6 minute read
Repo V.VAK
by Stad Aalst
V.VAK
waakhond van ons bouwkundig erfgoed
Luc, Tine, Joris en Ilse zijn behoeders van ons Aalsters bouwkundig erfgoed.
Het oude begijnhof, de overdekte botermarkt en de stadsschouwburg (Hopmarkt) en tal van andere bouwkundige pareltjes overleefden de vernieuw/vernielzucht van halfweg de vorige eeuw niet. De volgende op dat macabere slooplijstje zou toen het Oud Hospitaal (nu Stedelijk Museum) worden, maar gelukkig staken enkele wakkere burgers daar een stokje voor. Ze verenigden zich in 1952 onder de naam Vereniging voor Aalsters Kultuurschoon (V.VAK). Vandaag is de V.VAK nog altijd de waakhond van ons bouwkundig erfgoed. “Wij zijn wel eens de luis in de pels van het stadsbestuur.”
CHIPKA spreekt af met huidig voorzitter Joris Bouve, secretaris Luc Van Der Helst, penningmeester Tine Mertens en Ilse Top (PR) bij een recent van de sloop gered kunstwerk: het glas-in-loodraam bij de nieuwbouw van WZC Sint-Job, van de Aalsterse kunstenaar Theo Meersman. “Hadden we niets ondernomen, dan was dit stukje erfgoed bij de sloop van het oude rusthuis verloren gegaan.” Missie geslaagd. Dit najaar reikt de vereniging opnieuw haar jaarlijkse V.VAK prijs uit, een geldprijs voor een waardevol rrestauratie-, renovatie- of landschapsproject in de stad. Die prijs werd door bijdrage van de stad recent opgetrokken naar 5 000 EUR.
Veel afgebroken
“Het toont aan dat de stad ons werk waardeert, ook al zijn we wel eens de luis in de pels", lacht Joris. “We bese en wel dat de stad ook niet alles in het oog kan houden. De samenwerking verloopt goed en er is ruimte voor kritische dialoog. De jongste jaren merken we dat het thema veel meer lee . Oude stadsbeelden worden vaak
“We moeten opletten dat we vandaag met waardevolle woningen uit de jaren '50 en '60 niet dezelfde fouten maken uit het verleden” | Tine
gedeeld en becommentarieerd op sociale media. In steden als Mechelen of Leuven is veel meer bouwkundig erfgoed bewaard en beschermd dan hier. Kijk bijvoorbeeld naar onze Nieuwstraat, daar is heel wat afgebroken. Toen bekend raakte dat de gevel van de vroegere Standaard Boekhandel gesloopt zou worden, kwam daar op sociale media héél veel reactie op.”
Dirk Martensstraat – V.VAKstraat
Luc knikt: “In de jaren ’70 hielpen we mee om de sloop van de kapel in de Kattestraat te verhinderen. Dat blij toch een grote verwezenlijking. De oorspronkelijke kapel dateert uit 1470. Nu zou men nooit meer op het idee komen om zo’n bouwwerk te slopen. Maar we moeten blijven ijveren voor de bescherming van geklasseerde gebouwen. In de Dirk Martensstraat bijvoorbeeld, waar we vorig jaar al voor de vijfde keer een V.VAK prijs mochten uitreiken, zou eigenlijk 2/3 van de straat beschermd moeten worden. De Désiré De Wolfstraat, langs het stadspark, is ook zo’n mooi voorbeeld. En nu houden we de toestand van het beschermde Huis ‘Erve De Stove’, tegenover de Sint-Martinuskerk in de gaten en ijveren we voor het behoud van de Pupillen.”
Aandacht voor 200 woningen
“Utopia is het mooiste voorbeeld hoe je oud en nieuw kunt combineren", vult Ilse aan. “Voor onze V.VAK prijs kunnen ook kleinere burgerwoningen in aanmerking komen. Het gaat er vooral om hóe de restauratie is gedaan. De stad vroeg ons om een lijst op te maken van woningen die volgens ons aandacht verdienen. De inventaris onroerend erfgoed dateert uit de jaren ’70 en moest dus dringend een update krijgen. We dienden een lijst van meer dan 200 woningen in. Hopelijk gebeurt er iets mee.” “Mensen weten ons nu wel sneller te vinden", pikt Tine in. “We krijgen regelmatig meldingen over verwaarlozing en dat signaleren we vervolgens aan de stad. We moeten opletten dat we nu niet hetzelfde gaan doen met waardevolle gebouwen uit de jaren ’50 en ’60. Die verdienen stilletjes aan ook onze aandacht.”
