel de euforie over een mooi toernooi.” Amarens Genee: “We zijn sindsdien ook beter gaan spelen tegen fysiek sterke tegenstanders als Amerika, maar ook Australië en Canada.” Vijf speelsters, één gevoel over die verloren finale. Het schetst de ploeg die geen uitgesproken sterren kent en elk duel weer andere uitblinkers heeft. Daarom ook besloot de jury van de Sportprijs Utrecht alle vijf, in Utrecht wonende internationals te nomineren voor de titel van Sportvrouw 2015. Ze kwamen in de afgelopen jaren naar het NTC Waterpolo in Utrecht om hier training, wonen en studie te combineren. Met één doel: De Spelen van Rio de Janeiro. De dagelijkse trainingen in het zwembad op het terrein van de KNVB in Zeist zijn zwaar, eentonig soms. En op de vraag hoe ze er de lol in houden, komt wederom een eensluidend antwoord: “We hebben een leuk, hecht team.” Tijd voor iets anders dan trainen, eten, slapen is er nauwelijks. “En niet elke training waarin je diep gaat is leuk. Maar lijden hoort er bij,” zegt Nijhuis. Sevenich: “Toch is het geen straf om het samen te doorstaan. Dat is al de helft. En je weet waarvoor je het doet.” Amarens Genee is een van de weinigen die dit jaar nog vasthoudt aan haar studie bewegingswetenschappen aan de VU in Amsterdam, al is het op een laag pitje. “Ik vind het fijn om er iets naast te doen. Af en toe even de focus loslaten, iets gezelligs doen met elkaar.” Dagmar Genee: “We halen ook veel plezier uit de dingen die lukken, waarop we zo hard hebben getraind.” Dat leven in een tunnel is het allemaal waard als uit Rio iets moois mee naar huis wordt genomen. Omdat in januari ook de finale van de EK verloren ging, loopt de route naar Rio via het OKT in Gouda, eind maart. Een plek bij de beste vier volstaat. Of er twijfel is over de uitkomst? Vijf meiden, één antwoord: “Nee.” Amarens Genee: “Voor mij mag het morgen beginnen, ik ben er klaar voor.”
Sporttalent Utrecht Riechedly Bazour - voetbal Het gaat snel met Riechedly Bazoer FC Barcelona lonkt, SSC Napoli deed onlangs een bod van 25 miljoen euro op hem. Riechedly Bazoer is amper 19 jaar en de grote Europese clubs hebben de middenvelder van Ajax in het vizier. Voorlopig blijft hij bij Ajax. In ieder geval tot de zomer, liefst nog een jaar. “Maar ja, het is voetbal. Je weet nooit wat er kan gebeuren,” zegt zijn broer en zaakwaarnemer Irchandly. Hoewel hij officieel al debuteerde in de eredivisie op 6 december 2014, was 2015 het jaar van de doorbraak voor Bazoer. Aan het einde van dat jaar kwamen ook zijn eerste (drie) minuten in Oranje, tijdens het oefenduel tegen Wales op 13 november. En zo staat hij nu in de eregalerij van Utrechtse middenvelders in Oranje, met Willem van Hanegem, Jan Wouters, Gerald Vanenburg, Ibrahim Afellay en Wesley Sneijder. Hoe groot de namen ook, ze begonnen ooit als jochie op straat. Voor Bazoer was dat in de voetbalkooi in Betonbuurt. Zijn eerste stapjes op het veld maakte hij bij DHC, al snel gevolgd door Elinkwijk. Irchandly: “Tijdens een oefenpotje tegen PSV scoorde hij drie of vier keer. Hij kon meteen komen.” Riechedly moest toen nog tien jaar worden. Hoewel pas 15 werd hij in de zomer van 2012 al Europees kampioen met Oranje -17. Aan het einde van 2012 maakte hij een veelbesproken overgang naar Ajax en mocht hij tot het begin van het nieuwe seizoen geen wedstrijden spelen. Die overgang was volgens Bazoer zelf puur een sportieve keuze. Hij was amper 18 jaar bij zijn debuut in de eredivisie. Irchandly: “Het is allemaal snel gegaan. Ik drink wel eens een kop koffie met [Ajax-trainer] Frank de Boer, effe bijpraten. Dan zeggen we ook dat alles uitkomt wat we voor Riechedly hadden bedacht. Over zijn ontwikkeling is iedereen wel verbaasd. Natuurlijk speelt hij de ene wedstrijd beter dan de andere, maar een echte terugval heeft hij niet gehad.” Het voelt allemaal als een droom, erkent Irchandly. Ajax, Oranje en dan ook nog die belangstelling van het grote Barcelona. “Klopt, hij staat daar op het lijstje, als enige Nederlander. Je koopt er niet veel voor, er staan wel meer namen op.”