Wandeling Open Monu- mentendag : 'Over de doden niets dan goeds'
Ook dit jaar organiseert V.VAK een activiteit tijdens Open Monumentendag.
Die vindt plaats op de begraafplaats van Aalst. Je leest er alles over op pagina 25.
Lid worden of meedingen naar de V.VAK prijs?
Check
www.vvak.be of facebook.com/VVAKaalst
Kandidaturen voor de V.VAK prijs kunnen ingediend worden tot 30 september.
Eindelijk erkenning: Pieter De Bruyne-huis o icieel beschermd
Sto el Van Schuylenbergh groeide op in dit unieke huis.
In februari 1987 overleed de Aalsterse interieurarchitect en meubelontwerper Pieter De Bruyne op amper 56-jarige lee ijd. Een grote naam in binnen- en buitenland die echter nog te weinig weerklank krijgt in Aalst. Iets waar V.VAK de voorbije jaren verandering in bracht via publicaties in hun magazine en op de website, persartikels en op 21 oktober met een lezing in Netwerk. De stad erkende de architect jaren geleden al met een straatnaam, een zijstraat van de Ouden Dendermondse Steenweg, maar pas recent is nu ook een huis mét het meubilair van zijn hand o icieel beschermd.
Begin juni bracht Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele een bezoek aan ‘Woning Van Schuylenbergh’ in de Vilainstraat. Deze keer was het aan CHIPKA.
Woning Van Schuylenbergh is een privéwoning en dus niet publiek toegankelijk. Zoon des huizes Sto el Van Schuylenbergh leidt ons rond in het bijzondere bouwwerk.
“Pieter en mijn vader (kunstenaar Luc Van Schuylenbergh, red.) waren al jaren bevriend. Pieter De Bruyne woonde toen in een huis in de Vrijheidstraat, nu bakkerij Verleysen. Hij ontwierp onder andere ook de voormalige tearoom Malpertuus (Kattestraat), ex-schoenenwinkel Elfi (Vrijheid- straat) en apotheek Lambrecht (Heilig Hartlaan). Zijn huis in de Stationsstraat wordt nog vaak bezocht, maar enkel hier vind je zowat alles nog in originele staat, inclusief het meubilair.”
Baanbrekend
De bouw van de woning is heel complex. Hoeken, kantjes en openingen, een piramidevormige koepel, doorkijk vanop elk niveau en kunstwerken - of zijn het toch meubels? Of allebei?- die de lichtrijke ruimtes vullen. Een stresstest voor poetsvrouwen. “Aan de
“Voor ons hoefde de bescherming niet, wij lieten de woning altijd zoals ze was. De bescherming is nodig voor wie ná ons komt” | Sto el
gevel zie je al dat het geen normaal huis is, maar van buiten valt het nog mee", lacht Sto el. “Mijn ouders waren bouwheer, in 1979. Pas in 1986, één jaar voor Pieters dood, was het huis klaar om er in te trekken. Heel bijzonder: mijn vader had in de jaren ’70 al behoorlijk wat meubels aangekocht van Pieter. Het huis werd ontworpen in functie van het unieke meubilair en niet andersom. De meubels hebben ruimte nodig. Een kast tegen de muur? Niet hier.”
Voorzichtige kinderen
“Ik heb Pieter nog gekend toen ik kind was, ik kwam wel eens bij hem thuis. Mijn zus en ik zijn opgegroeid in deze omgeving en we waren er ons dus al zeer vroeg van bewust dat we voorzichtig moesten zijn. Voor ons hoefde deze bescherming niet, wij hebben de woning altijd gelaten zoals ze was. De beschermde status is vooral nodig voor wie ná ons komt.”