Sporttalent Utrecht Ayman Abdelghani Idrissi - judo Gek op gooien, sleuren en stoeien Stoeien vond hij al vroeg erg leuk. Toen zijn ouders dat zagen stuurden ze hem naar Ryu Mackaay in Lunetten, waar hij ook is geboren en getogen. “Vijf was ik. Beetje stoeien, duwen, de eerste basistechnieken van het judo.” Nu is judo voor Ayman Abdelghani Idrissi (17) meer dan een sport. “Het is een deel van mijn leven. Je kunt je agressie ook zo lekker kwijt. Gooien, sleuren. Het is nog altijd stoeien voor me.” Abdelghani Idrissi pakte in 2015 goud op de Dutch Open in Eindhoven, een sterk bezet Europees jeugdtoernooi. En er was zilver op de EK in de teamwedstrijd. Ook noemt hij zijn negende plek in Bremen als hoogtepunt. “Daar stonden judoka's van over de hele wereld. Brazilianen, Japanners.” Aan het einde van het jaar stond hij eerste op de Nederlandse ranking in zijn jeugdklasse (-73 kilo). Gevraagd naar zijn voorbeelden, spreekt Ayman over de Griek Ilias Iliadis. “Hij heeft een heel mooie judostijl. Maar ook Dex Elmont vind ik heel mooi. Ook -73, in die klasse gaat het om een combinatie van kracht en snelheid, mijn sterke punten ook. In de zwaardere klassen is het judo vaak trager, ik hou van dat snelle.” Inmiddels heeft de judobond hem gevraagd na de zomer te komen trainen op Papendal en het nieuwe NTC, waar judo, wonen en studie worden gecombineerd op één plek. Een leven dat volledig is gericht op topsport spreekt hem aan. Toch zou hij het eerste jaar nog graag thuis in Utrecht blijven wonen. “Het is een grote verandering, die maak ik het liefst vanuit huis. Om aan te kijken hoe het gaat.” De drive om de top te halen heeft hij zeker. Olympische dromen? “Ja natuurlijk, maar wie wil dat nu niet? Maar school is ook belangrijk. Ik doe nu eindexamen (havo) en heb één van de zeven trainingen in de week bij Top Judo Utrecht en de nationale jeugdselectie laten vallen. Dat moest niet van mijn ouders, dat wilde ik zelf. Ik zou judo ook minder leuk vinden zonder school of studie. Volgend jaar ga ik international business studies gaan doen, dat wil ik erg graag.”
Sporttalent Utrecht Laura Aarts - waterpolo Specialiste in onmogelijke reddingen Tussen het bloedhete Grand Départ in Utrecht en de wonderbaarlijke WK van Dafne Schippers, was er tijdens de zomer van 2015 ineens een opmerkelijke rol voor de 18-jarige Laura Aarts, keeper van Oranje op de WK waterpolo in Kazan. De meest onmogelijke ballen stopte ze soms, alsof ze al jaren meedeed op het hoogste niveau. “Ik heb na de WK heel veel over me heen gekregen. Veel publiciteit en op Twitter en Facebook was het echt chaos.” Ze was als reserve afgereisd naar Kazan en kreeg haar kans tijdens de tweede poulewedstrijd tegen Griekenland als vervanger van Debbie Willemsz, tot dan de nummer één. “Dat was in het laatste kwart. Het ging goed, ik stopte een penalty.” Hoewel ze de volgende wedstrijd weer aan de kant bleef, viel de keuze vanaf de kwartfinales op Aarts. Met als hoogtepunt de penaltyreeks in de halve finale tegen aartsrivaal Italië, waarin ze de beslissende redding op haar naam schreef. Daar bleef het bij, want Team USA was in de finale net te sterk (5-4). Aarts begon op haar zesde met voetbal in Beuningen (bij Nijmegen), ook als keeper. “Dat heb ik tot vier jaar geleden nog gedaan.” Toen ze elf was ging het voetbalteam een keer naar het zwembad om te waterpoloën, bij een vader van een van een ploeggenoot. “Ik zocht mijn moeder op de tribune toen op. Dit wil ik ook, zei ik. Ik heb nog jaren getraind bij die vader, Wilfried de Laat. Hij is ook keeper.” Twee jaar geleden verhuisde ze naar Utrecht om te trainen bij het NTC, waar alles is gericht op de Spelen van Rio de Janeiro. “Waterpolo is mijn hobby, het is momenteel ook het enige dat ik doe. Dagelijks trainen in dat kleine zwembadje in Zeist op het terrein van de KNVB. Van dat bad worden we niet vrolijk, van al die trips naar het buitenland wel.” De route naar Rio loopt via Gouda en het OKT, eind maart. Aarts: “We hebben tegen elkaar gezegd dat we hoe dan ook naar Rio gaan. En in Rio gaan we voor een medaille, niks minder. Doelen stellen geeft betekenis aan het leven, zeker in de topsport.”
Sportcoach Utrecht Gijs Ronnes - beachvolleybal Gijs Ronnes moet maar zien waar hij zit Hij is coach van wereldtoppers. Maar tijdens wedstrijden zie je Gijs Ronnes niet. Ingrijpen vanaf de bank mag hij niet. Ook niet tijdens de WK-finale waarin Reinder Nummerdor en Christiaan Varenhorst vijf matchpoints onbenut lieten. Waar de bondscoach van de Nederlandse beachvolleyballers was? “Het was vol op de tribune, ik zat op een trap. Met spanning natuurlijk, maar ik ga niet van alles roepen.” Die avond in juli op de Haagse Hofvijver was een domper, een smetje op een topjaar. Want de duo's Brouwer/Meeuwsen (2) en Nummerdor/Varenhorst (4) eindigden hoog in de world ranking van 2015. Het eerste duo was beter in de reeks toernooien in de World Tour, ook al pakte het tweede duo medailles op WK en EK (brons). De werkvloer voor Ronnes (38) is het zand van Lindobeach, de sporthal in Scheveningen. Daar traint Ronnes dagelijks met de vier wereldtoppers. Ze maken elkaar sterker maar zijn dus ook grote concurrenten. “Ze hebben elkaar nodig. Het doel van de organisatie, van Beachvolleybalteam Nederland, is een medaille op de Olympische Spelen. Maar elk team heeft zijn eigen doel. Dat bespreek je apart, niet met z'n allen. Terwijl ze heel vaak samen zijn, samen trainen, samen op stages gaan. Het zijn nog eens vrienden ook.” Als dat al complex is, moet Ronnes de duo's ook nog leren zichzelf te coachen in wedstrijden. “Wie neemt dan de beslissingen? En er is wel eens onderlinge strijd over de juiste tactiek. Daarom staat hier ook eens per week een sportpsychologe in het zand. Van volleybal weet Jutta Hulshof niet veel, ze observeert hoe de jongens communiceren. Bij ons is dat even belangrijk als bijvoorbeeld de fysieke training.” Ronnes is 120 à 150 dagen per jaar van huis. “Daar kun je jaloers op zijn, het zijn meestal vakantieplekken.” Klinkt allemaal geweldig, maar dan schieten er zaken bij in. Hij heeft ook nog een gezin en hij houdt weinig tijd over voor zijn rol bij volleybalclub Utrecht als trainer van de jeugdcoaches. “Ik draag nu slechts een heel klein steentje bij. Dat spijt me, het is zo'n leuke club.”
Sportcoach Utrecht Willem Wouter Gerritse - waterpolo Willem Wouter Gerritse houdt van risico's Het is waar, er zat een zeker risico in. Zijn laatste wapenfeit als waterpoloër was zijn benutte strafworp in de slotseconden waarmee UZSC in 2014 de bekerfinale won. Willem Wouter Gerritse (33) volgde daarna Robin van Galen op als coach. Hoe ervaren hij ook was als speler (zeven jaar in Hongarije, Frankrijk en Spanje), als coach moest hij nog alles bewijzen. “Dus was er een afbraakrisico. Maar daar hou ik juist van. Een leven zonder risico is oersaai.” Het pakte goed uit. In zijn eerste jaar als coach pakte hij met UZSC de landstitel en Supercup, al was ook het bereiken van de bekerfinale een doel. “Het ging niet het hele seizoen goed. Het was fantastisch met veel up's en ook down's. Maar niets is zo mooi als het overwinnen van tegenslag.” Raar was het wel om plotseling coach te zijn van een speler zoals Roeland Spijker. “Ik heb jarenlang met hem in Oranje gespeeld. Belangrijk is dat juist die ervaren spelers in de juiste rol zitten. Dat vraagt om veel communicatie. Roeland is aanvoerder, mijn verlengstuk in het water.” Tijdens zijn buitenlandse jaren leerde hij wat nodig is om op hoog niveau te presteren. “Die norm kun je hier niet zomaar opleggen, waar ik prof was. Dat zijn deze jongens niet, maar ik vraag zeker wel om een zekere discipline.” ”Ik word er,” vervolgt Gerritse, “kriegelig van als afspraken niet worden nagekomen, al begrijp ik ook wel dat we niet in Hongarije zijn. De valkuil is ook dat je als coach probeert dertien kopietjes van jezelf te maken. Maar ik verwacht wel een bepaalde mentaliteit. Daar is ook aan gewerkt. We hebben niet eens de meeste kwaliteit in het water, we opereren wel als geheel. Geen eenheidsworst, hoor. Want als elke speler hetzelfde is, kan de tegenstander je makkelijk lezen. Ik wil wel dat het team iets onoverwinnelijks heeft.” Nee, spijt van zijn overstap heeft Gerritse niet. Hij mist het ook niet, een potje waterpolo. “Geen seconde. Ik denk dat ik sinds die beterfinale in 2014 twee keer in het water heb gelegen. Hooguit vijf minuten. Maar ik heb thuis nog wel een heleboel zwembroeken liggen.”
Sportcoach Utrecht Marieke Dijkstra - hockey Weer een kroon voor zaalkoningin Dijkstra Marieke Dijkstra (37) verzamelde in haar loopbaan een indrukwekkende collectie medailles en titels in het zaalhockey. De zaalkoningin wordt ze dan ook wel genoemd. Drie landstitels met Kampong als speelster, drie als coach. In 2007 werd ze met Oranje wereldkampioene als speelster. Als bondscoach pakte ze in 2014 al de Europese titel en vorig jaar de wereldtitel. Een kroon op het werk, zogezegd. Ook al speelde ze 13 interlands op het veld, Dijkstra heeft iets met de zaal. “Ik vind het gewoon een ontzettend leuk spelletje, ik geniet er echt van. Ook nu nog speel ik wel eens mee. Het blijft leuk, vooral het tactische met alle combinaties die mogelijk zijn. Veld is ook leuk, maar ik ben in het zaalhockey gegroeid. En ik ben er goed in, dat maakt natuurlijk ook uit. Hockey in de zaal is een ander spel, het heeft een andere dynamiek. Tactisch ook anders omdat je alleen over de grond mag spelen. En dat ligt me.” Oranje is internationaal aan de top gekomen, omdat het tactisch progressie boekte. “Techniek en snelheid hadden we al. We zijn tactisch vernieuwend geweest. Dat moest ook wel omdat de FIH besloot twee jaar geleden om vijf tegen vijf te gaan spelen, met vier veldspelers dus. Ik denk dat we slim hebben ingespeeld op die verandering. Sinds begin dit jaar is het weer zes tegen zes en eerlijk gezegd vind ik dat wel mooier. Je kunt mooiere combinaties maken.” Dijkstra had als coach in 2015 ook succes met de mannen van Voordaan, die promoveerden naar de Hoofdklasse. Op het veld dus. Wat het verschil is in het coachen van mannen en vrouwen wordt haar vaker gevraagd. “Dat is moeilijk aan te geven. In de kern is het hetzelfde. Iedere speler wil waardering en duidelijkheid. Misschien dat mannen wat vaker de dingen onderling met humor oplossen, maar ik heb ook wel in teams gezeten waar dat zo ging.” Het jaar 2016 begon voor haar met opnieuw een Europese titel in de zaal. “Maar als we met Voordaan dit voorjaar rechtstreeks in de Hoofdklasse zouden blijven, zónder play-outs dus, dat zou het allervetst zijn. Dan zou ik heel trots zijn.”
Sportploeg Utrecht RUS dames 1 - rugby Vierde landstitel op rij voor stoere meiden Het is guur, ijzig koud en het regent ook nog pijpenstelen. Weer om binnen te blijven. Maar Fenna Stomps en Roos van Burden gaan naar buiten, lekker trainen. “Ach, als je eenmaal warm bent.” Stoere meiden, die Rugbyende Utrechtse Studentes. In 2015 pakte RUS de vierde landstitel op rij. In de finale van de play-offs werd AAC, de Amsterdamse aartsrivaal, andermaal verslagen. En dat is knap, heel knap. Aan de top komen is een prestatie, aan de top blijven is nu eenmaal moeilijker. Stomps, de captain: “Iedereen wil van de kampioen winnen. Het spel is harder, ze houden zich niet in.” Bij RUS bleef na de vierde titel veel hetzelfde. Ook het beleid. Voorzitter én speelster Van Burden. “Bij ons staat de community rond het veld ook ín het veld.” Wel zwaaiden enkele goede speelsters af, zoals Sylke Haverkorn vanwege een blessure. Maar na het opheffen van de nationale Sevens ploeg (die zich niet kwalificeerde voor de Spelen in Rio) keerden de speelsters terug in de nationale competitie. Ook naar RUS. “Per saldo zijn wij er op vooruitgegaan, net als AAC en eigenlijk de hele competitie,” aldus Stomps. “Het niveau ligt hoger, ik geniet ook echt van de wedstrijden tegen AAC.” RUS moest in 2015 afscheid nemen van haar opmerkelijke hoofdsponsor. De vierde titel werd nog gewonnen met de naam van oh la la shop Christine le Duc op de bips. Stomps: “Maar we hebben een nieuwe; de lijn van damestassen van Frederiek Waninge, een oud-RUSje. UitgeRUSt dus.” De WK rugby (mannen), afgelopen najaar, heeft het rugby in Nederland geen windeieren gelegd. Ook bij RUS meldden zich veel nieuwe leden. Van Burden: “Negentien groentjes. En mensen begonnen ook allerlei vragen te stellen. Over de wedstrijden, de acties, over Tim Visser. Rugby was ineens heel populair.” Bij RUS hopen ze op een nieuwe titel, al kruipen AAC en ook het Utrechtse URC dichterbij. Stomps: “Een vijfde titel, een lustrum. Dat zou de kers op de slagroomtaart zijn in het jaar dat we ons zesde lustrum vieren. Een mooi cadeau. Daar werken we ook hard voor.” In weer en wind.
Sportploeg Utrecht UZSC heren 1 - waterpolo Onvergetelijke weken in zwembad De Krommerijn Terug naar die zondag 17 mei. De dag dat het schuifdak van zwembad De Krommerijn er bijkans áf ging, de dag dat Het Ravijn met 9-4 werd verslagen en UZSC landskampioen werd. Voor het eerst in de historie van de club uit 1912. “Het eerste dat we deden was coach Willem Wouter Gerritse in het water gooien. Daarna lag álles in het water, ook de champagne.” Loek Foster (22) krijgt er weer kippenvel van, de ogen van Derk Garos (24) glimmen. De twee spelen al sinds hun jonge jeugd bij UZSC, zoals veel teamgenoten. Foster: “En dat geeft iets extra's. De ontwikkeling van de clubs is zo mooi, een droom. Een landstitel? Dat was tien jaar geleden ondenkbaar. Toen die ballon hier nog stond werden we uitgelachen.” Toch begon die droom van UZSC wel in die jaren waarin het oude buitenbad in de wintermaanden met een opblaashal werd overkapt. Foster zat in de generatie die drie landstitels bij de jeugd won. Het eerste seniorenteam speelde in 2010 nog in de tweede klasse, De opmars kwam met de doorgestroomde talenten, aangevuld met wat oudere spelers van buitenaf. Aanvankelijk buitenlanders, later Nederlandse topspelers als Roeland Spijker, Joep van den Bersselaar en Yoran Frauenfelder. In 2014 werd de beker gewonnen, een jaar later dus de landstitel én Supercup. UZSC heeft al met al nog altijd een jonge ploeg. Foster: “Als we er niet met z'n allen vól voor gaan, valt er iets weg. Maar tijdens de play-offs stonden we er.” Garos: “Benjamin Hoepelman was zó goed. En zijn broer, keeper Ruben, won in de eerste wedstrijd van de finale de penaltyreeks. Hij pakt er drie van de vijf.” Foster: “Onze traagste man in het water, Marc Winkelhorst, scoorde uit een counter. Een heel belangrijke ook nog.” Zo viel alles op z'n plek in die weken, met de apotheose op 17 mei. Garos haalde al feestend het ochtendkrieken. Slapen deed hij die onvergetelijke weken in april en mei toch al slecht. Hij is reservekeeper, bankzitter: “Je laadt je voor elke wedstrijd op, staat stijf van de adrenaline maar je kunt het niet kwijt.” En Foster? “Ik was na afloop kapot, helemaal leeg. Ik ben na een aantal biertjes naar huis gegaan. Naar bed.”
Sportploeg Utrecht Kampong hockey dames 1 - zaalhockey Trots op zevende landstitel Het kwam uit de lucht vallen. “Een beetje toeval, met wat mazzel,” zegt Floortje Plokker. Dat Kampong in de halve eindstrijd MOP overtuigend (8-3) aan de kant schoof en zo in de finale kwam was al heel mooi. Verrassend was ook dat favoriet Den Bosch daar niet stond. Nu, tegen HDM, kwam het onbevangen Kampong al vroeg op een grote voorsprong (6-1) in de finale om de zaalhockeytitel. Het werd 7-2 uiteindelijk. “Met dank aan de Duitse Julia Müller, die in de finale vier keer scoorde. Een heel goeie zaalhockeyster.” Een jaar later is veel anders in de ploeg. Alleen de internationals Alexandra Heerbaart, Kiki van Wijk en Marijn Veen zijn nog over van de kampioensploeg. Het heeft alles te maken met de veldselectie; speelsters als Xan de Waard (SCHC), Laurien Leurink (Laren) en Julia Müller (Amsterdam) vertrokken afgelopen zomer. “Op het veld halen we steeds net niet de play-offs,” vertelt Plokker. “Dan gaan die speelsters naar clubs waar ze die wel kunnen spelen.” Dat Plokker zelf dit seizoen niet meedoet in de zaal heeft andere redenen. “Ik loop nu stage en dat is moeilijk te combineren. Ik wilde wel bij het team betrokken blijven en ben nu teammanager.” En zo reist ze ook binnenkort mee naar Minsk voor de strijd om de Europacup, de bonus voor het behalen van de landstitel. Plokker werd dus kampioen met Kampong hoewel zaalhockey 'niet mijn lievelingssport is'. Ze noemt zichzelf ook geen topper in de zaal. “Maar die titel weegt voor ons heel zwaar, we zijn er trots op.” Het kampioenschap van 2015 was al de zevende voor de vrouwen van Kampong sinds 2005. Plokker: “We nemen het serieus, hebben ook een trend gezet als club. Zeker ook met hulp van Marieke Dijkstra, de zaalkoningin van Kampong. Zaalhockey krijgt minder aandacht dan veldhockey, maar het is goed om in de wintermaanden als team samen te blijven spelen. Je wordt er technisch ook beter van. In de zaal zijn zaken als discipline en afspraken maken belangrijk en je ziet dat dat op het veld ook steeds belangrijker wordt. Het spel wordt ook daar steeds strakker.”
Sportvereniging Utrecht SV Kampong Wheely's - rolstoelhockey Bij Wheely's wordt beperking bijzaak “Ik ben bezeten, zoals de meesten hier. Waarom? Het is snel, technisch. Ik ben thuis ook altijd aan het oefenen. Balletje slaan in de keuken of de gang,” vertelt Marjolein van Leeuwen terwijl achter haar de rolstoelen flitsen door het gymzaaltje van de Mytylschool, nabij het sportcomplex van Kampong. Inderdaad, het spel is verrassend snel en technisch, spelers wenden en keren en schieten uit onverwachte hoek op het doel. Kampong Wheely's bestaat 16 jaar, als zelfstandige loot aan de Kampongboom. Met elf teams en 71 leden is het de grootste club in het land, zeker sinds The Dolphins uit Amsterdam opging in de Utrechtse club. De leden komen uit het hele land, tot Goes en Enschede aan toe. “We rijden met de touringcar door het hele land op competitiedagen. Dat zijn lange dagen, van 's ochtends acht tot 's avonds acht,” vertelt Marit Dhondt. Zij richt zich op de E-tak (elektrisch), zoals Berri van Manen belangrijk is als speler en trainer voor de E en H-selectie (hand aangedreven). Bert Bogaard verzorgt de training en coaching van de H-jeugd. “We doen alles samen,” vertelt Van Manen. “We zitten op één lijn. Sfeer is bij ons belangrijker dan prestatie, de persoonlijke ontwikkeling staat voorop.” Ook in gehandicaptensport draait het om aanpakken, discipline, doorzetten. “Maar hier gaat het soms om mensen met verminderd zelfvertrouwen,” zegt Dhondt, ook psychomotorisch therapeute. “Daar werken we hier aan. Thuis worden ze vaak wat beschermd, hier moeten ze zelf maar zien hoe ze de stick van de grond oprapen. Zo ontdekken ze dat ze meer kunnen dan ze dachten.” Van Manen: “Het gaat hier niet over de beperking, maar over wat je wél kan. Ook hier is verlies balen, winst is vreugde. Beperking wordt een bijzaak.” Mr. Wheely wordt Van Manen genoemd. Hij is goalie bij Oranje en bij Wheely's H1 dat in 2015 landskampioen werd. En hij is coach van H2 dat promoveerde naar de hoofdklasse. Ooit speelde hij drie wedstrijden met een gebroken hand. Dhondt: “Er moet veel gebeuren voor iemand afhaakt met een blessure. We hebben spelers die beademd worden, die met griep toch het veld op willen. Zo belangrijk is sport voor ze.”
Sportvereniging Utrecht Synergo - korfbal Synergo groeit en bloeit Van neerwaartse spiraal naar inspirerend voorbeeld. Aan de Loevenhoutsedijk voltrok zich een wondertje. Ooit was Samos daar de grootste korfbalclub van de stad. Zo'n twintig jaar geleden was daar nog weinig van over, met slechts vijf jeugdteams. Samos fuseerde met DVS tot Synergo (1996). “Dat zorgde wel voor wat groei, maar niet genoeg,” vertelt voorzitter Anne de Roos. “We begonnen ons de vraag te stellen hoe we konden overleven.” Synergo vond antwoorden. “Groeien is bloeien,” zegt De Roos. “Door te boeien. Van nieuwe leden, maar ook de bestaande leden. Zij vormen immers de basis voor het kader. Alle teams kregen een eigen trainer, gingen twee keer in de week trainen.” Voor Synergo is aandacht voor alle leden en gelijkwaardigheid belangrijk. Bovendien werd in de persoon van Rob Lof een coach voor de jeugdcoaches aangetrokken. Voor de instroom van nieuwe leden zette Synergo stevig in op de scholen. Het schoolkorfbaltoernooi telt jaarlijks 1100 deelnemers van scholen uit Tuindorp, Tuinwijk, Ondiep en Overvecht. Sinds 2012 is overdag een combinatiefunctionaris actief op de scholen. Ineke Engels: “Zelfs bij de allerkleinste scholieren, de kangeroes.” Opmerkelijk was de rol van Mamoun El Loukili. Ooit als korfballende Marokkaan een grote uitzondering, later introduceerde El Loukili de sport in Marokko en droomt nu van een interland tussen Oranje en Marokko. Bij Synergo nam hij het voortouw om Overvecht in te gaan. De Roos: “Hij stapte die cultuur in. Het groeit, maar het is een langzaam proces. Het gaat stap voor stap.” Engels: “Mamoun zegt dat we bij de moeders moeten zijn. Beetje sporten, na afloop gezellig samen zijn, elkaar beter leren kennen en uiteindelijk uit de wijk naar Synergo. En dan de kinderen meenemen.” Het bruist weer aan de Loevenhoutsedijk, met 22 jeugdteams en 14 bij de senioren. De Roos: “We voelen ons nu goed, op de club is het sociaal en warm. We kijken om ons heen en willen het delen met de wijken om ons heen. Waarom zouden we niet samenwerken met die MBO aan de overkant van de weg? Ze hebben een koksopleiding, misschien kunnen we iets combineren met onze kantine.”
Sportvereniging Utrecht USSV Softijs - schaatsen Schaatsen op alle niveaus bij Softijs Woensdagavond, tien uur, De Vechtsebanen. Als de zamboni's hun werk hebben gedaan ligt het ijs er weer als een spiegeltje bij. De eerste studenten schieten voorbij in hun snelle, rode schaatspakken. In de buitenbocht bewegen beginners zich wankel voort, gekleed in dikke winterjassen en spijkerbroek, zich vasthoudend aan de luchtkussens. Softijs, ijsclub voor studenten, is er voor élke schaatser, met trainingsgroepen op acht niveaus. Van licentiehouders tot krabbelaars. Gezelligheid staat centraal bij de USSV Softijs. Nieuwe leden worden snel opgenomen in de club, met de inzet ook van papa's en mama's; oudere leden die de nieuwe op sleeptouw nemen en wegwijs maken in de club. “Zo'n eerste training,” zegt voorzitter Malou Hiemstra (22) “is toch altijd een beetje eng. We willen dat ze zich meteen thuis voelen bij ons.” Softijs werft actief onder buitenlandse studenten in Utrecht. “Ze hebben dikwijls nog nooit op schaatsen hebben gestaan. Geweldig. En ze gaan vooruit, hoor.” Die studenten zijn soms na een halfjaar weer weg uit Nederland. Maar dat deert ze bij Softijs niet. “Wat is er nu Nederlandser dan leren schaatsenrijden als je hier bent?” Hiemstra werd zelf ook snel opgenomen in de club. Heel snel zelfs. Afgelopen zomer kwam ze naar Utrecht voor de lerarenopleiding, werd lid van Softijs en meteen voorzitter. Schaatsen deed ze vroeger bij de Stokvisdennen, de club van Erben Wennemars in Dalfsen. Ze was goed, zat in de regionale selectie maar kwam net te kort voor de nationale top. En nu is ze als Softijs zelf; gedreven en serieus óp het ijs, naast de baan vooral op zoek naar de gezelligheid van het studentleven. Borrelen na de training, borrelen in de stad, uitstapjes naar het buitenland of - onlangs nog - naar Groningen: “Vier dagen schaatsen en bier drinken.” Softijs telt 200 leden van wie er 35 een licentie hebben als wedstrijdschaatser. Ze richten zich op de nationale studententitels, maar ook marathonschaatsen en massastart. Hiemstra: “We hebben een ploegje opgericht, besteden er aandacht aan. Dat heeft effect, we worden steeds meer zichtbaar tijdens de C-competitie, elke zondagavond op De Vechtsebanen.” Het gaat goed met Softijs. Toch wordt nu gewerkt aan een meerjarenplan voor vijf jaar. “Omdat het beter kan. Meer leden, hogere kwaliteit van trainingen. En meer mensen op de borrels.”
Sportvrijwilliger Utrecht Hans Galesloot De vliegende keep van De Halter Zo bijzonder vindt Hans Galesloot (49) het zelf niet. Hij is nu eenmaal een mens van 'wie goed doet, wie goed ontmoet' en van 'ik kijk om me heen en ik kijk vooruit'. Logisch dus dat hij in september aan de lijn hing bij sportwethouder Paulus Jansen. De vluchtelingen in de Jaarbeurs konden wel douchen bij De Halter. “Ik wist dat ze bij de Jaarbeurs geen douches hebben. Wij wel. En weet je, we zitten in een gemeentelijk gebouw en onze drie combinatiefunctionarissen worden ook betaald door de overheid.” Die douches bleken al geregeld. Wel kwamen groepjes vluchtelingen een uurtje sporten op zaterdag in het clubgebouw nabij de Jaarbeurs. Het mooie van het gebaar zit vooral in de vanzelfsprekendheid. Het past bij de krachtsportvereniging die zo'n tien jaar geleden al de deuren van De Oude Veiling opende voor de bewoners van de nieuwe woningen rond het Heycopplein. En de club doet zoveel meer, het is teveel om op te noemen. Van het 'groeien door stoeien' voor basisscholen tot buurtfitness voor senioren. En vergeet het Eastern Wrestling Tournament niet. De Halter bloeit. Het resultaat van alle inspanningen is dat Utrecht volgens Galesloot nu meer worstelaars kent dan judoka's. Bij die vele activiteiten speelt hij een voortrekkersrol. De man van ideeën en visie, die kansen ziet en grijpt deze. “Ik heb geen bestuursfunctie, ben vrijer dan een vliegende keep. Maar het bestuur fluit me ook wel eens terug. Nu even niet, Hans. Dit gaat te ver.” Er was ook triest nieuws in 2015 voor De Halter, met het overlijden van Loek Alflen en Nol Kooijmans. De dood van erevoorzitter Kooijmans roert hem nog altijd. “Hij bokste het voor elkaar dat ons clubgebouw kon blijven in de nieuwe wijk. Dat was zo essentieel in de ontwikkeling van de club.” Enkele uren na het trieste bericht in de nacht van 10 op 11 september veroverde Jessica Blaszka - opgeleid in Landgraaf, trainend in Zweden, maar actief bij De Halter - brons op het WK in Las Vegas. Als eerste Nederlandse worstelaarster ooit plaatste ze zich daarmee voor de Olympische Spelen. Galesloot: “Een prestatie vergelijkbaar met die van Dafne Schippers.”
Sportvrijwilliger Utrecht Bart Merkus Een staaltje van ongekende clubtrouw In het clubgebouw van Zwaluwen Utrecht 1911 hangt een kleine eregalerij met foto's van voetballers als Jan Wouters, Mark Verkuyl, Willy Carbo, Rob de Wit. “Ik heb Jan Wouters nog een half jaar getraind,” vertelt Bart Merkus. “Een felle hoor. Toen we verloren tijdens een toernooi bij Zwaluwen hadden, aan de overkant, liep Jan huilend van het veld.” Het waren de gouden jaren van de VV Utrecht, dik in de vorige eeuw. Spelers van Utrecht schopten het tot prof en zelfs Oranje. “Als club hebben we er weinig aan gehad, maar voor die jongens was het natuurlijk fantastisch.” Bart Merkus heeft het allemaal meegemaakt. Hij is nu 78 en daarmee al 68 jaar lid. “Je mocht in die tijd pas lid worden als je twaalf was. Ik was wat langer en mocht op mijn tiende al meedoen. Stiekem dan.” Achttien jaar speelde hij in het eerste, pas op zijn 52ste stopte Merkus. “Mijn knie hield er mee op en ik ben gaan fluiten. Dat doe ik nog. De jeugd dan, want senioren... Je doet het nooit goed.” Al zestig jaar is hij vrijwilliger bij zijn club. Een staaltje van clubtrouw zonder weerga. Voorzitter, secretaris, trainer, barman, materiaalman, scheidsrechter, gastheer; wat heeft Bart Merkus in al die jaren niet bij Utrecht en later, na de fusie, Zwaluwen Utrecht 1911 gedaan? “Penningmeester,' zegt hij. 'Dat beheerste ik niet.” Ook nu nog is hij actief. Behalve scheidsrechter, haalt hij wekelijks oud papier op en is hij elke vrijdag in de weer op het complex. Onderhoud van de velden, schoonmaken, lijnen trekken. Het laat zich raden waar het clubje van een man of vijf dan vaak over praten. Over vroeger. Over de tijd dat er op het complex nog geen kantine stond en het clubleven zich in cafés in de binnenstad afspeelde, over dat jaar dat Piet Kraak trainer was en Utrecht ongeslagen kampioen werd, over de rijwielzaak van Sander Koppen aan de Lange Jufferstraat waar veel leden overdag even binnenwipten. De club is zijn leven. Zijn drie kinderen groeiden er op en nu staat hij bij zijn kleinkinderen langs de lijn, als hij niet de scheidsrechter is. “Ik vind het nog altijd hartstikke leuk.” Toch is er ook dat gemis sinds zijn vrouw vorig jaar overleed. “Ze heeft hier 35 jaar in de keuken gestaan... Bep is nog benoemd tot Lid van Verdienste. Ze was geen eens lid, nooit geweest.”
Sportfoto Utrecht In de zoektocht naar de mooiste Utrechts Sportfoto van 2015 zijn er bijna 150 inzendingen gekomen van iedereen die in het jaar 2015 in de gemeente Utrecht een sportfoto heeft gemaakt. Al deze foto’s vormen een kleurrijk pallet van de Utrechtse sport(wereld). De jury heeft uit alle inzendingen 12 juryfavorieten gekozen. Deze maken allen kans op prijs 1-2-3 van de vakjury. Daarnaast wint de foto met de meeste likes in het facebook fotoalbum de publieksprijs. De winnaars van zowel de vakjury als de publieksprijs worden bekendgemaakt op 17 februari 2016 tijdens de feestelijke avond van de Sportprijs Utrecht 2015 waar ook de Utrechtse sportman, sportvrouw, sporttalent, sportcoach, sportploeg, sportvereniging en sportvrijwilliger gehuldigd worden! Deze fotowedstrijd is een onderdeel van de Sportprijs Utrecht en wordt georganiseerd in samenwerking met het Mulier Instituut. Facebook fotoalbum: https://www.facebook.com/media/set/?set=a.1062727583740137.10737 41868.143200875692817&type=3